Symposium Toezicht op bouwconstructies drastisch op de schop Bent u klaar voor private kwaliteitsborging?
Bouw- en Woningtoezicht doet een stap terug en kwaliteitsborging wordt een zaak van de markt. Maar wat betekent dit voor uw organisatie? En voor uw werkomgeving? Ziet u vooral risico’s, of zijn er juist ook kansen? Wat moet er veranderen en zijn er mogelijkheden om op die veranderingen invloed uit te oefenen? U registreert uiteenlopende beelden en meningen en vraagt zich af wat voor u de consequenties zijn. Hoog tijd voor een goede inventarisatie en deskundige visies van de betrokken partijen zelf. Om orde te scheppen in de soms onderling sterk conflicterende berichten heeft de Betonvereniging samen met de Branchevereniging TIS en het Centraal Overleg Bouwconstructies (COBc) op 6 juni in Sport- en Congrescentrum Papendal, Papendallaan 3 te Arnhem het Symposium ‘Toezicht op bouwconstructies’ georganiseerd. Op deze studiemiddag zijn gezaghebbende deskundigen dieper ingegaan op de consequenties van private kwaliteitsborging. Er is antwoord gegeven op vragen als: Wat wil de overheid en wanneer wil ze dit? Wat vindt de markt hier nu eigenlijk van? Wat wordt de taak van Bouw- en Woningtoezicht? Welke methodieken en instrumenten voor private kwaliteitsborging zijn er eigenlijk al? Het symposium is afgesloten met een actieve discussie over de consequenties van private kwaliteitsborging om zo de dag te beëindigen met een sterke aanbeveling naar de beslissende en straks uitvoerende organen.
************************************************** Totaal 60 deelnemers Vertegenwoordigers van: Opdrachtgevers, Architecten, Ir. Bureaus (constructie, bouwfysisch, etc) Bouw-en woningtoezichten, Aannemers, Verzekeringsmakelaars, onderzoeksinstellingen (TNO), Gemeenten, Waterschappen, Certificatie instellingen, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningkrijksrelaties, TIS Bureaus
**************************************************
Presentaties 6 juni 2013 De volgende presentaties hebben plaats gevonden:
Opening door dagvoorzitter (Martin van Staveren) Van Staveren is als adviseur en kerndocent aan de UT gespecialiseerd in het professionaliseren van risicomanagement in organisaties. Hij geeft een korte schets van de risico’s én kansen van private kwaliteitsborging rond een bouwproject. Stand van zaken (Hajé van Egmond) Van Egmond van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft een toelichting op de huidige stand van zaken rond private kwaliteitsborging en de ontwikkelingen de komende tijd. Visie Bouw- en woningtoezicht (Joop van Leeuwen) Van Leeuwen heeft als voorzitter Centraal Overleg Bouwconstructies (COBc) veel kennis over toezicht en handhaving vanuit Bouw- Woningtoezicht. Koppeling privaat toezicht, verzekerde garantie (Nico van Nus) Als directeur verzekeringstechniek bij Meeus Bouw & Infra is Van Nus intensief betrokken bij bouwrisicomanagement, bouwverzekeringen en bouwschade. Visie opdrachtgever (Gudrun van Oirschot) Hoe organiseer je als publiek opdrachtgever van bouwprocessen de contractbeheersing zo dat deze doeltreffend en doelmatig is waarbij maximaal gebruik gemaakt wordt van het kwaliteitsmanagement van de opdrachtnemer? In deze presentatie wordt ingegaan op de parallellen die het uitvoeren van Systeemgerichte Contract Beheersing heeft met de ontwikkelingen in de private kwaliteitsborging. Visie Aannemers (Bob Gieskens) Gieskens is als hoofd Brancheontwikkeling bij Bouwend Nederland nauw betrokken bij private kwaliteitsborging en breekt een lans voor coalitievorming om het proces te versnellen.
De presentaties zijn allen digitaal beschikbaar en kunnen opgevraagd worden bij de betonvereniging.
Notulen tafel gesprekken 6 juni 2013 Tafel 1 - Hajé van Egmond (Ministerie van Binnenlandse Zaken) Stelling: “U kunt goede en veilige gebouwen bouwen zonder dat de overheid toekijkt” Op dit moment wordt geconcludeerd dat (privaat of publiek) toezicht noodzakelijk blijft. De deskundigheid om goede en veilige gebouwen te bouwen is aanwezig. Echter zijn opdrachten vaak beperkt en financieel gedreven en worden er momenteel door de gemeentes nog steeds fouten in het ontwerp en tijdens de uitvoering geconstateerd. Er is een cultuur in Nederland ontstaan dat het accepteren van zaken die onvoldoende zijn redelijk is mits dit er weinig zijn. Financiële prikkels dienen ontworpen te worden om de markt te motiveren het private toezicht op te pakken.
Tafel 2 - Joop van Leeuwen (COBc) Stelling: “De onafhankelijkheid van de Constructieve Toets is in de toekomst (nog) niet geregeld” Geconcludeerd wordt dat er diverse initiatieven zijn (Technical Inspection Service, BRL 5019/5006) waarin de constructieve toets geborgd wordt en waarin eisen ten aanzien van onafhankelijkheid zijn opgenomen. Er is echter nog geen overkoepelende regeling waarin de minimale eisen waaraan de initiatieven moeten voldoen zijn geborgd. De randvoorwaarden missen hierin. Er wordt verder geconcludeerd dat het beoogde Duale stelsel en misschien zelf diverse pilotprojecten daar aan voorafgaand zeker een meerwaarde opleveren. Controleren is beter dan vertrouwen. Vanuit de gemeenten wordt aangegeven dat zij openstaan voor Pilots met private kwaliteitsborginginitiatieven die vanuit de markt komen. Ook het nut van een persoonsgebonden certificatie voor toetsers wordt onderkend als een mogelijke borging van de onafhankelijkheid en de kwaliteit bij het uitvoeren van de Constructieve Toets. De onafhankelijkheid van de Constructieve Toets kan in de toekomst goed geregeld worden, maar is dat nu nog niet.
Tafel 3 - Nico van Nus (Meeus) Stelling: “De overheid moet zich niet bemoeien met wel of niet verzekeren van bouwgaranties” Een groot probleem en één van de oorzaken van bouwfouten is een versnippering van de bouwende partijen: alles wordt uit elkaar gerafeld en komt niet meer bij elkaar. Bij private kwaliteitsborging is het dus belangrijk dat de integraliteit wordt geborgd. Een belangrijke vraag die gesteld moet worden is: “welk risico wil je accepteren”? De beantwoording van deze vraag bepaalt de mate van onafhankelijkheid, maar ook de zorgvuldigheid die de toetsende partijen moeten hanteren. Verzekeren en het uitvoeren van controle gaat hand in hand. Bovendien werkt verzekeren kwaliteitsverhogend. Voor een opdrachtnemer geldt dat het indienen van te veel claims zal leiden tot een hogere premie. Voor het toetsende bureau geldt dat de verzekeraar niet meer met ze zal willen samenwerken als er te veel claims komen. Voor zowel de opdrachtnemer als de toetsende partij is er dus een eigenbelang om een goede kwaliteit te leveren. Daarnaast draagt verzekeren ook bij aan een eenduidige aansprakelijkheid.
Tafel 4 - Gudrun van Oirschot (Rijksgebouwendienst) Stelling: “Private kwaliteitsborging niet doen, de markt is er nog lang niet klaar voor!” De meningen lopen erg uiteen. De meerderheid weerlegt de stelling en wil aan de slag. Breng de juiste mensen bij elkaar en begin. Sommigen vinden echter dat markt in de praktijk onvoldoende laat zien het vertrouwen te verdienen dat hierbij nodig is. Anderen vinden dat de ruimte geboden moet worden en je niet kan wachten tot alles helemaal op orde is en dan pas invoeren. Gewoon beginnen dus en met elkaar de ontwikkeling doormaken die nodig is om doel te bereiken. De kiem is al gelegd en er zijn al marktpartijen die met private kwaliteitsborging werken. Een andere discussie ontstaat over tijd- en budgetdruk. Volgens de een zijn dit prikkels tot onzorgvuldig gedrag, terwijl de ander juist meent dat dergelijke druk vanuit risicomanagement prikkelt tot zorg voor kwaliteit omdat risico op afkeur juist grote gevolgen voor tijd (vertraging) en geld (faalkosten) hebben. Ook wordt de zorg uitgesproken over de onafhankelijkheid of beter gezegd de integriteit. Het mechanisme van 'kat op het spek' en 'wie betaalt, bepaalt' moet via voldoende waarborgen worden ondervangen. Partijen die private toetsen uitvoeren moeten de rug recht houden, transparant handelen en deskundig zijn. Toezicht op systeem en partijen zijn nodig evenals echt voelbare sancties bij misbruik. Dit alles vraagt om een cultuuromslag (dus ander gedrag en houding) bij alle partijen, zowel bij partijen die naast, voor en met elkaar in de bouw acteren en zowel aan de (helaas erg versnipperde) aanbodzijde als de vraagzijde (niet op laagste prijs gunnen, invoeren past performance). De markt moet dus worden geprikkeld tot het leveren van toegevoegde waarde in plaats van winst zoeken via omissies in (of andere interpretatie van) het contract. Gun elkaar vertrouwen en neem je verantwoordelijkheid.
Tafel 5 - Bob Gieskens (Bouwend Nederland) Stelling: “Er is geen enkele aanleiding om nog langer te wachten. De bouw is klaar voor private kwaliteitsborging”. Geconcludeerd wordt dat de markt er deels klaar voor is. In het onderste segment (woningbouw) lijkt één en ander al goed te functioneren met bijvoorbeeld bouwgarantiefondsen. In het bovenste segment (de complexe projecten) worden er instrumenten toegepast als Technical Inspection Service. Echter voor de grote middenmoot is het nog niet goed geregeld. De vraag reist of de markt ooit wel volledig klaar zal zijn voor private kwaliteitsborging. We vertrekken immers vanuit een oude situatie die verreweg van ideaal te noemen is en zelfs na omschakeling zal de nieuwe situatie niet ideaal starten. De vraag hoort te zijn, welk stelsel (publiek of privaat) op termijn de grootste kansen op verbetering biedt. Als er een duidelijke besluitvorming rondom private kwaliteitsborging komt dan zal de markt er klaar voor zijn! Er is geen discussie over het feit dat de omslag naar private kwaliteitsborging er komt. Wel wordt het belangrijk gevonden dat de randvoorwaarden zoals bijvoorbeeld onafhankelijkheid goed gedefinieerd worden. Ook wordt het belang van toezicht, registratie en verificatie van de ter beschikbaar komende instrumenten onderstreept.
Tafel 6 - Alexander Pastoors (BNA architecten) Stelling: “Met private kwaliteitsborging, vallen er minder balkons naar beneden” Na een enerverende discussie wordt geconcludeerd dat met private kwaliteitsborging minder balkons naar beneden vallen, mits er een aantal belangrijke zaken goed ingeregeld worden: De private toetser dient onafhankelijk en integer te acteren en dient over voldoende deskundigheid te bezitten. Er dient één duidelijke aansprakelijke te zijn en één duidelijke verantwoordelijke. Bovendien dienen er passende / zware sancties te zijn indien blijkt dat onvoldoende kwaliteit wordt geleverd door personen met een persoonscertificaat (vb. register constructeur) en bedrijven met een systeemcertificaat (vb gecerificeerd volgens BRL 5019/TIS).
Eind conclusie van de middag door de voorzitter Door Martin van Staveren (voorzitter) worden samenvattend de volgende punten onder de aandacht gebracht voor het uitvoeren van private kwaliteitsborging:
In de hele keten dienen we onszelf verder te professionaliseren. De onafhankelijkheid van de instrumenten dient goed geborgd te worden. Let op: Wie betaalt, bepaalt! De verwachtingen van de eindgebruiker ( de” bouw”-consument) dienen in ieder geval goed geregeld te zijn. Er dient een gezonde balans gevonden te worden tussen kwaliteitsborging / toezicht en verzekeren. Kijk vanuit een risicobenadering waar we als keten de spanning/aandacht op moeten zetten.
Er zijn nu veel instrumenten beschikbaar. Laten we met de keten dit gezamenlijk gaan doen en op basis van evaluaties de kwaliteit van de beschikbare instrumenten verbeteren.