Thomas Vleeshouwers
Taylor: Reason alone
C1: Is there a myth of Enlightenment? Taylor wil hier voorbij een eenzijdige positieve of negatieve evaluatie van de Verlichting komen Meer genuanceerde visies: 1. Er zijn meerdere Verlichtingen, de term is niet eenduidig 2. Op specifieke vlakken is er vooruitgang te zien, maar op andere vlakken is er een achteruitgang of een verlies van bepaalde waarden/inzichten Taylor volgt deze genuanceerdere visies. Hij verbindt daar de idee mee dat het mogelijk moet zijn om de verliezen/achteruitgang zichtbaar te maken, zodat er een Verlichting mogelijk zou kunnen zijn die deze verliezen kan proberen compenseren. Dat is dan ook de drijfveer voor het schrijven van deze tekst: “try to explain what underlies the understanding of the Enlightenment as an absolute, unmitigated step forward.”
=de “mythe” van de Verlichting
A version of what the Enlightenment represents Van openbaring/religie naar zuiver-wereldse termen: “a move from Revelation to reason alone”. Bijvoorbeeld bij: 1. Lilla: van een politiek op basis van politieke theologie naar een eigen domein (scheiding kerk-staat) 2. Habermas/Rawls: scheiding tussen: (a) Reason alone: bevredigt elke eerlijke, heldere/onverwarde denker (b) Religion-based: met dubieuze conclusies; enkel voor hen die een bepaald dogma aanvaarden Taylor vraagt of de basale epistemologische scheiding tussen die twee wel verdedigbaar is, of er wel een fundering voor is.
Nee: “this distinction in rational
credibility between religious and nonreligious discourse, supposed by (a) + (b), seems to me utterly without foundation.”
Verlichtings-mythe!
1. Reason alone kan dan wel volstaan om eenieder te overtuigen van 2+2=4, of bepaalde goedgefundeerde wetenschappelijke conclusies 2. Reason alone schiet echter tekort om dezelfde slagkracht te hebben op het politiek-morele domein Concreet voorbeeld: waarom is dit geen gelijkwaardige fundering van het mensenrecht op leven? •
Mens kan lijden/verlangen/genieten (consequentialisme?), we zijn redelijk (Kant?),…
•
Mens is naar het beeld van God geschapen
Voorwaarden van deze Verlichtings-mythe historisch onderzoeken en duiden 1. Cartesiaans funderingsdenken Descartes’ onbetwijfelbare startpunt én methode moet leiden tot conclusies zoals (a): heeft enkel gehoor voor wat de rede zeker kan weten 1. <-> autoriteit-geloof (, algemeen, naar analogie met de Openbaring, specifiek 2. <-> geloof, in alle vormen Locke: Tegen radicale scepticisme van Descartes in: “Simple ideas cannot be gone behind” 1. Opkomst van het empirisme: focus op ervaring, zoeken naar empirische correlaties 2. Maar met behoud van het Cartesiaanse geloof in het principe van een principe van self-sufficient reason 3. Geeft de aanleiding voor de wetenschappelijke revolutie in het gevolg van Galileo
2. Post-Galileo-wetenschap Deze wetenschap volgt een methode die zijn conclusies grondt in observatiefeiten (die een gelijkwaardige overtuigingskracht hebben als (a) ) Wetenschappelijke paradigma’s evolueren wel, maar deze kaderen binnen een eenduidige vooruitgang (<-> social sciences: geen consensus over paradigma, en dus ook moeilijk duidelijke paradigma-shifts te signaleren) Past perfect in de Verlichtings-mythe van absolute [unmitigated] vooruitgang Heeft op een bepaalde manier vast wel epistemologische superioriteit t.o.v. bv. de Aristotelische wetenschap (en algemener, alles wat op (b) steunt) 1. MAAR: daar volgt niet uit dat dit voor élk domein van de menselijke realiteit zo is 2. Religie dient dus niet als geheel afgewezen worden Taylor ziet een “confusion which lumps enchantment with religion” (a) vs. (b) mag dan wel opgaan op het vlak van natural sciences, deze geldt geenszins vanzelfsprekend op moreel-politiek terrein Wetenschap is (vooralsnog) niet voldoende om de fenomenen van het leven te verklaren
3. C2: Moderne idee van morele orde (Grotian reconstruction of social theory & field of social science it opened) “it has moved from being a theory, animating the discourse of a few experts, and become integral to our social imaginary, that is, the way in which our contemporaries imagine the societies they inhabit and sustain”p333 Premodern: 1. Hiërarchische orde is ontologisch gegeven (they transcend “the merely human realm”), Taylor onderscheidt twee vormen: 1) “Original acceptable distribution of burdens” “since time out of mind”p334 2) Society “expresses and corresponds to a hierarchy in the cosmos”p334, waarbij het niet ongebruikelijk is om analogieën met de natuur/dierenwereld te maken: “when we look at the whole, we
see how much the order is already realized, but when we cast our eye on human affairs, we see how much we deviated from it, and upset it”p337 “moral order is more than just a set of norms; that it also contains what we might call an ‘ontic’ component, identifying features of the world which make the norms realizable”p334 2. Deze orde is inherent goed 3. Doel is alles en iedereen tot een hoogste staat van zijn kunnen brengen (excellence of virtue) Modern: 1. Hiërarchische orde is contingent, en dus vatbaar voor verandering 2. De legitimiteit/goedheid van deze orde wordt instrumenteel geëvalueerd: is deze nuttig voor het einddoel? 3. Het einddoel is indivualistisch van uitgangspunt: “serving the ordinary goals of life/liberty”p336 , of: “very basic conditions of existence as free agents”, of: “the mutual respect and mutual service of the individuals who make up society”p336, of “security and prosperity”p336 Ook de moderne versie heeft een ontische component: this “is now a feature about us humans, rather than one touching God or the cosmos”p335 In de overgang naar het moderne was het evident dat de theorie beperkt werd tot bepaalde domeinen, de ‘gegeven’ hiërarchie werd nog niet ten gronde betwijfeld.
Is it the only possible one, the only one that makes sense?p339 Volgens Taylor is onze modern social imaginary zo hardnekkig, dat dit ook anders zou kunnen zijn. We vervallen gemakkelijk in een verkeerd beeld van de ontwikkeling van de Verlichting(-mythe). Twee dergelijke fouten ontmaskerd Taylor: 1. 1) het is een proces van toenemend individualisme, ten koste van “community” Taylor: een nieuw begrip van het individu heeft als effect een nieuw begrip van gemeenschapp339 In dit geval: “society of mutual benefit”p339
•
Waarbij de actuele vorm contingent is
•
Waarbij de leden fundamenteel gelijk zijn (want vertrekt van individu?)
2. 2) “the modern principle seems to us so self-evident” Modern principle: individualism / mutual benefit Door de koppeling van ons huidige social imaginary met de ongeziene krachtige maatschappijen van vandaag, worden we blind voor andere mogelijkheden Taylor vindt het verrassend hoe het moderne individualisme ons social imaginary heeft getransformeerd en beïnvloed, buiten het theoretische domein tredend 1. “Humans have lived for most of their history in modes of complementary, mixed with a greater or lesser degree of hierarchy”p340 2. Hij veroordeeld het anachronistische denken dat het huidige individualisme projecteert op de geschiedenis
Main features of our modern understandig of moral orderp340 1| “starts with individuals” -> “society is established for their sake”p340 1. Political society as an instrument for something pre-political 2. <-> mensen zijn pas een ware “moral agent” [mens?] vanuit inbedding in de maatschappij 2| Het doel van de maatschappij is individuen veiligheid en welvaart geven (for mutual benefit)p341 1. M.a.w. “the needs of ordinary life” 2. <-> highest virtue 3. Individuele vrijheid, self-dependance wordt centraal gesteld (bij Rousseau) 4. Van daaruit wordt de (contingente) maatschappelijke orde geëvalueerd 3| Dit politieke doel wordt ook gedefinieerd als een bescherming van de rechten van het individu, specifiek vooral vrijheid
4| Uit de afwijzing van elke hiërarchie volgt dat “gelijkheid”, in een of andere vorm, centraal zal komen te staan: “these rights, this freedom, and this mutual benefit are to be secured for all participants equally”p342
Moderne morele orde: van theorie naar social imaginary p341 The order of mutual benefit “serves as a guide for those who want to establish a stable peace” De voorstanders van deze theorie zien zichzelf als “agents who trough disengaged, disciplined action can reform their own lives”: “buffered, disciplined selfs” free agency is central to their self-understanding de nadruk op rechten, en vooral op vrijheid, komt voort uit: 1. 1) de maatschappelijke orde is er in het belang van de individuen 2. 2) het steunt ook op hun zelfbeeld (as free agent), en de normatieve eis die ze op basis daarvan stellen aan de wereld THUS: “the ethic at work here should be defined just as much in terms of this condition of agency as in terms of the demand of the ideal order” “the ethic of freedom and mutual benefit” -> “consent plays an important role” “My claim here is that this notion of order has entered the social imaginary of the modern West, and to some extent also beyond. In particular, it has given us certain standard ways of grasping a society, as an economy, as a public sphere, and as a state created by, and serving as instrument of, a ‘people.’ What is more, these and other analytic categories connected to this notion have come to seem to us “natural”; they are more than correlates of a particular way of looking at and imagining society but are there in the nature of social reality.”p342
C3: The Grotian move is not a move of unmitigated epistemic gainp342 Volgens Taylor wordt de stap naar deze modern politiek-morele theorie gelijk gesteld met de stap die de post-Galileo-wetenschappen namen: als een “move of unmittigated epistemic gain, one from darkness to light”p342 Social science wordt steeds meer gelijkgesteld aan natuurwetenschap, in die zin dat beide voldoen aan (a): Taylor gaat hier tegen in.
“The Grotian line is, I believe, crucial to the illusion of a modern reason which can make claims of force (a) about political morality. It is this analysis which gives the specific background for so much of our contemporary, now close to unquestioned, political morality: human rights, equality, popular sovereignty”p343 Deze theorie sijpelt zo door tot het utilitarisme, maar ook tot bij Kants moraal en politieke theorie “I have been trying to give an account of that facet of the Enlightenment myth which holds that “reason alone” can yield us truths about morality and political theory that cannot be added to, and may even be obscured by introducing putative truths of religion or metaphysics, whether stemming from “Revelation” or other forms of supramundane insight. The claim in other words is that an (a) + (b) distinction holds in this moral-political realm, too, as well as it indisputably does in the realm of natural science.”p343 Nogmaals samengevat, de drie cruciale elementen voor dit geloof: 1. The principle of self-sufficient reason 2. The model of natural science 3. Modern post-Grotian understanding of society made up of individuals, where good order demands that their relations conduce to mutual benefit
Er zijn twee varianten van dit geloof in (a)-kracht voor social science: 4. Condorcet variant: Alle 3 punten zijn relevant “Apply the methods of natural science to solve the normative questions of social and political life”p344 Dit kan omdat het zegt: •
We “weten” dat de maatschappij fundamenteel is samengesteld uit losse individuen
•
En dat een goede maatschappij de rechten van deze individuen beschermt en mutual benefits bevordert
•
Hoe dit te bereiken, is een empirische kwestie!
Taylor: dit is enkel mogelijk wanneer “materialist reductive accounts of human life become available”, wat (nog lang) niet het geval is
“As often as we may hear contemporaries say that with modernity, we realized that there was no divinely sanctioned social order, and that we now have to devise laws on our own, human authority, this was far from the conclusions drawn in earlier centuries. As I mentioned above, the modern natural law was seen either as something which flowed from a human condition designed by Providence, or else as something commanded by God.” “We are far from having taken a step outside all religious frameworks” Taylor: Social science kan dan wel een vooruitgang zijn op bepaalde vlakken (bv. statistische historische feiten), deze epistemologische vooruitgang kan niet hard worden gemaakt voor elke (normatieve) verklaring/evaluatie •
Tekenend hiervoor is het gebrek aan consensus over welk paradigma het meest geschikt is (<-> natural science)
“The Grotian move […] has never generated an unmitigated epistemic gain, except in the eyes of its partisans. But this is precisely the (b) status which is always attributed to religiously enframed accounts. Social science offers no contrast case.”p345 “The grand theories in social science are separated by their philosophical anthropologies […]. Social science cannot establish a reasoning on the political-moral with (a) force, […] each of which secretes its own understanding of the human moral-social predicament.”p345 Conclusie: “The whole putative (a) + (b) distinction between religious views and this-worldly reasoning turns out to be a mirage.” 5. Neo-Kantiaanse variant (met ook o.a. Rousseau): Focus op (1) en (3): “Reason alone seems to be telling us that an adequate norm will be one which serves all equally” •
Societies are made up of individuals, with equal claims
•
O.a. veil of ignorance, universaliseerbare maximes…
“Is it really true that the major features of the good society or the just society turn on the defense of rights, equality, and arrangements of mutual benefit?”p346 Niet vanzelfsprekend! Steunt te sterk op de Grotian turn, die niet vanzelfsprekend is “It lives more by the suggestive force of narratives which have been spun around its three key motifs: (1) Cartesian foundationalism and its attendant rationalism, (2) the coming of post- Galilean science, and (3) the Grotian reconstruction of social theory, and the field of social science debate it has opened up, to name them in ascending order of their persuasive force.”