> Steun voor maatschappelijke initiatieven > Ouderenzorg op de boerderij > Duurzaam voedsel, gemeenten aan zet > Kas met warmte-koude-opslag > Hoe ontwikkel je topdorpen
STREEK | STREEK 1 | jaargang 3 | MAART 2010 | NETWERKBLAD VOOR HET PLATTELAND |
Voor topdorpen zijn plannen nodig die leiden tot sociale samenhang en empowerment
STREEK 1
Enkele voorbeelden van projecten die Greenwish heeft ondersteund:
maart 2010
• Stichting IJsselboomgaarden wil het vergeten verhaal van de hoogstamboomgaarden weer zichtbaar te maken voor de streekbewoners. Tegelijk kan dit boomgaardeigenaren inspireren om economische functies te ontwikkelen die het beheer van een boomgaard weer aantrekkelijk kunnen maken. • Stichting Onbeperkt Werk in de Sierteelt i/o wil bevorderen dat mensen met een lichamelijke beperking meewerken in de sierteelt, sector bloemkwekerij. • Bella Plant, kweker van duurzame groenten, fruit, bloemen en geneeskrachtige planten, wil in samenwerking met omwonenden bermen en plantsoenen veranderen in ‘eetbare landschappen’.
Netwerk Platteland
6
>
uurzaam voedsel: D behapbaar voor elke gemeente
Een gemeentelijk beleid op het gebied van voeding brengt een duurzame samenleving een stapje dichterbij, maar draagt ook bij aan gezondheid en plezier.
8
>
treekbewoners: S weidevogelbescherming
Vier mensen die zich inzetten voor weidevogelbescherming vertellen over hun activiteiten.
10
> Op naar topdorpen
Ontvolking en sociale segregatie bedreigen sommige dorpen op het platteland. Naar het voorbeeld van de ‘krachtwijken’ wordt het tijd om te streven naar ‘topdorpen’.
12
> Zorgboerderij voor zorgeloos oud zijn
Demente ouderen voelen zich beter op de boerderij.
14
Het Netwerk Platteland is een nationaal netwerk van en voor iedereen die zich inzet voor een sterk en aantrekkelijk platteland. We brengen organisaties met elkaar en met overheden in contact en bieden ze de gelegenheid van elkaar te leren. Daarnaast signaleren we nieuwe en kansrijke initiatieven voor landbouw en dorpsontwikkeling, voor natuur en sociale samenhang, voor leefbaarheid en zeggenschap. En we stimuleren gebiedscommissies in hun werk voor het landelijk gebied. We doen dit door middel van bijeenkomsten, adviesgesprekken, publicaties, een projectendatabase, een website, workshops, een nieuwsbrief en door goed te luisteren naar de behoeften van netwerkdeelnemers.
Website Het Netwerk Platteland presenteert zich ook op een goedgevulde, actieve website met onder meer actueel nieuws, verslagen van bijeenkomsten, een agenda, een interactief forum, de database innovatieve praktijken, een infotheek en achtergrondinformatie. www.netwerkplatteland.nl
Een bloemenkweker wist zijn energie verbruik met 50% te reduceren en stuurde zijn project in voor de Passie op het Platteland-prijs.
COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. ISSN 1878-8319 Teksten | Jet Holleman, Narda van der Krogt, Florien Kuijper, Jannie Schonewille, Tjitske Ypma Eindredactie | Jet Holleman Foto’s | Antoinette Borchert, Hans de Kort, Florien Kuijper, Philippe McIntyre, Tjitske Ypma Vormgeving | Grafisch Atelier Wageningen Omslag | Een dorpsschool op het Goningse platteland Foto | Antoinette Borchert Drukwerk | Drukkerij Modern
Met de Nieuwsbrief Netwerk Platteland willen wij u attenderen op belangrijke ontwikkelingen en innovatieve praktijken in het landelijk gebied en de activiteiten van het Netwerk Platteland. Deze e-mailnieuwsbrief verschijnt acht keer per jaar. Wilt u deze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan online aan via onze website of stuur een e-mail naar
[email protected].
NETWERK PLATTELAND STREEK Streek is hét netwerkwerkblad voor alle plattelanders in Nederland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. Wilt u Streek ontvangen? Meld u dan online aan voor een abonnement via onze website, of stuur een e-mail naar
[email protected]. Heeft u een idee voor een artikel in Streek? Neem dan contact op met de redactie:
[email protected].
Projectendatabase: meld uw ervaring bij ons aan! Netwerk Platteland is voortdurend op zoek naar vernieuwende praktijken die bijdragen aan een sterk en leefbaar platteland. Nieuwe technieken op een agrarisch bedrijf, verrassende samenwerking op sociaalcultureel gebied, bijzondere vormen van natuurbeheer, projecten door en voor jongeren, enzovoort. In de database op onze website kunt u zoeken op provincie, thema of op doelgroep. Van ieder project vindt u een korte omschrijving, succesfactoren en mogelijke knelpunten, websites en contactpersonen. Heeft u ervaring met een innovatief project? Laat het ons weten! U kunt uw ervaring online aanmelden. Na goedkeuring wordt uw ervaring opgenomen in de database.
Netwerk Platteland, bindt doet prikkelt en verrijkt www.netwerkplatteland.nl |
[email protected] | 033-4326090 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
2 STREEK 1 10
Persoonlijke drive
Nieuwsbrief
> Kleine kas, grootse milieuwinst
Meer informatie: www.greenwish.nl
foto: Hans de Kort
Rinske van Noortwijk (Greenwish):
‘Maatschappelijke initiatieven zitten dicht op de huid’ Veel mensen willen hun tijd en energie steken in iets dat de maatschappij ten goede komt. Ze hebben een goed idee, ze zijn bevlogen, maar ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren’. Greenwish is een organisatie die gedreven mensen met hun plannen op het gebied van duurzaamheid op weg helpt. Directeur en mede-initiatiefnemer Rinske van Noortwijk vertelt erover. ‘Er is in de Nederlandse samenleving zo veel kennis, zo veel kwaliteiten die ongebruikt blijven. Veel mensen willen iets zinvols doen en daar hun beschikbare tijd en energie insteken. Dat zijn vaak gedreven mensen, inspirerende mensen. Ze hebben een idee, maar ze weten soms niet hoe ze ermee verder moeten. Die mensen kunnen bij ons terecht. Greenwish helpt mensen met goede ideeën om die te verwerkelijken. Ons voornaamste criterium daarbij is, dat het een duurzaam initiatief moet zijn: sociaal, groen, educatief etcetera. We verkennen het plan samen met de initiatiefnemer, stimuleren hem of haar om het scherper te formuleren, we leggen contacten, we denken mee over de financiering en de PR. De samenwerking reikt tot het moment dat de realisatie binnen handbereik is.
Blijvend verbinden
Wij vragen voor dat traject een geringe vrijwillige donatie. Als het resultaat een project met een goed doel is, blijft het daarbij. Leidt het tot een ‘onderneming’ die inkomsten gaat opleveren, dan verwachten we dat de initiatiefnemer ‘iets terugdoet’. Dat kan een financiële bijdrage zijn, maar zo iemand kan ook zijn of haar expertise weer inzetten om een volgend initiatief te helpen. Zo proberen we mensen en organisaties blijvend te verbinden. Al die initiatiefnemers hebben elkaar iets te bieden. We kennen ook ‘green friends’. Dat zijn mensen die zich hebben verbonden om onbezoldigd zo nu en dan een initiatiefnemer te adviseren of te coachen.
We dachten eerst dat vooral ouderen met burgerinitiatieven zouden komen, mensen die door de maatschappij zijn uitgerangeerd, terwijl ze nog veel te bieden hebben. Al snel bleek dat goede ideeën en de gedrevenheid om ze te realiseren in alle leeftijdscategorieën voorkomen. De jongste initiatiefnemer is 23, de oudste 80. Er zitten mensen bij die zorgtaken willen combineren met zelfgekozen arbeid, mensen die zich niet in een vakje laten plaatsen en hun functieomschrijving liever zelf bepalen. In alle gevallen zijn het mensen met idealen en een persoonlijke drive: burgerinitiatieven zitten dicht op de huid. De initiatiefnemers zijn mensen die niet met klachten komen, maar met oplossingen. Geen gehoor
Helaas passen deze oplossingen niet altijd in de bestaande kaders. De regels houden geen rekening met zulke initiatieven. Daardoor vinden initiatiefnemers vaak geen steun of zelfs geen gehoor bij de overheid. Ze worden bij de gemeente vaak behandeld als klagers. Hun goede bedoelingen ontmoeten vooral veel scepsis en dat frustreert enorm. Alles is dichtgetimmerd. Het bestaande beleid, de subsidieregelingen en de bestemmingsplannen bieden weinig ruimte voor frisse ideeën. Om zulke initiatieven tot bloei te laten komen, zijn meer moedige ambtenaren nodig die hun nek durven uit te steken. Toch krijgen de overheden steeds meer belangstelling. In deze tijd van bezuinigingen kunnen burgerinitiatieven oplossingen bieden die de overheid niet meer kan betalen. Wij verzorgen daarom bijeenkomsten en trainingen voor ambtenaren. Daar blijkt dat de tegenwerking die mensen ervaren vooral voortkomt uit schroom en onzekerheid. Steeds meer ambtenaren ontdekken dat het ook anders kan.’ STREEK 3
korte berichten Horstermeerpolder wordt vernat, bewoners sluiten polder af De provincie Noord-Holland heeft besloten om in de Horstermeerpolder in de gemeente Wijdemeren twee natte natuurgebieden aan te leggen. Hier wordt water opgeslagen om verdroging en wateroverlast in de gehele regio te voorkomen. De bewoners van de Horstermeerpolder zijn het hier niet mee eens. Ze hebben eind februari de polder afgesloten van de rest van Nederland en de Republiek Horstermeerpolder uitgeroepen. De nieuwe republiek heeft al een eigen vlag, een volkslied en een DrogeGrondWet.
Veluwe Natuur Voucher: Extra financiering voor de Veluwse natuur Stichting Triple E en het Veluws Bureau voor Toerisme hebben een manier ontwikkeld om extra inkomsten te genereren om landschapselementen op de Veluwe in stand te houden. Dit doen zij door de Veluwe Natuur Voucher in te voeren. De provincie Gelderland heeft daar 65.386 euro subsidie voor toegekend. Bedrijven en organisaties die een band hebben met de Veluwe kunnen de voucher schenken aan werknemers, nieuwe klanten of andere zakenrelaties. Bij het verzilveren van de voucher financieren de ontvangers het onderhoud van een eigen gekozen stukje Veluwe. ‘Met de Veluwe Natuur Voucher kunnen mensen een bijdrage leveren aan precies dat stukje natuur dat hem of haar raakt of aanspreekt. Tegelijkertijd maken ze op een toegankelijke manier kennis met allerlei natuurbeschermingsprojecten’, aldus gedeputeerde Harry Keereweer. Natuurorganisaties en terreinbeheerders kunnen 4 STREEK 1 10
hun project op de website www. landschapsveiling.nl onder de aandacht brengen en zo extra financiering ontvangen.
Krimpt de plattelandseconomie, of valt het mee? De Europese Commissie voor Regionaal Beleid heeft een paper gepubliceerd met betrekking tot regionaal onderzoek in de EU. Het onderzoek was gericht op de correlatie tussen de afname van de bevolking en de krimp van de economie op het platteland. De conclusie is dat maar weinig regio’s daadwerkelijk met een economische achteruitgang te maken krijgen als de bevolking afneemt. Interessant in de publicatie is een kaart met regionale bevolkingsgroei en -afname in Europa. Die laat bijvoorbeeld een opvallende afname van bevolking zien in Zweden. Het rapport: http://ec.europa.eu/ regional_policy/sources/docgener/focus/2010_01_population_decline.pdf
Boerenkans helpt boeren die kansen zoeken voor hun toekomst Boerenkans is een project voor boeren en tuinders die nadenken over de toekomst van hun bedrijf. ‘Zal ik een neventak beginnen en waarin dan?’, ‘Wat moet ik zonder opvolger?’, ‘Als ik mijn bedrijf beëindig, wat kan ik dan gaan doen?’, dat zijn vragen waar veel boeren en tuinders mee zitten. Later dit
voorjaar kunnen ze met die vragen bij Boerenkans terecht. Sinds 8 maart zijn de partners die het Netwerk Platteland organiseren met dit project aan de slag. De Boerenkans-lijn en de website www.boerenkans.nl gaan als loket fungeren voor alle instanties, adviseurs en hulpdiensten die boeren en tuinders kunnen helpen zich te oriënteren op hun toekomst. Naar verwachting is Boerenkans in april in de lucht. Het is het vervolg van het project ‘KANS! voor boer en tuinder’. Voor meer informatie: www.boerenkans.nl (vanaf april)
Mini-trendtour PUUR Ontdekken Syntens is een netwerk van gedreven adviseurs die weten hoe en waarmee je succesvol innoveert. In 2010 organiseert Syntens elke maand een ‘minitrendtour PUUR Ontdekken’ in een van de twaalf Nederlandse
Tweede ronde Innovatieregeling Mooi Nederland van start
provincies. Met een groep ondernemers uit de food- en agrisector reist u een volledig verzorgde dag naar inspirerende regionale locaties. Met al uw zintuigen kunt u pure voorbeelden van inspiratie, relatief dicht bij huis, ervaren: authentieke verhalen en belevenissen van Nederlandse bodem. Om u maximaal te inspireren blijft – behalve de vertrekplaats en vertrektijd – de rest van het programma onbekend! Het wordt zo een ontdekkingstocht naar eerlijk en echt eten. Meer informatie: zie www.syntens.nl
boeken Communiceren met gezond boerenverstand ‘Communiceren met gezond boerenverstand’ ondersteunt agrarische ondernemers - met of zonder multifunctionele tak - bij effectieve communicatie. Niet met allerlei ingewikkelde theorieën, maar door het geven van praktische tips en adviezen. Het boek bevat interessante interviews met communicatiedeskundigen die actief zijn in de agrarische sector. Ook geven diverse ondernemers in reportages toelichting op hun eigen communicatieaanpak en hun ervaringen. Kortom, een boek voor ondernemers die verder kijken dan de grenzen van hun eigen erf. Het boek Communiceren met gezond boerenverstand is verkrijgbaar via de boekhandel en www.roodbont.nl Prijs: € 19,95 (incl. 6% BTW)
Vanaf 1 maart is de tweede tender van de Innovatieregeling Mooi Nederland van start gegaan. Provincies en gemeenten kunnen hierin inspirerende en vernieuwende projecten aandragen die Nederland mooier maken. Minister Huizinga van VROM stelt hiervoor in 2010 6,5 miljoen euro beschikbaar. Provincies en gemeenten hebben vaak nog te weinig aandacht voor de aantrekkelijkheid van de omgeving in de steden en langs de bestaande infrastructuur. Minister Huizinga: ‘Met deze prijs wil ik innovatie oplossingen stimuleren om Nederland juist op deze plekken mooier te maken’. De tweede tender van de Innovatieregeling Mooi Nederland is vooral gericht op compacte verstedelijking, energielandschappen en integrale ontwerpen voor weg en omgeving en loopt van 1 maart tot 1 juni 2010. Na de zomer van 2010 wordt bekendgemaakt welke projecten een financiële bijdrage ontvangen. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet een project bijdragen aan een Mooi Nederland, innovatief zijn, en aspecten als samenwerking, snelheid en doelmatigheid omvatten.
baar. Zo kunnen de projecten gebruik maken van elkaars informatie en worden samenwerking en synergie haalbaarder. Ook zullen de de platforms een rol kunnen spelen bij de regiomarketing. De platforms Drenthe (http://ontdek.drenthe.nl) en Hoogeland (www. regiohoogeland.nl) zijn al operationeel. Over de invoering in enkele andere regio’s is overleg gaande.
NLGis: zelf historische kaarten maken Onno Boonstra, docent alfa-informatiekunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen heeft een systeem bedacht (NLGis) om historische kaarten voor de alfawetenschappen toegankelijk te maken. Met dit nieuwe ‘open’ systeem kan iedereen zelf gemeentelijke data visualiseren. Momentopnamen van bijvoorbeeld analfabetisme in Nederland kunnen in een kaart worden weergegeven. Dit is leuk om te proberen en levert soms verrassende resultaten op waar onderzoekers mee aan de slag kunnen. Boonstra werkt al sinds de jaren tachtig aan de ontwikkeling van programma’s voor kaarten. De voorloper van NLGis werd zelfs door het Centraal Bureau voor de Statistiek gebruikt. http://nlgis.dans.knaw. nl/HGIN/Home.ctrl
Meer informatie over informatiebijeenkomsten, thema’s en planning van de tweede ronde van de Innovatieregeling Mooi Nederland vindt u op www.vrom.nl/IPMooinederland
Regionale internetplatforms In verscheidene regio’s zijn initiatieven genomen voor regionale internetplatforms. Daarmee zijn gegevens van verschillende projecten (bijvoorbeeld LEADER-projecten) onderling beter uitwissel-
Legenda
% Landbouwers 0.9 - 30.0 30.0 - 50.3 50.5 - 64.2
Portal www.weidevogels.nu Er is een nieuwe portal over weidevogels: www.weidevogels. nu boordevol informatie over beleid, beheer, bescherming en links naar sites met informatie. Weinig vogels zijn zo verbonden met het Nederlandse platteland als weidevogels. Velen zetten zich in voor hun bescherming, maar nog veel meer mensen genieten alleen maar van hun aanwezigheid. Deze portal biedt alle geïnteresseerden alles wat ze altijd al hadden willen weten.
boeken Wat mag ik? Handreiking over regels voor ondernemers in de multifunctionele landbouw Het platteland is meer dan een plek voor voedselvoorziening, stelt de Europese Unie samen met het Rijk. Het gaat ook om leefbaarheid, milieuzorg, biodiversiteit, recreatie en nog veel meer. Het is daarom logisch dat een agrarisch bedrijf er andere activiteiten bij doet. Naast activiteiten als open dagen, excursies, workshops met collega’s of bezoek van schoolklassen, zijn er structurele activiteiten te ontplooien. Deze activiteiten vormen dan een belangrijke bron van inkomsten. De uitgave ‘Wat mag ik? Handreiking over regels voor ondernemers in de multifunctionele landbouw’ vertelt hoe u moet omgaan met wetgeving en de regels van die andere activiteiten. De regering heeft de Taskforce Multifunctionele Landbouw ingesteld om de kansen die deze andere activiteiten bieden voor de landbouwbedrijven te ontwikkelen. Dit wordt ook wel verbrede landbouw genoemd. Het gaat de Taskforce steeds om activiteiten die boer en consument verbinden en die voortbouwen op de agrarische productie of beleving. De publicatie is te vinden op: http://www.multifunctionelelandbouw.nl/over-de-multifunctionelelandbouw/onderzoeken-en-publicaties/
64.2 - 88.6
STREEK 5
In haar nota Duurzaam Voedsel (juni 2009) stelt minister Verburg dat we duurzamer met voedsel moeten omgaan. Kunnen gemeenten daar een steentje aan bijdragen, of komt deze taak geheel op de bordjes van de burger en de boer te liggen? Sommige gemeenten hebben al beleid ontwikkeld op dit gebied, anderen vinden niet dat dit onderwerp tot hun takenpakket behoort. Het Netwerk Platteland onderzocht waar de kleine en middelgrote gemeenten staan. Een leertraject voor geïnteresseerde gemeenten staat op stapel.
Duurzaam voedsel: behapbaar voor elke gemeente Veel mensen weten niet beter of al het voedsel komt uit de fabriek.
Duurzaam voedsel is belangrijk. Daar zijn verschillende redenen voor. De voedselketens worden steeds langer. We halen ons dagelijks eten uit de hele wereld. Dat is duur (stijgende olieprijzen) en bevordert de klimaatverandering (het kappen van oerwouden; lange aanvoerlijnen). Het heeft dus zin om voedsel lokaal of regionaal te produceren. Het bevorderen van duurzame productiewijzen (energiearm, minder water- en luchtvervuiling) en het bevorderen van de consumptie van lokaal of regionaal geproduceerd voedsel is dus goed voor het milieu. Veel mensen weten niet beter of al het voedsel komt uit de fabriek en is het hele jaar door te koop. Seizoensproducten, verse groenten en andere onbewerkte voedingsmiddelen kennen ze nauwelijks. Voorlichting en een hernieuwde kennismaking kan ertoe bijdragen dat zij weer gezonder gaan eten. Dat is nodig want zeventig procent van de ziekten heeft een relatie met voedsel. Denk aan diabetes, hart- en vaatziekten en overgewicht. Duurzaam voedsel heeft dus ook te maken met de volksgezondheid. Ten slotte valt ook in de afvalfase winst te behalen: minder verpakkingen en minder verspilling van voedsel. Gemeenten
Duurzaam voedsel raakt aan verscheidene gemeentelijke beleidsterreinen. Daarmee komt een overkoepelende gemeentelijke voedselstrategie in zicht. Zo’n voedsel-
Miriam Meijers gemeente Oirschot (NB)
‘De gemeente Oirschot heeft samen met een grote groep ondernemers en organisaties vier kernwaarden benoemd: Oirschot is landelijk, monumentaal, cultureel en bourgondisch. Als je dan als gemeente ook nog duurzaam wilt zijn, dan is voedsel een belangrijk thema. Er zijn veel particuliere initiatieven en wij vinden dat we als gemeente daarbij een sturende en stimulerende rol moeten spelen. Wij vinden het belangrijk om lokale producten hier letterlijk op de markt te brengen.’
strategie richt zich op het hele voedselsysteem: primaire productie, transport, verwerking, opslag en distributie, verkoop en marketing, restverwerking en dienstverlening. Het Netwerk Platteland stimuleert gemeenten om een voedselbeleid te ontwikkelen en dit in te bedden in gemeentelijk of regionaal beleid en zo bij te dragen aan de verduurzaming van ons voedsel.
Een gemeentelijk voedselbeleid kan bijdragen aan de verduurzaming van ons voedsel. Wat kan een gemeente in de praktijk doen? Er zijn voorbeelden te over: • Amsterdam heeft als eerste Nederlandse gemeente een voedselstrategie opgesteld, de Proeftuin Amsterdam, en daarmee veel andere gemeenten geïnspireerd. • Amersfoort en Leusden hebben, i.s.m. de provincie Utrecht, gewerkt aan het project ‘Voedsel in de Utrechtse Vallei en Eem’. Resultaten zijn onder meer de mogelijke vestiging van een Landwinkel in de stad en de samenwerking tussen boeren en enkele gerenommeerde restaurants, die streekproducten gaan afnemen. • In Twente wordt een streekmarkt gehouden met als filosofie: kleinschalig, eerlijke en lekkere versproducten rechtstreeks van de boer. • Grootegast financiert de ‘Langs Boerengoed route’, opgezet met ondernemers, een ICT bedrijf en toeristische aanjagers. Het doel is dat recreanten van buiten en binnen de regio kunnen genieten van streekproducten.
Netwerk Platteland een leertraject organiseren voor geïnteresseerde gemeenten. Daarin zal het bijvoorbeeld gaan over vragen als: • Hoe kun je een voedselbeleid simpel opzetten? • Hoe maak je het concreet binnen de gemeente en hoe draag je het uit? • Hoe kun je overkoepelend beleid binnen de gemeente organiseren? • Hoe kun je inwoners en ondernemers hierbij betrekken? • Hoe kun je een betere samenwerking stimuleren tussen de verschillende betrokken partijen? • Hoe kun je je als regio onderscheiden? Hoe kun je streekproducten vermarkten? • Wordt de concurrentie met andere regio’s niet groter als je ideeën deelt in het leertraject? • Wie wil het initiatief nemen voor het ontwikkelen van een regionale voedselstrategie? Tot nu toe hebben 22 gemeenten interesse getoond om deel te nemen aan dit leertraject. Vindt u dat uw gemeente hier ook mee aan de slag moet, bezoek dan www. netwerkplatteland.nl voor meer informatie over het leertraject. Op deze website kunt u ook het rapport van de Quick Scan Voedselinitiatieven downloaden.
Onderzoek en vervolg
In opdracht van het ministerie van LNV heeft het Netwerk Platteland eind 2009 de quick scan ‘Voedselinitiatieven van middelgrote en kleine gemeenten’ uitgevoerd. Zo’n honderdvijftig gemeenten namen deel aan het onderzoek. Er blijkt een veelheid aan inspirerende activiteiten te zijn. Bovendien zetten steeds meer gemeenten stappen op dit terrein. In het rapport staan alleen die initiatieven waarin een gemeente de functie vervult van initiatiefnemer, facilitator, financier of stimulator. De vele particuliere initiatieven waarbij de gemeente (nog) geen rol speelt, zijn buiten beschouwing gelaten. Gezien de grote behoefte aan informatie, inspirerende voorbeelden, praktische toepassingen en uitwisseling, wil het
Kennismaken met verse groenten, zo van het land. Foto: Philippe McIntyre/smaaktepakken 6 STREEK 1 10
STREEK 7
‘Een vergoeding per nest zou beter werken’ U doet aan weidevogelbescherming. Hoe doet u dat? ‘Momenteel zijn er door de vossen in ons gebied minder weidevogels. Nu het seizoen er weer aankomt, zetten we ongeveer één hectare land onder water. Hierdoor komen de wormen omhoog. Deze extra voedselbron trekt weidevogels aan. Later biedt het water een slaapplaats voor de vogels. Verder gaan we op zoek naar nesten. Met de verrekijker sporen we oudervogels op en vervolgens lopen we met grote pas door het land, zodat we zien waar de vogels opvliegen.’ Waar komt uw interesse voor weidevogels vandaan? ‘Als jongetje liep ik door de wei en hoorde ik de vogels om me heen; daar genoot ik van. Later kreeg ik het erg druk met het bedrijf. Toen
besefte ik dat ik nog steeds genoot van de vogels in de lucht, maar intussen wel per ongeluk een nest kapot trapte. Dat klopt natuurlijk niet.’ Waarom is het voor u belangrijk om deze vogels te beschermen? ‘Ik ben ruim dertig jaar actief in de weidevogelbescherming. Eerst zette ik bijvoorbeeld draad zo dat de koeien de nesten niet vertrapten en ik maaide om de nesten heen. Later volgde ik een cursus over weidevogelbescherming. Daar leerde ik nieuwe methoden, zoals verlaat maaien om een goed mozaïek voor de voor de dieren te vormen. Ik sloot mij aan bij een weidevogelwerkgroep en bij een vereniging voor agrarisch natuurbeheer.’
Wat is er nodig om de weidevogels ook in de toekomst te blijven beschermen? ‘Ik vind dat gevoel kweken bij de boeren het belangrijkste is. Nu wordt er per hectare een vergoeding toegekend, maar als er een vergoeding per nest zou zijn, zouden de boeren zich meer betrokken voelen bij die bescherming. De kick zit ‘m namelijk in het vinden van zo’n nestje met pluizige vogeltjes. Vroeger leverde een kritische soort meer vergoeding op per nest. Als je boeren stimuleert per nest te zoeken, dan ontstaat er een onderlinge competitie. Dan gaan mensen echt actief zoeken. Verder hoop ik op een succesvolle innovatie. Er is al een proef gedaan met nesten zoeken met behulp van infrarood, maar daarmee spoor je momenteel ook iedere veldmuis op.’
‘Er zijn meer vrijwilligers nodig’ U doet aan weidevogelbescherming. Hoe doet u dat? ‘Ik heb zojuist nog ruige mest (koemest, voederafval, stro) op het land gereden en rottende tulpenbollen. Tulpenbollen verspreiden is niet erg gebruikelijk. Vorig jaar heb ik dat voor het eerst geprobeerd op vijf hectare grond. Die rottende bollen zijn een perfecte leefomgeving voor allerlei wormpjes en andere kleine beestjes. Allereerst komen de kieviten, dan verschijnen de grutto’s, tureluurs en graspiepers. Verder begin ik vroeg in het jaar met maaien en dan doe ik niet al het land tegelijk. Zo ontstaat er land met verschillende graslengtes. De vogels migreren dan naar het meest
GERT JAN KOOL Ditmaal vier mensen die zich inzetten voor weidevogelbescherming
Vrijwilliger weidevogelbescherming Zuidoost-Brabant, Eersel
‘Uitdaging en bevrediging’
8 STREEK 1 10
Waarom is het voor u belangrijk om deze vogels te beschermen? ‘Zodra ik kon lopen, ging ik op pad om nestjes op te sporen. En ik loop al ruim vijftig jaar, dus het is een belangrijk onderdeel van mijn leven. Bij het vinden van zo’n nestje rijdt je er natuurlijk niet overheen met de trekker. Momenteel ben ik aangesloten bij een natuurvereni-
Wat is er nodig om de weidevogels ook in de toekomst te blijven beschermen? ‘Er zal meer subsidie moeten komen en meer vrijwilligers die het veld in gaan om de nesten op te sporen. Vroeger hadden we maar een paar hectare, maar met de huidige vijftig hectare grond en de drukke werkweek kan ik onmogelijk zelf het land controleren.’
Melkveehouder, Beets, Noord-Holland
STR EE K BEW O NERS
AD VERDONSCHOT U doet aan weidevogelbescherming. Hoe doet u dat? ‘Van februari tot mei observeer ik het gedrag van voornamelijk de kievit. Aan de hand van de gedragingen kan ik de nesten vinden. Deze markeer ik door door bamboestokjes drie meter voor en achter het nest te plaatsen. De boer weet dan waar de nesten zitten. Het nadeel van markeren is wel dat er ook mensen met andere belangen op af kunnen komen. Achteraf check ik of de eieren goed zijn uitgekomen. Normaal gesproken brengen kieviten de eierschalen ver weg van het nest en dan vind je een leeg nest. Maar onderin het nest blijven altijd nog een paar schilfertjes achter. Als je die vindt, weet je dat de jongen goed zijn uitgekomen.’
Waar komt uw interesse voor weidevogels vandaan? ‘Dat heb ik van huis uit meegekregen. Wij zijn dierenliefhebbers. Het is voor ons vanzelfsprekend dat je de nesten van de vogels niet verstoort.’
ging, waardoor er veel communicatie is met andere weidevogelbeschermers. Momenteel zijn daar ongeveer 550 vrijwilligers actief.’
GERARD MILATZ
Biologische melkveehouder Hei- en Boeicop, Zederik, Zuid-Holland
STREEK-bewoners portretteert in elk nummer vier mensen die zich inzetten voor een sterk en aantrekkelijk platteland.
gunstige stuk. Jonge vogels zitten bijvoorbeeld graag in een beetje laag grasland.’
Waar komt uw interesse voor weidevogels vandaan? ‘Het totale groene gebeuren, het in de natuur zijn, zit bij ons in de genen. Ik kom uit een jagersfamilie en had al vroeg interesse voor natuurbeheer. Bij de weidevogelbescherming ben ik via een advertentie terechtgekomen: ze zochten weidevogelbeheerders. Momenteel ben ik zeker twee à drie middagen per week in het veld te vinden.’ Waarom is het voor u belangrijk om deze vogels te beschermen? ‘Het is ontzettend belangrijk in stand te houden wat we hebben. In weidevogelbescherming zit uitdaging en bevrediging. Die uitdaging zit ‘m voornamelijk in de balans tussen economie en
LEONARD ROUHOF
Bestuurslid Ver. Natuur- en Vogelwerkgroep ‘De Grutto’, Weerselo (Ov.)
‘De overheid speelt een belangrijke rol’ beheer. Maar uiteindelijk gaat het om dat ene nest dat je hebt weten te sparen.’ Wat is er nodig om de weidevogels ook in de toekomst te blijven beschermen? ‘Het ziet er niet florissant uit voor de weidevogels in de toekomst. De afgelopen jaren zijn de weidevogels sterk teruggelopen. Om die teruggang af te remmen moet er een betere subsidieregeling komen. Er moet meer geïnvesteerd worden in de akkerranden. Dat is het vluchtgebied voor de vogels. De boer vindt de subsidie niet in verhouding staan met de maatregel. Hij is best bereid, maar de afweging moet positief gestimuleerd worden.’
U doet aan weidevogelbescherming. Hoe doet u dat? ‘Als weidevogelcoördinator breng ik de weidevogels onder de aandacht bij de provincie, de lokale politiek en de boeren, maar ik ga ook zelf het veld in. Nu de eerste grutto’s arriveren, gaat mijn hart toch sneller kloppen. Ik begin in maart met observeren en vlak voor de boer zijn land gaat bewerken, markeer ik de nesten.’ Waar komt uw interesse voor weidevogels vandaan? ‘Ik ben een boerenzoon, dus de vogels en het buiten zijn hoorden bij mijn dagelijkse leven. Het is mij zogezegd met de paplepel ingegoten. In het voorjaar ging ik eropuit om nesten te zoeken. Het was zelfs een competitie met schoolvrienden wie het eerste kievitsnestje vond.’
Waarom is het voor u belangrijk om deze vogels te beschermen? ‘Voor mij zijn weidevogels nog steeds de aankondiging van het voorjaar, met daarbij die typische geur van het vroege voorjaar en de uitdaging die erbij hoort. Het voorjaar zonder weidevogels is mij als een tuin zonder bloemen.’ Wat is er nodig om de weidevogels ook in de toekomst te blijven beschermen? ‘Het is belangrijk boeren warm te maken voor weidevogelbescherming met goede subsidies. Vroeger werden de boeren per nest betaald. Dat werkte in mijn ogen niet. Om de nesten werd een pol gras gespaard, maar alles daarbuiten was kaal. Per 1 januari is er een nieuw subsidiestelsel in werking gesteld: gebiedsgericht
beleid. Ik heb daar hoge verwachtingen van. Bij dit systeem nemen de boeren in een aangewezen gebied gezamenlijk deel aan de weidevogelbescherming. Door onderlinge afspraken zorgen we ervoor dat niet alle boeren tegelijkertijd gaan maaien. We bouwen rustperiodes in van april tot juni die variëren per boer. Hierdoor krijg je een mozaïek van verschillende graslengtes over een groot gebied. De deelnemende boeren krijgen hier aantrekkelijke subsidies voor. Cijfers tonen aan dat dit nieuwe plan een serieuze bron van inkomsten biedt voor de boeren. De overheid speelt dus een belangrijke rol in het behoud van de weidevogels.’
STREEK 9
Werken aan het organiserend vermogen van dorpen
Op naar het topdorp Er zijn plaatsen in Nederland waar al generaties lang armoede heerst, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en gezondheidsproblemen. Jongeren ontwikkelen er een negatieve houding tegenover school, sporten, gezondheid en cultuur. U denkt aan de achterstandswijken in de grote steden? Dat klopt. Maar deze problemen bestaan ook in dorpen op het platteland.
In vanouds achtergebleven plattelandsgebieden als Zuidoost Drenthe, Noordoost Groningen, de kop van Friesland, MiddenLimburg en Zeeuws-Vlaanderen is sprake van een structurele sociaal-economische achterstand. Vaak concentreren deze problemen zich in bepaalde dorpen of wijken. Deze achterstandsregio’s hebben vaak ook te maken met een krimpende bevolking. Dat versterkt de achterstandsproblematiek nog. Daar dreigt verpaupering, doordat juist de sociaal zwakste bewoners blijven, terwijl anderen er wegtrekken. Het aanbod aan goedkope woningen trekt bovendien nieuwe sociaal zwakkeren aan. Zo ontstaat een negatieve spiraal.
foto’s: Antoinette Borchert
ningen worden verhuurd aan kwetsbare bewoners van elders.
Kloppend hart
In november 2009 lanceerde – intussen demissionair – minister Verburg van LNV in een interview de term ‘Topdorpen’ als tegenhanger van ‘Krachtwijken’.1 Topdorpen zijn volgens Verburg vitale dorpen, waar ook jonge gezinnen willen wonen. Ze moeten volgens haar het kloppende hart worden van gebieden waar de bevolking
In de dorpen waar de sociaal zwakste bewoners achterblijven, dreigt de verpaupering. afneemt. Verburg zei onder de indruk te zijn van allerlei innovaties en initiatieven op het platteland, zoals in het Friese Koudum, waar de bewoners met een eigen stichting het dorp nieuw leven inblazen. Bij het leefbaar houden van de omgeving spelen de burgers de voornaamste rol. Ook in beleidsstukken wordt de verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid bij de bewo10 STREEK 1 10
Uitdaging
ners gelegd. In haar advies ‘Kansen voor een krimpend platteland’ 2 stelt de Raad voor het Landelijk gebied dat leefbaarheid alleen met en door de bewoners zelf kan worden bevorderd. Daarom is het essentieel, de burgers aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor hun leefomgeving. Die verantwoordelijkheid versterkt de binding met de omgeving en de sociale cohesie. Zo blijven dorpen vitale gemeenschappen, waar mensen zich voor elkaar en hun omgeving inzetten. Zo ontstaan topdorpen als Koudum. Ongelijkheid
Maar topdorpen ontstaan niet zomaar. Integendeel, vooral in de gebieden waar de bevolking afneemt, en zeker in de notoire achterstandsgebieden, ontbreken de voorwaarden daarvoor. Onderzoeken van het Sociaal Cultureel Planbureau naar de staat van het platteland tonen aan dat het in grote lijnen goed gaat. Maar het SCP
signaleert ook dat er gebieden zijn waar het leven minder goed is. Naar verwachting zal de ongelijkheid tussen de plattelandsgebieden toenemen en zullen de minder aantrekkelijke dorpen het moeilijk krijgen. 3 In het onderzoek ‘Dorpen onder Druk’ signaleert de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting dit als een urgent vraagstuk: hoe voorkom je dat de aantrekkelijke dorpen in handen van de rijken vallen en de minder populaire overblijven voor de minder bedeelden.4 Juist uit de minder aantrekkelijke dorpen in de krimpgebieden trekken mensen met een groot netwerk als eerste weg. En dat zijn juist de mensen die een veel kunnen bijdragen aan de sociale vitaliteit van een dorp. De door de SEV geconstateerde sociale segregatie wordt nog versterkt doordat ouderen, werklozen en kansarmen achterblijven in de minder aantrekkelijke dorpen èn doordat de beschikbare goedkope huurwo-
Wat kunnen we leren van de wijkenaanpak in de grote steden? Er zijn grote verschillen tussen het platteland en de stedelijke achterstandswijken. In de steden is het multiculturele aspect een belangrijke factor en is het aantal inwoners veel groter. Op het platteland is de
De aanpak van de ‘aandachtswijken’ kan de ontwikkeling van topdorpen inspireren. omgeving belangrijker: vaak heeft niet alleen het dorp, maar de hele regio een achterstand. Toch zijn de overeenkomsten zo groot dat de wijkenaanpak de ontwikkeling van topdorpen kan inspireren. De wijkenaanpak beoogt ‘aandachtswijken’ – geselecteerd op basis van geobjectiveerde criteria – met extra impulsen en door een integrale en systematische aanpak te
transformeren tot ‘krachtwijken’. Het is de uitdaging een dergelijke systematische en integrale aanpak te ontwikkelen voor achterstandregio’s en -dorpen. Daarvoor zijn criteria voor (regionale) achterstand nodig. Op grond daarvan zijn dorpen/regio’s te selecteren. Dan moet de regio zelf integrale actieplannen ontwikkelen. Zulke plannen moeten uitmonden in concrete prestaties en activiteiten, maar ook in maatschappelijke doelen en empowerment. Vervolgens dienen, net als voor de wijken, charters te worden ontwikkeld over de financiering en uitvoering. Naast het Rijk, de gemeenten en maatschappelijke organisaties zijn op het platteland ook de provincie en de regio belangrijke partners. Een belangrijke rol is weggelegd voor het welzijnswerk. Juist het welzijnswerk kan op lokaal niveau achterstandssignalen op de agenda zetten en een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke doelen en empowerment. Tot slot: de aanpak van stedelijke vraagstukken krijgt steun van het NICISinstituut, dat zorgt voor een gemeenschappelijke ‘body of knowledge’. Een dergelijke bundeling, ordening en analyse van kennis en een wisselwerking tussen wetenschappelijk onderzoek en praktische
toepassingen zou voor de aanpak van plattelandsvraagstukken zeer waardevol zijn. Door Jannie Schonewille Jannie Schonewille is coördinator van het cluster vitaal platteland van MOVISE en maakt deel uit van het Netwerk Platteland.
1 Geen krachtwijk zonder topdorp, artikel in Trouw, 30 november 2009. 2 Kansen voor het krimpend platteland, advies over de gevolgen van bevolkingsdaling voor het platteland, Publicatie RLG09/07, december 2009. 3 Overgebleven Dorpsleven;, Sociaal kapitaal op het hedendaagse platteland, Lotte Vermeij (SCP) en Gerald Mollenhorst (UU), december 2008 4 Dorpen onder druk; Matthijs Uyterlinde, Silke van Arum, Ard Sprinkhuizen (MOVISIE), (SEV, september 2009.
STREEK 11
Henk (82) en Piet (78) lijken wel echte boeren, zo geroutineerd staan ze samen het kuilgras voor de koeien op te gooien. Ieder op zijn eigen manier, aan zijn eigen kant. Alleen zie je bij Piet een colbert met stropdas onder zijn overal vandaan komen, niet de dagelijkse werkkleding van een boer.
Medewerkster Marian de Jong: ‘Ik vind het heerlijk om te zien hoe iedereen hier geniet. Ik houd zelf ook van bezig zijn op de boerderij. Dit is heel anders werken dan in een instelling.’
De ondernemers
Zorgboerderij voor zorgeloos oud zijn Piet lacht als er bezoek aankomt. ‘Wat ik hier het liefst doe? Zal ik je dat eens vertellen? Het liefst zou ik Marian een zoen geven. Hahaha. Dat ga ik natuurlijk niet tegen haar zeggen. Dat doe je als je een biertje gedronken hebt, maar niet zo.’ Begeleidster Marian kan erom lachen. ‘Ik vind het heerlijk om te zien hoe de mensen hier genieten. Ze voelen zich nuttig, en dat zijn ze ook. Ze worden geprikkeld om dingen te doen, en hebben veel sociale contacten. Ik ga zelf altijd naar huis met het gevoel dat ik een vrije dag heb gehad.’ Intussen let ze goed op. Ze pakt een touw weg bij de koeien, zorgt dat het plastic afval wordt opgeruimd en spoort de mannen aan om mee te gaan theedrinken. ‘Ze is een beste meid’, vindt ook Henk. ‘Ik voer de koeien. Als ik maar ruimte heb, gaat het goed met me. Ik doe het zoals ik zin heb, kijk, zo!’ Met een 12 STREEK 1 10
armzwaai gooit hij een zware hoop kuil omhoog. Hier in de stal voelen ze zich niet oud, laat staan dement. Dat is precies de bedoeling van onderneemster Jolanda van der Haven en haar man Gerrit. Ze laten de mensen graag in hun waarde. ‘En als er dan een prei op de kop in de grond staat, zetten wij hem naderhand gewoon even rechtop’, zegt Jolanda. Waarom zitten de meeste demente bejaarden dan toch in een verpleeghuis? ‘Dit kan alleen zolang de mensen nog thuis wonen. Wij ontlasten de mantelzorgers, zodat ze het langer volhouden, maar er komt een moment dat ze toch naar een verzorgings- of verpleeghuis gaan. En dan is er geen geld meer voor uitstapjes naar de boerderij.’ Er zijn natuurlijk ook andere vormen van dagbesteding voor ouderen. Niets voor Barry Pfaff (64). ‘Mijn tante zat op een gewone dagbesteding, maar
Jolanda en Gerrit van der Haven runnen met drie medewerksters Welkomboerderij Ons Boeren Gerief op het erf van recreatieboerderij en melkveehouderij Boer Bert in Kamerik. Jolanda heeft een achtergrond in de zorg, en haar man Gerrit was vroeger de buurjongen van boer Bert. ‘Als we tijdens vakanties bij vrienden op de boerderij pasten, zag ik wat dat deed met mijn eigen kinderen. Dat wilde ik demente bejaarden ook bieden. Er is voor hen zo weinig.’ Op het erf van boer Bert verleent ze inmiddels vier dagen per week aan tien mensen zorg in een verbouwde hooiberg. Overdag mogen de mensen lekker op het erf rondsjouwen. Dat gaat heel goed. ‘Als ze het naar de zin hebben en ze zijn ergens waar van alles gebeurt, hoeven ze ook niet weg. ‘Vaak wordt op den duur de thuissituatie onhoudbaar. Dan eindigen ze toch nog in een verpleeghuis. Daar wil ik graag iets aan doen. Daarom zijn we bezig met een nieuwe locatie in Kamerik. Daar gaan we 24-uurszorg verlenen en daar kunnen stellen samen blijven wonen.’ Er komen zes à acht appartementen, en ze starten ook een landbouwtak. ‘We willen opfokvee en paarden houden, en kippen voor de eieren. Dat laatste doen we nu ook al. De eieren verkopen we aan delicatessenwinkels. Het is voor de zorgcliënten belangrijk om echt iets te produceren en nuttig te zijn. En dieren zijn altijd goed, die nemen je zoals je bent.’
arry Pfaff: ‘Ik voel B me hier goed. Ik heb lotgenoten om me heen en voel dat er ruimte is voor mensen met dementie. We maken het samen bespreekbaar.’
daar was het zo stil. Hier kan het ook rustig zijn, maar ik kan ook praten. Ik kan mezelf zijn.’ Ze werkt meestal in de moestuin. ‘Dat vind ik het fijnst. Ik hield eerst niet zo van koeien, maar nu wel. Zelfs voor paarden ben ik niet meer bang. En het is leuk dat ik mijn man iets te vertellen heb als ik thuiskom.’ Barry is nog vrij goed van geest, al heeft ze wel Alzheimer. ‘Ik vind het ook fijn om hier tussen lotgenoten te zijn. We kunnen samen huilen en samen lachen.’
Piet Schalkwijk : ‘Ik ga wel eens op bezoek in het bejaardentehuis. Dan vragen ze: ga je weer naar de koeien? Het is een mooi gezicht die koeien, maar de mest niet. Ik zorg dat de aardappels geschild worden. En hoe heet ze ook alweer, Marian, is onmisbaar.’
Onderneemster Jolanda van der Haven: ‘Ik krijg er een geweldige kick van. De dieren, de buitenruimte, het doet de mensen goed en dat zie je.’
STREEK 13
streek- idee
c o lumn Dirk Strijker
Crisis?
foto: I.L.Veen
CO2-neutrale kas, genomineerd voor de Passie Op het Platteland-prijs
Kleine kas, grootse milieuwinst
Hoe kom je er als jonge ondernemer toe om in een kleine, verouderde kas een duurzaam en innovatief verwarmings- en koelingssysteem aan te leggen? In de eerste plaats uit passie voor de techniek. Maar ook uit economische overwegingen: de beperking van het energiegebruik betekent een flinke kostenbesparing! Michel van Gellecum, amarylliskweker in het Gelderse Bemmel, is met zijn CO2-neutraal verwarmde kas één van de elf genomineerden voor de Passie Op het Platteland-prijs. Hij is trots op de warmtewisselaar die de oude gasgestookte ketel vervangt. ‘Toen mijn vader deze kas in 1984 neerzette was het heel wat,’ vertelt Van Gellecum. ‘Nu is hij eigenlijk alweer klein en verouderd. Maar met deze warmte-koudeopslag heb ik er wel een Formule 1-motor ingelegd! Zo kan ik jaren vooruit.’
Energiezuinig ‘De techniek interesseerde mij mateloos’, vertelt Van Gellecum. ‘Ook maatschappelijk ondernemen staat hoog in mijn vaandel. En in deze branche bestaat eenderde van de kostprijs uit energiekosten, dus energiezuinig werken loont. Toen de energieprijzen rond 2000 zo sterk stegen, ontstond het idee van een warmtewisselaar, met warmte- en koudeopslag in de grond. Ik heb
14 STREEK 1 10
een simpel systeem bedacht en dat laten doorrekenen door een gespecialiseerd bedrijf. De subsidie voor Plattelandsontwikkeling vanuit het Europese Landbouwfonds was het laatste zetje. Ik kon 40% van de investering terugkrijgen.’ Om snel te kunnen bijverwarmen heeft Van Gellecum enkele warmtekanonnen opgehangen, maar die zijn nog niet nodig geweest. ‘Het systeem werkt sinds september 2008. Zelfs deze koude winter lukte het om volledig op het nieuwe systeem te draaien. Mijn gasverbruik is nihil. Natuurlijk is het elektriciteitsverbruik wat gestegen, maar ik bespaar 50% energie vergeleken met de oude situatie. Het overtreft mijn verwachtingen.’
Innoveren In de kassen staan amaryllissen in diverse stadia van groei en bloei in bakken met kleikorrels, waardoor verwarmingsslangen lopen. ‘Het werkt net als vloerverwarming’,
legt Van Gellecum uit. ‘De amaryllis leent zich prima voor dit systeem, die gedijt goed bij 35 à 40˚C.’ Hij zou het liefst nog verder gaan. ‘Met enkele aanpassingen is een volledig gesloten systeem mogelijk. Dat lijkt me prachtig, maar dat kan hier niet, de kas is daarvoor te laag. Maar ik zou het systeem graag nóg efficiënter maken.’ Zou hij er ook aan begonnen zijn als de energieprijzen niet waren gestegen? ‘Ik denk van wel’, antwoordt hij. ‘Als kleine ondernemer met een relatief oude kas moet je juist innoveren, anders boer je achteruit. Nu kunnen we, onafhankelijk van de gasprijs, probleemloos verder. Ik heb mijn bedrijf opgegeven voor de Passie Op het Platteland-prijs omdat ik wil laten zien dat het kán om met een klein bedrijf in één jaar duurzaam, energiezuinig én economisch verantwoord te gaan werken. ’s Zomers koelen met winterkoude en ’s winters verwarmen met zonnewarmte, mooier kan toch niet?’
Hoe werkt het? • Het systeem werkt op basis van warmte-koude opslag. De basis bestaat uit twee grondwaterputten van 30 tot 65 meter diep, die een aantal graden in temperatuur verschillen. Ze bevinden zich zo ver mogelijk van elkaar. De grond werkt als isolator. • In de winter wordt het relatief warme grondwater opgepompt en door een warmtewisselaar geleid. Daar onttrekt het systeemwater warmte aan het grondwater. Dit wordt in een soort vloerverwarmingssysteem door de kas geleid. Het afgekoelde grondwater gaat naar de ‘koude put’. In de zomer wordt het proces omgedraaid om met koud water te kunnen koelen. • Een eenvoudig zonnesysteem, van zwarte buizen onder glas, warmt het grondwater in de zomer extra op. Daarna gaat het terug de ‘warme put’ in. • Van Gellecum verwerkt ook CO2 van andere bedrijven. Het gas wordt in de kas gebruikt om planten beter te laten groeien.
De economie zit in het slop. Het begon allemaal bij de banken op Wall Street, maar inmiddels is de crisis uitgewaaierd naar gebieden buiten Wall Street, Zuidas en Damrak. Ik ben eens op Wall Street geweest en ik kan u verzekeren, het is daar erg stedelijk, net als op de Zuidas of het Damrak. Een logische vraag is dan of de crisis het Nederlandse platteland al bereikt heeft. Het antwoord is simpel. Als er een crisis is, dan heeft die zeker ook het platteland bereikt. Ons platteland is volledig geïntegreerd met de stad. De meeste plattelanders verdienen hun inkomen in stedelijk gebied. In mijn eigen woondorp werkt volgens het CBS 78% van de beroepsbevolking buiten de eigen gemeente, en waarschijnlijk dus in stedelijk gebied. Als we uitkeringen ook beschouwen als afkomstig uit de stad, dan zijn de inwoners van mijn woondorp wel voor 90% of meer afhankelijk van stedelijke inkomsten. Als het dus crisis is in de stad, dan is het ook crisis in het dorp. Gelukkig valt het met de inkomenscrisis tot nu toe nogal mee. De werkloosheid neemt wat toe en de tarieven van zelfstandigen staan onder druk, maar van echte rampen lijkt nog geen sprake. Maar let wel, als het toeslaat, slaat het net zo hard toe op het platteland als in de stad. Er is een heel andere ontwikkeling die wel specifiek het platteland raakt, en dat is de korting op het Gemeentefonds. Gemeenten krijgen geld van het Rijk, en dat bedrag wordt de komende jaren fors gekort. Bos heeft immers zijn geld aan de banken uitgegeven en dus is het weg. De gemeenten moeten nu bezuinigen en dat doen ze ondermeer op voorzieningen op het platteland. Dorpshuizen, ijsbaantjes, vrijwilligerspotjes, verenigingen, maar ook sneeuwruimen in dunbevolkte gebieden, of subsidies voor buurtbussen, het zijn allemaal potentiële slachtoffers. Dat deel van de crisis krijgt het platteland volop voor de kiezen. Het is daarom zaak goed na te gaan welke voorzieningen voor wie essentieel zijn, en wat er voor slimme alternatieven te bedenken vallen. Dit om te voorkomen dat de slachtoffers straks willekeurig gekozen worden.
Dirk Strijker Hoogleraar Plattelandsontwikkeling Mansholtleerstoel Rijksuniversiteit Groningen STREEK 15
AG E NDA
Vernieuwde website maatschappelijke beursvloer Wilt u ook een lokale ‘ruilbeurs’ voor vrijwilligerswerk organiseren? Begin maart 2010 lanceerde MOVISIE de nieuwe website www. beursvloer.com, met tips, informatie, organisatoren en een agenda. Ook vindt u er een handige kaart met de eerstvolgende georganiseerde beurzen. Al met al een compacte handleiding om met beperkte tijd en middelen snel en professioneel een maatschappelijke beursvloer te organiseren. Zie: www.beursvloer.com
Aanbevelingen Plattelandsparlement naar provincies Tijdens het Nationaal Plattelandsparlement van najaar 2009 zijn met name waardevolle aanbevelingen voor provincies gedaan op het gebied van de burgerinbreng bij gebiedsontwikkeling. De organisatoren van het Plattelandsparlement hebben deze aanbevelingen in februari per brief doorgegeven aan alle provincies (Provinciale en Gedeputeerde Staten).
Werkplan Netwerk Platteland 2010 online Het nieuwe werkplan van Netwerk Platteland voor 2010 staat online. U kunt het via de website van Netwerk Platteland downloaden. In de afgelopen twee jaar is het Netwerk Platteland uitgegroeid van LEADER-netwerk tot Netwerk Platteland voor heel POP2. Het netwerkteam is een spin in het web van partijen, netwerken en spelers in gebiedsontwikkeling. Het heeft een aantal eigen producten: bijeenkomsten, praktijkkringen, het netwerkblad Streek, een digitale nieuwsbrief, een website, Infoloket Platteland en inhoudelijke brochures. Het netwerkteam is tevens partner van landelijke kennisinstellingen en van regionale netwerken. http://www.netwerkplatteland.nl/ dmdocuments/werkplan2010.pdf
De brief is te vinden op http://www.plattelandsparlement.nl/nieuwsarchief
WWW.NETWERKPLATTELAND.NL
07.04.2010 > Conferentie:
beter leefklimaat? Beter onderzoek Beter beleid
De Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek organiseert een conferentie over de uitkomsten van twee onderzoeksprogramma’s op het gebied van milieu, omgeving, groene ruimte en klimaatverandering. Wetenschappers en beleidsmakers wisselen o.l.v. voorzitter prof. dr. Piet Hooimeijer (UU) kennis, ervaringen en suggesties uit over (1) ruimtelijke planning en besluitvorming, (2) duurzamer produceren en consumeren en (3) integratie: op weg naar de ‘Duurzame Stad’. Locatie: 7 AM, Den Haag | Kosten: geen. Wegens beperkt aantal deelnemers tijdig aanmelden! www.netwerkplatteland.nl
15.04.2010 > Cursus: Gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied
Geoplan organiseert dit jaar tweemaal de tweedaagse cursus Gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied. In de cursus krijgt u een beeld van de specifieke kansen en mogelijkheden voor gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer ruimtelijke kwaliteit, verruimde bouwmogelijkheden (rood voor groen), nieuwe landgoederen en financiering. Locatie: Utrecht | Data: 15 en 22 april 2010 Kosten: € 1445,-
De sociale dimensie van leefbaarheid in LEADER-plannen MOVISIE wil de sociale dimensie van plattelandsontwikkeling in beeld brengen en versterken. MOVISIE laat daarom een overzicht maken van sociale thema’s en vraagstukken in de plannen van de 31 gebieden die onderdeel zijn van LEADER, het Europees plattelandsontwikkelingsprogramma. Het overzicht vormt de basis voor gesprekken in workshops over de sociale dimensie van plattelandsontwikkeling. Marie Emilie Speyart voert het onderzoek uit als afstudeeropdracht voor haar Master Culturele Geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na de definitiefase worden de plannen van de 31 LEADER gebieden in Nederland bestudeerd om te achterhalen in hoeverre en hoe deze ingaan op de sociale aspecten van leefbaarheid. Hieruit moet blijken welke gebieden zich hier voornamelijk op richten. Van acht gebieden zal zij vervolgens de gebiedscoördinatoren en projectbegeleiders interviewen over de realisatie van de sociale projecten in deze gebieden. Het onderzoek zal voor de zomer 2010 worden afgerond. Meer informatie? Neem contact op met Hilde van Xanten, MOVISIE, via
[email protected]
1+1=3 Zeven inspirerende verhalen over samenwerking op het platteland Of het gaat om cultuurhistorie, streekproducten, duurzame energie of internationale uitwisseling; samenwerking zorgt voor nieuwe impulsen. In deze brochure vertellen zeven mensen uit plaatselijke Leader-groepen over hun samenwerkingsproject. Ter inspiratie!Samenwerken maakt mensen enthousiast, zorgt voor nieuwe creativiteit, een andere blik en maakt dat mensen trots zijn op het gebied waarin ze wonen, werken en recreëren. Dat maken de interviews in de brochure 1+1=3 wel duidelijk. Het boekje is via de website van Netwerk Platteland te downloaden. Zie: http://www.netwerkplatteland.nl/
20.04.2010 > Grouds for Change De provincie Drenthe organiseert i.s.m. de Rijksuniversiteit Groningen de Grounds for Change conferentie 2010. De conferentie duurt vier dagen en staat in het teken van de Grounds for Change gedachte. Het concept Grounds for Change legt het nadrukkelijke verband tussen klimaat- en energievraagstukken en de driedimensionale ruimtelijke ontwikkeling. Kortom, het bij elkaar brengen van de energie- en ruimtelijke netwerken. Datum: 20 t/m 23 april 2010 Lokatie: Hof van Saksen, Veldweg 22-24, 9449 PW Nooitgedacht (vlakbij Assen) Kosten: geen, overnachtingsmogelijkheden zijn tegen betaling aanwezig.
27.04.2010 >
Inspiratiebijeenkomst voor Plaatselijke Leader Groep Leden Het Netwerk Platteland organiseert een uitwisselings- en inspiratiebijeenkomst voor leden van Plaatselijke LEADERGroepen (PG of LAG) en gebiedsplatforms die met LEADER werken in Nederland. Datum: 27 april 2010, 15.00u - 21.00u Plaats: Museum Café de Kribbe, Wilp (gemeente Voorst, Gelderland) Kosten: €50,- (inclusief diner)