SwimKick Techniekacademie introductie mentale training Trainen van je gedachten Op een warme en zonnige middag verzamelden veel dieren zich in het clubhuis van de sportvereniging, op zoek naar verkoeling. De jaarlijkse Dieren Olympiade kwam snel naderbij en iedereen was enthousiast om zo goed mogelijk te presteren in de maanden die er nog over waren voor voorbereiding. “Zoals ik het zie” zei Appie Arend, kampioen afdaling en slalom skiën en de leider van de groep, “moeten wij nadenken over alle aspecten van onze prestaties als wij naar grote hoogte willen stijgen”. “Ik ben er altijd klaar voor,” zei Nico Neushoorn van het rugby team, “en ik werk het hele jaar aan mijn techniek”. “En ik ook,” bevestigde Fiona Flamingo, een rijzende ster in het kunstschaatsen, “maar ik lig nog een te groot deel van mijn trainingen met mijn billen op het ijs“. Bennie Bulldog, een talent op het gebied van discuswerpen, speerwerpen en kogelslingeren, bekeek het op een andere manier. “Het is allemaal de vraag of je fit bent; fysiek in vorm zijn, dat telt.” gromde hij. “Je moet jezelf in conditie houden door heel veel te trainen, bijvoorbeeld door regelmatig achter katten aan te zitten. Ik doe dat het hele jaar door. Daardoor ga ik zeer agressief de wedstrijd in”. “Het klinkt mij allemaal een beetje zinloos”, zei Koos Konijn, die de voorkeur gaf aan de 200m sprint en van nature een snelle sprinter was. Koos Konijn kreeg een angstig beeld in gedachten, waarin hij werd achtervolgd door Bennie en hij had absoluut geen trek in de gevolgen. “Fit zijn,” zorgt ervoor dat ik goed presteer”, hield Bennie vol. “Hoe zit het dan met de keren dat je vergat de kogel los te laten, na al dat draaien in de ring?” vroeg Bob Bever die Bennie vaak op de atletiekbaan aan het werk had gezien. Iedereen lachte, en Bennie voelde zich niet op zijn gemak terwijl hij aan die blunder dacht.“Nou als je het aan mij vraagt is het tactiek dat het verschil maakt ”zei Ricky Rat, die vastbesloten was een profvoetballer te worden. Ik slinger mijzelf tussen de tegenstanders door en laat hen wanhopig achter. Ik gebruik mijn eigen geheime strategieën. Ik ben zeer tactisch en scherpzinnig. Wat Ricky vergat te vermelden was dat het grootste deel van zijn eigen team door zijn bewegingen in het voetbalveld ook in de war raken. Fien Vleermuis dacht dat Ricky gewoon egoïstisch was en niet aan zijn teammaatjes denkt. Ze sprak deze gedachten natuurlijk niet hardop uit. Fien gaf de voorkeur aan een individuele sport als zwemmen. Daar had ze het gevoel dat ze alles onder controle had. Een andere getalenteerde sporter in de groep was Paul Poema. Hij was enorm goed in basketbal. Iedereen was dol op Paul, die zeer snel was en heel fanatiek en geconcentreerd kon spelen. Maxi Muis, die een beetje jaloers was op Pauls grote talent, zei het duidelijk. “In mijn tenniswedstrijden moet ik mijn techniek steeds goed gebruiken, fit genoeg zijn om de wedstrijd uit te spelen en ik moet slimmer zijn dan mijn tegenstander.” zei ze. Tegelijkertijd sloeg ze met haar tennisracket tegen de stoel van Erica Ezel die vlak voor haar zat.
“Balans en beweeglijkheid zijn belangrijk voor mij.”, fluisterde Lynette Lynx, een uitstekende turnster. Op dat moment mengde Appie Arend zich in het gesprek. “Jullie hebben allemaal gelijk”, zei hij. “Een sporter moet zijn techniek heel goed beheersen. Daarnaast moet een sporter een hele goede conditie hebben om zijn techniek goed te kunnen gebruiken. Ook een goede tactiek en een race plan kunnen in sommige sporten helpen om goed te presteren. Maar we proberen dat allemaal al en toch hebben we het eindresultaat niet in de hand.” Ernie Emu, de keeper van het voetbalteam, stelde de volgende vraag aan Appie Arend: “Bedoel je dat er nog iets is waar wij aan moeten werken?” Ernie Emu was een perfectionist, die altijd op zoek was naar kleine dingen om zichzelf te verbeteren, anders dan Susie Struisvogel die ook in hetzelfde team speelde. Hij voelde dat er iets belangrijks verteld zou gaan worden. “Het is iets dat Koos Konijn eerder zei, dat mij op dit idee bracht. Het heeft te maken met je gedachten tijdens het sporten.” zei Appie Arend. Ulbe Uil zei wijs: “Mentale vaardigheden zijn zeer belangrijk. Misschien kunnen we allemaal een beetje leren over onze mentale voorbereiding. Dat kan ons helpen beter te presteren”. Lia Leeuw, die aan waterpolo en zwemmen deed, dacht dat ze aan haar mentale vaardigheden moest werken bij beide sporten. Ze hoopte dat het niet te moeilijk zou zijn en vroeg: “Wat zijn mentale vaardigheden?” Het werd stil. “Dat zijn vaardigheden waarmee je zowel de gedachten in je hoofd als je lichaam gebruikt.” antwoordde Paul Poema. Je kan een heleboel dingen doen zoals doelen stellen en concentreren om heel goed te presteren.” zei hij. “Wow” piepte Maxi Muis bewonderend. “Het is duidelijk dat we over deze mentale vaardigheden moeten leren en ze moeten oefenen” stelde ze. Ze kende zichzelf en begreep dat ze de mentale vaardigheden op zo’n manier moest oefenen dat het vanzelf zou gaan tijdens haar wedstrijd. De dieren praatten in kleine groepen verder en discussieerden over wat zij dachten dat de mentale vaardigheden waren. Ze kwamen met verschillende vaardigheden op de proppen. Ze hadden het over wat ze moesten denken, voelen en doen om in topvorm te komen. Ze waren het erover eens dat er een sterke band bestaat tussen het lichaam en je gedachten. Het lichaam kan de manier waarop je gedachten gaan beïnvloeden en andersom kunnen je gedachten ook je lichaam beïnvloeden. Als eerste waren ze het eens dat er zes mentale vaardigheden zijn die ze allemaal konden leren gebruiken. Penny Pauw vond dat jezelf kennen belangrijk is, om aan te werken. Bob Bever wees op het belang van doelen stellen. “Ik zou graag meer leren over inbeelden” zei Fien Vleermuis.
“Ik denk dat Bennie Bulldog kan leren zich een beetje te ontspannen in plaats van zo agressief te zijn” zei Koos Konijn. “En Fiona Flamingo moet positief blijven denken tijdens haar schaatskur” vond Erica Ezel. Susie Struisvogel, die tijdens de wedstrijd niet altijd goed op haar techniek lette voegde daar tenslotte nog concentreren aan toe. “Wacht even” eiste Eddie Arend streng. Hij was onaangenaam verrast door het verloop van het gesprek. “We zijn nu al aan het kijken naar wat anderen nodig hebben in plaats van te kijken naar wat voor onszelf echt nodig is. Jullie zullen vaardigheden als doelen stellen, jezelf kennen, ontspannen, positief denken, inbeelden en concentreren nu niet direct nodig hebben, maar er komt een tijd dat dit wel het geval is. Het trainen van mentale vaardigheden gaat over het vergaren van al deze vaardigheden, ze opslaan in je eigen mentale gereedschapskist, en in staat zijn ze op de juiste manier te gebruiken wanneer je ze nodig hebt.” Hij haalde diep adem om rustig te blijven. “Als we de manier waarop we ons voorbereiden op een wedstrijd gaan veranderen, dan kunnen we beter eerst naar onszelf kijken voordat we naar anderen kijken.” zei Ulbe Uil wijs. “Verandering begint bij jezelf” voegde hij toe. Paul Poema zei: “Mijn sport leert mij geduldig zijn, hoe ik mijn reserves kan gebruiken en hoe ik mijn drukke hoofd tot rust kan brengen. Training is vermoeiend, maar met je gedachten bezig zijn is verfrissend en geeft me energie.” Ricky Rat vroeg zich af waar hij al die wijsheid vandaan haalde, maar zei niets. De dieren praatten nog even verder. Ze bereikten een akkoord dat ze allemaal vol overgave aan het evenwicht tussen hun lichaam en gedachten moeten werken, en dat ze de mentale vaardigheden zouden oefenen zowel in de training als tijdens wedstrijden. Zelfs Nico Neushoorn voelde dat hij meer zelfcontrole nodig had en dat hij net als zijn lichaam ook zijn gedachten moest trainen om goed te presteren. “Hoe beginnen we?” vroeg Sjaak Schildpad, die nooit de meest energieke was, maar die wel opgewonden was bij het idee dat hij in een trainingsprogramma aan zijn mentale vaardigheden zou werken. Het was Maria Merrie die nu iets zei. “Er is zoveel kennis en ervaring in de kamer, dat we het beste kunnen beginnen door elkaar te helpen.” De altijd praktische Maria was ongetwijfeld de beste en meest ervaren atleet in hun midden. Ze was lid van het Nationaal Volleybalteam en al twaalf jaar de eerste keus, moeder van twee jonge kinderen, en van nature een onbevreesde competitiespeelster. Zij zou zeker in staat zijn veel van haar ervaring en kennis te delen. Appie Arend stelde voor dat ze elke dag bij elkaar zouden komen in het clubhuis om te discussiëren over de mentale vaardigheden, het plannen van een ideale voorbereiding en over de manier waarop ze konden leren hun vele emoties in hun voordeel te gebruiken. “Nodig je vrienden uit, want er ontbreken nog veel dieren van wie we iets kunnen leren.” zei Appie Arend. “Hoe maken we een begin?” vroeg Sjaak Schildpad nogmaals. “Laten we beginnen met de belangrijkste mentale vaardigheden,“ nodigde Appie Arend uit. “Hoe moeilijk dit ook lijkt, het
is wel belangrijk. We kunnen beginnen door alle belangrijke mentale beginselen te onderzoeken, leren hoe we de belangrijke vaardigheden uit kunnen voeren en ze kunnen gebruiken in de training en de wedstrijd. Het kwam allemaal zeer geleerd over bij de anderen en het avontuur stond op het punt te beginnen. Mentale eigenschappen van goede sporters Goede sporters: ¾ Kennen zichzelf heel goed ¾ Hebben veel zelfvertrouwen ¾ Willen altijd goed presteren ¾ Zijn ontspannen ¾ Letten goed op ¾ Denken positief over zichzelf ¾ Werken met doelen ¾ Kunnen zichzelf motiveren ¾ Houden vol ¾ Blijven rustig (ook als het spannend wordt) ¾ Doen dingen liever nu dan later
Werkblad 1.
Moeilijke woorden
Zoek moeilijke woorden in het verhaal of woorden waarvan je denkt dat die belangrijk kunnen zijn voor jouw mentale vaardigheden. Probeer achter de betekenis van die woorden te komen door ernaar te vragen aan je trainer, je ouders of anderen. Bennie Buldog gebruikte het woord fysiek. Schrijf in jouw eigen woorden op wat fysiek betekent.
Moeilijk woord
Fysiek
Betekenis
Werkblad 2 .
Op welk dier lijk ik?
Kies één of twee dieren uit het verhaal en geef aan waarom hij of zij wel op jou of juist niet op jou lijkt. Teken het dier in het vierkant. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Werkblad 3.
Leuk en leerzaam
Maak een lijst van alle dingen waarom zwemmen leuk is:
Door zwemmen leer ik:
werkblad 4.
Evenwicht zoeken
De koorddanser is bezig met evenwicht zoeken op het danskoord
Vertel hoe jij in evenwicht blijft in jouw sport?
Fiona Flamingo’s Eén-been oefening Instructies: ⇒ Probeer een eenvoudige vaardigheid. Balanceer op één been met je handen in je zij langs je lichaam. ⇒ Sluit je ogen zodra je in evenwicht bent en denk aan iets leuks of neem een prettig beeld in gedachten. ⇒ Verander die gedachte of dat beeld nu in een negatieve en let op of er iets verandert aan jouw evenwicht als je aan iets negatiefs denkt. ⇒ Maak een verbinding tussen je lichaam en je gedachten