Taal(deel)vaardigheden per project
Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
In de stress
1-2
B1 Spreken
Een monoloog houden Kan een argument zo goed opbouwen dat het meestal probleemloos kan worden gevolgd. Kan in grote lijnen redenen en verklaringen geven voor meningen, plannen en handelingen.
Geeft een beargumenteerd advies over hoe om te gaan met een stress-situatie.
In de stress
3-4
B2 Spreken
Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven. Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven. Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details.
Een monoloog houden Kan een argument stelselmatig opbouwen met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Kan een verhaal vertellen met een inleiding, een kern en een slot.
Vertelt duidelijk over zelf beleefde stressvolle situatie. Geeft een beargumenteerd advies over hoe om te gaan met een stress-situatie.
1
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Heb ik daar recht op?
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt informatie op internet over rechten en plichten op het werk en beantwoordt vragen hierover.
Heb ik daar recht op?
3-4
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
B1 Lezen
B2 Lezen
2
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Zoekt en begrijpt informatie op internet over rechten en plichten op het werk en beantwoordt hier vragen over.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau
Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Debatteren 1-2
B1 Schrijven
Kan heldere samenhangende teksten schrijven met een simpele, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen binnen zijn werk en opleiding.
Vrij schrijven
Schrijft het begin van een betoog over een zelf gekozen stelling.
Debatteren 3-4
B2 Schrijven (niveau 4)
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Vrij schrijven
3
Kan ervaringen, gevoelens en reacties in een lopende tekst of gedicht opschrijven. Kan een gebeurtenis beschrijven. Kan een collage, een krant of muurkrant maken. Kan ideeën, ervaringen, fantasieën, kennis en inzichten onder woorden brengen en een geschikte vorm en geschikt genre kiezen.
Schrijft een betoog over een zelf gekozen stelling.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Effectief 1-2 studeren
Effectief 3-4 studeren
B1 Schrijven
B2 Schrijven (niveau 4)
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan heldere samenhangende teksten schrijven met een simpele, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen binnen zijn werk en opleiding.
Formulieren invullen, berichten en aantekeningen maken
Formuleert op heldere wijze verschillende leerdoelen.
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Vrij schrijven
4
Kan notities/berichten schrijven en aantekeningen maken binnen de dagelijkse routine (privé, opleiding, werk), waarin eenvoudige informatie van onmiddellijke relevantie voor vrienden, mensen van diensten, docenten, collega’s en anderen die in zijn dagelijks leven een rol spelen, overgebracht wordt en waarbij de belangrijkste punten begrijpelijk overkomen. Kan de tekst voor een korte, simpele Powerpoint-presentatie schrijven. Kan ideeën, ervaringen, fantasieën, kennis en inzichten onder woorden brengen en een geschikte vorm en geschikt genre kiezen.
Schrijft over zichzelf en zijn/haar achtergrond.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Lekker leren
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een artikel over plannen en beantwoordt vragen hierover.
Lekker leren
3-4
Kan op effectieve wijze deelnemen aan (semi-)formele en informele gesprekken over onderwerpen van praktische, sociale en beroepsmatige aard. Kan in een discussie een mening geven en die met argumenten onderbouwen. Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Deelnemen aan overleg
B1 Lezen
B2 Gesprekken voeren
B2 Lezen
5
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Overlegt over diverse
Kan actief deelnemen aan (in)formele uitspraken over leerstijlen discussies, allerlei vormen van overleg en vergaderingen. Kan zijn mening verwoorden in een discussie over zaken met betrekking tot zijn vakgebied, alternatieve voorstellen doen en beoordelen, hypothesen stellen en beoordelen.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Geeft zijn mening over diverse uitspraken over leerstijlen en Kan een studieboek lezen op het eigen leest vervolgens informatie op vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes internet om de uitspraken te en contracten begrijpen en controleren. checken. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Move it!
1-2
Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Luisteren naar aankondigingen en instructies
Begrijpt instructies over de juiste werkhouding achter een computer.
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details.
Een monoloog houden
Move it!
3-4
B1 Luisteren
B2 Spreken
6
Begrijpt details van uitleg en instructies over dagelijkse werkzaamheden. Begrijpt wat er gedaan moet worden en in welke volgorde. Begrijpt uitleg bij apparaten. Begrijpt aankondigingen op radio en televisie. Kan een argument stelselmatig opbouwen met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Kan een verhaal vertellen met een inleiding, een kern en een slot.
Vertelt duidelijk over zelf beleefde stressvolle situatie. Geeft een beargumenteerd advies over hoe om te gaan met een stress-situatie.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project
Project
Niveau Onderwerp
Zwanger, 1-2 en wat nu?
B1 Lezen
Zwanger, 3-4 en wat nu?
B2 Spreken
B2 Schrijven
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Zoekt en verwerkt informatie over verschillende anticonceptiemiddelen.
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Een presentatie geven
7
Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures. Kan een duidelijke presentatie geven waarbij hij argumenten kan noemen voor of tegen een bepaald standpunt, of voor- en nadelen van diverse opties.
Verslagen, werkstukken en samenvattingen maken Kan informatie uit een aantal bronnen samenvatten.
Vertelt duidelijk over een anticonceptiemiddel waarbij de voor- en nadelen uiteen worden gezet.
Maakt een verslag over verschillende anticonceptiemiddelen op basis van zelf gevonden en door anderen verschafte informatie.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project
Project
Niveau Onderwerp
1-2 Lekker uit je dak
3-4 Lekker uit je dak
B1 Luisteren
B2 Luisteren
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Luisteren naar colleges, presentaties, lezingen, sprekers op informatiebijeenkomsten
Begrijpt informatie in een informatief filmfragment over de gevolgen van het gebruik van alcohol.
Begrijpt hoofdlijnen van complexe informatie over vertrouwde en niet vertrouwde onderwerpen uit het dagelijks leven, werk en opleiding. Kan complexe betogen, discussies en redeneringen volgen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Luisteren naar gesprekken
8
Kan een helder gestructureerde voordracht of toespraak volgen over vertrouwde onderwerpen binnen het eigen vakgebied.
Begrijpt hoofdlijnen en details in gesprekken en discussies, ook bij minder routinematige bijeenkomsten en gesprekken.
Begrijpt hoofdlijnen en details van informatie in interviews over cannabisgebruik en werk.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project
Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Pesten, treiteren en stangen
1-2
Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Luisteren naar gesprekken
Begrijpt informatie in een interview over pesten op het werk.
Pesten, treiteren en stangen
3-4
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
B1 Luisteren
B2 Lezen
9
Kan bij routinematige bijeenkomsten over vertrouwde onderwerpen de lijn van de discussie volgen. Begrijpt gesprekken over zaken die met het eigen werk of opleiding te maken hebben, zoals discussies over de juiste aanpak, overleg tijdens vergaderingen.
Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
Begrijpt hoofdlijnen en details van een tekst over pesten op de werkvloer.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project
Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Politiek. Toch leuk?
1-2
Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik. Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Luisteren naar colleges, presentaties, lezingen, sprekers op informatiebijeenkomsten
Begrijpt een presentatie op internet over democratie.
Politiek. Toch leuk?
3-4
B1 Luisteren
B2 Lezen
10
Kan een helder gestructureerde voordracht of toespraak volgen over vertrouwde onderwerpen binnen het eigen vakgebied.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
Begrijpt hoofdlijnen en details in een tekst over democratie in Nederland.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project
Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Stage met succes
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een krantenartikel over het nut van maatschappelijke stages.
Stage met succes
3-4
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
B1 Lezen
B2 Lezen
11
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Begrijpt hoofdlijnen en details in een tekst op internet over buitenlandse stages.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Soa's
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een
Soa's
3-4
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Aanwijzingen en instructies lezen
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details. Kan standpunten en visies voorzien van argumenten.
Een monoloog houden
B1 Lezen
B2 Lezen
B2 Spreken
12
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de krantenartikel over plaatselijke krant of uit het personeelsblad. soa's. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Kan lange, complexe aanwijzingen op het eigen vakgebied begrijpen, met inbegrip van details over voorwaarden en waarschuwingen. Kan een handboek raadplegen bij het inwerken op nieuwe machines of nieuwe procedures.
Zoekt op verschillende sites informatie over soa's en begrijpt hoe te handelen bij verschillende soa's.
Geeft aan een kleine
Kan duidelijke, gedetailleerde informatie geven groep informatie over over een breed scala van onderwerpen die een bepaalde soa. samenhangen met zijn vak- en interessegebied. Kan een heldere argumentatie ontwikkelen en daarbij zijn gezichtspunten uitvoerig uitwerken en ondersteunen met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan een argument stelselmatig opbouwen met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voor- en nadelen van verschillende opties uiteenzetten. Kan een verhaal vertellen met een inleiding, een kern en een slot.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Nive Onderwerp au
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Werkloos: lekker relaxed?
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Aanwijzingen en instructies lezen
Begrijpt de handleiding voor het inschrijven bij het CWI.
Werkloos: lekker relaxed?
3-4
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Corresponderen
B1 Lezen
B2 Schrijven
13
Kan helder geschreven veel voorkomende instructies, aanwijzingen en gebruiksaanwijzingen begrijpen zoals de gebruiksaanwijzing van een printer of dvd-speler, instructies voor het in elkaar zetten van een kast, aanwijzingen voor het gebruik van medicijnen in een bijsluiter. Kan over algemeen maatschappelijke onderwerpen en over de meest voorkomende zaken in de dagelijkse beroepspraktijk adequate brieven en mails schrijven, gevoelens genuanceerd uitdrukken, een standpunt beargumenteren. Kan deelnemen aan online-offline conferenties en bijdragen leveren aan websites en wikipedia.
Beantwoord als medewerker van het CWI schriftelijk vragen van een klant.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Stelen en helen
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een krantenartikel over diefstal door winkelpersoneel.
Stelen en helen
3-4
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
B1 Lezen
B2 Lezen
14
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Begrijpt een krantenartikel over identiteitsdiefstal.
Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Voor het goeie doel
1-2
Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Luisteren naar gesprekken
Begrijpt een interview over vrijwilligerswerk.
Voor het goeie doel
3-4
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details. Kan standpunten en visies voorzien van argumenten.
Een presentatie geven
B1 Luisteren
B2 Spreken
15
Kan bij routinematige bijeenkomsten over vertrouwde onderwerpen de lijn van de discussie volgen. Begrijpt gesprekken over zaken die met het eigen werk of opleiding te maken hebben, zoals discussies over de juiste aanpak, overleg tijdens vergaderingen.
Geeft samen met een
Kan een duidelijke presentatie medestudent een duidelijke geven waarbij hij argumenten kan presentatie van een plan voor noemen voor of tegen een maatschappelijk ondernemen. bepaald standpunt, of voor- en nadelen van diverse opties. Kan omgaan met een aantal daaropvolgende vragen met een mate van vloeiendheid en spontaniteit die noch voor hem, noch voor het publiek ongemak oplevert. Kan aankondigingen over de meeste algemene onderwerpen zo helder, vlot en spontaan brengen dat toehoorders deze zonder inspanning kunnen volgen. Kan indien nodig afwijken van een voorbereide inhoud als de situatie daar aanleiding toe geeft.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Stem op mij
1-2
Stem op mij
3-4
B1 Lezen
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip.De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen.
Leest diverse krantenberichten en haalt hier informatie uit.
B1 Gesprekken voeren
Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven, werk en opleiding. Kan uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen. Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details. Kan standpunten en visies voorzien van argumenten.
Deelnemen aan overleg Kan lijn van de discussie volgens tijdens een overleg over het eigen werk. Kan beknopt commentaar geven op de visie van anderen. Kan tijdens een overleg (op beleefde wijze) een overtuiging, mening, instemming en afkeuring uitdrukken. Een monoloog houden Kan duidelijke, gedetailleerde informatie geven over een breed scala van onderwerpen die samenhangen met zijn vak- en interessegebied. Kan een heldere argumentatie ontwikkelen en daarbij zijn gezichtspunten uitvoerig uitwerken en ondersteunen met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan een argument stelselmatig opbouwen met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voor- en nadelen van verschillende opties uiteenzetten. Kan een verhaal vertellen met een inleiding, een kern en een slot.
Neemt deel aan een discussie over diverse krantenberichten.
B2 Spreken
16
Spreekt over een zelf gekozen te verbeteren situatie en geeft duidelijk veranderpunten aan.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Nee is nee. Toch?
1-2
B1 Spreken
Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven. Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven.
Spreekt in een kleine groep over een situatie waarin hij/zij iets tegen zijn/haar wil heeft gedaan en reageert hierop.
Nee is nee. Toch?
3-4
B2 Schrijven
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Een monoloog houden Kan zonder omhaal een beschrijving geven van vertrouwde zaken binnen zijn interessegebied. Kan gedetailleerd verslag doen van ervaringen, en meningen en reacties beschrijven. Kan details vertellen van onverwachte gebeurtenissen, zoals een ongeluk. Kan een argument zo goed opbouwen dat het meestal probleemloos kan worden gevolgd. Kan in grote lijnen redenen en verklaringen geven voor meningen, plannen en handelingen. Kan een kort verhaal vertellen. Vrij schrijven Kan ideeën, ervaringen, fantasieën, kennis en inzichten onder woorden brengen en een geschikte vorm en geschikt genre kiezen.
17
Schrijft over een situatie waarin hij/zij iets tegen zijn/haar wil heeft gedaan en reflecteert hierover.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Eet je fit
1-2
B1 Lezen
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip.De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen.
Leest informatie over gezonde voeding op de site van het voedingscentrum.
B1 Schrijven
Kan heldere samenhangende teksten schrijven met een simpele, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen binnen zijn werk en opleiding.
Eet je fit
3-4
B2 Lezen
Vrij schrijven Kan ervaringen, gevoelens en reacties in een lopende tekst of gedicht opschrijven. Kan een gebeurtenis beschrijven. Kan een collage, een krant of muurkrant maken. Schematische overzichten, Kan een grote variatie aan formulieren en grafische teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of informatie lezen in het Kan vereiste informatie halen dagelijks leven. Begrijpt uit complexe formulieren, teksten over specialistische schema’s en overzichten met onderwerpen als hij voldoende een hoge informatiedichtheid, kennis ook als de structuur daarvan heeft van het desbetreffende niet doorzichtig is. onderwerp. Kan de gegevens zelf combineren of vergelijken en conclusies trekken.
18
Stelt een gezonde, vegetarische maaltijd samen en geeft hierbij uitleg.
Leest informatie af uit overzichten over gezonde voeding op de site van het voedingscentrum en trekt conclusies.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Tijd zat?! 1-2
B1 Luisteren
Tijd zat?! 3-4
B2 Lezen
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Luisteren naar gesprekken Kan bij routinematige bijeenkomsten over vertrouwde onderwerpen de lijn van de discussie volgen. Begrijpt gesprekken over zaken die met het eigen werk of opleiding te maken hebben, zoals discussies over de juiste aanpak, overleg tijdens vergaderingen. Rapporten, verslagen en Kan een grote variatie aan artikelen lezen teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan in het voorwaarden in polis, offertes dagelijks leven. Begrijpt en contracten begrijpen en teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende controleren. Begrijpt formele verslagen en kennis rapporten van bijvoorbeeld heeft van het desbetreffende een ondernemingsraad. onderwerp. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken. Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
19
Concrete invulling Begrijpt een interview over burn out en kan hier vragen over beantwoorden.
Begrijpt een artikel over burn out en kan hier vragen over beantwoorden.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
On the road
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik. Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Aanwijzingen en instructies lezen
Begrijpt informatie op een website over het nieuwe rijden.
B1 Lezen
B1 Luisteren
On the road
3-4
B2 Lezen
B2 Schrijven
Kan helder geschreven veel voorkomende instructies, aanwijzingen en gebruiksaanwijzingen begrijpen zoals de gebruiksaanwijzing van een printer of dvd-speler, instructies voor het in elkaar zetten van een kast, aanwijzingen voor het gebruik van medicijnen in een bijsluiter.
Luisteren naar aankondigingen en instructies Begrijpt details van uitleg en instructies over dagelijkse werkzaamheden. Begrijpt wat er gedaan moet worden en in welke volgorde. Begrijpt uitleg bij apparaten. Begrijpt aankondigingen op radio en televisie.
Begrijpt radiocommercials over het nieuwe rijden.
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Verslagen, werkstukken en samenvattingen Schrijft een maken samenvatting van Kan vanuit een vraagstelling een werkstuk of informatie op een rapport schrijven waarbij een argument wordt site over het nieuwe uitgewerkt en daarbij redenen aangeven voor of rijden.
20
Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
Begrijpt een artikel over het nieuwe rijden
tegen een bepaalde mening, en de voor- en nadelen van verschillende keuzes uitleggen. Kan informatie uit een aantal bronnen samenvatten.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Op de vlucht
1-2
Kan heldere samenhangende teksten schrijven met een simpele, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen binnen zijn werk en opleiding.
Corresponderen
Schrijft mbv een schrijfplan en aanwijzingen een informatieve brief in naam van een vluchtelingenorganisatie.
Op de vlucht
3-4
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Corresponderen
B1 Schrijven
B2 Schrijven
21
Kan over allerlei onderwerpen in het dagelijks leven en werk chatten, e-mails of informele brieven schrijven en deelnemen aan fora. Kan daarbij meningen en gevoelens uitdrukken. Kan met behulp van standaardformuleringen korte eenvoudige zakelijke brieven produceren. Kan over algemeen maatschappelijke onderwerpen en over de meest voorkomende zaken in de dagelijkse beroepspraktijk adequate brieven en mails schrijven, gevoelens genuanceerd uitdrukken, een standpunt beargumenteren. Kan deelnemen aan online-offline conferenties en bijdragen leveren aan websites en wikipedia.
Schrijft mbv een schrijfplan en aanwijzingen een circulaire in naam van een vluchtelingenorganisatie.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
1-2 De wereld een dorp
B1 Spreken (niveau 2)
3-4 De wereld een dorp
B2 Schrijven (niveau 4)
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven.Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven.
Een monoloog houden
Houdt nav een stelling over globalisering een monoloog voor een kleine groep medestudenten.
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Vrij schrijven
22
Kan zonder omhaal een beschrijving geven van vertrouwde zaken binnen zijn interessegebied. Kan gedetailleerd verslag doen van ervaringen, en meningen en reacties beschrijven. Kan details vertellen van onverwachte gebeurtenissen, zoals een ongeluk. Kan een argument zo goed opbouwen dat het meestal probleemloos kan worden gevolgd. Kan in grote lijnen redenen en verklaringen geven voor meningen, plannen en handelingen. Kan een kort verhaal vertellen. Kan ideeën, ervaringen, fantasieën, kennis en inzichten onder woorden brengen en een geschikte vorm en geschikt genre kiezen.
Schrijft mbv een schrijfplan een verhaal over globalisering.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Ethiek
1-2
Kan heldere samenhangende teksten schrijven met een simpele, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen binnen zijn werk en opleiding.
Corresponderen
Herschrijft een mail aan een klant waarbij gelet wordt op de manier waarop met klanten gecommuniceerd wordt.
Ethiek
3-4
Begrijpt hoofdlijnen van complexe informatie over vertrouwde en niet vertrouwde onderwerpen uit het dagelijks leven, werk en opleiding. Kan complexe betogen, discussies en redeneringen volgen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Luisteren naar Luistert naar klachten van een aankondigingen, wijzigingen directeur van een bedrijf over en instructies gedragsregels op de Begrijpt aanwijzigen en instructies werkvloer. Zet deze klachten over concrete en abstracte vervolgens om in afspraken.
B1 Schrijven
B2 Luisteren
23
Kan over allerlei onderwerpen in het dagelijks leven en werk chatten, e-mails of informele brieven schrijven en deelnemen aan fora. Kan daarbij meningen en gevoelens uitdrukken. Kan met behulp van standaardformuleringen korte eenvoudige zakelijke brieven produceren.
onderwerpen. Begrijpt technische informatie op het eigen werkterrein.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau
Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Effe afreageren
1-2
B1 Luisteren
Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Luisteren naar gesprekken
Luistert naar drie verschillende dialogen in een beroepssetting en reageert hierop.
Effe afreageren
3-4
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
B1 Lezen
24
Kan bij routinematige bijeenkomsten over vertrouwde onderwerpen de lijn van de discussie volgen. Begrijpt gesprekken over zaken die met het eigen werk of opleiding te maken hebben, zoals discussies over de juiste aanpak, overleg tijdens vergaderingen.
Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
Leest verschillende, kwetsende, uitingen en reageert hierop.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Voor wat 1-2 hoort wat
B1 Lezen
Voor wat 3-4 hoort wat
B1 Lezen
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Schematische overzichten, formulieren en grafische informatie lezen
Leest gegevens af uit een tabel met het minimum(jeugd)loon en kan hier vragen over beantwoorden.
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
25
Kan standaardformulieren begrijpen zoals een schadeformulier. Kan schema’s en tabellen lezen met een aantal gegevens. Kan standaardformulieren en standaardoverzichten controleren op inhoudelijke juistheid. Kan informatie voor het uitvoeren van werkzaamheden halen uit tekeningen, bestekken en dergelijke in combinatie met een eenvoudige handleiding.
Beantwoord vragen over de Horeca-CAO.
Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau
Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Werken, voor jezelf
1-2
B1 Lezen (niveau 2)
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een ondernemingsplan en kan hier vragen over beantwoorden.
Werken, voor jezelf
3-4
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
B1 Lezen (niveau 4)
26
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
Begrijpt een ondernemingsplan en kan hier vragen over beantwoorden.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau
Samenwerken 1-2
Samenwerken 3-4
Onderwerp Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
B1 Gesprekken voeren
Deelnemen aan overleg
Bespreekt verschillende beweringen over samenwerken met een medestudent en houdt zich hierbij aan verschillende gespreksregels.
B2 Gesprekken voeren
Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven, werk en opleiding. Kan uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen.
Kan op effectieve wijze deelnemen aan (semi)formele en informele gesprekken over onderwerpen van praktische, sociale en beroepsmatige aard. Kan in een discussie een mening geven en die met argumenten onderbouwen.
Kan lijn van de discussie volgens tijdens een overleg over het eigen werk. Kan uitleggen waarom iets een probleem is en zijn mening geven over de oplossing van een probleem. Kan beknopt commentaar geven op de visie van anderen. Kan alternatieven vergelijken en tegenover elkaar stellen. Kan bespreken wat er gedaan moet worden. Kan tijdens een overleg (op beleefde wijze) een overtuiging, mening, instemming en afkeuring uitdrukken.
Reflectiegesprekken voeren Kan gedachten, meningen, gevoelens en ervaringen verwoorden tijdens een evaluatie van een project of stage. Kan verantwoorden waarom hij bepaalde keuzes heeft gemaakt. Kan aangeven welke ervaringen hij tijdens het proces heeft opgedaan, welke gevoelens dat heeft opgeroepen en welke conclusies hij daaruit heeft getrokken.
Vakgesprekken voeren Kan relevante beroepsgerelateerde gesprekken voeren waarbij het protocol gerespecteerd wordt, zonder dat hij daarvoor een instructie of een opdracht heeft gekregen. Kan gespreksprotocollen voor beroepsgerelateerde gesprekken toepassen in relevante situaties, maar kan hiervan afwijken als de situatie daarom vraagt. Kan een probleem in de beroepspraktijk helder schetsen, speculeren over oorzaken of gevolgen, en voor- en nadelen van verschillende benaderingen afwegen. Kan betrouwbaar gedetailleerde informatie doorgeven. Kan een heldere, gedetailleerde beschrijving geven van hoe een procedure uitgevoerd moet worden. Kan een probleem uitleggen en met de desbetreffende instantie of personen onderhandelen over een oplossing voor een onenigheid.
27
Reflecteert op een overleg met een medestudent.
Geeft advies na gesimuleerde problemen met samenwerken op het werk.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Afspraak 1-2 = afspraak
B1 Lezen
Afspraak 3-4 = afspraak
B2 Gesprekken voeren
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Aanwijzingen en instructies lezen
Begrijpt een protocol van een kinderdagverblijf en kan hier vragen over beantwoorden.
Kan op effectieve wijze deelnemen aan (semi-)formele en informele gesprekken over onderwerpen van praktische, sociale en beroepsmatige aard. Kan in een discussie een mening geven en die met argumenten onderbouwen.
Deelnemen aan overleg
28
Kan helder geschreven veel voorkomende instructies, aanwijzingen en gebruiksaanwijzingen begrijpen zoals de gebruiksaanwijzing van een printer of dvd-speler, instructies voor het in elkaar zetten van een kast, aanwijzingen voor het gebruik van medicijnen in een bijsluiter. Kan actief deelnemen aan (in)formele discussies, allerlei vormen van overleg en vergaderingen. Kan zijn mening verwoorden in een discussie over zaken met betrekking tot zijn vakgebied, alternatieve voorstellen doen en beoordelen, hypothesen stellen en beoordelen.
Neemt actief deel aan een overleg over regels op het werk en houdt zich hierbij aan de gespreksregels.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Europa, 1-2 ook voor jou!
B1 Lezen
Europa, 3-4 ook voor jou!
B2 Spreken
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt verschillende artikelen over ervaringen in Europa en kan kort de inhoud beschrijven.
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details. Kan standpunten en visies voorzien van argumenten.
Een presentatie geven
29
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Presenteert duidelijk zijn
Kan een duidelijke presentatie mening over een stelling over geven waarbij hij argumenten kan Europa. noemen voor of tegen een bepaald standpunt, of voor- en nadelen van diverse opties. Kan omgaan met een aantal daaropvolgende vragen met een mate van vloeiendheid en spontaniteit die noch voor hem, noch voor het publiek ongemak oplevert. Kan aankondigingen over de meeste algemene onderwerpen zo helder, vlot en spontaan brengen dat toehoorders deze zonder inspanning kunnen volgen. Kan indien nodig afwijken van een voorbereide inhoud als de situatie daar aanleiding toe geeft.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau
Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Geschiedenis Canon
1-2
B1 Lezen
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een krantenartikel over de kennis van de Nederlanders over de vaderlandse geschiedenis en kan hier vragen over beantwoorden.
Geschiedenis Canon
3-4
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details. Kan standpunten en visies voorzien van argumenten.
Een monoloog houden
B2 Spreken
30
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures. Kan duidelijke, gedetailleerde informatie geven over een breed scala van onderwerpen die samenhangen met zijn vak- en interessegebied. Kan een heldere argumentatie ontwikkelen en daarbij zijn gezichtspunten uitvoerig uitwerken en ondersteunen met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan een argument stelselmatig opbouwen met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voor- en nadelen van verschillende opties uiteenzetten. Kan een verhaal vertellen met een inleiding, een kern en een slot.
Geeft duidelijke informatie over een onderwerp uit de geschiedenis canon.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Bepaal jij 1-2 wat goed voor me is?
B1 Gesprekken voeren
B1 Spreken
Bepaal jij 3-4 wat goed voor me is?
B2 Spreken
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven, werk en opleiding. Kan uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen. Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven.Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven.
Deelnemen aan overleg
Geeft tijdens overleg over een ontwerp zijn mening en houdt zich aan de gespreksregels.
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details. Kan standpunten en visies voorzien van argumenten.
Kan lijn van de discussie volgens tijdens een overleg over het eigen werk. Kan uitleggen waarom iets een probleem is en zijn mening geven over de oplossing van een probleem. Kan beknopt commentaar geven op de visie van anderen. Kan alternatieven vergelijken en tegenover elkaar stellen. Kan bespreken wat er gedaan moet worden. Kan tijdens een overleg (op beleefde wijze) een overtuiging, mening, instemming en afkeuring uitdrukken.
Een presentatie geven Kan een voorbereide presentatie geven over een vertrouwd onderwerp binnen zijn vak- of interessegebied, die helder genoeg is om het grootste deel van de tijd moeiteloos te worden gevolgd en waarin de belangrijkste punten met een redelijke mate van nauwkeurigheid worden uitgelegd. Kan vragen beantwoorden naar aanleiding van de presentatie. Kan korte ingestudeerde mededelingen doen over een onderwerp dat betrekking heeft op alledaagse gebeurtenissen op zijn gebied.
Een monoloog houden Kan duidelijke, gedetailleerde informatie geven over een breed scala van onderwerpen die samenhangen met zijn vak- en interessegebied. Kan een heldere argumentatie ontwikkelen en daarbij zijn gezichtspunten uitvoerig uitwerken en ondersteunen met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan een argument stelselmatig opbouwen met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voor- en nadelen van verschillende opties uiteenzetten. Kan een verhaal vertellen met een inleiding, een kern en een slot.
31
Geeft een presentatie over een ontwerp.
Houdt een monoloog over een stelling gerelateerd aan straffen.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Daar trap 1-2 jij toch niet in?
Daar trap 3-4 jij toch niet in?
B1 Lezen
B2 Lezen
B2 Schrijven
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik. Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen Leest een artikel over Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit reclame en regels en kan de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. hier vragen over Begrijpt informatie over producten, materialen beantwoorden.
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
32
Concrete invulling
op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan voorwaarden in polis, offertes en contracten begrijpen en controleren. Begrijpt formele verslagen en rapporten van bijvoorbeeld een ondernemingsraad. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken. Verslagen, werkstukken en samenvattingen maken Kan vanuit een vraagstelling een werkstuk of rapport schrijven waarbij een argument wordt uitgewerkt en daarbij redenen aangeven voor of tegen een bepaalde mening, en de voor- en nadelen van verschillende keuzes uitleggen. Kan informatie uit een aantal bronnen samenvatten.
Leest drie artikelen over reclame en regels.
Vat informatie samen over artikelen over reclame en regels.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
1-2 Help, ik kom geld tekort
B1 Lezen
3-4 Help, ik kom geld tekort
B2 Schrijven
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een artikel over het regelen van geldzaken bij samenwonen en kan hier vragen over beantwoorden.
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Verslagen, werkstukken en samenvattingen maken
33
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures.
Vat informatie samen van een persbericht van het Nibud.
Kan vanuit een vraagstelling een werkstuk of rapport schrijven waarbij een argument wordt uitgewerkt en daarbij redenen aangeven voor of tegen een bepaalde mening, en de voor- en nadelen van verschillende keuzes uitleggen. Kan informatie uit een aantal bronnen samenvatten.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Jij en het 1-2 milieu
B1 Schrijven
Jij en het 3-4 milieu
B2 Spreken
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Kan heldere samenhangende teksten schrijven met een simpele, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen binnen zijn werk en opleiding.
Vrij schrijven
Schrijft mbv een schrijfplan over een milieuprobleem.
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties geven, en daarbij ideeën uitwerken en kracht bijzetten met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan nadruk leggen op belangrijke punten en ter zake doende ondersteunende details. Kan standpunten en visies voorzien van argumenten.
Een monoloog houden
34
Kan ervaringen, gevoelens en reacties in een lopende tekst of gedicht opschrijven. Kan een gebeurtenis beschrijven. Kan een collage, een krant of muurkrant maken. Kan duidelijke, gedetailleerde informatie geven over een breed scala van onderwerpen die samenhangen met zijn vak- en interessegebied. Kan een heldere argumentatie ontwikkelen en daarbij zijn gezichtspunten uitvoerig uitwerken en ondersteunen met aanvullende punten en relevante voorbeelden. Kan een argument stelselmatig opbouwen met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voor- en nadelen van verschillende opties uiteenzetten. Kan een verhaal vertellen met een inleiding, een kern en een slot.
Verkondigt zijn mening over bepaalde klimaatmaatregelen.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Mijn eigen schuld
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik. Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven.Kan redelijk vloeiend ervaringen, gebeurtenissen, meningen, dromen, verwachtingen, gevoelens en ambities redelijk helder beschrijven.
Aanwijzingen en instructies lezen
Leest tips om geldproblemen te verhelpen.
B1 Lezen
B1 Spreken
Mijn eigen schuld
3-4
B2 Lezen
Kan een grote variatie aan teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of in het dagelijks leven. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
35
Kan helder geschreven veel voorkomende instructies, aanwijzingen en gebruiksaanwijzingen begrijpen zoals de gebruiksaanwijzing van een printer of dvdspeler, instructies voor het in elkaar zetten van een kast, aanwijzingen voor het gebruik van medicijnen in een bijsluiter.
Een presentatie geven
Vertelt over de keuzemotivatie
Kan een voorbereide presentatie geven voor tips om geldproblemen te over een vertrouwd onderwerp binnen zijn verhelpen. vak- of interessegebied, die helder genoeg is om het grootste deel van de tijd moeiteloos te worden gevolgd en waarin de belangrijkste punten met een redelijke mate van nauwkeurigheid worden uitgelegd. Kan vragen beantwoorden naar aanleiding van de presentatie. Kan korte ingestudeerde mededelingen doen over een onderwerp dat betrekking heeft op alledaagse gebeurtenissen op zijn gebied.
Aanwijzingen en instructies lezen Kan lange, complexe aanwijzingen op het eigen vakgebied begrijpen, met inbegrip van details over voorwaarden en waarschuwingen. Kan een handboek raadplegen bij het inwerken op nieuwe machines of nieuwe procedures.
Begrijpt informatie over de procedure ij garantiebepalingen.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Ik aso? Jij!
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een artikel over de mening van Nederlanders over vloeken en kan hier vragen over beantwoorden.
Ik aso? Jij!
3-4
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Vrij schrijven
B1 Lezen
B2 Schrijven
36
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures. Kan ideeën, ervaringen, fantasieën, kennis en inzichten onder woorden brengen en een geschikte vorm en geschikt genre kiezen.
Schrijft mbv een schrijfplan een verhaal over asociaal taalgebruik.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
In de problem en
1-2
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een artikel over de hoogte van straffen kan hier vragen over beantwoorden.
In de problem en
3-4
Kan op effectieve wijze deelnemen aan (semi-)formele en informele gesprekken over onderwerpen van praktische, sociale en beroepsmatige aard. Kan in een discussie een mening geven en die met argumenten onderbouwen.
Deelnemen aan overleg
B1 Lezen
B2 Gesprekken voeren
37
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures. Kan actief deelnemen aan (in)formele discussies, allerlei vormen van overleg en vergaderingen. Kan zijn mening verwoorden in een discussie over zaken met betrekking tot zijn vakgebied, alternatieve voorstellen doen en beoordelen, hypothesen stellen en beoordelen.
Neemt deel aan een discussie over verschillende stellingen en houdt zich hierbij aan de gespreksregels.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project
Project
Niveau
Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Jij en Nederland
1-2
B1 Lezen
Kan concreet geformuleerde teksten van de opleiding, het werk of uit het dagelijks leven lezen met een redelijke mate van begrip. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
Rapporten, verslagen en artikelen lezen
Begrijpt een aantal rechten en plichten uit de Grondwet en kan hier vragen over beantwoorden.
Jij en Nederland
3-4
Kan heldere, gedetailleerde teksten schrijven over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met zijn of haar interessegebied, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen worden bijeengevoegd en beoordeeld.
Vrij schrijven
B2 Schrijven
38
Begrijpt dagelijks nieuws en korte berichten uit de plaatselijke krant of uit het personeelsblad. Begrijpt informatie over producten, materialen op eigen werkterrein. Kan de hoofdlijnen uit artikelen, rapporten en verslagen halen. Begrijpt voorlichtingsmateriaal zoals folders en brochures. Kan ideeën, ervaringen, fantasieën, kennis en inzichten onder woorden brengen en een geschikte vorm en geschikt genre kiezen.
Schrijft een artikel over artikel 1 en 7 van de Grondwet.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau
Onderwerp
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Concrete invulling
Mijn buurt
1-2
B1 Gesprekken voeren
Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven, werk en opleiding. Kan uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen.
Vakgesprekken voeren
Houdt een interview met een medewerker van een buurthuis.
Mijn buurt
3-4
Kan op effectieve wijze deelnemen aan (semi-)formele en informele gesprekken over onderwerpen van praktische, sociale en beroepsmatige aard. Kan in een discussie een mening geven en die met argumenten onderbouwen.
Luisteren naar gesprekken
B2 Gesprekken voeren
39
Kan korte, beroepsgerelateerde gesprekken voeren. Kan aangeboden gesprekstechnieken voor beroepsgerelateerde gesprekken ook toepassen in andere situaties dan die waarin dit expliciet geoefend wordt. Kan langere beroepsgerelateerde gesprekken voeren volgens een bepaald protocol, mits hij daarvoor een instructie of een opdracht heeft gekregen. Kan voldoende begrijpen om een taak uit te voeren, kan doeltreffende vragen stellen, oplossingen aandragen en beargumenteerde suggesties doen tijdens de uitvoering van de taak. Kan relevante beroepsgerelateerde gesprekken voeren waarbij het protocol gerespecteerd wordt, zonder dat hij daarvoor een instructie of een opdracht heeft gekregen. Kan gespreksprotocollen voor beroepsgerelateerde gesprekken toepassen in relevante situaties, maar kan hiervan afwijken als de situatie daarom vraagt.
Houdt een interview met een medewerker van een buurthuis.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project
Project
Niveau Onderwerp
My roots 1-2
B1 Luisteren
My roots 3-4
B2 Lezen
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Luisteren naar colleges, presentaties, lezingen, sprekers op informatiebijeenkomsten Kan een helder gestructureerde voordracht of toespraak volgen over vertrouwde onderwerpen binnen het eigen vakgebied. Rapporten, verslagen en Kan een grote variatie aan artikelen lezen teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of Kan een studieboek lezen op het eigen vakterrein. Kan in het voorwaarden in polis, offertes dagelijks leven. Begrijpt en contracten begrijpen en teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende controleren. Begrijpt formele verslagen en kennis rapporten van bijvoorbeeld heeft van het desbetreffende een ondernemingsraad. onderwerp. Kan in voorlichtings- en wervingsmateriaal over moeilijke onderwerpen zoals subsidiemaatregelen en opleidingsmogelijkheden informatie zoeken.
Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
40
Concrete invulling Luistert naar het Wilhelmus en kan daar vragen over beantwoorden.
Begrijpt informatie op internet over het Wilhelmus en kan hier vragen over beantwoorden.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Waarom 1-2 geloof jij dat?
B1 Luisteren
Waarom 3-4 geloof jij dat?
B2 Luisteren
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Luisteren naar gesprekken Kan bij routinematige bijeenkomsten over vertrouwde onderwerpen de lijn van de discussie volgen. Begrijpt gesprekken over zaken die met het eigen werk of opleiding te maken hebben, zoals discussies over de juiste aanpak, overleg tijdens vergaderingen. Luisteren naar gesprekken Begrijpt hoofdlijnen van Begrijpt hoofdlijnen en details complexe informatie over vertrouwde en niet vertrouwde in gesprekken en discussies, ook bij minder routinematige onderwerpen uit bijeenkomsten en gesprekken. het dagelijks leven, werk en opleiding. Kan complexe betogen, discussies en redeneringen volgen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt concreet geformuleerde uitleg en informatie over veel voorkomende onderwerpen uit opleiding en werk. De teksten hebben een duidelijke opbouw met veelal frequent woordgebruik.
41
Concrete invulling Luistert naar een interview over het geloof en kan daar vragen over beantwoorden.
Luistert naar een interview over het geloof en kan daar vragen over beantwoorden.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010
Taal(deel)vaardigheden per project Project
Niveau Onderwerp
Love and 1-2 sex
B1 Schrijven
Love and 3-4 sex
B2 Lezen
Vaardigheid
Deelvaardigheid
Corresponderen Kan over allerlei onderwerpen in het dagelijks leven en werk chatten, e-mails of informele brieven schrijven en deelnemen aan fora. Kan daarbij meningen en gevoelens uitdrukken. Kan met behulp van standaardformuleringen korte eenvoudige zakelijke brieven produceren. Correspondentie lezen Kan een grote variatie aan Kan een ingewikkelde teksten zelfstandig lezen binnen eigen opleiding/werk of klachtenbrief lezen en er de informatie uit halen die nodig in het is voor de beantwoording van dagelijks leven. Begrijpt de brief. teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende Begrijpt brieven van instanties of overheden, zoals brieven kennis van de belastingdienst. heeft van het desbetreffende onderwerp. Kan heldere samenhangende teksten schrijven met een simpele, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen binnen zijn werk en opleiding.
42
Concrete invulling Beantwoordt een e-mail van een collega met insinuerende opmerkingen.
Leest een klachtenbrief en een klachtenprocedure en haalt hier informatie uit ter beantwoording van de brief.
© Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 2010