STUDIEHANDLEIDING. Branche Gezondheidszorg Albeda College. Niveau 3 Verzorgende IG & MMZ BOL en BBL Crebonummer & 92650

STUDIEHANDLEIDING Branche Gezondheidszorg Albeda College Niveau 3 Verzorgende IG & MMZ BOL en BBL Crebonummer 95530 & 92650 Kwalificatiedossier 2012-2013 Schooljaar/cohort 2013-2014

schooljaar 2012-2013

Juli 2013

juli 2013

Aan de studenten van de branche Gezondheidszorg Namens de directie en alle medewerkers heet ik je welkom bij de branche Gezondheidszorg van het Albeda College. Wij vinden het fijn dat je voor een opleiding bij ons hebt gekozen. De branche Gezondheidszorg wil alle studenten hun talenten laten ontdekken, ontwikkelen en toepassen, zodat ze uitgroeien tot bekwame vakmensen binnen de gezondheidszorg. Als professional in de zorg werk je samen met de zorgvrager op basis van respect en betrokkenheid. Wij werken samen met jou toe naar het voor jou hoogst haalbare diploma. Na het behalen van je diploma kun je doorstromen naar een vervolgopleiding, blijven werken bij je (leerwerk)bedrijf of je vindt een baan die past bij jou en je opleidingsniveau. Als professional in de zorg ben je in staat een leven lang te leren en lever je als actieve burger een bijdrage aan de maatschappij. Onze identiteit wordt gevormd door onze sociaalchristelijke waarden: ieder mens is uniek en verdient (meerdere) kansen om zijn of haar talenten te ontwikkelen, onafhankelijk van zijn of haar geloof. Vanuit die overtuiging zetten we ons in om waar te maken waar we voor staan. Onze kernwaarden vertalen wij naar ons onderwijs en dus naar onze studenten: Betrokkenheid betekent dat we binnen de branche betrokken zijn bij elkaar, onze studenten en onze omgeving. Wij vinden dat alle mensen recht hebben op een goede kwaliteit van leven. De branche gezondheidszorg wil daar actief een bijdrage aan leveren. Daar baseren wij ons onderwijs op en zo geven we ook onze studenten betrokkenheid mee als kernwaarde. Betrouwbaarheid betekent voor ons integer omgaan met informatie over bijvoorbeeld onze studenten en onze zakelijke partners. Dus leren wij onze studenten zorgvuldig om te gaan met informatie over de gezondheid van cliënten, over een organisatie of over derden. Het werken volgens beroepscodes en ethische normen staat voorop in ons onderwijs. Respect betekent voor ons een open houding voor de verschillen die er heersen tussen mensen. We leren onze studenten (culturele)verschillen naar waarde te schatten en te overbruggen. Tot slot wens ik je een leerzame en plezierige tijd bij deze opleiding van de branche Gezondheidszorg!

Anky Romeijnders Directeur branche Gezondheidszorg

Inhoudsopgave ( Introductie 1. Het beroep 1.1. Het beroep van verzorgende-IG 1.2. Werkzaamheden/ vereiste competenties 1.3. Arbeids-en beroepsperspectief en doorgroeimogelijkheden

2 3 3 3 5

2. De opleiding 2.1. Beroepsgericht onderwijs (leerwegen BOL/BBL) 2.2. De inhoud van de opleiding 2.3. Ontwikkelingsgebieden Nederlands 2.4. Ontwikkelingsgebied Rekenen 2.5. Loopbaan en Burgerschap 2.6. De beroepspraktijkvorming 2.6.1. Voorbereiding op de BPV 2.6.2. Begeleiding tijdens de BPV 2.6.3. Beoordeling van de BPV 2.6.4. Het vinden van een erkende BPV-plaats 2.6.5. Overige afspraken m.b.t BPV 2.7. Lessentabel/roostertijden 2.8. Kosten van de opleiding

6 6 7 8 8 8 9 10 10 11 11 12 13 14

3. De begeleiding 3.1. Begeleiding van de student (algemeen) 3.2. Studieloopbaanbegeleiding/studievoortgang) 3.3. Extra hulp en zorg binnen de school (ZAT teams) 3.4. Aanwezigheid en verzuim

15 15 16 17 17

4. De examinering 4.1. Examenplan/examenprogramma met de beoordelingsmomenten 4.2. Examenorganisatie 4.2.1. Sub examencommissie/ branche-examencommissie 4.2.2. Examenreglement 4.2.3. Examendeelnemer 4.2.4. Klachten w.o. beroepsmogelijkheden 4.3 Diplomering 4.3.1 Procedure hoe wordt vastgesteld dat student recht heeft op het diploma 4.3.2. Hoe wordt student geïnformeerd over het moment van diplomeren 4.3.3. Datum uitschrijving opleiding en consequenties (studiefinanciering/OV)

19 20 21

5. Overige schoolregels 6. Klachtenprocedure 7. Tot slot (overige informatie)

23 24 25

Bijlagen Bijlage 1: Vastgesteld en ondertekend Topmodel Bijlage 2: Overzicht beroepstaken, werkprocessen met competenties in relatie tot de kerntaken Bijlage 3: Overzicht ijkmomenten en Toets- en examenplan Bijlage 4: Periode indeling met vakantiedata Bijlage 5: Begrippenlijst

22

26 29 31 42 43

Studiehandleiding opleiding verzorgende-IG & MMZ, schooljaar 2013-20144 1

Introductie Voor je ligt de studiehandleiding van de VIG & MMZ (Verzorgende in de Individuele Gezondheidszorg & Medewerker Maatschappelijke Zorg), niveau 3, van de Branche Gezondheidszorg van het Albeda College. Je wordt opgeleid om als verzorgende-IG en als MMZ’er in de werkvelden van de verpleging en verzorging te kunnen werken, zoals in het verpleeg-en verzorgingstehuis en thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidzorg en vooral kleinschalige woonprojecten. De informatie in deze studiehandleiding is voor alle studenten, die de opleiding tot verzorgende-IG gaan volgen zowel BBL-studenten (Beroeps Begeleidende Leerweg = “werken – leren” model) als BOL-studenten (Beroeps Opleidende Leerweg =“leren – stage” model). De studiehandleiding is een wegwijzer, waarmee je alle informatie over je opleiding kunt vinden. Op de meeste vragen over hoe de opleiding in elkaar zit en wat jij op welk moment in de opleiding moet doen, vind je in deze studiehandleiding een antwoord. Waar informatie alleen van toepassing is voor BOL – studenten, geven we dit aan. Studenten die een verkort traject doen krijgen op deze studiehandleiding een aanvulling (addendum), met daarin gerichte informatie over hun traject. Ziekmelding Als BOL student dien je je bij ziekte bij school af te melden vóór 08.30 uur bij de verzuimcoördinator of receptie van de opleiding (zie onderstaande telefoonnummers). Ook stuur je een email of sms naar je studieloopbaanbegeleider. Wanneer je als BOL student ziek bent op een stage dag moet je dit zowel op je stageadres melden als op school. Als BBL student dien je je bij ziekte zowel bij je werkgever als bij school af te melden vóór 08.30 uur bij je studieloopbaanbegeleider (SLB ‘er). Zodra je weer beter bent meldt je dit op je werk/ stage en bij je SLB-er. Meer uitleg over verzuim en verlof vind je in hoofdstuk 3. De opleiding wordt aangeboden op twee locaties van het Albeda College Rosestraat 1101 Onderwijsleider dhr. S. Peters Telefoonnummer 06 – 160 842 26 Email [email protected] Telefoonnummer locatie: 010-2901010 Telefoonnummer verzuimcoördinator (BOL): 06-26.97.26.22 Zijn er na het lezen van deze studiehandleiding nog vragen, dan helpen de docenten en je SLB ‘er je verder. Deze studiehandleiding geldt voor de duur van je opleiding. We adviseren je deze studiehandleiding goed te bewaren.


1. Het beroep In dit hoofdstuk lees je wat het beroep van verzorgende-IG en MMZ inhoudt, welke werkzaamheden je zoal verricht en welke competenties je hiervoor nodig hebt. Ook geven we aan wat je arbeids-en toekomstperspectief is en eventuele doorgroeimogelijkheden. 1.1 Het beroep van verzorgende-IG Als Verzorgende-IG (verzorgende in de Individuele Gezondheidszorg) ben je aan het werk op het gebied van zorg, wonen, huishouden en welzijn. Je werkt voor en met mensen met verschillende zorgvragen zoals: ouderen, chronisch zieken, revaliderende, zorgvragers met een handicap, zorgvragers met psychiatrische problemen. Ook werk je vaak samen met de naasten van zorgvragers. (mantelzorgers) Je werkt vooral met individuele zorgvragers en hun directe omgeving, maar daarnaast kun je ook met groepen te maken krijgen, zoals in een kleinschalige woonomgeving in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Wat het beroep van verzorgende-IG inhoudt en wat je daarvoor met kennen en kunnen is beschreven in het Kwalificatiedossier. Om je diploma te behalen moet je beschikken over de competenties die daarin beschreven zijn. Een competentie is iets wat je weet (kennis), wat je kunt (vaardigheden) en wat je op een bepaalde manier doet (houding). De competenties zijn aan de hand van kerntaken en werkprocessen beschreven in het kwalificatiedossier verzorgende-IG. Wat kerntaken en beroepstaken zijn staat beschreven in hoofdstuk 2. De Opleiding en in bijlage 2 van deze studiehandleiding. Binnen deze opleiding kun je de competenties aantonen door het uitvoeren van beroepsopdrachten en het maken van (casus) toetsen. Hierover lees je meer in het 2e hoofdstuk. Het overzicht van alle beroepstaken, werkprocessen met competenties in relatie tot de kerntaken zie je in bijlage 2. 1.2 Het beroep van Maatschappelijke Zorg De Maatschappelijke zorg maakt deel uit van de sector Sociaal Agogisch Werk en de sector Verpleging en Verzorging. Typerend voor de maatschappelijke zorg is het methodisch en doelgericht begeleiden van een cliënt of groep cliënten en eventueel het cliëntsysteem met als doel het welzijn van de cliënt en/of het sociaal systeem te bevorderen en een bestaande (problematische) situatie te verbeteren. Het Sociaal Agogisch Werk richt zich met name op: - het functioneren van de cliënt in de eigen woon- en leefomgeving; - het volwaardig functioneren van de cliënt in de directe sociale omgeving; - het volwaardig functioneren van de cliënt als lid van de samenleving. De Verzorging en Verpleging richt zich in eerste instantie op zorgvragen die betrekking hebben op: - Vitale levensfuncties; levensprocessen in stand houden en gezond blijven; - Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL); - Het ondersteunen en begeleiden van cliënten op het gebied van dagelijkse levensbehoeften.


Context Beroepskrachten maatschappelijke zorg zijn werkzaam in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd in onder andere de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg en maatschappelijke opvang. Daarnaast zijn zij werkzaam in welzijnsinstellingen, sociale werkvoorzieningen, reïntegratiebedrijven, justitiële inrichtingen, asielzoekerscentra, verpleeghuizen en ziekenhuizen. Verder zijn zij onder andere ook inzetbaar in overige verzorgend-agogische functies binnen het sociaal agogisch werk of de verpleging en verzorging. Daarbij komen verschillende typen dienstverlening voor, zoals bijvoorbeeld 24-uurszorg (intramuraal), semi-murale zorg en ambulante zorg.

1.3. Werkzaamheden en vereisten c Als Verzorgende-IG en MMZ zorg je voor het welbevinden van de zorgvrager op het gebied van gezondheid, wonen en welzijn. Je inventariseert de wensen en mogelijkheden van de zorgvrager en schrijft zelfstandig een zorgplan/zorgleefplan. Je ondersteunt de zorgvrager bij wonen en huishouden. Dat wil zeggen dat je helpt bij het schoonmaken en je zorgt voor een prettige woon- of leefomgeving. Je assisteert bij persoonlijke basiszorg: je helpt bij het wassen, bij de opname van voeding en vocht, etc. Je begeleidt bij emotionele – en gedragsproblemen en helpt de zorgvrager te functioneren in de maatschappij. Je geeft voorlichting en advies over gezondheid en hygiëne en je leert de zorgvrager hulpmiddelen moet gebruiken. Je voert verpleegtechnische handelingen uit, zoals het verzorgen van een katheter of het geven van een injectie, en je stemt de zorg af met collega’s en andere disciplines, zoals helpenden zorg en welzijn, verpleegkundigen, fysiotherapeuten of sociaal agogisch werkers Je werkt zelfstandig. Je hebt regelmatig te maken met zorgvragers met verschillende wensen en behoeften. Meestal gaat het om langdurige gezondheidsproblemen of om psychosociale problemen, zoals verwardheid. De zorg die je verleent, kan per zorgvrager verschillen en per dag wisselen van inhoud. Als werknemer in een praktijkorganisatie voer je je activiteiten uit volgens de visie en de richtlijnen van de organisatie. Naast het verlenen van zorg en ondersteuning lever je een bijdrage aan de professionalisering van het beroep en aan de verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening. Je kunt dit doen door bijvoorbeeld met collega’s en je leidinggevende je werk te bespreken en door deel te nemen aan deskundigheidsbevordering. Ook begeleid en ondersteun je nieuwe collega’s en studenten Kort omschreven heb je de volgende competenties nodig: - Je kan je inleven in gevoelens van anderen en behandelt iedereen met respect. - Je kan goed met mensen omgaan en communiceert helder en duidelijk. - Je weet hoe je jouw kennis en vaardigheden in de praktijk moet toepassen. - Je werkt systematische en resultaatgericht. - Je kan goed samenwerken. - Je kan grenzen bewaken, die van jezelf en die van een ander. - Je hebt interesse in mensen en vindt het leuk om ze te verzorgen en te ondersteunen bij het huishouden en wonen. - Je bent een verantwoordelijk persoon en kan goed werken onder tijdsdruk. Het gehele overzicht van competenties staat in bijlage 2, pagina 30 van deze studiehandleiding.


1.4 Arbeids-en beroepsperspectief en doorgroeimogelijkheden Arbeids-en beroepsperspectief Verzorgende IG Arbeids- en beroepsperspectief(( Uit landelijk onderzoek blijkt dat er behoefte aan (nieuwe) medewerkers in de gezondheidszorg is. Op dit moment zijn er voldoende stageplaatsen voor BOL studenten en leer/werkplaatsen voor BBL studenten, dit is echter aan verandering onderhevig. Dit geldt eigenlijk voor alle functies bij alle zorginstellingen. In de regio Rotterdam is er werkgelegenheid voor een gediplomeerde verzorgende-IG. Zie onderstaand schema:

ZORG Kwalificatie Verzorgende-IG

Niveau 3

Aantal Kans op Kans op studenten werk stage 2012/2013 1514 goed voldoende

Bron: SBB Doelmatigheidsrapportage Albeda College, maart 2013

Arbeids-en beroepsperspectief MMZ Arbeids- en beroepsperspectief(( Voor de beroepskracht maatschappelijk zorg is via bij- en nascholing doorgroei mogelijk naar specialistische functies bijvoorbeeld op het gebied van dagbesteding of opleidingsfuncties. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg kan zich na diplomering verder verdiepen in een of meerdere van de volgende specifieke doelgroepen: cliënten met een zintuigelijke beperking, cliënten met autisme spectrum stoornissen, cliënten met een niet aangeboren hersenletsel, cliënten met een licht verstandelijke beperking met ernstige gedragsproblemen, cliënten (0-6 jaar) met een ontwikkelingsachterstand, cliënten met ernstige meervoudige beperkingen.


Doorgroeimogelijkheden Na diplomering kan je doorstromen naar:  Mbo-verpleegkundige, niveau 4  MBO MMZ4 (pedagogisch werker, sociaal cultureel werker, onderwijsassistent of maatschappelijk dienstverlener) Ook kun je doorstromen naar andere richtingen, zoals sociaal agogisch werk. Na enige (jaren) werkervaring kan je je verder specialiseren voor: ➢ Praktijkopleider ➢ EVV ( eerst verantwoordelijk verzorgende) ➢ (psycho)Geriatrie “specialist”


2. De opleiding In dit hoofdstuk lees je hoe de opleiding is opgezet, de indeling per fase en hoe het onderscheid is opgebouwd per leerjaar. Ook lees je welke leergebieden aan de orde komen en welke werkvormen er worden gebruikt. Je wordt in twee opleidingen ingeschreven en met het leren, toetsen en examineren werk je aan beide opleidingen. 2.1. Beroepsgericht onderwijs Je gaat je opleiding via de BOL ( Beroeps Opleidende Leerweg = “leren – stage” model), of via de BBL volgen(Beroeps Begeleidende Leerweg = “werken – leren” model). De studiebelasting voor deze opleiding is in totaal 1600 uur per jaar. Wanneer je de BOL opleiding volgt ben je ongeveer 60 % op school en 40% in de praktijk aan het leren. Wanneer je een BBL opleiding volgt leer je maximaal 30% van je tijd op school en ongeveer 70 % op je werkplek. Daarnaast is een deel van de opleiding onbegeleid. Zie ook bijlage 1 met het Topmodel. De opleiding verzorgende-IG & MMZ is een beroepsgerichte opleiding. Dat betekent dat je wordt opgeleid voor een beroep. Bij dit beroep is samenwerken een belangrijk onderdeel. In de zorg of MMZ werkveld werk je namelijk altijd samen met andere mensen. Samenwerken leer je tijdens je opleiding. Door samen met andere studenten in gesprek te gaan en door ideeën en argumenten uit te wisselen, vul je elkaar aan en leer je van elkaar. Je bent veel in een groep bezig; soms is dat in de klas, soms in kleinere groepen. Soms werk je zelfstandig aan opdrachten. De opleiding is opgebouwd rondom 5 Beroepstaken die je aan het einde van de opleiding allemaal moet beheersen. Deze beroepstaken zijn gebaseerd op de kerntaken uit de twee kwalificatiedossiers, die landelijk zijn vastgesteld. Zie ook bijlage 2 bij deze studiehandleiding. Kerntaken en Beroepstaken: VIG Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier. Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken. MMZ Kerntaak 1: Opstellen van plan van aanpak. Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg. Kerntaak 3: Uitvoeren van professiegebonden taken. Van de kerntaken van beide opleidingen zijn de volgende Beroepstaken afgeleid:     

Beroepstaak A: Ondersteunen bij huishouden en wonen Beroepstaak B: Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Beroepstaak C: Ondersteunen bij begeleiden Beroepstaak D: Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen Beroepstaak E: Uitvoeren van organisatie en professie gebonden taken


De beroepstaken zijn opgedeeld in logische werkbare eenheden, die beroepsproducten worden genoemd. Ieder beroepsproduct is opgedeeld in een aantal werkprocessen, waarin alle handelingen die je moeten kennen en kunnen worden beschreven. Bij het uitvoeren van deze werkprocessen gebruik je competenties. Een voorbeeld van een competentie is, ‘formuleren en rapporteren’. Je hebt kennis nodig om te weten wat er belangrijk is om te rapporteren, je hebt de vaardigheid ‘schrijven’ nodig om goed en begrijpelijk iets op te schrijven. In de bijlage zie je het overzicht van alle beroepstaken, beroepsproducten, werkprocessen en competenties van de opleiding tot verzorgende-IG & MMZ. Tijdens de oriëntatiefase krijg je meer informatie over de werkwijze van de opleiding en op welke wijze je alle zaken die we van je verwachten kunt leren.


2.2. De inhoud van de opleiding Het doen van een opleiding betekent dat je een aantal zaken moet leren. Van eenvoudig naar steeds moeilijker en ten slotte op het niveau van een gediplomeerd verzorgende en medewerker maatschappelijke zorg. Om het voor iedereen overzichtelijk te maken waar je in je opleiding zit, hebben we de opleiding opgedeeld in fasen. Oriëntatiefase Aan het begin van je opleiding heb je wel een idee over wat je gaat doen in de opleiding en het beroep waarvoor je hebt gekozen. Maar hoe alles precies in elkaar zit, is je meestal nog niet duidelijk. Soms zit je ook nog met vragen of deze opleiding voor jou wel de beste keuze is. Daarom begint de opleiding met oriënteren, dat wil zeggen kennismaken met je medestudenten en de docenten. Je krijgt uitleg over hoe de opleiding in elkaar zit en welke opdrachten en toetsen jij moet doen en wanneer. Je krijgt hier natuurlijk ook uitleg over wat je in de praktijk gaat leren. Deze informatie is veel, maar je kunt deze later nog eens nalezen op het portaal (de website van je opleiding). Beginnerfase In de beginnerfase bieden we je de basis van het beroep/vak. Als beginner weet je nog heel veel zaken niet. De meeste dingen doe je voor het eerst. Je moet nog veel leren en veel handelingen oefenen. Meestal maak je in deze fase voor het eerst kennis met de praktijk. Dat is spannend; je ontmoet nieuwe mensen waar je veel van leert. In deze fase start je met het werken aan opdrachten en toetsen op beginnersniveau. Gevorderde fase In deze fase heb je al veel kennis en praktijkervaring. Je bouwt routine op en je wordt langzaam zelfstandiger. Je moet nog wel veel leren en oefenen, maar je weet wat er van je verwacht wordt en wat je moet doen voor je opleiding en in je werk. Ook in deze fase moet je werken aan opdrachten en toetsen, maar nu op het niveau van gevorderde. Startbekwaam De laatste fase van je opleiding. De meeste kennis beheers je en je kan die toepassen in je beroepspraktijk. Je werkt nu toe naar je examen, dat bestaat uit opdrachten en toetsen op het eindniveau van je opleiding. Uiteindelijk ga je op voor de Proeve, waarin je laat zien dat je een startbekwaam beroepsbeoefenaar bent. Daarover informeren we je uitgebreid aan het begin van deze fase. Zie ook hoofdstuk 4 Examineren. Brancheverbijzonderingen. Brancheverbijzondering is het je specialiseren in een bepaalde branche. Je kunt je in de gevorderde fase gaan verdiepen in: - VVT (verzorgingshuis, verpleeghuis, thuiszorg) - GHZ (Gehandicaptenzorg, zowel verstandelijk als lichamelijk) - GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg) Als je de BOL opleiding doet kan je later nog wisselen van keuze omdat bijvoorbeeld je stage in die branche je niet zo goed is bevallen.


Maatwerk Tijdens de opleiding kan maatwerk worden geboden. Dit betekent dat je samen met een docent die jou begeleidt bij je opleiding en studeren (SLB ‘er) jouw vorderingen in de opleiding bespreekt. Het kan zijn dat je minder activiteiten nodig hebt om de beroepsopdrachten te behalen en daarom sneller aan een volgende fase van een beroepstaak toe bent. De standaard opleiding verzorgende IG en MMZ kennen een minimale duur van 2 ½ jaar en maximaal duurt de opleiding 3 jaar. Omdat dit een gecombineerde opleiding is waarbij je twee diploma’s behaalt, gaan wij ervan uit dat je de drie jaar nodig hebt om de hoeveelheid lesstof en vaardigheden te kunnen beheersen. Wanneer het nodig blijkt kan een verlenging vastgesteld worden. Als je al eerder een opleiding in de gezondheidszorg gevolgd hebt en daarbij certificaten of een diploma hebt behaald, kan de opleidingsduur hierdoor korter worden. 2.3. Nederlands Landelijk geldt dat je op 5 verschillende domeinen (onderdelen) getoetst moet worden voor het vak Nederlands: 1. Mondelinge taalvaardigheid: spreken, gesprekken voeren 2. Luisteren 3. Leesvaardigheid: zakelijke teksten 4. Schrijfvaardigheid: schrijven 5. Taalverzorging en taalbeschouwing: spelling, leestekens, grammaticale begrippen Nederlands toetsen we in het begin van je opleiding om te kijken welke route je moet volgen om op het vereiste niveau uit te stromen. Tijdens de opleiding toetsen we je om te kijken of je het niveau (nog) bezit dat voor de opleiding geldt. Bij een groot verschil tussen startniveau en het vereiste eindniveau van de opleiding, kun je extra onderwijs volgen. Voor Nederlands zal je, buiten de lessen, ook veel zelfstandig werken. Voor het behalen van je diploma moet je het examen Nederlands afronden op het niveau 2F. Dit is voor een deel een landelijk centraal examen (CITO) en voor een deel een schoolexamen. Zie bijlage 3 voor toetsen examenplan.

2.4. Rekenen Landelijk geldt, dat je op 4 verschillende domeinen (onderdelen) getoetst moet worden voor het vak rekenen: 1. Getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en meetkunde 4. Verbanden Rekenen toetsen we in het begin van je opleiding om te kijken welke route je moet volgen om op het vereiste niveau uit te stromen. Tijdens de opleiding toetsen we je om te kijken of je het niveau (nog) bezit dat voor de opleiding geldt. Bij een groot verschil tussen startniveau en het vereiste eindniveau van de opleiding, moet je extra onderwijs volgen. Voor rekenen moet je, buiten de lessen, ook veel zelfstandig werken. Voor het behalen van je diploma moet je het examen rekenen afronden op het niveau 2F. Dit is een centraal landelijk examen (CITO). Zie bijlage 3 voor toetsen examenplan.


2.5. Loopbaan en Burgerschap Wij vinden het belangrijk dat je een goed professional wordt. Een professional is iemand die bekwaam is in zijn beroep en die midden in het leven staat. Iemand die meedoet en zich goed kan redden in de Nederlandse maatschappij. Als verzorgende-IG heb je een grote verantwoordelijkheid in je beroep en je moet leren omgaan met dilemma’s. Ook is het belangrijk dat je kritisch bent als consument en als medewerker in de gezondheidszorg. Daarom geven we het vak Loopbaan en Burgerschap. Dit vak bestaat uit verschillende onderdelen namelijk: politiek en juridische aspecten, economie, sociaal-maatschappelijke aspecten en vitaal burgerschap. Ook komt het onderwerp loopbaan aan de orde. De school beoordeelt of je voldoet aan de inspanningsverplichtingen voor loopbaan en burgerschap. Deze beoordeling telt mee voor je examen. In deze opleiding zijn de eisen beschreven in het overzicht ijkmomenten Zie ook hoofdstuk 3. Iedereen is verplicht om aan het onderdeel loopbaan en burgerschap deel te nemen. 2.6. De Beroepspraktijkvorming De opleiding volg je voor een deel op school en een deel in de praktijk. Het praktijkdeel van de opleiding is wat betreft duur afhankelijk van de leerweg die je hebt gekozen. Het praktijkdeel noemen we de beroepspraktijkvorming. Beroepspraktijkvorming (BPV) is een belangrijk onderdeel in de opleiding, waaraan veel tijd en aandacht wordt besteed. Wat je op school leert, zie je terug in de praktijk en leer je daar toepassen. De competenties van het beroep leer je op deze manier goed aan. BBL Volg je de opleiding volgens de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL), dan ben je 1 dag per week op school en 3 à 4 dagen als leerling werkzaam in de praktijkorganisatie. Het kan ook zijn dat je eerst 15 weken fulltime naar school gaat, met 1 dag per week BPV in je eigen praktijkorganisatie. Na die periode van 15 weken ga je verder met de opleiding door 1 dag per week naar school te gaan en 3 of 4 dagen te werken. Als je deze route volgt heb je met de werkgever een leerarbeidsovereenkomst voor de duur van de opleiding afgesloten. De praktijkorganisatie heeft een opleidingsreglement en een BPV beleidsplan waarin alle regelingen rondom de opleiding beschreven staan. BOL Volg je de opleiding volgens de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) dan heb je school en BPV volgens onderstaand schema. De BPV wordt gedaan bij verschillende zorgvragers, zoals eerder genoemd bij hoofdstuk 1. Je sluit met het Albeda College een Onderwijsovereenkomst af voor beide opleidingen. Met het Albeda College en de praktijkorganisatie sluit je twee BPV-overeenkomsten af (voor VIG en voor MMZ), waarin de rechten en de plichten in de BPV geregeld zijn.


Schema BPV model Opleiding tot Verzorgende - IG (BOL) Fase Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 10 weken e 1 leerjaar 5 dg school per week Start met 1 week BPV daarna School 3 dagen, BPV 2 dagen e 2 leerjaar Start met 1 week BPV School 3 dagen daarna BPV 2 dagen School 3 dagen BPV 2 dagen e

3 leerjaar

School 3 dagen BPV 2 dagen


Onderwijsperiode 3

Onderwijsperiode 4

School 3 dagen, BPV 2 dagen


School 3 dagen BPV 2 dagen of 4 dagen BPV op de leerafdeling

School 3 dagen BPV 2 dagen of 4 dagen BPV op de leerafdeling



2.6.1. Voorbereiding op de BPV De voorbereiding op de BPV vindt op school plaats. Je SLB-er bespreekt met jou wat er van je verwacht wordt in de BPV. Ook komen er voorlichters uit het werkveld vertellen over dat werkveld, zodat je een beter beeld hebt van de praktijk. Tenslotte organiseren we ook excursies naar het werkveld.

2.6.2. Begeleiding in de BPV Met je SLB-er bespreek je wat je wanneer in de BPV wilt leren. Je legt dat vast in je Portfolio met een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) en een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP). Dit portfolio neem je mee naar de BPV en bespreek je daar met je begeleiders. In de BPV word je begeleid door de volgende personen: De werkbegeleiders De werkbegeleiders ondersteunen je bij het uitvoeren van de activiteiten in de praktijk. Ze geven feedback over hoe je de dingen doet, wat je nog kunt verbeteren en ze ondersteunen je om je werk steeds professioneler uit te voeren. De praktijkopleider De praktijkopleider zorgt voor de begeleiding die nodig is op de werkplek. De werkbegeleiders vallen onder haar verantwoordelijkheid. Hij/zij zorgt er voor dat alles rondom jouw begeleiding op de werkplek goed wordt geregeld. De studieloopbaanbegeleider Om op de hoogte te blijven van jouw studievoortgang heeft de SLB ‘er van school regelmatig contact met de werkbegeleider of praktijkopleider. De SLB-er komt tijdens de stage regelmatig langs op de BPV, om te kijken hoe je stage verloopt (BOL). Bij de BBL loopt het contact voornamelijk per mail of telefonisch.


2.6.3. Beoordeling van de BPV Beoordeling van de BPV Tijdens het leren in de praktijk vinden er regelmatig beoordelingen plaats. We beoordelen je op de beroepsopdrachten en je beroepshouding. BOL Tijdens iedere stage vindt er een tussenbeoordeling en een eindbeoordeling plaats. Een docent die jouw stagebegeleider is, komt hiervoor naar je stageplaats. Bij dit gesprek is je praktijkopleider en/ of werkbegeleider ook aanwezig. De stage beoordelingen worden meegenomen tijdens de beoordeling van de ijkmomenten (uitleg zie hoofdstuk 3) BBL Je leidinggevende, praktijkopleider en/of werkbegeleider beoordelen je tijdens je opleiding regelmatig. Het is verstandig deze werkgeversbeoordelingen te plannen voor een ijkmoment (uitleg zie hoofdstuk 3). 2.6.4. Het vinden van een erkende BPV-plaats De BPV kan alleen gevolgd worden bij een erkend leerbedrijf. Alle praktijkorganisaties waar vanuit de branche Gezondheidszorg van het Albeda College de BPV gevolgd kan worden zijn erkend door het landelijk Kenniscentrum Calibris. BBL Wanneer je de opleiding tot verzorgende-IG volgens de BBL route wil volgen moet je solliciteren en aangenomen zijn bij een praktijkorganisatie. Bij de organisatie of de school, vraag je of de praktijkorganisatie erkend is. BOL De BPV coördinator van de opleiding verzorgende-IG draagt zorg voor de stageplaatsen en heeft een gesprek met de studenten over de plaatsing bij welke BPV – plaats en wat je moet doen bij problemen. Voor BOL-studenten gelden tijdens de BPV de volgende regels: Algemeen:  Nachtdiensten worden in principe niet gedraaid. Uitzonderingen zijn weleens mogelijk. Specifieke stages:  Gehandicaptenzorg. Van een student kan, afhankelijk van het soort organisatie, verwacht worden naast een reguliere dagdienst ook een gebroken dienst, een avonddienst of een weekenddienst te doen. De student maakt dan het totale zorgproces mee.  Leerafdelingen. In een aantal werkvelden (verpleeghuis, algemeen ziekenhuis, psychiatrisch ziekenhuis) zijn leerafdelingen. Op deze leerafdelingen hebben de studenten wel weekend- en avonddiensten; nachtdiensten zijn uitgezonderd.


Voor studenten van 16 en 17 jaar geldt volgens de Arbeidstijdenwet het volgende:  een minimum van aaneengesloten dagelijkse rust van 12 uur  maximaal aantal werkdagen van 5 dagen per week  maximale arbeidstijd van 9 uur per dag  maximale arbeidstijd van 45 uur per week  pauze bij werk van meer dan 4,5 uur: 30 minuten aaneengesloten  zondagsarbeid mag, dan zaterdag vrij (dit geldt niet voor de leerafdeling)  geen nachtdiensten  geen diensten verrichten waarbij zij opgeroepen kunnen worden (uitzondering hierop is de kraamzorg)  geen overwerk verrichten

2.6.5. Overige afspraken m.b.t de BPV Internationale BPV Het is voor studenten mogelijk om de BPV in het buitenland te vervullen, zowel in Europa als daarbuiten. In een aantal gevallen, met name binnen Europa, zijn daarvoor beurzen beschikbaar. De BPV-coördinator van de opleiding kan hierover meer informatie geven. Vergoeding tijdens de BPV Voor BOL-studenten aan de opleidingen verzorgende-IG & MMZ geldt dat zij een stagevergoeding en/of reiskostenvergoeding ontvangen volgens CAO- afspraken. De vergoeding is afhankelijk van het aantal dagen BPV per week en wordt maandelijks verstrekt. Voordat je BPV kunt volgen  Moet je gecontroleerd worden op de aanwezigheid van MRSA-bacterie. (een besmetting met een bacterie die grote risico’s geeft voor de zorgvragers) Op het Portaal staat verdere informatie over wanneer dat nodig is en hoe je dit moet regelen.  Via de school worden BOL-studenten in het 1ste schooljaar gevaccineerd tegen Hepatitis-B. Deze vaccinatie vindt plaats op kosten van de school. BBL-studenten worden via de werkgever gevaccineerd.  Een toenemend aantal praktijkorganisaties vraagt van studenten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Deze verklaring is op te vragen bij de gemeente waar je woont. Het komt voor dat een praktijkorganisatie je niet toelaat zonder een VOG! Je moet zelf zorg dragen voor de VOG en de kosten daarvan. Problemen in BPV Het kan voorkomen dat er problemen zijn op de BPV. Belangrijk is om eventuele problemen gelijk te bespreken met je SLB-er. Deze kan een rol vervullen in het bespreekbaar maken van de problemen en het zoeken naar een oplossing. BBL Wanneer een werkgever besluit je leerarbeidsovereenkomst af te breken, kan je nog wel verder met je opleiding, mits je binnen ongeveer 6 weken een nieuwe werkgever hebt, waar je de opleiding kan vervolgen. Lukt je dit niet, dan eindigt de onderwijsovereenkomst. BOL Wanneer een stageplaats wordt afgebroken, kijk je met je SLB-er en de stage coördinator of en op welke termijn je op een andere BPV plaats je opleiding kan vervolgen. Het kan zijn dat


je eerst een periode op school moet werken aan je competenties, voordat je weer in de BPV verder kunt. 2.7. Lessentabel/ roostertijden/ roostertijden In de opleiding proberen wij zoveel mogelijk de lesuren op elkaar aan te laten sluiten. Soms lukt dat helaas niet, maar dan is er gelegenheid om zelfstandig aan de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn te werken. In de branche Gezondheidszorg duurt een lesuur 45 minuten. 1ste lesuur 2de lesuur 3de lesuur 4de lesuur 5de lesuur 6de lesuur 7de lesuur 8de lesuur 9ste lesuur 10de lesuur 11de lesuur

08.30- 09.15 09.15- 10.00 uur 10.00- 10.45 uur PAUZE 11.00- 11.45 uur 11.45- 12.30 uur Pauze 13.15 – 14.00 uur 14.00 – 15.45 uur PAUZE 15.00 - 15.45 uur 15.45 - 16.30 uur 16.30 - 17.15 uur

Het rooster van je groep vind je op de website van het Albeda College. Je vindt je rooster op www.albeda.nl. Rechts onderin de website zie je ‘roosters’. Hier kun je je klas opzoeken en je rooster vinden. Een roosterwijziging vind je op de website/het portaal (klassensite).

Schoolvakanties Het Albeda College stelt jaarlijks vast wanneer de schoolvakanties en overige vrije dagen zijn. Tijdens de schoolvakanties zijn er geen lessen. Voor een BOL - student geldt dat in de schoolvakantie geen BPV wordt gedaan. BBL - studenten houden zich met betrekking tot de BPV aan de vakantie-, en vrije dagenregeling van de werkgever. In bijlage 4 zie je de periodes en schoolvakanties voor het schooljaar 2013-2014


2.8. Kosten van de opleiding Je krijgt vanuit school voor iedere fase van de opleiding een opdrachtenboek. Je kunt een keuze maken voor lesboeken, of voor digitale boeken. Kies je voor digitale boeken, dan moet je wel een eigen laptop ter beschikking hebben en elke dag meenemen naar school. Als BOL student kies je hier zelf voor. Voor BBL studenten maakt de werkgever deze keuze. De kosten van de opleiding

Lesgeld Cursusgeld

BOL-studenten € 1090,00 n.v.t.

BBL-studenten n.v.t. € 549,00

Boekenpakket Gewone Boeken (prijsindicatie mei 2013) 1ste jaar (Beginnersfase) € 389,45 € 389,45 2de jaar € 578,65 € 578,65 3de jaar € 61,50 € 61,50 Les/praktijkmateriaal 1ste jaar 2de jaar 3de jaar

n.v.t. n.v.t. n.v.t.

€ 85,00 € 45,00 € 25,00

Jaarlijks worden de kosten voor de opleiding bijgesteld. Ben je ouder dan 18 jaar en sta je ingeschreven voor een BOL - opleiding dan heb je recht op studiefinanciering. Dit recht vervalt als je uitgeschreven bent. Je moet jezelf dan afmelden bij DUO-IB-groep. Het kan zijn dat je recht hebt op teruggave van het lesgeld Meer informatie vind je op de site van DUO-IB-groep. Zie ook het hoofdstuk over Aanwezigheidsregistratie. Volg je de opleiding via een werkgever (BBL) dan betaalt de werkgever meestal de kosten van de opleiding en de boeken.


3. De begeleiding In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de begeleiding wordt vormgegeven tijdens de opleiding. Begeleiding door je SLB ‘er en de extra hulp die binnen de school wordt geboden komt aan de orde. 3.1 begeleiding van de student Als student ben je altijd zelf verantwoordelijk voor het verloop van je opleiding. Vanuit de school krijg je ondersteuning van docenten en de SLB ‘er. In de praktijk van de werkbegeleiders en de praktijkopleider. De studieloopbaanbegeleider De SLB ‘er begeleidt je de hele opleiding. Hij/zij ondersteunt je bij hoe je bezig bent met je opleiding en houdt samen met jou de voortgang van je leerproces in de gaten; hoe ver je al bent, wat je nog moet leren en welke keuzes belangrijk zijn om te maken. De SLB-er doet dat door in bijeenkomsten met de hele groep onderwerpen te bespreken die voor iedereen belangrijk zijn. Met jou apart spreekt de SLB-er over de voortgang van jouw studie. Om op de hoogte te blijven van jouw studievoortgang heeft de SLB ‘er regelmatig contact met docenten, de werkbegeleider of praktijkbegeleider. De SLB-er rapporteert de gegevens van je studievoortgang in het Digitale Studenten dossier (DSDO). Hierin slaan we gegevens op van onder andere intakegespreken, testen en je studieresultaten. De SLB-er ondersteunt je bij het verzamelen van bewijsmateriaal voor het portfolio, en helpt je een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en een persoonlijk activiteitenplan (PAP) te maken. Met behulp van het portfolio kijkt de SLB-er met jou terug op de activiteiten die je gedaan hebt en hoe ver je bent met het ontwikkelen van jouw competenties. Met het POP kijk je samen met de SLB vooruit: Wat ga ik de komende periode doen om de benodigde competenties te ontwikkelen? In het PAP beschrijf je wat je gaat doen om je POP uit te voeren. De docenten Zij ondersteunen je vooral bij het werken aan de opdrachten en alle activiteiten die daarbij horen. Ze geven hoorcolleges, bieden workshops aan en coachen je in je persoonlijke ontwikkeling als beroepsbeoefenaar. Klachten Wanneer je een klacht hebt over de begeleiding bespreek je deze eerst met de SLB ‘er of docent zelf. Wanneer dit niet naar tevredenheid verloopt kan je met de onderwijsleider een afspraak maken om de klacht te bespreken. (zie hoofdstuk 6)


3.2. Studieloopbaanbegeleiding Voor jouw studieloopbaanbegeleiding speelt je SLB-er een belangrijke rol. Iedere fase van de opleiding heeft één of meerdere ijkmomenten. Aan het begin van de opleiding krijg je een overzicht met de inhoud en de inleverdata voor de ijkmomenten. Dit is beschreven in je portfolio. Je SLB-er geeft hier verder uitleg over. Een ijkmoment is een moment in de opleiding waarop een onafhankelijk beoordelaar (assessor) een advies geeft over het vervolg van je opleiding. Het advies over het ijkmoment ontvang je schriftelijk, middels het waarderingsformulier. De opleiding informeert studenten, en bij jongeren ook hun ouders, geregeld over de studievoortgang en de opleiding. Meestal vindt dit plaats rondom een ijkmoment. Je krijgt dan een resultatenoverzicht mee. Bij een minderjarige student informeren we de ouders hierover schriftelijk en/of mondeling. Bij de BOL is er voorafgaand aan de opleiding en halverwege het schooljaar een informatieavond, waar de voortgang en de behaalde resultaten met ouders worden besproken. De studievoortgang meten we aan de hand van de adviezen die de assessor geeft aan de hand van de ijkmomenten. Het advies dat de assessor geeft is belangrijk voor hoe je verder door gaat met je opleiding. Het advies kan positief zijn, dat wil zeggen, doorgaan zoals je bezig bent, of positief onder voorwaarden, bijvoorbeeld dat je binnen een afgesproken tijd zaken moet verbeteren of onderdelen/doelen alsnog moet behalen. Soms is het studieadvies negatief. Je moet dan binnen een bepaalde tijd, maar uiterlijk bij het volgende ijkmoment, laten zien dat je alles hebt ingehaald en met een voldoende hebt afgerond. Lukt dat niet, dan kan een bindend negatief studieadvies worden gegeven. Je kunt dan niet verder met de opleiding en de onderwijsovereenkomst kan worden beëindigd. Als er een negatief bindend studieadvies wordt afgegeven, dan wordt deze door de Subexamencommissie vastgesteld. De student kan tegen het bindend negatief studieadvies bezwaar maken bij de Subexamencommissie. De inhoud van het bezwaarschrift, het adres van de Sub examencommissie en de Regeling Toetsing en Examinering, vind je op de site van je opleiding op het portaal. Zie ook hoofdstuk 4 Examinering. Als je meer dan 10% verzuimt krijgt je een negatieve waardering bij het ijkmoment. Als dat twee keer gebeurt krijg je een (bindend) negatief studieadvies. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op deze regel mogelijk en altijd bespreekbaar met je SLB-er en de onderwijsleider. Soms komt het voor dat iemand zich niet weet te gedragen op school of afspraken niet nakomt; dan krijgt die persoon een houdingscontract en worden er specifieke eisen gesteld met mogelijke gevolgen voor het al dan niet vervolgen van de opleiding


3.3. Extra hulp en zorg binnen de school Het kan zijn dat er tijdens de opleiding iets mis dreigt te gaan. Ben je jonger dan 24 jaar, dan zijn er binnen de school diverse hulpverleners die je kunnen helpen, zoals schoolmaatschappelijk werk, loopbaanbegeleiders vanuit trajectbureau, en het Zorg Afstemmingsteam (ZAT). Je kunt hier zelf naar toe gaan, of je SLB-er kan je hiernaar toe verwijzen. Dit kan jou helpen om toch je opleiding goed af te ronden. Het Albeda College heeft een vertrouwenspersoon. Bij deze functionaris kun je terecht om problemen te bespreken, waarvoor je niet bij je SLB-er of onderwijsleider terecht kunt. Je kunt ook hulp krijgen van de gezondheidscoach, wanneer je gezondheidsproblemen (zoals verslaving) hebt. Als je de opleiding, om welke reden dan ook, niet kan afronden zijn er verschillende mogelijkheden: 1. Het kan het zijn dat je een aantal onderdelen wel behaald hebt, waarvoor je een certificaat kunt krijgen. De opleiding heeft 3 onderdelen waarvoor je een certificaat kunt krijgen (de certificeerbare eenheden):  Ondersteunen bij huishouden en wonen ( behaald bij ijkmoment 3)  Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg (behaald bij ijkmoment 5)  Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen (aan het einde van de opleiding) 2. het kan zijn dat je voldoende onderdelen hebt afgerond om een diploma Helpende te kunnen krijgen (dat is bereikt bij ijkmoment 3). Je moet dan wel nog een examen Nederlands en rekenen doen. 3. Via het Trajectbureau kun je onderzoeken of een andere opleiding beter bij je past. 3.4. Aanwezigheid en verzuim Voor een goede leerroutebegeleiding is een verzuimregistratie noodzakelijk. Je aan- en afwezigheid houden we op school per les bij. Wanneer je ongeoorloofd verzuimt, spreekt je SLB-er je hierop aan. Veel verzuim is slecht voor je beroepsinhoudelijke ontwikkeling. Bij de ijkmomenten waarin de beslissingen vallen over je studievoortgang, kan de aan- en afwezigheid van doorslaggevende betekenis zijn voor een positief of negatief advies. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop je omgaat met het aanvragen van verlof en het melden van ziekte. Aan het begin van de opleiding leggen we je alles uit, maar hier alvast de regels: 

In principe krijg je alleen verlof voor die zaken, waarvoor je als werknemer in een bedrijf ook verlof krijgt. Verlof vraag je van tevoren aan bij de SLB-er. Als je toestemming krijgt, geef je dit ook door aan de verzuimcoördinator.



Wanneer je ziek bent tijdens een schoolperiode of om een andere reden niet aanwezig bent, meld je dat ’s morgens tussen 07.30 - 08.30 uur bij de verzuimcoördinator.



Wanneer je ziek bent tijdens een stage- of leren/werken periode, moet je dat melden bij de praktijkorganisatie waar je stage loopt of werkt, maar óók bij de verzuimcoördinator.



Je bent zelf verantwoordelijk om, in alle gevallen, je beter te melden op school, bij de praktijkorganisatie of de werkgever. Pas als je jezelf beter hebt gemeld, wordt de beëindiging van de periode van afwezigheid in ons systeem geregistreerd.


Aanwezigheidsregistratie. Het principe van de registratie is als volgt:  Wanneer een BOL - student vijf weken ongeoorloofd van school is, worden basisbeurs en aanvullende beurs stopgezet als de student na de vijf weken niet weer naar school gaat.  De school heeft de verplichting een leerling, die zonder geldige reden 5 weken achtereen van school is, te benaderen. Als de afwezigheid inderdaad ongeoorloofd was, dan moet de school dit doorgeven aan DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs; de instantie die de studiefinanciering regelt). DUO kan je verdere informatie geven over deze regeling.  Belangrijk: Als een BOL-leerling stopt met de opleiding dan moet direct de OVstudiefinanciering gestopt worden in verband met boetes vanuit DUO. LET OP: De datum van vaststelling van diplomering is tevens de datum van uitschrijving.  Op school houdt de docent bij elke les je aanwezigheid digitaal bij in het AWR systeem. Overige belangrijke informatie rondom aanwezigheid  Tot 18 jaar ben je leerplichtig. We zijn als school verplicht om ongeoorloofde afwezigheid van 16 uur binnen 4 weken, al dan niet aaneengesloten, te melden bij DUO.  Voor 18-23 jarige studenten zonder startkwalificatie, geldt ook dat de school verplicht is om ongeoorloofde afwezigheid van 16 uur binnen 4 weken, al dan niet aaneengesloten, te melden bij DUO.  De leerplichtambtenaar van Rotterdam is elke woensdagochtend bij ons op school. Ongeoorloofd verzuim van de opleiding  Er is sprake van ongeoorloofd verzuim als de student zonder kennisgeving of geldige reden afwezig is bij de lessen  Er is sprake van langdurig ongeoorloofd verzuim, als dat verzuim 16 uur of meer is. Deze uren behoeven niet aaneengesloten te zijn.  Langdurig ongeoorloofd verzuim wordt altijd gemeld bij de leerplichtambtenaar wanneer de student leerplichtig is en bij de werkgever als de student de beroepsbegeleidende leerweg volgt.


4. De examinering Tijdens de opleiding werk je aan de opbouw van een Examendossier, dat bestaat uit een verzameling van verplichte toetsen op het eindniveau van de opleiding. In ieder geval bevat het examendossier:  de beoordelingen/ cijfers van de startbekwame casustoetsen  bewijzen dat je voldoet aan de eisen van de BIG-wet (voor zover van toepassing)  de bewijzen dat je voldaan hebt aan het onderdeel Burgerschap  de bewijzen dat je voldaan hebt aan de eisen van de programma’s Nederlands en rekenen  de Proeve. Voor een uitleg wat de Proeve is: zie hieronder. De beoordeling van de casustoetsen en kennistoetsen moet minimaal een voldoende zijn om deel te kunnen nemen aan de Proeve. Ook moet je voldaan hebben aan het onderdeel burgerschap. Voor de Onderdeel Nederlands en Rekenen is een overgangsregeling van kracht. Afhankelijk van het jaar dat je deelneemt aan het examen is het van belang of je een voldoende moet hebben voor deze onderdelen om te slagen voor het diploma.(zie addendum) De Proeve bestaat uit 2 onderdelen: 1. een handelingsdeel waarin je werkt aan de startbekwame beroepsopdrachten 2. een verantwoordingsdeel waarin je uitlegt waarom zo gehandeld hebt tijdens het handelingsdeel. Met de Proeve laat je zien dat je het beroep waarvoor je bent opgeleid in zijn geheel kunt uitvoeren en dat je bewust bent van hoe en waarom je het beroep hebt uitgevoerd. Dat doe je door een bewust bekwaam gesprek te voeren. Aan de hand van een praatpapier vertel je aan 2 assessoren hoe je gehandeld hebt bij het handelingsdeel (startbekwame beroepsopdrachten) en waarom je zo gehandeld hebt. We noemen dat: bewust bekwaam. De beoordelingscriteria voor het behalen van de proeve staan in de proeve beschreven. De 2 assessoren beoordelen of je geslaagd bent voor het bewust bekaam gesprek. Is dit onvoldoende heb je recht op een herkansing. Het is goed om je te verdiepen in het examenreglement van het Albeda College en de Toetsen examenregeling van de Branche Gezondheidszorg. Hierin staat onder andere beschreven hoeveel herkansingen je krijgt en wat de regels zijn tijdens de toetsen of het examen. Ook staat hier in wat je moet doen wanneer je het niet eens bent met een uitslag van een toets of examen. Deze documenten zijn te vinden op het portaal. Vragen hierover kun je stellen aan je SLB. Beoordeling Examendossier Het examendossier wordt beoordeeld op volledigheid en op de eisen die aan de bewijsstukken worden gesteld. De bewijsstukken moeten de beheersing van alle werkprocessen en competenties aantonen. Het examendossier wordt beoordeeld door een assessor. Dit oordeel wordt als een advies aan de Subexamencommissie voorgelegd, waarna de Subexamencommissie een besluit neemt over het uitreiken van het diploma.


4.1 Examenplan met de beoordelingsmomenten E= In het overzicht periodes en ijkmomenten (bijlage 2) zie je per fase welke beroepstaken aan de orde komen, welke toetsen er worden afgenomen en de ijkmomenten. In het Toets-examenplan staat nauwkeuriger beschreven uit welke onderdelen de toetsen bestaan en wanneer deze worden afgenomen. Je werkt hiermee aan beide opleidingen tegelijk. Je kunt hierin lezen waar er getoetst wordt (op school of in de BPV), in welke onderwijsperiode, de weegfactor (hoeveel telt het mee) en de toetsvorm, Het toetsexamenplan kun je terugvinden in bijlage 3. Het kan zijn dat je voor een toets vrijstelling kan krijgen, omdat je bijvoorbeeld al een andere opleiding hebt gedaan. De onderwijsleider is lid van de Subexamencommissie en verantwoordelijk voor de toepassing van de officiële regels met betrekking tot vrijstellingen. Vrijstellingen moeten bij de Subexamencommissie schriftelijk worden aangevraagd met kopieën van diploma’s en / of certificaten of andere gewaarmerkte bewijsstukken. Je wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit over het toekennen van de gevraagde vrijstelling. In die gevallen waarin deze regelgeving niet voldoet, beslist het bevoegd gezag. 4.2 Examenorganisatie Het Albeda kent zorgvuldige procedures om ervoor te zorgen dat de examens goed verlopen, zodat de diploma’s die worden afgegeven ervoor garant staan dat je als afgestudeerde student ook daadwerkelijk de competenties hebt die noodzakelijk zijn voor een goede beroepsuitoefening. De onderwijsinspectie bewaakt de kwaliteit van de examinering. Op de portaalsite van het Albeda college, gezondheidszorg zijn de volgende documenten met betrekking tot toetsen en examineren in te zien: 1. het Examenreglement van het Albeda College 2. het studentenbulletin Albeda College 3. het studentenstatuut Albeda College 4. het Reglement voor de Commissie van Beroep voor de Examens, Albeda College 5. regeling Toetsing en Examinering branche Gezondheidszorg. 4.2.2. Subexamencommissie/branch examencommissie De taken en bevoegdheden van alle betrokkenen bij het examenproces staan beschreven in het Handboek Examinering van het Albeda College, dat bij de onderwijsleider ter inzage ligt. De Subexamencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de toetsen examenprocedures van de opleidingen, waarvoor zij is aangesteld door de Branche Examencommissie. De Subexamencommissie handelt in overeenstemming met het examenreglement en de examenregeling, zoals vastgelegd in de Regeling Toetsing en Examinering van de branche Gezondheidszorg. De Subexamencommissie legt verantwoording af aan de Branche Examencommissie.


De Branche Examencommissie is verantwoordelijk voor het op een verantwoorde wijze doorlopen van de toetsen examenprocedures voor die opleidingen waarvoor zij is aangesteld door het College van Bestuur van het Albeda College. (WEB artikel 7.4.5 en 7.4.6) De Branche Examencommissie legt verantwoording af aan de Examen Commissie van het Albeda College en aan het College van Bestuur. 4.2.3 Examendeelnemer Indien je voldoet aan de criteria om aan het examen deel te nemen, ben je automatisch ingeschreven voor examens.

4.2.4.Klachten w.o. beroepsmogelijkheden Zie hiervoor de Regeling Toetsing en Examinering op de site van je opleiding op het portaal. Deze regeling wordt tijdens de introductie van de opleiding in de groep besproken. 4.2.4.1. Bezwaar Als je het niet eens bent met de toets uitslag of examenuitslag, kan je binnen vijf werkdagen bezwaar aantekenen bij de voorzitter van de Subexamencommissie. Wanneer je bezwaar aantekent is het belangrijk dat de klacht goed wordt beschreven. Er moet het volgende instaan:  Naam en adres van de student, klassencode, datum van indienen  Omschrijving van de reden van bewaar/ wat is er aan de hand?  Datum van de toets, of het examen waarop het bezwaar betrekking heeft  Docenten die de toets, of het examenvak verzorgen  Welke acties zijn er al ondernomen. De Subexamencommissie bevestigt schriftelijk de ontvangst van je bezwaar en voorziet het schriftelijk ingediende bezwaar van een dag stempel en beslist binnen 14 schooldagen na de datum van het dag stempel of de aanvankelijke beslissing wordt herzien of niet, en zo ja op welke wijze. Van het besluit worden de betrokkenen schriftelijk op de hoogte gesteld. Het besluit is met redenen omkleed. Voorzitter Subexamencommissie:

Postadres:

mevr. J.A. van Bostelen, adjunct - directeur Rosestraat 1101 3071 AL Rotterdam Tel. nummer 010-2901400 (directiesecretariaat) Algemeen tel. nummer 010-2901010 Postbus 9451 3007 AL ROTTERDAM

4.2.4.2. Beroep Als je het niet eens bent met de uitspraak van de Subexamencommissie kan je beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Dit beroep kun je indienen bij het College van Bestuur.

Postadres:

Commissie van Beroep voor de Examens, t.a.v. de voorzitter Breitnerstraat 92 / 94 3015 XJ Rotterdam Algemeen telefoonnummer: 010- 2771100 Postbus 9451 3007 AL ROTTERDAM

Meer bijzonderheden over beroep aantekenen kun je vinden in de regeling toetsing en examinering


4.3 Diplomering Aan het einde van de opleiding, wanneer je deze goed afsluit, ontvang je twee diploma’s: het diploma Verzorgende IG niveau 3 en het diploma Medewerker Maatschappelijke Zorg 3. 4.3.1 Na beoordeling van het examendossier (zie 4.1) stelt de Subexamencommissie vast of je de diploma’s hebt behaald. Als je aan alle voorwaarden hebt voldaan, worden de diploma’s en de resultaatlijsten aangemaakt. Je tekent deze documenten tijdens de diploma uitreiking. 4.3.2 Je wordt geïnformeerd over de uitslag van het examendossier en of je geslaagd of gezakt bent. De datum van diplomering wordt op tijd bekend gemaakt. 4.3.3 (BOL) Als je je diploma hebt behaald, heb je recht op studiefinancieringen en de OV-chipkaart tot en met de maand waarin de Subexamencommissie beslist en bekendmaakt dat je geslaagd bent. Op die datum word je ook uitgeschreven. Dat kan een andere dag zijn dan de dag waarop je je diploma krijgt of de dag dat jij voor het eerst hoort dat je geslaagd bent. Je meldt dit binnen 3 werkdagen bij DUO, het te laat melden kan leiden tot een boete! Zie hiervoor de website van DUO: www.duo.nl


5. Overige schoolregels In de introductieperiode besteden we aandacht aan schoolregels. Ook maak je met je klas en je SLB-er afspraken over de manier waarop je met elkaar om wil gaan. Een voorbeeld hiervan is ‘te laat komen’. Ben je langer dan 10 minuten te laat, dan word je pas toegelaten bij de start van een nieuw lesuur. Veel informatie over schoolregels vind je op de portaalsite van Gezondheidszorg. De volgende documenten tref je daar aan: 1. Vaccinatie + controle op besmetting met MRSA – bacterie 2. het Examenreglement van het Albeda College 3. het studentenbulletin Albeda College 4. het studentenstatuut Albeda College 5. het Reglement voor de Commissie van Beroep voor de Examens 6. het Bindend Negatief Studieadvies Albeda College 7. Protocol Digitaal Gedrag/Open Leer Centrum


6. Klachtenprocedure Wij streven ernaar dat iedere student tevreden is over de opleiding en het onderwijs dat wij bieden. Door middel van evaluaties en enquêtes onder de studenten, ouders en zorgorganisaties, meten we de kwaliteit van het onderwijs en zetten wij verbeteracties in. Toch kan het zijn dat je een klacht hebt over de opleiding. Wanneer je een klacht hebt kan je dit allereerst bespreken met je SLB ‘er. Wanneer je klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost, kan de onderwijsleider de klacht met je bespreken. Wordt de klacht nog niet goed opgelost, dan kun je de klacht indienen bij de branche directie of bij het bevoegd gezag. Branchedirectie: mevr. A.C.M. Romeijnders – van Tiggelen, directeur branche Gezondheidszorg Rosestraat 1101 3071 AL Rotterdam Tel. nummer 010 – 290 14 00 (directiesecretariaat) Algemeen tel. nummer van de locatie: 010 – 290 10 10 Postadres: Postbus 9451 3007 AL ROTTERDAM Bevoegd gezag: mevr. A. van Gorsel, voorzitter College van Bestuur Albeda College Breitnerstraat 92 / 94 3015XJ Rotterdam Algemeen tel. nummer van de locatie: 010 – 277 11 00 Postadres: Postbus 9451 3007 AL ROTTERDAM In het studentenbulletin vind je meer informatie over de klachtenprocedure. Wanneer je klacht betrekking heeft op toetsing- en examinering, dan staat de procedure in hoofdstuk 4.4 en in de Regeling Toetsing en Examinering op de site van je opleiding op het portaal. Deze regeling bespreken we tijdens de introductie van de opleiding.


7. Tot slot (overige informatie) 7.1 Digitale leeromgeving Het onderwijs in de verzorgende-IG & MMZ opleiding wordt ondersteund door de digitale leeromgeving https://portaal.albeda.nl/. Dit is een leeromgeving waarin elke student het digitale onderwijsaanbod terugvindt en kan communiceren met medestudenten en docenten. Elke student heeft zijn eigen inlognaam en eigen Albeda mailadres. Deze krijg je tijdens de introductiedagen. Verder heeft elke klas zijn eigen klassensite, waarop de docenten en studenten mededelingen plaatsen of kunnen discussiëren. Wat betekent dit voor studenten? Het betekent dat studenten, willen zij met succes hun onderwijs volgen, regelmatig op de portaalomgeving van hun klas moeten kijken. De docenten gaan ervan uit dat de studenten de informatie op portaal lezen.

7.2 Onderwijsteam van de opleiding Elke locatie van de opleiding Verzorgende-IG & MMZ heeft zijn eigen docententeam. In elk team zijn docenten verpleegkunde en docenten MMZ, die naast lesgeven ook studieloopbaanbegeleider kunnen zijn. We streven ernaar dat je met een beperkt aantal docenten te maken krijgt tijdens de opleiding. Naast de docenten verpleegkunde of docent MMZ krijg je te maken met de vakdocenten Nederlands, rekenen en burgerschap. Elke docent is specialist op zijn eigen vakgebied. Tijdens de introductieperiode maak je kennis met de docenten en krijg je ook de contactgegevens. Op lesdagen vind je de docenten, wanneer zij geen les verzorgen, in de docentenkamer. De studentenadministratie is het verantwoordelijkheidsgebied van de medewerkers studentenadministratie. Je vindt ze op de locatie waar je les hebt.. Deze medewerkers regelen alle zaken voor de studenten; gevraagde documenten voor de start van de opleiding, de onderwijsovereenkomst en de BPV overeenkomst. Zij verzorgen ook de correspondentie met je huisadres of ( in geval van minderjarigheid) met je ouders. Het is belangrijk de administratie op de hoogte te brengen van adres- en telefoonwijzigingen. Contactgegevens: Rosestraat Receptie Onderwijsleider Administratie:

Naam Sander Peters Enide van Vliet

telefoon 010-2901010 06-26972622

e-mail [email protected] [email protected]


Bijlage 1: TRANSPARANTIE ONDERWIJS PROGRAMMERING (TOP - model) Naam instelling : Albeda College Brinnummer : 00GT Naam opleiding : Verzorgende – IG & Medewerker Maatschappelijk Zorg ; beroepsopleidend, standaard Crebonummer : 95530 & 92650 Cohort : 2013– 2015 Toepassing Wet op de Studiefinanciering (van toepassing bij BOL) Naar het oordeel van het bevoegd gezag omvat elk studiejaar van bovengenoemde opleiding tenminste 850 klokuren, zoals neergelegd in artikel 9, lid 1a van de Wet op de studiefinanciering en de 1 nadere invullingen die daarna zijn gegeven. Toepassing Transparante Onderwijsprogrammering Naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet de programmering aan het Convenant inzake onderwijsprogrammering in het middelbaar beroepsonderwijs; d.d. 4 / 9 juli 2001 en brief Ministerie OC&W BVE/B/2002/731. studiejaar 1 2 3 Begeleid leren: Leren in de school 405 365 365 Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan lessen wordt besteed Leren in de arbeidssituatie Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan 480 640 640 beroepspraktijkvorming wordt besteed Het totaal aantal klokuren dat wordt besteed aan de andere, hieronder genoemde activiteiten die binnen het kader van de opleiding worden aangeboden: 1 Introductie 20 2 Studieloopbaanbegeleiding 100 80 40 3 BPV – begeleiding 30 20 20 4 Nederlands 30 30 20 5 Rekenen 30 30 20 6 Burgerschap 30 15 15 7 Examinering (waaronder Proeve) 20 WSF en TOP - model: Subtotaal aantal klokuren In Instellingstijd Verzorgd Onderwijs volgens 1125 1180 1140 Studiehandleiding 2011 TOP - model: 475 420 460 Aantal klokuren onbegeleid leren TOP - model: 1600 1600 1600 Totaal aantal klokuren

Ondertekening: Plaats

: Rotterdam

Datum: 01 juli 2013

Namens het bevoegd gezag: S. Peters:

1

Zie uitleg OcenW-Regelingen van 3 december 1997, nr 30


TRANSPARANTIE ONDERWIJS PROGRAMMERING (TOP - model) Naam instelling Brinnummer Naam opleiding Crebonummer Cohort

: Albeda College : 00GT : Verzorgende – IG & Medewerker Maatschappelijk Zorg; beroepsbegeleidend, dagvariant : 95530 & 92650 : 2013– 2015

Toepassing Wet op de Studiefinanciering (van toepassing bij BOL) Naar het oordeel van het bevoegd gezag omvat elk studiejaar van bovengenoemde opleiding tenminste 850 klokuren, zoals neergelegd in artikel 9, lid 1a van de Wet op de studiefinanciering en de 2 nadere invullingen die daarna zijn gegeven. Toepassing Transparante Onderwijsprogrammering Naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet de programmering aan het Convenant inzake onderwijsprogrammering in het middelbaar beroepsonderwijs; d.d. 4 / 9 juli 2001 en brief Ministerie OC&W BVE/B/2002/731. studiejaar 1 2 3 Begeleid leren: Leren in de school 176 196 176 Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan lessen wordt besteed Leren in de arbeidssituatie Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan 1120 1120 1120 beroepspraktijkvorming wordt besteed Het totaal aantal klokuren dat wordt besteed aan de andere, hieronder genoemde activiteiten die binnen het kader van de opleiding worden aangeboden: 1 Introductie, afronding 20 2 Studieloopbaanbegeleiding 30 30 30 3 Nederlands 20 20 20 4 Rekenen 20 20 20 5.Burgerschap 14 14 14 6.Examinering (waaronder Proeve en CGI)) 20 WSF en TOP - model: Subtotaal aantal klokuren In Instellingstijd Verzorgd Onderwijs volgens 1400 1400 1400 Studiehandleiding 2011 TOP - model: 200 200 200 Aantal klokuren onbegeleid leren TOP - model: 1600 1600 1600 Totaal aantal klokuren

Ondertekening: Plaats:

Rotterdam

Datum: 1 juni 2013

Namens het bevoegd gezag S. Peters

2

Zie uitleg OcenW-Regelingen van 3 december 1997, nr 30


Bijlage 2: Overzicht beroepstaken, werkprocessen met competenties in relatie tot de kerntaken Vertaling KD 2012-2013 cohort vanaf 2012-2013 Inleiding Je wordt opgeleid voor Verzorgende-IG en Medewerker maatschappelijke zorg. De opleidingen zijn in het leerplan en het toetsen examenplan samengevoegd. In onderstaand overzicht worden per beroepstaak de werkprocessen van de opleidingen VIG en MMZ beschreven.

Beroepstaak A: Ondersteunen bij huishouden en wonen Beroepsproducten Werkprocessen VIG Competenties Werkprocessen MMZ VIG Plannen van 1.1 Stelt mede het zorgplan op D, H, J, K, M 1.1 Inventariseert de hulpvragen van de cliënt werkzaamheden 1.1/1.1 Inventariseert de hulpvraag en stelt (mede) het zorgplan op

Competenties MMZ D, N D, H, J, K, M, N

In de eerste kolom staan de beroepsproducten die vallen onder de betreffende beroepstaak. In de 2e kolom staat het werkproces van de VIG met in de 3e kolom de bijbehorende competenties In de 3e kolom staat het werkproces van de MMZ met in de 4e kolom de bijbehorende competenties. Om de beoordelings- en feedbackformulieren overzichtelijk en duidelijk te houden voor de beoordelaars van de opleiding en in de praktijk is gekozen om de gekoppelde werkprocessen één naam te geven en de competenties gezamenlijk te noemen. Deze naam en competenties vindt u in vetgedrukt, blauw. Aan het einde van dit document is een overzichtelijke tabel van de competenties per opleiding weergegeven.


VIG: Kerntaak 1 MMZ: Kerntaken 1 en 2 Beroepstaak A: Ondersteunen bij huishouden en wonen Beroepsproducten A1 Plannen van werkzaamheden

Werkprocessen VIG

Competenties Werkprocessen MMZ VIG 1.2 Stelt mede het zorgplan op D, H, J, K, M 1.1 Inventariseert de hulpvragen van de cliënt 1.1/1.1 Inventariseert de hulpvraag en stelt (mede) het zorgplan op 1.10 Stemt de zorgverlening af

3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen 1.10/3.3 Stemt de werkzaamheden en zorgverlening af met betrokkenen 1.11 Evalueert de zorgverlening

A2 Huishoudelijk werk

E, Q

D, J, M

3.6 Evalueert de geboden ondersteuning

1.11/ 3.6 Evalueert de zorgverlening en geboden ondersteuning 1.2 Biedt persoonlijke verzorging E, F, J, R 2.1 Ondersteunt de cliënt bij en observeert gezondheid en verzorging welbevinden

persoonlijke

Competenties MMZ D, N D, H, J, K, M, N E, Q E, Q D, J, M D,J,M C, D, F, K

1.2/ 2.1 Ondersteunt bij de persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt de zorgvrager C, D, R 2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding

C, D,E, F, J,K R C, D, L, Q

1.5 / 2.3 Begeleidt de cliënt

C, D, L, Q, R

1.7 Ondersteunt bij huishouden L, R, T 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en en wonen huishouden 1.7 / 2.2 Ondersteunt de client bij wonen en huishouden

C, L, R, T C,L, R, T


Beroepstaak B: Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg

B1

Beroepsproducten

Werkprocessen VIG

Plannen van zorg

1.1 Stelt mede het zorgplan op

B3

Basiszorg

Crisissituaties

Werkprocessen MMZ

1.1 Inventariseert de hulpvragen van de cliënt 1.1/1.1 Inventariseert de hulpvraag en stelt (mede) het zorgplan op 1.10 Stemt de zorgverlening af

B2

Competenties VIG D, H, J, K, M

Competenties MMZ D, N D, H, J, K, M, N

E, Q

3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen 1.10/3.3 Stemt de werkzaamheden en zorgverlening af met betrokkenen

E, Q

1.11 Evalueert de zorgverlening D, J, M 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning 1.11/ 3.6 Evalueert de zorgverlening en geboden ondersteuning

D, J, M D,J,M

1.2 Biedt persoonlijke verzorging E, F, J, R 2.1 Ondersteunt de cliënt bij persoonlijke en observeert gezondheid en verzorging welbevinden 1.2/ 2.1 Ondersteunt bij de persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5 Begeleidt de zorgvrager C, D, R n.v.t beroepstaak B

C, D, F, K

1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

n.v.t

E, T, V

n.v.t. geen werkproces bij MMZ

C, D,E, F, J,K R n.v.t


Beroepstaak C: Ondersteunen bij begeleiden

C1

Beroepsproducten

Werkprocessen VIG

Voorlichting, advies en instructie

1.8 Geeft, voorlichting, advies en instructie

Competenties VIG I, L

Werkprocessen MMZ

C, D, R

2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden

n.v.t

Competenties MMZ n.v.t

(LET OP: vanaf gevorderde fase)

C2

Psychosociale begeleiding (LET OP: VIG alleen beginnersfase) Voor VIG/MMZ een C2 inrichten in de gevorderde fase

C3

1.5 Begeleidt een zorgvrager

C, L, R, T

2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding 1.5 / 2.2 / 2.3 Ondersteunt en begeleidt een cliënt bij wonen, huishouden en dagbesteding

C, D, L, Q C, D, L, R, T, Q

1.11 Evalueert de zorgverlening D, J, M 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning 1.11/ 3.6 Evalueert de zorgverlening en geboden ondersteuning

D, J, M D,J,M

Groepsbegeleiding 1.6 Begeleidt een groep zorgvragers

C, U

2.4 Begeleid een groep cliënten op sociaal maatschappelijk gebied

C, E, L, Q, U

1.6 / 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal maatschappelijk gebied

C, E, L, Q, U

1.11 Evalueert de zorgverlening

D, J, M

D, J, M

3.6 Evalueert de geboden ondersteuning

1.11/ 3.6 Evalueert de zorgverlening en geboden ondersteuning

D,J,M


Beroepstaak D: Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen Beroepsproducten D

Werkprocessen VIG

Verpleegtechnische 1.1 Stelt mede het zorgplan op handelingen 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.5 Begeleidt de zorgvrager 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening

Competenties VIG D, H, J, K, M

Werkprocessen MMZ n.v.t.

Competenties MMZ n.v.t

E, F, J, R

n.v.t.

n.v.t

K, L, T

n.v.t.

n.v.t

C, D, R

n.v.t.

n.v.t

I, L

n.v.t.

n.v.t

E, Q D, J, M

n.v.t. n.v.t.

n.v.t n.v.t


VIG: Kerntaak 2 MMZ: Kerntaak 3 Beroepsproducten E1

E2

E3

Werkprocessen VIG

Competenties Werkprocessen MMZ VIG K 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en bewaken van de kwaliteitszorg

Deskundigheidsbevordering 2.1 Werkt aan en professionalisering deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 2.1 / 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Kwaliteitszorg

Werkbegeleiding

Competenties MMZ K

K

2.2 Werkt aan het bevorderen T 3.2 Werkt aan het bevorderen en en bewaken van de kwaliteitszorg bewaken van de kwaliteitszorg 2.2 / 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

T

2.3 Geeft werkbegeleiding

n.v.t

C

n.v.t

T

*Valt niet onder de certificeerbare eenheid.


Competentieoverzicht A B C D E F H I J K L M Q R T U V W X

Beslissen en Activiteiten initiëren Aansturen Begeleiden Aandacht en begrip tonen Samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Analyseren Plannen en organiseren Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Instructies en procedures opvolgen Omgaan met verandering en aanpassen Met druk en tegenslag omgaan Gedrevenheid en Ambitie tonen Ondernemend en Commerciel handelen

MMZ MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ VIG & MMZ MMZ MMZ


Bijlage 3: Overzicht periodes en ijkmomenten/ Toets-examenplan (Voor een uitgebreide beschrijving van de inhoud van het IJkmoment zie Opdrachtenboek beginner, gevorderd en startbekwaam) Voor Nederlands en rekenen: zie portfolio Nederlands en rekenen Een beoordeling van de werkgever (bij BBL – studenten) voor zover en indien aanwezig wordt in het IJkmoment meegenomen

Overzicht periodes en ijkmomenten VIG/MMZ Beginnerfase Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

A: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Oriëntatie op het leren Oriëntatie in de praktijk Oriëntatie in het beroep A1: Plannen van werkzaamheden A2: Huishoudelijk werk

A1: Plannen van werkzaamheden A2: Huishoudelijk werk

B: Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg

B2: Basiszorg

B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3: Crissituaties

B1: Plannen van zorg B2: Basiszorg B3: Crisissituaties

B2 Basiszorg

C2: Psychosociale begeleiding

C2:Psychosociale begeleiding

C2:Psychosociale begeleiding C3:Groepsbegeleiding

1.1,1.2,1.4,1,5,1.7,1,9,1.10,1.11 1.1,2.1,2.2,2.3,3.3,3.6 C,D,E,F,H,J,K,L,M,N,Q,R,T,V

1.1,1.2,1.4,1,5,1,9,1.10,1.11 1.1,2.1,2.2,2.3,3.3,3.6 C,D,E,F,H,J,K,L,M,N,Q,R,T,V

1.2,1.5,1.6,1.11 2.1,2.2,2.3,3.4,3.6 C,D,E,F,J,K,L,R,M,Q,R,T,U

Beroepstaken Kennis Vaardigheden/ houding Oriëntatie

C: Begeleiding

Werkprocessen Competenties

1.1,1.2,1.4,1,5,1.7,1.10,1.11 1.1,2.1,2.2,2.3,3.3,3.6 C,D,E,F,H,J,K,L,M,N,Q,R,T

Toetsing

Beroepsopdracht A startbekwaam Beroepsopdracht B beginner Beroepsopdracht C beginner

Casustoets A startbekwaam

Casustoets A startbekwaam Casustoets B beginner Casustoets C beginner

IJkmoment

Kennistoets beroepstaak B, 1e deel

Kennistoets beroepstaak B, 2e deel Kennistoets beroepstaak B, 3e deel

Nederlands: instaptoets 1F Rekenen: instaptoets 1F

Nederlands: deeltoets 1F Rekenen: deeltoets 1F

Nederlands: eindtoets 1F Rekenen: eindtoets 1F

1: 8-12 weken Kun je de opleiding vervolgen?

2: 14-22 weken Kun je de opleiding vervolgen?

Aanwezigheid Beroepshouding Competentiegroei Nederlands Rekenen

Aanwezigheid Beroepshouding Competentiegroei Kennistoetsen Nederlands Rekenen

NVT

3: 28-40 weken Kun je naar de gevorderde fase? Aanwezigheid Beroepshouding Beroepsopdrachten Burgerschap Casustoetsen Competentiegroei Kennistoetsen Nederlands Rekenen Wergeversbeoordeling (indien aanwezig)


Toets- en examenplan Opleidingspecifiek deel Verzorgende-IG & MMZ Instelling: Albeda College

branche Gezondheidszorg

BBL en BOL

Kwalificatie: Verzorgende – IG & MMZ

Crebo 95530 & 92650

Cohort 2012-2015

Naam toets Startbekwame opdracht Beroepstaak A Ondersteunen bij huishouden en wonen Casustoets Startbekwaam Beroepstaak A Ondersteunen bij huishouden en wonen

Beroepstaak A

A

Werkproces

Competenties

Toetsvorm

1.1;1.2;1.5; 1.7; 1.10; 1.11

C. D. E. F. H. I. J. K .L. M. Q. R. T C. D. E. F. H. I. J. K. L. M. Q. R. T.

Opdracht

1.1, 1.2, 1.5, 1.7, 1.10; 1.11

Schriftelijke vragen

Periode Plaats toets / afname examen e e 2 helft 1 jaar BPV e

e

2 helft 1 jaar School

Weging 1

1


Instelling: Albeda College


BBL en BOL


Crebo 95530 & 92650

Cohort 2012-2015

Naam toets Beginneropdracht Beroepstaak B Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Beroepstaak B

Werkproces

Competenties

Toetsvorm

1.1; 1.2; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11

C. D. E. F. H. J. K. M. Q. R. T. V

Opdracht

Periode afname e 1 jaar

1

e

BPV

1

e

School

1

e

BPV

1

e

School

1

1.1, 1.2, 1.5, 1.9; 1.10; 1.11

C. D. E. F. H. J. Schriftelijke K. M. Q. R. T. V. vragen

1 jaar

Gevorderde opdracht Beroepstaak B Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

B

1.1; 1.2; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11

C. D. E. F. H. J. K. M. Q. R. T. V

Opdracht

2 jaar

Casustoets gevorderde Beroepstaak B Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Startbekwame opdracht Beroepstaak B Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

B

Schriftelijke vragen Opdracht

2 jaar

Casustoets Startbekwaam Beroepstaak B Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

B


3 jaar

C. D. E. F. H. J. K .L. M. Q. R. T. V

1

School

B

1.1; 1.2; 1.3; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11

Weging

e

Casustoets Beginner Beroepstaak B Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

B

Plaats toets / examen BPV

3 jaar




BBL en BOL


Crebo 95530 & 92650

Cohort 2012-2015

Naam toets Beginneropdracht Beroepstaak C Ondersteunen bij begeleiding Casustoets Beginner Beroepstaak C Ondersteunen bij begeleiding Gevorderde opdracht Beroepstaak C Ondersteunen bij begeleiding Casustoets Gevorderde Beroepstaak C Ondersteunen bij begeleiding Startbekwame opdracht Beroepstaak C Ondersteunen bij begeleiding Casustoets Startbekwaam Beroepstaak C Ondersteunen bij begeleiding

Beroepstaak C

Periode afname e 1 jaar

Werkproces

Competenties

Toetsvorm

1.5; 1.6; 1.11

C.D.J.M.R.U

Opdracht

C

1.5;1.6; 1.11

C.D.J.M.R.U


1 jaar

C

1.5; 1.6; 1.8; 1.11

C. D. I. J. L. M. R. U

Opdracht

2 jaar

Schriftelijke vragen Opdracht

2 jaar


3 jaar

C C

1.5; 1.6; 1.8; 1.11

C. D. I. J. L. M. R. U

C

Plaats toets / examen BPV

Weging 1

e

School

1

e

BPV

1

e

School

1

e

BPV

1

e

School

1

3 jaar




BBL en BOL


Crebo 95530 & 92650

Cohort 2012-2015

Naam toets

Beroepstaak D

Werkproces

Competenties

1.1; 1.2; 1.3; 1.5; 1.8; 1.10; 1.11

C.D.E..F.H.I.J.K. Schriftelijke L.M.T.Q.R vragen

Vaardighedentoets Beroepstaak D verplichte D vaardigheden Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen

1.3

K.L.T

Casustoets Beroepstaak D Vaardigheden naar D keuze Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen

1.1; 1.2; 1.3; 1.5; 1.8; 1.10; 1.11

Vaardighedentoets Beroepstaak D D Vaardigheden naar keuze Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen

Casustoets Beroepstaak D verplichte vaardigheden Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen

Toetsvorm

e

1

1

C.D.E..F.H.I.J.K. Schriftelijke L.M.T.Q.R vragen


1

1.3

K.L.T

2 jaar

Startbekwame opdracht Beroepstaak D D Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen

1.2; 1.2; 1.3; 1.5; 1.8; 1.10; 1.11

C.D.E..F.H.I.J.K. Opdracht L.M.T.Q.R

3 jaar

rekentoets

1.3

T

2 jaar

Vaardighedentoets in simulatie


2 jaar

Weging

School

D

Vaardighedentoets in simulatie

Periode Plaats toets / afname examen e e 1 helft 2 jaar School

e

e

e

School

1

e

BPV

1

e

School

1




BBL en BOL


Crebo 95530 & 92650

Cohort 2012-2015

Naam toets Gevorderde opdracht Beroepstaak E Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken Casustoets gevorderde Beroepstaak E Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken Startbekwame opdracht Beroepstaak E Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken Casustoets Startbekwaam Beroepstaak E Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken

Beroepstaak E

Werkproces

Competenties

Toetsvorm

2.1; 2.2; 2.3

K.T.C

Opdracht

E

E

2.1; 2.2; 2.3

K.T.C.

E

Periode Plaats toets / afname examen e e 2 helft 2 jaar BPV e

e



Opdracht

3 jaar


3 jaar

Weging 1

1

e

BPV

1

e

School

1



BBL en BOL


Cohort 2012-2015

Naam toets

Werkproces

Kennistoets 1 (behorend bij B beginner)

1.1; 1.2; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11 1.1; 1.2; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11 1.1; 1.2; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11 1.1; 1.2; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11 1.1; 1.2; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11 1.1; 1.2; 1.5; 1.9; 1.10; 1.11

Kennistoets 2 ( behorend bij B beginner) Kennistoets 3 ( behorend bij B beginner) Kennistoets 4 (behorend bij B gevorderd) Kennistoets 5 (behorend bij B gevorderd) Kennistoets 6 (behorend bij B gevorderd)

Competenties C. D. E. F. H. J. K. M. Q. R. T. V C. D. E. F. H. J. K. M. Q. R. T. V C. D. E. F. H. J. K. M. Q. R. T. V C. D. E. F. H. J. K. M. Q. R. T. V C. D. E. F. H. J. K. M. Q. R. T. V C. D. E. F. H. J. K. M. Q. R. T. V

Digitaal

Periode Plaats toets / Weging afname examen e e 1 helft 1 jaar school 1

Digitaal

2 helft 1 jaar school

Digitaal


Digitaal


Digitaal Digitaal

Toetsvorm

e

e

1

e

e

1

e

e

1


e

e

1

2e helft 2e jaar

1

school


TOETSPLAN NEDERLANDS Instelling: Albeda College

branche Gezondheidszorg Kwalificatie: Verzorgende & MMZ

NEDERLANDS

niveau 3

Crebo: 95530 & 92650

Cohort 2012-2013, 2013-2014, 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017

Generieke vaardigheden Nederlands 2F: Naam toets

Vaardigheden

Schrijven

-Correspondentie Schriftelijk -Formulieren invullen, berichten, advertenties en aantekeningen -Verslagen, werkstukken, samenvattingen, artikelen -Een monoloog houden Mondeling

Spreken

Toetsvorm

Periode afname

Plaats toets / examen

Weging

Startbekwame fase

Instelling

1

Startbekwame fase

Instelling

1

Gesprekken voeren -Deelname aan discussie/ overleg -Informatie uitwisselen Luisteren Centraal examen Cito

Mondeling

Startbekwame fase

Instelling

1

Schriftelijk

Startbekwame fase

Instelling

1

Lezen

Schriftelijk

Startbekwame fase

Instelling

1

Mondeling Schriftelijk

Startbekwame fase

Praktijkorganisatie

1

Taaltaken

Centraal examen Cito

-luisteren, lezen, spreken, gesprekken voeren -schrijven Diploma behaald in: 12-13: resultaat Nederlands telt niet mee. 13-14: resultaat Nederlands telt niet mee 14-15: Resultaat Nederlands telt niet mee

15-16: Resultaat NEDERLANDS telt WEL mee voor het diploma. Student moet voor NEDERLANDS tenminste een 5 behaald hebben.


Vanaf 16-17: Resultaat NEDERLANDS telt WEL mee het diploma. Student moet voor NEDERLANDS en REKENEN een 5 en een 6 behaald hebben (in willekeurige volgorde)

TOETSPLAN REKENEN Instelling: Albeda College


niveau 3, BOL/BBL

REKENEN

Kwalificatie: Verzorgende & MMZ

Cohort 2012-2013, 2013-2014, 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017

Crebo: 95530 7 92650

Generieke vaardigheden rekenen 2F: Naam toets

Vaardigheden

Toetsvorm

Periode afname

Plaats toets / examen

Weging

CITO centraal eindexamen 2F

Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden

Schriftelijk

Startbekwame fase

instelling

1

Mondeling Schriftelijk

Startbekwame fase

praktijkorganisatie

1

Rekentaken

Diploma behaald in: 12-13: resultaat rekenen telt niet mee. 13-14: resultaat rekenen telt niet mee. 14-15: resultaat rekenen telt niet mee. 15-16: resultaat rekenen telt niet mee. Vanaf 16-17: resultaat rekenen telt WEL mee voor het diploma. De student moet voor NEDERLANDS en REKENEN tenminste een 5 en een 6 behaald hebben (in willekeurige volgorde).


Bijlage 4: periode indeling en vakantiedata Week 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22

datum ma 02 sept - vr 06 sept 2013 ma 09 sept - vr 13 sept 2013 ma 16 sept - vr 20 sept 2013 ma 23 sept - vr 27 sept 2013 ma 30 sept - vr 04 okt 2013 ma 07 okt - vr 11 okt 2013 ma 14 okt - vr 18 okt 2013 ma 21 okt - vr 25 okt 2013 ma 28 okt - vr 01 nov 2013 ma 04 nov - vr 08 nov 2013 ma 11 nov - vr 15 nov 2013 ma 18 nov - vr 22 nov 2013 ma 25 nov - vr 29 nov 2013 ma 02 dec - vr 06 dec 2013 ma 09 dec - vr 16 dec 2013 ma 16 dec - vr 20 dec 2013 ma 23 dec - vr 27 dec 2013 ma 30 dec - vr 03 jan 2014 ma 06 jan - vr 10 jan 2014 ma 13 jan - vr 17 jan 2014 ma 20 jan - vr 24 jan 2014 ma 27 jan - vr 31 jan 2014 ma 03 feb - vr 07 feb 2014 ma 10 feb - vr 14 feb 2014 ma 17 feb - vr 21 feb 2014 ma 24 feb - vr 28 feb 2014 ma 03 mrt - vr 07 mrt 2014 ma 10 mrt - vr 14 mrt 2014 ma 17 mrt - vr 21 mrt 2014 ma 24 mrt - vr 28 mrt 2014 ma 31 mrt - vr 04 apr 2014 ma 07 apr - vr 11 apr 2014 ma 14 apr - vr 18 apr 2014 ma 21 apr - vr 25 apr 2014 ma 28 apr - vr 02 mei 2014 ma 05 mei - vr 09 mei 2014 ma 12 mei - vr 16 mei 2014 ma 19 mei - vr 23 mei 2014 ma 26 mei - vr 30 mei 2014

23 24 25 26 27 28 29

ma 02 juni - vr 06 juni 2014 ma 09 juni - vr 13 juni 2014 ma 16 juni - vr 20 juni 2014 ma 23 juni - vr 27 juni 2014 ma 30 juni - vr 04 juli 2014 ma 07 juli - vr 11 juli 2014 ma 14 juli - vr 18 juli 2014

bijzonderheden eerste schoolweek

Herfstvakantie

Kerstvakantie Kerstvakantie

Voorjaarsvakantie

vrijdag 18 april Goede Vrijdag ma 21 april 2e Paasdag meivakantie

do 29 mei Hemelvaartsdag en vrijdag 30 mei verplichte vrije dag

periode week 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4

maandag 9 juni 2e Pinksterdag

5 6 7 8 9 10 11


Bijlage 5: Verklarende Begrippenlijst Term

Verklaring/ definitie

Actoren

De betrokkenen (personen, organisaties en instanties) bij de uitvoering van toetsing en / of examinering

Assessment

Ieder moment waarop de student formeel beoordeeld wordt. Dit gebeurt tijdens de IJkmomenten. Er zijn IJkmomenten die gericht zijn op de voortgang/ ontwikkeling van de student en er zijn IJkmomenten waarop besloten wordt of de student door kan naar een volgende fase.

Assessor

Een onafhankelijk beoordelaar die de bewijslast van studenten waardeert in relatie tot de ijkmomenten/examendossier en een advies geeft m.b.t. de studievoortgang resp. kwalificering van de student.

Beroepsopdracht

Een opdracht in een beroepspraktijk waarmee de student aantoont competent te zijn in de uitvoering van de beroepstaak die hoort bij de fase van de opleiding. Soms wordt de beroepsopdracht in simulatie afgenomen.

Beroepsproduct

Een door de beroepsbeoefenaar te leveren dienst (immaterieel) of product (materieel) in de context van het beroep.

Beroepstaak

Een herkenbare taak / onderdeel van het werk (beroep) en bevat een cluster van werkprocessen / competenties uit het kwalificatiedossier.

Beroepsvereisten

De in het Kwalificatiedossier beschreven wettelijke vereisten waaraan de student aan het einde van de opleiding moet voldoen conform Wet BIG

Bewijs

Producten (bijvoorbeeld geschreven feedback, beoordelingen of in andere vorm) van activiteiten, opdrachten en toetsen

Casustoets

De casustoets test de toegepaste kennis van een student behorende bij een beroepstaak.

Certificeerbare eenheid

Binnen een kwalificatiedossier kan een deel van de werkzaamheden in een bepaald beroep als Certificeerbare Eenheid worden onderscheiden. Zie verdere uitwerking van het vigerende Kwalificatiedossier.

Examenwaardige opdracht

Opdracht op eindniveau van de kwalificatie, die beoordeeld wordt door een onafhankelijke beoordelaar.

Examendossier

Een verzameling bewijsstukken waarmee de student aantoont alle werkprocessen / competenties behorende bij de kwalificatie te bezitten en te kunnen gebruiken in meerdere (zorg)settings.

Feedback

Informatie die de student ontvangt naar aanleiding van zijn/haar handelen.


3600 feedback

Een instrument waarmee feedback wordt verzameld van meerdere beoordelaars. (bijvoorbeeld van de docent of begeleider, van een medestudent, of van een opdrachtgever uit het werkveld)

Ondersteuningsmagazijn Een gestructureerde verzameling van middelen om het leren van de student te ondersteunen, zowel in de praktijk als in de school. PAP

Persoonlijk Activiteiten Plan

POP

Persoonlijk Ontwikkel Plan

Portfolio

In het (digitaal) portfolio worden de door de student ontwikkelde producten/documenten verzameld. Een selectie hiervan neemt de student op in een showportfolio, dat wordt voorgelegd aan de assessor in het IJkmoment. Bewijsstukken van behaalde werkprocessen / competenties op eindniveau van de kwalificatie zijn examenwaardig en worden toegevoegd aan het Examendossier.

Proeve

De proeve zijn meerdere samenhangende activiteiten, die deel uitmaken van het examen en bestaat uit: het handelingsdeel de startbekwame beroepsopdrachten, de schriftelijke voorbereiding op het verantwoordingsgesprek en het verantwoordingsgesprek.

Startbekwame opdracht

Opdracht op eindniveau van de kwalificatie, waarop de student feedback krijgt van zijn docent / begeleider. Een positief beoordeelde Startbekwame opdracht wordt opgenomen in het Examendossier.

Studiehandleiding

Het document waarmee de onderwijsinstelling haar zorgplicht naar de student nakomt. De student moet tijdig en volledig worden geïnformeerd onder andere over het onderwijsprogramma en de examinering.

SLB

Studieloopbaanbegeleider is een docent die tijdens de opleiding de student begeleidt / ondersteunt bij zijn/haar ontwikkeling.

Toetsmagazijn

Een gestructureerde verzameling van feedbackinstrumenten, zelftests en toetsen die de student gebruikt om zijn ontwikkeling, kennis en kunde inzichtelijk te maken.

Waarderen

Het wegen van het totaal aan bewijslast (waaronder beoordelingen) dat de student bij het IJkmoment aanlevert, aangevuld met voortgangsdocumenten van de opleiding zoals o.a. de verzuimregistratie en mogelijk praktijkdocumenten.

IJkmoment

Een integraal beoordelingsmoment waarop de student beoordeeld wordt op zijn persoonlijke en beroepsontwikkeling.


STUDIEHANDLEIDING. Branche Gezondheidszorg Albeda College. Niveau 3 Verzorgende IG & MMZ BOL en BBL Crebonummer & 92650

Recommend Documents