Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam
[email protected]
Studiehandleiding Gezin en Samenleving (70120215AY) Bachelorjaar Cursusjaar: 2013/2014 1ste semester
Coördinator/contactdocent hoorcolleges en module: Dr. H.M.W. Bos (
[email protected]; spreekuur: Vrijdag van 9:00-10:00; G.014) Coördinator/contactdocent werkgroepen en opdrachten: Drs. M.A.M. van Langen (
[email protected]) Uitvoerende docenten hoorcolleges: Dr. H.M.W. Bos samen met verschillende interne en externe gastdocenten Uitvoerende docenten werkgroepen: Verschillende werkgroep docenten van POWL Amsterdam, juli, 2013
1
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10. 11. 12. 13. 14.
Deelname aan het onderwijs en tentamen ................................................................... Inleiding ...................................................................................................................... Voorkennis en aansluiting met ander modulen ........................................................... Leerdoelen................................................................................................................... Inhoud ......................................................................................................................... Literatuur..................................................................................................................... Onderwijsvormen ........................................................................................................ Rooster per week ......................................................................................................... Week 36............................................................................................................... Week 37............................................................................................................... Week 38............................................................................................................... Week 39............................................................................................................... Week 40............................................................................................................... Week 41............................................................................................................... Week 42............................................................................................................... Week 43............................................................................................................... Van de student te verwachte activiteiten ..................................................................... Beoordeling ................................................................................................................. Feedback ..................................................................................................................... Belangrijk .................................................................................................................... Dublin descriptoren ..................................................................................................... Eindtermen van de opleiding ......................................................................................
03 03 03 04 04 05 06 08 08 09 11 12 13 14 15 16 17 17 18 18 19 20
2
1. Deelname aan het onderwijs en tentamen Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de aanmeldingsperiode aanmelden via het Studenteninformatiesysteem (SIS). De aanmeldingsperiode van het eerste semester loopt van 17 juni t/m 01 juli 2013. De aanmeldingsperiode van het tweede semester loopt van 02 december t/m 16 december 2013.
Mocht je problemen hebben bij het aanmelden voor de vakken via SIS neem dan tijdens de aanmeldingsperiode contact op met de onderwijsadministratie via
[email protected]. De onderwijsadministratie zoekt dan samen met jou uit wat het probleem is en lost het samen met jou op. Zie voor meer informatie www.student.uva.nl/pow in de A-Z lijst Vak- en tentamenaanmelding en SIS. Let op na de aanmeldingsperiode kun je je niet meer zelf via SIS voor vakken aanmelden. De aanmelding is dan gesloten. Na de aanmeldingsperiode kun je uitsluitend via de onderwijsadministratie worden aangemeld voor vakken op een vaste na-aanmeldingsdag* onder de volgende voorwaarden: 1. uiterlijk tot en met de eerste week waarin het vak is gestart 2. uitsluitend dan wanneer er nog plaats beschikbaar is 3. én tegen betaling van 70 euro administratiekosten
* datum van de na-aanmeldingsdag moet nog worden vastgelegd. Deze datum wordt t.z.t. doorgegeven door de onderwijsadministratie via een e-mailbericht aan alle studenten. Deelname herkansing De aanmelding geldt voor het onderwijs alsmede voor de eerste afsluitingsgelegenheid. Studenten die het vak niet bij de eerste afsluitingsgelegenheid hebben behaald worden door de onderwijsbalie voor de herkansing aangemeld. Meld je op tijd af voor vak(ken) waar je niet aan gaat deelnemen.
2. Inleiding De module Gezin en Samenleving is een verplicht onderdeel voor Bachelor 2 studenten. De module bestaat uit drie delen: Een aantal hoorcolleges die de rode draad vormen van de module, een aantal zogenaamde themacolleges, en werkgroepen. In de hoorcolleges komen de volgende zaken aan de orde: diversiteit in gezinstypes, ouderschapsvaardigheden en processen in het gezin in relatie met de ontwikkeling van kinderen, de rol van leeftijdsgenoten, opvoeden in de multiculturele samenleving en verschillende theoretische perspectieven in opvoeding en ontwikkeling in verschillende contexten. In de themacolleges worden een aantal actuele thema’s besproken die te maken hebben met ouders, kinderen, opvoeding en ontwikkeling van kinderen, zoals bijvoorbeeld: “Wat zegt de wetgeving over de verschillende gezinsvormen?”, “Wat kan een mediator doen om te voorkomen dat een echtscheiding een vechtscheiding wordt?”, “Hoe gaan ouders en andere opvoeders om met de seksuele ontwikkeling van kinderen?”, “Wat is co-ouderen”, etc. De werkgroepen hebben als doel studenten te laten oefenen met academische vaardigheden en het toepassen van kennis en inzicht. Om dit doel te bereiken voeren studenten opdrachten uit. Er worden 2 typen opdrachten onderscheiden: academische opdrachten en casusopdrachten. Bij academische opdrachten staat een theoretische vraag centraal, bij een casusopdracht een praktische vraag. Tijdens de werkgroepen geeft de docent instructie over de opdrachten, wordt de uitwerking van de opdrachten besproken en krijgen studenten begeleiding bij het schrijven van teksten en het maken van presentaties.
3
3. Voorkennis en aansluiting met andere modulen Voorkennis om dit vak te volgen zijn een degelijke kennis van belangrijke thema’s die aan onze afdeling onderzocht en onderwezen worden zoals ‘Inleiding Pedagogiek en Onderwijskunde’, ‘Sociale Pedagogiek’ en module ‘Psychologie: Ontwikkeling, persoonlijkheid en leren’. Voor studenten psychologie wordt aanbevolen eerst of de module ‘Inleiding Pedagogiek en Onderwijskunde’ of de module ‘Sociale Pedagogiek’ te volgen. Het werkgroeponderwijs sluit aan bij de werkgroepen uit Bachelorjaar 1.
4. Leerdoelen Een student wordt geacht dat zij/hij aan het eind van de module de volgende vaardigheden bezit: Kennis en inzicht: a) Kritisch kunnen lezen van wetenschappelijke literatuur van ontwikkelingspsychologische en sociologische aard waarin relaties worden gelegd tussen opvoeden in verschillende contexten en ontwikkeling van kinderen en adolescenten in onze hedendaagse samenleving (waarbij issues mbt diversiteit expliciet aan de orde komen). Dublindescriptoren: 1,2 Eindtermen opleiding: PW 1, 2, 4, 8 Toepassen kennis en inzicht: b) Literatuur in verband kunnen brengen met andere wetenschappelijke visies/resultaten, beroepspraktijk en de hedendaagse samenleving en de problematiek die hierbij hoort, en hierover mondeling en schriftelijk kunnen rapporteren. Dublindescriptoren: 1,2 Eindtermen opleiding: 8, 9, 12, 15, 19, 20, 21 Oordeelingsvorming: c) Literatuur beoordelen op de wetenschappelijke criteria van betrouwbaarheid en validiteit, en hierover mondeling en schriftelijk kunnen rapporteren. Verschil maken tussen empirische kennis en veronderstellingen, en hierover mondeling en schriftelijk kunnen rapporteren. Dublindescriptoren: 3,4 Eindtermen opleiding: 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 Leervaardigheden: a) Literatuur kritisch vergelijken en in verband brengen met eerder vergaarde kennis, en hierover mondeling en schriftelijk kunnen rapporteren. d) Kritiek (of lof) aangaande de gelezen literatuur wetenschappelijk kunnen beargumenteren, en hierover mondeling en schriftelijk kunnen rapporteren. Dublindescriptoren: 4, 5 Eindtermen opleiding: 19, 20, 23, 24
5. Inhoud Algemeen De opbouw van de module is zo dat we van het concrete steeds meer naar het abstracte gaan. Met andere woorden gestart wordt met de vraag wat er in de literatuur dan wel onderzoek gezegd wordt over de vraag welke vorm en inhoud van ouderschap van belang is voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Daarbij wordt onder andere ingezoomd op diverse verschillende gezinstypes bijvoorbeeld door nader in te gaan op onderzoeksresultaten die gaan over opvoeding, gezinsrelaties en ontwikkeling van kinderen en adolescenten in één-ouder gezinnen versus twee-ouder gezinnen; gezinnen met vaders versus gezinnen zonder vader; gezinnen met biologisch eigen kinderen vs. gezinnen met niet4
biologisch eigen kinderen, gezinnen waarin één of meerdere kinderen zijn geadopteerd. Er zijn echter ook theorieën rondom de opvoeding en ontwikkeling van kinderen die de rol van ouders erg relativeren. Ook bij deze theorieën zal stil gestaan worden en nader op ingegaan worden. Ook zal er op verschillende momenten in de module gekeken worden naar verschillende theorieën en concrete voorbeelden ten aanzien van opvoeden in de multiculturele samenleving. Tenslotte zullen al deze concrete onderwerpen geplaatst worden in een breder theoretisch (abstract) model, namelijk het bio-ecologisch model van Uri Bronfenbrenner. In dit model wordt onderscheid gemaakt tussen het micro-systeem: activiteiten thuis, of in de klas; het meso-systeem: de relaties tussen thuis, school, en buurt waarin het kind participeert; het macro-systeem: de (sub)cultuur en tijd waarin het kind leeft (Bronfenbrenner, 1979). Dit bio-ecologische perspectief ziet het kind als een zich ontwikkelend organisme waarbij het genotype, de omgeving, en de interactie tussen genotype & omgeving, van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind. Themacolleges Daarnaast wordt er in een aantal themacolleges dieper ingegaan op een aantal actuele onderwerpen waarmee pedagogen te maken krijgen. Sommige thema’s hebben een problematische invalshoek, andere sluiten meer aan bij de algemene ontwikkeling van kinderen, of hebben een meer empowerment achtergrond en gaan over het optimaliseren van de opvoedingssituatie. De themacolleges gaan over: wetgeving en diversiteit van gezinnen, mediation, ouderen in alternatieve gezinsvormen, seksuele opvoeding, en huiselijk geweld. Werkgroepen Eén keer om de 2 weken zijn er voor POWL studenten die het vak voor 6 EC volgen werkgroepen voor de module Gezin en Samenleving. Deze werkgroepen zijn verplicht (je mag met geldige redenen 1 werkgroep missen). Tijdens de werkgroepen wordt er geoefend met casusopdrachten en krijg je in verschillende fases feedback op je academische opdracht. Voor iedere werkgroep moet je een oefencasusopdracht voorbereid hebben en op tijd ingeleverd hebben (zie verder op in de studiehandleiding). Het is belangrijk om dit goed voor te bereiden en tijdens de werkgroep het ‘huiswerk’ goed door te nemen omdat op een casusopdracht onderdeel is van het tentamen. De feedback die je krijgt op je academische opdracht kan uiteindelijk de kwaliteit van je definitieve versie alleen maar bevorderen. Voor de universitaire PABO (UPVA) studenten zijn de werkgroepen en academische opdracht anders ingevuld. Zij kunnen daarvoor het beste contact opnemen met hun coördinator. De casusopdracht is voor hen wel hetzelfde (mede ook omdat er in het tentamen ook een soort gelijke casusopdracht zit); de academische opdracht is voor het anders. Overigens de samenstelling van het eindcijfer en de weging van de academische opdracht (zie ook pagina 17) is voor UPVA studenten wel hetzelfde. Zijn er onduidelijkheden over het werkgroep onderwijs? Neem dan contact op met Marita van Langen (
[email protected]). De werkgroepen worden afgesloten met een extra bijeenkomst waarin POWL studenten hun academische opdracht presenteren (zie blackboard voor de exacte datum, tijdstip en groepsindeling). Deze presentatie geldt als oefening en wordt niet beoordeeld met een cijfer. Voor meer informatie hierover kun het beste contact opnemen met Marita van Langen (
[email protected]). Tot slot: Om de module met een cijfer te kunnen afsluiten moet je als reguliere student (die het vak volgen voor 6 EC): • De werkgroepen actief en voorbereid bijgewoond hebben (je mag er 1 missen) • De academische opdracht gemaakt hebben en gepresenteerd hebben • Aanvullende eisen mbt het verplichte karakter van de werkgroepen volgt zsm op blackboard
5
Met andere woorden: Heb je een voldoende voor het tentamen maar aan bovenstaande 2 eisen niet voldaan, kan er geen cijfer gegeven worden en krijg je een NAV (= niet aan verplichting voldaan).
6. Literatuur De verplichte literatuur bestaat uit een verschillende artikelen en daarnaast behoren de volgende drie boeken ook tot de verplichte literatuur: • Golombok, S. (2000). Parenting. What really counts? London: Routledge. • Van Leeuwen, K., & Van Crombrugge, H. (Red.)(2012). Gezinnen in soorten. Apeldoorn: Garant. • Zwiep, C.S. (2010). Wat is wijsheid? Seksuele opvoeding van jonge kinderen. Amsterdam: SWP. Beide moeten voorafgaand aan de module door de studenten zijn aangeschaft. Verder kunnen er gedurende de looptijd van de module nog een aantal artikelen behorend bij de themacolleges op blackboard gezet worden. De literatuur behorend bij de themacolleges is net zoals de artikelen en de drie boeken verplichte tentamenstof. Verderop deze studiehandleiding staat per week uitgeschreven wat de stof is die studenten voorbereid moeten hebben voor het betreffende hoorcollege. Dit wil zeggen dat studenten zich op het hoorcollege dienen voor te bereiden door de stof te lezen en te bestuderen. De artikelen staan op blackboard.
7. Onderwijsvormen Hoorcolleges Wekelijks vinden de hoorcolleges plaats op de maandag (17:00-19:00) en donderdag (15:00-17:00). Hierin wordt een inleiding op en overzicht van de leerstof gegeven; daarnaast wordt er verdieping aangeboden door de stof die voor het betreffende college centraal staat te verduidelijken naar aanleiding van allerlei voorbeelden die niet altijd in de bestudeerde literatuur staan. Ook deze verduidelijking is stof die getentamineerd wordt.
Themacolleges Naast de hoorcolleges die de rode draad vormen van deze module worden er (zelfde tijd als het hoorcollege) ook themacolleges gegeven. Tijdens deze themacolleges worden een aantal actuele thema’s die te maken hebben met het opvoeden van kinderen in de hedendaagse samenleving of thema’s die gerelateerd zijn aan een specifiek onderwerp dat binnen deze module past, besproken. Een themacollege wordt verzorgd door een gastdocent die of aan de Universiteit van Amsterdam werkt of van buitenaf komt. De gastdocenten zijn experts op het specifieke thema dat die week centraal staat. De themacolleges hebben een praktische invalshoek, maar ook hier zal de theorie centraal blijven staan. Het themacollege en de bijbehorende literatuur is verplichte stof.
Werkgroepen Alleen voor studenten die het vak volgen voor 6 EC geldt dat er verplichte werkgroepen zijn op de dinsdagen of de donderdagen (zie blackboard voor indeling). Ter voorbereiding op deze werkgroepen moet je zogenaamde oefen-casusopdrachten (2 individuele en 1 duo opdracht) en een academische opdracht (individuele opdracht) maken. De oefen-casusopdrachten zijn er om je voor te bereiden op een casusopdracht die je tijdens het tentamen moet maken voor een cijfer. De academische opdracht is een opdracht die je stapsgewijs maakt, waar je feedback op krijgt en waar je voor de definitieve versie een cijfer voor krijgt. Verderop in de studiehandleiding staat onder het kopje ‘Rooster’ opgenomen wat je moet doen voor de werkgroepen. Op blackboard is er een aparte link met daarin de beschrijving van de opdrachten, etc.
6
Inlever momenten Oefen-casusopdrachten dienen tijdig ingeleverd te worden. Dit wil zeggen: de dag voordat je de werkgroep hebt. Met andere woorden: Studenten die de werkgroep hebben op een dinsdag moeten de opdracht maandag voor 9:00 inleveren en studenten voor de donderdag werkgroep moeten de opdracht voor woensdag 9:00 inleveren. De reden hiervoor is dat de werkgroep begeleider dan de mogelijkheid heeft om alles goed door te nemen voor de werkgroep bijeenkomst; wat het oefenen alleen maar ten goede komt. Je moet je uitgewerkte oefen-casus ook uitgeprint meenemen naar de werkgroep. Voor de academische opdracht staan ook vaste inlever momenten: Heb je een inlever moment van de academische opdracht gemist, dan kun je geen aanspraak maken op de feedback die voor die fase gepland stond. Let op: Voor ASW studenten: Check vooraf (en tijdig) of je het vak voor 6 EC volgt. Zo ja, controleer of je ingedeeld bent voor een werkgroep; is dit niet het geval neem dan contact op met de coördinator van de werkgroepen:
[email protected]
Documentaires voor oefen-casusopdracht Op een aantal momenten wordt er tijdens het hoorcollege een documentaire vertoond die tevens een casus is waarmee in de werkgroep opdrachten verder gewerkt gaat worden. In het rooster staat aangegeven wanneer deze documentaires vertoond worden. Mocht er om organisatorische redenen van dit rooster afgeweken worden, dan zal dit tijdig aan studenten gemeld worden. De documentaires worden niet op een andere wijze (blackboard) ter beschikking gesteld aan studenten.
Powerpoint De outline van het college is beschikbaar als PowerPoint- presentatie op Blackboard. Deze worden echter pas na het hoorcollege op Blackboard gezet. Dit om zo studenten de vaardigheid te leren om uit een college van 2 uur zelf de belangrijkste punten te halen.
De video opnames De hoorcolleges worden opgenomen maar deze opnames zijn alleen bedoeld om de stof nog een keer door te nemen bij een hertentamen. Deze opnames worden dan ook alleen daarvoor gebruikt en zullen 2 a 3 weken voordat het hertentamen plaats vindt beschikbaar worden gesteld om de stof nogmaals te bestuderen. Met andere woorden: Gedurende de periode dat de hoorcolleges gegeven worden zijn de opnames niet beschikbaar voor studenten.
Responsiecollege Het college voorafgaand aan het tentamen (25 oktober) is ingeroosterd als responsiecollege (17 oktober). Inhoudelijke vragen voor het responsie college moeten voor maandag 14 oktober 12:00 per email ingeleverd zijn bij
[email protected]. Bij geen vragen gaat het responsie college op donderdag 17 oktober niet door.
Email protocol Lees eerst de studiehandleiding als je een vraag hebt over organisatorische zaken rondom de module Gezin en Samenleving. Het kan ook zijn dat er al een annoucement op blackboard over je vraag is geplaatst door de betreffende docent. Check dus daarom ook eerst je blackboard omgeving. Als je dan nog steeds vastloopt stel je vraag dan eerst aan een medestudent of stel je vraag in de werkgroep. Als je op dan nog steeds geen antwoord hebt gekregen kun je naar de coördinator van het vak emailen; deze zal de emails iedere vrijdag (tussen 9:00- 10:00) na het college beantwoorden.
7
Spreekuur coördinator De coördinator (Dr. H.M.W. Bos) van dit vak heeft op vrijdagochtend van 9:00-10:00 spreekuur. Mocht je met iets zitten of een vraag hebben kun je je inschrijven voor een afspraak. Er hangt een rooster bij G0014; daar kun je je inschrijven voor een afspraak.
Vragen rondom werkgroepen Voor vragen rondom organisatie dan wel inhoud betreffende de werkgroepen moet je zijn bij je werkgroepdocent of de coördinator van de werkgroepen (M. van Langen:
[email protected]). Echter ook hier geldt: Lees eerst de studiehandleiding, check eerst of er een mededeling op blackboard is gemaakt, en vraag het eerst aan een medestudent. Als je dan nog geen antwoord hebt, vraag het dan eerst aan je werkgroepdocent voordat je een email naar de werkgroep coördinator stuurt. De locatie van het onderwijs en tentamens vind je op http://rooster.uva.nl. Houd de Mededelingen op de studentenwebsite www.student.uva.nl/pow en/of de blackboardomgeving van Gezin en samenleving in de gaten voor roosterwijzigingen.
8. Rooster (1)
WEEK 36
Hoorcolleges Maandag 2 september Inhoud hoorcollege • Introductie op Gezin & Samenleving • Wat is een gezin? • Gezin en socialisatie • Resultaten onderzoekje onder studenten Te lezen literatuur voor hoorcollege • Artikelen: o Powell. B., Bolzendahl, C., Geist, C., Carr Steelman, L. (2010). Counted Out? Russell Sage Foundation: New York. (Hoofdstuk 3) Donderdag 5 september Inhoud hoorcollege DOCUMENTAIRE VOOR CASUSOPDRACHT 1 • Adoptie Dit “hoorcollege” wijkt af van de andere hoorcolleges. Tijdens dit hoorcollege zal een documentaire vertoond worden. Deze zal niet op blackboard gezet worden. De documentaire hoort bij de eerste casus opdracht Te lezen literatuur voor deze bijeenkomst • Van Leeuwen & Van Crombrugge: pagina 154-168 • Artikelen:
8
o Reinoso, M., Juffer, F., Tieman, W. (2012). Children’s and parents’ thought and feelings about adoption, birth culture identity and discrimination in families with internationally adopted children. Child & Family Social Work, 1-11 o Juffer, F., & Tieman, W. (2009). Being adopted: Internally adopted children’s interest and feelings. International Social Work, 52, 635-647. o Tieman, W., van der Ende, J., & Verhulst, F.C. (2008). Young adult international adoptees’ search for birth parents. Journal of Family Psychology, 22, 678-687. o Golombok, S.(2000). Parenting. What really counts? (pagina 24- 30). o Literatuur zoals aangegeven bij de casusopdracht Werkgroep 1. Voor Gezin en Samenleving geen werkgroep 2. Bereid wel tijdig de oefen-casusopdracht voor de eerste werkgroep van Gezin en Samenleving voor; deze moet ingeleverd zijn: maandag 9 september voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op dinsdag een werkgroep hebben woensdag 11 september voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op donderdag een werkgroep hebben (2)
WEEK 37
Hoorcolleges Maandag 9 september Inhoud hoorcollege • “Family process versus Family structure” • Family stress model • Diversiteit gezinsvormen • Opvoedingsondersteuning en rol van theorie Te lezen literatuur voor hoorcollege • Artikelen: o Golombok: pagina 3-44; 63-87; 99-104 o Van Leeuwen & Van Crombrugge: pagina 13-37; 137-153; 172-193 o Lamb, M.E. (in press). Mothers, father, and circumstances: Factors affecting children’s adjustment. Applied Developmental Science. o Majadandzic, M., Möller, E, Bögels, S., & Van den Boom, D. (2011). Verschillen tussen vaders en moeders in relatie tussen opvoedingsgedrag en sociale angst van kinderen. Pedagogiek, 31, 11-28. o Distelbrink, M., & Ketner, S. (2011). “Vaderschap geen playstation”. Vaderschap versterken bij Afro-Caribische mannen. Pedagogiek, 31, 53-67. Donderdag 12 september Inhoud hoorcollege (1): THEMA COLLEGE •
Homo- en lesbisch ouderschap
Inhoud hoorcollege (2): DOCUMENTAIRE VOOR CASUSOPDRACHT 2 Te lezen literatuur voor hoorcollege: THEMA COLLEGE o Van Leeuwen & Van Crombrugge: pagina 197-214. 9
o Golombok, S.(2000). Parenting. What really counts? (pagina 24- 30). o Van Gelderen, L., Van Rooij, B., Gartrell, N., Bos, H.M.W., Hermanns, J. (2012). Stigmatization associated with growing up in a lesbian-parented family: What do adolescents experience and how do they deal with it? Children and Youth Services Review, 34, 999-1006. Te lezen literatuur voor de documentaire: o Van Leeuwen & Van Crombrugge: pagina 197-214. o Literatuur zoals aangegeven bij de tweede casusopdracht.
10
Werkgroep Inhoud werkgroep • Introductie en structuur van de werkgroepen Gezin en Samenleving • Kennismaking • Bespreking oefen-casusopdracht 1: Deze is tijdig door de studenten ingeleverd; maandag 9 september voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op dinsdag een werkgroep hebben en woensdag 11 september voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op donderdag een werkgroep hebben • Uitleg oefencasus 2 behorend bij video die op donderdag 12 september tijdens het hoorcollege vertoond is/wordt; dit is een duo opdracht. Tijdens deze eerste werkgroep moeten dus al duo’s gevormd worden voor de voorbereiding van de tweede oefencasusopdracht • Uitleg inhoud en organisatie rondom academische opdracht; inlevermoment voor de opzet van deze opdracht is: voor 18 september voor 13:00. Te lezen literatuur voor werkgroep • Zie beschrijving oefen-casusopdracht 1
11
(3)
WEEK 38
Maandag 16 september Inhoud hoorcollege THEMA COLLEGE • Wat zegt de wetgeving: Kinderen in gezinnen die ‘anders’ zijn Te lezen literatuur voor hoorcollege (THEMA COLLEGE) • Artikelen: o Vonk, M. (2008). The role of formalised and non-formalised intentions in legal parent-child relationships in Dutch law. Utrecht Law Review, 4, 117-134. o Er volgen nog een aantal andere artikelen; deze zijn bij het maken van de studiehandleiding nog niet bekend (houd blackboard in de gate) Donderdag 19 september Inhoud hoorcollege THEMA COLLEGE • Opvoeding, opvoedingsvraagstukken en opvoedingsproblemen in verschillende contexten en de rol van opvoedingsondersteuning Te lezen literatuur voor hoorcollege (THEMA COLLEGE) • Artikelen: o Bradley, R.H., & Corwyn, R.F. (2002). Socioeconomic status and child development. Annual Review of Psychology, 53, 371-399. o Zwirs, B.W.C., Burger, H., Schulpen, T.W.J., & Buitelaar, J.K. (2006). Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 45, 476-483. o Gardner, F., Hutchings, J., Bywater, T., & Whitaker, C. (2010). Journal of Clinical Child & Adolescent Psychology, 39, 568-580. Werkgroep Let op Voor Gezin en Samenleving geen werkgroep; besteed je tijd om oefen-casusopdracht 2 te maken die in de tweede bijeenkomst van de werkgroepen serie van Gezin en Samenleving besproken gaat worden. Deze tweede oefen-casusopdracht moet ingeleverd zijn: maandag 23 september voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op dinsdag een werkgroep hebben woensdag 25 september voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op donderdag een werkgroep hebben. De tweede oefen-casusopdracht is een opdracht die samen met een medestudent moet maken. Zorg dus dat je tijdig een ‘maatje’ hebt gevonden met wie je aan de opdracht werkt. Ook moet voor de tweede werkgroep bijeenkomst tijdig de opzet van de academische opdracht ingeleverd worden. Begin dus ook hier op tijd aan! De inleverdatum is hiervoor: voor 18 september voor 13:00.
12
(4)
WEEK 39
Hoorcolleges Maandag 23 september Inhoud hoorcollege (1): THEMA COLLEGE • Huiselijk geweld en tijdelijk huisverbod Inhoud hoorcollege (2): DOCUMENTAIRE VOOR CASUSOPDRACHT 3 Te lezen literatuur voor hoorcollege (THEMA COLLEGE) • Artikelen: o Alhabib, S., Nur, U., & Jones, R. (2010). Domestic violence against women: Systematic review of prevalence studies. Journal of Family Violence, 25, 369-382. o Letourneau, N., Young, C., Secco, L., Stewart, M., Hughes, & Critchley, K. (2011). Supporting mothering: Service providers’ perspectives of mothers and young children affected by intimate partner violence. Research in Nursing & Health, 34, 192-203. o Hungerford, A., Wait, S.K., Fritz, A. M., Clements, C.C. (2012). Exposure to intimitate partner violence and children’s psychological adjustment, cognitive functioning, and social competence: A review. Aggression and Violent Behavior, 17, 373-382. Te lezen literatuur voor de documentaire: o Literatuur zoals aangegeven bij de tweede casusopdracht. Donderdag 26 september Inhoud hoorcollege: THEMA COLLEGE • Coparenting • Wat als het fout (dreigt te gaan): rol van mediation • Wat als je op een andere manier moeder wordt: Een evaringsverhaal Te lezen literatuur voor hoorcollege (THEMA COLLEGE) • Artikelen: o Teubert, D., & Pinquart, M. (2010). The assocation between coparenting and child adjustment: A meta-analysis. Parenting: Science and Practice, 10, 286-307. o Kitzmann, K., Parra, G.R., Jobe-Shields, L. (20120). A review of programs designed to prepare parents for custody and visition mediation. Family Court Review, 50, 128136. o Bos, H. M.W., & Van Balen, F. (2010). Children of the new reproductive technologies: social and genetic parenthood. Patient Education and Counseling, 81, 429-435.
Werkgroep Inhoud werkgroep • Bespreking oefen- casus opdracht 2. Deze tweede oefen-casusopdracht moets ingeleverd zijn: maandag 23 september voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op dinsdag een werkgroep hebben en woensdag 25 september voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op donderdag een werkgroep hebben. • Feedback op de eerste fase van de academisch opdracht. Deze eerste fase van de academische opdracht moest ingeleverd zijn: voor 18 september voor 13:00.
13
(5)
WEEK 40
Maandag 30 september Inhoud hoorcollege • Groeps socialisatie Te lezen literatuur voor hoorcollege • Artikelen: o Rich Harris, J. (1995). Where is the child’s environment? A group socialization theory of development. Psychological Review, 102, 458-489. o Rich Harris, J. (2000). Socialization, personality development, and the child’s environments: Comment on Vandell (2000). Developmental Psychology, 36, 711-723. o Vandell, D. L. (2000). Parents, peer groups, and other socializing influences. Development Psychology, 36, 699-710. Donderdag 3 oktober Inhoud hoorcollege: THEMA COLLEGE
• De classificatie van psychopathologie: categorieën van specifieke stoornissen of onderliggende dimensies van problemen?
Te lezen literatuur voor hoorcollege (THEMA COLLEGE) • Artikelen:
o Hernandez, A., Arntz, A., Gaviria, A. M., Labad, A., & Gutiérrez-Zotez, J. A. (2012). Relationships between childhood maltreatment, parenting style, and borderline personality disorder criteria. Journal of Personality Disorders, 26, 727-736. o Shiner, R. L. (2009). The development of personality disorders: Perspectives from normal personality development in childhood and adolescence. Development and Psychopathology, 21, 715-734. o Widiger, T. A. (2011). Integrating normal and abnormal personality structure: A proposal for DSM-V. Journal of Personality Disorders, 25, 338-363. o Winsper, C., Zanarini, M., & Wolke, D. (2012). Prospective study of family adversity and maladaptive parenting in childhood and borderline personality disorder symptoms in a non-clinical population at 11 years. Psychological Medicine, 42, 2405-2420. Werkgroep Let op Voor Gezin en Samenleving geen werkgroep; besteed je tijd om oefen-casusopdracht 3 te maken die in de derde bijeenkomst van de werkgroepen serie van Gezin en Samenleving besproken gaat worden. Deze derde oefen-casusopdracht moet ingeleverd zijn: maandag 7 oktober voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op dinsdag een werkgroep hebben woensdag 10 oktober voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op donderdag een werkgroep hebben. De derde oefen-casusopdracht is een individuele opdracht. Ook dien je op tijd te gaan werken aan de concept versie van de academische opdracht (inleveren voor 2 oktober voor 13:00).
14
(6)
WEEK 41
Hoorcolleges Maandag 7 oktober Inhoud hoorcollege • Verschillende theorieën/modellen om naar opvoeding in verschillende contexten te kijken • Voorbeelden onderzoeken naar culturele verschillen in (pedagogische) vraagstellingen benaderd vanuit verschillende theoretische modellen naar culturele verschillen Te lezen literatuur voor hoorcollege • Artikelen: o Bronfenbrenner, U., & Ceci, S.J., (1994). Nature-Nurture reconceptualized in developmental perspective: A bioecological model. Psychological Review, 101, 568-586. o Harkness, S., Super, C.M., & van Tijen, N. (2000). Individualism and the “Western Mind” reconsidered: American and Dutch parents’ ethnotheorries of the child. New Directions for Child and Adolescent Development,87, 23-39. o Huijbregts, S., Tavecchio, L., Leseman, P., & Hoffenaar, P. (2009). Child rearing in a group setting: Beliefs of Dutch, Caribean Dutch, and Mediterranean Dutch caregivers in center-based child care. Journal of Cross-Cultural Psychology, 40, 797-815. o Schalet, A.T. (2012). Not under my roof. Parents, teens, and the culture of sex. Chapter 1: Raging hormones, regulated love (pp. 1-27).Chicago: The university of Chicago Press. Tudge, J. R.H., Mokrova, I., Hatfield, B.E., & Karnik, R.B. (2009). Uses and misuses of Bronfenbrenner’s bioecological theory of human development. Journal of Family Theory & Review, 1, 198-210. Donderdag 10 oktober Inhoud hoorcollege: THEMA COLLEGE • Seksuele opvoeding in het gezin en in de kinderopvang • Wat moeten pedagogen weten over genderdysfore gevoelens bij kinderen en adolescenten? • Artikelen: o Cohen-Kettenis, P.T. (2013). Agendering voor het nageslacht. Amsterdam: VUMC. o Burggraaf-Huyskens, M. (2008). Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van preventie. (Deel uit hoofdstuk 2: pag. 33-47) Bussum: Coutinho. o Graaf, H. de & Rademakers, J. (2006). Sexual behaviour of pre-pubertal children. In: Journal of Psychology & Human Sexuality, 18, 1-11. o Schijf, E., Franse, B., & Hermans, M (2012). Hoera, het is een mensje. Amsterdam: Transvisie. o Zwiep, C.S. (2010). Wat is wijsheid? Seksuele opvoeding van jonge kinderen. Amsterdam: SWP. (Tentamenstof pag. 13-47 en pag. 53-91). Werkgroep Inhoud werkgroep • Bespreking oefen- casus opdracht 3. Deze derde oefen-casusopdracht moest ingeleverd zijn: Maandag 7 oktober voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op dinsdag een werkgroep hebben en woensdag 10 oktober voor 9:00 (via blackboard) voor de studenten die op donderdag een werkgroep hebben. • Feedback op academisch opdracht. Deze tweede fase van de academische opdracht moest ingeleverd zijn: voor 2 oktober voor 13:00. De definitieve versie van de academisch opdracht moet ingeleverd zijn voor 16 oktober voor 13:00.
15
(7)
WEEK 42
Hoorcolleges Maandag 14 oktober : College vrij; voorbereiding tentamen en academische opdracht Let op: Vragen voor het responsie college (17 oktober; zie ook hieronder) moeten voor maandag 14 oktober 10:00 ingeleverd zijn
Donderdag 17 oktober Inhoud hoorcollege: • Responsie college
Werkgroep Let op Voor Gezin en Samenleving geen werkgroep; besteed je tijd om de definitieve versie van de academische opdracht tijdig af te hebben (deadline: 16 oktober voor 13:00) en de presentatie hiervoor ook voor te bereiden. Deze presentaties zijn gepland op vrijdag 25 oktober (zie blackboard voor rooster). (voor 1 werkgroep zijn de presentaties gepland op dinsdag 22 oktober; ook hiervoor geldt dat je op blackboard moet kijken om welke werkgroep het gaat).
16
(8)
WEEK 43
Donderdag 25 oktober Tentamen: Zie voor informatie over tijden en locatie het zalenrooster Let op: Deze week zijn ook de presentaties van de academische opdracht gepland. Zie blackboard voor het rooster, datum en tijden.
17
9. Van de student verwachte activiteiten
10.
Bestuderen van de literatuur Actieve participatie werkgroep bijeenkomsten Bijwonen van de werkgroep bijeenkomsten: Heb je er meer dan 1 gemist dan kun je het vak niet afsluiten Oefen- casusopdrachten: Maken van de opdrachten en tijdig inleveren Academische opdracht: Maken van de opdracht, tijdig inleveren om gebruik te kunnen maken van de feedback mogelijkheid
Beoordeling
Het eindcijfer wordt voor POWL studenten (die het vak voor 6 EC volgen) als volgt berekend: Het tentamen: 85% Academische opdracht: 15% Dit geldt ook voor de UPVA studenten; alleen zij krijgen een andere academische opdracht. Het OWI van POWL geeft de eindcijfers door aan de POWL studenten. De opbouw van het eindcijfer (maw wat het tentamencijfer en wat de academische opdracht cijfer is) zal voor deze studenten door gegeven worden door de coördinator van het vak (Henny Bos) op blackboard. UPVA studenten krijgen van het onderwijssecretariaat van de UPVA hun eindcijfer door. Het tentamencijfer zal door de coördinator van het vak (Henny Bos) op blackboard gezet worden. Het deelcijfer voor de academische opdracht kan worden gecompenseerd met het tentamencijfer van de cursus mits de student minimaal een 4 behaald voor de academische opdracht. Wanneer de student een cijfer lager dan een 4 behaald voor de academische opdracht, kan deze opdracht maximaal eenmaal worden herkanst. Herkansingen van de academische opdracht worden ingeleverd en beoordeeld in blok 3. Bij de beoordeling van herkansingsopdrachten wordt er rekening mee gehouden dat studenten – vergeleken met studenten die geen herkansing doen – steken in het proces hebben laten vallen en / of extra feedback hebben ontvangen. De “brief aan de beoordelaar” wordt beoordeeld met een 1, voor de beoordeling van de tekst worden dezelfde beoordelingscriteria en weging aangehouden als voor een eerste definitieve versie. In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vind je meer algemene informatie over toetsing, bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de OER in de digitale studiegids, en op www.student.uva.nl/pow onder Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER bevat ook andere belangrijke informatie, zoals over volgordeverplichtingen, aanwezigheidsverplichtingen, keuzepunten en minoren. NB. In de OER is het volgende vastgelegd: Deel A, artikel 3.3.: In geval van een paper, verslag, opdracht of scriptie, zoals beschreven in deel A van deze regeling, artikel 3.4, lid 3, is de herkansing in de vorm van revisie. Indien een paper, verslag, opdracht of scriptie met een voldoende beoordeeld is, zoals in artikel 3.6, lid 2, is vastgelegd, mag deze eveneens herkanst worden. Deel A, artikel 3.6.2: De eindbeoordeling van een onderdeel is voldoende bij een 5,5 of hoger. Eindbeoordelingen tussen 5,0 en 6,0 worden in de registratie afgerond op hele cijfers. 18
Deel A, artikel 3.6.3: Bij deeltoetsingen wordt de eindbeoordeling bepaald op basis van een (gewogen) gemiddelde van de samenstellende delen. Daarbij worden geen minimumeisen gesteld aan het niveau waarop de afzonderlijk deeltoetsen worden afgesloten, tenzij deze voor aanvang van het onderdeel zijn goedgekeurd door de examencommissie en zijn opgenomen in de studiehandleiding. Deel A, artikel 3.7.5: Indien de afsluiting van een onderdeel bestaat uit meerdere tentamenvormen, worden deze afzonderlijk beoordeeld en bepalen deze deelresultaten tezamen het eindcijfer. Deelresultaten zijn geldig gedurende één studiejaar. Uitzondering hierop zijn resultaten van schriftelijke deeltentamens, zoals beschreven in deel A, artikel 3.4, lid 3. Deelresultaten van schriftelijke tentamens vervallen indien bij de eerste tentamengelegenheid deze gezamenlijk een onvoldoende resultaat opleveren en het eindcijfer van het onderdeel onvoldoende is. De herkansing van deeltentamens in de vorm van schriftelijke tentamens is altijd overkoepelend; schriftelijke tentamens kunnen niet in delen worden herkanst. In uitzonderlijke gevallen kan een deelresultaat langer gehandhaafd blijven, mits dit vooraf door de examencommissie is goedgekeurd, in de studiehandleiding is opgenomen en een maximale duur betreft van hooguit een extra studiejaar.”
11. Feedback Na het bekend maken van het tentamencijfer wordt er op blackboard een mededeling geplaatst over de procedure rondom feedback op het gemaakte tentamen. Er zullen 2 data bekend gemaakt worden waarop studenten zich kunnen inschrijven voor feedback. Het inschrijfformulier komt bij kamer G.08 te hangen en studenten die gebruik willen maken voor een feedback gesprek moet zich hiervoor op dit formulier zelf inschrijven. Studenten kunnen dit doen tot 1 week na bekendmaking van de datum op blackboard. Om je schrijfvaardigheid te verbeteren is het belangrijk dat je de feedback die je ontvangt op teksten gebruikt bij het schrijven van volgende teksten. Op de academische opdracht ontvang je feedback van de docent en van medestudenten. Het is de bedoeling dat je als bijlage bij de academische opdracht een “brief aan de beoordelaar” toevoegt”, waarin je toelicht hoe je deze feedback hebt verwerkt (zie document op Blackboard voor verdere uitleg). De wijze waarop je de feedback verwerkt wordt beoordeeld, en bepaald 10% van het cijfer voor de academische opdracht.
11. Belangrijk Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen.
19
Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en). Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze ‘spieken’ tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook de studentenwebsite www.student.uva.nl/pow, in de A-Z lijst onder Fraude, plagiaat en bronvermelding, , en OERen bachelor- en masteropleiding Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde, deel A, artikel 3.11. Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure. Je kunt hen bereiken via een e-mailbericht aan
[email protected]. Onderwijs- examenregeling (OER) Algemene en specifieke informatie die geldig is voor de bachelor- en mastervakken kan gevonden worden in de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER is gepubliceerd op de studentenwebsite in de A-Z lijst onder OER en in de UvA Studiegids 2013-2014.
12. Dublindescriptoren kennis en inzicht
toepassen van kennis en inzicht
Bachelor Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen, functioneert doorgaans op een niveau met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op een dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
Master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en deze te overtreffen en/of verdiepen, als mede een basis of kans bieden om een originele bijdrage te bieden aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband.
Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende methodes toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. 20
oordeelsvorming
communicatie
Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en niet-specialisten.
leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige informatie en daarbij rekening te houden met sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter.
13. Eindtermen van de opleidingen, zoals beschreven in de OER. OPLEIDING PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Eindtermen Bachelor Pedagogische Wetenschappen Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: 1. wetenschappelijke theorieën en onderzoeken over vraagstukken die betrekking hebben op de opvoeding van kinderen en jonge volwassenen 2. (de actuele en historische ontwikkelingen van) opvoedingspraktijken, en het pedagogische onderzoeks- en beroepenveld 3. methoden om opvoedingssituaties te diagnosticeren 4. methoden voor het plannen van interventies om problematische opvoedingssituaties te verbeteren 5. methoden van sociaalwetenschappelijk onderzoek 6. ethische vraagstukken die een rol spelen in de pedagogische onderzoeks- en beroepspraktijk 7. de disciplines psychologie, onderwijskunde, neurologie en filosofie in relatie tot de pedagogische wetenschappen Toepassen kennis en inzicht De afgestudeerde is in staat om: 8. relevante wetenschappelijke theorie en praktijkinformatie te gebruiken om opvoedingsvraagstukken te formuleren en te analyseren 9. wetenschappelijk literatuuronderzoek uit te voeren over pedagogische vraagstukken 10. onder begeleiding empirisch sociaalwetenschappelijk onderzoek uit te voeren 11. onder begeleiding (simulaties van) opvoedingssituaties te diagnosticeren 12. onder begeleiding interventies te plannen om (simulaties van) problematische opvoedingssituaties te verbeteren Oordeelsvorming De afgestudeerde is in staat om: 13. sociaalwetenschappelijk onderzoek te beoordelen 14. op basis van sociaalwetenschappelijk onderzoek een oordeel te vormen over algemene pedagogische vraagstukken en benaderingen 15. op basis van relevante praktijkinformatie en sociaalwetenschappelijk onderzoek een oordeel te vormen over specifieke problemen uit de pedagogische beroepspraktijk 16. eigen standpunten te formuleren en te onderbouwen 17. de onderbouwing van standpunten van anderen te beoordelen 21
De afgestudeerde heeft: 18. een open en kritische houding tegenover de eigen standpunten en die van anderen Communicatie De student is in staat om: 19. schriftelijk te rapporteren over (de analyse van, of onderzoek naar) pedagogische vraagstukken, zowel aan vakgenoten, als aan (gesimuleerde) cliënten en een breder publiek 20. mondeling te rapporteren over (de analyse van, of onderzoek naar) pedagogische vraagstukken, zowel aan vakgenoten, als aan (gesimuleerde) cliënten en een breder publiek 21. in groepsverband te werken Leervaardigheden De student is in staat om: 23. het eigen leerproces te sturen 24. zelfstandig de interesse in het eigen vakgebied te verdiepen en te verbreden
22