1
UBS Structured Warrant Programme
DUTCH LANGUAGE VERSION
of
The Summary of the Base Prospectus of the Programme
2 SAMENVATTING Deze samenvatting bevat informatie die overgenomen is uit het Basisprospectus. Begrippen en uitdrukkingen die omschreven worden in de andere delen van het Basisprospectus en die niet anders omschreven worden in deze “Samenvatting” hebben dezelfde betekenis als in dit deel van het Basisprospectus. De informatie in deze “Samenvatting” dient gelezen en beschouwd te worden als een inleiding tot het Basisprospectus. Het dient gelezen te worden in samenhang met het Basisprospectus en de toepasselijke Definitieve Voorwaarden. Potentiële beleggers in Warrants dienen hun beslissing om in Warrants te beleggen niet alleen te baseren op de onderstaande informatie, maar ook op alle andere informatie beschikbaar in het Basisprospectus, ongeacht of deze informatie in het Basisprospectus opgenomen is of er in het Basisprospectus naar verwezen wordt. Indien hieronder de termen “Warrants” en “Effecten” worden gebruikt, verwijzen deze begrippen zowel naar de Warrants en Effecten die vertegenwoordigd worden door fysieke waardepapieren, als naar de Warrants en Effecten die worden uitgegeven als girale effecten overeenkomstig artikel 2, paragraaf a van de Federale Wet betreffende beurzen en effectenhandel (Bundesgesetz über die Börsen und den Effektenhandel, “SESTA”) (nicht-verurkundete Wertrechte of “Girale Effecten”) of, na de inwerkingtreding van de Federale Wet betreffende gedematerialiseerde effecten (Bucheffektengesetz of “Wet betreffende Gedematerialiseerde Effecten”), in de vorm van gedematerialiseerde effecten aangehouden bij een tussenpersoon (Bucheffekten; “Gedematerialiseerde Effecten”) overeenkomstig de Wet betreffende Gedematerialiseerde Effecten, behoudens andersluidende bepalingen in dit Basisprospectus. Elke gerechtelijke procedure die in de Bondsrepubliek Duitsland (“Duitsland”) wordt aanhangig gemaakt, is onderworpen aan het Duits burgerlijk procesrecht (Zivilprozessrecht), zoals dat wordt toegepast door de Duitse rechtbanken, waarbij, onder andere, de vertaling van anderstalige documenten naar het Duits kan worden geëist, geen “discovery-procedure” is voorzien en de kosten tussen de partijen anders kunnen worden verdeeld dan in andere landen en anders dan wordt beschreven in de documenten met betrekking tot het Programma. Bijgevolg, wanneer een vordering betreffende informatie uit een effectenprospectus, zoals dit Basisprospectus, wordt ingesteld in Duitsland of een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ("EER-staat"), dan kan de eiser, zowel onder het Duits recht als onder het nationaal recht van een andere EER-staat, verplicht zijn om, voor zover nodig, de kosten te dragen voor de vertaling van dit Basisprospectus naar het Duits en/of een andere relevante taal, naargelang de zaak, vooraleer de eigenlijke gerechtelijk procedure wordt aanhangig gemaakt. Elke gerechtelijke procedure die in de Zwitserse Bondsstaat (“Zwitserland”) wordt aanhangig gemaakt, is onderworpen aan het kantonaal burgerlijk procesrecht (Zivilprozessordnung) van het kanton waarin een dergelijke procedure werd aanhangig wordt gemaakt, waarbij, onder andere, de vertaling van anderstalige documenten naar een van de officiële Zwitserse landstalen (Duits, Frans en Italiaans) kan worden geëist, geen “discovery-procedure” is voorzien en de kosten over de partijen anders kunnen worden verdeeld dan in andere landen en anders dan wordt beschreven in de documenten met betrekking tot het Programma. Bijgevolg, wanneer een vordering betreffende informatie uit een effectenprospectus, zoals dit Basisprospectus, wordt ingesteld in Zwitserland, dan kan de eiser, onder het toepasselijk kantonaal burgerlijk procesrecht, , verplicht zijn om, voor zover nodig, de kosten te dragen voor de vertaling van dit Basisprospectus naar een van de officiële Zwitserse landstalen, naargelang de zaak, vooraleer de eigenlijke gerechtelijk procedure wordt aanhangig gemaakt. De Emittent en elke andere persoon die de aanzet of de opdracht tot de vertaling van deze samenvatting heeft gegeven, is aansprakelijk voor de inhoud van dit hoofdstuk “Samenvatting” en voor enige vertaling daarvan, evenwel enkel voor zover deze samenvatting misleidend, onjuist of inconsequent is wanneer ze wordt gelezen samen met de andere delen van of met enige andere informatie uit dit Basisprospectus. Wie is de Emittent?
Overzicht
Met haar 150 jaar lange ervaring stelt UBS AG met haar dochterondernemingen (UBS AG ook wel “Emittent” of “Vennootschap” genoemd, tezamen met al haar dochterondernemingen,
3 “UBS Groep”, “Groep” of “UBS”) zich wereldwijd in dienst van particuliere, institutionele en bedrijfsklanten evenals van particuliere klanten in Zwitserland. UBS biedt superieure financiële oplossingen die het logische resultaat zijn van de combinatie van haar vermogensopbouw, investeringsbankieren en activabeheer met de Zwitserse activiteiten. UBS heeft hoofdkantoren in Zürich en Bazel in Zwitserland en vestigingen in meer dan 50 landen, waaronder alle grote financiële centra. Op 31 mart 2011 bedroeg de BIS Tier11 ratio van UBS 17,9% en beliepen de belegde activa 2.198 miljard CHF, het aan UBS-aandeelhouders toe te rekenen aandelenkapitaal 46.695 miljoen CHF en de marktkapitalisatie 63.144 miljoen CHF. Op diezelfde datum waren 65.396 medewerkers in dienst bij UBS2. Informatie over de vennootschap De wettelijke en handelsnaam van de Vennootschap luidt UBS AG. De Vennootschap werd op 28 februari 1978 voor onbepaalde duur opgericht onder de naam SBC AG en werd op die dag ingeschreven in het handelsregister van het kanton Bazel-stad. Op 8 december 1997 veranderde de Vennootschap haar naam in UBS AG. In haar huidige vorm is de Vennootschap op 29 juni 1998 ontstaan door een fusie van Union Bank of Switzerland (opgericht in 1862) en Swiss Bank Corporation (opgericht in 1872). UBS AG is ingeschreven in de handelsregisters van het Kanton Zürich en het Kanton Bazel-stad. Haar registratienummer is CH-270.3.004.646-4. USB AG is opgericht en gedomicilieerd in Zwitserland en is onder het Zwitserse verbintenissenrecht (Obligationsrecht) en de Zwitserse federale bankwetgeving actief als Aktiengesellschaft, een naamloze vennootschap die haar gewone aandelen aan beleggers heeft uitgegeven. Overeenkomstig artikel 2 van de Statuten van UBS AG (“Statuten”) is het maatschappelijke doel van UBS de exploitatie van een bank. Hierbij gaat het om alle vormen van bankverrichtingen, financiële verrichtingen, advies, handelsactiviteiten en dienstverlening in Zwitserland en het buitenland. De aandelen van UBS staan genoteerd aan de Zwitserse Beurs (SIX) en de beurs van New York. De adressen en telefoonnummers van beide maatschappelijke zetels/hoofdkantoren van UBS AG zijn: Bahnhofstrasse 45, CH-8001 Zürich, Zwitserland, telefoon +41 44 234 1111; en Aeschenvorstadt 1, CH-4051 Bazel, Zwitserland, telefoon +41 61 288 5050. Organisatorische structuur van de Emittent UBS AG is de moedermaatschappij van de UBS Groep. De structuur van de UBS groep heeft tot doel de zakelijke activiteiten van de Vennootschap binnen een efficiënt juridisch, fiscaal, reglementair en financieel kader te ondersteunen. De individuele afdelingen van UBS noch het Corporate Center zijn juridisch onafhankelijke entiteiten. Zij verrichten hun activiteiten voornamelijk via het binnenlandse en buitenlandse kantorennet van de moedermaatschappij. Dankzij de structuur van de moedermaatschappij kan UBS de voordelen van het gebruik van één enkele juridische entiteit in alle afdelingen optimaal benutten. In gevallen waar het onmogelijk of inefficiënt is om via de moedermaatschappij te werken, vanwege plaatselijke wettelijke, fiscale of reglementaire bepalingen, of wanneer nieuwe wettelijke entiteiten door overname aan de Groep worden toegevoegd, worden deze zaken ter plaatse uitgevoerd door juridisch onafhankelijke ondernemingen van de Groep.
1
BIS Tier 1 ratio is de verhouding tussen in aanmerking komend Tier1 –kapitaal en BIS-risicogewogen activa, berekend volgens de normen van Bazel II. BIS Tier 1 kapitaal omvat volgestorte aandelen, agio, ingehouden winsten, met inbegrip van de winst van het lopende boekjaar, omrekening van vreemde valuta’s en Trust Preferred Securities (innovatief en niet-innovatief kapitaal) en participaties zonder controlerecht minus inhoudingen voor ingekochte aandelen en eigen aandelen, goodwill en immateriële activa en overige inhoudingen onder meer voor bepaalde securisatieblootstellingen. Het sluit eigen kredieteffecten op schulden gewaardeerd op basis van de waarde in het economisch verkeer uit, die teruggeboekt worden voor kapitaaldoeleinden.
2
Full time equivalents
4
De komende trends (prognose gepresenteerd in het op 26 april 2011 gepubliceerde verslag over het eerste kwartaal 2011 van UBS) UBS is van mening dat de handelsvolumes in de aandelenmarkten gedurende het tweede kwartaal op ongeveer hetzelfde peil zullen blijven als tijdens het eerste kwartaal. Dit zal ondersteuning bieden aan de op transactie gebaseerde inkomsten in de divisie vermogensopbouw van UBS evenals aan de flow trading in de Investeringsbank. Klanten en vermogensbeheerders van UBS kunnen blijven profiteren van aantrekkelijke koopkansen die het resultaat zijn van de aanhoudende koersvolatiliteit. Als gevolg van de bezorgdheid over Europese staatsschuld en de ontwikkelingen in het Midden-Oosten en Japan zullen de valutamarkten wellicht volatiel blijven. Hoewel inflatie weer zal opveren in een aantal economieën gaat UBS ervan uit dat de rentetarieven voor de korte termijn in het Westen en vooral in Zwitserland laag zullen blijven waardoor de rentemarges vooral in de vermogensopbouw en in de Zwitserse retail en corporate banking-activiteiten beperkt zullen blijven. Naargelang de marktomstandigheden verwacht UBS enige verbetering in een aantal activiteiten in de Investeringbank zelfs met inachtneming van de beperkingen voor sommige vastrentende, valuta- en grondstoffenactiviteiten die het gevolg zijn van de nadruk op het beheersen van het risiconiveau. Door de vraag naar talent in sommige regio’s en de recente stijging van het basisloon komt de kostenbasis van UBS onder enige druk te staan. UBS heeft er evenwel het volste vertrouwen in dat de onderneming voort kan bouwen aan de vooruitgang die reeds is geboekt. Administratieve, beheers- en toezichtsorganen van de Emittent UBS AG is onderworpen aan en voldoet volledig aan de Zwitserse reglementaire voorschriften met betrekking tot goed ondernemingsbestuur. Bovendien voldoet UBS AG als buitenlandse onderneming met aandelen aan de beurs van New York (NYSE) aan de NYSE bestuurs- en beursvoorschriften voor buitenlandse beursgenoteerde bedrijven. UBS AG werkt met een strikt tweeledige directiestructuur, zoals opgelegd door de Zwitserse bankwetgeving. Die structuur maakt wederzijdse controle en evenwicht mogelijk en zorgt ervoor dat de Raad van Bestuur ("RvB") functioneel onafhankelijk is ten opzichte van het dagelijks bestuur van het bedrijf, waarvoor de verantwoordelijkheid aan de Group Executive Board (“GEB”) is gedelegeerd. Het toezicht en de controle op het uitvoerende management blijft een taak van de Raad van bestuur. Het is uitgesloten dat één persoon in beide raden zetelt. De Statuten en het Organisatiereglement van UBS AG, inclusief de bijlagen, regelen alle details aangaande de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de twee organen. Accountants Op 28 april 2011 herkoos de Algemene aandeelhoudersvergadering van UBS AG Ernst & Young Ltd., Aeschengraben 9, 4002 Bazel, Zwitserland (“Ernst & Young”) tot revisors van de jaarrekening van UBS AG en van de geconsolideerde jaarrekening van de UBS-groep voor een bijkomende termijn van één jaar. Ernst & Young Ltd, Bazel, is lid van het Zwitserse Institute of Certified Accountants and Tax Consultants, dat gevestigd is in Zürich, Zwitserland. Hoe wordt de netto-opbrengst door de Emittent gebruikt? De netto-opbrengst van de uitgifte zal worden gebruikt voor financieringsdoeleinden van de UBS-groep en zal niet door de Emittent worden aangewend in Zwitserland. De netto-opbrengst uit de verkoop van de Effecten wordt door de Emittent aangewend voor algemene commerciële doeleinden. Er wordt geen afzonderlijk fonds (voor "speciale doeleinden") gecreëerd. Bestaan er risico’s met betrekking tot de Emittent? Als wereldwijde financiële dienstverlener zijn de commerciële activiteiten van UBS AG onderworpen aan de heersende marktsituatie. Diverse risicofactoren kunnen voor UBS AG een belemmering vormen voor de uitvoering van haar bedrijfsstrategieën en een rechtstreekse negatieve invloed op de inkomsten hebben. Bijgevolg zijn de inkomsten en de winst van UBS AG onderhevig aan schommelingen. De inkomsten en de winst over een bepaalde periode vormen dan ook geen graadmeter voor duurzame resultaten. De inkomsten en de winst kunnen van jaar tot jaar verschillen en ervoor zorgen dat UBS AG haar strategische doelstellingen niet haalt.
5
Algemeen insolventierisico Iedere Effectenhouder loopt het algemene risico dat de financiële toestand van de Emittent verslechtert. Warrants zijn onmiddellijke, niet door zekerheden gedekte en niet-achtergestelde schulden van de Emittent die, in het bijzonder in geval van insolventie van de Emittent, pari passu gerangschikt worden met alle andere huidige en toekomstige niet door zekerheden gedekte en niet-achtergestelde schulden van de Emittent, met uitzondering van schulden die op grond van dwingende wettelijke bepalingen voorrang genieten.
Gevolgen van een ratingverlaging van de Emittent
De algemene beoordeling van de kredietwaardigheid van de Emittent kan een invloed hebben op de waarde van de Warrants. Deze waardering hangt over het algemeen af van de ratings die de Emittent of diens verbonden vennootschappen krijgen van rating bureaus zoals Standard & Poor’s, Fitch en Moody’s.
Gevolgen van de huidige marktcrisis
Net als alle andere spelers op de financiële markt heeft UBS AG sterk te lijden gehad van de kredietcrisis die in 2007 begon en in 2008 verslechterde. Ten opzichte van andere historische dieptepunten was de achteruitgang van de financiële markten in 2008 ongekend en incasseerde UBS dan ook aanzienlijke verliezen op oude risicoposities. UBS heeft een reeks maatregelen getroffen om haar blootstelling aan risico’s te beperken, inclusief de verkoop van 38,6 miljard USD aan niet-liquide activa en andere posities aan een fonds dat eigendom is van en beheerd wordt door de Zwitserse Nationale Bank (SNB). Desalniettemin behoudt UBS posities die aangemerkt worden als risicoconcentraties. Daarnaast is UBS ook blootgesteld aan de algemene systematische en tegenpartijrisico’s, die aanzienlijk groter zijn geworden door de huidige marktcrisis en de daarmee samenhangende onstabiliteit van financiële instellingen en van het financiële stelsel in het algemeen.
Potentiële belangenconflicten
De Emittent en diens verbonden vennootschappen mogen deelnemen aan transacties die op enige wijze verband houden met de Warrants, hetzij voor eigen rekening, hetzij voor rekening van een klant. Dergelijke transacties kunnen afbreuk doen aan de belangen van de Effectenhouder en een positieve of negatieve invloed hebben op de waarde van de Onderliggende Waarde (zoals hieronder gedefinieerd) of, in geval van aan een Kredietgebonden Warrants zoals omschreven in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, op de kredietwaardigheid van de Referentie-Entiteit en bijgevolg ook op de waarde van de Warrants. Wat zijn de Effecten? In het kader van dit Programma kan UBS AG (de “Emittent” of “UBS AG”), eventueel via haar bijkantoren in Jersey (“UBS AG, Bijkantoor Jersey ”) of Londen (“UBS AG, Bijkantoor Londen”), nu en dan warrants uitgeven (elk afzonderlijk “Warrant” of “Effect” en gezamenlijk, naargelang het geval, “Warrants” of “Effecten” genoemd). De Warrants kunnen, indien aldus bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden van de Warrants, gekoppeld worden aan een Kredietgebeurtenis, dat wil zeggen de kredietwaardigheid van een Referentie-entiteit (ook “Kredietgebonden Warrants” genoemd) of gebaseerd zijn op een aandeel, een index, een wisselkoers, een edelmetaal, een grondstof, een rentevoet, een ander effect, een fondseenheid, een futurecontract of, naargelang het geval en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, een referentierente (met inbegrip van, maar niet beperkt tot rentetarieven van renteswaps (IRS), valutaswaps of, desgevallend, credit default swaps), alsmede een korf of portefeuille met hoger genoemde activa (elk afzonderlijk “Onderliggende Waarde” of gezamenlijk de “Onderliggende Waarden” genoemd, waarbij het begrip “Onderliggende Waarde” tevens verwijst naar alle Onderliggende Waarden(i=1) tot (i=n)).
Status De Warrants verhouden zich pari passu tot alle andere directe, niet-achtergestelde, onvoorwaardelijke en niet door zekerheden gedekte schulden van de Emittent.
Toepasselijk recht
In de Definitieve Voorwaarden wordt voor elke uitgifte van Warrants aangegeven welk recht hierop van toepassing is, het Duitse of het Zwitserse. In dit verband wordt in de Definitieve Voorwaarden voor elke
6 uitgifte van Warrants ook bepaald welke rechtbanken bevoegd zijn voor geschillen die eventueel voortvloeien uit een dergelijke uitgifte, namelijk die van Frankfurt am Main (voor Warrants die onder het Duitse recht vallen) of die van Zürich (voor Warrants die onder het Zwitserse recht vallen). Hoe worden de Effecten aangeboden? Warrants kunnen worden uitgeven tegen een uitgifteprijs op, onder of boven pari. De Uitgifteprijs kan hoger zijn dan de marktwaarde van elke Warrant op de datum van de relevante Definitieve Voorwaarden (zoals bepaald aan de hand van eigen prijsberekeningsmodellen die zijn gebaseerd op algemeen aanvaarde financiële beginselen die door UBS AG, UBS AG Bijkantoor Jersey en UBS AG Bijkantoor Londen worden toegepast). Er is overeengekomen dat de Beheerder(s) de Warrants op of na de Uitgiftedatum van de Effecten te koop aanbied(t)(en) tegen de Uitgifteprijs, zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, onder voorwaarden die aan verandering onderhevig zijn. De Uitgifteprijs kan commissies omvatten die moeten worden aan de Beheerder(s) en/of de verdeler(s). Is de verkoop van de Effecten onderworpen aan beperkingen? De Effecten mogen uitsluitend aangeboden, verkocht of overgedragen worden binnen of vanuit een land voor zover dit toegestaan is onder de toepasselijke wet- en regelgeving en indien de Emittent geen bijkomende verplichtingen dient na te leven. De aanbieding en verkoop van de Warrants en de verspreiding van productinformatie in de Europese Economische Ruimte en de Verenigde Staten van Amerika is onderworpen aan bijzondere en eventuele andere beperkingen die vereist worden krachtens het toepasselijk recht met betrekking tot het aanbod en de verkoop van een bepaalde uitgifte van Warrants. Kunnen de Effecten verhandeld worden? Voor elke uitgifte van Warrants wordt in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden aangegeven of de Warrants zullen worden genoteerd op een of meerdere effectenbeurzen, met inbegrip van alle nietgereglementeerde markten van effectenbeurzen, dan wel of ze niet genoteerd zullen worden of niet voor verhandeling zullen worden toegestaan. Wat verkrijgt de Effectenhouder met de aankoop van de Effecten? Met de aankoop van een (1) Warrant*, verkrijgt de belegger het recht, onder bepaalde voorwaarden en zoals voorzien in de Voorwaarden van de Warrants, om van de Emittent betaling te vorderen van een Vereffeningsbedrag in de Vereffeningsmunt of, naargelang het geval en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, het recht op levering van een passend aantal van de Materiële Onderliggende Waarde (het “Optierecht”). In de Definitieve Voorwaarden voor elke uitgifte van Warrants wordt uitdrukkelijk aangegeven of het uit hoofde van de Warrants te betalen bedrag (i) minstens gelijk is aan het gegarandeerde Minimale Terugbetalingsbedrag, (ii) minstens gelijk is aan het gegarandeerde Minimale Terugbetalingsbedrag, maar niet meer dan het Maximumbedrag bedraagt, dan wel, naargelang het geval, (iii) beperkt is tot het Maximumbedrag. De Effectenhouders hebben geen recht op tussentijdse betalingen. Geen enkel Effect verleent een recht tot betaling van vaste of variabele rente of dividend en genereert als zodanig geen regelmatig inkomen. Moeten Effectenhouders belastingen betalen over de Effecten? Potentiële beleggers dienen er zich bewust van te zijn dat zij belastingen of andere lasten of heffingen moeten betalen krachtens de wetten en praktijken van het land waarin de Warrants werden overgedragen of van andere landen. Het is mogelijk dat in bepaalde landen geen officiële verklaringen van de belastingdiensten of rechterlijke uitspraken beschikbaar zijn met betrekking tot financiële instrumenten zoals deze Warrants. Potentiële beleggers wordt aangeraden niet te vertrouwen op het belastingoverzicht dat in dit document en/of in de Definitieve Voorwaarden is opgenomen en zelf aan een belastingadviseur raad te vragen over de belastingen die zij persoonlijk bij de aankoop, verkoop of aflossing van de Warrants verschuldigd zijn. Alleen deze adviseurs kunnen immers rekening houden met de persoonlijke situatie van de potentiële belegger.
*
De notering van de Warrants wordt nader beschreven en bepaald in de Definitieve Voorwaarden.
7 Welke risico’s brengt een belegging in de Effecten met zich mee? Een belegging in de Effecten brengt productspecifieke risico’s met zich mee voor de belegger. De waarde van een Warrant wordt niet alleen bepaald door schommelingen in de koers van de Onderliggende Waarde, of, in geval van Kredietgebonden Warrants, zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, in de kredietwaardigheid van de Referentie-entiteit, maar hangt ook af van een aantal andere factoren. Daardoor kan de waarde van de Effecten afnemen, zelfs als de koers van de Onderliggende Waarde of, in geval van Kredietgebonden Warrants, de kredietwaardigheid van de Referentie-entiteit constant blijft. Potentiële beleggers dienen er zich bewust van te zijn dat schommelingen van de koers van de Onderliggende Waarde waaraan de Warrant gekoppeld is, of, in geval van aan Kredietgebonden Warrants, van de kredietwaardigheid van de Referentie-entiteit (en zelfs wanneer verwachte schommelingen zich niet voordoen) een vermindering van de waarde van een Warrant tot gevolg kunnen hebben. Dit risico staat los van de financiële situatie van de Emittent. Bovendien worden Effecten zoals Warrants gekenmerkt door een zogenoemd “hefboomeffect”: veranderingen in de waarde van de Onderliggende Waarde of, in geval van Kredietgebonden Warrants, in de kredietwaardigheid van de Referentie-entiteit, kunnen aanleiding geven tot een onevenredige waardevermindering van de Warrants. De Warrants houden derhalve een risico op onevenredig grote verliezen in als de Onderliggende Waarde of, in geval van aan Kredietgebonden Warrants, de kredietwaardigheid van de Referentie-entiteit, zich ongunstig ontwikkelt. Daarom dient men zich bij de aankoop van een bepaalde Warrant ervan bewust te zijn dat het potentiële verlies toeneemt naarmate het hefboomeffect groter wordt. Bovendien dient te worden opgemerkt dat het hefboomeffect doorgaans groter wordt naarmate de (resterende) looptijd van de Warrant korter wordt. Naast de looptijd van de Effecten, de regelmaat en de omvang van de schommelingen in de koers (volatiliteit) van de Onderliggende Waarde of, in geval van Kredietgebonden Warrants, in de kredietwaardigheid en de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit, de heersende rentevoeten en de hoogte van uitgekeerde dividenden of, naargelang het geval, de algemene ontwikkeling van de markt voor vreemde valuta’s, zijn volgens de Emittent de volgende omstandigheden de belangrijkste factoren die een invloed kunnen hebben op de waarde van de Effecten en die bepaalde risico’s kunnen creëren voor de beleggers in de Effecten. Elke potentiële belegger moet op basis van zijn persoonlijke onafhankelijke overwegingen en professioneel advies dat hem onder die omstandigheden gepast lijkt, bepalen of de aankoop van de Warrants volledig strookt met zijn persoonlijke financiële behoeften, doelstellingen en situatie (of met die van de begunstigde indien de Warrants worden aangekocht in een fiduciaire hoedanigheid), of de aankoop beantwoordt aan en volledig strookt met zijn globale beleggingsbeleid en de toepasselijke richtlijnen en beperkingen (los van het feit of de Warrants door de uiteindelijke begunstigde dan wel door een fiduciaire worden gekocht) en of het een goede en juiste belegging is die voor hem (of voor de begunstigde indien de Warrants worden aangekocht in een fiduciaire hoedanigheid) geschikt is, ondanks de duidelijke en aanzienlijke risico’s die inherent zijn aan het beleggen in en het aanhouden van de Warrants.
Overige kenmerken van de Warrantstructuur Voorafgaand aan de belegging in Effecten dienen potentiële beleggers zich ervan bewust te zijn dat de volgende bijzondere kenmerken van de Warrants, indien bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, een invloed kunnen hebben op de waarde van de Effecten of, naargelang het geval, op enig bedrag dat op grond van de Voorwaarden van de Warrants dient te worden betaald of, naargelang het geval, op de levering van een passend aantal van de Materiële Onderliggende Waarde, en dat de Effecten als gevolg hiervan speciale risicoprofielen hebben.
In geval van Kredietgebonden Warrants is de volgende paragraaf van toepassing. Afhankelijkheid van mogelijke Kredietgebeurtenissen Kredietgebonden Warrants verschillen van gewone obligaties in die zin dat eventuele bedragen die op grond van de Voorwaarden van de Warrants dienen te worden uitbetaald, afhankelijk zijn van het zich al dan niet voordoen van een Kredietgebeurtenis en dat de betalingen (aan het einde van de looptijd of eerder) voortvloeien uit het zich al dan niet voordoen van een Kredietgebeurtenis en dat dit bedrag lager kan zijn dan het oorspronkelijk door de Effectenhouder ingelegde bedrag en ertoe kan leiden dat de Effectenhouders minder dan de Uitgifteprijs of, naargelang het geval, minder dan de door de Effectenhouder betaalde aankoopprijs terugbetaald krijgen.
8 Indien een bepaalde Kredietgebeurtenis zich niet voordoet, lopen de Kredietgebonden Warrants waardeloos af of, naargelang het geval en zoals aangegeven in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, ontvangt de Effectenhouder eventueel een contant bedrag dat hoe dan ook lager is dan het oorspronkelijk ingelegde bedrag. In dit geval hebben de Effectenhouders geen enkel verhaal jegens de Referentie-entiteit of de Emittent ter dekking van hun verliezen. Het optreden van een Kredietgebeurtenis, zoals bepaald in de Voorwaarden van de Warrants en/of de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, kan niet a posteriori worden vastgesteld, dat wil zeggen na afloop van de looptijd van de Kredietgebonden Warrants. Het risico van Kredietgebonden Warrants is derhalve vergelijkbaar met een “bescherming” tegen het optreden van een Kredietgebeurtenis met betrekking tot de Referentie-entiteit, waarbij de Effectenhouder van een Kredietgebonden Warrant tevens aan het kredietrisico van de Emittent is blootgesteld. Effectenhouders zijn dus blootgesteld aan het kredietrisico van de Emittent alsook aan het kredietrisico van de Referentie-entiteit. Kredietgebonden Warrants worden noch gegarandeerd door de Referentie-entiteit, noch gedekt door enige verplichting van de Referentie-entiteit. Indien zich een gebeurtenis voordoet die een positieve invloed heeft op de kredietwaardigheid van een Referentie-entiteit, kan de waarde van de Kredietgebonden Warrants dalen. Daardoor kunnen Effectenhouders die hun Kredietgebonden Warrants op een dergelijk moment verkopen een wezenlijk deel van hun oorspronkelijk belegde kapitaal verliezen. In geval van een Winstdelingspercentage, een Hefboomfactor of een Omwisselingsverhouding, naargelang het geval, is de volgende paragraaf van toepassing. Mate van winstdeling Door de toepassing van het Winstdelingspercentage, de Hefboomfactor of de Omwisselingsverhouding, naargelang het geval, bij de vaststelling van het Optierecht, vertonen de Warrants economisch gezien gelijkenissen met een directe belegging in de Onderliggende Waarde of, in geval van Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de relevante Definitieve Voorwaarden, in de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit. Desalniettemin zijn ze niet volledig gelijk aan dergelijke directe beleggingen. Effectenhouders delen namelijk niet in de betreffende prestaties in een verhouding van 1:1, maar conform de verhouding van het Winstdelingspercentage, de Hefboomfactor of de Omwisselingsverhouding, naargelang het geval. In geval van een Reverse-structuur is de volgende paragraaf van toepassing. Gevolgen van de reverse-structuur Potentiële beleggers dienen voorts in overweging te nemen dat indien de Warrants een zogeheten reverse-structuur hebben, zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de Warrants (ongeacht de overige kenmerken van de Effecten of andere factoren die relevant kunnen zijn voor de waarde van de Effecten) in waarde afnemen indien de koers van de Onderliggende Waarde toeneemt of, naargelang het geval, in waarde toenemen indien de koers van de Onderliggende Waarde afneemt. Als gevolg van deze correlatie bestaat derhalve een risico op verlies van het belegde kapitaal indien de koers van de Onderliggende Waarde toeneemt. Bovendien geldt als hoofdregel dat het potentiële rendement van elk Effect beperkt is, aangezien de negatieve prestatie van de Onderliggende Waarde niet meer dan 100% kan bedragen. In geval van een Express-structuur is de volgende paragraaf van toepassing. Gevolgen van de express-structuur Potentiële beleggers dienen er zich bewust van te zijn dat, indien de Warrants een zogeheten expressstructuur hebben, zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de Warrants overeenkomstig de Voorwaarden van de Warrants en onder bepaalde omstandigheden vóór de Vervaldatum kunnen aflopen zonder dat daarvoor enige berichtgeving van de Emittent of de Effectenhouder vereist is. Indien de Warrants aflopen vóór de Vervaldatum, kan de Effectenhouder voor het vervroegde verval een vergoeding eisen. De Effectenhouder heeft echter geen recht op verdere betalingen uit hoofde van de Warrants of, naargelang het geval en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de levering van de Materiële Onderliggende Waarde na de Vervroegde Vervaldatum. De Effectenhouder loopt dan ook het risico niet in de verwachte mate en gedurende de verwachte periode te kunnen deelnemen in de prestaties van de Onderliggende
9 Waarde of, in geval van Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, van de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit. In geval van een vervroegd verval van de Warrants draagt de Effectenhouder tevens het zogeheten herbeleggingsrisico. De Effectenhouder kan elk bedrag dat door de Emittent wordt uitbetaald in geval van een vervroegd verval, indien van toepassing, herbeleggen tegen marktvoorwaarden die minder gunstig zijn dan die ten tijde van de aankoop van de Effecten. In geval van bepaalde drempels of grenzen is de volgende paragraaf van toepassing. Gevolgen van de toepassing van bepaalde drempels of grenzen Potentiële beleggers dienen er zich bewust van te zijn dat het Vereffeningsbedag of, naargelang het geval, en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde die uit hoofde van de Warrants in een passend aantal moet worden geleverd, indien van toepassing, afhangt van het feit of de koers van de Onderliggende Waarde of, in geval van Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de kredietwaardigheid van de Referentie-entiteit op een bepaald moment of binnen een bepaalde periode, zoals werd vastgesteld in de Voorwaarden van de Warrants, gelijk is aan en/of daalt onder, respectievelijk stijgt boven een bepaalde drempel, grens of rating zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden. Uitsluitend op voorwaarde dat de betrokken waarde de betreffende drempel, grens of rating niet heeft bereikt en/of eronder is gedaald respectievelijk erboven is gestegen op het moment dat of gedurende de periode die in de Voorwaarden van de Warrants is bepaald, ontvangt de houder van een Warrant als Vereffeningsbedrag een van tevoren in de Voorwaarden van de Warrants bepaald bedrag. In andere gevallen deelt de Effectenhouder in de prestaties van de Onderliggende Waarde of, in geval van aan Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, in de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit, waardoor hij het risico loopt het belegde kapitaal te verliezen. In geval van een Maximumbedrag is de volgende paragraaf van toepassing. Beperking van potentiële winsten tot het Maximumbedrag Potentiële beleggers dienen er zich bewust van te zijn dat het Vereffeningsbedrag of, naargelang het geval, en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde die uit hoofde van de Warrants in een passend aantal moet worden geleverd, indien van toepassing, beperkt is tot het Maximumbedrag zoals bepaald in de Voorwaarden van de Warrants. In tegenstelling tot een directe belegging in de Onderliggende Waarde of, in geval van aan een Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, in de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit, is de potentiële winst van de Warrants dan ook beperkt tot het Maximumbedrag. In geval van koppeling aan een Onderliggende Waarde is de volgende paragraaf van toepassing. Gevolgen van de koppeling aan de desbetreffende Onderliggende Waarde De berekening van het Vereffeningsbedrag of, naargelang het geval, en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde die in een passend aantal dient te worden geleverd, indien van toepassing, is uitsluitend gebaseerd op de prestatie van de desbetreffende Onderliggende Waarde en bijgevolg van de Onderliggende Waarde die een van tevoren bepaalde prestatie vertoont, bv. de slechtste prestatie gedurende een waarnemingsperiode. Potentiële beleggers dienen er zich derhalve bewust van te zijn dat de Warrants in vergelijking met Effecten die slechts op één onderliggende waarde zijn gebaseerd een groter verliesrisico inhouden. Dit risico wordt niet noodzakelijkerwijs verlaagd door een positieve of, naargelang het geval, negatieve prestatie van de resterende Onderliggende Waarden omdat de resterende Onderliggende Waarden niet in aanmerking worden genomen in de berekening van het Vereffeningsbedrag of, naargelang het geval en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde die in een passend aantal dient te worden geleverd.
10 In geval van een korf als Onderliggende Waarde of in geval van een portefeuille van Onderliggende Waarden is de volgende paragraaf van toepassing. Gevolgen van de koppeling aan een korf of, naargelang het geval, een portefeuille De Warrants hebben als bijzondere eigenschap dat de berekening van de hoogte van het Vereffeningsbedrag of, naargelang het geval en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde die in een passend aantal dient te worden geleverd, indien van toepassing, afhangt van de prestatie van een korf bestaande uit diverse componenten of, naargelang het geval en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, van een portefeuille bestaande uit diverse onderliggende waarden. Tegelijkertijd is ook de mate van de onderlinge afhankelijkheid, de zogeheten correlatie, van de componenten van de korf of, naargelang het geval, van de Onderliggende Waarden van belang voor de berekening van de hoogte van het Vereffeningsbedrag of, naargelang het geval en zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, van de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde die in een passend aantal dient te worden geleverd. In geval van vereffening in natura is de volgende paragraaf van toepassing. Gevolgen van een mogelijke levering van een Materiële Onderliggende Waarde Indien de Definitieve Voorwaarden van de Warrants voorzien in een vereffening door levering in natura, dienen potentiële beleggers in de Warrants er rekening mee te houden dat op het moment van de vereffening of, naargelang het geval, de expiratie van de Effecten, er geen betaling plaatsvindt van een Vereffeningsbedrag, maar een levering, indien van toepassing, van de passende hoeveelheid van de Materiële Onderliggende Waarde zoals beschreven in de Voorwaarden van de Warrants. Potentiële beleggers dienen zich er daarom bewust van te zijn dat zij, in geval van een aflossing van de Warrants door de levering in natura van de Materiële Onderliggende Waarde in het passende aantal, geen contant geldbedrag ontvangen, maar een recht op de betreffende Materiële Onderliggende Waarde, dat overdraagbaar is volgens de voorwaarden van het betreffende bewaarsysteem. Aangezien de Effectenhouders van de Warrants in dergelijke gevallen blootgesteld zijn aan de specifieke emittent- en effectrisico’s die verbonden zijn aan de Materiële Onderliggende Waarde, dienen potentiële beleggers in de Warrants zich vertrouwd te maken met de te leveren, indien van levering sprake mocht zijn, Materiële Onderliggende Waarde, alvorens de Warrants te kopen. Bovendien mogen beleggers er niet op vertrouwen dat zij de Materiële Onderliggende Waarde na de aflossing van de Effecten kunnen verkopen tegen een bepaalde koers, met name tegen een koers die overeenkomt met het kapitaal dat werd betaald voor de aankoop van de Warrants. De in het passende aantal geleverde Materiële Onderliggende Waarde kan onder bepaalde omstandigheden een zeer lage waarde of zelfs geen waarde hebben. In een dergelijk geval lopen de Effectenhouders het risico dat zij het voor de aankoop van de Warrants belegde kapitaal (inclusief transactiekosten) volledig verliezen. Potentiële beleggers in de Warrants dienen er tevens rekening mee te houden dat mogelijke koersschommelingen van de Materiële Onderliggende Waarde tussen de dag waarop de Effecten aflopen en de daadwerkelijke levering van de Materiële Onderliggende Waarde op de Vereffeningsdatum voor rekening van de Effectenhouder blijven. Elke eventuele vermindering van de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde na afloop van de looptijd van de Effecten is voor rekening van de Effectenhouder. In geval van een wisselkoersrisico is de volgende paragraaf van toepassing. Wisselkoersrisico Indien aldus bepaald in de toepasselijke Defintieve Voorwaarden van de Warrants, worden de rechten van de Effectenhouder uit hoofde van de Warrants bepaald op basis van een andere valuta dan de Vereffeningsvaluta, munteenheid of berekeningseenheid en/of wordt ook de waarde van de Onderliggende Waarde of, in geval van aan een kredietgebeurtenis gekoppelde Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, van de Referentie-obligaties van de Referentieentiteit, in die andere valuta dan de Vereffeningsvaluta, munteenheid of berekeningseenheid bepaald. Potentiële beleggers dienen zich er derhalve bewust van te zijn dat beleggingen in deze Effecten risico’s met zich meebrengen als gevolg van schommelende valutawisselkoersen en dat het risico op verlies niet alleen afhangt van de prestatie van de Onderliggende Waarde of, in geval van aan een kredietgebeurtenis gekoppelde Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve
11 Voorwaarden, van de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit, maar ook van ongunstige ontwikkelingen in de waarde van de buitenlandse valuta, munteenheid of berekeningseenheid. Dergelijke ontwikkelingen kunnen het risico op verlies voor de Effectenhouders verhogen omdat een ongunstige prestatie van de koers van de betreffende munteenheid kan leiden tot een overeenkomstige waardevermindering van de gekochte Warrants tijdens de looptijd hiervan of, naargelang het geval, de hoogte van het Vereffeningsbedrag of, naargelang het geval en indien van toepassing, de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde die in een passend aantal dient te worden geleverd. Wisselkoersen worden bepaald door vraag en aanbod op de internationale valutamarkten, die op hun beurt gestuurd worden door economische ontwikkelingen, speculaties en maatregelen van overheden en centrale banken (bijvoorbeeld monetaire regulering of beperkingen). In geval van Warrants die zijn gekoppeld aan wisselkoersen, grondstoffen of edelmetalen is de volgende paragraaf van toepassing. Bijzondere kenmerken van Warrants die gekoppeld zijn aan wisselkoersen, grondstoffen of, naargelang het geval, edelmetalen Indien wisselkoersen, grondstoffen of, naargelang het geval, edelmetalen als Onderliggende Waarde gebruikt worden, dient het opgemerkt dat dergelijke waarden 24 uur per dag verhandeld worden in de tijdzones van Australië, Azië, Europa en Amerika. Potentiële beleggers dienen er zich daarom bewust van te zijn dat een toepasselijke grens of, naargelang het geval, drempel zoals beschreven in de Voorwaarden van de Warrants, op een bepaald moment bereikt of overschreden kan worden of dat eronder kan worden gegaan, zelfs buiten de lokale kantooruren of buiten de kantooruren van de Emittent, de Berekeningsagent of de Beheerder(s). Potentiële beleggers in de Effecten dienen er zich tevens bewust van te zijn dat een materiële vereffening van de Onderliggende Waarde in de vorm van wisselkoersen, grondstoffen en/of edelmetalen in alle gevallen is uitgesloten. In geval van kapitaalwaarborg is de volgende paragraaf van toepassing. De kapitaalwaarborg is uitsluitend geldig aan het einde van de looptijd van de Effecten Indien in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden een Minimaal Terugbetalingsbedrag is voorzien, zijn de Effecten aan het einde van de looptijd gewaarborgd ten belope van het Minimale Terugbetalingsbedrag (ongeacht, indien van toepassing, de aanbiedingspremie), d.w.z. dat de belegger aan het einde van de looptijd ongeacht de werkelijke prestatie van de Onderliggende Waarde of, in geval van aan een kredietgebeurtenis gekoppelde Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, van de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit, in elk geval het Minimale Terugbetalingsbedrag ontvangt. Indien een belegger de Effecten na de uitgifte koopt tegen een koers die hoger is dan het Minimale Terugbetalingsbedrag, dient de potentiële belegger zich er bewust van te zijn dat de (evenredige) kapitaalwaarborg uitsluitend betrekking heeft op het lagere Minimale Terugbetalingsbedrag. In dit kader dient er rekening mee te worden gehouden dat de kapitaalwaarborg uitsluitend van toepassing is aan het einde van de looptijd, d.w.z. mits de Effecten niet beëindigd zijn. Het te betalen contante bedrag of, naargelang het geval en indien van toepassing, de waarde van de Materiële Onderliggende Waarde die in een passend aantal dient te worden geleverd, kan in geval van een vervroegde aflossing van de Effecten aanzienlijk lager zijn dan het bedrag dat minimaal betaald zou moeten worden aan het einde van de looptijd van de Effecten waarvoor een kapitaalwaarborg ten belope van het Minimale Terugbetalingsbedrag geldt. Potentiële beleggers dienen zich er voorts bewust van te zijn dat ondanks de waarborg ter hoogte van het Minimale Terugbetalingsbedrag, de belegger een risico loopt ten aanzien van de kredietwaardigheid van de Emittent. Potentiële beleggers dienen er dan ook op voorbereid te zijn dat zij het belegde kapitaal gedeeltelijk of zelfs geheel kunnen verliezen en dienen ook in staat te zijn een dergelijk verlies te dragen. Kopers van de Effecten dienen in ieder geval hun financiële situatie te beoordelen om na te gaan of zij het aan de Effecten verbonden verliesrisico kunnen dragen.
12 In geval van Warrants zonder vaste looptijd is de volgende paragraaf van toepassing. Warrants zonder een van tevoren vastgestelde looptijd Indien aldus bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden van de Warrants, hebben Warrants – in tegenstelling tot effecten met een vaste looptijd – geen van tevoren vastgestelde vervaldatum en dus ook geen vastgestelde looptijd. Als gevolg hiervan dienen de rechten van de Effectenhouder uit hoofde van deze Warrants door de respectievelijke Effectenhouder te worden uitgeoefend op een specifieke Uitoefeningsdatum in overeenstemming met de uitoefeningsprocedure die is beschreven in de Voorwaarden van de Warrants, als het Optierecht uitgeoefend dient te worden. Indien de Effectenhouder de vereiste Uitoefeningskennisgeving op deze Uitoefeningsdatum nog niet in goede orde heeft ontvangen, kunnen de Effecten pas worden uitgeoefend op de volgende uitoefeningsdatum die in de Voorwaarden van de Warrants is bepaald. In geval van een beperking van het uitoefeningsrecht is de volgende paragraaf van toepassing. Beperking van de uitoefening van het Optierecht door de Effectenhouders Indien aldus bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden van de Warrants, kan de Effectenhouder zijn Optierecht dat voortvloeit uit de Warrants, die direct of indirect gebaseerd zijn op Duitse aandelen als Onderliggende Waarde, in overeenstemming met de Voorwaarden van de Warrants niet uitoefenen op bepaalde dagen, met name op de dag van de algemene aandeelhoudersvergadering van de Duitse vennootschap waarvan de aandelen voor de doeleinden van de Warrants gebruikt worden en op de berekeningsdag (ex-dividenddag) die onmiddellijk aan een dergelijke dag voorafgaat. Bovendien kan in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden ook bepaald worden dat de Effectenhouders de Warrants uitsluitend op bepaalde dagen kunnen uitoefenen. Indien de Effectenhouder de vereiste Uitoefeningskennisgeving op deze Uitoefeningsdatum nog niet in goede orde heeft ontvangen, kunnen de Effecten pas worden uitgeoefend op de volgende uitoefeningsdatum die in de Voorwaarden van de Warrants is bepaald. In geval van een Minimaal Uitoefeningsaantal is de volgende paragraaf van toepassing. Beperking van de uitoefening van het Optierecht door de Effectenhouders door de instelling van een Minimaal Uitoefeningsaantal Indien aldus bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden van de Warrants, dient een Effectenhouder in overeenstemming met de Voorwaarden van de Warrants in te schrijven op een bepaald minimumaantal Warrants, het zogeheten Minimale Uitoefeningsaantal, om het aan de Effecten verbonden Optierecht te kunnen uitoefenen. Houders met minder dan het vastgestelde Minimale Uitoefeningsaantal van de Effecten dienen derhalve hun Warrants te verkopen of extra Warrants te kopen (hetgeen in beide gevallen transactiekosten met zich meebrengt).
Beëindiging en vervroegde aflossing naar keuze van de Emittent Potentiële beleggers in de Effecten dienen zich er voorts bewust van te zijn dat de Emittent, krachtens de Voorwaarden van de Warrants, het recht heeft om de Effecten in hun geheel vóór de Vervaldatum te beëindigen en af te lossen. Indien de Emittent de Effecten vóór de Vervaldatum beëindigt en aflost, heeft de Effectenhouder recht op de betaling van een bedrag met betrekking tot de vervroegde aflossing. Na de betreffende beëindigingsdag kan de Effectenhouder uit hoofde van de Warrants echter geen verdere betalingen meer eisen. De Effectenhouder loopt dan ook het risico niet in de verwachte mate en gedurende de verwachte periode te kunnen profiteren van de prestatie van de Onderliggende Waarde of, in geval van aan Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, van de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit. Indien de Emittent de Effecten beëindigt, loopt de Effectenhouder een herbeleggingsrisico, d.w.z. dat hij het door de Emittent betaalde beëindigingsbedrag moet herbeleggen tegen marktvoorwaarden die ongunstiger zijn dan die op het moment van de aankoop van de Effecten.
Geen beëindigingsrecht voor de Effectenhouders De Effectenhouders beschikken niet over een beëindigingsrecht en kunnen de Effecten tijdens de looptijd ervan dan ook niet beëindigen. Behoudens beëindiging en vervroegde aflossing door de Emittent of, naargelang het geval en indien bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de uitoefening van het Optierecht door de Effectenhouders in overeenstemming met de Voorwaarden
13 van de Warrants, kan de economische waarde van de Effecten (of een deel daarvan) vóór de vervaldatum uitsluitend te gelde worden gemaakt door de verkoop van de betreffende Effecten.
Mogelijke koersdaling van de Onderliggende Waarde na beëindiging van de Effecten Indien de looptijd van de Effecten vroegtijdig door de Emittent wordt beëindigd conform de Voorwaarden van de Warrants, dienen potentiële beleggers zich er bewust van te zijn dat een eventueel negatieve prestatie van de koers van de Onderliggende Waarde tussen de aankondiging van de beëindiging en de vaststelling van de koers van de Onderliggende Waarde die gebruikt zal worden voor de berekening van het alsdan te betalen contante bedrag voor rekening van de Effectenhouders is.
Ongunstige invloed van aanpassingen van het Optierecht Indien zich een mogelijke grond voor aanpassingen voordoet, heeft de Emittent het recht, indien aldus bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden van de Warrants, om aanpassingen door te voeren conform de Voorwaarden van de Warrants. Deze aanpassingen kunnen de waarde van de Effecten negatief beïnvloeden.
Negatieve invloed van bijkomende kosten Provisies en andere transactiekosten met betrekking tot de koop of verkoop van Effecten kunnen aanleiding geven tot lasten, vooral bij lage orderwaardes, die een eventueel uit hoofde van de Effecten te betalen vereffeningsbedrag aanzienlijk kunnen verminderen. Alvorens Effecten te kopen, dienen potentiële beleggers derhalve inlichtingen in te winnen over alle kosten die de koop of verkoop van Effecten met zich mee kan brengen, inclusief alle kosten op het moment van de aankoop en de afloop van de looptijd van de Effecten in rekening worden gebracht door de banken waarbij de Effecten zijn gedeponeerd.
Transacties ter compensatie of beperking van risico’s Het wordt potentiële beleggers van de Effecten afgeraden te vertrouwen op de mogelijkheid om op eender welk moment tijdens de looptijd van de Effecten transacties te verrichten waarmee zij de gelopen risico’s kunnen compenseren of beperken. Deze mogelijkheid hangt af van de marktomstandigheden en de geldende voorwaarden op dat moment. Het is mogelijk dat transacties ter compensatie of beperking van risico’s uitsluitend kunnen worden verricht tegen een ongunstige marktkoers die voor de belegger een verlies zou inhouden.
Handel in de Effecten / gebrek aan liquiditeit Het is niet mogelijk te voorspellen of en in welke mate een secundaire markt voor de Effecten tot stand zal komen, noch tegen welke koers de Effecten op een secundaire markt verhandeld zullen worden, noch of een dergelijke markt al dan niet liquide zal zijn. Het wordt potentiële beleggers dan ook afgeraden te vertrouwen op de mogelijkheid om Effecten op een bepaalde tijd of tegen een bepaalde koers te verkopen.
Vorm en bewaring van de Effecten De Effecten in het kader van dit Programma kunnen uitgegeven worden aan toonder (met inbegrip van Permanente Verzamelbewijzen) of, indien de Effecten onder het Zwitserse recht vallen, ook als Girale Effecten, of na de inwerkingtreding van de Wet betreffende Gedematerialiseerde Effecten, in de vorm van Gedematerialiseerde Effecten. Ongeacht of de Effecten Permanente Verzamelbewijzen, Girale Effecten of Gedematerialiseerde Effecten zijn, is de Emittent in geen geval verantwoordelijk of aansprakelijk voor handelingen of nalatigheden van de Clearinginstelling, of indien aldus bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, van de Depothoudende Bank of van de Tussenpersoon, noch voor verliezen die een Effectenhouder zou kunnen lijden als gevolg van dergelijke handelingen of nalatigheden in het algemeen en voor registratiehandelingen of betalingen met betrekking tot de genotsrechten van de Effectenhouder die in het bijzonder voortvloeien uit de Permanente Verzamelbewijzen, de Girale Effecten of de Gedematerialiseerde Effecten.
Prijsvorming van de Effecten In tegenstelling tot de meeste andere Effecten, is de prijsvorming van deze Effecten doorgaans niet gebaseerd op het beginsel van vraag en aanbod van Effecten aangezien handelaren op de secundaire markt onafhankelijke vraag- en aanbodkoersen kunnen afgeven. De koers wordt berekend op basis van op de markt gangbare modellen, terwijl de theoretische waarde van de Effecten in beginsel bepaald wordt op basis van de waarde van de Onderliggende Waarde of, in geval van
14 Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de kredietwaardigheid en de waarde van de Referentie-obligaties van de Referentie-entiteit, en de waarde van andere kenmerken van de Effecten, die in economisch opzicht elk door een ander afgeleid financieel instrument kunnen worden weergegeven. De eventueel vastgestelde prijzen komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de intrinsieke waarde van de Effecten zoals bepaald door een handelaar.
Vergroting van het verschil tussen vraag- en aanbodkoers In bijzondere marktomstandigheden, waarin de Emittent de risico’s helemaal niet of slechts met grote moeite kan afdekken, kan het verschil tussen de vraag- en aanbodkoers tijdelijk vergroot worden om de economische risico’s van de Emittent te beperken. Daardoor is het mogelijk dat Effectenhouders die hun Effecten op een effectenbeurs of op de onderhandse markt wensen te verkopen, een aanzienlijk lagere koers koers krijgen dan de werkelijke koers van de Effecten op het moment van hun verkoop.
Geleende middelen Indien de aankoop van Effecten gefinancierd wordt met geleende middelen en de verwachtingen van de belegger zijn niet ingelost, lijdt de belegger niet alleen verlies als gevolg van de Effecten zelf, maar dient hij ook de lening en de bijbehorende rente af te betalen. Hierdoor neemt het verliesrisico van de beleggers aanzienlijk toe. Het wordt beleggers van Effecten ten zeerste afgeraden te vertrouwen op de mogelijkheid om aflossingen te kunnen doen en rente over de lening te kunnen betalen met winst uit een Effectentransactie. Daarentegen wordt het beleggers aanbevolen om vóór de financiering van de aankoop van Effecten hun financiële situatie te beoordelen om na te gaan of zij in staat zijn rente over de lening te betalen of deze onmiddellijk af te lossen, zelfs indien tegen de verwachtingen in verlies wordt geleden.
Invloed van afdekkingstransacties door de Emittent op de Effecten De Emittent kan alle of een gedeelte van de opbrengsten uit de verkoop van de Effecten aanwenden ter afdekking van de risico’s die voortvloeien uit de uitgifte van de Effecten. In een dergelijk geval kan de Emittent of een van zijn verbonden vennootschappen transacties afsluiten die overeenstemmen met de verplichtingen van de Emittent die voortvloeien uit de Effecten. Over het algemeen worden dergelijke transacties afgesloten vóór of op de Uitgiftedatum van de Effecten, hoewel deze transacties ook na de uitgifte van de Effecten nog kunnen worden afgesloten. De Emittent of een van zijn verbonden vennootschappen kan te allen tijde de nodige stappen ondernemen om een afdekkingstransactie te beëindigen. Het kan niet worden uitgesloten dat de Prijs van de Onderliggende Waarde of, in geval van Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de kredietwaardigheid van de Referentie-entiteit en de waarde van de Referentie-obligaties in bepaalde gevallen door deze transacties wordt beïnvloed.
Belastingwijzigingen met betrekking tot de Effecten De in dit Prospectus uiteengezette informatie over de belastingen waaraan de Effecten onderworpen zijn, worden door de Emittent verstrekt op basis van het toepasselijke belastingstelsel op de publicatiedatum hiervan. Een verandering in het belastingstelsel door de fiscale autoriteiten en de rechtspraak kan echter niet worden uitgesloten.
Risico’s met betrekking tot de Onderliggende Waarde De betreffende Onderliggende Waarde of, in geval van aan Kredietgebonden Warrants zoals bepaald in de toepasselijke Definitieve Voorwaarden, de Referentie-obligaties en/of de Referentie-entiteit kunnen bepaalde bijkomende risico’s met zich meebrengen, die in dat geval uitdrukkelijk vermeld worden in de toekomstige Definitieve Voorwaarden.
Het wordt potentiële beleggers daarom nadrukkelijk aanbevolen het specifieke risicoprofiel van het in dit Prospectus beschreven producttype te beoordelen en zo nodig professioneel advies in te winnen. Potentiële beleggers worden er nadrukkelijk op gewezen dat de Effecten een risicobelegging vormen, die kan leiden tot verlies van het ingelegde kapitaal. Zelfs indien het kapitaal van de Effecten bij afloop van de looptijd gewaarborgd is ten belope van het Minimale Terugbetalingsbedrag en het verliesrisico derhalve aanvankelijk beperkt is, loopt de belegger het risico dat de financiële situatie van de Emittent
15 verslechtert. Potentiële beleggers dienen er dan ook op voorbereid te zijn dat zij het ingelegde kapitaal gedeeltelijk of zelfs geheel kunnen verliezen en dienen een dergelijk verlies te kunnen dragen. Beleggers die geïnteresseerd zijn in de aankoop van de Effecten dienen hun financiële situatie te beoordelen om na te gaan of zij de aan de Effecten verbonden verliesrisico’s kunnen dragen.