STUDIEHANDLEIDING Branche Gezondheidszorg Albeda College. Niveau 3 Opleiding tot Verzorgende-IG Crebonummer 95530

STUDIEHANDLEIDING Branche Gezondheidszorg Albeda College Niveau 3 Opleiding tot Verzorgende-IG Crebonummer 95530 Kwalificatiedossier 2012-2013 Schooljaar 2012-2013

schooljaar 2012-2013

November 2012

Aan alle nieuwe studenten van de branche Gezondheidszorg

Welkom bij de branche Gezondheidszorg van het Albeda College.

Fijn dat je voor een opleiding bij ons hebt gekozen. Ik hoop dat deze opleiding bij jou past en dat je hier een goede ontwikkeling doormaakt. Studenten in het beroepsonderwijs werken aan hun vakbekwaamheid als beroepsbeoefenaar. Met het behalen van het diploma toon je aan het vak waarvoor je gekozen hebt te kunnen uitoefenen. Na de opleiding ga je je verder ontwikkelen in het beroep door meer ervaringen op te doen en misschien door het volgen van een vervolgopleiding. De docenten en medewerkers geven je begeleiding tijdens de opleiding. Zij zullen je stimuleren in jouw ontwikkeling. In de beroepspraktijk krijg je begeleiding bij het leren van werkbegeleiders en praktijkopleiders. In de studiehandleiding tref je de belangrijkste informatie over jouw opleiding aan. Bij de start van de opleiding krijg je uitgebreidere informatie over alles wat met je opleiding te maken heeft en wat er van jou verwacht wordt. Op de website van het Albeda College en de website van jouw opleiding en klas op het portaal vind je belangrijke informatie. Onder andere staan daar de officiële documenten zoals het Studentenbulletin en het Studentenstatuut, waarin jouw rechten en plichten zijn beschreven. Bewaar deze studiehandleiding goed, want in de opleiding heb je deze nog nodig. Zijn er na het lezen van de studiehandleiding nog vragen, dan kun je die altijd stellen aan je studieloopbaanbegeleider of docenten.

Ik wens je een goede tijd bij het Albeda College en heel veel succes met de opleiding!

Anky Romeijnders directeur branche Gezondheidszorg

Inhoudsopgave (ras Inleiding 1. Het beroep 1.1. Het beroep verzorgende-IG 1.2. Werkzaamheden/ vereiste kwaliteiten 1.3. Werkgelegenheid en doorgroeimogelijkheden 2. De opleiding 2.1. Beroepsgericht onderwijs 2.2. De inhoud van de opleiding 2.3. Nederlands/ Rekenen 2.4. Loopbaan en Burgerschap 2.5. Lessentabel 2.6. Kosten van de opleiding 3. De beroepspraktijkvorming 3.1. Voorbereiding op de BPV 3.2. Begeleiding tijdens de BPV 3.3. Beoordeling van de BPV 3.4. Het vinden van een erkende BPV-plaats 4. De begeleiding 4.1. Begeleiding van de student (algemeen) 4.2. Studieloopbaanbegeleiding 4.3. Extra hulp en zorg binnen de school 4.4. Studievoortgang 4.5. Aanwezigheid en verzuim 5. De examinering

2 3

6. Tot slot (overige informatie)

19

Bijlagen Bijlage 1: Vastgesteld Topmodel Bijlage 2: Jaarrooster met vakantiedata Bijlage 3: Leerstofomschrijving/ kwalificatiedossier Bijlage 4: Overzicht periodes en ijkmomenten Bijlage 5: Begrippenlijst

20 22 24 26 29

4 5 6 7 8 9 10 11

12 14

15 17 18

Studiehandleiding opleiding Verzorgende-IG, schooljaar 2012-2013 1

Inleiding Voor je ligt de studiehandleiding van de opleiding tot Verzorgende - IG van de Branche Gezondheidszorg van het Albeda College. Deze opleiding is een opleiding op niveau 3 en heeft als crebonummer 95530. Je wordt opgeleid om als verzorgende-IG in alle werkvelden van de verpleging en verzorging te kunnen werken. Daarnaast kun je je in de opleiding verdiepen is één van de volgende werkvelden. Verpleeg-en verzorgingstehuis en thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidzorg of kraamzorg. De informatie in deze studiehandleiding is voor alle studenten. Het doel en functie van de studiehandleiding is een wegwijzer waarin je alle informatie over je opleiding kunt terugvinden. Op de meeste vragen over hoe de opleiding in elkaar zit en wat jij op welk moment in de opleiding moet doen zal je in deze studiehandleiding antwoord krijgen. Zijn er toch nog vragen, dan zullen de docenten en je studieloopbaanbegeleider (SLB-er) je verder helpen. Daarnaast krijgen studenten die een verkort traject doen een addendum, met daarin gerichte informatie over hun traject. Voordat je besloot deze opleiding te gaan volgen, heb je nagedacht over wat het beroep en de opleiding allemaal inhoud. Misschien ben je op één van de ‘Open Dagen’ van het Albeda College geweest, of heb je bij een werkgever gesolliciteerd en daar informatie over de opleiding gekregen. Je gaat je opleiding nu via de BOL ( Beroeps Opleidende Leerweg = “leren – stage” model), of via de BBL doen (Beroeps Begeleidende Leerweg = “werken – leren” model). Waar de informatie alleen voor BOL - studenten van toepassing is zie je dit aangegeven. Op de meeste vragen over de hoe de opleiding in elkaar zit en wat jij op welk moment in de opleiding moet doen zal je in deze studiehandleiding antwoord krijgen.

De opleiding wordt aangeboden op twee locaties van het Albeda College Rosestraat 1101 Onderwijsleider mevrouw A. Bervoets Telefoonnummer 010-2901441 Email [email protected] Pr. Alexanderlaan 41 Onderwijsleider mevrouw M.A. Boertje-Weltevrede Telefoonnummer 010-2890515 Email [email protected]

Zijn er na het lezen van deze studiehandleiding toch nog vragen, dan zullen de docenten en je studieloopbaanbegeleider (SLB) je verder helpen.


1. Het beroep 1.1 Het beroep verzorgende-IG Als verzorgende-IG (individuele Gezondheidszorg) ben je aan het werk op het gebied van zorg, wonen, huishouden en welzijn. Je kunt dit doen in allerlei werkvelden zoals een verzorgingstehuis, verpleegtehuis een instelling voor psychiatrie of verslavingszorg, woonvormen voor gehandicapten of bij zorgvragers thuis. Je werkt voor en met mensen met verschillende achtergronden zoals: ouderen, chronisch zieken, revaliderenden, zorgvragers met een handicap, zorgvragers met psychiatrische problemen, vrouwen die op het punt staan te bevallen, kraamvrouwen en pasgeborenen. Ook werk je vaak samen met de naasten van zorgvragers, zoals een ouder, partner, kind of vriend. Je werkt vooral met individuele zorgvragers en hun directe omgeving, maar daarnaast kun je ook met groepen te maken krijgen, zoals in een kleinschalige woonomgeving. 1.2. Werkzaamheden en vereiste kwaliteiten Als verzorgende zorg je voor het welbevinden van de zorgvrager op het gebied van gezondheid, wonen en welzijn. Je inventariseert wensen en mogelijkheden en schrijft zelfstandig een zorgplan. Je ondersteunt de zorgvrager bij wonen en huishouden. Dat wil zeggen dat je helpt bij het schoonmaken en je zorgt voor een prettige woon- of leefomgeving. Je assisteert bij persoonlijke basiszorg: je helpt bij het wassen, bij de opname van voeding en vocht, etc. Je begeleidt bij emotionele – en gedragsproblemen en helpt de zorgvrager te functioneren in de maatschappij. Je geeft voorlichting en advies over gezondheid en hygiëne en je leert de zorgvrager hoe hij hulpmiddelen moet gebruiken. Je voert verpleegtechnische handelingen uit, zoals het verzorgen van een katheter of het geven van een injectie, en je stemt de zorg af met collega’s en andere zorgverleners. Je werkt zelfstandig. Je hebt regelmatig te maken met zorgvragers met verschillende problemen. Meestal gaat het om langdurige gezondheidsproblemen of om psychosociale problemen, zoals verwardheid. De zorg, die je verleent kan per zorgvrager verschillen en per dag wisselen van inhoud. Je stemt de zorg af met andere disciplines, zoals helpenden zorg & welzijn, verpleegkundigen, fysiotherapeuten of sociaal agogisch werkers. Als werknemer in een praktijkorganisatie voer je je activiteiten uit volgens de visie en de richtlijnen van de organisatie. Naast het verlenen van zorg en ondersteuning lever je een bijdrage aan de professionalisering van het beroep en aan de verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening. Dit kan je doen door bijvoorbeeld met collega’s en je leidinggevende over je werk te praten en door deel te nemen aan deskundigheidsbevordering. Ook begeleid en ondersteun je nieuwe collega’s en studenten Je hebt de volgende kwaliteiten nodig: - Je kan je inleven in gevoelens van anderen en behandelt iedereen met respect - Je kan goed met mensen omgaan en communiceert helder en duidelijk - Je weet hoe je jouw kennis en vaardigheden in de praktijk moet toepassen - Je werkt systematische en resultaatgericht - Je kan goed samenwerken - Je kan je grenzen bewaken, die van jezelf en die van een ander - Je hebt interesse in mensen en vindt het leuk om ze te verzorgen en te ondersteunen bij het huishouden en wonen - Je bent een verantwoordelijk persoon en kan goed werken onder tijdsdruk.


1.3 Werkgelegenheid en doorgroeimogelijkheden kort houden

1.3.1. Werkgelegenheid (( Uit landelijk onderzoek blijkt dat er veel behoefte aan (nieuwe) medewerkers in de Gezondheidszorg is. Dit geldt eigenlijk voor alle functies bij alle zorginstellingen. In de regio Rotterdam is de werkgelegenheid voor een gediplomeerde Verzorgende-IG ook heel groot.

1.3.2. Doorgroeimogelijkheden Na diplomering kan je doorstromen naar:  Mbo-verpleegkundige, niveau 4 Ook kun je doorstromen naar andere richtingen, zoals sociaal agogisch werk. Na enige (jaren) werkervaring kan je je verder specialiseren voor: ➢ Praktijkopleider ➢ EVV ( eerst verantwoordelijk verzorgende) ➢ (psycho) geriatrie “specialist”


2. De opleiding 2.1. Beroepsgericht onderwijs De opleiding verzorgende-IG is een beroepsgerichte opleiding. Dat betekent dat je wordt opgeleid voor een beroep. Bij dit beroep is samenwerken een belangrijk onderdeel. In de zorg werkt werk namelijk je altijd samen met andere mensen. Samenwerken leer je tijdens je opleiding. Door samen met andere studenten in gesprek te gaan en door ideeën en argumenten uit te wisselen vul je elkaar aan en leer je van elkaar. Je zult dan ook veel in een groep bezig zijn; soms is dat in de klas, soms in kleinere groepen. En soms zal je zelfstandig aan opdrachten werken. De opleiding is opgebouwd rondom Beroepstaken, die je aan het einde van de opleiding allemaal beheerst. Deze beroepstaken zijn gebaseerd op de kerntaken uit het kwalificatiedossier, dat landelijk is vastgesteld. Beroepstaken:  Beroepstaak A: Ondersteunen bij huishouden en wonen  Beroepstaak B: Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg  Beroepstaak C: Begeleiden  Beroepstaak D: Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen  Beroepstaak E: Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken De opleiding heeft de beroepstaken opgedeeld in logische werkbare eenheden, die beroepsproducten worden genoemd. Ieder beroepsproduct is opgedeeld in een aantal werkprocessen, waarin alle handelingen die je moeten kennen en kunnen worden beschreven. Bij het uitvoeren van deze werkprocessen gebruik je competenties. Competenties zijn: alle dingen die je weet (kennis), die je kunt (vaardigheden) en die je op een bepaalde manier doet (houding). Bijvoorbeeld de competenties ‘formuleren en rapporteren’. Je hebt kennis nodig om te weten wat er belangrijk is om te rapporteren, de hebt de vaardigheid ‘schrijven’ nodig om goed en begrijpelijk iets op te schrijven. Dat maakt bij elkaar of je de competentie formuleren en rapporteren beheerst. In de bijlage zie je het overzicht van alle beroepstaken, beroepsproducten, werkprocessen en competenties. Tijdens de oriëntatiefase zal je meer informatie krijgen over de werkwijze van de opleiding en op welke wijze je alle zaken die van je verwacht worden kunt leren.


2.2. De inhoud van de opleiding Het doen van een opleiding betekent dat je veel moet leren. Van eenvoudig naar steeds moeilijker en ten slotte naar het diploma. Om het voor iedereen overzichtelijk te maken waar je in je opleiding zit, hebben we de opleiding opgedeeld in fasen. Oriëntatiefase Aan het begin van je opleiding heb je wel een idee over wat je zult gaan doen in de opleiding en het beroep waarvoor je hebt gekozen. Maar hoe alles precies in elkaar zit, is je meestal nog niet duidelijk. Soms zit je ook nog met vragen of deze opleiding voor jou wel de beste is. Daarom begint de opleiding met oriënteren, dat wil zeggen kennismaken met je medestudenten en de docenten. Je krijgt uitleg over hoe de opleiding in elkaar zit en welke opdrachten en toetsen jij moet doen en wanneer. Je krijgt hier natuurlijk ook uitleg over wat je in de praktijk moet gaan leren. Deze informatie is zoveel, dat je deze later ook nog eens kunt nalezen op het portaal (de website van je opleiding). Beginnerfase In de beginnerfase word je de basis van het beroep/vak aangeboden. Als beginner weet je nog heel veel zaken niet. De meeste dingen doe je voor het eerst. Je moet alles nog leren en veel handelingen oefenen. Meestal maak je in deze fase voor het eerst kennis met de praktijk. Dat is spannend; je ontmoet nieuwe mensen waarvan je veel zult gaan leren. Gevorderde fase In deze fase heb je al veel kennis en praktijkervaring opgedaan. Je bouwt routine op en je wordt langzaam zelfstandiger. Je moet nog wel veel leren en oefenen, maar je weet wat er van je verwacht wordt en wat je moet doen voor je opleiding en in je werk. Ook in deze fase moet je werken aan beroepsopdrachten en doe je casustoetsen en kennistoetsen. Startbekwaam De laatste fase van je opleiding. De meeste kennis beheers je en je kan die toepassen in je beroepspraktijk. Je gaat nu toewerken naar je examen, dat bestaat uit een aantal opdrachten en toetsen op het eindniveau van je opleiding. Uiteindelijk ga je op voor de Proeve, waarin je kunt laten zien dat je een startbekwaam beroepsbeoefenaar bent. Daarover zal je uitgebreid geïnformeerd worden aan het begin van de startbekwame fase. Brancheverbijzonderingen. Dat is een lang en lastig woord voor: specialiseren in een bepaalde Branche. Je kunt in je gevorderde fase gaan kiezen uit: - VVT (verzorgingshuis, verpleeghuis, thuiszorg) - GHZ (Gehandicaptenzorg, zowel verstandelijk als lichamelijk) - GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg) - Kraamzorg Als je in de BOL opleiding zit kan je later nog wisselen van keuze omdat bijvoorbeeld je stage in die branche je niet zo goed is bevallen. Maatwerk Tijdens de opleiding kan maatwerk worden geboden. Dit betekent dat je samen met je studieloopbaanbegeleider jouw vorderingen in de opleiding bespreekt. Het kan zijn dat je minder activiteiten nodig hebt om de beroepsopdrachten te behalen en daarom sneller aan een volgende fase van een beroepstaak toe bent. Er is een minimale en een maximale duur voor de opleiding vastgesteld. Ook kan het zijn dat je al eerder een opleiding in de


gezondheidszorg gevolgd hebt en daarbij certificaten of een diploma hebt behaald. De opleidingsduur zal hierdoor bekort kunnen worden. 2.3. Nederlands/ rekenen Landelijk is vastgelegd dat je op 5 verschillende domeinen getoetst moet worden voor het vak Nederlands:  Mondelinge taalvaardigheid: spreken, gesprekken voeren  Luisteren  Leesvaardigheid: zakelijke teksten  Schrijfvaardigheid: schrijven  Taalverzorging en taalbeschouwing: spelling, leestekens, grammaticale begrippen Landelijk is vastgelegd dat je op 4 verschillende domeinen getoetst moet worden voor het vak rekenen:  Getallen  Verhoudingen  Meten en meetkunde  Verbanden Nederlands en rekenen wordt in het begin van je opleiding getoetst om te kijken welke route je moet volgen om op het vereiste niveau uit te stromen. Later in de opleiding word je weer getoetst om te kijken of je het niveau (nog) bezit dat voor de opleiding is vastgesteld. Bij een groot verschil tussen startniveau en het vereiste eindniveau van de opleiding, moet je extra onderwijs volgen. Voor Nederlands en rekenen moet je, buiten de lessen, ook veel zelfstandig werken. Voor het behalen van je diploma zul je het examen Nederlands en rekenen moeten afronden op het niveau 2F. Dit is een centraal examen. 2.4. Loopbaan en Burgerschap Wij vinden het belangrijk dat je een goed professional wordt. Een professional is iemand die bekwaam is in zijn beroep en die midden in het leven staat. Iemand die meedoet en zich goed kan redden in de Nederlandse maatschappij. Als verzorgende heb je een grote verantwoordelijkheid in je beroep en je moet leren omgaan met dilemma’s. Ook is het belangrijk dat je kritisch bent als consument en als medewerker in de gezondheidszorg. Daarom wordt het vak Loopbaan en Burgerschap gegeven. Dit vak bestaat uit verschillende onderdelen namelijk, Politiek en juridische aspecten, economie, sociaal-maatschappelijke aspecten en vitaal burgerschap. Ook komt het onderwerp loopbaan aan de orde. Ten behoeve van de diplomabeslissing beoordeelt de onderwijsinstelling of je in voldoende mate aan de inspanningsverplichtingen voor loopbaan en burgerschap hebt voldaan bij alle onderdelen. Iedereen is verplicht om aan het onderdeel loopbaan en burgerschap deel te nemen. Bewijzen hiervoor tellen mee voor je examen.


2.5. Lessentabel Roostertijden In de opleiding proberen wij zoveel als mogelijk lesuren op elkaar te laten aansluiten. In een enkel geval lukt dat helaas niet, maar is er gelegenheid om zelfstandig aan de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn te werken. In de branche Gezondheidszorg is een lesuur 45 minuten. 1ste lesuur 2de lesuur 3de lesuur 4de lesuur 5de lesuur 6de lesuur 7de lesuur 8ste lesuur 9de lesuur 10de lesuur

08.30- 09.15 09.15- 10.00 uur PAUZE 10.15- 11.00 uur 11.00- 11.45 uur 11.45- 12.30 PAUZE 13.00 - 13.45 uur 13.45 – 14.30 uur PAUZE 14.45 - 15.30 uur 15.30 - 16.15 uur 16.15 - 17.00 uur

Schoolvakanties Het Albeda College stelt jaarlijks vast wanneer de schoolvakanties en overige vrije dagen zijn. Tijdens de schoolvakanties zijn er geen lessen. Voor een BOL - student geldt dat in de schoolvakantie geen BPV wordt gedaan. BBL - studenten houden zich aan de vakantie-, en vrije dagenregeling van de werkgever. In bijlage 2 zie je de periodes en schoolvakanties voor het schooljaar 2012-2013


2.6. Kosten van de opleiding Je krijgt vanuit school voor iedere fase van de opleiding een opdrachtenboek. Ook maken we gebruik van boeken. In het schooljaar 2012-2013 gaan we voor het eerst starten met digitale boeken i.p.v. gewone boeken. Dat is niet verplicht, maar daar kan je voor kiezen. Je moet dan wel een eigen laptop ter beschikking hebben en elke dag meenemen naar school.

De kosten van de opleiding

Lesgeld Cursusgeld

BOL-studenten € 1065

BBL-studenten € 536

Optie 1: Boekenpakket Gewone Boeken 1ste jaar € 559,76 2de jaar € 422,50 3de jaar € 61,50

€ 559,76 € 422,50 € 61,50

Optie 2: (Alleen mogelijk voor BOL studenten) Boekenpakket Digitale boeken (licentie). Hierbij ben je verplicht gebruik te maken van een eigen laptop. 1ste jaar € 253,50 2de jaar € 228,50 3de jaar € 228,70

Les/praktijkmateriaal 1ste jaar 2de jaar 3de jaar

€ 253,50 € 228,50 € 228,70

€ 85 € 45 € 25

Ben je ouder dan 18 jaar en sta je ingeschreven voor een BOL - opleiding dan heb je recht op studiefinanciering. Dit recht vervalt als je uitgeschreven bent. Je moet jezelf dan afmelden bij DUO-IB-groep. Meer informatie kun je vinden op de site van DUO-IB-groep. Zie ook het hoofdstuk over Aanwezigheidsregistratie. Volg je de opleiding via een werkgever (BBL) dan worden de kosten van de opleiding en de boeken meestal door de werkgever betaald.


3. De Beroepspraktijkvorming De opleiding heeft een theoriedeel dat je op school volgt en een praktijkdeel. Het praktijkdeel van de opleiding is wat betreft duur afhankelijk van de leerweg die je hebt gekozen. Het praktijkdeel wordt ook de beroepspraktijkvorming genoemd. Beroepspraktijkvorming (BPV) is een belangrijk onderdeel van elke beroepsopleiding, waaraan veel tijd en aandacht wordt besteed. Wat op school geleerd wordt, zie je terug in de praktijk en leer je daar ook toepassen. De competenties van het beroep kunnen zo goed aangeleerd worden. . BBL Studenten, die de opleiding volgens de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgen zijn 1 dag per week op school en 3 à 4 dagen als leerling werkzaam in hun praktijkorganisatie. Het kan ook zijn dat je eerst 15 weken full-time naar school gaat, met 1 dag per week stage bij je eigen praktijkorganisatie. Na die periode van 15 weken ga je verder met de opleiding door 1 dag per week naar school te gaan en 3 of 4 dagen te werken. Studenten die een van beide genoemde routes volgen hebben met hun werkgever meestal eerst een leerovereenkomst, die daarna wordt omgezet in een leer- arbeidsovereenkomst voor de duur van de opleiding. In de praktijkorganisatie is een opleidingsreglement of een BPV beleidsplan waarin alle regelingen rondom de opleiding beschreven staan. Met het Albeda College hebben deze studenten een Onderwijsovereenkomst. De student, het Albeda College en de praktijkorganisatie sluiten een BPV-overeenkomst af, waarin de BPV geregeld wordt. BOL Studenten, die de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) volgen, zullen hun beroepspraktijkvorming (BPV) volgen via een stage. De BPV wordt gedaan in verschillende soorten praktijkorganisaties, waaronder het verpleegen verzorgingshuis, het ziekenhuis, de geestelijke gezondheidszorg, de thuiszorg, kraamzorg, of revalidatiecentrum in een verpleeg- of verzorgingshuis, of bij uitzondering in een ziekenhuis. Met het Albeda College sluiten deze BOL- studenten een Onderwijsovereenkomst af. De student, het Albeda College en de praktijkorganisatie sluiten een BPV-overeenkomst af, waarin de BPV geregeld wordt. Schema BPV model Opleiding tot Verzorgende - IG (BOL) Fase Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 10 weken e 1 leerjaar 5 dg school per week Start met 1 week stage daarna 2 of 3 dagen school, 2 dagen stage e 2 leerjaar Start met 1 week 2 of 3 dagen school, stage daarna 2 dagen stage 2 of 3 dagen school, 2 dagen stage e

3 leerjaar

Maatwerk per persoon, afhankelijk van de vorderingen in e e de BPV in 1 en 2 jaar

idem

Onderwijsperiode 3

Onderwijsperiode 4

2 of 3 dagen school, 2 dagen stage

2 of 3 dagen school, 2 dagen stage

Start met 1 week stage daarna 2 of 3 dagen school, 2 dagen stage of 4 dagen stage op de leerafdeling idem

2 of 3 dagen school, 2 dagen stage Of 4 dagen stage op de leerafdeling

idem


3.1 Voorbereiding op de BPV De voorbereiding op de stages (BOL) en het leren in de BPV (BBL) vindt op school plaats. Je SLB gaat met jou, en je klasgenoten, goed doornemen wat er van je verwacht wordt in de BPV. Ook komen er voorlichters uit het werkveld vertellen over dat werkveld, zodat je een beter beeld krijgt van de BPV. Tenslotte worden er ook excursies georganiseerd naar het werkveld, voorafgaand aan de stage. 3.2 Begeleiding in de BPV Voor iedere BPV-periode wordt een BPV-overeenkomst tussen student, school en praktijkorganisatie afgesloten. Samen met je studieloopbaanbegeleider kijk je naar wat je wanneer in de BPV wilt gaan leren. Je legt dat vast in je Portfolio met een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) en een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP). Dit portfolio neem je mee naar de BPV en bespreek je met je begeleiders. In de BPV word je begeleidt door de volgende personen De werkbegeleiders De werkbegeleiders ondersteunen je bij het uitvoeren van de activiteiten in de praktijk. Ze geven feedback over hoe je de dingen doet, wat je nog kunt verbeteren en zo word je ondersteund om je werk steeds professioneler uit te voeren. De praktijkopleider De praktijkopleider zorgt voor de begeleiding die nodig is op de werkplek. De werkbegeleiders vallen onder haar verantwoordelijkheid. Hij/zij zorgt er voor dat alles rondom jouw begeleiding op de werkplek goed wordt geregeld. De SLB Om op de hoogte te blijven van jouw studievoortgang heeft de studieloopbaanbegeleider regelmatig contact met de werkbegeleider of praktijkbegeleider. De SLB komt tijdens de stage regelmatig langs op de BPV, om te kijken hoe je stage verloopt (BOL). Bij de BBL zal het contact voornamelijk per mail of telefonisch zijn. Beoordeling van de BPV Tijdens het leren in de praktijk vinden er regelmatig beoordelingen plaats. Je wordt beoordeeld op je leerproces en je beroepshouding. BOL Tijdens iedere stage vindt er een tussenbeoordeling en een eindbeoordeling plaats. De stagebegeleider komt hiervoor naar je stageplaats. Bij dit gesprek is je praktijkopleider en/ of werkbegeleider ook aanwezig. De stage beoordelingen worden meegenomen tijdens de beoordeling van de ijkmomenten (uitleg zie paragraaf 4.2) BBL Je leidinggevende, praktijkopleider en/of werkbegeleider zal je tijdens je opleiding regelmatig beoordelen. Het is verstandig deze werkgeversbeoordeling te plannen voor een ijkmoment (uitleg zie paragraaf 4.2). Deze beoordeling wordt meegenomen in de studievoortgang.


3.4 Het vinden van een erkende BPV-plaats

De BPV kan alleen gevolgd worden bij een erkend leerbedrijf. Alle praktijkorganisaties waar vanuit de branche Gezondheidszorg van het Albeda College de BPV gevolgd kan worden zijn erkend door het landelijk Kenniscentrum Calibris. BBL Wanneer je de opleiding tot Verzorgende-IG volgens de BBL route wil volgen moet je solliciteren bij een praktijkorganisatie. Om te weten of de praktijkorganisatie erkend is kun je bij de organisatie of de school navraag doen. BOL De stagecoördinator van de opleiding Verzorgende-IG draagt zorg voor de stageplaatsen. Voor BOL-studenten gelden tijdens de BPV de volgende regels: Algemeen:  Nachtdiensten worden in principe niet gedraaid. Enkele uitzonderingen hierop: Specifieke stages:  Kraamzorg. Studenten moeten oproepbaar zijn, wanneer hij/zij niet geplaatst is in een gezin. Een dienst kan ook op een later tijdstip van de dag beginnen. Het is de bedoeling dat een student de gehele zorg bij een gezin meedraait, dit kan ook betekenen dat de student 8 dagen achtereen stage moet lopen.  Gehandicaptenzorg. Van een student kan afhankelijk van het soort organisatie verwacht worden naast een reguliere dagdienst ook een gebroken dienst, een avonddienst of een weekenddienst te doen. De student maakt dan het totale zorgproces mee.  Leerafdelingen. In een aantal werkvelden (verpleeghuis, algemeen ziekenhuis, psychiatrisch ziekenhuis) zijn leerafdelingen georganiseerd. Op deze leerafdelingen werken de studenten wel weekend- en avonddiensten; nachtdiensten zijn uitgezonderd. Voor studenten van 16 en 17 jaar geldt volgens de Arbeidstijdenwet het volgende:  een minimum van aaneengesloten dagelijkse rust van 12 uur  maximaal aantal werkdagen van 5 dagen per week  maximale arbeidstijd van 9 uur per dag  maximale arbeidstijd van 45 uur per week  pauze bij werk van meer dan 4,5 uur: 30 minuten aaneengesloten  zondagsarbeid mag, dan zaterdag vrij (dit geldt niet voor de leerafdeling)  geen nachtdiensten  geen diensten verrichten waarbij zij opgeroepen kunnen worden (uitzondering hierop is de kraamzorg)  geen overwerk verrichten 3.5. Overige afspraken m.b.t de BPV Internationale BPV Het is voor studenten mogelijk om de BPV in het buitenland te vervullen, zowel in Europa als daarbuiten. In een aantal gevallen, met name binnen Europa, zijn daarvoor beurzen beschikbaar. De BPV-coördinator van de opleiding kan hierover meer informatie geven.


Vergoeding tijdens de BPV Voor BOL-studenten aan de opleidingen Verzorgende-IG, of Mbo-verpleegkundige geldt dat zij een stagevergoeding en/of reiskostenvergoeding ontvangen volgens CAOafspraken. De vergoeding is afhankelijk van het aantal dagen BPV per week en wordt maandelijks verstrekt. Voordat je BPV kunt volgen  Moet je gecontroleerd worden op de aanwezigheid van MRSA-bacterie. Op het Portaal staat verdere informatie over wanneer dat nodig is en hoe je dit moet regelen.  Via de school worden BOL-studenten in het 1ste schooljaar gevaccineerd tegen Hepatitis-B. Deze vaccinatie vindt plaats op kosten van de school. BBL-studenten worden via de werkgever gevaccineerd.  Een toenemend aantal praktijkorganisaties vraagt van studenten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Deze verklaring is op te vragen bij de gemeente waar je woont. Het komt voor dat een praktijkorganisatie je niet toelaat zonder een VOG! Je moet zelf zorg dragen voor de VOG en de kosten daarvan.


4. De begeleiding 4.1 begeleiding van de student Als student ben je altijd zelf verantwoordelijk voor het verloop van je opleiding. Vanuit de school krijg je ondersteuning van docenten en de studieloopbaanbegeleider, in de praktijk van de werkbegeleiders en de praktijkopleider. De studieloopbaanbegeleider (SLB) De studieloopbaanbegeleider begeleidt je gedurende de hele opleiding. Hij/zij ondersteunt je bij hoe je bezig bent met je opleiding en houdt samen met jou de voortgang van je leerproces in de gaten. Hoe ver je al bent, wat je nog moet leren en welke keuzes belangrijk zijn om te maken. De SLB doet dat door in bijeenkomsten met de hele groep onderwerpen te bespreken die voor iedereen belangrijk zijn en door met jou apart gesprekken te voeren over de voortgang van jouw studie. Om op de hoogte te blijven van jouw studievoortgang heeft de studieloopbaanbegeleider regelmatig contact met docenten, de werkbegeleider of praktijkbegeleider. De SLB ondersteunt je bij het verzamelen van bewijsmateriaal voor het portfolio, en helpt je een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en een persoonlijk activiteitenplan (PAP) te maken. Met het portfolio kijkt de SLB met jou terug op de activiteiten die je gedaan hebt en hoe ver je bent met het ontwikkelen van jouw competenties. Met het POP kijk je samen met de SLB vooruit: Wat ga ik de komende periode doen om de benodigde competenties te ontwikkelen? In het PAP beschrijf je wat je gaat doen om je POP uit te voeren.

De docenten Zij zullen je vooral ondersteunen bij het werken aan de opdrachten en alle activiteiten die daarbij horen. Ze geven hoorcolleges, bieden workshops aan en coachen je in je persoonlijke ontwikkeling als beroepsbeoefenaar. In de praktijk wordt je natuurlijk door je werkbegeleider en/of praktijkopleider begeleid. Dit heb je al kunnen lezen onder paragraaf 3.2 . 4.2 Studieloopbaanbegeleiding Voor de studieloopbaanbegeleiding speelt je SLB een belangrijke rol. Iedere fase van de opleiding heeft één of meerdere IJkmomenten. Aan het begin van de opleiding krijg je een overzicht met de inhoud en de inleverdata van de IJkmomenten. Van je SLB krijg je verdere uitleg hierover. Een ijkmoment is een moment in de opleiding waarop een onafhankelijk beoordelaar (assessor) een advies geeft over het vervolg van je opleiding. Dat advies wordt gegeven nadat alles wat je tot dan toe gedaan en gemaakt hebt beoordeeld is. Ook eventuele beoordelingen uit de praktijk worden meegenomen in het advies. Samen met je studieloopbaanbegeleider bespreek je of je op de goede weg bent, of dat je wat moet aanpassen in de manier waarop je bezig bent.


In de bijlage tref je een overzicht aan op welke momenten in de opleidingen de IJkmomenten gepland zijn. 4.3. Extra hulp en zorg binnen de school Het kan zijn dat er tijdens de opleiding iets gebeurt, waardoor er iets mis dreigt te gaan. Binnen de school is er een hele groep hulpverleners die je kan helpen, zoals schoolmaatschappelijk werk, loopbaanbegeleiders vanuit trajectbureau, en het Zorg Afstemmings team (ZAT). Je kan hier zelf naar toe gaan, of je SLB kan je hiernaar toe verwijzen. Dit kan je dan helpen om toch je opleiding goed af te ronden. Als je de opleiding, om welke reden dan ook, niet kan afronden zijn er verschillende mogelijkheden: 1. het kan het zijn dat je een aantal onderdelen wel behaald hebt. Als dit certificeerbare eenheden zijn kan je daarvoor certificaten krijgen. De opleiding heeft 3 certificeerbare eenheden.  Ondersteunen bij huishouden en wonen ( behaald bij ijkmoment 3)  Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg (behaald bij ijkmoment 5)  Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen (aan einde van de opleiding) 2. het kan zijn dat je voldoende onderdelen hebt afgerond om een diploma Helpende te kunnen krijgen (dat is bereikt bij ijkmoment 3). Je moet dan wel nog een examen Nederlands en Rekenen doen en deze behalen. 3. Via het Trajectbureau kan natuurlijk onderzocht worden of een andere opleiding beter bij je past.

4.4. Studievoortgang De studievoortgang wordt gemeten aan de hand van de adviezen die de assessor geeft aan de hand van de ijkmomenten. Het advies dat door de assessor wordt gegeven is belangrijk voor hoe je verder door gaat met je opleiding. Het advies kan positief zijn, dat wil zeggen doorgaan zoals je bezig bent, of positief onder voorwaarden, bijvoorbeeld dat je binnen een afgesproken tijd zaken verbeterd moet hebben of alsnog moet hebben behaald. Soms is het studieadvies negatief. Je moet dan binnen een bepaalde tijd, maar uiterlijk bij het volgende ijkmoment laten zien dat je alles hebt ingehaald en met een voldoende hebt afgerond. Lukt dat niet, dan kan een bindend negatief studieadvies worden gegeven. Je kunt dan niet verder met de opleiding en de Onderwijsovereenkomst wordt ontbonden. Als er een negatief bindend studieadvies wordt afgegeven, dan wordt deze door de Subexamencommissie vastgesteld. De student kan tegen het negatief bindend studieadvies bezwaar maken bij de Subexamencommissie. Zie voor de inhoud van het bezwaarschrift en het adres van de Subexamencommissie de Regeling Toetsing en Examinering op de site van je opleiding op het portaal Als je meer dan 10% verzuimt krijgt je een negatieve waardering bij het ijkmoment. Als dat twee keer gebeurt krijg je een (bindend) negatief studieadvies. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op deze regel mogelijk en altijd bespreekbaar met je SLB en de onderwijsleider. Soms komt het voor dat iemand zich niet weet te gedragen op school of afspraken niet nakomt; dan krijgt die persoon een houdingscontract en worden er specifieke eisen gesteld met mogelijke gevolgen voor de opleiding


De opleiding spant zich in om studenten en bij minderjarigen ook hun ouders geregeld te informeren over de studievoortgang. Meestal vindt dit plaats rondom een ijkmoment. De student krijgt dan een beoordeling van de assessor opgestuurd. Mocht het studieverloop bij een minderjarige student niet goed zijn, worden de ouders hierover schriftelijk en, of mondeling op de hoogte gesteld. Bij de BOL is er voorafgaand aan de opleiding en halverwege het schooljaar een informatieavond, waar de voortgang en de behaalde resultaten met ouders besproken kunnen worden.


4.5. Aanwezigheid en verzuim Om je een goede begeleiding te kunnen geven is een verzuimregistratie noodzakelijk. Je aan- en afwezigheid zal op school dan ook per les worden bijgehouden. Bij je niet afmelden en/of onrechtmatig verzuim spreekt je studieloopbaanbegeleider (SLB) je hier op aan. Veel verzuim is slecht voor je ontwikkeling en heeft ook vaak een negatieve uitstraling naar de groep. Tijdens het ijkmoment, waarin de beslissing wordt genomen over je studievoortgang, is de aan- en afwezigheid van doorslaggevende betekenis voor een positief of negatief advies. Dat geldt ook voor de wijze waarop je omgaat met het aanvragen van verlof en het melden van ziekte.  In principe krijg je alleen verlof voor die zaken, waarvoor je als werknemer in een bedrijf ook verlof zou krijgen. Verlof vraag je van tevoren aan bij de SLB  Wanneer je ziek bent tijdens een schoolperiode, meld je dat ’s morgens vóór 08.15 uur bij de verzuimcoördinator, administratie van je opleiding, of de receptie van de locatie. Ook moet je een email of een sms sturen naar je SLB.  Wanneer je ziek bent tijdens stage- of leren/werken periode, moet je dat melden bij de organisatie waar je stage loopt of werkt, maar óók bij de SLB, en verzuimcoördinator via een email  Je bent er zelf verantwoordelijk voor om je in alle gevallen beter te melden bij de stageplaats of de werkgever. Ongeoorloofd verzuim  Er is sprake van ongeoorloofd verzuim als de student zonder kennisgeving, of geldige reden afwezig is bij de lessen  Er is sprake van langdurig ongeoorloofd verzuim, als dat verzuim 16 uur, of meer is. Deze uren behoeven niet aaneengesloten te zijn.  Langdurig ongeoorloofd verzuim wordt altijd gemeld bij de leerplichtambtenaar en bij DUO wanneer de student leerplichtig is en bij de werkgever als de student de beroepsbegeleidende leerweg volgt.

De DUO - Informatie- en Beheergroep kan je verdere informatie over deze regeling geven.  Belangrijk: Als een BOL-student stopt met de opleiding dan moet direct de OV- en studiefinanciering gestopt worden in verband met boetes vanuit de DUO-Informatieen Beheergroep.  De datum van diplomering is tevens de datum van uitschrijving

Overige belangrijke informatie rondom aanwezigheid Tot 18 jaar ben je leerplichtig, tenzij je al een diploma op niveau 2 hebt. Wij zijn als school verplicht om na 3 dagen spijbelen dit door te geven aan de leerplichtambtenaar


5. De examinering Tijdens de opleiding werk je aan de opbouw van een Examendossier, dat bestaat uit een verzameling van verplichte toetsen op het eindniveau van de opleiding. In ieder geval bevat het examendossier:  de beoordelingen van de startbekwame beroepsopdrachten  de beoordelingen/ cijfers van de startbekwame casustoetsen  de beoordelingen van de kennistoetsen (o.a. anatomie)  bewijzen dat je voldoet aan de eisen van de BIG-wet (voor zover van toepassing)  de bewijzen dat je voldaan hebt aan het onderdeel Burgerschap  de bewijzen dat je voldaan hebt aan de eisen van de programma’s Nederlands en rekenen  de Proeve De Proeve is een toets die je aflegt aan het einde van de opleiding. Je mag pas starten met de Proeve als je portfolio van ijkmoment 6 helemaal compleet is. Met de Proeve laat je zien dat je het beroep waarvoor je bent opgeleid in zijn geheel kunt uitvoeren en dat je bewust bent van hoe en waarom je de dingen doet. Dat doe je door een bewust bekwaam gesprek te voeren. Aan de hand van een praatpapier vertel je aan 2 assessoren hoe je gehandeld hebt bij je praktijktoetsen (startbekwame beroepsopdrachten) en waarom je zo gehandeld hebt. We noemen dat: bewust bekwaam. Het is goed om je te verdiepen in het examenreglement van het Albeda en de toetsen examenregeling van de Branche Gezondheidszorg. Hierin staat namelijk precies omschreven waaraan jij en de school zich moet houden bij het toetsen en examineren. Deze is te vinden op het portaal. Vragen hierover kun je stellen aan je SLB.


6. Tot slot (overige informatie) Veel informatie die je nodig hebt kan je vinden op de portaalsite van Gezondheidszorg. De volgende documenten tref je aan: 1. Protocol Kleding 2. Vaccinatie + MRSA 3. het Examenreglement van het Albeda College 4. het studentenbulletin Albeda College 5. het studentenstatuut Albeda College 6. het Reglement voor de Commissie van Beroep voor de Examens 7. het Bindend Negatief Studieadvies Albeda College 8. Protocol Digitaal Gedrag/Open Leer Centrum Een overzicht van de benodigde boeken en materialen ontvang je voorafgaand aan de start van de opleiding.


Bijlage 1: TRANSPARANTIE ONDERWIJS PROGRAMMERING (TOP - model) Naam instelling : Albeda College Brinnummer : 00GT Naam opleiding : Verzorgende - IG; beroepsopleidend, standaard Crebonummer : 95530 Cohort : 2012 – 2015 Toepassing Wet op de Studiefinanciering (van toepassing bij BOL) Naar het oordeel van het bevoegd gezag omvat elk studiejaar van bovengenoemde opleiding tenminste 850 klokuren, zoals neergelegd in artikel 9, lid 1a van de Wet op de studiefinanciering en de 1 nadere invullingen die daarna zijn gegeven. Toepassing Transparante Onderwijsprogrammering Naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet de programmering aan het Convenant inzake onderwijsprogrammering in het middelbaar beroepsonderwijs; d.d. 4 / 9 juli 2001 en brief Ministerie OC&W BVE/B/2002/731. studiejaar 1 2 3 Begeleid leren: Leren in de school 460 385 325 Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan lessen wordt besteed Leren in de arbeidssituatie Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan 480 640 720 beroepspraktijkvorming wordt besteed Het totaal aantal klokuren dat wordt besteed aan de andere, hieronder genoemde activiteiten die binnen het kader van de opleiding worden aangeboden: 1 Introductie 20 2 Studieloopbaanbegeleiding 100 80 40 3 BPV – begeleiding 30 20 20 4 Nederlands 30 30 20 5 Rekenen 30 30 20 6 Burgerschap 30 15 15 7 Examinering (waaronder Proeve) 20 WSF en TOP - model: Subtotaal aantal klokuren In Instellingstijd Verzorgd Onderwijs volgens 1180 1200 1180 Studiehandleiding 2011 TOP - model: 420 400 420 Aantal klokuren onbegeleid leren TOP - model: 1600 1600 1600 Totaal aantal klokuren

Ondertekening: Plaats

: Rotterdam

Datum: 01 juli 2012

Namens het bevoegd gezag:

A. Bervoets: M.A. Boertje-Weltevrede:

1

Zie uitleg OcenW-Regelingen van 3 december 1997, nr 30


TRANSPARANTIE ONDERWIJS PROGRAMMERING (TOP - model) Naam instelling Brinnummer Naam opleiding Crebonummer Cohort

: Albeda College : 00GT : Verzorgende - IG; beroepsbegeleidend, dagvariant : 95530 : 2012 – 2015

Toepassing Wet op de Studiefinanciering (van toepassing bij BOL) Naar het oordeel van het bevoegd gezag omvat elk studiejaar van bovengenoemde opleiding tenminste 850 klokuren, zoals neergelegd in artikel 9, lid 1a van de Wet op de studiefinanciering en de 2 nadere invullingen die daarna zijn gegeven. Toepassing Transparante Onderwijsprogrammering Naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet de programmering aan het Convenant inzake onderwijsprogrammering in het middelbaar beroepsonderwijs; d.d. 4 / 9 juli 2001 en brief Ministerie OC&W BVE/B/2002/731. studiejaar 1 2 3 Begeleid leren: Leren in de school 176 196 176 Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan lessen wordt besteed Leren in de arbeidssituatie Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan 1120 1120 1120 beroepspraktijkvorming wordt besteed Het totaal aantal klokuren dat wordt besteed aan de andere, hieronder genoemde activiteiten die binnen het kader van de opleiding worden aangeboden: 1 Introductie, afronding 20 2 Studieloopbaanbegeleiding 30 30 30 3 Nederlands 20 20 20 4 Rekenen 20 20 20 5.Burgerschap 14 14 14 6.Examinering (waaronder Proeve en CGI)) 20 WSF en TOP - model: Subtotaal aantal klokuren In Instellingstijd Verzorgd Onderwijs volgens 1400 1400 1400 Studiehandleiding 2011 TOP - model: 200 200 200 Aantal klokuren onbegeleid leren TOP - model: 1600 1600 1600 Totaal aantal klokuren

Ondertekening: Plaats:

Rotterdam

Datum: 1 juni 2012

Namens het bevoegd gezag

A. Bervoets: M.A. Boertje- Weltevrede:

2



TRANSPARANTIE ONDERWIJS PROGRAMMERING (TOP - model) Naam instelling Brinnummer Naam opleiding Crebonummer Cohort

: Albeda College : 00GT : Verzorgende - IG; beroepsbegeleidend, 5 mnd. variant : 95530 : 2012 – 2015

Toepassing Wet op de Studiefinanciering (van toepassing bij BOL Naar het oordeel van het bevoegd gezag omvat elk studiejaar van bovengenoemde opleiding tenminste 850 klokuren, zoals neergelegd in artikel 9, lid 1a van de Wet op de studiefinanciering en de 3 nadere invullingen die daarna zijn gegeven. Toepassing Transparante Onderwijsprogrammering Naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet de programmering aan het Convenant inzake onderwijsprogrammering in het middelbaar beroepsonderwijs; d.d. 4 / 9 juli 2001 en brief Ministerie OC&W BVE/B/2002/731. studiejaar 1 2 3 Begeleid leren: Leren in de school 391 196 176 Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan lessen wordt besteed Leren in de arbeidssituatie Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan 830 1120 1120 beroepspraktijkvorming wordt besteed Het totaal aantal klokuren dat wordt besteed aan de andere, hieronder genoemde activiteiten die binnen het kader van de opleiding worden aangeboden: 1 Introductie, afronding 25 2 Studieloopbaanbegeleiding 40 30 30 3 Nederlands 30 20 20 4 Rekenen 30 20 20 5 Burgerschap 14 14 14 6 Examinering (waaronder Proeve en CGI) 20 WSF en TOP - model: Subtotaal aantal klokuren In Instellingstijd Verzorgd Onderwijs volgens Studiehandleiding 2011 TOP - model: Aantal klokuren onbegeleid leren TOP - model: Totaal aantal klokuren

1360

1400

1400

240

200

200

1600

1600

1600

Ondertekening: Plaats

: Rotterdam

Datum: 1 juni 2012

Namens het bevoegd gezag:

A. Bervoets: M.A. Boertje-Weltevrede:

3



Bijlage 2: Jaarrooster en vakantiedata Weeknummer 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29

Datum 27 aug. - 31 aug.’12 03 sep. - 07 sep.’12 10 sep. - 14 sep.’12 17 sep. - 21 sep.’12 24 sep. - 28 sep.’12 01 okt. – 05 okt.‘12 08 okt. - 12 okt.’12 15 okt. - 19 okt.’12 22 okt. - 26 okt.’12 29 okt. - 02 nov.’12 05 nov. - 09 nov.’12 12 nov. - 16 nov.’12 19 nov. - 23 nov.’12 26 nov. - 30 nov.’12 03 dec. - 07 dec.’12 10 dec. - 14 dec.’12 17 dec. - 21 dec.’12 24 dec. - 28 dec.’12 31 dec. – 04 jan.’13 07 jan. - 11 jan.’13 14 jan. - 18 jan.’13 21 jan. - 25 jan.’13 28 jan. – 01 feb.’13 04 feb. - 08 feb.’13 11 feb. - 15 feb.’13 18 feb. – 22 feb.’13 25 feb. – 01 mrt.’13 04 mrt. - 08 mrt.’13 11 mrt. - 15 mrt.’13 18 mrt. - 22 mrt.’13 25 mrt. - 29 mrt.’13 01 apr. – 05 apr.’13 08 apr. - 12 apr.’13 15 apr. - 19 apr.’13 22 apr. - 26 apr.’13 29 apr. – 03 mei ‘13 06 mei - 10 mei ‘13 13 mei - 17 mei ‘13 20 mei - 24 mei ‘13 27 mei.- 31 mei.’13 03 jun. - 07 jun.’13 10 jun. - 14 jun.’13 17 jun. - 21 jun.’13 24 jun. - 28 jun.’13 01 jul. – 05 jul.’13 08 jul. – 12 jul.’13 15 jul. – 19 jul. ‘13

Bijzonderheden Eerste schoolweek

Herfstvakantie

Kerstvakantie Kerstvakantie

voorjaarsvakantie

29 mrt Goede Vrijdag e 01 apr 2 Paasdag

Mei vakantie Meivakantie e

20 mei 2 Pinksterdag

Zomervakantie tot 1 sept. ‘13

Periodeweek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 -


Bijlage 3: Leerstofomschrijving/ kwalificatiedossier Vertaling KD 2012-2013 cohort vanaf 2012-2013 Beroepstakenoverzicht Verzorgende-IG KD 2012-2013 Kerntaak 1: Beroepstaak A: Ondersteunen bij huishouden en wonen Beroepsproducten Werkprocessen A1

Plannen van werkzaamheden

A2

Huishoudelijk werk

1.1 Stelt mede het zorgplan op 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt de zorgvrager 1.7 Ondersteunt bij huishouden en wonen

Beroepstaak B: Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Beroepsproducten Werkprocessen B1

Plannen van zorg

B2

Basiszorg

B3

Crisissituaties

1.1 Stelt mede het zorgplan op 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt de zorgvrager 1.9* Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

Competenties D, H, J, K, M C, Q D, J, M E, F, J, R

C, D, R L, R, T

Competenties D, H, J, K, M C, Q D, J, M E, F, J, R

C, D, R E, T, V

Beroepstaak C: Ondersteunen bij begeleiden Beroepsproducten Werkprocessen

Competenties

C1

Voorlichting, advies en instructie

E, V, T

C2

Psychosociale begeleiding

C3

Groepsbegeleiding

1.8 Geeft, voorlichting, advies en instructie 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.11 Evalueert de zorgverlening 1.6 Begeleidt een groep zorgvragers

C, D, R D, J, M C, U


Beroepstaak D: Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen Beroepsproducten Werkprocessen

Competenties

D1

1.1 Stelt mede het zorgplan op

D, H, J, K, M

1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4 Voert partus assistentie uit* 1.5 Begeleidt de zorgvrager 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening

E, F, J, R

Verpleegtechnische handelingen

K, L, T K, L, T C, D, R I, L E, Q D, J, M

Kerntaak 2: E: Uitvoeren van organisatie en professie gebonden taken Beroepsproducten Werkprocessen

Competenties

E1

Deskundigheidsbevordering en professionalisering

K

E2

Kwaliteitszorg

E3

Werkbegeleiding

2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en bewaken van de kwaliteitszorg 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg 2.3 Geeft werkbegeleiding

T G

*Valt niet onder de certificeerbare eenheid. Competentieoverzicht C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen H Overtuigen en beïnvloeden I Presenteren J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten T Instructies en procedures opvolgen U Omgaan met verandering en aanpassen V Met druk en tegenslag omgaan


Bijlage 4: Overzicht periodes en ijkmomenten (Voor een uitgebreide beschrijving van de inhoud van het IJkmoment zie: Opdrachtenboek beginner, gevorderd en startbekwaam) Voor Nederlands en Rekenen: zie portfolio Nederlands en Rekenen Een beoordeling van de werkgever (bij BBL – studenten) voor zover en indien aanwezig wordt in het IJkmoment meegenomen

Overzicht periodes en ijkmomenten Verzorgende-IG Beginnerfase Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3: Crissituaties

B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3: Crisissituaties

B2 Basiszorg

C2: Psychosociale begeleiding

C2:Psychosociale begeleiding

C2:Psychosociale begeleiding C3:Groepsbegeleiding

Beroepstaken Kennis Vaardigheden/ houding

A: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Oriëntatie op het leren Oriëntatie in de praktijk Oriëntatie in het beroep A1: Plannen van werkzaamheden A1: Plannen van werkzaamheden A2: Huishoudelijk werk A2: Huishoudelijk werk

B: Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg

B2: Basiszorg

Oriëntatie

C: Begeleiding

Werkprocessen

1.1,1.2,1.4,1,5,1.7,1.10,1.11

1.1,1.2,1.4,1,5,1.7,1,9,1.10,1.11

1.1,1.2,1.4,1,5,1,9,1.10,1.11

1.2,1.5,1.6,1.11

Competenties

C,D,E,F,H,J,K,L,M,Q,R,T

C,D,E,F,H,J,K,L,M,Q,R,T,V

C,D,E,F,H,J,K,M,Q,R,T,V

C,D,E,F,J,M,R,U

Toetsing

Beroepsopdracht A startbekwaam Beroepsopdracht B beginner Beroepsopdracht C beginner

Casustoets A startbekwaam

Casustoets A startbekwaam Casustoets B beginner Casustoets C beginner

IJkmoment

Kennistoets beroepstaak B, 1e deel

Kennistoets beroepstaak B, 2e deel Kennistoets beroepstaak B, 3e deel

Nederlands: instaptoets 1F Rekenen: instaptoets 1F

Nederlands: deeltoets 1F Rekenen: deeltoets 1F

Nederlands: eindtoets 1F Rekenen: eindtoets 1F

1: 8-12 weken Kun je de opleiding vervolgen?


Aanwezigheid Beroepshouding Competentiegroei Nederlands Rekenen/rekenen

Aanwezigheid Beroepshouding Competentiegroei Casustoetsen Kennistoetsen Nederlands/rekenen

NVT

3: 28-40 weken Kun je naar de gevorderde fase? Aanwezigheid Beroepshouding Beroepsopdrachten Burgerschap Casustoetsen Competentiegroei Kennistoetsen Nederlands/Rekenen Wergeversbeoordeling (indien aanwezig)


Overzicht periodes en ijkmomenten Verzorgende-IG Gevorderde fase Periode 1 Beroepstaken Kennis Vaardigheden/houding B: Verpleegkundige basiszorg B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3: Crisisituaties

Periode 2

Periode 3

Periode 4

B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3:Crisissituaties


B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3:Crisissituaties

C: Begeleiding

C1: Voorlichting, advies en instructie C1:Voorlichting,advies en instructie C1: Voorlichting, advies en instructie C1: Voorlichting, advies en instructie C3: Groepsbegeleiding C3: Groepsbegeleiding C3: Groepsbegeleiding C3: Groepsbegeleiding

D: Verpleegtechnische handelingen

D: Verplicht

E: Organisatie en beroepsgebonden taken

Werkprocessen Competenties

D: Keuze

D: Startbekwaam

D: Startbekwaam

E1: Deskundigheidsbevordering E2: Kwaliteitszorg E3: Werkbegeleiding



1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.8,1.9,1.10 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.8,1.9,1.10 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.8,1.9,1.10 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.8,1.9,1.10 1.11 1.11,2.1,2.2,2.3 1.11,2.1,2.2,2.3 1.11,2.1,2.2,2.3 C,D,E,F,H,I,J,K,L,M,Q,R,T,U,V C,D,E,F,H,I,J,K,L,M,Q,R,T,U,V C,D,E,F,H,I,J,K,L,M,Q,R,T,U,V C,D,E,F,H,I,J,K,L,M,Q,R,T,U,V

Toetsing

IJkmoment

Casustoets D verplicht

Kennistoets beroepstaak B, 1e zorg categorie Casustoets D-keuze

Vaardigheidstoets D-verplicht

Vaardigheidstoets D-keuze

Nederlands: instaptoets 2F Rekenen: instaptoets 2F

Nederlands: deeltoets 2F Rekenen: deeltoets 2F

NVT


Kennistoets beroepstaak B, 2e zorg categorie Casustoets B gevorderd Casustoets C gevorderd Rekentoets beroepstaak D

NVT

NVT

Aanwezigheid Beroepshouding Burgerschap Casustoets Competentiegroei Kennistoets Nederlands/Rekenen Vaardigheidstoets Wergeversbeoordeling (indien aanwezig)


Overzicht periodes en ijkmomenten Verzorgende-IG Startbekwame fase Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4


B: Startbekwaam

B: Startbekwaam

C: Begeleiding

C1: Voorlichting, advies en instructie C1: Voorlichting, advies en instructie C: Startbekwaam C3: Groepsbegeleiding C3: Groepsbegeleiding

C: Startbekwaam

E: Organisatie en beroepsgebonden taken


E: Startbekwaam

Beroepstaken Kennis/vaardigheden/houding B: Verpleegkundige basiszorg B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3:Crisissituaties


E: Startbekwaam

Proeve Werkprocessen Competenties Toetsing

IJkmoment

1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,1.8,1.9,1.10 1.11,2.1,2.2,2.3 C,D,E,F,H,I,J,K,L,M,Q,R,T,U,V

1.1,1.2,1.4,1.5,1.6,1.8,1.9,1.10 1.11,2.1,2.2,2.3 C,D,E,F,H,I,J,K,L,M,Q,R,T,U,V

1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.7,1.8,1.9 2.1,2.2,2.3 C,D,E,F,H,I,J,K,L,M,Q,R,T,U,V

1.1,1.2,1.3,1.4,1.5,1.6,1.7,1.8,1.9 2.1,2.2,2.3 C,D,E,F,H,I,J,K,L,M,Q,R,T,U,V

Beroepsopdracht B gevorderd Beroepsopdracht C gevorderd Beroepsopdracht E gevorderd

Beroepsopdracht B startbekwaam Beroepsopdracht C startbekwaam Beroepsopdracht D startbekwaam

Proeve/bewust bekwaam gesprek

Casustoets E gevorderd

Casustoets B startbekwaam Casustoets C startbekwaam Casustoets E startbekwaam

Nederlands: eindtoets 2F Rekenen: eindtoets 2F

Nederlands: examen op niveau 2F Rekenen: examen op niveau 2F

5: 70-110 weken Kun je naar de startbekwame fase?

6: 80-132 weken Kun je starten met de proeve?

7: 88-140 Kun je diplomeren?

Aanwezigheid Beroepshouding Beroepsopdrachten Burgerschap Competentiegroei Casustoetsen Kennistoets Nederlands/Rekenen Rekentoets (beroepstaak D) Vaardigheidstoets Werkgeversbeoordeling (indien aanwezig)

Aanwezigheid Beroepshouding Beroepsopdrachten Burgerschap Casustoetsen Competentiegroei Nederlands/Rekenen Wergeversbeoordeling (indien aanwezig)

Positieve waardering ijkmoment 6 Positieve beoordeling bewust bekwaam gesprek


Bijlage 5: Verklarende Begrippenlijst Term Actoren

Verklaring/ definitie De betrokkenen (personen, organisaties en instanties) bij de uitvoering van toetsing en / of examinering Assessment Ieder moment waarop de student formeel beoordeeld wordt. Dit gebeurt tijdens de IJkmomenten. Er zijn IJkmomenten die gericht zijn op de voortgang/ ontwikkeling van de student en er zijn IJkmomenten waarop besloten wordt of de student doorkan naar een volgende fase. Assessor Een onafhankelijk beoordelaar die de bewijslast van studenten waardeert in relatie tot de ijkmomenten/examendossier en een advies geeft m.b.t. de studievoortgang resp. kwalificering van de student. Beroepsopdracht Een opdracht in een beroepspraktijk waarmee de student aantoont competent te zijn in de uitvoering van de beroepstaak die hoort bij de fase van de opleiding. Soms wordt de beroepsopdracht in simulatie afgenomen. Beroepsproduct Een door de beroepsbeoefenaar te leveren dienst (immaterieel) of product (materieel) in de context van het beroep. Beroepstaak Een herkenbare taak / onderdeel van het werk (beroep) en bevat een cluster van werkprocessen / competenties uit het kwalificatiedossier. Beroepsvereisten De in het Kwalificatiedossier beschreven wettelijke vereisten waaraan de student aan het einde van de opleiding moet voldoen conform Wet BIG Bewijs Producten (bijvoorbeeld geschreven feedback, beoordelingen of in andere vorm) van activiteiten, opdrachten en toetsen Casustoets De casustoets test de toegepaste kennis van een student behorende bij een beroepstaak. Certificeerbare eenheid Binnen een kwalificatiedossier kan een deel van de werkzaamheden in een bepaald beroep als Certificeerbare Eenheid worden onderscheiden. Zie verdere uitwerking van het vigerende Kwalificatiedossier. Opdracht op eindniveau van de kwalificatie, die beoordeeld wordt Examenwaardige opdracht door een onafhankelijke beoordelaar. Examendossier Een verzameling bewijsstukken waarmee de student aantoont alle werkprocessen / competenties behorende bij de kwalificatie te bezitten en te kunnen gebruiken in meerdere (zorg)settings. Feedback Informatie die de student ontvangt naar aanleiding van zijn/haar handelen. 0 360 feedback Een instrument waarmee feedback wordt verzameld van meerdere beoordelaars. (bijvoorbeeld van de docent of begeleider, van een medestudent, of van een opdrachtgever uit het werkveld) Ondersteuningsmagazijn Een gestructureerde verzameling van middelen om het leren van de student te ondersteunen, zowel in de praktijk als in de school. PAP Persoonlijk Activiteiten Plan POP Persoonlijk Ontwikkel Plan Portfolio In het (digitaal) portfolio worden de door de student ontwikkelde producten/documenten verzameld. Een selectie hiervan neemt de student op in een showportfolio, dat wordt voorgelegd aan de assessor in het IJkmoment. Bewijsstukken van behaalde werkprocessen / competenties op eindniveau van de kwalificatie zijn examenwaardig en worden toegevoegd aan het Examendossier.


Proeve

Startbekwame opdracht

Studiehandleiding

SLB Toetsmagazijn

Waarderen

IJkmoment

Een opdracht waarin de student in de praktijkinstelling aantoont competent te zijn op alle beroepstaken van het kwalificatiedossier op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Opdracht op eindniveau van de kwalificatie, waarop de student feedback krijgt van zijn docent / begeleider. Een positief beoordeelde Startbekwame opdracht wordt opgenomen in het Examendossier. Het document waarmee de onderwijsinstelling haar zorgplicht naar de student nakomt. De student moet tijdig en volledig worden geïnformeerd onder andere over het onderwijsprogramma en de examinering. Studieloopbaanbegeleider is een docent die tijdens de opleiding de student begeleidt/ondersteunt bij zijn/haar ontwikkeling. Een gestructureerde verzameling van feedbackinstrumenten, zelftests en toetsen die de student gebruikt om zijn ontwikkeling, kennis en kunde inzichtelijk te maken. Het wegen van het totaal aan bewijslast (waaronder beoordelingen) dat de student bij het IJkmoment aanlevert, aangevuld met voortgangsdocumenten van de opleiding zoals o.a. de verzuimregistratie en mogelijk praktijkdocumenten. Een integraal beoordelingsmoment waarop de student beoordeeld wordt op zijn persoonlijke en beroepsontwikkeling.


STUDIEHANDLEIDING Branche Gezondheidszorg Albeda College. Niveau 3 Opleiding tot Verzorgende-IG Crebonummer 95530

Recommend Documents