O N TWIK K ELIN G VA N WA A S L A N D H A V E N NIET
DE SITE
L O G H I D D E N CI T Y
IN D E
TECHNISCHE SAMENVATTING VAN HET
MER
LOGISTICS GENERAL CONTRACTING & ENGINEERING NV
O PD R A C H T G EVER :
LOGISTICS, GENERAL CONTRACTING
UITVOERING :
W O U T ER B EYEN GERT VAN DE GENACHTE
AND ENGINEERING NV
LOGHIDDEN CITY KETENISLAAN 1 - HAVEN 1548 9130 KALLO CONTACTPERSOON :
SOFIE COPPENS,
AFWERKING :
M EI 2 0 0 7
O . R EF :
06-KAT-014
MILIEUVERANTWOORDELIJKE
U. REF :
LGCE-06-0106
060015 S TA TU S :
STRUCTUURVISIE VOOR DE NOORDELIJKE BOSGORDEL ROND ANTWERPEN
DEFINITIEF RAPPORT
02-B&B71-R04
1
COLOFON
I
COLOFON Titel:
Ontwikkeling van de site Loghidden City in de Waaslandhaven Niet technische samenvatting van het projectMER
Jaar van uitvoering:
2006 - 2007
Opdrachtgever:
Logistics, general contracting and engineering nv Burcht Singelberg Ketenislaan 1 – Haven 1548 9130 Kallo Tel: 03 570 66 95 Fax: 03 570 66 60 www.katoennatie.com
Contactpersonen opdrachtgever:
Sofie Coppens,
[email protected] Kurt Dupon,
[email protected]
Opdrachthouder:
AEOLUS bvba Vroentestraat 2b 3290 Diest Tel: 013 35 55 72 Fax: 013 55 69 48 e-mail:
[email protected] www.aeolus-milieu.be
Auteur:
Wouter Beyen
Werkten mee aan het MER
Wouter Beyen
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
Aeolus
coördinatie, deskundige fauna en flora
Gert Van de Genachte
Aeolus
coördinatie, deskundige mens
Koen Van de Sompele
Omgeving cvba
deskundige mens-mobiliteit
Stijn Derkinderen
Omgeving cvba
medewerker discipline mobiliteit
Jan Verstraeten
Lucht en Natuur
deskundige lucht
Guy Putzeys
dB(A)-plan
deskundige geluid
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
II
INHOUDSTAFEL COLOFON --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- I INHOUDSTAFEL -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------II LIJST VAN FIGUREN----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------III LIJST VAN TABELLEN -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------III 1
PROJECTBESCHRIJVING---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1 1.1 1.2 1.3
SITUERING-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1 BESCHRIJVING --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------2 VERANTWOORDING PROJECT ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------3
2
MOGELIJKE GEVOLGEN VOOR HET MILIEU----------------------------------------------------------------------------------------------------------3
3
BESCHRIJVING VAN DE MILIEU-EFFECTEN -----------------------------------------------------------------------------------------------------------5 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4
DISCIPLINE MENS – VERKEER ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------5 DISCIPLINE LUCHT ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------7 DISCIPLINE GELUID --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------7 DISCIPLINE DIEREN EN PLANTEN -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------9 DISCIPLINES BODEM- EN WATER --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 10 DISCIPLINE LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE --------------------------------------------------------------------------------- 11 OVERIGE DISCIPLINES --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 11 EINDBESPREKING----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 12
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
III
LIJST VAN FIGUREN FIGUUR 1: SITUERING VAN DE SITES KALLO INDUSTRIES EN LOGHIDDEN CITY IN DE BAYVERVLAKTE OP TOPOGRAFISCHE KAART EN LUCHTFOTO --------1 FIGUUR 2: SITUERING MAGAZIJNEN, WEGENIS, SPORENBUNDEL EN AANSLUITING OP DE INFRASTRUCTUUR OP DE SITES LOGHIDDEN CITY EN KALLO INDUSTRIES --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------2 FIGUUR 3: MILDERENDE MAATREGELEN VANUIT DE DISCIPLINE MOBILITEIT -------------------------------------------------------------------------------------------6 FIGUUR 4A: GELUIDSCONTOUREN VERKEER IN DE REFERENTIE (2015)--------------------------------------------------------------------------------------------------8 FIGUUR 4B: GELUIDSCONTOUREN VERKEER INCLUSIEF GEGENEREERD VERKEERD KALLO INDUSTRIES EN LOGHIDDEN CITY ----------------------------------8 FIGUUR 5A: GELUIDSCONTOUREN LOGISTIEK VERKEER: SMV TRUCK OP KRAANBAANRAILS NAAST INTERNE SPOORBUNDEL ----------------------------------8 FIGUUR 5B: GELUIDSCONTOUREN LOGISTIEK VERKEER: HEFTRUCKS IN NOORDELIJKE DEEL VAN LOGHIDDEN CITY ---------------------------------------------8 FIGUUR 6: SITUERING NATUURGEBIEDEN WAARNAAR DE RUGSTREEPPADDEN VERHUISDEN EN DE ORCHIDEEËN VOLGENS AFSPRAAK ZULLEN VERHUIZEN -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 10
LIJST VAN TABELLEN TABEL 1: HET BEREKENDE AANTAL VOERTUIGEN VAN EN NAAR LOGHIDDEN CITY EN KALLO INDUSTRIES -------------------------------------------------------3 TABEL 2: DE VERSCHILLENDE SCENARIO’S WAARMEE DE VERKEERSDESKUNDIGE REKENING HIELD ---------------------------------------------------------------4
LIJST VAN KAARTEN De kaarten zijn ingevoegd achter de tekst. Kaart 1: Infrastructuurkaart in de ruime omgeving van het studiegebied Kaart 2: Infrastructuurkaart met wegen, spoorwegen en waterwegen in de onmiddellijke omgeving van het studiegebied
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
1
1 PROJECTBESCHRIJVING Het mer-plichtige project is de ontwikkeling van de site Loghidden City door LGCE nv in de Waaslandhaven. Loghidden City is een terrein van 89 ha groot. De ontwikkeling betekent de bouw van magazijnen en opslagloodsen voor de logistieke behandeling van chemische stoffen (plastics, poeders) en consumentengoederen (speelgoed, sportartikelen) en voor de doorvoer (aanvoer via zeeschip, afvoer via binnenschip of kustvaarder zonder een behandeling) van goederen. Door deze ontwikkeling zal het huidige bodemgebruik permanent verdwijnen. Omdat de oppervlakte groter is dan 50 ha is het project milieueffectrapportage plichtig.
1.1
SITUERING De site Loghidden City is gelegen in de noordelijke helft van de zogenaamde Bayervlakte in de Waaslandhaven. De Bayervlakte is het gebied omsloten door de R2 en de Ketenislaan en dat is ingekleurd op de linkerhelft van figuur 1. Rondom Loghidden City liggen sites van Lanxess (rubberchemie), Bayer (stort inert afval), Hexion en Kallo Industries (Figuur 1). De laatste site is in volle uitbouw en kende een gelijkaardige ontwikkeling als Loghidden City zal kennen (Figuur 2). Bovendien behoren beide sites tot dezelfde groep, namelijk Katoen Natie. Omwille hiervan onderzocht dit MER een aantal milieueffecten van beide sites samen: namelijk de effecten van het gegenereerd verkeer en de ermee verbonden effecten op lucht (uitlaatgassen) en geluid. Voor de receptordiscipline dieren en planten werden enkel de verstoringseffecten cumulatief onderzocht. De meest nabij locatie waar deze effecten te verwachten zijn is het Ketenisseschor (ligging op figuur 2). Effecten van direct ruimteverlies onderzocht de deskundige enkel voor Loghidden City. Dit gold ook voor de effecten van de overige disciplines.
Figuur 1: Situering van de sites Kallo Industries en Loghidden City in de Bayvervlakte op topografische kaart en luchtfoto Legende figuur links: blauw = Hexion, groen = site Kallo Industries, geel = site Loghidden City, rood = stortplaats Bayer, oranje = Lanxess, magenta = maatschappij linkeroever
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
2
Ketenisseschor
Lichterterminal Fase 2 Loghidden City
Fase 1 Loghidden City
Kallo Industries
67 ha
22 ha
95 ha
Waaslandhaven Noord Figuur 2: situering magazijnen, wegenis, sporenbundel en aansluiting op de infrastructuur op de sites Loghidden City en Kallo industries
1.2
BESCHRIJVING LGCE zal de site Loghidden city, analoog aan de site Kallo Industries, ontwikkelen tot een logistiek park waarin naast logistieke ook semi-industriële activiteiten zullen plaatsvinden. De ontwikkeling betekent: voorbereidingsfase: verwijderen van de vegetatie; nivellering van het terrein, plaatsen terreinafsluiting, aanleg diepdrainage (3 tot 4 m diep), en aanleg lozingsconstructie in de Schelde; bouwfase: aanleg van een sporenbundel en kraanbaanrails, verharding van het terrein en aanleg leidingen voor water, electriciteit, bouw van magazijnen; exploitatiefase: zeven, mengen, verpakken, ompakken en herverpakken van chemicaliën, kwaliteitscontrole en verdeling van consumentengoederen, verzenden van verwerkte goederen per schip, trein of vrachtwagen. Zoals figuur 2 toont zullen de magazijnen in een blokvormig patroon worden opgericht. Iedere blok, verder in de tekst blokveld genoemd, op de figuur bestaat uit drie tot vier magazijnen van 8000 m² groot. De ruimtes tussen de blokvelden wordt met klinkers verhard. Een aantal blokvelden zullen als containerplein worden ingericht en dus volledig beklinkerd worden. De aanvoer van de goederen geschiedt vanaf de containerkaaien in de haven hetzij per binnenschip over de Schelde hetzij per vrachtwagen. In zeer beperkte mate worden goederen per trein aangevoerd. Binnenschepen meren aan en worden gelost/geladen op de lichterterminal die in het zuiden is gelegen (rechts op figuur 2). De hoofdingang en – uitgang voor het vrachtverkeer is gelegen aan de rotonde Waaslandhaven Noord. Een groot deel van Loghidden City is per spoor ontsluitbaar dankzij de aanleg van een interne sporenbundel die rechtstreeks aantakt op spoorlijn L208 van Infrabel, de beheerder van het Belgische spoorwegennet. De sporenbundel loopt grosso modo noord-zuid, centraal in de site Loghidden City. Kaart 1 toont de ruimtelijke situering van deze verschillende aan- en afvoerwegen.
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
1.3
3
VERANTWOORDING PROJECT De containertrafiek naar Antwerpen is nog steeds stijgende. De verdere uitbreiding van de Waaslandhaven zal daarom voornamelijk gebeuren met de aanleg van dokken voor containeroverslag. Met dit verwachte stijgend aanbod aan goederen die in Antwerpen toekomen zijn extra magazijnen nodig voor de logistieke behandeling van die goederen. Door deze activiteiten in de onmiddellijke nabijheid van de dokken aan te bieden, zorgt LGCE / Katoen Natie dat het transport tussen de dokken en de logistieke behandeling tot een minimum wordt herleid. In juli 2005 nam de initiatiefnemer voor de aanvoer van de goederen naar haar magazijnen een lichterkaai in gebruik (zie figuur 2). Daar lossen binnenschepen de containers voor Katoen Natie die in eerste instantie in de containerdokken, zowel op rechteroever als op linkeroever, zijn toegekomen. Door een los- en laadkade voor binnenschepen te exploiteren zorgt de initiatiefnemer voor een duurzame modal split (verklaring bij tabel 2) van de Waaslandhaven. Vanuit verkeersoogpunt is transport over het water immers te verkiezen boven transport over de weg. Met vrachtwagens worden de containers die per binnenschip toekomen vervolgens over een beperkte afstand getransporteerd naar de magazijnen van Kallo Industrie en in de toekomst ook naar Loghidden City. Indien de site voor chemische industrie ontwikkeld zou worden, zouden deze diensten elders in het havengebied moeten plaatsvinden. Nu al verwachten de havenbedrijven, verenigd in Alfaport Antwerpen, dat de beschikbare ruimte eerder beperkt is. Bovendien zijn de reeds voorziene locaties voor de logistieke behandeling van ingevoerde goederen, in tegenstelling tot Loghidden City en Kallo Industries, moeilijk tot niet ontsluitbaar over het water. Niet alleen het project zelf maar ook de locatie ervan in de haven is te verantwoorden vanuit verkeersoogpunt.
2 MOGELIJKE GEVOLGEN VOOR HET MILIEU Het type ontwikkeling veroorzaakt een belangrijke hoeveelheid verkeer. Via een bevraging van de initiatiefnemer hebben de verkeersdeskundigen gegevens verzameld waarmee ze de hoeveelheid vrachtwagens, treinen en schepen van en naar de sites konden berekenen. De gegevens werden op basis van kerncijfers omgerekend naar dezelfde volume eenheid, de TEU, waarmee het nodige aantal transportmiddelen berekend kon worden (tabel 1). Omdat de verdeling over de verschillende transportwijzen niet zeker is, is deze uitgevoerd voor drie scenario’s (tabel 2) van de modal split. Tabel 1: het berekende aantal voertuigen van en naar Loghidden City en Kallo Industries
0 = bestaande toestand (2006) 1 = scenario bevraging (2015) 2 = scenario plan-MER (2015) 3 = scenario pessimistisch (2015)
richting goederenstroom in uit in uit in uit in uit
vrachtwagens 31.770 48.320 80.980 154.229 68.833 132.708 94.477 161.402
treinen 10 0 167 111 418 556 139 111
binnenschepen 107 40 339 146 339 146 249 93
De verschillende scenario’s zijn: 0 = gekende situatie in 2006, 1 = verwachte verdeling in 2015; 2 = verdeling gehanteerd in het plan-MER voor de haven; 3 = pessimistisch scenario waarbij aandeel spoor en water lager dan verwacht uitvallen.
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
4
Tabel 2: de verschillende scenario’s van de modal split waarmee de mer-deskundigen rekening hielden Weg
spoor
water (+ pijpleiding)
scenario
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
2
3
inkomend modal split modal shift
68
60 -8
51 -17
70 +2
1
6 +5
15 + 14
5 +4
31
34 +3
34 +3
25 -6
uitgaand modal split modal shift
90
86 -4
74 - 16
90 0
0
3 3
15 15
3 3
10
11 +1
11 +1
7 -3
Verklaring termen:
modal split = de verdeling (of split) van de goederenstroom over de verschillende transportwijzen (wijze = modus); modal shift = de wijziging (of shift) die optreedt in de modal split (telkens t.o.v. scenario 0 berekend).
De belangrijkste verkeerseffecten doen zich naar verwachting voor ter hoogte van de aansluiting met de hoofdtransportassen. Deze zijn (kaart 2): voor de weg: de rotonde Waaslandhaven noord voor het spoorverkeer: lijn L208 en de kruising met de Kallosluis (L211a) voor het water: ter hoogte van de lichterterminal en van de sluizen in de haven (voor de afvoer van goederen moeten binnenschepen richting Albertkanaal waarbij ze door de Royersluis moeten, voor de aanvoer moeten een aantal schepen door de Kallosluis varen) Aan deze verkeersstromen zijn luchtemissies en geluidsemissies verbonden. De effecten hiervan op de luchtkwaliteit en het geluidsklimaat hebben de deskundigen lucht en geluid berekend voor het verwachte scenario. Uiteraard zijn ook de interne bronnen van luchtemissies en interne geluidsbronnen meegenomen in deze berekeningen. Deze emissies van lucht en geluid kunnen hinderlijk zijn voor mensen en dieren. Volgende locaties zijn hiervoor relevant in het kader van dit MER: natuurgebieden in de omgeving: het Ketenisseschor, gelegen op minimaal 100 m van Loghidden City (achter de Scheldedijk die het gebied omsluit). woongebieden in de omgeving: o Kallo op gemiddeld 1,5 km van de site Kallo Industries o Melsele op gemiddeld 4 km van Kallo Industries o Doel (uitdovende bewoning tot 2010 volgens beslissing Vlaamse regering) op gemiddeld 5 km van Loghidden City.
Naast deze onrechtstreekse effecten op dieren en planten heeft het project ook rechtstreekse effecten op de dieren en planten. Deze zijn in het verleden, bij aanvang van de ruimtelijke fase 1 van Loghidden City in 2004, reeds onderzocht in een passende beoordeling (Beyen en Van de Genachte, 2004). Het MER onderzocht de effecten t.o.v. de toestand van het gebied in 2005. Het terrein was toen deels bouwrijp gemaakt, deels beteeld met maïs en bevatte voor de rest nog een beperkte oppervlakte van de vegetatie vóór de start van de ontwikkeling van Loghidden City. Deze natuurlijke vegetatie is aanwezig op ruimtelijke fase 2 van Loghidden City.
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
5
3 BESCHRIJVING VAN DE MILIEU-EFFECTEN 3.1
DISCIPLINE MENS – VERKEER Het project zal geen capaciteitsproblemen veroorzaken op de verschillende transportassen. Per transportmiddel is de situatie als volgt. 1/ Wegtransport In het pessimistisch scenario, het scenario met het grootste aantal vrachtwagens van en naar de site, zal dit aantal de wachttijden op de rotonde Waaslandhaven Noord in beperkte mate verlengen. De vertraging bedraagt echter slechts 1 à 2 seconden en de wachttijden blijven lager dan 10 seconden tijdens de avondspits, het meest drukke tijdstip van de dag. Een wachttijd korter dan 10 seconden betekent een vlotte doorstroming. De effecten op het wegverkeer beoordeelt de mobiliteitsdeskundige daarom als niet relevant. Voor de twee andere scenario’s, bevraging 2015 en plan-MER 2015, zijn de effecten gelijkaardig.
2/ Transport per spoorweg In het scenario met het grootste aandeel spoorverkeer, het scenario planMER, zullen dagelijks 4 treinen van en naar de site rijden. Deze takken aan op lijn L208, de spoorlijn naast de Ketenislaan. De capaciteit van deze lijn bedraagt volgens aannames van de deskundige 80 treinen voor beide rijrichtingen samen. De toekomstige belasting van deze lijn bedraagt 23 treinen volgens de berekeningen gedaan in het kader van het plan-MER. De totale toekomstige belasting wordt dan 27 treinen per dag. Ten opzichte van de capaciteit is dit een belasting van 34%. Belangrijke congestieproblemen zullen zich in het scenario waarbij het meest aantal treinen gegenereerd wordt niet voordoen. Ook de effecten op het spoorverkeer worden als niet significant beoordeeld.
3/ Transport over het water De effecten van het project op het transport via binnenschepen kunnen optreden op twee onderdelen van de infrastructuur: ter hoogte van de eigen lichterterminal en ter hoogte van de sluizen op rechteroever en linkeroever.
Lichterterminal: In de scenario’s met het meeste transport per schip, dit zijn het scenario van de bevraging en het scenario planMER, blijkt dat de terminal in 2015 nog een overschot aan capaciteit zal hebben. Dit overschot staat gelijk aan het lossen van 1 binnenschip van 4000 ton of 200 containers gedurende 1 dag. Dit is gunstig vermits het project toelaat dat het transport over het water nog kan groeien en zo het transport over de weg mogelijk kan doen afnemen. Sluizen: voor de aanvoer van goederen zal gemiddeld 0,5 schip per dag de Kallosluis moeten passeren. Deze sluis heeft momenteel al bijna de bovengrens van haar capaciteit bereikt. 1 binnenschip extra om de twee dagen betekent echter geen belangrijke verslechtering. De binnenschepen van en naar Loghidden City en Kallo Industries kunnen wel hinder ondervinden ten gevolge van dit capaciteitsprobleem. De deskundige geeft aan dat een tweede sluis naar de niet tijgebonden dokken op linkeroever voorzien moet worden. Studies hierover zijn momenteel lopende. LGCE / Katoen Natie hebben geen verplichting inzake deze milderende maatregel. Op rechteroever is het verhaal gelijkaardig. Nu reeds zijn er latente wachttijden aan de sluizen die zijn voorbehouden voor binnenschepen, o.a. de Royersluis. De schepen die goederen van Loghidden City / Kallo Industries afvoeren richting Albertkanaal en dus deze sluizen moeten passeren kunnen hiervan hinder ondervinden maar betekenen geen significante verslechtering van de situatie.
Het transport van containers die toekomen op de lichterkaai naar Loghidden City en Kallo Industries verloopt momenteel via vrachtwagens die enkel de ingang aan de rotonde Waaslandhaven Noord kunnen gebruiken (rode pijl figuur 3). Dit
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
6
transport kan echter over een kortere afstand verlopen door een nieuwe inrit tot beide terreinen te voorzien ter hoogte van blokveld 12 van Kallo Industries (zwarte pijl figuur 3). Het vrachtverkeer van de lichterterminal naar beide sites moet dan enkel de Ketenislaan en spoorlijn L208 kruisen om de sites te bereiken. Deze kruising, die men zal regelen met lichten, zal geen negatieve effecten op het spoorverkeer op lijn L208 en het wegverkeer op Ketenislaan veroorzaken. Naast de besparing in afstand (= tijd en brandstof) heeft deze maatregel als bijkomend voordeel dat de rotonde Waaslandhaven noord in mindere mate belast wordt. Extra voordeel van deze bijkomende inrit en dus ook uitrit is dat het knooppunt Waaslandhaven zuid, de rotonde aan de Kruipin, gemakkelijker en relatief snel bereikbaar is vanaf de site Kallo Industries. Hierdoor wordt het vrachtverkeer beter verdeeld over de drie knooppunten van het wegverkeer in de Waaslandhaven.
Figuur 3: milderende maatregelen vanuit de discipline mobiliteit
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
3.2
7
DISCIPLINE LUCHT In de effectbespreking van deze discipline zijn ook bepaalde effecten van de site Kallo Industries opgenomen, namelijk de effecten van het gegenereerde verkeer van en naar deze site. Voor de overige ingrepen die effecten op de lucht kunnen veroorzaken, namelijk: de verwarmingsinstallaties op het terrein; het logistieke transport: kranen, reachstackers (machines die containers optillen, verrijden, stapelen) en heftrucks. worden deze van de site Kallo Industries gerekend tot de referentie. Enkel deze verbonden aan de ontwikkeling van Loghidden City worden als projectgebonden emissies gerekend en beoordeeld in het MER. Daarnaast werden de cumulatieve effecten van beide sites samen onderzocht. Deze werden enkel getoetst aan de geldende luchtkwaliteitsnormen. De effecten van Loghidden City werden ook getoetst aan het significantiekader. Niet onderzocht werden de effecten tijdens de aanlegfase. In een groot industriegebied als de Waaslandhaven is het, bij gebrek aan receptoren (mensen, dieren, planten), immers weinig tot niet aangeraden om deze tijdelijke effecten uitvoerig te berekenen. De totale emissies van al deze bronnen samen op jaarbasis blijken gering te zijn vergeleken met andere bronnen (nieuwe wegen, grote verbrandingsinstallaties). De belangrijkste uitstoot is afkomstig van het logistiek transport. Dat veroorzaakt bijna 85 % van de totale uitstoot van stikstofoxiden (NOx), de belangrijkste vervuilende stoffen van het project. Normoverschrijdingen van de luchtkwaliteit door cumulatieve effecten worden niet verwacht. Uit de berekeningen blijkt wel dat de immissiebijdrage van Loghidden City voor NOx groter is dan 1% op de site zelf en een beperkte straal eromheen. Maximaal is deze bijdrage 3% van de norm waardoor het effect relevant is. Daarvoor zijn milderende maatregelen op lange termijn vereist. Verwacht wordt dat via technologische verbeteringen in de motoren van de heftrucks en machines voor de behandeling van containers de uitstoot van NOx in de toekomst zal dalen. Net als het geval was voor de discipline mobiliteit is een verschuiving van het transport van weg naar water of spoorweg ook voor de discipline lucht een milderende maatregel. Mits de productnormen voor brandstoffen van schepen en locomotieven wordt aangepast, zal dit resulteren in lagere uitstoten van verbrandingsgassen die luchtvervuilende stoffen bevatten.
3.3
DISCIPLINE GELUID De geluidsimpact van het project is gering. Tengevolge van het toenemende verkeer van en naar het gebied zal het achtergrond geluidsvermogen niveau slechts in beperkte mate stijgen (figuur 4). Verdubbeling van het aantal machines op de lichterkaai zal een stijging van het geluidsvermogenniveau met 3 dB(A) veroorzaken. In het woongebied van Kallo en in het Ketenisseschor zijn de effecten hiervan beperkt en zullen de normen steeds gerespecteerd worden. Het geluid afkomstig van de heftrucks en ventilatoren op de site Loghidden City en Kallo Industries is nauwelijks waarneembaar op plaatsen rondom beide sites zoals figuur 5 aantoont.
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
8
Figuur 4a: geluidscontouren verkeer in de referentie (2015)
Figuur 4b: geluidscontouren verkeer inclusief gegenereerd verkeerd Kallo Industries en Loghidden City
Figuur 5a: geluidscontouren logistiek verkeer: SMV truck op kraanbaanrails naast interne spoorbundel
Figuur 5b: geluidscontouren logistiek verkeer: heftrucks in noordelijke deel van Loghidden City
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
3.4
9
DISCIPLINE DIEREN EN PLANTEN De uitbouw van Loghidden City gebeurt op een terrein dat begin jaren 70, bij de aanleg van de Kallosluis en de eerste dokken op linkeroever, is opgespoten. Sindsdien kende het gebied een natuurlijke ontwikkeling. De natuurwaarden van het gebied waren daardoor hoog tot zeer hoog. De effecten hierop onderzocht een passende beoordeling in 2004. Bij aanvang van het MER bestond de “vegetatie” van Loghidden City uit volgende types: 63,7 ha genivelleerd terrein waarvan 24 ha beteeld met maïs; jong bos met berken en wilgen (18,23 ha); struikgewas (1,72 ha) en droge ruigte (2,88 ha); rietvegetatie (2,47 ha). Van deze vijf vegetatietypes heeft de rietvegetatie een bijzondere beschermingsstatus. In deze vegetaties kwamen volgende zeldzame planten- en diersoorten voor in 2005: vogels met beschermingsstatus: bruine kiekendief (jagend, mogelijk ook broedend); planten met beschermingsstatus: moeraswespenorchis en rietorchis Het project betekent het verlies van deze natuurwaarden. Rekening houdende met de passende beoordeling van 2004 en de milderende maatregelen die deze passende beoordeling stelde wordt het verlies van de vegetaties als beperkt negatief beschouwd. Enkel het verlies van de populatie orchideeën, niet beschouwd in de passende beoordeling, beoordeelt het MER als belangrijk negatief effect in de discipline fauna en flora. De stand van zaken aangaande de milderende maatregelen van de passende beoordeling is: compensatie van het verlies aan broedvogels is opgenomen in de achtergrondnota natuur van de Antwerpse haven, in de omgeving van Prosperpolder zal de overheid o.a. riet en waterpartijen creëren voor de compensatie van geleden verliezen bij aanvang van de ontwikkeling van Loghidden City; De rugstreeppadden zijn verhuisd naar de Zuidelijke groenzone en de Vlakte van Zwijndrecht (figuur 6) Om het verlies van de orchideeën te milderen is volgende maatregel afgesproken met de overheid, in dit geval het Agentschap voor Natuur- en Bos: “verplanten van de orchideeënpopulatie naar blijvende natuurgebieden rondom de haven, met name het Groot rietveld in Melsele (figuur 6). De verplanting zal gespreid worden over twee jaar met de eerste helft van de populatie in 2007 en de tweede helft in 2008. Andere effecten op dieren en planten zijn beperkt: er is geen sprake van verstoring (geluid, depositie van vermestende/verzurende stoffen) in gevoelige gebieden en het project heeft geen versnipperende invloed op de ecologische infrastructuur in de haven. Deze overige negatieve effecten op dieren en planten worden daarom als beperkt negatief beoordeeld. Het betreft het verlies van bos en het verlies van leefgebied voor ongewervelden. De ontbossing is niet compensatieplichtig omdat de bomen jonger zijn dan 20 jaar en omdat het gebied na 1990 verboste op natuurlijke wijze.
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
10
Figuur 6: situering natuurgebieden waarnaar de rugstreeppadden verhuisden en de orchideeën volgens afspraak zullen verhuizen
3.5
DISCIPLINES BODEM- EN WATER Het project bestaat uit de bouw van magazijnen op en het verharden van een opgespoten terrein. Omwille van de natte bodem is het noodzakelijk deze te draineren tot op 4 m onder het oppervlak. Dit heeft vooral gevolgen voor de waterkringloop. Voor de discipline bodem zijn de effecten beperkt effecten van bodemzettingen zullen niet optreden; Het grondverzet blijft volledig intern: geen aan- of afvoer van grond nodig en dus geen gevaar op verspreiding van (bestaande) bodemvervuiling. Nieuwe bodemvervuiling voorkomt de initiatiefnemer door alle nodige maatregelen te treffen zoals het gebruik van vloeistofdichte inkuipingen in loodsen waar gevaarlijke goederen zullen worden opgeslagen; geen verlies van profielontwikkeling omdat de bodem daarvoor te jong is (30 jaar geleden opgespoten). Voor de discipline water zijn de wijzigingen in de waterkringloop aanzienlijk maar zijn de effecten beperkt. Vóór de ontwikkeling is de waterkringloop grotendeels natuurlijk met een beperkte afstroming van regenwater en veel verdamping en infiltratie in de bodem (al is deze laatste tak beperkt door de slechte doorlatendheid van de bodem). Na de bouw van de loodsen en de aanleg van verharding en drainagestelsel zal nog slechts weinig water in de bodem kunnen dringen, verlaagt de verdamping en zal de hoeveelheid water die meteen naar de waterloop stroomt, in dit geval de Schelde, sterk stijgen. Vergeleken met het debiet van de Schelde ter hoogte van het lozingspunt, circa 200 m³ per dag, is de hoeveelheid water die van de verharde oppervlaktes van Loghidden City zal stromen zeer beperkt (18 l/s). Effecten op de kwaliteit van het Scheldewater zijn om dezelfde reden eveneens beperkt. Vanwege de gekende vervuiling van het grondwater met arseen, dit is typisch voor opgespoten terreinen van het Antwerps havengebied, en zeer lokaal ook met ammonium, afkomstig van de rubberchemicaliën fabriek van Lanxess (vroeger Bayer), wordt wel
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
11
verwacht dat in het geloosde water – dit is grondwater + afstromend hemelwater en gezuiverd huishoudelijk afvalwater de (concentratie)normen voor arseen en ammonium in oppervlaktewater overschreden zijn, voor arseen en ammonium met een factor 3, maar omwille van het grote verschil in debiet zal de concentratie na de lozing sterk dalen en blijven de effecten op de waterkwaliteit en de organismen in de Schelde dus beperkt negatief.
3.6
DISCIPLINE LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE De effecten van het project op het landschap zijn beperkt negatief tot afwezig. Er zijn geen effecten m.b.t. het verlies van erfgoedwaarde, deze zijn niet aanwezig op de site, noch worden landschappelijke relaties gewijzigd. De beperkte negatieve effecten doen zich voor op het vlak van de landschappelijke structuur en de perceptieve kenmerken van het landschap. Een negatief effect is het verlies van een aantrekkelijk halfopen tot gesloten natuurlijk landschap door een gesloten, minder aantrekkelijk, industrielandschap. Omdat het project de herkenbaarheid van het landschap als industriegebied, wat het sinds 1978 is volgens het eerste gewestplan Sint-Niklaas – Lokeren, verhoogt, heeft het echter ook positieve landschapseffecten. In globo beoordeelt de coördinator van het MER de landschappelijke effecten daarom als beperkt negatief.
3.7
OVERIGE DISCIPLINES Effecten van overige disciplines zijn beperkt en niet significant: alle afvalstromen worden conform de geldende wettelijke bepalingen behandeld; verlichting blijft beperkt tot het terrein zelf. Het MER geeft aan welke lampen daarvoor ideaal zijn; warmtebronnen zijn klein en verspreid gelegen; De mensen in de meest nabijgelegen woongebieden ondervinden noch hinder van geluid, noch van de uitlaatgassen gegenereerd door het project. Geluidseffecten blijven achterwege omwille van de ruime afstand tussen de meest nabije woningen en de site. Effecten ten gevolge van de uitstoot van uitlaatgassen en verbrandingsgassen van de verwarmingsinstallaties blijven beperkt omwille van twee redenen: 1. de relatief beperkte hoeveelheid van deze gassen en; 2. de situering van de dorpen t.o.v. de site: de overheersende winden zullen de uitlaatgassen en verbrandingsgassen hoofdzakelijk van de woongebieden wegblazen.
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
NIET TECHNISCHE SAMENVATTING
12
4 EINDBESPREKING Bij aanvang van dit dossier werd verwacht dat de effecten van het project op mobiliteit en lucht en in mindere mate geluid aanzienlijk konden zijn. De beslissing van een college van professoren n.a.l.v. de ontheffingsaanvraag voor de merplicht gaf dit aan. Op basis van een gerichte bevraging van het bedrijf berekende de deskundige mobiliteit het aantal vrachtwagens, treinen en binnenschepen van en naar het bedrijf in de toekomst. Deze blijken geen capaciteitsproblemen te veroorzaken op het wegen-, spoorwegen- en waterwegennet. De ermee verbonden luchtemissies en immissies blijken eveneens beperkt te zijn en veroorzaken geenszins normoverschrijdingen. Hetzelfde stelden we vast in de discipline geluid. De meest belangrijke effecten op lucht en geluid blijken veroorzaakt te worden door de kranen en containerhandlers op de lichterkaai. Redenen daarvoor zijn: op de lichterterminal staan de machines met de grootste vermogens; het terrein is hoger gelegen dan de overige delen van het projectgebied; het terrein is slechts aan één zijde afgeschermd d.m.v. gestapelde containers, een stapel die sterk zal schommelen in de tijd waardoor het geluid zich naar de overige zijden goed kan verspreiden. Vanuit de discipline lucht is het wenselijk geacht om maatregelen te treffen teneinde de uitstoot van NOx te verlagen door bijvoorbeeld het transport per water of per spoor te stimuleren. Verder raden de deskundigen lucht en geluid aan om bronnen van lucht- en geluidsemmissies zoveel mogelijk intern in het gebied te plaatsen en zeker niet aan de buitenranden ervan. De effecten op dieren en planten zijn reeds onderzocht en beoordeeld in een passende beoordeling van 2004. Ten opzichte van de toestand van het gebied in 2005 is enkel het verlies van leefgebied voor een populatie rietorchis en moeraswespenorhis als belangrijk negatief effect te beschouwen. Om dit op te vangen zal de initiatiefnemer de orchideeën verplanten naar een ander geschikt gebied waar ze momenteel niet voorkomen. Dit gebeurt in nauw overleg met de overheid, in dit geval het Agentschap voor Natuur en Bos. Andere milieu-effecten van het project zijn minder belangrijk en werden als beperkt negatief tot verwaarloosbaar ingeschat. Eindconclusie is dat mits de voorgestelde milderende maatregelen worden nageleefd de milieueffecten aanvaardbaar zijn.
MER ONTWIKKELING VAN DE SITE LOGHIDDEN CITY
06-KAT-014
Kaart 1 Infrastructuurkaart in de ruime omgeving van het studiegebied Legende Site Dokken en Schelde
Wegen R2
Autosnelweg
A12
Belangrijke_hoofdweg Andere hoofdweg Secundaire_weg Verbindingsweg
Spoorwegen
R2
bundel Liefkenshoek
Loghidden City
bundel zuid L10 - Liefkenshoekspoortunnel
#R2
Bundel Liefkenshoek
Overige
Boudewijnsluis
Afrit Waaslandhaven Noord Van Cauwelaertsluis
Liefkenshoek spoortunnel Kallo Industries Kallosluis
R1
Albertkanaal
Bundel Zuid E34 Afrit Polderhuis
Royersluis
E17
© NATIONAAL GEOGRAFISCH INSTITUUT - ABDIJ TER KAMEREN 13 1000 BRUSSEL - TEL 02/629 82 82
Afrit Kruipin
Opdrachthouder Aeolus bvba Vroentestraat 2b B-3290 DIEST (Schaffen) T: +32 (13) 35 55 70 F: +32 (13) 55 69 48
[email protected] www.aeolus-milieu.be
550
0
550
1100 m
N
Schaal : 1 / 55.000
Kaart 2 Infrastructuurkaart in de onmiddellijke omgeving van het studiegebied Legende Site
Wegen Autosnelweg Belangrijke_hoofdweg
Loghidden City
Andere hoofdweg Secundaire_weg
R2
Verbindingsweg spoorlijnen
Bundel Liefkenshoek
Sint-Antoniusweg
Ketenislaan
L211
Kallo Industries
L208
© NATIONAAL GEOGRAFISCH INSTITUUT - ABDIJ TER KAMEREN 13 1000 BRUSSEL - TEL 02/629 82 82
Rotonde Waaslandhaven Noord
Opdrachthouder Aeolus bvba Vroentestraat 2b B-3290 DIEST (Schaffen) T: +32 (13) 35 55 70 F: +32 (13) 55 69 48
[email protected] www.aeolus-milieu.be
100
0
100
200m
N
Schaal : 1 / 10.000