Succesvol duurzaam innoveren Programma Milieu & Technologie Resultaten 1997 – 2003 Kansen 2004 – ...
Voorwoord
Met veel plezier bied ik u deze brochure over het programma Milieu & Technologie aan. Met plezier omdat in de brochure voorbeelden staan die de verwachtingen overtreffen: het is de afgelopen zeven jaar mogelijk gebleken om met nieuwe technologieën geld te verdienen én het milieu te ontzien. In die periode van zeven jaar is binnen het kader van dit programma ruim 26 miljoen euro aan subsidies verstrekt. Gebleken is dat elke euro aan subsidie tot een projectinvestering van vier euro heeft geleid. Dat betekent dat door middel van deze subsidies innovatieprojecten van ruim 100 miljoen euro van de grond zijn gekomen. De milieu-effecten zijn daarbij opvallend hoog: bij 65 procent van de projecten is een gerealiseerd effect van 50 procent of hoger waargenomen. Met recht mooie resultaten van dit bijzondere programma dat door SenterNovem wordt uitgevoerd. Vanaf de tweede helft van dit jaar treden er enkele verschuivingen op: de fasen van demonstratie en marktintroductie gaan een grote plaats in het programma innemen. Bij een demonstratieproject kan men laten zien dat een innovatie niet alleen in een laboratorium mogelijk is, maar ook bij een installatie op praktijkschaal. Bij de fase van marktintroductie moet men denken aan hulp bij de voorbereiding van een ondernemingsplan. Ik hoop dat de voorbeelden in de brochure een inspiratiebron zijn om op een andere manier naar productieprocessen te kijken en om eigen kansen op het gebied van innovatie en milieu te ontdekken. Maar vooral hoop ik dat u de lol van deze uitdaging inziet.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Drs. P.L.B.A. van Geel Den Haag, juni 2004
3
Inhoud Terug én vooruit
5
Introductie programma Milieu & Technologie
6
Resultaten subsidieprogramma 1997 - 2003
8
Het programma Milieu & Technologie nu
14
Uit de praktijk gegrepen:
16
• • • • •
16 18 20 22 24
Elopak Kel Development Groentehof Bruynzeel Storage Systems Dutchdam
Terug én vooruit
Aanleiding voor deze brochure is een evaluatie van het subsidiedeel van het programma Milieu & Technologie 1997 – 2003. Die toont aan dat milieuvriendelijke innovatie een tastbare bijdrage kan leveren aan economische ontwikkeling. Natuurlijk is het programma Milieu & Technologie een relatief klein onderdeel in een ingewikkeld proces om innovaties van duurzame technologie bij het bedrijfsleven te ondersteunen. Het programma is onderdeel van een breed pakket aan overheidsinitiatieven op het snijvlak van innovatie, economie, en milieu. Ook milieuconvenanten tussen overheid en bedrijfsleven, andere subsidie- en stimuleringsregelingen en wet- en regelgeving spelen een belangrijke rol bij het stimuleren van milieuvriendelijke innovaties. De resultaten die we presenteren in deze brochure laten echter zien dat de verdienste van het programma zeker geen ‘druppel op een gloeiende plaat’ is en dat we met recht kunnen stellen dat het programma Milieu & Technologie een bescheiden, doch uiterst nuttige rol heeft bij het ontwikkelen en toepassen van innovatieve, duurzame technologie. Het subsidieprogramma loopt sinds 1989. Deze brochure biedt u inzicht in de resultaten van 1997 tot en met 2003. In deze periode zijn circa 360 projecten afgerond in diverse branches. Het voert te ver ze allemaal te noemen. Wel komen in de brochure vijf ondernemers aan het woord die met eigen woorden vertellen hoe belangrijk de ondersteuning was die het programma Milieu & Technologie hen bood. We kijken terug én vooruit. Het programma biedt namelijk ook de komende jaren bedrijven de kans om milieu-innovaties te ontwikkelen en toe te passen. Het programma Milieu & Technologie is een initiatief van de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), Economische Zaken (EZ) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). SenterNovem voert het programma uit in opdracht van het ministerie van VROM. Op www.milieutechnologie.novem.nl vindt u meer informatie over het programma.
4
5
Terug én vooruit
Aanleiding voor deze brochure is een evaluatie van het subsidiedeel van het programma Milieu & Technologie 1997 – 2003. Die toont aan dat milieuvriendelijke innovatie een tastbare bijdrage kan leveren aan economische ontwikkeling. Natuurlijk is het programma Milieu & Technologie een relatief klein onderdeel in een ingewikkeld proces om innovaties van duurzame technologie bij het bedrijfsleven te ondersteunen. Het programma is onderdeel van een breed pakket aan overheidsinitiatieven op het snijvlak van innovatie, economie, en milieu. Ook milieuconvenanten tussen overheid en bedrijfsleven, andere subsidie- en stimuleringsregelingen en wet- en regelgeving spelen een belangrijke rol bij het stimuleren van milieuvriendelijke innovaties. De resultaten die we presenteren in deze brochure laten echter zien dat de verdienste van het programma zeker geen ‘druppel op een gloeiende plaat’ is en dat we met recht kunnen stellen dat het programma Milieu & Technologie een bescheiden, doch uiterst nuttige rol heeft bij het ontwikkelen en toepassen van innovatieve, duurzame technologie. Het subsidieprogramma loopt sinds 1989. Deze brochure biedt u inzicht in de resultaten van 1997 tot en met 2003. In deze periode zijn circa 360 projecten afgerond in diverse branches. Het voert te ver ze allemaal te noemen. Wel komen in de brochure vijf ondernemers aan het woord die met eigen woorden vertellen hoe belangrijk de ondersteuning was die het programma Milieu & Technologie hen bood. We kijken terug én vooruit. Het programma biedt namelijk ook de komende jaren bedrijven de kans om milieu-innovaties te ontwikkelen en toe te passen. Het programma Milieu & Technologie is een initiatief van de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), Economische Zaken (EZ) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). SenterNovem voert het programma uit in opdracht van het ministerie van VROM. Op www.milieutechnologie.novem.nl vindt u meer informatie over het programma.
5
Het programma Milieu & Technologie coördineert een Europees samenwerkingsverband (SUSPRISE), dat de mogelijkheden voor kennisuitwisseling met buitenlandse organisaties en internationalisering van subsidies gaat onderzoeken. Daarnaast komt er een Engelstalige website over het programma.
Introductie programma Milieu & Technologie Het programma Milieu & Technologie stimuleert de ontwikkeling, demonstratie en toepassing van innovatieve grensverleggende technologieën, die leiden tot milieuvriendelijkere producten en processen. Het programma richt zich met name op industriële bedrijven en levert een bijdrage aan: • de vermindering van milieubelasting via sprongsgewijze technologieontwikkeling in de gehele industrie; • de ontwikkeling en toepassing van duurzame technologie, waarmee bedrijven milieudoelstellingen kunnen halen die in de convenanten zijn afgesproken; • het onderzoeken van niet-technische aspecten die van belang zijn bij een succesvolle marktintroductie van een nieuw duurzaam product of proces.
Daarom innoveren Innovatie is een belangrijke motor van de Nederlandse economie. Voordelen voor bedrijven
Samenwerking stimuleren Het programma Milieu & Technologie stimuleert samenwerking tussen verschillende partijen. Bedrijven kunnen vaak niet alle relevante kennis en technologie in huis hebben en onderhouden. Strategische samenwerkingsverbanden bieden bedrijven de mogelijkheid om nieuwe kennis en technologie te verwerven die
• monitoring Jaarlijks verzamelt SenterNovem systematisch gegevens over de effecten van het programma en toetst deze aan de doelstellingen. Dit geeft inzicht in de bereikte resultaten en biedt de mogelijkheid het programma bijtijds bij te sturen.
Het programma Milieu & Technologie omvat uiteenlopende activiteiten om aan deze doelstellingen te voldoen. De belangrijkste onderdelen zijn:
essentieel is voor het ontwikkelen van nieuwe producten, processen of diensten. Samenwerking in een consortium van bijvoorbeeld leveranciers, producenten en eindgebruikers vergroot daarnaast de kans dat een nieuwe technologie daadwerkelijk wordt toegepast.
• subsidieprogramma Het subsidieprogramma stelt jaarlijks geld ter beschikking waarmee bedrijven een deel van hun innovatietraject kunnen uitvoeren. Dit subsidieprogramma loopt sinds 1989. Deze brochure geeft u inzicht in de resultaten van het subsidieprogramma van 1997 tot en met 2003. • innoverende netwerken Het programma Milieu & Technologie stimuleert de vorming van netwerken van bedrijven en kennisinstellingen waarin nieuwe, duurzame technologieën centraal staan. Deze innoverende netwerken bevorderen kennisuitwisseling tussen specifieke doelgroepen en het tot stand komen van nieuwe, innovatieve projecten. Dit kan naast commerciële voordelen ook leiden tot een aanzienlijke emissiereductie en grondstof- en energiebesparing in productieprocessen en producten.
zijn onder andere kostenreductie, een betere productkwaliteit, hogere productiecapaciteit en betere arbeidsomstandigheden. Een belangrijk bijkomend voordeel voor innovatieve, duurzame technologieën is daarnaast milieuwinst. Ook levert dit bedrijven indirect voordelen op, zoals een beter imago onder afnemers of consumenten. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Het programma Milieu
• communicatie en kennisoverdracht Het programma verspreidt kennis over producten en processen die het milieu minder belasten. In brochures, op internet en tijdens interactieve bijeenkomsten besteedt SenterNovem aandacht aan de nieuwste ontwikkelingen in milieu en technologie.
& Technologie ondersteunt alle stappen die nodig zijn: vanaf het eerste idee voor een vernieuwing of een geheel nieuwe technologie tot aan de daadwerkelijke uitvoering.
6
• internationalisering Aspecten van economie en milieu strekken zich uit over onze landsgrenzen heen en spelen juist ook op internationaal niveau.
Elopak
Frans Zeegers: ‘Het scheelt zo’n twintig ton oplosmiddel per jaar, maar nog belangrijker is dat de werknemers niet meer aan deze oplosmiddelen blootstaan.’ "lees verder op pagina 16 en 17
7
Het programma Milieu & Technologie coördineert een Europees samenwerkingsverband (SUSPRISE), dat de mogelijkheden voor kennisuitwisseling met buitenlandse organisaties en internationalisering van subsidies gaat onderzoeken. Daarnaast komt er een Engelstalige website over het programma.
Samenwerking stimuleren Het programma Milieu & Technologie stimuleert samenwerking tussen verschillende partijen. Bedrijven kunnen vaak niet alle relevante kennis en technologie in huis hebben en onderhouden. Strategische samenwerkingsverbanden bieden bedrijven de mogelijkheid om nieuwe kennis en technologie te verwerven die
• monitoring Jaarlijks verzamelt SenterNovem systematisch gegevens over de effecten van het programma en toetst deze aan de doelstellingen. Dit geeft inzicht in de bereikte resultaten en biedt de mogelijkheid het programma bijtijds bij te sturen.
essentieel is voor het ontwikkelen van nieuwe producten, processen of diensten. Samenwerking in een consortium van bijvoorbeeld leveranciers, producenten en eindgebruikers vergroot daarnaast de kans dat een nieuwe technologie daadwerkelijk wordt toegepast.
Elopak
Frans Zeegers: ‘Het scheelt zo’n twintig ton oplosmiddel per jaar, maar nog belangrijker is dat de werknemers niet meer aan deze oplosmiddelen blootstaan.’ "lees verder op pagina 16 en 17
7
Er zijn nog weinig marktintroductieprojecten afgerond, omdat de meesten recentelijk zijn gestart en dus nog lopen. Het programma Milieu & Technologie gaat zich vanaf medio 2004 met name op dit aspect richten. Een stimulans om de markt te interesseren voor kansrijke, duurzame innovaties die op kleine schaal hun waarde hebben bewezen. Zie voor meer informatie pagina 14.
Resultaten subsidieprogramma 1997 – 2003
Het resultaat: economie en milieu
‘multiplier’ – vier maal zo hoog als het verstrekte subsidiebedrag. Anders gezegd: voor elke euro die SenterNovem aan subsidie verleent, investeert de markt ongeveer vier euro.
Toepassen In het programma worden demonstratieprojecten, ontwikkelings- en onderzoeksprojecten en haalbaarheidsprojecten uitgevoerd. Het gaat in bijna de helft van de gevallen om ontwikkelings- en onderzoeksprojecten.
26 miljoen euro subsidie De belangstelling onder bedrijven voor het programma Milieu & Technologie tussen 1997 en 2003 is groot. Het aangevraagde subsidiebedrag overstijgt elk jaar circa 2,5 maal het voor projecten beschikbare budget. Het subsidiebudget bedraagt in de hele periode ruim 26 miljoen euro. In totaal zijn er circa 360 projecten afgerond. Gemiddeld blijkt het door bedrijven geïnvesteerde bedrag – de zogenaamde
Projecttypen en onderdelen Het subsidieprogramma ondersteunt in de periode 1997 – 2003 haalbaarheidsprojecten, onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, demonstratieprojecten en kennisoverdrachtprojecten. Bedrijven, kennisinstellingen, advies- en ingenieursbureaus en brancheverenigingen kunnen subsidieaanvragen indienen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie onderdelen:
• procesvernieuwing Innovatieve, technologische ideeën, waarmee het productieproces drastisch verandert. Alle industrietakken komen hiervoor in aanmerking. • marktintroductie Sinds 2000 verstrekt SenterNovem subsidie voor het op de markt introduceren van nieuwe duurzame technologie. Het onderdeel Technologie in de Markt (TeMa) richt zich op de niet-technische aspecten tijdens het hele innovatietraject. Dit moet voorkomen dat succesvol ontwikkelde duurzame technieken door organisatorische knelpunten uiteindelijk op de plank blijven liggen.
• realisatie convenant Ontwikkeling en demonstratie van technologieën die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het milieuconvenant IntegraleMilieuTaakstelling. De overheid heeft met negen bedrijfstakken zo’n convenant gesloten.
De nadruk binnen het programma Milieu & Technologie ligt dus op praktische projecten, waarbij bedrijven experimenten uitvoeren of bijvoorbeeld prototypes van een installatie bouwen en testen. Dit komt goed overeen met de pragmatische en resultaatgerichte aanpak binnen het bedrijfsleven, met name die van het Midden- en Kleinbedrijf, een belangrijke doelgroep voor het programma Milieu & Technologie.
programma milieu & technologie 1997 – 2003
aantal afgeronde projecten 1997 – 2003
360
verleende subsidie 1997 – 2003 overvraging beschikbaar budget
26 miljoen euro
multiplier-effect
factor 4
totale omvang innovatie-inspanning bedrijven
100 miljoen euro
factor 2,5
Onderverdeling van de subsidieprojecten naar programma-onderdeel programma-onderdeel
aandeel projecten
realisatie convenant
78%
procesvernieuwing
13%
marktintroductie
3%
overige, inmiddels afgesloten programma-onderdelen
6%
Verdeling projecten naar projectcategorieën
Kel Development
Roy van Swieten:
haalbaarheidsprojecten
ontwikkelings- en onderzoeksprojecten
demonstratieprojecten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
‘De nieuwe intelligente drukverpakkingen bevatten geen schadelijke gassen, zijn recyclebaar, licht en volstrekt ongevaarlijk in gebruik en transport. Enkel voordelen dus. Maar nu moeten we de markt overtuigen…’ "lees verder op pagina 18 en 19
8
9
Er zijn nog weinig marktintroductieprojecten afgerond, omdat de meesten recentelijk zijn gestart en dus nog lopen. Het programma Milieu & Technologie gaat zich vanaf medio 2004 met name op dit aspect richten. Een stimulans om de markt te interesseren voor kansrijke, duurzame innovaties die op kleine schaal hun waarde hebben bewezen. Zie voor meer informatie pagina 14.
Het resultaat: economie en milieu
‘multiplier’ – vier maal zo hoog als het verstrekte subsidiebedrag. Anders gezegd: voor elke euro die SenterNovem aan subsidie verleent, investeert de markt ongeveer vier euro.
Toepassen In het programma worden demonstratieprojecten, ontwikkelings- en onderzoeksprojecten en haalbaarheidsprojecten uitgevoerd. Het gaat in bijna de helft van de gevallen om ontwikkelings- en onderzoeksprojecten.
26 miljoen euro subsidie De belangstelling onder bedrijven voor het programma Milieu & Technologie tussen 1997 en 2003 is groot. Het aangevraagde subsidiebedrag overstijgt elk jaar circa 2,5 maal het voor projecten beschikbare budget. Het subsidiebudget bedraagt in de hele periode ruim 26 miljoen euro. In totaal zijn er circa 360 projecten afgerond. Gemiddeld blijkt het door bedrijven geïnvesteerde bedrag – de zogenaamde
De nadruk binnen het programma Milieu & Technologie ligt dus op praktische projecten, waarbij bedrijven experimenten uitvoeren of bijvoorbeeld prototypes van een installatie bouwen en testen. Dit komt goed overeen met de pragmatische en resultaatgerichte aanpak binnen het bedrijfsleven, met name die van het Midden- en Kleinbedrijf, een belangrijke doelgroep voor het programma Milieu & Technologie.
programma milieu & technologie 1997 – 2003
aantal afgeronde projecten 1997 – 2003
360
verleende subsidie 1997 – 2003 overvraging beschikbaar budget
26 miljoen euro
multiplier-effect
factor 4
totale omvang innovatie-inspanning bedrijven
100 miljoen euro
factor 2,5
Kel Development
Roy van Swieten: ‘De nieuwe intelligente drukverpakkingen bevatten geen schadelijke gassen, zijn recyclebaar, licht en volstrekt ongevaarlijk in gebruik en transport. Enkel voordelen dus. Maar nu moeten we de markt overtuigen…’ "lees verder op pagina 18 en 19 9
Groentehof
Huub Peters:
Verdeling gesubsidieerde projecten naar branche
‘Deze wasser van kleine volumes groente bespaart aanzienlijk op energie en water. Een lucratieve innovatie.’
Papier- en kartonindustrie Betonmortel- en betonproductenindustrie
"lees verder op pagina 20 en 21
Grafische industrie en verpakkingsdrukkerijen Kunststof- en rubberverwerkende industrie Basismetaalindustrie Chemische industrie Textiel- en tapijtindustrie Metaal- en elektrotechnische industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Overig
0%
5%
10%
Breed scala aan bedrijfstakken De projecten zijn uitgevoerd door bedrijven uit verschillende bedrijfstakken. Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling van de afgeronde projecten over de verschillende bedrijfstakken.
15%
20%
Afbreekbare bloempotten Veevoederfabrikant Rodenburg ontwikkelde samen met het Agrotechnologisch Onderzoeksinstituut een proces waarbij overtollig aardappelafval wordt omgezet in bio-afbreekbare bloempotten. Rodenburg Biopolymers is inmiddels de grootste bioplasticfabriek ter wereld. Het bedrijf verwacht de nieuwe, duurzame
Milieu en economie: hand in hand
bloempotten over de hele wereld te kunnen verkopen.
Het programma Milieu & Technologie stimuleert duurzame, innovatieve technologie. Duurzaam wil nadrukkelijk zeggen: beter voor het milieu en beter voor het bedrijf. Alleen met die combinatie kan het product of proces ook op lange termijn succesvol blijven. Innovatie wil uiteraard zeggen dat het om nieuwe technieken en processen moet gaan. Hieronder enkele voorbeelden van succesvolle projecten:
Zo zet het afval om in winst.
25%
Samenwerking als sleutel tot succes Meer dan 75 procent van de projecten wordt uitgevoerd met één of meerdere partners. Vaak gebeurt dit door een consortium van bijvoorbeeld een eindgebruiker, een toeleverancier en een onderzoeksbureau of -instituut. Samenwerking en betrokkenheid van de uiteindelijke ‘gebruikers’ bij uitvoering van de subsidieprojecten is een belangrijke factor voor succes.
Constante kwaliteit met een vernieuwd proces Linoleumcement wordt batchgewijs geproduceerd. Maar dat kan ook anders. Forbo Linoleum B.V. heeft delen van het productieproces opnieuw ontworpen. Daarmee besparen ze niet alleen grondstoffen en energie, de kwaliteit van het eindproduct is ook constanter.
Meer produceren en minder vervuilen
Voordelen zijn evident Oud papier als nieuw Oud papier dat als grondstof dient voor hygiënepapier, moet eerst worden ontinkt. Van Houtum Papier BV gebruikt daar enzymen voor in plaats van milieuvervuilende chemicaliën. Hierdoor leveren zelfs slechtere papiersoorten een goed eindproduct op. En dat loont.
De projecten waaraan het programma Milieu & Technologie zijn steun verleent, leveren de bedrijven economische voordelen op. Er is sprake van kostenbesparingen, verbeterde productkwaliteit, hogere productiecapaciteit en betere arbeidsomstandigheden. De voordelen zijn zo groot dat in maar liefst 60 procent van de gevallen de ontwikkelde technologie in de praktijk ook daadwerkelijk wordt toegepast. Onderstaande voorbeelden illustreren deze voordelen.
Textiel wordt traditioneel nat gedrukt. Dat kost veel gas, elektriciteit en afvalwater. Faber, een producent van bedrukt dundoek zoals vlaggen en spandoeken, gebruikt een nieuwe technologie om stoffen te bedrukken: een digitaal aangestuurde inkjetprinter doet het werk. Resultaat? Geen chemicaliën, geen afvalwater en veel minder verbruik van kleurstoffen, gas en elektriciteit. Bovendien: een aanzienlijk hogere productiesnelheid.
Verdampt
Van lamp tot… lamp
Het bedrijf Verosol verbetert het verfproces in de
Philips Lighting Eindhoven/Roosendaal ontwikkelde
textielveredeling. Verosol vervangt de verontreinigende
een betere ontmantelingstechniek voor lampen.
en weinig effectieve verfbaden door een verdampings-
De verschillende componenten – glas, lampvoeten,
proces. Stoffen worden geverfd met gas. Dit levert
poeders en kwik – worden zo beter gescheiden. Maar
In de behangindustrie worden nieuwe dessins vaak
in de gaten te houden. Schadelijke gassen die werk-
een enorme besparing in water- en energiegebruik:
liefst 98% van het materiaal wordt gerecycled voor de
aangebracht met zeefdruk en walsrollen. Voor elke
nemers inademen, moeten zo veel mogelijk beperkt
het milieu en de financiën hebben er baat bij.
productie van TL-buizen. Op die manier levert Philips
nieuwe productieronde moeten die weer op elkaar
worden. Saba Dinxperlo B.V. gebruikt innovatieve
dezelfde kwaliteit als gloednieuw materiaal, met
afgestemd worden. Maar dat kost veel tijd en veel
lijmen in de meubel- en matrassenindustrie die bij
minder milieuvervuiling en lagere productiekosten.
behang. Novo Wallco Behang maakt de dessins
gebruik weinig of geen schadelijke stoffen vrijlaten.
nu met een zelf ontwikkelde machine, waarmee ze
Een goede gezondheid van werknemers is nu een-
jaarlijks ruim 340.000 rollen behang besparen.
maal in het belang van het bedrijf.
Gezonde werknemers Minder behangpapier, lagere kosten
In industrie waar veel lijm wordt gebruikt, is het belangrijk de gezondheid van de werknemers scherp
En dat merken ze in hun portemonnee.
10
11
Groentehof
Huub Peters: ‘Deze wasser van kleine volumes groente bespaart aanzienlijk op energie en water. Een lucratieve innovatie.’ "lees verder op pagina 20 en 21
Samenwerking als sleutel tot succes Meer dan 75 procent van de projecten wordt uitgevoerd met één of meerdere partners. Vaak gebeurt dit door een consortium van bijvoorbeeld een eindgebruiker, een toeleverancier en een onderzoeksbureau of -instituut. Samenwerking en betrokkenheid van de uiteindelijke ‘gebruikers’ bij uitvoering van de subsidieprojecten is een belangrijke factor voor succes.
Constante kwaliteit met een vernieuwd proces Linoleumcement wordt batchgewijs geproduceerd. Maar dat kan ook anders. Forbo Linoleum B.V. heeft delen van het productieproces opnieuw ontworpen. Daarmee besparen ze niet alleen grondstoffen en energie, de kwaliteit van het eindproduct is ook constanter.
Meer produceren en minder vervuilen
Voordelen zijn evident De projecten waaraan het programma Milieu & Technologie zijn steun verleent, leveren de bedrijven economische voordelen op. Er is sprake van kostenbesparingen, verbeterde productkwaliteit, hogere productiecapaciteit en betere arbeidsomstandigheden. De voordelen zijn zo groot dat in maar liefst 60 procent van de gevallen de ontwikkelde technologie in de praktijk ook daadwerkelijk wordt toegepast. Onderstaande voorbeelden illustreren deze voordelen.
Textiel wordt traditioneel nat gedrukt. Dat kost veel gas, elektriciteit en afvalwater. Faber, een producent van bedrukt dundoek zoals vlaggen en spandoeken, gebruikt een nieuwe technologie om stoffen te bedrukken: een digitaal aangestuurde inkjetprinter doet het werk. Resultaat? Geen chemicaliën, geen afvalwater en veel minder verbruik van kleurstoffen, gas en elektriciteit. Bovendien: een aanzienlijk hogere productiesnelheid.
Gezonde werknemers Minder behangpapier, lagere kosten
In industrie waar veel lijm wordt gebruikt, is het belangrijk de gezondheid van de werknemers scherp
In de behangindustrie worden nieuwe dessins vaak
in de gaten te houden. Schadelijke gassen die werk-
aangebracht met zeefdruk en walsrollen. Voor elke
nemers inademen, moeten zo veel mogelijk beperkt
nieuwe productieronde moeten die weer op elkaar
worden. Saba Dinxperlo B.V. gebruikt innovatieve
afgestemd worden. Maar dat kost veel tijd en veel
lijmen in de meubel- en matrassenindustrie die bij
behang. Novo Wallco Behang maakt de dessins
gebruik weinig of geen schadelijke stoffen vrijlaten.
nu met een zelf ontwikkelde machine, waarmee ze
Een goede gezondheid van werknemers is nu een-
jaarlijks ruim 340.000 rollen behang besparen.
maal in het belang van het bedrijf.
En dat merken ze in hun portemonnee.
11
Het milieu-effect In hoeverre leveren projecten die programma Milieu & Technologie subsidieert een bijdrage aan een beter milieu? In de figuur hieronder vindt u een overzicht van de milieueffecten die na afloop behaald blijken te zijn. Die effecten van de subsidieprojecten blijken gemiddeld groot: in ruim 65 procent
Het blijkt dat de technologieën die binnen het programma Milieu & Technologie zijn ontwikkeld een substantiële milieuverdienste opleveren bij het beperken van de emissie van kleurstoffen en het gebruik van verdikkingsmiddelen.
van de projecten is het proces of product na afloop de helft minder milieubelastend dan daarvoor. Het kan gaan om minder energie-, grondstof- of waterverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen of andere vormen van milieubelasting.
Uitgelicht: Reductie Vluchtige Organische Stoffen (VOS)
Verdeling effecten over de milieuthema’s Energiebesparing Waterbesparing Vermindering gebruik van grondstoffen Reductie van omvang afvalstromen Reductie van luchtemissies Reductie van vuillast/ hoeveelheid afvalwater Overig 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Uitgelicht: de textiel- en tapijtindustrie In 1999 is een inschatting gemaakt van de potentiële milieuverdienste van afgeronde projecten (periode 1995 – 1998) in de textielen tapijtindustrie die in het kader van het subsidieprogramma Milieu & Technologie zijn uitgevoerd. Dit levert een grove indicatie op van wat technologieën bijdragen aan het verminderen van de milieubelasting. In de projecten gaat de aandacht vooral uit naar: • kleurstofgebruik; • emissie van kleurstoffen naar water; • watergebruik. Er is het meeste milieuwinst behaald bij drie productieprocessen: • bedrukken van textiel, zoals betere procesbeheersing, beter hergebruik van pasta’s (kleurstoffen) en beperken van de systeeminhoud van onderdelen van de drukmachines;
• het verven van textiel, zoals het verbeteren van het fixeren van kleurstoffen op doek en het toepassen van andere technieken voor het aanbrengen van de kleurstoffen; • bedrukken van tapijt, zoals het terugwinnen van water en overtollige verdikkingsmiddelen die worden toegepast tijdens het bedrukken van tapijt met behulp van een nieuwe wasinstallatie.
Meerdere bedrijven zetten zich in om de uitstoot van voor mens en milieu schadelijke Vluchtige Organische Stoffen (VOS) te reduceren. De volgende innoverende technieken uit het programma Milieu & Technologie dragen bij aan een reductie van VOS-emissies: • UV-drogende inkten (in plaats van oplosmiddelhoudende inkten); • emissie-arme lijmen; • watergedragen coatings voor de gieterijsector; • alternatieve reinigingsmethodiek van machines (zonder oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen); • nieuwe reinigingsapparatuur waarbij veel minder oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruikt worden; • verbeteren van het drukprocédé.
Het vervolg Het is belangrijk dat projecten succesvol worden afgerond. Zeker zo belangrijk is dat de projectuitvoerders na afloop een vervolg geven aan het project. Bijvoorbeeld door verdere ontwikkeling of daadwerkelijke toepassing van de technologie. Het blijkt dat ruim 70 procent van de projecten een vervolg krijgen. Uit dit hoge percentage mogen we concluderen dat het programma Milieu & Technologie bij de bedrijven één van de stappen in het innovatietraject succesvol faciliteert en dat deze bedrijven hiermee een innovatie verder kunnen ontwikkelen of toepassen. Dit is geheel conform de oorspronkelijke doelstelling van het programma. De belangrijkste redenen waarom de resterende 30 procent van de projecten geen vervolg krijgt, zijn van technische en financiële aard. De investeringen zijn te hoog of de terugverdientijd is te lang. Daarnaast stagneren vervolgprojecten door een faillissement van bedrijven en het terugtrekken van partners.
De totale VOS-reductie dankzij deze projecten schatten we op circa 4.000 ton. De totale VOS-emissie door de gehele Nederlandse industrie bedraagt 59.000 ton. Hiermee bedraagt de reductie 7 procent van de VOS-emissie in 2001 in Nederland. Een aanzienlijk resultaat.
Onderstaande tabel geeft weer wat de potentiële milieuverdiensten van deze technieken zijn in de textiel- en tapijtindustrie. De relatieve reductie is de reductie ten opzichte van de totale jaarlijkse emissies of verbruiken in de textiel- en tapijtindustrie.
Bruynzeel Storage Systems Milieuverdienste projecten subsidieprogramma Milieu & Technologie in de textiel- en tapijtindustrie milieu-aspect
12
absolute reductie
Roland van der Velden (l) en Theo Rutten:
relatieve reductie
Kleurstofverbruik
148,5 ton per jaar
Kleurstofemissie
84 ton per jaar
13 % 47 %
Verdikkingsmiddelengebruik
133 ton per jaar
40 %
Watergebruik
Minimaal ca. 1 miljoen m 3 per jaar
Minimaal 11%
‘We hebben ons idee besproken met verschillende partners: “technische onhaalbaar” was hun eerste reactie. Maar het bleek toch mogelijk.’ "lees verder op pagina 22 en 23
13
Het blijkt dat de technologieën die binnen het programma Milieu & Technologie zijn ontwikkeld een substantiële milieuverdienste opleveren bij het beperken van de emissie van kleurstoffen en het gebruik van verdikkingsmiddelen.
Uitgelicht: Reductie Vluchtige Organische Stoffen (VOS) Meerdere bedrijven zetten zich in om de uitstoot van voor mens en milieu schadelijke Vluchtige Organische Stoffen (VOS) te reduceren. De volgende innoverende technieken uit het programma Milieu & Technologie dragen bij aan een reductie van VOS-emissies: • UV-drogende inkten (in plaats van oplosmiddelhoudende inkten); • emissie-arme lijmen; • watergedragen coatings voor de gieterijsector; • alternatieve reinigingsmethodiek van machines (zonder oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen); • nieuwe reinigingsapparatuur waarbij veel minder oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruikt worden; • verbeteren van het drukprocédé.
Het vervolg Het is belangrijk dat projecten succesvol worden afgerond. Zeker zo belangrijk is dat de projectuitvoerders na afloop een vervolg geven aan het project. Bijvoorbeeld door verdere ontwikkeling of daadwerkelijke toepassing van de technologie. Het blijkt dat ruim 70 procent van de projecten een vervolg krijgen. Uit dit hoge percentage mogen we concluderen dat het programma Milieu & Technologie bij de bedrijven één van de stappen in het innovatietraject succesvol faciliteert en dat deze bedrijven hiermee een innovatie verder kunnen ontwikkelen of toepassen. Dit is geheel conform de oorspronkelijke doelstelling van het programma. De belangrijkste redenen waarom de resterende 30 procent van de projecten geen vervolg krijgt, zijn van technische en financiële aard. De investeringen zijn te hoog of de terugverdientijd is te lang. Daarnaast stagneren vervolgprojecten door een faillissement van bedrijven en het terugtrekken van partners.
De totale VOS-reductie dankzij deze projecten schatten we op circa 4.000 ton. De totale VOS-emissie door de gehele Nederlandse industrie bedraagt 59.000 ton. Hiermee bedraagt de reductie 7 procent van de VOS-emissie in 2001 in Nederland. Een aanzienlijk resultaat.
Bruynzeel Storage Systems
Roland van der Velden (l) en Theo Rutten: ‘We hebben ons idee besproken met verschillende partners: “technische onhaalbaar” was hun eerste reactie. Maar het bleek toch mogelijk.’ "lees verder op pagina 22 en 23
13
Het programma Milieu & Technologie nu
Meer weten? De voorwaarden en beoordelingscriteria kunt u opvragen bij SenterNovem. Indien u wilt peilen of uw project past binnen het programma Milieu & Technologie kunt u contact opnemen met onze adviseurs via de helpdesk Bedrijven van SenterNovem. Op onze website vindt u daarnaast een formulier om uw projectidee naar ons op te sturen. Op basis daarvan nemen wij contact met u op voor een gesprek. Daarin kijken we met u of uw project past binnen het programma Milieu & Technologie.
De mooie resultaten van het programma Milieu & Technologie tussen 1997 en 2003 zijn voor de overheid aanleiding het programma voort te zetten. Medio 2004 start het vervolg. Ditmaal is gekozen voor een iets andere vorm.
Het nieuwe programma Milieu & Technologie stimuleert demonstratie en marktintroductie van duurzame innovaties door het ondersteunen van het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Bijzondere aandacht is er voor samenwerking. Het nieuwe programma stimuleert de ontwikkeling en toepassing van milieuvriendelijke processen, producten en diensten in het bedrijfsleven. SenterNovem voert verschillende activiteiten uit om deze doelstellingen te bereiken: • verstrekken subsidie; • kennisoverdracht; • activiteiten die de druk van de industrie op het milieu kunnen verlichten.
Subsidie Een innovatie is pas succesvol als deze aansluit op de markt. Al tijdens het ontwikkelen van een innovatief product, proces of dienst is het belangrijk stil te staan bij niet-technische aspecten, om later met succes de markt te betreden. Denk hierbij aan het verkrijgen van inzicht in de markt, het verkrijgen van financiering, de noodzaak en mogelijkheden van kennisbescherming, het vinden van eventuele partners en het verkrijgen van inzicht in relevante wet- en regelgeving. Daarnaast is het soms nodig innovaties in de praktijk te testen of te demonstreren.
Het subsidieprogramma Milieu & Technologie 2004 kent twee projectcategorieën: • Technologie in de markt; • Toepassen in de praktijk.
Voor al uw vragen kunt u ook bellen met de helpdesk Bedrijven van SenterNovem. Telefoon: (030) 23 93 640 of e-mailen:
[email protected]. Op www.milieutechnologie.novem.nl vindt u onder meer algemene achtergrondinformatie over het programma Milieu & Technologie en officiële aanvraagformulieren.
In de categorie Technologie in de markt staat onderzoek naar niet-technische aspecten centraal. Een project in deze categorie resulteert in een helder zicht op de concrete vervolgstappen die nodig zijn voor een succesvolle marktintroductie van het beoogde milieugerichte proces, product of dienst. Toepassen in de praktijk is bedoeld om een doorbraak te forceren voor al ontwikkelde innovaties. Een project Toepassen in de praktijk richt zich op een eerste toepassing van een innovatie (demonstratieproject op ware schaal) of een ontwikkeling daartoe (bijvoorbeeld bouwen en beproeven van een kleinschalig prototype). In geval van een demonstratieproject moet er sprake zijn van een aantoonbaar technisch en economisch risico.
Voor wie? Het subsidieprogramma richt zich op het industriële MKB. Voorkeur hebben projecten waarbij diverse delen van de bedrijfskolom zijn betrokken, zoals grondstofleveranciers, producenten en eindgebruikers.
Dutchdam
Corné Rijlaarsdam: ‘De Dutchdam is geschikt voor die locaties waar dijken of muren geen oplossing bieden. Het materiaal is duurzaam, onderhoudsvrij en bij afbraak 100% recyclebaar.’
14
"lees verder op pagina 24 en 25
15
Meer weten? De voorwaarden en beoordelingscriteria kunt u opvragen bij SenterNovem. Indien u wilt peilen of uw project past binnen het programma Milieu & Technologie kunt u contact opnemen met onze adviseurs via de helpdesk Bedrijven van SenterNovem. Op onze website vindt u daarnaast een formulier om uw projectidee naar ons op te sturen. Op basis daarvan nemen wij contact met u op voor een gesprek. Daarin kijken we met u of uw project past binnen het programma Milieu & Technologie.
Voor al uw vragen kunt u ook bellen met de helpdesk Bedrijven van SenterNovem. Telefoon: (030) 23 93 640 of e-mailen:
[email protected]. Op www.milieutechnologie.novem.nl vindt u onder meer algemene achtergrondinformatie over het programma Milieu & Technologie en officiële aanvraagformulieren.
Dutchdam
Corné Rijlaarsdam: ‘De Dutchdam is geschikt voor die locaties waar dijken of muren geen oplossing bieden. Het materiaal is duurzaam, onderhoudsvrij en bij afbraak 100% recyclebaar.’ "lees verder op pagina 24 en 25
15
Elopak, de techniek
‘Melkpakken bedrukken zonder schadelijke oplosmiddelen’ Elopak
‘Medewerking klanten onmisbaar’
Elopak is een Noorse multinationale onderneming. Het bedrijf is bekend van de kartonnen pakken voor zuivel en frisdranken. Sinds kort weet Elopak het gebruik van oplosmiddelen drastisch te beperken. Frans Zeegers, hoofd van het Printing Technology Department, legt uit.
‘Onze onderzoekers waren al bezig met de oplosmiddelvrije inkten, maar de subsidie van het programma Milieu & Technologie heeft alles in een stroomversnelling gebracht. De research is hier bij Elopak in Terneuzen uitgevoerd, waar alle know-how van Elopak op het gebied van drukprocessen en inkten is gebundeld. Ook alle kritische milieuaspecten zijn daarin meegenomen. Vier inktleveranciers, te weten SICPA, Sun Chemical, Torda en Arets, hebben ons van zeer waardevolle kennis voorzien. De medewerking van onze klanten is natuurlijk onmisbaar in de acceptatie van het nieuwe proces. Ze zijn terecht kritisch op de kwaliteit: in 1995 werd een eerdere versie van het standaardkleurensysteem nog niet geaccepteerd. De samenwerking met SenterNovem is goed bevallen. Ze hebben ons enorm geholpen met de rapportages en andere formele criteria, die het programma Milieu & Technologie voorschrijft. Maar ze gingen verder dan dat. De adviseurs waren echt betrokken bij het slagen van het project.
Het programma schrijft ook het overdragen van verkregen kennis voor. Dat was geen probleem, want de belangstelling is enorm. Ik heb veel lezingen en seminars gehouden in Nederland, België, Duitsland en Spanje. Onder andere voor FOGRA, het standaardisatieinstituut voor de grafische industrie, en voor de BG (Berufsgenossenschaft Druck und Papierverarbeitung), zeg maar de Duitse Arbodienst voor de grafische industrie. De BG heeft een eigen ziekenfonds voor de grafische industrie en is dus zelf gebaat bij lagere ziektekosten. Ze zijn daarom zeer gemotiveerd om oplosmiddelen uit de werkomgeving te bannen. Daarnaast heb ik nog diverse artikelen voor vaktijdschriften geschreven. We waren van plan één nieuwe machine per jaar aan te schaffen, maar het UV-drukproces is zó'n succes dat we er al vier hebben staan. Het project is in 2002 zelfs genomineerd voor de Zeeuwse Milieuprijs.’
16
‘Bij Elopak passen we flexodruk en offsetdruk toe om kartonnen pakken te bedrukken. Door de coating op het karton hebben we sneldrogende inktsoorten nodig, voor flexo waren dat altijd inkten met oplosmiddelen. Bij offsetdruk – een veel duurder proces – gebruiken we al vijftien jaar oplosmiddelvrije inkten, die onder UV-licht zeer snel drogen. We hebben nu deze inkten en het drukproces ook voor flexodruk geschikt gemaakt. Zo’n compleet nieuw drukproces introduceren betekent dat je veel moet onderzoeken en testen om de kwaliteit te handhaven. Alleen al het voldoen aan de strenge normen voor voedselverpakkingen kostte veel inspanningen. Het nieuwe proces verbruikt maar liefst honderdvijftig ton oplosmiddel per jaar minder. Maar daarmee waren we er nog niet. Een UV-drogende inkt is, in tegenstelling tot een oplosmiddelinkt, een dikke pasta. Het schoonmaken van een drukstation is daardoor lastiger en tijdrovender en vroeg ook veel meer oplosmiddel. Ook geeft het opnieuw inregelen van een gereinigde machine veel kartonafval. We wilden daarom af van de in de verpakkingsdruk gebruikelijke speciale inkten voor huisstijlkleuren, want elke extra kleur is extra schoonmaakwerk. Na veel onderzoek creëren we nu alle kleuren uit een aantal vaste basiskleuren door vlakken te overdrukken met een of meer rasters van kleine puntjes. Om werkelijk alle speciale kleuren te kunnen drukken, hebben we naast de vier bekende basiskleuren drie nieuwe kleuren geïntroduceerd: een violet, een oranje en een frisse groentint. Elke basiskleur heeft nu zijn eigen drukstation, dus voor elke opdracht rollen schoonmaken hoeft niet meer. Dat scheelt ons zo’n twintig ton oplosmiddel per jaar, maar nog belangrijker is dat de werknemers niet meer aan oplosmiddelen blootstaan. Juist dat is een hot item in Europa. Ook de andere afvalstromen zijn veel kleiner geworden. Deze projecten banen de weg voor oplosmiddelvrije inkten in de verpakkingsindustrie. En ook daarbuiten, in flexo en zelfs in offset, is er nu veel interesse in de voordelen van standaardkleuren.’
17
Elopak, de techniek
‘Melkpakken bedrukken zonder schadelijke oplosmiddelen’ ‘Bij Elopak passen we flexodruk en offsetdruk toe om kartonnen pakken te bedrukken. Door de coating op het karton hebben we sneldrogende inktsoorten nodig, voor flexo waren dat altijd inkten met oplosmiddelen. Bij offsetdruk – een veel duurder proces – gebruiken we al vijftien jaar oplosmiddelvrije inkten, die onder UV-licht zeer snel drogen. We hebben nu deze inkten en het drukproces ook voor flexodruk geschikt gemaakt. Zo’n compleet nieuw drukproces introduceren betekent dat je veel moet onderzoeken en testen om de kwaliteit te handhaven. Alleen al het voldoen aan de strenge normen voor voedselverpakkingen kostte veel inspanningen. Het nieuwe proces verbruikt maar liefst honderdvijftig ton oplosmiddel per jaar minder. Maar daarmee waren we er nog niet. Een UV-drogende inkt is, in tegenstelling tot een oplosmiddelinkt, een dikke pasta. Het schoonmaken van een drukstation is daardoor lastiger en tijdrovender en vroeg ook veel meer oplosmiddel. Ook geeft het opnieuw inregelen van een gereinigde machine veel kartonafval. We wilden daarom af van de in de verpakkingsdruk gebruikelijke speciale inkten voor huisstijlkleuren, want elke extra kleur is extra schoonmaakwerk. Na veel onderzoek creëren we nu alle kleuren uit een aantal vaste basiskleuren door vlakken te overdrukken met een of meer rasters van kleine puntjes. Om werkelijk alle speciale kleuren te kunnen drukken, hebben we naast de vier bekende basiskleuren drie nieuwe kleuren geïntroduceerd: een violet, een oranje en een frisse groentint. Elke basiskleur heeft nu zijn eigen drukstation, dus voor elke opdracht rollen schoonmaken hoeft niet meer. Dat scheelt ons zo’n twintig ton oplosmiddel per jaar, maar nog belangrijker is dat de werknemers niet meer aan oplosmiddelen blootstaan. Juist dat is een hot item in Europa. Ook de andere afvalstromen zijn veel kleiner geworden. Deze projecten banen de weg voor oplosmiddelvrije inkten in de verpakkingsindustrie. En ook daarbuiten, in flexo en zelfs in offset, is er nu veel interesse in de voordelen van standaardkleuren.’
17
Kel Development BV, de techniek
‘Intelligente drukverpakkingen zonder schadelijke gassen’ Kel Development BV
‘Technologie ontwikkelen is slechts één facet’ Een nieuw product komt niet zomaar op de markt of in de rekken van de supermarkt terecht. Daar gaat een intensief ontwikkelingsproces aan vooraf. De werknemers van Kel Development BV houden zich dagelijks bezig met het traject van idee tot productie. Momenteel werken Research & Development manager Roy van Swieten en zijn team aan een nieuw type kunststof verpakking: de milieuvriendelijke intelligente drukverpakking. Een duurzaam alternatief voor de spuitbus. Met de subsidie van het programma Milieu & Technologie zoeken advies- en marketingbureaus uit wat de mogelijkheden zijn van deze nieuwe technologie voor de consumentenmarkt.
18
‘Bij Kel Development BV denken we na over innovatieve producten voor diverse markten: cosmetica, farmaceutische producten, kantoorartikelen en doe-het-zelf materialen. We werken op dit moment aan de ontwikkeling van een nieuw soort intelligente drukverpakking voor producten als deodorant, toiletverfrisser, haarspray en scheerschuim. Die producten bevatten nu nog grotendeels butaan- en propaangas. Daarmee bewijzen we het milieu een slechte dienst. Bovendien zijn de huidige verpakkingen onveilig: zie de bekende vlammetjes ter waarschuwing voor het ontploffingsgevaar. Het kan anders. Kel Development ontwikkelt momenteel een veilige en milieuvriendelijke drukverpakking: een zogenaamd Intelligent Packaging System (IPS). Kunststofverwerkende strategische partners verzorgen de productie en SenterNovem helpt bij de derde en laatste stap in het proces: het verkennende gebruiksonderzoek. Want een nieuwe verpakking ontwikkelen is slechts één van de facetten van een ontwikkelingsproces. Het is natuurlijk de bedoeling dat die nieuwe verpakking als vervanging voor het vertrouwde product op de markt komt en dat de consument hem koopt. Met de subsidie van het programma Milieu & Technologie betalen we de marktverkenning en onderzoeken we regelgeving en patenten. En ook inhoudelijk steekt SenterNovem ons een handje toe. Met haar uitgebreide expertise kan ze ons veel tips en goede raad geven. SenterNovem is eigenlijk een beetje een mentor voor ons in dit ontwikkelingsproces. Het is de eerste keer dat we het zo breed aanpakken: we werken samen met consultants, kennisinstituten van universiteiten, een marketingbedrijf, productiebedrijven en met een groot cosmeticaconcern. Vanaf het prille begin zijn we betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe productielijnen. We denken nu mee over de manier waarop we de nieuwe, milieuvriendelijke, veilige én prijsgunstige drukverpakkingen kunnen integreren in de productielijnen. Op die manier wordt het IPS meer dan een mooi plan en kan de consument binnenkort haarlak kopen in een écht milieuvriendelijke verpakking.’
‘Drukverpakkingen of spuitbussen, zoals we ze in de volksmond noemen, worden vandaag de dag niet meer aangedreven door de beruchte CFK’s. Ze werken grotendeels op basis van propaan en butaan. Milieuvriendelijker dan CFK’s, maar nog steeds schadelijk voor het milieu. Propaan- en butaangas hebben geen enkele toegevoegde waarde op het gebruik van drukverpakkingen: ze leveren geen extra energie en ze veranderen zo goed als niets aan de werking van het product in de verpakking. Ze zorgen er alleen voor dat het product – vloeistof, crème, poeder of gas – naar buiten gestuwd wordt. Maar niet alleen het product zélf komt naar buiten. Ook de drijfgassen propaan en butaan komen vrij. Dat moet anders kunnen, vonden wij. Na een jarenlang durend haalbaarheidsonderzoek vonden we een oplossing die flink minder milieuschade veroorzaakt: lucht in plaats van drijfgassen en een dunwandige verpakking van kunststof in plaats van de bestaande metalen en aluminium uitvoeringen. De nieuwe verpakkingen zijn uitgerust met een systeem dat ervoor zorgt dat de druk op de doseerder precies aangepast kan worden aan de wensen van de producent en consument. Deze nieuwe intelligente drukverpakkingen bevatten dus geen schadelijke gassen, zijn recyclebaar, licht en volstrekt ongevaarlijk in gebruik en transport. Om het explosiegevaar zo klein mogelijk te maken, worden de spuitbussen die nu nog in gebruik zijn, goed van elkaar gescheiden vervoerd. Daar is extra verpakking voor nodig. Die extra verpakking neemt veel ruimte in beslag en daardoor kunnen minder spuitbussen op hetzelfde moment vervoerd worden. Meer transport betekent meer uitlaatgassen. Met de nieuwe technologie is deze extra verpakking niet nodig, want de spuitbussen kunnen niet exploderen en ze zijn ook nog eens twee keer zo licht. Het heeft enkel voordelen. Maar hoe kunnen we de markt daar van overtuigen? Juist daarbij helpt het programma Milieu & Technologie ons. SenterNovem subsidieert de verkenning en analyse van de markt en wet- en regelgeving. Dat maakt een goede marktintroductie mogelijk. Hou de rekken in uw supermarkt in de gaten!’
19
Kel Development BV, de techniek
‘Intelligente drukverpakkingen zonder schadelijke gassen’ ‘Drukverpakkingen of spuitbussen, zoals we ze in de volksmond noemen, worden vandaag de dag niet meer aangedreven door de beruchte CFK’s. Ze werken grotendeels op basis van propaan en butaan. Milieuvriendelijker dan CFK’s, maar nog steeds schadelijk voor het milieu. Propaan- en butaangas hebben geen enkele toegevoegde waarde op het gebruik van drukverpakkingen: ze leveren geen extra energie en ze veranderen zo goed als niets aan de werking van het product in de verpakking. Ze zorgen er alleen voor dat het product – vloeistof, crème, poeder of gas – naar buiten gestuwd wordt. Maar niet alleen het product zélf komt naar buiten. Ook de drijfgassen propaan en butaan komen vrij. Dat moet anders kunnen, vonden wij. Na een jarenlang durend haalbaarheidsonderzoek vonden we een oplossing die flink minder milieuschade veroorzaakt: lucht in plaats van drijfgassen en een dunwandige verpakking van kunststof in plaats van de bestaande metalen en aluminium uitvoeringen. De nieuwe verpakkingen zijn uitgerust met een systeem dat ervoor zorgt dat de druk op de doseerder precies aangepast kan worden aan de wensen van de producent en consument. Deze nieuwe intelligente drukverpakkingen bevatten dus geen schadelijke gassen, zijn recyclebaar, licht en volstrekt ongevaarlijk in gebruik en transport. Om het explosiegevaar zo klein mogelijk te maken, worden de spuitbussen die nu nog in gebruik zijn, goed van elkaar gescheiden vervoerd. Daar is extra verpakking voor nodig. Die extra verpakking neemt veel ruimte in beslag en daardoor kunnen minder spuitbussen op hetzelfde moment vervoerd worden. Meer transport betekent meer uitlaatgassen. Met de nieuwe technologie is deze extra verpakking niet nodig, want de spuitbussen kunnen niet exploderen en ze zijn ook nog eens twee keer zo licht. Het heeft enkel voordelen. Maar hoe kunnen we de markt daar van overtuigen? Juist daarbij helpt het programma Milieu & Technologie ons. SenterNovem subsidieert de verkenning en analyse van de markt en wet- en regelgeving. Dat maakt een goede marktintroductie mogelijk. Hou de rekken in uw supermarkt in de gaten!’
19
groentehof, de techniek
‘Een lucratieve innovatie’ groentehof
‘Kopiëren maakt je lui’ Het draait uiteindelijk om rendement. Zoals in elke commerciële tak geldt dat ook bij het verwerken van groente. Uit lijfsbehoud werkt Groentehof BV onophoudelijk aan het verbeteren van het productieproces. Huub Peeters, technisch directeur, over Groentehof’s nieuwste uitvinding: een milieuvriendelijke en energiezuinige ‘wasser’ voor kleine hoeveelheden groenten.
20
‘We speuren voortdurend naar nieuwe kansen. Door processen en producten te verfijnen en door nieuwe technieken toe te passen. Wat je erg vaak in bedrijven ziet, is dat als het wiel eenmaal uitgevonden is, het ontelbare keren gekopieerd wordt. Dat is niet onze aanpak. Het maakt je lui. We vinden dat het steeds beter kan en dat je moet blijven zoeken naar andere oplossingen. Daarom heeft Groentehof een uitgebreide ontwikkelingsafdeling. Machines en werktuigen worden vaak ontwikkeld door bedrijven die ze zelf niet gebruiken. Daardoor ontbreekt de relatie met het proces, waarvoor de machine bestemd is. Terwijl een grondige kennis van het product juist essentieel is bij productontwikkeling. Groentehof bedenkt en maakt daarom zelf veel machines: wassers, drogers, snijmachines en verpakkers. Dat doen we vanuit onze kennis van het product. Uiteindelijk is de kwaliteit van onze producten afhankelijk van de kwaliteit van de grondstoffen. Als die te wensen overlaat, houdt het voor ons ook op. De kunst is om kwalitatief hoogstaande grondstoffen op zo’n manier te bewerken dat de kwaliteit bewaard blijft, zodat je hoogstaande producten aan je klanten kunt leveren. We verrichten geen wonderen, maar we benutten wel ten volle de mogelijkheden die we hebben.
Net als elke commerciële onderneming willen we zo veel mogelijk winst maken. Daarin speelt versheid een belangrijke rol. De groenten die het bedrijf verlaten, zijn gemiddeld acht dagen houdbaar en dat is erg lang voor onze sector. Als het even kan, willen we ook milieubewust en maatschappelijk verantwoord produceren. We streven ernaar zo min mogelijk energie te verbruiken. Tot nu toe produceerden we voor de retailsector een groot aantal kleine porties van één product. Daar waren al onze machines op ingericht. Sinds kort leveren we ook aan grootverbruikers. Het gevolg is dat je kleine hoeveelheden van veel verschillende soorten groenten maakt. Om bij de productie voor grootverbruik dezelfde kwaliteit te behouden en energie te besparen, hebben we met subsidie van het programma Milieu & Techniek een nieuwe ‘wasser’ ontwikkeld. Die gebruikt net zoveel water als nodig is én recyclet het gebruikte water. Op die manier behouden we de kwaliteit van de grondstoffen, besparen we energie en maken we meer winst. Want er gaat minder geld én minder restproduct verloren in het productieproces.’
‘Groentehof bewerkt en verpakt groenten die het afzet in WestEuropa. Om de concurrenten steeds een stap voor te zijn, besteden we veel aandacht aan innovatie. We streven ernaar steeds nieuwe of verbeterde technieken te gebruiken om de kwaliteit van onze producten vast te houden of te verhogen. Met subsidie van SenterNovem hebben we een nieuwe ‘wasser’ ontwikkeld, in samenwerking met de Technische Universiteit van Eindhoven. Eerst werden alle groenten – onafhankelijk van de hoeveelheid – met hetzelfde type wasser gewassen. Ze waren schoon, dat was het probleem niet, maar een kleinere hoeveelheid groenten heeft nu eenmaal minder water nodig dan een grote hoeveelheid. De grote wassers die op de markt verkrijgbaar zijn, bestaan uit een bak water waarin de gesneden groenten worden gewassen met ‘luchtondersteuning’. Op die manier gaan alle groenten door elkaar zweven in het water en worden ze aan alle kanten gereinigd. Na het wassen blijft er steeds wat restproduct over – stukjes groenten die met het afvalwater wegspoelen. Bovendien: als de hoeveelheid groenten kleiner is, spoelt er naar verhouding ook meer restproduct weg. Zonde. Daarom hebben we de nieuwe wasser ontwikkeld. Deze is speciaal ontworpen voor kleine hoeveelheden en bespaart aanzienlijk op energie en water. We ontwierpen een krat met flexibele bodem. In de krat worden de stukken groente niet alleen gereinigd, maar ook gedroogd. Een speciale techniek beperkt de hoeveelheid aanhangend vocht tot een absoluut minimum. En er blijft geen restproduct achter: maximaal profijt dus van een minimale hoeveelheid water en energie. Naar schatting besparen we met deze nieuwe techniek 25.000 m3 water en 90.000 kWh stroom per jaar. Een lucratieve innovatie derhalve.’
21
groentehof, de techniek
‘Een lucratieve innovatie’ ‘Groentehof bewerkt en verpakt groenten die het afzet in WestEuropa. Om de concurrenten steeds een stap voor te zijn, besteden we veel aandacht aan innovatie. We streven ernaar steeds nieuwe of verbeterde technieken te gebruiken om de kwaliteit van onze producten vast te houden of te verhogen. Met subsidie van SenterNovem hebben we een nieuwe ‘wasser’ ontwikkeld, in samenwerking met de Technische Universiteit van Eindhoven. Eerst werden alle groenten – onafhankelijk van de hoeveelheid – met hetzelfde type wasser gewassen. Ze waren schoon, dat was het probleem niet, maar een kleinere hoeveelheid groenten heeft nu eenmaal minder water nodig dan een grote hoeveelheid. De grote wassers die op de markt verkrijgbaar zijn, bestaan uit een bak water waarin de gesneden groenten worden gewassen met ‘luchtondersteuning’. Op die manier gaan alle groenten door elkaar zweven in het water en worden ze aan alle kanten gereinigd. Na het wassen blijft er steeds wat restproduct over – stukjes groenten die met het afvalwater wegspoelen. Bovendien: als de hoeveelheid groenten kleiner is, spoelt er naar verhouding ook meer restproduct weg. Zonde. Daarom hebben we de nieuwe wasser ontwikkeld. Deze is speciaal ontworpen voor kleine hoeveelheden en bespaart aanzienlijk op energie en water. We ontwierpen een krat met flexibele bodem. In de krat worden de stukken groente niet alleen gereinigd, maar ook gedroogd. Een speciale techniek beperkt de hoeveelheid aanhangend vocht tot een absoluut minimum. En er blijft geen restproduct achter: maximaal profijt dus van een minimale hoeveelheid water en energie. Naar schatting besparen we met deze nieuwe techniek 25.000 m3 water en 90.000 kWh stroom per jaar. Een lucratieve innovatie derhalve.’
21
bruynzeel storage systems, de techniek
bruynzeel storage systems
‘Samenwerking overwint aanvankelijke scepsis’ Bruynzeel Storage Systems ontwikkelt een nieuwe productielijn, waarbij het bedrijf de geldende volgorde in het productieproces op zijn kop zet. Door verschillende technische veranderingen wordt de productielijn efficiënter en milieuvriendelijker. Aanvankelijk stuit het idee op ongeloof, maar inmiddels is er meer interesse voor deze vondst, aldus Roland van der Velden (Manager Research & Development – foto rechts) en Theo Rutten (Production Engineer).
‘Ons bedrijf in Panningen produceert opslagsystemen voor de archief- en kantoormarkt. Om een vooraanstaande positie in deze markt te behouden, hebben we een nieuw product ontwikkeld. Hiervoor is het hele productieproces ingrijpend veranderd. Toen we de plannen met onze partners bespraken, werd er terughoudend gereageerd: het zou technisch onhaalbaar zijn. Maar na meer overleg en onderzoek, waarbij verschillende machinefabrikanten betrokken waren, bleek het toch mogelijk. We hebben contact gelegd met SenterNovem en een belangrijk onderdeel van de innovatie van het productieproces, namelijk een nieuwe manier van lakken (poedercoaten), paste in het programma Milieu & Technologie. Als demonstratieproject kwamen we voor subsidie in aanmerking. Voor de gewijzigde productiemethode moest een nieuwe poedercoatmachine ontwikkeld worden. Samen met machinefabriek Wagner hebben we een machine ontworpen die tweezijdig en zeer dun kan coaten. Tegelijkertijd zijn we om de tafel gaan zitten met een aantal poederleveranciers, want ook het poeder moest aan nieuwe eisen voldoen. Uiteindelijk is fabrikant Rohm and Haas er in geslaagd een passend poeder te ontwikkelen.
Het nieuwe poedercoatproces is onderdeel van een grotere productielijn, waarin plaatbewerking, poedercoaten, assemblage en verpakking geïntegreerd zijn. Deze productielijn bundelt meerdere nieuwe technieken. Zo is er een nieuwe oven ontwikkeld om het uitharden van de coating te versnellen. Ook wilden we vanuit milieuoverwegingen gaan werken met ongeolied staal. De staalleveranciers reageerden afwijzend: onmogelijk. Inmiddels kunnen we laten zien dat het werkt. Samen met SenterNovem hebben we een open dag georganiseerd om de nieuwe technieken te demonstreren. Verschillende bedrijven en scholingsinstituten maakten inmiddels kennis met de nieuwe technologie en nog steeds krijgen we veel aanvragen van geïnteresseerde bedrijven, die het nieuwe productieproces willen komen bekijken.’ 22
‘Omkeren productieproces levert milieuwinst op’ ‘Om in te spelen op de marktontwikkelingen in de archief- en kantoormarkt hebben we een nieuw, volledig stalen opslagsysteem ontwikkeld. Daarbij is ook het complete productieproces veranderd. Voorheen werden onderdelen eerst in de juiste vorm gebogen en vervolgens voorzien van een poedercoating. Om een betere kwaliteit te leveren en een volautomatisch en efficiënt proces te creëren, hebben we die volgorde omgedraaid. Dit idee hebben we besproken met verschillende partners. “Technisch onhaalbaar” was hun eerste reactie. Maar het bleek toch mogelijk. De nieuwe productielijn coat het staal tweezijdig met een speciaal ontwikkelde poedercoatmachine. Daarna wordt het materiaal volgens een nieuwe methode uitgehard en in de juiste vorm gebogen. Deze veranderingen stellen echter ook hun eisen aan de poedercoating. Speciaal voor Bruynzeel is daarom een geheel nieuw poeder ontwikkeld. Door de sterk verbeterde eigenschappen van dit poeder kan een veel dunnere laag aangebracht worden. In het nieuwe productieproces gebruiken we 54% minder poeder, waardoor we in eerste instantie minder poeder produceren en later ook minder recyclen. Het nieuwe productieproces is volautomatisch, het verloopt sneller en het werk voor de medewerkers is aangenamer. Medewerkers raken het staal niet meer met hun handen aan, zodat we kunnen werken met ongeolied materiaal. Normaal gesproken leveren fabrikanten staal met een laagje olie tegen het roesten. Voordat we het staal verder verwerken, moesten we het eerst ontvetten. In onze nieuwe productielijn slaan we het ontvetten over en dat levert enorme milieubesparingen op. We zien een aanzienlijke daling in het verbruik van chemicaliën (ruim 12.000 kg.) en drinkwater (12.700 m3) en we verbruiken ruim 35% minder energie per jaar.’
23
bruynzeel storage systems, de techniek
‘Omkeren productieproces levert milieuwinst op’ ‘Om in te spelen op de marktontwikkelingen in de archief- en kantoormarkt hebben we een nieuw, volledig stalen opslagsysteem ontwikkeld. Daarbij is ook het complete productieproces veranderd. Voorheen werden onderdelen eerst in de juiste vorm gebogen en vervolgens voorzien van een poedercoating. Om een betere kwaliteit te leveren en een volautomatisch en efficiënt proces te creëren, hebben we die volgorde omgedraaid. Dit idee hebben we besproken met verschillende partners. “Technisch onhaalbaar” was hun eerste reactie. Maar het bleek toch mogelijk. De nieuwe productielijn coat het staal tweezijdig met een speciaal ontwikkelde poedercoatmachine. Daarna wordt het materiaal volgens een nieuwe methode uitgehard en in de juiste vorm gebogen. Deze veranderingen stellen echter ook hun eisen aan de poedercoating. Speciaal voor Bruynzeel is daarom een geheel nieuw poeder ontwikkeld. Door de sterk verbeterde eigenschappen van dit poeder kan een veel dunnere laag aangebracht worden. In het nieuwe productieproces gebruiken we 54% minder poeder, waardoor we in eerste instantie minder poeder produceren en later ook minder recyclen. Het nieuwe productieproces is volautomatisch, het verloopt sneller en het werk voor de medewerkers is aangenamer. Medewerkers raken het staal niet meer met hun handen aan, zodat we kunnen werken met ongeolied materiaal. Normaal gesproken leveren fabrikanten staal met een laagje olie tegen het roesten. Voordat we het staal verder verwerken, moesten we het eerst ontvetten. In onze nieuwe productielijn slaan we het ontvetten over en dat levert enorme milieubesparingen op. We zien een aanzienlijke daling in het verbruik van chemicaliën (ruim 12.000 kg.) en drinkwater (12.700 m3) en we verbruiken ruim 35% minder energie per jaar.’
23
dutchdam, de techniek
‘Als water stijgt, is Dutchdam meteen inzetbaar’ dutchdam
‘Dat moest beter kunnen…’ Een waterkering die altijd compleet op de juiste plaats en het juiste moment aanwezig is. Dat kan natte voeten schelen. Sinds kort bestaat zo’n flexibele dam. Corné Rijlaarsdam uit Woubrugge ontwikkelde de Dutchdam, een totaal nieuw waterbouwkundig instrument. Daarvoor kreeg hij subsidie uit het programma Milieu & Technologie van SenterNovem. Een gesprek met een bevlogen uitvinder.
‘Als ontwerper ben ik gewend om met een frisse blik, en niet belast met vaste denkpatronen, tegen technische problemen aan te kijken. Op die manier ben ik ook op het principe van de Dutchdam gekomen. In de kerstvakantie van 1999 las ik een artikel over een nieuwe methode van waterkering die opdrijft met het stijgende water. Dat lijkt aantrekkelijk, maar ik zag meteen technische bezwaren. Dat moest beter kunnen. Na onderzoek bij de Octrooiraad werd de richting duidelijk. Er moest een waterkering komen die altijd compleet gebruiksklaar ligt op de plek waar die nodig is zonder technische risico’s. Voorheen gebruikte men houten schotbalken. Groot nadeel is dat je die moet aanslepen, opbouwen en weer weghalen als het gevaar geweken is. Bovendien bestaat het risico van wegraken van materiaal, waar je dan soms pas op een cruciaal moment achter komt. Het principe van de Dutchdam was na dit octrooionderzoek vlot geschetst en hiermee ben ik in april 2000 naar SenterNovem gestapt. Het idee paste in hun Programma Milieu & Technologie. SenterNovem had mij aangeraden om de barrières in de markt in kaart te brengen en oplossingen hiervoor te bedenken. En dat ben ik gaan doen.
TNO en Rijkswaterstaat oordeelden dat het plan potentie had. Beide waren unaniem in hun oordeel: “Dutchdam heeft grote betekenis voor milieu en veiligheid in Nederland.” Een bemoedigende uitspraak en een waarmee ik het land in kon. Met de maquettes die ik inmiddels had gebouwd, heb ik vrijwel alle belangrijke waterbouwkundige ingenieursbureaus in Nederland bezocht en vond overal respons. Ik heb belangrijke partijen enthousiast gekregen voor de Dutchdam. Dat is een aspect dat je nooit moet onderschatten bij de introductie van een nieuwe vinding: de neuzen één kant op krijgen. Ik heb een goed samenwerkingsverband gesmeed met alle betrokken partijen, waarbij het belang van de Dutchdam steeds voorop staat. Dat heb ik heel plezierig gevonden in het contact met de mensen van het programma Milieu & Technologie. Zij hebben vanaf het prille begin het initiatief gestimuleerd en het idee een kans gegeven zich te ontwikkelen.’ 24
‘Het principe van de Dutchdam is eenvoudig. De waterkering wordt compleet aangebracht op de plaats waar die nodig is. Geen gesleep met onderdelen. Als het water stijgt, is de Dutchdam meteen inzetbaar. In de kruin van een dijk komt een betonnen funderingsconstructie waarin de uitklapbare waterkering rust. Die bestaat uit aluminium panelen met rubber verbindingselementen. De Dutchdam kan ook op een kade geplaatst worden in een vaste grondconstructie. In beide gevallen zet je de panelen omhoog, als er een overstroming dreigt. Het systeem heeft een aantal voordelen. Het is veilig, want snel opzetbaar. In een paar uur tijd kan je wel vijfhonderd meter opzetten. Dat is echt uniek aan dit systeem. Groot financieel voordeel is bovendien dat men makkelijker zal investeren in een gebied dat door deze techniek een veel kleiner overstromingsrisico kent. Het materiaal is duurzaam, onderhoudsvrij en bij afbraak 100% recyclebaar. Een niet te verwaarlozen milieuaspect. Ook ruimtelijk biedt de Dutchdam grote voordelen: er zijn geen opslaggebouwen voor materieel nodig. Het systeem zit in de grond en je kunt er bij wijze van spreken overheen rijden of erop parkeren. De Dutchdam kent dus veel pluspunten, maar zal de conventionele technieken niet volledig vervangen. Dijken gaan duizend jaar mee. Die zullen echt nog steeds gebouwd worden. De Dutchdam is ontwikkeld voor die locaties waar dijken of muren geen oplossing zijn. Je bouwt geen twee meter hoge kademuur om wateroverlast tegen te houden in een mooie oude binnenstad. In zo’n situatie is de Dutchdam hét alternatief. In Nederland is de Dutchdam nog niet toegepast, anders dan in proefsituaties. Maar het systeem wordt op dit moment al wel in een aantal waterbouwkundige projecten opgenomen. Zoals met elke introductie van nieuwe systemen, duurt het altijd even voordat alle instanties er hun goedkeuring aan geven. In mei 2004 wordt de Dutchdam op acht locaties in Dublin (Ierland) geplaatst. En hoewel ik de inwoners het risico niet gun, hoop ik stilletjes op hoog water. Het lijkt me prachtig om vanachter de Dutchdam veilig naar het wassende water te kijken!’
25
dutchdam, de techniek
‘Als water stijgt, is Dutchdam meteen inzetbaar’ ‘Het principe van de Dutchdam is eenvoudig. De waterkering wordt compleet aangebracht op de plaats waar die nodig is. Geen gesleep met onderdelen. Als het water stijgt, is de Dutchdam meteen inzetbaar. In de kruin van een dijk komt een betonnen funderingsconstructie waarin de uitklapbare waterkering rust. Die bestaat uit aluminium panelen met rubber verbindingselementen. De Dutchdam kan ook op een kade geplaatst worden in een vaste grondconstructie. In beide gevallen zet je de panelen omhoog, als er een overstroming dreigt. Het systeem heeft een aantal voordelen. Het is veilig, want snel opzetbaar. In een paar uur tijd kan je wel vijfhonderd meter opzetten. Dat is echt uniek aan dit systeem. Groot financieel voordeel is bovendien dat men makkelijker zal investeren in een gebied dat door deze techniek een veel kleiner overstromingsrisico kent. Het materiaal is duurzaam, onderhoudsvrij en bij afbraak 100% recyclebaar. Een niet te verwaarlozen milieuaspect. Ook ruimtelijk biedt de Dutchdam grote voordelen: er zijn geen opslaggebouwen voor materieel nodig. Het systeem zit in de grond en je kunt er bij wijze van spreken overheen rijden of erop parkeren. De Dutchdam kent dus veel pluspunten, maar zal de conventionele technieken niet volledig vervangen. Dijken gaan duizend jaar mee. Die zullen echt nog steeds gebouwd worden. De Dutchdam is ontwikkeld voor die locaties waar dijken of muren geen oplossing zijn. Je bouwt geen twee meter hoge kademuur om wateroverlast tegen te houden in een mooie oude binnenstad. In zo’n situatie is de Dutchdam hét alternatief. In Nederland is de Dutchdam nog niet toegepast, anders dan in proefsituaties. Maar het systeem wordt op dit moment al wel in een aantal waterbouwkundige projecten opgenomen. Zoals met elke introductie van nieuwe systemen, duurt het altijd even voordat alle instanties er hun goedkeuring aan geven. In mei 2004 wordt de Dutchdam op acht locaties in Dublin (Ierland) geplaatst. En hoewel ik de inwoners het risico niet gun, hoop ik stilletjes op hoog water. Het lijkt me prachtig om vanachter de Dutchdam veilig naar het wassende water te kijken!’
25
Interviews Toelis Tekst & Publicaties, Een uitgave van
Den Haag
SenterNovem in opdracht
Swentiboldstraat 21
Catharijnesingel 59
Internet:
Postbus 17
Postbus 8242
www.senternovem.nl
van het ministerie van
Grafische vormgeving
VROM, juni 2004
www.lawine.nl
Tekst en samenstelling
Fotografie
N. Aten - BECO Groep,
Margreet Vloon, Zwolle
6130 AA Sittard
3503 RE Utrecht
E-mail:
Tel.: (046) 420 22 02
Tel.: 030 239 34 93
[email protected]
Toelis Tekst & Publicaties,
Druk:
Fax: (046) 452 82 60
Fax: 030 231 64 91
3MT-04.03
Den Haag
Zuidam & Uithof, Utrecht
Nijmegen/Rotterdam
SenterNovem • is ontstaan uit een fusie tussen Senter en Novem • voert beleid uit voor verschillende overheden op het gebied van innovatie, energie & klimaat en milieu & leefomgeving en draagt zo bij aan innovatie en duurzaamheid • Meer informatie:www.senternovem.nl