Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel e-mail
De combinatie werk, (mantel)zorg en ondersteuning. Een kwalitatief onderzoek uitgevoerd voor het ministerie van SZW Highlights Yolanda Schothorst
Amsterdam, november 2014
Projectnummer: P6260
020 522 59 99
[email protected] www.veldkamp.net
Inhoud
1
Inleiding
1
2
Onderzoeksverantwoording
2
2.1
Opzet en uitvoering van de gesprekken
2
2.2
Interpretatie rapportage
2
3
De resultaten
3
3.1
Werk, zorg voor kinderen en mantelzorg
3
3.2 3.3
Het keuzeproces rond het verlenen van mantelzorg De belasting als gevolg van mantelzorg
4 5
3.4 3.5
De toekomst Oplossingen voor de ervaren druk
6 6
3.6
Reactie op de scenario’s
8
3.7
Wat heeft men nodig om werk en zorg beter te combineren?
10
4
Conclusies
12
Bijlage 1 Overzicht deelnemers Bijlage 2 Gesprekspuntenlijst
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
1.
1
Inleiding
Op 22 en 28 oktober 2014 heeft Veldkamp op verzoek van het ministerie van SZW kwalitatief onderzoek uitgevoerd rond het thema ‘combinatie werk en zorg’. Met behulp van het onderzoek moesten de volgende vragen worden beantwoord: •
Hoe ziet het keuzeproces er uit?
•
Welke factoren spelen een rol in de trade-off tussen werk en (mantel)zorg en ondersteuning? - Welke factoren zijn van invloed op deze trade-off? -
•
Op welke manier kunnen deze factoren worden beïnvloed?
Wat heeft men nodig om werk en zorg beter te kunnen combineren?
In dit rapport beschrijven we de resultaten van deze gesprekken. In hoofdstuk 2 geven we een verantwoording van de opzet en uitvoering van de gesprekken. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen.
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
2.
2
Onderzoeksverantwoording
2.1
Opzet en uitvoering van de gesprekken
In Amsterdam (22 oktober 2014) en Amersfoort (28 oktober 2014) is gesproken met vier groepen werkende hoger- en lageropgeleide Nederlanders; de helft van de deelnemers heeft te maken met zorg voor kinderen onder de 12 jaar, de helft heeft te maken met zorg aan anderen. Sommige mensen combineren beide vormen van zorg, een beperkt aantal mensen heeft op dit moment nog weinig met zorg te maken. In totaal hebben 32 personen aan de vier groepsgesprekken deelgenomen. Zie voor een overzicht van de deelnemers bijlage 1. De gesprekken zijn gevoerd aan de hand van een in overleg met SZW opgestelde gesprekspuntenlijst. Na de eerste onderzoeksdag is de gesprekspuntenlijst aangepast (zie voor beide versies bijlage 2). De vier gesprekken zijn geleid door twee kwalitatieve onderzoekers. Door middel van een gesloten videocircuit zijn de gesprekken gevolgd door betrokkenen vanuit SZW. De gesprekken zijn opgenomen op dvd en tijdens de gesprekken zijn notulen gemaakt.
2.2
Interpretatie rapportage
Kwalitatief onderzoek stelt ons in staat inzicht te verkrijgen in opvattingen van mensen en de achterliggende verklaringen daarvan. Deze vorm van onderzoek is open en verkennend en gaat uit van wat de deelnemers zelf ter sprake brengen. Bij kwalitatief onderzoek gaat het om het beschrijven van de diversiteit aan opvattingen en niet om de frequentie waarmee bepaalde uitspraken worden gedaan.
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
3.
3
De resultaten
3.1
Werk, zorg voor kinderen en mantelzorg
Mantelzorg is door VWS als volgt gedefinieerd: Hulp die wordt gegeven aan een hulpbehoevende door iemand uit diens directe sociale omgeving. Het gaat daarbij om hulp ten behoeve van de zelfredzaamheid (noodzakelijke dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden) of participatie (deelname aan maatschappelijk verkeer). Het gaat om hulp die niet wordt gegeven door betaalde (beroeps)krachten. Het kan daarbij gaan om langdurige of intensieve hulp en om kortdurende en minder intensieve hulp. De hulp kan bestaan uit (informele) zorg of ondersteuning. Het kan dus gaan om vervoer, hulp bij huishouden, administratieve hulp of persoonlijke verzorging (vanaf 1 jan. ben je voor persoonlijke verzorging en verpleging verzekerd en kun je daar dus als verzekerde beroep op doen, maar desondanks kunnen mensen er zelf natuurlijk wel voor kiezen om het te doen, dan valt het wel onder het begrip).
De meeste deelnemers kunnen zich vinden in de door het SZW ingebrachte definitie van mantelzorg. De vormen van hulp en ondersteuning die daar beschreven worden, sluiten aan bij de eigen ervaringen (bijvoorbeeld koken, boodschappen doen, mee naar dokter, vervoer, gezelschap, financiën/administratie, ondersteunen in moeilijke tijden). Men noemt deze vorm van hulp en ondersteuning doorgaans zelf geen mantelzorg, tenzij men bij de werkgever een beroep wil doen op verlofuren voor mantelzorg (door gebruik van deze term krijgt het wat meer gewicht). De term roept soms ook verwarring op, in de zin dat men denkt dat persoonlijke verzorging er onder valt. De combinatie werk en zorg voor kinderen onder de 12 jaar levert weinig mensen problemen op. Men ziet dat als vanzelfsprekend en deze zorgzaken zijn over het algemeen naar tevredenheid verdeeld. Soms is een van de partners (meestal de vrouw) bij de komst van kinderen minder gaan werken en neemt dan meer zorgtaken op zich. De combinatie werk en mantelzorg levert meer problemen op. De problemen waar men tegen aanloopt zijn afhankelijk van de situatie. De deelnemers hebben namelijk met verschillende vormen van mantelzorg te maken. Soms beperkt mantelzorg zich tot het doen van boodschappen voor iemand die verder (redelijk) zelfredzaam is, maar we horen ook van heel complexe situaties waarin de mantelzorger de verantwoordelijkheid voor steeds meer zaken op zich af ziet komen en op zich neemt. Bijvoorbeeld het regelwerk met de gemeente rond het krijgen van de benodigde zorg voor de persoon in kwestie. Het maakt veel uit wie de regie heeft of houdt rond de gevraagde zorg: de persoon zelf of de mantelzorger? P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
4.
De deelnemers zijn zeker bereid om mantelzorgtaken voor directe familie of vrienden op zich te nemen. Men biedt doorgaans ook al veel hulp en ondersteuning. Bij een hulpvraag van mensen buiten de directe kring (bijvoorbeeld buren, ooms/tantes, bekenden) zou men meer naar een aantal zaken kijken: hebben die zelf geen familie die dit kunnen doen, hoe goed kent men de persoon, hoe goed is de relatie met deze persoon en in hoeverre gaat het een verplichting opleveren die men in de toekomst mogelijk niet kan of wil waarmaken? Het lijkt erop dat een deel van de deelnemers bang is zich ergens toe te verplichten waarvan men de gevolgen niet kan overzien. Hulp en ondersteuning aan wildvreemden vindt men meer thuishoren onder het kopje vrijwilligerswerk. Ook vindt men dat deze mensen eerst moeten proberen een beroep op hun eigen familie te doen.
3.2
Het keuzeproces rond het verlenen van mantelzorg
Mensen kiezen niet bewust voor het geven van mantelzorg. Er doet zich een situatie voor waarin het nodig is om bepaalde (soms simpele) zorgtaken op zich te nemen. Hoe die situatie zich vervolgens ontwikkelt verschilt. Soms is de benodigde zorg tijdelijk, beperkt en overzichtelijk. Soms wordt de zorgvraag alsmaar groter en groeit het beroep dat er op de mantelzorger wordt gedaan. Met andere woorden: er is vooral aan het begin zelden sprake van een bewust keuzeproces waarin mensen met elkaar overleggen hoe een situatie wordt aangepakt of waarin alternatieven worden overwogen. Mocht er een duidelijke verandering in de zorg voordoen, bijvoorbeeld een ouder kan uiteindelijk niet meer zelfstandig wonen en gaat naar een verzorgingstehuis, of de mantelzorger raakt overbelast, dan komt het samen overleggen soms wel voor. Men herkent dat ouders soms de neiging hebben om de zorgvraag bij één van de kinderen neer te leggen en het is voor dat kind dan lastig om niet aan deze vraag te voldoen. Vaak is dat historisch gegroeid, de band tussen ouder en het ene kind of het andere kind is gewoon anders/beter. Vaak zien we het de oudste dochter is die van oudsher deze zorgtaak op zich neemt. In allochtone gezinnen zijn kinderen vaak van jongs af aan gewend om de ouders en grootouders bij allerlei zaken in de Nederlandse samenleving te helpen, bijvoorbeeld omdat men de taal niet optimaal spreekt. Als de hulpvraag groter wordt, dan wordt ook dat vanzelfsprekend door de kinderen op zich genomen. Ook horen we vaker dat allochtone ouders bij kinderen of kleinkinderen intrekken. Zowel allochtonen als autochtonen zien het als een normale zaak om voor de ouders te zorgen, zelfs als de relatie met de ouders niet altijd even goed was. Men lijkt het dan ook als laatste kans te zien om nog het respect, de waardering, of de band te verkrijgen die er eerder niet is geweest. Het woord verplichting gaat te ver, want men stelt dat het verlenen van zorg altijd wel op vrijwillige basis gaat, maar de morele verplichting wordt door degenen die nu mantelzorg taken hebben duidelijk gevoeld. Je doet dat gewoon, je laat een ander niet voor je ouders zorgen, je doet het uit liefde. Een aantal mantelzorgers betrekt wel oudere kinderen bij de zorgtaken.
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
5.
Het is niet zo dat mannen minder dan vrouwen in staat zijn om mantelzorg te doen, maar men stelt wel dat bepaalde taken gemakkelijker door vrouwen dan door mannen worden opgepakt. Bijvoorbeeld dochters kopen kleding met moeder of doen huishoudelijke taken. En mannen pakken de klussen in huis op en doen de (financiële) administratie. Men vindt het kortom vanzelfsprekend dat je die dingen doet, waar je ‘goed’ in bent. Ook wordt gesteld dat sommige mensen beter dan anderen zien wat er nodig is.
3.3
De belasting als gevolg van mantelzorg
De mate waarin de combinatie werk en mantelzorg als belastend wordt ervaren, heeft te maken met de manier waarop de zorgtaken verdeeld kunnen worden, het aantal uur dat men werkt en de overige taken die men nog op de schouders heeft (gezin, huishouden), en de mate waarin men werk en de andere taken om elkaar heen kan ‘plooien’. Maar het geven van mantelzorg heeft niet alleen te maken met de uren die daarmee gemoeid zijn, maar ook met de emotionele belasting die mantelzorg kan opleveren. Het geven van zorg verloopt vaak via een glijdende schaal. Het begint met een paar uur en simpele taken, en daar komen steeds meer uren en taken bij. Men geeft aan dat men er als het ware ‘in wordt gezogen’. Het is daarom lastig om aan te geven hoe veel uur men kan en wil besteden aan de zorg voor anderen, voor het als een te grote belasting wordt ervaren. Mensen zonder partner, broers en zussen zien meer taken op zich af komen. Maar ook mensen die wel een breder familieverband hebben, kunnen niet altijd een beroep op de anderen doen. Als iemand aangeeft geen taken op zich te kunnen nemen, dan vindt men het geen zin hebben om hem of haar daartoe te verplichten. Het moet vrijwillig of niet. Als iemand zich er aan onttrekt dan gaan degenen die wel taken op zich nemen de discussie met hen niet echt aan. De andere familie leden wordt om hulp gevraagd, maar als zij dit niet leveren wordt er niet gepusht. Soms lijken mantelzorgers zonder overleg taken op zich te nemen, omdat ze vinden dat zij dat nu eenmaal beter kunnen. Ze kunnen zich er niet goed bij neerleggen dat anderen in hun ogen niet de optimale zorg geven. Ook vinden ze het vaak moeilijk om deze taken later weer aan anderen uit handen te geven, men kan vaak moeilijk de controle uit handen geven, niemand kan het echt loslaten. Het geven van dat meer belastende vormen van mantelzorg is soms lastig te combineren met werk. Niet altijd hebben werkgevers of collega’s er begrip voor als er tijdens werktijd zaken geregeld moeten worden. En ook hebben werknemers soms schroom om dit te bespreken op het werk. Net zoals bij de zorg voor kinderen, kunnen werkgevers/leidinggevenden het lastig vinden dat mensen er zorgtaken bij hebben die mogelijk van invloed zijn op de uitoefening van het werk. Vooral lageropgeleiden maken zich zorgen over hun positie op het werk en willen niet het risico lopen dat ze als gevolg van de mindere inzetbaarheid worden ontslagen. Hoger opgeleiden hebben vaker de mogelijkheid om flexibel met de uren om te gaan of om bijvoorbeeld een deel van de uren thuis te werken.
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
6.
Ook is men niet altijd bekend met de regelingen die er zijn op het gebied van verlof, noch of deze betaald of onbetaald zijn, noch of de werkgever deze wel of niet aanbiedt. Sommige mantelzorgers komen terecht in een situatie waarin men de regie moet gaan overnemen. In dat geval lopen zij aan tegen bureaucratie rond het aanvragen van zorgbudgetten, het verkrijgen van een indicatie, en tegen de willekeur bij het vaststellen van zorgbehoeften. Dat veroorzaakt volgens een aantal deelnemers veel stress en het kost veel tijd om alles geregeld te krijgen wat geregeld moet worden.
3.4
De toekomst
Het door de overheid ingezette beleid om meer mantelzorgtaken in de eigen kring te laten oppakken, stuit op veel weerstand. Men ziet het als een onterechte bezuinigingsmaatregel die tot gevolg heeft dat de kwaliteit van de zorg er in de toekomst op achter uit zal gaan. Men vreest voor de gevolgen daarvan: met name mensen zonder netwerk in de directe omgeving zullen geen zorg krijgen, enig kinderen vragen zich af hoe zij de zorg voor hun ouders in de toekomst vorm moeten geven, alleenstaanden vragen zich af of zij in de toekomst nog wel zorg zullen krijgen. Opvallend is wel dat mensen feitelijk nu al mantelzorg doen en dat ze datgene wat de overheid hun ‘vraagt’ in feite al doen. Toch roept het plan veel weerstand op. Dit komt met name omdat men het gevoel heeft dat de keuzevrijheid wordt geperkt: men wordt verwacht / men moet hulp en ondersteuning gaan bieden. Men beslist daar liever zelf over. Dat ik het mezelf verplicht is ok, maar het moet geen overheidsverplichting zijn. Ook krijgt men de indruk dat het beroep dat op hun wordt gedaan structureel wordt en niet meer incidenteel is, dat legt druk op mensen. In dit kader wordt door sommige mensen een link gelegd met de participatiemaatschappij. Dit is voor sommige mensen iets waar ze zogezegd ‘jeuk van krijgen’. Men lijkt veel breder te denken dan aan mantelzorg: men betrekt ook meer verdergaande vormen van zorg in de discussie en stelt dat het onterecht is dat dit soort taken in de eigen omgeving geregeld moeten worden. Want daar is men niet voor opgeleid, dat soort taken hoort thuis bij de professionals. Dat de overheid daar op bezuinigt, vindt men een aantasting van de kwaliteit van de zorg.
3.5
Oplossingen voor de ervaren druk
Veel mantelzorgers lijken er moeite mee te hebben om zorg en ondersteuning te vragen als ze tegen hun eigen grenzen aanlopen. We merken in de gesprekken dat er verschillende mensen zijn waarbij de grens van hun belasting in zicht is of komt, maar zij zijn niet actief op zoek naar een oplossing. Ze hebben daar ook niet altijd de energie voor en zij geven aan dat het prettig zou zijn als andere mensen zouden signaleren dat er meer hulp nodig is. Ze zeggen vaak: maar mensen zien toch wel dat het me te veel wordt, dat hoef ik zelf toch niet steeds te zeggen? Maar niemand biedt dan spontaan hulp aan. Soms ervaart men dat familieleden wel positief P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
7.
reageren op een verzoek om ook een aantal zorgtaken op zich te nemen, dat de schroom vooral in hun eigen hoofd bleek te zitten. Anderen hebben ervaren dat het goed is als bijvoorbeeld een partner op de remt trapt. Want mantelzorg moet idealiter niet ten koste van het eigen gezin gaan, maar er zijn soms situaties waarin dat niet te voorkomen is. Minder werken is vooral voor de lageropgeleiden geen optie. Ze stellen dat ze zich dat niet kunnen permitteren, dat hun werkgever dit niet zal toestaan en dat eenmaal ingeleverde uren in te toekomst niet meer beschikbaar zullen zijn. Als dit van hen zou worden verwacht, dan moet daar een financiële compensatie tegenover staan. De hoger opgeleiden zouden dit wat eerder overwegen, mede omdat zij de financiële achteruitgang beter kunnen opvangen. Minder werken is voor de meeste alleenstaanden helemaal geen optie, omdat hun inkomen het enige inkomen is. Het minder aantal uren opvangen doordat de partner meer gaat werken is geen goede oplossing. Degenen met een partner stellen dat het over het algemeen niet mogelijk is om meer uren te werken, die uren zijn simpelweg bij de meeste werkgevers niet voorhanden. Of de partner werkt al 40 uur. Het uitbesteden van zorg is een alternatief dat door bijna niemand in overweging wordt genomen. Vooral zorg voor ouders hoor je zelf te doen, je zadelt daar anderen niet mee op. Ook heeft men het idee dat uitbesteden van zorg tegen betaling erg duur is. Het idee om zelf meer te gaan werken om daarmee de inkoop van hulp te bekostigen, doet geen opgeld. Meer werken is in de huidige economie meestal niet mogelijk en men wil liever geen extra uren werken, want dan blijft er te weinig tijd voor zichzelf of het gezin over. Het idee om het eventueel extra verdiende geld uit te geven aan betaalde hulp wordt niet positief ontvangen. De simpele zaken zoals boodschappen doen, vervoer aanbieden, een keertje mee naar de dokter zijn meestal wel goed in te passen in de huidige verplichtingen, daarvoor zoekt men geen betaalde ontlasting, dat hoor je zelf te doen. Het ondersteunen bij administratieve en financiële zaken houdt men liever in eigen hand, dat vertrouwt men anderen niet toe. Het idee van het sparen van punten door in de eigen omgeving zorg te verlenen en die in te kunnen zetten bij ouders die ver weg wonen, vindt men slecht. Want hoe weet je dan wie die zorg aan jouw ouders gaat verlenen en hoe ze dat dan doen? Het lijkt erop dat men de regie niet kwijt wil raken als het gaat om mantelzorg nodig voor directe familieleden. Als de tijdsdruk verder toe zou nemen, zouden hoger opgeleiden wel overwegen om bepaalde taken toch uit te besteden. Denk bijvoorbeeld aan: (taxi)vervoer, boodschappen, tuinman, schoonmaakhulp in zouden willen kopen, in plaats van dit zelf te verzorgen. Taken zoals mee gaan naar het ziekenhuis, kun je echter niet uitbesteden, In dat soort situaties is het van belang dat er een naaste bij is. De meeste deelnemers hebben weinig kennis van de regelingen die er zijn voor mantelzorgers. Ze weten soms wel dat er zorgverlof is, maar weten dan niet voor hoeveel uur en tegen welke voorwaarden dit geldt. Desgevraagd geeft een deel van de lageropgeleiden aan het ook vervelend te vinden om hier een beroep op te doen, omdat de werkgever dit als lastig ervaart en er niet altijd begrip voor heeft. Mede omdat wordt verwacht dat het beroep op de werknemer alleen maar groter wordt. Zorgverlof moet je bijvoorbeeld opnemen als er zich iets onverwachts voordoet, en dat is bij mensen met strak georganiseerd werk (bijvoorbeeld in een winkel of in de productie) vaak lastig voor leidinggevenden en collega’s. Het feit dat zorgverlof voor 70% wordt P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
8.
vergoed is niet het echte probleem; een deel van de lageropgeleiden zou het wel prettig vinden als het zorgverlof 100% wordt vergoed, maar ziet dat niet al noodzakelijke voorwaarde. Wat vooral helpt is een flexibele opstelling van de werkgever, leidinggevende en collega’s. Dat maakt dat je zonder schroom kunt overleggen over de tijd die je nodig hebt voor de zorgtaken, zonder dat je daarop afgerekend wordt. En het is gemakkelijker om iets te regelen voor de korte termijn dan als de zorgvraag langdurig van aard is. Volgens veel deelnemers betekent dit een mentaliteitsverandering in de samenleving. En ook dan blijft het lastig om bij bepaalde beroepen zorgverlof op te nemen (bijvoorbeeld als je bij een gasfitter bedrijf, in de transportsector of in wisseldiensten werkt). Het groeiende aantal ZZP-ers heeft echter weinig aan een andere opstelling van de werkgever; gesteld wordt dat ZZP-ers (en ook ondernemers) minder werken volledig uit de eigen portemonnee moeten betalen en dat de niet gewerkte uren op andere tijden toch gemaakt moeten worden. Er is in ieder geval een aantal groepen die duidelijk ondersteuning nodig gaan hebben in de toekomst: ZZP-ers (vooral door de werkgevers waar ze voor werken), mantelzorgers met grote mantelzorgtaken (veel raken of zijn overbelast), alleenstaanden (dit percentage is momenteel 40% en zal naar verwachting hoger worden), het alleenstaande kind (die alleen voor de ouders moet zorgen) en zorgvragers zonder sociaal vangnet.
3.6
Reactie op de scenario’s
Aan de deelnemers zijn drie scenario’s voorgelegd: •
scenario 1a: iedereen werkt en zorgt
•
scenario 1b: één persoon per gezin werkt en één persoon zorgt
•
scenario 2: zorg wordt rond fulltime werk geplooid
Scenario 1: iedereen werkt en zorgt. Het scenario dat iedereen parttime werken met mantelzorgtaken combineert, heeft de volgende bezwaren: •
alleenstaanden of eenoudergezinnen kunnen geen taken delen
•
niet iedereen kan zich parttime werken financieel permitteren
•
niet iedereen wil (meer uren) werken
•
werkgevers willen geen mensen die parttime werken
•
niet iedereen heeft te maken met zorgtaken
•
niet iedereen kan zorg geven
•
het totaal aantal gewerkte uren van de hele beroepsbevolking neemt af
•
files nemen toe, omdat er meer verplaatsingen plaatsvinden
•
ander woningaanbod nodig, dat maakt dat meerdere generaties in één woning kunnen wonen (soort aanleunwoning), of woningen waarbij het mogelijk als je ouder wordt beneden te gaan wonen en je geen trap meer ophoeft, et cetera
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
9.
Men ziet de volgende voordelen/stelt de volgende voorwaarden: •
de werkloosheid daalt
•
werkgevers verplichten om parttime werk mogelijk te maken
•
basissalaris bieden
•
vaste lasten omlaag
•
omslag in het denken in de samenleving
Scenario 1b: één persoon werkt en één persoon zorgt Het scenario dat één persoon per gezin werkt en één persoon zorgtaken heeft, heeft de volgende bezwaren: •
de meeste gezinnen kunnen zich dat niet permitteren
•
het gezinsinkomen daalt ten opzichte van de huidige situatie
•
gaat ten koste van de ontplooiing van beiden
•
het zal er toe leiden dat vrouwen stoppen met werken en weer op achterstand komen, omdat de meest verdienende blijft werken
•
door gebrek aan werkervaring komt degene die thuisblijft later niet meer aan de slag
•
niet haalbaar voor alleenstaanden (40% is momenteel alleenstaand en dit worden er steeds meer)
•
niet haalbaar voor eenouder gezinnen
Voorwaarde: •
het kan wel werken als de thuisblijver een mantelzorgvergoeding krijgt of een basisinkomen
•
eigen keuze is leidend
Scenario 2: fulltime werk geplooid rond werk Het scenario dat zorg rond fulltime werk wordt geplooid (flexwerk en/of Google model) roept de volgende negatieve reacties op: •
niet iedereen wil/kan fulltime werken, niet in alle beroepen kan dit
•
er is niet voldoende werk voor iedereen
•
de trend is dat er steeds minder werk komt, dat we naar 3-daagse werkweek gaan
•
gaat ten koste van quality tijd met het gezin en familie, draait alleen nog maar om werk
•
er komt veel ‘macht’ en ‘controle’ bij de werkgevers te liggen
•
je moet wel heel veel regelen, hoge regeldruk
•
geld uitgeven om zaken in te kopen is voor lagere inkomens vaak onvoordelig
•
de belasting/druk wordt nog hoger, grotere kans op ziekteverzuim
•
het Google model laat zich niet goed combineren met mantelzorg. De druk op de mantelzorger zou in bij het Google scenario sterk toenemen.
•
het lost het ‘afstandsprobleem’ niet op
Meer positieve reacties/voorwaarden: •
dit scenario laat zich wel goed combineren met de zorg voor kinderen
•
interessant als het ook kan bij parttime werken
•
kun je dan je ouders meenemen?
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
10.
•
de werkgever moet openstaan voor flexwerken
•
thuiswerken moet een recht worden
•
de werkgever moet ook openstaan voor mantelzorg
3.7
Wat heeft men nodig om werk en zorg beter te combineren?
Tijdens de groepsgesprekken is een aantal zaken geopperd die de combinatie van werk en zorg gemakkelijker zouden kunnen maken: •
Een meer welwillende opstelling van werkgevers in het toekennen van zorgverlof.
•
Het opnemen van verlof moet een algemeen geaccepteerd recht worden.
•
Het geven van mantelzorg moet als normaal worden gezien. Nu wordt het vaak als vanzelfsprekend beschouwd. Mantelzorg is een zware taak waar waardering en erkenning tegenover mag staan.
•
Uitbreiding van de verlofvormen (voor mensen buiten de familie, vrienden, buren, et cetera), zoals opgenomen in de modernisering van de zorgwet.
•
Recht om tijdelijk minder te werken (en weer terug te gaan naar het oude aantal uren). Bijvoorbeeld in het geval van het begeleiden van terminale patiënten of indien men ambulante zorg moet verlenen (stel men heeft de zorg voor iemand die een been breekt, of iemand die langere tijd in het ziekenhuis ligt).
•
Meer betaald verlof. Onbetaald verlof is voor lageropgeleiden met een lager salaris geen optie.
•
Informatie over mogelijke alternatieven die er zijn als het ‘uitbesteden’ van zorg. Men kent deze niet of denkt daar eigenlijk niet over na.
•
Mantelzorgers helpen om hun netwerk te activeren. Men geeft aan dat het moeilijk is het netwerk te activeren. En vaak wordt alleen aan het netwerk van familie gedacht, terwijl er veel meer netwerken zijn waar men gebruik van kan maken.
•
De zorgvrager helpen bij het activeren van hun netwerken, of het creëren van netwerken, waardoor men langer zelfredzaam kan blijven en de mantelzorger meer wordt ontlast.
•
Ondersteunen van de mantelzorger als het hem te veel wordt. Hoe organiseer je ondersteuning? Informatie over de soorten ondersteuning die er zijn waar je als mantelzorger gebruik van kan maken. Duidelijk maken aan mantelzorger en zorgontvanger welke vorm van ondersteuning valt onder de WMO, onder Wet Langdurige Zorg, wat wordt betaald vanuit de ziektekostenverzekering en wat je zelf wordt verwacht te doen (het bieden van hulp en ondersteuning is wat veel mensen nu feitelijk al doen).
•
Een basisinkomen voor de mantelzorger, zoals in Canada of Zwitserland.
•
Flexibel aanbod van zorg (afspraken bij huisartsen en ziekenhuizen buiten kantoortijden).
•
Aanbieden van zorg aan huis (kapper thuis bijvoorbeeld, maar ook een wijkverpleegster, huisarts, et cetera).
•
Het bespreken van de oplossingen met de zorgvrager. Vaak vindt men het moeilijk om het gesprek aan te gaan. Meestal wordt het besproken zonder de zorgvrager erbij.
•
Goedkopere kinderopvang voor die uren die je aan mantelzorg verleent, bijvoorbeeld een gereduceerd tarief, of ook kinderopvangtoeslag over mantelzorg uren.
•
Belastingvoordeel voor mantelzorgers. Bijvoorbeeld een mantelzorgkorting.
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
11.
•
Hulp bij het aanvragen van pgb en wmo. Mensen noemen de processen vaak ‘bureaucratisch’ en ‘ondoelmatig’. Het levert veel stress op en kost veel tijd.
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
12.
4
Conclusies
In het voorafgaande zijn de resultaten van vier groepsgesprekken over het thema werk- en (mantel)zorg en ondersteuning met lager- en hogeropgeleide Nederlanders beschreven. In dit hoofdstuk maken we de balans op. We gaan daarbij uit van de drie centrale onderzoeksvragen. Hoe ziet het keuzeproces rond het geven van (mantel)zorg en ondersteuning er uit? •
Men ziet de zorg voor kinderen onder de 12 jaar als vanzelfsprekend omdat men er zelf voor heeft gekozen om kinderen te nemen. De zorgtaken ten aanzien van kinderen zijn over het algemeen naar tevredenheid verdeeld. Soms is één van de partners (meestal de vrouw) bij de komst van kind(eren) minder gaan werken en neemt dan meer zorgtaken op zich.
•
De combinatie werk en mantelzorg levert problemen op. Want mensen kiezen niet bewust voor het geven van mantelzorg, maar rollen daar in terwijl hun leven al op een bepaalde manier met werk, kinderen en andere bezigheden is ingericht. Soms gaat het om een beperkte ondersteuning van korte tijd, en soms blijkt dat het zorgberoep steeds groter wordt.
•
Er is bij het verlenen van mantelzorg geen sprake van een bewust keuzeproces waarin mensen met elkaar overleggen over het verlenen van de benodigde zorg. Alleen in situaties waarin de zorgvraag acuut optreedt of wanneer er een verandering in de zorgvraag voorkomt, komt het voor dat binnen de familie/vriendenkring wordt overlegd over de verdeling van taken.
•
Incidentele zorg geven vindt iedereen acceptabel, ook voor mensen buiten de eigen familiekring. Het levert meestal geen problemen op, omdat de urenbelasting en emotionele belasting gering is. Op zich is men wel bereid om zorg aan mensen buiten de eigen familie te verlenen, maar men zal wel eerst kijken of er geen oplossing uit de eigen kring van de zorgvrager mogelijk is.
•
Structurele zorg wordt over het algemeen beperkt tot de directe familie; men wil voorkomen dat men te zeer verantwoordelijk wordt voor het leven van mensen buiten de eigen kring.
•
Zowel mannen als vrouwen kunnen mantelzorg taken op zich nemen. Er zijn wel verschillen in het soort taken: mannen pakken eerder klussen op of doen de financiële administratie, vrouwen doen meer huishoudelijke taken. Ook dit lijkt geen welbewuste keuze te zijn, maar het sluit aan bij waar men goed in is, of bij wat er van de persoon wordt verwacht.
Welke factoren spelen een rol in de trade-off tussen werk en (mantel)zorg en ondersteuning? •
Het verlenen van zorg aan ouders wordt vanzelfsprekend gevonden, zelfs als de relatie met de ouders niet altijd even goed is/was. Men ziet het als een morele verplichting, niet als een verplichting die door de overheid kan worden opgelegd.
•
In allochtone gezinnen komt de zorgvraag mede voort uit de situatie dat ouders een beroep op hun kinderen moesten doen om hen wegwijs te maken in de Nederlandse samenleving of te helpen bij taalproblemen. Daarnaast is het in een aantal allochtone culturen nog meer vanzelfsprekend om voor ouder wordende ouders te zorgen.
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
13.
•
Ouders die zorg nodig hebben, hebben vaak de neiging om de zorgvraag bij één van de kinderen neer te leggen en het is voor dat kind dan lastig om niet aan de zorgvraag te voldoen.
•
Mensen zonder partner, broers of zussen hebben niet de mogelijkheid om taken te delen. Maar ook mensen uit grotere gezinnen kunnen/willen niet altijd een beroep op anderen doen. Men neemt een afwijzende houding voor gegeven aan en probeert de ander niet tot activiteit over te halen. Ook stelt men dat niet iedereen in staat is om zorg te verlenen.
•
Omdat er geen echte trade-off plaatsvindt, ligt overbelasting van mantelzorgers op de loer. Zij proberen de mantelzorgtaken in te passen in hun andere verplichtingen en dat wordt vooral problematisch als de zorgvraag lang duurt of meer intensief wordt. De belasting is zowel fysiek als emotioneel van aard.
•
De noodzakelijke mantelzorg kan invloed hebben op de uitoefening van het werk; vooral lageropgeleiden willen niet het risico lopen dat ze als gevolg van de verminderde inzetbaarheid het risico lopen te worden ontslagen. Zij zullen het onderwerp daarom niet snel aankaarten op het werk en zonder overleg met de werkgever/leidinggevende naar oplossingen zoeken.
•
Mensen hebben weinig kennis van regelingen die er zijn op het gebied van verlof en de inhoud van deze regelingen.
•
Als de zorgvraag toeneemt, dan komt men soms in een situatie terecht waarin men de regie moet gaan voeren over het verkrijgen van de zorg die de zorgvrager nodig heeft. In dat geval loopt de mantelzorger aan tegen bureaucratische processen die veel tijd en energie kosten.
•
Uitgangspunt bij het verlenen van mantelzorg lijkt te zijn dat je het zelf moet doen, bijna niemand overweegt spontaan om taken (tegen betaling) uit te besteden. De mantelzorger zelf en/of de zorgvrager vertrouwen zorg verleend door vrijwilligers, stagiaires, professionals niet altijd. Ook vindt men de kosten van betaalde zorg al snel te hoog. Het lijkt ook geen onderwerp te zijn dat zorgvrager en zorgverlener met elkaar bespreken.
•
Het idee om meer te gaan werken om zodoende financiële ruimte te hebben om zorg in te kopen, doet geen opgeld. De verdiensten uit extra uren zullen niet opwegen tegen de uitgaven voor zorg. En meer werken is voor de meeste mensen niet mogelijk. Minder werken om meer tijd te hebben om mantelzorg te verlenen kunnen de meeste mensen (vooral degenen met de lagere inkomens of de alleenstaanden) zich niet permitteren. Ook is men bang dat het niet zal lukken om later weer naar het oude aantal uren uit te breiden.
•
Bepaalde taken kunnen volgens de meeste mantelzorgers niet worden uitbesteed (bijvoorbeeld financiële zaken, bezoek aan artsen). Desgevraagd overwegen hogeropgeleiden om simpele taken zoals vervoer, boodschappen, tuinieren, schoonmaakhulp wel in te kopen als de tijdsdruk veroorzaakt door de combinatie werk en mantelzorg verder zou toenemen.
Wat heeft men nodig om werk en zorg beter te kunnen combineren? •
Het mogelijk maken van een betere afstemming tussen zorgtaken en werk, zal van meerdere kanten moeten komen. De werkgever zal de werknemer met zorgtaken meer ruimte moeten bieden (acceptatie van de zorgtaken, bieden van tijdelijke urenaanpassing, verlofregelingen onder de aandacht brengen etc).
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
14.
-
-
De mantelzorger zal ondersteund moeten worden met informatie, hulp en advies op allerlei terreinen zodat hij/zij betere mogelijkheden heeft om de gevraagde hulp binnen de bestaande verplichtingen een plek te geven. Zelf of in overleg met anderen. De overheid kan een wettelijk kader scheppen waarbinnen het breder en langer opnemen van zorg mogelijk wordt gemaakt (zowel in financiële zin als wat betreft ar-
-
beidsvoorwaarden). De processen rond het aanvragen van extra hulp en ondersteuning moeten minder bureaucratisch dan nu worden ingericht.
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
Bijlage 1 Overzicht deelnemers
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
RESPONDENTENOVERZICHT P6260
Woensdag 22 oktober 2014 16.30 - 18.30 uur
KIND ONDER 12 JAAR
M/V
LEEFTIJD
OPLEIDING
M
44
HBO
42
HBO
Klantmanager gemeente
Ja: 1 en 4 jaar
39
HBO
Maatschappelijk werkster
Ja: 9 en 12 jaar
58
HBO
Leraar
Nee
36
WO
Manager jeugdzorg
Ja: 5 en 6 jaar
M
26
WO
M
41
WO
Beleidsmedewerker
Nee
V
50
HBO
Styliste en verkoopster
Nee
V (T) V (S)
M
V (S)
P6260_AMSTERDAM
BEROEP
AMSTERDAM
ZZP-er detailhandel en sportleraar
Administratief medewerker
Ja: 7 en 10 jaar
Nee
RESPONDENTENOVERZICHT P6260
Woensdag 22 oktober 2014 19.00 - 21.00 uur
AMSTERDAM
LEEFTIJD
OPLEIDING
BEROEP
KIND ONDER 12 JAAR
37
MBO
Management assistente
Ja: 1 en 4 jaar
V
45
MBO
Douane-ambtenaar
Ja: 11 en 21 jaar
M
57
MBO
Ambtenaar
Ja: 6 en 11 jaar
M
53
LBO
Chauffeur
Nee: 16 en 19 jaar
V
59
MBO
M
47
MBO
38
MBO
29
VMBO
M/V
V (S)
M (A) V (T)
P6260_AMSTERDAM
Receptioniste ziekenhuis
Zweminstructeur
Medewerker tuincentrum
Nee
Nee
Nee
Medewerker belastingen Ja: 2, 8 en 11 jaar
RESPONDENTENOVERZICHT P6260
Dinsdag 28 oktober 2014 16.30 - 18.30 uur
KIND ONDER 12 JAAR
M/V
LEEFTIJD
OPLEIDING
M
45
MBO
V
54
MAVO
Telefoniste
Nee
V
49
LHNO
Verkoopster winkel
Nee: 16 jaar
M
28
MBO
Gasfitter
V
42
MBO
Gezondheidszorg
M
54
MBO
Chefkok
V
45
MBO
M
58
MBO
P6260_AMERSFOORT
BEROEP
AMERSFOORT
Medewerker schoonmaakbedrijf
Communicatie medewerkster
Chauffeur
Ja: 9 en 11 jaar
Ja: 3 jaar en 1 op komst Nee: 14 en 17 jaar
Nee
Nee
Nee
RESPONDENTENOVERZICHT P6260
Dinsdag 28 oktober 2014 19.00 - 21.00 uur
AMERSFOORT
M/V
LEEFTIJD
OPLEIDING
BEROEP
KIND ONDER 12 JAAR
V
47
HBO
Adviseur en docent
Nee
V
33
HBO
Registratie UWV
Ja: 8 jaar
V
52
HBO
Medisch secretaresse
M
56
HBO
M
45
WO
V
43
WO
M
47
WO
M
28
WO
P6260_AMERSFOORT
Coach persoonlijke ontwikkeling
Ambtenaar
Bedrijfsadviseur / onderwijskundige Manager portfolio ondersteuner
Ondernemer ICT
Nee: 16, 19 en 20 jaar
Nee: 18 jaar
Nee
Ja: 8 en 10 jaar
Ja: 10 jaar
Nee
Bijlage 2 Gesprekspuntenlijst
P6260 SZW rapport combinatie werk, (mantel) zorg en ondersteuning | november 2014
CHECKLIST COMBINATIE WERK EN ZORG, VERSIE 2 (120 MINUTEN)
A. Introductie en kennismaking (15 minuten) Welkom heten bij Veldkamp Opdrachtgever: vertellen we op het eind! Thema: We gaan het hebben over een actueel onderwerp: de combinatie van werk en zorg/ondersteuning/hulp. Spelregels: Het gaat om meningen, dat betekent dat er geen goede of foute antwoorden zijn. Verzoek om vrijuit te spreken. Verzoek om mobiele telefoons op te bergen/uit te zetten. Opname, meekijken en anonimiteitwaarborg. We beginnen met voorstelronde: naam, leeftijd, soort werk, aantal uren werk, gezinssituatie. B. Inkadering van het onderwerp (15 minuten) Aan wie geeft u zorg, hulp of ondersteuning? En wat houdt dat in, wat doet u zoal? INT: kort rondje langs de tafel
In dit onderzoek gaan we ons beperken tot mantelzorg en het zorgen voor (uw) kinderen. INT: definitie mantelzorg tonen. Dit verstaan wij onder mantelzorg. Wat vindt u van deze definitie? Is het duidelijk, verbaast het u? We noemen dat in de rest van het gesprek voor het gemak ‘hulp en ondersteuning’. Is de zorg voor kinderen en mantelzorg zowel een taak voor mannen als voor vrouwen? Waarom vindt u dat? Wat past meer bij de een, wat meer bij de ander?
C. De combinatie werk en zorg in de praktijk (25 minuten) U heeft allemaal te maken met de combinatie werk en hulp en ondersteuning.
Hoe is bij u thuis de verdeling van werk, de zorg voor uw kinderen en hulp en ondersteuning van mensen in uw omgeving (ouders, buren, et cetera)? Doet u alles? Welke gezinsleden zijn er bij betrokken? We hebben de indruk dat het verdelen van de taken niet altijd een bewuste keuze is, Klopt dat? We zien vaak dat patronen in de familie worden doorgezet, degene met de meeste tijd neemt de meeste taken op zich. Of de oudste dochter heeft de beste band met de ouders en doet daarom het meeste. Is dat bij u ook zo?
V6260 – checklist combinatie werk en zorg - SZW – 28 oktober 2014
U combineert allemaal werk en zorgtaken. Welke problemen levert dat in de praktijk op? Waar loopt u tegen aan? INT: inventariseer op flipover
In hoeverre bent u tevreden met de huidige verdeling? Wat zou anders/beter kunnen?
Heeft u soms wel eens het gevoel dat het u wat te veel wordt? Wat zou voor u het moment zijn dat u zegt van: nu wordt het me te veel? Nu wordt het me te lastig? Aan wie wilt u als het nodig is hulp en ondersteuning verlenen? Ook aan mensen met wie u geen hechte relatie heeft? Waarom? Ervaart u hulp en ondersteuning geven aan de eigen familie en netwerk als verplichting? Waar is uw gevoel op gebaseerd? INT: let op: verschil tussen willen en moeten
E. Zorg in de toekomst (30 minuten) De overheid wil dat er meer hulp en ondersteuning vanuit de eigen kring wordt geboden. Daardoor kunnen ouderen bijvoorbeeld langer thuis blijven wonen, hoeven mensen niet naar een tijdelijke opvang of hoeft er geen hulp te worden ingekocht. Wat vindt u van deze ontwikkeling? Wat zijn de gevolgen hiervan? Wat gaan we daar als burgers van merken?
Stel: u krijgt er in de toekomst structureel hulp- en ondersteuningstaken bij. Bijvoorbeeld: uw ouder wordt steeds slechter te been en heeft ondersteuning nodig bij het doen van boodschappen, bezoek aan de dokter, huishoudelijke taken etc. De benodigde hulp kost zeker een aantal uur per week. Hoe gaat u dat aanpakken? Zou u in deze situatie met elkaar aan tafel gaan zitten om te bepalen hoe de benodigde hulp en ondersteuning gegeven kan worden? Met wie dan?
Stel dat u de benodigde hulp en ondersteuning zelf gaat geven: Welke belemmeringen vind je op je pad als je werk en dit soort hulp wilt combineren? INT: goed doorvragen, denk aan reisafstand, geld, rollenpatronen
Hoe zou u deze belemmeringen willen oplossen? Stel reisafstand is een probleem: - Hoe zou je dat kunnen oplossen? - In Japan kun je door hulp te geven aan mensen in je eigen buurt, punten verdienen die je kunt inzetten als bijvoorbeeld ouders die ver af wonen hulp nodig hebben. Wat vindt u van deze oplossing?
V6260 – checklist combinatie werk en zorg - SZW – 28 oktober 2014
Zou u bijvoorbeeld overwegen om minder te gaan werken? Zou u zich dat kunnen/willen permitteren? Onder welke voorwaarden zou u dat willen doen? Moet uw partner dan meer gaan werken? Of gaat het juist omgekeerd? Zou u overwegen om meer te gaan werken, om geld te hebben om de kosten van die zorg in te komen of voor uw ouders te kunnen betalen? Waarom wel, waarom niet?
Wat zou u doen: - als u meer (mantel)zorgverlof van uw werkgever kreeg? INT: zorgverlof wordt uitgebreid, breng dat eventueel in - als het eventuele (mantel)zorgverlof wordt betaald? - als uw werkgever meer open zou staan voor het opnemen van zorgverlof? Als het meer bespreekbaar zou zijn bij uw werkgever? - Als er andere vormen van ondersteuning waren (vanuit WMO bijvoorbeeld)?
Wat biedt uw werkgever aan mogelijkheden? Is het op uw werk mogelijk om te overleggen? Hoe flexibel zijn ze? Helpt dat? Zou u dit onderwerp met uw werkgever bespreken? Waarom niet?
Zou u ook andere alternatieven overwegen? Welke? Wanneer zou u die alternatieven kiezen? INT: bijvoorbeeld betaalde kinderopvang, buren vragen om je ouders te helpe, professionele hulp
Zou u overwegen om bepaalde zorgtaken uit te besteden? Waarom wel, waarom niet? Welke zorgtaken zou u dan willen uitbesteden? Aan wie? Wilt u daar voor betalen? Welke zorgtaken wilt u perse zelf doen? Stel dat u andere mensen in uw netwerk wilt inschakelen: is dat gemakkelijk of moeilijk te realiseren? Of wat voor problemen kan dat stuiten? Wat zou u nou echt nodig hebben om werk en hulp en ondersteuning beter te kunnen combineren?
E. Reactie op een aantal scenario’s (30 minuten) In de toekomst ziet de combinatie werk en zorg er misschien wel heel anders uit. Vroeger was er vaak een iemand in het gezin die de zorgtaken op zich nam. Tegenwoordig werken er veel meer mensen. We willen u een aantal scenario’s laten zien. We willen met u verkennen of deze scenario’s het probleem van de combinatie werk en zorg oplossen en wat er nodig is om ze mogelijk te maken.
V6260 – checklist combinatie werk en zorg - SZW – 28 oktober 2014
Scenario 1a: Iedereen binnen het gezin zorgt en iedereen werkt: iedereen heeft een deeltijdbaan en combineert dat met hulp aan en ondersteuning van anderen, zodat je geen kinderopvang of thuiszorg nodig hebt (let wel: medische handelingen en professionele zorg hoeft u niet zelf te doen natuurlijk). Wat vindt u van deze verdeling van taken? Wat is er goed aan? Wat is er niet goed aan? Vindt u dit een realistische oplossing? Stel dat je dit wilt doen: wat is daar dan voor nodig? - Wat kan helpen om dit te bewerkstelligen? - Welke belemmeringen moeten er dan worden weggenomen? - Wie zou hier een rol in kunnen spelen? Scenario 1b: Eén persoon binnen het gezin biedt hulp en ondersteuning en één persoon werkt. Dit is vergelijkbaar met hoe het vroeger was. Wat vindt u van deze verdeling van taken? Wat is er goed aan? Wat is er niet goed aan? Vindt u dit een realistische oplossing? Stel dat je dit wilt doen: wat is daar dan voor nodig? - Wat kan helpen om dit te bewerkstelligen? - Welke belemmeringen moeten er dan worden weggenomen? - Wie zou hier een rol in kunnen spelen? Scenario 2: Iedereen werkt fulltime en de zorg wordt om het werk heen geplooid of uitbesteed. Denk bijvoorbeeld aan flexwerken of tijd en onafhankelijk werken, of werken bij een bedrijf zoals Google, dat een kinderopvang, winkel, stomerij, etc in het pand heeft en alles ter plekke voor medewerkers kan regelen. Wat vindt u van deze oplossing? Wat is er goed aan? Wat is er niet goed aan? Vindt u dit een realistische oplossing? Stel dat je dit wilt doen: wat is daar dan voor nodig? - Wat kan helpen om dit te bewerkstelligen? - Welke belemmeringen moeten er dan worden weggenomen? - Wie zou hier een rol in kunnen spelen?
V6260 – checklist combinatie werk en zorg - SZW – 28 oktober 2014
G. Afronding (5 minuten) We doen dit onderzoek in opdracht van het ministerie van SZW, afdeling Communicatie. Wat moet het ministerie van ons gesprek leren? Waar moeten ze vooral aandacht aan besteden? Zijn er nog dingen niet aan de orde geweest, maar die u wel belangrijk vindt om te noemen? Vragen uit de meekijkruimte? Dank voor de medewerking.
V6260 – checklist combinatie werk en zorg - SZW – 28 oktober 2014