Systeemgerichte en integrale ondersteuning van mantelzorgers in Leiden Van intentieverklaring naar mantelzorgakkoord Tussenbalans van een driejarig samenwerkingsproject
1
Inhoudsopgave
Inleiding
3
1 Wat aan het project voorafging
4
1.1 Onderzoek naar mantelzorgondersteuning
4
1.2 Van Intentieverklaring naar Mantelzorgakkoord
4
2. Stappen in het project: bruggen bouwen
5
2.1 De eerste projectperiode: (ophaal)bruggen bouwen
5
2.2 De tweede projectperiode: bruggen verstevigen
6
3. Eerste resultaten
8
3.1 Het bereiken van (overbelaste) mantelzorgers
8
3.2 Versterking van sociale netwerken van cliënt en mantelzorger
9
3.3 Samenwerking tussen organisaties
11
4. Discussie: wat is van het veranderingsproces te leren?
12
En na het project?
13
Colofon Leiden, april 2012 Tekst Corin Potters-Kemp PottersKemp Consultancy Janny Slagman Bureau Informele Zorg Eindredactie en vormgeving Van Tilburg Communicatie
2
Inleiding In 2010 hebben vier organisaties in Leiden - de Leidse Vereniging van Mantelzorgers, ActiVite - Bureau Informele Zorg, Stichting Radius en gemeente Leiden - onderzoek laten doen naar de ondersteuning van mantelzorgers. Dit was de opmaat om mantelzorg op een andere leest te gaan schoeien: systeemgericht en integraal. In samenwerking met nog 10 andere Leidse organisaties (ActiVite Formele Zorg, Familieraad GGZ Leiden, GGD, GGZ Leiden, ‘t Huis op de Waard, Kwadraad, Stichting Libertas Leiden, MEE, Stichting Topaz, Zorgkantoor Zorg en Zekerheid) is in 2010 een driejarig project gestart om bij de ondersteuning van mantelzorg integraal en systeemgericht te gaan werken. Het was een proces van bruggen bouwen en verstevigen. In deze notitie leest u meer over dit traject en wat er nu al bereikt is. Aan bod komt achtereenvolgens wat er aan het project voorafging (hoofdstuk 1), welke stappen zijn gezet om de bruggen te bouwen (hoofdstuk 2), welke resultaten al zijn bereikt (hoofdstuk 3) en wat er van het project te leren valt (hoofdstuk 4).
“Dankzij het project is er betere informatie over de ondersteuning aan mantelzorgers. Ook worden kwetsbare groepen mantelzorgers nu beter bereikt.” Leidse Vereniging van Mantelzorgers
3
1. Wat aan het project voorafging Bij de invoering van de Wmo in 2000 hebben een aantal organisaties in Leiden een ‘Intentieverklaring Mantelzorg’ afgesloten. Dit heeft geleid tot meer aandacht voor mantelzorg en tot de aanstelling van een mantelzorgconsulent bij ActiVite – Bureau Informele Zorg. Hierdoor werd voor het eerst specifieke ondersteuning van individuele mantelzorgers mogelijk. Ook hebben een aantal organisaties groepsactiviteiten ontwikkeld. Door de vergrijzing en strengere regels bij de indicatiestelling neemt de druk op mantelzorgers toe. Er komen ook steeds meer mantelzorgers. Daarnaast hebben de ideeën over de ondersteuning van informele zorgers zich de laatste jaren verder ontwikkeld. Individuele ondersteuning via een aparte organisatie is belangrijk, maar niet voldoende. De ondersteuning dient een duidelijk onderdeel te zijn van de reguliere zorg- en hulpverlening.
1.1 Onderzoek naar mantelzorgondersteuning In 2010 vroeg de Leidse Vereniging van Mantelzorgers (LVvM) opnieuw aandacht voor de ondersteuning aan hun achterban? Was die nog wel adequaat? Dit was voor een aantal andere organisaties (gemeente Leiden, Stichting Radius en ActiVite - Bureau Informele Zorg) aanleiding om samen met de LVvM onderzoek te laten doen naar de invulling van de eerste twee basisfuncties van de Wmo - informatie, advies en begeleiding - voor de brede groep mantelzorgers. Daarnaast is geïnventariseerd hoe het ondersteuningsaanbod is voor twee kwetsbare groepen mantelzorgers: 75-plussers en mantelzorgers van GGZ-cliënten. Het onderzoek is uitgevoerd door PottersKemp Consultancy.
Mantelzorgers voelen zich het meeste ontlast wanneer de zorg voor de zorgvrager goed geregeld is en zij niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Het is noodzakelijk dat het totale zorgsysteem rond een zorgvrager op orde is. Mantelzorgers zijn een wezenlijk onderdeel van dat systeem. Conclusies onderzoek mantelzorg
1.2 Van Intentieverklaring naar Mantelzorgakkoord Uit het onderzoek blijkt dat het wenselijk is om bij ondersteuning van mantelzorg integraal en systeemgericht te werken. De vier initiatiefnemers hebben vervolgens besloten om in deze omslag te investeren. Daarbij is samenwerking gezocht met 10 andere zorg- en dienstverlenende instellingen in Leiden (ActiVite Formele Zorg, Familieraad GGZ Leiden, GGD, GGZ Leiden, ‘t Huis op de Waard, Kwadraad, Stichting Libertas Leiden, MEE, Stichting Topaz, Zorgkantoor Zorg en Zekerheid). . Bij de presentatie van het onderzoek in april 2010 hebben de 14 organisaties zich verbonden aan de intentieverklaring ‘Ondersteuning Mantelzorg Leiden’. Hiermee hebben zij zich gecommitteerd aan een integrale en systeemgerichte ondersteuning van mantelzorgers, en toespitsing op risicogroepen. Dit gebeurt in een driejarig project op basis van de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek. Aan het einde van dit project, in 2013, sluiten de 14 organisaties een Mantelzorgakkoord.
4
2. Stappen in het project: bruggen bouwen Bij de start van het project werkten de organisaties ieder op hun eigen werkterrein. Het waren als het ware eilanden van zorg. In de eerste helft van het project is vooral gewerkt aan een verbinding tussen de eilanden. Ophaalbruggen zijn aangelegd. In het tweede deel van het project worden deze vervangen door vaste en meer toegankelijke verbindingen.
2.1 De eerste projectperiode: (ophaal)bruggen bouwen In de eerste projectperiode is vooral geïnvesteerd in de bewustwording van de (over)belasting van mantelzorgers en de noodzaak om via samenwerking tussen verschillende organisaties een systeemgerichte mantelzorgondersteuning te realiseren.
Integrale en systeemgerichte mantelzorgondersteuning Bij een systeemgerichte en integrale ondersteuning van mantelzorgers kunnen cliënt én mantelzorger overal terecht met hun vragen. De verschillende dienstverlenende instellingen kijken niet alleen welke zorg een cliënt nodig heeft, maar ook hoe het hele zorgsysteem overeind blijft. Uitgangspunten:
preventief
systeemgericht
netwerkversterkend
samenwerkend
Alle organisaties bieden:
informatie en advies
signalering van overbelasting
samenwerking met mantelzorgers in de directe zorgverlening
versterking van de eigen regie en het informele netwerk van het zorgsysteem
toeleiding naar aanvullende hulp
De volgende keuzes zijn gemaakt om een omslag naar een integrale en systeemgerichte werkwijze te realiseren:
Een breed en organisch proces dat niet te strak is bepaald en vastgelegd. Na iedere stap wordt de volgende stap bepaald. Zo kan steeds worden aangesloten bij de situatie van de organisaties.
Een focus op bewustwording en verandering in de werkwijze van zorgprofessionals om de aandacht voor mantelzorg te integreren in reguliere werkwijzen.
Een heldere projectstructuur met een duidelijke verdeling van taken en rollen. In de projectstructuur hebben alle niveaus van de organisatie een rol, zodat de nieuwe werkwijze in de hele organisatie verankerd raakt.
5
De projectstructuur is als volgt opgebouwd: Kerngroep In de kerngroep zitten de initiatiefnemers: de Stichting Radius, Leidse Vereniging van Mantelzorgers (LVvM), ActiVite - Bureau Informele Zorg en de gemeente. De kerngroep voert de regie over het proces, is klankbord voor de projectleider en overleg met de stuurgroep voor. Alle leden hebben een actieve rol en een gelijkwaardige inbreng. Met de LVvM in de kerngroep zijn in discussies het perspectief en de belangen van mantelzorgers steeds weer richtinggevend. Stuurgroep De stuurgroep bestaat uit ondertekenaars en bestuurders van de betrokken organisaties. De stuurgroep neemt op cruciale momenten besluiten en maakt medewerkers vrij om de afspraken te kunnen uitvoeren. Gemeente De gemeente faciliteert het proces en geeft het de ruimte. Men denkt mee, legt contacten, ondersteunt plannen, verstrekt subsidie en vertaalt de ontwikkelingen naar andere beleidsterreinen. Werkgroepen Er zijn drie werkgroepen gevormd rond de thema’s van het onderzoek: - de invulling van informatie-, advies- en begeleidingsfunctie voor alle mantelzorgers - mantelzorgers van GGZ-ers - mantelzorgers van 75-plussers. In deze werkgroepen zaten uitvoerende professionals, teamleiders en beleidsmedewerkers. Onafhankelijk projectleider PottersKemp Consultancy begeleidt het proces en is niet aan één van de organisaties verbonden. In de loop van het project neemt Bureau Informele Zorg het projectleiderschap stapsgewijs over en wordt hierin begeleid door PottersKemp Consultancy. In de eerste projectperiode zijn de volgende taken opgepakt:
Verbetervoorstellen werkwijze
De werkgroepen hebben het aanbod en de werkwijze rondom hun thema in kaart gebracht en verbetervoorstellen opgesteld. De stuurgroep heeft deze verbetervoorstellen goedgekeurd. De leden van de stuurgroep hebben ieder in hun eigen organisatie een medewerker de opdracht gegeven om een plan van aanpak uit te werken voor de implementatie van de verbetervoorstellen.
Eerste opzet Mantelzorgakkoord
De stuurgroep heeft de uitgangspunten van het mantelzorgakkoord goedgekeurd (zie volgende alinea).
Ondersteuning door externe projectleider
De projectleider heeft met alle organisaties gesprekken gevoerd om handvatten te bieden bij het opstellen van het eigen plan van aanpak, om helder te krijgen waar knelpunten liggen. Daarnaast heeft ze geadviseerd over het oplossen van deze knelpunten. Pilot Preventieve Ondersteuning Mantelzorg Een systematische werkwijze om (over)belasting van mantelzorgers vroegtijdig op te sporen en er wat aan te doen (zie ook 3.1). Ontwikkeling gezamenlijke website voor mantelzorgers in Leiden
2.2 De tweede projectperiode: bruggen verstevigen Voor de volgende projectperiode staan de volgende punten op de agenda:
Uitwerking van een cliëntroute Hierin wordt uitgewerkt hoe de samenwerking met en ondersteuning van mantelzorgers vorm krijgt.
Beschrijving van casussen In de casussen komt aan bod hoe een integrale en systeemgerichte benadering er in de praktijk uitziet. Uitgewerkt worden de hulpvragen van het zorgsysteem, de geboden hulp en ondersteuning, de financiële kosten en baten van de investering in mantelzorg. Uit de casusbeschrijvingen komen knelpunten naar voren.
6
In overleg met de gemeente, zorgverzekeraars en het zorgkantoor wordt naar oplossingen gezocht (zie laatste alinea).
Ondersteuning bij uitvoering plan van aanpak Bureau Informele Zorg biedt organisaties ondersteuning bij de uitvoering van hun plan van aanpak. Dit gebeurt via voorlichting, training en casuïstiekbesprekingen in de wijken. Voor de ondersteuning is ½ fte beschikbaar, gefinancierd door de gemeente Leiden.
Het ontwikkelen naar netwerkbureau/expertisecentrum De onafhankelijke projectleider draagt haar werkzaamheden over aan Bureau Informele Zorg. Dit gaat zich ontwikkelen naar een initiërend en samenbindend netwerkbureau opzetten. De externe projectleider vervult hierin een coachende rol. Het netwerkbureau gaat: -organisaties ondersteunen bij de uitvoering van hun plan van aanpak -de samenwerking verder vormgeven door een gezamenlijk jaarprogramma voor het groepswerk -mantelzorg integreren in wijkafspraken -uitwisselingen organiseren
Uitwerking van het Mantelzorgakkoord Aan het einde van het project in 2013 zullen alle partijen het Mantelzorgakkoord ondertekenen.
Uitgangspunten van het mantelzorgakkoord Het project heeft als doel dat de samenwerkende partijen in 2013 een Mantelzorgakkoord ondertekenen. In 2012 wordt dit akkoord voorbereid. Het voorstel is om de volgende zaken vast te leggen:
De uitgangspunten en hoe die vertaald worden in de werkwijze van alle betrokkenen.
Een structuur om sommige hiaten, knelpunten in de werkwijze en in het aanbod op te lossen in samenhang met andere centrale thema’s zoals kanteling Wmo, Welzijn Nieuwe Stijl en decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ en WWnV.
Verankering van het projectleiderschap en de taakstelling daarvan.
De financiële afspraken met gemeenten, zorgkantoor en zorgverzekeraar.
Integratie van het mantelzorgakkoord in andere overlegstructuren en intentieverklaringen.
7
3. Eerste resultaten Het project is nu bijna twee jaar bezig. In deze alinea maken we de tussenbalans op. Wat is er gerealiseerd in de ondersteuning van (overbelaste) mantelzorgers en in het versterken van de sociale netwerken van cliënten en mantelzorgers? En hoe staat het met de samenwerking tussen de 14 organisaties?
3.1 Het bereiken van (overbelaste) mantelzorgers Een belangrijke uitkomst van het onderzoek in 2010 was dat zorgverleners niet gericht zijn op mantelzorgers. Hun focus ligt bij de zorgvrager. In het project zijn de volgende activiteiten opgezet om bij zorgverleners de mantelzorger in beeld te krijgen:
Deskundigheidsbevordering Medewerkers van het Servicepunt Zorg (het Wmo-loket van de gemeente) zijn getraind om actief te signaleren wanneer iemand mantelzorger is. Daarnaast hebben ze vaardigheden geleerd om met de mantelzorger in gesprek te gaan en hem of haar advies te geven over mogelijke ondersteuning.
Preventieve Ondersteuning Mantelzorgers (POM) In een pilot hebben zes organisaties (ActiVite, Radius, Libertas, Bureau Informele Zorg, Kwadraad en MEE) aan 25 mantelzorgers een gesprek aangeboden. Hierbij is gewerkt volgens de POM-methodiek: Preventieve Ondersteuning Mantelzorger. Uit de eerste resultaten blijkt dat de mantelzorgers met wie gesprekken zijn gevoerd, zich erkend weten en tevreden zijn. Bij professionals komt bewustwording op gang en men doet ervaring op met een methode om systematisch met mantelzorgers in gesprek te gaan. Momenteel onderzoekt het Trimbos-instituut de werkbaarheid van de POM-methode. De resultaten zijn naar verwachting in mei 2012 beschikbaar. Hierna kiest elke organisatie op welke manier zij de aandacht voor mantelzorgers structureel willen inbedden in hun organisatie.
POM: Preventieve Ondersteuning Mantelzorgers POM houdt in dat zorg- en welzijnsorganisaties met elkaar afspreken dat zij mantelzorgers structureel benaderen met informatie over hun ondersteuningsaanbod. Tevens bieden zij de mantelzorger een gesprek aan met bijvoorbeeld een consulent mantelzorg of een algemeen maatschappelijk werker. Het gesprek gebeurt volgens een vaste methodiek. In het project ‘Informele zorg verlicht’ wordt POM ingezet om: De opname van een cliënt te voorkomen of ontslag uit een zorginstelling te bevorderen. De kennis over problemen van mantelzorgers te vergroten, en over hoe hiermee om te gaan. Mantelzorgers te leren hun grenzen aan te geven en op tijd hulp in te schakelen. Contacten tussen mantelzorgers en instellingen te bevorderen. Meer informatie over POM op www.rivm.nl
8
Specifieke aandacht voor de groepen met risico op overbelasting Binnen de totale groep mantelzorgers zijn groepen die extra kwetsbaar zijn. In het project is aan de volgende risicogroepen extra aandacht besteed: Werkende mantelzorgers Alle betrokken partijen dragen zorg voor een mantelzorgvriendelijk werkklimaat. Stichting Radius Welzijn verbreedt dit initiatief naar andere werkgevers in Leiden. Allochtone mantelzorgers In workshops voor professionals is voorlichting gegeven over de systeemgerichte benadering van cliënt en mantelzorger en de ervaringen die hiermee in het project zijn opgedaan. Project allochtone mantelzorgambassadeurs Wanneer de financiering geregeld is, start een project met allochtone mantelzorgambassadeurs die als brug zullen functioneren tussen instellingen en allochtone mantelzorgers. Mantelzorgers van GGZ-cliënten De GGZ doet mee aan de pilot-POM en werkt aan een plan van aanpak om mantelzorgers een partner te laten zijn in de zorg en hen van informatie en ondersteuning te voorzien. 75-plus mantelzorgers Bij het signalerend huisbezoek bij 75-plussers wordt de eventuele mantelzorgsituatie in kaart gebracht en worden de mantelzorgers, indien nodig, in contact gebracht met ondersteuning. Daarnaast gaan de verpleegen verzorgingshuizen werken met een protocol voor een gelijkwaardige omgang tussen verzorgenden en familieleden.
Samenwerking in respijtzorg Eén zorgaanbieder heeft het plan opgevat om een respijtbed te reserveren en dit met de samenwerkingspartners te vullen.
Eerste resultaten in cijfers Bureau Informele Zorg heeft in 2011:
Ruim 500 vragen extra en 50 nieuwe mantelzorgers bereikt.
Bijna 7 keer zoveel mantelzorgers doorverwezen.
Meer vragen gekregen van mantelzorgers met een complexe, meervoudige ondersteuningsbehoefte. Voor deze mantelzorgers is 1,5 uur ondersteuning niet voldoende. Bij hen is 3 tot 4 uur, en soms 5 tot 8 uur, nodig voor individuele psychosociale ondersteuning, overleg met andere zorgverleners en de organisatie van de praktische zorgverlening. Dankzij het project kon deze noodzakelijke ondersteuning geboden worden.
3.2 Versterking van sociale netwerken van cliënt en mantelzorger Een persoon die hulp nodig heeft, krijgt die vaak het liefste uit de eigen kring. Het beleid van de overheid is er ook op gericht om zorg vanuit het sociale netwerk te stimuleren. Aansluiten bij de wens van hulpvragers is één motivatie, minder inzet van professionele zorg speelt ook een rol. In het project zijn verschillende activiteiten ondernomen om het sociale netwerk van cliënten en mantelzorgers te versterken.
Training aan ouderenadviseurs De ouderenadviseurs van Radius Welzijn hebben een training gevolgd zodat zij in hun werk explicieter aandacht kunnen besteden aan de versterking van de sociale netwerken van hun cliënten.
Voorlichting over ‘Eigen Kracht Conferentie’ en ‘1 Gezin 1 Plan’ De GGD heeft aan de andere projectorganisaties voorlichting gegeven over deze methodieken die het sociale
9
netwerk van cliënt en mantelzorger versterken. De aandacht voor mantelzorg in de versterking van sociale netwerk krijgt een vervolg in de wijken.
Uitvoering Eigen Kracht Conferenties De gemeente Leiden subsidieert een aantal Eigen Kracht Conferenties per jaar. Deze bijeenkomsten worden georganiseerd door de Eigen Kracht Centrale. Organisaties kunnen hiernaar verwijzen.
Eigen Kracht Conferentie (EKC) Bij een EKC kiezen cliënt en mantelzorger welke mensen uit familie, vriendenkring en buren zij zouden willen inschakelen bij het verlenen van hulp. Onder leiding van een onafhankelijke procesbegeleider maken deze betrokkenen een plan voor het verlenen van die hulp. De regie blijft in handen van de cliënt en mantelzorger. Meer informatie op: www.eigen-kracht.nl
Het vragenformulier van ‘1 Gezin 1 Plan’ uitproberen MEE heeft geëxperimenteerd met het vragenformulier van ‘1 Gezin 1 Plan’. De resultaten waren positief. Mee gaat deze methode vaker gebruiken voor de ondersteuning van informele zorgers.
1 Gezin 1 plan Deze methodiek is een middel om samen te werken met gezinnen waarbij meerdere instanties betrokken zijn. In het gezinsplan staan de gezinsdoelen, de betrokkenen (mensen uit het netwerk, hulpverleners en dienstverleners, zorgcoördinator), een afsprakenlijst, evaluatie en vervolgafspraken. Al deze informatie staat in één formulier overzichtelijk bij elkaar. Zo weten betrokkenen welke afspraken zijn gemaakt en wie die afspraken uitvoert. Het plan biedt houvast en de mogelijkheid om te evalueren.
Wijkgericht werken Kwadraad werkt aan een werkwijze om de versterking van sociale netwerken in te bedden in het wijkgericht werken van de maatschappelijk werkers. Hierin neemt men het perspectief van de mantelzorger expliciet mee.
Werkwijze wijkverpleegkundigen ActiVite - Formele Zorg en Libertas integreren de versterking van sociale netwerken in het werk van (wijk)verpleegkundigen. Wellicht leidt dit tot vermindering van professionele zorg.
Mantelplan In het Bos en Gasthuisdistrict in Leiden start in 2012 de pilot Mantelplan. Dit is een digitaal buurtnetwerk om de eigen kracht van deelnemers en het vrijwilligerspotentieel aan te boren. Daarnaast wil de pilot de sociale netwerken van mensen versterken en zo mantelzorgers ontlasten.
10
3.3 Samenwerking tussen organisaties Het project vraagt van de verschillende partijen om een investering in samenwerking. Onderstaande factoren hebben hieraan positief bijgedragen:
Duidelijke projectstructuur Door in het project te werken met een kerngroep, een stuurgroep, werkgroepen van zorgprofessionals en een onafhankelijke projectleider (zie eerder) zijn de taken en verantwoordelijkheden duidelijk en kan ieder zijn of haar eigen rol nemen.
Een gezamenlijk perspectief Alle organisaties werken vanuit hetzelfde perspectief aan vernieuwing van de mantelzorgondersteuning.
De gemeente als samenwerkingspartner De gemeente was een van de initiatiefnemers en zit in de kerngroep. Hierdoor zijn de lijnen kort.
Gezamenlijk concrete activiteiten realiseren Gaande het project wilden de organisaties één website ontwikkelen met hun gezamenlijke aanbod aan mantelzorgers: www.mantelzorgleiden.nl. Andere samenwerkingsactiviteiten zijn de pilot met de POMMethodiek en de organisatie van de Dag van de Mantelzorg. Concrete activiteiten realiseren is belangrijk in een langdurig verandertraject waarvan de vruchten niet meteen te plukken zijn. Het heeft de samenwerking verbeterd en de motivatie versterkt.
11
4. Discussie: Wat is van het veranderingsproces te leren? Het proces om in Leiden te komen tot een integrale en systeemgerichte mantelzorgondersteuning, uitgevoerd door de 14 betrokken organisaties, heeft een aantal inzichten opgeleverd, knelpunten zichtbaar gemaakt en vragen opgeroepen.
Een brede benadering met 14 partijen heeft voor- en nadelen In Leiden is gekozen voor een brede, procesmatige aanpak, omdat het verankeren van een andere werkwijze tijd en aandacht vergt. Een kort traject biedt die mogelijkheden niet. Aan de andere kant is het hele veld zo in beweging dat het niet eenvoudig is om lange tijd aandacht te genereren voor één thema. Het is dan ook cruciaal om mantelzorg te integreren in thema’s die hoog op de agenda staan, zoals de kanteling Wmo, wijkgericht werken en versterking van sociale netwerken.
Een focus op bewustwording en verandering maakt het tot een uitdaging om de resultaten zichtbaar te maken Om draagvlak te (blijven) genereren kan het soms aantrekkelijk zijn om te gaan voor een snel en zichtbaar resultaat. Dat is (politiek) makkelijker verkoopbaar. De keuze voor deze procesmatige aanpak vraagt moed, geduld en vertrouwen. Het is de kunst om steeds zichtbaar te maken wat de omslag naar een systeemgerichte benadering oplevert.
Een kleine actieve kerngroep met initiatiefnemers, een faciliterende rol van de gemeente en een onafhankelijk projectleider vullen elkaar goed aan Bij elk veranderingsproces met een onafhankelijke procesbegeleider is het voor organisaties een kunst om zelf actief te blijven. Dat is in Leiden goed gelukt. Daardoor konden inhoudelijke aspecten steeds meer overgelaten worden aan de partijen zelf en was de projectleider van toegevoegde waarde vanwege de rol als buitenstaander, zonder organisatiebelangen en met overzicht over wat speelt. Dit heeft geholpen om het proces op gang te brengen, gevoeligheden en concurrerende belangen te bespreken en bruggen te slaan.
Veranderingen op alle niveaus van de organisatie Een nieuwe werkwijze kan alleen tot stand komen als er veranderingen plaats vinden op alle niveaus van de organisatie. In het proces was het belangrijk om expliciet te maken dat er verandering nodig was op alle niveaus. Soms was het nodig om bruggen te slaan tussen bestuurders, teamleiders en medewerkers.
Concurrerende belangen tussen welzijn en zorg In een systeemgerichte benadering zijn preventie, welzijn en zorg belangrijke onderdelen. Dit wordt door alle 14 organisaties onderschreven. Tegelijkertijd kan een investering in welzijn leiden tot minder zorginzet. In de huidige financieringsstructuur, die nog vooral gericht is op de productie van zorg, betekent dit minder inkomsten voor zorgaanbieders. Zo ontstaan er concurrerende belangen. De komende periode zet Leiden in op de volgende twee sporen om een antwoord te vinden op dit dilemma:
Nadere oriëntatie op een kleinschalige wijkgerichte aanpak met de hele keten van preventie, versterking sociale netwerk tot zorg én bijbehorende financiering.
Investeren in overleg tussen gemeente en zorgverzekeraar om te komen tot een gezamenlijke visie op preventie, welzijn en zorg en de financieringssystematiek hiernaar in te richten. Het streven is om een gezamenlijk jaarprogramma op te stellen met een begroting die door de gemeente en de zorgverzekeraars gefinancierd zal worden. Dit haalt de angel uit de mogelijke concurrentie. De mate waarin dit lukt, zal voor een groot deel het succes van het project bepalen.
12
En na het project? Na het project blijft de projectleider van Bureau Informele Zorg de aanjager, verbinder en ontwikkelaar, zodat in Leiden steeds weer antwoorden worden gevonden op actuele vraagstukken in de informele zorg.
Wilt u meer weten over dit project? Of er een keer apart over doorpraten? Neem dan contact op met:
PottersKemp Consultancy
projectleider netwerk
Corin Potters-Kemp 06 43 00 30 52
[email protected] www.potterskemp.nl
Janny Slagman
projectleider Bureau Informele Zorg
06 27 15 34 38
[email protected] www.mantelzorgleiden.nl
13
Samenwerkingspartners
ActiVite Formele Zorg ActiVite Bureau Informele Zorg (BIZ) Familieraad GGZ Leiden Gemeente Leiden GGD GGZ Leiden ‘t Huis op de Waard Kwadraad Leidse Vereniging van Mantelzorgers (LVvM) Stichting Libertas Leiden MEE Stichting Radius Stichting Topaz Zorgkantoor Zorg en Zekerheid Externe projectleiding PottersKemp
Consultancy
14