Bas van der Vlies over het PlattelandsParlement > Voorbeelden als de Buurderij kunnen ambtenaar overtuigen > POP2-knelpunten ontward > Stad-Landinitiatieven vragen beleid om steun
STREEK | STREEK 3 | JAARGANG 2 | SEPTEMBER 2009 | NETWERKBLAD VOOR HET PLATTELAND |
‘Steeds meer mensen vinden dat de voedselketen te lang wordt’
1 STREEK 3 09
STREEK 3
september 2009
6
>
Stad-landinitiatieven vragen beleid om steun Tijdens de Week van de Smaak biedt de Praktijkkring Stad-Land van het Netwerk Platteland beleidsaanbevelingen aan minster Gerda Verburg aan. Bart Pijnenburg legt uit waarom.
8
>
Streekbewoners leden van de dorpsraad
> POP2-knelpunten ontward
Tijdens het werkatelier over de knelpunten rond POP2 en ILG werd duidelijke dat er al vele oplossingen zijn bedacht. ‘Nu rest nog de vraag hoe die kennis te verspreiden.’
12
> Dynamiek op het
platteland vraagt om lef Voorbeelden als de Buurderij kunnen ambtenaren en investeerders overtuigen van het nut en de noodzaak van nieuwe initiatieven op het platteland. Maar daar is lef voor nodig.
14
Het Netwerk Platteland is een nationaal netwerk van en voor iedereen die zich inzet voor een sterk en aantrekkelijk platteland. We brengen organisaties met elkaar en met overheden in contact en bieden ze de gelegenheid van elkaar te leren. Daarnaast signaleren we nieuwe en kansrijke initiatieven voor landbouw en dorpsontwikkeling, voor natuur en sociale samenhang, voor leefbaarheid en zeggenschap. En we stimuleren gebiedscommissies in hun werk voor het landelijk gebied. We doen dit door middel van bijeenkomsten, adviesgesprekken, publicaties, projectendatabase, website, workshops, nieuwsbrief en door goed te luisteren naar de behoeften van netwerkdeelnemers.
Website
Vier mensen die zich actief inzetten in de dorpsraad.
10
Netwerk Platteland
> Streek-idee Waardebonnen verminderen bureaucratie in Zweden. Leadergroep Sjuhärad trekt jongeren door de bureaucratie op afstand te houden.
COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. ISSN 1878-8319 Teksten | Miranda Bettonville, Laurien Holtjer, Miranda Koffijberg, Marjel Neefjes, Sebastiaan Verkade, Martin Woestenburg Eindredactie | Miranda Bettonville Foto’s | Theo Tangelder, Hollandse-Hoogte Vormgeving | Grafisch Atelier Wageningen, Harry Harsema, Miek Saaltink Drukwerk | Drukkerij Modern
Omslag | Bart Pijnenburg, initiatiefnemer Proeftuin Amsterdam en begeleider van de praktijkkring Stad-landinititatieven Foto: Theo Tangelder
2 STREEK 3 09
Het Netwerk Platteland presenteert zich ook op een goedgevulde, actieve website met onder meer actueel nieuws, verslagen van bijeenkomsten, een agenda, een interactief forum, de database innovatieve praktijken, een infotheek en achtergrondinformatie. www.netwerkplatteland.nl
Nieuwsbrief Met de Nieuwsbrief Netwerk Platteland willen wij u attenderen op belangrijke ontwikkelingen en innovatieve praktijken in het landelijk gebied en de activiteiten van het Netwerk Platteland. Deze e-mailnieuwsbrief verschijnt 8 keer per jaar. Wilt u deze nieuwsbrief ontvangen? Meld dan on-line aan via onze website of stuur een email naar
[email protected].
NETWERK PLATTELAND STREEK Streek is hét netwerkwerkblad voor alle plattelanders in Nederland. STREEK attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. Wilt u STREEK ontvangen? Meld u dan on-line aan voor een abonnement via onze website, of stuur een email naar
[email protected]. Heeft u een idee voor een artikel in STREEK? Neem dan contact op met de redactie:
[email protected].
Projectendatabase: meld uw ervaring bij ons aan! Netwerk Platteland is voortdurend op zoek naar vernieuwende praktijken die bijdragen aan een sterk en leefbaar platteland. Nieuwe technieken op een agrarisch bedrijf, verrassende samenwerking op sociaalcultureel gebied, bijzondere vormen van natuurbeheer, projecten door en voor jongeren, enzovoort. In de database op onze website kunt u zoeken op provincie, thema of op doelgroep. Van ieder project vindt u een korte omschrijving, succesfactoren en mogelijke knelpunten, websites en contactpersonen. Heeft u ervaring met een innovatief project? Laat het ons weten! U kunt uw ervaring on-line aanmelden. Na goedkeuring wordt uw ervaring opgenomen in de database.
Netwerk Platteland, bindt doet prikkelt en verrijkt www.netwerkplatteland.nl |
[email protected] | 033-4326090 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling:
Interview
Plattelands Parlement
THEMA WERKPLAATS VOOR DE LEEFOMGEVING
In september is een editie van de Werkplaats voor de Leefomgeving verschenen met als thema PlattelandsParlement. De Werkplaats voor de Leefomgeving van de KNHM verschijnt op onregelmatige tijdstippen ter ondersteuning van een project, symposium of activiteit rond verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Het tijdschrift wordt toegestuurd aan alle abonnees van Streek, en is te downloaden op www.plattelandsparlement.nl.
Foto: Hollandse Hoogte
Bas van der Vlies over het PlattelandsParlement:
‘Iedereen die er is, beseft welke waarde het heeft’ ‘De afgelopen decennia had het platteland nogal eens het nakijken ten opzichte van de stad, er was tegenactie nodig’, vindt Bas van der Vlies, al 28 jaar Tweede-Kamerlid voor de SGP. In de beleidsactiviteiten van rijk, provincies en gemeenten was de aandacht voor stedelijke agglomeraties en platteland niet evenwichtig verdeeld. Dat de Vereniging Kleine Kernen vier jaar geleden begon met het PlattelandsParlement, vond hij dan ook volkomen terecht. ‘Ik ben er dit jaar graag weer bij.’ Elke twee jaar gaan plattelanders en politici – Europees, landelijk en provinciaal – met elkaar in gesprek over onderwerpen die hen bezighouden, dit jaar op 10 oktober in Lunteren voor de derde keer. Twee jaar geleden nam Van der Vlies aan het slot van het PlattelandsParlement namens de politici zes moties in ontvangst. Dat was meer dan alleen een symbolische daad. ‘Ik heb zeker iets met die moties gedaan, ik heb ze ingebracht in de parlementaire discussie.’ Een van de moties behelsde bijvoorbeeld het invoeren van een plattelandstoets voor rijksbeleid. Van der Vlies: ‘Er ston-
den allerlei criteria in de Reconstructiewet, en naar aanleiding van deze motie uit het PlattelandsParlement hebben we ervoor gezorgd dat ontwikkelingen nu ook getoetst moeten worden op sociaaleconomische effecten voor platteland. Dat is een heel concreet resultaat.’ Wetswijziging
Een onderwerp waar tijdens het vorige PlattelandsParlement veel aandacht voor werd gevraagd was het dienstenniveau en de mobiliteit op het platteland. Dat heeft nog niet direct tot tastbare aanpassingen geleid, maar dat wil volgens Van der Vlies
niet zeggen dat er niets is gebeurd. ‘Op initiatief van de Vereniging Kleine Kernen is een onderzoek gedaan naar de beleving van plattelanders rondom diensten, en daaruit bleek dat zij mobiliteit het belangrijkst vinden. Maar de molens draaien langzaam, dus tot wetswijzigingen is het nog niet gekomen. Maar ik blijf dit soort inzichten aanhalen als er in het parlement over gediscussieerd wordt.’ Om in contact te komen met plattelanders, vindt Van der Vlies persoonlijke ontmoetingen de kortste weg. Dat kan via werkbezoeken die Van der Vlies met de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of met de fractie afleg, zoals onlangs met dorpsvertegenwoordigers in het dorpshuis in het Zeeuwse Waarde. Van der Vlies: ‘Daar spraken we over het afnemende voorzieningenniveau en de geplande komst van een multifunctioneel centrum.’ Maar ook het PlattelandsParlement is voor hem een uitgelezen manier om in korte tijd een gevoel te krijgen van wat er leeft. Krimp
Zijn ervaringen gebruikt hij ook binnen zijn eigen partij. Zo is het SGP-standpunt over krimp en vergrijzing nog niet uitgekristalliseerd. Bij het komende PlattelandsParlement is dat een van de hoofdthema’s. Van der Vlies: ‘Ik leg graag mijn oor te luisteren naar wat mensen op het PlattelandsParlement hierover te zeggen hebben.’ Van der Vlies vindt het een ingewikkeld probleem. ‘Als door een lager geboortecijfer een streek ontvolkt en vergrijst, loop je het risico op een neerwaartse spiraal, waarbij uiteindelijk de laatste winkel en de laatste school de deuren sluiten. Er is geen pasklaar antwoord voor alle regio’s.’ ‘Dat ik er elke twee jaar weer een hele dag rondstap, zegt genoeg over het belang dat wij hechten aan het PlattelandsParlement, anders gingen we niet. Iedereen die er was, beseft wel wat voor waarde het heeft. Dus bij deze roep ik niet alleen plattelanders, maar ook mijn collega’s op om weer te komen. Voor een vitaal, leefbaar platteland moeten alle zeilen bij!’ www.plattelandsparlement.nl
3 STREEK 3 09
korte berichten Waarom jongeren wegtrekken De studie. Dat is de voornaamste reden voor jongeren om het platteland te verlaten. Meer nog dan een gebrek aan voorzieningen of de slechte bereikbaarheid. Dat blijkt uit onderzoek van de CAH Dronten. Over de beweegredenen en de gevolgen van wegtrekkende jongeren worden allerlei aannames gedaan. Kelly van Rijswijk onderzocht in opdracht van Netwerk Platteland
als afstudeeropdracht voor de studie Plattelandsvernieuwing aan de CAH Dronten wat de beweegredenen van plattelandsjongeren zijn. Uit een enquête onder 48 plattelandsjongeren uit de Leadergebieden Oost-Groningen, ZuidTwente en Flevoland, blijkt dat jongeren vooral verhuizen vanwege de studie, de slechte bereikbaarheid, het slechte openbaar vervoer en voorzieningenniveau in de oude regio. Redenen voor de jongeren om terug te keren zouden zijn: meer betaalbare koopwoningen, meer studiemogelijkheden in de buurt en meer kansen op een baan in de buurt. Volgens de jongeren zelf zouden meer jongeren blijven als het openbaar vervoer verbeterd wordt, er meer betaalbaren huur- en koopwoningen komen en het voorzieningenniveau wordt verhoogd. De jongeren zelf zijn echter niet bereidt hier iets voor te doen. Duurzame oplossingen voor dit probleem zijn volgens Van Rijswijk: bewoners vanaf jonge leeftijd bewust maken van de mogelijkheden die het dorp 4 STREEK 3 09
of de regio bieden, ze betrekken bij projecten, regionaal samenwerken en verbeteren van de leefbaarheid in dorpen.
Aandacht voor krimp In oktober 2009 verschijnt een actieplan krimp van het kabinet. Noorderbreedte, tijdschrift over Noord-Nederland, maakte afgelopen zomer een dossiernummer over krimp. Krimp is ook een van de onderwerpen op het PlattelandsParlement 2009, dat in oktober wordt gehouden.
Het tijdschrift Werkplaats voor de leefomgeving van de KNHM, komt in september met een themanummer over het PlattelandsParlement, met ruim aandacht voor krimp. Conclusies? Iedereen moet aan de bak. Krimp hoort ook op de agenda te staan van de gebieden die er (nog) niet mee te maken hebben, krimpgebieden moeten alle zeilen bijzetten om een transitie te ondergaan naar een nieuw, passend voorzieningenniveau, en daar is samenwerking voor nodig. In aanloop naar de Kennisdag Sociaal Vitaal Platteland in 2010 zal Netwerk Platteland regelmatig aandacht besteden aan het thema krimp. Houd daarvoor de website of de elektronische nieuwsbrief van het Netwerk Platteland in de gaten. www. netwerkplatteland.nl Het krimpdossier van Noorderbreedte is te downloaden op: www.noorderbreedte.nl Het themanummer over het PlattelandsParlement 2009 van de Werkplaats voor de leefomgeving, wordt toegestuurd aan alle abonnees van Streek, en is te downloaden op www.plattelandsparlement.nl.
Vergrijzing als kans Het aantal ouderen neemt toe. Bij veel ouderen groeit de financiële armslag, maar dat gaat gepaard met een kleinere dagelijkse actieradius. Dat zou wel eens kunnen leiden tot meer aandacht voor de kwaliteit van
de directe woonomgeving. En dat biedt kansen voor het landschap. Dat is een van de verwachtingen van Frank Veeneklaas van Alterra, Wageningen UR, in het rapport ‘Demografie en wonen, in de serie Anticiperend Landschapsbeleid. In het rapport is
RAPPORT Multifunctionele landbouw per provincie De Taskforce Multifunctionele Landbouw laat de omzet en de impact van de multifunctionele landbouw in kaart brengen. Volgend op het onderzoek - Kijk op multifunctionele landbouw, omzet en impact - het overzichtsrapport dat het LEI eerder dit jaar in opdracht van de taskforce publiceerde - is nu een rapport verschenen waarin het aantal multifunctionele bedrijven en hun omzet is uitgesplitst per provincie. Het doel van het rapport is provincies meer inzicht te geven in de ontwikkeling van het aantal bedrijven, de spreiding en de omzet. Per provincie is de informatie tot op gemeenteniveau beschikbaar. Weergegeven wordt het aantal multifunctionele landbouwbedrijven - uitgesplitst naar de sectoren zorgboerderijen, verkoop, verwerking, natuurbeheer en recreatie welk percentage ze uitmaken van het totaal aantal agrarische bedrijven, waar in de provincie de bedrijven zijn gevestigd, en of er groei of afname is te zien. De Taskforce Multifunctionele Landbouw is door het ministerie van LNV opgericht om de multifunctionele landbouw te stimuleren, en heeft zich tot doel gesteld een omzetverdubbeling van de multifunctionele landbouw te realiseren in de periode 2008-2011. Daarvoor moet eerst de uitgangssituatie in kaart gebracht worden. Het rapport ‘Multifunctionele landbouw in de provincie’ geeft daar nadere invulling aan. www.lei.wur.nl / www.multifunctionelelandbouw.nl
onder meer gekeken naar de invloed van een veranderende bevolkingssamenstelling, zoals de vergrijzing en het toenemende aantal niet-westerse allochtonen, op het woon- en recreatiegedrag. Vestigingspatronen zullen minder dan in het verleden worden bepaald door sociale en economische factoren, stelt Veeneklaas: ‘Gelijkgezinden kunnen elkaar gaan opzoeken. Thematisch wonen bijvoorbeeld. Maar er kunnen ook andere scheidingen optreden. Tussen de welgestelden en de minder gefortuneerden. Ook
is het goed mogelijk dat de sluimerende, licht nostalgische hang wordt verwezenlijkt naar het goede van het platteland in vroegere tijden. Het mag duidelijk zijn dat deze ontwikkelingen prachtige landschappen kunnen voortbrengen, met als premie nog een grote verscheidenheid ook, maar dat de openbare toegankelijkheid gevaar loopt. Hier botst afgeschermd wonen met recreatief gebruik.’ Alterra-rapport 1875, ‘Demografie en wonen’, www.alterra. wur.nl
ting (SEV) bracht MOVISIE de activiteiten van woningcorporaties op het platteland in beeld. Het rapport Dorpen onder druk maakt duidelijk dat de sociale problemen vergrijzing, ontgroening, bevolkingskrimp, het verlies van werkgelegenheid, het wegvallen van voorzieningen en sociale cohesie - om een brede inzet van corporaties vragen. Ook omdat geëigende instanties het niet alleen redden, steken laten vallen of als partner ontbreken, aldus de SEV. Toch woedt al enige tijd een publiek debat over de – te brede - rol van corporaties. De les die volgens de SEV uit het onderzoek geleerd kan worden, is dat het in de volkshuisvesting – juist ook op het platteland - niet alleen gaat om woningen, maar om werken aan sociaal vitale woonmilieus. Bijvoorbeeld door (mee)financieren van scholen, winkelcentra, publieke ruimten en multifunctionele accommodaties, en door investeringen in wijk-,
Eerste zorgboerderij voor allochtonen In Soest is in juni de eerste zorgboerderij voor allochtonen geopend. ANKA, centrum voor dagopvang voor Turkse ouderen, is gevestigd op ‘biologische bezoekboerderij’ Het Derde Erf. Volgens de initiatiefnemers Özlen Tanyel-Akkoyun en Yasemin Asçi is er onder ‘nieuwe Nederlanders’ behoefte aan terugkeer naar de roots op het platteland. Tanyel-Akkoyun
en Asçi hebben een Turkse achtergrond, zijn in Nederland geboren en getogen, en hebben een ruime ervaring in de hulpverlening. Asçi: ‘Onze ouders zijn ouder geworden in Nederland. We willen graag dat zij en andere allochtone ouderen de zorg krijgen die bij hen past.’ Onder de naam ANKA start het centrum met een opvang van 1 dag per week. De match tussen de initiatiefnemers en de zorgboerderij werd gemaakt na een vraag van de gemeente Amersfoort aan ETC om te helpen zoeken naar een geschikte locatie. Een oproep op het interactief plattelandsforum GUUS.net resulteerde in de gouden tip van de Taskforce Multifunctionele Landbouw, die leidde naar boerderij Het Derde Erf. In Twente staat ook een allochtone zorgboerderij op stapel, een belevingsboerderij arbeidsmatig voor groepen van verschillende culturen, die van start zal gaan in 2010. www.ankazorg.nl
BOEKEN Veldgids voor het platteland
Corporaties cruciaal voor dorpen Woningcorporaties op het platteland moeten wel investeren in de sociale woonkwaliteit van dorpen. Zo luidt de conclusie van het SEV-rapport ‘Dorpen onder druk’. Geëigende instanties redden dat niet alleen. In opdracht van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisves-
buurt- en dorpenaanpak. Een bijkomend voordeel is dat corporaties de sociale problemen – als gevolg van fusieprocessen - meer en meer vanuit een regionale optiek bekijken. Dat is juist het schaalniveau van waaruit het beste in samenhang naar effectieve oplossingen kan worden gezocht, stelt SEV. Zo kunnen dorpen elkaar aanvullen: niet elk dorp kan een winkelcentrum, school of multifunctionele accommodatie dragen.
Veldgids voor het platteland Roodbont ISBN 9087400361 19,95 euro
Wat zijn dat voorbloemen op die akker? Welk koeienras graast daar in de wei? Wat doet de boer met die landbouwmachine? Wie van het platteland geniet en meer wil weten over wat hij ziet, heeft met de Veldgids voor het platteland op zak grote kans dat zijn vragen beantwoord worden. De veldgids is zowel een natuur- als een cultuurgids, een gids van het cultuurlandschap. De vele vormen van landbouw vormen de leidraad voor de beschrijvingen van de cultuurnatuur. Het boekje is opgebouwd als een overzichtelijk naslagwerk, ingedeeld naar de sectoren in de land- en tuinbouw, met speciale aandacht voor weidedieren - koeien-, kippen-, varkens- en paardenrassen - en gewassen en het agrarisch cultuurlandschap. Voor de natuurliefhebber zijn er legio naslagwerken beschikbaar, de vakantieganger heeft een ruime keuze aan stadsgidsen. Voor liefhebbers van het platteland is er nu de Veldgids voor het platteland.
5 STREEK 3 09
Week van de Smaak
Stad-landinitiatieven vragen beleidssteun
Foto: Theo Tangelder
Bart Pijnenburg: ‘Steeds meer mensen vinden dat de voedselketen te lang wordt’
NIEUWE WARANDE TILBURG De Brabantse Milieufederatie onderzoekt sinds 2008 hoe groen in en om de stad ingezet kan worden voor voedselproductie, en hoe ecologie en landschap gecombineerd kunnen worden met landbouw en recreatie. Met de gemeente Tilburg is onderzocht hoe het 650 hectare grote gebied de Nieuwe Warande zo heringericht kan worden dat er een vorm van stadslandbouw kan worden gerealiseerd. 6 STREEK 3 09
LEKKER UTREGS Utrgs
GEZONDE GRONDEN
Op initiatief van Milieucentrum Utrecht en Stichting Aarde is sinds 2006 een netwerk opgebouwd van lokale producenten en organisaties die zich inzetten voor regionale voedselproductie. Op 30 juni 2009 is Stichting Lekker Utregs opgericht en dit jaar nog start de bv Odenwald Organic, om de handel en marketing van onder het merk Lekker Utregs verkochte producten te organiseren. www.lekkerutregs.nl
Gezonde Gronden is een informatieen educatiecentrum in Den Haag dat voorlichting, onderwijs en advies geeft over regionaal voedsel, de landbouw in de Randstad, voedselzekerheid en zelfredzaamheid van stedelingen, en voor boeren in de stedelijke omgeving. www.gezondegronden.nl
UTRECHT
DEN HAAG, LEIDEN, DELFT
Tijdens de Week van de Smaak biedt de Praktijkkring Stad-Land van het Netwerk Platteland beleidsaanbevelingen aan minister Gerda Verburg van LNV aan. Want ‘Steeds meer mensen vinden dat de voedselketen te lang wordt en het voedsel steeds anoniemer’, aldus Bart Pijnenburg, begeleider van de praktijkkring en mede-initiatiefnemer van Proeftuin Amsterdam. Maar initiatieven die de vraag van de stad en het aanbod van het land bij elkaar te krijgen, vinden bij gemeentes nauwelijks gehoor.
Een geliefde anekdote om mee aan te geven hoe ver de stadsjeugd van de praktijk van de landbouw verwijderd is, is – de hardnekkige mythe - dat er stadskinderen zijn die denken dat chocola uit paarse koeien komt. Toch zijn er ook steeds meer stedelingen te vinden die speuren naar boerenbedrijven in de buurt van de stad die goed, duurzaam en gezond voedsel produceren. Tegelijkertijd zijn er in de afgelopen tien jaar steeds meer bedrijven gekomen die zich - in het kielzog van pioniers als biologische veehouderij ‘t Geertje bij Zoeterwoude, fruitteeltbedrijf De Olmenhorst in Lisserbroek - specifiek richten op de wensen van de stedeling. Dat betekent niet alleen dat de landbouwproductie wordt aangepast aan stedelijke wensen, maar ook dat het bedrijf in andere opzichten een functie vervult in en rondom de stad. Zo produceren dergelijke bedrijven niet alleen biologisch en verkopen ze hun producten in hun directe omgeving, ze betrekken ook de stadsbevolking bij hun bedrijf door scholen op bezoek te vragen, gehandicapten op het bedrijf te laten werken, excursies te geven of locaties te bieden voor trouwerijen of andere feesten. Het lijkt dus alsof vraag en aanbod elkaar vinden, maar het gaat zeker niet vanzelf. Onderzoekers Bart Pijnenburg van bureau Mensenland en Gaston Remmers van Bureau Buitenkans hebben in het afgelopen anderhalf jaar met de praktijkkring stad-land van het Netwerk Platteland een kennisuitwisseling georganiseerd tussen zes van die initiatieven die zich bezighouden met ‘stadslandbouw’ (zie kader). ‘Maatschappelijk leeft het probleem’, stelt Pijnenburg. ‘Steeds meer mensen vinden dat de voedselketen te lang wordt en het voedsel steeds anoniemer, en er
is een groeiende groep mensen die zich zorgen maakt over gezondheid of waar het voedsel vandaan komt.’ Dat is ook in de media zichtbaar, waar veel aandacht is voor biologische landbouw, gezondheid van voeding, of voor discussies over de ecologische voetafdruk van landbouwproducten. Maar er blijken grote verschillen binnen de initiatieven die Pijnenburg en Remmers onderzochten en begeleidden. ‘Het is lastig om het onder één noemer te brengen’, aldus Pijnenburg. Zelfs de noemer ‘stadslandbouw’ dekt niet altijd de lading. ‘De stad-landrelaties zijn heel breed. De een wil wandelen en fietsen, de ander wil dat de boeren gered worden, weer een ander wil gezond voedsel uit de regio. Mensen hebben heel veel verschillende motieven om zich ervoor in te zetten.’ Daarnaast is de betrokkenheid van gemeentes geen gemeengoed. Zo is gemeente Amsterdam actief in Proeftuin Amsterdam, een project dat boerenbedrijven in de regio in contact wil brengen met de binnenstedelijke markt, maar zijn andere gemeentes meer afwachtend. Een nadeel daarvan is dat stedelingen die initiatieven ontplooien om stad en boer te verenigen, vaak zelf het wiel moeten uitvinden, en hun initiatieven bij gemeentes nauwelijks zichtbaar zijn en dus geen gehoor vinden. Dat is jammer, vindt Pijnenburg. ‘Gezondheid, duurzaamheid en voedsel zijn belangrijke thema’s. Waarom is er wel een milieubeleidsplan en worden er wel klimaatdoelstellingen geformuleerd, maar besteden gemeentes maar weinig aandacht aan voedselproductie rondom hun stad? Dertig tot veertig procent van onze ecologische voetafdruk gaat op aan de voedselketen. Dan kunnen we wel overal spaarlampen in draaien ... Ik denk dat het een taboe is om beleidsmatig over
BIODIVERSITEITSACTIEPLAN
BOERENSTADSWENS
LEIDEN
AMSTERDAM
Gemeente Leiden wil burgers met het Biodiversiteitsactieplan betrekken bij het nadenken over de functies van het groen, en de biodiversiteit in en om de stad. Daarbij valt te denken aan voedselproductie, maar ook aan de opvang van broeikasgassen of de afvang van fijn stof.
Een paar Amsterdammers hebben in 2008 Vereniging Boerenstadswens opgericht om burgers de mogelijkheid te bieden op boerenbedrijven te kijken. De vereniging organiseert boerderijbezoeken en streekmaaltijden en probeert Amsterdammers te betrekken bij het omringende platteland. www.boerenstadswens.nl
VIJF AANBEVELINGEN VOOR HET BELEID 1. Integratie: Benader stad en land als eenheid 2. Ruimtelijk beleid: Integreer stadslandbouw in planologie en stedenbouw 3. Financiering: Houdt landbouwgrond betaalbaar 4. Communicatie: Zorg voor bewustwording over voedsel en de stad 5 Facilitatie: Bouw voort op stedelijke initiatieven met landbouw en platteland
de voedselproductie te praten, omdat je dan de indruk wekt dat de overheid gaat bepalen wat mensen gaan kopen.’ Interesse in de stedelijke vraag naar het platteland en de landbouw was de reden voor Pijnenburg en Remmers om de kennisuitwisseling te starten. ‘Nu is er een netwerk gevormd’, aldus Pijnenburg. Een formele organisatie is niet nodig, vindt hij. De ondersteuning vanuit het beleid moet er juist voor zorgen dat initiatieven als Lekker Utregs of Gezonde Gronden makkelijker zijn op te zetten, en meer impact krijgen bij de stedelingen en de plattelandsondernemers.
Meer informatie over aanbieding van de beleidsadviezen aan minister Verburg, tijdens de ‘Middag van de Stad Land Arrangementen’ in De Week van de Smaak, op www.netwerkplatteland.nl/ middagvandeSLA.
VAN DE BOER EN EETBAAR ROTTERDAM ROTTERDAM Van de Boer is een eethuis in Rotterdam-West, dat inzet op regionale landbouwproducten. Eetbaar Rotterdam is een club professionals die een netwerk van landbouw en voedsel op de stedelijke agenda wil zetten. www.eetbaarrotterdam.nl www.vandeboer.nl
7 STREEK 3 09
‘Ons contact met het lokale bestuur is zeer goed’ Wat bindt u aan Dwingeloo? ‘Ik was tot 2004 wijkagent van Dwingeloo en leerde het dorp en de inwoners zo goed kennen. Daarna zijn wij er ook gaan wonen. Ik ben toen gevraagd om voorzitter van de Vereniging Dorpsbelangen te worden. Dat deed ik graag. Dwingeloo is een van de mooiste dorpen van Drenthe en je voelt je er snel thuis. We houden vast aan onze eigen identiteit maar we zijn ook progressief en vernieuwend. Er is hier nog volop ruimte en we zijn gezegend met twee Nationale Parken in de directe nabijheid.’ Welke rol vervult Dorpsbelangen in uw gemeente? ‘De vereniging behartigt de belangen van de inwoners. We bepleiten en verdedigen die be-
langen bij verschillende instanties. Ons contact met het lokale bestuur is zeer goed. Het varieert van een simpel telefoontje over een losliggende tegel tot stevige gesprekken met het college over het afsluiten van een weg.’ Wat motiveert u om actief te zijn in de deze vereniging? ‘Ik ben een mensenmens. Het is leuk om bij lopende zaken veel contacten te hebben met mijn dorpsgenoten en allerlei instanties, en dat onderlinge contact in goede banen te leiden. Daarnaast ben ik me er heel bewust van dat onze leefomgeving, onze voorzieningen, onze toeristische activiteiten en samenhorigheid bijzonder zijn. Het motiveert me enorm om daar vanuit Dorpsbelangen invloed op te kunnen uitoefenen.’
Wat hoopt u in de nabije toekomst met Dorpsbelangen te bereiken? ‘Een onderwerp waar we nu mee bezig zijn is de afsluiting van een weg voor een natuurontwikkelingtraject. Onze bewoners zijn hier faliekant tegen, omdat de weg een belangrijke toeristische route, schoolroute en alternatieve route voor onze hulpdiensten is. We oefenen al twee jaar druk uit om de weg open te houden. Daar gaan we nog mee door. Verder zitten we in de klankbordgroep voor de herinrichting van de brink van Dwingeloo. Wij streven ernaar dat de brink zo weinig mogelijk wordt aangetast. Het is namelijk de mooiste brink van Drenthe.’
DICK DREVES
Vereniging Dorpsbelang Dwingeloo
STREEK-bewoners portretteert in ieder nummer vier mensen die zich inzetten voor een sterk en aantrekkelijk platteland. Ditmaal vier leden van dorpsraden en dorpsbelangen.
STR EE K
JANNIE PAASMAN Dorpsbelangen van Balloo
‘De gemeente luistert zeker naar ons’ Wat bindt u aan Balloo? ‘Ik ben er geboren en getogen. Mijn ouders hadden er een gemengd bedrijf met melkvee en akkerbouw, dat hebben we overgenomen. Nu is het een gemengd bedrijf met vleeskoeien en akkerbouw en we zijn een zorgboerderij. Ik woon hier graag. Het is een gemoedelijk dorp, de omgeving is heel natuurlijk en toch ligt het centraal: we zijn zo in Assen of Rolde. Ik ben actief in de verkeerscommissie van ons dorp, en vertegenwoordig Balloo in het Brede Overleg Kleine Dorpen in Drenthe.’ Welke rol vervult Dorpsbelangen in uw gemeente? ‘De dorpsraad brengt voorstellen voor het dorp onder de aandacht van de gemeente. De verkeerscommissie waarin ik actief ben, 8 STREEK 3 09
verricht daarvoor het voorwerk. De afgelopen tijd hadden we het project Mooi zo – Veilig zo. In een boek hebben we suggesties verzameld om de verkeerssituatie in het dorp te verbeteren. De parkeeroverlast bij de schaapskooi bijvoorbeeld. De gemeente luistert zeker naar ons. Niet alles lukt, maar sommige voorstellen zijn overgenomen. We wilden geen verkeersdrempels, want die leiden tot meer overlast voor het vele landbouwverkeer. Ze zijn er ook niet gekomen.’ Wat motiveert u om actief te zijn? ‘We hebben hier geen dorpshuis of multifunctionele ruimte. Om het levendig en gezellig te houden, moet je je inzetten, vind ik. De onderlinge betrokkenheid neemt wel wat af, mensen zijn drukker.
Dat zie je overal in de maatschappij. Bij ons in het dorp valt het gelukkig wel mee. Ook nieuwe dorpelingen dragen hun steentje bij. Ik heb hier altijd gewoond en weet dat het fijn is om in goede en slechte tijden iets aan elkaar te hebben.’ Wat hoopt u in de nabije toekomst via de dorpsbelangen te bereiken? ‘We blijven alert op de verkeerssituatie. Een punt waar we nu mee bezig zijn is het verbeteren van de veiligheid voor schoolgaande kinderen. Ik heb zelf kinderen dus weet waar het over gaat. Ik vind het leuk om Balloo te vertegenwoordigen in de BOKD. Zo hoor je ook wat er in andere dorpen leeft. Dat blijf ik de komende tijd nog graag doen.’
‘Raadsleden gebruiken ons om hun ideeën te toetsen’. Wat bindt u aan Aartswoud? ‘Ik woon er sinds een jaar of drie. Mijn vrouw groeide op in een dorp in de buurt. Ik vind de mensen hier heel gastvrij en het is heerlijk om landelijk te wonen. Uit ons slaapkamerraam zien we het oer-Hollandse plaatje van koeien in de wei. Dat is toch uniek? Tegelijkertijd ben ik in een halfuur rijden in Amsterdam, als er geen file staat tenminste.’ Welke rol vervult de dorpsraad in uw gemeente? ‘We houden de lijnen tussen bewoners en instanties graag kort, om zaken positief te veranderen. We vertalen het sentiment dat leeft bij dorpsbewoners naar de gemeente, maar ook naar buurgemeenten.
De helft van onze vergaderingen is openbaar, daar nodigen we het hele dorp voor uit. Jaarlijks overleggen we met het college en wonen we regelmatig raadsvergaderingen bij. Een individuele bewoner doet dat niet zo snel. Gemeenteraadsleden gebruiken ons op hun beurt om, met het oog op de verkiezingen bijvoorbeeld, hun ideeën te toetsen.’ Wat motiveert u om actief te zijn in de dorpsraad? ‘Ik kan vinden dat dingen in de maatschappij beter moeten, maar dat doe ik niet door achter de televisie te zitten. Dit is een goede manier om echt een steentje bij te dragen. De dorpsraad is een mooi forum om handen en voeten te geven aan wat leeft in het dorp. Geluiden die ik opvang, kan ik daar inbrengen. Ook speelt mee dat we
als dorpsraad meer respons bij de gemeente krijgen, dan wanneer je als individu aanklopt.’ Wat hoopt u in de nabije toekomst met de dorpsraad te bereiken? ‘Aartswoud is een lintdorp, dat nodigt uit tot hardrijden. Met veel jonge kinderen in het dorp, levert dat gevaarlijke situaties op. De gemeente doet er wel wat aan, maar wat ons betreft is er meer nodig. Ik wil er aan bijdragen dat de maatregelen ook het aanzien van het dorp eer aandoen, dus dat het niet zomaar een hoop drempels worden.’
MICHEL VAN IERLAND Dorpsraad Aartswoud
B E W O N E RS
Leden van Dorpsraden in Nederland
BRAM ABRAHAMSE Dorpsraad Serooskerke
‘Inzet van vrijwilligers houdt het dorp levendig’ Wat bindt u aan Serooskerke? ‘Mijn vrouw en ik komen allebei van het platteland. We woonden een paar jaar in Middelburg, maar wilden graag weer naar een dorp. Dat werd Serooskerke, waar indertijd veel bouwgrond voorhanden was. Het dorp heeft relatief veel voorzieningen en een bloeiend verenigingsleven. Het is ook prettig dat zowel het strand als de stad dichtbij zijn.’ Welke rol heeft de dorpsraad in Serooskerke? ‘Onze raad behartigt de belangen van de dorpsbewoners in de brede zin van het woord. Het is een platform waar meningen en ideeen van bewoners uitgewisseld kunnen worden. Wij geven de gemeente gevraagd en ongevraagd advies. Bij de vergaderingen van
de dorpsraad is de wethouder ook altijd aanwezig. Dat maakt dat we snel zaken kunnen doen. Verder geven we een kwartaalblad uit. Via dit blad en de website houden we contact met onze achterban.’ Wat motiveert u om actief te zijn in de dorpsraad? ‘Ik vind het belangrijk dat mensen zich vrijwillig inzetten voor de kerk, school of een vereniging. Het houdt een dorpsgemeenschap levendig. Dat geldt wat mij betreft ook voor een dorpsraad. We kunnen tot op zekere hoogte invloed uitoefenen op zaken die de gemeente realiseert. Het vraagt soms een lange adem. Vaak krijgen we zaken toch vrij vlot voor elkaar. Dat geeft me voldoening en de motivatie om door te gaan.’
Wat hoopt u in de nabije toekomst met de raad te bereiken? ‘We zijn op dit moment intensief betrokken bij de discussie over dorpsuitbreiding en het opvullen van ruimtelijke ‘gaten’ in het dorp. Ook de bouw van een woon-zorgcomplex en verplaatsing van de lokale supermarkt zijn belangrijke zaken. Ze beinvloeden de toekomst van het dorp. We hopen dat binnenkort duidelijk wordt in welke richting deze ontwikkelingen gaan, want ze slepen al lang. We hebben ook een eigen initiatief voor meer speelvoorzieningen voor de jeugd. De toezeggingen voor subsidies zijn er inmiddels. Via een sponsoractie hopen we dit jaar onze ideeën te realiseren.’
9 STREEK 3 09
tekening: Henk van Ruitenbeek
Dat er knelpunten zijn in de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013 (POP2) en het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), is inmiddels bij alle betrokkenen bekend. Maar er zijn ook veel oplossingen ontwikkeld in Nederland. Dat werd duidelijk tijdens het werkatelier dat door het Netwerk Platteland op 23 juni werd georganiseerd om de knelpunten en de oplossingen door te spreken. ‘Nu rest de vraag hoe we deze kennis verspreiden.’
POP2-knelpunten ontward
Communicatie moet kennis van oplossingen vergroten Uit een quick scan die voorafgaand aan het werkatelier werd gehouden, bleek al dat er over de hele linie problemen zijn, vertelt Martine Vonk, vanuit CLM betrokken bij Netwerk Platteland. ‘De procedures rond de twee subsidieregelingen verlopen niet soepel. Er zijn problemen bij het indienen van projecten, bij de projectbeoordeling, bij de financiering en bij de communicatie. De bijeenkomst was bedoeld om met alle betrokken partijen gezamenlijk tot oplossingen te komen. Dus niet zwartepieten toespelen, maar constructief zijn.’ Volgens Vonk is dat goed gelukt. ‘Voor 33 benoemde knelpunten bleken er oplossingen te zijn. Dat hebben we niet allemaal
10 STREEK 3 09
bedacht op deze middag, een groot deel bestond al. Nu rest vooral de vraag hoe we deze kennis verspreiden. Communicatie is erg belangrijk en nog niet toereikend. We moeten ervoor zorgen dat bij alle partijen de oplossingen bekend zijn. Beschikbaarheid via internet hoort daar zeker bij.’ Elisabeth Koch-van der Spek, programmacoördinator bij de provincie NoordBrabant, was een van deelnemers aan het werkatelier, en verklaart de knelpunten die er zijn: ‘Met POP2 hebben provincies het niet meer voor het zeggen, maar de nationale overheid, en is het geheel veel grootschaliger geworden. Hierdoor zijn er veel partijen betrokken bij een proces dat best complex is. Communicatie is moei-
lijker als de lijnen lang zijn, en doordat procedures over meer schijven gaan kun je niet snel knopen doorhakken.’ Het werkatelier was voor Koch een welkome gelegenheid om de oplossingen die bij de provincie Noord-Brabant waren bedacht, uit te dragen. ‘Ik dacht dat wat wij deden wel bekend was bij de meeste provincies, maar dat bleek niet zo te zijn. Er moet echt vaker en beter met elkaar gepraat worden. Deze dag was daardoor heel waardevol.’ Cofinanciering
De provincie Noord-Brabant blijkt creatief te zijn omgegaan met de knelpunten, bijvoorbeeld die rondom de cofinanciering.
‘Voor 33 knelpunten bleken er oplossingen te zijn’
Leader was in de periode 2000-2006 een zelfstandig experimenteel programma, gericht op innovatie, een sterke inbreng van onderaf en met een publiek-privaat karakter. Het opnemen van Leader in het op 20 juli 2007 goedgekeurde Europese subsidieprogramma POP2 (Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013) voor Nederland zorgt voor spanning. Ondermeer doordat de Leaderprojecten nu worden beoordeeld volgens de criteria van het rijk en de provincies, terwijl het Leaderprogramma juist een stimulans moest zijn voor projecten waarvoor mogelijk nog geen helder beleid geformuleerd was door de verschillende overheden.
En dat is jammer, omdat zo meer Brussels geld wordt gebruikt dan eigenlijk noodzakelijk is, waardoor uiteindelijk minder initiatieven ondersteund kunnen worden vanuit Brussels.’ Als oplossing heeft de provincie NoordBrabant een cofinancieringspot opgezet, en daar voor elk van de drie plaatselijke groepen (PG’s) 680.000 euro ingezet. Dat is de helft van de publieke gelden die nodig is om aanspraak te maken op de maximale bijdrage van 1,3 miljoen EU gelden. De andere 680.000 euro aan publieke gelden moeten de PG’s zelf bij elkaar krijgen. De besteding van het geld wordt gecheckt door DLG op EU-conformiteit en door de provincie op provinciaal beleid. Verder wordt de inzet volledig vrijgelaten aan de PG’s. ‘Dit heeft meerdere voordelen’, legt Koch uit. ‘De aanvraag hoeft niet meer door de molen van de provincie en de PG’s kunnen een indiener heel snel uitsluitsel geven over de financiering, want de PG bepaalt.’ Volgens Koch is dat logisch. ‘Europa heeft ook met de Leadergelden de verantwoordelijkheid bij de PG gelegd, dan moeten wij dat als provincie ook doen. PG’s voelen zich hierdoor meer betrokken en verantwoordelijk.’ In de praktijk doen veel PG’s zo zuinig mogelijk met het provinciale geld en steken ze energie in het regelen van andere publieke gelden, om te ‘sparen’ daar waar het kan.
deze kleineprojectenregeling onderzoekt de provincie - naar Gronings voorbeeld – het onderbrengen van deelprojecten onder grotere koepelprojecten. Het Noord-Brabantse voorbeeld is slechts een van de vele oplossingen die tijdens het werkatelier de revue passeerden. Veel van de oplossingen bleken op diverse fronten al gehanteerd te worden en gemakkelijk overdraagbaar n aar andere provincies en regio’s. Voor andere knelpunten is wel duidelijk geworden waar de oplossing gevonden kan worden, maar moeten die nog wel worden gerealiseerd, zoals de toepassing van toetsingscriteria bij Leaderaanvragen, het gebruikmaken van koepelprojecten, het benutten van de mogelijkheden van voorfinanciering, het maken van uitvoeringsovereenkomsten van overheden met private organisaties, het bundelen van geldstromen of het invoeren van de 50/50-cofinanciering op projectniveau. Over drie knelpunten – de BTW-problematiek, de 50/50 regeling voor cofinanciering en het declareerbaar uurtarief – wordt over de betrokken organisaties verder nagedacht. Het netwerk Platteland zal het vinden van oplossingen stimuleren, de ontwikkelingen op de voet volgen en een rol blijven spelen in de communicatie van oplossingsmogelijkheden.
Kleineprojectenregeling
Koch: ‘Tegenover de private financiering wordt in het huidige POP geen EU-financiering gezet, er wordt slechts gekeken naar publieke gelden. Er kunnen dan twee situaties ontstaan. Stel dat er een ton nodig is voor een project, maar gemeente of provincie wil maar 40 duizend betalen, dan geeft Brussel maximaal 40 duizend en heb je een tekort. Het private initiatief wordt dus niet beloond en zodoende heb je een tekort. Andersom kan het ook: het project kost een ton, en gemeente of provincie is bereid 60 duizend bij te dragen. Brussel verdubbelt deze 60 duidend, waarmee de gemeentelijke bijdrage in feite te hoog is. Door deze bijdrage te verminderen naar 50 duizend klopt het financiële plaatje wel.
Omdat de Leaderwerkwijze een succesvol concept is gebleken - de gelden werden efficiënt besteed in diverse reconstructiegebieden – heeft de provincie NoordBrabant zes provinciale Leadergebieden ingesteld met dezelfde principes als de drie EU-Leadergebieden, waardoor er nu Brabantdekkend met de Leadermethodiek wordt gewerkt. Met dát verschil dat deze provinciale Leadergebieden alleen verantwoording hoeven af te leggen aan de provincie en niet aan de EU - via DLG. Deze gebieden krijgen daardoor snel subsidie en hebben een grote slagkracht. Ook bleek de procedure die via DLG loopt best kostbaar. Elk project dat beoordeeld wordt, kost van begin tot eind zo’n negenduizend euro. Daarom heeft de provincie besloten de aanvragen in de drie EU-Leadergebieden van minder dan 75.000 euro zelf te subsidiëren. Naast
Op de website van Netwerk Platteland is een uitgebreid verslag te vinden van het werkatelier, met daarin een overzicht van de knelpunten en gevonden oplossingen. www.netwerkplatteland.nl>bijeenkomsten
11 STREEK 3 09
‘Voorbeelden als de Buurderij kunnen ambtenaar verleiden’
Dynamiek op het platteland vraagt om lef Het bruist van de ideeën voor nieuwe ondernemingen op het platteland. Maar veel initiatieven lopen stuk op rigide regels en een gebrek aan financiering. Netwerk Platteland organiseerde in juni een symposium voor ondernemers en ambtenaren om tot mogelijke oplossingen te komen. Lef en creativiteit van beide partijen lijken nodig om vernieuwing voor elkaar te krijgen. ‘Met voorbeelden als de Buurderij kunnen we ambtenaren verleiden.’ Het gebied Westflank Haarlemmermeer staat voor een grote inrichtingsopgave. Tienduizend nieuwe woningen, negenhonderd hectare groen en een innovatief waterbeheer met miljoenen kuubs waterberging zetten het hele gebied op de kop. ‘Dat moet gerealiseerd worden zonder verlies van kwaliteit in het gebied’, vertelt Kees van Ruyven van de provincie, spreker tijdens de bijeenkomst van Netwerk Platteland op 25 juni in Nieuw Vennep. ‘De gebiedsont-
12 STREEK 3 09
wikkeling in de Westflank biedt daarom ruimte aan pioniers.’ Pioniers zoals de drie initiatiefnemers achter de Buurderij Haarlemmermeer-Zuid, een nieuw soort plattelandsonderneming waar voedselproductie én het beheer van de regio in vertrouwen aan worden overgelaten. Buurderij
De Buurderij stond centraal tijdens de bijeenkomst van Netwerk Platteland, waar bijna honderd ondernemers en
ambtenaren samenkwamen. ‘Het initiatief is een nieuwe stap in de landbouwontwikkeling, een stap die verder gaat dan verbreding’, vertelt spreker Gaston Remmers van Bureau Buitenkans, die de ontwikkeling van de Buurderij leidde. De bedoeling is om de Buurderij zo te laten groeien dat inwoners van nabijgelegen dorpen het gevoel hebben dat de Buurderij van hen is, en van grote waarde voor hun woonplezier. Om dit te realiseren is het Buurderijterrein opge-
‘De Buurderij is dienstbaar aan de omgeving’ Gaston Remmers, Bureau Buitenkans
‘Verkoop de vergezichten, de leegte’ Tom Bade, Triple E
deeld in ‘oases’, met niet alleen landjes die als volkstuin gebruikt worden, maar ook als speelruimte en beeldentuin, en met ruimtes die dienst doen als clubhuis voor verenigingen, scouting en buurtactiviteiten, en als atelier of kinderdagverblijf. ‘De Buurderij is een plattelandsbedrijf dat dienstbaar is aan de omgeving’, vat Remmers het samen. Nieuwe financiering
Om de Buurderij te realiseren is uiteraard geld nodig. Veel ondernemers die willen investeren in het platteland, lukt het niet voldoende financiering te vinden. Want investeringen die ten goede komen aan het landschap, leveren vaak niet direct economische winst op, waardoor banken niet snel over de brug zullen komen. Om de vernieuwingen op het platteland te realiseren zijn dus nieuwe financieringsbronnen nodig. Vooral geld van lokale ondernemers en burgers is noodzakelijk om regionale plannen vorm te geven. Maar hoe overtuig je private ondernemers om te investeren? ‘Het gaat om het creëren van speelveld’, zegt spreker Tom Bade, directeur van Triple E, een kenniscentrum voor natuur, economie en de beleving. In 2004 vroeg de provincie Overijssel hem onderzoek te doen naar het opzetten van een gebiedsfonds dat zonder staatssteun werkt. Daaruit rolde het succesvolle concept van een landschapsveiling. Via de landschapsveiling kunnen burgers een heg, boom of ander landschapselement adopteren. Burgers worden geen eigenaar, maar betalen voor het beheer en onderhoud. De eerste landschapsveiling leverde 130.000 euro op. Na dit
succes was ook het westen van het land geïnteresseerd. Maar daar zijn nauwelijks heggen. Wel vergezichten, leegte. ‘Verkoop dat dan’, is het idee van Bade. ‘Er zijn zelfs mensen die 750 euro betalen om een koe midden in de nacht te helpen haar kalf op de wereld te zetten.’ Van alles is denkbaar, als de transactie maar zingevend is. Geïnspireerd hierop komen de deelnemers aan de bijeenkomst met het idee aandelen of certificaten uit te geven, die de kopers - lokale omwonenden en bedrijven - de garantie geven dat een bepaalde ontwikkeling in gang gezet wordt. ‘Partijen, organisaties en burgers zijn bereid te investeren als ze er direct belang bij hebben. Creëer die belangen voor iedereen’, verklaart een deelnemer het idee. Nieuwe ambtenaar
De initiatiefnemers van nieuwe ondernemingen lopen ook aan tegen starre regels en procedures, vaak omdat verschillende functies worden gecombineerd zoals landbouw, recreatie en natuur. Ambtenaren die vergunningen moeten verlenen, krijgen te maken met nieuwe functies en niet-aansluitende bestemmingsplannen. ‘Regels en wetten zijn noodzakelijk, maar de huidige veranderingen zijn zo fundamenteel dat we moeten denken aan een experimenteerfase’, stelt een deelnemer. Volgens de deelnemers is er creativiteit nodig en durf om open te staan en af te wijken van bestaande regels. ‘We moeten zoeken naar regels die dingen mogelijk maken in plaats van verbieden’, beaamt Els Berk, GroenLinks-raadslid Haarlemmermeer. Daarbij moeten ambtenaren leren
omgaan met onzekerheid, reageert Nico Beun van het InnovatieNetwerk. ‘Streven naar zekerheid zou wel eens fictie kunnen zijn en tot kramp kunnen leiden.’ Volgens Beun moeten ambtenaren veel meer ontwikkelingen toelaten, zonder te veel aan regels van nu vast te houden. ‘Kijk 25 jaar verder. Als je op dat punt staat, wat had je dan geregeld willen hebben? Doe dat dan gewoon’, adviseert hij de aanwezige ambtenaren. ‘Bedenk wat de achterliggende doelen waren op het moment dat de regels werden gemaakt. Kijk naar die doelen, niet naar de regels, en pas het beleid vervolgens aan.’ De nieuwe ambtenaar moet ontwikkelingen ondersteunen en samenwerking faciliteren, concludeert dagvoorzitter Gert van Dijk. ‘Steunend, dienend, luisterend, lerend. Dat is niet in één dag te realiseren en daar moeten we ook niet op wachten. Maar met voorbeelden als de Buurderij kunnen we ambtenaren wel verleiden.’
Op de website van het Netwerk Platteland is een verslag te vinden van de dag, met achtergrondinformatie en foto’s. Kijk op www.netwerkplatteland.nl > bijeenkomsten.
13 STREEK 3 09
streek- idee
Waardebonnen verminderen bureaucratie in Zweden
Jongerenprojecten Leadergroep Sjuhärad simpel en vernuftig Door waardebonnen uit te geven, stimuleren Zweedse Leadergroepen jongeren om regionale projecten op te starten. Het geld helpt hen te investeren in materialen en cursussen, terwijl met hulp van de Leader-projectleider de bureaucratie op een veilige afstand wordt gehouden. Het idee is even simpel als vernuftig, zoals Marcus Mellqvist van Leadergroep Sjuhärad uitlegt. Hij begeleidt groepen jongeren die projecten willen uitvoeren. Die jongeren krijgen vanuit Leader Sjuhärad een waardebon om dingen aan te kunnen schaffen die ze nodig hebben om het project op te starten, terwijl Mellqvist hen helpt met adviezen en praktische cursussen, over bijvoorbeeld veiligheid of boekhouding.
de verantwoordelijkheid op ons.’ De projectleider is verantwoordelijk richting Leader en de subsierende instanties. ‘Als wij zeggen dat een project in orde is en dat blijkt niet zo te zijn, dan is het ons probleem.’ Daarmee schermt Mellqvist de groep jongeren af van bureaucratisch papierwerk en ambtenaren die financiële en bureaucratische verantwoording vragen. De jongeren leggen wel verantwoording af naar de projectleider.
Marketing
Voorloper
‘De waardebonnen zijn tot 20 duizend Zweedse kronen (bijna tweeduizend euro) waard. Je kunt een hoop doen met dat geld. Daarnaast hebben we 300 duizend kronen (dertigduizend euro) beschikbaar voor drie grotere projecten.’ ‘Het is een marketingidee’, legt Mellqvist uit. ‘We vonden weinig jongeren met ideeën voor projecten. Daarom besloten we een projectleider in te huren – dat was ik - om jongeren te helpen. Het is makkelijker om kleinere projecten op te starten, en we nemen deels 14 STREEK 3 09
Leadergroep Sjuhärad is een voorloper met dit soort jongerenprojecten. Mellqvist is projectleider van deze groep in de regio rond Borås, even ten oosten van Göteborg. Hij begeleidt nu zeven jongerenprojecten die zijn opgezet door de uitgifte van waardebonnen - dat moeten er in 2011 twintig zijn - en drie grote projecten. Sjuhärad is een voorbeeld voor Leadergroepen in de rest van Zweden, vertelt Mellqvist. ‘We waren één van de eerste groepen die met waardebonnen gingen werken. Nu zijn er vier à vijf regio’s waar ze
het idee ook hebben opgepakt.’ Het doel van de projecten die met de waardebonnen worden gefinancierd, is het betrekken van jongeren bij de regio’s op het platteland. Net als elders op het platteland trekken ook in deze regio de jongeren weg. En hoewel Borås maar veertig kilometer van Göteborg ligt, pendelen jongeren nauwelijks heen en weer tussen stad en land, vanwege slechte busverbindingen. ‘De meeste jongeren op het platteland trekken zo rond hun achttiende naar de stad’, vertelt Mellqvist. ‘Maar er zijn altijd groepen jongeren die blijven. Ik was ook zo iemand, ik ging liever zwemmen of de natuur in. Die groepen willen we helpen hun sociale netwerk uit te bouwen.’
Vriendenkring ‘Het begint meestal met een kleine groep van zeven tot tien mensen’, vertelt Mellqvist. ‘Het zijn meestal vriendengroepen die al allerlei dingen doen, en die besluiten een stapje voorwaarts te nemen. Van die groep komen meestal twee echte projectleiders naar voren.’
c o lumn Maartje Kiep
Mit mekander
De projecten die met waardebonnen worden gefinancierd, hebben meestal een praktische inslag en sluiten aan bij de ideeën die leven bij de jongeren. ‘Zo hebben we een groep die bezig is met jongleren, vuurspuwen en het bouwen van menselijke piramides. Dat is goed voor de coördinatie en de motivatie. Ze ontmoeten elkaar elke week, nodigen leraren uit om hen iets te leren, en organiseren excursies naar andere regio’s om kennis uit te wisselen.’ De jongeren worden via de projecten ook voorbereid op de echte wereld. Een andere groep is bijvoorbeeld bezig met het opzetten van paintballwedstrijden. Mellqvist: ‘Het geld van de waardebonnen gebruiken ze voor de aanschaf van materialen - paintballpistolen en munitie - maar ook voor cursussen over bijvoorbeeld veiligheid, boekhouden en bedrijfsadministratie. Zo leren ze een zaak leiden. Ze hebben een boer om een perceel gevraagd dat ze kunnen gebruiken, en betrekken veel mensen in de regio erbij. Dat lukt ook.’ Met een investering van zo’n tweeduizend euro ontstaat zo een regionale attractie die gedragen wordt door de jeugd, en van afstand wordt begeleid door Leaderprojectleider Mellqvist, die ook de tussenpersoon blijft tussen de bureaucratie van Leader en de praktische uitvoering van projecten door de jongeren. Marcus Mellqvist blogt (in het Zweeds) over het project op www.sixten.info. Meer informatie over Leadergroep Sjuhärad: www.leader-sjuharad.se
Wie de berichten over krimp volgt, krijgt vast bijna het vermoeden dat het Groningse platteland een achterland is, waar niets gebeurt. Kom eens onze kant op, u zult verrast zijn. Dan blijkt er bijvoorbeeld een enorme potentie aan creatieve en energieke vrouwen aanwezig, die zich vol ondernemingsgeest inzetten om het Groninger platteland vitaal te houden. Niet minder dan vijf regionale vrouwennetwerken zijn op het Groninger platteland actief. Zo komen al sinds 2006 vrouwen uit het Oldambt in Oost-Groningen bij elkaar voor bijeenkomsten in het vrouwennetwerk Vitaal Oldambt. Het is een sterke formule door de laagdrempelige opzet - het is dichtbij huis, en zonder barrières als hoge kosten en eisen aan werkveld, ervaring of leeftijd. Vrouwen ontmoeten elkaar, inspireren elkaar en vinden samenwerking. Van vrouwen met alpacaboerderijen of galerieën tot zelfstandige zorgverleners. Wat ooit begon als Oldambtster reactie op de Agenda Vitaal Platteland is uitgegroeid tot een netwerk van een grote groep geïnteresseerden en twee netwerkbijeenkomsten per jaar. Vorig jaar werd onze Oldambter initiatiefgroep door hoofdsponsor Rabobank Zuid- en Oost-Groningen en de provincie Groningen gevraagd om onze ervaringen te delen met de hele provincie, wat leidde tot het project ‘Ondernemende vrouwen: mit mekander’, gecoördineerd door de Groninger Dorpen. In vier andere regio’s ontstonden nieuwe initiatiefgroepen die bijeenkomsten organiseerden, waar in totaal zo’n 200 vrouwen bij elkaar kwamen. Maar daarmee zijn we er nog niet! Op 1 oktober organiseren we een symposium om onze ervaringen nóg verder uit te dragen. We dagen u en andere partijen uit een bijdrage te leveren aan een vervolg: mit mekander aan de slag voor een vitaal Groninger platteland! N.B. Om eventuele twijfels weg te nemen: aanwezigheid op het symposium is niet voorbehouden aan alleen vrouwen �
Maartje Kiep
Projectleider Groninger Dorpen & initiatiefgroep Vrouwennetwerk Vitaal Oldambt Voor meer informatie over het project, het symposium en de film over de Oldambtster ondernemende vrouwen: www.groningerdorpen.nl > Projecten
15 STREEK 3 09
POP-prijs voor passie
Kent u een project dat op een verrassende manier bijdraagt aan plattelandsontwikkeling of waaruit op een bijzondere manier passie voor het platteland spreekt? Of hebt u zelf zo’n project gerealiseerd? Draag het dan voor voor de Passie Op het Platteland-prijs, ofwel de POP-prijs. Alle projecten die zijn gesubsidieerd vanuit POP2 en zijn afgerond voor 31 december 2009 kunnen meedingen. De aanmeldingstermijn loopt tot 1 december 2009. De prijsuitreiking vindt plaats op 25 maart 2010, tijdens de conferentie over het Sociaal Vitaal Platteland. Er wordt per ‘as’ een winnaar aangewezen van de prijs ter waarde van 2000 euro en een plaquette als aandenken. De algemene winnaar ontvangt daarbovenop nog een extra prijs ter waarde van 1000 euro. De POPprijs wordt georganiseerd door het Regiebureau POP, het ministerie van LNV, de twaalf provincies, de VNG en het Netwerk Platteland, onder auspiciën van het Comité van Toezicht POP Nederland. Informatie en aanmelden op www.netwerkplatteland.nl
Najaarsdag Netwerk Platteland
Op 26 november organiseert het Netwerk Platteland een najaarsdag voor Leadercoördinatoren, gebiedscoordinatoren, gebiedsmakelaars en anderen die betrokken zijn bij plattelandsontwikkeling. De dag staat in het teken van uitwisseling rond concrete praktijken, knelpunten en oplossingen rond verschillende thema’s, zoals koepelprojecten, btw en financieringsconstructies. Ook de uitwisselingsmogelijkheden via internet staan op de agenda, onder meer via een workshop over social-networkingsites zoals blogs, Twitter en LinkedIn. Ook maken we kennis met guus.net. Meer informatie en inschrijven op www.netwerkplatteland.nl
Multifunctionele Landbouw in het buitenland
AG E NDA
Op 8 oktober 2009 organiseert de leerstoelgroep Rurale Sociologie van Wageningen Universiteit een bijeenkomst over de buitenlandse ervaringen met multifunctionele landbouw. Op de bijeenkomst geven internationale onderzoekers een indruk van de actuele ontwikkelingen in de multifunctionele landbouw in Italië, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. De bijeenkomst wordt georganiseerd in het kader van het onderzoek ‘Dynamiek en Robuustheid van Multifunctionele Landbouw’. Het doel van de bijeenkomsten is stimuleren van de verdere ontwikkeling van een breed kennisnetwerk multifunctionele landbouw in Nederland en verspreiding van de onderzoekskennis uit dit project richting praktijk, wetenschap, overheid en belangenbehartiging. Meer informatie op www.netwerkplatteland.nl
WWW.NETWERKPLATTELAND.NL
01.10.2009 > Ondernemende vrouwen en Vitaal platteland
Afsluitend symposium van het project Ondernemende Vrouwen: mit mekander, in de provincie Groningen. Groningen | www.netwerkplatteland.nl Maartje Kiep
[email protected]
06.10.2009 > Plattelandsontwikkeling 3.0 Vierdaagse cursus van Wageningen Business School over de nieuwe uitdagingen in het landelijk gebied, en praktische handreikingen om tot de juiste acties te komen. 6, 7 oktober en 10, 11 november 209 Kosten: 1895 euro Wageningen | www.wbs.wur.nl
08.10.2009 > Multifunctionele
Landbouw
Bijeenkomst van Wageningen Universiteit over buitenlandse ervaringen met multifunctionele landbouw. Beesd | www.netwerkplatteland.nl
10.10.2009 > Het nationale PlattelandsParlement 2009 Dag waarop plattelandsbewoners hun stem laten horen aan Den Haag. Politici en beleidsmakers horen wat er leeft op het platteland. Lunteren | www.plattelandsparlement.nl
11.10.2009 > Landschap à la
carte
Rurale idylle
Op vrijdag 16 oktober 2009 organiseert Stichting Ruraal Wageningen (RUW) het symposium ‘The Rural Idyll’, waarop verschillende actoren vanuit de wetenschap, overheid en de praktijk hun ‘Rurale Idylle’ van het Nederlandse en Europese platteland presenteren, en bediscussiëren hoe dit bereikt kan worden. Waar op het platteland eerst de agrarische functie dominant was, worden functies als natuur, wonen en waterberging steeds belangrijker. Deze en andere functieveranderingen op het platteland leiden tot gebiedsontwikkelingen die steeds meer integraal plaatsvinden. Daarnaast vormt krimp op het platteland een steeds belangrijker probleem. Hoe bereik je onder die omstandigheden je ideale platteland? www.theruralidyll.nl
Nationaal PlattelandsParlement 2009
Op 10 oktober vindt voor de derde keer het nationale PlattelandsParlement plaats. U bent van harte uitgenodigd. Het PlattelandsParlement is een gewaardeerde ontmoetings- en uitwisselingsgelegenheid voor plattelanders en politici vanwege het rechtstreekse contact en de open discussies over de toekomst van het platteland. Op het PlattelandsParlement kunnen deelnemers in diverse workshops kennismaken met vernieuwende initiatieven. Kamerleden schuiven aan, om met de deelnemers te zoeken naar oplossingen voor knelpunten en te kijken welke rol de landelijke politiek daarbij kan spelen. Ook staat een discussie met Europarlementariërs op het programma en kunnen deelnemers ‘speeddaten’ met politici.
Het PlattelandsParlement wordt georganiseerd door de LVKK, de KNHM en Netwerk Platteland. Meer informatie en opgavemogelijkheden op www.plattelandsparlement.nl.
Lezingencyclus van Kasteel Groeneveld. Deze keer LEI-onderzoeker Krijn J. Poppe over hoe iedereen dagelijks het landschap mee vorm geeft, met als vertrekpunt de supermark. Baarn | www.kasteelgroeneveld.nl
14.10.2009 > Het Landschap
ben je zelf
Symposium van Landschapsbeheer Nederland over landschap en burgerparticipatie. Driebergen | www.landschapsbeheer.nl
16.10.2009 > The rural idyll Symposium van Stichting Ruraal Wageningen (RUW) over de visie van wetenschap, overheid en praktijk op de ‘Rurale Idylle’ van het Nederlandse en Europese platteland. Wageningen | www.stichtingruw.nl
26.11.2009 > Najaarsdag Netwerk Platteland Najaarsdag voor Leadercoördinatoren, gebiedscoördinatoren, gebiedsmakelaars en andere betrokkenen bij plattelandsontwikkeling, over uitwisseling van kennis en ervaring. Driebergen | www.netwerkplatteland.nl