successenkrant Milieufederaties inspireren
Foto: Joost Meijer
De politiek in Nederland – op lokaal, provinciaal en landelijk vlak - wordt gedomineerd door de vraag hoe wij de actuele economische en financiële crisis het hoofd moeten bieden. Waarop kan bezuinigd worden en waarop beslist niet? Wat mag afgeslankt en wat moet juist versterkt? Misschien is deze crisis niet alleen maar slecht. Toegegeven, bezuinigen op wat ons ter harte gaat, is altijd een pijnlijk proces, dat velen onzeker maakt. Maar welbeschouwd kon het hier en daar ook wel een graadje minder. Of in ieder geval: anders. Het is misschien niet zo verkeerd om als gemeente, provincie en rijk eens een keer grote schoonmaak te houden. In plaats van gedachtenloos door te gaan met groeien en uit te dijen, worden we nu gedwongen om principiële vragen te beantwoorden: wat is echt belangrijk voor onze samenleving? Wat is een verantwoorde ontwikkeling? Waarin ligt een houdbare toekomst? De milieubeweging is in dat debat een constructief en inspirerend deelnemer. Juist omdat de milieubeweging geen conservatieve kracht is die het liefst terug wil naar hoe het voor de crisis ging. Die alles wil behouden wat we hadden. De milieubeweging kijkt vooruit en denkt na over een duurzame economie, een maatschappij met perspectief, een leefomgeving die gezond en groen is. De milieufederaties zijn de spreekbuis van al die individuen, groepen en organisaties in hun eigen provincie die ideeën hebben, wensen, aspiraties. Milieufederaties maken enthousiast, spreken aan en brengen verder. Hugh Gallacher Voorzitter bestuur De Provinciale Milieufederaties
Milieufederaties helpen kloof tussen politiek en burger te dichten De klimaattop in Kopenhagen beheerste afgelopen jaar het nieuws. De wereld staat voor een forse klimaatopgave, die ook lokaal moet worden uitgevoerd. Burgers zijn cruciaal voor het drastisch beperken van de uitstoot van broeikasgassen. De samenwerkende milieufederaties beschikken over een fijnmazig netwerk om de burger te bereiken. Meer en meer nemen de twaalf milieufederaties de rol op zich van intermediair tussen politiek en maatschappij. De milieufederaties kunnen helpen de befaamde kloof tussen politiek en burger te dichten, bijvoorbeeld door burgers aan te spreken en te enthousiasmeren. Met het Klimaatstraatfeest, waar in 2009 maar liefst 3.283 straten aan meededen, is dat gelukt. Duizenden buurtgenoten gingen mét elkaar concreet aan de slag. Een mooi voorbeeld van het vertalen van mondiale en landelijke klimaatambities naar lokale activiteiten. Afgelopen jaar staken De Provinciale Milieufederaties hun antennes in de samenleving uit. Om signalen op te vangen en door te geven. Zowel vanuit de politiek naar de burger, als andersom. Neem de Klimaatkaravaan, die vorig jaar al debatterend door het land toerde. Het leverde tweeduizend klimaatboodschappen en -wensen op met als rode draad: ‘Ga nu aan de slag’. Als intermediair gaven De Provinciale Milieufederaties dit signaal door aan minister Cramer, om mee te nemen naar Kopenhagen. Tweeduizend reacties leverde ook de campagne ‘Verknipt landschap’ op; allemaal mensen die zich zorgen maken over de toenemende verrommeling. Ook die boodschap gaven de milieufederaties door. Deze twee projecten passen naadloos in de drie gekozen speerpunten: klimaat/energie, burgerparticipatie en ruimte. Ook afzonderlijk stonden de twaalf milieufederaties bepaald niet stil om de burger te bereiken, zo blijkt uit de succesverhalen in deze krant. Zuid-Holland lanceerde een website om mensen te betrekken bij hun omgeving, Groningen realiseerde een Duurzaamheidscentrum in het centrum van de stad. Als intermediair brachten de federaties partijen bij elkaar. Zo liet Drenthe tweehonderd betrokkenen in een tent netwerken over duurzame mobiliteit, en organiseerde Utrecht een serie bijeenkomsten over energiebesparing in monumentale panden. Willen de federaties de spreekbuis zijn, dan moeten ze zich openstellen. Niet alleen spreken namens de klassieke natuur- en milieuorganisaties, maar ook andere partijen en burgers aan zich binden. De succesverhalen laten zien dat De Provinciale Milieufederaties met beide voeten in de samenleving staan. Daar ligt een duurzame toekomst.
Stil, snel en schoon de stad in Daya de Jongh en Eef van den Berg uit Arnhem rijden met veel plezier op een elektroscooter. Ze vinden hem prachtig en hij is ook nog eens goedkoop in het gebruik. Voor de prijs van één liter benzine rijden ze er 300 kilometer mee. “En je kunt tenminste weer normaal kletsen met elkaar, zonder te schreeuwen.” De Gelderse Milieufederatie begon in mei 2009 met de campagne Stil Snel Schoon om mensen in de omgeving van Arnhem en Nijmegen te wijzen op de voordelen van elektroscooters.
Met steun van de Postcode Loterij en in samenwerking met overheden en bedrijfsleven maken ze mensen enthousiast voor deze nieuwe vorm van vervoer. Zo organiseren ze evenementen waar je proefritten kunt maken op verschillende soorten elektroscooters zodat mensen de voordelen zelf kunnen ervaren. Ook geven ze informatie over andere elektrisch aangedreven alternatieven zoals fietsen, een snelle step en bijvoorbeeld de overkapte driewieler CityEL.
Verrommeling opruimen Bij de golfbaan van Middelburg vangen hoge netten aan gigantische stellages eventuele afgezwaaide golfballen op. De netten is menigeen een doorn in het oog, zo blijkt uit de reacties op de website www.verkniptlandschap.nl. Ze ontsie-
ren het wijdse Zeeuwse landschap zodanig, dat ze als winnaar uit de bus kwamen in de strijd om de meest verrommelde plek van Zeeland. Een twijfelachtige eer, die in Drenthe te beurt viel aan de windturbines in Duitsland, in Friesland aan het bedrijventerrein Newtonpark en in Groningen aan de geplande aanleg van de N361. De ‘winnaars’ overziend, concludeert Geertje van der Krogt van de Zeeuwse Milieufederatie dat vooral bedrijventerreinen hoog schoorden. De strijd begon op de speciale website, waar mensen hun verrommelde locaties konden doorgeven. Meer dan vijfhonderd reacties kwamen binnen, waaruit per provincie zes plekken werden genomineerd. Met de top-6 op zak gingen de milieufederaties met een promotieteam de boer op. De verrommelingstour startte in Zeeland, waar ook Van der Krogt op de markt van Middelburg stond. “Behalve kiezen uit de top-6 konden mensen ballen gooien naar foto’s van verrommeling. Vooral kinderen vonden dat leuk. Het promotieteam heeft alle provincies aangedaan. In Brabant speelden ruim 200 mensen het verrommelingsspel.” Samen met de stemmen via de website kwamen in totaal 2.000 stemmen binnen bij De Provinciale Milieufederaties. De campagne wilde niet alleen de verrommeling in beeld brengen, maar ook oplossen. Van der Krogt: “De twaalf ‘winnaars’ hebben we daadwerkelijk aangepakt. We hebben geanalyseerd hoe de verrommeling is ontstaan en wat er aan te doen is.” Voor de Zeeuwse winnaar is reeds een oplossing bedacht: het planten van bomen rondom de netten. “De gemeente betaalt de bomen, de eigenaar heeft ze inmiddels geplant. Als sluitstuk van het project voerden alle provincies nog een ludieke actie. In Zeeland hebben we een ‘verrommelingskwartet’ gemaakt. Mag ik van jou van de categorie voorbeelden de golfbaan?”
Natuur ontzien door andere vliegroute Luchthaven Lelystad heeft uitbreidingsplannen en wil met grotere vliegtuigen gaan vliegen, zoals Boeings en Airbussen. De vliegtuigen die in de toekomst mogelijk opstijgen vanaf vliegveld Lelystad zullen door inzet van Natuur en Milieu Flevoland het natuurgebied De Oostvaardersplassen ontzien. De geplande vliegroute was de federatie een doorn in het oog. Vera Dam legt uit waarom: “De route ging dwars over de Oostvaardersplassen, een natuurgebied van internationale allure, aangewezen als stilte- en Natura 2000-gebied. Het bezit zelfs een Europees Diploma, uitgereikt door de Raad van Europa. Wij zagen deze route niet zitten. De vliegtuigen zouden de vogels en de recreanten verstoren. De route was ook onveiliger, omdat mogelijk vogels in de motoren van de opstijgende vliegtuigen konden komen.” Het ombuigen van de geplande vliegroute bleek een proces van lange adem. Al zo’n vijf jaar geleden legden Natuur en Milieu Flevoland, Staatsbosbeheer en tal van bewoners- en natuurorganisaties een alternatief op tafel. Het alternatief werd in eerste instantie lauw ontvangen. “De regio zag het toekomstige besluit voor de vliegroutes als een gelopen race. Wat heeft geholpen”, blikt Dam terug, “is dat we ons alternatief hebben laten onderzoeken door een gerenommeerd onderzoeksbureau. De luchthavendirecteur besloot vervolgens om het alternatief mee te nemen in de milieueffectrapportage. In de rapportage scoorde onze route als meest milieuvriendelijk alternatief. Desondanks bleef de regio vasthouden aan de route over de Oostvaardersplassen. Afgelopen oktober wees de minister Verkeer en Waterstaat ons alternatief als voorkeursroute aan. Een belangrijke overwinning. Het laat zien dat een status als Natura 2000-gebied invloed heeft op dergelijke besluiten”, zegt Dam. Toch blijft ze samen met de aangesloten groene organisaties waakzaam. “Het verhaal is nog niet ten einde. Totdat de definitieve vergunning is verleend, houden wij de gang van zaken nauwlettend in de gaten.”
Nieuw: Duurzaamheidscentrum Groningen Wie de centrale bibliotheek van Groningen instapt, ziet meteen links het kersverse Duurzaamheidscentrum. In de ruimte staan grote kartonnen kasten, waarin duurzame producten zijn gestald. Elke kast heeft een thema, zoals ecologie, mobiliteit, en consumeren. “De openingstentoonstelling zie ik als een showroom van duurzame producten, een soort duurzame proeverij”, legt Siegbert van der Velde van de Natuur en Milieufederatie Groningen tijdens een korte rondleiding uit. Zelf is hij zeer gecharmeerd van de AeroFinn, een doorzichtig buisje met een ronddraaiend balletje dat in een automotor wordt geplaatst. “Heel simpel, en het levert tientallen procenten brandstofbesparing op. Mij lijkt het fantastisch.” Het illustreert wat het Duurzaamheidscentrum beoogt: praktische voorbeelden tonen van wat mensen zelf kunnen doen. “En achterop de kast staat waar ze het in Groningen kunnen kopen”, zegt Van der Velde. De realisatie van het centrum ging niet over één nacht ijs. Het is een lang gekoesterde wens van de milieufederatie, zeker toen het Groningse Natuurmuseum in 2007 de deuren sloot. De milieufederatie stond aan de wieg, maar intussen trekt een nieuw opgetuigde Stichting Duurzaamheid Groningen de kar, een samenwerking van de gemeente Groningen, de milieufederatie, IVN Consulentschap Groningen, Rabobank en het Informatiepunt Duurzaam Bouwen. Van der Velde heeft het afgelopen jaar hard aan het initiatief getrokken. In november viel de beslissing en ging de gemeenteraad akkoord. “Inmiddels hebben we drie mensen aangenomen: een directeur en twee medewerkers. Zij werken aan de vervolgexposities en de debatten en lezingen, die in de ruimte ernaast komen. Eindelijk hebben we weer een centraal podium voor Groningse duurzame initiatieven, onder meer van de vijftig natuuren milieuorganisaties die wij vertegenwoordigen. Hopelijk ontwikkelt het centrum zich tot een bruisende broedplaats voor innovatieve ideeën en activiteiten.” De locatie is daarvoor perfect, zegt Van der Velde. “Jaarlijks lopen hier 600.000 bezoekers binnen. Hier kunnen we een breder en nieuw publiek aantrekken.”
Brabantse voedselcampagne opent de ogen In Brabant werkt de Brabantse Milieufederatie aan een voedselcampagne. “Voedsel spreekt als thema enorm aan”, verklaart John Vermeer van de Brabantse Milieufederatie de keuze. “Iedereen eet en heeft voor zijn gezondheid met voedsel te maken. Voedsel bepaalt ook de omgeving waar we wonen. Onderzoeken geven aan dat het zelfs de helft van de klimaatverandering veroorzaakt, eenderde van onze afvalstroom en bijna 40 procent van de vervoersstromen in een stad.” Vermeer pleit voor integrale gemeentelijke voedselbeleidsplannen, naar voorbeeld van steden als Toronto en Vancouver. “Daar werken ze er al tien jaar mee”, zegt hij. In Brabant richt Vermeer zijn pijlen in eerste instantie op de gemeente Tilburg. Tilburg wil in 2050 klimaatneutraal zijn, maar het thema voedsel namen ze niet mee. In opdracht van de milieufederatie brachten studenten van de Wageningen Universiteit de mogelijkheden en de betrokken partijen in beeld. Ook onderzochten ze waar het Tilburgse voedsel eigenlijk vandaan komt. Wat bleek? Vermeer: “Een boodschappenmandje uit een supermarkt had 35.000 kilometer afgelegd, terwijl het mandje van een boerenwinkel slechts 56 kilometer vergde. Een vergelijkbaar onderzoek in Londen gaf aan dat meer dan 80 procent van het voedsel van buiten Engeland komt.” Om de voedselkilometers te reduceren, maakt de campagne zich sterk voor duurzame streekproducten. Vermeer wil dat het voedsel zo dichtbij mogelijk ontkiemt, bijvoorbeeld in moestuinen rondom flatgebouwen en op platte daken. “Dit heet “urban agriculture”. Volgens cijfers van de Wageningse studenten kan Tilburg op haar eigen grondgebied 10.000 Tilburgers van voedsel voorzien. Een concreet project speelt inmiddels in een uitbreidingsgebied, waarvoor een inrichtingsconcept is gemaakt met een zestal stadsboerderijen. Dit concept is samen met agrariërs en omliggende bewoners opgesteld. De bewoners willen graag een groene omgeving, het liefst met een koe in de achtertuin, zo bleek uit een enquête.” Inmiddels draagt Vermeer de Tilburgse ervaringen uit in andere Brabantse gemeenten, zoals Den Bosch, Helmond en Breda.
2
Dynamiek in Friese boezem De Friese boezem zit muurvast. Het waterpeil fluctueert niet, en dat doet het grootste aaneengesloten natuurgebied van het vasteland van Fryslân geen goed, vindt Paul van der Vegt van de Friese Milieu Federatie. Hij is een warm pleitbezorger voor een natuurlijker waterpeil. Niet alleen in afgesloten natuurgebieden, maar in alle Friese meren en kanalen, bij elkaar een natuurgebied van maar liefst 15.000 hectare. “Een natuurlijk waterpeil betekent ’s winters en in het voorjaar een hoger peil, waardoor sommige oevers en het bûtlân – Fries voor boezemland – af en toe blank staan. In de zomer daalt het waterpeil.” Van der Vegt wil die dynamiek terugkrijgen. “Dan krijg je variatie, waar de natuur van profiteert. Er ontstaan weer rietoevers, de waterkwaliteit verbetert en tal van vogel-, vis- en plantensoorten krijgen een kans. Neem planten als de echte koekoeksbloem, dotterbloem en waterranonkel. Of de snoek, die plekken vindt om te paaien.” Het huidige vaste peil dient volgens Van der Vegt vooral de landbouw en de scheepvaart. Twee belangen, die de afgelopen decennia boventoon voerden. De afgelopen jaren maakte hij zich namens de Friese natuurbeschermingsorganisaties sterk voor een derde belang: de natuurwaarde. Tal van brieven, zienswijzen en reacties op ruimtelijke- en waterplannen gingen de deur uit. Hij bezocht hoorzittingen, commissievergaderingen en maakte gebruik van inspraakmomenten. Samen met de andere natuurbeschermingsorganisaties bracht hij tal van alternatieven naar voren. Van der Vegt: “Een belangrijk moment was het verkiezingssucces van Water Natuurlijk. Dit maakte vorig jaar de weg vrij naar een nieuw onderzoek van Wetterskip Fryslân naar de mogelijkheden en de kosten van een natuurlijker peilbeheer in de boezem. De resultaten pakten positief uit, al kleven aan een natuurlijker peil ook nadelen. Zo moeten we voorkomen dat de recreatievaart in het voorjaar onder bruggen blijft steken. We zijn er nog lang niet. Maar dankzij het werk van de natuurlobby heeft het gesloten boek zich inmiddels geopend. Het onderwerp is bespreekbaar. En dat is pure winst.”
Zeeuwse storm lijkt geluwd “Als er geen milieufederatie zou zijn, zou die vandaag nog moeten worden opgericht.” Deze woorden van David Luteijn, voorzitter van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging, klonken bij Tjeu van Mierlo van de ZMf als muziek in de oren. Ook Daan van Doorn, voorzitter van de Producentenorganisatie Mossel, sprak opbeurende woorden. Hij zei over de ZMf: “Ze vervullen een belangrijke rol die onvoldoende gewaardeerd wordt.” De Zeeuwse prominenten vertelden hun opstekers tijdens de viering van de jarige ZMf. “Eind vorig jaar vierden we ons 25-jarig jubileum”, vertelt Van Mierlo, “onder meer met een receptie en paneldiscussie, waar zo’n tweehonderd relaties aanwezig waren.” De grote opkomst beschouwde Van Mierlo als een steun in de rug. De ZMf zat die tijd namelijk in zwaar weer. “Een maand eerder besloot politiek Zeeland om de bezem door de club te halen. Ze wilden de subsidiekraan dichtdraaien, vanwege een aantal gevoelige dossiers, zoals de ontpoldering van de Hedwigepolder, waarbij de ziel van de Zeeuwen werd geraakt.” Van Mierlo zag de subsidiemaatregelen als een politieke afrekening. “Des te fijner was het dat het maatschappelijk middenveld zich vleiend uitsprak over onze organisatie. Zo stelde Luteijn over de maatregelen: “Waarom een correctieve tik? Ik zie geen fout van de ZMf!” Dankzij de steunbetuigingen is de politieke storm nu geluwd, merkt Van Mierlo. De nuance komt volgens hem terug in het debat. Als afsluiter van de avond presenteerde Van Mierlo de nieuwe huisstijl en naam. Niet meer Zeeuwse Milieufederatie, maar ZMf. “Ons nieuwe logo illustreert de verandering die we de afgelopen decennia hebben doorgemaakt. Van recht en hoekig, naar rond en vriendelijk. Actievoeren en harde standpunten verkondigen, zonder alternatieven aan te dragen, is niet meer van deze tijd. Tegenwoordig werken we anders. We willen draagvlak creëren en samenwerken. Tal van Zeeuwse prominenten zien die verandering en waarderen het.” Of zoals Van Doorn het tijdens de paneldiscussie verwoordde: “Ik ervaar de ZMf als een organisatie die wil meewerken. Zij is daarin al veel verder dan andere (milieu)organisaties.”
3
Drenthe zet duurzame mobiliteit in gang Noord-Nederland maakt zich sterk voor duurzame mobiliteit. Over vijf jaar rijden in het Noorden honderdduizend voertuigen op duurzame brandstoffen of zijn ze elektrisch aangedreven, zo ambiëren de drie noordelijke provincies. Natuur en Milieufederatie Drenthe juicht het streven naar meer duurzame mobiliteit toe, en zette ter stimulering half oktober 2009 met een grote manifestatie het sein op groen. Op het TT Circuit in Assen bracht de milieufederatie alle betrokken partijen bij elkaar. “We wilden de samenwerking een impuls geven. Pas als mensen elkaar persoonlijk kennen, gaat de bal rollen”, vertelt Janneke Wolkorte van de milieufederatie. Met ruim tweehonderd deelnemers werd de netwerkdag druk bezocht. “Iedereen was enthousiast. Na afloop bleven de meeste mensen hangen. Er was duidelijk behoefte om elkaar te zien en nieuwe contacten te leggen.” Een dag later was het publiek aan de beurt. Zo’n tweeduizend mensen bezochten het evenement aan de Vaart, in de binnenstad van Assen. Wolkorte beschrijft het programma als een soort proeverij. “Mensen konden allerlei duurzame initiatieven zien en uitproberen. Van ligfietsen tot de Segway en elektrische steps. Kinderen knutselden aan hun gerecyclede bootjes van petflessen, en op meerdere plekken stonden auto’s van de BioMotion Tour opgesteld. De auto’s rijden onder meer op biobrandstoffen.” Vooral de Lotus Elise, een innovatieve elektrische sportwagen die op de kop van de Vaart stond, trok veel bekijks. Ook de rijsimulator om Het Nieuwe Rijden onder de knie te krijgen was in trek. Wolkorte benadrukt dat duurzame mobiliteit meer is dan duurzame transportbrandstoffen. “Onze rol als milieufederatie bestond onder andere uit het bewaken van de duurzaamheid. Niet alleen een ‘schone auto’ is belangrijk, maar ook het gebruik van openbaar vervoer en Het Nieuwe Rijden. Stijn van Bruggen van de ANWB beschreef het treffend tijdens de netwerkbijeenkomst. Hij vestigde de aandacht op het bredere pakket aan mogelijkheden. Het gaat niet alleen om de brandstofkeuze, maar ook om de vervoerskeuze en het rijgedrag.”
Noord-Holland op pareltournee
Het bleef spannend tot het einde, de strijd om het Superstraatfeest. De straten Gironde in Leusden en de Houtdreef in Varsseveld waren tot de laatste minuut verwikkeld in een nekaan-nek race. Een laatste offensief met de aanschaf van zonnepanelen mocht niet baten. De Houtdreef greep net naast de titel. Christine Wevers van de Gelderse Milieufederatie is er niet minder trots om. “De bewoners van de Houtdreef hebben een geweldige prestatie geleverd. Het is een ongelooflijk actieve straat, die het energieverbruik in de buurt flink heeft weten terug te dringen.” Ondanks het zilver, zijn de bewoners van de Houtdreef overladen met felicitaties en prijzen. “We hebben de straat speciaal in het zonnetje gezet, met een akoestisch optreden van de Normaal-coverband. Daarnaast wonnen ze de prijs van vijfduizend euro voor de Beste Buren Actie. Otto Willemsen, de trekker in de buurt, is door ons uitgeroepen tot de klimaatkanjer van Gelderland. Willemsen wist zijn energienota met bijna dertig procent te verlagen.” Gelderland scoorde goed bij het Nationaal Klimaatstraatfeest, de landelijke energiebesparingswedstrijd waar vorig jaar 3.283 straten aan meededen. De Achterhoek domineerde de top-10 met vier straten. Naast de Houtdreef op de tweede plaats, eindigden de Beltrumseweg in Borculo op plek zeven, de Eikenlaan in Ruurlo op plek acht en de Burgemeester Vunderinkhof in Vorden op plek tien. Wevers ziet het Achterhoekse noaberschap als een mogelijke oorzaak. “Achterhoekers houden van burenacties”, zegt ze. Ook al benadrukt Wevers dat de straten het succes aan zichzelf te danken hebben, toch heeft De Gelderse Milieufederatie de straten wel geholpen om punten te verdienen. “Dankzij onze persberichten zijn ze veelvuldig in de media gekomen. Ook daarmee konden ze punten verdienen. Zo dook onze Groene Kerstman op in Vorden, Arnhem en Nijmegen om de deelnemende straten te promoten. De Houtdreef haalde ook de media doordat we verkleed als de klimaatpolitie kwamen controleren of ze spaarlampen hadden.” Dit jaar doen de vier straten opnieuw mee. Winnen zit er niet in, verwacht Wevers. “Ze hebben vorig jaar al zoveel maatregelen genomen, dat een top-10 klassering lastig wordt.”
4
“De Kwade Zwaan” - één van lidorganisaties van de Milieufederatie Noord-Holland maakt zich al jaren hard voor Waterland en een open en natuurlijk IJmeer.
Foto: Myriam Moszkowicz
Gelderse straten vieren Klimaatstraatfeest
Twintig parels trakteerde de Milieufederatie Noord-Holland in 2009. Elk aan een bijzonder persoon die het goede voorbeeld geeft door duurzame en dwarse ideeën te realiseren. “Als milieufederatie werken we nauw samen met anderen. Ons netwerk is cruciaal. Alleen mét elkaar maken we Noord-Holland mooier en duurzamer. Dat wilden we tijdens onze pareltournee aangeven.” Aan het woord is Erna Krommendijk van de Milieufederatie Noord-Holland. Aanleiding voor de tournee was het 40-jarig bestaan van de Milieufederatie Noord-Holland. De federatie wilde een positief geluid laten horen, en reikte met haar traktaties een hand uit naar bestaande en nieuwe samenwerkingspartners. Eén van de gelukkigen uit de eigen achterban was Kees van Tilburg, voorzitter van Beschermers Amstelland. “Kees zoekt op creatieve wijze naar nieuwe financieringsbronnen om het landschap te beschermen”, verklaart Krommendijk de keuze. Er gingen ook parels naar het bedrijfsleven. Eén van hen was de directeur van Agriport A7. De ondernemers in Agriport A7 zetten fors in op duurzaamheid en innovatie, en als treffend voorbeeld noemt Krommendijk de geteelde ‘klimaatneutrale’ paprika’s. Een ander die een parel ontving, was een ambtenaar van Haven Amsterdam. Zij behoorde tot de uitverkorenen, omdat ze het havenbedrijf van binnenuit aanspoort om werk te maken van duurzaamheid. Alle twintig parels gingen gepaard met een symbolische boodschap. Zo kreeg Agriport A7 de boodschap mee dat de reeds behaalde resultaten verwachtingen scheppen voor de toekomst. Eigenlijk kregen alle twintig gelukkigen niet één, maar twee parels. Eén parel mochten ze houden, de andere moesten ze begin december met een boodschap tijdens het lustrumcongres teruggeven. “Daarmee benadrukten we dat ons netwerk geen eenrichtingsverkeer is”, aldus Krommendijk. Alle twintig waren volgens haar zeer vereerd dat ze de parel in ontvangst mochten nemen. “De parel zag er ook prachtig uit; een grote handgeblazen gekleurde bol. Intussen plukken we de vruchten van onze pareltournee. Dankzij de parels zijn we met tal van partijen in gesprek. Want daar was het ons om te doen: inspireren om Noord-Holland mooier en duurzamer te maken.”
Limburgse riooloverstorten in kaart gebracht Hevige regenval doet de Limburgse Platsbeek van gedaante veranderen. Kabbelt de beek normaliter schoon en helder door het Geleenbeekdal, na een forse regenbui wordt het een kolkende, bruine beek, vol met troep, wc-papier en menselijke uitwerpselen. Dat laatste heeft de Platsbeek te danken aan het stroomopwaarts gelegen riooloverstort. Riooloverstorten zijn een groot probleem voor de waterkwaliteit in de Limburgse beken. Bij hevige regenval kan het riool de hoeveelheid water niet meer afvoeren. Hierdoor wordt het afvalwater, verdund met hemelwater, in de beken geloosd waardoor een groot scala aan (giftige) stoffen in het water komt. “Dat gebeurt meerdere keren per jaar, met schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit”, vertelt Ester Wolters van Stichting Milieufederatie Limburg. “Met het rioolwater spoelt al het leven uit de beek weg.” In december 2009 kregen omwonenden, politici en ambtenaren tijdens een wandeling langs de beek de schrijnende foto’s van de gevolgen te zien. Ze vonden het allemaal even gruwelijk. Jan Schrijen, voorzitter van Waterschap Roer en Overmaas, en Funs Pluijmaekers, wethouder gemeente Nuth, kregen namens de milieufederatie vervolgens een petitie aangeboden. “Met deze petitie, die we naar alle Limburgse gemeenten hebben gestuurd, vragen we aandacht voor de urgente sanering van dit soort riooloverstorten”, aldus Wolters. De Platsbeek staat niet alleen. Het is slechts één van de tweehonderd overstorten met een hoge saneringsurgentie in Limburg. “Aan de hand van kaarten van de twee Limburgse waterschappen konden alle schadelijke riooloverstorten in kaart gebracht worden. Wij zouden graag zien dat de overstortfrequentie minimaal wordt teruggebracht tot eens in de twee of vijf jaar”, stelt Wolters. Dankzij de petitie staan de Limburgse riooloverstorten weer op de politieke agenda. Dat is hard nodig. “Gemeenten bagatelliseren vaak de ecologische schade. Nu het onderwerp actueel is, is het aan de gemeenten om technische maatregelen te nemen, zoals het afkoppelen van hemelwater, het plaatsen van bergbezinkbassins of van kunststof lamellen om grof vuil uit het water te filteren. STICHTING MILIEUFEDERATIE Deze ingrepen reduceren de LIMBURG vuiluitworp van rioolwater.”
Monumentaal energie besparen Een oude kerk, kasteel of landhuis: ook in oude historische panden liggen volop kansen om energie te besparen. Alleen vergt het vaak specifieke maatregelen. Een isolerende laag glaswol tegen een eeuwenoude plafondschildering zou vloeken bij het monumentale karakter van het pand. “Wij laten zien wat er mogelijk is”, vertelt Ieke Benschop van de Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) over het project om energiebesparing in monumentale en historische panden te stimuleren. In het najaar van 2009 startte de NMU samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Center for Sustainability van de Nyenrode Business Universiteit een serie van vier bijeenkomsten, bedoeld voor overheden, architecten, woningcorporaties en particuliere eigenaren. Het thema begint door de bijeenkomsten te leven, constateert Benschop. “De opkomst nam bij elke bijeenkomst toe. Bij de laatste bijeenkomst waren ruim 90 belangstellenden.” Met de bijeenkomsten wil Benschop twee werelden bijeen brengen: de monumenten- en de milieuwereld. “Beide werelden leven teveel gescheiden van elkaar, ook binnen gemeenten. Dat is jammer, mede omdat de monumentenwereld vaak huiverig is voor energiebesparende maatregelen. Ze vrezen de aantasting van panden.” Tijdens de bijeenkomsten, waar tal van deskundigen inleidingen gaven, bleek deze huivering ongegrond. Ter sprake kwamen thema’s als de isolatie van vensters en succesvolle financiële constructies. Kernbegrip was ‘onomkeerbaarheid’, oftewel: “Doe geen dingen, die je later niet kunt herroepen. Ga bijvoorbeeld geen muren uitbreken, maar kies voor een doos-in-doos constructie – bijvoorbeeld voor een ruimte in een kerk - of voor een energiezuinige vloer bovenop de originele vloer”, legt Benschop uit. Ter inspiratie vonden de bijeenkomsten plaats in monumentale gebouwen, zoals Kasteel Sandenburg in Langbroek en een leegstaand pand van de Universiteit Utrecht. Dat laatste pand liet Benschop - als één van de drie panden - onder de loep nemen door een energie- én een monumentenadviseur. Het rapport bevat een waslijst kansrijke maatregelen. Het potentieel van historische panden is enorm. Eenvijfde van de bestaande bouw bestaat uit oude gebouwen. In de provincie Utrecht alleen zijn al ruim tienduizend rijks- en gemeentelijke beschermde monumenten te vinden. “Oude panden zijn goed voor 12 procent van het energiegebruik. Een fors aandeel, dat we niet over het hoofd moeten zien”, aldus Benschop.
5
Gijs IJsbeer op tournee door Overijssel Het moet een eigenaardig tafereel geweest zijn, afgelopen december in Almelo. Een grote witte ijsbeer, genaamd Gijs, op een elektrische scooter, met achterop wethouder Kuiper. Even daarvoor hing de ijsbeer aan zijn lippen, toen Kuiper het gemeentelijk klimaatbeleid toelichtte, en keek hij toe hoe de wethouder een klimaatmanifest ondertekende. Als beloning kreeg de wethouder een warme knuffel van de ijsbeer. Een soortgelijk tafereel vond die dagen plaats in elf Overijsselse gemeenten. De mascotte opende deuren, merkte Livia Leysen van Natuur en Milieu Overijssel. “Dankzij Gijs IJsbeer kwamen we eenvoudig met wethouders in gesprek over hun gemeentelijk klimaatbeleid. Daar was het ons om te doen. Bovendien genereerde Gijs IJsbeer enorme mediaaandacht. Hij leverde in alle plaatsen prachtige plaatjes op.” Aanleiding voor de tour was de Klimaattop in Kopenhagen. “Veel mondiale klimaatdoelen moeten uiteindelijk lokaal worden uitgevoerd, op gemeentelijk niveau. We waren benieuwd naar de inspanningen van Overijsselse overheden, en naar hun visie op de toekomst.” Alle verhalen van wethouders overziend, is Leysen niet ontevreden over de inzet. “Sommige gemeenten, zoals Deventer, Hardenberg en Enschede, zijn zeer voortvarend bezig met subsidieregelingen en tal van klimaatprojecten. Sommige andere gemeenten blijven nog steken in plannen maken.. Gaan ze op deze wijze door, dan halen ze niet de doelstellingen uit het klimaatakkoord. Landelijk is afgesproken dat gemeenten beleid ontwikkelen om jaarlijks 2 procent energiebesparing te bereiken en 20 procent duurzame energieopwekking te realiseren in 2020.” Waar Natuur en Milieu Overijssel bij de wethouders op hamerde, is het betrekken van burgers bij de gemeentelijke ambities. “Vaak ontbreken goede communicatieplannen. Terwijl het uiteindelijk de burgers zijn die energiebesparende maatregelen moeten gaan nemen.” Gijs IJsbeer sloot de tour af in Zwolle, waar de Zwolse milieuwethouder en de Commissaris van de Koningin Geert Jansen de laatste handtekeningen onder het manifest plaatsten. Samen hingen ze alle twaalf ondertekende manifesten in een ‘klimaatkerstboom’. Leysen is ronduit tevreden. “Dankzij de tour praten we inmiddels met meerdere wethouders over hun klimaatplannen.”
Klimaatkaravaan toert door Nederland Vorig jaar startte de Klimaatkaravaan een reis door het land met in elke provincie een klimaatdebat. Waar een circus ter promotie een parade door de straten houdt met clowns en artiesten, zo plaatsen de milieufederaties voorafgaand aan een debat een felgroene, gepimpte caravan in de binnenstad. “Bij de caravan kunnen mensen een videoboodschap inspreken of met hun klimaatwens op de foto gaan”, vertelt Christine Wevers van de Gelderse Milieufederatie. Het leverde meer dan tweeduizend boodschappen en wensen op, zoals ‘Niet praten, maar doen’ en ‘Ga aan de slag voor een beter klimaat, nu’. Wevers: “Al deze wensen hebben we aan minister Cramer meegegeven, om mee te nemen naar de klimaattop in Kopenhagen.” Het ‘circus’ was een klimaatdebat, dat in elke provincie wordt gehouden. Vijf debatten vonden plaats in 2009, de rest volgt in 2010. “Elke milieufederatie kiest haar eigen onderwerp. In Groningen ging het debat over lokale energieopwekking door burgers, in Drenthe over duurzame mobiliteit. In Noord-Holland is gesproken over het oprichten van lokale energiecoöperaties en in Zeeland over klimaatneutraal bouwen. Tijdens de debatten gaan we met burgers, overheden en bedrijven op zoek naar lokale kansen om het klimaatprobleem aan te pakken.” Zelf organiseerde Wevers in Nijmegen een Gelders debat over energiebesparing voor huurders. De volle zaal met een divers gezelschap - huurders, politici, ambtenaren, mensen van woningcorporaties - deed enthousiast mee met de ‘klimaat- en energiequiz’ en het ‘Lagerhuisdebat’. Wevers vond het debat zeer geslaagd. “We hebben voor een luchtige aanpak gekozen. Zo kregen de mensen bloemen en fluitjes. Waren ze het eens, dan moesten ze bloemen gooien. Waren ze het oneens, dan moesten ze fluiten. Ook kregen ze een grote bril, om de stelling met een andere bril te bekijken.” Onderdeel van alle debatten was de benoeming van de Klimaatkanjer. In Groningen werd Ineke Swart de kanjer vanwege haar inzet bij het eerste Klimaatstraatfeest. In Noord-Holland kwam de eer toe aan Tim Doornewaard, die samen met zijn buren van alles onderneemt om energie te besparen. “De Klimaatkanjers laten zien dat je lokaal veel kunt bereiken”, aldus Wevers.
6
Zuid-Holland 2.0 Punt. Onder die naam lanceerde de Milieufederatie Zuid-Holland afgelopen jaar een nieuw initiatief. Punt draait om burgerparticipatie. “We willen op een enthousiaste wijze mensen betrekken bij de kwaliteit van hun leefomgeving”, vertelt Kerstin Hogenbirk van de Milieufederatie Zuid-Holland. De federatie wil burgers motiveren, uitdagen om mét elkaar aan de slag te gaan. “De tijd dat milieufederaties met verheven vinger de mensen terechtwezen is voorbij. Miljoenen Nederlanders zijn tegenwoordig betrokken bij duurzaamheid. Hen staan we zoveel mogelijk bij, bijvoorbeeld door ze te faciliteren en te informeren via onze website.” Wie sinds kort naar www.jouwleefomgeving.nl surft, ziet daar op de startpagina drie poppetjes met de teksten ‘Je wilt iets weten?’, ‘Je wilt iets zeggen?’ en ‘Je wilt contact?’. De site zit boordevol informatie over onder meer innovaties, instrumenten voor burgerparticipatie, natuur- en milieuorganisaties en waar mensen kunnen aankloppen voor klachten. Hogenbirk: “Op internet is al ontzettend veel milieu-informatie beschikbaar. Alleen is de informatie vaak niet eenvoudig te vinden. Via onze site bieden wij daarom een laagdrempelig overzicht van alle relevante informatie.” Hogenbirk beschrijft de site als een wegwijzer, een vraagbaak, een meldpunt en een uitvals- en ontmoetingsplek. “Het is de bedoeling dat mensen via onze site met elkaar in contact komen, zodat een soort community ontstaat.” Hoe Punt zich gaat ontwikkelen, kan Hogenbirk niet voorspellen. Punt blijft in beweging, benadrukt ze. De site stimuleert onderlinge communicatie. Zo kunnen bezoekers tips, klachten, meldingen en informatie achterlaten. “De site wordt voor een belangrijk deel gevoed door de deelnemers zelf. We creëren zo een open en dynamisch systeem dat zich aanpast aan behoeften vanuit de maatschappij. Deze generatie gebruikt internet om zich te uiten en om mensen te vinden. Vandaar dat we een digitale omgeving maken, waar het plezierig werken is. Een soort provinciale huiskamer op internet, waar organisaties en burgers elkaar ontmoeten om informatie uit te wisselen, kennis te delen, discussie te voeren en plannen te smeden.”
Vijfjarig lustrum Nacht van de Nacht De Nacht van de Nacht vierde in 2009 haar eerste lustrum. Voor de vijfde keer trokken in heel het land mensen erop uit om te genieten van de duisternis. Het weer werkte niet mee, maar dat kon het lustrum niet deren. De getallen spreken boekdelen. Niet minder dan 20.000 bezoekers namen deel aan één van de 300 activiteiten. 120 gemeenten en bijna 200 bedrijven doofden hun verlichting. De Dom in Utrecht, de Martinitoren in Groningen en de Rotterdamse Euromast: allemaal gingen ze die nacht op zwart. “Een record”, stelt Tim van der Horn van de Natuur en Milieufederatie Groningen tevreden vast. Uitschieters van activiteiten vindt hij moeilijk te geven. “Er waren er zoveel. Neem de nachtwandeling door de Harense Hortus, waar een deelnemer opmerkte dat je zonder lamp eigenlijk meer ziet dan met lamp. Of de donkere tocht door historisch Middelburg, waar de gemeente alle lichten had uitgedaan.” Enthousiaste verhalen hoorde hij ook over Noordpolderzijl in Groningen, waar ruim honderd mensen bij kaarslicht aandachtig luisterden naar verhalenvertellers. Om het lustrum te vieren, gingen de milieufederaties op zoek naar de donkerste plek van Nederland. De zoektocht leidde naar Schiermonnikoog. “Lichtmetingen in het veld gaven aan dat daar ’s nachts de meeste sterren te zien zijn”, zegt Van der Horn. Mede dankzij de vijf edities begint de donkerte volgens hem te leven bij politici en beleidmakers “Het thema duisternis verschijnt op de politieke agenda’s en in beleidsplannen. Dat is verheugend. Nu is het zaak dat we voorkomen dat de verlichting verder toeneemt.” De zesde editie van de Nacht van de Nacht staat gepland op zaterdag 30 oktober 2010. Van der Horn nodigt alvast iedereen uit om mee te doen. “Heb je leuke ideeën, laat het ons weten.”
De groene peiler: ruim 5500 panelleden 2009 was voor het project ‘De Groene Peiler’ een succesvol jaar. Door middel van de groene peiler betrekken de provinciale milieufederaties grote groepen mensen bij haar projecten. Dat doen we door middel van internetpeilingen over actuele natuur- en milieuthema’s en het organiseren van burgerparticipatie als vervolg op die peilingen. Door diverse succesvolle wervingscampagnes hebben zich inmiddels ruim 5500 Nederlanders die zich betrokken voelen bij natuur en milieu, aangemeld als panellid van de groene peiler. Aan die panelleden zijn in 2009 meerdere internetpeilingen voorgelegd. Twee grote landelijke vragenlijsten gingen bijvoorbeeld over het thema klimaat en energie. Het resultaat van deze peilingen is geweest dat er in september duizenden ‘klimaatwensen’ van panelleden zijn verzameld om aan minister Cramer mee te geven naar de klimaattop in Kopenhagen. Ook is een beeld gekregen welke energiebesparende maatregelen mensen zouden willen nemen in hun eigen woning wanneer ze daarbij beter ondersteund zouden worden. Aan de hand van die informatie zijn de milieufederaties beter in staat gerichte adviezen te geven of projecten op te zetten gericht op energiebesparing aan huis. Naast landelijke vragenlijsten zijn er ook peilingen op provinciaal niveau uitgezet. Daarbij ging het om een breed scala aan onderwerpen, zoals de beleving van stiltegebieden, verrommeling van het landschap, windenergie en de structuurvisie Randstad 2040. Naar aanleiding van de resultaten van de peilingen zijn in veel gevallen panelleden benaderd om deel te nemen aan participatieactiviteiten. Zo zijn in Utrecht en Drenthe panelleden bezig geweest om na te gaan of de provinciale stiltegebieden ook werkelijk stil zijn. De resultaten van deze onderzoeken hebben ertoe geleid dat in beide provincies het thema ‘stiltegebieden’ weer op de agenda is gekomen bij provinciale bestuurders waardoor meer draagvlak is gekomen voor het nemen van geluidbeperkende maatregelen. De Groene Peiler zal ook in de komende jaren een belangrijk instrument blijven voor de provinciale milieufederaties om zoveel mogelijk mensen te betrekken bij ons werk. Immers, hoe groter de betrokkenheid van burgers, hoe groter de impact van ons werk zal zijn.
7
Managing Director Marieke van Schaik
‘De goede doelen van de Postcode Loterij winnen altijd’ De Provinciale Milieufederaties hebben tijdens het Goed Geld Gala op 4 februari 2010 van de Nationale Postcode Loterij een bedrag van 2,25 miljoen euro ontvangen. Op dit bijzondere gala werd de verdeling van de opbrengsten voor goede doelen uit 2009 bekendgemaakt. In totaal verdeelde de Postcode Loterij 256 miljoen euro onder haar goede doelen – een groei van vijf procent ten opzichte van 2008. Hoe kan het dat de Postcode Loterij tot nu toe elk jaar groeit? Wat is het geheim? We vragen het aan Managing Director Marieke van Schaik van de Nationale Postcode Loterij.
“Het geheim zit hem denk ik in het feit dat iedereen wel een droom heeft. Door mee te doen
aan een loterij kun je dromen over het verwezenlijken hiervan: een nieuw huis, een mooie vakantie of wat extra middelen om anderen te helpen. Het unieke aan de Postcode Loterij is dat de goede doelen altijd winnaars zijn, omdat de helft van ieder verkocht lot naar hen gaat. Dat legitimeert het blijven meespelen, al win jij de Kanjer niet. En als je wint, doe je dat nooit alleen maar samen met je buren. Tegelijkertijd mag duidelijk zijn dat wij heel hard moeten werken om die loten te blijven verkopen. Mensen zijn toch voorzichtiger in deze economisch lastige tijden. En wij hebben, doordat wij 50% aan goede doelen afdragen, een minder groot prijzenpakket dan bijvoorbeeld de Staatsloterij, die rond de 15% afdraagt aan de staat.
“
Het Zeeuwse Landschap is het eerste goede doel van de Nationale Postcode Loterij dat een bijdrage ontvangt uit het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij. Met ruim zes miljoen euro kan Stichting Het Zeeuwse Landschap haar droom waarmaken: de aanleg van een kustzone die klaar is voor de toekomst, waarin economie en ecologie de ruimte krijgen en die een waardevol landschap levert voor mens en natuur. Waarom hebben jullie het Droomfonds ingesteld en wat hopen jullie met dit Droomfonds te bereiken?
“De Postcode Loterij ondersteunt haar beneficiënten al meer dan 20 jaar structureel en onge-
oormerkt. De goede doelen besteden de bijdrage aan die onderdelen van hun werk, waar zij dat het meest nodig vinden. Organisaties die de Postcode Loterij ondersteunt, moeten af en toe risico’s nemen om een echt grote stap te zetten in het realiseren van hun doelstellingen. Risico’s nemen hoort echter vaak niet tot de mogelijkheden van goede doelen. ij willen dan ook helpen om juist wel innovatieve en grootse projecten te realiseren. Met de W instelling van het Droomfonds kan ieder jaar ten minste één grote droom gerealiseerd worden. Bijvoorbeeld een baanbrekende innovatieve techniek toepassen of een probleem daadwerkelijk meerjarig en grondig aanpakken. ls ondernemende organisatie weten wij maar al te goed dat bij het bewandelen van nieuwe A wegen er af en toe dingen mis gaan of anders uitpakken dan van te voren ingeschat. Het inspireert ons om met de middelen van de Postcode Loterij ook een type verandering mogelijk te maken die opvalt en meehelpt een keerpunt te bewerkstelligen, of tenminste te ondersteunen.
“
Dankzij de Nationale Postcode Loterij hebben alle 2,5 miljoen deelnemers vorig jaar een energiezuinige LED-lamp gekregen. Met deze actie heeft de loterij een belangrijke bijdrage geleverd aan het bezuinigen van energie. Kunnen we meer van dit soort leuke acties verwachten?
“Zeker. De Postcode Loterij streeft naar een groene en rechtvaardige wereld. Daar werken wij
aan met onze goede doelen. Maar ook het betrekken van al onze deelnemers biedt enorme kansen. Het prijzenpakket bestaat uit steeds meer groene prijzen. De grote Wat Led je? campagne in 2009 was uniek in haar soort. Meer dan 1,6 miljoen deelnemers wisten hun weg te vinden naar de winkel om hun led-lamp af te halen. Al die lampen als vervanger van een gloeilamp betekent een totale besparing van 73.00 ton CO2 per jaar, bij een gemiddeld gebruik van 4 uur per dag. Uiteraard kijken wij er naar uit om een vergelijkbare grote actie te gaan doen. Wij onderzoeken momenteel verschillende mogelijkheden.
“
Op 9 juni 2010 vinden de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats. Het is voor de 75 goede doelen van de Nationale Postcode Loterij van groot belang dat de Nationale Postcode Loterij ook in de toekomst ons werk kan blijven steunen. Is de onafhankelijke financiering van het maatschappelijk middenveld naar de toekomst toe voldoende gegarandeerd?
“Hoewel het hier om een zeer robuust model gaat, liggen er verschillende bedreigingen op de
loer: de minister heeft bijvoorbeeld aangekondigd dat hij naar transparante vergunningsprocedures wil, waarbij andere partijen zouden kunnen meedingen naar onze vergunning. Het is niet duidelijk hoe het huidige niveau van financiering dan gegarandeerd wordt. Samen met onze beneficiënten blijft het dus belangrijk de politiek goed en frequent te informeren over de impact van de steun van de loterij aan de goede doelen. En het belang van de continuïteit hiervan.
“
U bent samen met Sigrid van Aken en Imme Rog op 1 september 2009 benoemd tot managing directors van de Nationale Postcode Loterij. Kunt u iets vertellen over uw ervaringen tot nu toe en uw motivatie?
“Wij hebben het omvangrijke takenpakket verdeeld onder ons drieën. Met drie goede doelenloterijen, meer dan 400 medewerkers, ruim 3 miljoen deelnemers en een jaaromzet van ca 720 miljoen euro, hebben wij een grote organisatie te runnen. Dat is niet alleen uitdagend, maar vooral heel leuk. Wij vullen elkaar goed aan en de lijnen zijn kort, waardoor we slagvaardig beslissingen kunnen nemen. Het enthousiasme en de creativiteit van de collega’s binnen de hele organisatie maakt ons werk natuurlijk een stuk makkelijker. Ik ben blij dat ik naast Financiën en Communicatie ook Goede Doelen in mijn portefeuille heb kunnen houden. Ik blijf namelijk graag nauw betrokken bij het werk van al onze beneficiënten.
“
8
COLOFON Mei 2010 Contactadres: De Provinciale Milieufederaties Rita Kwakkestein Hamburgerstraat 28 A 3512 NS Utrecht Telefoon: 030-2348285/030-2348214 Email:
[email protected] Tekst: Addo van der Eijk Eindredactie: Gerrit Geerds Grafische vormgeving: FisK, Oenkerk Foto’s: milieufederaties
Stichting De Provinciale Milieufederaties staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder nummer 41266143 en heeft het CBF-Keurmerk.
De Provinciale Milieufederaties is het samenwerkingsverband van de 12 provinciale Milieufederaties. De Milieufederaties werken ieder in hun eigen provincie aan een schoon milieu, een aantrekkelijk landschap en een rijke natuur. Dat doen zij samen met hun bondgenoten en een achterban van in totaal ruim 1000 regionale en lokale natuur- en milieuorganisaties met vele duizenden vrijwilligers. De Milieufederaties hebben een sterk provinciaal netwerk. Zij hebben veel contacten met provinciale en lokale ambtenaren en politici en met andere spelers in het veld. Ze brengen hun ideeën in en vervullen een verbindende rol tussen burgers, overheden, bedrijfsleven en andere instellingen die belangrijk zijn om de natuur- en milieudoelen dichterbij te brengen. Daar waar gewenste ontwikkelingen stagneren of een gevaar vormen voor natuur, milieu en gezondheid trekken de Milieufederaties aan de bel en oefenen ze constructieve druk uit om de zaken ten goede te keren. De Milieufederaties zijn als geen ander in staat om in heel Nederland maar wel dicht bij huis concrete resultaten te boeken in de directe leefomgeving van de mensen. Wilt u meer weten wat we doen en bereiken? Zie onze website www.natuurenmilieunederland.nl.