Koudwatervrees Zondag 9 november 2008 Jan Pool (senior voorganger van Shelter Haarlem) Stuk van DVD van Bert Haanstra ‘De stem van het water’ laten zien. Herkenbaar? Ik denk dat het herkenbaar is voor ons allemaal. We zijn allemaal wel eens bang. Dat is het thema waar ik de afgelopen 3 weken over gesproken heb. Angst is een monster. Angst probeert ons te intimideren en af te houden van het volle leven van God. Angst is soms reëel, maar vaak ook irreëel. We noemen dat ook wel ‘koudwatervrees’. Dat is een onnodige vrees. Er is geen rede om bang te zijn, maar toch zijn we bang. Als we die angst niet overwinnen, dan houdt die angst ons tegen om een bepaald doel te bereiken. Maar we mogen weten dat we met God elke angst, elke reële angst en elke irreële angst kunnen overwinnen. We gaan daar samen een prachtig bijbelgedeelte over lezen. ‘Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand.’ Jesaja 41:10 The Message zegt: ‘Don’t panic. I’m with you. There’s no need to fear for I’m your God. I’ll give you strength. I’ll help you. I’ll hold you steady, keep a firm grip on you.’ Ik heb meer dan 25 jaar geleden een 2jarige parttime Bijbelschool gevolgd. Daar werden allerlei interessante onderwerpen onderwezen, zoals geloofsleer, bijbelse aardrijkskunde en archeologie, het werk van de Heilige Geest, het koninkrijk van God, de gemeente enz. Er was ook een vak waarin geleerd werd om een preek te houden. Dat vond ik leuk, tot de dag dat ik werd aangewezen om een ‘preekje’ voor te breiden. Ik had 2 weken de tijd om een preek van 10 minuten voor te bereiden en die moest ik dan geven aan zo’n 50 studenten. Vanaf dag 1 liep ik met spanning in mijn lijf rond. Ik had een onbestemd, onprettig gevoel in mijn buik, kon nog maar aan één ding denken en ik sliep slecht. Elke dag probeerde ik te werken aan mijn preek, maar ik had grote moeite om me te concentreren. Op de dag dat ik mijn preek moest houden had ik last van mijn darmen, ik had geen trek in eten, ik had spanning in mijn keel en mijn hartslag was sneller. Ik voelde me ziek en heb dan ook afgebeld. Dat was niet de eerste keer dat mij dat overkwam. Spreekbeurten op school waren voor mij ook een ramp geweest. Ik heb me natuurlijk niet altijd ziek gemeld. Maar voelde me altijd vreselijk. Ik dorst niemand aan te kijken, had zweethanden, zweetvoeten en zweet tussen mijn billen. Ik had een vreselijk droge mond, leek wel niet helder te kunnen denken en mijn geheugen werkte ook minder goed. Dat soort verschijnselen heb ik heel lang gehad wanneer ik iets in het openbaar moest doen. Zelfs nog de eerste jaren dat ik oudste was. Rob Allart was in die tijd voorganger en als er een baby werd opgedragen, dan keek hij de zaal in en koos een oudstenechtpaar uit om erbij te komen en te bidden voor de ouders. Ik dook dan altijd weg achter de rug van degene die voor mij zat. Mijn hart begon dan vreselijk te bonzen en ik bad dan: ‘Niet ik Heer’. Laat Rob een ander kiezen.
1
Ik was zo bang dat ik iets raars zou bidden of de namen van de ouders zou vergeten. Waar had ik nu last van? Ik had last van iets waar heel veel mensen last van hebben: faalangst. Faalangst is de angst dat iets wat je wilt gaan doen of van een ander moet doen, mislukt. Je bent bang dat je het niet kunt of het helemaal fout doet. Je bent bang voor kritiek. Je bent bang dat anderen het niet goed vinden wat jij doet. Je bent bang dat je faalt. Je durft geen vraag te stellen als je iets niet begrijpt. Je bent bang dat je gaat stotteren of een black-out krijgt. Je bent bang dat je uitgelachen wordt. Je klapt dicht bij een spreekbeurt, een presentatie of tentamen. Door die angst ben je zenuwachtig en daardoor gaat er ook wel eens wat mis. Het resultaat is dat je de volgende keer nog nerveuzer bent en zo loop je het risico dat je in een negatieve spiraal van faalangst terecht komt en je steeds meer gaat verstoppen. Je gaat situaties waarin je zou kunnen falen vermijden. Mensen met faalangst zijn ‘pessimistisch’. Ze zeggen voortdurend negatieve dingen tegen zichzelf: ‘het zal wel niks worden’; ‘het zal me wel niet lukken’; ‘het zal wel te moeilijk voor me zijn’; ‘ik red het nooit.’ Deze voortdurende negatieve gedachten kun je zien als een soort zelfhypnose waarmee je jezelf de grond in praat. Daardoor voel je jezelf voortdurend onzeker en krijg je een negatief zelfbeeld. Je ziet jezelf minder dan je werkelijk bent. Je denkt dat je minder weet, minder handig bent of er minder leuk uitziet dan anderen. Mensen met faalangst vergelijken zichzelf voortdurend met anderen. En dan vergelijken ze zichzelf ook nog met de besten op een bepaald gebied. Ze stellen daardoor veel te hoge eisen aan zichzelf. Ze leggen de lat zo hoog neer, dat ze het bijna nooit redden. Hierdoor raken ze steeds meer teleurgesteld in zichzelf en ontwikkelen uiteindelijk faalangst. Er zijn hier mensen die regelmatig last hebben van faalangst. Er zijn er zelfs die er bijna dagelijks last van hebben. Je gaat er onder gebukt. Sommige mensen hebben alleen in bepaalde situaties of bij bepaalde mensen last van faalangst. Zolang je niet met die situaties of met die mensen geconfronteerd wordt gaat het prima. Wat zie je vervolgens gebeuren: vermijdingsgedrag. Je vermijdt situaties of personen. Hoe ontstaat faalangst? o Faalangst kan ontstaan doordat je ouders je onvoldoende bevestigden en onvoldoende waardering uitspraken waardoor je een gebrek aan zelfvertrouwen hebt gekregen. o Het kan ontstaan doordat je opgegroeid bent in een gezin waar veel van je geëist werd en als je niet kon voldoen aan die eisen, kreeg je het gevoel dat je een mislukkeling was. o Faalangst kan ontstaan als er een dominante autoritaire vader in het gezin is. Maar faalangst kan ook ontstaan als je te beschermend, te zacht, te verzorgend wordt opgevoed. Hierdoor krijgt het kind het gevoel dat het niets kan en niets weet en dat het niet zonder zijn moeder kan leven. Vaak gebruiken dat soort moeders het woord ‘kindje’ en praten over zichzelf in de derde persoon en noemen zichzelf dus ‘mama’ of mammie’, in plaats van ‘ik’.
2
o Faalangst kan ontstaan door perfectionisme. Je stelt altijd hoge eisen aan jezelf. Je wilt het perfect doen. Maar dat lukt natuurlijk nooit. Je raakt dus teleurgesteld in jezelf. Dat kan leiden tot faalangst. o Faalangst kan ook ontstaan door een traumatische ervaring. Je hebt er nooit last van gehad, totdat je een keer een geweldige blunder maakte in de klas en iedereen je uitlachte. Je hebt er nooit last van gehad, totdat je een geweldige blunder op je werk maakte, waarop je werd afgerekend door je baas. Hoe dan ook, faalangst houdt je tegen om bepaalde dingen te doen die je eigenlijk zou willen doen. Faalangst houdt je tegen om met je talenten te woekeren. Faalangst houdt je tegen om in geloof uit te stappen. Faalangst houdt je tegen om op je bestemming te komen. Ik denk dat we bijna allemaal wel op een bepaald gebied in ons leven te maken hebben met faalangst. Ik wil een aantal gedachten met je delen over falen. De eerste bemoedigende opmerking die ik wil plaatsen is de volgende: 1. Je zult falen Ja, ik weet dat het schokkend is. Iedereen faalt zo nu en dan. Je zult mislukkingen meemaken. Is er hier iemand die nog nooit een mislukking heeft meegemaakt? Is er iemand die nog nooit een fout gemaakt heeft? We hebben in het verleden gefaald en we zullen in de toekomst opnieuw falen. Je zult deze gedachte moeten omhelzen. En als je faalt sta je zelf dan toe om je teleurgesteld te voelen. Maar vergeet nooit dat God nog steeds van je houdt en vergeet nooit dat het feit dat iets mislukt je niet tot een mislukking maakt. Een mislukking maakt je geen mislukkeling. Een mislukking is een gebeurtenis en niet een persoon. Zelfs een reeks van mislukkingen maakt je nog geen mislukkeling! Hij werd geboren in 1809, in grote armoede in een blokhut. Zijn moeder stierf toen hij tien jaar oud was. Groeide op onder zware omstandigheden. Ondanks alles leerde hij toch lezen en schrijven… toen hij 22 jaar was, startte hij een bedrijf dat binnen een jaar failliet ging. Hij zocht een baan,maar werd na een jaar ontslagen. Op 25 jarige leeftijd volgde zijn tweede faillissement. Het heeft hem 17 jaar gekost om zijn schuld af te lossen. Toen hij 27 jaar was stierf zijn verloofde. Toen hij 27 was, kreeg hij een zenuwinstorting en bracht hij 6 maanden in bed door. In de jaren daarna probeerde hij 4x tevergeefs om gekozen te worden voor het parlement. Toen hij 46 was, werd hij niet tot senator gekozen. Een jaar later verloor hij de verkiezingen voor het vicepresidentschap. Toen hij 49 jaar was, werd hij wederom niet tot senator gekozen. Op 51 jarige leeftijd werd hij tenslotte president van de Verenigde Staten. Tot op vandaag geldt hij waarschijnlijk als de belangrijkste president van Amerika. Hij staat bekend om het feit dat hij een begin maakte met een proces dat er uiteindelijk toe leidde dat de slavernij werd afgeschaft! Zijn naam is Abraham Lincoln. Spreuken 24:16 zegt: ‘Want de rechtvaardige kan vaak vallen, maar zal net zo vaak weer opstaan.’ (Het Boek) Het gevaar is niet dat we vallen, maar dat we op de grond blijven liggen.
3
De 2de gedachte die ik wil neerleggen is de volgende: 2. God kan mooie dingen doen met jou mislukkingen Als je goed omgaat met falen, zul je zien dat je karakter er door groeit. God staat om die reden falen toe. Soms veroorzaakt hij het falen zelf. God kijkt hoe we met het falen omgaan. Hij wil ons beproeven. Hij wil ons testen. Hoe gaan we om met tegenslag en nederlagen. Houden we vol of geven we op? Van falen kun je leren. Wanneer we een fout maken, betekent het niet dat we falen, tenzij we verzuimen er iets van te leren. Als je een fout gemaakt hebt, als je gefaald heb, vraag jezelf dan af: wat kan ik hiervan leren? Jonas Salk ontwikkelde een vaccin tegen polio, na 200 pogingen! Iemand vroeg aan hem: Hoe voelde het om 200x te falen? Hij antwoordde: ‘Ik heb niet 200x gefaald. Ik heb 200x manieren ontdekt waarop je geen vaccin tegen polio kunt maken. Ik las een verhaal over een pottenbakker die een klas leerde pottenbakken. Hij deed dan altijd de volgende proef. Hij verdeelde de klas in 2 groepen. De eerste groep gaf hij de opdracht om in 3 uur tijd 100 potten de maken. Ze moesten focussen op kwantiteit. De andere groep gaf hij opdracht om 1 hele mooi pot te maken. Ze moesten focussen op kwaliteit. Na afloop bleek dan altijd dat de groep die 100 potten had gemaakt minimaal 10 potten had gemaakt die mooier waren dan die ene pot die de andere groep gemaakt had. De pottenbakker zei tegen de 2de groep dat één van de grootste fouten die we maken is dat als we iets perfect willen maken, dat we het dan zo goed willen doen dat we geen risico’s willen nemen om het te verpesten. Tegen de andere groep zei hij: de eerste 10 potten die jullie maakten waren lelijk, maar jullie leerden van de fouten die jullie gemaakt hadden en gebruikten die kennis om daarna betere potten te maken. God kan iets moois maken van jouw falen en fouten Lang geleden zat een groep vissers in een herberg aan de Schotse kust en zij vertelden elkaar hun belevenissen uit de visserij. Eén van de mannen zat uitgebreid te gebaren, om te laten zien hoe groot een vis was die aan hem had weten te ontsnappen. Daarbij raakte zijn arm het theeblad van een serveerster, zodat de theepot tegen de witgeschilderde muur aan vloog. De inhoud liet een lelijke bruine vlek achter. De herbergier zuchtte en zei: ‘Nu zal ik de hele muur opnieuw moeten verven.’ ‘Misschien ook niet’, opperde een vreemdeling. ‘Mag ik er aan werken?’ Omdat hij niets te verliezen had, stemde de eigenaar toe. De man haalde potloden, penselen en verf uit een schilderskist. Hij trok lijnen om de vlekken heen en bracht over alle theevlekken schaduwen en kleuren aan. Na verloop van tijd begon er een beeld te ontstaan: een hert met een prachtig gewei. De man zette zijn handtekening eronder, rekende de maaltijd af en vertrok. Zijn naam was: Sir Edwin Landseer, in die tijd een schilder die beroemd was om zijn schilderijen van dieren in het wild. In Zijn handen veranderde iets wat ‘verpest’ leek in een meesterwerk. Gods handen doen, steeds weer opnieuw, hetzelfde met het leven van mensen. De 3de gedachte die ik wil neerleggen is de volgende: 3. Falen in de ogen van mensen betekent soms succes in de ogen van God 4
Welke scholier is succesvoller, de scholier met een prachtige cijferlijst of de scholier die bijles nodig heeft? Wie is succesvoller, een voorganger van een gemeente met tweehonderd leden, of een voorganger met een gemeente van tweeduizend leden? Deze vragen zijn niet te beantwoorden, omdat niemand dezelfde mogelijkheden of dezelfde capaciteiten heeft. We kunnen onszelf nooit vergelijken met anderen. God heeft gaven, talenten en intelligentie niet gelijk verdeeld onder zijn kinderen. Verhaal van een leider die een grote gemeente leidde en die in een conferentie tegen voorgangers van kleine gemeenten zei ‘Wat ik kan, dat kun jij ook…’ Dat is niet waar! In het verhaal van de talenten kreeg de eerste slaaf vijf talenten, de tweede slaaf twee en de derde slaaf kreeg er één. De eerste slaaf had zijn talenten verdubbeld tot tien en kreeg te horen dat hij succesvol was. De tweede slaaf had er maar vier, maar kreeg ook te horen dat hij succesvol was geweest! Wij kunnen niet bepalen wanneer iemand wel of niet succesvol is, dat kan alleen God! Ik voel mezelf niet altijd succesvol. Dingen zijn soms heel anders gelopen dan dat ik voor ogen had. Ik ben een aantal keren in mijn leven uitgestapt, maar ik heb daar niet altijd de vruchten van gezien. In maart 2004 schreef ik het volgende:
Gods beloften lijken vervuld te worden We zien in Haarlem de eerste vruchten. Iedere week komt er minimaal 1 iemand tot geloof! Er is enthousiasme en motivatie bij de mensen. Honderden gemeenteleden gaan door Encounter-weekenden heen. Ca. 160 leden doorlopen alle 3 semesters van de 1ste School voor leiders. Steeds meer cellen worden gestart. Ik ben op een nieuw niveau van leiderschap gekomen. Ik leid 2 gemeentes en een landelijk netwerk voor G12. Voor het eerst in mijn leven voel ik mij een succesvol leider. Ik heb de wind mee!! Wat kan er nog misgaan? We gaan voorzichtig op weg met gedachten over een fusie, we organiseren 2x een gezamenlijke dienst in Aalsmeer. We spreken met elkaar over ‘De grote Droom’…. We leggen een nieuwe (Shelter)visie neer in beide gemeenten…. We zijn enthousiast, vol geloof en vol verwachting… Maar op 6 juli 2005 schrijf ik: Wat is er veel gebeurd in de afgelopen tijd. Hoe kijk ik terug op deze 1 ½ jr. Heb ik nog steeds de wind mee? Nee, integendeel, ik heb een stevige tegenwind die me zo nu en dan de adem afsnijdt. Ik ben aan het wankelen gebracht. o De LEG heeft me genadeloos geconfronteerd met mijn zwakheden en tekortkomingen. o Ik heb mensen teleurgesteld en heb niet voldaan aan de verwachtingen die er waren. o Ik heb best wel heftige beschuldigingen naar me toe gekregen, die me toch behoorlijk geraakt hebben. (manipulatie, dubbele agenda, niet te vertrouwen, leugen enz) o Ik heb het afgelopen jaar regelmatig het gevoel gehad dat een aantal van mijn teamleden in Haarlem op me uitgekeken was. Ik heb het gevoel dat de chemie 5
weg is en dat ik ze niet meer inspireer en motiveer. Ze horen me al 11 jaar preken! o De eerste enthousiaste golf van G12 in Haarlem is voorbij. De verwachtte groei blijft uit. Het is gewoon keihard werken met weinig vrucht! Uiteindelijk gaat de Grote Droom niet door en kom ik in een Burnout terecht. Dat soort dingen gaat je niet in de koude kleren zitten. Dat maakt je wat voorzichtig om opnieuw uit te stappen. Dat geeft angst om te falen. Maar ik wil me niet laten belemmeren door mislukkingen uit het verleden. Ik wil groeien in mijn karakter en ik wil leren van mijn fouten en opnieuw in geloof uitstappen. Ik wil je deze morgen aanmoedigen om risico’s te nemen. Ik wil je deze morgen aanmoedigen om in de kracht van God je angst om te falen te overwinnen. God zegt vanochtend tegen jou en mij: ‘Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand.’ Jesaja 41:10 Maar God vraagt dan wel van je om uit te stappen. Je moet niet wachten tot je angst verdwijnt. God vraagt een geloofsstap van je. God zei tegen Jozua: ‘Wees sterk en moedig’. Dat zegt Hij niet 1x, maar 3x. Er was dus blijkbaar een rede om bang te zijn. Erken dat je angst hebt. Angst is een deel van de menselijke natuur en van menselijke ervaringen. Ontkennen dat we angst hebben heeft niets met moed te maken. Moed is niet de afwezigheid van angst. Moed is de weigering om overmeesterd te worden door angst. Moedige mensen zijn heel gewone mensen zoals jij en ik die op een bepaald moment zijn begonnen hun angst onder ogen te zien in plaats ervoor weg te lopen. Ben je bereid om je angst onder ogen te zien en uit te stappen? Ben jij bereid om risico’s te nemen? o o o o o o
Wanneer we ons geven aan een ander, lopen we het risico teleurgesteld te raken. Wanneer we onze dromen delen, lopen we het risico dat we afgeschoten worden. Wanneer we liefhebben, nemen we het risico dat de ander ons niet liefheeft. Wanneer we hopen, nemen we het risico uiteindelijk wanhopig te worden. Wanneer we iets proberen, nemen we het risico te falen. Wanner we leven, nemen we het risico te sterven.
Mark Twain heeft eens gezegd: ‘Over twintig jaar zul je meer spijt hebben over de dingen die je hebt nagelaten dan over de dingen die je hebt gedaan. Gooi de trossen los, trek eropuit. Droom! Ontdek!’ Het grootste gevaar dat er bestaat, is dat we het niet proberen. Als we niets riskeren, besparen we onszelf lijden, verdriet en teleurstellingen. Maar de persoon die niets riskeert, doet niets, heeft niets, is niets. Hij leert niet, hij groeit niet, hij verandert niet, hij leeft niet. Hij is geketend door onzekerheid en is een slaaf, hij heeft zijn vrijheid opgegeven. Alleen iemand die risico’s neemt is vrij.
6
De dichteres Lucille Clifton heeft eens gezegd: ‘Je kunt geen kunst maken als je voorzichtig doet.’ Er zijn hier mensen die beseffen dat zij last van faalangst hebben. Zij ervaren het regelmatig. Maar er zijn hier ook mensen die denken dat ze geen last van faalangst hebben, omdat ze het niet als zodanig herkennen. Zij nemen gewoon nooit risico’s. Zij spelen altijd op safe. Zij wandelen altijd op de gebaande wegen. Zij lijden een zogenaamd comfortabel leven, en beseffen niet wat zij missen. Hun leven is voorspelbaar geworden. Maar leven met God is per definitie een leven van risico’s nemen. Een leven in geloof is per definitie een leven dat niet op safe speelt. Je speelt wel op safe, maar niet op zichtbare zekerheden. De risico’s die je neemt in geloof zijn verankerd in een vertrouwen op God. God wil niet dat we op safe spelen. Het maakt hem zelfs kwaad. In Matteüs 25 vertelt Jezus het verhaal over de talenten. Een ondernemer gaat op zakenreis en laat voor drie van zijn werknemers een som geld achter. Tijdens zijn zakenreis nemen twee van die werknemers het risico om het geld dat ze hebben gekregen te investeren. Hun investeringen leveren resultaten op en de ondernemer spreekt lovende woorden over hen uit. De derde werknemer doet niets met het bedrag dat hem is toevertrouwd. Hij zegt: ‘Heer, ik was bang dat ik u zou teleurstellen, vandaar dat ik een goede plaats heb gezocht om uw geld te verstoppen. Hier hebt u het terug, tot de laatste cent.’ Matteüs 25:25 (The Message) Zijn meester is razend en zegt: ‘Wat een vreselijke manier om te leven! Het is schandalig om zo voorzichtig te zijn! Je wist dus dat ik het beste wilde, waarom heb je het minste gedaan?Houd op met het zekere voor het onzekere te nemen en risico’s uit de weg te gaan!’ Matteüs 25:26 (The Message) God leert ons hier dat wij rentmeesters zijn van de gaven en talenten die God ons gegeven heeft. We hebben allemaal gaven ontvangen. Niemand uitgezonderd. Hij roept ons hier op om aan de slag te gaan met die gaven en talenten. Hij roept ons hij op om risico’s te nemen. Hoe kunnen we ooit weigeren risico’s te nemen als God ons dat zelf heeft opgedragen?
7