www.spectrumelan.nl
•
[email protected]
•
gratis
•
klantenservice (026) 352 34 20
ov e
ms i
n gelde
rl
foto: Al Hajem
Door het werken aan deze krant kwamen de mensen achter al deze veranderingen in beeld en gingen de verhalen leven. De vraagstukken die zij oplossen, hun ambities en de eerste successen die zij boeken, waren inspirerend. We hebben daardoor met veel plezier aan deze uitgave gewerkt en hopen dat u met net zoveel plezier deze informatie leest. Wij danken iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan deze krant!
stand van zaken. We kwamen natuurlijk overeenkomsten tegen omdat de opdracht hetzelfde is. In de uitwerking zien we echter veel
verschillen, alleen al in de naamgeving. Het gebied waar een team opereert, varieert van wijkniveau tot gemeente-overschrijdend. De opzet,
taken en verantwoordelijkheden van wijkteams verschillen, er worden andere accenten gelegd en de ontwikkelingsfase loopt uiteen.
Wat kunt u in deze krant verwachten? In deze krant komen verschillende mensen aan het woord over de ambities en opzet van hun wijkteam. Veel professionals, maar ook enkele inwoners vertellen waar zij aan denken bij het woord wijkteam. Ze reageren heel verschillend. Diversiteit als aandachtspunt voor mensen die in een wijkteam werken is in een apart artikel uitgewerkt. Evenals een beschouwing over recent onderzoek naar de succesfactoren van een sociaal wijkteam. En net als in elke krant treft u cartoons, puzzels en een weerbericht aan. En advertenties. We laten immers ook graag weten op welke manier Spectrum partner met elan kan bijdragen bij de opzet en
ie
Nieuwe colleges wijzigen wellicht nog de ingezette koers. Tal van invloeden en ontwikkelingen maken dat per gemeente de ontwikkelingen uniek zijn.
In deze speciale editie van De Anderslander bieden wij u een kijkje achter de schermen van de wijkontwikkeling in Gelderland. Elke gemeente is bezig om vorm te geven aan de grote transities: de langdurige zorg, de jeugdzorg en de participatiewet. De meeste gemeenten kiezen voor ontwikkelingen waarbij de wijk uitgangspunt is en het wijkteam het instrument. In alle gemeenten zoekt men naar een vorm waarbij de inwoners betrokken worden en ruimte krijgen om zelf of met elkaar verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leefomgeving. Het wordt anders in Gelderland. Het leven in Gelderland wordt anders. Vandaar deze Anderslander. Om u een indruk te geven ‘hoe’ het anders wordt, zijn wij bij een aantal Gelderse gemeenten op bezoek gegaan om te informeren naar de
t
Sociale wijkteams in Gelderland
ea
le edit
d
•
an
nummer 1
an nv ge
•
specia w ij k
juni 2014
de Anderslander
e ontwikkelin rd
ontwikkeling van teams en bij het betrekken van bewoners. Nijmegen en Arnhem In Nijmegen maakt het sociale wijkteam succesvolle matches tussen wijkbewoners. Door ruimte vanuit de gemeente en inzet van de wijkbewoners is lang niet altijd professionele hulp nodig. In wezen is iedereen in de wijk lid van het wijkteam. De professionals kunnen, doordat ze bekend zijn met de inwoners, ondersteunend zijn; ze vinden en verbinden. In 2015 willen ze in Nijmegen door met deze opzet waarbij bewoners voorop staan. Arnhem is bezig met de opzet van gebiedsteams. Uitgangspunt is zelf- en samenredzaam. Er zijn nu twee proeftuinen voor volwassen. Vanaf 2015 komen die er in alle acht deelgebieden, ook voor jeugd. De burger staat centraal en de profes-
sional werkt outreachend. Voor complexe problematiek hebben ze in Arnhem al jaren de Overlast Zorg Overleggen. De gebiedsteams leggen bij complexe zaken daar de verbinding mee. De zorgcoördinator op casusniveau, de wijkregisseur legt de verbinding op instellingsniveau. Arnhem wil voor de verdere ontwikkeling van de gebiedsteams gebruik maken van succesvolle ervaringen van anderen en heeft dus nog geen blauwdruk voor 2015 klaarliggen. Sublokale samenwerking in de Oost Achterhoek Een wijkteam in een grote stad vraagt iets anders qua opzet dan in plattelandsgemeenten. In de Oost Achterhoek hebben ze een passende structuur voor plattelandsgemeenten gevonden. Ze werken daar sublokaal. De gemeenten Aalten, Winterwijk en Oost Gelre en de scholen in die gemeenten hebben budgetten en mensen gebundeld. Ze werken met Ondersteuningsteams. De eerste evaluatie laat positieve resultaten zien. We laten de directeur van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs aan het woord, we doen verslag van het gesprek met de coördinator
van het samenwerkingsverband De Post in Winterswijk en de voorman van het Ondersteuningsteam vertelt over de Zorgmonitor, het registratiesysteem waar in deze regio voor gekozen is. Kleinere gemeenten In deze krant komen professionals uit een aantal kleinere gemeenten aan het woord. We spreken met Rheden waar professionals en vrijwilligers samenwerken. In Beltrum zijn de Voormekaarteams vooral gericht op wat mensen zelf kunnen bijdragen en organiseren. Een mooi voorbeeld in regio FoodValley, hoe de lokale wijkaanpak aansluit op de werkwijze van een expertteam voor jongeren met gecompliceerde vragen, is te vinden in Rhenen en Veenendaal. Onderzoek naar werkzame factoren Het hoofdartikel, in het midden van deze krant, is een onderzoek naar de werkzame ingrediënten om de inhoudelijke doelstellingen te behalen, die met de wijkteams beoogd worden. De verschillen in wijkteams zoals we die in Gelderland zien, zien we in heel Nederland. Er is al veel onderzoek gedaan naar wijkteams. De auteur van het artikel, Ivo Nienhuis zet de vier basisingrediënten op een rijtje, die cruciaal lijken voor succes. De auteur sluit zijn artikel af met de conclusie dat deze vier factoren de basis vormen. Maar … “voor een driesterrenmaaltijd zijn meer ingrediënten nodig”.
Het stormt maar het fundament is stevig door Marijke Visschedijk
Vandaag heb ik de beschouwing van Jos van der Lans gelezen: HET FUNDAMENT. Hij heeft het in februari van dit jaar geschreven in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het is zo’n heerlijk artikel waarbij je, als je het leest voordurend denkt, ‘oh ja’, ‘ja natuurlijk’, ‘dacht ik al’ en ‘wat kan hij dat goed verwoorden’. Jos van der Lans schrijft over de wijken en de wijkgerichte aanpak. Over de historie, wat werkt en over de toekomst van het wijkgerichte werken. Ik deel in dit artikel met u mijn ‘aha-ervaringen’ bij het lezen van de beschouwing van Jos van der Lans en leg de relatie met de wijkontwikkelingen in Gelderland. Want veel van wat in Gelderland gebeurt is illustratief bij de beschouwing van Jos van der Lans. Ik haal in dit artikel een aantal bevindingen en meningen van Jos van der Lans aan die mij erg aanspreken en die ik herken. Maar het is zeker de moeite waard om zijn beschouwing in zijn geheel te lezen. De wijken als fundament Tot voor kort werd bij het begrip ‘wijkaanpak’ gefocust op wijken waar de problemen groot waren. Achterstanden waren aanleiding om in een bepaalde wijk extra te investeren. Als we nu over de ‘wijkaanpak’ denken, dan doelen we niet langer op iets extra’s voor een specifieke wijk, maar is het een uitgangspunt voor de inrichting van het totale sociale domein geworden. Het begrip transformatie past dan (zie vervolg pag. 2)
2
3
foto: Al Hajem
Instellingsdenken, aanbodgericht denken, registratie, financiering en verantwoording maken vraaggericht werken lastig
(Vervolg pag. 1 Het stormt...) ook beter. Het is niet alleen een decentralisatie van verantwoordelijkheden maar een herinrichting. Het gaat uit van inwoners. We zien dat ook bij de Gelderse gemeenten. Arnhem heeft haar gemeente ingedeeld in acht gebiedsteams, Zutphen kiest voor gebiedsgerichte sociale teams en in de Oost Achterhoek lijkt een Ondersteuningsteam op sublokaal niveau de meest geschikte gebiedsindeling.
Het stormt. Bezuinigingen, decentralisaties, burgerkracht, participatiesamenleving, eigen verantwoordelijkheid, thuiszorg, mantelzorg, sociale wijkteams, zelfredzaamheid, Participatiewet, sociaal doe-het- zelven, systeemwereld, transitie, AWBZ, leefwereld, vrijwilligerswerk, generalisten, jeugdzorg, WMO –de woorden dwarrelen als losse blaadjes over elkaar heen. Weinig is zeker, alles lijkt ter discussie te staan. Toch is er een houvast. Ergens krijgen deze woorden vaste grond onder de voeten. Ergens moeten ze landen. Daarover gaat deze notitie. Over het speelveld van een snel veranderende verzorgingsstaat” Uit: Een wijkgerichte aanpak: HET FUNDAMENT. Jos van der Lans, Amsterdam, februari 2014.
De mensen maken het succes Wat mij verder aanspreekt en wat ik herken in de praktijk, is dat mensen bepalend zijn voor succes. Of het nu gaat over een initiatief, een wijkteam of een bepaalde manier van werken, het succes ervan hangt voor een groot gedeelte af van mensen. Van iemand die een plan, een wens, een ideaal heeft. Zij inspireren, stimuleren en maken een initiatief
tot een succes. Zij spreken mensen aan, verbinden en mobiliseren een groep van mensen die samen het draagvlak van het initiatief vormen. Daarom kun je ook geen blauwdrukken maken en die op een andere plek uitrollen. De goede voorbeelden kunnen wel ter inspiratie gebruikt worden. Het is mensen eigen om zichzelf en hun plan als uniek te zien. Dat is feitelijk ook zo. De omstandigheden, de betrokkenen, de historie, de ambities en de randvoorwaarden, ze zijn overal verschillend en maken een plan tot een uniek plan. Dat geldt ook voor wijkteams. Nu gemeenten de ruimte maar ook de plicht hebben om het sociale domein zodanig in te richten dat het tegemoet komt aan alle vragen van alle inwoners op alle leefgebieden, zien we dat elke gemeente een eigen variant kiest. We zien dat ook in Gelderland. De 56 gemeenten hebben elk een eigen opzet voor de inrichting van het sociale domein. Sommige gemeenten kiezen er wel voor om samen te werken met andere gemeenten, maar in elk convenant zit de ruimte voor lokale uitwerking. We zien dat in de Noordoost-Veluwe en de Stedendriehoek. Een variant zien we in de FoodValley waar ze de samenwerking andersom insteken “Lokaal wat lokaal kan en regionaal wat moet”. De politieke keuzes die een gemeente maakt, de uitwerking door organisaties maar vooral de invulling door enthousiaste, bevlogen, betrokken mensen maakt volgens mij en Jos van der Lans, of het succesvol wordt. Aansluiten bij de vraag In zijn betoog gaat van der Lans in op het belang om uit te gaan van de leefwereld van mensen. Ik sluit me daar bij aan. Wat is de echte vraag van de wijkbewoner? Problemen in gezinnen staan niet op zich, hangen
met elkaar samen en vragen om een logische integrale aanpak. Als professionals met verschillende achtergronden samenwerken om elkaar te versterken dan is het resultaat voor de vraagsteller aantoonbaar beter. Denk mee met de ander, vertrouw de ander en kijk of je dat waar hij mee bezig is kunt versterken. Het lijkt een logische attitude maar de vrijwilligers en de professionals hebben vaak niet de ruimte om echt op elkaar aan te sluiten. Om af te stemmen op de leefwereld van de inwoners. Instellingsdenken, aanbodgericht denken, registratie, financiering en verantwoording maken dat lastig. Werken vanuit wijkteams kan deze attitude stimuleren, mits betrokkenen de ruimte krijgen om los van bestaande patronen met mensen mee te denken over wat daadwerkelijk zou kunnen helpen. Ook in Gelderland worstelen degenen die
verantwoordelijk zijn voor de wijkteams met het spanningsveld tussen het geven van ruimte en het willen verantwoorden van de inzet. Zeker in deze overgangsfase waarvoor de oude kaders nog gelden. Dit werkt frustrerend voor hen die echt anders met gezinnen willen werken en anders naar vraagstukken willen kijken. Het geeft inwoners en professionals niet echt de kans om anders te werken. Gezinnen, inwoners kunnen zo niet zelf verantwoordelijkheid nemen. Burgerinitiatieven Jos van de Lans geeft een aantal voorbeelden van mooie burgerinitiatieven. Hij illustreert daarmee dat mensen zich in toenemende mate opwerpen als eigenaar van oplossingen. De gemeente als facilitator. Het investeren in wijkteams is investeren in preventie. Investeren in wijkteams, in onderwijs, in de
kwaliteit van de huizen en in de omgang met gezondheid blijkt op termijn te lonen. Het voorkomt hogere kosten op lange termijn. Er zijn kosten-baten analyses gemaakt die dit aantonen. Het vraagt wel een lange adem. Ik ben blij dat dit nu ook uit onderzoek blijkt. Met mijn gezonde verstand had ik, en met mij vele anderen, deze veronderstelling al, maar als je een bewering met cijfers onderbouwt , dan is dat sterker. Het zijn besparingen op kosten die niet binnen één financieringsstroom vallen. Ze gaan ook niet voor de baat uit! Dit vraagt investeren en dat terwijl er bezuinigingen moeten worden gerealiseerd. Deze gesegmenteerde financieringsstromen zouden op wijkniveau een totaalbudget moeten worden, zodat investeren in preventie ook merkbaar voor het eigen budget geld oplevert. In Arnhem zijn ze dat van
plan, door met gebiedsbudgetten te gaan werken. Op meerdere plaatsen in Gelderland zijn initiatieven om cijfermatig de ontwikkelingen te volgen. Bijvoorbeeld in de Achterhoek. Daar gaat de Zorgmonitor inzicht geven in het behalen van beoogde ambities. In Amsterdam, zo lezen we in de beschouwing van van der Lans, zijn ze aan het experimenteren met maatschappelijk aanbesteden. Ze kijken of de uitvoering van publieke taken kan worden overgedragen aan bewoners of sociaal ondernemers uit de buurt. Een Gelders voorbeeld is in Lichtenvoorde. De Lichtenvoorde is een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. De Lichtenvoorde overweegt of ze het inzetten van vrijwilligers over kunnen dragen aan een sociaal ondernemer. Waar gaat het naar toe met het wijkgerichte werken? Burgerkracht is een trend die zichtbaar is en waarvan het waarschijnlijk is dat die doorzet. Een VNG-denktank inventariseerde in 2013, 1800 burgerinitiatieven. Bewoners zijn met elkaar de dienst gaan uitmaken in gebouwen, voorzieningen en op terreinen. Als voorzieningen aan de burgers worden opgelegd ontstaat onverschilligheid en een consumentisme. Waar ze vanzelf ontstaan krijgt het een andere intensiteit. Het wordt eigen en doet een ander appel op verantwoordelijkheid ervoor. De verwachtingen van de wijkaanpak moeten niet te hoog zijn. Velen van ons voelen zich niet aangesproken als er een appel gedaan wordt op ons gemeenschapsgevoel. Niet iedereen is een meewerkende
burger. De ‘authentieke wijkbewoner’ waar in sommige notities vanuit gegaan wordt bestaat niet. Dit lezen we in deze Anderslander ook terug in de korte gesprekjes die we met inwoners voerden. Geen van hen voelt zich aangesproken door de wijkgerichte aanpak. Een tweede trend is die van bottom-up. Verantwoordelijkheden van de rijksoverheid verschuiven naar de gemeentelijke overheid. Gemeenten krijgen de ruimte om op hun eigen manier de langdurige zorg, jeugdzorg, werken naar vermogen en het passend onderwijs in te richten. De gemeenten zijn zich hierop aan het voorbereiden onder meer door de sociale wijkteams. Zij decentraliseren door naar de wijken. De wijkaanpak heeft daar het fundament voor gelegd. Die kunnen weer aansluiten op burgerinitiatieven en het eigen vermogen van gezinnen. Het is de uitdaging voor de gemeenten om de verzorgingsstaat te verbouwen. Het is een bouwen waarbij de inzet van mensen cruciaal is. Deze is niet zo makkelijk te organiseren als het realiseren van een fysiek bouwwerk, waar stapelen van stenen de uitdaging is. Gemeenten dienen de zelforganiserende kracht van inwoners te koppelen aan voorzieningen en professionals. Meer macht en zeggenschap zijn daar een stimulans voor. Mensen zijn meer tevreden en optimistischer als ze meer te zeggen krijgen over de oplossingen in hun eigen wijk. De decentralisatie moet leiden tot meer lokale speelruimte en vrijheid. Dit geldt voor alle niveaus. Dus ook meer keuzes, macht en zeggenschap voor burgers en voorzieningen die daar op inspelen.
In zijn denken waar het naar toe gaat met onze samenleving haalt van der Lans K.Putters aan, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Volgens Putters gaan we van verzorgings-staat naar verzorgingsstad. Voorlopig zitten gemeenten, professionals en inwoners nog met een groot aantal onzekerheden en niemand weet precies hoe de lokaal georganiseerde verzorgingsstaat in de wijken er uit gaat zien. Maar … het fundament voor de wijkaanpak, uitgaande van mensen en wat hen bindt, ligt er.
Agenda voor gemeenten volgens K.Putters (SCP) Om van verzorgingsstaat naar verzorgingsstad te transformeren moeten gemeenten: • Een discussie voeren over een morele agenda waarin duidelijk wordt: wat verwachten wij van elkaar, wat is goede kwaliteit van zorg en leven en waar liggen de grenzen. • Er dient een institutionele agenda te komen die de lokale democratie en de zeggenschap van burgers regelt. • Een kennisagenda is nodig om te meten wat er gebeurt. Een meten dat recht doet aan de nieuwe werkelijkheid en dus niet alleen kwantitatieve informatie oplevert maar ook kwalitatieve.
Column Cor Klein Heerenbrink
Privacy Sociale wijkteams zijn hot. Geen zichzelf respecterende gemeente die er niet op een of andere wijze mee bezig is. Zag je twee jaar geleden naast instellingen die het licht gezien hadden, ook nog organisaties die dachten dat deze beker aan hen voorbij zou gaan, tegenwoordig huppelt iedere instelling die actief is in de eerste lijn mee in de dans om de functies in het sociale wijkteam. En geef ze eens ongelijk. Naast kennis en kunde die ze meebrengen, speelt er ook een welbegrepen eigenbelang. Opbouwwerkers, maatschappelijk werkers, cliëntondersteuners, Wmo-consulenten, jeugdzorgers, iedereen doet mee; met zijn eigen werkwijze, zijn eigen systeem en zijn eigen normen en waarden. Een van de obstakels die opgeworpen wordt voor het intensief samenwerken in sociale teams is de privacy. Hoe gaan we om met de privacy? Een hindernis die meestentijds, ik kan er niet omheen, opgeworpen wordt door het maatschappelijk werk. Blijkbaar zit er iets in het waardesysteem van maatschappelijk werkers dat hen aan de bel doet trekken. Of mijn beeld is vertekend door mijn verleden. Ik erken, met een verleden als opbouwwerker ben ik niet geheel van smetten vrij. Natuurlijk, ze hebben groot gelijk. Privacy is een groot goed. Het moet gekoesterd worden, beschermd, tot het uiterste verdedigd. Maar soms kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het wordt gebruikt als vluchtweg. Om niet intensief te hoeven samenwerken, om niet in je eigen keuken te laten kijken. Een professional die zijn gebied kent, kent zijn pappenheimers. De vraag of je alles vast moet leggen, is een andere. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig werkte ik in een gebiedsteam op een woonwagencentrum. Een uiterst multidisciplinair team kan ik u vertellen. Met de wijkagent, de verhuurder van de standplaatsen, de beheerder van het kamp, die een marechaussee-achtergrond had, de maatschappelijk werker, de opbouwwerker, de peuterleidster. Af en toe schoof de pastoor zelfs aan. Een multidisciplinair team van werkers, dat wist waar ze het over had. Wist waar de pijn zat, waar de kwetsbaren woonden en de schijnbaar onaantastbaren. Privacy werd een thema. In het team aan de orde gesteld door het maatschappelijk werk. Over bewoners praten met naam en toenaam kon niet zomaar meer. Er werd met initialen gewerkt. Iedereen wist wie bedoeld werd, maar Piet werd P, en Janus werd J. De pastoor had het allemaal nog niet meegekregen toen hij weer eens aanschoof bij het team. Er werd een casus besproken. Ins en outs van W gingen over tafel. De pastoor zat stil te kijken en nam niet deel aan de discussie. Het leek aan hem voorbij te gaan. Hij boog zich naar mij over en vroeg: “Wat is dit Cor? Waarom hebben jullie het steeds over W en noemen jullie zijn naam niet?” “Nieuwe regels”, zei ik, ook pas aan het begin van mijn loopbaan, dus redelijk volgzaam in dit soort zaken. “Namen mogen niet meer genoemd worden. Privacy!” Hij keek me ongelovig aan, vervolgens iedereen in het gezelschap, waardoor de discussie verstomde. In de stilte die volgde vroeg hij: :“Wat zijn dat voor fratsen? Privacy. Ah me hoela. Over wie hebben jullie het?” De naam werd schoorvoetend genoemd. “Welke Willem?”, vroeg de pastoor. “De Bomenneuker” was het antwoord. “Oh, die Willem!” En zijdelings tegen mij: “Zet dat maar niet in het verslag mijn jongen, dat is niet nodig!”
Cartoon silly Spectrum helpt u verder
Wilt u meer weten? Of heeft u een concrete vraag? Stuur nu dit contactformulier in. Spectrum ondersteunt (sociale) wijkteams en gemeenten graag in hun aanpak en inzet. Dit doen wij ondere andere met adviestrajecten, workshops/trainingen, netwerkbijeenkomsten, kennisateliers, onderzoeken of procesondersteuning.
rr rr rr rr rr rr rr rr rr rr
Een sociaal wijkteam oprichten. U wilt weten wat de mogelijkheden en aandachtspunten zijn in uw gemeente? Hoe kunt u uw sociale wijkteam zo effectief mogelijk inzetten? Hoe verbindt u de sociale wijkteams met de inwoners (en andersom)? Waar legt u in uw sociale wijkteam welk mandaat en wat zijn de consequenties? Wat kunnen sociale wijkteams betekenen in de toegangspoort? Hoe kunt u het sociale wijkteam stimuleren meer gebruik te maken van vrijwillige inzet en collectieve voorzieningen? Welke evaluatie- en reflectiemethoden kunt u bij de sociale wijkteams inzetten? U wilt meer PR voor uw sociale wijkteam. U wilt hulp bij het beschrijven van de werkwijze. U wilt de samenwerking binnen en/of tussen de sociale wijkteams en andere partners bevorderen. Iets anders, namelijk: ........................................................................................................................................................... Wij nemen zo snel mogelijk contact met u op. Dit gesprek is volledig vrijblijvend
Organisatienaam: Naam contactpersoon: Telefoon: Email:
............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................
Na het invullen van deze gegevens, kunt u dit bericht uitknippen en posten naar het onderstaand antwoordnummer of mailen naar
[email protected]. SPECTRUM, partner met elan. Antwoordnummer 184 6880 VB VELP
4 oost achterhoek
oost achterhoek 5
Hoe zit het in oost Achterhoek
men weet elkaar te vinden in winterswijk
Een passende structuur voor plattelandsgemeenten
Winterswijk - De Post is het oude postkantoor in Winterswijk en dé plek waar je moet zijn als je vragen hebt over iets dat met samenleven te maken heeft. Over wonen, werk of zorg. Over vluchtelingen of onderwijs, schuldhulpverlening, veiligheid of omgaan met dementie. Eenvoudige vragen of zwaardere problemen: je kunt in De Post terecht. Inwoners van alle leeftijden zijn welkom. Ook de professional kan er binnenlopen. Ze kunnen elkaar opzoeken voor collegiaal overleg of om consult te vragen aan specialisten.
Aalten, Oost Gelre en Winterswijk kiezen voor sublokaal door Marijke Visschedijk
Oost Achterhoek - ‘Vertrouwen’ en ‘doen’ zijn sleutelwoorden in het gesprek met Ton Edelbroek. Ton is directeur van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Slinge-Berkel en voorzitter van de regiegroep jeugdzorg-onderwijs in de regio Oost Achterhoek. Hij vertelt vanuit de invalshoek ‘onderwijs’ over de samenwerking in Oost Achterhoek. Op deze pagina’s meer informatie over het Ondersteuningsteam vanuit de gemeente Winterswijk en over de Zorgmonitor.
Het Ondersteuningsteam en de school Voor scholen biedt de nieuwe manier van werken voordelen. Ze kunnen dagelijks een beroep doen op het team en een melding wordt snel door het Ondersteuningsteam opgepakt. Sneller, merken ze, dan in het verleden. De zorgcoördinator of de Intern Begeleider van scholen kunnen digitaal een casus aanmelden. En casussen komen niet alleen vanuit het onderwijs; vele instanties en steeds meer burgers kennen inmiddels de mogelijkheden en snelle inzetbaarheid van dit team. Op de scholen voor voortgezet onderwijs is op vaste tijdstippen iemand van het Ondersteuningsteam aanwezig. Ze hebben een vaste contactpersoon in het Ondersteuningsteam. Daarnaast is er een orthopedagoog werkzaam. Als zij signaleert dat er ook problemen in de thuissituatie zijn, pakt het Ondersteuningsteam dat deel op. Omgekeerd kan het team ook de leerkracht ondersteunen als daar vanuit de gezinsaanpak aanleiding toe is. Als
Organisatie en aansturing In het Ondersteuningsteam zijn medewerkers actief uit acht organisaties: Organisatie Bureau Jeugdzorg Sensire Lindenhout MEE Gelderland De Lichtenvoorde Estinea Samenwerkinsgverband Slinge-Berkel Siza
Aantal medewerkers 3 3 2 2 1 1 1 1
Het Ondersteuningsteam wordt aangestuurd door een regiegroep en een stuurgroep. De stuurgroep bestaat uit bestuurders van scholen en gemeenten en managers van de jeugdhulpverlening/jeugdzorg. De stuurgroep komt enkele keren per jaar bijeen om bestuurlijk de ontwikkeling goed te borgen. De regiegroep is klein en ondersteunt de teamleider. De groep komt maandelijks bij elkaar en bestaat uit sleutelfiguren vanuit de verschillende domeinen. Deze structuur werkt goed, verantwoordelijkheden zijn goed vastgelegd. De medezeggenschapsraad van het samenwerkingsverband VO, die onlangs is geïnstalleerd, heeft ook ingestemd met de werkwijze van het Ondersteuningsteam.
er problemen spelen bij een jongere, wordt de mentor van de leerling betrokken. De scholen voor voortgezet onderwijs hebben geen zorg- en adviesteams (ZAT) meer. In het primair onderwijs nog wel. Het aantal aanmeldingen is het afgelopen jaar echter teruggelopen. En dat komt mede door de bemoeienis van het Ondersteuningsteam. Naast individuele vragen pakt het Ondersteuningsteam thematisch vraagstukken op die op de scholen spelen, zoals middelengebruik, drukke kinderen en de straatcultuur. De eerste resultaten In de Tussenevaluatie van maart 2014 staan de eerste resultaten. Er zijn 160 casussen opgepakt waarvan 60% jeugdigen in de leeftijd van 12 -23 jaar betreft. De meeste aanmeldingen kwamen vanuit het onderwijs. De gemiddelde doorlooptijd is circa 2,5 maand. Er zijn heel wat successen te melden. Minder overleg tussen instellingen, meer samenwerking op casusniveau waarbij een regisseur een plan aanstuurt en minder meldingen in de ZAT’s. De kwaliteit van de medewerkers is als goed beoordeeld, evenals de betrokkenheid van de partners. Het snelgroeiende aantal meldingen kon snel opgepakt worden. De bovenlokale gemeentelijke samenwerking en de samenwerking met het onderwijs dragen bij aan draagvlak, bevorderen de kwaliteit en zorgen voor een continuïteit van het team. Ontwikkelpunten zijn er ook. De communicatie en de verbinding met de nulde lijn kan beter. Op een aantal scholen moet het Ondersteuningsteam nog meer in beeld komen. De kengetallen die beschikbaar zijn geven nog niet genoeg informatie of de beoogde sociale meerwaarde uit de visie bereikt wordt. Het overleg is gaande over welke kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren een goed beeld van de resultaten kunnen geven. De samenwerkende partners in het project gaan de komende periode aan de slag met de ontwikkelpunten, zodat op 1 januari 2015 deze generalistische werkwijze structureel is voor Oost Achterhoek. Heb lef, ga doen! Na al deze zakelijke informatie wil Ton Edelbroek graag zijn enthousiasme meegeven. Heb lef, ga doen! Vertrouwen in elkaar is dan wel de voorwaarde. Ga er vanuit dat je een aantal problemen tegenkomt, maar dat je daar met elkaar ook wel weer uitkomt, als je de uitgangspunten, visie en de inhoud voorop laat staan. En wie vragen heeft mag hem gewoon bellen: 06 11 34 33 13.
De Post, Winterswijk
De zorgmonitor werkt door Anja van de Boer
oost achterhoek - “In ons team hebben we snelheid en communicatie hoog in het vaandel staan. Het gebruik van de Zorgmonitor als registratiesysteem maakt het mogelijk om snel zicht te hebben op gezinnen en hun zorgplan”. Aan het woord is Jeroen Stevens. Hij is voorman van het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek en werkzaam bij zorginstelling De Lichtenvoorde.
gemeenten, de scholen en dienstverlenende organisaties. Iedereen wil en doet mee, waardoor de onderlinge lijnen kort zijn. Jeroen Stevens is aangesteld als voorman van het Ondersteuningsteam en hij heeft vervolgens acht generalisten uit verschillende (jeugdzorg)organisaties geselecteerd op de combinatie enthousiasme en lef om te pionieren. (Zie ook de interviews met Noortje Schuddebeurs en Ton Edelbroek op deze pagina’s).
De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) Zorgmonitor is een digitaal instrument dat door Gelderse gemeenten ingezet kan worden om cliënten of gezinnen te monitoren. In de regio Achterhoek leefde de wens om op een eenvoudige manier informatie over (multiprobleem) cliënten en gezinnen te registreren. De gemeenten hebben besloten om de Zorgmonitor in te zetten. Op deze manier is snel compacte en noodzakelijke informatie in te zien over de geregistreerde cliënten en gezinnen. De Zorgmonitor biedt de mogelijkheid om cliëntinformatie te delen met ketenpartners. Dit komt de kwaliteit van zorg ten goede. Daarnaast levert de Zorgmonitor informatie over geleverde zorg en dit is relevante input voor beleid op verschillende niveaus.
Snel om tafel Binnen twee dagen nadat een signaal bij het Ondersteuningsteam binnenkomt, wordt er contact opgenomen met de jongere of het gezin. Het streven is om binnen twee weken met hen rond de tafel te zitten. Een van de teamleden neemt bij een signaal de regie op zich. Dit teamlid draagt zorg voor het aanmaken van het zorgplan in de Zorgmonitor. In dit zorgplan staat kort en bondig beschreven hoe het plan eruit ziet om het gezin weer zelf verder te kunnen laten functioneren. Het regisserende teamlid is de enige die de informatie over de jongere of het gezin kan aanvullen of aanpassen. Anderen die te maken krijgen met de jongere of het gezin kunnen alleen meelezen. “Voordeel van deze werkwijze is dat er geen vertroebeling van het systeem plaatsvindt. We moeten ook niet vergeten dat het om een monitor gaat en niet om een rapportagesysteem.”
Eén gezin, één regisseur, één plan Het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek heeft ervaring met de Zorgmonitor. Het team is sinds mei 2013 actief in de gemeenten Oost Gelre, Aalten en Winterswijk en heeft de opdracht om in een pilot vorm te geven aan het jeugdbeleid vanuit de visie ‘Eén gezin, één regisseur, één plan’. Wat in deze pilot opvalt is de nadrukkelijke samenwerking tussen de
Hobbels aanpakken “De medewerkers van het Ondersteuningsteam waren niet direct gecharmeerd van de Zorgmonitor”, vertelt Jeroen. De grootste weerstand zat in het invoeren van de basisgegevens. De medewerkers vonden dit een
tijdrovende klus. Binnen het team is toen naar een oplossing gezocht en die werd gevonden: een bureausecretaresse van De Lichtenvoorde voert nu alle basisgegevens in. Deze manier van aanpakken typeert de werkwijze van het Ondersteuningsteam: gewoon doen en komen we hobbels tegen dan pakken we die gezamenlijk aan. Nu werkt het hele team met de Zorgmonitor. “Dat het werkt, ervaar je pas als je er mee gaat werken”, concludeert Jeroen. “Doordat iedereen met hetzelfde systeem werkt, wordt dezelfde taal gesproken. Het systeem geeft compact en overzichtelijk essentiële informatie weer. Andere organisaties kunnen gemakkelijk betrokken worden bij het plan van aanpak door ze in de Zorgmonitor mee te laten lezen. Daarnaast is het een simpel communicatiesysteem voor de teamleden onderling: ze hebben snel zicht op de jongere of het gezin en weten wie er vanuit het team verantwoordelijk is voor de regie.”
Elf organisaties werken samen in De Post. Ze zijn daadwerkelijk in De Post gehuisvest of hebben er een spreekuur. Met de overige organisaties zijn korte lijnen. “Men weet elkaar te vinden in Winterswijk”, constateert Noortje Schuddebeurs. Noortje is coördinator van De Post. Ze werkt sinds 2009 voor de gemeente Winterswijk om het proces van de transities richting te geven en te realiseren. “In Winterswijk kiezen we niet voor blauwdrukken die de plannen voor jaren vastleggen. We willen in Winterswijk een brede intake, warme overdracht, werken in netwerken, doen wat er moet gebeuren en één plan van aanpak. We werken al doende dat wat succesvol is verder uit in de richting van de kanteling. We bieden individueel wat nodig is, maar zijn op zoek naar wat collectief kan. We zetten stevig in op het vergroten van de leefbaarheid”. Budgetten bundelen Noortje is trots op wat er gerealiseerd is in Winterswijk. “Het succes heeft zeker ook te maken met het initiatief vanuit het onderwijs. Zij stelden voor om hun budgetten voor hulp aan gezinnen samen te voegen met de budgetten die de gemeente daarvoor heeft.” Door die bundeling is sinds april 2013 het Ondersteuningsteam (OT) actief. Het is een team van generalisten die alle vragen op het gebied van opvoeden en opgroeien oppakken. Van licht tot zwaar en van ondersteuning aan het gezin tot support van de leerkracht in de klas. Er is twijfel geweest over de keuze voor een lokaal team of een sublokaal team met de gemeenten Aalten en Oost Gelre. Noortje: “Er is gekozen voor sublokaal en achteraf gezien is dat een goede keus.” Meer informatie over de samenwerking met het onderwijs leest u in het interview met Ton Edelbroek. Lokaal Lokaal is er het Sociale Team. Dat team heeft de taak om de vragen op het brede sociale terrein op te pakken. Ook met lichte
Toekomst “Bij ons blijft de Zorgmonitor regelmatig op de agenda staan om ervoor te zorgen dat de monitor in ontwikkeling blijft: daar moet je immers zelf een actieve rol in spelen.” Jeroen ziet voor de toekomst nog wel uitbreidingskansen voor de Zorgmonitor. “We kunnen meer profijt uit het systeem halen als de Zorgmonitor ook in de rest van de aangrenzende gemeenten en regio’s wordt gebruikt. Daarmee voorkom je namelijk bureaucratie en volgens mij zijn we het er met z’n allen over eens, dat het we het zo simpel mogelijk moeten houden. Gemeentegrenzen moeten geen blokkade gaan vormen voor de Zorgmonitor.”
opvoedvragen kunnen inwoners lokaal terecht. De twee baliemedewerkers van De Post zijn spin in het web. Zij luisteren naar de vraag en als die niet ter plekke te beantwoorden is, plannen zij een gesprek. In principe doen zij een brede intake, waarin alle levensgebieden even aan de orde worden gesteld, om zo een integraal beeld te krijgen. Zij schakelen door naar de werker die het best kan aansluiten op de gestelde vraag of sluizen door naar het Ondersteuningsteam. Dat gaat er mee verder. Ook signalen van zorg over een gezin of alleenstaande worden door dit team opgepakt. De jongerenwerker of een ander lid van het Sociale Team belt eens aan of houdt een vinger aan de pols. Zijn de zorgen over een gezin groot en komt het contact niet op gang dan wordt Bureau Jeugdzorg betrokken. Als het nodig is kunnen zij, via de kinderrechter, gedwongen hulpverlening op gang brengen. Of de geestelijke gezondheidszorg wordt ingeschakeld. De middelen voor deze werkwijze heeft de gemeente vrij gemaakt door de subsidie aan het welzijnswerk en het maatschappelijk werk te stoppen. Wat in Winterswijk beter kan, is volgens Noortje het contact met de inwoners. “Zowel het informeren van inwoners als het betrekken van mensen bij al deze ontwikkelingen kan beter. Het is geen onwil, maar vooral een omslag waar we in zitten. Het is niet meer inspelen op problemen, maar juist het vinden van kansen en krachten en die ondersteunen. Dus activiteiten opzetten waar inwoners zelf bij betrokken worden. Een voorbeeld waar het al wel gebeurt is leefbaarheid. Daar zoeken ze echt met doelgroep naar collectieve oplossingen voor gemeenschappelijke vraagstukken. Bijvoorbeeld over eenzaamheid onder ouderen. Met de ouderen zelf zoeken ze naar iets in de wijk wat hen helpt om het gevoel van eenzaamheid te beperken.” Breed kijken Het Ondersteuningsteam en het Sociale Team zijn een succes. Dat blijkt uit de gegevens die de Zorgmonitor heeft opgeleverd (zie artikel hiernaast). Het aantal uithuiszettingen is het afgelopen jaar met vijftig procent verminderd, met ruim honderd gezinnen is contact geweest en de samenwerkende organisaties werken zichtbaar beter samen. Ze maken meer gebruik van elkaars deskundigheid, ze werken vanuit een gezamenlijk plan en leren van elkaar. Noortje ziet dat de schuldhulpverlening meer oog heeft voor de psychosociale problemen van het hele gezin. “De medewerkers van zorgaanbieders kijken ook naar de meer praktische vragen waar ouders mee zitten. Dus inderdaad breed kijken en slim en creatief samenwerken.”
foto: Marijke Visschedijk
Aan de slag Op basis van een visiedocument is in het voorjaar van 2013 een intentieverklaring getekend. Nog niet alles was tot in detail uitgewerkt, maar men wilde aan de slag met het Ondersteuningsteam. De werkers in het Ondersteuningsteam pakken de vraagstukken breed op voor de doelgroep 0-23 jaar. De ambitie is om sneller in de gezinnen te komen, preventiever te werken en daardoor complexe problematiek
zoveel mogelijk te voorkomen. Andere doelen zijn minder protocollen, minder registratielast en professionele ruimte voor de werkers. De medewerkers hebben gesolliciteerd naar de functie van generalist. Ze blijven in dienst van hun eigen organisatie en blijven daar ook deels nog voor werken. Dit laatste om deskundig te blijven in hun specialisme. Zij zijn zowel generalisten die breed inzetbaar zijn, als specialisten die ingeschakeld kunnen worden als hun specialisme in een zaak nodig is. Dit geeft soms extra werkdruk, maar de voordelen voor de medewerker zelf en de beschikbare expertise in het team zijn groot. De volgende stap is om de verbinding van het ondersteuningsteam met de MBO-school, het Graafschap College, te leggen.
foto: Marijke Visschedijk
Het Voortgezet Onderwijs (VO) en het Primair Onderwijs (PO) en de gemeenten Aalten, Oost Gelre en Winterswijk wilden een laagdrempelige regionale voorziening voor gezinnen met vragen over opvoeden. Van lichte problematiek tot complexe vraagstukken. Gemeenten en onderwijs hebben beide een verantwoordelijkheid, als het gaat om signalering en het bieden van hulp aan gezinnen met kinderen. Samen zijn ze in 2011 gestart om energie, menskracht en budget dat bedoeld is voor ondersteuning in de thuissituatie samen te voegen. “Bundeling is efficiënter en voor de gezinnen beter”, zo denkt men in Oost Achterhoek. De keuze voor een sublokaal opererend team is om twee redenen gemaakt. Ten eerste omdat het uitvoeren van meer taken met minder geld alleen mogelijk is door expertise en geldstromen te bundelen. Een tweede reden is de regionale functie van de scholen voor speciaal en voortgezet onderwijs. Een regionale structuur past goed bij plattelandsgemeenten. In de drie andere gemeenten waarmee het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Slinge-Berkel te maken heeft, is gekozen voor een lokale opzet. Daarmee maakt het samenwerkingsverband afzonderlijk afspraken.
door Marijke Visschedijk
Noortje Schuddebeurs
6 ARNHEM
ARNHEM 7
Zorgcoördinator als spin in het web
“Het stimuleren van de zelf- en samenredzaamheid staat voorop”
door Anja van de Boer
ARNHEM - Onder het motto ‘één gezin, één plan, één regisseur’ wordt in de gemeente Arnhem al sinds 2006 gewerkt in een Overlast Zorg Overleg (OZO). Op dit moment zijn er zeven OZO’s actief, die alle wijken van Arnhem voorzien. Noortje Ruisbroek en Chris Zeevenhooven, beiden als wijkregisseur betrokken bij een OZO, ervaren bijna dagelijks wat overlast met wijkbewoners doet. De kracht van de OZO’s is volgens de wijkregisseurs in grote mate te danken aan de vakkundigheid van de zorgcoördinatoren en de betrokkenheid van niet-zorgpartners.
door Anja van de Boer
Arnhem - Arnhem zet koers naar een ‘veerkrachtige samenleving’. Een samenleving waarbij het benutten van de eigen kracht en de inzet van sociale netwerken voorop staat. In 2015 wordt de gemeente bij de uitvoering van sociale taken in acht gebieden opgedeeld. In elk van deze gebieden komen twee gebiedsteams: één voor jeugd en één voor volwassenen. “Ter voorbereiding op deze gebiedsgerichte aanpak zijn in de wijken Presikhaaf en Schuytgraaf/Elderveld dit jaar twee gebiedsteams volwassenen gestart”. Aan het woord is Nicole Voestermans. Zij is werkzaam bij de gemeente Arnhem en projectleider van deze ‘proeftuinen’.
Samen aan de slag Begin 2014 zijn de gebiedsteams volwassenen met elk negen generalisten en één teamcoach van start gegaan. De generalisten vertegenwoordigen alle domeinen van de
18+ Het gebiedsteam volwassenen richt zich op inwoners vanaf 18 jaar. Jongeren onder de 18 en hun gezinnen kunnen met vraagstukken bij het gebiedsteam jeugd terecht. “In Arnhem is er voor gekozen om gebiedsteams in te richten voor ongeveer 20.000 inwoners. Gezien de relatief grote gebieden en complexe vraagstukken waar we mee te maken hebben, is er gekozen voor de scheiding jeugd en volwassenen. Op deze manier kunnen de generalisten zich sterk focussen op de ‘eigen’ doelgroep.”
De domeinen van de zelfredzaamheidmatrix 1. Financiën 2. Dagbesteding 3. Huisvesting 4. Huiselijke relaties 5. Geestelijke gezondheid 6. Lichamelijke gezondheid 7. Verslaving 8. Activiteiten dagelijks leven 9. Sociaal netwerk 10. Maatschappelijke participatie 11. Justitie
met acht gebiedsteams volwassenen en acht gebiedsteams jeugd in de gemeente Arnhem. De ervaringen van deze pilot spelen hierbij een rol, maar ook de ervaringen in andere gemeenten met sociale wijkteams. “We zoeken hierin naar een balans: we willen het wiel niet opnieuw uitvinden, maar nemen ook niet
Van twee naar acht gebiedsteams Eind mei 2014 wordt duidelijk of er in januari 2015 gestart gaat worden
Voor een generalist is het essentieel om te kunnen en willen loslaten, de burger centraal te stellen en outreachend te werken Nicole Voestermans
blindelings de ervaringen van andere gemeenten over”, aldus Nicole. De grootste uitdaging voor de toekomst is om niet in elkaars vaarwater te komen en met z’n allen de meerwaarde van het gebiedsteam te zien. Het gebiedsteam wordt wel eens als ‘indringer’ gezien en Nicole
benadrukt dat het belangrijk is om in te blijven zien waar we met z’n allen voor gaan: voor zelf- en samenredzame inwoners in Arnhem.
Herrie, stank, rommel in de tuin, voortdurend dichte gordijnen
De zorgcoördinatoren hebben een centrale rol in de vervolgaanpak vanuit het OZO. De zorgcoördinator kiest een plan van aanpak en houdt vervolgens de regie in handen. Dit houdt in dat hij of zij samen met bewoners die overlast veroorzaken in de wijk het plan van aanpak bespreekt. Daarnaast controleert de zorgcoördinator of gemaakte afspraken nagekomen worden en is hij of zij het aanspreekpunt voor betrokken partijen. Het OZO streeft ernaar om zoveel mogelijk hulp en ondersteuning vanuit de wijk of het netwerk van de bewoner te laten komen. Zorgpartners worden pas ingeschakeld als ondersteuning vanuit het (eigen) sociale netwerk onvoldoende blijkt.
De wijkregisseurs hebben een helikopterview en zijn de smeerolie voor een wijk Noortje Ruisbroek
De toekomst In de Arnhemse wijken zijn in 2013 338 trajecten afgesloten. Met de komende transities komt de verantwoordelijkheid voor zorgvragen ook bij de gemeenten te liggen. Wat dit betekent voor de OZO’s is nog niet bekend. Noortje en Chris zien in de toekomstige aanpak een belangrijke rol weggelegd voor de zorgcoördinator: “De zorgcoördinator is immers goed in staat is om verbindingen te leggen tussen inwoners en het professionele netwerk.” Chris en Noortje zijn ervan overtuigd dat het OZO een heel effectief systeem is om een deel van dure hulpverlening te voorkomen. Ze zijn positief gestemd en verwachten dat de kennis en ervaring die is opgedaan met de OZO’s een belangrijke rol zal spelen in de toekomstige aanpak: “Het is heel zinvol om de opgedane ervaring ook in de toekomst in te zetten.”
(advertentie)
M�n��� z�u��� �es� wa� v���� ��ka�� �� ���� ������ s���e��� . Ma�� �� k�� �� ��e� ���n��� …
Al� �� �e� ��l� m�e� d��� , ma� �e� d�� �� ���� �i��� m�����? … da� z�� �� �r�a� ������ �� da�� ��� �� �� o�� �es� vo�� ������� .
Al� �� �� ��e� b���n�� �i� ��� �� b�n� da� �e� �i���k�.
Le� �� ���� ��e� ��, b����� �� ��w���r� �� �� �i��� h�u��� �et� ���� �n��r� v�� …. Wa� ��?
Ha� �� �����n�� ��e� �e���� ������ �eg��� da� ���� ���� ��l� vo�� i�?
O�� �es m�n ���k� v o� ���z� r��r � �!
foto: Henriette Neuijen
Samenstellen gebiedsteam volwassenen Het idee is om de gebiedsteams volwassenen te laten bestaan uit ongeveer tien generalisten, afkomstig van verschillende eerste- en tweedelijnsorganisaties. Allen met een sterke drijfveer om gebiedsgericht te willen werken. Volgens Nicole is het voor een generalist essentieel om te kunnen en willen loslaten, de burger centraal te stellen en outreachend te werken. De aansturing van het team moet door een teamcoach geschieden. Het ontwikkelteam heeft een profiel opgesteld voor de teamcoach.
zelfredzaamheidmatrix. In de wijk Schuytgraaf/ Elderveld is eind 2013 een gebiedsteam jeugd gestart. Nicole: “Er is bewust voor gekozen om de gebiedsteams jeugd en volwassenen in één gebied te laten starten. Zo kan direct ervaring opgedaan worden in de onderlinge afstemming tussen de teams. De teams zijn immers complementair aan elkaar”. Er wordt ook samengewerkt met het Overlast en Zorg Overleg (OZO) en het wijkgezondheidsteam. De zorgcoördinator van het OZO neemt deel aan de overleggen van het gebiedsteam volwassenen. Hetzelfde geldt voor een lid van het netwerk van het wijkgezondheidsteam (lees meer over de werkwijze van het OZO in het artikel hieronder).
foto: Jacqueline de Maertelaeree
“In de verkennende periode voor de proeftuinen zaten we met zo’n veertig partners om tafel. Belangstellende partners die actief meedachten, maar ook ieder hun eigen mening hadden. Om de voortgang van de proeftuinen niet te remmen is besloten een ontwikkelteam samen te stellen uit deze partners”, aldus Nicole. “In dit ontwikkelteam zitten de grootste twaalf zorg- en welzijnsinstellingen van Arnhem. Bij de samenstelling van het ontwikkelteam is ook rekening gehouden met de elf domeinen van de zelfredzaamheidmatrix: alle domeinen zijn vertegenwoordigd.”
Herrie, stank, rommel in de tuin, voortdurend dichte gordijnen. Voorbeelden van overlast en mogelijke signalen voor zorg die in een wijk kunnen voorkomen. Het OZO is er op gericht om dergelijke overlast in de wijk te bestrijden door te signaleren en de juiste hulpverlening op gang te brengen. De kernpartners in het OZO zijn de gemeente, de wijkagent, de woningcorporatie en de zorgcoördinator. Opvallend is het ontbreken van zorgpartners.
De zorgcoördinator denkt van klein naar groot Chris Zeevenhooven: “De zorgcoördinatoren die in Arnhem werkzaam zijn, zijn ervaren maatschappelijk werkers. Ze beschikken over een ruim netwerk en zijn heel goed in het leggen van de verbinding tussen burgers en het professionele netwerk. Een zorgcoördinator is in staat om van klein naar groot te denken (inductief ). Dit zorgt ervoor dat ze heel open en onbevangen te werk gaan. De afgelopen jaren zijn de zorgcoördinatoren uitgegroeid tot heel vakbekwame mensen die weliswaar op hun eigen manier hun rol inkleuren, maar steeds meer volgens eenzelfde methode werken. Daardoor is het vak van zorgcoördinator heel herkenbaar geworden.” Noortje Ruisbroek vult aan dat er een duidelijke taakverdeling is tussen de wijkregisseurs en zorgcoördinatoren. “De wijkregisseurs treden sturend op richting welzijns- en zorginstellingen als de hulpverlening niet functioneert zoals gewenst door een OZO. Zij hebben een helikopterview en zijn de smeerolie voor een wijk. De zorgcoördinatoren staan daarentegen veel dichter bij de inhoud. Doordat zorgcoördinatoren geen dwang hoeven uit te oefenen richting welzijns- en zorginstellingen, blijven ze een onafhankelijke rol houden richting deze instellingen en kunnen ze zich blijven richten op de inhoud. De zorgcoördinator is ook de verbindende schakel naar de gebiedsteams (zie het artikel hierboven voor de werkwijze van de gebiedsteams).
8
FOODVALLEY 9 Tweets sociale wijkteams
JIM netwerkt in Rhenen en Veenendaal
Een BELRONDJE langs alle 56 Gelderse gemeenten
door Alexandra Bordewijk
Sociale Vraagstukken @socialevraagst Apr 23 Blind geloof in wijkteams vraagt om nuancering. www. socialevraagstukken.nl/site/2014/04/23/blind-geloof-in-wijkteams-vraagt-om-nuancering/ …
Henriette Neuijen @henriette_n 23h #sociale wijkkrant van @Spectrumelan vordert gestaag. Noteer vast bijeenkomst 10/6 “Tijd om van elkaar te leren”. http://shar.es/SHIYS ”
KDV de Imme @ProkinoKDV_Imme Apr 17 Goed overleg vandaag met kinderopvangorganisaties bij #spectrum .Wij hebben onze rol in de wijk. Samenwerken met wijkteams en #cjg4kracht
Zorg + Welzijn @zorgenwelzijn Apr 16 Opbouwwerker Suzanne vertelt mooi hoe zij en haar collega’s wennen aan het #wijkteam : https://bitly.com/shorten/
rhenen - JIM wordt de laatste tijd opvallend vaak gesignaleerd in Rhenen en Veenendaal. Niet alleen mannen, maar ook vrouwen luisteren naar deze naam. Hun achtergrond is zeer divers: sportcoach, leerkracht, tante, buurman. Allemaal kunnen ze goed luisteren en denken ze mee over belangrijke keuzes. Deze JIM’s zijn goud waard.
Afzonderlijk team voor opvoed- en opgroeivraagstukken Tien gemeenten kiezen expliciet voor een afzonderlijke opzet voor jeugd en/of jeugd en gezin .
Ontwikkelingen in het sociale domein Alle gemeenten zijn op de een of andere manier bezig met het ‘reorganiseren’ van het sociale domein. Ze kunnen allen benoemen hoe de richting van die reorganisatie van het sociale domein eruitziet. In 29 gemeenten typeren ze deze als ‘in ontwikkeling’, de overige 27 gemeenten hebben een beeld hoe ze willen dat het gaat worden en zijn ook met de uitvoering daarvan bezig. De fase en de vorm van de ontwikkelingen variëren van pilot, proeftuin, eerste evaluatiefase tot implementatiefase met ruimte voor verdere aanpassingen.
Geen team Er is ook een klein aantal gemeenten dat nadrukkelijk laat weten niet voor een team te kiezen. Zij zetten in op een netwerkorganisatie. Een gemeente stelt leefbaarheid als eerste prioriteit bij het wijkgerichte werken.
Suzanne de Ruig, systeemtherapeut bij jeugdzorgorganisatie Youké: “JIM’s zijn inderdaad goud waard. We zijn blij dat we ze kunnen vinden en op ze kunnen rekenen.” Maar over wie hebben we het? Suzanne: “JIM staat voor ‘door Jullie Ingezette Mentor’ en is een vertrouwenspersoon voor jongeren met complexe problematiek, die grote kans lopen om uit huis te worden geplaatst. Veelal omdat de ouders het niet meer aankunnen of omdat de gezinsvoogd de situatie thuis niet meer verantwoord vindt. Samen met een aantal collegaorganisaties zijn we op zoek gegaan naar een manier waarop we deze jongeren en hun gezin toch nog perspectief kunnen bieden, in de eigen thuissituatie.”
Samenwerking In vier gebieden benoemen ze dat de wijkteamontwikkeling in samenwerking met buurgemeenten gaat, namelijk in: • Lochem en Zutphen • Aalten, Winterswijk en Oost Gelre • Millingen a/d Rijn, Ubbergen en Groesbeek • Neerijnen en Tiel
Sociaal wijkteam favoriet In 21 gemeenten komt in de naam het ‘sociale’ naar voren zoals: sociaal wijkteam of sociaal team. Drie gemeenten kiezen voor de term ‘wijkteam’ en twaalf gemeenten kiezen voor ‘gebiedsteams’. Daarnaast zijn er nog veel andere namen, zoals kernteam, jeugdteam, basisteam en Voormekaarteam. Samenwerking tussen buurgemeenten
Hattem Oldebroek Elburg
Inge Steinbuch @I_Steinbuch Apr 17 Gemeenten bepalen vaak hoe het eruit moet zien bijv met wijkteams. Vraag toch aan de profs wat kan worden verbeterd #jgz @ActiZJeugd
Heerde
Nunspeet
Harderwijk
Epe
Mentorprofiel Sinds november 2013 zijn Suzanne de Ruig en haar collega’s met deze nieuwe werkwijze in Rhenen en Veenendaal aan de slag gegaan. “De aanpak onderscheidt zich van andere hulpvormen door het werken met JIM en met een expertteam dat naar de jongere en het gezin toekomt. Samen met de jongere stellen we eerst een
Ermelo
Putten
Voorst
Nijkerk Apeldoorn
Marijke Visschedijk @MarijkeVissched May 2 Net “ Het fundament, een wijkgerichte aanpak” van Jos van der Lans gelezen. Een fundament voor het denken er over. Jos bedankt!
Lochem
Barneveld Zutphen Berkelland
Brummen Scherpenzeel
Ede
Rozendaal
Wageningen
Zorg + Welzijn @zorgenwelzijn Apr 2 Hoe generalistische #wijkteams bij kunnen dragen aan de #decentralisatie jeugdzorg: bit.ly/1ebfwOh
Culemborg
Overbetuwe
Druten
Tiel Lingewaal
Neerijnen
Beuningen
West Maas & Waal
Nijmegen
Ubbergen
Millingen aan de Rijn
Christine Mellink @ChristneMellink 52m De paradox van de sociale wijkteams blikophulp.nl/socialewijkteams-column/ … Terugkeer naar het oude opbouw- en maatschappelijk werk
Welzijn 3.0 @Welzijn30 Apr 17 Al 908 mensen lazen mijn blog “Sociale wijkteams, hoe blijf je er vandaan?” op @zorgenwelzijn Wat vind jij er van? bit.ly/1hOo03n
Jeugdbeleid @jeugdbeleid Apr 29 Wijkscan als hulpmiddel voor inrichting #wijkteams. Leer van #Almere www.osalmere.nl/docs/Wijkscan%20Almere%20 transitie%20sociale%20domein%20jan%202014.pdf …
De gemeenten Veenendaal en Rhenen, de provincie en Youké financieren gezamenlijk de uitvoering van deze methodiek. Ook in regio Eemland en Gooi & Vechtstreek is deze werkwijze te vinden. Aan de methodiek is onderzoek gekoppeld: bij de start, tussentijds en bij afsluiting. Suzanne: “Ook is onlangs een groep van zes JIM’s en een aantal jongeren geïnterviewd. Zij hebben ons waardevolle tips gegeven. Een van die tips was dat we de JIM uitgebreider uitleggen wat het mentorschap inhoudt. Dat
Herstel van vertrouwen Bij een aantal gezinnen tekent zich af dat een uithuisplaatsing kan worden afgewend. Suzanne: “Het is echt de moeite waard om in de thuissituatie te investeren. Niet alleen vanwege de lagere kosten, maar vooral ook omdat je de band tussen de jongere en zijn ouders kunt helpen herstellen en zij weer vertrouwen krijgen in elkaar, in hun netwerk en in de hulpverlening.” Bij een aantal gezinnen zal in de toekomst nog moeten blijken of JIM en het Verbindingsteam een uithuisplaatsing kunnen voorkomen. “Maar we blijven zoeken naar manieren waarop we dat aantal zo klein mogelijk kunnen houden. En JIM zoekt actief met ons mee.”
Aalten
Rijnwaarden
We zijn verrast hoe bereidwillig mensen zijn om mentor te worden van een jongere in de knel
Groesbeek Heumen Maasdriel
1
Yolanda de Koster @Yolleke 13h Gouden driehoek sociale wijkteams volgens @Pilotwin : huisarts, wijkverpkeegkundige, sociaal werker. #wmo2015
Er naast gaan staan Suzanne: “Wat ook een verschil is, is dat we veel nadrukkelijker naast de jongere en ouders gaan staan. We stellen onszelf kwetsbaar op en laten de regie nu veel meer bij de ouders en de jongere. En dat werpt zijn vruchten af. Mensen die alle vertrouwen in zichzelf en de hulpverlening hadden verloren, stellen zich stapje voor stapje weer meer open. Bij een eenoudergezin, waar ik al een tijdje kom, laat moeder mij nu geleidelijk aan kennis maken met voor haar
bleken we nog onvoldoende te doen.”
Oude IJsselstreek
Wijchen Zaltbommel
belangrijke personen. Dat klinkt niet als een bijzondere verandering, maar voor deze moeder is dat wel zo. En ook dat ze nu achter de mentorkeuze van haar zoon staat. In het begin was dat niet bespreekbaar. Maar het vertrouwen groeit. En dat is het halve werk.”
Winterswijk
Montferland Lingewaard
Geldermalsen
Oost Gelre
De vertrouwenspersoon (JIM) en de jongere krijgen ondersteuning van het zogenaamde Verbindingsteam. Dit team bestaat uit specialisten afkomstig uit de jeugdzorg, verslavingszorg, geestelijke gezondheidszorg en zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. JIM en het team gaan samen op zoek naar personen die de jongere verder op weg kunnen helpen en lossen knelpunten op, in nauwe samenwerking met lokale partners zoals school, politie of huisarts.1 Suzanne: “Inmiddels doen we dit voor 15 jongeren in Rhenen en Veenendaal. We zijn verrast hoe bereidwillig mensen zijn om mentor te worden van een jongere in de knel. En hoe deze JIM het informele en het formele netwerk met elkaar weet te
verbinden. We vormen nu veel meer één team en versterken elkaar, wat weer een positief effect heeft op de jongere en het gezin. Dat is wel een belangrijk verschil met voorheen. Toen zochten we pas in de laatste fase van de hulpverlening contact met het informele netwerk.”
Het Verbindingsteam met v.l.n.r.: Rose Schmitz, Stefan Cuppen, Marrit Elzinga, Anniek Savenije en Suzanne de Ruig
Doetinchem
Westervoort Duiven
Buren Neder-Betuwe
Doesburg Zevenaar
Arnhem
Renkum
Bronckhorst
Rheden
mentorprofiel op en bespreken we wie in zijn ogen daaraan voldoet. Belangrijk is dat hierbij ook de ouders worden betrokken, zodat er een gedeeld vertrouwen is in wie gevraagd wordt om mentor van de jongere te worden. En wij als hulpverleners? Wij moeten de keuze van de JIM respecteren, ook al zijn wij soms niet direct enthousiast over die persoon.”
foto: Youké
NIM @NIMMW 4h Hoe werken de Sociale Wijkteams in #Nijmegen? Bekijk het filmpje! youtu.be/qrjceLKzzkI #socialewijkteams #SWT
We hebben de Gelderse gemeenten gevraagd naar de naam van het team dat de wijkontwikkeling draagt en in welke fase de ontwikkeling zich bevindt.
Qua positionering betreft het dus een team van specialisten, dat door de generalisten van het wijkteam wordt ingeschakeld bij complexe vragen.
Wij blijven graag in contact met u Spectrum blijft graag met u in contact over de (sociale) wijkteams, de gebiedsteams, de basisteams, de Voormekaarteams en alle andere varianten die er zijn om de wijkgerichte aanpak vorm te geven. We willen u informeren over de ontwikkelingen, maar we willen ook geïnformeerd worden.
Wij ontvangen daarom graag de volgende gegevens van u: Naam van het team en/of de opzet van de wijkgerichte aanpak: ................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................... Typering van de doelgroep: ................................................................................................................... Naam contactpersoon: . ......................................................................................................................... Telefoon contactpersoon: ...................................................................................................................... Mailadres contactpersoon: ....................................................................................................................
Stuur dit bericht op naar: SPECTRUM partner met elan. Antwoordnummer 184 6880 VB VELP of mail uw gegevens naar:
[email protected]
10 FOCUS
Sociale wijkteams: wat werkt? In veel gemeenten zijn op dit moment sociale wijkteams actief of worden ze opgericht. Alle hebben ze tot doel zelfredzaamheid van (groepen) burgers te vergroten en/of multiproblematiek effectiever aan te pakken. Welke ingrediënten lijken op dit moment succesvol te zijn in het bereiken van de inhoudelijke doelstellingen? Voor een antwoord op deze vraag kijken we in dit artikel naar wat er tot nu toe gepubliceerd is. De lengte van dit artikel dwingt tot een beschrijving op hoofdlijnen die verre van compleet is. We laten buiten beschouwing in hoeverre sociale wijkteams een bezuiniging opleveren. Bovendien ligt de nadruk op ‘dit moment’, want de meeste sociale wijkteams staan nog in de kinderschoenen.
De decentralisaties van de jeugdzorg, de participatiewet en de AWBZ stellen gemeenten voor de opgave een nieuw stelsel van maatschappelijke ondersteuning te bouwen. Deze nieuwe verantwoordelijkheden gaan gepaard met forse bezuinigingen en dat leidt tot stevige hoofdbrekens. Maar de bezuinigingen zijn ook een katalysator voor de al eerder ingezette verschuiving van verantwoordelijkheden tussen burgers, overheid en instellingen. Burgers, zo is de nieuwe publieke moraal, dienen vandaag de dag zelfredzaam te zijn en zorg te dragen voor elkaar. Waar, enigszins gechargeerd, de burger in de verzorgingsstaat bij de hand werd genomen door professionals om hun welzijn te verbeteren, zijn burgers nu zelf verantwoordelijk voor hun eigen welzijn en dat van anderen. Overheden en professionals zien voor zichzelf steeds meer een faciliterende rol weggelegd. Steeds vaker zetten ze in op eigen kracht en sociale netwerken. Pas wanneer burgers er zelf niet uitkomen, bieden ze ondersteuning of nemen ze het (tijdelijk en gedeeltelijk) over. Wijkteam als antwoord op taakverandering De veranderende rollen van en verhoudingen tussen burgers, instellingen en gemeenten vragen om een kanteling in denken en handelen, en een andere organisatiestructuur. In deze transitie van taken en rollen, zien veel gemeenten een grote rol weggelegd voor sociale wijkteams. Ze worden als kern gezien van het nieuwe stelsel van maatschappelijke ondersteuning. Deze teams worden als een middel gezien om zelfredzaamheid van burgers (individueel en collectief ) te bevorderen door zo dicht mogelijk bij die burgers hulp of ondersteuning te bieden.
FOCUS 11
door Ivo Nienhuis
Dit is ook terug te zien in de doelen die sociale wijkteams hebben. Wijkteams zijn, in al hun diversiteit, onder meer gericht op het activeren van burgers, het bieden van ondersteuning aan burgers in de wijk, het samen met burgers de kwaliteit van leven te vergroten, het ontschotten van professionele dienstverlening en het effectiever aanpakken van multiproblematiek. Opvallend hierbij is dat sociale wijkteams vooral worden gezien als instrument om burgerkracht te versterken en in veel mindere mate als middel om tot betere afstemming te komen tussen professionals om multiproblematiek aan te pakken. De aandacht voor de aanpak van multiproblematiek lijkt de laatste tijd wel te groeien; de vraag is of die trend door gaat zetten. Vier werkzame ingrediënten In het stimuleren van zelfredzaamheid en het effectiever aanpakken van multiproblematiek lijken vier basisingrediënten cruciaal. Ten eerste het inzetten op eigen kracht. Bewoners die zelf hun problemen oplossen (al dan niet met ondersteuning van professionals) leren hier uiteindelijk vaak meer van dan wanneer professionals de problemen voor hen oplossen. Het draagt bij aan het voorkomen van terugval of terugkeren van de problematiek. Een tweede ingrediënt is het werken vanuit preventie en presentie. Dit heeft als effect dat (dreigende) problemen minder vaak escaleren, waardoor er op het moment van interveniëren vaak meer zelfredzaam vermogen aanwezig is. Een beperkte caseload is het derde ingrediënt. Het geeft de mogelijkheid om kwaliteit te leveren, zodat bewoners uiteindelijk ook echt zelf hun problemen aan kunnen pakken en/of wensen kunnen realiseren.
Wijkteams worden als kern gezien van het nieuwe stelsel
Een integrale aanpak, ten slotte, voorkomt vaak dat professionals langs elkaar heen werken Impact Wat nu, is de impact van deze vier basisingrediënten op het succes van sociale wijkteams? Om die vraag te verdiepen is het zinvol om twee aspecten onder de loep te nemen. Ten eerste de organisatievorm van wijkteams. In de tweede plaats de benodigde competenties van de professionals die in een sociaal wijkteam opereren. Deze vragen worden beantwoord in de twee (apart te lezen) artikelen op de pagina hiernaast. Vier veelbelovende ingrediënten … Met bovengenoemde ingrediënten kunnen sociale wijkteams een bijdrage leveren aan het stimuleren van zelfredzaamheid en het effectiever aanpakken van multiproblematiek. In organisatorisch verband vraagt dit onder meer om teams die bestaan uit professionals die generalistisch werken, aanwezig en aanspreekbaar zijn in de wijk, en om gemeenten die zowel deze teams faciliteren als het proces en de resultaten monitoren. Van professionals die werkzaam zijn in sociale wijkteams vraagt dit onder meer om het kunnen inzetten van een vraaggestuurde werkwijze, het situationeel kunnen kiezen voor de best passende ondersteuningsvorm, het kunnen samenwerken met andere professionals vanuit het belang van de burger, en om het continu bewaken en bijstellen van de gehanteerde werkwijzen.
… maken nog geen driesterrenmaaltijd Tegelijkertijd, is het de vraag of deze vier ingrediënten daadwerkelijk leiden tot sociale wijkteams die in staat zijn om zelfredzaamheid te stimuleren en multiproblematiek effectief aan te pakken. Met vier ingrediënten is het heel goed mogelijk een eenvoudige, smakelijke maaltijd te bereiden. Een stamppotje lukt wel. Voor een
driesterrenmaaltijd is meer nodig. Niet alleen aan ingrediënten, ook in het bereidingsproces zijn er cruciale stappen nodig die het verschil maken tussen dagelijkse kost en haute cuisine.Koks doen niet anders dan experimenteren. En dat geldt ook voor sociale wijkteams. Er is nog geen kant en klaar beproefd recept. Uitproberen, proeven en van elkaar leren is het devies.
Een stamppotje lukt wel
De organisatie van sociale wijkteams
Wat moeten professionals kunnen?
Als het gaat om de organisatie van een sociaal wijkteam speelt een aantal – met elkaar samenhangende – vragen. Bijvoorbeeld: welke professionals nemen er deel? Hoe werken zij samen? Welke taken hebben ze? Vanuit welke uitgangspunten werken ze? En hoe worden ze aangestuurd vanuit de gemeente?
In sociale wijkteams werkt een nieuw type professional: de generalist. Wat moeten deze generalisten in huis hebben om maatwerk aan bewoners te kunnen leveren, samen te werken met collega-professionals en de opbrengsten van hun werk(wijze) inzichtelijk te maken?
Voor de organisatievorm van sociale wijkteams zijn drie basisvarianten in gebruik: • één integraal team; • meerdere teams die naast elkaar werken op afgebakende domeinen/doelgroepen; • meerdere teams waarbij één team voorliggend aan het (de) andere team(s) werkt. De keuze voor een model hangt van verschillende factoren af, zoals demografische factoren, bevolkingsdichtheid, specifieke problematiek in een wijk, de gewenste mate van specialisatie en de gewenste omvang van een sociaal wijkteam. Generalisten Sociale wijkteams zijn er in allerlei soorten en maten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er – afhankelijk van de opdracht en de gestelde doelen – een divers pluimage aan professionals deelneemt aan de verschillende wijkteams. Maar de overeenkomst in alle diversiteit is de voorkeur voor generalisten, of specialisten die generalistisch werken. Mensen die breed zijn opgeleid in hun vakgebied en in staat zijn om over de grenzen van hun vakgebied te kijken. Ze hebben de deskundigheid om ondersteuningsvragen integraal aan te pakken. Bij complexere vragen schakelen ze specialistische hulp in. Het zijn als het ware ‘experts van het gewone leven’. Over het algemeen gaat het om drie soorten generalisten: • een generalist op het gebied van samenlevingsopbouw, bijvoorbeeld een opbouwwerker, sociaal cultureel werker of woonconsulent; • een generalist op het gebied van individuele ondersteuning en hulpverlening, bijvoorbeeld een maatschappelijk werker of pedagoog; • een generalist op het gebied van zorg, bijvoorbeeld een wijkverpleegkundige.
Werkwijze Ook in werkwijze en taken zijn veel verschillen en variaties te onderkennen. Maar of het nu gaat om bewonersinitiatieven of zorgvragen, de grote gemene deler is het streven om het eigenaarschap zoveel als mogelijk bij de bewoners te laten. Eigen kracht en oplossingen vanuit het sociale netwerk krijgen voorrang. Pas als bewoners er zelf niet uitkomen of wanneer de veiligheid in het geding is, wordt zwaardere professionele ondersteuning ingezet. Andere veel voorkomende opdrachten voor sociale wijkteams zijn: • zichtbaar en aanspreekbaar zijn in de wijk; • bewonersinitiatieven stimuleren en verbindingen leggen tussen bewoners. • maatwerk leveren vanuit de (achterliggende) vraag van bewoners; • bij zorgvragen informatie, advies en ondersteuning geven; • werken vanuit het adagium ‘één gezin, één plan, één regisseur’; • een warme overdracht verzorgen bij doorverwijzing naar meer specialistische vormen van zorg en hulpverlening. Aansturing Zoals samenstelling en werkwijze van sociale wijkteams varieert, zo verschilt ook de manier van aansturen. Als opdrachtgever op afstand blijven en alleen sturen op
Sociale wijkteams zijn gebaat bij een faciliterende rol van de gemeente
BEKNOPTE LITERATUURLIJST • •
• • • •
• •
Arum, S. & S. Lub (2014) Wat gemeenten van sociale wijkteams verwachten. In: Beleidsonderzoek Online. Berger, M., M. van Leeuwen & E. Blaauw (2013) Generalistisch werken rondom jeugd en gezin. Een analyse van ontwikkelingen, taken en competenties. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Boer, N. de & J. van der Lans (2013) Burgerkracht in de wijk. Sociale wijkteams en de lokalisering van de verzorgingsstaat. Den Haag: Platform 31. De Goede, E. & Y. Wijland (2012) Competentieprofiel generalist. Ellen de Goede Training, Coaching, Mediation & Wijland Advies en Coaching. De Meere, F., Hamdi, A. & J. Deuten (2013) Waarom zouden wijkteams beter en goedkoper zijn? In: Sociale Vraagstukken. Kuiper, C., M. Kluft, S. van Grinsven & D. de Bruijn (2014) Aan de slag met sociale wijkteams. Tips en ervaringen uit de praktijk van Lelystad, Groningen, Venlo en Utrecht. Utrecht: Movisie. Leeuwen, C. van (2011) Integrale wijkzorgteams. Rotterdam: SEV. Nienhuis, I.M. (in druk) Vrijheid, Gelijkwaardigheid & Bevoogding. Over bewonersparticipatie in het stimuleren van sociale weerbaarheid in (probleem) wijken. Groningen: InPlanning.
• • •
•
•
Oldenhof, L. (2012) Wijkgericht werken. Intersectorale samenwerking in de wijk door grenzenwerk. Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Popta, J. van & V. Kokke (2013) Quickscan sociale wijkteams. Gouda: JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling. Scholte, M., A. Sprinkhuizen & M. Zuithof (2012) De generalist. De sociale professional aan de basis. Portretten en conceptuele verkenningen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Sok, K., A. van den Bosch, H. Goeptar, A. Sprinkhuizen & M. Scholte (2013). Samenwerken in de wijk. Actuele analyse van sociale wijkteams. Utrecht: Movisie. Vlaar, P., M. Kluft. & S. Liefhebber (2013) Competenties maatschappelijke ondersteuning in de branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. 2e druk. Utrecht: Movisie.
Wilt u de uitgebreide literatuurlijst zien?
resultaat, is een rol die sommige gemeenten kiezen. Andere zijn meer betrokken bij de uitvoering. Bijvoorbeeld door een gemeentelijke coördinator aan te stellen, uitvoerende ambtenaren deel te laten nemen in het wijkteam (Wmo-loket, sociale dienst) of door zelf een wijkteam samen te stellen van professionals die in dienst komen bij de gemeente. In twee opzichten is er breed gedragen overeenstemming over de rol van de gemeente. Ten eerste zijn sociale wijkteams gebaat bij een faciliterende rol van de gemeente en ten tweede is de gemeente verantwoordelijk voor het monitoren van het proces en de resultaten. De faciliterende rol vraagt om voldoende ruimte aan de wijkteams om maatwerk te leveren aan inwoners en ook ruimte om een leerproces te doorlopen. Naast ruimte vraagt het ook om heldere randvoorwaarden: een duidelijke opdracht, ontschotting van diensten en informatie, vermindering van bureaucratie, convenanten rondom bijvoorbeeld veiligheid en belangenverstrengeling. Monitoren door de gemeente veronderstelt kwantitatieve sturing in de vorm van producten, diensten en ‘volumeafspraken’. Minstens zo belangrijk is het sturen op kwaliteit: worden de beoogde maatschappelijke effecten bereikt?
Maatwerk leveren bij ondersteuningsvragen en adequaat inspelen op probleemsituaties vraagt verschillende competenties van professionals. Wat is de vraag en wat is vervolgens de juiste ondersteuningsvorm? Is faciliteren voldoende, is empoweren nodig of is bevoogding op zijn plaats? Elke situatie vraagt om een eigen afweging. Maatwerk voor duurzame oplossingen Om maatwerk te kunnen leveren is het allereerst noodzakelijk om inzicht te hebben in de daadwerkelijke behoefte van bewoners wanneer zij een hulp- of ondersteuningsvraag hebben. Dit vraag om vaardigheden als actief luisteren en kunnen doorvragen, inlevingsvermogen en analytisch vermogen. Hierbij past een open, begrip- en respectvolle houding waarbij telkens een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘symptomen’ (eerste vraag) en oorzaken (achterliggende behoeften). Wanneer de daadwerkelijke vraag duidelijk is, is het zaak om de juiste ondersteuningsvorm te kiezen, zowel inhoudelijk als voor de wijze waarop de relatie met bewoners wordt ingericht. Als het gaat om het inrichten van de relatie met bewoners, gaat de voorkeur uit naar een werkwijze waarbij de nadruk ligt op faciliteren. Het gaat immers om het stimuleren of in stand houden van de zelfredzaamheid van bewoners – individueel en collectief. Wanneer de inschatting is dat faciliteren tot onvoldoende resultaat leidt, kan gekozen worden voor een werkwijze gebaseerd op empowerment, waarbij inzet van het sociale netwerk gewenst is. Wanneer ook empowerment niet leidt tot het gewenste resultaat kan een werkwijze gebaseerd op bevoogding ingezet worden. Met andere woorden: het gaat erom om per situatie de juiste ondersteuningsvorm te kiezen. Dit vraagt enerzijds om het vermogen om te kunnen beoordelen welke ondersteuningsvorm past bij de specifieke situatie. Anderzijds vraagt dit om methodische kennis en vaardigheden om die specifieke ondersteuningsvorm op een resultaatgerichte manier toe te kunnen passen. Faciliteren is immers een andere manier van werken dan empoweren of bevoogden. Het bieden van maatwerk vereist niet alleen vraaggericht werken en het situationeel kunnen kiezen en uitvoeren van ondersteuningsvormen. Geredeneerd vanuit de doelstellingen van sociale wijkteams gaat het ook om het kunnen
benutten van de eigen kracht van bewoners(netwerken). Zelfs bij een werkwijze gebaseerd op bevoogding speelt het betrekken van het sociale netwerk en het inzetten op talenten en wat bewoners wel kunnen een belangrijke rol. Dit vraagt om professionals die kunnen coachen, motiveren, stimuleren, opbouwende feedback kunnen geven en afhankelijk van de situatie ook kunnen confronteren of juist op hun handen kunnen zitten. Samenwerken is een must Professionals die deel uitmaken van een sociaal wijkteam moeten kunnen en willen samenwerken met andere professionals. Binnen het team is samenwerken noodzakelijk omdat de inhoudelijke velden van de verschillende professionals elkaar deels overlappen en omdat er soms sprake kan zijn van problematieken die meerdere levensdomeinen bestrijken. Er zijn dus professionals nodig die netwerkvaardigheden hebben, zich bewust zijn van hun omgeving, zich kunnen aanpassen en inlevingsvermogen hebben. Mensen die collegiaal zijn, een collega wat gunnen en te allen tijde het gezamenlijk belang (lees: stimuleren zelfredzaamheid, duurzaam aanpakken multiproblematiek) boven het eigen belang of het belang van de eigen organisatie laten gaan. Niet alleen samenwerking binnen het team is belangrijk. Ook samenwerking met professionals buiten het team is essentieel omdat hier de noodzakelijke expertise/specialistische hulp zit die niet door het wijkteam geboden kan worden. Professionals hebben dus ook zelfkennis nodig om te bepalen wat ze wel en niet kunnen bieden en moeten de hulp en expertise van andere professionals kunnen accepteren. Ook hier geldt immers dat het gezamenlijke belang boven het eigen belang gaat. Evalueren Hoewel sociale wijkteams vaak veel ruimte krijgen van gemeenten, is het werken in deze wijkteams niet vrijblijvend. Gemeenten zullen vaak scherp sturen op de beoogde doelstellingen en zij hebben hiervoor informatie nodig vanuit de sociale wijkteams. Bovendien is er sprake van een andere manier van werken (het team zelf, een nieuw type professional) die nog niet uitgekristalliseerd is. En dat met minder financiële armslag. In hoeverre slaagt deze nieuwe manier van werken erin om kwalitatief betere ondersteuning en zorg te verlenen aan burgers zodat zij zelfredzaam worden of blijven? Dit vraagt om professionals die doelgericht kunnen werken en een flinke dosis creativiteit en analytisch vermogen bezitten. Het vraagt ook om professionals die de voortgang kunnen bewaken door tussentijds bij te sturen. Door het continu tellen van en vertellen over de resultaten, kunnen uiteindelijk werkprocedures worden ontwikkeld die hun meerwaarde bewijzen.
12 ADVERTENTIES
berkelland 13
gevraagd SENIOR zoekt NERD. Ik kan prima uit de voeten met de computer, maar met de nieuwe software ben ik even de weg kwijt. Welke deskundige computergebruiker helpt mij weer op pad? www.mijnbuurtje.nl Na scheiding en arbeidsongeschiktheid ziet mijn inkomensplaatje er heel anders uit. Wie helpt mij met een budgetplan voor de lange termijn? www.wehelpen.nl
Wilt u mijn ogen zijn? Ik ben blind en ik kom graag in contact met iemand die mij naar de supermarkt kan begeleiden. Dat is op circa 10 minuten loopafstand van mijn huis. Wilt u wekelijks met mij mee? www.zorgvoorelkaar.com
Ik heb eenmalig een VIDEOCAMERA nodig voor trouwdag vrienden. Is er iemand in de buurt die mij er een kan lenen? www.peerby.com
verwacht Ik heb altijd gedroomd van een onvergetelijke bruiloft. Nu heb ik wel een droomprins maar geen cent te makken voor een droomjurk. Wie heeft haar trouwjurk (maat 40) bewaard en wil die wel een dagje aan mij uitlenen? www.spullendelen.nl
Samen een spelletje doen of knutselen of shoppen. Ik ben door mijn handicap vaak alleen en vind het leuk om met anderen iets te doen. www.wehelpen.nl
Burgers In verband met het opstarten van een sociaal wijkteam zijn we op zoek naar burgers die graag iets voor een ander betekenen. Zet u zich graag voor een ander in en heeft een uurtje over? Meld u dan nu aan! 06-wijkteam
Loslaten, vragen stellen, verhalen vertellen, dromen waar maken. De BURGERKRACHTGENERATOR zet mensen in beweging. Hoe? Dat vertelt Ivo Nienhuis u graag, (06) 48 57 76 62,
[email protected]
Ik heb een goed idee voor een eigen bedrijfje, maar loop vast op kannie en wilnie. Met een INSPIRATIEBOOST en wat advies trek ik mijn idee misschien weer vlot? www.durftevragen.com
aangeboden Ik heb een paar emmers gekleurd en gewoon GLAS om mee te mozaïeken of om kleine glas-in-loodwerkjes mee te maken. Wel graag zelf emmers of stevige dozen meenemen. www.gratisoptehalen.nl
Wiskunde moeilijk? Als oud-docent kan jou BIJLES geven. Zelf wil ik ook graag bijles, maar dan over sociale media. www.ruilkringdeliemers.nl Maak een beredeneerde keuze voor de samenstelling van je wijkteam. Laat een WIJKSCAN maken. Interesse? Laat het weten aan Henny Ketelaar, (06) 13 50 74 82
[email protected]
Je kunt het dak op! Koop niet zelf een ladder, maar huur de mijne voor € 5,- per dag. www.hurenvanburen.nl
Heerlijk eten uit je eigen TUIN. Wil jij leren hoe je gemakkelijk GROENTE verbouwt in je eigen tuin? Kan ook in kleine tuinen. Ik geef een gratis workshop. Zaden betaal je zelf. www.mijnbuurtje.nl
ASPERGETAART met geitenkaas. Vegetarisch, € 2,- per portie. Nijmegen 0,9 km. Op verzoek via: www.thuisafgehaald.nl
Mijn zoontje is dol op honden, maar op onze flat vind ik een hond geen goed idee. Mogen wij zo nu en dan jouw kindvriendelijke hond uitlaten? www.wehelpen.nl
Welke vader of moeder in #055 helpt mij bij (tuin)klusjes? Intussen lees ik jouw kinderen voor. DEAL? #durftevragen
Sociale wijkteams en diversiteit. Een kennisatelier om te leren en te delen Houd de Agenda in de gaten op de website van Spectrum, partner met elan. www.spectrumelan.nl
Welke vader of moeder in #055 helpt mij bij (tuin)klusjes? Intussen lees ik jouw kinderen voor. DEAL? #durftevragen
reizen Reisplannen? Een onvergetelijke reis begint met het lezen van de Reisgids naar Andersland http://shar.es/SWLx7
Op 10 juni organiseert Spectrum een
bijeenkomst voor sociale wijkteams: Tijd om te leren van elkaar! Wat zijn de werkzame bestanddelen van sociale wijkteams? Hoe genereer je burgerkracht? En op welke manier kun je resultaten meten en wijkteams aansturen? Kijk voor het programma en de locatie in de Agenda op onze website. www.spectrumelan.nl
Maatjes
Guinness Book of Records
WIL jij meten wat de MEERWAARDE is van je werk?Dat kun je Het record van grootste bepalen met de EFFECTENCALwijkteam is wederom verbroken. CULATOR. Neem contact op met: Guinness Book of Records meldt dat Elma van Dongen, (06) 12 86 53 09 de huidige teller op maar liefst
[email protected] teamleden staat. (advertentie)
U wilt een vliegende start maken? U wilt de sociale wijkteams een goede start geven. Maar wie vormen samen de crew? Let u daarbij op de bestemming en houdt u rekening met welke passagiers u aan boord krijgt? Is het een last minute of een gipsvlucht? Op basis van deze ‘passagiersgegevens’ kunnen we u een onderbouwd advies geven welke expertise u in uw crew nodig hebt. Andere gemeenten gingen u voor en zijn enthousiast over de opbrengst: “Gebiedsprofielen hebben ons een evenwichtige gebiedsindeling voor de vier sociale teams in onze gemeente opgeleverd.” (Carl te Riele, fusiegemeente van Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen).
Vraag vrijblijvend een gesprek aan om uw vluchtplan te bespreken! Houd jezelf en je team een SPIEGEL voor. Weet samen waar je mee bezig bent en waar je naartoe wilt. Voor info: Rinske Evers, (06) 26 42 87 52,
[email protected]
door Anja van de Boer
BELTRUM - Een wat oudere inwoner van Beltrum heeft in het buitengebied een mooie, ruime woning met een flinke tuin er om heen. De bewoner woont er erg prettig en is van plan er voorlopig ook te blijven wonen. Het onderhouden van de tuin is echter een probleem. Moet meneer nu toch zijn geliefde woonomgeving verlaten? “Nee”, zeggen Jelly Hamberg, Martha Konings (beiden werkzaam bij Sensire) en Heleen Hartkamp van de gemeente Berkelland.
wist u dat...
Voor welke passagiers uw sociale wijkteam gaat werken kan SPECTRUM gedetailleerd voor u in beeld brengen. Wij maken ‘buurtfoto’s’ van wat voor u belangrijk is om in beeld te hebben. Wat is bijvoorbeeld de leeftijd van uw passagiers en wat is hun inkomen? Maken ze aanspraak op voorzieningen uit Wmo of AWBZ? Krijgen zij hulp van jeugdzorg? Hoe wonen ze en in wat voor omgeving? Zijn er gemeenschapsvoorzieningen waar zij gebruik van kunnen maken?
Heeft u behoefte aan een gezellig praatje? Wilt u samen een wandeling maken? Een kopje koffie drinken op het terras? Het maakt niet uit welke hulpvraag u heeft. Ik vind het leuk om mensen te ontmoeten. Tot snel?! www.zorgvoorelkaar.com
We zijn er voor ‘mekaar’
Aankondiging
23
Pastamachine gekregen. Durfde niet te zeggen dat ik er niets aan vond. Een sapcentrifuge zou ik wel heel graag willen hebben. Wie o wie wil ruilen? www.ruilen.nl
Ik heb genoten van de serie THE WIRE. Nu ik alle dvd’s gezien heb, bied ik ze te leen aan. www.spullendelen.nl
CIJFERS over de kenmerken van een wijk vormen het fundament om op te gaan bouwen. Stel uw vraag aan Pierre Puts, (06) 30 36 34 64,
[email protected]
Vanaf 1 juni kunt u terecht op de nieuwe campagnewebsite. www.oranjefonds.nl/maatjes
ruilen
Gratis schone TUINAARDE op te halen. Je mag eventueel de aanhanger wel achterlaten, dan wordt deze gratis gevuld. Totaal ca. 10 m3 aanwezig. www.gratisoptehalen.nl
Ken uw wijk
Website Maatjesprojecten
[email protected]
De waarde van welzijn Fase 1#4 De Start
In de gemeente Berkelland is in Beltrum en Ruurlo onder het motto ‘In onze buurt zorgen wij voor ‘mekaar’’ een pilot gestart. In deze pilot wordt in een netwerk van inwoners, vrijwilligers, professionals en gemeente, een andere manier van zorgen voor elkaar uitgeprobeerd. De eigen kracht van inwoners en hun talenten staan centraal. Voor ‘mekaar’ aan de slag Martha Konings is als wijkverpleegkundige in het ‘Voormekaarteam’ in Beltrum werkzaam geweest. Martha: “Het probleem van het onderhoud van de te grote tuin hebben we met inzet van een vrijwilliger op kunnen lossen. Deze
vrijwilliger vindt het leuk om iets te kunnen betekenen voor een ander. De oudere inwoner is hier erg bij geholpen en heeft zelf, als oudleraar Nederlands, aangeboden om mensen die Nederlands willen leren te helpen.” “Dat is het mooie van het Voormekaarteam”, vult Jelly Hamberg aan, “het stimuleert het zelfoplossend en samenoplossend vermogen in de buurt en je ziet daardoor heel mooie initiatieven ontstaan.” Generalistisch werkend team Medewerkers van welzijnsorganisatie Betula, zorginstelling Sensire en wooncorporatie ProWonen werken samen in het team. Om dit team
De eigen kracht van inwoners en hun talenten staan centraal
heen zit een schil van professionals zodat er gemakkelijk op alle domeinen van zelfredzaamheid verbindingen gelegd kunnen worden. Jelly Hamberg: “We hebben uit de pilot in Beltrum en Ruurlo geleerd dat het van groot belang is om een breed netwerk te hebben. Dit betekent niet dat we allerlei specialisten in het team nodig hebben, maar wel dat er een voldoende gevarieerde schil om het team heen beweegt. Wat bijzonder is aan Voormekaar, is dat het een generalistisch werkend team is en geen team van generalisten.”
Huisartsen, scholen en een aantal inwoners zijn voor deze huiskamergesprekken uitgenodigd. Heleen Hartkamp: “Om inwoners te informeren over de bestaande en drie nieuw te vormen extra Voormekaarteams (Borculo, Eibergen, Neede), worden op korte termijn bijeenkomsten in de kernen georganiseerd. Deze bijeenkomsten bieden inwoners de mogelijkheid kennis te maken met de (nieuwe) teamleden en zijn direct een geschikt moment om bestaande behoeften en vragen, die onder inwoners leven, te inventariseren.”
Kennismaken met Voormekaar De gemeente Berkelland vindt het belangrijk met haar inwoners in dialoog te zijn over de Voormekaarteams. Ze heeft eind 2013 in alle kernen van de gemeente al zogenoemde ‘Huiskamergesprekken’ gevoerd. Bij deze Huiskamergesprekken waren leden van het college, de gemeenteraad en de Voormekaarteams aanwezig.
Eigen kracht Wanneer een vraag van een inwoner bij het Voormekaarteam terechtkomt, wordt er met een van de teamleden een keukentafelgesprek gepland. Tijdens dit gesprek komt uitgebreid aan bod wat de inwoner zelf nog kan doen, wat zijn of haar netwerk kan betekenen en of er in de buurt initiatieven zijn die de hulpvrager kunnen ondersteunen.
“Het is niet de bedoeling dat de professional met een kant-en-klare oplossing komt”, geeft Martha aan, “het gaat juist om een stukje bewustwording bij de inwoners over wat ze zelf kunnen bijdragen en organiseren”. Een treffend voorbeeld hiervan is de inwoner (hulpvrager) die een zwaar bed naar boven wilde verplaatsen, maar daar zelf niet meer toe in staat was. Martha heeft voor deze meneer het telefoonnummer van zijn buurman, waar hij geen contact mee had, opgezocht. Vervolgens heeft de hulpvrager zelf zijn buurman gebeld en om hulp gevraagd. “De buurman vond het geen probleem om te helpen en komt nu zelfs af en toe langs”, vertelt Martha. Jelly benadrukt dat het mooi is om te ervaren dat het team bijdraagt aan het tot stand laten komen van verbindingen tussen inwoners. In de toekomst valt er met het leggen van verbindingen nog winst te behalen.
Cartoon silly
Het is niet de bedoeling dat de professional met een kant-en-klare oplossing komt, het gaat juist om een stukje bewustwording bij de inwoners over wat ze zelf kunnen bijdragen en organiseren Martha Konings
14 nijmegen
RHEDEN 15
Investeren in het gesprek is de helft van de oplossing
Matchmakers in Nijmegen
door Henriëtte Neuijen
door Alexandra Bordewijk
NIJMEGEN - “Het sociale wijkteam is geen wonderteam.” Dat zeggen Trude Ariaans, kwartiermaker Wijkpilot Zorg & Welzijn en Erni Venhovens, teamleider Sociaal Wijkteam Nijmegen (Dukenburg). “Maar in de afgelopen tijd is in de wijken al wel veel bereikt. Dankzij de gezamenlijke inzet van bewoners en professionals. En dankzij de ruimte die de gemeente aan de sociale wijkteams geeft om te pionieren.”
Sociaal Wijkteam Dukenburg met tweede van links Erni Venhovens
Sociaal Wijkteam Lent
Wat hebben jullie sinds de start van de sociale wijkteams in 2012 bereikt? Onder andere dat we bewoners steeds meer met elkaar in contact brengen, die wat voor elkaar kunnen betekenen. Dankzij deze matches kunnen mensen al veel samen oplossen, zonder of met minder professionele ondersteuning. Een voorbeeld: een vrouw met psychiatrische problemen en een vrouw met een verstandelijke beperking voelden zich beiden eenzaam. De een omdat ze net naar deze wijk was verhuisd, de ander omdat ze pas geleden weduwe was geworden. Er was meteen een klik tussen die twee en sinds die eerste ontmoeting ondernemen ze samen van alles. Een ander voorbeeld: een vrouw was op zoek naar vrijetijdsbesteding voor haar autistische zoontje. Vanuit het wijkteam hebben we haar in contact gebracht met een andere moeder met een zoontje dat op scouting zit. Dankzij die match gaat nu ook de jongen met autisme wekelijks naar scouting. Vinden en verbinden. Samen met de wijkbewoners. Daar draait het in ons werk grotendeels om. En verder? Wat we ook bereikt hebben, is dat de professionals in de wijk elkaar veel beter weten te vinden dan voorheen. En dat komt weer ten goede aan de hulp en ondersteuning aan wijkbewoners. We investeren veel in ontmoeting. Zo hebben we wekelijks een informeel ontmoetingsuur voor de professionals in de wijk. Daar is gelegenheid om ideeën voor de wijk uit te wisselen, thema’s te bespreken, zaken rondom casuïstiek af te stemmen of om iets
te vertellen over je eigen organisatie. Je kan er een uur bij zijn, maar het is ook prima als je alleen even binnenloopt omdat je iemand wilt spreken. Het ontmoetingsuur wordt heel goed bezocht. Daarnaast gaan we zelf ook naar voorzieningen in de wijk toe. We werken vindplaatsgericht, dus met de huisartsen, scholen, kinderopvang, wijkcentra, et cetera. Allemaal met als doel dat we elkaar in de wijk makkelijk weten te vinden en de lijnen kort blijven. Wat is er sinds de komst van de sociale wijkteams voor bewoners veranderd? Bewoners merken dat we meer op zoek gaan naar de mogelijkheden van mensen. We stellen vragen als: “Hoe sta je er over zes maanden voor als er niets verandert?” en “Waar zou je over zes maanden willen staan?” Mensen in beweging zetten en samen met de bewoners op zoek gaan naar wat ze zelf kunnen, wie ze er verder bij willen betrekken, welke informele en formele ondersteuning gewenst is. Daarnaast kan er - mits gepast - een vraag bijkomen, namelijk: “Wat zou jij eventueel voor een ander willen doen?”. Regelmatig blijkt dat mensen die benadering zeer waarderen. Zij zijn nu niet meer alleen de hulpvrager, maar kunnen op hun beurt ook iets betekenen voor anderen in de wijk. En daar komen die mooie matches uit voort. De komst van de sociale wijkteams heeft ook geleid tot meer participatie en inspraak van burgers. Zo is Nijmegen-Noord in het kader van maatschappelijk opdrachtgeverschap ‘Noorderstroom’ gestart. Een van de activiteiten is het Noorderstroomcafé, waar themabij-
eenkomsten en ontmoetingen plaatsvinden rond de onderwerpen opvoedingsondersteuning, ouderenvoorzieningen en Wmo. Daar worden thema’s besproken en krijgen initiatieven vorm en inhoud, zowel bewonersinitiatieven als co-creaties van bewoners en professionals. Ook zijn enkele zzp’ers uit de wijk gevraagd om de wensen en behoeften onder de wijkbewoners op te halen. Een ander mooi voorbeeld van meer zeggenschap van burgers is dat professionals én bewoners, inclusief jongeren, de sollicitatiecommissie vormden voor de aanstelling van een nieuwe jongerenwerker in de wijk. Dat was voor beide partijen een positieve ervaring. Willen professionals graag deel uitmaken van de sociale wijkteams? Ja, er is een enorm enthousiasme om deel te nemen. We moeten juist bewaken dat de teams niet te groot worden. In wezen zijn alle professionals in de wijk het wijkteam of wijknetwerk, waarin de teamleden van het sociaal wijkteam de kern zijn, als ambassadeurs van de kanteling. En wat biedt de toekomst? We gaan door met het verder ontwikkelen van de sociale wijkteams. Want vormgeven van een zorgzame wijk, dat heeft tijd nodig. We zullen moeten zoeken naar een goede balans tussen formaliseren, protocolleren enerzijds en vrije ruimte anderzijds. Voor ons is heel belangrijk dat bewoners voorop blijven staan. Voor hen willen we het verschil kunnen maken.
RHEDEN - In de praktijk uitzoeken wat werkt en antwoorden vinden door te doen. Rheden heeft binnen de Wmo een jaar lang volop geëxperimenteerd met Het Gesprek. Geen beoordeling meer aan het loket, maar bij mensen thuis ‘aan de keukentafel’. Bijzonder aan de pilot is dat Het Gesprek wordt gevoerd door een team waarin beroepskrachten en vrijwilligers samenwerken. “Best spannend” noemt projectleider Margriet Loeven de experimentele aanpak van haar gemeente. “We zijn gewend om van tevoren zoveel mogelijk risico’s uit te sluiten en af te dekken. Loslaten in plaats van scenario’s ontwerpen vanachter je bureau is dan best onwennig. Maar zolang je achter de doelstelling staat, is het goed om gewoon te vertrouwen op je medewerkers en uitvoerders.” Naast de ruimte om te experimenteren is de samenstelling van het team achter Het Gesprek opmerkelijk. Deelnemers zijn Wmo-consulenten van de gemeente, MEE Gelderse Poort, vrijwilligers van het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp, de vrijwillige ouderenadviseurs van COSBO en de ouderenadviseurs (vrijwillig en beroeps) van VIVA. Een beroepskracht van VIVA Rheden begeleidt de vrijwillige ouderenadviseurs. Wethouder Vugts: “Het is belangrijk om alle partijen mee te nemen op je route. Als je anderen plotseling met je plannen confronteert, krijg je weerstand.” Een weg met bochten Na een eerste gezamenlijke scholingsdag bespreekt het team elke 14 dagen met elkaar casussen. Procesbegeleider Ton Harmsen vertelt dat het aanvankelijk onwennig is. Beroeps en vrijwilligers hebben beelden van elkaar die niet altijd
Het is belangrijk om alle partijen mee te nemen op je route. Als je anderen plotseling met je plannen confronteert, krijg je weerstand
het Rhedens Model
wethouder Vugts illustratie: gemeente Rheden
Hoe de wijkteams bouwen aan sociale netwerken in de wijk
Ondersteuning en begeleiding door familie en vrienden Vrijwillige ondersteuning in persoonlijke en buurtnetwerken Georganiseerde vrijwillige ondersteuning en begeleiding Ondersteuning en regie Gemeente Rheden Professionale ondersteuning en begeleiding
kloppen. Ook is het zoeken naar de verschillende rollen en verantwoordelijkheden. Vrijwilligers hebben in het begin schroom om mee te doen. Twijfelen of ze nu hetzelfde moeten kunnen als een beroepskracht. En de beroeps vragen zich bijvoorbeeld af of ze wel kritiek kunnen uiten als ze vinden dat een vrijwilliger iets niet goed aanpakt. Ton Harmsen: “We hebben toen een rondje gemaakt langs alle betrokken partners om te achterhalen waarom het hier en daar stroef liep. Dat heeft veel opgeklaard en is juist een motor voor de voortgang geweest. We hebben een extra training ingelast: om beter te leren Het
Gesprek te voeren en in rollenspellen te oefenen hoe je omgaat met weerstanden. Dat heeft veel effect gehad. Mensen grijpen nog regelmatig terug op het geleerde.” Daarna loopt het steeds beter en gaan teamleden, vrijwilligers en beroeps, ook samen op gesprek. Daardoor komt ook het leren van elkaar uit de verf. Wmo-consulenten steken bijvoorbeeld veel op van de specialistische kennis van hun MEE-collega’s over verstandelijke en psychiatrische beperkingen. Ton: “Een beroepskracht is geen vrijwilliger en van een vrijwilliger moet je geen beroepskracht willen maken. Het klinkt simpel, maar het
is belangrijk dat je de eigenheid en de waarde van de verschillen onderkent. Naast de deskundigheid van beroepskrachten staat de waarde van vrijwilligers die vaak relatief veel tijd hebben en in een lokaal netwerk zitten, dicht op de informele hulp.” Winst boeken Wethouder Tjibbe Vugts noemt als pluspunten van de nieuwe aanpak, de korte lijnen en de brede insteek voor Het Gesprek. “Is er inderdaad een voorziening nodig, of gaat het eigenlijk om eenzaamheid?” Een gesprek met een cliënt gaat over zijn mobiliteitsprobleem, maar ook over tijdsbesteding of het sociale netwerk. Het was wel even schakelen. Ten slotte zijn we met z’n allen gewend geraakt aan een systeem waarin we vooral kijken op welke voorzieningen iemand recht heeft. De nieuwe aanpak heeft geleid tot minder aanvragen voor individuele voorzieningen en dat is onmiskenbaar een voordeel voor de gemeente Rheden. Maar de echte winst is dat cliënten de nieuwe aanpak waarderen. Ze voelen zich gehoord en vinden het prettig dat ze mee kunnen denken over de beste oplossing. Margriet Loeven illustreert die tevredenheid met de laatste evaluatie: “een 9,2 is een
uitzonderlijk hoge score voor burgertevredenheid!” Ook de medewerkerstevredenheid is hoog meldt Margriet Loeven: “De intensieve en andere samenwerking geeft hen meer plezier in hun werk. Beroepskrachten werken dichter bij hun gevoel en meer in relatie met de mensen waarom het gaat. Het is echt een heel andere manier van werken. En omdat zij overtuigd raakten straalt dat af op anderen. Als het leuk is willen mensen erbij horen.”
Meer informatie Tips bij de aanpak, links naar projectplan en evaluatie èn drie korte interviews met wethouder Tjibbe Vugts, projectleider Margriet Loeven en procesbegeleider Ton Harmsen via: http://shar.es/TEVlx
Sociaal Wijkteam Lindenholt
Tips van Trude Ariaans en Erni Venhovens
• Neem de ruimte om te pionieren en stel niet te strakke kaders. Zo krijg je de kans om te ontdekken wat in de praktijk werkt en succesvol is. • Ga niet uit van een blauwdruk. Stel teams samen op basis van wijkprofielen en geef ruimte aan de (inbreng van) bewoners. • Schep mogelijkheden voor informele ontmoeting om elkaar in de wijk beter te leren kennen. Dat levert vertrouwen in elkaar en korte lijnen op. • Ga als wijkteam niet van alles nieuw starten, maar sluit vooral aan bij wat er al is. • Werk als team generalistisch en bied daarbinnen ruimte voor ieders specialisme.
Wat zou jij eventueel voor een ander willen doen?
Sociale wijkteams Nijmegen
De sociale wijkteams in Nijmegen zijn voor burgers van 0-100 actief. Gemiddeld is er 1 sociaal wijkteam op 10.000 inwoners. Inmiddels zijn 6 sociale wijkteams actief en dat aantal wordt nog verder uitgebreid naar 11. Een wijkteam bestaat uit 6 tot 10 professionals, met in ieder geval een wijkverpleegkundige, Wmo-consulent, maatschappelijk werker en opbouwwerker. Wie verder deelneemt hangt samen met de grootte en het profiel van het stadsdeel. Iedere professional werkt voor zijn of haar wijkteam gemiddeld 16 uur per week. Daarnaast zullen in iedere wijk STIPs worden gerealiseerd: inlooppunten in de wijk, voor en door bewoners.
Effectencalculator
Heldere uitkomsten voor nieuwe werkwijzen in zorg & welzijn
“Ik doe maar wat!”. Dat is het laatste wat u wilt horen van uw professionele medewerkers of collega’s. En dat is ook helemaal niet nodig met de Effectencalculator
Natuurlijk zetten uw collega’s en u zich ten volle in om hulp- en ondersteuningsvragen van cliënten en bewoners zo goed mogelijk te beantwoorden. Maar u vraagt zich vast wel eens af: • Is onze inzet effectief? • Is de nieuwe aanpak beter dan onze gebruikelijke werkwijze? • Wat kost onze interventie eigenlijk?
De Effectencalculator maakt het mogelijk om vragen over de maatschappelijke opbrengst en de kosten van uw interventie te bepalen.
Hoe? Met alle betrokkenen neemt u een ‘nieuwe’ levensechte casus onder de loep. Hoe is de situatie? Welke ondersteuning is passend? U doet dit één keer volgens de nieuwe aanpak en één keer met de reguliere aanpak. Met behulp van de Maatschappelijke Prijslijst hangt u een prijskaartje aan de interventies. Dat maakt het verschil meteen duidelijk.
Het resultaat? • Inzicht wat het effect is van uw aanpak. • Bewustzijn van de kosten van uw interventie. • Professionals zijn in staat om maatschappelijke kwaliteit te koppelen aan economische aspecten.
Werken nieuwe stijl vraagt om evalueren nieuwe stijl! Fijngevoelig evalueren: omdat elke casus anders is … Ontwikkelend evalueren: omdat professionals nog volop bezig zijn hun werkwijzen te veranderen … Zakelijk evalueren: omdat uw opdrachtgever vraagt om een afweging van kosten en baten … © De Effectencalculator is een idee en initiatief van de Ontwikkelwerkplaats Effectencalculator van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Ecorys en Jochum Deuten. Spectrum neemt deel aan deze Ontwikkelwerkplaats (Elma van Dongen,
[email protected]). De waarde van welzijn Fase 3#4 Het Effect
16
17
Wijkweerbericht
Wanneer het front ten noorden van ons land langs trekt, komen we in stabiel zomerweer terecht. Het blijft droog met veel zon en temperaturen zo rond de vijfentwintig graden. Dit gaat gebeuren wanneer professionals en gemeenten vanuit de bedoeling blijven werken. Er bouwt zich dan een klimaat op waarin burgers op maat ondersteuning of
Wanneer het front echter ten zuiden van ons land passeert, wordt het bar en boos. Dagenlang hevige regenval met kans op overstromingen liggen dan in het verschiet. De zon laat zich nauwelijks zien en de temperatuur ligt ver beneden het langjarige gemiddelde. De oorzaak hiervoor is dat gemeenten dan bezig zijn met het bouwen van een klimaatsysteem
25 oC
Stabiel zomerweer: zon en droog
door Henriëtte Neuijen Hevige regenval (kans op overstromingen!), temperatuur ver beneden normaal
5 oC
vanuit het idee van beheersbaarheid en maakbaarheid. Pas als het nieuwe systeem helemaal af is, zo is dan gedachte, worden er door burgers en professionals de goede dingen gedaan in de leefwereld. Afspraken in de vorm van bijvoor-
woordzoeker
beeld beleid, procedures, instructies, targets, verantwoordingseisen, formats en sjablonen domineren. Daardoor komen professionals in de sociale wijkteams niet toe aan de bedoeling van hun werk: het bevorderen van zelfredzaamheid.
Het gevolg is een klimaatsysteem waarin we dweilen met de kraan open. Leestip: Hart, W. (2012) Verdraaide organisaties. Terug naar de bedoeling. Deventer: Kluwer.
lettersudoku
i
n
w
o
n
e
r
n
e
t
s
i
l
a
i
c
e
p
s
w
a
o
s
g
e
b
i
e
d
s
t
e
a
m
s
n
s
l
e
i
f
n
n
a
m
a
a
z
d
e
r
f
l
e
z
o
a
e
i
j
s
e
g
d
m
t
o
z
0
m
j
e
d
k
t
r
e
e
g
k
c
l
e
n
e
e
s
b
o
i
u
l
j
r
n
m
i
f
e
t
h
a
m
b
w
r
n
i
w
e
e
i
u
n
e
a
t
b
n
e
a
h
e
w
e
m
s
r
l
g
w
u
m
u
t
l
a
a
k
a
l
c
e
c
i
m
e
t
e
a
b
a
a
n
w
i
m
a
r
m
e
s
n
j
a
a
o
n
e
d
r
d
e
i
e
s
r
r
a
s
n
p
t
e
s
s
o
e
c
u
z
e
t
e
r
e
o
h
c
e
i
o
e
a
l
e
e
w
i
i
n
a
n
k
k
r
f
e
h
i
n
o
a
b
e
r
s
c
h
a
p
i
a
e
j
e
s
i
t
t
w m
o
m
a
e
t
s
i
s
a
b
n
m
g
n
n
d
k
a
n
e
g
n
i
g
i
n
i
u
z
e
b
g
t
e
a
a
n
p
h
g
a
m
s
t
b
s
r
u
i
m
t
e
s
i
r
w
e
i
u
r
n
g
a
u
a
m
e
k
a
a
r
e
l
t
t
b
r
c
l
o
d
a
r
m
e
n
e
g
r
o
z
t
n
o
e
z
u
i
p
z
r
g
e
p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
a
l
a
b
t
r
t
e
n
l
s
r
e
g
i
l
l
i
w
j
i
r
v
m
r
s
r
d
e
c
e
n
t
r
a
l
i
s
a
t
i
e
a
n
a
j
e
u
g
d
h
u
l
p
e
i
t
i
s
n
a
r
t
d
p
k k
i
t
s
a
m
k
e
j a t
w
k
i
m
e
s
a
i
s
t
j
w
k
e
e
t
e
m w
t
j
a
s
i
w
i
k
t
e
w
j
s
m
m a
a j
j e
a s k
m
j
s
i
w
t
a
s t k
m
j
k
s
m
e
w i
a
m e
i
w
t
w i t
zelfredzaam zorg
j
m k e j a
k
Met de letters:
m i
e
a
t
j
t
k
a
w
j m
e i
k
s
k
t
t
s
i
s i
m
W I J K T E A M S
s
j
Zoek de 10 verschillen De wij k
wij k feest
a an z
et
jk wi st e fe
s
Llettersudoku: Samen bouwen we aan de sociale wijkteams in Gelderland
Woordzoeker: 1. affiche lantaarnpaal links 2. slinger 3. meisje met schaal 4. bal 5. spelende jongen 6. buurtbewoonster 7. kraampje 8. buurtbewoner 9. barbecue 10. affiche lantaarnpaal rechts
Oplossingen
professional ruimte samen samenredzaam specialisten straat team transformatie transitie uniek vrijwilligers wij wijk wijkteams wmo
i
hulp inwoner jeugdhulp jim leefbaarheid mekaar netwerk noaberschap normaliseren ondersteuningsteam ozo ontzorgen opschalen participatie
e
Als lid van het sociaal wijkteam ga je naar mensen toe; je werkt vaker outreachend. En elke keer is het een verrassing wie de persoon is die achter de voordeur woont waar jij nu aanbelt. Je zult mensen ontmoeten in al hun kleurrijke diversiteit. Een alleenstaande vader, of een lesbisch koppel. Om de hoek bij de dementerende chirurg ruik je misschien al het huis van een vereenzaamd ‘kattenvrouwtje’. Diversiteit. De voorbeelden zijn legio.
In dit artikel lichten we er samen met Önder Gürses een voorbeeld uit: meneer Yilmaz, die 45 jaar geleden als gastarbeider uit Turkije naar Nederland kwam. Önder is adviseur diversiteit en interculturele communicatie bij Spectrum. Hij kent de voorbeelden als geen ander; het is immers de generatie van zijn ouders. We verplaatsen ons in de situatie van Leonoor. Zij is als ouderenadviseur lid van het kersverse wijkteam en heeft het signaal gekregen dat een ouder Turks echtpaar wegens hun slechte gezondheid ondersteuning nodig heeft. Daarom heeft ze een afspraak gemaakt voor een ‘keukentafelgesprek’ bij Fatma en Kemal Yilmaz thuis. Als ze binnenkomt bij Fatma en Kemal krijgt ze mooier pantoffeltjes om aan te trekken en wacht haar een warm onthaal. Op de salontafel staan allerlei lekkere dingen; ze herkent dadels, börek en allerlei koekjes die er lekker uitzien. Ze krijgt de beste stoel toegewezen in de blinkend schone en opgeruimde zitkamer, terwijl dochter Zeynep thee schenkt en de oude Fatma nog reddert in de keuken. Leonoor vindt het lastig om het onderwerp te bespreken waarvoor ze komt. Kemal houdt de boot af, durft weinig te zeggen en Fatma lijkt er alleen op gespitst om het haar naar de zin te maken. Heeft ze de baklava al geproefd? Wil ze nog een kopje thee? Leonoor voelt zich meer de eregast op een feestje, dan een gesprekspartner namens het sociaal wijkteam. En hulp? Nee nee, daar wil het echtpaar niets van
weten. Het is wel een beetje moeilijk, maar met de hulp van Zeynep en anderen redden ze zich heus heel goed. Intussen heeft Leonoor gezien dat een paar kleine aanpassingen in de woning goed van pas zouden komen. Zo heeft Fatma steeds moeite met de drempels tussen woonkamer en keuken. Als Leonoor vertrekt, heeft ze het gevoel dat er iets helemaal verkeerd ging en dat ze totaal niet bereikt heeft waar ze voor kwam. Maar hoe kon dat gebeuren? Eregast Önder legt uit hoe deze ongemakkelijke situatie kan ontstaan. “Een keukentafelgesprek is laagdrempelig en gelijkwaardig bedoeld. Bij traditionele migrantengezinnen kan een dergelijk ‘keukentafelgesprek’ alle deelnemers een ongemakkelijk gevoel geven. Het kan letterlijk en figuurlijk niet passen. De professional is een gast, een deskundige, een ambtenaar. Wat ouderenadviseur Leonoor zich in dit voorbeeld niet realiseert, is dat zij door het echtpaar Yilmaz gezien wordt als een officiële vertegenwoordiger van de gemeente. En dat betekent dat je een belangrijke gast bent. Je komst wordt goed voorbereid; het huis is opgeruimd en gepoetst en er wordt van alles te eten voorbereid. Het gesprek vindt dus in een heel andere context plaats dan de ‘gast’ verwacht. Als je hier niet op voorbereid bent, kun je je als professional minder op je gemak voelen. De bedoelde gelijkwaardigheid is ver te zoeken.” Zwakte of kracht “Je moet je goed realiseren”, legt
Op de salontafel staan allerlei lekkere dingen
Önder uit, “dat mensen als Fatma en Kemal gewend zijn om hulp te zoeken in hun eigen netwerk. Als je afhankelijk bent van de hulp van anderen en mensen hebt op wie je kunt leunen, dan is dat juist een sterk punt. Het betekent namelijk dat er ook mensen zijn die je hulp kúnt vragen, dat je deel bent van een gemeenschap. Wie het in zijn eentje moet oplossen wordt als zwak gezien: eenzaam, geïsoleerd, een beetje een zielige figuur die kennelijk geen vrienden heeft. Hulp vragen en hulp geven als anderen een beroep op je doen is geen bemoeizucht, maar betrokkenheid.” Wat dat betreft passen deze normen en waarden dus heel goed bij de ideeën van Welzijn Nieuwe Stijl! Zelfredzaam, de kracht van je sociale netwerk aanboren, samen oplossingen zoeken, zelforganiserend vermogen. En waarom wimpelen Fatma en Kemal eventuele ondersteuning af als de ouderenadviseur op bezoek komt? “Dat is toch de afstand tot de organisatie”, meent Önder. “Als ‘Nederlandse’ beroepskracht van een ‘Nederlandse’ organisatie geniet je niet zonder meer vertrouwen. De ervaren afstand maakt dat de onderlinge relatie niet meteen veilig is. Soms komen daar onprettige incidenten of eerdere ervaringen met discriminatie bij en dat kan mensen ook in eerste instantie wantrouwend maken.” Sociale taal Bij het echtpaar Yilmaz kon dochter Zeynep tolken. Ouderen als Kemal en Fatma hebben het Nederlands meestal niet zo goed onder de knie
gekregen. En naarmate ze ouder worden, gebruiken ze het Nederlands steeds minder, zodat de vaardigheid die ze hadden, wegzakt. Voor dementerenden geldt eigenlijk altijd dat ze weer volledig terugvallen op hun moedertaal, hoe goed ze een tweede taal ook hebben leren spreken. Een familielid of vriend die kan tolken is geen overbodige luxe. Önder onderstreept: “Het is belangrijk dat je elkaar begrijpt en dan gaat het niet alleen over de taal, over de woorden. Elkaar begrijpen hangt van veel meer dingen af. Is de situatie veilig, is er vertrouwen, speelt beeldvorming van de betrokken organisatie een rol? Gaat het gesprek over een gevoelig onderwerp waar schaamte om de hoek komt kijken? Welke verwachtingen zijn er over en weer? En wat wordt als vanzelfsprekend aangenomen zonder te toetsten of het wederzijds is? Het gaat om de sociale taal. En dat is natuurlijk niet alleen aan de orde in gesprekken met de Fatma’s en Kemals. Je zult er altijd in meer of mindere mate mee te maken krijgen. Sociale klasse, opvoeding en ‘waar je vandaan komt’ spelen altijd een rol in gesprekken. Als medewerker van ‘de gemeente’ kun je in allerlei situaties wantrouwen tegenkomen.
trainingen. Er bestaat niet voor elke situatie een kant en klare oplossing, maar het inhoudelijk verkennen van diversiteit en interculturele communicatie helpt in het bepalen van een passende houding. “Oefenen in een rollenspel met een acteur, wat wij vaak doen in onze trainingen, kan mensen heel goed helpen om uit te vinden wat werkt en wat niet werkt. Het is een combinatie van kennis, bewustwording en ervarend leren.” Het helpt om kennis op te doen over culturele gebruiken en rituelen. Maar je kunt niet alles weten. “Bovendien”, waarschuwt Önder, “zijn er zoveel onderlinge verschillen, dat je toch steeds weer verrast zult worden. Met een cultuursensitieve houding en de benadering om present te zijn met aandacht en toewijding, kom je heel ver. Een beetje humor op z’n tijd, kan ook geen kwaad. Erken, herken en waardeer de ander, denk over je eigen grenzen heen om maatwerk te kunnen bieden.” “Samen met een collega organiseer ik na de zomervakantie een kennisatelier over diversiteit in sociale wijkteams. Die bijeenkomst kan ik natuurlijk iedereen aanbevelen.”
Praktijkvragen Ouderenadviseur Leonoor is niet de enige die in een situatie terechtkwam die ze niet begreep en waar ze niet tevreden was over haar rol. Önder krijgt veel vaker signalen en praktijkervaringen te horen van beroepskrachten en vrijwilligers. In de wandelgangen of tijdens
w
afschalen awbz basisteam bemoei bezuinigingen buren burger buurt case decentralisatie eigen kracht gebiedsteams geld gemeente generalist
Diversiteit achter de voordeur
foto: Ronald Puma
Lange termijn Voor de lange termijn is de verwachting onzeker. Er zijn grofweg twee opties als gevolg van een zwabberend front dat nu nog boven de Atlantische oceaan ligt.
hulp krijgen. Er wordt continu vraaggericht gewerkt vanuit de eigen kracht van burgers en hun netwerken. Burgers cq. wijkteams krijgen hier de ruimte om hun eigen kampvuurtjes te bouwen, te beheren en hierover te reflecteren. Pas wanneer deze kampvuurtjes door de droogte dreigen uit te groeien tot bosbranden, grijpen professionals cq. gemeenten in: ze blussen de brand en overleggen hoe in het vervolg een bosbrand voorkomen kan worden.
Korte termijn Deze week staat in het teken van onstabiel zomerweer: mooie momenten worden afgewisseld met enkele regen- en onweersbuien. Reden hiervoor is dat er veel geëxperimenteerd en geleerd wordt
Met een cultuursensitieve houding en de benadering om present te zijn met aandacht en toewijding, kom je heel ver
18 opinie
OPINIE 19
wat vinden wij?
Het sociale wijkteam als buurtsuper?
Op onze vraag naar sociale wijkteams, wordt een inwoonster nieuwsgierig en gaat meteen uitzoeken hoe het in haar dorp geregeld is. Ik woon in Voorst, een dorp met 1500 inwoners en een centrumgemeente op tien kilometer afstand. Ook in ons dorp zou een sociaal wijkteam aan de slag zijn? Ik ben benieuwd waar? Het zorgcentrum? In de huisartsenpost? Het dorpshuis misschien? Na een zoektocht op internet, wat niets opleverde in de telefoon geklommen en de gemeente gebeld.
“Ik red het wel zonder een wijkteam” Een ondernemer uit Apeldoorn over wijkteams “Wijkteam??? Daar moet je eerst iets meer over vertellen.” Deze ondernemer heeft zelf geen ervaring met of behoefte aan een wijkteam. Zo blijkt, als ik hem heb uitgelegd waar de gemeente Apeldoorn mee bezig is. Van zijn buurvrouw, die zestig jaar is, weet hij dat het in het buurthuis erg gezellig is en dat je er veel kunt doen: bingo, spelletjes en bloemschikken. De buurvrouw is er druk mee, want die heeft daar ook bestuursfuncties. Buurtkroeg Voor deze ondernemer krijgt de betrokkenheid met de buurt vorm in het wekelijkse pilsje in de buurtkroeg. Of het bladeren in het wijkkrantje, want hij wil wel weten wat er in zijn buurt gebeurt. Zeker, als het gaat om bouwplannen en dergelijke.
De buurt Als er wat is, kan hij eventueel terecht bij een drietal buren. Als zij bijvoorbeeld plotseling naar het ziekenhuis moeten of als er opgepast moet worden, is hij ook voor hen beschikbaar. “Als er een buurtbarbecue wordt georganiseerd, dan zou ik er wel naar toe gaan.” Maar zelf organiseren?… Nee, dat zal hij niet doen.
Een alleraardigste mevrouw verwijst mij door naar het Wmo-loket. Het Wmo-loket weet van niets en zegt dat ik toch echt bij de gemeente moet zijn. “Tja dat is toch ook wat”, antwoordt de aardige mevrouw, “misschien weet de beleidsafdeling er iets van af.” “Ja”, zegt een allervriendelijkste beleidsambtenaar, “het is volop in ontwikkeling.” “We gaan eerst
De wijkagent Hij moet er niet aan denken dat een wijkteam zich meer met hem zou gaan bemoeien. Hij regelt alles het liefst zelf. Als er echt iets mis is in de buurt, dan belt hij met de wijkagent. Dat is degene die dan bemiddelt en zo. “Zo is hij betrokken geweest bij geluidsoverlast door buren. Dat heeft hij goed opgelost. Dat zou nog wel beter bekend mogen worden: het telefoonnummer of e-mailadres van de wijkagent. Dat moet makkelijk te vinden zijn.”
Hattem
Elburg
Ik informeer bij deze jonge moeder of ze iets weet over wijkteams, maar het zegt haar helemaal niets. Ook het buurtcentrum kent ze niet. Ze denkt dat het wijkteam ‘iets’ met sociaal te maken heeft. En voor buurten waar veel problemen zijn. Voor haar eigen gezin vindt ze het belangrijk dat de buurt veilig is en dat is gelukkig zo. Jaarlijks vindt er in de straat een barbecue plaats. Dat is gezellig en zo weet je wie in de buurt woont.
“Ik wil niet afhankelijk van de buurt zijn”
Epe
Gesprek met een 63-jarige vrijwilliger van een woonzorgcentrum in Vorden Wat weet u over wijkteams? “Eigenlijk niet zoveel. Ik heb daar niets mee van doen. Op het gebied van zorg ken ik wel Buurtzorg en ook Sensire werkt met kleine teams. Buurtzorg biedt alleen thuiszorg overdag en Sensire biedt ook ’s nachts ondersteuning”.
Voorst Apeldoorn
Ik hoop dat hij bekend is met de mogelijkheden, die er in de buurt zijn.”
Lochem
Barneveld Zutphen
Wat zou u het liefst doen als u echt oud en beperkt bent? Zou u dan hier blijven wonen? “Ik zou het liefst, maar dat is erg duur, in Rosorum gaan wonen. Dat is een luxe zorgresidentie. Daar kun je alle zorg en voorzieningen inkopen. Ze koken dan lekker voor je en doen je boodschappen. Alle zorg wordt bij je op het appartement geleverd. Ik zie hier in de buurt dat oudere mensen hun huis niet meer kunnen onderhouden. Ze doen er niets meer aan en dan verwaarloost dat. Dat zou ik niet willen.”
Berkelland
Brummen Scherpenzeel
Ede
Rozendaal
Wageningen Culemborg
Doesburg
Druten
Tiel
Overbetuwe
Lingewaal
Neerijnen
Beuningen
West Maas & Waal
Nijmegen
Winterswijk Doetinchem
Aalten
Montferland Lingewaard
Geldermalsen
Oost Gelre
Zevenaar Westervoort Duiven
Buren Neder-Betuwe
Bronckhorst
Rheden
Arnhem
Renkum
Millingen aan de Ubbergen Rijn
Rijnwaarden
Oude IJsselstreek
Hoe bent u verbonden met uw buurt? “In onze buurt wonen veel alleenstaande ouderen. Van de overburen heb ik een sleutel. Mocht er iets zijn, dan kan ik altijd naar binnen. Wanneer onze directe buren op vakantie zijn, houden we hun huis in de gaten en zorgen we ervoor dat hun gordijnen geopend en gesloten worden. Als wij met vakantie zijn, dan doen zij dat voor ons. Vroeger werd er nog wel eens een buurtfeest gehouden, maar dat kwam vaak op dezelfde personen aan, dus dat is doodgebloed.” Stel u hebt hulp nodig, waar gaat u dan naar toe? “Dat ligt eraan welke hulp ik nodig heb. Voor een enkele keer, zou ik mijn familie vragen. Als ik lang-
Wijchen Groesbeek
Zaltbommel
Heumen Maasdriel
“Hoe actief kun je zijn?”
Het beroep op zelfredzaamheid betekent automatisch een beroep op de grote groep zogenaamde ‘niet-kwetsbare’ burgers. Zij vormen immers het potentieel van mensen waarop een beroep wordt gedaan om die vrijwillige hulp te bieden als dat nodig is. Een inwoonster van Millingen wil daar graag iets over kwijt. “Het is al enige jaren geleden dat ik aanwezig was bij een bijeenkomst van de Wmo-raad in mijn gemeente. De wethouder hield een praatje met als steekwoorden ‘meer participatie’ en ‘meer eigen verantwoordelijkheid’. Dat schoot me in het verkeerde keelgat. Want op welke mensen en op welke participatie doelde de wethouder eigenlijk? Hoezo meer?” Ze interrumpeert beleefd en vraagt of ze een proefje mag doen in de zaal. “Willen de mensen die vrijwilligerswerk doen gaan staan?”, vraagt ze. Alle aanwezigen gaan staan. “Wil iedereen blijven staan die twee soorten vrijwilligerswerk doet?” Een enkeling gaat zitten. En ook bij drie, vier of meer vrijwillige taken staat nog een aanzienlijk deel van het publiek. Genoeg te doen Zelf zet ze zich vrijwillig in voor de lokale omroep, het organiseren van avondwakes, , draait ze soms een bardienst in de voetbal-
kantine en is ze cantor in de kerk. Ook uit de twee koren waarin ze zingt (en een ervan tevens dirigeert) vloeien kleine projectjes voort om geld in te zamelen voor War Child. Ze doet dit alles niet uit verveling, want ze heeft een baan van 32 uur, een gezin en een moeder die steeds meer mantelzorg nodig heeft. Zelf vindt ze het niet zo veel. “Het is in ons dorp doodnormaal. Een fysiotherapeut behandelt als vrijwilliger elke zondag het voetbalteam en is betrokken bij de organisatie van de sportkantine. Hij regelt dat de AED-apparaten in het dorp onderhouden worden en dat er inmiddels honderd mensen zijn die hebben geleerd hoe je er mee moet werken. O ja, de Wmo-cliëntenraad, daar is hij ook lid van. Iedereen die ik ken is op verschillende fronten actief.” Zit er nog rek in? Met de inrichting van sociale wijkteams, die ook in haar gemeente komen, is haar ervaring
nog steeds actueel. “Begrijp me niet verkeerd. Burgerparticipatie is prachtig. Als eigen kracht betekent: mensen aanspreken op wat ze kunnen en niet op hun beperking, sta ik daar volledig achter. Wat me bij die bijeenkomst stoorde, was het morele appel om méér te doen. Zonder het besef hoe doodnormaal het is in ons dorp om je in te zetten. Hoeveel meer is nog mogelijk? Zit daar nog rek in?” Niet meer maar anders Ze beantwoordt de vraag zelf: “Ik denk dat de rek niet zit in méér, maar wel in ánders. Laat een sociaal wijkteam ervan uitgaan dat er een altruïsme-overschot is. Benut dat potentieel om slimmere combinaties te maken en verbindingen te leggen. Je kunt ook helpen door actief te zijn in het netwerk van een ander.” Ze legt het uit met een voorbeeld: “Een vriendin van mij woont in Amsterdam, ver van haar moeder vandaan. Zij heeft een oude vriendin die nog wel in deze buurt woont
gevraagd, om zo nu en dan wat boodschapjes te doen voor haar moeder. Zo hoeft ze niet voor dit soort ‘kleine hulp’ op en neer te reizen. De Amsterdamse houdt op haar beurt een oogje in het zeil bij haar bovenbuurman. Dat is voor zijn familie natuurlijk heel geruststellend. In die onderlinge verbinding, om niet alleen voor elkaar maar voor elkaars netwerk te zorgen, zie ik de potentie waar een sociaal wijkteam op in kan spelen.”
Met een gezin verderop in de straat kan ze het goed vinden. Daar kan ze terecht als er wat is. Als er wat met haar dochtertje zou zijn, zou ze het consultatiebureau opzoeken en voor andere dingen de huisarts. Haar familie en vrienden zijn er voor ondersteuning op sociaal gebied. Daar heeft ze ook goed contact mee. Ze kan zich niet voorstellen, dat ze ooit met problemen naar een wijkteam zou gaan.
Heerde
Nijkerk
Weet u of er een trefcentrum of buurtcentrum in uw wijk is? “Nee, dat weet ik niet. Vroeger waren hier buurtwinkels en dan trof je elkaar daar. Ik ga nu met mijn auto naar de biologische winkel, want daar is nog een beetje die buurtwinkelsfeer. Daar kennen ze je en hebben ze nog tijd voor een praatje. Dat lukt je bij Albert Heijn niet.”
Een jonge moeder uit Zutphen over het wijkteam
Ermelo
In gesprek met een werkende 55+ inwoonster van de wijk Hoogkamp in Arnhem.
Stel u hebt hulp nodig, waar gaat u dan naar toe? “Nou, in de eerste plaats vraag ik mijn zus of andere familie om hulp, maar die wonen eigenlijk te ver weg”. Buren? “Nou ja, de buren van drie huizen verderop passen op mijn plantjes, als ik op vakantie ben. Die zou ik ook wel hulp kunnen vragen, als ik bijvoorbeeld met een gebroken enkel thuis zit en helemaal niets meer kan. Bij de andere buren voelt het niet prettig om hen te vragen iets voor mij te doen. Daar wil ik het graag ontspannen mee houden. Als ik straks oud en beperkt ben en hulp echt nodig is, zal ik denk ik, naar de huisarts gaan.
“Een veilige buurt vind ik belangrijk”
Nunspeet
Harderwijk
“Vroeger trof je elkaar in de buurtwinkel”
Hoe bent u verbonden met uw buurt? “Samen met de directe buren is het een traditie geworden om op oudejaarsavond samen een borrel te drinken. In het voorjaar organiseren we in de tuin ook wat met elkaar. Verder doe ik niet zoveel in de buurt”.
Nou het gaat dus nog even duren, voordat ons dorp een wijkteam krijgt. Waarom niet in de buurtsuper, zo vraag ik me af!! DE ontmoetingsplek in ons dorp. Op loopafstand en ons kent ons. Met producten waar de lokale burger behoefte aan heeft en producten uit de streek. Je kan er bestellen. Ze zijn klantgericht en betrokken. Je ontmoet anderen, deelt en informeert. En jij bent klant, jij bepaalt, kiest, koopt, beslist en houdt dus de regie. Gewoon van nature.
Oldebroek
Putten
Wat weet u over wijkteams? “Wijkteam … is dat niet iets met veiligheid of zo?”
starten met een pilot, zo hebben we dat afgesproken.” Ik ben vol begrip en vraag nog wat door. “De pilot start in de centrumgemeente”.“Het wordt breed samengesteld, dus voor alle transities.” ( jeugdzorg, AWBZ en participatie).
“Wijkteams? Weet ik niet veel over” Kort gesprek met een 45-jarige Achterhoeker Wat weet u over wijkteams ? “Niet veel.” Hoe bent u verbonden met uw buurt? “Door middel van onderlinge communicatie.” Stel u hebt hulp nodig, waar gaat u dan naar toe? “Naar vrienden.” Wat zou u het liefst doen, als u echt oud en beperkt bent? Zou u dan hier blijven wonen? “Jazeker, mooier kan ik niet wonen.” Weet u of er een trefcentrum of buurtcentrum in uw wijk is? “Ja, er is een buurtcentrum.”
durige of intensieve hulp nodig heb, dan zou ik Buurtzorg of Sensire benaderen. In onze buurt hoef ik het niet te vragen, daar ligt de leeftijd van de buurtbewoners echt te hoog voor. En daarnaast denk ik, dat ik niet afhankelijk van de buurt zou willen zijn, maar dat is natuurlijk heel persoonlijk.” Wat zou u het liefst doen, als u echt oud en beperkt bent? Zou u dan hier blijven wonen? “Dan wil ik wel naar een appartement. Ik heb er geen bezwaar tegen, als ik dan naar een anderdorp moet verhuizen: ik ben niet zo home-vast.” Weet u of er een trefcentrum of buurtcentrum in uw wijk is? “In het centrum van Vorden is een Kulturhus. Daar vindt onder andere de Bejaardenkring plaats. Er wordt van alles georganiseerd. Het is nog wel zo, dat verschillende organisaties langs elkaar heen werken en vooral voor hun eigen organisatie gaan. Ik denk dat er, bij meer samenwerking, meer van de grond kan komen.”
20 (advertentie)
(advertentie)
VSBfonds roept Gelderse aanvragers op
Heeft u een idee dat aansluit bij: ontmoeting van leefwerelden, arbeid of vrijwillige inzet? Meld dan uw idee aanvia www.spectrumelan.nl! En kom in aanmerking voor het spreekuur.
VSBfonds wil projecten in Gelderland meer kansen bieden. Daarom organiseren VSBfonds en Spectrum samen een spreekuur in het najaar van 2014 in Arnhem. U kunt dan uw idee presenteren. Tijdens het spreekuur bekijkt VSBfonds de mogelijkheden, waarbij u ook eventueel in aanmerking kunt komen voor een donatie.
Wordt u niet uitgenodigd voor het spreekuur op 27 mei 2014? Dan houden de mogelijkheden voor u nog niet op! Want op 19 juni 2014 organiseert Spectrum samen met de Provincie een bijeenkomst voor alle aanvragers. We helpen u een stap verder, zodat u uw ideeën kunt omzetten tot een leuk project! Spreekuur Het spreekuur zal in het najaar plaatsvinden. Datum en locatie worden nader bepaald. Bijeenkomst Spectrum & de Provincie Datum: 19 juni 2014 Tijd: 09.00-12.30 uur Locatie: Provinciehuis, Arnhem Reserveer deze datum in uw agenda.
Meer informatie VSBfonds • Steffen de Wolff
[email protected] of (030) 230 33 65 • www.vsbfonds.nl
Spectrum partner met elan. • Mariëtte Klein Kranenberg
[email protected] • Gerrit Kapteijns
[email protected] • Nuray Karabacak
[email protected] • www.spectrumelan.nl
Uw team, één taal, één aanpak? Herkent u dit? U maakt duidelijke afspraken en vervolgens doet uw collega toch iets heel anders. Vervelend! Dat is geen kwade opzet. U heb last van Spraakverwarring. Iedereen heeft wel eens last van deze hinderlijke kwaal. Met alle nieuwe termen die u en uw team om de oren vliegen is dat ook geen wonder.
Maar u hoeft niet te leren leven met deze aandoening! De Spiegel op zorg biedt een krachtige remedie. Beproefd bij het werken volgend Welzijn Nieuwe Stijl en bij uitstek geschikt voor sociale wijkteams. Hoe werkt de Spiegel? De Spiegel is een participatief onderzoeksinstrument. Medewerkers vullen digitaal en anoniem op een vijfpuntschaal in waar zij vinden dat hun team of organisatie nu staat en waar zij in de toekomst willen staan. De gezamenlijke scores geven een duidelijke diagnose. En dat is het vertrekpunt voor een intens en boeiend proces waarmee de genezing begint. Veelvoorkomende bijwerkingen
Eindredactie Henriëtte Neuijen, Marijke Visschedijk en Nuray Karabacak
Redactieadres Spectrum partner met elan Postbus 8007, 6880 CA Velp (026) 352 34 20
[email protected] www.spectrumelan.nl
Ontwerp en illustraties Jacqueline de Maertelaere Met dank aan: Zes Gelderlanders, Trude Ariaans en Erni Venhovens, Nicole Voestermans, Noortje Ruisbroek, Chris Zeevenhooven, Jelly Hamber, Martha Konings, Heleen Hartkamp, Ton Edelbroek, Jeroen Stevens, Suzanne de Ruig, Noortje Schuddebeurs, Margriet Loeven, Tjibbe Vugts, Ton Harmsen, de Lommerd (Arnhem) en Önder Gürses
“Ik dacht dat ons team aardig op één lijn zat. Maar door De Spiegel ontdekten wij dat ieder iets anders verstond onder ‘optimale inzet van informele zorg’ en onder ‘zelfredzaamheid’. Nu verstaan we elkaar echt.” “Door De Spiegel hebben wij onze blinde vlekken in beeld gekregen, nu weten we hoe we verder willen groeien.”
De Spiegel op zorg is op recept verkrijgbaar bij
[email protected]
ZICHT OP CIJFERS IN DE WIJK?
Fotografie Al Hajem, Ronald Puma en anderen Cartoons Sylvia Vlaardingerbroek
Tevreden gebruikers zeggen:
(advertentie)
Oplage 9000 Deze krant is bedoeld om informatie uit te wisselen. Wij vragen u nadrukkelijk deze informatie te verspreiden. Het prettig als u ons daarvan op de hoogte houdt. Deze extra editie van de Anderslander is toegezonden aan de gemeenten, gemeenteraadsleden en alle instellingen en organisaties op het sociale domein in Gelderland. Mocht u extra exemplaren toegestuurd willen krijgen, dan kunt u contact met ons secretariaat opnemen
[email protected]
Hoe gebruikt u De Spiegel? De Spiegel is niet alleen heilzaam voor startende teams. Het is ook een ideale manier om tussentijds opnieuw de koers te bepalen en een gedragen veranderagenda op te stellen.
Gerapporteerde bijwerkingen zijn een heldere koers, alle neuzen één kant op en een gunstig De waarde van welzijn effect op de teambuilding. Fase 2#4 Het Proces
Colofon De ANDERSLANDER is een uitgave van Spectrum, partner met elan
Aan de hand van concrete voorbeelden uit uw praktijk wisselt een team interpretaties uit. Dat kan pittige discussies opleveren. Holle frasen krijgen weer een eenduidige lading. U leert samen weer één gezamenlijke taal te spreken. Nu kunt u de richting opnieuw bepalen en vaststellen wat de stappen zijn die u met elkaar wilt zetten om de huidige situatie dichter bij de gewenste situatie te brengen.
kenmerk wijk 1 wijk 2 wijk 3 0-14 jarigen 17 17 8 15-24 jarigen 11 12 6 65 jr en ouder 21 15 26 1 pers huish 38 28 45 huish + kinderen 33 37 19 lage inkomens 40 42 42 jogen inkomens 16 18 18 AWBZ indicaties 3,7 5,3 11,8 WMO huish hulp 7,5 10,3 Jeugdzorg 4,0 5,0 5,0 SES score 0,59 1,68 0,69
Kengetallen: Leeftijd, samenstelling huishoudens, herkomst Wonen, inkomen wijk 7
Sociaal Economische Status Gebruik van AWBZ-zorg?
wijk 8
wijk 1 wijk 6 wijk 5
Gebruik van Jeugdzorg? Hoeveel huishoudens maken gebruik van één of meer regelingen en/of voorzieningen?
wijk 4 wijk 2
wijk 3
Drukwerk: Reclameland, Roden Teksten Ivo Nienhuis, Anja van de Boer, Alexandra Bordewijk, Henriëtte Neuijen, John Smeets, Cor Klein Heerenbrink en Marijke Visschedijk
Juni 2014
In 2015 en mogelijk eerder gaan de integrale wijkteams aan de slag. Maar waar te beginnen? Inzicht in de kenmerken van de wijken (o.a. demografische gegevens) en in het gebruik van regelingen en voorzieningen kan helpen bij de opzet van het wijkteam. Het kan ook als opmaat dienen voor monitoring van de wijk(en), gemeente of regio. Voor meer informatie:
[email protected] of 06 30 36 34 64