Suiker, verhaal over biet en riet 1. Zoete histories Rietsuiker is al een oud verhaal. Al in 8000 voor Christus kwam de plant voor in Nieuw Guinea en later ook in India, China, Indonesië,… Eerst kauwde men op de rietstengels om te genieten van het zoete sap maar later zal men in India en China het sap uit de stengel persen en indikken tot een kleverige brij. Bij afkoeling ontstaat een gekristalliseerde massa die de Indiërs in het Sanskriet ‘sarkara’ noemen, meteen ook het basiswoord dat terug te vinden is in de meeste moderne talen voor het woord suiker: suiker, sucre, sugar, zucker, azucar, cukier, … Rond 500 voor Christus brengt de Pers Darius de rietstengel mee vanuit de Indusvallei naar Turkije. De Perzen hebben dan het monopolie over de suikerhandel in onze gewesten. In 600 na Chr. gieten de Perzen de eerste suikerbroden. De Arabieren vallen Perzie binnen en ontdekken het suikerriet en voeren suiker in, in alle veroverde landen waaronder het gebied rond de Middellandse Zee. Ze verbeteren de productietechnieken en de verwerking. In de 12de eeuw brengen de kruisvaarders naast specerijen ook suiker mee. Venetië ontwikkelt een monopolie en wordt de draaischijf van de suikerhandel in NoordEuropa. Het nieuwe ‘kruid’ wordt tegen superhoge prijzen bij de apotheker verkocht. In de 15 de eeuw startten de Portugezen plantages op Madeira: een startschot voor transatlantische big business tot verdriet van Venetië. Eerst Brugge en, na de verzanding van het Zwin, Antwerpen worden handelscentra voor Noord-Europa. Na de val van Antwerpen in 1595 (door de Spanjaarden) wordt de Verenigde Oost Indische Compagnie van de Nederlanden opgericht en Amsterdam wordt het grote handelscentrum. Nederland en Engeland zullen nu de wereldhandel domineren. Ondertussen is een grote winstgevende slavenhandel op kruissnelheid gekomen: in de nieuwe ontdekte werelden worden suikerrietplantages aangelegd. Afrikaanse slaven worden als koopwaar in grote schepen vervoerd naar Cuba, de Antillen, Brazilië, Zuidelijk Noord Amerika,… Tussen 1690 en 1790 worden 12 miljoen ton suiker uit de Caraïben aangevoerd naar Europa en worden 12 miljoen slaven uit West-Afrika geëxporteerd naar overzeese gebieden: 1 slaaf per ton suiker…. In de 18 de eeuw wordt suiker minder een luxe-artikel en betaalbaarder door een grotere aanvoer. Frankrijk domineert nu de suikerhandel. Suiker is een economisch belangrijk product en speelt een grote rol bij de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland (1688-1815). Zo geeft Frankrijk in 1763 Canada op als kolonie ten voordele van de suikerrijke Antillen. Alle landen met kolonies proberen het suikerverbruik te dekken via de productie in hun kolonies.
1
Na een overwinning op de Fransen, bij Trafalgar, worden de Engelsen heer en meester over de wereldzeeën en belemmeren zo de Franse intercontinentale handel. Suiker wordt schaars op de Franse markt. Dan wordt de continentale blokkade afgekondigd: een ramp voor Frankrijk. Maar niet voor de suikerbiet die eindelijk haar intrede kan doen als vervanger van het suikerriet. Duizenden hectaren suikerbieten worden aangeplant en maar liefst 500 fabriekslicenties worden afgeleverd (waarvan 63 op het latere Belgische grondgebied). In 1815 wordt Napoleon verslagen tijdens de Slag van Waterloo. De rietsuiker overspoelt terug de markt en de suikerbiet moet wijken gezien de kostelijke verwerking. In de loop van de 19 de eeuw schaffen, eerst, de Engelsen, dan de Fransen en dan de Nederlanders de slavernij af. De prijs van de rietsuiker neemt spectaculair toe en de suikerproductie uit bieten wordt terug rendabel. In 1836 wordt in Tienen de basis gelegd voor de Tiense Suikerraffinaderij. In 1900 neemt bietsuiker nog 53 % van de wereldsuikerproductie in maar al na de eerste WO daalt dit tot 25 %. In 1940 is dit terug 40 % wat ook nog eens gehaald wordt in 1960 om van dan af naar een dieptepunt van 22 % te gaan in 2001. Momenteel is de wereldsuikerproductie groter dan de vraag waardoor de prijs voor suiker laag is.
2. Riet en Biet De twee gewassen hebben een totaal verschillend klimaat en productiesysteem nodig. Voor beiden is de nabije ligging van de verwerkende industrie is van belang.
Suikerbiet 1 Tweejaarlijkse plant die jaarlijks geoogst wordt. 1 Groeit in een gematigde klimaatgordel. 1 Wordt gerooid na 4 maanden groei (na aanmaak en opslag suikers in de wortel, voor de bloei) 1 Een opbrengst van gemiddeld 40 ton per hectare. 1 15 tot 20 percent gehalte aan suikers 1 Suikerwinning door diffusie (uitlogen van de suiker met warm water) 1 Bijproducten: melasse en pulp. De pulp wordt gebruikt als veevoeder. Suikerriet 1 Een doorlevende plant die elke 10 tot 24 maanden wordt geoogst. 1 Kan tot 6 jaar meegaan. 1 Groeit in een tropisch en subtropisch klimaat 1 Heeft een opbrengst van gemiddeld 66 ton per ha 1 Bezit een suikergehalte van 13 tot 18 % 1 De suiker wordt gewonnen door middel van persing van de stengel. 1 Bijproducten zijn melasse en bagasse. De bagasse kan nog dienen als biomassa: ter verbranding voor energie-opwekking. De melasse wordt gebruikt voor de aanmaak van alcohol, veevoeder, gist, citroenzuur, bruine suikers en kandij. 1 In Brazilië wordt de suiker uit suikerriet ook omgezet tot bio-ethanol: een alternatieve brandstof waarmee 1/3 van het vervoer daar rijdt. 2
De suiker die gewonnen wordt uit biet of riet heeft nochtans een zelfde samenstelling: smaakt hetzelfde en ziet er hetzelfde uit na kristallisatie en zuivering. In Europa wordt rietsuiker nooit volledig geraffineerd omdat je anders geen verschil zou zien tussen riet- en bietsuiker. Een suikerrietveld: hoge planten van 3 tot 4 meter hoog (vergelijkbaar met maïsvelden). Suikerriet is een C4-plant zoals maïs of gierst. D.w.z. dat ze een hoge efficiëntie vertonen om zonne-energie om te zetten in bruikbare suikers. Ze doen dit het best in een subtropisch klimaat (hoge temperaturen en hoge lichtintensiteit). Suikerbietenvelden kennen we ongetwijfeld wel. De velden worden bewerkt met machines. Eén tot twee man kunnen makkelijk enkele hectares bewerken. In het najaar zien we de bieten op grote hopen aan de kant van de weg liggen: ze wachten op transport naar de suikerfabriek, tijdens de suikerbietencampagne.
Productiesystemen bij suikerriet 1) Kleine planters In Azië hebben we nog vele kleine planters. India heeft zo 7 miljoen planters met gemiddeld 0,25 ha suikerriet. Meestal gaat het hier over familiale ondernemingen die zelden gemechaniseerd zijn. De familie wordt ingezet voor de arbeid. De suikerrietfabrieken (een 400-tal in India) werken meestal met opkopers. Soms is de suikerproductie in handen van boerencoöperaties. Op wereldschaal is het aandeel van de kleine planters erg klein. 2) Grote ondernemingen In Australië en Zuid-Afrika worden de suikerfabrieken bevoorraad door enkele grote landbouwbedrijven met meer dan 100 ha suikerriet. Deze bedrijven zijn sterk gemechaniseerd. Een farmmanager (soms ook eigenaar van het bedrijf ) samen met een beperkt aantal arbeiders leveren de nodige arbeidskracht. Vereiste: 15-tal werkkrachten/100 ha. 3) Situatie in Brazilië De geïntegreerde plantage is een intensieve monocultuur op vele duizenden ha gelegen bij de suikerfabriek. De plantage is meestal eigendom van de fabriek, wordt gerund door een farmmanager en wordt bewerkt door landarbeiders. Ze maken 73 % uit van het suikerrietareaal in Brazilië. Ze kunnen al dan niet gemechaniseerd zijn. Er wordt ook nog handmatig geoogst waarbij vele landarbeiders worden ingezet. Soms werken ze in benarde omstandigheden.
3
3. Suikerboeren in Noord en Zuid Honduras Honduras is vooral gekend als bananenrepubliek, gelegen in Centraal Amerika: Chiquita en Dole zijn nauw betrokken bij de geschiedenis van dit land. Honduras leeft onder de invloedsfeer van de VS. 70 % van de export is voor de VS. 34 % van de Hondurese bevolking werkt in de landbouw. Banaan, koffie en suiker zijn traditionele exportgewassen. Honduras is een arm land. De tegenstelling tussen arm en rijk is erg groot. De meeste suikerfabrieken liggen in de kustvlakte. 50 % van de suikerproductie wordt geleverd door kleine boeren. Boeren krijgen een lage prijs voor hun suiker van de fabrieken die zelf hoge marges rekenen. Vele Hondurese kleine boeren verwerken het riet op hun hoeve tot artisanale suiker. Deze suiker is voor eigen consumptie of wordt opgekocht door opkopers. De Filippijnen Een archipel van 7100 eilanden in de Oost-Aziatische Stille Oceaan met een bevolking van 82 miljoen mensen. Drie eeuwen aan een stuk waren de Filippijnen een Spaanse kolonie. Pas rond 1850 werd de eerste suikerindustrie uitgebouwd op de centrale eilandengroep. Rijke Spaanse mestiezen bouwden paternalistische suikerriethacienda’s uit naar LatijnsAmerikaans model. In het begin van de twintigste eeuw werden de Filippijnen, na een bloedige bevrijdingsoorlog, een Amerikaanse kolonie. In 1964 wordt de archipel onafhankelijk. Voor 1974 wordt bijna alle suiker uitgevoerd naar de VS. Deze exportquota worden afgeschaft als ze daar beginnen met de productie van glucosestroop uit maïszetmeel. Gevolg: in 1975 leeft 85 % van de bevolking van het eiland Negros (voor 70 % beplant met suikerriet) onder de armoedegrens. Met de val van Marcos in 1986 kondigt Aquino een landhervorming af die traag en gebrekkig verloopt. Landarbeiders verkrijgen een stukje land dat ze uit miserie terug verpachten aan hun vroegere bazen waardoor de situatie terug als vroeger is. Sommige kleine boeren verenigden zich in productiecoöperatieven en kregen zo toegang tot kredieten en landbouwvoorlichting. In 2002 wordt 72 % van het riet geleverd door kleine boeren. De gemiddelde opbrengst per ha ligt laag en het transport naar de suikerfabriek is vaak inefficiënt. Ook de fabrieken zijn verouderd. Zuid-Afrika Voor de afschaffing van de Apartheid in 1992 waren de plantersbonden georganiseerd volgens ras. Sinds 1992 heet de eengemaakte plantersbond ‘Canagrowers’. De suikerrietvelden liggen voornamelijk in de oostelijke provincie Kwa Zulu Natal. 75 % van de productie komt van grote commerciële landbouwbedrijven met meer dan 35 ha suikerriet en met vooral blanke en Aziatiatische eigenaars. 13 % wordt geleverd door familiale landbouwbedrijven met hoofdzakelijk zwarte eigenaars. Ilovo en Tongaat-Hulett zijn twee grote Zuid-Afrikaanse suikergiganten die een belangrijke rol spelen op de wereldmarkt.
4
Verwerkende industrie De suikerindustrie wereldwijd vertoont dezelfde tendensen: schaalvergroting, internationalisering, integratie en diversificatie.
Schaalvergroting In België waren er eind 19de eeuw 80 suikerfabrieken. Nu zijn er nog zeven die behoren aan 2 suikergroepen. Internationalisering Sudzucker (daaronder zit de Tiense Suikerraffinaderij) is actief in tien Europese landen. Integratie en diversificatie De Tiense Suikerraffinaderij vond diversificatie in de productie van inuline en oligofructosestroop uit cichoreiwortels in een omgebouwde suikerfabriek in Oreye. Portion Pack Europe, een dochteronderneming van de Tiense Suikerraffinaderij heeft vestigingen in zes Europese landen en produceert individuele productverpakkingen voor hotels en catering (integratie).
Hoevesuiker In het Zuiden wordt door kleine boeren hoevesuiker gemaakt. Het riet wordt geperst met behulp van een molen. Het sap wordt opgevangen en ingedampt op een vuur. De ingedampte massa wordt in een vulvorm gegoten waardoor er klompjes suiker ontstaan na droging. Deze suiker dient voor eigen consumptie of wordt door opkopers aan de suikerfabriek geleverd die er gecentrifugeerde ruwsuiker van maken. De productie van deze hoevesuker kan weinig energie-efficiënt worden beschouwd en vereist een behoorlijke hoeveelheid brandhout. 72 % van de suikerproductie in Bangladesh is artisanaal, 30 % in India, 100 % in Haïti (!), 37 % in Colombia en 6 % in Honduras.
Grafiek wereldsuikerproductie Wat leert ons deze grafiek? Rietsuiker verovert de wereldmarkt: meer dan 75 % van de suiker is rietsuiker Productie van bietsuiker stagneert. Dit gebeurt al sinds 1995. Door het nieuwe EU-suikerbeleid zal dit in de toekomst nog verder afkalven. China produceert de meeste suiker maar dient nog te importeren om aan de groeiende interne vraag te voldoen. De tweede grootste (riet)suikerproducent is Brazilië. Brazilië gebruikt suikerriet niet enkel voor de productie van suiker. Het land investeerde fors in de uitbouw van suikerfabrieken ten voordele van de productie van bio-ethanol, als biobrandstof voor binnenlands gebruik. Ook de rietvezels (bagasse) die overblijven na het persen worden hergebruikt als biomassa om energie te leveren (door verbranding). Dit doorgedreven gebruik verklaart in grote mate het succes van de Braziliaanse suikerindustrie. 5
Staafdiagram grote exporteurs Suiker wordt voor het overgrote deel (72 %) door de producerende landen zelf geconsumeerd (zelfvoorzieningsproduct). 28 % wordt dus geëxporteerd. Van die 28 % wordt _ verhandeld volgens afspraken over vaste hoeveelheden die worden gekocht aan een aantrekkelijke prijs (dit noemen we de preferentiële handel). We zien dat 21 % van de totale wereldproductie van suiker uiteindelijk op de vrije wereldmarkt terechtkomt. Doordat dit eigenlijk eerder een overschottenmarkt is zijn de prijzen voor suiker op deze vrije wereldmarkt laag en erg onderhevig aan schommelingen. Brazilië is de grootste exporteur en heeft een gigantische productie met 19 miljoen ton ruwe suikerequivalent ofwel 14, 8 %. Ook de EU is een grote suikerproducent (16 miljoen ton of 13,4 % ) en exporteert jaarlijks een overschot aan suiker maar importeert ook tegelijkertijd een belangrijke hoeveelheid rietsuiker (zie verder). Indien het nieuw ontworpen suikerbeleid zal worden uitgevoerd dan zal de Europese Unie verdwijnen uit de top 10 van de exporteurs.
Staafdiagram grote importeurs Rusland is grootste importeur doordat zijn suikerindustrie in verval raakte na de ineenstorting van de voormalige Sovjetunie. Europa is een grote importeur van rietsuiker uit ontwikkelingslanden.
WTO-klacht Wat is het WTO ook al weer? Het is een organisatie die op wereldniveau transparante en voorspelbare regels voor de handel tussen landen vastlegt. Er zetelen regeringen van een 150-tal landen in. Het vrijmaken van de wereldhandel mag wel gezien worden als een belangrijke betrachting binnen de WTO. Onder bepaalde voorwaarden echter laat de WTO toe dat er vormen van bescherming mogen genomen worden indien de eigen productie in het gedrang komt. WTO-regels trachten duidelijkheid te scheppen in wat eerlijke en oneerlijke concurrentie is. Wat is de klacht? In juli 2003 dienen Brazilië, Thailand en Australië een klacht in bij de Wereldhandelorganisatie (World Trade Organisation of WTO) tegen de Europese suikerregeling. Zij vinden dat de EU zijn eigen suikerindustrie bevoordeelt. De klagers zijn vnl. de grote multinationals: Brazilië is de grootste exporteur en Thailand en Australië, na de EU als tweede grootste, de derde en de vierde grootste producent: De EU verweert zich in een rapport in 2004: 1 De boeren en de fabrikanten zelf financieren de Europese prijsondersteuning van de productiequota. 1 De EU gebruikt landbouwgelden voor de prijsondersteuning van suikerinvoer uit ACP-landen (meestal uit voormalige kolonies: Afrika, Caraïben en Stille Zuidzee 6
of Pacific), deze landen krijgen dezelfde prijzen als dat de Europese bietenboeren en betalen geen invoerrechten (preferentiële voorwaarden). De hoeveelheid die ingevoerd wordt is ook vastgelegd door quota. 1 Het EBA (Everything but Arms)-akkoord geeft de MOL-landen (armste landen) vrije toegang op de Europese markt.
De EU-marktordening voor suiker In 1968 werd de suiker opgenomen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de EU met het doel een stabiele bevoorrading en een stabiele, Europese suikerprijs te creëren. De Europese boeren ontvangen sinds 1968 een gegarandeerde prijs voor hun suikerbietenproductie volgens beperkte quota.. In juli 2004 presenteert Franz Fischler (toen Europees Commissaris voor landbouw) zijn plannen voor een hervorming uit schrik voor een veroordeling: 1 een daling van de productiequota met 16 % 1 een daling van de suikerprijs van 33 tot 37 % 1 een gedeeltelijke compensatie (60 %) van het inkomensverlies voor de boeren Ondertussen werd de EU veroordeeld in april 2005. Belgische landbouworganisaties zien geen heil in de vernietiging van het Europese Suikerbeleid maar willen het verbeteren: 1 Ze willen op zoek gaan naar een structureel antwoord op de overproductie en de praktijk van dumping: een instrument van productiebeheersing is noodzakelijk zodat boeren (zowel in Noord als Zuid) kunnen blijven leven van hun arbeid. 1 De productie van bio – ethanol kan de overproductie wegwerken. 1 Ze willen een herziening van het EBA-akkoord waarbij de import van suiker uit de MOL-landen wordt beperkt: vele van deze landen verkopen hun eigen suiker op de Europese markt (goeie prijs) terwijl ze voor het tekort op de binnenlandse markt de goedkope suiker van de vrije wereldmarkt aankopen.
Nieuwe voorstellen voor het EU suikerbeleid Ondertussen wordt er zwaar onderhandeld over nieuwe voorstellen voor een EU marktordening: volgende voorstellen liggen ondertussen ter discussie: 1 een verlaagde bietenprijs met 40 % 1 een verlaagde suikerprijs met 40 % 1 een afbouw van de exportrestituties 1 een verlaging van de quota met 16 % 1 steun bij omschakeling van de industrie 1 …
Impact van dit nieuwe voorstel op ontwikkelingslanden 1 Door verlaging van de suikerprijs wordt de preferentiële export voor sommige ontwikkelingslanden een groot verlies van inkomsten (wel minder afhankelijkheid). 1 Vooral efficiënt producerende landen vinden (nog meer) hun weg op de wereldmarkt. 1 Er komt een totale herschikking binnen de suikerproducerende ontwikkelingslanden. 7
Aandachtspunten Mogelijke vragen die gesteld kunnen worden. Er kan een discussie worden uitgelokt door volgende vragen en stellingen.
8