Bestrijding van Streptococcus suis bij biggen via voeding Carola van der Peet-Schwering, Nienke Dirx, Rudolf Raymakers
Overzicht presentatie
Aanleiding onderzoek Doel Opzet onderzoek Resultaten Conclusies
Aanleiding onderzoek naar S.suis
Komt veel voor bij gespeende biggen Verhoogde uitval, lagere groei en verhoogd medicijngebruik Type 2 en 9 komen het meeste voor Er zijn geen geregistreerde vaccins in Nederland
Aanleiding onderzoek voeding en S.suis
Relatie tussen voermanagement en uitval door S. suis Te lage voeropname na spenen kan leiden tot darmschade Darmschade leidt tot verhoogde permeabiliteit darmwand S. suis neemt toe in maagdarmkanaal na spenen (Su et al., 2008) Er zijn aanwijzingen dat S. suis door darmwand heen kan (Swildens et al., 2004) Darmschade vergroot mogelijk de kans op s.suis infectie Kan goede voeropname rond (voor en na) spenen het aantal s.suis infecties verminderen?
Hoe voeropname na spenen stimuleren?
Kunstmelk verstrekken: Biggen die onbeperkt melk kregen na spenen hadden op dag 5 na spenen geen darmschade (Pluske et al., 1996) Aangepaste voersamenstelling
In literatuur vrijwel niets te vinden over voersamenstelling en s. suis Goed verteerbaar eiwit Meer ontsloten granen Kokosvet toevoegen Enige koolhydraatfermentatie in de dikke darm Extra zuren toevoegen
Doel onderzoek
1.
2.
Energieopname na spenen verhogen en S.suis infecties verminderen door het verstrekken van kunstmelk gedurende 6 dagen na spenen Energieopname na spenen verhogen en S.suis infecties verminderen door het verstrekken van een aangepast speenvoer
Proefopzet: 3 ronden 80 biggen (10 biggen per hok) per behandeling Beh
1 – 3 weken leeftijd
1 Prestarter 2 3 Prestarter 4
Week 4
Speenvoer A en B gemengd en v.v. kleurstof Speenvoer A en B gemengd en v.v. kleurstof
Maandag voor spenen tot spenen
Spenen tot 6 dagen
Tweemaal daags melk
Wel melk
Tweemaal daags melk
Geen melk
Speenvoer 0 – 14 dagen
Opfokvoer
A
C
B
C
A
C
B
C
Samenstelling kunstmelk en speenvoer
Kunstmelk lijkt op zeugenmelk en is speciaal voor deze proef gemaakt (EW = 1,86; ruw eiwit = 22,5%, ruw vet = 30%) Aangepaste speenvoer (speenvoer B): 40% gerst, 10% ontsloten mais, 3,5% provisoy, 2% bietenpulp, 2% kokosvet, 1% melkzuur, 1% mierenzuur
Voorronden
3 ‘voorronden’ uitgevoerd:
Melk voor spenen al aanbieden! Vorm melktrog: lange RVS-trog ronde kunststof trog
RVS-trog (voorronde 1)
Ronde kunststof trog (voorronde 2 en 3)
Voorronden
Droogvoerverstrekking: alleen 2-vaks droogvoerbak droogvoerbak + bijzetbakje (verschillende varianten)
Zonder bijzetbakje (voorronde 1 en 2)
Met bijzetbakje (voorronde 3)
Voorronden
Voerschema (aantal keer per dag melk): 6 x per dag (handmatig) 12 - 6 keer per dag (automatisch)
Melkautomaat
Detail uitdoseren
Voercurve (hoeveelheid melk): 6 dagen
Detail ‘ventiel’
Conclusie voorronden
Ronde kunststof trog Droogvoerverstrekking:
Ronde 1: droogvoerbak + ronde trog met voorraadbunker (continue voer beschikbaar) Ronde 2 en 3: droogvoerbak + ronde trog, 2 maal daags bijgevuld
Voerschema en voercurve (melk)
dag 1 2 3 4 5 6 7
aantal voerbeurten 12 12 12 6 6 6 0
aantal x onderhoud 2,2 (2,6) 2,5 (3,0) 2,0 (2,4) 1,5 (1,8) 1,0 (1,2) 0,5 (0,6) 0,0
Uitleesparameters
Technische resultaten: week 1, week 2, week 3-5 • Opname in aantal keer onderhoudsbehoefte en EW-opname • Groei • EW-conversie
Melkopname dagelijks per hok Uitval en veterinaire behandelingen Aantal dieren met klinische verschijnselen van S. suis • 2 maal daags beoordelen • Verschijnselen: kreupelheid, hersenverschijnselen, gedragsverandering, lichaamstemperatuur (rectaal)
Protocol om s.suis goed te kunnen meten
Hersenverschijnselen (0 = geen; 3 = ernstig) Kreupelheid (0 = niet; 3 = ernstig) Gedragsverandering (0 = geen; 3 = dier blijft liggen) Lichaamstemperatuur (lager of hoger dan 40oC) Inclusiecriteria s.suis: Hersenverschijnselen score 1, 2 of 3 Kreupelheid score 1 of 2 en temperatuur boven 40oC Kreupelheid score 3 Gedragsverandering en temperatuur boven 40oC
Resultaten spenen tot dag 7 wel/geen melk Melk
Geen melk
Aantal hokken
16
16
Speengewicht (kg)
8,0
8,0
Gewicht dag 7 (kg)
9,7
9,1
Groei (g/d)
249a
163b
EW-opname (EW/d)
0,49a
0,31b
- EW-opname uit melk - EW uit voer, dvb - EW uit voer, ronde trog
0,32a 0,06a 0,11a
0,00b 0,15b 0,15b
EW-conversie
2,02
1,95
Energieopname uit melk
Totale energieopname (aantal keer onderhoud) Dag
Melk
Geen melk
1
2,86
0,66
2
2,61
1,41
3-6
2,12
1,60
7
1,96
2,17
8
1,78
1,79
9
1,99
1,95
Resultaten dag 7 tot 14 wel/geen melk Melk
Geen melk
Aantal hokken
16
16
Gewicht dag 7 (kg)
9,7
9,1
Gewicht dag 14 (kg)
12,3
11,5
Groei (g/d)
394a
355b
EW-opname (EW/d)
0,56a
0,53b
EW-conversie
1,44a
1,53b
Resultaten spenen tot dag 35 wel/geen melk Melk
Geen melk
Aantal hokken
16
16
Speengewicht (kg)
8,0
8,0
Eindgewicht (kg)
25,7
24,6
Groei (g/d)
509a
476b
EW-opname (EW/d)
0,81a
0,75b
- EW-opname uit melk - EW-opname uit voer
0,07a 0,74
0,00b 0,75
EW-conversie
1,60
1,59
Resultaten dag 1 tot 14 speenvoer A en B Speenvoer A
Speenvoer B
Aantal hokken
16
16
Speengewicht (kg)
8,0
8,0
Gewicht dag 14 (kg)
11,9
12,0
Groei (g/d)
287
294
EW-opname (EW/d)
0,45a
0,50b
EW-conversie
1,59a
1,71b
Resultaten spenen tot dag 35 Speenvoer A en B Speenvoer A
Speenvoer B
Aantal hokken
16
16
Speengewicht (kg)
8,0
8,0
Eindgewicht (kg)
25,0
25,3
Groei (g/d)
487
498
EW-opname (EW/d)
0,77
0,79
EW-conversie
1,59
1,59
Gezondheid en uitval Melk
Geen melk
Aantal dieren
160
160
Aantal uitgevallen
4
2
Aantal behandeld
7
7
- kreupel - hersenverschijnselen
5 1
6 1
Aantal met klinische verschijnselen s.suis
7
7
Gezondheid en uitval Speenvoer A
Speenvoer B
Aantal dieren
160
160
Aantal uitgevallen
5
1
Aantal behandeld
11a
3b
- kreupel - hersenverschijnselen
9 1
2 1
Aantal met klinische verschijnselen s.suis
11
3
Conclusies kunstmelk
Kunstmelk verhoogt de energieopname en groei in de eerste week na spenen en over het hele opfoktraject Geen dip in voeropname na het stoppen met melk Hogere energieopname resulteert niet in minder biggen met s.suis verschijnselen in deze proef Energieopname extra te verhogen door ad lib voer te geven in zowel droogvoerbak als rond trogje
Conclusies speenvoer
Speenvoer B verhoogt de energieopname maar niet de groei de eerste twee weken na spenen Over het hele opfoktraject geen effect van speenvoer B Speenvoer B vermindert aantal biggen met s.suis verschijnselen Het is niet duidelijk of een of meer of alle aanpassingen in het voer hier verantwoordelijk voor is
Dank voor uw aandacht! Carola van der Peet-Schwering, Nienke Dirx, Rudolf Raymakers