’t Zandblauwtje
-1-
Lente 2015
Redactie De krokusjes en sneeuwklokjes staan al volop in bloei. Tijd voor ons Lentenummer. Zoals gebruikelijk starten we met mededelingen van het bestuur door onze voorzitter Frans Zaal en heeft hij er weer een enerverend weekje opzitten in januari. Dat er ook ‘tasjes’ voorkomen in de natuur, leest u in Ogentroost van John Bruinsma. Zijn plantenstudiegroep kan wat nieuwe leden gebruiken, misschien iets voor U? In de rubriek ‘Uit het Veld’ beschrijft Frans Baars een mooie wandeling in november weliswaar, van ‘een grijze stille morgen in ’t Hurkske’, bosgebied tussen Erp en Gemert. Flora en Fauna bezoekt de Stokroosstraat. De Steenuilenwerkgroep boekt resultaten en er is nieuws van het Documentatiecentrum. De jaarlijkse Boomfeestdag vindt plaats op 18 en 19 maart. Onder het Activiteitenprogramma vindt u o.a. een aankondiging van de Biodiversiteitsavond op 21 april en van het eerste IVN natuurontbijt van Son en Breugel op zondagochtend 31 mei. Margo Adema schrijft een leuk verslag over de ledenwandeling naar het Torreven. Verder aandacht voor de Waterschapsverkiezingen, 18 maart a.s. In ‘Voor u gelezen’ treft u een artikel aan over ‘Glasmeeuwen’. De Algemene Ledenvergadering vindt plaats op donderdag 16 april. De redactie wenst u een heerlijk voorjaar.
Inhoud pag. Redactie Bestuur Ogentroost Uit het Veld Flora en Fauna
1 2 6 10 14
pag. Activiteitenprogramma Werkgroepen Verslagen Activiteitensprokkels Voor U gelezen
17 22 26 28 31
’t Zandblauwtje
-2-
Lente 2015
Bestuur Van het Bestuur Het bestuur hoefde zich ook dit kwartaal weer niet te vervelen. Gelukkig lopen Peter van Dijck en Margo Adema nog mee. Zij ondersteunen Ellen, Jeanine en Frans met raad en daad. De aanmelding van nieuwe leden via de landelijke site blijft ons bezighouden. Wij zijn het namelijk niet eens over de wijze waarop dat gaat. Wij zijn van mening dat men primair lid wordt van een afdeling en de afdeling draagt bij aan het landelijke IVN. Momenteel gaat dit andersom. Men wordt lid van het landelijke IVN en kan aangeven of men ook aansluiting wil zoeken bij een lokale IVN-afdeling. Dit heeft grote gevolgen voor de verdeling van de contributie. Ook de nieuwe kleding wordt besproken. Het landelijke IVN heeft een nieuwe huisstijl ingevoerd dus moest de kleding ook vernieuwd worden. Sommige leden hebben deze al gepast en besteld tijdens de Kerstinstuif. Het moet gezegd worden dat wij erop vooruit zijn gegaan. Elders zullen hier meer mededelingen over worden gedaan. De Kerstinstuif op 17 december was weer een leuke avond, mede dankzij een indrukwekkende lezing van Frans van Baars over zijn pelgrimstocht naar Santiago; de Camino Primitivo. Frans kan kennelijk niet alleen goed praten maar ook goed lopen en foto’s maken. John Carp en Rie Nahuijsen werden herdacht en een groot aantal mensen werden bedankt voor hun inzet in de afgelopen jaren als coördinator; Dori Simons en Frans van Baars voor de publiekswandelingen, zij worden opgevolgd door Roland Mathijssen. Brigitte voor de jeugd. Vacature! Zij wordt waargenomen door Ellen. Yvonne Heitling voor de thema- avond. Vacature! Het bestuur zal zoveel als mogelijk is waarnemen. Jacques Bergman stopt als lid van de uilenwerkgroep. Theo Florisse is de nieuwe coördinator, en wordt bijgestaan door Lonneke van Soest en haar zoon. Bert van Oosten staat Theo nog bij. Fred Simons wordt ook bedankt voor zijn grote inzet. Hij heeft de afgelopen jaren het penningmeesterschap waargenomen. Margo Adema gaat na de ALV het penningmeesterschap waarnemen. De vacature blijft nog steeds vacant!
’t Zandblauwtje
-3-
Lente 2015
Het scholenproject is al weer afgesloten. Georganiseerd door het bestuur en met inzet van Cora, Ellen, Frans B, Frans Z, Ineke, Jeanine, Johan, Kim, Margo, Mieke als gidsen en tekenjuf Marleen is dit weer succesvol en plezierig verlopen. Wij kregen enthousiaste reacties van zowel de leerkrachten, leerlingen als gidsen. Wij blijven zoeken naar een coördinator van deze dankbare en leuke activiteit. Het kost 2 keer per jaar wat tijd maar dan heb je ook wat. De gidsencursus heeft het blok Ecologie afgesloten en is begonnen aan het blok Flora en Fauna. Onze 4 gidsen (Margo, Jeanine, Myriam en Mark) in opleiding beginnen al een hecht team te vormen. Dit voorjaar lopen ze stage binnen de diverse werkgroepen. Ook starten zij met het inventariseren van het adoptiegebied in de Sonniuswijk. De organisatie van de Biodiversiteitsavond op 21 april vordert. Peter van Dijck is de trekker en wij hebben al een avondvoorzitter en diverse sprekers. Ook de Bij komt hierbij aan bod. De gemeente verleent ons gastvrijheid en ondersteunt. Dus houd deze avond vrij als je hieraan wilt bijdragen. Op 31 mei wordt het natuurontbijt bij de Stoerderij in Breugel georganiseerd, gevolgd door een wandeling. De jeugdleden en nieuwe leden van het afgelopen jaar worden hiervoor speciaal uitgenodigd. Via Sjors Creatief wordt aan kinderen van de basisscholen in Son en Breugel en hun ouders de mogelijkheid gegeven hieraan deel te nemen. Hopelijk kunnen we zo de interesse voor het IVN laten groeien. Vanwege de accommodatie hebben we slechts beperkt plaats, inschrijven kan tzt via onze website. Zie ook het artikel verderop hierover. Frans Zaal Van de voorzitter Een weekje IVN Het was weer een enerverend weekje 05. Maandagmorgen 26 januari schoolproject. Wij hadden dit jaar gekozen op voorstel van Margo om de kinderen te laten tekenen. En zo geschiedde. Samen
’t Zandblauwtje
-4-
Lente 2015
met Marleen als tekenjuffrouw was ik ingedeeld bij de Stoklandschool groep 6. De kinderen waren goed bezig en het werd een gezellige les. Mooie tekeningen en steeds valt op, het verschil wat kinderen zien en wat ze ervan op papier krijgen. Fascinerend. Dinsdagavond had ik overleg met een afvaardiging van de gebruikersgroep Bosgebied Oud Meer. Regelmatig heb ik met Arjaan Paulen, die voor het IVN aan dit overleg deelneemt, een voorbespreking. Nu ging het om een nieuwe voorzitter en of er een specifiek groepje binnen de groep gevormd moet worden, dat zich wat meer richt op de natuurwaarde in plaats van op de gebruikswaarde van het bos. Ook ging het wederom over Rendac, waarvoor ik weer regelmatig bezig ben deze week. Woensdag overleg met Ravon; Reptielen, Amfibieën en Vissen Onderzoek Nederland. Over waterkwaliteit, en met verschillende mensen gesproken. Het blijkt voor iedereen een ingewikkelde materie. Er is een zee aan regels, kaders, voorschriften, verantwoordelijkheden etc. Woensdagavond een thema-avond van de Klamper/IVN over hoe vogels omgaan met de klimaatveranderingen. Een zeer interessante lezing, waarbij duidelijk werd dat er kennelijk van veranderingen sprake is. Zo worden de vleugels van de vogels langer en het gewicht neemt af. Ook leggen de vogels steeds vroeger hun eieren en is er duidelijk sprake van een verschuiving in het gebied waar bepaalde vogels voorkomen. Deze verschuiving vindt, niet verwonderlijk, plaats vanuit het zuiden naar het noorden, waarbij het probleem in het noorden het meest pijnlijk is/wordt want daar houdt de mogelijkheid tot verder opschuiven op…… Willy Peters was deze avond voor het laatst in functie als thema-avond organisator. Eerder hadden wij bij de Kerstinstuif al afscheid genomen van Yvonne als coördinator. Willy heeft dit ook vele jaren gedaan en de Sonse- en Breugelse bevolking met tientallen avonden in de gelegenheid gesteld de dagelijkse beslommeringen te ontvluchten en vooral ook te verrijken. Met een klein toespraakje door de voorzitter van het IVN en een bedankje, overhandiging van een cadeautje door Jeanine die daarna ook de afsluiting verzorgde. Wij hopen dat Willy nog lang de door anderen verzorgde themaavonden zal bezoeken. Het wijst ons ook nog eens op het ondertussen nijpende tekort van nieuwe coördinatoren. Het bestuur kan niet alle taken die blijven liggen oppakken. Dus bij twijfel: geef je op, er zijn vast dingen te doen die je leuk zult vinden.
’t Zandblauwtje
-5-
Lente 2015
Het was een heel interactieve avond met een grote opkomst, die ook wat later eindigde dan gepland en onder de indruk van het gepresenteerde gaat iedereen weer zijns/haars weegs. Vrijdagochtend 30 januari overleg met Ton Kerkhof van Rijkswaterstaat over Rendac. Het heeft lang geduurd en pas na dreigen met klachtenprocedures kon deze afspraak gemaakt worden. Het resultaat viel niet mee. Er kon geen splitsing gemaakt worden waarbij er indien mogelijk in het kanaal zou worden geloosd en als het niet anders kon in de Stinkloop. RWS vond het water te vuil en bij de beperkte debiet van het kanaal kon men dat er niet bij hebben. Misschien als de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Weert is gesaneerd dat het water voldoende is gereinigd dat de vervuiling vanuit Rendac opgenomen kan worden. Maar dat is pas einde 2018. Overigens verloopt het overleg met de ambtenaren van RWS en het Waterschap prettig. Men is zelf ook allemaal niet blij met de huidige gang van zaken maar men ziet geen andere mogelijkheden. Volgende week weer overleg met het Waterschap. Wat niet bij deze week hoorde maar wat ik toch even wil noemen is dat ik 7 en 8 februari een cursus humisme heb gevolgd, samen met Wim Elfrink en Everdien Dierssen. Het waren leerzame dagen. Met deze cursus gaat er wederom een wereld voor je open. Wij mensen lijken ondertussen meer van het maanoppervlak te weten dan van onze eigen bodem, waar wij zo afhankelijk van zijn en waar wij zo slordig mee omgaan. Ik denk dat wij als mens en als IVN meer aandacht moeten besteden aan onze bodem en zal dit ook bij het landelijk IVN aankaarten. Frans Zaal Nieuwe leden IVN
N
ieuwe leden in 2014: Peter van Dijck, Ria van Don, Theo Florisse, Dennis Vervoort, Lien de Winkel; in 2015 Marielle Loijen. Luc van de Wiel werd huisgenootlid in 2015.
’t Zandblauwtje
-6-
Lente 2015
Ogentroost 49 Klein tasjeskruid Eenjarige planten - annuellen - vermijden een ongunstig jaargetijde door in het slechte deel van het jaar bovengronds afwezig te zijn en te overleven als zaad. De meeste eenjarigen mijden zo de winter. Echter, voor planten die groeien op grond die 's zomers sterk uitdroogt, kan juist de zomer het te vermijden seizoen zijn. Ze kiemen in de herfst, overwinteren als bladrozet en bloeien in het vroege voorjaar. Winterannuelen - zo heet deze groep - leven dus in twee jaren, maar omdat hun leven zich binnen 365 dagen afspeelt, zijn het toch eenjarigen. Klein tasjeskruid (Teesdalia nudicaulis) is zo'n winterannuel. Ik denk dat de nederlandse naam is afgeleid van de vorm van de vruchten (zie tekening) net als van Herderstasje. In de wetenschappelijke naam valt 'nudicaulis' op: met naakte stengels. En inderdaad zitten er geen blaadjes langs de stengel. De rozetblaadjes zijn sterk ingesneden en lijken nog het meest op die van Kleine veldkers en Pinksterbloem. Verreweg de meeste planten bloeien in april en mei; juni kan ook nog. En net als bij sommige andere winterannuellen kunnen enkele planten tot bloei komen in een zachte, regenrijke herfst. Klein tasjeskruid groeit op het zand dat op zijn hoogst matig voedselrijk is. In onze regio zijn vindplaatsen: voormalige zandverstuivingen, weginsnijdingen, spoorbanen en droge kanaaloevers. Tot 1950 kwam de soort ook in akkers voor. Die waren blijkbaar nog zo voedselarm dat daar plek was voor een soort die het bij toenemende voedselrijkdom aflegt tegen de concurrentie. Voor 1950 was Klein tasjeskruid in de regio Eindhoven zeer algemeen (voorkomen in 50% van alle onderzochte hokken). In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw is dat nog 'vrij algemeen': rond 13%. Dat is een forse achteruitgang, ook al omdat het aantal vindplaatsen meestal veel harder krimpt dan het aantal hokken. In en rond Son en Breugel waren er eind vorige eeuw nog een stuk of vijf vindplaatsen. Daarvan is er bij mijn weten nog een over: in de helling tussen fietspad en rijbaan langs de Lieshoutse weg, tussen de Kuilen en Olen. Op twee plaatsen in die berm lukt het blijkbaar om jaar in jaar uit de levenscyclus te voltooien. In deze rubriek is al meermalen betoogd dat schrale bermen de laatste vindplaatsen zijn van voor onze regio karakteristieke soorten. Al
’t Zandblauwtje
-7-
Lente 2015
fietsend zijn die eigenlijk al te herkennen: de begroeiing is meest laag, er zijn open plekken in de vegetatie, grasgroen gras domineert niet: eerder is de bladkleur dofgroen of grijzig groen.
Klein tasjeskruid - Teesdalia nudicaulis Hoogte tot 20 cm, meestal lager; bloemen wit. Twee kroonbladen langer dan de twee andere. Om het Klein tasjeskruid en zijn omgeving met eigen ogen te zien, kroop de Plantenstudiegroep van het IVN op 14 april 2014 in bovengenoemde wegberm. Gevaar voor eigen leven was er niet direct, maar heel aangenaam was het langsrijdende verkeer ook niet. Om precies te zijn, we bevonden ons bij de Amersfoort-coördinaten 164,814/392,232. We maakten er een vegetatieopname volgens de methode Braun-Blanquet, dat is een
’t Zandblauwtje
-8-
Lente 2015
gestandaardiseerde methode om vegetaties te beschrijven. In de berm kozen we een geschikte plek om de plantengroei rond het Klein tasjeskruid te bestuderen. Dat bleek een strook te zijn van een meter breed (tussen fietspad en weg) en twee meter lang (langs de weg). We schatten welk deel van de bodem door planten bedekt was, determineerden de soorten en schatten van elke soort de aantallen planten en/of de bedekking. Veel soorten bloeiden nog niet, de meeste waren nog vegetatieve planten. Het was dus zaak om goed te letten op de verschillen tussen de groene delen: bijv. alleen bladrozet of met stengels, plat op de grond of meer opgericht enz. en vooral te letten op de verschillen tussen de blaadjes: vorm, dikte , kleur, beharing, vettig of niet enz. Dit krijg je alleen in de vingers door veel te kijken en te leren van anderen. Onze gewone flora's zijn allemaal gebaseerd op bloeiende planten. Uiteindelijk vonden we op dit kleine stukje 22 soorten planten en twee soorten mossen. De meeste planten waren tot 10 cm hoog, alleen een enkel bloeiend gras kwam tot 35 cm. Tussen de planten was nogal wat open grond: de totale bedekking schatten we op 70%: 60% kruiden en 10% mossen. In de lijst zijn de soorten geordend van meest voorkomend naar minst voorkomend: Gewoon reukgras, Vroege haver, Bleek dikkopmos, Veelkleurig vergeet-mij-nietje, Schapenzuring, Klein tasjeskruid, Kleine klaver, Zandhoornbloem, Gewoon haakmos, Gewoon struisgras, Canadese fijnstraal, Gestreepte witbol, Gewoon biggenkruid, Vertakte leeuwentand, Zandraket, Gewoon herderstasje, Gewone reigersbek, Zachte ooievaarsbek, Gewone spurrie, Veldereprijs, Gewoon duizendblad, Grote leeuwenklauw, Kluwenhoornbloem, Smalle weegbree. De soort die het meeste voorkomt, Gewoon reukgras, bedekt minder dan een kwart van de bodem. De 8 soorten van Vroege haver t/m Gewoon haakmos bedekken tussen de een twintigste en een achtste deel óf er komen wel veel individuen voor, maar die zijn zo klein dat ze minder dan 5% bedekken. Het merendeel van de soorten, namelijk 15, komt in kleine tot zeer kleine aantallen voor. Vergelijk dit in gedachten eens met twee vierkante meter in een groen 'gewoon' weiland. Vooral Engels raaigras, mogelijk veel Paardenbloemen en veel
’t Zandblauwtje
-9-
Lente 2015
Kruipende boterbloemen en dat is het ongeveer. Het verschil zit in de hoeveelheid voedingstoffen. Als er veel voedingstoffen zijn, nemen een paar concurrentiekrachtige soorten de overhand. Als er minder voedingstoffen zijn, krijgt geen van de soorten de overhand en is de diversiteit veel groter. Wat ook opvalt in de soortenlijst, is dat er zowel overblijvende soorten als eenjarigen zijn. Blijkbaar lukt het de overblijvers niet om alles vol te groeien en blijft er elk jaar plaats voor eenjarigen. Waaronder het Klein tasjeskruid, waarmee onze nieuwsgierigheid begon. Afgezien van Klein tasjeskruid is geen van de soorten zeldzaam. Als er al iets bijzonder is aan de vegetatieopname is het het grote aantal soorten op twee vierkante meter. En wie dit allemaal tot hier gevolgd heeft, en -nog erger - het nog leuk vond ook, is van harte uitgenodigd als lid van de Plantenwerkgroep. John Bruinsma 0499-473384;
[email protected] De illustratie is afkomstig van František Polívka (1900-1904). Názorná květena zemí koruny české (Beschrijvende flora van de Tsjechische landen), Deel 2, p. 132. http://botanika.wendys.cz/kvetena/kvetena.php?dil=2&page=132
’t Zandblauwtje
- 10 -
Lente 2015
Uit het Veld EEN STILLE GRIJZE MORGEN
Een grijze stille morgen in het Hurkske, een bosgebied tussen Erp en Gemert. Bladstil met kleine geluidjes van meesjes en een merel op afstand. De vele wandelroutes voeren langs paddenpoelen en langs bospercelen die zijn uitgedund en waar de vergroting van de diversiteit zichtbaar begint te worden. Paddenstoelen zijn volop aanwezig. Een stronk van een afgezaagde den zag er volledig vuil geelwit uit. Alsof er een emmer dikke verf met klodders overheen gegoten was.
Dichtbij gekomen was de klokvormige structuur op de dode stronk goed te zien; kleine klokjes en dunne zuilen. De sporenbuisjes waren met behulp van een spiegel goed zichtbaar en hadden een lichtgele kleur. Het bleek de Citroenstrookzwam(Antrodia Xantha) te zijn. Een zeldzaam voorkomende saprofyt die op de rode lijst staat.
’t Zandblauwtje
- 11 -
Lente 2015
De zwam komt het meest voor op de zandgronden in Drenthe en Brabant en zijn aan dood naaldhout gebonden. Verderop wandelend valt ons bij een kromming van een bospad een volkomen onbeweeglijke figuur op, geknield en ver voorover gebogen. Dichterbij komend blijft hij in verstarde houding zitten, het zal toch niet…….Gelukkig komt hij in beweging en het blijkt een voor ons bekende IVN’er te zijn, die heel geconcentreerd met zijn camera bezig is om tussen ruige grasbegroeiing een macro-opname te maken. Het onderwerp van zijn aandacht betreft een groepje van ca. acht spatel- tot knotsvormige vruchtlichamen te zijn van de Aardtong(Geoglossum en Trichoglossum). De vruchtlichamen zijn tussen de 3 tot 8 cm hoog en donkerbruin tot zwart gekleurd. Het spatel- of tongvormig topgedeelte rust op een cilindrisch gevormd steeltje. Er zijn meer soorten van deze zwam en alleen per soort te determineren met behulp van microscoop en gedegen kennis van subtiele verschillen van o.a. de vorm van de sporen. De Aardtong is een saprofyt die dode plantenresten afbreekt. Ook deze zwam staat op de rode lijst, wat helaas voor veel zwammen geldt. De grote boosdoener blijkt ook hier de overbemesting te zijn en de hieruit voortkomende stikstofverbindingen die in de lucht en het regenwater voorkomen.
’t Zandblauwtje
- 12 -
Lente 2015 Ook deze zwam is op schrale kalkarme zandgronden te vinden. In de late herfst komen ze tevoorschijn op grassige en mosrijke terreinen.
Tot slot werden wij op deze wandeling getrakteerd op een grote cocon die met spindraden tussen heidetakjes was opgehangen. Ca. 2-3 cm breed en 3-4 cm hoog met verticale strepen en een aan de bovenkant met spinrag afgesloten opening. Deze cocon is van de Wespspin(Argiope bruennichi) of zoals hij ook wordt genoemd de Tijgerspin.
’t Zandblauwtje
- 13 -
Lente 2015
Het vrouwtje is relatief groot ca. 15 mm, het mannetje slechts 5mm. De Wespspin dankt zijn naam aan de heldergele strepen op het lijf, afgewisseld met witte en grillige, diepzwarte banden, die ook op de poten zijn afgetekend. Het mannetje heeft deze kleuren niet en is vrij onopvallend. De Wespspin is relatief een nieuwkomer. Het eerste exemplaar, oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, werd in 1980 in Zuid-Limburg waargenomen en inmiddels heeft de soort zich over het hele land verspreid en voelt zich vooral thuis op ruige graslanden en heidevelden. Rond augustus, een maand na de paring, waarna het mannetje door het vrouwtje wordt ingekapseld en opgegeten, worden de honderden eitjes in een grote gelige ei cocon afgezet, die een maand later uitkomen. De jonge spinnen brengen de winter in deze cocon door. Ze worden door de vrouwtjesspin bewaakt totdat ze sterft. In maart verlaten de jonge spinnen de cocon. Ze gaan met hun achterlijf, waar zich de spintepels bevinden, omhoog staan. Ze spinnen een draad die met behulp van thermiek omhoog waait. Als de draad lang genoeg is om het gewicht van de spin te dragen, wordt de spin door de lucht meegevoerd om elders neer te komen. Dit verschijnsel wordt ballooning genoemd. De Wespspin leeft van de grotere insecten zoals, kevers, libellen en sprinkhanen. Het web wordt dicht boven de grond gesponnen om o.a. de sprinkhanen te vangen. In het web is een goed zichtbare zigzag lijn gesponnen, heel kenmerkend maar waarvan het doel niet bekend is. En dit allemaal kon op een stille grijze morgen in november worden waargenomen. Een dag veel minder grijs dan we vermoedden. Frans van Baars
’t Zandblauwtje
- 14 -
Lente 2015
Flora en Fauna op de Plattegrond Stokroosstraat Dit keer gaat het in deze rubriek over de Stokroos naar aanleiding van de Stokroosstraat, waar ik onlangs doorheen fietste. De straat is gelegen in de wijk De Vloed tussen de Kanaaldijk-Noord en de Bontstraat. De Stokroos (Alcea rosea) is geen plant die hier van nature voorkomt, maar is wel bekend als tuinplant. Van oorsprong komt de plant uit Klein-Azie en werd in de 16e eeuw naar Europa gebracht. Aanvankelijk groeide de Stokroos op het platteland in boerderij-tuinen. Later verscheen de plant ook in stedelijk gebied. Hij doet het goed op een warme, luwe, licht vochtige plek, zoals tegen een muur of schutting. De Stokroos is tweejarig. Op beschutte plaatsen overleven veel jonge planten de winter en groeien de daarop volgende zomer tot enige meters hoge planten, die op hun beurt ook weer zaad vormen. Vooral in stedelijk gebied verwildert de Stokroos op deze manier. Hij houdt van voedselrijke grond en zon. Ook in siertuinen, volkstuinen en al eerder in boerentuinen is de plant tegenwoordig te vinden. De Stokroos is een tijdje minder populair geweest in ons land. Nu is hij weer “in”, getuige de vele adressen op internet van tuincentra en kwekerijen waar naast de plant (je hebt enkel- en dubbelbloemige exemplaren) ook het zaad te bestellen is. De plant behoort tot de Kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De familienaam heeft te maken met de vrucht, een splitvrucht. Deze bestaat uit kleine dopvruchtjes, die in een kransje rondom een “middenzuiltje” staan. Daardoor lijkt de aldus samengestelde vrucht op een plat kaasje. Als de zaden rijp zijn, barst de splitvrucht open en springen de dopvruchtjes naar buiten. De Kaasjeskruidfamilie omvat meer dan duizend soorten, waarvan de meeste in de tropen groeien. De Katoenplant is daar een voorbeeld van. In Noord-Europa zien we maar een paar soorten van die familie: de verschillende soorten Kaasjeskruid (Malva’s) en de Heemst. De Malvasoorten werden oorspronkelijk gebruikt als sierplant en geneeskruid. Inmiddels zijn ze verwilderd en komen nu ook in grote getale in de natuur voor.
’t Zandblauwtje
- 15 -
Lente 2015
De Heemst (Althea officinalis) is als enige een van oorsprong inheemse plant. Dat blijkt uit vondsten van zaden, vruchtwanden en stuifmeel van deze plant uit prehistorische tijden. Je komt hem tegenwoordig nog maar zelden tegen in de natuur.
De Stokroos (Alcea rosea) Stokroos en Heemst werden gebruikt als medicinale planten. Ze bevatten stoffen, die verzachtend werken op ontstoken slijmvliezen. Ze werden toegepast bij o.a. hoesten en bronchitis. In de reguliere geneeskunde worden ze niet meer gebruikt. De wetenschappelijke naam voor Heemst luidt Althea officinalis en dat heeft te maken met zijn genezende eigenschappen. Althea is afgeleid van een Grieks woord dat geneesmiddel betekent en officinalis duidt erop dat het uit de apotheek afkomstig was.
’t Zandblauwtje
- 16 -
Lente 2015
De Stokroos is zoals eerder vermeld, een twee-jarige plant. Het eerste jaar wordt een bladrozet gevormd en het jaar daarop komen er bloemen aan de rechtopstaande stengel, die wel 2 tot 3 meter hoog kan worden. Bladeren, stengel en knoppen zijn dicht bezet met haren. Hij bloeit van juni tot oktober met grote, opvallende bloemen in de kleuren rood, roze, lichtgeel, wit of heel donker paars. In de stedelijke geveltuintjes heerst een goed klimaat voor de Stokroos. Er is voldoende warmte, beschutting en een vochtige bodem onder de straattegels. De Stokroos wordt niet beschreven in de Ecologische Flora van Weeda c.s., maar wel in de later verschenen 23e druk van de Flora van Heukels. Daarin staat over de Stokroos geschreven: “Tuinplant, vooral in stedelijk gebied vaak verwilderd en lang standhoudend, mogelijk inburgerend”. Kennelijk vinden de samenstellers, dat hij onderhand bij de natuurlijke vegetatie hoort. Op de bloemen komen veel insecten af, vooral bijen en hommels. Jac. P. Thijsse schreef in het Verkade-album “De bloemen in onzen tuin” het volgende over het insectenbezoek. “En dan de hommels in de stokrozen. Die komen er om stuifmeel en daar zitten ze vaak zoo dik onder, dat ze zich moeten kammen en schuieren, eer ze naar huis gaan, beladen met een dik klompje van dat stuifmeel aan de achterpoten”. Het was een grijze, kille winterdag, toen ik dit las. Gelukkig is het bijna lente. Bronnen: Nederlandse Ecologische Flora, E.Weeda, e.a. Heukels’ Flora van Nederland 23e druk, Ruud van der Meijden, e.a. De Bloemen in onzen tuin, Jac. P. Thijsse, uitg. Verkades fabrieken, Zaandam, 1926. Internet: Floron Soortenbank Wikipedia Leny Bergmans
’t Zandblauwtje
- 17 -
Lente 2015
Activiteitenprogramma Wandelingen. Zondag 22 maart. Voorjaarswandeling over de Vresselse Akkers. We gaan kijken hoe de natuur zich ontwikkelt na een koude periode. Zijn er al voorjaarsbloeiers, hoe ver zijn de knoppen van de bomen al uitgelopen? Neem vooral ook een loep mee, dan gaat er nog een heel andere wereld voor u open! We gaan bij deze wandeling ook genieten van het landschap, de meanderende Dommel met verrassende doorkijkjes en de ‘Oda berg’. We verzamelen om 13.30 uur bij de Vresselse Hut. Honden zijn niet welkom. Starttijd: Zondag 22 maart, 13.30 uur. Startpunt: de Vresselse Hut, Vresselseweg 33, 5491 PA St. Oedenrode. Meer informatie: Henny Vredeveld , tel. 0499 - 471665 Zondag 19 april. Publiekswandeling Heemkundekring & IVN Son en Breugel Sonse Bossen (bij Thermae Son). Al weer voor de vierde keer zal er een wandeling plaatsvinden met zowel gidsen van de Heemkundekring als van IVN Son en Breugel. Dit jaar is de wandeling op zondag 19 april door de Sonse Bossen, op de grens van Son en Breugel. Natuur en historie komen in dit gebied, vlak langs de Dommel, mooi samen. De gidsen van het IVN bereiden zich al voor om u veel informatie te kunnen geven over alles wat groeit en bloeit en de gidsen van de Heemkundekring verdiepen zich in de historie van de gebouwen en paden in deze route. De start van de wandeling is om 13.30 uur vanaf de parkeerplaats bij Thermae Son. De route zal ongeveer twee tot drie kilometer lang zijn, het tempo ligt laag, omdat we regelmatig e.e.a. vertellen over de natuur en de cultuur. Wandelschoenen zijn wel aanbevolen, zeker als het de dagen voor de wandeling geregend heeft. Deelname is gratis. Honden zijn helaas niet toegestaan (ook niet als ze aangelijnd zijn).
’t Zandblauwtje Begin- en eindpunt: Starttijd: Meer informatie:
- 18 -
Lente 2015
Thermae Son, Thermaelaan 2, 5691 PM Son en Breugel Zondag 19 april 2015, 13:30u Dora Cooijmans, HKK Son en Breugel tel. 0499 – 460 974
Maandag 27 april. Vroege vogelwandeling met het IVN. Het is onderhand een traditie, dat Koningsdag in Son en Breugel begint met de Vroege vogelwandeling, georganiseerd door het IVN. Bij het vertrek, klokslag 05.00 uur per fiets vanaf het Pieter Breugelplein, 5694 AH Breugel is het nog donker. Van daaruit fietsen we naar de Mosbulten (kruising Olen en de Kuilen), waar de wandeling begint. Als we beginnen met wandelen, ontwaakt de natuur langzaam en de eerste vogels beginnen met hun zang tot het hele vogelkoor losbarst. Intussen is de zon opgekomen en worden de kleuren zichtbaar. Een onvergetelijke ervaring. Ervaren vogelaars helpen u graag om de verschillende vogelgeluiden te herkennen. Bij terugkeer in Breugel staat het Oranjecomité klaar met oranjebitter en koffie. Stevig schoeisel en warme kleding (het wordt tijdens de wandeling alleen maar kouder) zijn zeer aanbevolen. Geen honden. Starttijd: Maandag 27 april, 5:00u Startpunt: Pieter Breugelplein. 5694 AH Breugel Meer informatie: Joop van Kempen, telefoon 0499 473276. Zondag 31 mei 9.00 uur. NATUURONTBIJT Zondagochtend 31 mei is het eerste IVN natuurontbijt van Son en Breugel. We beginnen om 9.00 met een heerlijk ontbijt bij De Stoerderij in Breugel, daarna kun je kiezen tussen een wat kortere speelse kinderwandeling of een heerlijke lange wandeling in het gebied rond de Breugelse Beek. Tegen 12.00 uur zijn we weer terug op De Stoerderij. Natuurlijk zullen we ook wat meer te weten komen over de stoere waterbuffels die rond lopen bij de Stoerderij. En zal er gelegenheid zijn om de heerlijke waterbuffel
’t Zandblauwtje
- 19 -
Lente 2015
producten te kopen. De kosten voor het ontbijt bedragen €5,00 voor volwassenen en €2,50 voor kinderen. Wij willen alle nieuwe leden van 2014 en 2015 uitnodigen om gratis met ons mee te ontbijten, zij ontvangen hiervoor nog een persoonlijke mail (indien je geen mail hebt kun je mij altijd bellen). Verder staat de wandeling open voor iedereen, omdat er maar een beperkt aantal plaatsen is geldt "wie het eerst komt, het eerst ...." . Aanmelden binnenkort via onze website. Ellen van Wijk Zondag 31 mei. Wandeling in de Moerkuilen. Op 31 mei organiseert IVN Son en Breugel een wandeling in de Moerkuilen. De wandeling door de Moerkuilen wordt gekenmerkt door de afwisseling van bos en ven met een diversiteit aan planten en (water-)vogels. Ooit was het gebied van de Moerkuilen een veengebied dat door de boeren werd afgegraven om turf te winnen. Nu groeien er water- en moerasplanten die vrij uniek zijn en passen in deze omgeving. Het voorjaar leent zich juist vanwege de bloei van veel planten voor een wandeling, die zowel langs het ven gaat als door het mooie Dommeldal. De wandeling begint bij de parkeerplaats Moerkuilen aan de Lieshoutsedijk en duurt ca. 2 uur. Kinderen zijn uiteraard ook welkom. Honden zijn helaas niet welkom (ook niet als ze aangelijnd zijn). Begin- en eindpunt:
Parkeerplaats Moerkuilen t.o. Lieshoutsedijk 39 5491 RV Sint Oedenrode GPS coördinaten: N51 33.900 E5 30.118
Starttijd: Meer informatie:
Zondag 31 mei 2015, 13:30u Frans van Baars, tel. 0413 369 940
Honden, ook aangelijnd, zijn niet welkom.
’t Zandblauwtje
- 20 -
Lente 2015
Biodiversiteitsavond. Dinsdag 21 april wordt in samenwerking met de gemeente een avond georganiseerd met als thema Biodiversiteit. De Bij is het uitgangspunt. Imkers, agrariërs en vertegenwoordigers van natuurorganisaties zijn uitgenodigd om hun licht te laten schijnen over dit onderwerp en over de samenhang in de natuur. Binnenkort zijn nadere gegevens, zoals plaats en tijd, te lezen in de (lokale) bladen en de kabelkrant. Noteer deze datum alvast, het belooft een zeer interessante avond te worden.
Werkgroepen Werkgroep Documentatie Nieuws van het Documentatiecentrum De plantenstudiegroep heeft op verzoek van Staatsbosbeheer een inventarisatie gedaan van het weitje bij de Sonse Bergen en in de Dode Dommelarm. Het resultaat hiervan ligt nu in het Documentatiecentrum: 322 B 56 Bruinsma, J. e.a. De planten in het weitje tussen de Dode arm en de Dommel en in de Dode arm in Son in 2014. In het volgende boekje worden Latijnse plantennamen verklaard. Een goede hulp om die moeilijke namen beter te onthouden. 315 D 42 Donk, E.van , M.Peters e.a. Wat betekent die naam; een alfabetische lijst van botanische namen van succulente en aanverwante planten met hun verklaring. Nog even een aanwijzing voor boekenleners. Graag een uitleenkaart invullen voor elk boek, dat je leent. Dus als je drie boeken meeneemt graag drie uitleenkaarten invullen. Zet elke kaart op de plaats in de kast waar het boek thuishoort. Dat is makkelijk bij het terugzetten. En ook makkelijk om na te gaan wie een bepaald boek heeft geleend. Zo kan iemand, die een boek dringend nodig heeft, traceren waar het boek zich bevindt. Ik ben beschikbaar voor hulp bij het zoeken.
Dori 0499 472416
’t Zandblauwtje
- 21 -
Lente 2015
Werkgroep Boomfeestdag
Boomfeestdag 2015: Bomen & Water! Op woensdag 18 maart 2015 wordt in ons land de 59ste editie van de Boomfeestdag gevierd met als thema ‘Bomen & Water’. Een meer dan actueel thema en dat niet alleen vanwege de Waterschapsverkiezingen die ook op deze datum worden gehouden. Daarbij is water niet alleen de eerste levensbehoefte voor mensen, maar ook voor de natuur: zonder water is er namelijk geen leven. In een gezonde natuur spelen bomen een belangrijke rol, omdat zij met haar wortels namelijk de grond vasthouden. En in onze volgebouwde steden zorgen ze ervoor dat het overtollig hemelwater wordt opgenomen. Het planten van bomen komt dus ten goede aan een goede waterberging en waterbeheersing. Water speelt een steeds belangrijkere rol in onze maatschappij en de politiek: denk hierbij aan de klimaatveranderingen in relatie tot het steeds hoger worden van de zeespiegel. Dit komt mede door mondiale problemen rondom grootscheepse bomenkap, dat haar effect ook op ons land heeft. Het voorjaar wordt ook steeds droger door de klimaatveranderingen. De grondwaterstand is dan laag, waardoor vooral jonge bomen problemen krijgen om “aan te slaan”. Hiermee dient rekening gehouden te worden in de nazorg, door het geven van water bij pas geplante bomen. Deze nazorg moet derhalve structureel onderdeel zijn van de gemeente-begroting, anders is het kapitaalsvernietiging. Water is dus onmisbaar bij de groei van bomen, omdat alle biochemische processen in de boom zich afspelen in een waterig milieu. Er is een duidelijk verband tussen opname van koolzuur en de waterafgifte tijdens de hete dagen. Als er onvoldoende water in de bodem aanwezig is en ook te weinig luchtvochtigheid, heeft dat effect op de groei van de bomen. De leerlingen van groep 8 van alle basisscholen uit Son en Breugel gaan planten aan de Berlagelaan. Dit zal plaatsvinden op 18 en 19 maart van 9.30 tot 12.00 uur. Leerlingen van de Emiliusschool zullen op donderdag 19 maart om 13.30 uur bij het HIVA-terrein en park Vroonhoven gaan planten. Het planten wordt bijgewoond door één van de leden van het college van B&W.
’t Zandblauwtje
- 22 -
Lente 2015
Het planten staat onder leiding van Ton Verkooijen en de medewerkers van de afdeling Groen en Beheer. Na afloop krijgen de kinderen chocolademelk en een aandenken, dit wordt aangeboden namens de gemeente Son en Breugel. Voorafgaande aan de Boomfeestdag krijgen de leerlingen een bomenles op de Sonse Bergen aangeboden door het IVN. Dit jaar vinden de bomenlessen plaats van 3 t/m 13 maart . Tijdens deze les leren de kinderen o.a. over de knoppen van bomen, de opbouw van een boomstam, boomhoogte berekenen en welke diertjes er in en rondom een boom leven. Als afsluiting vindt het “Ren je rot-spel” plaats. De winnaar krijgt de zilveren krut. De bomenles wordt verzorgd door 2 gidsen van het IVN en 2 ouders van school. Namens de kinderen wil ik de gidsen en ouders bedanken voor hun inzet. Evelyn Kreukniet
Werkgroep Steenuilen
Jaarverslag Steenuilenwerkgroep Son en Breugel 2014 In 2014 is het de werkgroep gelukt het steenuilenbestand te handhaven. Het aantal kerkuilen is dit jaar fors toegenomen. Dit is waarschijnlijk voor het grootste deel te danken aan het feit dat het een goed ‘muizenjaar’ was. In steenuilenkasten hebben we nog nooit zo veel dode muizen aangetroffen als dit seizoen. Voor voedsel zijn kerkuilen veel meer afhankelijk van muizen dan steenuilen dat zijn. Hopelijk heeft dit de jongen zo goed gedaan dat ze sterk en gezond de winter doorstaan. Veel jonge uilen redden het namelijk niet om de winter gezond en wel door te komen. In het voorjaar zullen we het gaan zien. Maar dat zal zeker ook afhankelijk zijn wat de winter ons verder zal gaan brengen. Voorgaande jaren hebben we een enorme groei doorgemaakt. In 2012 hadden we al onze bedenkingen omtrent een eventuele verdere toename van het aantal uilen in Son en Breugel. De rek is uit eruit hoewel wij nog steeds kans zien incidenteel een nieuwe kast te plaatsen. Een kast wordt door onze werkgroep pas geplaatst indien er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan zoals een
’t Zandblauwtje
- 23 -
Lente 2015
goede biotoop, sporen van de aanwezigheid van een uil en uilen in de directe omgeving. In Brabant gaat het met de steenuil een stuk beter vergeleken met een aantal jaren geleden. Volgens Brabants Landschap helpt het plaatsen van nestkasten enorm. BL levert onder andere de werkgroep de nestkasten, houdt alle gegevens bij van alle werkgroepen, ondersteunt bij biotoopverbetering en organiseert bijeenkomsten voor vrijwilligers. In Brabant hangen ongeveer 5000 uilenkasten. De afgelopen 25 jaar hebben zij zorg gedragen voor 6500 natuurprojecten mbt biotoopverbetering zoals houtsingels, poelen en kleinschalige natuur. Hier valt ook in Son en Breugel zeker nog winst te behalen. Resultaten in cijfers-Steenuilenwerkgroep Son en Breugel 2008 2009 2010 2011 2012 Jonge 9 8 20 39 52 steenuilen Jonge 7 3 10 kerkuilen Kasten 22 41 54 61 57 Kast steenuilkerkuil Vrije broedgevallen
2013 56
2014 52
4
20
63
66
46-8
52-9
49-8
56-7
57-9
2
2
5
7
8
In de tabel is te zien dat in 2009 veel kasten zijn opgehangen en dat heeft ook zeker resultaat gehad gezien de forse toename van het aantal uilen in 2011 en 2012. Dat de rek er uit is wat het aantal kasten en dus ook uilen betreft, is te zien aan het aantal jonge steenuilen. 52 is echter een heel mooi getal als je het vergelijkt met een aantal jaren geleden. Als we dit kunnen handhaven zou dat een prachtig resultaat zijn. Zoals al eerder vermeld is het aantal kerkuilen wel fors toegenomen. De legsels waren groter en succesvoller door het grote aantal muizen dit jaar. Bij een andere werkgroep in Brabant heeft dit zelfs geresulteerd in drie broedsels dit seizoen door één kerkuilenpaar. Zo’n opmerkelijk nieuws hebben wij niet te melden maar 20 jonge kerkuilen is een prachtig resultaat!
’t Zandblauwtje
- 24 -
Lente 2015
De samenstelling van de werkgroep is veranderd in 2014. Jacques Bergman is per 1 januari gestopt met zijn werkzaamheden voor de uilenwerkgroep. Vanaf het eerste uur was Jacques bij de werkgroep betrokken waardoor hij een enorme bron van informatie was binnen de werkgroep. Hij zal zeker gemist worden. Gelukkig hebben we twee nieuwe leden mogen verwelkomen. Theo Florisse is reeds begonnen als enthousiast uilenbeschermer en heeft zijn eerste kast al opgehangen op een mooie locatie. Het wachten is op een uil die deze kast gaat bewonen. Verder biedt Jorn van Soest, middelbare scholier van 16 jaar, regelmatig de helpende hand bij het verrichten van hand- en spandiensten voor de uilen. We zijn met beide beschermers erg verheugd. De werkgroep bestaat nu uit: Bert van Oosten, Theo Florisse, Jorn van Soest, Lonneke van Soest Heel veel dank van ons natuurlijk aan alle gastouders die de uilen én ons op hun erf dulden ieder jaar weer. Zonder hulp van deze mensen had het uilenbestand er niet zo goed uit gezien. 72 jonge uilen erbij dit seizoen in het buitengebied van Son en Breugel! Nu maar hopen dat ze goed de winter doorkomen. Lonneke van Soest Uilenwerkgroep IVN Son en Breugel
Werkgroep Zonhove Ik ben dringend op zoek naar een vertegenwoordiger van het IVN in de (externe) werkgroep Wandelen Op Wielen. Voorheen zat ik samen met John Carp in de werkgroep. Tot nu toe komen we eens in de drie maanden bij elkaar, meestal op maandagochtend. Ten tijde van de uitvoering van de "Wandeling op Wielen" kwamen we vaker bij elkaar. Zo zal het waarschijnlijk ook in de toekomst gaan. Voor overige inlichtingen kun je bij mij (Doortje) terecht. Tel. 475697. Doortje van den Nieuwenhuijzen
’t Zandblauwtje
- 25 -
Lente 2015
Werkgroep IVN tuin De jampottest. Men neme een jampot, doe daar een beetje aarde in, bv. uit de IVN-tuin, doe daar water bij (met bv. een druppeltje afwasmiddel), schudde flink en late het bezinken. Dat volbrengt elke tuinman die geduld heeft, want kleine deeltjes zinken traag. Ter illustratie een rekensommetje. Gem. diameter: zand 0,5 mm, silt (leem) 0,01 mm, klei 0,001 mm Verhouding : 500 : 10 : 1 Hieruit volgt dat er 500³= 125 miljoen kleideeltjes in één zandkorreltje passen. Kleideeltjes blijken te zinken in circa 48 uur. Humusdeeltjes zijn nog kleiner, dus die vergen nog meer tijd. Het doel van de test is een indruk te krijgen van de bodemsamenstelling (meestal al bekend) en van het percentage biomassa (bovenste zwarte laagje) t.o.v. de totale massa. Dit percentage is maatgevend voor alles wat het betreffende stukje bodem überhaupt te bieden heeft aan de natuur t.b.v. continuïteit/herstel, behoud van ecosystemen, waterhuishouding, klimaat en gezondheid. Anders gezegd: het bodemvoedselweb heeft zijn oorsprong in de humusdeeltjes. Daarin komen de kleinste organismen tot leven, en die bieden weer voedsel en/of structuur, enz.. totdat je bij de mens komt. In voorgaande denkwijze begin je a.h.w. weer alles van voor af aan op te bouwen, en word je geconfronteerd met vele vragen. Waar hangt wat van af? Wat bepaalt bv. hoeveel schimmels, bacteriën, springstaarten of andere beestjes op een bepaalde plek zijn, of gewenst zijn? Wie het weet, mag het zeggen. Het antwoord werd in dit geval gegeven door de docent van de korte cursus Gevoel voor Humus, ondertitel: Alle kleine beestjes helpen, gehouden op 7 en 8 februari jl. te Eindhoven, waar Frans en Everdien ook hun licht opstaken. Volgens de docent is de plant hier allesbepalend. Vaag zal menigeen dat al hebben vermoed omdat bv. een eenjarige die opschiet op een verstoorde plek om de rust te herstellen niets heeft aan een symbiose met schimmels welke er dan niet zijn. Daaruit is ook af te leiden dat het de plant is die de zuurgraad bepaalt. En andersom geredeneerd lijkt het dan des te dwazer om bv. een plant te overstelpen met stikstof. Hij groeit dan te snel, vormt onvoldoende aminozuren en is onvoldoende weerbaar, terwijl die plant juist alles zelf kan regelen.
’t Zandblauwtje
- 26 -
Lente 2015
Het gaat hier om een fenomeen waaraan de mens nog moet wennen, want hijzelf bepaalt, terwijl hij hier voornamelijk kan bepalen hoe groot zijn mislukking zal zijn. De jampottest heb ik uitgevoerd met een pot aarde uit de IVN-tuin en één met aarde uit de volkstuin te Bokt. Qua grondsoort lijkt er weinig verschil. De IVN-aarde lijkt humusrijker. Het betreffende stukje grond is nooit bemest, wel redelijk met rust gelaten en zoveel mogelijk bedekt. In de volkstuin (moestuin)is wel bemest, met eigen compost en Friese koemest, maar de verstoring is groter. Uit de test komt ook naar voren dat de onderdompeling van grond in water een massamoord is op alle zuurstofminnende organismen. Het wordt een kleverige, sterk riekende smurrie. Zo ervaar je wat je aanricht als je de bodem verwaarloost. Wim Elfrink
Verslagen Ledenwandeling van zaterdag 21 februari jl. naar het Torreven. Zaterdag 21 februari hebben we weer een ledenwandeling gemaakt. We vertrokken zoals gewoonlijk om 9:30 vanaf het IVN-gebouw. De voorspellingen waren niet zo goed, en toen we aankwamen miezerde het een beetje. Gelukkig was de opkomst redelijk , we waren met 6 personen. Na kort overleg besloten we naar de Mosbulten te gaan. We gingen met de fiets en 2 dames gingen met de auto. Daar aangekomen opperde José om een keer de blauwe route te lopen, de zogeheten Torrevenroute van zo’n 6,5 kilometer lang. Het zou dan een doorstapwandeling worden. We vonden het allemaal een goed idee en aldus vertrokken we. Het weer was ondertussen mooi opgeklaard en de zon scheen prachtig door de bomen. Al wandelend werden we aangenaam verrast door de veelzijdigheid en schoonheid van het landschap. Zelfs in deze nawinterse periode waarin de bomen nog geheel kaal zijn was het prachtig.
’t Zandblauwtje
- 27 -
Lente 2015
We kwamen door bos, weiland, heide en langs sloten. Maar het mooiste was het Torreven, dat in het zonlicht baadde tussen de bomen. Langs het ven zagen we schapen die daar grazen om verruiging van het landschap tegen te gaan. Het Torreven is een laatste overblijfsel van een uitgestrekt heidegebied, de Lieshoutsche Heide. In 1992 is het ven geheel opgeschoond omdat het aan het dichtgroeien was. Op het moment worden er opnieuw herstelwerkzaamheden uitgevoerd om te zorgen dat het ven open blijft en de oorspronkelijke plantensoorten zoals struikheide en dopheide een kans krijgen om zich te ontwikkelen. Zo wordt de bosrand teruggezet om het heidegebied open en het water in beweging te houden, worden de oevers afgeplagd en grazen er schapen. Het is een heel mooi ven en een prima plek om een keer terug te komen voor een eenvoudige picknick, dus dat idee gaan we wellicht tijdens een volgende wandeling ten uitvoer brengen. Ook willen we een keer op Bokt gaan wandelen en dan samenkomen bij de Volkstuinen aldaar. En we hebben nog meer ideeën, dus ik zou zeggen, houd je mail in de gaten! De ledenwandeling wordt eens per maand gehouden op zaterdag vanaf 9:30 uur vanaf de Genovevalaan 33 in Breugel en van te voren aangekondigd via de mail. De data zijn ook te vinden in het jaarprogramma 2015. Hopelijk een keer tot ziens! Margo Adema.
’t Zandblauwtje
- 28 -
Lente 2015
Activiteitensprokkels IVN Best Donderdag 26 maart. 20.00 – 22.00 uur. Lezing over Vleermuizen door Frans Hijnen. Locatie: Immanuëlschool , Van Lumeijstr.1 te Best. IVN Geldrop Zondag 19 april. 14.00 – 16.00 uur. Lente in het Kasteelpark, “de Paardestal”. Woensdag 1 april. Linten in het landschap Woensdag 6 mei. Blauwgraslanden Woensdag 3 juni. De das in Brabant Deze woensdagen zijn inloopavonden. Start 20.00 uur in Natuurinformatiecentrum “de Paardestal”in Kasteelpark te Geldrop. IVN Heeze- Leende Zondag 15 maart. 14.00 uur. Publiekswandeling Herbertusbossen. Wandeling rondom Kasteel Heeze en Herbertusbossen. Vertrek: parkeerplaats van gemeentehuis in Heeze. IVN Nuenen Maandag 9 maart. 20.00 uur. Lezing over wilde bijen door Ad Brouwers. Locatie: het Klooster, Park 1, Nuenen. Zondag 22 maart. 10.00 uur. Spechtenwandeling in het Nuenens Broek. Vertrek Nuenens Broek, te voet vanaf de Lissevoort. IVN Helmond Zondag 5 april. 14.00 uur. Wandeling Bakelse Beemden. Verzamelen bij de groene poort aan de Arcenlaan in de wijk Dierdonk. Zondag 3 mei. 14.00 uur. Wandeling Coovelsbos. Verzamelen 1e bocht Burg. Krollaan, komend vanaf Mierloseweg.,bij het Kerktorentje aan de rechterkant. Heem-Natuurgroep St. Oedenrode Maandag 13 april. 20.00 uur. Lezing “Landgoederen in de Meijerij”door Thijs Caspers in ontmoetingsruimte van kringloop “d’n Einder”, Sluitappel 17a in de wijk Eerschot te St.Oedenrode. Zondag 3 mei. 6.00 uur. Vroege vogelexcursie in de Sort te Boskant. Zondag 7 juni. 9.00 uur. Natuurexcursie omgeving het Langven te Best.
’t Zandblauwtje
- 29 -
Lente 2015
Woensdag 8 juli. 19.00 uur. Natuurwandeling vanaf café “Het Groene Woud” te Liempde. Al deze wandelingen vertrekken vanaf de markt te St. Oedenrode.
Waterschapsverkiezingen Water Natuurlijk gaat voor natuurlijk en recreatief water! Water Natuurlijk is een brede netwerkorganisatie (stichting) van natuur-, recreatie- en sportvisserijorganisaties. We komen op voor het belang van de burger, de natuur en het water zelf. Denk hierbij aan het belang van water voor bos, natuur, groen, landgoed, landschap, cultuurhistorie, recreatie, sportvisserij, watersport en educatie. Dat is dus ook uw belang.
Trekpontje over de Dommel bij Liempde, schakel in het ommetje vanuit het dorp naar het Duifhuis en de Geelders
’t Zandblauwtje
- 30 -
Lente 2015
Alle waterschapspartijen zijn voor veilig water, voldoende water en schoon water. Water Natuurlijk ook, maar wij leggen de lat hoger bij het waterbeheer. Daarnaast zijn wij de enige partij, die volledig voor natuurlijk en recreatief water gaat. Dat doen we voor u, de burger, en voor de natuur (planten en dieren) zelf. Denk hierbij aan: -
Verdrogingsbestrijding van verdroogde bos- en natuurgebieden Herstel van gekanaliseerde beken en van dichtgeslibde vennen Aanleg van ecologische verbindingszones en natuurvriendelijke oevers Aanleg van vispassages/vistrappen in - en visstekken langs het water Meer mogelijkheden om te struinen, wandelen, kanoën en zwemmen
Water Natuurlijk is de groene waterschapspartij met hart voor blauw (en verstand van zaken). Bij de vorige verkiezingen zijn we de grootste
’t Zandblauwtje
- 31 -
Lente 2015
water-schapspartij van Nederland geworden. Daar zijn we trots op. Uw stem op Water Natuurlijk levert u meer water en natuur waar(de) voor uw geld. Dus stem als burger met uw hart voor water, natuur en recreatie. Stem 18 maart 2015 op de groene waterschapspartij met hart voor blauw. Stem op Water Natuurlijk. Voor een betere woon-, werk- en leefomgeving. Voor uzelf en uw (klein)kinderen.
Voor u gelezen GLASMEEUWEN Door Kees Moeliker Enkele decennia geleden deden zilvermeeuw (Larus argentatus) en kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) hun volksnaam ‘zeemeeuw’ nog eer aan door voornamelijk vis, krabben, mosselen en kokkels te eten. De groei van open vuilstortplaatsen lokte de meeuwen echter landinwaarts naar een nieuwe onuitputtelijke voedselbron: menselijk afval. Toen die afvalhopen van overheidswege afgedekt moesten worden, trokken meeuwen de steden in waar ze de inhoud van plastic vuilniszakken plunderden. Braakballen van meeuwen documenteren een vrijwel onbeperkte voedselkeuze, van druiven(pitten), vleeswarenverpakkingen, kipkluifjes tot kroonkurken. In het laatste nummer van Straatgras schrijft vogelkenner Gerard Ouweneel hoe ver meeuwen kunnen gaan. In mei 2014 viel het hem op dat de grond van een in het Haringvliet opgespoten vogeleiland bezaaid lag met glasscherven. Die bleken door de aldaar broedende meeuwen te zijn uitgebraakt. De scherven schrokken ze naar binnen bij een glasverwerkingsbedrijf, waarbij ze een voorkeur vertonen voor pindakaas-pottenglas.
’t Zandblauwtje
- 32 -
Lente 2015
Het eetbare wordt verteerd en het glas verlaat de meeuw in een braakbal, vaak ingepakt in gras.
Meeuwenonderzoeker Roland-Jan Buijs stelde bij sommige meeuwen een uitgescheurde keelzak of een gespleten tong vast, maar wonderwel blijft de schade van een portie glas-met-voedselresten beperkt. NRC Handelsblad 3 februari 2015 Han Werner