Studium Generale Maastricht 7-11-2014 Permanent crisismanagement. Verval en ondergang van het sovjet-imperium Joseph Goebbels had het in februari 1945 al voorspeld. De uitkomst van de Tweede Wereldoorlog zou onvermijdelijk leiden tot de deling van Europa en het neerdalen van een IJzeren Gordijn. Duitsland capituleerde op 8 mei 1945, de Koude Oorlog begon op 9 mei 1945. Deze Koude Oorlog zou duren tot 9 november 1989. Nu bijna 25 jaar geleden. De val van de Berlijnse Muur maakte pijnlijk duidelijk dat de Sovjet-Unie de Koude Oorlog had verloren. Kerst 1991 werd de Sovjet-Unie zelfs officieel opgeheven. Natuurlijk verdienen de demonstranten en hervormers in Polen, DDR, Hongarije, Tsjecho-Slowakije en Roemenië ons respect. Zeker de Polen hebben cruciaal ideologisch sloopwerk verricht en de dappere demonstranten in Leipzig en Praag maakten duidelijk dat communistische keizers geen kleren meer aan hadden. Maar .... zij hadden succes omdat de Sovjet-Unie te uitgeput was om nog in te grijpen. Gorbatsjov was geen humanist - in eigen land zou hij keihard de opstanden in de Baltische staten onderdrukken - maar hij was domweg niet meer in staat om de regimes in het Oostblok en in eigen land overeind te houden. Daarom wil ik vanavond aandacht besteden aan de diepere oorzaken van het verval en de uiteindelijke ondergang van de Sovjet-Unie. Want dankzij dit verval konden de OostEuropeanen zich zelf bevrijden en de democratie een kans geven. 1
Maar laten we bij het begin beginnen: namelijk de deling van Europa in 1945 en de opkomst van de Sovjet-Unie als wereldmacht.
De deling van Europa Voor de democratische landen in West-Europa was de deling een blessing in disguise. De democratie - in de jaren dertig nog door menigeen versmaad - maakte in 1945 een doorstart. Onder subtiele Amerikaanse druk kwam de FransDuitse verzoening tot stand: de sleutel tot een verenigd en vreedzaam Europa. De Duitse deling was niet gepland, maar bleek een praktische oplossing voor een oud probleem te zijn. Dankzij successen als de vrede, de verzorgingsstaat en de consumptiemaatschappij kreeg de democratie een tweede kans en genoten de regeringen van de Westerse staten een brede en sterke legitimatie bij de eigen bevolking. De Amerikanen leidden hun imperium op basis van het eigen economisch en politiek succes, er was onderlinge samenwerking en zelfs enige ruimte voor overleg met de bondgenoten. Grapje Maarten Brands: Stalin verdient een standbeeld in Brussel immers de vijandschap van de Sovjet-Unie maakte dat militaire en economische samenwerking de hoogste prioriteit kreeg. Daar moest de Sovjet-Unie iets tegenover zetten. Op alle fronten was dit problematisch. Het ontbrak de sovjets in het nieuwe imperium aan legitimatie, omdat zowel economisch als politiek succes uitbleef. In geen enkel land van het Oostblok wisten de communistische partijen een vertrouwensbasis bij de bevolking op te bouwen. In de periode 45-50 werden in deze satellietlanden onder druk van 2
de Sovjet-Unie de zogenaamde “volksdemocratieën” gevestigd. In naam een meerpartijen-stelsel, maar de communistische partij was de baas. Maar door het uitblijven van economische successen en het geringe politieke draagvlak ontbrak het de communistische regimes ten enen male aan legitimatie bij de bevolking. Als leider van het imperium schoot de Sovjet-Unie zelf ook tekort. Anders dan de Amerikanen waren de sovjets economisch niet succesvol en bij het besturen van hun koloniën werd het geweld niet geschuwd. De sovjets en de Amerikanen hadden beide een flinke voorraad militaire hardware, maar alleen de Amerikanen beschikten over de juiste en aantrekkelijke software. De vrijemarkt-economie, het “sociale kapitalisme” en de aantrekkelijke cultuur waren de “killer apps” waarmee het Westen de strijd uiteindelijk wist te beslissen. Sommige historici beschrijven de Koude Oorlog in termen van een strijd tussen twee concurrerende imperia. Het was al gauw duidelijk dat in deze strijd het Amerikaanse imperium het succesvolst was. Daarvoor zou je tal van ingewikkelde criteria kunnen opstellen, maar uit het feit dat iedereen je probeert na te doen, kun je aflezen dat je succesvol bent. Imitatie is het ultieme compliment. 00:00 Niet voor niets hebben talen als het Latijn en het Frans het bestaan van het destijds bijbehorende wereldrijk ruimschoots overleefd, om over de huidige dominantie van het Engels / Amerikaans maar te zwijgen. Maar het Russisch? Afgezien van Wodka, Lada en intelligentsia wil me niet zo gauw een Russisch woord te binnen schieten. In de 18de eeuw wilde iedereen op de Fransen lijken, in de 19de eeuw wilde iedereen een Britse gentleman worden, en
3
in de 20ste eeuw wilde eigenlijk iedereen een Amerikaan worden. Niet voor niets citeerde Kennedy in Berlijn de beroemde woorden “Civus romanum sum”. In de Oudheid wilde iedereen een Romein zijn. In 1963 wilde iedereen deelachtig worden aan de Pax Americana. Of zoals de Leidse historicus Henk Wesseling het ooit kernachtig uitdrukte: uiteindelijk wil iedere wereldburger een fles cola en een spijkerbroek kunnen kopen. En ik voeg er aan toe, ongestoord naar een plaatje van Bob Dylan of Frank Zappa luisteren. Soft-power was het geheime wapen van de Amerikanen. In al deze opzichten faalde de Sovjet-Unie volledig. Wie wilde er nou op de Sovjet-Unie of op een sovjet-burger lijken? De constatering dat de Sovjet-Unie een “failed empire” was, brengt ons natuurlijk op de vraag waarom de Sovjet-Unie in 1989 als een kaartenhuis instortte. Volgens sommigen omdat de Sovjet-Unie al vanaf 1917 een kaartenhuis was. Maar dat verklaart niet de paradox dat de Sovjet-Unie enerzijds economisch en politiek faalde, maar anderzijds wél kans zag om het Westen een jaar of 40 de stuipen op het lijf te jagen. De Sovjet-Unie was een reus op lemen voeten, maar wel een reus met nucleaire wapens. Het land was erg groot, zwaar bewapend, rijk gezegend met grondstoffen en een enigszins dranklustige, maar goed opgeleide bevolking. Maar tegelijkertijd waren er die lemen voeten waar het op moest staan: oftewel de weinig overtuigende economische, politieke en ideologische prestaties. Op de vraag waarom de Sovjet-Unie het ondanks deze zwakke basis toch nog zo lang heeft kunnen volhouden en ons zelfs bang wist te maken, wil ik bij voorbaat al antwoord geven: dat kwam door de bereidheid tot het inzetten van geweld. 4
Geweld tegen de eigen bevolking, geweld tegen de bevolking van de Oostbloklanden en het dreigen met geweld - desnoods nucleair geweld - tegen de rest van de wereld. In essentie was het marxisme-leninisme een agressieve ideologie en de Sovjet-Unie een gewelddadige staat. Net als het nationaalsocialisme en het fascisme was ook het sovjet-socialisme overtuigd van het eigen gelijk en daarmee voorgeprogrammeerd tot het inzetten van geweld. Het doel de wereldrevolutie - heiligde immers alle middelen. Geweld dat ondermeer tot uitbarsting kwam in grote politieke crises zoals die van 1948, 1953, 1956, 1961, 1962, 1968, 1970, 1979 en 1981 7:30 Dit geweld komt nog aan de orde, maar ik wil in dit college allereerst ingaan op die lemen voeten: de zwakke economische prestaties en de problemen met de politieke legitimatie.
5
De Sovjet-economie of te wel de “onderbouw” van het wereldrijk Wie een succesvol imperium wil opbouwen zal een economische grootmacht moeten zijn of worden. Dat was de Sovjet-Unie echter op geen enkel moment in haar bestaan. Alleen al de bewapening nam 25 tot 40% van het BNP in beslag. Dat is tamelijk veel wanneer we bedenken dat de Verenigde Staten zo tussen de 4 en 8% van het BNP aan defensie uitgaven. Ook was de Sovjet-Unie niet of nauwelijks in staat de eigen bevolking te voeden, laat staan te voorzien van verfijnde consumptieartikelen. Na de mislukte experimenten van Chroesjtsjov in de jaren vijftig en zestig veranderde de Sovjet-Unie van een voedsel-exporteur definitief in een importeur. Het moederland van het socialisme was voortaan voor haar dagelijks brood afhankelijk van godvruchtige boeren in de Amerikaanse Mid-West. De zwakke economie was een bron van onrust in eigen land, maar was ook een groot probleem bij het managen van het imperium. De Polen vergeleken hun situatie met die van hun neven en nichten in de Verenigde Staten, ook de Hongaren en Tsjechen waren behoorlijk geïnformeerd over het Westen. In de DDR was het nog erger, daar had men onbeperkt toegang tot de West-Duitse media. Één reclameblok of een Rudi Carrell-show maakte alle propaganda totaal ongeloofwaardig. Vanaf midden jaren zestig werd de relatieve achterstand op het Westen voor de bevolking duidelijk zichtbaar. 00:00 Maar waarom presteerde de sovjet-economie structureel onder de maat? Voor het antwoord op die vraag moeten we ons verdiepen in de basisprincipes van de planeconomie. Die zijn gelukkig heel simpel.
6
In tegenstelling tot de chaotische en verspillende vrije markteconomie gingen de planners in een centraal geleide economie er van uit dat zij tevoren alle behoeften van de economie konden beredeneren. Op basis daarvan zouden zij op rationele wijze tot in de details de gewenste productie en bijbehorende consumptie kunnen aansturen. Deze aantrekkelijke redenering is echter gebaseerd op de premisse dat de planners over 100% juiste informatie over vraag en aanbod beschikten. Dat nu is een theoretische onmogelijkheid. In de markteconomie is het probleem van de beperkte informatie ondervangen door het invoeren van reële prijzen als maatstaf voor kosten en opbrengsten. Economische spelers krijgen feedback / informatie over hun handelen in de vorm van kosten, winst, verlies, en vraag. In de vrije markteconomie is wel sprake van verspilling, maar deze zal beperkt blijven omdat de spelers in de markt op basis van snelle, concrete informatie daarop min of meer rationeel kunnen reageren. Doen ze dat niet dan gaan ze ten onder voor ze nog meer onheil kunnen aanrichten. Deze informatiestroom ontbreekt in een planeconomie en leidt daarom principieel tot grootschalige en structurele verspilling van energie, grondstoffen, milieu, kapitaal en arbeid en houdt aanhoudende schaarste en tekorten in stand. Economisch beleid was in de praktijk permanent crisismanagement. Bovendien hield het systeem geen rekening met de aangeboren neiging tot luiheid dan wel slechtheid van de mens. In het economische systeem zat een ingebouwde premie op onderpresteren. Managers van fabrieken waren geneigd de productie zo laag mogelijk te houden om aan het einde van de planperiode niet in de problemen te komen. De tendens tot onderpresteren was ook een rem op het realiseren van technologische innovaties. 7
Grapje
Grapje
Bij de arbeiders was het al niet anders. Ook op de werkvloer was het zinvol om de productiviteit laag te houden. Dat betekende niet alleen een relaxte werkdag, maar ook dat aan het onvermijdelijke overwerk veel werd verdiend. In de DDR stonden de fabrieken dan ook bekend als “angenehme Orten des Zusammenhalts”. Gezelligheid had prioriteit boven hard werken. Dat dit tot problemen leidde, moge duidelijk zijn. Het beste laat deze situatie zich samenvatten in een tweetal klassieke Oostblok-moppen. De kwetsbaarheid van het systeem kwam goed naar voren in het raadseltje: Wat zijn de vier hoofdvijanden van het socialisme? Het juiste antwoord was: lente, zomer, herfst en winter. En de permanente schaarste komt mooi tot uiting in het Oost-Duitse mopje over de fabrieksdirecteur ..... 60% - 80% - 100% 00:00 Natuurlijk zagen ook Oostblok-economen, als Lieberman en Kornai, dat het systeem niet functioneerde. Alle economische analyses in de Sovjet-Unie, Hongarije en de DDR eind jaren vijftig kwamen tot dezelfde conclusie: hervormen was noodzakelijk. Het invoeren van meer autonomie voor bedrijven zou leiden tot kostendaling en productiestijging. Dergelijke beperkte hervormingen waren dan ook een instant succes. Maar juist dat succes maakte duidelijk dat het socialisme faalde en alleen een terugkeer naar de markteconomie soelaas kon bieden. Voor gelovige marxisten doemde al het spookbeeld van Lenins NEP op. Daarom werden de verschillende hervormingen snel weer afgebroken. Met name de partijkaders - zoals uit het mopje van zoëven 8
waren fel gekant tegen de hervormingen, die hun machtspositie ondermijnden. Machtsinstinct won het telkens van rationeel denken. Met andere woorden: de hervormingen in het Oostblok werden stuk voor stuk weer afgeblazen. Niet omdat ze mislukten, maar juist vanwege hun succes. Conclusies Een paar tussenconclusies over de sovjet-economie. De planeconomie was hoogstens bruikbaar om een onderontwikkeld land in relatief korte tijd basaal te industrialiseren of door een oorlog te helpen. Overigens kon de vrijemarkt economie dat een stuk efficiënter, zoals blijkt uit het Chinese voorbeeld, maar dit terzijde. Maar onder min of meer normale omstandigheden - laten we zeggen vanaf de dood van Stalin in 1953, bleek de planeconomie te falen. Het systeem was domweg niet geschikt voor een consumptiemaatschappij in vredestijd. Dat was pijnlijk omdat de sovjet-leiders er van uit gingen dat zij over het superieure systeem beschikten. Eind jaren vijftig verkondigde Nikita Chroesjtsjov dat de Sovjet-Unie weldra het Westen zou evenaren en vervolgens zou voorbijstreven. Ulbricht, DDR-leider, meende in 1958 dat de DDR het Westen al vanaf 1961 zou gaan inhalen. Rond 1980 zou de klus geklaard zijn. Dat van inhalen geen sprake was, bleek al heel snel. Ulbricht sprak daarom voortaan niet meer van inhalen, maar van “einhohlen ohne zu überhohlen”, nog steeds een weergaloos staaltje Newspeak. Eind jaren zestig liep de zaak al vast. In 1970 braken in Polen hongeropstanden uit en ook in de DDR was de situatie kritiek. Elektriciteitsschaarste verlamde de economie. Maar door de stijging van de olieprijzen vanaf 1973 kreeg het Oostblok uitstel van executie. Tot begin jaren tachtig konden ze zich in de illusie van de socialistische
9
consumptiemaatschappij wentelen. Maar vanaf 1981 werd de rekening gepresenteerd. Daarover straks meer. 00:00 Politieke crises - problemen in de “bovenbouw” Zoals het een imperiale grootmacht betaamt, probeerde ook de Sovjet-Unie een wereldrijk te onderhouden. Dat leidde in Europa en daarbuiten herhaaldelijk tot grote crises. Ik noem enkele makkelijk herkenbare jaartallen : 1948 - 1953 1961 - 1968. De crises uit de Koude Oorlog lijken op het eerste gezicht een gevolg van het conflict tussen Oost en West. Dit is een standpunt dat in linkse kring een tijdlang veel aanhang kreeg. Zo vertelde de bekende jurist Geert Mak in zijn televisieprogramma ons dat in 1961 - en ik citeer “de spanningen tussen Oost en West zo hoog opliepen dat het Oosten zich gedwongen zag een Muur te bouwen”. Maar dat is natuurlijk volstrekte onzin. Wie deze crises goed bekijkt, moet wel tot een andere conclusie komen. Vrijwel alle grote internationale crises zijn het gevolg van diepe existentiële problemen binnen de koloniën van het Sovjet-Rijk of in het moederland zelf. Ze waren óf het resultaat van falend economisch beleid, óf van verzet tegen de beperkte legitimiteit van deze regimes. Ook in de politiek was er dus sprake van permanent crisismanagement. Ik wil graag enkele van deze crises met u doornemen. De lange crisis van de jaren tachtig zal ik aan het slot apart behandelen.
10
Stalin Laten we bij Stalin beginnen. De politiek van Stalin ten aanzien van de eigen koloniën en het Westen was tamelijk rechtlijnig en gebaseerd op zijn marxistische overtuiging dat de internationale politiek de voorzetting was van de klassenstrijd met andere middelen. Daarom was in principe alles geoorloofd en eiste hij van het volk totale toewijding. Niet voor niets was de stalinistische terreur in de jaren ná 1945 heviger dan ooit te voren. Stalin wist dat hij het sovjet-systeem alleen vitaal kon houden met een eindeloze cyclus van zuiveringen en terreur. Zodra deze impuls zou wegvallen zou het systeem vervallen in bureaucratische obesitas. Dat zou na zijn dood dan ook gebeuren. Van enige verruiming op economisch gebied kon onder Stalin dan ook geen sprake zijn. Bewapening had de hoogste prioriteit. Maar tegelijkertijd opereerde Stalin behoedzaam. Éérst moest de Sovjet-Unie op gelijke hoogte komen met het Westen, dan pas kon de eindstrijd beginnen. Deze behoedzame houding bleek duidelijk in de eerste grote crisis van 1948-1949, de blokkade van Berlijn. Stalin was bereid om heel ver te gaan, en blokkeerde alle toegangswegen naar Berlijn. Maar hij was voorzichtig met wapengeweld. De Geallieerden pareerden de blokkade met een luchtbrug en trokken daarmee aan het langste eind. De blokkade eindigde met een smadelijk verlies voor de SovjetUnie. De Amerikanen vestigden hun reputatie als betrouwbare bondgenoot en de Duitsers koesterden zich in een nieuwe rol: namelijk die van slachtoffer, weer eens iets heel anders dan die van dader. Chroesjtsjov Stalins opvolgers en Chroesjtsjov in het bijzonder voerden een tweesporenbeleid. Enerzijds wilden ze de bevolking wat 11
meer ruimte geven. Na de Spartaanse jaren onder Stalin was het tijd voor wat meer consumptie en een heel klein beetje meer vrijheid. Symbolisch hiervoor was de geheime rede van Chroesjtsjov in februari 1956 waarin hij de misdaden van Stalin aan de kaak stelde. Dat vrijwel alle aanwezigen incluis de spreker - medeplichtig waren geweest, deed niets af aan de grote betekenis van deze rede. Er kwam een einde aan het schrikbewind. De kampen liepen leeg. Dat leverde echter geen tevreden bevolking op. Die spiegelde zich - en zeker de jeugd - nu juist steeds meer aan het Westen. De vergelijking viel daarbij steeds vaker uit in het nadeel van de Sovjet-Unie. In de internationale politiek vertaalde de destalinisatie zich naar een politiek van détente, of zoals dat destijds heette: Dooi. Maar tegelijkertijd stonden de nieuwe machthebbers onder druk: in de Oost-Europese koloniën werd de voorzichtige destalinisatie aangegrepen om los te komen van Moskou of in ieder geval de afstand wat te vergroten. Dat kon Chroesjtsjov niet over zijn kant laten gaan. Elke concessie zou tot desertie en daarmee tot de ondergang van het imperium kunnen leiden. Omdat hij zowel binnenlands als buitenlands - vooral van de kant van China - onder druk stond én een uiterst impulsief karakter had, voerde hij een risicovolle politiek. Aangemoedigd door kleine successen zoals de nieuwe nucleaire wapens en natuurlijk de Spoetnik in 1957, stortte Chroesjtsjov zich in tal van dolle avonturen. 00:00 Anders dan Stalin schuwde hij daarbij het geweld niet en ging zelfs het risico van een nucleaire oorlog niet uit de weg. Ook waren hij en zijn opvolgers bereid om op grote schaal grof geweld in te zetten. Herhaaldelijk trokken sovjet-tanks ten strijde tegen de burgerbevolking van de 12
verschillende satellietlanden, en wanneer geweld alleen niet voldoende was, dan was er altijd nog de optie om ze op te sluiten. Desnoods een complete bevolking, zoals in het geval van de Berlijnse Muur. Dit onverantwoordelijke en chaotische beleid resulteerde onder meer in de crises van 1953, 1956, de lange Berlijncrisis van 1958-1961, en de Cubacrisis van 1962. Ik zal kort ingaan op deze crises. 1953 In juni 1953 liep een staking van Oost-Duitse bouwvakkers binnen 24 uur uit de hand tot een brede volksopstand. OostDuitsers gingen de straat op en eisten vrije verkiezingen. Dat vrije verkiezingen onherroepelijk tot de ondergang van de DDR en een aansluiting bij de Bondsrepubliek zouden leiden was voor iedereen zonneklaar. Russische tanks sloegen de opstand met bruut geweld neer. Het trauma van 1953 zat diep bij de Oost-Duitse en sovjet machthebbers. Van legitimiteit was vanaf dit moment volstrekt geen sprake meer. De communisten bleven aan de macht, maar moesten heel ongemakkelijk plaats nemen op de punt van Russische bajonetten. Zonder sovjet-tanks was er geen toekomst voor het socialisme op Duitse bodem, zoveel was in 1953 wel duidelijk geworden. Maar óók was duidelijk dat de Sovjet-Unie tegen elke prijs de DDR, de “jewel in the crown” van het imperium zou verdedigen. En ook was pijnlijk duidelijk dat het Westen geen vinger uitstak om de OostDuitsers te helpen. 00:00 ongeveer de helft aantal woorden
13
1956 In 1956 was de ramp zo mogelijk nog groter. Na heftige rellen in de zomer in Polen, brak in het najaar ook in Hongarije onrust uit. Broederland Hongarije probeerde een status aparte binnen het imperium te realiseren en dreigde zelfs uit het prille bondgenootschap van het Warschaupact te stappen. Dat zou een politieke aardverschuiving te weeg brengen. Daarom moesten de sovjets wel ingrijpen. Het liep totaal uit de hand en ruim drie weken lang woedde er in Hongarije een burgeroorlog met enkele duizenden dodelijke slachtoffers. De lessen waren wederom duidelijk: de SovjetUnie was bereid een hoge prijs te betalen om het imperium in stand te houden, en uit het Westen viel geen enkele hulp te verwachten. De bewoners van het Oostblok stonden er alleen voor. De lange Berlijncrisis, 1958-1961 Eind jaren vijftig liepen in de DDR de vluchtelingencijfers weer op. Oost-Duitsers konden dankzij de bijzondere status van Berlijn het land verlaten. West-Berlijn was niet de doorn in het vlees van het socialisme, het was een gapende wond en de DDR dreigde daaraan te bezwijken. Met alle consequenties van dien. Ulbricht - de Oost-Duitse sterke man - was wanhopig en smeekte de bondgenoten om hulp. Weer nam Chroesjtsjov grote risico’s. Hij stelde in november 1958 het Westen een ultimatum. West-Berlijn moest op termijn bij Oost worden gevoegd. Dat was voor veel OostDuitsers het sein om te vertrekken, zolang vrij verkeer tussen Oost- en West-Berlijn nog mogelijk was. De vluchtelingencijfers bereikten nieuwe recordhoogtes. Op 13 augustus 1961 grendelden Oost-Duitse grenstroepen - uiteraard met volledige instemming van de sovjets - de grens tussen beide stadsdelen hermetisch af. Dat was een ernstige schending van de naoorlogse afspraken over de 14
bezetting van Duitsland en de status van de bezette Reichshauptstadt. De Amerikaanse president Kennedy heeft veel kritiek gekregen voor zijn lankmoedige houding. Wij weten nu dat zijn inschatting dat de sovjets bereid waren een nucleaire oorlog te voeren juist was. Zijn conclusie: een muur was in ieder geval “A Hell of a Lot Better Than a War” was juist. Voor het socialisme was de bouw van de Muur een afgang. De laatste restjes geloofwaardigheid verdwenen. Welk arbeidersparadijs moet zijn eigen bewoners opsluiten? De situatie in Europa werd door de bouw van de Muur een stuk stabieler, maar de bewoners van het Oostblok betaalden een hoge prijs. En het Westen? De Bild Zeitung sloeg de spijker op de kop: “Der Westen tut nichts”. 1962: Cuba Onder druk van China en zijn mislukte agrarische en economische hervormingen probeerde Chroesjtsjov nogmaals zijn positie als leider van het wereldcommunisme te verdedigen. Hij steunde de Cubaanse revolutie met het plaatsen van nucleaire wapens op de favoriete reisbestemming van Harry Mulisch. Wederom was hij bereid een nucleair conflict met de Verenigde Staten te riskeren. Maar zover liet Kennedy het dit keer niet komen. Hij wierp een blokkade op en de sovjets moesten hun plannen opgeven. Dit was het einde van de avonturier Chroesjtsjov. Door de Nederlandse communist Paul de Groot voortaan Knoeichef genoemd. Onder druk van zijn collega’s nam hij in 1964 afscheid. Anders dan gebruikelijk eindigde hij niet in een kamp of voor een vuurpeloton. Hij mocht in zijn dacha zijn memoires gaan schrijven. 00:00
15
1968 Praag en de Brezjnev-doctrine Het is niet verbazingwekkend dat na Chroesjtsjovs solistische desperado-politiek zijn opvolger Brezjnev veel meer met zijn collega’s in het Kremlin moest overleggen. Hij had bovendien nauwelijks eigen opvattingen over buitenlandse politiek en was meer een bemiddelaar tussen de verschillende stromingen in het Politburo. Onder Brezjnev kwam de detente met de Verenigde Staten goed op gang en kreeg gestalte in de vorm van de Ostpolitik, de SALTakkoorden en natuurlijk de akkoorden van Helsinki. Maar ook hij combineerde - tot verwarring van het Westen - net als zijn voorganger detente met open agressie. Volgens Brezjnev hadden de Sovjet-Unie en haar bondgenoten het volste recht om geweld te gebruiken wanneer het imperium en het socialisme in gevaar waren. Deze redenering zou voortaan bekend staan als de Breznjevdoctrine. In Tsjecho-Slowakije waren voorzichtige hervormingen op gang gekomen, vooral om de stagnerende economie uit het slop te halen. Maar deze Praagse Lente liep uit de hand omdat de economische hervormingen oversloegen naar het culturele en politieke leven en de roep om meer vrijheden en het “socialisme met het menselijke gezicht” steeds luider werd. Onder druk van de hardliners in het Kremlin moest Brezjnev ingrijpen. In de zomer van 1968 trokken de troepen van het Warschaupact binnen. En ook nu hield het Westen zich afzijdig. Voor veel Tsjecho-Slowaken was deze houding in 1968 een pijnlijke herhaling van die van 1938. Hierop keerden ook de laatste intellectuelen en kunstenaars in het Oostblok zich af van het socialisme. Ze hadden elke hoop dat het ooit nog wat zou worden definitief opgegeven. Ze kregen bovendien in de gaten dat het “socialisme met een menselijk gezicht” al lang was gerealiseerd, namelijk in 16
kapitalistische landen zoals Zweden, Denemarken en Nederland. In Tsjecho-Slowakije zouden deze oppositionelen en teleurgestelde communisten zich later onder de naam Charta ‘77 verenigen. Ze zouden een sleutelrol spelen in de revolutie van 1989. 00:00 Maar de tegenslagen waren met “Praag 68” nog lang niet ten einde. Sterker nog: de crises zouden elkaar nu in steeds hoger tempo gaan opvolgen. Economisch had Brezjnev nog wel even de wind mee. Dankzij de oliecrisis van 1973 zag de Sovjet-Unie haar inkomen uit olie en andere grondstoffen spectaculair stijgen. Er kwam zelfs een bescheiden welvaart, maar deze was geheel en al gefinancierd met oliegeld. De illusie van welvaart suste de sovjet-leiders in slaap en daarmee misten ze de boot in de microelektronica revolutie. Ook viel de noodzaak weg om nog verder over hervormingen na te denken. Sterker nog: de laatste restjes privé-initiatief werden afgeschaft en de staatsbedrijven vormden enorme, logge conglomeraten. De terreur kreeg nu vooral de vorm van psychologische oorlogvoering tegen de eigen bevolking. Het stalinisme maakte plaats voor nieuwe vormen van totalitair bestuur. Het systeem evolueerde in een betuttelende consumptiedictatuur. Niet dodelijk, maar wel saai, sterker nog: dodelijk saai. Bij het ingaan van de jaren tachtig verkeerden de Sovjet-Unie en haar satellieten dan ook in slechte conditie. Of zoals de historicus Eric Hobsbawm - let wel een gelovig marxist - het formuleerde: The Soviet Union had the best economy of the 1890’s, that didn’t help them much in the 1980’s. De romantiek van gespierde arbeiders, kolen en staal was in het Westen inmiddels ingeruild voor een diensteneconomie gebaseerd op chips en computernetwerken. 17
In het Westen begon aarzelend een nieuwe periode van voorspoed, in het Oosten begon de stagnatie nu pas goed, zeker toen rond 1981 de olieprijzen inzakten. Ook politiek was er de nodige tegenslag. Weliswaar kwamen de Verenigde Staten in de problemen door het onbezonnen Vietnam-avontuur, maar het Sovjet-rijk vertoonde echt grote barsten. In 1970 braken er in Polen voedselrellen uit. Deze konden nog worden onderdrukt, maar de arbeiders én intellectuelen hadden nu de smaak van oppositie te pakken. Ze zouden hun krachten gaan bundelen in organisaties als KOR en Solidariteit. Aangemoedigd door de grote stromen petrodollars ging de Sovjet-Unie over tot een nieuw bewapeningsoffensief en exporteerde de revolutie nu naar Afrika. Landen als Angola, Mozambique, Ethiopië, en Somalië gingen ten onder in een orgie van geweld, aangemoedigd door het Kremlin en Cubaanse huurlingen. Maar deze avonturen waren op termijn een zware last en versterkten alleen maar het wantrouwen in het Westen. Détente werd in het Westen door deze eigentijdse “Scramble for Africa” een stuk minder populair en de Sovjet-Unie kreeg nog meer last van imperial overstretch. Het imperium werd te duur in het dagelijkse onderhoud. De Sovjet-Unie had in deze jaren maar liefst een zeventigtal “bondgenoten”, waarvan het overgrote deel economisch nauwelijks functioneerde. Al was het maar omdat ze een socialistische planeconomie hadden. 00:00 Het rampjaar 1979 1979 is terecht de annalen ingegaan als het rampjaar voor de Sovjet-Unie. In dat jaar kwam een einde aan bijna 20 jaar detente. De Amerikaanse president Carter zag dat de Sovjet-Unie vrolijk doorging met haar expansie in Afrika en elders en besloot de hakken in het zand te zetten. Dat er 18
verkiezingen aan kwamen zal ook zeker een rol hebben gespeeld. De Europeanen, met de West-Duitsers voorop, maakten zich grote zorgen over de substantiële uitbreiding van het nucleaire arsenaal met mobiele raketten zoals de SS-20. De NAVO reageerde in 1979 in december met het dubbelbesluit en kondigde de plaatsing van kruisraketten aan. De grootste fout maakten de sovjets zelf door kerst 1979 Afghanistan binnen te vallen om met wat moordpartijen het communistische regime aldaar van de ondergang te redden. Afghanistan zou het sovjet-Vietnam worden. De uitzichtloze guerrilla-oorlog en de Iraanse revolutie - ook in 1979 - zetten de politieke islam definitief op de kaart. Een teken aan de wand was het feit dat juist China in datzelfde jaar 1979 overging tot de geleidelijke afschaffing van de planeconomie en de invoering van een soort geleid kapitalisme. Een dergelijke stap was voor de inmiddels doodzieke Brezjnev een brug te ver. Maar er was nog meer tegenslag. In Rome kwam in 1978 een Poolse bisschop op de troon. Niet gehinderd door schroomvalligheid bezocht hij in juni 1979 zijn land van herkomst. Een aanmoediging voor de ontevreden bevolking om zich te organiseren en tegen het bewind te keren. In de jaren daarna zou dit tot stakingen en relletjes leiden. In maart 1981 moest het Poolse leger de macht overnemen en in december zelfs de noodtoestand uitroepen. Overigens is het veelbetekenend dat het Warschaupact in 1981 niet zelf ingreep, maar het aan de Polen overliet. Volgens sommige historici was dit het moment waarop de desintegratie van het sovjet-imperium acute vormen begon aan te nemen. In zekere zin was 1981 al het feitelijke einde van de Brezjnev-doctrine. Het ontbrak eenvoudigweg nog aan de politieke wil en aan militair-economische kracht om zelf in
19
te grijpen. De officiële ontmanteling zou onder Gorbatsjov plaatsvinden. 00:00 De lange crisis 1981-1991 De essentie van de lange crisis van 1981-1991 was dat in deze jaren de economische en de politieke crisis samen kwamen. De dalende olieprijzen maakten een einde aan de sovjet-variant op het Wirtschaftswunder. Of beter nog: de Wunderwirtschaft. Het was geen toeval dat in 1981 zowel de olieprijzen instortten en de Sovjet-Unie niet meer in staat was om in Polen zelf in te grijpen. Het imperium was in de eindfase terechtgekomen. De economische crisis maakte duidelijk dat het systeem als geheel niet meer functioneerde. De productiviteit in het Oostblok was inmiddels gezakt tot rond de 30% van die in het Westen. Door de falende economie werden bewapening en subsidies voor de satellietlanden een steeds duurdere grap. De onvrede onder de bevolking nam toe. De bevolking moest ook voor de dagelijkse boodschappen steeds vaker en steeds langer in de rij staan. Het falen van de economie was meer dan een managementprobleem, het was een existentiële crisis. Immers volgens de profetie van Marx zou het socialisme overvloed voor allen produceren, en zo zou elke vorm van uitbuiting en egoïsme verdwijnen en kon het paradijs vol overvloed al op aarde werkelijkheid worden. Zo kwamen politiek en economie in deze lange crisis samen. De politieke betekenis van de economische malaise was simpelweg dat het systeem in zijn geheel had gefaald. Er werd nog lang geen honger geleden, en desnoods had de Sovjet-Unie nog wel een jaar of tien kunnen doormodderen. De staatsschulden - vaak als boosdoener aangewezen - waren relatief bescheiden. De DDR bijvoorbeeld stond voor 40 20
miljard DM in het krijt. Minder dan een derde van de geschatte marktwaarde van Facebook, net genoeg om Twitter op te kopen. De schuld van Frankrijk bedraagt momenteel meer dan 1700 miljard. ... Euro! Dus daar lag het niet aan. De oorzaak lag dieper. De simpele constatering dat de achterstand op het Westen niet meer was in te halen, gaf de doodsklap aan de geloofwaardigheid van het hele systeem. Het “wetenschappelijke socialisme” bleek domweg onjuist te zijn. Het geloof in eigen kunnen hield op te bestaan. De Amsterdamse Rusland-kenner Eric van Ree formuleert de impact van de crisis van de jaren tachtig als volgt: “De communistische ideologie had zich altijd op haar economische superioriteit laten voorstaan. Nu deze pretentie niet meer waargemaakt kon worden, was het spel snel uit”. Economie was namelijk méér dan een middel van bestaan, het was de kern van de ideologische identiteit en de claim van superioriteit van het systeem. De bestaansreden van het socialisme was domweg komen te vervallen. Het werkte namelijk niet. 00:00 Wat zich in de jaren tachtig voltrok was de gestage desintegratie van het Oost-Europese sociale contract. In de naoorlogse jaren - en zeker na de dood van Stalin - was er tussen de communistische regimes en de bevolking een zekere verstandhouding ontstaan. Dit “sociaal contract” is wel spottend samengevat met de woorden: “Jullie doen alsof je ons betaalt en wij doen alsof we werken”. In ruil voor politieke rust en conformisme van de bevolking zou de overheid zorg dragen voor een bescheiden welvaart en vooral ook voor de hoop dat het ooit beter zou gaan. In de jaren zeventig leek dit systeem zelfs even te functioneren. De bevolking kreeg het - mede dankzij de oliegelden wat beter - en de binnenlandse politieke rust keerde terug.
21
Maar aan deze stabiliteit kwam een einde zodra de economie verder in de soep draaide. Vanaf begin jaren tachtig nam niet alleen de welvaart in het Oostblok weer af, maar drong ook het besef door dat het helemaal niet bergopwaarts ging. Dat besef van stagnatie en achteruitgang was de doodsklap voor het sociale contract. De bevolking kwam vervolgens in elk land op eigen wijze in opstand. In Polen was de crisis heftig en acuut. De regering greep al in december 1981 naar het paardenmiddel van de noodtoestand, maar de geest was uit de fles. Solidariteit zou zich in de jaren daarna herstellen en in juni 1989 de regering tot min of meer vrije verkiezingen dwingen. In augustus 1989 werd de christen-democraat Tadeusz Mazowiecki, - als niet communist - minister-president. In Hongarije zag de regering geen andere uitweg dan een ingrijpende grondwetsherziening en een voorzichtige poging om los te komen van de Comecon en het Warschau-pact. Zij kregen in de zomer van 1989 van de Bondsrepubliek een flink geldbedrag en openden daarvoor in ruil op 11 september de grens met Oostenrijk. In de DDR kreeg de onvrede een heel eigen wending. Tienduizenden en later honderdduizenden vroegen een Ausreise-visum aan. Vertrek naar het andere Duitsland was te verkiezen boven doormodderen in het half failliete arbeiders- en boerenparadijs. De vertrekkers ondermijnden zo op geheel eigen wijze de geloofwaardigheid van de SEDstaat. Op het moment dat de grens ook maar op een heel klein kiertje stond - zomer - herfst 1989 - en zeker na 11 september - nam de vlucht direct massale vormen aan. 00:00 In de Sovjet-Unie zelf was de toestand al niet veel beter. Onder druk van de Verenigde Staten en met name de nieuwe president Reagan moesten de machthebbers onder ogen zien dat ze een beslissende achterstand hadden opgelopen. 22
Technologisch was de achterstand in bewapening niet meer te overbruggen en zelfs het in leven houden van de bevolking was al een probleem aan het worden. Brezjnev, al geruime tijd ziek, was niet meer in staat tot actie. Ook zijn hoogbejaarde en al even zieke opvolgers Andropov en Tsjernenko kwamen niet meer tot daden. Beide overleden in het ambt. In een wanhoopspoging wees het Politbureau in maart 1985 de relatief jeugdige Gorbatsjov als opvolger aan. Zijn enthousiasme was omgekeerd evenredig aan de samenhang van zijn beleid. Uit puur lijfsbehoud kondigde hij een nieuwe détente aan. De Sovjet-Unie kon de bewapening eenvoudig niet meer financieren. Bij Reagan, diep in zijn hart een atoompacifist, vond hij veel weerklank. Samen wisten ze een akkoord te sluiten. Op economisch terrein kwam Gorbatsjov met een halfbakken versie van de leninistische NEP. Slecht doordachte hervormingen zonder enige samenhang waren het resultaat. Serieuze hervormingen werden door de gestaalde partijkaders tegengehouden. Ten einde raad blies Gorbatsjov met enigszins vrije verkiezingen in juni 1989 de communistische partij op. Op politiek terrein meende hij de bevolking wat ruimte te moeten geven om haar ongenoegen te uiten. Daarmee was het hek van de dam. De frustraties over 70 jaar socialisme, 70 jaar onderdrukking en vooral 70 jaar gebroken beloftes over welvaart en voorspoed spoelden de laatste restjes van het geloof der kameraden in enkele jaren weg. Van een doorstart van het imperium in gedemocratiseerde vorm - Gorbatsjov’s diepste wens - kwam helemaal niets terecht. De voormalige satellietlanden wisten niet hoe snel ze zich onder de vleugels van de Verenigde Staten en de andere NAVO-landen in veiligheid moesten brengen.
23
Gorbatsjov bleek niet de prins te zijn, die het doodgewaande socialisme weer tot leven kon kussen, hij was de doodgraver van een door-en-door verrot systeem. Slotsom Het sovjet-imperium was een merkwaardig fenomeen. Het hield meer dan 70 jaar de verbeelding van tal van mensen gevangen. Het leek in 1917 een serieus alternatief te zijn voor het kapitalisme, maar ontpopte zich direct als een van de bloeddorstigste regimes en ideologieën uit de geschiedenis. Bij de dood van Lenin in 1924 waren er al meer dan 2 miljoen mensen omgebracht. Stalin was geen psychopathische aberratie maar de ijzeren consequentie van een systeem dat dacht de waarheid in pacht te hebben. Uit naam van het socialisme werden naar schatting meer dan 80 miljoen mensen omgebracht, waarvan de Sovjet-Unie er minstens 40 miljoen voor haar rekening nam. De Sovjet-Unie speelde een grote rol in de internationale politiek. Zeker na 1945. Zij wist onder zware verliezen Hitler-Duitsland te verslaan en creëerde daarmee ongewild en onbedoeld haar eigen grootste vijand: een welvarend en democratisch West-Europa. Door het verlies van Hitler, het uitbreken van de Koude Oorlog en de bescherming van de Verenigde Staten kreeg de democratie in West-Europa in 1945 namelijk een tweede kans en was een succesvol alternatief voor het sovjet-systeem. De successen van de democratie en de vrije markt economie sloopten uiteindelijk de Sovjet-Unie. De simpele aanwezigheid van een systeem dat beter en humaner functioneerde, en
in alle
opzichten aantrekkelijker was, ondermijnde definitief het sovjet-imperium en het socialisme. De Sovjet-Unie was een experiment, om niet te zeggen een “bizar experiment”, dat behalve de enorme aantallen slachtoffers nauwelijks enig spoor heeft achtergelaten. De 24
ideologie is verdampt, en van een culturele erfenis is nauwelijks sprake. Veel verder dan aandoenlijk slechte socialistisch realistische schilderijen is de officiële sovjet-kunst helaas niet gekomen. Tal van lezenswaardige auteurs schreven hun boeken niet dankzij, maar ondanks de bemoeienissen van de sovjet-staat. De desolate toestand van het huidige Rusland onder leiding van een licht hysterische judoka is het doorslaggevende bewijs van het complete falen van de Sovjet-Unie. Behalve de onvolprezen Standard-wodka en warm water exporteert het nieuwe Rusland niet één waardevol product. Ik zou dan ook willen afsluiten met de wijze woorden van Richard Pipes, historicus, groot Rusland-kenner én adviseur van Ronald Reagan: “Het socialisme was niet een goed plan dat slecht werd uitgevoerd, het was een slecht plan.” [Communism was not a good idea that went wrong, it was a bad idea, p. 147] 6247 00:00
25