Studieloopbaanbegeleiding Stand van zaken, knelpunten, uitwegen en de rol van de schoolpsycholoog Workshop Schoolpsychologencongres Amsterdam, 15 maart 2013 Tom Luken Luken Loopbaan Consult, Amsterdam
[email protected]
“Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in loopbaanoriëntatie en -begeleiding, maar helaas zijn de effecten hiervan onbekend.”
(Onderwijsraad, 2008: 10).
2
Evaluaties
% ONtevredenheid over slb in het mbo (2012: 24%) Vergelijk: 17% is ontevreden over studiebegeleiding Bron: JOB/Odin onderzoeken; n>100.000
3
Effecten: spijt
4
Effecten: uitval
Bron: HBO-raad (2011). Feiten en cijfers: Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs.
5
Wat gaat er mis? Organisatorisch
De verantwoordelijkheid voor loopbaanbegeleiding is verkeerd belegd Loopbaanbegeleiding is vaak studiebegeleiding of zelfs studievoortgangsbewaking Gebrekkige professionaliteit loopbaanbegeleiders Onrealistische ambities loopbaangerichte leeromgeving:
Praktisch Dialogisch Zelfgestuurd
6
Wat gaat er mis? Inhoudelijk
Onrealistische ambities t.a.v. leerling:
Loopbaancompetenties
Kwaliteiten- en motievenreflectie Exploreren en sturen Netwerken
Arbeidsidentiteit
7
Ontwikkeling Twee sporen die samenkomen:
Ontwikkelingstheorieën en –research sinds circa 1960 Neuropsychologie sinds circa 1990
8
Enkele ontwikkelingstheorieën
Jean Piaget Lawrence Kohlberg Jane Loevinger William Perry Robert Kegan William Torbert Deanna Kuhn Michiel Westenberg … 9
10
Robert Kegan: “orders of consciousness”: 1. Impulsief (tot ± 6 jaar) 2. Instrumenteel (tot 10 of …)
3. Interpersoonlijk 4. Zelfsturend 5. Zelftransformerend
11
Instrumenteel (2e)
Concreet (wil weten hoe i.p.v. waarom) Gericht op eigen interessen, behoeften en verlangens Voor wat hoort wat Weinig empathie Zwart-wit, oorzaak-gevolg denken, “zeg welke theorie waar is” Behoefte aan duidelijke aanwijzingen, stap voor stap procedures 12
13
Interpersoonlijk (3e)
Kan abstract en hypothetisch denken Zelfbeeld en waarden komen van anderen (ouders, peers, helden, autoriteit..) Identificeert zich daarmee Internaliseert (te) makkelijk het standpunt van anderen, “kijkt met andermans ogen (ook naar zichzelf)” Acht zich verantwoordelijk voor hoe anderen zich voelen (en anderen voor eigen gevoelens) Vindt het belangrijk om aardig (etc.) gevonden te worden. Gevoelig voor kritiek en voor conflicten binnen de eigen groep 14
Zelfsturend (4e)
Autonoom, niet gebonden aan regels en conventies Waardeert het positieve van conflict, kritiek en verschillen Verantwoordelijk, ook voor de eigen gemoedstoestand Ziet zichzelf (ook) “door de eigen ogen” Kan grenzen stellen Vindt eigen (leer)loopbaan uit op basis van eigen visie (o.a. uitdagingen aangaan) 15
Feiten
Ongeveer 50% van mensen met hogere opleiding in VS bereikt niveau 4.
Ongeveer 20% van doorsnee bevolking.
Niveau 3 is het modale niveau voor volwassenen
16
Conclusies ontwikkelingswetenschappers Kohlberg, Loevinger, Kegan et cetera:
In ontwikkeling zijn kwalitatieve stappen te onderscheiden Door rijping, leeftijd en levenservaringen Sommigen (1/10) blijven levenslang egocentrisch De meesten (6/10) leren zich te verplaatsen in anderen, maar worden beïnvloedbaar en conformistisch Lang niet iedereen (3/10) ontwikkelt ‘autonomie’ Geen lineair proces, grote individuele verschillen, meisjes ontwikkelen zich sneller. 17
Neuropsychologie
18
Bevindingen neuropsychologen 1
‘Rijping’ PFC gaat door tot ergens tussen 20 en 30 jaar. ‘Rijping’ hoofdverbindingen nog veel langer (ca. 50)
Daarom voor jongeren moeilijk overzicht krijgen over complexiteit, integratie denken en voelen, beslissen, vooruit denken, plannen…
Zelfreflectie bij jongeren in andere hersengebieden dan bij volwassenen; kiezen doet ‘pijn’; grote invloed sociale omgeving
Bevindingen neuropsychologen 2
Geen lineair proces, grote individuele verschillen, meisjes ontwikkelen zich sneller Hersenen zijn plastisch, althans grijze stof: gekapte en nieuwe synapsen, nieuwe functies voor neuronen Ontwikkeling witte stof (lange afstandverbindingen) genetisch bepaald
Conclusie: loopbaancompetenties gaan leerlingen momenteel boven de pet De doorsnee adolescent is sterk beïnvloed door sociale omgeving kan nog niet goed het onderscheid maken tussen eigen mening en andermans mening heeft weinig overzicht over:
complexe materie verleden, heden en toekomst (korte en lange termijn) voor- en nadelen denken en voelen.
Dus mist autonomie en overzicht
22
Algemene conclusie
Niet drastisch het onderwijs hervormen, maar eerst verder experimenteren
In theorie en praktijk beter inbouwen wat we nu weten over ontwikkeling en psychologie
Verder zoeken naar een antwoord op de vragen: wat is het optimale tempo voor de ontwikkeling van loopbaancompetenties? Welke basis kan in het onderwijs gelegd worden?
Aanbeveling (studie)loopbaanbegeleiding Gefaseerde opzet:
Advies en keuzebegeleiding
Loopbaanonderwijs
Onafhankelijk, professioneel Lessen arbeidsmarkt, opleidingen, beroepen, leven en loopbaan, futurologie Excursies, stages, games, discussies, rolmodellen Trainingen, bijvoorbeeld kiezen, mindfulness, exploreren, netwerken
Loopbaancoaching Op duurzame ontwikkeling gericht (hrm-)beleid Levenslange onafhankelijke, professionele loopbaancounseling
Rol schoolpsycholoog?:
Bijdragen aan beleidsvorming en – implementatie Selectie, scholing en begeleiding van docenten/mentoren/coaches/studieloopbaanbe geleiders Selecteren en implementeren van instrumenten, bijvoorbeeld psychometrische verantwoorde tests