‘t twaalfuurtje van deze week _________________________________________
3 december 2014
Zorgplicht assurantietussenpersoon bij invullen aanvraagformulier verzekering Deze week weer een ‘eigen’ zaak. In die zaak vond in 2010 een brandschade plaats. De opstalverzekeraar bood voor de schade geen dekking en beëindigde vervolgens de opstalverzekering met een beroep op verzwijging. In dat verband stelde de opstalverzekeraar dat in het aanvraagformulier voor de verzekering, dat in 2001 door tussenkomst van een assurantietussenpersoon was ingevuld, ten onrechte geen melding was gemaakt van een opzegging door de oude opstalverzekeraar RVS in verband met een frauduleuze claim. In het aanvraagformulier was omtrent eerdere opzeggingen geen specifieke vraag opgenomen. Wel werd onder het kopje “Overige mededelingen” de volgende vraag gesteld: “zijn er feiten te melden omtrent een eventueel strafrechtelijk verleden van u of van een andere belanghebbende bij een van deze verzekeringen, die in de laatste 8 jaren zijn voorgevallen, of andere feiten ten aanzien van zowel het te verzekeren risico als de belanghebbenden bij een van deze verzekeringen, die voor het beoordelen van de aanvraag van belang kunnen zijn? Zo ja, gaarne hier toelichten.”. De voor deze vraag op het aanvraagformulier bestemde ruimte was open gelaten. De verzekeringnemer sprak in eerste instantie de opstalverzekeraar aan om alsnog dekking te verlenen voor de brandschade. Die vordering is door het Hof Den Haag afgewezen. De verzekeringnemer beschikte over brieven van RVS uit 2001, waarin stond dat zij ten aanzien van een schadevoorval tegen beter weten in een onjuiste voorstelling van zaken had gegeven. Die mededeling houdt volgens het Hof niets anders in dan dat de verzekeringnemer volgens RVS de schadetoedracht opzettelijk onjuist had voorgesteld. Gelet daarop is het Hof van oordeel dat de verzekeringnemer de hierboven genoemde slotvraag niet onbeantwoord had mogen laten. Vervolgens komt het Hof toe aan beoordeling van de positie van de assurantietussenpersoon, die door ons kantoor werd bijgestaan. De tussenpersoon werd onder meer verweten dat hij “altijd en zonder aanleiding” moet informeren naar opzeggingen van eerdere verzekeringen. Namens de tussenpersoon is – kort gezegd – betoogd dat haar zorgplicht beperkt was, in die zin dat zij tot taak had om bij de aspirant-verzekeringnemer alleen te informeren naar feiten die van belang waren voor de beantwoording van vragen die de (nieuwe) opstalverzekeraar met betrekking tot het aangaan van de verzekering had gesteld. Zoals uit het arrest blijkt is het Hof ook van oordeel dat een tussenpersoon niet zonder meer hoeft (door) te vragen naar de redenen van opzegging door een oude verzekeraar en overweegt daartoe het volgende: “19. Het hof stelt voorop dat van [de assurantietussenpersoon] alleen dan te vergen was dat hij nadere vragen aan [de verzekeringnemer] had gesteld over de redenen van opzeggingen door RVS indien voor [de tussenpersoon] reden bestond om [de verzekeringnemer] te waarschuwen voor de gevolgen van een onvolledige of onjuiste beantwoording van de vragenlijst van [de nieuwe opstalverzekeraar]. Om tot die conclusie te kunnen komen is in ieder geval vereist dat [de assurantietussenpersoon] de redenen van RVS voor de opzegging kende of heeft behoren te kennen.” Daarmee kwam het in de onderhavige zaak aan op de vraag of de tussenpersoon in 2001 de brieven van RVS had gezien, dan wel of de tussenpersoon op andere wijze kennis had
gekregen of had moeten krijgen van de inhoud van deze brieven. Dat is niet komen vast te staan, met als gevolg dat de vordering van de verzekeringnemer jegens de tussenpersoon is afgewezen. Het arrest van het Gerechtshof Den Haag treft u als bijlage aan. Op de valreep (en wel op 2 december jl.) heeft de verzekeringnemer aangekondigd in cassatie te gaan tegen dit arrest. Maartje Boender-Lamers
Vragen over dit Twaalfuurtje kunt u stellen via
[email protected] _________________________________ “Het Twaalfuurtje van deze week” is een initiatief van Van Randwijck Advocaten. Doel is om een zorgvuldig geselecteerd aantal geadresseerden elke woensdag van de week om klokslag 12.00 uur (of zoveel eerder of later als het de techniek behaagt) een berichtje te sturen waarin één enkele opvallende ontwikkeling in de praktijk wordt aangestipt en behandeld. Verzoeken tot opname in de lijst van geadresseerden kunnen worden gericht aan
[email protected] Indien geen prijs wordt gesteld op toezending van de berichten, kunt u dit melden door middel van een enkel berichtje aan
[email protected] Van Randwijck Advocaten Postbus 34060 3005 GB Rotterdam telefoon 010-2180808 telefax 010-4180707 www.randwijck.nl Deze e-mail is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n). Verstrekking aan en gebruik door anderen is niet toegestaan. Van Randwijck Advocaten sluit iedere aansprakelijkheid uit die voortvloeit uit elektronische verzending. Van Randwijck Advocaten contracteert onder toepasselijk verklaring van haar algemene voorwaarden (te vinden op www.randwijck.nl). Van Randwijck Advocaten is Associate Master Aansprakelijkheid en Verzekering Erasmus School of Law, Erasmus Universiteit Rotterdam