Strategisch onderzoeksbeleid 2012 - 2016
Meer
waarde voor onderwijs en regio
Strategisch onderzoeksbeleid 2012 - 2016
Meer
waarde voor onderwijs en regio
Inhoud 1. Inleiding 2. Praktijkgericht onderzoek aan de HAN 3. Stand van zaken en streefbeeld 4. Uitbreiding van het onderzoeksvolume 5. Aanscherping van het onderzoeksprofiel 6. Verbinding tussen onderwijs en onderzoek 7. Valorisatie en de verbinding tussen onderzoek en werkveld 8. De organisatie van het onderzoek 9. Kwaliteitszorg 10. Internationalisering 11. HR-beleid 12. Ondersteuning en voorzieningen 13. Kennismanagement en publicatiebeleid 14. Implementatie 15. Financiering 16. Monitoring en sturing
5 9 13 15 21 25 29 33 35 39 41 45 47 49 51 53
3
1. Inleiding Onderzoek is niet meer weg te denken uit het hoger beroepsonderwijs; het hoort bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en krijgt steeds meer een natuurlijke plek in wat we doen. Ons onderzoek is praktijkgericht, innovatief en draagt bij aan de kwaliteitsverbetering van ons onderwijs.
Landelijk kader
praktijk. Praktijkgericht onderzoek wordt daarbij een
In de verschillende rapporten, adviezen en agenda’s
tweeledige functie toegedacht: het verhoogt de kwa-
voor het hoger onderwijs die de afgelopen jaren zijn
liteit van het onderwijs door de verwevenheid tussen
verschenen, wordt de opdracht van het hoger be-
onderzoek en onderwijs te vergroten én het levert
roepsonderwijs op het gebied van praktijkgericht on-
een bijdrage aan de innovatie van de beroepspraktijk.
derzoek herbevestigd. Zo staan in Kwaliteit in verschei-
Dat laatste gebeurt doordat kennis wordt ontwikkeld
denheid (2011), de agenda voor het hoger onderwijs
voor en met de beroepspraktijk en doordat het hbo
van het kabinet Rutte, een ambitieuze studiecultuur
met haar onderwijs toekomstige beroepsbeoefenaars
en de kwaliteit van het onderwijs centraal, evenals
opleidt die na hun afstuderen geëquipeerd zijn voor
samenwerking in de ‘gouden driehoek’ onderzoek,
hun nieuwe taak in het werkveld. Hiermee wordt aan-
onderwijs en ondernemerschap. Voor het hbo gaat
gesloten bij het advies van de commissie Veerman,
het daarbij om de verbinding tussen onderwijs, prak-
Differentiëren in drievoud omwille van kwaliteit en ver-
tijkgericht onderzoek en innovatie van de beroeps-
scheidenheid in het hoger onderwijs (2010).
5
Instellingsplan HAN
Mainstreaming
In Kennis in interactie, het instellingsplan van de HAN
De afgelopen jaren is onderzoek steeds meer een
voor de periode 2012-2016, ligt de focus eveneens op
vaste plaats gaan innemen bij de HAN. In 2011 wa-
kwaliteit; goed onderwijs en onderzoek horen bij het
ren er 41 lectoren en 9 associate lectoren aangesteld
profiel van de HAN.
die optreden als boegbeelden van het praktijkgericht
Daarbij gaat het om een continue wisselwerking tus-
onderzoek. Het aantal docenten en studenten dat
sen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Onder-
participeert in onderzoek is sterk gegroeid en er zijn
zoek innoveert en verbetert de beroepspraktijk, en dat
belangrijke stappen gezet om onderzoek in te bedden
levert weer input voor verbetering van het onderwijs
in het bachelor- en masteronderwijs. Tevens heeft het
aan de toekomstige beroepsbeoefenaren. Daarvoor is
praktijkgericht onderzoek de relatie met het beroe-
een duurzaam onderzoeksklimaat nodig, voldoende
penveld zichtbaar versterkt.
kritische massa van het onderzoek, deskundige me-
Veel afzonderlijke elementen van het onderzoeksbe-
dewerkers, een cultuur waarin onderzoek een volwaar-
leid zijn uitgewerkt, zoals onderdelen van het HR-be-
dige positie inneemt en participatie van onderzoekers
leid, het promotiebeleid, en de kwaliteitszorg op het
in het onderwijs en van docenten in het onderzoek.
gebied van onderzoek. De ontwikkeling van het on-
Onderdeel van ons instellingplan zijn de prestatieaf-
derzoek en onderzoeksbeleid in de HAN is daarmee
spraken van de HAN met de overheid; deze passen
de pioniersfase voorbij. We komen nu in een fase van
naadloos in en horen bij onze plannen en ambitie. Af-
mainstreaming, waarbij we het onderzoek zoveel mo-
spraken over onderzoek maken daarvan ook deel uit.
gelijk inbedden in bestaande processen. Onderzoek krijgt steeds meer een natuurlijke plek in wat we doen
Het instellingsplan is tot stand gekomen na uitgebrei-
en gaat deel uitmaken van ons DNA.
de consultatie van medewerkers en studenten van de HAN en stakeholders in de regio. Dat proces heeft in
Op basis van een analyse van de behaalde resultaten
de afgelopen maanden ook gezorgd voor enkele verfij-
en de lessen die we daaruit trekken, beschrijft dit on-
ningen in het onderzoeksbeleid, dat als voorgenomen
derzoeksbeleid de concrete ambities van de HAN op
besluit in het najaar van 2011 in verschillende gremia
het gebied van onderzoek en de resultaten die we de
van de HAN aan de orde is geweest. Deze nota over
komende periode willen boeken. Het bevat de kaders
het strategisch onderzoeksbeleid sluit volledig aan bij
en randvoorwaarden waarbinnen faculteiten en ken-
de ambities en koers die zijn geschetst in Kennis in in-
niscentra zelf het praktijkgericht onderzoek verder
teractie. In 2014 vindt een midterm review van het in-
kunnen ontwikkelen en versterken. Uitgangspunt is
stellingsplan plaats; hierin worden de resultaten van
dat al het onderzoek voldoet aan een bepaalde ba-
het strategisch onderzoeksbeleid meegenomen.
siskwaliteit. De ervaring is dat de verschillende kenniscentra hierbij uiteenlopende uitgangsposities kennen. Sommige voldoen al voor een groot deel aan de geformuleerde ambities, andere hebben nog een weg
6
te gaan. Daarom werken we vanuit een ontwikkelgericht perspectief. Er wordt ruimte geboden aan pilots en experimenten van kenniscentra, instituten en faculteiten om een onderzoekscultuur te stimuleren. Gemeenschappelijke kaders worden ontwikkeld in een proces van co-creatie en deze vormen na vaststelling het gezamenlijk kader waarop periodieke voortgangstoetsing en verantwoording aan het College van Bestuur over de realisatie van de doelen plaatsvindt. Naast het strategisch onderzoeksbeleid is een implementatieplan opgesteld, waarin de jaarlijkse werkagenda’s verder zijn uitgewerkt.
Leeswijzer Hoofdstuk 2 van dit plan beschrijft de visie van de HAN op praktijkgericht onderzoek, hoofdstuk 3 behandelt de sleutelindicatoren die we hanteren. Vervolgens werken we per hoofdstuk de opgaven voor de komende periode uit. Achtereenvolgens gaat het in hoofdstuk 4 tot en met 13 om uitbreiding van het onderzoeksvolume, aanscherping van het onderzoeksprofiel en meerjarige programmering van het onderzoek, de verbinding tussen onderwijs en onderzoek, valorisatie en de verbinding tussen onderzoek en werkveld, de organisatie van het onderzoek, kwaliteitszorg, internationalisering, HR-beleid, ondersteuning en voorzieningen, en kennismanagement en publicatiebeleid. Per opgave geven we een beschrijving van de huidige stand van zaken, de ambities voor de komende periode en de wijze waarop we die resultaten willen bereiken. De notitie wordt afgesloten met aandacht voor de implementatie, financiering en monitoring en sturing van het strategisch onderzoeksbeleid.
2. Praktijkgericht onderzoek aan de HAN 2.1 H et belang van praktijkgericht onderzoek
sche en praktische kennis kunnen verbinden. En om
Het praktijkgericht onderzoek van de HAN draagt zo-
houding en kennis hebben van onderzoeksresulta-
wel bij aan de verbetering van de kwaliteit van het on-
ten en methoden en technieken, en die relevante
derwijs als aan de ontwikkeling van de beroepsprak-
bevindingen uit het onderzoek kunnen vertalen naar
tijk en de regio.
de beroepspraktijk en op basis daarvan in staat zijn
professionals die beschikken over een onderzoekende
hun beroepspraktijk te verbeteren en te vernieuwen.
Bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs
Professionals die in staat zijn om onderzoeksresulta-
Een van de uitgangspunten van de HAN in het onder-
ten adequaat te gebruiken en om onderzoek op ver-
zoeksbeleid is de noodzakelijke, nauwe verwevenheid
antwoorde wijze uit te zetten en te monitoren. Prak-
van het praktijkgericht onderzoek met het onderwijs.
tijkgericht onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling
Praktijkgericht onderzoek maakt integraal onderdeel
van metacognitieve vaardigheden van studenten en
uit van de kwaliteitsagenda voor het onderwijs. Die
aan de vakinhoudelijke verdieping van het curricu-
keuze wordt ondersteund in een enquête die bij de
lum. Door in aanraking te komen met praktijkgericht
totstandkoming van het instellingsplan werd gehou-
onderzoek leren studenten te reflecteren, zich een
den onder studenten; meer dan 80% van de onder-
onderzoekende houding eigen te maken, methoden
vraagden vindt het wenselijk dat ze onderzoek leren
en technieken te gebruiken en nieuwe kennis te ont-
doen dat past bij het beroep dat ze gaan uitoefenen.
wikkelen en toe te passen, zodat ze als professionals
De beroepspraktijk vraagt om professionals die gron-
hun beroepspraktijk kunnen vernieuwen. Tevens helpt
dige praktijkkennis combineren met het vermogen
praktijkgericht onderzoek het onderwijs vakinhoude-
om te reflecteren en te abstraheren en die theoreti-
lijk actueel te houden en versterkt het de verbinding
9
actuele wetenschappelijke kennis en cases uit het
2.2 Karakterisering van praktijkgericht onderzoek
werkveld in de opleiding.
De hierboven geschetste relatie tussen onderwijs,
van het onderwijs met het werkveld door inbreng van
onderzoek en de beroepspraktijk betekent ook iets
Bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk en de regio
voor de karakterisering van ons onderzoek. Praktijk-
Praktijkgericht onderzoek draagt bij aan innovatie van
de beroepspraktijk en draagt bij aan de verbetering en
het werkveld en aan de economische en maatschap-
innovatie van die beroepspraktijk.1 Dit gebeurt door
pelijke ontwikkeling van de regio; ook dat is een reden
het genereren van kennis en inzichten, maar ook door
om te investeren in onderzoek. De HAN wil immers
het leveren van toepasbare producten en ontwerpen
kennispartner in de regio zijn, vooral voor het MKB en
en concrete oplossingen voor praktijkproblemen. De
onderwijs- en zorginstellingen. Om deze rol waar te
vraagstelling is vaak afkomstig uit de beroepsprak-
maken, moeten we als hogeschool goed weten welke
tijk. Bovendien wordt het onderzoek vaak samen met
vragen er spelen in het werkveld en kiezen op welke
mensen uit het werkveld uitgevoerd. Het karakter van
onderzoeksgebieden we willen inzetten. Gegeven de
het onderzoek, de producten die het oplevert, de net-
relatief beperkte omvang van het onderzoek moeten
werken waarbinnen het onderzoek plaatsvindt en de
we keuzes maken, waarbij we zo veel mogelijk kiezen
manier waarop de resultaten worden verspreid, zijn
voor onderzoeksthematieken die meerwaarde heb-
afgestemd op de behoeften uit de beroepspraktijk.
ben voor het werkveld én voor het onderwijs en dus
Eveneens wezenlijk voor praktijkgericht onderzoek is
een hoog rendement hebben. We betrekken bedrijven
de verbinding met het onderwijs. Onderzoek levert
en instelling dan ook zowel bij de ontwikkeling van
een bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs door
de onderzoekagenda als de ontwikkeling van het ba-
bijvoorbeeld onderzoeksresultaten en praktijkcases
chelor- en mastercurriculum. Op deze wijze kan het
in te brengen in het onderwijs, (docent)onderzoekers
praktijkgericht onderzoek optimaal bijdragen aan de
onderdelen van het curriculum te laten verzorgen en
verbinding tussen onderwijs en het werkveld. In de
een bijdrage te laten leveren aan curriculumontwikke-
verschillende consultaties die we ten behoeve van het
ling, docenten in een deel van hun werktijd onderzoek
instellingsplan hadden met werkgevers uit de regio
te laten verrichten, studenten via stages, afstudeerop-
bleek dat ze onze onderzoeksopdracht onderschrij-
drachten en leeronderzoek in onderzoek te laten par-
ven. Ze verwachten dat onze afgestudeerden onder-
ticiperen en docenten op het gebied van onderzoek te
zoekende professionals zijn die wat kennis betreft
professionaliseren. De thematieken in het onderwijs
gericht onderzoek aan hogescholen is geworteld in
aan de maat zijn en blijven, bijdragen aan innovatie, ondernemend zijn, en een professionele oordeelsvorming hebben.
10
1
ie ook Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2009-2015 (HBOZ raad, 2007) en Naar een duurzaam onderzoeksklimaat (HBO-raad, 2010).
en onderzoek moeten daarom op elkaar aansluiten en
(praktijkrelevante) wetenschap en bijdragen aan het
onderzoek moet een wezenlijke plaats hebben in het
onderwijs aan de HAN. Door kenniscirculatie tussen
curriculum.
beroepspraktijk en de opleidingen te bevorderen en cases uit de praktijk en onderzoeksvragen en -resul-
Praktijkgericht onderzoek is zowel regionaal veran-
taten in te brengen in het onderwijs, dragen lectoren
kerd als internationaal georiënteerd. Kenmerkend is
bij aan verbetering van de kwaliteit van de curricula.
dat praktijkgericht onderzoek plaatsvindt in een be-
Door hun expertise en (contract)onderzoek geven ze
paalde context. Dat vereist van de onderzoekers dat
een nieuwe invulling aan de relatie met het beroepen-
zij sensitief zijn voor de omgeving en de verschillende
veld. Door studenten en docenten te betrekken bij
stakeholders, kunnen bepalen welke consequenties
hun onderzoek stimuleren ze de inbedding van on-
deze context heeft voor de opzet en uitvoering van
derzoek in het onderwijs, dragen ze bij aan professi-
het onderzoek en op basis van de uitkomsten van het
onalisering van docenten en verstevigen ze de relatie
onderzoek advies kunnen uitbrengen aan de stake-
met de beroepspraktijk.
holders in de beroepspraktijk. De maatschappelijke te maatschappelijke vraagstukken. Praktijkgericht on-
Kwaliteitscriteria voor praktijkgericht onderzoek
derzoek is meestal multi- of interdisciplinair van aard.
Het eigen karakter van praktijkgericht onderzoek
Het voldoet aan dezelfde wetenschappelijke criteria
heeft gevolgen voor de gehanteerde kwaliteitscriteria.
voor betrouwbaarheid en validiteit als het onderzoek
Praktijkgericht onderzoek moet niet alleen voldoen
dat aan universiteiten wordt uitgevoerd en is gericht
aan wetenschappelijke kwaliteitseisen, zoals interne
op kennisontwikkeling, de methodiek is afhankelijk
validiteit en controleerbaarheid, maar ook aan kwa-
van de vraagstelling. Kennis en inzichten worden via
liteitseisen op het gebied van maatschappelijke of
uiteenlopende kanalen aan de diverse doelgroepen
praktische relevantie. De kwaliteit van praktijkgericht
overgebracht: via bijdragen aan professionele bladen,
onderzoek heeft betrekking op de bijdragen aan de
wetenschappelijke publicaties, voordrachten en pre-
ontwikkeling van onderwijs en scholing, de bijdrage
sentaties, en media zoals internet, kranten, radio en
aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk en de
televisie.
maatschappij en de bijdrage aan de kennisontwikke-
meerwaarde blijkt uit zichtbare bijdragen aan concre-
ling binnen het onderzoekdomein. De HAN heeft dit
De rol van lectoren
uitgewerkt in haar kwaliteitskader voor onderzoek, dat
Bij de verbinding tussen onderwijs, praktijkgericht
in 2011 zeer positief is beoordeeld door de validatie-
onderzoek en de beroepspraktijk vervullen lectoren
commissie kwaliteitszorg onderzoek (VKO).2
een sleutelrol. Dat komt tot uitdrukking in hun drieledige taakstelling: bijdragen aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk, bijdragen aan de ontwikkeling van
2 HAN Kwaliteitskader onderzoek (2010) en Validatierapport kwaliteitszorg onderzoek Hogeschool Arnhem Nijmegen (januari 2011).
11
Breedtestrategie en dieptestrategie Om de genoemde opgaven en het geschetste streefbeeld te realiseren, hanteren we een combinatie van een breedtestrategie en een dieptestrategie. Elke opleiding gaat verbinding aan met één of meerdere lectoren, leidend tot bijdragen aan de curricula (breedtestrategie). Op een aantal onderwerpen hebben we in het voorjaar van 2012 gekozen voor synergetische concentraties van praktijkgericht onderzoek en excellent onderwijs (dieptestrategie). Deze speerpunten kleuren nadrukkelijk het onderzoekprofiel van de HAN.
3. Stand van zaken en streefbeeld De ambities op het gebied van onderzoek samengevat in een aantal sleutelindicatoren Sleutelindicator
Streefwaarde 2016
Stand van zaken 2011
Inverdiencapaciteit uit de 2e, 3e en 4e geldstroom
Minimaal 150.000 euro per fte lector per faculteit. Streven is een gemiddelde (HAN-breed) van 200.000 euro per fte lector
HAN-breed 200.000 euro per fte lector, waarbij de resultaten per faculteit sterk uiteen lopen
Omvang onderzoek
135 fte
116,7 fte
Percentage bachelorstudenten dat participeert in onderzoeksactiviteiten van de kenniscentra
5%
3,8%
Percentage voltijd bacheloropleidingen waarin een doorlopende leerlijn onderzoek geïmplementeerd is
100%
69% (meetdatum maart 2012)
Percentage onderwijzend personeel dat gekwalificeerd is op masterniveau
72%
55%
Percentage onderwijzend personeel dat is gepromoveerd
8%
6%
Percentage onderzoekseenheden dat op minimaal 5 van de 10 criteria door de externe visitatiecommissies als goed wordt beoordeeld
70%
50%
Aantal speerpunten
Ongeveer 8
0
Aantal internationale onderzoeksprojecten per kenniscentrum
Ten minste 1
Varieert
Aantal internationale consortia per kenniscentrum
Ten minste 1
Varieert
Omvang internationale onderzoeksmiddelen
€ 400.000
€0
13
Randvoorwaarden en risico’s Het strategisch onderzoeksbeleid van de HAN is ambitieus en tegelijkertijd wordt de realiteit niet uit het oog verloren. De koers die we in 2010 zijn ingeslagen op weg naar een university of applied sciences handhaven we. Het streefbeeld voor 2016 kan worden gerealiseerd als het ons lukt om onderzoek daadwerkelijk te integreren met het onderwijs, het kwalificatieniveau van docenten te verhogen, voldoende middelen voor onderzoek vrij te maken (zowel 1e geldstroommiddelen voor generieke kennisontwikkeling, als 2e, 3e, en 4e geldstroommiddelen voor projecten), de (financiële) sturing op onderzoek te versterken, de zichtbaarheid van het onderzoek bij stakeholders in het werkveld en bij subsidiegevers te verbeteren, de organisatorische koppeling tussen onderwijs (instituten) en onderzoek (kenniscentra) te verbeteren en de (management)cultuur aan de HAN meer af te stemmen op een combinatie van onderwijs en onderzoek. De cultuurverandering die nodig is om de omslag te maken van een onderwijsorganisatie naar een kennisinstelling is waarschijnlijk de belangrijkste opgave én het grootste risico voor de komende jaren. Daarbij is het wezenlijk activiteiten te organiseren voor de gehele hogeschool om draagvlak te creëren, alle medewerkers te betrekken en te zorgen dat onderzoek deel gaat uitmaken van alle processen in de HAN. Om dit te bereiken continueren we onze procesaanpak van de afgelopen 2 jaar.
4. Uitbreiding van het onderzoeksvolume Om de positie van het onderzoek aan de HAN te versterken, is het belangrijk het onderzoekvolume uit te breiden. Meer docenten en studenten gaan participeren in onderzoek. Uitbreiding van het onderzoekvolume gaat samen
Waar staan we nu?
met hogere eisen aan de kwalificaties van degenen die
In 2002 werden de eerste lectoren bij de HAN aange-
participeren in onderzoek en meer aandacht voor on-
steld. Het onderzoekvolume is in 10 jaar sterk toege-
derzoek vanuit het management. Uitbreiding van het
nomen, met een evenwichtige spreiding over de vier
aantal mensen dat betrokken is bij onderzoek, impli-
faculteiten. Onderstaande tabel geeft een overzicht
ceert dat er ook meer middelen voor onderzoek wor-
van het onderzoekvolume van de HAN in 2011 (inclu-
den vrijgemaakt.
sief vacatureruimte (associate) lectoren).
Categorie
Fte
Aantal gepromoveerden
41
26,5
34
9
4,3
8
182
55,7
22
Promovendi
36
16,2
Ondersteuning
32
13,9
Lectoren Associate lectoren Docenten en onderzoekers
Studenten
Personen
1142
15
De HBO-raad heeft als streefcijfers geformuleerd dat
Het onderzoekvolume uitgedrukt in geld is de afgelo-
de verhouding tussen de formatie voor lectoren en
pen jaren ook gestaag gestegen. In 2010 rekende de
het aantal studenten ten minste 1 fte lector op 720
HAN K 9.944 euro toe aan onderzoek in de kennis-
studenten bedraagt en dat 20% van de docenten ac-
centra, in 2011 is dat gestegen tot K 13.761 euro. Bij
tief is op het gebied van onderzoek. In 2011 waren er
het verwerven van externe middelen zijn vooral onze
bij de HAN ongeveer 30.000 studenten ingeschreven
subsidieaanvragen in het RAAK-programma succes-
en waren er 1870 docenten bij ons werkzaam. Dat
vol; de afgelopen 4 jaar is 70% van de aanvragen ge-
betekent dat we bijna 1 fte (associate) lector op 1000
honoreerd en landelijk gezien zijn we een van de best
studenten hebben – terwijl het landelijk gemiddelde
scorende hogescholen. Onderzoek maakt inmiddels
3
1 fte lector op 1420 studenten is – en dat iets meer
5,4% van de exploitatie uit.
dan 11% van onze docenten betrokken is bij activiteiten van het kenniscentrum. Wat betreft het aantal lectoren doet de HAN het dus niet slecht, het aantal docenten dat actief is in het onderzoek staat nog ver van af van het streefcijfer van de HBO-raad.
3
16
Faculteit
Extern verworven middelen 2011 in K
Middelen per fte lector in K
GGM
1.642
200
Educatie
1.175
244
Economie en management
405
73
Techniek
1.948
243
ouwstenen voor de lector. Forum voor praktijkgericht onderzoek, B [z.p.], 2012, p. 8.
Voor wat betreft de financiering van lectoren en as-
omheen een flexibele schil. Het aantal docenten dat
sociate lectoren is met ingang van 2012 afgesproken
tijdelijk met een deel van hun taken participeert in
dat het College van Bestuur niet alleen subsidies ver-
activiteiten van het kenniscentrum zal stijgen. Voor
strekt ten behoeve van de start van lectoraten, maar
wat betreft het aantal promovendi willen we in 2016
ook voor de start van associate lectoraten en voor de
alle promotieplaatsen die het College van Bestuur
continuering van beide.
beschikbaar stelt (35) volledig benutten. Bij associate lectoren ambiëren we een gematigde groei, van mini-
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
maal één associate lector per twee jaar per kenniscen-
Er wordt met veel inzet en enthousiasme aan het on-
ren, docenten en (docent)onderzoekers ontstaat een
derzoek gewerkt, maar het onderzoekvolume is on-
grotere groep onderzoekers per lector. HAN-breed
toereikend om onze ambities waar te kunnen maken.
stabiliseren we het aantal lectoren. Dat aantal wordt
Te weinig docenten zijn actief in het onderzoek. Het
alleen uitgebreid als dat nodig is voor de positione-
geringe onderzoekvolume beperkt ook de mogelijkhe-
ring en invulling van de speerpunten van de HAN en/
den voor studenten om te participeren in het onder-
of voor de koppeling met instituten waaraan nog geen
zoek van het kenniscentrum. Naast de omvang van
(associate) lector is verbonden. Op deze wijze wor-
het onderzoekvolume vormt ook de verdeling van
den de beschikbare onderzoeksmiddelen efficiënter
dit volume over de verschillende onderzoeksfuncties
ingezet.
een aandachtspunt, evenals de omvang van de taak-
Ook willen we het aantal bachelorstudenten dat be-
stelling per medewerker. Het aantal lectoren is rela-
trokken is bij de activiteiten van de kenniscentra uit-
tief groot, het aantal associate lectoren, docenten en
breiden, tot 5% in 2016. Tevens intensiveren we de
onderzoekers gering. Als gevolg van hun beperkte
koppeling tussen onderzoek, opleiding en werkveld
onderzoekstaakstelling, de dominantie van het onder-
door daar waar mogelijk minoren, stages, praktijk- en
wijs en de strakke onderwijsprogrammering zijn do-
afstudeeropdrachten te koppelen aan de onderzoeks-
centen vaak maar voor een beperkt deel van hun tijd
programma’s van de kenniscentra.
trum. Door uitbreiding van het aantal associate lecto-
(vaak 0,2 fte) inzetbaar voor onderzoek. Het College van Bestuur reserveert jaarlijks een beDe komende jaren breiden we het onderzoeksvolume
drag voor onderzoek. Een deel van de beoogde groei
uit. Hierbij streven we naar een meer piramidale op-
van het onderzoek zal worden gefinancierd uit externe
bouw van het onderzoekersbestand en een grotere
middelen. Streven daarbij is dat iedere faculteit per fte
taakstellingsomvang van de (docent)onderzoekers,
lector minimaal 150.000 euro uit externe (2e, 3e, en
waarbij het onderzoek georganiseerd wordt in een
4e) geldstromen ten behoeve van onderzoek verwerft
semipermanente kern van (docent)onderzoekers met
en dat we een gemiddelde (HAN-breed) van 200.000
een grotere taakomvang (minimaal 0,4 fte) met daar
euro per fte lector bereiken. Met het oog op continu-
17
ïteit is het van belang dat een substantieel deel van de externe financiering betrekking heeft op meerjarige onderzoeksubsidies, zoals RAAK-subsidies of EUgelden. Ook wordt de groei bereikt via reallocatie van middelen; conform bestaande plannen wordt de overhead in de instelling teruggebracht waardoor er meer middelen vrijkomen voor onderwijs en onderzoek. Verder worden in het onderwijs middelen vrijgemaakt voor de verbinding tussen onderwijs en onderzoek. Tot slot zal sterkere sturing op de onderzoeksprogrammering er toe leiden dat de beschikbare middelen efficiënter en meer gericht worden ingezet. Voor kenniscentra en (associate) lectoren die slecht scoren bij het binnenhalen van externe middelen worden targets geformuleerd.
Resultaten • In 2016 verwerft iedere faculteit per fte lector minimaal 150.000 euro uit externe (2e, 3e, en 4e) geldstromen ten behoeve van onderzoek. We streven naar een gemiddelde (HAN-breed) van 200.000 euro per fte lector. • In 2016 is het aantal fte voor onderzoek met 15% gegroeid en komt op 135 fte.
18
5. Aanscherping van het onderzoeksprofiel Een helder onderzoeksprofiel vormt de basis voor de integratie van onderzoek en onderwijs, de bijdrage vanuit het onderzoek aan de kwaliteitsagenda voor het onderwijs en de versterking van de bijdrage van de HAN aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk in de regio. We willen daarom het onderzoeksprofiel van de HAN
Waar staan we nu?
aanscherpen, aansluitend bij de behoeften uit het on-
De HAN heeft zeven kenniscentra:
derwijs en het werkveld. Dit doen we zowel voor de
• kenniscentrum Kwaliteit van leren
breedtestrategie als de dieptestrategie: alle kenniscentra stellen een meerjarig onderzoeksprogramma op en er zijn inmiddels acht speerpunten geformuleerd.
(Faculteit Educatie); • kenniscentrum Business development and co-creation (Faculteit Economie en Management); • kenniscentrum HAN SOCIAAL (Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij); • kenniscentrum Revalidatie, arbeid, sport (Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij); • kenniscentrum Publieke zaak (Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij); • kenniscentrum Duurzame zorg (Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij); • kenniscentrum Technologie en samenleving (Faculteit Techniek). 21
Op dit moment zijn verschillende kenniscentra al
• Sneller herstel;
ver gevorderd met het formuleren van de program-
• Vitale leefomgevingen, kleine kernen;
mering. Dit geldt met name voor de kenniscentra die
• Talentherkenning en -ontwikkeling in sport;
zijn geëvalueerd door een externe commissie. In de
• Ondernemen en ondernemerschap;
voorbereiding van het bezoek van deze commissies
• Leren met ICT.
en in de opvolging van hun adviezen krijgt focus in
Op het gebied van logistiek wordt samen met de zes
de gezamenlijkheid altijd de nodige aandacht. Deze
hogescholen van het Kennisakkoord Logistiek een
kenniscentra kunnen doorgaan op de ingeslagen weg.
aanvraag ingediend voor een centre of expertise Lo-
Bij andere kenniscentra worden nu veelal de eerste
gistiek.
stappen gezet om de gezamenlijke missie en pro-
Voor de ontwikkeling tot speerpunten is alleen clus-
grammering scherp te krijgen en worden overkoepe-
tering van onderzoek en onderwijs in aanmerking ge-
lende thematieken uitgewerkt; dit geldt vooral voor de
komen die voldoet aan de eisen die in het kader van
onlangs samengestelde kenniscentra en voor enkele
de breedtestrategie zijn gesteld en waarvan de onder-
kenniscentra die vooralsnog inhoudelijk functioneer-
wijs- en onderzoekskwaliteit bovengemiddeld is.
den op het niveau van onderzoekslijnen. Hier bestaat het samenhangend profiel vaak nog te veel uit de opheldere profilering te komen is het nodig meer focus
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
en samenhang aan te brengen en keuzes te maken.
Programmering van het onderzoek voorkomt versnip-
drachten van de afzonderlijke lectoraten. Om tot een
pering en vrijblijvendheid, versterkt de verbinding met
22
Aanvullend op de clustering van het onderzoek in de
het onderwijs, biedt ruimte voor generieke kennisont-
kenniscentra hebben we gekozen voor profilering op
wikkeling, verhoogt de kans op het verwerven van on-
een beperkt aantal speerpunten die het profiel van
derzoeksmiddelen en op deelname van docenten en
de instelling vormen: de dieptestrategie van de HAN.
studenten in onderzoek, leidt tot herkenbaarheid en
Deze speerpunten zijn met hun onderwijs- en onder-
kwaliteitsverbetering van het onderzoek en tot een ef-
zoeksprogramma aangesloten bij de regionale maat-
ficiëntere inzet van de onderzoeksmiddelen. Daarom
schappelijke en economische agenda’s, bij enkele van
scherpen de kenniscentra in nauwe afstemming met
de topsectoren, en bij de aandachtsgebieden die de
het werkveld en de betrokken opleidingen hun profiel
Europese Unie voor de komende periode heeft gefor-
aan, wat resulteert in een heldere missie en onder-
muleerd. In april 2012 zijn de volgende acht speer-
zoekslijnen per kenniscentrum, een meerjarig onder-
punten vastgesteld:
zoeksprogramma en een strategisch plan voor de ko-
• Automotive;
mende vier jaar. Hierbij wordt onder meer beschreven
• Duurzame (elektrische) energie;
hoe de onderzoekslijnen aansluiten bij het onderwijs
• Biodiscovery;
van de betrokken opleidingen en de behoeften en ont-
wikkelingen in de beroepspraktijk, de beoogde output
Tevens worden afspraken gemaakt over ethisch han-
per programmalijn, de benodigde personele capaci-
delen bij het verrichten van praktijkgericht onderzoek.
teit om het onderzoeksprogramma te realiseren en de wijze waarop het onderzoeksprogramma wordt gefinancierd. Een belangrijk aandachtspunt is een goed evenwicht tussen meerjarige programmering op grote thema’s en behoud van flexibiliteit en ruimte voor vraagsturing.
Resultaten • In 2013 is een HAN-kader voor praktijkgericht onderzoek vastgesteld.
De onderzoeksprogrammering vormt het kader voor
• Eind 2013 heeft elk kenniscentrum in
sturing van het onderzoek binnen het kenniscentrum.
overleg met het werkveld en de betrokken
Faculteiten zullen alleen middelen beschikbaar stellen
opleidingen een missie vastgesteld en
aan kenniscentra die beschikken over een vastgesteld
onderzoekslijnen beschreven.
onderzoeksprogramma dat in afstemming tussen
• Eind 2014 heeft elk kenniscentrum in over-
het kenniscentrum en de betrokken instituten en het
leg met het werkveld en de betrokken oplei-
werkveld is opgesteld. Met 2014 als uiterlijke eindda-
dingen de onderzoeksthema’s uitgewerkt
tum voor de programmering en het strategisch plan
in een meerjarige onderzoeksprogram-
van het kenniscentrum loopt dit proces parallel aan
mering en strategisch plan.
de planning van de externe commissies die het onderzoek van de kenniscentra evalueren. Op basis van een intensieve dialoog met de faculteiten, lectoren, en de beroepspraktijk wordt in 2013 een HAN-kader voor praktijkgericht onderzoek opgesteld. Hierin wordt gespecificeerd wat praktijkgericht onderzoek is, wat het eigen karakter van dit onderzoek uitmaakt en welke methoden en technieken daarbij horen. Met dit kader borgen we de kwaliteit en ontstaat een gedeeld referentiekader, dat herkenbaar is voor het werkveld en richting geeft aan de verdere ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek, de integratie van dit onderzoek in het onderwijs en de scholing van docenten en studenten. Het HAN-kader zal recht doen aan de diversiteit van domeinen (sociaal wetenschappelijk, bèta-technisch) en beroepspraktijken.
23
6. Verbinding tussen onderwijs en onderzoek Om een optimale verbinding tussen onderwijs en onderzoek te bewerkstelligen, sluiten we aan bij het hart van het curriculum. Aangrijpingspunten voor deze verbinding zijn vanuit dat perspectief de doorlopende leerlijn onderzoek, minoren en afstudeerfase. Daarnaast kan een deel van de studenten participeren
nog wel stappen te zetten: soms wordt onderzoek
in onderzoeksprojecten van het kenniscentrum. Om
geïntegreerd in vakinhoudelijke onderwijsactiviteiten
te zorgen dat praktijkgericht onderzoek daadwerkelijk
en de beroepstaken, in andere gevallen wordt het als
bijdraagt aan het verbeteren van de kwaliteit van het
aparte onderwijsactiviteit aangeboden. De omvang
onderwijs, passen we het curriculum van de opleidin-
van het onderzoek in het curriculum loopt uiteen en
gen aan en nemen we maatregelen om de rol van on-
onderzoek komt vooral aan bod in de laatste jaren van
derzoekers in het onderwijs te versterken.
de opleiding. In de eerste twee jaar van de bacheloropleiding wordt vaak weinig aandacht besteed aan onderzoek.
Waar staan we nu?
In de masteropleidingen, die gericht zijn op de oplei-
Alle opleidingen zijn bezig om onderzoek te integre-
ding van onderzoekende professionals en waarin on-
ren in het onderwijs; daarbij zijn er (fase)verschillen
derzoek een substantiële plaats moet innemen, loopt
tussen instituten. Een doorlopende leerlijn onderzoek
de omvang van de onderzoekscomponent eveneens
is inmiddels bij 69% van de bacheloropleidingen ge-
uiteen. Recentelijk is HAN Masterprogramma’s gestart
ïmplementeerd, de andere opleidingen zijn bezig met
met een instituutsbrede discussie aan welke eisen on-
de ontwikkeling en implementatie er van. Daarbij zijn
derzoek in de masteropleidingen moet voldoen.
25
Lectoren en (docent)onderzoekers leveren op uit-
nen lezen en interpreteren. Via integratie van onder-
eenlopende manieren bijdragen aan het onderwijs.
zoek in het onderwijs stimuleren we een ambitieuze
Ze verzorgen bijvoorbeeld gastlessen en minoren,
studiecultuur, evenals door vakkennis op een hoger
dragen bij aan curriculumontwikkeling, adviseren do-
niveau te brengen en door uitdagende casussen en
centen over onderzoek in het onderwijs en over het
praktijkgerichte onderzoeksopdrachten in te brengen
verrichten van onderzoek, en reiken actuele kennis
in het curriculum. In de honoursprogramma’s nemen
en casuïstiek aan voor de opleidingen. In 2011 is door
we een zware onderzoekscomponent op, zodat ho-
het College van Bestuur besloten dat een senior on-
noursstudenten op een hoger niveau en onder inten-
derzoeker deel moet uitmaken van elke examencom-
sieve begeleiding vanuit het kenniscentrum kunnen
missie en dat elke curriculumcommissie iemand met
participeren in onderzoek.
onderzoekservaring opneemt; bij voorkeur zijn dit
De verbinding tussen onderwijs en onderzoek komt
personen die zijn verbonden aan een kenniscentrum
op uiteenlopende manieren tot stand, bijvoorbeeld
van de HAN. Zo wordt de verbinding tussen onder-
door een doorlopende leerlijn onderzoek, door onder-
wijs en onderzoek geborgd. Op dit punt is de praktijk
zoek nadrukkelijker te verwerken in het curriculum, en
nog in ontwikkeling.
door studenten te betrekken bij RAAK-projecten. Dit vereist een niet vrijblijvende integratie van onderzoek in het onderwijs en vice versa. Daarvoor is gezamen-
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
lijk eigenaarschap nodig. Kenniscentra en instituten
Verbetering van de integratie tussen onderzoek en on-
verantwoordelijk voor het onderwijs en het onder-
derwijs zal er toe leiden dat de kwaliteit van de oplei-
zoek.
worden daarom in toenemende mate gezamenlijk
dingen verbetert, wat tot uitdrukking moet komen in
26
betere beoordelingen door de NVAO. Het onderwijs
Om de kwaliteit van de integratie van onderzoek in
moet studenten toerusten met de meest actuele ken-
het onderwijs te waarborgen, hebben in 2016 alle op-
nis, een onderzoekende houding, en kennis en vaar-
leidingen een doorlopende leerlijn onderzoek geïm-
digheden op het gebied van methoden en technieken
plementeerd. In termen van inhoud en omvang wordt
voor onderzoek. Zij moeten nieuwe kennis kunnen
beschreven hoe onderzoek in de opleiding wordt ge-
identificeren, ontwikkelen en benutten. Dat vereist
ïntegreerd en welke onderzoekscompetenties en -ken-
dat reflectie en onderzoekscompetenties een centrale
nis studenten aanleren in de verschillende fasen van
plaats hebben in het curriculum. Door in aanraking te
het curriculum. Hierbij wordt geredeneerd vanaf het
komen met onderzoek leren studenten te analyseren,
instroomniveau in jaar 1 tot en met afronding in jaar
kritisch naar feiten te kijken, te reflecteren en zelfstan-
4, gerelateerd aan de eindtermen van de opleiding.
dig onderzoek uit te voeren. Om onderzoek te kunnen
De onderdelen uit het curriculum die behoren tot de
vertalen naar de eigen beroepspraktijk willen we dat
doorlopende leerlijn onderzoek worden als zodanig
studenten wetenschappelijke en vakpublicaties kun-
benoemd en omvatten in termen van studiebelasting
minimaal 10% van de opleiding. Onderzoeksvaardig-
over de inzet van (docent)onderzoekers in het onder-
heden worden geïntegreerd in onderwijsopdrachten.
wijs en over docenten in het onderzoek. Verder orga-
De leerlijn is naar inhoud en vorm gekoppeld aan de
niseren we betrokkenheid van (associate) lectoren bij
specifieke eisen van het beroep waarop de betreffende
de minoren en de masteropleidingen.
opleiding is gericht en is afgestemd met het kenniscentrum. Tevens maakt onderzoek deel uit van de stage en de afstudeeropdracht.
Resultaten Verder nemen de instituten en de kenniscentra geza-
• In 2014 hebben alle instituten afspraken
menlijk maatregelen om te zorgen dat in 2016 mini-
gemaakt met de relevante kenniscentra
maal 5% van de bachelorstudenten deelneemt aan
over de inzet van onderzoekers in het on-
onderzoeksprojecten en -p rogramma’s van de kennis-
derwijs, en over de inzet van docenten in
centra. Meer inzet van studenten in onderzoek vereist
het onderzoek.
flexibilisering van de onderwijsorganisatie. Er wordt
• In 2016 is in alle bacheloropleidingen een
een commissie van deskundigen ingericht die het Col-
doorlopende leerlijn onderzoek geïmple-
lege van Bestuur adviseert hoe de ritmes van het on-
menteerd en maakt onderzoek deel uit van
derwijs (roosters) en onderzoek (projectmatig en met
de stage en de afstudeeropdracht.
variabele tijdshorizon) beter met elkaar te verbinden.
• In 2016 neemt 5% van de bachelorstudenten deel aan onderzoeksprojecten en -pro-
In de masteropleidingen gaat onderzoek meer dan
gramma’s van de kenniscentra.
nu een centraal element van het curriculum vormen.
• In 2016 is voor alle bachelor- en masterop-
Deze opleidingen worden gecentreerd rond onder-
leidingen de rol van praktijkgericht onder-
zoekend werken met complexe praktijkproblemen.
zoek geëxpliciteerd en is onderzoek geïnte-
De masterstudent leert zijn eigen beroepspraktijk sys-
greerd in het curriculum en toetsbeleid.
tematisch en gestructureerd te analyseren en daarin
• In 2016 zijn (associate) lectoren betrokken
onderzoekend vernieuwingen of verbeteringen door
bij de minoren en de masteropleidingen.
te voeren. Het onderzoeksprofiel van de masteroplei-
• In 2016 bevat iedere examencommissie
dingen wordt versterkt, onder meer door beter aan te
een senioronderzoeker, bij voorkeur iemand
sluiten bij de speerpunten en door uitbreiding van de
die verbonden is aan een kenniscentrum
onderzoekscomponent.
van de HAN. • In 2016 bevat iedere curriculumcommissie
Om te waarborgen dat onderzoekers voldoende bij-
iemand met onderzoekservaring, bij voor-
dragen aan en invloed hebben op het onderwijs en te
keur iemand die is verbonden aan een ken-
zorgen voor gemeenschappelijk eigenaarschap op dit
niscentrum van de HAN.
gebied, maken instituten en kenniscentra afspraken 27
7. Valorisatie en de verbinding tussen onderzoek en werkveld Het praktijkgericht onderzoek heeft een belangrijke rol bij het verstevigen van de verbinding met de beroepspraktijk en de regio. Al dan niet in opdracht verricht, levert ons onderzoek kennis op die van nut is voor economie en samenleving. Om de rol van de HAN als kennispartner in de regio
onderzoek. Kenniscentra werken intensief samen met
te versterken, investeren we in kennisvalorisatie en
het werkveld en functioneren actief in netwerken. In
intensiveren we de relatie tussen ons praktijkgericht
de onderzoekvisitaties en regionale consultaties komt
onderzoek en het (regionale) werkveld.
de samenwerking van ons onderzoek met het werkveld naar voren als sterk punt. Binnen de HAN houden het Smart Business Center,
Waar staan we nu?
het Centrum voor Ondernemerschap en het program-
Kennisvalorisatie is een onlosmakelijk onderdeel van
ma Kennisvalorisatie zich bezig met kennisvalorisa-
praktijkgericht onderzoek. Veel onderzoek aan de
tie. Het ontbreekt nog aan samenhang in de aanpak.
HAN heeft valorisatie als uitgangspunt, omdat de
In een recent gehouden onderzoek zijn voor de HAN
vraagstelling afkomstig is uit het werkveld en stake-
op dit gebied de volgende aandachtspunten geformu-
holders vaak betrokken zijn bij de uitvoering van het
leerd:
29
• meer transparantie intern en vooral ook extern in wat we te bieden hebben;
tie een sleutelrol. Zo dragen we bij aan economische groei, innovatie en de aanpak van maatschappelijke
• meer focus rondom speerpunten;
vraagstukken. Gelderland valoriseert! biedt fondsen
• meer samenhang in en tussen de valorisatievoor-
voor startende ondernemers en voor risicovolle inno-
zieningen en het opvullen van witte vlekken; • betere facilitering van de ontwikkeling van ondernemerschap naar start ups; • versterken van de integratie van valorisatie in het primaire proces.
vaties, er worden valorisatie-instrumenten ontwikkeld en een valorisatie centrum ingericht. Voor de HAN ligt daarbij het accent in eerste instantie op het cluster duurzame energie, gedurende het project wordt uitgebreid naar andere domeinen.
De genoemde aandachtspunten die ook betrekking hebben op het onderzoeksbeleid, zijn hieronder ver-
De vormgeving van kennisvalorisatie sluit aan bij het
werkt.
eigen karakter van praktijkgericht onderzoek: • de vraagstelling voor praktijkgericht onderzoek is
Motor voor de ontwikkelingen is het omvangrijke pro-
vrijwel altijd afkomstig uit de beroepspraktijk;
ject Gelderland valoriseert! dat loopt van 2012 tot en
• veel praktijkgericht onderzoek is toepassingsge-
met 2017 en waarvan de HAN penvoerder is. Hierin
richt;
hebben kennisinstellingen (HAN, ArtEZ en Radboud
• het praktijkgericht onderzoek wordt veelal uitge-
Universiteit), bedrijven en de provincie Gelderland
voerd in samenwerking met vertegenwoordigers
hun krachten gebundeld voor meer innovatie en werk-
uit de beroepspraktijk;
gelegenheid in de regio en de opbouw van een regio-
• het praktijkgericht onderzoek is ingebed in een
nale valorisatie-infrastructuur. Het gaat om regionale
netwerk van (regionale) partners uit de beroeps-
samenwerking binnen en tussen in eerste instantie de topsectoren creatieve industrie, chemie, en energie. Het ministerie EL&I heeft hiervoor een stimulerings-
praktijk; • de vorm van kennisvalorisatie moet aansluiten bij de behoeften uit de beroepspraktijk.
subsidie van M€ 5 toegekend, door de participerende
Bij praktijkgericht onderzoek is valorisatie niet een
partijen aangevuld tot ongeveer M€ 12,5.
proces naast het uitvoeren van onderzoek, het maakt vanaf het formuleren van de vraagsteling integraal deel uit van het onderzoeksproces. Op basis van een
30
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
nadere uitwerking van dit eigen karakter van valori-
We willen de positie van de HAN als kennispartner
de huidige sterke en zwakke punten en een dialoog
in de regio versterken. Daarbij vervullen afstemming
met kenniscentra en vertegenwoordigers van het be-
van ons praktijkgericht onderzoek op vragen van be-
roepenveld wordt in 2013 een HAN-breed kader op-
drijven en organisaties in de regio en kennisvalorisa-
gesteld voor valorisatie en versterking van de verbin-
satie bij praktijkgericht onderzoek, een analyse van
ding met het werkveld. Hierin worden ook voorstellen gedaan voor het verbeteren van de ondersteuningsstructuur, de coördinatie en de aansturing op het gebied van valorisatie, die in de jaren daarna worden
Resultaten • In 2013 is een HAN-breed beleidskader voor valorisatie vastgesteld.
ingevoerd. Op basis van het HAN-brede kader voor
• Elk kenniscentrum geeft in de onderzoeks-
valorisatie geven de kenniscentra in hun onderzoeks-
programmering aan hoe de verbinding met
programma’s aan hoe ze de verbinding met het werk-
het werkveld wordt versterkt, welke activi-
veld versterken, welke activiteiten ze ondernemen op
teiten worden ondernomen op het gebied
het gebied van valorisatie en tot welke resultaten dit
van valorisatie en tot welke resultaten dit
leidt.
leidt (2014). • In 2016 beschikt de HAN over een ade-
De HAN wil de komende jaren de verbinding tussen
quate ondersteuningsstructuur en over
onderzoek en het beroepenveld versterken door het
instrumenten
netwerk met partijen in het regionale, en – voor zo-
van valorisatie. We professionaliseren
ver relevant – landelijke en internationale beroepen-
onze valorisatie-infrastructuur in nauwe
veld verder te ontwikkelen. De samenwerking met het
samenwerking met de andere partners in
werkveld in de verschillende fasen van het valorisatie-
Gelderland valoriseert! Met ondernemers,
proces (vraagarticulatie, uitvoering van het onderzoek
kennisinstellingen en overheden bouwen
en disseminatie en vertaling van de onderzoeksresul-
we gezamenlijk aan het Gelders Valorisatie-
taten naar de praktijk) wordt verbeterd, onder andere
voor
de
ondersteuning
netwerk.
door intensiever samen te werken in netwerken. Ver-
• We streven niet naar groei in aantal men-
der worden onderzoeksresultaten vertaald en bewerkt
sen en middelen maar vooral naar verbe-
naar praktijktoepassingen in het onderwijs en wordt
tering van de kwaliteit: betere verankering
de aansluiting van het onderzoek op vragen uit de be-
van valorisatie in de HAN en regio, ver-
roepspraktijk verbeterd. Tot slot worden de condities
sterking van de vraagsturing en transpa-
voor valorisatie verbeterd en instrumenten ontwik-
rantie, effectievere en slimmere verbinding
keld die valorisatie ondersteunen.
van onze valorisatievoorzieningen en -activiteiten en opvulling van witte vlekken.
31
8. De organisatie van het onderzoek Een belangrijke conditie voor het versterken van de positie van onderzoek aan de HAN en de integratie van onderwijs en onderzoek is een optimale organisatie van het onderzoek in de kenniscentra en het verbeteren van de inbedding van de kenniscentra in de facultaire organisatie.
Waar staan we nu?
ste lector (primus inter pares) aangewezen die samen
Het onderzoek aan de HAN is georganiseerd in ken-
met de faculteitsdirecteur verantwoordelijk is voor de
niscentra en gefocust rond de onderzoeksprogram-
strategische, inhoudelijke en organisatorische ontwik-
mering van deze kenniscentra. De kenniscentra zijn
keling van het kenniscentrum. Voor beleidsmatige en
verbonden aan één of meer instituten. Met de ken-
dagelijkse operationele zaken kent elk kenniscentrum
niscentra wordt invulling gegeven aan focus en massa
inmiddels een coördinator of beleidsmedewerker, en
en een herkenbare in- en externe positionering. In het
op HAN-niveau is inmiddels een programmamana-
kenniscentrum wordt in nauwe samenwerking met de
ger onderzoek aangesteld.
faculteit het strategisch beleid, de marketing en acqui-
De afgelopen jaren is een impuls gegeven aan de or-
sitie, het personeelsbeleid, het financieel beleid en de
ganisatie van de onderzoeksfunctie, maar er zijn ver-
kwaliteitszorg voor het onderzoek vormgegeven. De
beteringen nodig op het gebied van de organisatie,
aansturing van de kenniscentra is belegd bij de facul-
aansturing en ondersteuning van de kenniscentra en
teitsdirecteur. Op voordracht van de lectoren van het
de inbedding in de facultaire organisatie.
kenniscentrum is binnen elk kenniscentrum een eer-
33
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
te versterken, die de eerste lector ondersteunt op het
De ambitie voor de komende jaren is te komen tot een
projectmanagement en taken op het gebied van HR-
krachtiger organisatie van het onderzoek, een stevi-
beleid, planning en control en acquisitie.
gebied van bedrijfsvoering en verantwoordelijk is voor
ger verbinding van het onderzoek met het onderwijs, een sterkere aansturing en een betere ondersteuning van het onderzoek in de kenniscentra en een steviger inbedding van de kenniscentra in de faculteiten. Beoogd wordt een HAN-brede en transparante infrastructuur voor onderzoek in te richten.
een besluit over de organisatie van het on-
In de periode september 2011 tot september 2012
derzoek, op basis van experimenten met
hebben de faculteiten de ruimte om te werken met
ontwerpvariabelen die gedurende het afge-
twee varianten: een model met een eerste lector als
lopen jaar hebben plaatsgevonden.
primus inter pares (minimum variant) en een model met een onderzoeksdirecteur (experimenteervariant Faculteit Educatie en in feite de doorontwikkeling van de minimumvariant). Alle kenniscentra hebben een eerste lector aangewezen. Per faculteit maakt één eerste lector deel uit van het facultaire management team. In 2012 worden de ervaringen met de verschillende modaliteiten geëvalueerd. De inzet is te komen tot een meer gelijkvormige organisatie, waarbij ruimte is voor diversiteit om aan te sluiten bij het eigen karakter van het werkveld en het onderzoek in de verschillende kenniscentra. Uitgangspunt is dat alle kenniscentra voldoende onderzoeksmassa hebben. Gelet op de huidige omvang van de lectoraten en de onderzoeksgroepen leidt dat tot één kenniscentrum per faculteit, met uitzondering van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij, met vier kenniscentra. De ondersteuning van het onderzoek in het kenniscentrum willen we verbeteren door de positie van coördinator of beleidsmedewerker
34
Resultaat • Najaar 2012 neemt het College van Bestuur
9. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg onderzoek heeft een belangrijke vliegwielfunctie voor het versterken van de relatie van het onderzoek met het onderwijs en met het werkveld en voor de verbetering van de kwaliteit van het praktijkgericht onderzoek. Waar staan we nu?
der beschrijft onder meer aan welke kwaliteitscriteria
In het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek
ons onderzoek moet voldoen en het bevat richtlij-
(BKO) van de HBO-raad is afgesproken dat de kwali-
nen en indicatoren voor door onderzoekseenheden
teitszorg van het onderzoek bestaat uit twee onderde-
op te stellen streefnormen voor output, impact en
len. Ten eerste wordt iedere onderzoekseenheid eens
waardering van onderzoek. Tevens bevat het een be-
in de 6 jaar geëvalueerd door een onafhankelijke com-
oordelingsprotocol voor de externe onderzoekscom-
missie, die de wetenschappelijke kwaliteit en de op-
missies die beoordelen of er sprake is van voldoende
brengsten van het onderzoek voor het onderwijs, de
relevante productiviteit, impact, en waardering vanuit
beroepspraktijk en het kennisdomein beoordeelt. Ten
de beroepspraktijk, en maatschappij, het onderwijs,
tweede wordt het kwaliteitszorgsysteem onderzoek
en het onderzoeksdomein. De onderzoekseenheden
van elke hogeschool eens in de 6 jaar beoordeeld en
gebruiken de uitkomsten van evaluaties om hun on-
gevalideerd door een landelijke onafhankelijke com-
derzoeksprogramma en werkwijzen te verbeteren.
missie, de Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO).
De invoering van de kwaliteitszorg op het gebied van
De kwaliteitszorg van de HAN is uitgewerkt in het
onderzoek verloopt volgens planning. Uit de tot nog
HAN Kwaliteitskader onderzoek, dat het College van
toe gehouden externe evaluaties blijkt dat de kwali-
Bestuur heeft vastgesteld in 2010. Dit kwaliteitska-
teit en omvang van het onderzoek goed zijn en dat
35
de kenniscentra en lectoraten beschikken over goede
kwaliteitszorg verder te ontwikkelen. Elk kenniscen-
netwerken en relaties met het werkveld. Aandachts-
trum doet naar aanleiding van de externe beoordeling
punten die de externe commissies noemen, betreffen
verbetervoorstellen. Over de uitvoering daarvan en
de aanscherping van de missie en onderzoekspro-
de resultaten rapporteren de kenniscentra aan de di-
grammering, de positionering van de kenniscentra
rectie van hun faculteit en in hun jaarverslagen. Deze
ten opzichte van de individuele lectoraten, het formu-
aanpak moet leiden tot (steeds) positieve(re) beoor-
leren van streefnormen, en de omvang en financiering
delingen van de onderzoekseenheden door de externe
van het onderzoek. De kenniscentra scoren voldoen-
visitatiecommissies.
de tot goed op het gebied van de inbedding van het
De komende jaren willen we ons interne kwaliteits-
onderzoek in het onderwijs.
zorgsysteem verder ontwikkelen en op basis van de
November 2011 heeft de VKO het kwaliteitszorgsys-
evaluaties van de onderzoekseenheden en de beoor-
teem onderzoek van de HAN beoordeeld. De com-
deling door de VKO de kwaliteit van het onderzoek
missie toonde zich enthousiast over ons beleid, de
en het kwaliteitszorgsysteem verbeteren. We imple-
organisatie en de kwaliteitszorg bij het praktijkgericht
menteren de aanbevelingen van de VKO zowel in de
onderzoek. Deze wijze waarop de HAN in haar kwa-
werkagenda van de afdeling Kwaliteitszorg als in het
liteitskader uitwerking heeft gegeven aan het lande-
Implementatieplan Strategisch onderzoeksbeleid. Aan-
lijke brancheprotocol ziet men als navolgenswaardig
dachtspunten bij de verdere ontwikkeling van de kwa-
voorbeeld. Aandachtspunten die de commissie for-
liteitszorg zijn de ontwikkeling van indicatoren voor
muleerde, zijn onder meer stakeholders niet alleen bij
de kwaliteit en impact van praktijkgericht onderzoek,
visitaties, maar meer regulier in het kwaliteitszorgsys-
de bijdrage van stakeholders aan de verschillende fa-
teem input te laten leveren, focus aan te brengen in de
sen van onderzoek, de balans tussen ontwikkelings-
onderzoeksprogrammering van de kenniscentra, de
gerichte en controlerende kwaliteitszorg, en de ver-
omvang van de onderzoekscapaciteit en onderzoeks-
sterking van de samenhang tussen de kwaliteitszorg
vaardigheden van docenten te vergroten, en onder-
onderzoek en de kwaliteitszorg onderwijs.
zoek verder in de organisatie in te bedden in afstemming met de verschillende ondersteunende diensten.
Voorkomen moet worden dat het kwaliteitszorgsysteem een te mechanistisch karakter krijgt. Centraal staat dat mensen worden aangesproken op hun
36
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
competenties en hun handelen en dat daarover een
Op basis van de uitkomsten van de externe beoor-
zwakke punten en verbetermaatregelen. Hierbij heeft
delingen nemen de kenniscentra maatregelen om
de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderzoek een belang-
de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren en hun
rijke rol.
dialoog plaatsvindt die leidt tot het signaleren van
Resultaten • We handhaven ons hoge niveau van kwaliteitszorg. We implementeren de adviezen van de VKO. Daarbij geven we bijzondere aandacht aan indicatoren voor de kwaliteit en impact van praktijkgericht onderzoek, de bijdrage van stakeholders in de verschillende fasen van het onderzoek, de balans tussen ontwikkelingsgerichte en controlerende kwaliteitszorg, en de koppeling tussen kwaliteitszorg onderwijs en onderzoek. • We implementeren de adviezen van de externe visitatiecommissies onderzoek. Aanbevelingen geldend voor alle kenniscentra worden opgevolgd met een instellingsbrede aanpak, gericht op kennisdeling. • Vanaf 2014 wordt ten minste 70% van de onderzoekseenheden op tenminste 5 van de 10 criteria door de onderzoeksvisitatiecommissies als goed beoordeeld. Geen enkele onderzoekseenheid scoort een onvoldoende.
10. Internationalisering Mede gezien de huidige (economische) globalisering is een meer internationale oriëntatie van het hoger onderwijs noodzakelijk. Dat kan onder meer door meer internationale samenwerking in onderwijs en onderzoek, het stimuleren van uitgaande mobiliteit en het aantrekken van talentvolle studenten en onderzoekers, en een intensieve internationale samenwerking. Daarom versterken we de internationale oriëntatie van het onderzoek. Waar staan we nu?
subsidieprogramma’s vormen een belangrijke kataly-
In 2010 is het strategische beleidsplan internationa-
sator voor internationale samenwerking, omdat pro-
lisering voor 2010 – 2013 (Naar een internationale en
jectvoorstellen door (internationale) consortia moe-
interculturele omgeving) vastgesteld. Voor praktijkge-
ten worden ingediend.
richt onderzoek ligt daarin het accent op internationa-
In de kenniscentra is een veelheid aan internationale
le samenwerking in onderzoeksprogramma’s en -pro-
activiteiten ontplooid. Per lectoraat loopt echter sterk
jecten, met de focus op Europa en in het bijzonder
uiteen in hoeverre men opereert in internationale con-
de Euregio, en op de verwerving van middelen voor
text; soms heeft dat te maken met de opdracht van
onderzoek in internationale consortia. Internationaal
een lectoraat en het vakgebied (sterke internationale
onderzoek stimuleert internationale uitwisseling van
context, of juist ingegeven door Nederlandse wetge-
(associate) lectoren en docenten, en creëert kansen
ving), soms ook met het ontwikkelstadium waarin een
voor internationaal afstudeeronderzoek en toename
lectoraat zich bevindt.
van internationale mobiliteit van studenten. Europese
39
Omdat de implementatie van het internationalise-
voorstellen voor verbetering. Bijzondere aandacht
ringsbeleid op het gebied van onderzoek langzamer
gaat uit naar het verder versterken van de ondersteu-
verloopt dan voorzien in het genoemde strategische
ning bij internationale subsidies door het adviesbu-
beleidsplan blijven de doelen gehandhaafd, maar is
reau subsidies.
de planning aangepast.
Resultaten
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
kenniscentrum worden concrete streefdoe-
Ambitie voor de komende jaren is de internationale
len opgenomen op het gebied van interna-
component in de onderzoeksprogrammering van de
tionalisering (2014).
kenniscentra te versterken en het aantal onderzoeks-
• In 2016 participeert elk kenniscentrum in
projecten in internationale samenwerkingsverban-
ten minste één internationaal onderzoeks-
den uit te breiden. We willen een sterk kennisnetwerk
project en ten minste één internationaal
vormen, waarbij we samenwerken met de beste ken-
consortium.
nisinstellingen op onze speerpunten. We zetten in
• In 2016 bedraagt de omzet voor internatio-
op het vormen van en participeren in internationale
naal onderzoek aan de HAN ten minste
consortia, en verhogen de participatie van de HAN in
€ 400.000.
internationale onderzoeksprogramma’s. De kenniscentra formuleren in hun onderzoeksprogrammering concrete streefdoelen voor internationalisering van het onderzoek, zoals deelname aan internationale consortia, het verwerven en uitvoeren van internationale onderzoeksprojecten, en deelname van studenten aan internationale onderzoeksprojecten. Tevens verwerven we meer internationale middelen voor ons onderzoek; denk hierbij aan fondsen voor ontwikkeling van de Euregio, Europese subsidieprogramma’s, RAAK (internationaal) en subsidies van de Nuffic en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het Service Bedrijf brengt in 2012 de vraag naar ondersteuning van kenniscentra bij internationalisering van het onderzoek in beeld en doet op basis daarvan
40
• In de onderzoeksprogrammering van elk
11. HR-beleid De rol van praktijkgericht onderzoek in de HAN heeft consequenties voor het personeel. Daarom verbeteren we de HR-condities voor praktijkgericht onderzoek.
Waar staan we nu?
met acquisitie van onderzoek en fondsenwerving. De
De kaders voor het HR-beleid van de HAN zijn vast-
aanstellingsomvang voor lectoren is gesteld op mi-
gesteld in het Strategisch Beleidsplan HR 2010 – 2016.
nimaal 0,6 fte. Bij de selectie van nieuwe (associate)
Op weg naar een duurzaam personeelsbeleid en speci-
lectoren of besluitvorming over continuering van be-
fiek voor gepromoveerden in de notitie Loopbaanbe-
staande lectoraten wordt aansluiting bij het domein
leid promovendi en gepromoveerden HAN (maart 2011).
van één of meerdere opleidingen als selectiecriterium
Het functiebouwwerk van de HAN bevat een ruime
gehanteerd. Bovendien moet hun opdracht onderdeel
variatie aan functies met mogelijkheden in het onder-
uitmaken van de onderzoeksprogrammering van het
wijs, het praktijkgericht onderzoek en valorisatie, en
kenniscentrum.
biedt ruimte voor verticale en horizontale mobiliteit. In de HAY-systematiek staat onderwijs centraal, de
In het kader van het instellingsplan is een start ge-
onderzoeksfuncties zijn vooralsnog beperkt beschre-
maakt met het opstellen van een strategische perso-
ven en in de resultaatgebieden voor (hoofd)docenten
neelsplanning per instituut, waarin wordt aangegeven
wordt weinig aandacht besteed aan onderzoek.
hoe het personeelsbestand zich in kwantitatief en
Integratie van onderzoek in het onderwijs vereist dat
kwalitatief opzicht moet ontwikkelen om de onder-
alle docenten beschikken over kennis en vaardigheden
zoeksfunctie op het gewenste niveau te brengen en
op het gebied van onderzoek. De eisen aan nieuwe
wat dat vraagt in termen van scholing en werving en
lectoren zijn aangescherpt. Ze moeten gepromoveerd
selectie. Hiermee zijn de instituten, kenniscentra en
zijn, over aantoonbare ervaring in praktijkgericht on-
faculteiten in staat te sturen op de omvang, kwalifi-
derzoek en onderwijs beschikken, en ervaring hebben
caties en competenties van het personeel. Voorjaar
41
2012 beschikte 55% van het onderwijzend personeel
zijn. We breiden het aantal gepromoveerde docenten
over een mastertitel en was 6% gepromoveerd. In de
uit, via werving en via de mogelijkheid om gedeeltelijk
periode van september 2011 tot februari 2012 zijn pi-
in werktijd te promoveren. Onze ambitie is dat in 2016
lotcursussen onderzoeksvaardigheden voor docenten
8% van het onderwijzend personeel is gepromoveerd.
uitgevoerd; de ervaringen zijn positief en deze cursus-
Om gepromoveerde medewerkers te behouden voor
sen worden voortgezet.
de HAN bieden we ze een functie aan die aansluit bij hun kwalificatieniveau en ervaring, waarbij de transfer
Veel managers en stafmedewerkers beschikken niet
van het onderzoek naar de opleiding wordt geborgd.
over voldoende kennis over onderzoek om de ontwik-
Voor het opbouwen van meer expertise op het bege-
keling van de onderzoeksfunctie aan te kunnen sturen
leiden van studenten die onderzoek verrichten, biedt
en te ondersteunen. Ook is voor hen niet altijd helder
de HAN Academy een gedifferentieerd scholingsaan-
wat er van hen wordt verwacht op dit gebied.
bod. In de HAY-systematiek worden voor de functies van
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
(hoofd)docent de eisen op het gebied van onderzoek
Een belangrijke succesvoorwaarde voor integratie van
werkers wordt hierop scherp geselecteerd. Voor ge-
onderzoek in het onderwijs is de kwalificatie van do-
promoveerden biedt het bestaande functiegebouw
centen. De komende jaren willen we toegroeien naar
voldoende aantrekkelijke loopbanen, zij het dat deze
een situatie waarin alle docenten beschikken over een
beter onder de aandacht kunnen worden gebracht.
aangescherpt. Bij het aannemen van nieuwe mede-
onderzoekende houding en over onderzoekscompetenties, inclusief beheersing van onderzoeksme-
Als onderdeel van het strategisch plan van het kennis-
thoden en technieken. In de R&O-gesprekken wordt
centrum stelt ieder kenniscentrum in samenwerking
daarom systematisch gestuurd op (het verbeteren
met de betrokken instituten uiterlijk in 2014 een meer-
van) de onderzoekscompetenties van medewerkers.
jarenpersoneelsplan op, met afspraken over inzet van
Als sleutelindicator hanteren we dat in 2016 72% van
onderzoekers in het onderwijs en docenten in het on-
onze docenten gekwalificeerd is op masterniveau, te
derzoek, beschrijving van de vereiste kwalificaties van
realiseren door opleiding van zittend personeel en
het personeel dat participeert in het kenniscentrum,
werving. Voor disciplines waarvoor geen masteroplei-
de gewenste piramidale opbouw van het personeels-
dingen bestaan, zal bezien worden hoe met deze ei-
bestand, en de verhouding tussen een (semi)vaste
sen wordt omgegaan en zullen streefnormen worden
kern aan onderzoekers en een flexibele schil.
verfijnd naar faculteit, opleiding, discipline en subdis-
42
cipline. Voor docenten die lesgeven aan een master-
Managers, beleidsmedewerkers en ondersteuners
opleiding geldt als streefbeeld dat ze gepromoveerd
dienen goed toegerust te zijn om de juiste randvoor-
waarden te scheppen voor onderzoek. Daartoe wordt geïnvesteerd in bewustwording, voorlichting, oplei-
Resultaten
ding en scholing. Als onderdeel van het MD-program-
• In 2012 maken de onderzoekscompeten-
ma wordt een scholingsprogramma ontwikkeld voor
ties voor (hoofd)docenten meer deel uit
het HAN-management om hen te equiperen leiding te
van de HAY-systematiek.
geven aan onderzoekers en de onderzoeksfunctie van
• In 2012 is een scholingsaanbod op het ge-
de HAN te faciliteren en te managen. Bij de werving
bied van onderzoek voor docenten en on-
van leidinggevenden geldt ervaring met onderzoek,
dersteunend personeel ontwikkeld.
c.q. onderzoeksminded zijn als selectiecriterium.
• Vanaf 2012 voldoen alle nieuwe en zittende
Daarnaast wordt een scholingsaanbod ontwikkeld
(associate) lectoren aan het profiel en heb-
voor ondersteunende en beheersfunctionarissen en
ben zij een verbinding met één of meerdere
voor beleidsmedewerkers.
opleidingen. • Vanaf 2013 worden alle leidinggevenden aan de HAN geschoold op het gebied van onderzoek als onderdeel van het MD-programma (Leerplatform). • Eind 2014 beschikken alle kenniscentra over een personeelsplanning, aansluitend bij hun onderzoeksprogrammering, de afspraken over inzet van onderzoekers in het onderwijs en de HAN-brede streefcijfers over het aantal docenten met een kwalificatie op masterniveau en het aantal gepromoveerde docenten en onderzoekers. • In 2016 is 72% van de docenten gekwalificeerd op masterniveau. • In 2016 is 8% van de medewerkers van de HAN gepromoveerd. • In 2016 worden alle door het College van Bestuur beschikbaar gestelde promotietrajecten (35) volledig benut.
43
12. Ondersteuning en voorzieningen Om de onderzoeksfunctie te versterken investeren we in ‘state of the art’ voorzieningen en professionele ondersteuning voor praktijkgericht onderzoek.
Waar staan we nu?
de verbeterpunten worden momenteel uitgewerkt
In nauw overleg met lectoraten is de afgelopen jaren
door de werkgroep Onderzoek en ICT in samenwer-
software en literatuur ten behoeve van onderzoek
king met het Service Bedrijf.
aangeschaft. Daarmee beschikt de HAN over een goed basispakket. De onderzoeksfaciliteiten en prak-
De branding van de HAN bij het afnemend werkveld en
tijkvoorzieningen zijn van hoog niveau. Zo zijn bij-
bij subsidiegevers moet worden verbeterd. De websites
voorbeeld de onderzoeks- en laboratoriumfaciliteiten
van de HAN bieden sinds zomer 2011 meer ruimte aan
bij Applied Sciences en Engineering vernieuwd, even-
het onderzoek. Momenteel worden die sites verder in-
als het praktijkhuis en de laboratoria bij de faculteiten
gevuld, in nauw overleg met de kenniscentra.
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. De huisvestingsituatie van de kenniscentra verschilt. Uit een recent gehouden inventarisatie, ICT en onder-
Sommige kenniscentra zijn apart gehuisvest, bij an-
zoek op de HAN (2011), blijkt dat onderzoekers onvol-
dere kenniscentra is de huisvesting geïntegreerd met
doende bekend zijn met de mogelijkheden die binnen
die van het onderwijs. Vaak is de huisvesting niet afge-
de HAN op het gebied van ICT worden geboden en
stemd op de behoeften van onderzoekers. Zo zijn er
dat ze weinig ruimte ervaren voor specifieke wensen
te weinig stille werkplekken en ruimtes voor project-
(opslagcapaciteit, specifieke software, ondersteuning
teams.
bij gebruik software, enz.). De in het rapport genoem-
45
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
• In 2012 beschikt de HAN over een profes-
art’ onderzoeksvoorzieningen nodig. De komende
sionele ondersteuning van het onderzoek,
jaren moeten de voorzieningen meegroeien met de
op centraal en decentraal niveau.
kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van het
• Op basis van permanente monitoring van
onderzoek. Daarnaast wordt bij de inrichting van de
de ontwikkeling van de voorzieningen en
huisvesting en de aanschaf van voorzieningen ge-
de huisvesting in verhouding tot de om-
zorgd voor betere afstemming op de behoeften vanuit
vang en ambities van het onderzoek, wor-
het onderzoek. Op basis van bestaande instrumenten
den jaarlijks maatregelen genomen om het
wordt het oordeel over de huisvesting en voorzienin-
niveau van voorzieningen en huisvesting
gen op het gebied van onderzoek gemonitord en wor-
op peil te brengen of houden.
den waar nodig aanpassingen gedaan. De ondersteuning van het onderzoek wordt geprofessionaliseerd om de verdere ontwikkeling van het onderzoek optimaal te faciliteren. In de strategisch plannen van het Service Bedrijf en de faculteiten voor de periode 2012-2016 wordt ondersteuning van het onderzoek expliciet opgenomen als strategische ambitie. Om de identificatie en agendering van instellingsbrede verbeterpunten en het uitwisselen van oplossingen te ondersteunen, wordt door de programmamanager onderzoek een netwerkorganisatie ingericht. Om te waarborgen dat in de HAN-stuurgroepen systematisch aandacht wordt besteed aan onderzoek, maakt een lector of senior onderzoeker deel uit van elke stuurgroep.
46
Resultaten
Een university of applied sciences heeft ‘state of the
13. Kennismanagement en publicatiebeleid We investeren in kennismanagement en publicatiebeleid om de resultaten van het onderzoek toegankelijk te maken voor relevante stakeholders en zo bij te dragen aan versterking van de maatschappelijke erkenning en de impact van het onderzoek aan de HAN. Waar staan we nu? Voor publicatie en disseminatie van de resultaten van
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
het onderzoek van de HAN worden uiteenlopende
We investeren in kennisdisseminatie om ons praktijk-
instrumenten gebruikt, variërend van wetenschappe-
gericht onderzoek en de resultaten ervan beter zicht-
lijke publicaties en vakpublicaties tot Communities
baar te maken. Daarvoor zetten we uiteenlopende
of Practice en social media. Het ontbreekt aan HAN-
kanalen in, om onze verschillende doelgroepen te
breed beleid op dit punt, waardoor we onze verschil-
bereiken. We stellen een beleidskader voor kennisdis-
lende doelgroepen niet altijd goed weten te bereiken.
seminatie en publicatiebeleid op, waarin aandacht
Vanwege onbekendheid met en het ontbreken van een
wordt besteed aan de visie en ambities van de HAN
gebruikersvriendelijke infrastructuur is het gebruik
op dit punt, de verschillende media die voor de onder-
van Open Access nog beperkt. Eind 2011 is een werk-
scheiden doelgroepen worden ingezet, en we ontwik-
groep kennisdisseminatie ingericht die zich over deze
kelen de instrumenten en ondersteuning die daarbij
zaken buigt en een advies formuleert aan het College
horen. We ontsluiten best practices op het gebied van
van Bestuur.
kennisdisseminatie en publicatiebeleid. We investeren in de externe communicatie over onderzoek, onder meer door verbetering van de HAN-websites en
47
door meer gebruik te maken van de HAN-pagina op Science Guide. Kenniscentra formuleren als onderdeel van hun onderzoeksprogrammering streefwaarden voor kennisdisseminatie.
Resultaten • In 2012 is een beleidskader voor kennisdisseminatie en publicatiebeleid vastgesteld. • In hun onderzoeksprogrammering nemen de kenniscentra streefwaarden op voor kennisdisseminatie (aantal en soort publicaties, deelname aan congressen, enz.).
14. Implementatie Onze ambities op het gebied van onderzoek stellen we niet alleen op papier, maar we werken vooral ook aan de uitvoering en implementatie ervan zodat de geplande resultaten gerealiseerd kunnen worden. Waar staan we nu?
derzoek en de betekenis ervan voor het onderwijs en
Vooralsnog worden de werkprocessen van de HAN
de beroepspraktijk. Tevens vraagt het om ruimte voor
gedomineerd door onderwijs; onderzoek speelt
experimenten, het verspreiden van best practices en
daarin nog maar een kleine rol. Dit strategisch on-
het uitwisselen van ervaringen. In een implementa-
derzoeksbeleid geeft de koers en het kader voor onze
tieplan bij dit strategisch onderzoeksbeleid wordt de
onderzoeksactiviteiten in de komende planperiode.
planning per jaar beschreven. Het gaat daarbij zowel
Succesvolle implementatie vraagt draagvlak en com-
om de inhoudelijke kant van het onderzoek en onder-
mitment. Daaraan is in de voorbereiding voor dit plan
zoeksbeleid (bijvoorbeeld programmering in de ken-
gewerkt in verschillende consultatierondes, en bij de
niscentra), als om de randvoorwaarden die op orde
totstandkoming van het instellingsplan 2012 - 2016.
moeten zijn (ondersteuning en voorzieningen).
Aansluitend bij het instellingsplan hebben alle faculteiten en het Service Bedrijf hun koers voor de komende 4 jaar uitgewerkt; onderzoek maakt daarvan deel uit.
Resultaat • Medio 2012 is er een implementatieplan
Wat zijn onze ambities en hoe willen we die bereiken?
opgesteld bij dit onderzoeksbeleid waarin
Om de ontwikkeling tot kennisinstelling tot stand te
onze ambities op het gebied van onder-
brengen kan niet langer uitsluitend gedacht en gehan-
aandacht is voor de planning per jaar om zoek te bereiken.
deld worden vanuit het perspectief van het bachelo-
• Jaarlijks wordt een conferentie georgani-
ronderwijs. Onderzoek krijgt een natuurlijke plaats in
seerd over de relatie tussen onderwijs en
het handelen van de HAN. Dit vraagt naast het staps-
onderzoek.
gewijs implementeren van het strategisch onderzoeksbeleid om kennisdeling over praktijkgericht on49
15. Financiering
Ons streven om meer externe middelen voor onder-
Middelen die het College van Bestuur jaarlijks reser-
zoek te verwerven, is reeds aan de orde geweest in
veert ten behoeve van onderzoek zijn vastgelegd in
hoofdstuk 4, Uitbreiding van het onderzoeksvolume.
de kaderbrief en in de meerjarenbegroting. Het gaat
Doorrekening van de meerjarige ambities uit Kennis
dan om de middelen Ontwerp en Ontwikkeling uit de
in interactie – waarvan zoals gezegd de doelen op het
Rijksbijdrage, middelen ten behoeve van de start en
gebied van onderzoek deel uitmaken – leidt tot de
continuering van (associate) lectoraten, het promo-
conclusie dat op basis van de meerjarenraming van
tiefonds en het masterfonds, en de aanstelling van de
de begroting 2012 de doelen realiseerbaar zijn. Zoals
programmamanager onderzoek en het werkbudget
in het instellingsplan wordt toegelicht, vragen alleen
van deze programmamanager. Voor de werkzaam-
de streefwaarden voor het aantal masteropgeleide do-
heden op het gebied van valorisatie zijn middelen
centen nog additionele middelen. We gaan er daarbij
beschikbaar voor de aanstelling van de programma-
van uit dat die investering gevonden moet worden uit
manager werkveld en regio, het werkbudget van deze
een interne reallocatie en slechts voor een deel (met
programmamanager, en via het project Gelderland
name onderzoek) via externe fondsen gefinancierd zal
valoriseert! Tot slot kunnen middelen beschikbaar wor-
kunnen worden.
den gesteld via de beleidsmiddelen van het College van Bestuur.
50
16. Monitoring en sturing
De ontwikkeling van de onderzoeksfunctie behoort
• middelen voor onderzoek;
primair tot de verantwoordelijkheid van faculteiten,
• fte voor onderzoek;
in samenwerking van de kenniscentra en instituten.
• opleidingsniveau van onderwijzend personeel;
Waar nodig worden in co-creatie HAN-brede kaders
• verbinding onderwijs en onderzoek.
opgesteld en streefwaarden geformuleerd en de ontwikkelingen gemonitord. Tevens worden op on-
Daarnaast wordt de ontwikkeling van het onderzoeks-
derdelen ondersteuning geboden en voorzieningen
beleid gemonitord vanuit het implementatieplan dat
ingericht. Het huidige sturingsinstrumentarium is
bij dit strategisch onderzoeksbeleid is opgesteld, zo-
toereikend voor de monitoring van het strategisch
dat de aanpak zo nodig kan worden bijgestuurd.
onderzoeksbeleid. Op basis van het instellingsplan en de prestatieafspraken sluit het College van Bestuur
De beleidsontwikkeling op het gebied van onderzoek
jaarlijks managementcontracten af met de faculteits-
wordt gemonitord door de Stuurgroep Onderzoek. In-
directeuren en de directeur van het Service Bedrijf
houdelijk en beleidsmatig adviseert deze stuurgroep
over de gewenste resultaten van beleid. De realisa-
op deelthema’s van het strategisch onderzoeksbeleid.
tie van de managementafspraken wordt gemonitord
Tevens bespreekt dit gremium oriënterend nieuwe
door middel van managementrapportages. De presta-
ideeën die de implementatie van het onderzoeksbe-
tieafspraken die de HAN heeft gemaakt met de over-
leid kunnen versnellen.
heid bevat de volgende indicatoren die betrekking hebben op onderzoek:
51