STREKT TER VERVANGING L y
Nieuwegein
40
4
Gemeenteraad
nderwerp Nota investering en afschrijvingsbeleid Datum 19 januari 2015
Raadsvoorstel
Afdeling Financiën Portefeuillehouder
1
mr.
j.A.N. Gadella
Onderwerp
Nota investerings- en afschrijvingsbeleid 2015»
2
Gevraagd besluit
Vaststellen van de nota investerings- en afschrijvingsbeleid 2015.
3
Aanleiding en probleembeschrijving
Hierbij treft u de geactualiseerde nota Investerings- en afschrijvingsbeleid aan. Conform artikel 8 van de financiële beheersverordening dient deze nota iedere v i j f j a a r aan de raad te worden voorgelegd. De nota is gebaseerd op de richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De belangrijkste wijziging in de nota betreft de verhoging van het minimaal te activeren bedrag. Deze is bijgesteld van € 15.000 naar € 25.000. De belangrijkste redenen om dit bedrag te verhogen zijn: •
Het activeren brengt extra werkzaamheden met zich mee;
•
Het activeren van kleine bedragen draagt niet bij aan het inzicht in de vermogenspositie van de gemeente;
•
De toename van het aantal boekingen en lange investeringslijsten dragen niet bij aan de leesbaarheid van verslagleggingsstukken;
•
Het bedrag van € 25.000 sluit aan bij de materiële ondergrens die wij hanteren bij onze P&C producten.
In de nota wordt kort ingegaan op verwachte ontwikkelingen in het kader van het BBV. De belangrijkste verandering betreft het verplicht activeren van investeringen met maatschappelijk nut. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut genereren geen middelen, maar vervullen wel duidelijk een publieke taak. Het betreft investeringen in bijvoorbeeld wegen, water en groenvoorzieningen. Momenteel worden deze activa niet geactiveerd, maar direct ten laste van het rekeningresultaat gebracht. Het verplicht activeren van activa met maatschappelijk nut heeft op korte termijn
Bladnummer 2/3 Raadsvoorstel 19 januari 2015
invloed op het begrotingstotaal. De betreffende bedragen vallen dan niet rr ;er in één keer ten laste van het resultaat, maar worden als kapitaallasten, verspreid over de bij het actief behorende afschrijvingstermijnen, ten laste van het resultaat gebracht. Op dit moment is nog onduid
ijk wanneer deze verandering wordt doorgevoerd. Na
invoering zal de begroting conform worden aangepast. Als bijlage bij deze nota treft u de huidige afschrijvingstabel aan. Jaarlijks, bij de kaderstelling voor de eerstvolgende begroting, kunnen de afschrijvingstermijnen worden aangepast
4
Gewenst maatscha jpelijk effect
N.v.t.
5
Bestaand beleidskader
Financiële beheersverordening gemeente Nieuwegein. Besluit Begroting en Verantwoording
6
Voorgestelde oplossing
Vaststellen van de not; investering- en afschrijvingsbeleid 2015.
7
Alternatieven
N.v.t.
8
Financiële aspecten
De actualisatie van de nota leidt niet t o t budgetgevolgen van materiële betekenis voor de meerjarenbegroting 2015 - 2018.
9
Communicatie aspecten
N.v.t.
10 Juridische aspecten N.v.t.
11 Risico's Het onjuist toepassen van het investerings- en afschrijvingsbeleid kan leiden tot fouten in de jaarrekening en daarmee tot onthouding van een goedkeurende accountantsverklaring.
12 Bijlagen Nota investerings- en afschrijvingsbeleid 2015,
Bladnummer 3/3 Raadsvoorstel 19 je
2
0U - * °9
ari 2015
burgemeester en wethouders,
drs. P.C.M, van Elteren secretaris
F.T.J.M. Backhuijs burgemeester
Nieuwegein A $ R m
STREKT TER VERVANGING
20 1 4 - 4 0 9
%L^ Raadsbesluit De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014; gelet op artikel 8, lid 1 van de Financiële beheersverordening gemeente Nieuwegein 2010; besluit: de nota Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 januari 2015.
de griffier,
de voorzitter,
Postbus 1 3 4 3 0 AA
Nieuwegein
m
Bezoekadres
Stadsplein 1 3 4 3 1 LZ
www.nieuwegein.nl
2014-409 Financiën
STREKT TER VERVANGING
Investerïngs- en afschrijvingsbeleid 2015
idsnummer Datum Auteur Miep Bakker Versie
Definitief
Investerings- en at Rai
snummer
hrijvin
Versie
leid 2015
Definitief
Datum 19 j a n u a r i 2 0 1 5
2 (16)
Inhoudsopgave
1
Algemeen 1.1
3 Inleiding
3
2
Gebruikte terminologie
5
3
Wanneer en WE
7
ivest« en
3.1 3.2
Minimumbedrag € 25.000 Economisch of maatschappelijk nut
7 7
3.3
Voorbereidingsinvesteringen
8
Kredieten 5
6
Rente en afschrijving
11
5.1
\lgemeen
11
5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3
Rente Afschrijving Algemeen Afschrijvingstermijnen Afschrijvingsmethoden
11 11 11 12 12
Administratieve verwerking 6.1 6.2
7
9
Meerjareninvesteringsplan Vaste activamodule in het financiële systeem
Bijlage: afschrijvingstabel
14 14 14 15
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 mummer
Versie
Definitief
Datum
20 14-409 19 j a n u a r i 2 0 1 5
Algemeen
1.1
Inleiding
Voor u ligt de nieuwe versie van het investerings- en afschrijvingsbeleid van de gemeente Nieuwegein. Deze nieuwe nota investerings- en afschrijvingsbeleid is in grote lijnen gelijk aan de vorige. De nota is gebaseerd op de richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Tevens is een toekomstige wijziging in het BBV meegenomen betreffende het verplicht activeren van investeringen in maatschappelijk nut. Er is een wijziging aangebracht in het minimum te investeren bedrag. Deze is verhoogd van € 15.000 naar€ 25.000. Investeringen met een geringe omvang worden om praktische redenen niet geactiveerd (op de balans verantwoord), maar in één keer ten laste gebracht van de exploitatie. Dit is op grond van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische beginselen toegestaan. De praktische redenen bestaan onder andere uit: • Het activeren brengt extra werkzaamheden met zich mee; • Het draagt niet bij aan het inzicht in de vermogenspositie van de gemeente; • Toename van het aantal boekingen en lange investeringslijsten dragen niet bij aan de leesbaarheid van verslagleggingstukken; • Het bedrag van € 25.000 sluit aan bij de materiële ondergrens die wij hanteren bij onze P&C-producten. Bedragen onder € 25.000 worden daarom direct ten laste gebracht van de lopende begroting. In uitzonderingsgevallen (bijvoorbeeld bij voertuigen) kan ervoor worden gekozen om bedragen onder € 25.000 wel te activeren. In deze nota wordt in hoofdstuk 2 de gebruikte terminologie toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de vraag wanneer en wat er geactiveerd moet worden. In hoofdstuk 4 wordt de kredietverlening aan de orde gesteld en de wijze van afboeking van eventuele restant kredieten. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de kapitaallasten (rente en afschrijving). Ten slotte wordt in hoofdstuk 6 de administratieve verwerking behandeld. Als bijlage bij deze nota treft u de huidige afschrijvingstabel aan. Jaarlijks, bij de kaderstelling voor de eerstvolgende begroting, kunnen de afschrijvingstermijnen
3 (16)
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer
Versie
Definitief
Datum 19 j a n u a r i :'015
worden aangepast. De actuele afschrijvingstabel wordt derhalve jaarlijks bij de kadernota gepresenteerd. Deze nota treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
4 (16)
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2 0 1 ! Raadsnummer
Versie
Definitief
Datum
™~ 19 j a n u a r i 2 0 1 5
Gebruikte terminologie
Voor een goed gebruik van deze nota is het van belang duidelijkheid te hebben over de gebruikte terminologie. In deze nota worden de volgende begrippen gebruikt: •
Activeren: het op de balans presenteren van de financiële waarde van het aangeschafte of vervaardigde kapitaalgoed vanaf het moment dat de gemeente het economisch risico loopt en dat het meerjarig nut heeft.
•
Krediet: een door de raad of het college beschikbaar gesteld bedrag voor het doen van een concrete investering. De raad c.q. het college kan dit bedrag beschikbaar stellen bij de begroting van een bepaald jaar (veelal vervangingsinvesteringen), maar ook bij afzonderlijk besluit in de loop van het jaar.
•
Budget: een door de raad c.q. het college in de begroting voor een bepaald jaar beschikbaar gesteld bedrag voor het doen van exploitatie-uitgaven.
•
Investering: het vastleggen van vermogen in een object waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Omdat het goed gedurende meerdere jaren wordt gebruikt, worden de lasten niet in een keer ten laste van het resultaat gebracht, maar verspreid over meerdere jaren, afhankelijk van de levensduur van het aangeschafte goed.
•
Investering met economisch nut: een investering die verhandelbaar is of kan bijdragen aan het genereren van middelen. Voorbeelden hiervan zijn gebouwen, voertuigen en rioleringen.
•
Investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut: investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut genereren geen middelen, maar vervullen wel duidelijk een publieke taak. Het betreft investeringen in bijvoorbeeld wegen, water en groenvoorzieningen.
•
Project: een, in de tijd en middelen, begrensde activiteit om iets te creëren.
•
Afschrijving: het op methodische wijze ten laste van de exploitatie brengen van een investering in een kapitaalgoed. Conform het BBV dient te worden afgeschreven op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
5 (16)
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raad
ner
Versie
Definitief
Datum 19 j a n u a r i 2 0 1 5
•
Boekwaarde: de historische verkrijgings- of vervaardigingsprijs minus de reeds afgeschreven termijnen.
•
Rente: de kosten van vermogensbeslag, die jaarlijks over de resterende boekwaarde van de investering worden berekend.
•
Kapitaallasten: de som van de jaarlijkse kosten voor rente en afschrijving. Deze kapitaallasten worden als last opgenomen in de jaarlijkse begroting en rekening.
•
Restwaarde: de restwaarde vertegenwoordigt de opbrengstwaarde die na de gebruikste "rijn nog gerealiseerd k n worden, verminderd met de te maken kosten voor verwi ering o an h im.
•
Financiering: aantrekken van vermogen (eigen of vreemd vermogen) om de beschikking te krijger over de kapitaalgoederen die nodig zijn.
•
Dekking: aangeven op welke wijze lasten door baten worden afgedekt.
6 l
20 14-409
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer Versie Definitief Datum 19 januari 2015
Wanneer en wat investeren
3.1
Minimumbedrag C 25.000
Niet elke gemeentelijke uitgave is een investering. In principe worden alleen zaken, waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt beschouwd als een investering en daarom geactiveerd. Jaarlijks terugkerende uitgaven dienen ten laste te worden gebracht van de budgetten in de begroting. In de gemeente Nieuwegein geldt dat alleen investeringen boven € 25.000 worden geactiveerd. Investeringen met een geringe omvang worden om praktische redenen niet geactiveerd (op de balans verantwoord), maar in één keer ten laste gebracht van de exploitatie. In uitzonderingsgevallen (bijvoorbeeld bij voertuigen) kan ervoor worden gekozen om bedragen onder € 25.000 wel te activeren. 3.2
Economisch of maatschappelijk nut
Bij de afweging tussen wel of niet investeren maakt het BBV een onderscheid tussen investeringen met economisch nut en die met maatschappelijk nut. Investeringen met economisch nut Alle vaste activa worden voor het bedrag van de bruto-investering geactiveerd. In dit bedrag wordt ook de kostenverhogende BTW meegenomen. Bijdragen van derden worden op de activering in mindering gebracht, maar bijdragen uit reserves niet. Indien voor de dekking van de kapitaallasten van een investering met een economisch nut een reserve is opgebouwd dient deze reserve conform de parameters van het bijbehorende actief periodiek via resultaatbestemming vrij te vallen ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Investeringen met maatschappelijk nut worden in beginsel niet geactiveerd. De lasten van deze investeringen komen in principe in één keer ten laste van de exploitatie. Bijdragen van derden als ook reserves dienen direct in mindering op de investering te worden gebracht. Wijziging BBV Op
ief van de VNG-commissie Financiën en in opdracht van het v MG-
bestuur heeft een speciale commissie onder leiding van Staf Depla advies uitgebracht over de vernieuwing van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Voor deze nota is de belangrijkste wijziging dat investeringen in maatschappelijk nut verplicht moeten worden geactiveerd en over de gebruiksduur
7 (16)
Inves wrings- en afs hrijvingsbeleid 2015 mummer
/ersie
Definitief
Datum 19 j a n u a r i 2 0 1 5
moeten worden afgeschreven. Na invoering van het vernieuwde BBV zal deze nieuwe werkwijze gehanteerd gaan worden. 3.3
Voor
dingsinvesteringen
Een bijzondere vorm van investeringen zijn investeringen, waarbij het op voorhand nog niet vaststaat dat deze een meerjarig nut zullen hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval bij voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van een groot project. Het is mogelijk voor dergelijke investeringen een voorbereidingskrediet aan te vragen. Daarbij moet op grond van het BBV aan de volgende voorwaarden worden voldaan: 1. er moet een voornemen bestaan om het actief te gebruiken ofte verkopen, 2. de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien moet vaststaan, 3. het actief moet in de toek rist ecoi sch of maatschapi tijk nut genereren en 4. de uitgaven die aan het actief toe te rekenen zijn, moeten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Gedurende de termijn waarop er nog geen definitief krediet is, wordt de rente in de exploitatie verantwoord en komt daarmee ten laste van het jaarresultaat. Als het project uiteindelijk tot stand komt, worden de voorbereidingskosten, zoals voorgeschreven in het BBV, in maximaal vijfjaren afgeschreven. Wordt besloten het project niet i te voeren, dan zal het voorbereidingskred t in een keer moeti orde ^eboe et en zal dekking moeten worden gevonden voor de uitgaven die zijn gedaan. In bijzondere gevallen mag in maximaal vijfjaar worden afgeschreven.
8 (16)
20 1 4 - 4 0 9 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer
Versie
Definitief
Datum
19 j a n u a r i 2 0 1 5
Kredieten
Het krediet geeft het maximum aan van de uitgaven die de raad of het college ten behoeve van de betreffende investering beschikbaar stelt. Kredieten kunnen b de begroting of door middel van een begrotingswijziging gedurende het jaar beschikbaar worden gesteld. Zowel de raad als het college kunnen kredieten beschikbaar stellen. Als de kapitaallasten van een investering leiden tot een wijziging van de cijfers van de programmabegroting, wijziging van de reserves en voorzieningen of wijziging van de inzet van algemene dekkingsmiddelen, dan kan alleen de raad het krediet beschikbaar stellen. Kunnen de kapitaallasten worden opgevangen binnen een programma, dan stelt het college het krediet beschikbaar. In de voor- en de najaarsnota wordt hierover gerapporteerd. Afgezien daarvan dienen investeringen boven € 500.000 op grond van artikel 6 van de Financiële beheersverordening altijd vooraf te worden gemeld aan de raad. Kredieten worden opgenomen in de activamodule. Op basis van het krediet worden de kapitaallasten berekend. In alle gevallen moeten de aanvragen voor kredieten voldoende zijn onderbouwd. Daarom moet in de begroting c.q. in het raadsvoorstel worden aangeven: • waarvoor de investering bestemd is; • of het een uitbreidings- of een vervangingsinvestering betreft; • wat de noodzaak voor de investering is; • hoe het gevraagde bedrag is opgebouwd; • of de aanvraag overeenkomt met het meerjareninvesteringsplan; • welke afschrijvingstermijn (op basis van de afschrijvingstabel) wordt gehanteerd; • hoe de dekking voor de jaarlijkse kapitaallasten in de begroting wordt geregeld. Kredieten worden niet altijd geheel uitgegeven in het jaar waarin ze zijn vrijgegeven. De uitgaven kunnen over de jaargrens heenlopen. Kredieten, waarvan de investeringen niet binnen 2 jaar zijn gestart, worden niet doorgeschoven tenzij in het besluit tot het doen van de investering expliciet anders is besloten. Dit geldt ook voor voorbereidingskredieten. B&W kan hiervan bij uitzondering afwijken indien er nog concrete verplichtingen openstaan of er
9 (
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer
Versie
Definitief
latum
19 j a n u a r i 2 0 1 5
andere zwaarwegende motieven zijn om van deze hoofdregel af te wijken. Hiervan wordt melding gemaakt in de jaarrekening. Het is mogelijk dat kredieten uiteindelijk niet geheel worden uitgegeven (restantkrediet) of dat ze tekortschieten voor de voorgenomen investering (krediettekort). Bij eventuele restantkredieten worden de volgende regels gehanteerd: • • • •
Restantkredieten kunnen gedurende het gehele jaar op voorstel van de budgethouder worden afgeraamd door middel van een raads- of collegebesluiU Het resulterende voordeel op de jaarlijkse ka| rdt d larbij ok afgeraamd. n word over eheveld via een egrotingswijzigir ajaarsnota en bij de jaarrekeninc Restantkredieten kunnen niet zonder raads- of collegebesluit worden ingezet om tekorten elders te iseren.
Een overschrijding van een besch kbaar gesteld krediet heeft een begrotingsonrechtmatigheid tot gevolg. Bij een eventueel krediettekort worden de volgende regels gehanteerd: • •
• •
Bekende en verwachte krediettekc ten v\ ijaarsn°ta gemeld. In deze nota's wordt door het college aan de raad een voorstel gedaan voor verhoging van het krediet, met een dekkingsvoorstel voor de hogere kapitaallasten. Indien de raad instemt met de verhoging van het krediet, wordt dit door midc ;l van een begrotingswijziging geëffectueerd. In het geval de hogere kapitaallasten kunnen worden opgevangen binnen de raming van een programma, kan het college zelf met een begrotingswijziging het krediet verhogen.
10 (16
2014 -4Ö9 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2 0 1 ! Raadsnummer
Versie
Definitief
Datum
19 j a n u a r i 2 0 1 5
Rente en afschrijving
5.1
Algemeen
Op basis van de kredieten die door de raad of het college beschikbaar worden gesteld, worden de kapitaallasten voor de begroting berekend. Voor deze kapitaallasten moet namelijk in de begroting dekking worden gevonden. De kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijving en worden in de exploitatie geraamd op basis van de (voorgenomen) investeringen. 5.2 Rente Kredieten leggen beslag op de beschikbare financieringsmiddelen van de gemeente (vermogensbeslag). De daarmee gepaard gaande kosten worden als rente in de jaarlijkse kapitaallasten opgenomen. Jaarlijks wordt bij de begroting het rentepercentage bepaald en opgenomen in de paragraaf financiering. Voor de begroting wordt de rente berekend over de boekwaarde van de investering aan het begin van het jaar. Omdat nieuwe investeringen pas in de loop van het jaar worden gedaan, wordt op begrotingsbasis voor het eerste jaar de helft van de rente over de hoogte van het krediet geraamd. Voor de jaarrekening wordt de werkelijke rente berekend gebaseerd op de maandelijks berekende boekwaarde van de investering. Bij alle projecten wordt de rente tot het moment van ingebruikname ten laste gebracht van de exploitatie. 5.3
Afschrijving
5.3.1
Algemeen
Afschrijving geeft uitdrukking aan het feit dat een investering in de loop van de tijd door gebruik minder waard wordt. In het kader van een behoedzaam financieel beleid wordt gerekend met een volledige afschrijving van een investering. Dat betekent dat de boekwaarde aan het eind van de afschrijvingstermijn nul is en er geen rekening wordt gehouden met een restwaarde. In gevallen dat sprake is van een vrij zekere restwaarde kan hiervan worden afgeweken. Dit levert wel een risico op. Op het moment dat duidelijk wordt dat de verwachte restwaarde niet kan worden gerealiseerd, moet een deel van de boekwaarde alsnog worden afgeschreven. Vanwege dit risico wordt geadviseerd uiterst terughoudend te zijn bij het hanteren van een restwaarde. Uitgangspunt is dan ook dat investeringen volledig worden afgeschreven, tenzij de raad bij het beschikbaar stellen anders besluit. Voor het vaststellen van de juiste afschrijvingstermijn, zoals deze in de afschrijvingstabel is weergegeven, is de economische levensduur van een investering bepalend. Omdat de afschrijvingstermijn is gekoppeld aan de economische levensduur,
11 (IC
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer
Versie
Definitief
Datum
19 j a n u a r i 2 0 1 5
kan alleen versneld worden afgeschreven op het moment dat een investering verloren is gegaan of vervroegd vervangen moet worden. De resterende boekwaarde moet in een keer worden afgeschreven en ten laste van het betreffende begrotingsonderdeel in de exploitatie worden gebracht. Mocht er bij de verkoop van een actief een boekwinst ontstaan, dan wordt deze als incidentele bate in de jaarrekening verantwoord. 5.3.2 Afschrijvingstermijnen Voor het bepalen van de afschrijvingstermijnen van investeringen is bij deze nota een afschrijvingstabel toegevoegd. In bijlage 1 is de nieuwe afschrijvingstabel opgenomen. Deze tabel gele voor nieuwe /este en. Afschrijvingstermijnen voortoi mstige inv jen kunnen jaarlijks bij de kadernota worden aangepast of als expliciet besluit in de het raadsvoorstel worden opgenomen. Bij aanvullende investeringen moet rekening worden gehouden met de afschrijvingstermijn van de oorspronkelijke investering. Dit betekent dat bij aanpassingen in investeringen de afschrijvingstermijn moet worden afgestemd op de afschrijvingstermijn van de oorspronkelijke investering. Dit wordt door middel van een begrotingswijziging geregeld. 5.3.3 <\fschrijvingsmethoden Uitgangspunt in het beleid van de gemeente Nieuwegein is dat er lineair wordt afgeschreven. Dat wil zeggen dat gedurende de hele looptijd van de investering het afschrijvingsbedrag eik jaar gelijk is. Doordat op de investering jaarlijks verder wordt afgeschre en, c lalt de b rde en daarmee ook de toegerekende rente. De kaf alias :en nemen tijdens de looptijd van de ir ;ring af. Een andere mogelijkheid is de annuïtaire afschrijvingsmethode, waarbij de jaarlijkse kapitaallasten gelijk blijven. Dit leidt echter tot hogere kapitaallasten. Als van belang is dat tijdens de looptijd de kapitaallasten constant blijven, bijvoorbeeld omdat er inkomsten tegenover de lasten staan, kan de raad, dan wel het college, hiervoor kiezen. Als dit gebeurt, dan dient dat met het oog op de verantwoording in de jaarrekening goed gemotiveerd te gebeuren. In h :t kader van h BV is paald dat de afschrijving begint op het moment dat de investering in gebruik wordt genomen. In veel gevallen zal dit het jaar zijn van aankoop van een goed. Met name bij grote projecten kan het jaar van name later zijn dan het jaar d kre< bescl
12 (16)
20 1 4 - 4 0 9 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer
Versie
Definitief
Datum 19 j a n u a r i 2 0 1 5
Na afsluiting van het krediet wordt de jaarlijkse afschrijving berekend op basis van de werkelijke aanschafwaarde van de investering en worden de berekende kapitaallasten op basis daarvan ook in de meerjarenbegroting aangepast.
13 (16}
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer
Versie
Definitief
Datum 19 j a n u a r i 2
Administratieve verwerking
6.1 Meerjareninvesteringsplan Jaarlijks, bij het opstellen van de begroting, wordt het meerjaren investeringsplan (MIP) geactualiseerd. In het IIP word) een overzie it gec de geplande vervangingsinvest ngen )ver ei e van 5 jaar. De eerste jaarschijf van het plan wordt in de begroting opgenomen en tegelijkertijd met de begroting aan de raad ter vaststelling aangeboden. De overige jaren in het plan zijn een indicatie van de benodigde vervangingsinvesteringen in die jaren en worden ter kennisname aan de raad aangeboden. Voor een goed inzicht in het financiële meerjarenbeeld worden de kapitaallasten van deze investeringen in de meerjarenbegroting verwerkt. Dit gebeurt door middel van een stelpost, waarmee de ruimte voor de kapitaallasten als het ware in de begroting wordt gereserveerd. Het krediet wordt beschikbaar gesteld door het vaststellen van het investeringsplan bij de begroting van het betreffende jaar. Pas aarna mogen uitgaven ten laste van het betreffende krediet worden gedaan. Nieuwe investeringen worden tegelijk met de voorstellen voor nieuw beleid aan de raad voorgelegd. Zodoende wordt de raad de mogelijkheid geboden om deze investeringen tegelijk met de andere begrotingsvoorstellen integraal af te wegen, Daarnaast bestaat de moge kheid om een separa;it voorste aan de raad voor te leggen. 6.2 Vaste activamodule in het financiële systeem Voor het bijhouden van de investeringen en de berekening van de kapitaallasten wordt gebruik gemaakt van de vaste activamodule van het financiële systeem. De afdeling Financiën draagt zorg voor het bijwerken hiervan. Het is dan ook van belang dat deze afdeling beschikt over alle actuele informatie op dit punt. Afdelingen zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van deze informatie.
14 (16)
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer
Versie
Definitief
2 0 14 - 4 0 9
Datum 19 j a n u a r i 2 0 1 5
15 (16)
jlage: afschrijvingstabel
Onderstaand wordt voor elke soort investering met | economisch nut (zoals genoemd in het BBV) per onderwerp de afschrijvingstermijn aangegeven die binnen de gemeente Nieuwegein wordt gehanteerd. Termijn/Jaar Gronden en terreinen: geen afschrijving
Geen
Woonruimten en bedrijfsgebouwen: noodlokalen onderwijs bouwkundige aanpassingen, verbouwingen [11
8 20
nieuwbouw gebouwen
40
nieuwbouw gebouwen (conform betreffend raadsvoorstel) Grond-r weg- en waterbouwkundige werken: reconstructie rioleringen, bergbezinkbassins
40
reconstructie rioleringen, (afhankelijk van locatie)
50
reconstructie drainage overige reconstructies rioleringen
25 20
Vervoermiddelen: voertuigen hoogwerker Machines, apparaten en installaties: telecommunicatieapparatuur maai- en veegmachines sneeuwploegen, rijdende wegafzettingen, geluids- en opnameapparatuur apparatuur, bekabeling, installatie parkeerregulering luchtbehandeling en klimaatinstallaties, heftrucks verkeersregelinstallaties overige installaties materiaal boomonderhoud (o.a.versnipperaar) Overige materiële vaste activa:
8
5 6 8 10 15 20 15 10
Investerings- en afschrijvingsbeleid 2015 Raadsnummer
Versie
Definitief
Datum
19 j a r j a r i 2 0 1 5
16 (16)
hardware automatisering
5
software inventaris, meubilair reconstructie sportvelden, kunstgrasvelden, sportinventaris, eerste inrichting onderwijs/onderwijsleerpakket vervanging sportvl ren, cocons afvalinzameling hoogbouw, beheerss sternen rioolgemalen aanleg en uitbreiding sportparken
5 10 15
inventaris, meubilair
15
25 50
Immateriële vaste activa: imaal 5 jaar
max 5
Hl Bij aanpassingen en verbouwingen moet er rekening mee worden gehouden dat de afschrijvingstermijn niet langer is dan de resterende afschriivings irmiin van het betreffende gebouw.