magazine Wim van der Voort en Roelof Bruggers: We laten de leerlingen zien, voelen en ruiken

Wim van der Voort en Roelof Bruggers:

“We laten de leerlingen zien, voelen en ruiken”

Docenten vreemde talen bovenbouw havo en vwo:

“Lezen is jezelf volledig onderdompelen in andermans wereld en gedachten”

magazine 2013-2014 En verder: Jan Paul Beekman | Anita Valken | Gregor Bouhuis | Karin ten Broek Zeyneb Yüksel | Leerlingen van het Gerrit Komrij College | Mark van der Mierden Martin Ribbink | André Wittebroek

2013-2014

De informatie in deze gids geeft samen met de informatie op onze website www.gerritkomrijcollege.nl een volledig beeld van onze school. Mocht u desondanks toch nog vragen hebben dan zijn wij vanzelfsprekend bereid deze te beantwoorden.

1. PRAKTISCHE ZAKEN Te laat komen Leerlingen die te laat komen scannen hun pasje bij de receptie en nemen een te laat briefje mee. Ze krijgen alleen toegang tot de les met het daar verkregen briefje. Bij herhaling van te laat komen treedt de absentie- en telaatkomregeling in werking. Deze regeling is te vinden in de elektronische leeromgeving van Magister. 1.1

Melding bij ziekte of afwezigheid Als een leerling ziek is, dan melden de ouders dit ’s morgens voor aanvang van de eerste les telefonisch bij de receptie: (0543) 55 15 15. Een leerling die tijdens een lesdag ziek wordt en naar huis wil, moet eerst telefonisch contact opnemen met één van de ouders. De registratie vindt plaats door de receptioniste Hilde Duits of Rianne Heinen. Als de leerling thuis is aangekomen, meldt hij dat telefonisch bij de receptie. Verzuim om redenen als bezoek aan orthodontist, huisarts en het bijwonen van huwelijksplechtigheden en jubilea, moet voorafgaand aan de afwezigheid en minstens één week voor de datum schriftelijk door de ouders bij de afdelingsleider gemeld worden. Regel is dat (tand)arts- orthodontistbezoek buiten lesuren afgesproken moet worden. 1.2

Elk lesuur is er controle op de aanwezigheid van de leerlingen door de lesgevende docent. Bij niet gemelde afwezigheid wordt gebeld naar huis. Eventueel ongeoorloofd verzuim wordt daardoor geregistreerd. Ieder ongeoorloofd gemist lesuur betekent terugkomen op de vrijdagmiddag tijdens de laatste uren van de dag. Is er geen telefonisch contact mogelijk, dan wordt er middels de mail melding van absentie gemaakt bij de ouders. Melding bij de leerplichtambtenaar gebeurt door de zorgcoördinator, Wim Hummel, in samenspraak met de afdelingsleider. Als een leerling een voorlichtingsactiviteit van een vervolgopleiding wil bezoeken en daarvoor één of meerdere lessen moet verzuimen dan dient hij tenminste één week van tevoren toestemming te vragen aan een van de schooldecanen. In alle andere gevallen dient (minstens één week tevoren) toestemming aan de afdelingsleider te worden gevraagd. Extra verlof Bij bepaalde omstandigheden (verhuizing, ernstige ziekte in de familie, gezinsuitbreiding) kan een leerling schoolverlof krijgen buiten de vastgestelde vakantiedagen. Deze aanvraag kan bij de afdelingsleider worden ingediend. 1.3

Opvang leerlingen bij lesuitval Er is geen lesuitval in klas 1 en 2. Voor de andere leerjaren worden de leerlingen zoveel mogelijk opgevangen. 1.4

Toegang tot het netwerk en Magister De meeste lessen worden ondersteund door computertoepassingen. Alle leerlingen hebben via een inlogcode (en wachtwoord) toegang tot het netwerk. 1.5

De leerlinggegevens zijn in te zien via de Magister Web Portal (MWP). Zowel de leerlingen als de ouders krijgen hiervoor een eigen inlogcode en hebben via de site gerritkomrijcollege.swp.nl toegang tot cijfers, huiswerk en absenties. Printen is mogelijk via een van de ingestelde printers. Zwart-wit afdrukken kosten 10 cent per stuk, kleurafdrukken 20 cent per stuk. Bij aanvang van het schooljaar krijgt iedere leerling een printbudget van € 2,50. Lockers Lockers zijn alleen te openen met een schoolpasje. Leerlingen vinden hun locker op de afdeling waar ze toe behoren. Een overzicht waar welke locker is te vinden, wordt tijdens de introductie uitgereikt. Iedereen blijft een schooljaar lang verantwoordelijk voor de hem of haar toegewezen locker, dat betekent dat vernielingen en beschadigingen worden verhaald op de gebruiker. De schoolleiding heeft het recht kluisjes te controleren bij vermoeden van oneigenlijk gebruik. 1.6

Schoolpasje Iedere leerling krijgt dit jaar een schoolpasje. Bij verlies of beschadiging moet zelf een nieuw pasje betaald worden. Dit pasje is nodig voor bijvoorbeeld het maken van kopieën, het openen van de locker of bij betalingen in de kantine. 1.7

Portretrecht Onze website, schoolgids en voorlichtingsmateriaal zijn verfraaid met foto’s van leerlingen en/of medewerkers. Deze foto’s worden niet voor commerciële uitingen gebruikt. Wanneer u bezwaar heeft tegen plaatsing van foto’s van uw kind, dient u bij de aanvang van een cursusjaar daartoe schriftelijk bezwaar te maken via het door de administratie verstrekte formulier. 1.8

2. LEEfREGELS Waar veel mensen dagelijks met elkaar omgaan, is het goed om afspraken te maken over wat we van elkaar verwachten. Afspraken kunnen zorgen voor een schoolomgeving waarin iedereen zich prettig voelt en goed kan functioneren. Fietsen, scooters en bromfietsen Alle leerlingen die met de fiets komen, moeten gebruik maken van de ingang aan de sporthalzijde. De stalling voor de klas 1 en 2 is gescheiden van die van klas 3 en hoger. Stallen van fietsen is op eigen risico. Aangeraden wordt om fietsen met extra bagagebakken thuis te laten. Deze passen niet in de rekken en de kans op schade is groter. Onze conciërges begeleiden bij het stallen van fietsen en treden op als fietsen niet goed geplaatst worden. Alle afspraken rond het plaatsen van fietsen zijn te vinden op de website van de school. 2.1

Mobiele telefoons en geluidapparatuur Het gebruik van mobiele telefoons, iPads, iPods en andere mobiele informatiedragers zijn in school op een beperkt aantal plaatsen toegestaan. Zo mag een mobiele telefoon niet gebruikt worden tijdens de lessituatie. Dat kan zowel in het lokaal als in de zelfwerkzaamheidsruimte zijn. Uitzondering hierop is wanneer de docent de leerling toestemming geeft de mobiele telefoon in de les te gebruiken als hulpmiddel bij de lesstof. Buiten de lessituatie om en elders in het gebouw is het gebruik van de mobiele telefoon wel toegestaan. Zonder toestemming mogen er geen opnames gemaakt worden van leerlingen en personeelsleden. Overtreding van deze afspraak kan leiden tot schorsing of verwijdering van school met onmiddellijke ingang. 2.2

Overtredingen Het terrein rond de school is voor iedereen toegankelijk. Onze conciërges houden toezicht en ook de Winterswijkse politie zal regelmatig een kijkje komen nemen. Jongeren van 12 tot 18 jaar, die rond het Gerrit Komrij College zijn aangehouden voor bijvoorbeeld overlastgevend gedrag, vernieling, winkeldiefstal, overlast met vuurwerk of die veel spijbelen, kunnen de keus krijgen: naar de officier van justitie of naar Halt. In een Halt-straf kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie. Vaste onderdelen zijn gesprekken met de jongeren en de ouders, excuus aanbieden, terugbetalen van de schade en uitvoeren van een leeropdracht. Soms krijgen jongeren ook een werkopdracht. 2.3

De afdeling In de klas en in de zelfwerkzaamheidruimte wordt geen jas en hoofddeksel gedragen. Kapstokken zijn te vinden bij de toegang tot de afdeling. Op de afdeling, dat wil zeggen in de lokalen en de aangrenzende zelfwerkzaamheidsruimte mag niet gegeten en gedronken worden. Docenten en leerlingen van de afdeling zijn zelf verantwoordelijk voor de leefbaarheid. Rommel wordt in de prullenbak gegooid en alleen het personeel bedient zonwering, verwarming en ramen. Er geldt een verbod op chips en energydrinks in en rond het gebouw. 2.4

Pauze Het atrium is de plek om te ontspannen, te eten en te drinken. Het aanbod in de kantine is ruim en er zijn twee uitgiftebalies. Het assortiment kan alleen op peil blijven wanneer er voldoende omzet is, dat betekent dat we graag hebben dat er binnen de school gebruik gemaakt wordt van het gezonde aanbod. In en rond het atrium is de hele dag toezicht. De aanwijzingen die de toezichthouders geven, dienen opgevolgd te worden. 2.5

Roken Het gebouw is een openbare ruimte, er mag dus nergens gerookt worden. Op het buitenterrein is een gebied waar gerookt mag worden. 2.6

Van en voor de leerling Onze school is er van en voor leerlingen. We betrekken leerlingen bij hun onderwijs en laten ze meedenken 2.7

over toekomstige ontwikkelingen. Daarnaast richten we ons onderwijs zo in dat door betekenisvol onderwijs leerlingen hun eigen talenten kunnen ontdekken, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Buitenlesactiviteiten Bij het Gerrit Komrij College bieden we leerlingen ruimte voor creatieve, culturele, sociale en sportieve vaardigheden. Elk jaar nemen we verscheidene activiteiten in het jaarprogramma op. Dat gebeurt in de vorm van kennismakingsdagen, feest-, klassen- en muziekavonden, excursies, sportdagen en deelname aan toernooien. Nagenoeg elke leerling neemt eenmaal tijdens de schoolperiode deel aan een werkweek. De leerlingen van respectievelijk bl/kl-4, mavo-4, havo-5 en vwo-5 zijn een week lang met een groep docenten op pad. 2.8

De leerlingenraad De leerlingenraad wil leerlingen graag zo direct mogelijk betrekken bij de gang van zaken op school. Daarvoor is een sterke leerlingenraad belangrijk. De leerlingenraad komt op voor de belangen van de leerlingen en verzorgt activiteiten die de sfeer en de leefbaarheid binnen school verbeteren. Zij overlegt eens in de vier weken met Mike Seijger, afdelingsleider. Heeft u ideeën, suggesties of opmerkingen voor de leerlingenraad: [email protected]. 2.9

Schoolkrant Schoolkrant Ongehoord! is een vrolijk, informatief magazine. Het wordt gemaakt voor onze leerlingen, maar ook voor het personeel, ouders en andere belangstellenden. Het blad verschijnt dit jaar vijfmaal in full colour. De redactie van Ongehoord! bestaat ieder jaar uit circa vijftien leerlingen onder begeleiding van docent Mark Langewouters. Het doel is op een leuke manier verslag te doen van het wel en wee van de leerlingen en hun docenten met behulp van reportages, foto’s en interviews. Het geheel wordt omlijst met puzzels, prijsvragen, horoscopen en strips. In april 2010 werd Ongehoord! voor de tweede maal onderscheiden op de landelijke schoolkrantdag met een award voor ‘mooiste schoolkrantcover van Nederland’. Deze cover is ontworpen door leerling Sara Oonk. Dit schooljaar zien we veel nieuwe gezichten in de redactie, nadat diverse redacteuren na jarenlange deelname het stokje aan hen hebben doorgegeven. De redactie is te bereiken via [email protected], ook voor het aanleveren van kopij. 2.10

Leerlingenbegeleiding We schenken consequent aandacht aan de begeleiding en opvang van leerlingen. De school biedt de leerlingen begeleiding op het gebied van persoonlijke sociaal-emotionele vorming, de ontwikkeling van studievaardigheden en bij de vakkenpakket- en beroepskeuze. 2.11

Algemene begeleiding Elke leerling heeft een mentor, die op de prestaties en het welbevinden van de leerlingen let. De mentor is voor de ouders, leerlingen en docenten het eerste aanspreekpunt. Hij houdt alle leerlinggegevens bij en geeft mede invulling aan voorlichtingsavonden voor ouders. Naast het geven 2.12

van zijn eigen vak(ken), verzorgt de mentor de studieles in klas 1. Ook is de mentor organisator c.q. stimulator van klassenavonden. De mentoren, docenten en decanen (leerjaar 2 t/m 6) van één leerjaar dragen samen, onder leiding van de afdelingsleider, de verantwoordelijkheid voor onderwijs en begeleiding. Speciale begeleiding De decaan adviseert leerlingen en hun ouders/verzorgers bij het kiezen van een vakkenpakket en een vorm van vervolgonderwijs of beroepsrichting. Er zijn twee counselors werkzaam, die extra persoonlijke begeleiding verzorgen. Onze orthopedagoge is gespecialiseerd in hulpverlening op sociaal-emotioneel gebied. Daarnaast zijn er gespecialiseerde docenten belast met ondersteuning op de gebieden van dyslexie en faalangstreductie. Voor alle zorg kan de zorgcoördinator worden ingeschakeld. 2.13

Leerlingen met een ‘rugzakje’: leerlinggebonden financiering Op 1 augustus 2003 trad de nieuwe wettelijke regeling leerlinggebonden financiering in werking. Dat betekent dat leerlingen met een beperking geïntegreerd in het (voortgezet) onderwijs kunnen worden geplaatst, voorzien van een zogeheten ‘rugzakje’. Daarin zitten middelen om een daadwerkelijke integratie zo effectief mogelijk te maken. Voor de scholen geldt dan, dat zij in voorkomende gevallen moeten kunnen uitleggen, hoe zij de opvang van een leerling met een handicap vormgeven, c.q. waarom zij een leerling niet kunnen toelaten. In samenwerking met de overige scholen in het samenwerkingsverband Oost-Achterhoek werken we aan de versterking van onze expertise en verdere specialisatie. Voor meer informatie over de mogelijkheden op onze scholengemeenschap voor leerlingen met een leerlinggebonden financiering verwijzen we u naar de heer Wim Hummel, zorgcoordinator. ([email protected]) 2.14

Dyslexie Leerlingen van het Gerrit Komrij College, waarbij dyslexie is gediagnosticeerd, krijgen een korte training aangeboden met als doel handvatten aan te reiken, waardoor het voor de leerling makkelijker wordt met zijn/haar problematiek om te gaan. Daarnaast krijgen zij extra tijd bij toetsen en zullen spellingsfouten die aan dyslexie gerelateerd zijn minder zwaar geteld worden. Indien nodig, zal per individuele leerling bekeken worden, welke hulpmiddelen hij/zij aangeboden moet krijgen om het schoolwerk zo optimaal mogelijk te kunnen maken. 2.15

Leerlingen waarbij, gedurende hun schoolloopbaan, signalen opgemerkt worden die mogelijk op dyslexie duiden, kunnen via de mentor aangemeld worden. Deze zorgt ervoor dat er een screening gedaan wordt en op basis van de uitslag van deze screening wordt ingeschat, of de opgemerkte signalen ook daadwerkelijk kenmerken zijn, die mogelijk kunnen duiden op dyslexie. Hiervoor wordt het signaleringsinstrument uit het Protocol Voortgezet Onderwijs gebruikt. Mochten er duidelijke aanwijzingen zijn voor dyslexie, dan wordt er bij de leerling, in overleg met de ouders/verzorgers, een extern dyslexieonderzoek door een daartoe bevoegd instituut gedaan. De ouders moeten hiervoor een eigen bijdrage van 170 euro betalen. Uit dit onderzoek blijkt, of er daadwerkelijk sprake is van dyslexie op basis waarvan een officiële verklaring kan worden afgegeven.

Huiswerkklas en vakspecifieke ondersteuning (bijles) Een huiswerkklas is bedoeld voor leerlingen in klas 1 en 2, die behoefte hebben aan een rustige leeromgeving na schooltijd, óf die extra ondersteuning wensen voor één of meer vakken. Bovenbouwleerlingen houden toezicht, geven de gewenste ondersteuning en organiseren de huiswerkondersteuning. Vakspecifieke ondersteuning is bedoeld voor leerlingen in klas 1 (uitgezonderd lwoo), die extra uitleg wensen voor één of meer van de vakken Nederlands, Engels, Duits en wiskunde. De ondersteuning wordt gegeven door bovenbouwleerlingen. Elke bovenbouwleerling begeleidt in principe twee brugklasleerlingen. Leerlingen die deelnemen aan de huiswerkklas of bijlessen, betalen een klein bedrag per keer. Dit bedrag is het salaris voor de bovenbouwleerling, die zijn talenten aanwendt om onderbouwleerlingen verder op weg te helpen. Aan het begin van het schooljaar ontvangen ouders en leerlingen van klas 1 en 2 meer informatie over deelname aan deze huiswerkklas en vakspecifieke ondersteuning. 2.16

Ouderparticipatie Betrokkenheid van ouders bij het tot stand brengen van een goede leer- en leefomgeving voor hun kinderen is van groot belang. Wij vinden het contact met ouders erg belangrijk omdat zij onze leerlingen het best kennen. Ook kunnen de meningen van ouders ons verder helpen de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en waar nodig te verbeteren. In de individuele begeleiding van leerlingen zoeken we contact met ouders. Wij verwachten steun van ouders bij het handhaven van gezamenlijk vastgestelde regels die nodig zijn om een schoolklimaat te creëren, waar in rust en veiligheid geleerd kan worden. Ouders hebben de mogelijkheid om over school, de organisatie en het onderwijs mee te denken en mee te praten. Dat kan o.a. door deel uit te maken van de oudergeleding in de medezeggenschapsraad, door lid te worden van de ouderraad of door deel te nemen aan een van onze ouderresponsgroepen. Ook wordt hun medewerking bij diverse activiteiten bijzonder gewaardeerd. 2.17

Ouderraad De Ouderraad (OR) beoogt de betrokkenheid van de ouders bij de school te bevorderen door, naar weerszijden, informatie te verstrekken, te adviseren en te begeleiden. Bovendien verlenen de leden van de OR hun medewerking aan activiteiten die bijdragen aan een goed schoolklimaat. De OR kan gevraagd en ongevraagd advies aan de medezeggenschapsraad geven. De OR komt eens in de zes weken bijeen in aanwezigheid van de rector. Eénmaal per jaar organiseert deze raad een algemene ouderavond rond een actueel thema. Op die avond wordt ook verantwoording afgelegd over het gevolgde en te volgen beleid. Heeft u ideeën, suggesties of opmerkingen voor de ouderraad? Geef dat dan door via [email protected]. 2.18

Medezeggenschapsraad De school kent een Medezeggenschapsraad (MR). Deze raad bestaat uit een ouder-, een leerlingen een personeelsgeleding. De leden hebben invloed op het schoolbeleid. Zo heeft de MR in veel gevallen advies- of instemmingsrecht. Het bestuur/de schoolleiding kan beleidskwesties voorleggen ter advisering of besluitvorming aan de MR, maar de MR heeft zelf ook het recht om initiatieven te bespreken. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. Heeft u ideeën, suggesties of opmerkingen voor de medezeggenschapsraad? Geef dat dan door via [email protected]. 2.19

Ouderavonden Jaarlijks organiseren we de volgende bijeenkomsten voor ouders: • ouderavonden met als doel nadere kennismaking met mentor en afdelingsleider • spreekavonden met leraren, mentoren en afdelingsleider, o.a. over studieresultaten • voorlichtingsavonden van decanen en afdelingsleider over keuzes met betrekking tot leertrajecten, vakkenpakketten en vervolgopleidingen • voorlichtingsavonden over verschillende activiteiten zoals werkweken • inloopavonden waarop ouders op informele wijze met de mentor kunnen spreken over allerlei schoolzaken. Bovendien kunnen ouders buiten de georganiseerde avonden afspraken maken met een leraar, mentor, decaan of afdelingsleider. De eerste contacten over resultaten of welbevinden van leerlingen lopen via de mentor. Tijdens de inloopavond bij de start van het cursusjaar geeft de mentor aan op welke wijze en wanneer hij bereikbaar is. 2.20

Digitale Nieuwsbrief Wekelijks verschijnt de digitale nieuwsbrief voor ouders. Zowel de schoolleiding, medewerkers, MR en OR als ouders en leerlingen kunnen hierin artikelen plaatsen. Op deze manier brengen we elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen en creeren we een stuk onderlinge betrokkenheid. Nieuws plaatsen we tevens op onze internetsite www.gerritkomrijcollege.nl en op de sociale media zoals Twitter. 2.21

Ouderresponsgroepen Onder leiding van de afdelingsleiders spreken ouders drie keer per jaar over diverse zaken, die te maken hebben met de (onderwijs)organisatie van de school. Het is niet de bedoeling om individuele klachten, vragen of opmerkingen te bespreken. Deze horen thuis bij de mentor, de betreffende docent of afdelingsleider. Mocht u belangstelling hebben voor deelname aan een van de ouderresponsgroepen, dan kunt u zich tijdens de eerste ouderavond in het jaar bij de mentor opgeven. 2.22

Van buiten naar binnen “De buitenwereld de school binnenhalen” om onze leerlingen te laten zien dat er ook nog een andere werkelijkheid is die zich voornamelijk afspeelt buiten de muren van de school en die in veel gevallen heel aantrekkelijk is en waar heel veel te leren valt. Willen wij als school onze leerlingen zo goed mogelijk voorbereiden op de samenleving, willen we ze écht leren om op eigen benen te staan, dan mag de buitenwereld tijdens de schoolperiode van onze leerlingen niet ontbreken. 2.23

Contacten met bedrijven en organisaties Het Gerrit Komrij College heeft contacten met het bedrijfsleven en brancheorganisaties in het belang van het onderwijs. Dit geldt met name voor het vmbo, omdat alle leerlingen van het vmbo stage lopen in het bedrijfsleven. De school heeft in 2001 een convenant gesloten met het regionale bedrijfsleven voor leerlingen docentenstages en de ontwikkeling van het onderwijs. Leerlingen uit het derde en vierde jaar van het vmbo lopen stage bij bedrijven en instellingen. Leerlingen uit het derde jaar van de mavo lopen drie dagen stage bij bedrijven en instellingen. 2.24

De stichting Edustrie is een samenwerkingsverband tussen het regionale bedrijfsleven en verschillende scholen voor voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs. Het Gerrit Komrij College maakt hiervan ook deel uit. Het doel van de stichting is om meer leerlingen te interesseren voor een opleiding en loopbaan in de techniek. Bij de stichting zijn ongeveer 300 bedrijven aangesloten. Via Edustrie profiteren onze vmbo-leerlingen tijdens de lessen van beschikbaar gesteld materiaal en gereedschap. Daarnaast zijn de praktijkdagen en stageplaatsen van groot belang voor het onderwijs. Onderwijs Ondernemen Oost-Achterhoek Het Gerrit Komrij College heeft samen met het Christelijk College Schaersvoorde Aalten, het Rietveld Lyceum Doetinchem, het Marianum Groenlo en het Isendoorn College in Warnsveld subsidie gekregen voor het organiseren van activiteiten om de leerlingen in de bovenbouw van het havo en vwo ondernemender te maken. Leerlingen leren daardoor niet alleen hoe ze een eigen bedrijfje kunnen starten, maar ze leren zich ook ondernemender op te stellen en de kansen te pakken die zich in het leven voordoen. Willem Jansen van Velsen is projectleider. Contact met hem is mogelijk via [email protected]. 2.25

Samenwerkingsverband Zorg Het Gerrit Komrij College maakt deel uit van het samenwerkingsverband Zorg, waarin, behalve de school, diverse zorginstellingen in de regio participeren. Het doel van deze samenwerking is om leerlingen tussen de 12 en 18 jaar ook te interesseren voor de beroepen in de zorg. Dit jaar konden leerlingen in de bovenbouw van het havo en vwo deelnemen aan een basissmodule ‘Verzorgd’ door de afdeling Zorg en Welzijn. Door jaarlijks deze module opnieuw aan te bieden en het komende schooljaar te starten met een verrijkingsmodule, wil de school de gestelde doelen bereiken. 2.26

Overige contacten Verder hebben we regelmatig overleg met schoolbegeleidingsdiensten, schoolartsen, testinstituten, ‘aanleverende’ basisscholen en de scholen voor vervolgonderwijs. Ook is er een nauw contact met de Openbare Bibliotheek die in de school is gehuisvest. 2.27

Het Gerrit Komrij College werkt voor de maatschappelijke stage niet alleen nauw samen met verschillende vrijwilligersorganisaties, maar ook met de gemeente Winterswijk en Christelijk College Schaersvoorde. Het Gerrit Komrij College breidt de komende jaren haar systeem van kwaliteitszorg uit en richt het planmatiger in. Ieder jaar stellen de zes afdelingsteams elk een jaarplan op. We willen kunnen beoordelen of we de goede dingen doen en of we ze goed doen. In breed opgezette enquêtes vragen we ouders, leerlingen en medewerkers naar hun mening over de school. De mening van de basisscholen en het vervolgonderwijs doen er voor ons eveneens toe: wij vragen hen daar dan ook regelmatig naar. Leden van het managementteam en docenten vragen feedback aan verschillende belanghebbenden om hun eigen functioneren te evalueren. Door het regelmatig houden van tevredenheidsenquêtes streeft het Gerrit Komrij College naar de voortdurende verbetering van de kwaliteitszorg binnen de school.

Contacten met het basisonderwijs worden binnen de POVO onderhouden door Rianne Oonk en Gijs Vos. Zij hebben gedurende het jaar regelmatig contact met de leerkrachten van groep 8 en de schooldirecteuren van het basisonderwijs in Winterswijk. Klachtenregeling en interne vertrouwenspersonen De school heeft als doel om klachten zoveel mogelijk te voorkomen. Maar waar wordt gewerkt, worden fouten gemaakt en dat kan aanleiding geven tot klachten. In eerste instantie gaan we ervan uit dat klachten op een eenvoudige manier binnen de school zijn op te lossen, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met de mentor of afdelingsleider of uiteindelijk de rector. 2.28

Klachtenregeling Onze school ressorteert onder stichting Achterhoek VO en valt daarom onder de stichting brede klachtenregeling. De volledige tekst van deze klachtenregeling is te vinden op www.achterhoekvo.nl. Deze regeling is bedoeld om ouders, leerlingen en medewerkers te garanderen dat er een goede afhandeling van een klacht plaatsvindt. Klachten kunnen van velerlei aard zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de begeleiding of beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, machtsmisbruik, discriminatie, agressie, geweld en pesten. Vertrouwenspersonen Om deze klachten op een goede wijze af te handelen, beschikt de school over interne vertrouwenspersonen. Deze opereren onafhankelijk en onpartijdig, zijn zeer integer en beschikken over de juiste competenties om met mogelijk delicate onderwerpen om te kunnen gaan. Zij gaan na, of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt voor de klacht, of dat er een klacht ingediend moet/kan worden. De interne vertrouwenspersoon kan helpen om de klacht op de juiste plaats te deponeren en kan zo nodig begeleiden bij de gesprekken die gevoerd moeten worden om de klacht aan te pakken. De interne vertrouwenspersoon zal uitermate vertrouwelijk en zorgvuldig met de klacht omgaan. 2.29

Wanneer de klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost, kan de interne vertrouwenspersoon de leerling of ouder helpen om de klacht te formuleren voor de externe klachtencommissie waar de Stichting Achterhoek VO bij aangesloten is. Voor het Gerrit Komrij College zijn de interne vertrouwenspersonen voor leerlingen en ouders: Diane Hamberg tel. 0543-551515 [email protected] Wim Hummel tel. 0543-551515 [email protected] De externe vertrouwenspersonen werken bij de IJsselgroep en zijn mw. A. Kusters en de heer H. Riphagen. Zij zijn bereikbaar op tel: 088-0931000.

3. AANDACHT VOOR LEERLING EN ONDERWIJS leerling De leerprestaties en het sociaal welzijn van de leerlingen houden we voortdurend in de gaten. Vanaf het eerste leerjaar houden mentoren gegevens bij over bijvoorbeeld leermoeilijkheden, medische of gezinsproblemen. Deze digitale map dragen we elk leerjaar over, zodat docenten aan het begin van het nieuwe schooljaar op de hoogte zijn van zaken over de leerling, waarmee rekening moet worden gehouden. 3.1

Om de prestaties van de leerling te volgen: • houden we alle cijfers bij in Magister. Ouders hebben daar toegang toe en kunnen zicht houden op de prestaties • wordt Magister gebruikt waarin te laat komen, ziekte, (ongeoorloofd) verzuim e.d. worden bijgehouden Dit kan aanleiding geven tot een gesprek van de afdelingsleider of mentor met leerling en/of ouders. Goed onderwijs De school schenkt aandacht aan het in stand houden van een goed onderwijsteam. Voordat een leraar een vaste aanstelling krijgt, wordt hij/zij regelmatig beoordeeld. Met alle medewerkers op het Gerrit Komrij College worden functioneringsgesprekken gehouden, die erop gericht zijn het functioneren van het totale schoolteam te verbeteren. Door zich regelmatig gericht te scholen, werken de docenten aan de kwaliteit van ons onderwijs en hun leerlingbegeleiding. Ook de rector, de conrector en afdelingsleiders scholen zich regelmatig. Leerlingen wordt gevraagd het onderwijs te evalueren door middel van enquêtes en klankbordgroepen. In afdelingsteam- en in vaksectieoverleg wordt het onderwijsprogramma vormgegeven en geëvalueerd. Ook organiseren we jaarlijks studiedagen voor het gehele team. De ouderraad en de leerlingenraad vormen mede een klankbord voor de mate, waarin de school erin slaagt haar doelstellingen op dit gebied te realiseren. 3.2

Veiligheidsbeleid Ons beleid ten aanzien van de veiligheid van onze leerlingen en medewerkers is in het schoolveiligheidsplan verwoord. 3.3

4. HET fINANCIëLE PLAATJE Ouderbijdrage Voor schooljaar 2013-2014 is de ouderbijdrage vastgesteld op € 60. Dit is een vrijwillige bijdrage, die we gebruiken als bijdrage in de kopieerkosten, proefwerkpapier en kleinmateriaal voor de beeldende en technische vakken. Ook de kluisjes, de wekelijkse digitale nieuwsbrief, de website, de schoolgids, de leerlingenkrant ONGEHOORD! en de aanvullende ongevallenverzekering betalen we hiervan, omdat we hiervoor vanuit het Ministerie geen vergoeding ontvangen. 4.1

Tegemoetkoming schoolactiviteiten Naast de ouderbijdrage ontvangt u van ons een factuur voor de tegemoetkoming schoolactiviteiten. Voor de zomervakantie ontvangt elke ouder een overzicht van de kosten per klas. Deze bijdrage is verplicht. Hiervan betalen wij verschillende activiteiten, die we jaarlijks voor onze leerlingen organiseren. Werkweken worden apart in rekening gebracht. Vormt de tegemoetkoming schoolactiviteiten een belemmering voor deelname aan deze bijzondere activiteiten, dan kan in overleg met de afdelingsleider een passende regeling getroffen worden. 4.2

Borg schoolboeken Scholen mogen aan ouders een borg vragen voor de gratis boeken, omdat zij een financieel risico lopen als boeken beschadigd worden of kwijt raken. In overleg met de oudergeleding van de medezeggenschapsraad is afgesproken dat het Gerrit Komrij College een borg aan de ouders vraagt voor het gebruik van leermiddelen, die door Van Dijk Educatie worden verstrekt. Van Dijk communiceert hierover namens de school met de ouders. 4.3

5. OVERGANG EN RAPPORTEN Cijfers zijn een bruikbaar middel om de relatieve prestaties van een leerling (d.w.z. de prestaties van de betrokken leerling, vergeleken met die van andere leerlingen uit dezelfde klas) te waarderen en bespreekbaar te maken. Leerlingen krijgen cijfers die meetellen voor het rapportcijfer en via het eindcijfer ook bij de overgangsbeslissing aan het einde van het schooljaar. De cijfers zijn digitaal in te zien door middel van Magister. Naast lesstof die ze door middel van becijferde toetsen en praktische opdrachten afsluiten, zullen leerlingen in examenjaren ook zogenaamde handelingsdelen uitvoeren. De inhoud van deze handelingsdelen kan per vak verschillen. Ook krijgen deze leerlingen te maken met grote en kleine praktische opdrachten, waarvan de beoordeling uiteindelijk voldoende/goed dient te zijn, want ook deze maken deel uit van de bevorderingsnormen. Rapporten 5.1 In leerjaar 1, 2, 3 en havo-4, vwo-4 en vwo-5 ontvangen leerlingen drie rapporten: in december het eerste rapport; in maart het tweede en in juli het eindrapport. In vmbo-4, mavo-4, havo-5 en vwo-6 verstrekken we in januari een tussenstand van het schoolexamen; in april het eindresultaat van het schoolexamen en in juni de eindcijferlijst van het examen. Bevorderingsnormen Leerlingen en hun ouders ontvangen in het begin van het schooljaar een overzicht van de wijze van bepaling van het eindcijfer en van de hierop gebaseerde bevorderingsnormen. In vmbo-3, havo-4, vwo-4 en vwo-5 wordt tevens een begin gemaakt met het verzamelen van de resultaten die meetellen voor het examendossier. Deze blijven staan tot en met de voltooiing van het examen in respectievelijk vmbo-4, mavo-4, havo-5 en vwo-6. De bevorderingsnormen staan in de ELO van Magister. 5.2

Doubleren Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat een leerling een klas doubleert. In sommige gevallen proberen we dit zoveel mogelijk te voorkomen door bijvoorbeeld een leerling, waar mogelijk, te bevorderen naar een hoger leerjaar van een onderliggend schooltype. 5.3

Overgaan naar een ander schooltype In de eerste twee leerjaren van alle schooltypen en in het derde leerjaar havo/vwo kan een leerling overgeplaatst worden naar een andere niveaugroep. Aan het eind van het jaar gebeurt dit als gevolg van de bevorderingsbeslissing. Een leerling kan doorstromen van mavo-4 naar havo-4 (indien men aan bepaalde eisen voldoet) of van havo-5 naar vwo-5. Daaraan zijn voorwaarden verbonden, die kunt u nalezen in de ELO in Magister of via de decaan te verkrijgen. 5.4

6. CONTACT Rector Drs. Jan Paul Beekman [email protected] Conrector bedrijfsvoering Drs. Henk Lansink MBA [email protected] Afdelingsleider brugklassen mavo/havo/vwo Annemarieke Takken [email protected] Afdelingsleider vmbo-bl/kl 1 t/m 4 Ferry Wessels [email protected] Afdelingsleider mavo 2 t/m 4 Mike Seijger [email protected] Afdelingsleider havo 2 t/m 5 en vwo 2 t/m 6 Robert van Rossum [email protected] Directeur facilitaire dienst, pr en communicatie Drs. Ed de Graaf [email protected] Decaan havo/vwo Gea Beuzel-Velderman [email protected] Decaan mavo, vmbo-bl/kl Lonneke Nekkers [email protected] Zorgcoördinator Wim Hummel [email protected]

Een woordje

vooraf

Met trots bied ik u de nieuwe schoolgids van het

Mensen die iets vertellen over zichzelf en waarbij

Gerrit Komrij College aan. Samen met onze web-

de school een belangrijke rol speelt. De rector,

site bevat deze gids alle informatie over het on-

de docent, de ouder, allen hebben een speciale

derwijs dat wij onze leerlingen bieden, de organi-

opdracht, allen zorgen ervoor dat de leerling op

satie, de procedures en de regelgeving. Daarnaast

geheel eigen wijze de weg naar volwassenheid

geeft het u ook een inkijkje in het reilen en zeilen

zal vinden, zal leren om op eigen benen te staan,

op onze school.

om uiteindelijk de wijde wereld in te trekken.

Dit jaar hebben we gemeend de schoolgids in

Een school van en voor leerlingen, dat kenmerkt

een ander jasje te moeten steken. Werden de

het Gerrit Komrij College.

schoolgidsen tot nu toe aan het begin van het schooljaar een keer doorgebladerd en gedurende

Namens alle leerlingen en medewerkers van onze

het schooljaar hooguit een enkele keer uit de kast

school wens ik iedereen een heel mooi school-

gepakt om iets op te zoeken, dit keer hebben we

jaar toe. Dat we ook dit jaar weer veel van elkaar

de schoolgids zodanig samengesteld, dat we ho-

mogen leren, zodat we allemaal weer een beetje

pen dat het een prominentere plaats krijgt in uw

wijzer worden.

boekenkast of op het schap boven de keukentafel. Jan Paul Beekman Ik ben van mening dat een schoolgids een levend

Rector

document moet zijn, een document waarin mensen aan het woord komen die iets te vertellen hebben en dat door al die verhalen samen de ziel van school voelbaar wordt. Want het is juist het ‘gevoel’ dat de keuze van de leerling en zijn ouders voor onze school bepaalt. Als ik een leerling vraag waarom hij voor het Gerrit Komrij College heeft gekozen, is het antwoord ‘gewoon’ of ‘het lijkt me hier leuk’. Doorvragen van mijn kant heeft geen zin. Het is het ‘gevoel’ dat deze leerling heeft dat hem deze keuze heeft doen maken.

Gerrit Komrij College | Magazine 2013-2014

1

“Vanaf mijn 12e

wist ik dat ik leraar wilde worden”

an, ollege m k e l Be omrij C u a P Jan Gerrit K r recto

Het is rustig in het trappenhuis van het schoolgebouw. Het eerste lesuur is begonnen en de leerlingen zitten inmiddels in de verschillende vleugels. Jan Paul Beekman heeft er echter al een tijdje op zitten. Als rector van het Gerrit Komrij College houdt hij ervan goed voorbereid aan de dag te beginnen. “Ik zie de school niet alleen als werk, maar ook als mijn grootste hobby.”

2

“Ouders vinden het mooi dat Winterswijk zo’n fantastische school heeft”

Jan Paul Beekman is trots op zijn nieuwe school waar de middelbare schooljeugd sinds een klein jaar onder één dak vertoeft. “Het is zo mooi dat alle leerlingen in één gebouw zitten. De onterechte, negatieve beeldvorming over het vmbo is helemaal weg nu deze opleiding niet meer als een aparte groep gehuisvest is. De leerlingen van het vwo en vmbo zien elkaar dagelijks en leren van elkaar. Het is echt een school van en voor de Winterswijkse bevolking geworden. De buitenwereld komt hier binnen omdat de bibliotheek er is gevestigd en er de mogelijkheid is te lunchen. De reacties zijn nu ook anders dan een jaar geleden. Ouders vinden het mooi dat Winterswijk zo’n fantastische school heeft.” Kansen zien Beekman (54) is geboren in Breda en groeide op in verschillende plaatsen in het zuiden van het land. Als Brabander in de Achterhoek ziet hij veel overeenkomsten. “De gemoedelijke sfeer en de mentaliteit spreken me aan. Een Brabander praat alleen wat meer en een Achterhoeker doet meer. Ik zit daar een beetje tussenin.” Op de middelbare school werd Beekmans interesse voor het leraarschap aangewakkerd en raakte hij ervan overtuigd dat hij leraar wilde worden. Hoewel hij op de middelbare school geen uitblinker was, volgde hij uiteindelijk de universiteit in Nijmegen en koos voor het vak biologie. “De toekomstmogelijkheden voor leraar biologie waren goed. Toen zag ik al veel kansen. Het studeren ging mij op de universiteit gemakkelijker af dan op de middelbare school, waardoor ik ook onderwijskunde en wiskunde ging studeren.” Uitdagingen De loopbaan van Jan Paul Beekman begon in het zuiden van het land, waar hij tijdelijke functies als docent bekleedde op middelbare scholen in Rosmalen en in Den Bosch. “Ik deed er veel ervaring op en stond voor verschillende klassen. In de jaren tachtig kwam de crisistijd. Toch vond ik een baan in Hengelo (O), waar ik uiteindelijk dertien jaar heb gewerkt als docent en later als schoolleider. Na een korte periode op een school in Ulft zag ik in Nijmegen een jongensdroom uitkomen als rector op het Kandinsky College. Het was een geweldige tijd, waarin ik het leerlingenaantal in vijf jaar zag groeien van 570 naar 1.100 leerlingen. Toch wilde ik in die bloeitijd op een andere plek aan iets nieuws beginnen. In het werken met allochtone leerlingen op een school middenin Utrecht vond ik een nieuwe uitdaging.

Daar had ik enorm gedreven docenten, wat een luxe is om mee samen te werken. Dat trof ik ook op het Gerrit Komrij College, waar ik het bovendien als iets heel moois zag om drie totaal verschillende locaties onder te brengen in één gebouw. Voor de afwisseling in banen in de loop der jaren heb ik bewust gekozen. Ik wilde steeds iets nieuws beginnen. Je leert er ontzettend veel van en ik kan het iedereen aanraden!” Jong Beekman heeft het nodig om af en toe zijn gedachten over school aan de kant te zetten. Voetbal is een welkome afleiding voor hem. Als supporter van De Graafschap kan hij zich tijdens de wedstrijden helemaal afsluiten van de dagelijkse dingen. “Als de spelers het veld op komen, vergeet ik alles om me heen. Anderhalf uur lang leef ik in een hele andere wereld, met alle gedachten gericht op dat spel.” Muziek is één van zijn andere passies. In het verleden speelde hij in bandjes en schreef hij zelf de muziek. “Ik heb nog zoveel plannen, maar daar wacht ik mee tot ik met pensioen ga. Dit werk doe ik nog veel te graag en wil ik nog lang blijven doen. In bepaalde tijden van het jaar is het wel ontzettend druk zodat je met het werk opstaat en ermee naar bed gaat. Dat houd je alleen vol als het ook je hobby is. Ik ben en voel me bovendien nog ontzettend jong! Mijn hoofd is nog steeds 18.” Passie Tot slot benadrukt Jan Paul Beekman het belang voor de middelbare schooljeugd om een vervolgopleiding te kiezen die bij je past en waar je passie en hart liggen. “Het komt nog regelmatig voor dat leerlingen bij de keuze van een vervolgstudie niet voldoende op de hoogte zijn van de toekomstige mogelijkheden. Maak niet zomaar een keuze omdat je denkt dat je er veel geld mee kunt verdienen. Natuurlijk is de toekomst belangrijk en hoort een beetje slim kiezen erbij. Maar als je goed voorbereid bent, maak je betere keuzes. Hierdoor voel je je uiteindelijk prettiger, omdat je iets gekozen hebt wat écht bij je past. Ik wil leerlingen tijdens de schooltijd goed leren op eigen benen te staan en goed voorbereid de wereld in te gaan. Hen wijsheid meegeven om de goede keuzes in het leven te kunnen maken. Wijsheid in de vorm van kennis, vaardigheden en omgangsvormen. En daarnaast adviseer ik alles uit het leven te halen wat erin zit. Wees gelukkig!”


3

“Ik heb absoluut het gevoel

dat de school naar ons luistert”

Anita Valken is sinds 2011 lid van de ouderraad. Ze zet zich graag in voor de school van haar kind. ‘Als iedereen iets doet, kunnen veel dingen gemakkelijker verlopen’.

Op het moment dat haar oudste dochter van de middelbare school afging en haar jongste dochter startte, koos Anita Valken ervoor zich aan te melden voor de ouderraad van het Gerrit Komrij College. “Op de basisschool van mijn kinderen was ik ook ouderraadslid. Deze rol is op het voortgezet onderwijs toch anders. Het voorgezet onderwijs staat immers wat verder af van ouders dan de basisschool. Ik vind het prettig om te weten wat er speelt op school en hoe zij met diverse zaken omgaat. Bovendien leer je via de ouderraad weer nieuwe mensen kennen.” Ontmoeten De jongste dochter van Anita heeft het prima naar haar zin op het vmbo in het nieuwe schoolgebouw. Anita heeft niet de indruk dat haar dochter moest wennen toen zij begon. “In het begin vernam ik wel eens dat het traplopen veel was en de fietsenstallingen hoog waren. Maar daar hoor ik nu niets meer over. De leerlingen zijn eraan gewend. Wat ik erg leuk vind, is

dat mijn dochter ook allerlei vriendinnen tegenkomt. Hoewel zij een andere richting volgen, treffen ze elkaar omdat alle opleidingen in één schoolgebouw zijn gevestigd.” Betrokken De ouderraad vergadert één keer in de zes weken. Als secretaris notuleert Anita de vergaderingen. “Een dankbaar werk want iedereen is er altijd erg blij mee. Wat ik mooi vind, is dat de onderwerpen die de ouderraad aandraagt, serieus worden opgepakt door de school. Zo is er een avond georganiseerd over de omgang met social media. De richtlijnen en adviezen hebben wij voor onze kinderen wel in acht genomen. En als ouder ben ik ook actief op Facebook!” Anita benadrukt dat de school altijd een terugkoppeling geeft op de vragen van de leden van de ouderraad. “We kunnen onze mening kwijt over schoolzaken en de school betrekt de ouders goed. De rector woont de vergaderingen altijd bij, noteert waar

“We kunnen onze mening kwijt over schoolzaken en de school betrekt de ouders goed” 4

de leden mee komen en komt er dan ook echt op terug. Ik heb absoluut het gevoel dat de school naar ons luistert.” Vraag aan ouderraad De contactgegevens van de ouderraadsleden zijn te vinden op de site van de school. Heeft u als ouder vragen, dan kunt u een e-mail sturen naar: [email protected]. We bespreken de vraag in de eerstkomende vergadering.

Anita Valken, lid van de Ouderraad


5

Wim van der Voort en Ro elof Bruggers, culinaire docenten Consu mptieve Technieken

“We laten de leerlingen

zien, voelen en ruiken”

6

Van salades opmaken tot het bakken van broden en het verzorgen van een heerlijke maaltijd voor gasten. Welkom in het domein van Wim van der Voort en Roelof Bruggers, de culinaire docenten Consumptieve Technieken.

We ontmoeten de heren in het gezellige restaurant van de school. “Hier zetten onze leerlingen hun beste beentje voor”, steekt “bakkie’ ofwel Roelof Bruggers van wal. “De leerlingen zijn gastheren en –vrouwen voor de bezoekers die komen lunchen. Ze verkopen en serveren de producten en maaltijden die ze gemaakt hebben tijdens de lessen. Tijdens de opleiding leren ze eerst de basisbegrippen en de technieken die je moet beheersen om je vak te kunnen doen. Onze leerlingen volgen een opleiding als brood- en banketbakker, als gastheer of -vrouw, als kok of als medewerker toerisme en recreatie. Maar ook voor een beroep met veel creativiteit en dienstbaarheid is de afdeling consumptief een goede start. In de horeca en het toerisme is gastvrijheid erg belangrijk. Daarom komen bij ons ook sociale vaardigheden en samenwerken aan bod.” Koken De basis van koken en bakken is volgens de bevlogen docenten het prikkelen van de zintuigen. “Het gaat om het laten zien, voelen en ruiken”, vertelt Wim van der Voort of ‘kokkie’, zoals de docenten en leerlingen hem noemen. “Van het selecteren en voorbereiden van de ingrediënten tot en met het gezamenlijk vervaardigen van gerechten. We hebben goede contacten met horecabedrijven en groothandels voor de inkoop, maar ook voor stageplaatsen en bedrijfsexcursies.”

Zelf wist Wim al vroeg dat hij kok wilde worden. Hij volgde een horecaopleiding, werkte in verschillende restaurants en startte begin jaren tachtig in het onderwijs. De basis voor de kookkunst ligt voor hem in de Franse keuken. “Het bevat veel ambachtelijke kooktechnieken en bereidingen. Ik kook thuis ook altijd en raak geïnspireerd door het lezen van boeken, het bezoeken van beurzen en tijdens het maken van reizen. Dan probeer ik van alles uit. Wat er bij mij op tafel komt? Alles, behalve Mexicaans eten!” Uitdaging Hoewel hij jarenlang in diverse bakkerijen heeft gewerkt en de leerlingen dagelijks alle kneepjes van het vak bijbrengt, bakt Roelof thuis zelden. “Koken doe ik wel, maar gewoon eenvoudige Hollandse maaltijden hoor. Op school probeer ik met de leerlingen van alles uit. Het liefst maak ik dan verschillende soorten broden, lekker snel en geen gepruts. Maar de leerlingen nemen soms ook een recept mee of hebben iets uitgeprobeerd. Ze mogen regelmatig hun boodschappen doen voor de te bereiden maaltijden of producten. Ik vind het geweldig om de kwaliteiten van elk kind te vinden. En als ik ze zie groeien, dan ben ik daar absoluut trots op!”

“Hier zetten onze leerlingen hun beste beentje voor” Gerrit Komrij College | Magazine 2013-2014

7

“Het menselijk contact is

de basis”

uis, h u o op B r Grego andel en Verko docent H Hij is verkoper in hart en nieren en wil als docent Handel en Verkoop het beste uit zijn leerlingen halen. Gregor Bouhuis heeft zelf alle facetten van het verkoopvak doorlopen. “Het menselijk contact staat in de verkoop centraal en belangrijk daarbij is de klantbenadering.”

8

Of het nu gaat om alarminstallaties, automatisering of horecaproducten, Gregor Bouhuis kan alles verkopen. Hij zette zijn eerste schreden op de arbeidsmarkt in de elektrotechniek, maar wilde al snel de verkoop in. Na vertegenwoordiger, werkte hij zich op tot verkoopleider. Elf jaar geleden maakte hij de overstap maar het onderwijs. Kwartje Het leukste aan het docentschap voor Gregor is de omgang met de leerlingen en de progressie die hij waarneemt. “Je probeert de creativiteit bij leerlingen los te maken en hen mee te geven hoe de verkoop in elkaar steekt en hoe je met mensen omgaat. Dat ze langzaam anders gaan kijken, meer durven en gaan begrijpen waar ze mee bezig zijn. Leren hoe je mensen in een winkel een warm gevoel geeft, daar draait het om. Op een gegeven moment valt dat kwartje. Dat geeft mij een heel goed gevoel. Ik wil leerlingen

“Leren hoe je mensen in een winkel een warm gevoel geeft, daar draait het om”

optimaal voorbereiden. En als je de basis beheerst, is alles mogelijk. Of je nu een winkel in wilt of graag op kantoor wilt werken in een groot bedrijf, het kan allemaal. Wat ik belangrijk vind, is dat de leerlingen kiezen wat bij hen past.”

we veel aandacht aan etaleren en de leerlingen denken erin mee. Ze komen met ideeën, die we bespreken met de middenstand. Zo mogen onze leerlingen nu structureel in de HEMA en de VVV etaleren. Dat is uniek.”

Middenstand De school onderhoudt nauwe contacten met de ABH City, de belangenvereniging voor ondernemers in het centrum van Winterswijk. Dit levert de leerlingen uitdagende stageplekken op. Gregor is zichtbaar trots op Winterswijk. “De ondernemers hebben veel voor elkaar over. Bovendien groeit het aantal winkels en worden de etalages in het centrum steeds mooier. Ze zijn uitnodigend en ruimtelijk. Neem de etalages van C&A, H&M en De Duif. Die kwaliteit is hoog. Winkeliers investeren steeds meer in poppen en het juiste gebruik van goed licht. De goede etalages veranderen vaak, waardoor ze opvallen. Binnen de opleiding besteden

Champignons In zijn woonplaats Haaksbergen is Gregor actief als medebestuurder van een schoolbestuur. De verkoop zit hem nog steeds in het bloed en in zijn vrije tijd staat hij vrijwillig op braderieën en markten. “Ik bak en verkoop weihnachts champignons voor de fun. Puur vanwege het persoonlijk contact. Wat is er dan mooier als mensen zeggen dat het ze smaakt? Daar krijg ik energie van!”


9

“Ik heb een klik

met jongeren”

Kar i doc n ten ent Broe e Ve k, rzo rgin

g

Of het nu gaat om het lesgeven aan leerlingen, het coachen en begeleiden van jongeren en volwassenen of het schrijven van gedichten en songteksten, docente Verzorging Karin ten Broek is van alle markten thuis. “Ik vind het leuk steeds iets nieuws te ontdekken.” 10

“Ik vind het ontzettend mooi om te zien als mensen groeien als persoon”

Ze geeft haar leerlingen veel verantwoordelijkheid en omschrijft haar manier van lesgeven als coachend. “Ik ben ervan overtuigd dat je vertrouwen krijgt door leerlingen met belangstelling en respect te behandelen”, stelt Karin. “Ik heb altijd een klik gehad met de jeugd. Als jongere heb ik zelf veel meegemaakt, waardoor ik de taal van de leerlingen en hun ouders versta. Het leuke aan mijn werk is de ontwikkeling van de jongeren en hen begeleiden in hun proces naar volwassenwording. Daarin herken ik het belang van coachen en begeleiden.” Coachen Met haar 29 jaar heeft Karin al de nodige ervaring in het begeleiden van jongeren. Na haar opleidingen Sociaal Pedagogisch Hulpverlening en Omgangskunde werkte ze een aantal jaren in de jeugdhulpverlening. “Daar had ik te maken met kinderen met gedragsproblemen en ondersteunde ik als ambulant begeleider gezinnen met autistische kinderen. Na de lerarenopleiding Zorg en Welzijn ben ik als docent voor de klas terecht gekomen. Ontzettend leuk werk, maar daarnaast vind ik het ook prettig mijn eigen ding te doen. Doordat ik in deeltijd voor de klas sta, heb ik de ruimte om mijn coachingpraktijk te starten en werk ik daarnaast als studiecoach. Ik vind het ontzettend mooi om te zien als mensen groeien als persoon.”

Praktijk De manier van lesgeven op het VMBO afdeling Verzorging is praktijkgericht. “Jongeren leren tegenwoordig anders dan vroeger”, benadrukt Karin. “We benaderen meer de werkelijkheid, waarbij leerlingen leren door simulaties, praktijkstages en excursies. We werken veel met projecten. Onderdeel daarvan is een werkveldbezoek. Zo houden we dit jaar een sportweek, waarin de leerlingen een sportles verzorgen in een sportcentrum en een verzorgingshuis. Leerlingen die kiezen voor Verzorging worden breed opgeleid en voorbereid op een beroepsopleiding voor bijvoorbeeld kapper, ziekenverzorgende of een beroep in de uiterlijke verzorging. Maar ze komen ook terecht in de horeca, in een sportcentrum of in verschillende sociale beroepen.” Creatief Schrijven is één van de grootste passies van Karin. “Als kind schreef ik al gedichten. Ik ben met deze creativiteit geboren, schrijf ook songteksten en voor mijn coachingklanten maak ik soms gedachteboekjes. Mijn gedachten kennen geen grenzen. Die creativiteit zet ik op school ook graag in door mee te denken in het beleid en de organisatie van bepaalde themabijeenkomsten. Het is ontzettend leuk om elke keer met nieuwe projecten bezig te zijn. Ik kijk soms net wat anders naar dingen, waardoor nieuwe ideeën ontstaan.”

Lach Tevreden is een heel mooi woord alsof de puzzel klopt Geen ander die je rust verstoort Of voor wie je je verstopt Gewoon zoals je bent Perfect in al je zijn Iemand die zichzelf goed kent Die is niet langer klein Stralend in alle kracht Rug recht in vol ornaat Pas als je naar de wereld lacht Laat je zien dat je bestaat NIeT aLLeeN Zelf vanuit het diepste doolhof Stelt de juiste weg zich voor Overwonnen blokkades, herkenningspunten Ze slepen je de route door Lieve mensen, nog veel wijzer Dan je eerst misschien al dacht Laten je weer geloven In je eigen durf en kracht Met gesloten ogen lopen Laat je struikelen en malen Maar wie goed kijkt, voelt en luistert hoeft niet langer rond te dwalen De weg is daar waar je gelooft Dat je best eens hulp mag vragen Niemand wandelt lang alleen Daar waar het leven je mag dragen..


11

“Respect en zelfvertrouwen zijn

kernbegrippen”

Zeyneb Yürksel is als driejarige kleuter met haar moeder en broertjes en zusjes vanuit Turkije naar Winterswijk verhuisd in het kader van de gezinshereniging. Haar vader werkte toen al in Winterswijk. Ze ging studeren en wilde docente worden. “Mijn ouders zeiden altijd: leraar is het mooiste beroep dat er is. En ze hadden gelijk.”

Na de mavo en havo op de toenmalige Scholengemeenschap De Driemark koos Zeyneb voor de lerarenopleiding Engels op de HAN in Nijmegen. Haar ouders vonden het beroep van leraar het mooiste dat er was. “Je bereidt jongeren voor op hun toekomst. En dat is ontzettend belangrijk”, vertelt de enthousiaste lerares. “Ik herken en ervaar het dagelijks. Na de mavo moeten de leerlingen ook in hun vervolgopleiding en in het verdere leven slagen. Daarbij

12

speelt respect voor elkaar een belangrijke rol. In onze cultuur is wederzijds respect een kernbegrip. In de omgang met mijn leerlingen leg ik daar veel nadruk op.” Interactie en zelfvertrouwen Wat Zeyneb erg leuk vindt aan haar werk is de interactie tussen haar en de leerlingen. “Kinderen zijn leuk en houden me jong. Niet alleen met de nieuwste gadgets, maar zeker ook

met hun kijk op de wereld, die steeds verandert. En we moeten allemaal mee veranderen. Ook ik moet blijven groeien. Naast het overbrengen van kennis en wederzijds respect, help ik het zelfvertrouwen bij leerlingen te stimuleren. Ze hebben allemaal hun kwaliteiten, die ze bij zichzelf nog niet herkennen. Dat probeer ik ze te laten inzien. Het beste uit een kind halen, daar gaat het om. En als je dan na een aantal jaren die blijde gezichten ziet

“Je bereidt jongeren voor op hun toekomst. En dat is ontzettend belangrijk”

docent. “Vooral bij hun ouders dwingt dit respect af en dat geven zij door aan hun zonen. Soms praat ik in het Turks tegen de jongens als het gaat over persoonlijke zaken. Zo’n jongen spreekt thuis alleen Turks en is blij door een docent even in zijn moedertaal te worden aangesproken. Ook op zo’n manier haal je toch ook het beste uit een leerling!”

Zeyne b docen Yüksel, te Eng els op d

e mav o

tijdens de diploma-uitreiking, dan is lesgeven toch het mooiste vak!” Turkse achtergrond Het opgroeien in twee culturen heeft Zeyneb soms als lastig ervaren. Vooral in de puberteit is het moeilijk om uit beide culturen de mooiste dingen te halen. “Je zet je af of bent ontevreden over bepaalde dingen in de zienswijze van je ouders. Wij kunnen niet zo groeien als een Nederlandse puber.

Het is goed als docenten zich wat meer verdiepen in de problematiek die dit teweegbrengt. Dat kweekt begrip. Later, als je lichaam en geest tot rust zijn gekomen, merk je pas dat het opgroeien met twee culturen heel veel mooie dingen biedt.” Respect Zeyneb vertelt dat Turkse jongens in positieve zin ontzag voor haar hebben omdat zij in het leven is geslaagd als

Team Hoewel het Gerrit Komrij College een grote school is, heeft het gebouw een duidelijke structuur. De mavo is gevestigd op de derde verdieping. Zeyneb voelt zich er als een vis in het water. “Als collega’s zijn we een soort buren. We zijn een hecht team, dat gezelligheid uitstraalt. We helpen elkaar waar nodig en springen voor elkaar in. Dat heeft zijn weerslag op de leerlingen: zij voelen zich ook beschermd, veilig en gewaardeerd zoals ze zijn.” Gezin Avontuurlijk en een echt familiemens. Zo kun je Zeyneb in haar privéleven omschrijven. “Het spannendste dat ik heb gedaan? Bungeejumpen! Ooit heb ik met vriendinnen in Engeland een vrije val gemaakt van ruim 100 meter. Geweldig was dat! Ik doe het zo weer. Maar ik ben ook echt een familiemens en vind het belangrijk tijd door te brengen met mijn gezin. Op zaterdag ga ik met mijn man en kinderen altijd gezellig ergens wat eten of drinken. Die familiemomenten vind ik heerlijk!”


13

Leerlingen van het

Gerrit Komrij Co “Als leerling breng je ongeveer de hele dag door op school of ben je bezig met school (althans, zo voelt het voor de mees ten). Het is daarom heel belangrijk dat school meer te bieden heeft dan alleen de lesstof. Het is fijn voor leerlingen om te weten dat de school ook gewoon een plek is waar je jezelf mag zijn en je talenten ka n ontwikkelen. Het Ge rit Komrij College bev rordert dit door dingen te organiseren zoals een cultuur- of poëziea vond. Je kunt in deze school ook meepraten in de MR en de leerli ngenraad of iets org aniseren, zoals een roz actie, theaterclub of sc enhoolband. Er is ook een schoolkrant, waarin schrijf- en edittalent en helemaal los kunn en gaan. Er zijn talloz mogelijkheden om je e leven op school leuke r en creatiever te maken en het Gerrit Komrij College biedt deze mog elijkheden.”

Amber Mekking

Tim Oonk “Ik zit op het Gerrit Komrij College omdat het een gezellige en grote school is. Er zijn zelfwerkzaamheidsruimtes waar je alleen of samen met een groep huiswerk kunt maken. Als ik moeite heb met een vak kan ik aan de leraar vragen hoe het zit. Want wie kan het nou beter uitleggen dan degene die de toets zelf maakt en afneemt? Ik weet nog niet precies wat ik later wil worden, maar geschiedenisleraar lijkt mij wel een leuk beroep. Zelf leg ik graag uit en geschiedenis is een vak waarbij dat goed kan. Als ik de school inloop, zitten er altijd in het atrium mensen te praten. Overal waar ik loop in de school kom ik wel iemand tegen die ik ken. Daarom vind ik het Gerrit Komrij College een leuke school.”

e het grote jzonder vanweg bi ge lle Co j ri om or houtberit K “Ik vind het Ger mijn talenten vo ol ho sc de t ek re en sp gebouw. Bovendi als je iets n. aa werking . Ze geven uitleg am za lp hu be g er ik ijn talenten De docenten vind agt me ook uit m da ol ho sc De t. ijp en op je toeniet snapt of begr je goed voorbereid je n ku ol ho sc p deze aar wilt. Ik voel te ontdekken. O kiezen, die je m ng ti ch ri ke el nt sfeer is.” komst, want je ku dat er een goede om ol ho sc op s me thui

Wessel Bongers

Richelle Rekker 14

“Je voelt je hier veilig op school, want er wordt op je gelet. Het geb ouw is groot en het is bijzonder dat alle niveaus hun eigen verdiepi ng hebben. Ook zitten er veel leerlin gen op deze school, maar je heb t geen last van elkaar. Het gebouw ziet er heel kunstig uit. Het is zo ontworpen dat het lijkt dat je bui ten bent. Er zitten veel ramen in school. Wat fijn is dat er een zelf werkzaamheidsruimte is!”

zo “Het Gerrit Komrij college is een oon gew bijzonder omdat het veleuke school is. Ik denk dat k rlij tuu Na . len dit ook vinden de in ten zijn er een paar pun anschool waar ik, en sommige n. zij e me en deren, niet tevred genMaar samen met de leerlin dat gen zor raad ga ik ervoor meer deze puntjes er straks niet te er bet nog zijn. Om de school is.” maken dan zij al

ollege “Ik vind het Gerrit Komr ij College een leuke school. Het is grappig om te zien da t nu alle afdelingen bij elkaar zitten. Ik vind de pauzes wel het fijnst op school. De lee rlingenraad gaat haar best doen het Gerrit Komrij College zo leuk mogelijk te maken door bijvoorbeeld meer activitei ten te plannen die ook echt leu k zijn om te doen.”

Ceylan Celik

omrij Col“Het Gerrit K lijk leuk, de lege is eigen n er vrolijk leerlingen zij zijn erg en de leraren ergens mee je aardig. Als e je ermee. De zit, helpen z binnen ook school is van lig. De muheel erg gezel i gekleurd ren zijn moo ook leuke en er hangen Alleen de schilderijen. lig. Het wel heel gezel k oo is at d r in, maa unt wensen.” een beetje kle ling maar k er le s klassen zijn al je ie ste school d GKC is de be

ree Roos Van B

“Op het Gerrit Kom rij College is een leu ke sfeer. De leraren zijn heel aardig tegen je. Het is gezellig en leuk. Natuurlijk zijn er we l eens probleempjes, maar ze lossen het gelijk op. Op de school kun je ook talenten ontwikkelen . Ze hebben op het Gerrit Komrij College heel veel leuke vakken. Som s heb je leuke dagen en soms minder leuke. Er zi jn leuke activiteiten georganiseerd zoals de poëz ieavond en de cultu ur dag. Op die dagen was he t heel gezellig in de school.”

Sanne Ligtlee

Gijs Vink

Floris Zwane

nburg

“Het Gerrit K omrij College is een bijzondere school omdat het voor iedereen is, alles in één mooi gebouw. Op school is voor iedereen wat wils. Je ku nt alle kanten op. Als je een probleem hebt of ergens mee zi t dan zijn de docenten er altijd voor je. Maar ze zijn er natuurlijk ook gewoo n voor een praa tje. In de tijd die je op he t Gerrit Komri j College zit, word je vo orbereid op je to ekomst of je vervolgop leiding. Ik vo el me erg thuis op onze school, omdat je vrijheid hebt en er een goede sfeer is en dat maakt de scho ol zo fijn.”

school “Als ik op hangt kom dan ellige er een gez eer. f s ochtend enten c o Als ik d , dan m tegenko me e z zeggen g. a ed altijd g lok ie z Het mu ooie de kun m t f et wiskun stant kaal hee M . ’s o n ia n p vraagt co boards en instrumen m is. Hij htige key a c a d op de z ra ei p lp l u er ra rb eh o o t erg b oed vo ten, vo g en en c g o er d e d en dat word macaroni je merken en: nasi, t ons. We k p en o el k is h g g ij h li in el org t en dat het gez tuigenof het luk we bij verz m o l en o et o o h c m s er o Zo e thuis op g, motorv toekomst. . Ik voel m en zijn: verzorgin et Gerrit en h ek o is k l a l met ijkhed pannen A el . g p o o o m k l er v zovee handel en omdat er sumptief, n o c ” , l! k o o ie techn upersch llege een s Komrij Co

pe

enne Sieb te H


15

Examenleerling Mark van der Mierden presenteert musical

“Fatale

Liefde”

Op 11 december 2013 om 20.00 uur vindt in het theater van het Gerrit Komrij College de première plaats van “Fatale Liefde”, gespeeld door leerlingen en docenten van de school. Verantwoordelijke voor de musical is Mark van der Mierden, examenleerling van de havo. Hij schreef de musical in het kader van het profielwerkstuk en is naast de bedenker ook nog de uitvoerend producent en regisseur. We spraken hem over zijn musical.

Mark van der Mierden , examenleerling 16

“Halverwege het schrijven ben ik gestopt en weer opnieuw begonnen”

Wat houdt een profielwerkstuk in? “Het profielwerkstuk is voor alle examenkandidaten van de havo en het vwo een verplicht onderdeel. Leerlingen kiezen zelf een onderwerp en zijn maanden bezig met onderzoek en uitwerking. Op de presentatieavond kunnen zij hun aangeleerde vaardigheden van de afgelopen jaren aan een geïnteresseerd publiek tonen. Voor mij is dat vlak voor de kerstvakantie. Best spannend!” Hoe ben je op je idee gekomen? “Ik heb de afgelopen vier jaar zelf in musicals gespeeld bij amateurverenigingen. In overleg met de muziekdocent hier op school, mevrouw Hulshof, heb ik uiteindelijk besloten voor mijn profielwerkstuk een musical te bedenken en uit te voeren. De eerste tips die ik van haar kreeg, gingen over het schrijven van een script. Zo’n script bedenken is niet eenvoudig. Halverwege het schrijven ben ik gestopt en weer opnieuw begonnen. Nadat het script helemaal klaar was, heb ik audities gehouden.” Dat klinkt heel professioneel. Was er veel belangstelling? “De hele school kon zich bij mij aanmelden. Uiteindelijk hebben negentien mensen zich aangemeld voor vier rollen, die door leerlingen gespeeld moeten worden. Later heb ik

daar twee docenten, mevrouw Damen – Heesen en de heer van Rossum, bijgevraagd. De leerlingen die uitgekozen zijn, heten Elles Tetelepta, Mike Pennings, Carmen Ikink en Mustafa Mohammed Ahmed. Die passen het best bij de rollen die ik in gedachten heb. We hebben het hele script inmiddels doorgenomen en direct na de zomervakantie starten de repetities.” Hoever ben je nu met de voorbereidingen? “Momenteel ben ik nog met de muziek bezig. Een aantal liederen zijn al klaar, maar ik twijfel nog of ik zelf deelneem in de muziekband of dat ik achter de schermen de regietaak tijdens de opvoering op me neem. Ik neem het grootste deel van de productie voor eigen rekening, maar kan wel over diverse mensen beschikken die me helpen. Dat vind ik erg prettig. Meneer de Graaf is mijn profielwerkstukbegeleider en bij mevrouw Hulshof kan ik altijd terecht voor muzikaal advies. Jo-anne Roerdink die het afgelopen jaar geslaagd is voor het vwo neemt een coördinerende rol op zich voor bijvoorbeeld het schminken en de kleding.” De musical klinkt romantisch, maar ook vrij dramatisch. Klopt dat? “Het verhaal speelt zich grotendeel af in een huiskamer. Er zit wel een kleine, emotionele scène in, maar het is niet heel dramatisch. Het stuk heeft natuurlijk iets weg van romantiek en met de achtergrondmuziek probeer ik sommige gedeeltes ook wat levendiger te maken. De vorderingen gaan voorspoedig. Wanneer ik tevreden ben? Als de spelers dat ook zijn en de mensen in de zaal een leuke avond hebben gehad.” Op de website www.musicalfataleliefde.webnode.nl is meer informatie te vinden en is het mogelijk om kaarten te bestellen.


17

“Het is

geweldig leuk werk”

k, n i b b i R n i Mart iek n h c e t n e rtuig e o V t n e doc

18

Avonturier met passie voor voertuigen en de Afrikaanse bush Hij heeft ‘gouden’ handen en is gek van auto’s. Voertuigentechniek is de werkplaats voor docent Martin Ribbink. Van het oplossen van problemen tot het toepassen van nieuwe technologieën. Inventiviteit staat voorop en dat past bij een man met het avonturierschap in zijn aderen.

In de groot opgezette praktijkruimte werken leerlingen aan een personenauto. Aan de andere kant van het lokaal staat een groepje leerlingen in overall bij een auto te luisteren naar hun docent. Martin Ribbink komt woorden tekort om het belang van techniek te omschrijven. “Techniek zie je overal. De elektronica verandert continu en wordt steeds geavanceerder, waardoor je inventief moet blijven. Wat je ook doet in de techniek, overal kom je de basis tegen van voertuigentechniek. De uitstroommogelijkheden van de opleiding Voertuigentechniek zijn dan ook groot. Je ziet leerlingen doorstromen naar mbo-opleidingen voor automonteur, beroepschauffeur, vrachtwagenspecialist, schadehersteller, autospuiter, tweewielerspecialist, landbouwmachines of kraanmachinist.” Garagebedrijf Vakken als elektrotechniek, hydrauliek, pneumatiek en elektronica maken onderdeel uit van de opleiding. “Het is best pittig”, vindt Martin. “Bovendien is het van belang veilig te werken met machines en gereedschap. De werkzaamheden komen zoveel mogelijk

overeen met het werken in de praktijk van een garagebedrijf, van onderhoud tot metingen en controles.” Motivatie Hoewel hij ooit begon als boekhouder, besloot Martin zich als snel om te scholen, want werken op kantoor bleek niets voor hem te zijn. Hij werkte liever met zijn handen en doorliep het hele autovak. Inmiddels is hij al meer dan dertig jaar docent. “Het is geweldig leuk werk. Elk jaar heb je weer te maken met een andere lichting leerlingen. En het draait in het onderwijs om motivatie. De leerlingen die dit echt willen, gaan er helemaal voor. Dat vind ik mooi om te zien.” Voorlichting De behoefte aan technisch geschoold personeel blijft in deze tijd enorm groot. Martin zet zich al jaren in voor het behoud van de techniek en het verbeteren van het imago van de sector. “Ik vind het leuk om bedrijfsexcursies te organiseren en gebruik mijn uitgebreide netwerk om voorlichtingsdagen te organiseren voor ouders en het bedrijfsleven.”

Afrika In zijn privéleven sleutelt Martin zelden aan auto’s. “Dan ben ik rondom huis graag met mijn kleinkinderen Jada en Levi. Bovendien houden mijn vrouw en ik van reizen. Als kind woonde ik een aantal jaren in Zimbabwe, waar mijn voorliefde voor Afrika is ontstaan. Als echt natuurmens bezoek ik graag landen als Kenia, Namibië en Botswana. De landschappen zijn ontzettend mooi, ongerept en authentiek. De gastvrije en ontspannen levenswijze spreekt mij erg aan. Het lijkt me wel wat om een ranger te zijn. Wie weet, ooit? Als je een vak leert, kun je immers overal in de wereld aan het werk!”

“De leerlingen die dit echt willen, gaan er helemaal voor”


19

Docenten vreemde talen bovenbouw havo en vwo

Anne doce Azéma, nte F rans

en, r u h rsc s e V Rob nt Duit doce

“Lezen is jezelf volledig onderdom andermans wereld en gedach Korte introductie van drie docenten: Anne Azéma, docente Frans, is geboren en opgegroeid in Parijs, waar ze Rechten studeerde. De liefde bracht haar naar Winterswijk, waar ze vol overgave de studie voor docente Frans oppakte. Na enige tijd op de lerarenopleiding in Nijmegen gewerkt te hebben, kon zij in 1995 op De Driemark in Winterswijk aan de slag. “Het overbrengen van kennis heb ik altijd al leuk gevonden. Op school hielp ik vriendinnen met hun huiswerk. Bovendien zitten veel familieleden in het onderwijs.”

20

Wim Kottier studeerde Engels aan de universiteit in Groningen. In 1982 studeerde hij af en ging op zoek naar een baan. Het was in die tijd moeilijk een baan te vinden, zeker voor iemand zonder leservaring. Op de RSG Hamaland zagen ze hem wel zitten en dat blijkt na 31 jaar goed ingeschat. Rob Verschuren, docent Duits, studeerde ook aan de Universiteit Groningen. In 1985 werd hij benoemd aan de RSG. “Bij ons thuis waren en zijn ook veel familieleden in het onderwijs werkzaam; ik heb het dus via de genen meegekregen.”

er, i t t o K s Wim nt Engel doce

Op welke manier brengen jullie de vreemde talen in de praktijk? Anne: “Door excursies. Zo gaan we naar Parijs met de kinderen. We lezen delen van boeken en gaan vervolgens naar de schouwburg om de beleving compleet te maken.” Wim: “We hebben hier en daar wat projecten en theatervoorstellingen op school. Met Kerst probeer ik altijd films te zoeken die de leerlingen niet kennen, maar waarvan ik vind dat ze die moeten zien. En natuurlijk de werkweek, waarbij ze ondergebracht worden bij gastgezinnen in Londen.” Rob: “Ook bij het vak Duits houden we projecten, een werkweek, theater op school en een uitwisseling met een Duitse school. Vijf leerlingen geven daar les en vijf van hen komen naar onze school Het is voor beide partijen leerzaam.” Welke boeken raden jullie de lezers en de leerlingen aan? Wim: “’The World According to Garp’ van John Irving, ‘Invisible man’ van R. Ellison, ‘The Catcher in the Rye’ van J.D. Salinger, ‘Earthly Powers’ van A. Burgess en nog zeker 40 anderen. Ik heb geen vaste lijstjes voor mijn leerlingen, ze moeten boeken lezen waar ze plezier aan beleven, ook al beginnen ze met chicklits. Het is belangrijk dat ze zichzelf volledig onderdompelen in andermans wereld en gedachten en al lezende nieuwe inzichten krijgen. Maar bovenal moeten leerlingen het gevoel hebben dat ze door willen lezen, omdat ze genieten van een spannend, wijs of humoristisch boek. Een andere aanrader is ‘Catch 22’van Joseph Heller over de absurditeit van de oorlog. Onlangs heb ik ‘Norwegian by Night’van Derek B. Miller gelezen en nu ben ik ademloos bezig in ‘Gone Girl’ van G. Flynn. Beide boeken zijn met vijf sterren bekroond door de Vrij Nederland Detective- en Thrillerreeks.”

mpelen in hten” Wat houdt lesgeven naast kennisoverdracht voor jullie in? Wim: “In een goede sfeer en met de nodige humor kinderen iets bijbrengen over mijn vak. Daarnaast altijd oog hebben voor andere belangrijke zaken, die de leerlingen betreffen, waardoor zich op hun gemak voelen.” Anne: “Kinderen leren denken. Je soepel aanpassen aan de groep. Daarbij moet je denken aan verschil in leeftijd, groepssamenstelling en leergang. Wat wil en kan ik bereiken met deze groep?” Rob: “Kinderen zien groeien in de vijf à zes jaar hier op school. Ik probeer ze op verschillende manieren naar het leven te laten kijken, te laten relativeren, zodat ze snappen dat uitspraken als ‘Nou, dat vind ik gewoon zo!’ echt niet kunnen. Blijf daarnaast altijd jezelf, houd je vast aan je eigen persoonlijkheid en karakter, dan is les geven en les krijgen leuk.”

Rob: “‘Buddenbrooks’ van Thomas Mann vraagt veel concentratie van de lezer, een erudiete schrijver die ontzettend weet en het zo minutieus kan verwoorden. In ‘Die Blechtrommel’ van Gunther Grass bewonder ik de kunst van het vertellen, van de ene waanzin naar de andere. Het mooie van literatuur is dat het tot nadenken aanzet. Wat zou ik doen en waarom? Dat maakt het leuk. Voor leerlingen in de bovenbouw heb ik twee tips. Als eerste ‘Im Westen nichts Neues’ van E.M. Remarque, wat gaat over de waanzin van de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast ‘Das Parfum’, een absurd verhaal dat zo verteld wordt, dat je gaat geloven dat wat er gebeurt, ook echt kan. In de vakantie lees ik, ter ontspanning, de nieuwste thriller van Dan Brown en van Isabel Allende ‘Het negende schrift’. Dat ga ik mijn vrouw voorlezen. Als Duits boek gaat mee: ‘Ruhm’ van Daniel Kehlman.” Anne: “Ik raad leerlingen aan boeken te lezen, die ook verfilmd zijn. Voorwaarde is natuurlijk wel dat het lezen voor het kijken gaat. Als lezer ben je de regisseur. Je ziet het landschap, de kleding, de personages. De lezer beleeft en bepaalt de emoties, de inkleuring van alles. In de vakantie ga ik in ieder geval een boek van A.Wiezemsky en D. Pennac, respectievelijk een Franse schrijver en schrijfster, lezen. Daarnaast lees ik boeken waarvan ik denk dat mijn leerlingen ze leuk zullen vinden.”


21

“Je bent meer met het

persoonlijke bezig” André Wittebroek is een door de wol geverfde docent en gaf jarenlang les op De Driemark aan leerlingen van BL/KL-niveau op de locatie aan de Jan Stienstraweg. Hij begint aan zijn 39e schooljaar en is nog altijd razend enthousiast.

Hoe kijk je terug op het eerste jaar Gerrit Komrij College? “Het is me achteraf allemaal meegevallen. De LWOO-afdeling heeft toch een eigen plek weten te behouden, ook in het grote gebouw. In het begin was het even wennen omdat we klein en knus gewend waren. Voor de leerlingen is het nu beter. Vroeger kregen zij toch enigszins een stempel, omdat ze naar de Jan Stienstralocatie gingen. Nu zit je gewoon op het Gerrit Komrij College. Heel belangrijk vind ik dat ze hun oude vrienden van de basisschool kunnen blijven opzoeken. Die volgen een andere richting, maar ze kunnen nog wel samen naar school fietsen en in de pauzes contact hebben. Dat zie ik als een groot voordeel.”

22

Wat is je “geheim” waardoor je na 38 jaar nog altijd zo enthousiast bent? “Ik probeer de leerlingen direct gerust te stellen. We hebben voor de zomervakantie een introductiedag gehad. Daar heb ik mijn nieuwe mentorgroep leren kennen. Dat moet een leuke ochtend zijn, zodat iedereen zin heeft om na de vakantie te beginnen. Een goede voorbereiding is heel belangrijk. Ik probeer zoveel mogelijk van mijn leerlingen vooraf te weten. Bij elke les kijk ik naar de gezichten van de leerlingen als ze binnenkomen. Ziet iemand er moe uit? Zegt een leerling dat het goed met hem gaat, maar straalt hij iets anders uit? Dan neem ik hem even apart en dan komt het er meestal wel uit.”

Hoe ga je om met problemen in de klas? “Ik heb het afgelopen schooljaar niemand de klas uitgestuurd. Als leerlingen moeten nablijven, komen ze bij mij. Geen klusjes bij de conciërge of naar de afdelingsleider. Als ik leerlingen bestraf, komen ze ook bij mij na. Dat kost me veel tijd, maar ik ben gewend mijn zaken zelf af te handelen. Als je alleen met je leerling zit, heb je een heel ander gesprek dan in de groep. Problemen zijn dan beter op te lossen.” Wat vind je leuk aan het werken met LWOO-leerlingen? “Je maakt van alles mee. Deze leerlingen staan het dichtst bij de le-

And r doceé Witteb nt LW roek OO ,

raar, sommigen zien je zelfs als een vaderfiguur. Als groepsdocent heb ik sommige klassen dan ook tien uur per week. Op dit niveau ben je minder didactisch, maar meer met het persoonlijke bezig. De leerling staat centraal. In ieder klas heb ik een PCA, een personal computer assistant. Ik ben niet zo thuis in de computerbranche, dus leerlingen kunnen veel beter dan ik mijn laptop aansluiten en het digitale schoolbord

aanzetten. Dat vinden ze mooi. Als ik weet dat een leerling voetbalt of aan paardrijden doet, dan ga ik in het weekend eens kijken. En huisbezoeken doe ik altijd bij mijn hele mentorklas. Dat is voor mij een basisprincipe. Ik ben dit jaar mentor van 26 leerlingen en hoop ze voor de kerstvakantie allemaal bezocht te hebben. Hartstikke leuk, ik kan het iedere mentor aanbevelen.”

“Een goede voorbereiding is heel belangrijk”

Af en toe ben je ook voor andere afdelingen actief. Dankzij jou zijn er bekende bluesgitaristen bij ons op school geweest. “Klopt. Ik regel een soort meet & greet tussen een bekende bluesgitarist en een vwo2- of vwo3-klas voor een project bij het vak muziek. Ik heb contact met gitaristen en schrijf voor een bluesmagazine. Michael Katon zou vorig jaar komen, maar vanwege ziekte van zijn vrouw ging dat niet door. Ik denk dat we in oktober Ryan McCarthy op het Gerrit Komrij College kunnen verwachten. Die is in het verleden al eens geweest en dat beviel goed. Bovendien ziet hij er goed uit, dus die vwo-meiden zullen dat helemaal geweldig vinden.”


23

Colofon Deze schoolgids is een jaarlijkse uitgave van het Gerrit Komrij College en bevat samen met de website alle relevante informatie over de school. Redactie Ed de Graaf [email protected] Teksten Ans Heutinck Mark Langwouters Cris Peetsold Jessica Schutten / [email protected] Vormgeving en fotografie IdeeMedia Groenlo / [email protected]

24

Gedicht “Winterswijk”, Gerrit Komrij

Postbus 7 7100 AA Winterswijk Parallelweg 7 7102 DE Winterswijk T (0543) 55 15 15 E [email protected]

gerritkomrijcollege.nl

magazine Wim van der Voort en Roelof Bruggers: We laten de leerlingen zien, voelen en ruiken

Recommend Documents