De fiscale gevoelstemperatuur in de zorg Bestaat er medicatie tegen fiscale claustrofobie? Tax is a Black Box IV
Bij PwC in Nederland werken ruim 4.500 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen en drie verschillende invalshoeken: Assurance, Tax & HRS en Advisory. We leveren sectorspecifieke diensten en zoeken verrassende oplossingen, niet alleen voor nationale en internationale ondernemingen, maar ook voor overheden en maatschappelijke organisaties. ‘PwC’ is het merk waaronder member firms van PricewaterhouseCoopers International Limited (PwCIL) handelen en diensten verlenen. Samen vormen deze firms het wereldwijde PwC-netwerk, waarbinnen meer dan 163.000 mensen in 151 landen hun gedachten, ervaring en oplossingen delen bij het ontwikkelen van nieuwe perspectieven en praktisch advies.
Vereniging HEAD is een vereniging van financiële professionals in de zorg. Vereniging HEAD richt zich op deskundigheidsbevordering zowel op het specifieke vakgebied (financieel, bedrijfskundig en informatiemanagement) als op gebieden die aansluiten bij de ontwikkelingen in de zorg. HEAD is een platform voor informatieuitwisseling, wederzijdse beïnvloeding en advisering. Het onderzoeken en ontwikkelen van managementinstrumenten en informatiesystemen is daarbij een speerpunt voor het te voeren beleid. Om dit alles te bewerkstelligen organiseert de vereniging jaarlijks vele activiteiten. Deze activiteiten variëren van het (laten) volgen van wetenschappelijke studies, het uitgeven van het financiële magazine voor de zorg, HEADline, en het organiseren van opleidingen, workshops en congressen rond actuele onderwerpen.
Dit onderzoek is de vierde uitgave in de serie ‘Tax is a Black Box’. Deze serie heeft als doel meer inzicht te geven in fiscaliteit bij ondernemingen en instellingen. Fiscaliteit in ondernemingen en instellingen wordt door sommigen immers als een ‘Black Box’ ervaren.
Inhoud Voorwoord
4
1
6
Introductie
1.1 Onderzoeksdoelstelling en probleemstelling
7
1.2 Onderzoeksmethode
7
2
Onderzoeksresultaten
10
2.1 Het probleem van fiscaliteit binnen de organisatie wordt onderschat hetgeen tot uiting komt in geringe aandacht voor financiële en personele zaken
11
2.2 Raad van Bestuur en Raad van Toezicht zijn onvoldoende betrokken bij de fiscale positie 15 2.3 Zorginstellingen hebben behoefte aan meer kennis
16
2.4 Wetgever is mede verantwoordelijk voor verminderd risicomanagement
17
2.5 Horizontaal toezicht leidt tot risicoreductie
18
3
20
Conclusies
Tax is a Black Box IV 3
Voorwoord In opdracht van PwC en de Vereniging HEAD heeft Motivaction International B.V. onderzoek gedaan naar het niveau van de fiscale beleving en de positie van fiscaliteit bij zorginstellingen. Het onderzoek is uitgevoerd onder de leden van de Vereniging HEAD en beslaat zorginstellingen in de volle breedte van de zorgsector. Fiscaliteit is een onderwerp dat niet vaak wordt geassocieerd met de zorgsector. Wanneer fiscaliteit en de zorgsector het nieuws halen is dat in de meeste gevallen niet erg positief. Omineuze koppen als “Creatief dokteren met de BTW”1 of “Ziekenhuizen ontweken ruim 100 miljoen belasting”2, “Ziekenhuizen ontweken btw met leaseconstructies”3 geven een eenzijdig negatief beeld hoe de zorgsector met fiscaliteit zou omgaan. Maar is deze beeldvorming terecht? Hoe gaat de zorgsector in werkelijkheid om met fiscaliteit? De zorgsector staat onder grote financiële druk. De discussie over fiscaliteit wordt belangrijker naarmate de roep om bezuinigingen in de zorg groter wordt. Het gaat immers om een niet onaanzienlijk aandeel in de totale kosten binnen de zorg. Indirecte en directe belastingen, rijksbelastingen en lokale heffingen vormen een omvangrijke kostenpost voor de sector. Het onderwerp belastingen is niet alleen een belangrijk thema vanuit een financieringsoogpunt. Organisaties die gefinancierd worden met publieke gelden kunnen zich vanuit het oogpunt van reputatiemanagement evenmin fiscale omissies veroorloven. De roep om publieke verantwoording is groot. Het vraagstuk van de juiste fiscale verantwoording is onder invloed van de introductie van de nieuwe controlemethodiek van de 1 2 3 4
4
Belastingdienst, het ‘horizontale toezicht’, de laatste tijd steeds meer het onderwerp van gesprek geworden, ook binnen de zorgsector. Steeds meer zorgorganisaties zijn benaderd door de Belastingdienst om een ‘convenant onder horizontaal toezicht’ af te sluiten. Bij horizontaal toezicht gaan Belastingdienst en belastingplichtige op basis van transparantie en wederzijds vertrouwen met elkaar om. De belastingplichtige geeft inzicht in de wijze waarop zij fiscaliteit in haar organisatie beheerst, de Belastingdienst past de intensiteit van zijn toezicht hier op aan. Als de kwaliteit van de interne beheersingssystemen rondom fiscaliteit voldoende is, zal de Belastingdienst niet langer omvangrijke belastingcontroles met terugwerkende kracht houden. Dit houdt in dat de Belastingdienst overstapt van een gegevensgerichte controle naar een systeemgerichte controle (waarbij ‘reality checks’ zullen worden uitgevoerd middels tijdelijke steekproeven). Bij horizontaal toezicht is er sprake van een meer horizontale benadering, waarbij samenwerking met de onder toezicht gestelde wordt gezocht. Deze variant is gebaseerd op vertrouwen dat het uitgangspunt vormt in de relatie tussen toezichthouder en de onder toezichtgestelde.4 Dit vertrouwen moet natuurlijk wel “gerechtvaardigd” zijn. Die rechtvaardiging blijkt uit
J. Bruinsma en J. Meeus, de Volkskrant, 8 april 2000. De Pers, 26 maart 2008. J. Dohmen, NRC Handelsblad, 26 maart 2008 Prof. mr.A.T. Ottow, Ontwikkelingen in het toezicht, uit “Toezicht door private partijen: panacee voor alle kwalen?” verslag van het Instituut Toezicht & Compliance, Symposium 26 maart 2009
de mate waarin fiscaliteit in de bedrijfsadministratieve processen wordt geborgd. Maakt fiscale verslaglegging deel uit van de managementrapportages dan wel de interne controle procedures? Het is van evident belang dat zorginstellingen nadenken over de vraag of zij de nieuwe controlemethodiek van de Belastingdienst deelachtig willen worden. En zo ja, wat de organisatie daar eventueel nog voor zou moeten doen. Hoe kijkt de zorgsector tegen belastingen aan? Zien zij belastingen als een ‘verplicht kwaad’ of als een ‘noodzakelijke maatschappelijke bijdrage’? Ook in de zorgsector dient men zich te houden aan fiscale wet- en regelgeving die erg ingewikkeld kan zijn. Wordt fiscaliteit in de zorgsector als belangrijk onderwerp onderkend? Wie houden zich in de zorgorganisaties bezig met fiscaliteit? Staat het hoog op de agenda van toezichthouders en bestuurders? Welke ideeën hebben zorginstellingen over fiscale ethiek? De zorgsector heeft een publieke taak te vervullen. Daarvoor zijn financiële middelen nodig. Het optimaliseren van de fiscale positie, ook wel bekend als tax planning, is daartoe een geëigend middel. Dit onderzoek heeft als doelstelling inzicht te geven hoe fiscaliteit in de zorgsector wordt beleefd en ervaren, ofwel wat is de fiscale gevoelstemperatuur in de zorgsector? Deze sector kent naar verhouding veel regelgeving en vele toezichthouders. Tegelijkertijd wordt van haar verwacht dat zij zich met name richt op haar primaire maatschappelijke taken. Hoe eenvoudiger uitvoeringsregels voor de
zorgsector zijn, hoe meer tijd er besteed kan worden aan het vervullen van haar maatschappelijke zorgtaak. Dit geldt ook voor fiscale wet- en regelgeving. Wij denken dat het goed is dat de politiek kennis neemt van de gevoelstemperatuur ten aanzien van de fiscaliteit, juist vanwege het feit dat fiscaliteit een relatief nieuw fenomeen is in de sector, en vanwege de stapeling van regelgeving waar de sector al mee te maken heeft. Dat schept ons inziens een extra verantwoordelijkheid voor de overheid. Daarnaast lijkt het ons overigens nuttig om uit te rekenen wat de totale netto bijdrage van het Rijk aan de zorgsector is. Hieronder verstaan wij rijksbijdragen aan de zorgsector verminderd met de totale belastingafdracht van de zorgsector aan het Rijk. Dit is naar ons idee een belangrijke component in de objectieve discussie over de ‘kosten van de zorg’. Het zou een goed onderwerp zijn voor een vervolgonderzoek, al dan niet in samenwerking met de koepelorganisaties in de zorg. Eelco van der Enden, Partner PwC Gerard Born, Voorzitter Vereniging HEAD Amsterdam, oktober 2010
Tax is a Black Box IV 5
1. Introductie
6
1.1 Onderzoeksdoelstelling en probleemstelling De opzet van het onderzoek is het meten van de fiscale gevoelstemperatuur in de zorg. Hoe kijkt de sector tegen fiscaliteit aan, hoe ingebed is de fiscaliteit in de processen en besluitvorming van de zorginstellingen, wat ervaart de sector als problematisch, hoe hoog zijn de administratieve lasten, hoe hoog zijn de kosten die hiermee gemoeid zijn, en is het personeel voldoende gekwalificeerd om complexe fiscale vraagstukken tot een goed einde te brengen?
1.2 Onderzoeksmethode Voor dit onderzoek zijn leden van de Vereniging HEAD (vereniging voor het financieel, bedrijfskundig en informatiemanagement in de zorg) benaderd. De benaderde respondenten hebben in hun dagelijkse werkzaamheden met fiscaliteit te maken. De functies van deze respondenten zijn voornamelijk (concern)controllers, hoofden economisch administratieve dienst (HEADs), hoofden financiële administratie, directeuren/managers financiën en financieel directeuren.
De doelstelling van het onderzoek luidt als volgt:
Het onderzoek is onderverdeeld in twee fases. De eerste fase omvat een kwantitatief online onderzoek. De tweede fase betreft een telefonische kwalitatieve verdieping. Het doel van het kwantitatieve onderzoek is het in kaart brengen van de omvang van de issues op doelgroepniveau. Het kwalitatieve deel heeft als doel het verkrijgen van inzicht in de achterliggende motieven en het krijgen van een toelichting op de kwantitatief gegenereerde data. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode van april tot en met juli 2010.
Wat is de positie van fiscaliteit binnen zorginstellingen en wat is het huidige kennisniveau en de fiscale beleving binnen de zorgsector? Het onderzoek dient tenminste antwoord te geven op de volgende vragen:
• Hoe worden de administratieve
processen rond fiscaliteit geborgd binnen deze sector? • Hoe goed kan deze sector omgaan met de complexiteit van de wetgeving en dient de wetgeving versimpeld te worden? • Hoe groot is de opleidingsbehoefte betreffende fiscaliteit bij zorgorganisaties? • Hoe staat de zorgsector tegenover horizontaal toezicht?
Vereniging HEAD. De respondenten zijn werkzaam bij algemene ziekenhuizen, revalidatiecentra of andere categorale zorgorganisaties, organisaties voor gehandicaptenzorg, organisaties voor geestelijke gezondheidszorg, instellingen voor verpleging, verzorging, thuiszorg en jeugdzorgorganisaties. De verdeling van de respondenten over deze verschillende zorginstellingen is opgenomen in onderstaande grafiek.
Er hebben 190 personen meegewerkt aan het kwantitatieve onderzoek. Dit is ongeveer 23% van het totale aangeschreven ledenbestand van de
Waar bent u werkzaam? Algemeen ziekenhuis, revalidatiecentrum, andere categorale instelling
18%
16%
Gehandicaptenzorg
11%
Geestelijke gezondheidszorg
46%
Verpleging, verzorging, thuiszorg
Jeugdzorg
Anders
1%
8%
Tax is a Black Box IV 7
De omvang (naar omzet) van de zorginstellingen waar de respondenten van het kwantitatieve deel werkzaam zijn, is als volgt:
Wat is de omvang van uw organisatie, in termen van omzet?
25%
< 20 miljoen
27%
20 miljoen - 49 miljoen
50 – 100 miljoen
> 100 miljoen
Het telefonische vervolgonderzoek is afgenomen onder 12 personen verdeeld over vier typen zorginstellingen:
• Algemeen ziekenhuis, 3 respondenten • Gehandicaptenzorg, 3 respondenten • Geestelijke gezondheidszorg, 2 respondenten
• Verpleging/thuiszorg, 4 respondenten. Deze en andere karakteristieken van de respons komen redelijk goed overeen met de populatie van leden zoals de Vereniging HEAD die kent, hetgeen ons voldoende vertrouwen heeft gegeven in de representativiteit van het onderzoek.
8
22%
26%
Fiscale vaktechnische termen De belangrijkste fiscale problemen waar zorginstellingen tegenaan lopen zijn: de btw positie in relatie tot samenwerking en vastgoed, de inhuur van zelfstandigen, de (onbelaste) kostenvergoedingen en declaraties, en de gevolgen van marktwerking. Over deze zaken wordt hieronder een korte uitleg gegeven. Zorginstellingen worden aangespoord om met elkaar samen te werken. Dit kan tot een kostenbesparing leiden en/of tot een betere kwaliteit. Als het een samenwerking betreft buiten het primaire proces om dan leidt dat snel tot fiscale vraagstukken. Vanuit de vennootschapsbelasting geldt de hoofdregel dat de rechtspersoon vrijgesteld is zolang zij zich voor meer dan 90 % bezighoudt met genezen en verplegen. De samenwerking met anderen valt hier niet onder en brengt de vrijstelling mogelijk in gevaar. Vanuit de btw dient bovendien vastgesteld te worden wat de aard van de prestatie is en of er een specifieke vrijstelling van toepassing is. Indien dat niet het geval is, dan moet er gekeken worden of een maatwerkoplossing getroffen kan worden. Indien dat niet mogelijk is, dan zal de btw druk leiden tot een kostenverhoging voor de instelling. Immers de zorginstelling is voor haar core business nagenoeg geheel vrijgesteld voor btw heffing met als consequentie dat de in rekening gebrachte btw een kostenpost vormt. Dit punt speelt ook bij de overweging tussen inbesteden en uitbesteden van diensten (denk bijvoorbeeld aan schoonmaken en catering). Bij vastgoed kan het thema integratieheffing spelen. Dit betreft een wettelijke regeling die in geval van nieuwbouw een gelijkschakeling beoogt tussen in eigen hand bouwen en het volledig uit handen geven aan een derde. In beide gevallen is de zorginstelling btw verschuldigd over de voortbrengingskosten van het nieuwe vastgoed. Voor de zorginstelling kan dit tot aanzienlijke financiële nadelen leiden. De wetgeving op dit punt is overigens sterk aan verandering onderhevig. Een ander belangrijk thema is de werkkostenregeling. Het gaat hier om een nieuwe regeling die werkgevers verplicht om op enig moment over te stappen naar een nieuw systeem van vergoedingen en verstrekkingen. Tegenover de grote vrijheid die een werkgever krijgt als het gaat om het verdelen van het budget staat een flink financieel nadeel bij overschrijding van het budget. Dit geeft een grote verantwoordelijkheid voor de werkgever om binnen de mogelijkheden tot een zorgvuldige en gecontroleerde verdeling te komen.
Tax is a Black Box IV 9
2. Onderzoeksresultaten
10
Uit de resultaten van het kwantitatieve onderzoek is een aantal kernboodschappen te destilleren aan de hand waarvan de resultaten worden gepresenteerd. Deze kernboodschappen zijn:
In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten weergegeven. Waar statistisch relevant, wordt onderscheid gemaakt naar omvang van de zorginstellingen, of tussen de verschillende soorten zorginstellingen. Ter illustratie van de onderzoeksresultaten zijn citaten van de respondenten opgenomen. Omwille van hun privacy worden de namen van de deelnemers niet kenbaar gemaakt.
• Het probleem van fiscaliteit binnen de organisatie wordt onderschat hetgeen tot uiting komt in geringe aandacht voor financiële en personele zaken • Raad van Bestuur en Raad van Toezicht zijn onvoldoende betrokken bij de fiscale positie • Zorginstellingen hebben behoefte aan meer kennis • Wetgever is medeverantwoordelijk voor verminderd risicomanagement • Horizontaal toezicht leidt tot risicoreductie
2.1 Het probleem van fiscaliteit binnen de organisatie wordt onderschat hetgeen tot uiting komt in geringe aandacht voor financiële en personele zaken Van de ondervraagde instellingen heeft vrijwel niemand (3%) een fiscale afdeling. Organisaties met een omzet lager dan 100 miljoen euro hebben geen van alle een fiscale afdeling. Toch blijkt fiscaliteit bij 64% van de instellingen wel geconcentreerd te zijn op één afdeling. Van de instellingen waarbij fiscaliteit is verspreid over meerdere afdelingen, blijkt dat er bij 32% van de respondenten geen periodiek overleg is tussen deze verschillende afdelingen.
Belastingdienst in het meest extreme geval al als onderzoek kan ervaren. Wanneer er doorgevraagd wordt op welk vlak het boekenonderzoek heeft plaatsgevonden, dan blijkt dat bij 74% van de gevallen op het gebied van loonheffing te zijn geweest. In 33% van de gevallen zag het boekenonderzoek op de omzetbelasting. Terwijl het merendeel van de respondenten problemen lijkt te ervaren met de omzetbelasting (ingewikkeld), ligt de focus van de boekenonderzoeken door de Belastingdienst meestal op loonheffingen. Het relatief hoge percentage (als zodanig ervaren) boekenonderzoeken geeft aan dat fiscaliteit in ieder geval hoog op de agenda van zorginstellingen zou moeten staan. Om een gevoel te krijgen of dit ook daadwerkelijk het geval is, is de respondenten gevraagd om problemen op fiscaal gebied binnen hun instelling aan te geven. Bij de vraag waar men op het gebied van fiscaliteit met name tegenaan loopt binnen de organisatie, blijkt dat het merendeel van de respondenten ervaart dat er onvoldoende bewustzijn is omtrent de fiscale risico’s binnen de organisatie.
Is fiscaliteit een thema binnen zorginstellingen? Bij één derde van de ondervraagde zorginstellingen heeft er de afgelopen drie jaar een boekenonderzoek plaatsgevonden. De onderzoekers komt dit als een zeer hoog percentage over. Hierbij kan er mogelijk een discrepantie bestaan tussen een daadwerkelijk fullscope boekenonderzoek volgens de terminologie van de Belastingdienst en de als zodanig ervaren controle vanuit het oogpunt van de belastingplichtige, die wellicht een schrijven van de
Tax is a Black Box IV 11
Waar loopt u met name tegenaan in de omgang met fiscaliteit binnen uw organisatie?
Onvoldoende bewustwording van fiscale risico's op verschillende niveaus in de organisatie
63% 27%
Gebrek aan interne communicatie over fiscaliteit
24%
Onvoldoende personeelscapaciteit
19%
Te lage kwaliteit personeel
14%
Gebrek aan ondersteuning door de Belastingdienst Gebrek aan ondersteuning, aansturing door het management van de zorginstelling Onbekendheid met opleidingsmogelijkheden op dit gebied Gebrek aan financiële middelen
12% 9%
Controllers binnen de zorginstellingen lopen voor de troepen uit en vinden lastig aansluiting bij het management en bestuur:
8%
Onvoldoende ict-ondersteuning 4% Anders, namelijk: Geen van deze
8% 21%
“De houding in de sector is te veel: ‘het is nog nooit een probleem geweest dus waarom nu wel?’. Het besef dat de Belastingdienst strikter is geworden is er nog niet.” “Men bagatelliseert in de zorg, ‘het valt wel mee’, daarom is het niet legitiem er veel tijd aan kwijt te zijn.”
De stelling dat er onvoldoende bewustzijn is van de fiscale risico’s in de organisatie wordt door een meerderheid van de respondenten onderschreven. Uit de gesprekken is hierover een aantal redenen naar voren gekomen:
Een deel van de respondenten staat achter de houding van het bestuur en management:
• Het onderwerp leeft nog niet binnen
“Het loont niet om hier veel effort in te steken, daarvoor zijn de boetes te gering.”
de zorginstellingen, het is nog geen onderdeel van de cultuur. • Men beschouwt zich wat fiscaliteit betreft als buitenbeentje onder de bedrijfstakken; fiscaliteit is op deze sector niet van toepassing; zorg was altijd vrijgesteld van btw. • Men komt er nog mee weg. Er wordt nog nauwelijks gecontroleerd en beboet. • Er is sprake van bagatelliseren. Fiscaliteit is wel een thema, maar dit wordt als ondergeschikt aan de andere vraagstukken bestempeld. De risico’s ziet men als aanvaardbaar. • Fiscale risico’s op de totale omzet zijn gering. Andere zaken krijgen hierdoor meer tijd en aandacht. • Er is gebrek aan kennis, ook onder de controllers, over fiscaliteit.
12
• De Belastingdienst heeft weinig
aandacht voor de sector. • Door het uitbesteden van salarisadministratie bij een aantal instellingen, is er ook veel kennis uit de organisatie verloren gegaan. • Verschillende krachten werken op elkaar in: het probleem wordt te groot gemaakt (aandeel fiscale risico’s ten opzichte van totale omzet) en er is gebrek aan eenduidigheid vanuit de Belastingdienst hetgeen bijdraagt aan de neiging tot bagatelliseren. Daarnaast wordt de pakkans gering geschat waardoor de baten interessant zijn (kleine kans op een kleine boete versus de kosten om aan wet- en regelgeving te voldoen).
Een ander aspect is dat men ervaart dat er binnen de instellingen een gebrek aan kennis is: “Onkunde. Men is zich er niet van bewust dat ergens een fiscaal aspect aan zit.” Daarnaast ervaren respondenten dat de wet- en regelgeving onduidelijk is: “Het is niet eenduidig waar wel en geen btw op zit. Bijvoorbeeld bij onderwijs zijn sommige zaken weer vrijgesteld.” “Of je wel of geen risico loopt, hangt ook af van de inspecteur. Er is geen eenduidigheid binnen de Belastingdienst waar je als instelling fiscale risico’s loopt.”
Respondenten geven aan een interne tegenstrijdigheid binnen de organisatie te ervaren:
• De afdeling Financiën en de
verantwoordelijke controllers hebben andere belangen en prioriteiten dan op managementniveau en niveau van bestuur. • Binnen de organisatie worden op diverse niveaus besluiten genomen waar anderen niet in gekend worden. • De controllers ervaren dat ze intern tegen een muur aanlopen. Ze worden vooraf niet gekend in plannen van het management omtrent commerciële activiteiten en kunnen daar dus niet tijdig op inspelen. • Daarnaast menen de HEADs ook het management hiermee niet te veel te moeten vermoeien. Anderzijds voelen zij zich er wel verantwoordelijk voor de kennis en de gevolgen bij het management onder de aandacht te brengen. • Er is gebrek aan interne communicatie dat voortvloeit uit tegenstrijdige belangen en gebrek aan kennis binnen de hogere regionen. “Fiscaliteit wordt als hinderlijk gezien. MT (Management Team) wil detachering snel regelen, btw wordt dan vergeten.” “Het management huurt soms extra personeel in omdat ze handen nodig hebben, maar houden zich niet met de VAR bezig. De belangen zijn anders. Hoe breng je dat in een organisatie zonder dat ze gek worden van regels.”
“Het MT ziet kansen voor nieuwe geldstromen, maar is zich niet bewust van de fiscale consequenties. Het MT betrekt de HEAD (intern Hoofd Economische en Administratieve Dienst) niet bij zijn plannen. En als je hen erop wijst, is men verontwaardigd. Het MT houdt hier liever geen rekening mee. Dan is het namelijk een streep door hun rekening.” “Met name binnen de Raad van Bestuur leeft het beeld ‘wij zijn btw-vrij want zorginstelling’.” Wanneer zorginstellingen fiscale risico’s nemen blijkt dit niet altijd onbewust. Veel van de ondervraagden geven toe dat zij zich wel degelijk bewust zijn van de fiscale verplichtingen, maar dat zij liever het risico op een boete lopen dan hieraan te voldoen:
Het hoge percentage (waargenomen) boekenonderzoeken geeft aan dat fiscaliteit hoger op de agenda van zorginstellingen zou moeten staan. Volgens de HEADs is dit nu niet het geval omdat er nu onvoldoende bewustzijn is rondom fiscaliteit binnen diverse lagen in de organisatie. Onvoldoende kennis over fiscaliteit, mede het gevolg van ingewikkelde wet- en regelgeving, is hier debet aan. Interessant is dat respondenten die een boekenonderzoek hebben ondergaan deze bewustzijnsslag wel lijken te hebben gemaakt. Deze instellingen geven bijvoorbeeld aan meer behoefte aan kennisvergaring over fiscale wet- en regelgeving te hebben.
“Bij ons is de strategie: als wij mensen detacheren zijn de kansen groot (in termen van extra omzet) en de risico’s klein.” “We nemen onbewust risico’s.” “Onze ‘policy’ is kleine risico’s mag je lopen, de grote dekken we af.” “Beetje grijs rijden wordt toegestaan.” “Ik denk dat de Belastingdienst minder kritisch is ten aanzien van de zorgsector. Ze pikken het nog wel en zijn soepel met boetes; daar spelen we op in.” “We doen bewust wat fout. De leiding en het bestuur accepteren dat we risico lopen en kiezen ervoor om achteraf te repareren in plaats van vooraf te voorkomen. Daar wordt een kosten-batenanalyse op gemaakt.”
Tax is a Black Box IV 13
Wat wordt er gedaan om het bewustzijn te vergroten Van de respondenten die hebben aangegeven een probleem te hebben met fiscaliteit in de organisatie, geeft 60% aan dat het oplossen van ‘onvoldoende bewustwording van fiscale risico’s op verschillende niveaus’ de hoogste prioriteit heeft.
Terwijl het bij de meeste instellingen nog blijft steken in een gebrekkige houding en kennis, is een enkele zorginstelling al bezig een en ander in de praktijk te brengen. Zo is één van de organisaties bezig met een risicoanalyse van de praktijk in opdracht van de Raad van Toezicht en staat dat op de agenda van het Management Team.
De respondenten leggen een groot gevoel voor het nemen van verantwoordelijkheid aan de dag om het fiscale bewustzijn in de organisatie te vergroten. Dit betekent concreet dat de financiële professional:
Personeel van de financiële afdelingen van deze organisatie wonen seminars bij ten behoeve van kennisvergroting. De interne HEAD is de stuwende kracht hier achter.
• het onderwerp op de agenda van
het Management Team zou moeten zetten, bij voorkeur voordat er besluiten worden genomen voor commerciële activiteiten; • interesse voor het onderwerp binnen de organisatie moet kweken door de informatie intern te verspreiden; • zichzelf toegang tot de juiste kennis wil verschaffen (vakbladen lezen e.d.); gebrek aan kennis wordt als belangrijke reden genoemd van onvoldoende bewustzijn. “Ik vind dat ik het moet rapporteren, de Raad van Bestuur wil het niet altijd horen. Hoge onkosten worden aan de top gemaakt en gedeclareerd. De Raad van Bestuur zit er niet op te wachten dat dit anders ingericht wordt, want dat raakt hun portemonnee. Declaraties is een gevoelig onderwerp.” “Als controller moet je lef hebben maar het niet op de spits drijven. Dat beïnvloedt de relatie in een hiërarchische structuur.” “Het is aan ons als administratieve afdeling om duidelijker te gaan communiceren. Wij gaan als afdeling onvoldoende de organisatie in om te communiceren. Het moet nog onderdeel van de cultuur worden.” “Als er geen druk van binnen de organisatie uit komt, blijft het hangen. Ik ben de aanjager van mijn directeur. Ik ben de zelfstarter en zie het als mijn taak dit onder de aandacht van het MT te brengen.”
14
“Als het verhaal goed is onderbouwd, is het niet lastig het MT hiervoor te interesseren.” Ook bij een andere ondervraagde instelling raakt het ingeburgerd dat de divisieleiding langs komt om bij een onderwerp als expansie te klankborden met de (tax) controller. “Er gaat niet veel buiten mij om. Als er twijfel is bij nieuwe initiatieven worden deze aan mij voorgelegd.” De omvang van de zorginstelling lijkt bepalend voor deze strategie. In de grotere instellingen met een regiodirecteur wordt autonoom werken in de hand gewerkt en zoekt men elkaar niet op. Bij kleinere instellingen wordt dit wel gedaan (en zal het ook lastiger zijn elkaar te passeren). Kleinere organisaties geven daarmee aan beter beheersbaar te zijn. Ook de structuur lijkt een rol te spelen. Zo geeft één instelling aan dat het werken in corporatieverband goed management van fiscale risico’s vereist. “De initiatieven worden hier tegen het licht van fiscale risico’s gehouden.” Het oprichten van BV’s brengt met zich mee dat de organisatie in de molen van de Belastingdienst komt. “Zo rol je er vanzelf in.”
Tot slot wordt het inhuren van externe adviseurs als oplossing genoemd. Bij deze adviestaken behoort ook het intern aanjagen en adviseren van het Management Team. Het gevoel dat beklijft, is dat de risico’s en problemen toch veelal door de HEADs worden gezien en dat deze niet in dezelfde mate worden ervaren door de Raad van Bestuur en het Management Team. Het vinden van rechtvaardiging tegenover deze partijen om de fiscale issues aan te pakken, blijkt niet altijd eenvoudig. Interessant om te zien is dat instellingen waar HEADs beter bewust zijn hoe materieel fiscaliteit binnen de organisatie is (het bedrag kennen), het bewustzijn binnen de organisatie op een hoger niveau lijken te hebben. Deze financiële professionals zijn bijvoorbeeld beter op de hoogte van de fiscale risico’s binnen de organisatie en geven aan dat deze risico’s beter worden gemanaged. Daarnaast is bij deze instellingen de Raad van Bestuur meer betrokken bij het toezicht op fiscale processen binnen de organisatie.
2.2 Raad van Bestuur en Raad van Toezicht zijn onvoldoende betrokken bij de fiscale positie Deze kernboodschap hangt nauw samen met de vorige; ze hebben beide met de interne organisatie te maken. Aangezien de houding van zowel de Raad van Bestuur (RvB) als de Raad van Toezicht (RvT) belangrijk is in de totale fiscale bewustwording binnen een organisatie, wordt dit aspect er apart uitgelicht. Aan de respondenten is in de interviews voorgelegd dat er niet structureel wordt gerapporteerd over fiscaliteit en tevens dat de RvB en RvT onvoldoende betrokken zijn bij fiscaliteit. De vraag is gesteld of men betrokkenheid bij deze partijen van belang vindt en hoe deze bestuurs- en toezichtorganen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen als er zo weinig wordt gerapporteerd en gecommuniceerd over fiscaliteit (‘tone at the top’). De ondervraagden vinden het wel van belang dat de ‘hogere legerleiding’ betrokken is, gezien de risico’s op boetes. Maar het hangt af van de interesse van de toezichthouders of deze betrokkenheid tonen. Het idee bestaat dat er binnen de RvB en RvT van zorginstellingen geen affiniteit met dit onderwerp is. Bovendien ontbreekt het hen aan fiscale kennis. Het idee bestaat dat de RvB met name interesse in het onderwerp krijgt op het moment dat de risico’s groter worden.
Het is aan de financieel directeur, aan wie de controllers rapporteren, of hij de gesignaleerde risico’s aan de RvB en RvT voorlegt. Erkend wordt dat het wringt dat men zonder kennis, affiniteit en zonder geïnformeerd te worden toch bestuurlijke verantwoordelijkheid dient te nemen. Van de respondenten geeft 87% aan dat er binnen hun zorginstelling niet op een gestructureerde en periodieke wijze over fiscaliteit wordt gerapporteerd. Het zou echter - in het licht van de aanname van gebrek aan kennis en affiniteit - lastig zijn om ze te informeren. Dit legt een grote verantwoordelijkheid bij de controller. Sturing vanuit de Vereniging HEAD zou op dit punt wenselijk zijn. Het wordt als taak van de HEAD (intern) gezien om het Management Team, de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht bewuster te maken. De financiële professionals filteren informatie binnen de organisatie. Op basis van aannames wordt bepaalde informatie wel of niet gerapporteerd vanuit de gedachte dat deze bestuurders en toezichthouders zoveel mogelijk aan ballast bespaard moet worden. Over standaard zaken wordt niet gerapporteerd, wel over kansen. “Ze worden alleen op de hoogte gebracht als er iets mis gaat.”
14%
De Raad van Bestuur is betrokken bij het toezicht op de fiscale processen binnen onze zorginstelling
53%
28%
Er zijn fiscale beheersingsmaatregelen opgenomen in het business control framework (AOIC)
41%
De Raad van Toezicht houdt toezicht op de fiscale processen binnen onze zorginstelling
Enigszins
31%
49%
49%
Niet
33%
41%
39%
“Voor de RvT is er geen rol, gezien het geringe bedrag dat gemoeid gaat met fiscaliteit ten opzichte van het totaal. Het is daarom niet van belang om de RvT in te lichten.” “De RvB wordt er via het MT bij betrokken. Het ligt bij de RvB om de RvT in te lichten, dat ligt niet bij mij.” Niet iedereen is van mening dat zij als financieel deskundige deze Raden van Bestuur en Toezicht moet voeden. Aan de andere kant vragen sommigen zich af hoe deze personen rustig kunnen slapen als ze niet op de hoogte zijn van de risico’s. Ze dienen – in de ogen van deze kleine groep van respondenten – hun verantwoordelijkheid te nemen en de informatie te komen halen. “Dat hoort bij je professionele houding. Als je aangesteld wordt in de RvT bestudeer dan je rol. Dit is een groeifase waar de sector doorheen moet. Het is geen sexy onderwerp, je scoort niet met een goed ingericht Tax Control Framework. Maar structuur is wel nodig richting de Belastingdienst.” “Wij hebben een wisseling binnen de RvT gehad, de nieuwe toezichthouders willen het graag goed doen en de Governance Code naleven.” “Bestuurdersaansprakelijkheid moet in de genen zitten, dat moet je niet opleggen.” Ook bij de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht is er sprake van een beperkt fiscaal bewustzijn. De oorzaak hiervoor is onder andere te vinden in een beperkte kennis over - en affiniteit met het onderwerp. In een organisatiebreed fiscaal bewustwordingsproces is ‘tone at the top’ belangrijk.
In hoeverre gelden de volgende uitspraken voor uw organisatie? Fiscale risico's worden goed gemanaged
“Het is voor hun een ver-van-mijn-bedshow.”
9%
12%
Wel
Tax is a Black Box IV 15
2.3 Zorginstellingen hebben behoefte aan meer kennis Kennis is bij de vorige twee kernboodschappen genoemd als één van de redenen voor gebrek aan bewustzijn binnen de organisatie en voor gebrek aan betrokkenheid van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. De respondenten is gevraagd naar de mate van kennis omtrent fiscaliteit bij het personeel van hun instelling. Hierbij is duidelijk naar voren gekomen dat het personeel onvoldoende kennis en inzicht in de fiscale wet- en regelgeving heeft. Één van de redenen hiervoor lijkt te liggen in onduidelijkheid en het niet inzichtelijk zijn van wet- en regelgeving die op zorginstellingen van toepassing is. Er lijkt geen mechanisme aanwezig om kennis over fiscaliteit binnen de organisatie te delen. Fiscale kennis die wel “beschikbaar” is, blijkt dan ook meestal opgeslagen te zijn in de hoofden van mensen binnen de organisatie. Twee derde van de respondenten geeft aan behoefte te hebben aan opleidingen over fiscale wet- en regelgeving. Vanuit het besef dat er een hiaat in kennis is over fiscaliteit, is er behoefte aan kennisvergroting. Intern blijkt deze kennis lastig te verkrijgen. De respondenten voelen echter wel de noodzaak de rol als aanjager binnen de instelling op zich te nemen. Een belangrijke reden voor kennisvergroting is gelegen in de vraag ‘laten we mogelijk voordelen liggen?’ Het wordt belangrijk geacht dat kansen niet onderbelicht blijven. Van de respondenten geeft 85% aan een opleidingsbehoefte te hebben met betrekking tot fiscaliteit. Van de respondenten die aangeven een opleidingsbehoefte te hebben, geeft 75% aan dat deze met name te vinden is op het gebied van btw. Andere aspecten waar de respondenten graag meer kennis over zouden willen vergaren zijn vennootschapsbelasting (35%), loonbelasting (29%) en werkwijze en relatiemanagement Belastingdienst (28%). Met name de laatste categorie
16
lijkt opmerkelijk, aangezien dit geen fiscaal inhoudelijke kwestie is. De behoefte aan kennis doet zich vooral voor als aan bepaalde projecten wordt gewerkt, zoals nieuwbouw, fusies, e.d. “Als er niks loopt, is er geen reden voor aandacht aan fiscaliteit. De dagelijkse dingen roepen geen vragen op. Bij het reguliere werk is fiscaliteit onder controle.” “Er worden bij nieuwbouw allerlei adviseurs ingehuurd maar geen fiscalist.” In een eerder onderzoek naar fiscaliteit bij lagere overheden (Tax is a Black Box III) kwam een soortgelijk beeld naar voren. Ook bij deze organisaties heeft men behoefte aan meer kennis en wordt fiscale wet- en regelgeving als ingewikkeld ervaren. Zorginstellingen lijken daarmee niet uniek binnen de (semi-)publieke sector.
Kunt u aangeven in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stellingen?
Ik ben volledig bekend met het bedrag aan belastingen die door mijn zorginstelling worden afgedragen (vennootschapsbelasting, loonheffing)
2%
Ik ben volledig op de hoogte van de fiscale risico’s die mijn zorginstelling loopt
2%
Fiscale kennis is met name opgeslagen in de hoofden van mensen in onze organisatie
2%
Fiscale wet- en regelgeving welke opmijn zorginstelling van toepassing is, is duidelijk en inzichtelijk
3%
Ik heb behoefte aan meer kennisvergaring via opleiding over fiscale wet- en regelgeving
2%
Helemaal mee oneens
14%
20%
26%
16%
40%
Mee oneens
34%
31%
25%
28%
Neutraal
42%
Mee eens
Helemaal mee eens
2%
6% 2%
56%
16%
48%
12%
23%
9%
20%
14%
1%
3% 1%
2%
Weet niet/Niet van toepassing
2.4 Wetgever is mede verantwoordelijk voor verminderd risicomanagement Een vijfde van de respondenten roept op tot vereenvoudiging, en nog een vijfde roept op tot verduidelijking van wet- en regelgeving. Btw is hierbij een veelgenoemd knelpunt. Deze wetgeving wordt door de zorginstellingen als erg complex gezien. Voor zorginstellingen, die een maatschappelijke taak te vervullen hebben, zou een algehele of gedeeltelijke vrijstelling van btw door de respondenten als wenselijk worden ervaren. In het vaktechnisch kader op pagina 8 wordt enig inzicht verschaft in de btw problematiek die zorginstellingen ervaren. In de telefonische interviews is stilgestaan bij wat de respondenten verstaan onder vereenvoudiging van wet- en regelgeving en tegen welke problemen zij hierbij aanlopen. Tevens is hierbij de rol van de overheid besproken als mogelijk medeverantwoordelijke voor verminderd risicomanagement. In deze context vallen meerdere keren de begrippen ‘paarse krokodil’, ‘doolhof’ en ‘grijze gebieden’. Hiermee wordt gedoeld op de bureaucratie en de formulierenstromen. Dit vergt meer mankracht, hetgeen haaks staat op de bezuinigingen. ‘Het is niet moeilijk maar veel’ is de reactie op deze administratieve last. Bureaucratie blijkt een grote bron van ergernis. Het vele invulwerk levert echter niet alleen nadelen op, realiseren de respondenten zich. Als voordeel zien zij dat dit ook kan bijdragen aan de transparantie van de organisatie. Ook de hoeveelheid regels, met nog meer uitzonderingen, draagt bij aan de complexiteit. De respondenten lopen er tegen aan dat zij niet weten welke regeling van toepassing is op de eigen situatie. Dat geldt ook voor de inspecteurs die een gebrek aan eenduidigheid en subjectiviteit wordt verweten. Sommige respondenten
Welke suggestie zou u doen naar de politiek in de Nederlandse fiscale weten regelgeving met betrekking tot een verandering in fiscaliteit in relatie tot zorginstellingen? Vereenvoudiging wet- en regelgeving
21%
Regelgeving verduidelijken/eenduidiger maken
19% 14%
Geen suggestie
13%
Algehele BTW vrijstelling 9%
Vrijstellingen BTW uitbreiden
8%
Administratieve lasten verlichten Integratieheffing terugdraaien
2%
Overige antwoorden
8%
Weet niet/geen antwoord
14%
ervaren dat de bereikbaarheid van de Belastingdienst te wensen overlaat en ervaren dat als een gemis in de hulp bij het oplossen van vragen.
mee worstelt en dat de Nederlandse wetgeving op veel punten verouderd is en daarom niet meer aansluit bij de realiteit van zorginstellingen.
“Een lastige is de werkkostenregeling.”
Sommige respondenten stellen dat het een utopie lijkt om de regels te versimpelen. De oplossing dient meer te liggen in een apart loket voor zorg bij de Belastingdienst. Sommige respondenten geven dan ook aan dat de mogelijkheid vragen te stellen versimpeld dient te worden, niet de regelgeving zelf.
“Bij een nieuwbouwproject is het uitzoeken of er wel of geen btw plicht is en integratieheffing. Dan moeten we btw inrichten in ons systeem en mensen uitleggen wat ze moeten invullen.” “Was het maar eenduidig en dat je niet van de inspecteur afhankelijk bent dat het kwartje naar links of rechts valt. In Leeuwarden krijgen ze iets voor elkaar wat in Hengelo niet lukt.” Een hybride organisatie brengt complexiteit met zich mee en heeft te maken met commerciële en nietcommerciële zaken. Het probleem dat hierbij wordt gesignaleerd, is dat de Belastingdienst daar zelf ook
“Het wetboek, de juridische taal, is niet te lezen. Daar heb je een expert voor nodig. Dat is bedoeld om mensen aan het werk te houden. Er zijn veel regels maar ik zie vereenvoudiging niet als mogelijkheid; de consequentie is dat we helaas kosten moeten maken.” “We zijn bezig geld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar het Ministerie van Financiën te
Tax is a Black Box IV 17
schuiven. Dat komt de cliënt niet ten goede. Wij willen juist ten behoeve van de cliënt kosten besparen door samenwerkingsverbanden aan te gaan. Nu moeten we daar btw over betalen waardoor het juist duurder wordt.” Zorginstellingen ervaren dat duidelijkere en eenvoudigere wet en regelgeving hun organisatie tijd, moeite en daarmee kosten zou besparen. De overheid als verantwoordelijke voor verminderd risico management De overheid wordt door de respondenten overwegend gezien als eindverantwoordelijk voor een verminderd risicomanagement. De complexiteit van de belastingwet is hier debet aan. De overheid moet de risico’s voor de zorg beter profileren. De respondenten zien een rol voor de sector weggelegd bij deze vereenvoudiging, maar stuiten erop dat de sector niet georganiseerd is. Daarnaast hebben zij het idee dat iedereen met specifieke en unieke vraagstukken te maken heeft. Ook verwijten zij de overheid dat de complexiteit ertoe bijdraagt dat zorgorganisaties op kosten worden gejaagd door de noodzaak om externe specialisten in te huren. Niet iedereen is deze mening toegedaan; het is de verantwoordelijkheid van de instelling om je goed te laten informeren over het stelsel. “Als je maar goed gedocumenteerd hebt, dan heeft de Belastingdienst het idee dat je niet doelbewust tegen de regels in bent gegaan.” “Elke zorginstelling moet gewoon een goede specialist inhuren, daar ligt het probleem dat men niet beseft daar in te moeten investeren. De lijntjes moeten nog worden gelegd. Daar kan de Vereniging HEAD een rol in spelen. De middelen worden niet ingezet, omdat er geen besef is dat dit handig is.”
18
2.5 Horizontaal toezicht leidt tot risicoreductie Horizontaal toezicht is een andere manier van fiscale controle die de Belastingdienst uitoefent op belastingplichtigen. Hoewel de Belastingdienst deze nieuwe controlemethodiek uitgebreid aan het uitrollen is, blijkt vooralsnog 25% van de respondenten nooit van het concept gehoord te hebben. De vragen rondom horizontaal toezicht zijn alleen gesteld aan respondenten die bekend zijn met de term horizontaal toezicht (n=142). Van deze respondenten is 24% benaderd door de Belastingdienst voor horizontaal toezicht. Grotere organisaties (omzet van meer dan 50 miljoen euro) zijn beduidend vaker benaderd dan kleinere organisaties. Bijna zeven op de tien respondenten die bekend zijn met horizontaal toezicht staan positief tegenover het concept. 62% denkt dat de fiscale risico’s binnen hun zorginstelling zullen afnemen door horizontaal toezicht. Daarnaast denkt een meerderheid dat horizontaal toezicht de relatie met de Belastingdienst zal verbeteren. Wel geven de respondenten aan dat zij niets zien in een verplichting van horizontaal toezicht voor zorginstellingen. In de telefonische interviews is ingegaan op de vraag wat de reden kan zijn dat horizontaal toezicht leidt tot minder risico’s en in hoeverre de eigen organisatie hier klaar voor is. In een aantal gesprekken is naar voren gekomen dat die betreffende respondent nog te weinig of totaal geen idee heeft van wat horizontaal toezicht is om deze vraag te kunnen beantwoorden. “Wat moet ik me daarbij voorstellen?” “Het gaat over vertrouwen maar ik weet niet precies wat het inhoudt.” Wel geven deze personen aan dat eerder meekijken door de Belastingdienst prettiger is dan na een aantal jaren fouten opsporen.
“Als de Belastingdienst vooraf kijkt, neemt het de rol van adviseur. Meedenken is beter dan zoeken naar fouten.” De toegankelijkheid van de Belastingdienst staat voor de meeste respondenten bovenaan de prioriteitenlijst. Zij geven aan dat zij meer zouden willen vragen en afstemmen. “Mensen weten niks, je wordt van het kastje naar de muur gestuurd.” Risicovermindering is volgens degenen die er wel van gehoord hebben, gelegen in het feit dat de fiscus gedwongen wordt eenduidig aan te geven hoe ze het toezicht organiseren. Goedgekeurde standaarden bieden de instellingen houvast is de achterliggende gedachte. Vereenvoudiging zal leiden tot minder risico’s. Tevens bestaat de gedachte dat horizontaal toezicht ertoe bijdraagt dat bewuster met fiscale zaken wordt omgegaan en dat het bijdraagt aan commitment. Door betere beheersbaarheid worden risico’s beter gemonitord. Klaar blijkt de sector er nog niet voor. Middelen – tijd en geld – ontbreken om een tax control framework op te zetten en te implementeren. “We leggen niet genoeg vast. Om alles aan te tonen moet het goed gedocumenteerd zijn, zover zijn we niet.” Het ontbreekt niet alleen aan middelen maar ook aan noodzaak, het inzien van het nut ervan. Er wordt te weinig last ervaren rond fiscaliteit om met een oplossing aan de slag te gaan. ‘Het loont niet’ is een veel gehoorde opmerking. Slechts één organisatie heeft al wel stappen genomen. Deze zijn genomen om te laten zien dat er wordt gewerkt aan procesmatige verbetering, zodat eventueel oud zeer (als gevolg van overnames en fusies) niet tot schade leidt.
“Wij maken schoon schip om niet te ver terug te worden afgerekend.” Het doel en nut voor de eigen organisatie wordt nog onvoldoende gezien. Duidelijk is dat de Belastingdienst er voordeel bij kan hebben, maar volgens respondenten levert het de instelling niet veel op voor de effort die zij er in moeten steken. Wanneer dit wordt afgezet tegen de kans op controle, is er volgens hen nog geen reden hier in te investeren. “Het zal wel leiden tot minder risico’s maar ook tot hogere kosten en die staan niet in verhouding tot de mogelijke opbrengsten.” “De kans op controle is gering. Er is in 10 jaar niet door de Belastingdienst in de zorgsector geïnvesteerd.”
Wat een eventuele verplichting tot overgaan op horizontaal toezicht betreft, zijn de respondenten van mening dat dat niet past in de zorgsector, maar wel bij grote bedrijven. Het levert geen goede kosten-baten verhouding op. Verplichting jaagt kosten op menen zij. “Met name externe partijen worden er beter van, dat verhoogt de kosten van de zorgsector. Dat is mijn bedenking bij verplichting.”
De respondenten geven aan dat het aangaan van een convenant horizontaal toezicht met de Belastingdienst zal resulteren in een betere relatie met de Belastingdienst en in een reductie van de fiscale risico’s. Aan de andere kant zien zij wel op tegen de inzet en de kosten die dit van de zorginstelling zal vragen.
Het is opmerkelijk dat de respondenten hier de kans op controle als gering inschatten, terwijl uit het kwantitatieve deel naar voren is gekomen dat de afgelopen drie jaar één derde van de respondenten een (waargenomen) boekenonderzoek heeft gehad.
Bent u het eens met deze uitspraken? (Basis - Kent u de term horizontaal toezicht)
Ik sta positief tegenover horizontaal toezicht
6%
Ik denk dat mijn fiscale risico’s afnemen door horizontaal toezicht
7%
Ik denk dat mijn relatie met de Belastingdienst verbetert door horizontaal toezicht Ik vind het terecht dat je voor horizontaal toezicht in aanmerking komt, eerst openstaande zaken uit het verleden moet hebben afgehandeld Bij horizontaal toezicht moet de belastingdienst in eerste instantie de fiscale beheerssystemen beoordelen
1% 6%
Horizontaal toezicht leidt tot een hogere efficiency binnen de fiscale functie van mijn organisatie Binnen 5 jaar zijn alle zorginstellingen overgegaan op horizontaal toezicht Zorginstellingen zouden verplicht moeten worden om over te gaan op horizontaal toezicht
23%
11%
1%
28%
30%
13%
25%
1%
7%
44%
14%
46%
11%
Helemaal mee oneens
3%
25%
39%
Mee oneens
7%
41%
35%
25%
Neutraal
6%
18%
41%
32%
3%
6%
13%
49%
25%
4%
25%
44%
22%
15%
Mee eens
Helemaal mee eens
6%
8%
9%
13%
6%
8%
Weet niet
Tax is a Black Box IV 19
3. Conclusies
20
De onderzoekers kunnen zich niet aan de indruk ontrekken dat fiscaliteit binnen zorginstellingen een black box is. Risicobeheersing rondom de fiscale risico’s staat binnen de zorg niet hoog op de agenda. Eén van de oorzaken hierin is te vinden in de ‘tone at the top’; Raad van Bestuur en Raad van Toezicht interesseren zich weinig voor fiscaliteit. Een gebrek aan kennis staat hiermee in verband. Dit gebrek aan fiscale kennis wordt als probleem gezien binnen een groter deel van de organisatie. Gevolg – of oorzaak – van het lage bewustzijn is een lage prioriteit, omdat het thema materieel niet als het allerbelangrijkste wordt ervaren. De fiscale bewustwording wordt dan ook als issue genoemd die met hoge prioriteit zou moeten worden aangepakt. Horizontaal toezicht wordt als een goede mogelijkheid gezien om de relatie met de Belastingdienst te verbeteren en leidt daarnaast tot risicoreductie. In het onderzoek zijn een vijftal kernboodschappen van de HEADs met betrekking tot fiscaliteit naar voren gekomen. Deze zijn onder te brengen in de volgende categorieën: organisatie van fiscaliteit, kennis van fiscaliteit in de organisatie, horizontaal toezicht en suggesties aan de Nederlandse politiek. Organisatie van fiscaliteit Bij een derde van de zorginstellingen heeft een (waargenomen) boekenonderzoek plaatsgevonden, veelal op het gebied van loonheffing. Het feit dat er een boekenonderzoek geweest is, heeft niet direct geleid tot een andere aanpak van fiscaliteit binnen de organisatie. Toch is de bewustwording bij deze instellingen gegroeid; deze HEADs ervaren een grotere behoefte aan kennisvergaring over fiscale wet- en regelgeving. Een meerderheid vindt het bewustzijn over fiscale risico’s binnen hun organisatie onvoldoende en het verhogen van dit bewustzijn zou een issue met hoge prioriteit moeten zijn.
Een oplossing hiervoor wordt meestal intern gezocht, een vijfde heeft nog geen oplossing voor deze problemen. Fiscale knelpunten komen voor het merendeel voort uit samenwerking met andere zorgorganisaties en btw-vraagstukken. De financiële professionals in de zorg signaleren veelal dat fiscaliteit een issue is binnen hun zorginstelling en dat er risico’s worden gelopen op dit gebied. Zij ervaren echter dat het probleem van fiscaliteit binnen de organisatie wordt onderschat, hetgeen tot uiting komt in een geringe inzet van financiële en personele (tijd en mankracht) middelen. De oorzaak hiervan is deels te vinden in de ‘tone at the top’. Raden van Bestuur en Toezicht zijn onvoldoende op de hoogte van de fiscale risico’s welke hun organisatie lopen. HEADs signaleren dan ook dat de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht onvoldoende zijn betrokken bij de fiscale positie. Het is belangrijk om te beseffen dat het beheersen van fiscaliteit op basis van een detectie risicoanalyse bij de Belastingdienst de vraag op kan werpen of men verwijtbaar fiscale wetgeving niet volgt. Regels van behoorlijk bestuur schrijven immers voor dat de werking van de interne risicobeheerssystemen en controlesystemen, waaronder het toezicht op naleving van relevante wet- en regelgeving en het toezicht op gedragscodes, dienen te worden getoetst. Een ‘kop in het zand benadering’ past hier niet bij. Kennis van fiscaliteit binnen de organisatie Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat Tax binnen zorgorganisaties een Black Box is. Er is veel onduidelijkheid over fiscale wet- en regelgeving die van toepassing is op zorgorganisaties.
samenwerkingsverbanden zorgen voor de meeste knelpunten binnen zorgorganisaties. De meerderheid van de respondenten geeft aan behoefte te hebben aan meer kennisvergaring via het volgen van opleidingen over fiscale wet- en regelgeving. Hiermee hangt de roep om verhoging van fiscale bewustwording binnen de gehele organisatie samen. De financiële professionals zien hiervoor een rol voor de Vereniging HEAD weggelegd. Het is duidelijk dat zorginstellingen behoefte aan meer fiscale kennis hebben. Horizontaal toezicht Een kwart is niet bekend met de term ‘Horizontaal Toezicht’. Van degenen die er wel bekend mee zijn, is ruim tweederde hierover nog niet door de Belastingdienst benaderd. Een ruime meerderheid van de respondenten, bekend met horizontaal toezicht, geeft aan positief tegenover horizontaal toezicht te staan. Daarnaast denken zij dat de relatie met de Belastingdienst zal verbeteren door horizontaal toezicht en dat de fiscale risico’s zullen afnemen. De HEADs stellen daarom dat horizontaal toezicht leidt tot risicoreductie. Suggesties aan de Nederlandse politiek De belangrijkste suggestie die de respondenten aan de Nederlandse politiek willen doen is: vereenvoudiging van de fiscale wet- en regelgeving is nodig. Daarnaast zien zij graag dat de communicatie tussen de Belastingdienst en de zorgsector beter wordt georganiseerd. Dit, en de complexiteit van wet- en regelgeving, maakt dat de respondenten stellen dat de wetgever zelf medeverantwoordelijk is voor verminderd risicomanagement.
De behoefte aan kennisvergroting op het gebied van btw is groot. Btwvraagstukken en vraagstukken rondom
Tax is a Black Box IV 21
Tot slot Ondanks het feit dat fiscaliteit niet behoort tot de primaire zorgtaken van de organisatie is er een maatschappelijke trend waarneembaar waarin fiscale verantwoording wordt gezien als uiting geven aan een regel van behoorlijk bestuur. Dit is mede ingegeven door de invoering van horizontaal toezicht en discussies rondom financieringsvraagstukken binnen de publieke sector. Complexiteit van de materie, het besef dat fiscaliteit van materieel belang is binnen organisaties en ethisch strategisch fiscale vraagstukken zullen ertoe leiden dat fiscaliteit in de nabije toekomst vaker op de agenda van Raden van Bestuur en Toezicht zal komen te staan. Wij adviseren zorginstellingen om meer ruimte te geven aan de fiscaliteit. Immers, eenmaal bewust gemaakt van het bestaan van fiscaliteit en de materialiteit ervan, komt het meer en beter op de agenda te staan, gaat men een oordeel vormen over de risico’s, gaat men het beter inbedden in de organisatie en zorgt men voor beter intern toezicht. Wellicht dat dit onderzoek een stimulans is in de ontwikkeling van medicatie tegen fiscale claustrofobie in de zorg.
22
Contact Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met: PwC Eelco van der Enden Partner Tax Management & Accounting Services Telefoon: 088 792 51 38 E-mail:
[email protected] Marc van Dijl Tax Partner Publieke Sector Telefoon: 088 792 46 74 E-mail:
[email protected] Vereniging HEAD Gerard Born Voorzitter Telefoon: 0592 353 587 E-mail:
[email protected] Bernard de Vries - Robles Voorzitter Expertgroep Belastingen Telefoon 0592 353 587 E-mail
[email protected]
pwc.nl
@2010 PwC. Alle rechten voorbehouden 2011.10.01.28.1