SUBSIDIEBESLUIT NIEUWBOUW EN WONINGVERBETERING 2000 1 Hoofdstuk 1. Inleiding......................................................................................................... 1 1.1 Inleiding..................................................................................................................... 1 1.2 Beleid en regelgeving ................................................................................................ 2 Hoofdstuk 2. Nieuwbouw.................................................................................................... 3 2.1 Inleiding..................................................................................................................... 3 2.2 Planaanbod en woningbouwprogramma 2000 .......................................................... 3 2.3 Huur- en grondprijsbeleid nieuwbouw sociale sector ............................................... 4 2.4 Goedkope grote woningen voor de primaire doelgroep ............................................ 4 2.5 Mindervalidenwoningen............................................................................................ 5 2.6 Experimenten en extra kwaliteit................................................................................ 5 2.7 Middelen voor knelpunten......................................................................................... 7 Hoofdstuk 3. Woningverbetering ........................................................................................ 7 3.1 Inleiding..................................................................................................................... 7 3.2 Ingrijpende particuliere woningverbetering.............................................................. 8 3.3 Aankopen en opknappen ........................................................................................... 9 3.4 Samenvoegen.......................................................................................................... 10 3.5 Beter verbeteren...................................................................................................... 12 3.6 Geluid ..................................................................................................................... 13 3.7 Funderingsherstel ................................................................................................... 13 Hoofdstuk 4. Overgangsproblematiek: IJburg en overige nieuwbouwprojecten .............. 15 4.1 IJburg...................................................................................................................... 15 4.2 Overeenkomsten met de centrale stad .................................................................... 16 4.3 Overige nieuwbouw................................................................................................ 17 Hoofdstuk 5. Overgangsproblematiek: herstructurering vooroorlogse wijken ................. 17 5.1 Inleiding.................................................................................................................. 17 5.2 Projecten .................................................................................................................. 17 Hoofdstuk 6. Budgettair kader........................................................................................... 20
Subsidiebesluit Nieuwbouw en Woningverbetering 2000 Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Inleiding Op 1 december 1999 heeft u de Nota stedelijke vernieuwing vastgesteld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 815, en bijlage U). In deze nota wordt aangekondigd dat de volkshuisvestingssubsidies drastisch zullen verminderen en dat slechts enkele centraal-stedelijke kostensoorten de komende jaren gehandhaafd zullen blijven. Met name in de nieuwbouw nemen de subsidies fors af. Middelen voor kopkosten, voor stimuleringspremies, voor aanpasbaar en (deels) duurzaam bouwen, voor regiotoeslagen en voor oplagen/kopbebouwing worden vanaf 2000 niet meer ingezet omdat de corporaties primair verantwoordelijk zijn voor de nieuwbouwproductie in de sociale huursector. Wat betreft de subsidiëring van de bestaande voorraad is gekozen voor een meer geleidelijke afbouw, waarbij ook hier de meeste middelen op termijn door direct betrokkenen moeten worden opgebracht. De onderhavige voordracht staat in het teken van de resterende subsidies en de overgang naar een nieuw subsidieregime. Het gaat hierbij onder meer om de hoogte van de bijdragen en de allocatie over de stadsdelen. Om de veranderingen goed te markeren wordt - anders dan in de jaren negentig - niet meer gesproken van een Raamraadsbesluit nieuwbouw en verbetering maar van een Subsidiebesluit. De veranderingen in de subsidiëring van de volkshuisvesting brengen een aantal problemen met zich mee. In het verleden zijn afspraken gemaakt of verwachtingen gewekt waar de centrale gemeente zich niet - of niet zonder meer - aan kan onttrekken. Wij hebben deze zogenoemde overgangsproblematiek in kaart gebracht. Tot de overgangsproblematiek rekenen we lopende projecten waarvan redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat ze direct onder het regime van de stedelijke vernieuwing worden gebracht. Het gaat met name om door stadsdelen aangemelde projecten ingrijpende particuliere woningverbetering en projecten herstructurering vooroorlogse wijken waaraan stadsdelen zich gecommitteerd hebben. Ook het nakomen van de contracten met consortia over de bouw van IJburg wordt behandeld als overgangsproblematiek. De overgangsproblematiek wordt in zijn geheel in kaart gebracht en financieel afgedekt, ook die gevallen - zoals IJburg - die nog enige jaren tot beschikkingen zullen leiden. De voorgestelde handelwijze impliceert dat er in volgende jaren geen sprake meer is van overgangsproblemen die financiële consequenties hebben. Anders dan in voorgaande jaren geeft dit subsidiebesluit geen uitputtend overzicht van de volkshuisvestingssubsidies. Onderwerpen waarover door uw Vergadering reeds is besloten, komen hier niet aan de orde of worden slechts zijdelings genoemd. Zo worden programma's die gefinancierd worden uit het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting niet in dit subsidiebesluit behandeld, omdat die bij de behandeling van de gemeentebegroting aan de orde zijn geweest. Ook zal de Amsterdamse Middensegment Hypotheek, een regeling die koopwoningen bereikbaar maakt voor middeninkomens, hier niet behandeld worden omdat dit onderwerp een afzonderlijk bestuurlijk traject doorloopt. Ter uwer informatie melden wij dat dit jaar een subsidieverordening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing aan uw Vergadering zal worden voorgelegd.
1
1.2 Beleid en regelgeving Rijk Dit jaar wordt de Wet stedelijke vernieuwing van kracht. Gemeenten krijgen rijksgeld in de vorm van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). In het ISV worden vrijwel alle geldstromen op het gebied van wonen, milieu, openbare ruimte, openbaar groen en fysieke economische activiteiten in één budget gebundeld. Hiermee wordt bevorderd dat fysieke veranderingsprocessen veel meer in samenhang met andere beleidsvelden worden aangepakt. De stedelijke vernieuwing is de fysieke pijler van het grotestedenbeleid. Ingrepen in de fysiek leefomgeving dienen afgestemd te worden op maatregelen van de andere pijlers (economie en welzijn) van het grotestedenbeleid. Een andere ontwikkeling betreft de woonzorgstimuleringsregeling. Het rijk heeft reeds in het regeerakkoord aangegeven dat experimenten met een gecombineerd aanbod van wonen en zorg voor ouderen en andere doelgroepen een impuls behoeven. De vraag naar woonzorgcombinaties neemt sterk toe, de rol van domotica ter ondersteuning van het zelfstandig wonen is nog erg bescheiden en de regievorming van gemeenten op dit terrein dient versterkt te worden. Het rijk heeft daarom een woonzorgstimuleringsregeling in het leven geroepen, die een financiële stimulans biedt voor partijen om op maat gesneden woonzorg combinaties te ontwikkelen.Via deze regeling kunnen projecten een eenmalige subsidie ontvangen van het ministerie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, op voorwaarde dat de betrokken zorginstelling eveneens een bijdrage levert. De regeling duurt drie jaar; voor 2000 is ƒ 48 miljoen beschikbaar, voor 2001 ƒ 40 miljoen en voor 2002 ƒ 38 miljoen. ROA Het bestuur van het Regionaal Overleg Amsterdam (ROA) heeft de maximumhuurgrens voor sociale woningen vastgesteld op ƒ 955 (grens 1999, geïndexeerd met 2,75%); Gemeente De belangrijkste speerpunten van beleid, zoals vastgelegd in de Nota stedelijke vernieuwing zijn kwalitatief goede en gedifferentieerde woonwijken, functiemenging wonen/werken, bevorderen van de leefbaarheid door investeringen in de openbare ruimte en optimalisering van het grondgebruik. Ten opzichte van de stadsvernieuwing kan men spreken van een aantal belangrijke beleidsmatige verschuivingen: a. stedelijke vernieuwing vergt een samenhangende aanpak. Fysieke maatregelen dienen afgestemd te worden op de versterking van de andere pijlers van het grotestedenbeleid, de sociale en de economische pijler; b. gezien maatschappelijke ontwikkelingen en marktposities kunnen van andere partijen dan de overheid substantiële bijdragen verwacht worden. Woningcorporaties en particuliere eigenaren zullen in principe hun eigen investeringen moeten bekostigen; c. subsidies verschuiven van wonen naar voorzieningen en naar de openbare ruimte; d. om prioriteiten te kunnen stellen is een onderscheid gemaakt tussen ontwikkelings-, aandachts- en basisgebieden, waarbij investeringen in ontwikkelingsgebieden het meest, en investeringen in basisgebieden het minst van overheidsbijdragen afhankelijk zijn. Dit betekent een verschuiving van middelen van vooroorlogse - naar naoorlogse gebieden. Dit subsidiebesluit zal waar mogelijk in dit licht worden vorm gegeven.
2
Hoofdstuk 2. Nieuwbouw 2.1 Inleiding Het nieuwbouwbeleid is als gevolg van de Nota stedelijke vernieuwing in essentie niet gewijzigd. Weliswaar nemen de subsidiemiddelen af, maar blijven de doelstellingen dezelfde. Meer dan voorheen zullen partijen als corporaties en bouwondernemingen verantwoordelijk zijn voor het behalen van de productiedoelstellingen daar waar de overheid haar aandacht verlegd naar de openbare ruimte. De volkshuisvestelijke subsidies die resteren voor 2000 en later worden uw Vergadering voorgelegd in de onderhavige tekst. Amsterdam heeft zich in de periode tot 2005 tot taak gesteld een gemiddelde jaarlijkse nieuwbouwproductie van circa 5000 woningen te realiseren. Hierin zijn opgenomen 3600 woningen voor het uitbreiden van de voorraad, conform afspraken in het kader van de Vierde Nota over de ruimtelijke ordening Extra (VINEX) en circa 1000 woningen ter vervanging van bestaande woningen. Hiermee wordt het woningtekort bestreden en wordt huisvesting gecreëerd voor het nog steeds toenemende aantal huishoudens. Dit sluit aan op het Programakkoord 1998-2002, waarin onder andere staat dat jaarlijks tenminste 4000 nieuwbouwwoningen moeten worden gebouwd. Hierbij wordt de verhouding 30% sociale sector en 70% vrije sector aangehouden. 2.2 Planaanbod en woningbouwprogramma 2000 Sedert een aantal jaren wordt door de Stuurgroep Woningbouw in overleg met de stadsdelen en projectgroepen het Basisbestand Nieuwbouwplannen Amsterdam bijgehouden. In dit bestand staan gegevens van alle plannen die door de stadsdelen en projectgroepen zijn aangemeld (zie bijlage 4). In de hierna volgende tabel is het planaanbod voor heel Amsterdam met hardheid 1 of 2 weergegeven. Tabel 2.1 - Planaanbod 2000 naar financieringscategorie en hardheid Financieringscategorie
Planaanbod 2000 hardheid 1 en 2* Aantal % 1086 18% 450 7% 4546 74% 88 1% 6170 100%
Sociale sector huur Marktsector huur Marktsector koop Niet bekend TOTAAL * Hardheid 1 houdt in dat het voor het plan reeds een bouw- of subsidieaanvraag is ingediend en hardheid 2 wil zeggen dat het plan in een fase verkeert dat een bouw- of subsidieaanvraag in 2000 haalbaar is.
Uit de tabel blijkt dat het planaanbod 2000 ruim 6000 woningen telt. Voor zo goed als alle woningen geldt hardheid 2. Dit houdt in dat er nog knelpunten moeten worden opgelost alvorens een bouwvergunningsaanvraag kan worden ingediend. De ervaring leert dat een deel van de projecten doorschuift naar latere jaren. Als gekeken wordt naar absolute aantallen, dan zijn er ruim voldoende woningen in het planaanbod opgenomen om te kunnen voldoen aan een programma van minimaal 4000 nieuwbouwwoningen per jaar.
3
De verdeling voor het jaar 2000 is naar de huidige inzichten niet geheel volgens de gewenste verdeling 70% marktsector en 30% sociale sector. In 1999 is de verdeling sociaal en marktsector getoetst over een periode van 1999 tot en met 2002. Die toets wijst uit dat de 30% sociale woningbouw over die periode wordt gehaald. 2.3 Huur- en grondprijsbeleid nieuwbouw sociale sector Wij stellen uw Vergadering voor dat, om in aanmerking te komen voor een grondprijs voor sociale huurwoningen, de huurprijs moet passen binnen de huurprijsgrens van ƒ 955 (één-, twee-, drie en vierkamerwoningen) of ƒ 1060 per maand ( vijf- of meerkamerwoningen). Bij de invulling van de nieuwbouwopgave wordt 30% van de woningen in de sociale sector gerealiseerd. De verantwoordelijkheid voor de hoogte van de huren ligt bij de corporaties. Dit laat onverlet dat de gemeente een huurtabel maakt die als referentie geldt voor de huurvaststelling (zie bijlage 1). De referentiehuren zijn ten opzichte van 1999 met 2,75% verhoogd. Voor de woningen op IJburg is de referentiehuurtabel overigens niet een referentie maar bindend voor de huurprijsvaststelling. De Amsterdamse referentiehuur voor een standaardwoning van 75 m² bedraagt in 2000 ƒ 872 per maand. Voor IJburg is overeengekomen dat de helft van de sociale woningen een gemiddeld ƒ 150 lagere huurprijs krijgt dan de referentiehuur. Tot voor kort werden op grond van de Verordening Woninggebonden Subsidies voorwaarden gesteld aan de huurgrens van sociale woningen. Met de afschaffing van de subsidies verdwijnt de mogelijkheid om op deze wijze voorwaarden te stellen aan huurprijsgrenzen. Om toch nieuwbouwwoningen bereikbaar te houden voor de doelgroep stellen wij voor dat de huurprijs van een sociale nieuwbouwwoning moet passen binnen de huurprijsgrenzen van het ROA van ƒ 955 om in aanmerking te komen voor een verlaagde grondprijs. De ROA-huurgrens geldt niet voor vijf- of meerkamerwoningen. Hiervoor is geen huurgrens van toepassing. Omdat het ons inziens onwenselijk is dat een grote sociale huurwoning voor de doelgroep een te hoge huur krijgt, wordt een maximum van ƒ 1060 gehanteerd (ƒ 1032grens uit 1999 is geïndexeerd met 2,75%). Overigens komen slechts toegelaten instellingen in aanmerking voor een grondprijs voor sociale huurwoningen. 2.4 Goedkope grote woningen voor de primaire doelgroep Wij stellen uw Vergadering voor: 1. het programma in 2000 vast te stellen op 150 bereikbare vijf- (of meer) -kamerwoningen, exclusief het programma dat op IJburg gerealiseerd wordt. 2. een bereikbaarheidstoeslag van ƒ 20.000 per woning beschikbaar te stellen waarvan f 10.000 ten laste van het Stadsvernieuwingsfonds/ISV en f 10.000 ten laste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Onverlet de maximumhuurprijsgrens van ƒ 1060 hebben grote woningen, met vijf of meer kamers, vanwege het grote oppervlak een voor de primaire doelgroep te hoge huur.
4
Uw Vergadering heeft op 20 oktober 1999, bij de behandeling van het onderwerp verlaagde aanvangshuren, besloten om in 1999 een premie beschikbaar te stellen voor het verlagen van de aanvangshuren van grote woningen. Met deze premie kan de huur van grote woningen onder de ƒ 937 (aftoppingsgrens huursubsidie) worden gebracht waardoor deze bereikbaar zijn voor de primaire doelgroep. Met het vaststellen van de Nota stedelijke vernieuwing op 1 december 1999 heeft uw Vergadering te kennen gegeven ook voor de komende jaren premies voor verlaging van de aanvangshuur van grote woningen ter beschikking te willen stellen. Op basis van het advies van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is de primaire doelgroep uitgebreid met de secundaire doelgroep tot aan de Ziekenfondsgrens. De premie van ƒ 20.000 wordt verleend onder de voorwaarde dat: • de huur van deze woningen onder de aftoppingsgrens huursubsidie (ƒ 937) blijft; • de woning bij de eerste oplevering uitsluitend wordt toegewezen aan grote huishoudens (3 en meer kinderen) behorende tot de primaire doelgroep of de secundaire doelgroep tot aan de Ziekenfondsgrens en dat de huren met niet meer dan met het gemiddelde van de huurstijging in de sociale huursector in Amsterdam omhoog zullen gaan; • harmonisatie ineens niet is toegestaan, en • dat de woningen bij leegkomst gedurende de eerste 15 jaar wederom aangeboden worden aan grote huishoudens (3 en meer kinderen) behorende tot de primaire doelgroep of de secundaire doelgroep tot aan de Ziekenfondsgrens. 2.5 Mindervalidenwoningen We stellen voor in het jaar 2000 een programma van 40 woningen te subsidiëren met een bijdrage van ƒ 35.000 per woning, voor 50 % te bekostigen uit BWS-middelen en voor 50 % uit de Egalisatiereserve WVG. In de Nota stedelijke vernieuwing is geen aparte subsidiemogelijkheid meer opgenomen voor het subsidiëren van miva-woningen. Voor het jaar 2000 wordt een zelfde subsidiëring voorgesteld als in voorgaande jaren. Voor de jaren daarna zal aan de Commissie Stimuleringsfonds Volkshuisvesting worden voorgesteld het programma mindervalidenwoningen te financieren uit het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Het totaal benodigde budget bedraagt ƒ 1,4 miljoen. 2.6 Experimenten en extra kwaliteit Ons College doet met betrekking tot het kwaliteitsbeleid het voorstel om ƒ 3 miljoen beschikbaar te stellen ten laste van het BWS-rentefonds voor experimenten en extra kwaliteit. Algemeen Voorgesteld wordt om de in 1999 in overleg en overeenstemming met de corporaties geactualiseerde kwaliteitsrichtlijnen, de RKW, ook voor het jaar 2000 van kracht te laten zijn. Dit in afwachting van de resultaten van een in 1999 gestarte en in 2000 voort te zetten en af te ronden fundamentele discussie met alle betrokken partijen over gemeentelijk kwaliteitsbeleid in de woningproductie. Bij deze discussie gaat het om de volgende onderwerpen: • de rol van de gemeente onder de nieuwe verhoudingen; • verbreding van het kwaliteitsbeleid van woning naar woonmilieu; 5
• de inhoud van het kwaliteitsbeleid: wat is duurzame woningbouw in de breedste zin, dus inclusief kwaliteiten als bruikbaarheid, flexibiliteit, aanpasbaarheid, veiligheid en levensloopbestendigheid. Experimenten en extra kwaliteit Bij de beoordeling voor de aanvraag voor experimenten en extra kwaliteit worden de uit voorgaande jaren bekende criteria gehanteerd. Kort gezegd moet het gaan om: • projecten met een voorbeeldfunctie; • projecten met experimentele waarde; • projecten met een trekkersfunctie. Drie in voorgaande jaren langs deze weg onder de aandacht gebrachte kwaliteitsaspecten verdienen naar onze mening nog steeds stimulering middels een financiële impuls: 1. Geluidsisolatie binnen en tussen nieuwbouwwoningen; 2. Veilig Wonen: toepassing van het Keurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw en Bestaande Bouw; 3. Duurzaam bouwen (extra). Ten aanzien van duurzaam bouwen wordt de toepassing van de elementen uit de voormalige Premieregeling duurzaam bouwen geacht inmiddels tot het algemeen aanvaarde kwaliteitsniveau te behoren. Deze maatregelen komen dus ook niet voor een premie uit hoofde van “experimenten en extra kwaliteit” in aanmerking. Aanvragen voor subsidiëring van experimenten en extra kwaliteit ten aanzien van duurzaam bouwen die boven het voornoemde kwaliteitsniveau uitstijgen zijn echter welkom, en zullen eveneens op hun voorbeeldfunctie, hun experimentele waarde en hun trekkersfunctie worden getoetst. Een deel van het budget kan ook besteed worden aan projecten, gericht op kennisontwikkeling en kennisoverdracht met betrekking tot woningkwaliteit. Met name het aanpasbaar bouwen en het ontwikkelen van richtlijnen voor duurzaam renoveren zullen in het jaar 2000 extra aandacht vergen. Ook kunnen aanvragen voor experimenten en extra kwaliteit buiten de bovengenoemde aspecten worden gedaan. Deze aanvragen worden dan op de eerder vermelde criteria beoordeeld. Subsidieaanvragen dienen voor 1 juli 2000 te zijn ingediend. De beoordeling van aanvragen zal worden gedaan in relatie tot het nog beschikbare budget. Daarbij zullen aanvragen die onderdeel uitmaken van stedelijke vernieuwingsplannen in de aandachtsgebieden prioriteit krijgen. Fiscale groenregeling De rijksregeling voor groenfinanciering zal ook in het jaar 2000 worden voortgezet. De koper of verhuurder kan voor ƒ 75.000 een lening afsluiten tegen 1 à 2% lagere rente dan de marktrente. Voor een woningkoper met 50% belastingtarief levert dat gedurende 10 jaar een voordeel op van ƒ 750 per jaar plus de besparing op energie en water. Voor een verhuurder is het rentevoordeel ca. ƒ 1500 per jaar gedurende 10 jaar. De regeling geldt voor woningen met maximale stichtingskosten van ƒ 470.000. Om voor de fiscale groenregeling in aanmerking te komen is een “groenverklaring” nodig. Daarvoor moet voldaan worden aan alle basismaatregelen en moeten 150 punten verzameld worden uit een lijst met keuzemaatregelen. Voor het eerst is er dit jaar ook een groenregeling voor woningverbetering. 6
Ons College zet beleidsmatig in op toepassing van de fiscale groenregeling, met name bij grote projecten zoals IJburg. 2.7 Middelen voor knelpunten Net als voorgaande jaren stellen wij voor om ƒ 3 miljoen ten behoeve van knelpunten in de productie te reserveren en dit bedrag ten laste te brengen van het BWS-rentefonds. Een reservering voor knelpunten is wenselijk omdat op deze wijze de slagvaardigheid van de centrale stad vergroot wordt en eventuele stagnatie in het productieproces kan worden voorkomen. Het belang van een dergelijk budget is dit jaar groter dan voorheen door de overgang naar een nieuwe situatie. De Wethouder voor de Volkshuisvesting kan, indien nodig, direct besluiten middelen in te zetten voor situaties die daarom vragen. Dit kan zowel nieuwbouw- als woningverbeteringsprojecten betreffen. Het aantal sociale huurwoningen in Amsterdam is groot in verhouding tot de regio; maar ook de vraag ernaar, met name de vraag gericht op grote woningen. Meer evenwicht kan worden bewerkstelligd door een grotere productie van sociale huurwoningen in de regio en door gerichte woningmarktmaatregelen. Voorgesteld wordt het knelpuntenbudget zonodig voor dit doel in te zetten. Hoofdstuk 3. Woningverbetering 3.1 Inleiding De stadsvernieuwing van de afgelopen jaren heeft een enorme kwaliteitsimpuls gegeven aan de Amsterdamse woningvoorraad. In de vooroorlogse wijken staan echter nog steeds 45.000 tot 65.000 woningen van matige kwaliteit. De gemeente streeft in het kader van de stedelijke vernieuwing naar het verbeteren van 7500 particuliere woningen in de periode 2000-2005. Deze woningen zullen in ieder geval moeten voldoen aan het minimumniveau van het bouwbesluit. Waar de verbetering van woningen niet op eigen kracht van de grond komt zullen de stadsdelen het initiatief tot vernieuwing nemen. Dit kan zowel in de vorm van een integrale gebiedsgerichte aanpak als een complexgewijze aanpak. De verantwoordelijkheid voor de verbetering van de woningvoorraad ligt met ingang van 2000 in overgrote mate bij de eigenaren zelf. In de Nota stedelijke vernieuwing is de conclusie getrokken dat een brede inzet van subsidies niet meer noodzakelijk is om de gewenste verbeteringen te realiseren, gegeven de waardeontwikkeling van het onroerend goed. De huurder heeft bovendien een beter instrument gekregen om in gebreke blijvende eigenaren aan te spreken op het verhelpen van ernstige gebreken en tekortkomingen (op grond van de nieuwe procedure in de Huurprijzenwet Woonruimte). Indien noodzakelijk kan het stadsdeel de huurder ondersteunen door een aanschrijvingprocedure in gang te zetten, waarmee de woning in zijn totaliteit op het minimumniveau van het bouwbesluit wordt gebracht. Verhuurders kunnen in overleg met huurders echter ook kiezen voor een meer ingrijpende aanpak, zoals vernieuwbouw of samenvoegen. Dit leidt tot een kwalitatief hoogwaardig product zonder dat daarvoor subsidies nodig zijn, omdat splitsen en verkopen tot de mogelijkheden behoort.
7
De Nota stedelijke vernieuwing leidt derhalve ook voor woningverbetering tot ingrijpende wijzigingen in het subsidiebeleid. De tot nu toe gebruikelijke stadsbrede, generieke subsidies voor aankopen en opknappen en particuliere woningverbetering komen te vervallen. De gemeentelijke subsidies zijn met ingang van 2000 gerelateerd aan specifieke doeleinden op het gebied van het wonen als: behoud van de kernvoorraad (in de Binnenstad, Amsterdam Oud-Zuid, ZuiderAmstel en het voormalig stadsdeel Watergraafsmeer), het toevoegen van ruime woningen aan de voorraad en behoud en herstel van waardevolle stedenbouw/architectuur. 3.2 Ingrijpende particuliere woningverbetering Wij stellen uw Vergadering voor om in 2000 uit te gaan van een programma van 812 woningen, conform de hiernavolgende tabel en daarbij de premies op het niveau van 1999 te handhaven. Realisatie van dit programma impliceert de afbouw (2000: 500 woningen en 2001: 250 woningen) zoals vastgesteld in de Nota stedelijke vernieuwing en vergt een budget van ƒ 20,3 miljoen. Dit bedrag kan ten laste worden gebracht van het Stadsvernieuwingsfonds en het BWS-rentefonds. In de Nota stedelijke vernieuwing is onderkend dat tussen stadsdeel en particuliere eigenaren afspraken zijn gemaakt en/of verwachtingen zijn gewekt over concrete verbeteringsprojecten. Om deze reden vindt een geleidelijke afbouw plaats van het stedelijke programma ingrijpende particuliere woningverbetering: van 800 woningen in 1999, naar 500 in 2000 en 250 in 2001. Wij stellen uw Vergadering voor om de programma-aantallen 2000 en 2001 in te zetten voor het honoreren van de projecten die in 1999 zijn ingediend bovenop de toegestane aantallen voor dat jaar (overmaat). Het gaat in totaal om 809 woningen. Hiernaast is door de stadsdelen een aantal aanvragen aangemeld voor projecten waarbij bij de eigenaren - bijvoorbeeld in het kader van een complexmatige aanpak - verwachtingen zijn gewekt of waar anderszins afronding gewenst is (overgangsproblematiek).
8
Stadsdeel
overmaat 1999
overgangsproblematiek
totaal
programma 2000
Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes subtotaal
0 124 83 44 285 (536)
0 82 80 2 112 (276)
0 206 163 46 397 (812)
0 206 163 46 397 (812)
Oost/ Watergraafsmeer Binnenstad Oud-Zuid ZuiderAmstel subtotaal
9 48 123 93 (273)
0 0 97 0 (97)
9 48 220 93 (370)
50 95 220 135 (500)
Totaal
809
373
1182
1.312
Het stedelijk programma ingrijpende particuliere woningverbetering (500 woningen voor 2000) wordt ingezet in de stadsdelen Oud-West, Zeeburg, Bos en Lommer en De Baarsjes. De verbeteringsplannen zijn vrijwel uitvoerings- dan wel indieningsgereed. Het voorstel is om de 250 woningen die begroot zijn voor 2001, reeds nu ten laste te brengen van het BWSrentefonds en hiermee in één keer de overmaat aan plannen te honoreren. De problematiek die in de stadsdelen Oost/Watergraafsmeer, Amsterdam Oud-Zuid, ZuiderAmstel en de Binnenstad speelt, kan worden opgelost via het budget voor aankopen en opknappen (zie volgende paragraaf). De premies die voor de plannen beschikbaar komen zijn gelijk aan die van 1999. Het gaat om ƒ 24.500 (subsidie-ineens) of ƒ 27.000 (subsidie-op-termijn). Realisatie van het programma particuliere woningverbetering 2000 en 2001 vergt derhalve een budget van ƒ 20,3 miljoen. 3.3 Aankopen en opknappen Wij stellen uw Vergadering voor uit te gaan van een programma van 500 woningen en de premies op het niveau van 1999 te handhaven. Realisatie van het programma vergt een budget van ƒ 9,8 miljoen ten laste van het Stadsvernieuwingsfonds. Het doel van aankopen en opknappen is het onder gelijktijdige verbetering uitbreiden van de sociale woningvoorraad in die stadsdelen waar de sociale (kern)voorraad relatief klein is. De stimuleringspremies voor aankopen en opknappen worden derhalve ingezet in de Binnenstad en de stadsdelen Amsterdam Oud-Zuid, ZuiderAmstel en de voormalige Watergraafsmeer. Het stedelijk programma omvat 500 woningen (zie paragraaf 3.2).
9
De ervaring leert dat een programma van 500 woningen in beginsel mogelijk is. Gezien de weerbarstigheid van het proces is de haalbaarheid evenwel niet gegarandeerd. Het aanbod van panden naar gebied en prijs fluctueert en is derhalve niet goed planbaar. Desalniettemin zijn aan de stadsdelen specifieke contingenten toegekend als richtinggevend programma op grond van de nota Onverdeeld Amsterdam(s). Herverdeling kan plaatsvinden indien een of meerdere stadsdelen hun programma onderschrijden. De basispremies voor aankopen en opknappen blijven op het niveau van 1999 gehandhaafd: - aankopen ten behoeve van ingrijpende verbetering: ƒ 23.000 per woning; - aankopen ten behoeve van doorexploitatie : ƒ 9.000 per woning. De basispremies worden slechts verstrekt onder de voorwaarde dat de aanvangshuur onder de ƒ 955 per maand ligt, met uitzondering van vijf- of meerkamerwoningen, daarvoor geldt een maximum aanvangshuur van ƒ 1060 per maand. Een aanvullende premie van ƒ 10.000 wordt aan de corporatie toegekend indien de woningen aan de kernvoorraad (plus) worden toegevoegd. Daarnaast kunnen corporaties in aanmerking komen voor premies beter verbeteren en funderingsherstel (zie respectievelijk paragraaf 3.5 en 3.7). Het programma aankopen en opknappen is, evenals vorig jaar, in principe flexibel in te zetten teneinde de overmaat aan plannen ingrijpende particuliere woningverbetering uit 1999 alsnog voor een subsidie in aanmerking te brengen. Voor nieuwe particuliere verbeteringsplannen geldt deze flexibiliteit niet. Realisatie van het programma aankopen en opknappen vergt een budget van ƒ 9,8 miljoen. 3.4 Samenvoegen Wij stellen uw Vergadering voor om uit te gaan van een programma van 200 samengevoegde woningen (exclusief samenvoegen in de stedelijke vernieuwingsplannen van de ontwikkelingsgebieden) waarbij de investeringspremie maximaal ƒ 35.000 bedraagt. Voor vijf- en meerkamerwoningen die gedurende 15 jaar bereikbaar zijn en worden toegewezen aan grote huishoudens uit de primaire doelgroep, of secundaire doelgroep tot aan de Ziekenfondsgrens, is een extra premie beschikbaar van ƒ 10.000. Een reservering van ƒ 7 miljoen uit het Stadsvernieuwingsfonds is benodigd. Amsterdam heeft een groot tekort aan ruime woningen voor alle inkomensgroepen. De gemeente stelt stimuleringspremies beschikbaar om het samenvoegen van kleine bestaande woningen te bevorderen. Ruime woningen kunnen zowel worden gerealiseerd door het samenvoegen van twee- of meer kleine woningen tot een grote woning als door het betrekken van niet-woonruimte bij aanliggende woningen, zoals bergingen en zolders. Bij het betrekken van niet-woonruimte bij een woning zal er van een substantiële vergroting van de oorspronkelijke woning sprake moeten zijn. Duplexwoningen komen niet voor subsidie in aanmerking vanwege de geringe investering die het samenvoegen met zich meebrengt. Ook zal er geen subsidie worden verstrekt indien een stadsdeel financiële compensatie aan de corporatie vraagt vanwege woningontrekking.
10
Het stedelijk programma samenvoegen omvat 200 woningen en is gericht op vooroorlogse wijken. De plannen voor samenvoegen in de ontwikkelingsgebieden Westelijke Tuinsteden, Amsterdam-Noord en Zuidoost worden afgewikkeld in het kader van de nog op te stellen ontwikkelings- en stedelijkevernieuwingsplannen (en vallen dus buiten de genoemde 200 woningen). De stadsdelen Westerpark, Oud-West, Oost/Watergraafsmeer, Zeeburg, Bos en Lommer en De Baarsjes hebben in hun advies aangegeven dat in een aantal buurten met corporaties actief wordt gewerkt aan het realiseren van ruime woningen in de bestaande woningvoorraad. Sommige projecten zullen in 2000 kunnen worden ingediend, andere zullen een langere voorbereidingstijd vergen en volgen in 2001 of later. De Binnenstad en de stadsdelen Amsterdam Oud-Zuid en ZuiderAmstel hebben geen projecten voorgedragen. Een programma van 200 woningen volstaat om de initiatieven van de stadsdelen en corporaties te ondersteunen. De voorgedragen projecten zijn: stadsdeel Westerpark Oud West Oost/Watergraafsmeer Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes
projecten 2de fase Fannius Scholtenbuurt Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt Bellamybuurt Transvaal/oost Swammerdambuurt Indische Buurt: Borneoblok Indische Buurt: Van der Pekblok Admiraal de Ruyterweg Heemskinderenstraat Orteliusbuurt
aantal woningen 120 pm pm 22 13 pm pm 15 10 100/200
Algemene voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidie zijn: - het moet gaan om een plan van een woningcorporatie; - de te realiseren woning moet minimaal 80m² gebruiksoppervlak hebben; - de aanvangshuur mag niet hoger zijn dan ƒ 955 per maand (met uitzondering van vijf- of meerkamerwoningen, daarvoor geldt een huur van ƒ 1060 per maand); Voor samenvoegen zijn twee soorten subsidies beschikbaar: 1. een investeringspremie van maximaal ƒ 35.000 voor woningen die voldoen aan de algemene voorwaarden (het gaat hier om ruime drie- of vierkamerwoningen of vijf- of meerkamerwoningen zonder nadere voorwaarden); 2. een aanvullende bereikbaarheidspremie van ƒ 10.000 voor vijf- of meerkamerwoningen met een huur inclusief servicekosten lager dan ƒ 937 per maand (= aftoppingsgrens individuele huursubsidie, prijspeil 1 juli 1999), die gedurende minimaal 15 jaar bij leegkomst worden toegewezen aan grote huishoudens (drie of meer kinderen) uit de primaire doelgroep of secundaire doelgroep tot aan de Ziekenfondsgrens en die op grond daarvan dus geen huurverhoging krijgen die hoger is dan de gemiddelde huurverhoging in het gehele bezit van de betreffende corporatie (exclusief huurharmonisatie).
11
De hoogte van de te verstrekken investeringspremie hangt samen met de hoogte van de investering en de huur na samenvoegen. Bij de berekening van de bijdrage wordt uitgegaan van een huurstelling die gelijk is aan 90% van de referentiehuren nieuwbouw, tenzij de corporatie voor een hogere huur kiest, dan wordt met de feitelijke huur gerekend. Het stadsdeel is primair verantwoordelijk voor de doelmatige inzet van middelen. Huren en stichtingskosten worden door het stadsdeel getoetst. Voor de bepaling van de hoogte van de subsidie hanteert het stadsdeel de uitgangspunten van het communicatiemodel (bijlage 2), zoals dat door de Stedelijke Woningdienst is overeengekomen met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Voor de realisatie van het programma samenvoegen is een budget van ƒ 8 miljoen benodigd. In het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is een bedrag van ƒ 1 miljoen gereserveerd, waardoor het Stadsvernieuwingsfonds voor ƒ 7 miljoen wordt belast. 3.5 Beter verbeteren Wij stellen uw Vergadering voor om uit het Stadsvernieuwingsfonds ƒ 3 miljoen in te zetten voor beter verbeteren. Beter verbeteren heeft betrekking op de gordel ’20-’40 en de 19e eeuwse wijken. Er worden uitsluitend stimuleringspremies verstrekt voor panden die behoren tot de architectuurorde 1, 2 en 3. Het instrument beter verbeteren leidt tot behoud en herstel van historische kwaliteiten en levert daarmee een gerichte bijdrage aan de belevingswaarde van de gebouwde omgeving. Monumenten komen in aanmerking voor een bijdrage van Bureau Monumentenzorg en komen derhalve niet in aanmerking voor premies beter verbeteren. De grondslag voor premietoekenning ligt in de waardering van stedenbouw/architectuur. In november 1999 zijn de portefeuillehouders Wonen van de stadsdelen akkoord gegaan met de herziening van de ordekaarten voor de Gordel ’20-’40. Het voorstel is om deze kaarten te gebruiken als beoordelingskader voor premievaststelling. Over de waardering van de kwaliteit van de 19e eeuwse wijken is nog geen convenant gesloten. Een stadsdeel kan de supervisor beter verbeteren verzoeken de architectuurorde voor een complex of pand te bepalen waarvan het stadsdeel meent dat beter verbeteren op zijn plaats is. De supervisor kent een architectuurorde toe in overleg met de welstandscommissie en met gebruikmaking van een eventueel aanwezig beeldkwaliteitsplan. In 2000 is een budget beschikbaar van ƒ 3 miljoen. Uitgaande van een gemiddelde premie per woning van ƒ 6000 kunnen 500 woningen worden aangepakt. Deels betreft dit woningen die in 2000 nog met subsidie worden verbeterd. Het is daarnaast noodzakelijk om nieuwe nadere voorwaarden en prioriteiten vast te stellen, omdat beter verbeteren met ingang van het jaar 2000 deels niet meer gekoppeld is - en kan worden - aan gesubsidieerde woningverbetering. Het budget voor beter verbeteren dient met prioriteit te worden ingezet om aan alle verplichtingen te kunnen voldoen die samenhangen met het woningverbeteringsprogramma voor 2000 (= overmaat indieningen 1999 en overgangsproblematiek). Daarnaast geldt als basisregel dat projecten die deel uitmaken van een stedelijkevernieuwingsplan in een aandachtsgebied prioriteit hebben. Het gaat dan om projecten in de stadsdelen Oost/Watergraafsmeer, Westerpark, Bos en Lommer, De Baarsjes en Zeeburg.
12
Uit de adviezen van de stadsdelen is gebleken dat het stedelijk woningverbeteringsprogramma voor 2000 de inzet van ongeveer 400 tot 600 premies beter verbeteren met zich meebrengt. De stadsdelen Bos en Lommer en Amsterdam Oud-Zuid hebben voorts aangegeven dat er voor ongeveer 300 woningen subsidies voor beter verbeteren moeten worden toegekend gerelateerd aan de beschikkingen ingrijpende particuliere woningverbetering 1999. De betreffende plannen kunnen worden gehonoreerd uit het budget van dat jaar. Voor de plannen 2000 is het budget van ƒ 3 miljoen onvoldoende om nieuwe projecten te honoreren. Aan de stimuleringspremie beter verbeteren zijn de volgende voorwaarden verbonden: • de complexen/panden behoren tot architectuurorde 1 t/m 3, waarbij voor de Gordel ’20’40 de nieuw vastgestelde ordekaarten van toepassing zijn; • het casco voldoet aan de minimumkwaliteitseisen van het Bouwbesluit (hoofdstuk III); • de uitvoering vindt plaats overeenkomstig de richtlijnen van de supervisor beter verbeteren; • indien voor een project monumentensubsidies worden verstrekt zijn beterverbetersubsidies niet van toepassing (geen dubbele subsidiëring). De stimuleringsbijdrage wordt vastgesteld door de supervisor beter verbeteren op basis van de berekening van de meerkosten beter verbeteren, met inachtname van de volgende maximumbedragen: - architectuurorde 1: ƒ 7000 per woning; - architectuurorde 2: ƒ 6000 per woning; - architectuurorde 3: ƒ 5000 per woning. 3.6 Geluid Het voorstel aan uw Vergadering is om een bedrag van ƒ 1 miljoen uit het Stadsvernieuwingsfonds voor geluidwerende voorzieningen aan 350 woningen beschikbaar te stellen. Het verstrekken van een aanvullende premie uit het Stadsvernieuwingsfonds is aan de orde als de geluidsbelasting aan de gevel hoger is dan 65 dB(A). De te nemen maatregelen moeten leiden tot een binnenniveau van 40 dB(A). Een verzoek om in aanmerking te komen voor een dergelijke premie voor het treffen van geluidwerende maatregelen kan door zowel particuliere verhuurders als woningcorporaties worden ingediend. In het geval van particuliere woningverbetering bepaalt de Onderzoeksdienst voor Milieu en Grondmechanica Amsterdam de meerkosten. De Stedelijke Woningdienst Amsterdam doet dit bij aankopen en opknappen. De meerkosten ten gevolge van de te treffen geluidwerende maatregelen komen ongeveer overeen met de uit te keren premie. 3.7 Funderingsherstel Wij stellen uw Vergadering voor om uit het Stadsvernieuwingsfonds ƒ 1,5 miljoen in te zetten voor funderingsherstel in het kader van het behoud van de kernvoorraad en behoud van waardevolle architectuur.
13
Voor panden met ernstige constructieve gebreken is sloop/nieuwbouw of vernieuwbouw een voor de hand liggende optie. In de Nota stedelijke vernieuwing is aangegeven dat er situaties zijn waarin de gemeente een andere aanpak nastreeft, waarbij behoud van panden op de langere termijn gewaarborgd is door de constructie te vernieuwen. De gemeente stelt premies voor funderingsherstel beschikbaar ter ondersteuning van het differentiatiebeleid en ter ondersteuning van behoud van stedenbouwkundig waardevolle architectuur. Het gaat om de volgende specifieke situaties: • behoud en herstel van woningen in de Binnenstad en de stadsdelen Amsterdam Oud-Zuid en ZuiderAmstel, mits de woningen worden toegevoegd aan - of behouden kunnen blijven voor de sociale kernvoorraad (plus): deze mogelijkheid heeft dus zowel betrekking op nieuwe aankopen van woningcorporaties als woningwetbezit en oudaangekocht bezit; • behoud en herstel van woningen die deel uit maken van de Binnenstad als beschermd stadsgezicht; • behoud en herstel van stedenbouwkundig/architectonische complexen in de Gordel ’20’40 die behoren tot architectuurorde 1, 2 of 3 of zeer waardevolle panden in 19e eeuwse wijken met architectuurorde 1. Stedelijk is een budget beschikbaar van ƒ 1,5 miljoen. Daarmee kunnen minimaal 75 woningen worden hersteld. De Binnenstad en de stadsdelen Zeeburg, ZuiderAmstel en Amsterdam Oud-Zuid hebben aangegeven een beroep te willen doen op het budget voor funderingsherstel. De Binnenstad en ZuiderAmstel hebben evenwel geen concrete projecten voor 2000 voorgedragen. Stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid heeft met de woningcorporaties meerjarige afspraken gemaakt over de aanpak van oude panden in voormalig stadsdeel De Pijp en Duivelseiland. Het stadsdeel wil in 2000 subsidies aanvragen voor 221 woningen. Stadsdeel Zeeburg heeft twee projecten voorgedragen waar vernieuwbouw plaats gaat vinden. Om de aanvragen van de stadsdelen te kunnen honoreren is een budget nodig van ƒ 4,5 miljoen. Dat is beduidend meer dan het beschikbare budget. Wij zullen met de stadsdelen overleggen teneinde de programma's af te stemmen op de budgettaire mogelijkheden. Vooralsnog wordt voor elk van de bovengenoemde stadsdelen uitgegaan van een programma van 20 woningen. Aan de premie voor funderingsherstel zijn de volgende nadere voorwaarden verbonden: • uit casco/funderingsonderzoek moet blijken dat funderingsherstel een vereiste is om de levensduur van een complex/pand met 40 jaar te verlengen; • casco/fundering moeten voldoen aan de minimumkwaliteitseisen van het Bouwbesluit (zoals opgenomen in hoofdstuk III). De premie voor funderingsherstel bedraagt maximaal ƒ 20.000 per woning. De Stedelijke Woningdienst is verantwoordelijk voor de doelmatigheidstoets.
14
Hoofdstuk 4. Overgangsproblematiek: IJburg en overige nieuwbouwprojecten 4.1 IJburg Wij stellen uw Vergadering voor om als uitvloeisel van de samenwerkingsovereenkomst Haveneiland en Rieteilanden, een bedrag van ƒ 6,8 miljoen te reserveren voor milieumaatregelen en duurzaam bouwen maatregelen, een bedrag van ƒ13,4 miljoen te reserveren voor de dekking van onrendabele kosten sociale woningbouw en tenslotte een bedrag van ƒ 28,0 miljoen te reserveren voor het realiseren van verlaagde aanvangshuren. Hiervan wordt ƒ 17,5 miljoen bekostigd uit het BWS-rentefonds/AD en ƒ 20,7 miljoen uit het Stimuleringsfonds VH. Voor het resterende bedrag wordt geput uit het Garantiebedrag meeropbrengsten grond. De gemeente is met de consortia actief op IJburg een samenwerkingsovereenkomst Haveneiland en Rieteilanden aangegaan waarin een aantal bijdragen wordt toegezegd. Ten eerste zal de gemeente aan de consortia per woning een bijdrage van ƒ 1100 incl. BTW (prijspeil januari 2000) verstrekken in de aantoonbaar gemaakte kosten betreffende duurzaam bouwen en milieumaatregelen. De duurzaam bouwen (dubo) maatregelen worden geselecteerd uit het voorkeurspakket Maatregelen Duurzaam Bouwen IJburg. De gemeente en de consortia op IJburg zullen verder per deelgebied gezamenlijk een keuze maken uit een aantal in gezamenlijk overleg vast te stellen thematische milieumaatregelen. Ten tweede stelt de gemeente een objectsubsidie van ƒ 6700 incl. BTW per woning (prijspeil januari 2000) beschikbaar ter dekking van de onrendabele kosten van de sociale woningbouw. Tenslotte is er voor de helft van de sociale huurwoningen een objectsubsidie van ƒ 28.000 incl. BTW (prijspeil januari 2000) beschikbaar. Voor deze extra “goedkope huurwoningen” wordt de huur gemiddeld ƒ 150 (prijspeil januari 2000) lager gesteld dan de referentiehuur. De aldus verkregen verlaagde aanvangshuur mag jaarlijks maximaal worden verhoogd overeenkomstig de gemiddelde huurstijging van het corporatiebezit in Amsterdam exclusief harmonisaties tot en met vijftien jaar na oplevering van de woningen. De betreffende woningen worden toegewezen aan huishoudens behorende tot de primaire doelgroep, ook na mutatie(s) in de eerste vijftien jaar. Voor grote goedkope woningen geldt de aanvulling dat dit ook van toepassing is op de secundaire doelgroep tot aan de Ziekenfondsgrens. Het voorstel is om met dit subsidiebesluit de gemeentelijke middelen voor bovengenoemde onderdelen te reserveren voor de periode 2000 - 2005. Het gaat hier dan om de eerste fase van IJburg. Bijdragen kunnen in de loop van de jaren worden verstrekt naar rato van de voortgang van de planontwikkeling, als ware het reguliere subsidies. De bijdragen komen ten laste van het Stimuleringsfonds en het BWS-rentefonds. Daarnaast wordt ƒ 10 miljoen geput uit het zogenaamde Garantiebedrag meeropbrengst woningen, dat is een bedrag van ƒ 50 miljoen dat de op IJburg actieve consortia in het kader van de wijziging van de samenwerkingsovereenkomst aan de Gemeente hebben gegarandeerd op basis van artikel 16 van de Samenwerkingsovereenkomst Haveneiland en Rieteilanden. In de hierna volgende tabel is weergegeven om welke aantallen woningen en bedragen het gaat alsmede de financieringsbron waaruit kan worden geput.
15
aantal woningen stimuleringspremie milieupremie grote woningen verlaagde aanvangshuren, overig totaal
bedrag per woning
totaal
BWSrentefonds/ AD
2000
ƒ 6.700 ƒ 13,4 mln
ƒ 6,7 mln
6200 400 600
ƒ 1.100 ƒ 6,8 mln ƒ 28.000 ƒ 11,2 mln ƒ 28.000 ƒ 16,8 mln
ƒ 6,8 mln ƒ 4,0 mln
ƒ 48,2 mln
ƒ 17,5 mln
Stimulerings- Garantiebefonds drag meeropbrengst woningen ƒ 6,7 mln
ƒ 5,6 mln ƒ 1,6 mln ƒ 8,4 mln ƒ 8,4 mln
ƒ 20,7 mln ƒ 10,0 mln
4.2 Overeenkomsten met de centrale stad De gemeente is voor nog een aantal projecten overeenkomsten aangegaan op grond waarvan particuliere partijen een gemeentelijke bijdrage zullen claimen. Het gaat concreet om het contract met het Sociaal Fonds Bouwnijverheid (SFB) over de bouw van woningen op het terrein van het Olympisch Stadion, de afspraak met de Binnenstad over de verbouw van het Blaauwlakenblok en de herstructurering van het Zuidwest Kwadrant. Wij stellen uw Vergadering voor om ten behoeve van het SFB, het Blaauwlakenblok en het Zuidwest Kwadrant in het BWS-rentefonds een reservering aan te houden van ƒ 6,5 miljoen. De gemeente heeft een overeenkomst getekend met het SFB over de bouw van 3.000 woningen. Voor de bouw van 250 middeldure woningen op de locatie Olympisch Stadion dient nog een bijdrage te worden verstrekt. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de woninggrootte en de daaraan gelieerde huren en zal in totaal maximaal ƒ 2,5 miljoen bedragen. Een bedrag van die omvang dient als reservering te worden aangehouden. In 1994 is de centrale stad een raamovereenkomst aangegaan over de aanpak van het Blaauwlakenblok en is in 1995 besloten om ter dekking van de bijdrage aan De Key een reservering aan te houden ten laste van het BWS van ƒ 4 miljoen. Deze reservering is op grond van een nadere uitwerking van de plannen in februari 1999 verhoogd tot ƒ 4,6 miljoen. De Key heeft in 1999 een bouwplan voor 80 woningen ingediend op grond waarvan reguliere subsidies voor nieuwbouw zijn toegekend (ƒ 2.448.000). Het plan wordt verder uitgewerkt en op grond van de definitieve kosten en opbrengsten wordt bezien in hoeverre het noodzakelijk is de gecalculeerde extra kopkosten daadwerkelijk toe te kennen. Een bedrag van ƒ 2.150.000 dient als reservering in 2000 te worden aangehouden. Op 20 mei 1999 heeft uw Vergadering besloten om verplichtingen aan te gaan ter continuering van het herstructureringsproces Zuidwest Kwadrant. Deze verplichtingen beslaan, voor wat betreft de nieuwbouw, een totaalbedrag van ƒ 5,3 miljoen. Hiervan is een bedrag van ƒ 3,5 miljoen reeds beschikt en resteert een bedrag van ƒ 1,8 miljoen. Een reservering ter grootte van dit bedrag is derhalve noodzakelijk.
16
4.3 Overige nieuwbouw De generieke stedelijke subsidies voor nieuwbouw (stimuleringsbijdragen, regiotoeslagen en kopkosten) zijn met ingang van 2000 afgeschaft, afgezien van de bijdrage voor de realisatie van grote betaalbare sociale huurwoningen en miva-woningen (zie respectievelijk paragraaf 2.4 en 2.5). Woningcorporaties zijn vanaf nu volledig verantwoordelijk voor de dekking van sociale woningbouw en ook aanspreekbaar. Slechts in zeer bijzondere gevallen zal de centrale stad nog subsidies toekennen voor projecten. Hoofdstuk 5. Overgangsproblematiek: herstructurering vooroorlogse wijken 5.1 Inleiding De Nota stedelijke vernieuwing zet in op een snelle overgang naar een subsidiearme volkshuisvesting. Nieuwe en lopende projecten dienen te worden gerealiseerd onder de condities van de stedelijke vernieuwing, waarvan slechts in bijzondere gevallen kan worden afgeweken. Deze overgangsproblematiek bestaat enerzijds als gevolg van overeenkomsten met de centrale stad. Anderzijds zijn er lopende projecten aangemeld door de stadsdelen. De overmaat aan indieningen in 1999 voor ingrijpende particuliere woningverbetering is in hoofdstuk 3 reeds behandeld. 5.2 Projecten De lopende projecten hebben betrekking op de herstructurering van vooroorlogse wijken, ingrijpende particuliere woningverbetering, aankopen en opknappen en nieuwbouw. Het voorstel is om voor de herstructurering van vooroorlogse wijken een reservering te treffen van ƒ 16,4 miljoen: - Transvaal-oost ƒ 2,075 miljoen; - Swammerdambuurt ƒ 1,95 miljoen; - Fannius Scholtenbuurt ƒ 8,7 miljoen; - Bosleeuw: ƒ 1,68 miljoen; - Admiraal De Ruyterweg e.o.: ƒ 2,0 miljoen. Voor het opstellen van plannen zijn de afgelopen jaren bijdragen in de voorbereidingskosten beschikbaar gesteld door de centrale stad in het kader van de gebiedsgerichte aanpak/differentiatie van vooroorlogse wijken. Medio 1999 is met de concept-Nota stedelijke vernieuwing aan de stadsdelen kenbaar gemaakt dat de stimulering van de herstructurering van vooroorlogse wijken op een andere leest wordt geschoeid. Ingrijpende wijziging van het subsidiebeleid voor de nieuwbouw en woningverbetering betekent onder andere dat met ingang van het jaar 2000 de stadsdelen worden geacht de voorbereidingskosten te dekken uit de te versleutelen middelen in het kader van de stedelijke vernieuwing. Daarnaast is besloten subsidies voor particuliere woningverbetering en aankopen en opknappen af te bouwen.
17
In de Raamraadsbesluiten van de afgelopen jaren is opgenomen dat prioriteit zal worden gelegd bij bestuurlijk vastgestelde herstructureringsplannen, waaraan de centrale stad zich heeft gecommitteerd. Een aantal plannen, waaraan in het verleden bijdragen door de centrale stad zijn verleend, verkeert in een gevorderd stadium. Het betreft de Swammerdambuurt, Transvaal-oost, Fannius Scholtenbuurt, de Admiraal De Ruijterweg en de Bosleeuw. Deze plannen zijn in nauwe samenwerking met de centrale stad tot stand gekomen. Bij het opstellen van de bouwplannen en/of het overleg met partijen is rekening gehouden met subsidies (Aankopen en Opknappen en Particuliere Woningverbetering) en met de prioriteit die zou worden gelegd bij plannen met een gebiedsgericht en integraal karakter. Hierdoor dient er rekening mee te worden gehouden dat voor genoemde projecten overgangsproblematiek aan de orde is. Vooruitlopend op het in kaart brengen van de overgangsproblematiek vooroorlogse herstructurering goedkope woningvoorraad is voor de uitvoering van de plannen voor de Swammerdambuurt, Transvaal-oost, Fannius Scholtenbuurt en de Admiraal De Ruijterweg een reservering getroffen van ƒ 1,8 miljoen per gebied voor particuliere woningverbetering/ aankopen en opknappen (ons besluit van 23 november 1999 inzake verdeling budget herstructurering goedkope woningvoorraad 1999). Daarbij is aangegeven dat aanvullende mogelijkheden worden nagegaan bij de verdeling van de resterende programma’s en bijbehorende middelen voor 2000 en 2001. De mate waarin voor een project extra bijdragen worden voorgesteld hangt onder andere samen met de stand van zaken met betrekking tot individuele bouwplannen. Het zal hierbij gaan om plannen, waarvan de voorbereiding reeds is gestart, bij de planvorming rekening is gehouden met subsidies, afspraken zijn gemaakt met eigenaren en de indiening op niet al te lange termijn kan plaatsvinden. Ook speelt de voorwaarde een rol dat gezocht wordt naar andere methoden om de woningen aan te pakken. Bij de uitwerking van de plannen verdienen de mogelijkheden voor financiële optimalisering voortdurende aandacht. In het algemeen dient te worden bezien of een deel van het programma via vernieuwbouw in de particuliere sector kan worden gerealiseerd en kunnen de mogelijkheden voor extra verkopen worden onderzocht. Gezien de bestaande afspraken tussen stadsdelen en eigenaren is het voorstel om in 2000 een overgangsbudget beschikbaar te stellen voor concrete bouwplannen, waaraan de centrale stad zich in meerdere of mindere mate heeft verbonden en die redelijkerwijs niet meer kunnen worden gerealiseerd onder de condities zoals geschetst in de Nota stedelijke vernieuwing. De voorstellen komen in het onderstaande per project aan de orde. stand van zaken projecten Transvaal-oost Het plan voor Transvaal-oost is in december 1993 vastgesteld door de stadsdeelraad. Met ingang van januari 2000 is het projectbureau van start gegaan. Voor 155 woningen staan indieningen voor ingrijpende verbetering op het programma in 2000. Ook hier is sprake van een ambitieus programma. Er is reeds ƒ 1,8 miljoen beschikbaar (72 woningen). Zonder extra bijdragen zal het moeilijk zijn om het project op gang te krijgen. Voorgesteld wordt ter realisering van het programma voor 2000 een aanvullend budget van maximaal ƒ 2.075.000 om te voorkomen dat het proces stagneert. Plannen dienen conform reguliere procedures te zijn ingediend voor 1 november 2000. Na 1 november 2000 kunnen geen plannen meer worden ingediend voor centraalstedelijke subsidies. 18
Swammerdambuurt Voor 250 woningen staan indieningen voor ingrijpende woningverbetering op het programma in 2000. Ook dit is een ambitieus programma. De planvorming voor een deel van deze woningen verkeert nog in het beginstadium. Bij de planvorming kan er nog rekening mee worden gehouden dat er geen bijdragen beschikbaar zijn. Bovendien hebben de ervaringen geleerd dat het aanpakken van woningen in deze buurt in de marktsector kansrijk is. Het voorstel luidt voor maximaal 150 woningen bijdragen te verlenen. Hiermee is een bedrag gemoeid van maximaal ƒ 3.750.000. Er is reeds ƒ 1,8 miljoen beschikbaar (72 woningen). Voorgesteld wordt een aanvullend budget van maximaal ƒ 1.950.000 te reserveren. Plannen dienen conform reguliere procedures te zijn ingediend voor 1 november 2000. Na 1 november 2000 kunnen geen plannen meer worden ingediend voor centraalstedelijke subsidies. Fannius Scholtenbuurt In december 1997 heeft stadsdeel Westerpark een samenwerkingsovereenkomst gesloten met een aantal woningcorporaties en de Vereniging Huis en Eigendom over de integrale aanpak van de Fannius Scholtenbuurt. De centrale stad heeft voor de eerste fase van het plan een budget toegekend van in totaal ca. ƒ 18 miljoen. Het gaat om de aanpak van 13 bouwblokken. De bijdrage van de centrale stad is bedoeld voor de dekking van proceskosten, bouwplanontwikkeling, flankerend beleid en investeringen van woningcorporaties. De overgangsproblematiek heeft betrekking op diverse vormen van particuliere woningverbetering. De bloksgewijze planvoorbereiding is dusdanig ver gevorderd dat het stadsdeel verwacht in 2000 voor ca. 600 woningen plannen te kunnen indienen. De daarmee gemoeide bijdragen belopen een bedrag van ƒ 10,5 miljoen. Er is reeds ƒ 1,8 miljoen beschikbaar. Het voorstel is om het stadsdeel een budget toe te kennen van ƒ 8.705.750, waarmee deze plannen kunnen worden gefinancierd. De eerste fase van de aanpak kan daarmee conform de samenwerkingsovereenkomst worden uitgevoerd. Het stadsdeel staat vervolgens voor de opdracht de tweede fase tot stand te brengen binnen de geschetste kaders van de Nota stedelijke vernieuwing en dus met de inzet van veel minder subsidies voor woningcorporaties en particuliere eigenaren. Plannen dienen conform reguliere procedures te zijn ingediend voor 1 november 2000. Na 1 november 2000 kunnen geen plannen meer worden ingediend voor centraal stedelijke subsidies. Bosleeuw Stadsdeel Bos en Lommer werkt aan een vernieuwingsplan voor de Bosleeuw. De Algemene Woningbouw Vereniging heeft hier plannen in voorbereiding voor de verbetering op hoog niveau van bouwblokken in de Hofwijkstraat, de Spaanse Brabanderstraat en de Granidastraat. De hoge kosten geven aanleiding voor een centraalstedelijke bijdrage aan het project. Voorgesteld wordt een bijdrage van ƒ 10.000 per woning te verstrekken om de vernieuwing van de wijk een belangrijke eerste impuls te geven. Totaal gaat het om een bedrag van ƒ 1.680.000. Admiraal de Ruijterweg
19
In 1999 zijn zoveel mogelijk plannen ingediend. Op dit moment stagneert de planvorming, omdat Stadsdeel Bos en Lommer zich bezint op de organisatie van het project(bureau) Admiraal De Ruijterweg. Naar verwachting zal met nieuwe plannen gestart worden in de tweede helft van 2000. De planvorming voor nieuwe projecten dient tot stand te komen overeenkomstig het nieuwe beleid. Het voorstel luidt om voor dit project geen extra middelen beschikbaar te stellen. Wel wordt op basis van de Evaluatie Nieuwbouw en Woningverbetering 1999 een bijdrage van ƒ 2 miljoen voorgesteld voor een pakketaankoop van Woningstichting Patrimonium. Het Raamraadsbesluit 1999 bood deze mogelijkheid. De betreffende woningen zijn voor een groot deel gelegen in het gebiedsgerichte project Admiraal De Ruyterweg. Hoofdstuk 6. Budgettair kader Het jaar 2000 fungeert financieel gezien als een overbruggingsjaar waarin de overgang van BWS naar ISV op een zorgvuldige wijze vorm moet krijgen. Dit betekent dat - naast middelen uit het Stadsvernieuwingsfonds - het BWS-rentefonds wordt ingezet om de resterende programma’s te financieren alsmede de in de voorgaande hoofdstukken beschreven overgangsproblematiek. BWS-budget In de Evaluatie Nieuwbouw en Verbetering 1999 wordt uitvoerig ingegaan op de planindieningen en de budgettaire consequenties hiervan. Geconstateerd wordt dat Amsterdam eind 1999 nog beschikt over een BWS-budget ten bedrage van ƒ 20,8 miljoen. Het betreft hier een brutobedrag. Er moet een reservering van ƒ 7 miljoen worden aangehouden ten behoeve van subsidieaanvragen uit 1999 die op technische gronden nog niet konden worden beschikt, maar wel tot een beschikking zullen leiden. Dit leidt ertoe dat het netto spaarsaldo 1999 uitkomt op ƒ 13,8 miljoen. Stadsvernieuwingsfonds Bij de besluitvorming over de gemeentebegroting is door uw Vergadering voor de onderwerpen die in dit besluit aan de orde zijn gesteld een bedrag gereserveerd van ƒ 28,8 miljoen. BWS-rentefonds Uit de Evaluatie Nieuwbouw en Verbetering 1999 is gebleken dat het saldo van het BWSrentefonds ultimo 1999 ƒ 63,8 miljoen bedraagt (inclusief rente-inkomsten 1999). Hiervan kan een bedrag van ƒ 53,8 miljoen worden ingezet voor de productie 2000 - 2004. Het restant wordt als reserve aangehouden. Algemene Dienst In de Gemeentebegroting (Gemeenteblad, 1999, bijlage P, blz. 416) is ƒ 1,8 miljoen gereserveerd voor het betaalbaar houden van woningen in de sociale huursector. Bij de besluitvorming over de verlaagde aanvangshuren in uw Vergadering (oktober 1999) is besloten deze middelen in te zetten om de werking van het Woonlastenfonds uit te breiden en daarmee de gevolgen van het afschaffen van de verlaagde aanvangshuren op te vangen. Deze uitbreiding zal echter pas in 2001/2002 vorm krijgen. Voordien kunnen de middelen incidenteel voor verlaagde aanvangshuren worden ingezet.
20
Daarmee is het budgettaire kader 2000 als volgt opgebouwd: restant BWS Stadsvernieuwingsfonds BWS-rentefonds (incl. rente 1999) Algemene Middelen Totaal
ƒ 13,8 miljoen ƒ 28,8 miljoen ƒ 53,8 miljoen ƒ 1,8 miljoen ƒ 98,2 miljoen
Dit budgettaire kader is in de navolgende budgetmatrix gerelateerd aan de financiële voorstellen die in deze voordracht aan de orde zijn gekomen. In deze budgetmatrix is één post opgenomen die nog niet aan de orde kwam: personeelskosten. Het betreft enerzijds - ter vervanging van legesinkomsten - middelen voor de stadsdelen en de Stedelijke Woningdienst Amsterdam ten behoeve van de behandeling van subsidieaanvragen van particuliere verhuurders. Het gaat om een bedrag van ƒ 1525 per woning. Uitgaande van een programma van 500 ingrijpende particuliere woningverbeteringen wordt een bedrag van ƒ 0,8 miljoen ten laste gebracht van het Stadsvernieuwingsfonds. Daarnaast betreft het conform eerdere besluitvorming - personeelskosten die de Stedelijke Woningdienst Amsterdam maakt in het kader van de B-aankopen: ƒ 189.080.
21
Wij stellen uw Vergadering voor in te stemmen met een budgetbesteding overeenkomstig hetgeen in de budgetmatrix is opgenomen. Besteding middelen naar subsidiecategorie en budgetsoort in miljoenen guldens BWS
A&O, ingrijpend A&O, doorexploitatie particulier, ingrijpend beter verbeteren/ funderingsherstel/ geluid samenvoegen
16,3
Stadsvernieuwings Algemene fonds Middelen
Stimuleringsfonds
Totaal
8,7 1,1 4,0 5,5
2,0
10,7 1,1 20,3 5,5
7,0 1,0
1,0
8,0 1,0
1,5
1,5
3,7
personeelskosten grote woningen/ miva-woningen experimenten/ kwaliteit knelpunten IJburg overgangsproblematiek: SFB, ZWK en Blaauwlakenblok Overgangsproblematiek gebiedsgerichte projecten Begroting 2000 Stimuleringsfonds VH (overig) Totaal Beschikbaar Tekort ten laste van BWS-rentefonds
0,7 3,0
3,0
3,0 15,7 6,5
1,8
20,7
16,4
61,6 13,8 47,8
3,0 38,2 6,5
16,4
28,8 28,8 -
1,8 1,8
9,6 (gemeentebegroting)
9,6
34,8 34,8
127,0 79,2 47,8
Voor wat betreft het Stadsvernieuwingsfonds is aangesloten bij de Gemeentebegroting (Gemeenteblad 1999, bijlage P, blz. 636). Afwijkingen ten opzichte van de Gemeentebegroting ontstaan doordat met betrekking tot de particuliere woningverbetering, geluidsisolatie en personeelskosten aanvullende voorstellen worden gedaan.
22
Voor wat betreft de stand van zaken van de BWS-middelen kan dan de volgende balans worden opgemaakt. Van de ƒ 53,8 miljoen beschikbare middelen in het BWS-rentefonds is in 2000, zoals in de budgetmatrix is weergegeven, ƒ 47,8 miljoen benodigd. De Commissie voor Volkshuisvesting, Stadsvernieuwing, Ruimtelijke Ordening en Grondzaken heeft op 12 april 2000 met deze voordracht ingestemd. Op grond van vorenstaande stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:
De Gemeenteraad van Amsterdam, Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 26 april 2000; Mede gezien hierna volgende bij de voordracht overgelegde bijlagen: bijlage 1: Tabel met referentiehuren; bijlage 2: Communicatiemodel bijlage 3: Programma en subsidies 2000 bijlage 4: Planaanbod nieuwbouw 2000; Gelet op het besluit van Burgemeester en Wethouders van 27 maart 1979 inzake besteksbepalingen, toe te passen bij de uitvoering van werken op het gebied van de bouwnijverheid waarbij de gemeente Amsterdam op enigerlei wijze financieel is betrokken (Gemeenteblad 1979, afd. 3, volgnr. 83); Mede gelet op de vastgestelde Nota premiestelsel aankopen en opknappen en ingrijpende particuliere woningverbetering (Gemeenteblad 1994, afd. 1, nr. 872); Voorts gelet op het besluit van Burgemeester en Wethouders inzake de Nota Onverdeeld Amsterdam(s) (Gemeenteblad 1998, afd. 1, nr. 743); Voorts gelet op zijn besluit van 1 december 1999, nr. 815, tot vaststelling van de Nota stedelijke vernieuwing (Gemeenteblad 1999, bijlage U), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 306, blz.1541), Besluit: met betrekking tot de Evaluatie Nieuwbouw en Verbetering 1999: I
a) de Evaluatie Nieuwbouw en Verbetering 1999 voor kennisgeving aan te nemen; b) een bijdrage te verlenen aan woonstichting Patrimonium voor de aankoop van 287 particuliere huurwoningen ter grootte van ƒ 2 miljoen uit het BWSrentefonds; c) de opplusmiddelen voor ƒ 2 miljoen te laten vrijvallen, waarvan ƒ 1 miljoen voor de Gemeente, en dit bedrag in te zetten voor het opplussen van de flat Gooioord. met betrekking tot de voordracht bij het Subsidiebesluit Nieuwbouw en Verbetering 2000 (hierna te noemen: de voordracht):
II
vast te stellen het in de voordracht geformuleerde beleid, en in het bijzonder de volgende punten: 23
met betrekking tot het planaanbod en het programma voor 2000: III
kennis te nemen van het planaanbod nieuwbouw, zoals opgenomen in de bij de voordracht overgelegde bijlage 2 met betrekking tot de nieuwbouw in de sociale sector en de verdeling daarvan naar stadsdelen en voorts kennis te nemen van het planaanbod in de marktsector;
IV a
de voorwaarden te bieden ter realisering van: 150 bereikbare vijf- (of meer-)kamerwoningen in de nieuwbouw, exclusief het programma dat op wordt IJburg gerealiseerd; 40 nieuw te bouwen mindervalidenwoningen; een verbeteringsprogramma van 1312 woningen; een programma voor 200 door samenvoeging te verkrijgen grote woningen;
b c d V
in te stemmen met de mogelijkheid tot - in het kader van de herverdeling van programma’s en budgetten - het invullen van opengevallen ruimte die ontstaat doordat plannen uit het planaanbod 2000 om welke reden dan ook niet worden gerealiseerd; met betrekking tot subsidies:
VI a b c d
e f
vast te stellen: in het kader van de overgangsproblematiek, de basispremie voor ingrijpende particuliere woningverbetering op ƒ 24.500 voor de bijdrage-ineens en op ƒ 27.000 voor de subsidie-op-termijn; de basispremie voor aankopen en opknappen, gevolgd door ingrijpende woningverbetering, op ƒ 23.000 per woning; de basispremie voor doorexploitatie van door corporaties aangekochte woningen op ƒ 9.000 per woning; dat voor 150 grote woningen een bijdrage van ƒ 20.000 per woning zal worden verstrekt, onder de voorwaarde dat de huur van deze woningen onder de aftoppingsgrens blijft, de woningen bij de eerste oplevering uitsluitend worden toegewezen aan grote huishoudens (drie en meer kinderen) behorende tot de primaire doelgroep of de secundaire doelgroep tot aan de Ziekenfondsgrens, dat de huren met niet meer dan het gemiddelde van de huurstijging in de sociale huursector in Amsterdam omhoog zullen gaan, harmonisatie ineens niet is toegestaan en dat de woningen bij leegkomst gedurende de eerste 15 jaar wederom aangeboden worden aan vorenbedoelde huishoudens; de premie voor nieuw te bouwen mindervalidenwoningen op ƒ 35.000 per woning, voor 50% te bekostigen uit BWS-middelen en voor 50% uit de Egalisatiereserve WVG; dat de bijdrage voor beter verbeteren tot maximaal ƒ 7.000 per woning gehandhaafd blijft;
24
g
h
dat een maximale premie van ƒ 20.000 per woning wordt verstrekt ten behoeve van funderingsherstel van door corporaties aangekochte woningen indien het gaat om woningen in de Gordel ‘20-’40 met stedenbouwkundige en architectonische waarde, indien het gaat om woningen in de 19-eeuwse Ring behorend tot de eerste architectuurorde of indien het gaat om toevoeging aan en behoud van woningen in de sociale kernvoorraad in de Binnenstad, Amsterdam Oud-Zuid en Zuideramstel; de maximale premie voor samenvoegen op ƒ 35.000 en voor vijf- en meerkamerwoningen bestemd en bereikbaar voor grote huishoudens (drie en meer kinderen) behorende tot de primaire doelgroep of de secundaire doelgroep tot aan de Ziekenfondsgrens, op ƒ 45.000; met betrekking tot de budgetten:
VII
in te stemmen met de besteding van de middelen zoals die blijkt uit de budgetmatrix in de voordracht;
VIII
ermee in te stemmen, dat ten laste van het Stadsvernieuwingsfonds 2000 ƒ 1 miljoen gulden wordt gereserveerd om voor 350 woningen een premie uit te keren voor geluidwerende maatregelen gelijk aan het niveau van de meerkosten;
IX
ermee in te stemmen, dat ten laste van het BWS-rentefonds ƒ 3 miljoen wordt gereserveerd voor experimenten en extra kwaliteit zoals omschreven in de voordracht;
X
ermee in te stemmen, dat ten behoeve van het opheffen en voorkomen van knelpunten bij de nieuwbouw- en/of woningverbeteringsproductie ƒ 3 miljoen wordt gereserveerd ten laste van het BWS-rentefonds;
XI
ermee in te stemmen, (voorzover reeds in vorige jaren geprogrammeerd), dat ten laste van de Stadsvernieuwingsfondsmiddelen 2000 voor woningverbetering wordt gebracht een bedrag van ƒ 1525 per woning van het programma ingrijpende particuliere woningverbetering 2000 ten behoeve van de behandeling van subsidieaanvragen particuliere woningverbetering door de stadsdelen en de Stedelijke Woningdienst Amsterdam, zulks ter compensatie van het vervallen van de legesheffing bij particuliere woningverbetering;
XII
ermee in te stemmen, dat ƒ 189.080 uit het budget voor aankopen en opknappen uit het Stadsvernieuwingsfonds wordt bestemd voor personeelslasten van de Stedelijke Woningdienst Amsterdam in het kader van de B-aankopen (voorzover reeds in vorige jaren geprogrammeerd);
XIII
ermee in te stemmen, dat flexibiliteit bestaat tussen de budgetten voor ingrijpende particuliere woningverbetering en aankopen en opknappen; met betrekking tot de overgangsproblematiek:
XIV
vast te stellen: 25
a
b c
dat voor IJburg 1e fase, als uitvloeisel van de samenwerkingsovereenkomst Haveneiland en Rieteilanden, een bedrag van ƒ 6,8 miljoen wordt gereserveerd voor milieumaatregelen en duurzaam bouwen maatregelen, een bedrag van ƒ 13,4 miljoen wordt gereserveerd voor de dekking van onrendabele kosten sociale woningbouw, een bedrag wordt gereserveerd van ƒ 28 miljoen voor het realiseren van verlaagde aanvangshuren en dat voorgaande voor respectievelijk ƒ 15,7 miljoen, ƒ 1,8 miljoen, ƒ 20,7 miljoen en ƒ 10 miljoen wordt bekostigd uit respectievelijk het BWSrentefonds, de Algemene Dienst, het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en het Garantiebedrag meeropbrengsten grond IJburg; om ten behoeve van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid, het Blaauwlakenblok en het Zuidwest Kwadrant in het BWS-rentefonds een reservering aan te houden van ƒ 6,5 miljoen; om ten behoeve van de lopende herstructurering vooroorlogse wijken een reservering aan te houden in het BWS-rentefonds ter grootte van ƒ 16,4 miljoen, onder te verdelen in Transvaal-Oost ƒ 2,075 miljoen, Swammerdambuurt ƒ 1,95 miljoen, Fannius Scholtenbuurt ƒ 8,7 miljoen, Bosleeuw ƒ 1,68 miljoen en de Admiraal de Ruyterweg en omstreken ƒ 2 miljoen. met betrekking tot de grondprijs van sociale huurwoningen:
XV
vast te stellen dat om in aanmerking te komen voor een grondprijs voor sociale huurwoningen de huurprijs moet passen binnen de huurprijsgrens van ƒ 955,- (één-, twee-, drie- en vierkamerwoningen) of ƒ 1060,- per maand (vijf- of meerkamerwoningen); met betrekking tot planindieningen 2000:
XVI
Burgemeester en Wethouders uit te nodigen, na afloop van het budgetjaar 2000 te rapporteren over de planindieningen nieuwbouw en verbetering 2000, de aangegane subsidieverplichtingen en de beschikbaar gestelde kredieten;
XVII Burgemeester en Wethouders te machtigen, projecten aan te wijzen die in aanmerking komen voor een extra bijdrage op grond van experimenten en extra kwaliteit.
Afschrift van dit besluit zal aan Burgemeester en Wethouders worden gegeven. Aldus besloten door de Gemeenteraad voornoemd in zijn vergadering op 10 mei 2000 De Burgemeester
De Secretaris
26
Bijlage 1: Referentiehuurtabel nieuwbouwwoningen 2000
oppervlakte
referentiehuur
40 m2
ƒ 654
50 m2
ƒ 720
60 m2
ƒ 783
70 m2
ƒ 843
75 m2
ƒ 872
80 m2
ƒ 898
90 m2
ƒ 946
100 m2
ƒ 988
110 m2
ƒ 1018
27
BIJLAGE 2: Communicatiemodel 2000 Nieuwbouw
Woningverbetering
Eerste periode (10 jaar) rente huurstijging lastenstijging
5,5% 2,5% 2,5%
5,5% 2,5% 2,5%
Tweede periode rente huurstijging lastenstijging
6,5% 2,5% 2,5%
6,5% 2,5% 2,5%
Overige aanvangshuur (referentiewoning 75 m2) variabele lasten vaste lasten erfpachtcanon huurderving reservering exploitatieperiode
872 2.629 236 n.v.t. 2,0% 8.200 50 jaar
variabel 1860 (wvb) 1905 (A&O) 10% beginhuur (max. 510) variabel 2,0% n.v.t./8.200 25 jaar/40 jaar
Uitkomst rendabele investering (excl. subsidies etc.)
163.750
28
Bijlage 3: programma en subsidies 2000 (inclusief Stimuleringsfonds Volkshuisvesting)
Nieuwbouw Sociale sector
bereikbaarheidstoeslag
150 vijf- of meerkamers
ƒ 20.000 miva-woningen
Woningverbetering 1312 woningen
Aantal Aankopen 500 woningen
Ingrijpende woningverbetering Doorexploiteren kernvoorraad(plus)
ƒ 35.000
Stadsdeel Subsidies
Binnenstad, Oud-Zuid, Zuideramstel (Oost/)Watergraafsmeer, bovengenoemde 125 stadsdelen 375
200
bovengenoemde stadsdelen
ƒ 23.000,= ƒ 9.000,= bereikbaarheids premie ƒ 10.000,=
Particuliere sector Ingrijpende verbetering
Aantal
Stadsdeel Oud-West 812 Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes
Subsidie op termijn ƒ 27.000,= Bijdrage ineens ƒ 24.500,=
Overige subsidies Stadsdeel samenvoeging 1. vooroorlogse wijken 2. naoorlogse herstructureringsprojecten
Aantal
Subsidie bereikbaarheids premie maximaal ƒ 35.000,= ƒ 10.000,=
allen
200 pm
beter verbeteren
vooroorlogs
500
geluid
vooroorlogs
350
funderingsherstel ivm behoud: - sociale kernvoorraad (plus) - stedenbouwkundig/architectuurwaarden
vooroorlogs
75
maximaal ƒ 20.000,=
experimenten/extra kwaliteit
allen
pm
pm
wonen in beschermde omgeving
allen
pm
pm
onderzoek en ondersteuning differentiatie
allen
pm
pm
overgangsproblematiek - IJburg e.a. - herstructurering vooroorlogse wijken
eigen traject zie Hoofdstuk 4 en 5
herstructurering naoorlogse wijken
separate besluitvorming
maximaal ƒ 7.000,= gemiddeld ƒ 3.000,=
Subsidiebesluit 2000
BIJLAGE 4
GEHELE STAD
ProjectCode Projectaanduiding
Indieningsjaar 2000 Sociale Sector Huur Koop
Middeld. Sector Huur Koop
Vrije Sector Huur Koop
Fase-3 Hardbesluit heid
Wb.Amsterdam Binnenstad Zomers Buiten Werkmij De Binnenstad bv Particulier Delta Lloyd Verzekeringsgroep I.B.C. Bouwgroep bv De Dageraad Woonstichting De Key Particulier Woonstichting De Key Eigen Haard Woonstichting De Key Nog niet bekend Vlugt Projecten bv Particulier
Func. Wijz. Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging Func. Wijz. Inbreiding Inbreiding Vervanging Func. Wijz. Vervanging Func. Wijz. Inbreiding Func. Wijz. Func. Wijz.
0 0 0 0 0 0 7 4 0 10 13 8 0 0 0 42
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 15
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
56 28 7 27 40 415 15 15 3 15 17 0 4 64 9 715
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
56 28 7 27 40 415 22 19 3 40 30 8 4 64 9 772
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nee Ja Nee Nee Nee n.v.t. Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Nee Nee
00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2
Func. Wijz. Func. Wijz.
135 10 145
0 0 0
0 0 0
180 13 193
0 0 0
135 13 148
0 0 0
450 36 486
0 0 0
18 0 18
0 0 0
0 0 0
Nee Ja
00-2 00-2
Stadsdeel: BINNENSTAD Blom IJzer Schipper Rapenburg-Super Nieuwe Tulp Czaar Peterbuurt Oost (Funen) Noortse Bosch Simon III Willemsstraat 2-4 Touwen Wees Vierwindenstraat 4 Panaal Brood Foelieblokken Totaal Stadsdeel BINNENSTAD / 2000
** C ** 0208 01 1134 02 ** C **
Stadsdeel: WESTERPARK Spaarndammerhout fase 1 Nog niet bekend Kop Van Diemenstraat Y-Grain Totaal Stadsdeel WESTERPARK / 2000
TOTAAL Miva
Gr.won. ouderen
Projecttype
** A ** 0013 01 0016 01 0019 01 0028 01 0038 01 0046 03 0078 01 0079 03 0102 03 0110 01 0114 01 0543 01 0651 01 0760 01 0795 01 ** A **
Overig
Grote Won. VAH
Opdrachtgever
** D ** Stadsdeel: Oud-West 0927 01 WG Oost ** D ** Totaal Stadsdeel OUD WEST / 2000
Het Oosten
Func. Wijz.
0 0
0 0
0 0
0 0
42 42
0 0
0 0
42 42
0 0
0 0
0 0
0 0
n.v.t.
00-2
** E ** 0843 01 1103 01 1113 01 ** E **
Stadsdeel: DE PIJP Van Ostadestraat 226-236 Ceintuurbaan/2e Sweelinckstr. GD5B Hemonystr./2e J.Steenstr. Totaal Stadsdeel DE PIJP / 2000
De Dageraad Eigen Haard Eigen Haard
Vervanging Vervanging Vervanging
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
23 20 16 59
0 0 0 0
23 20 16 59
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Nee Ja Ja
00-2 00-2 00-2
** F ** 0593 01 0594 01 0885 01 1005 01 1031 01 1073 01 1099 01 ** F **
Stadsdeel: OOST Swammerdamstraat 33 (W6.1) 1e Boerh.-/Leeuwenh.str.(W7.3) Wagenaar-/Commelinstr. (D10) Linnaeusstraat/Wijttenbachstr. 2e Oosterparkstraat 35-47 1e Boerhaavestr. 15-17 (W3.3) 1e Boerhaavestraat 19 e.v. Totaal Stadsdeel OOST / 2000
De Principaal De Principaal Wb.Amsterdam Binnenstad Wb.Amsterdam Oost Het Oosten De Principaal De Principaal
Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging Inbreiding
0 0 0 0 10 0 0 10
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 8 0 0 0 0 8
0 0 0 7 0 0 0 7
0 0 36 0 12 0 0 48
0 0 0 0 0 0 88 88
0 0 44 7 22 0 88 161
0 0 0 0 4 0 0 4
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee
00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2
Rochdale
Vervanging
0
0
0
6
0
30
0
36
0
0
0
0
Nee
00-2
** G ** Stadsdeel: ZEEBURG 0604 01 Mammoet II (AQ24.04a)
Subsidiebesluit 2000
BIJLAGE 4
GEHELE STAD
ProjectCode Projectaanduiding
Opdrachtgever
** G **
Totaal Stadsdeel ZEEBURG / 2000
** G ** 1105 01 1105 02 1105 03 ** G **
Stadsdeel: ZEEBURG ~ IJburg Haveneiland West (IJburg 1) Groep Waterstad Haveneiland West (IJburg 1) IJburgermaatschappij Haveneiland West (IJburg 1) IJ-Delta Totaal Stadsdeel ZEEBURG ~ IJburg / 2000
** G ** 0199 01 0201 03 0201 04 0201 05 0201 06 ** G **
Indieningsjaar 2000
Projecttype
Sociale Sector Huur Koop
Middeld. Sector Huur Koop
Vrije Sector Huur Koop
Overig
TOTAAL Miva
Grote Won. VAH
Gr.won. ouderen
Fase-3 Hardbesluit heid
0
0
0
6
0
30
0
36
0
0
0
0
Uitbreiding Uitbreiding Uitbreiding
64 22 22 108
0 0 0 0
0 0 0 0
188 62 62 312
0 0 0 0
275 91 91 457
0 0 0 0
527 175 175 877
2 1 1 4
14 4 4 22
0 0 0 0
0 0 0 0
Ja Ja Ja
00-2 00-2 00-2
Stadsdeel: ZEEBURG ~ Oostelijk Havengebied Sporenburg SP1 De Stoel New Deal Nieuw Argentinië (OHG) Het Oosten Nieuw Argentinië (Arg./blok 9) Het Oosten O.Hand.kd. (Quarantainegebouw) Nog niet bekend Nieuw Argentinië (IJoevers) Het Oosten Totaal Stadsdeel ZEEBURG ~ Oostelijk Havengebied / 2000
Func. Wijz. Func. Wijz. Func. Wijz. Func. Wijz. Func. Wijz.
0 27 8 6 45 86
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
95 186 0 0 0 281
0 0 0 0 0 0
95 213 8 6 45 367
0 2 0 0 0 2
0 0 0 0 16 16
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Ja Ja Ja Ja Ja
00-2 00-2 00-2 00-2 00-2
** H ** 0212 01 0214 01 ** H **
Stadsdeel: BOS EN LOMMER Bos & Lommerplein ~ gebied 1 Hillen & Roosen bv St.Josephkerk e.o. Eigen Haard Totaal Stadsdeel BOS EN LOMMER / 2000
Inbreiding Func. Wijz.
0 30 30
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
77 55 132
0 0 0
77 85 162
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Ja Nee
00-2 00-2
** J ** 0227 01 0918 01 ** J **
Stadsdeel: DE BAARSJES RIVA-terrein Nog niet bekend Balboaplein (Westerweelschool) Het Oosten Totaal Stadsdeel DE BAARSJES / 2000
Func. Wijz. Func. Wijz.
0 0 0
0 0 0
0 0 0
20 20 40
0 0 0
71 66 137
0 0 0
91 86 177
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Ja Nee
00-2 00-2
** K ** 0237 01 0237 02 0237 03 0598 01 0599 01 ** K **
Stadsdeel: ZUID Olympisch Stadion Noord 1 Olympisch Stadion Noord 1 Olympisch Stadion Noord 1 Aalsmeerplein Spijtellaantje Totaal Stadsdeel ZUID / 2000
Func. Wijz. Func. Wijz. Func. Wijz. Inbreiding Inbreiding
124 0 0 42 3 169
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 401 0 0 401
0 237 0 91 8 336
0 0 0 0 0 0
124 237 401 133 11 906
0 0 0 2 0 2
10 0 0 8 0 18
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Nee Nee Nee Nee Nee
00-2 00-2 00-2 00-2 00-2
** M ** Stadsdeel: WATERGRAAFSMEER 0681 01 Huismanshof 11-13 Nog niet bekend ** M ** Totaal Stadsdeel WATERGRAAFSMEER / 2000
Func. Wijz.
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
9 9
0 0
9 9
0 0
0 0
0 0
0 0
Nee
00-2
** N ** 0261 01 0322 01 0618 01 0851 02 1138 01 ** N **
Uitbreiding Inbreiding Inbreiding Vervanging Uitbreiding
28 10 0 0 12 50
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 16 16
0 0 0 0 0 0
67 47 20 11 12 157
0 0 0 0 0 0
95 57 20 11 40 223
2 1 0 0 0 3
2 0 0 0 0 2
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Ja Nee Nee Nee Ja
00-2 00-2 00-2 00-2 00-2
Stadsdeel: NOORD Twiske Zuid deel C (Industrie) Kop Zijkanaal I Wijkergouw (Roele) Terrasdorp Abrikozenstraat Twiske Zuid deel A (Tiemstra) Totaal Stadsdeel NOORD / 2000
Ons Huis Amstelland Vastgoed bv St. Pens.fonds Bouwnijverheid Slokker Vastgoed Groep bv Wb.Amsterdam West
Ons Belang Wb.Amsterdam Noord Bot Bouw Ontwikkeling Het Oosten Ons Belang
Subsidiebesluit 2000
BIJLAGE 4
GEHELE STAD
ProjectCode Projectaanduiding
Opdrachtgever
Indieningsjaar 2000
Projecttype
Sociale Sector Huur Koop
Middeld. Sector Huur Koop
Vrije Sector Huur Koop
Overig
TOTAAL Miva
Grote Won. VAH
Gr.won. ouderen
Fase-3 Hardbesluit heid
** P ** 0267 04 0267 07 0837 01 1147 01 ** P **
Stadsdeel: GEUZENVELD/SLOTERMEER Lamb. Zijlplein 2C (C7, C9-C11) Het Oosten Lamb. Zijlplein 2A (B1-B2) Ballast Nedam Johan Basiushof Het Oosten U3 ~ "Grote U" De Dageraad Totaal Stadsdeel GEUZENVELD/SLOTERMEER / 2000
Inbreiding Inbreiding Vervanging Vervanging
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
129 61 54 75 319
0 0 0 0 0
129 61 54 75 319
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
Ja Ja Nee Ja
00-2 00-2 00-2 00-2
** Q ** 0632 01 0632 02 0724 01 0959 01 1131 01 1131 02 1131 03 1141 01 ** Q **
Stadsdeel: Osdorp Zuidwest Kwadrant A2 Zuidwest Kwadrant A1 Zuidwest Kwadrant B2 Oeverpad 5/6 Zuidwest Kwadrant C Zuidwest Kwadrant C Zuidwest Kwadrant C Osdorperweg 782 Totaal Stadsdeel OSDORP / 2000
Vervanging Vervanging Vervanging Func. Wijz. Vervanging Vervanging Vervanging Vervanging
50 50 30 0 100 0 0 0 230
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 120 0 0 0 0 120
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 180 0 50 50 1 281
0 0 0 0 0 0 0 0 0
50 50 30 300 100 50 50 1 631
1 1 0 0 0 0 0 0 2
4 3 0 0 0 0 0 0 7
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ja Ja Nee Ja Nee Nee Nee n.v.t.
00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-2 00-1
** R ** 0289 02 0634 01 0634 02 ** R **
Stadsdeel: SLOTERVAART/OVERTOOMSE VELD Huize Patrimonium fase 2 Patrimonium Overt.Veld Nrd ~ Middengebied Rochdale Overt.Veld Nrd ~ A10-strook De Dageraad Totaal Stadsdeel SLOTERVAART/OVERTOOMSE VELD / 2000
Func. Wijz. Inbreiding Inbreiding
0 40 81 121
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 140 140
0 0 0 0
60 0 100 160
0 0 0 0
60 40 321 421
0 2 0 2
0 6 0 6
0 0 0 0
0 0 0 0
Ja Nee Nee
00-2 00-2 00-2
** S ** Stadsdeel: BUITENVELDERT 1001 01 Vreugdehof-Noord Het Oosten ** S ** Totaal Stadsdeel BUITENVELDERT / 2000
Func. Wijz.
30 30
0 0
0 0
0 0
0 0
70 70
0 0
100 100
1 1
1 1
0 0
0 0
Nee
00-2
** T ** 0308 01 0309 01 1075 01 1137 01 ** T **
Inbreiding Inbreiding Inbreiding Inbreiding
0 49 16 0 65
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 65 0 0 65
0 0 0 0 0
200 57 0 35 292
0 0 0 0 0
200 171 16 35 422
0 0 0 0 0
0 18 0 0 18
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
Ja Nee Nee Nee
00-2 00-2 00-2 00-1
1.086
0
0
915
450
3.631
88
6.170
20
108
0
0
Stadsdeel: ZUIDOOST Centrumgebied Burg. Stramanweg F-buurt Midden Florijn Zuid Plint Grunder/Grubbeh. voorz.str. 1 Totaal Stadsdeel ZUIDOOST / 2000 Totaal indieningjaar 2000
A.W.V. Het Oosten A.W.V. Stok Eigen Haard Het Oosten Zomers Buiten Particulier
BAM Vastgoed Ontwikkeling ERA Nieuw Amsterdam Nog niet bekend
STEDELIJKE WONINGDIENST AMSTERDAM - CENTRAAL STEDELIJKE TAKEN - AFD. WONINGBOUWPROGRAMMERING - Programmabewaking - Bron: Basisbestand - Inlichtingen: J.H. Smit - 020-552.7228