Stromingen in vogelvlucht Grieken en Romeinen (Klassiek Erfgoed) 500 v. Chr. tot 400 n. Chr. Middeleeuwen (Goddelijke Orde) 500 tot 1500 Renaissance (Homo Universalis) 1500 tot 1600 Barok en Rococo (Verleiding door Pracht en Praal) 1600 tot 1750 Neoclassicisme 1750-1800 e.v. Examenonderwerpen VWO 2013:
1 Kunst van de kerk, Hofcultuur (Hst. 2 t/m 6 de bespiegeling + handboek) 2 Modern (Hst. 11 t/m 14 de bespiegeling + handboek) 3 Massacultuur (Hst. 15 en 16 de bespeigeling + handboek)
Modern Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt Vragen
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Internationalisering is een kenmerk van vooruitstrevende kunstenaars in de jaren 20 en 30. Het Bauhaus, met docenten uit vele landen, is daarvan een voorbeeld, net als het CIAM (Congrès Internationaux d’ Architecture Moderne). Het is opgericht in 1927 om richtlijnen te ontwikkelen voor moderne architectuur. Het gaat om: volkshuisvesting, stadsplanning en de relatie industriearchitectuur (industrie betrekken bij de architectuur
Het Nieuwe Bouwen: de architecten die bouwen volgens CIAM-ideeën. Het wordt een internationale stijl waarin invloeden van De Stijl, Bauhaus en Constructivisme samenkomen. Vooral na Wereldoorlog 2, bij de wederopbouw van West-Europa, heeft het veel invloed. Kenmerken Het Nieuwe Bouwen: - Functionaliteit staat voorop (functionalisme). Schoonheid vloeit daar vanzelf uit voort. - Geen historische stijlcitaten, geen decoraties - Neutrale moderne materialen (beton, glas, staal), dus geen imponeermaterialen als marmer e.d. - Witte muurvlakken (soms primaire accenten), platte daken, eenvoudige geometrische vormen. - Niet wegmoffelen van dragende constructies, maar laten zien. - Recht op licht, lucht, ruimte voor iedereen. Naast architectuur is stadsplanning daarbij noodzaak.
Modern Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Le Corbusier is een van de leidende figuren van het CIAM. Hij heeft veel aandacht voor sociale woningbouw en stadsplanning. Hij ontwikkelde een plan voor een functionele stad in 1925, dat het model werd voor vele stadsplannen na de Tweede Wereldoorlog (zoals Bijlmermeer, Amsterdam).
Kenmerken van de stad van Le Corbusier: Centrum bestaan uit vele enorme wolkenkrabbers. Eromheen liggen rustige woonwijken in veel groen en zuivere lucht. Gebouwen en plattegrond zijn streng geometrisch van opzet. Scheiding van functies: (winkelen, werken, wonen, recreëren).
Vragen -
1900-1950
Modern
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt Vragen
Afbeeldingen van ‘La Ville Radieuse’ van Le Corbusier, ca 1925
LE CORBUSIER, UNITÉ L’HABITATION
BIJLMERMEER AMSTERDAM
Modern Inleiding Le Corbusier
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Brinkman en Van der Vlugt bouwen in 1926-39 de Van Nelle-fabriek in Rotterdam.
Brinkman & Veel aandacht voor arbeidsVan der Vlugt omstandigheden: lucht, licht Vragen
en ruimte. Transportsluizen verbinden diverse hallen.
Het is een voorbeeld van Het Nieuwe Bouwen, (of Internationale Stijl of Functionalisme) waarin invloeden van Bauhaus en De Stijl versmelten. Kenmerken: - betonskeletconstructie (betonnen kolommen dragen vloer van gewapend beton). - Voorkeur voor industrieel materiaal: beton en staal. - glasvliesgevel (geen kolommen in buitenwand: glazen gevel hangt er vrij voor). - functionaliteit staat voorop, zoals veel licht en lucht en ruimte voor arbeiders. - gebogen en ronde details geven speels accent (tearoom op dak voor arbeiders). - eenvoudige elementaire vormgeving (o.a. plat dak), geen toegevoegde decoratie.
Modern
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt Vragen Bekijk de afbeelding. Bij de ontwerpen van de fabriek is skeletbouw toegepast. Opvallend is de toepassing van de paddenstoelkolommen. De vorm is zowel sierlijk als functioneel. Noem de functionele aspecten van deze vorm.
Modern
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt Vragen Bekijk de afbeelding. Bij de ontwerpen van de fabriek is skeletbouw toegepast. Opvallend is de toepassing van de paddenstoelkolommen. De vorm is zowel sierlijk als functioneel. Noem de functionele aspecten van deze vorm. Beneden op de vloer is de vorm smal, waardoor weinig oppervlak van de werkvloer verloren gaat. Boven waaiert de vorm breed uit, zodat de vloer daarboven (het plafond) beter wordt ondersteund. Door het versterken van de dragende functie zijn minder kolommen nodig, wat nog eens extra ruimte oplevert.
Modern
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt Vragen Door het gebruik van skeletbouw heeft de buitenmuur geen constructieve functie. Hoe is aan de vormgeving en materiaalkeuze te zien dat deze geen dragende functie hebben?
Modern
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt Vragen Door het gebruik van skeletbouw heeft de buitenmuur geen constructieve functie. Hoe is aan de vormgeving en materiaalkeuze te zien dat deze geen dragende functie hebben? De buitenkant is voornamelijk opgetrokken als een dunne vlieswand, bestaande uit lichte en transparante materialen; glas met dunne stalen spijlen.
Modern
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt Vragen Ook voor het woonhuis van Sonneveld is als constructiemethode skeletbouw toegepast. Het skelet is van staal niet van beton. Bekijk de afbeeldingen en noem twee aspecten van de vormgeving van het huis die alleen door toepassing van skeletbouw te realiseren zijn.
Modern
1900-1950
Opmars van de vooruitgang: Het nieuwe bouwen.
Inleiding Le Corbusier Brinkman & Van der Vlugt Vragen Ook voor het woonhuis van Sonneveld is als constructiemethode skeletbouw toegepast. Het skelet is van staal niet van beton. Bekijk de afbeeldingen en noem twee aspecten van de vormgeving van het huis die alleen door toepassing van skeletbouw te realiseren zijn. - Het gebruik van schuifwanden i.p.v. vaste (dragende) binnenmuren. - Het maken van een groet ononderbroken leefruimte. - De doorlopende strook ramen in de buitenwand