Deelnemersbijeenkomst
Stichting Pensioenfonds Xerox Verslag Huidige vergadering Datum 25 maart 2014 Locatie Bedrijfsrestaurant Xerox Venray
Volgende vergadering
Duur 17:00 – 19:30 Voorzitter S. Zeverijn
Deelnemers - Deelnemers pensioenfonds - Bestuur pensioenfonds - Medewerkers pensioenbureau - Notuliste
Datum
Duur
Locatie
Voorzitter
Afmeldingen vanuit bestuur
Punt 1
Opening De heer S. Zeverijn opent de vergadering en heet iedereen welkom. De agenda wordt kort toegelicht.
2
Mededelingen Met dank aan de facilitaire dienst voor de gastvrijheid, heeft de heer S. Zeverijn nog een aantal huishoudelijke mededelingen betreffende het verloop van de avond.
3
Algemene pensioenontwikkelingen Middels een presentatie geeft de heer S. Zeverijn inzicht in de werkzaamheden van het bestuur van het pensioenfonds. Hij vraagt extra aandacht voor het onderwerp “bevordering pensioenbewustzijn”: het bestuur is van plan een focusgroep op te richten, om beter te begrijpen wat er leeft bij de deelnemers aan het pensioenfonds en om de invloeden die daar vandaan kunnen komen, te kunnen verwerken in het beleid. Diegenen die interesse hebben om hieraan deel te nemen, kunnen hun contactgegevens achterlaten. De diverse leden van het bestuur worden voorgesteld en er wordt een toelichting gegeven op de opbouw van het pensioenfonds qua deelnemers en qua leeftijdsopbouw. Zijn er hier al vragen over?
Pagina 1 van 10
Deelnemer 1 Die gewezen deelnemers, wie zijn dat precies? Antw. S. Zeverijn: gewezen deelnemers zijn mensen die ooit voor Xerox hebben gewerkt. Actieve deelnemers zijn de mensen die nog voor Xerox werken en de mensen die bijvoorbeeld in de WIA zijn beland. Zij bouwen nog pensioen op in het fonds. Deelnemer 2 Als je in de WIA zit, bouw je dan ook nog pensioen op? Antw. S. Zeverijn: ja, dan bouw je ook nog pensioen op. Deelnemer 3 Ik ben een werkende. Ik maak mij zorgen over de betalenden. Vroeger hadden we 2.500 werknemers met een normaal gemiddeld verloop. In 2002 is het bedrijf in tweeën gedeeld. De helft van de werknemers ging over naar een ander pensioen, de rest is gebleven. Ik denk dat de verhouding betalenden /niet-betalenden heel scheef is ten opzichte van de gemiddelde pensioenfondsen in Nederland. Hoe verhoudt zich dit? Antw. S. Zeverijn: het aantal actieve deelnemers, dus de mensen die premie inleggen en pensioen opbouwen, wordt veel kleiner ten opzichte van het aantal niet-betalenden (slapers) en pensioengerechtigden. Dat is een algemene trend in Nederland. Pensioenfonds Xerox wijkt niet af van die trend. Antw. Deelnemer 3: is het hier niet erger? Antw. S. Zeverijn: het zal niet overal zo abrupt zijn gegaan, maar het is een algemene trend bij heel veel ondernemingen met dit soort pensioenfondsen, dat het aantal actieven drastisch afneemt. Dat is niet specifiek voor dit fonds. Het is geen ontwikkeling die ik erg toe juich. Ik zag liever meer mensen die premie inleggen. Maar we hebben te maken met de realiteit en dat is deze. Wij zijn uiteindelijk nog steeds een fonds waar voldoende premie binnen komt en die een dusdanige samenstelling heeft, om te kunnen zeggen dat het fonds bestaansrecht heeft. De Nederlandsche Bank (DNB) houdt toezicht op de fondsen en bij een aantal fondsen heeft zij twijfels aan het bestaansrecht. Daar zit ons fonds niet bij, volgens DNB. Antw. Deelnemer 3: de dekkingsgraad wordt beïnvloed door de leeftijd van de mensen en de rendementen. Die wordt niet beïnvloed door deze verhouding actieven / niet-actieven? Antw. S. Zeverijn: nee, dat heeft geen enkele invloed op de dekkingsgraad. Antw. Deelnemer 3: maar er komt steeds minder premie binnen. Antw. S. Zeverijn: wat we aan verplichtingen hebben, daar is al voor betaald. Zouden we morgen geen enkele actieve betalende meer hebben, dan zal dat op de dekkingsgraad geen of nauwelijks invloed hebben. Antw. Deelnemer 3: hoe zit het dan met de rendementen? Antw. S. Zeverijn: die 700 miljoen euro wordt belegd en daar krijgen we rendement uit. Dat geld is er al. De nieuwe pensioenopbouw moet u los zien van hetgeen we al hebben. Dat zijn twee verschillende dingen.
Pagina 2 van 10
Antw. Deelnemer 3: Dank u wel, dat is een zorg minder. Het meeste nieuws over pensioenfondsen is niet positief. U krijgt gefragmenteerde informatie uit allerlei bronnen. De informatie over ons pensioenfonds komt zo meteen. Deelnemer 4 Hoe is de dekkingsgraad nu? Antw. S. Zeverijn: die is momenteel 106,5%. Deze gaat heel voorzichtig de goede kant op. Ik begrijp best dat u bent gekomen om te horen hoe het gaat met uw pensioenfonds. Ik weet niet of morgen de financiële markten in elkaar storten of dat over tien jaar blijkt dat we nog veel langer leven dan we nu denken. Deze twee zaken, daar hebben we geen weerstand tegen. Leven we langer dan nu blijkt, dan moeten we extra lang uitbetalen en dan moeten we iets aan de pensioenen doen. We hebben geen reservepot om die verlenging uit op te vangen. We betalen een prijs voor langer leven. De werkende mensen moeten langer door werken, gaan later met pensioen en hebben een lagere pensioenopbouw. Pensioengerechtigden merken dit aan de verlaging van hun pensioen. Dit is een triest gegeven. We hebben altijd gedacht dat we een prima systeem hadden, maar hier werd geen rekening mee gehouden. Deelnemer 5 Die grensverschuiving van 65 naar 67. Hoe gaat dit voor de werkenden uitpakken qua pensioenopbouw en voor de gepensioneerden? Antw. S. Zeverijn: de inleg voor het pensioen zal verlaagd worden. Dat was 2,25% van de pensioengrondslag (vanaf 1 januari 2014 is dat 2%) en dat wordt 1,875%. Antw. Deelnemer 5: we moeten dus langer werken en we krijgen minder. Antw. S. Zeverijn: dat klopt, dat is vanuit de overheid opgelegd. De overheid heeft een besparingsdoelstelling van 4 miljard euro op de pensioenpremieaftrek. Maar uiteindelijk leidt dat er toe dat de actieven minder pensioen mogen opbouwen. Deelnemer 6 Kan de werkgever niet bijleggen? Antw. S. Zeverijn: u kunt dat vragen, maar ik geef u weinig kans. Er is geen onderscheid tussen werkenden en gepensioneerden. Dit is bedacht door de overheid. Wilt u meer hebben, dan zult u zelf geld opzij moeten leggen in een eigen spaarpot. Deelnemer 7 Ik vind dat jullie veel zeggen, maar dat jullie met de regering moeten gaan overleggen. Geld apart leggen voor de ouderen uit andere middelen, bijvoorbeeld de WW, waarin jongeren zitten. Waarom moet het geld allemaal naar de jongeren gaan? Jullie kunnen met de regering gaan praten. Antw. S. Zeverijn: Ik ben geen voorstander van wat er bedacht is. U wordt zelf verantwoordelijk gemaakt voor het opbouwen van een pensioen. Omdat u werkt, bent u verplicht om deel te nemen aan een pensioenfonds. Dat is juist het goede aan ons systeem, omdat we dan ten minste nog iets hebben op onze oude dag. Er
Pagina 3 van 10
kan niet verlangd worden dat mensen minder krijgen. Hoe het gaat uitwerken, zeker is al dat mensen minder gaan sparen en/of minder gaan uitgeven. De regering wil echter geld besparen. Antw. Deelnemer 7: dat geeft geen antwoord op mijn vraag: ik wil dat er geld uit de WW naar de ouderen gaat. Antw. S. Zeverijn: WW en verschuiving van de pensioenleeftijd is een politieke zaak. Daar staan de pensioenfondsen buiten. Deelnemer 8 Een punt bij de risicospreiding dat ik nog niet gehoord heb en u zou moeten overwegen, ook wegens de vergrijzing: er zijn veel fondsen die gaan fuseren of samenwerken om groter en evenwichtiger te worden. Speelt dat ook bij dit fonds? Antw. S. Zeverijn: nee, dat speelt niet bij dit fonds. Er is een tendens binnen de pensioenfondsen om te fuseren en dat komt langzaam op gang. Dat kan verschillende oorzaken hebben: klein fonds, kwetsbaar, kosten die uit de hand lopen, geen bestuursleden kunnen vinden, allerlei redenen. Dat speelt hier niet. Dit fonds is levensvatbaar, heeft bestaansrecht en heeft geen reden om te kijken naar samenwerking of fuseren. U spreekt uw zorg uit over de vergrijzing. Vergrijzing op zichzelf is geen reden om een fonds op te laten houden te bestaan. We hebben een belegd vermogen van ruim 700 miljoen euro. Dat is een fors bedrag. Ik moet er wel bij zeggen dat er in Nederland enorm grote pensioenfondsen zijn. Dit pensioenfonds valt onder de middelgrote fondsen. Antw. Deelnemer 7: u heeft het gevoel dat u dit niet moet doen. Als u echter in onderdekking komt is het logisch om te fuseren. Antw. S. Zeverijn: u heeft een goed punt. Dat heeft DNB ook gezegd bij diverse pensioenfondsen. Die hebben het advies gekregen om te fuseren. Wij zijn op dit moment niet de mogelijkheden aan het bekijken. Op basis van studies die wij regelmatig doen, zien we een pad naar herstel, naar een hogere dekkingsgraad, dat is reëel. Deelnemer 9 Die toetsing van het fonds, moet dat niet gebeuren door een onafhankelijk persoon? Antw. S. Zeverijn: dat is een goede vraag van u. Er moet gekeken worden naar wat het beste is voor de deelnemers en dat doet het bestuur ook. Er speelt geen enkel ander belang mee. Ook wij hebben DNB als toezichthouder. We hebben ook een externe accountant en actuaris. Als die menen dat er geen goede financiële grondslag is, rapporteren die dat. Wij hebben ook intern toezicht, een visitatiecommissie, bestaande uit drie onafhankelijke, externe personen die het fonds regelmatig onderzoeken. Wij hebben voldoende toezicht. Deelnemer 10 Ik zou graag willen weten wat de kosten zijn in een percentage van het totale vermogen en hoe de verhouding is van die kosten ten opzichte van andere pensioenfondsen van gelijke grootte. Antw. S. Zeverijn: er is een onderzoek gedaan afgelopen jaar door DNB naar de kosten van vermogensbeheer. Antw. N. van Heesen: die kosten kunt u terug vinden in het jaarverslag. Dat is
Pagina 4 van 10
gesplitst in kosten voor vermogensbeheer en algemene kosten. We hebben die kosten gebenchmarkt en dan zitten we aan de onderkant. Antw. S. Zeverijn: het ligt grofweg rond de 44 basispunten voor het vermogensbeheer. Gemiddeld in Nederland is 53 basispunten. Ons fonds zit daar onder en dat is het gevolg van keuzes die gemaakt zijn voor beleggingen. Aan de andere kant moeten we ook kosten maken om mensen aan het werk te hebben voor de administratie en voor management. Dat levert een getal op voor kosten per deelnemer, maar dat getal heb ik niet paraat. Antw. Deelnemer 10: het bedrag voor pensioenuitvoeringskosten ligt op 946.000 euro. Dat is 186 euro per deelnemer. Antw. S. Zeverijn: dat is een keurig bedrag. Gemiddeld ligt het budget van een fonds op iets meer dan 1 miljoen euro; voor veel minder kan je het niet doen. Wij zitten op een bedrag beneden de 200 euro per deelnemer, dat is voor een fonds van deze omvang een heel keurig gemiddelde. In Nederland ligt het gemiddelde tussen de 400 en 500 euro per deelnemer. Deelnemer 11 De kosten in relatie tot het rendement. Ik wil graag de ratio leggen tussen kosten, beleggingen en rendementen. Antw. S. Zeverijn: dat is een goed punt. Een van de grote dilemma’s is welke beleggingen je moet kiezen: meer kosten maken, met een mogelijk hogere opbrengst of juist de andere kant, voor beleggingen kiezen die weinig kosten, maar waarvan de rendementen ook lager liggen. Het juiste antwoord hierop is niet te geven. Hier zijn talloze studies op los gelaten. Bij de meeste pensioenfondsen zult u combinaties van beide aantreffen. Er wordt vaak gekozen voor lage kosten beleggingen. Dit soort beleggingen kosten heel weinig. Wij hebben bewust gekozen voor een beleid waar van alles wat in zit. Het kan best zijn dat de ene manier het beter doet dan de andere, maar over de loop der jaren is dat niet aangetoond. Deelnemer 12 Nog even terugkomende op dat fuseren: als je een armlastig fonds bent, kan je toch niet meer fuseren? Antw. S. Zeverijn: pensioenfondsen die willen fuseren letten op een aantal zaken. Onder andere de dekkingsgraden moeten min of meer overeen komen en natuurlijk kijken ze ook naar het fonds zelf. Praten ze over dezelfde groepen mensen, dezelfde soort beleggingen, het risicoprofiel. Het gaat dus over veel meer zaken dan alleen de dekkingsgraad. 4.
Ontwikkelingen Stichting Pensioenfonds Xerox De heer N. van Heesen neemt de presentatie van de heer S. Zeverijn over en gaat door op de ontwikkelingen bij Stichting Pensioenfonds Xerox. De aangekondigde korting zal centraal staan, met een uitleg over het hoe en waarom. Doelstelling is dat een ieder heeft begrepen wat er speelt, dat het fonds transparant en eerlijk is en dat men vertrouwen in het fonds heeft. De heer van Heesen gaat kort in op de renteontwikkelingen, de behaalde rendementen, de gestegen levensverwachting, de dekkingsgraad en de korting. Hij legt uit wat het een en ander voor de deelnemers gaat betekenen.
Pagina 5 van 10
Deelnemer 13 Ik neem aan dat het bestuur de verdeling van de beleggingen naar eer en geweten uitvoert. Het standpunt van de deelnemers hierover speelt geen enkele rol. Ik stel voor om een enquête uit te laten voeren om de mening van de deelnemers te peilen hoever men wil gaan met het nemen van risico’s. Nu wordt een besluit genomen zonder dat je weet hoe de deelnemers erover denken. Is dat mogelijk? Antw. N. van Heesen: dat is een hele goede vraag. Er komt een focusgroep en daarmee gaan we in overleg met de deelnemers en proberen we te onderzoeken wat er leeft onder de deelnemers, ook qua risicobereidheid. Dat is een hele lastige. We kunnen niet voor ieder individu beleggen. Ik kan geen potje apart zetten. Wij beleggen, en dat is de essentie, voor het collectief. Je moet naar de jongeren en naar de ouderen kijken en daar moet je een beleggingsbeleid bij zoeken. Het is echter goed te weten wat de risicobereidheid is van de deelnemers. We weten dat nu niet precies. Als je een enquête houdt, komt er waarschijnlijk een gemiddelde uit waar je niet heel veel aan hebt. Het is goed om het te onderzoeken. We nemen het mee. Deelnemer 14 Heb je ook een verdeling van de beleggingen? Antw. N. van Heesen: ja, daar kom ik nog op terug. Deelnemer 15 Wat ik niet begrijp, als je kijkt naar bijvoorbeeld een beleggingsfonds van Warren Buffett, diens vermogen blijft maar groeien door slim te beleggen. Je kunt echter op allerlei manieren hogere rendementen maken. Antw. N. van Heesen: ja, dat is zo, maar daar zitten risico’s aan. U noemt de plussen op de langere termijn, maar wij zijn aan strikte regels gebonden en we mogen niet in alles beleggen. Antw. Deelnemer 14: jullie beleggen zeer behoudend. U heeft een korte termijn visie. Het pensioenfonds zou een langere termijn visie moeten hebben. Antw. N. van Heesen: dan moet u met DNB gaan praten. Wij zijn korte termijn beleggers, omdat wij ieder jaar de dekkingsgraad moeten afgeven aan DNB. Wij worden afgemeten op de korte termijn. Dan krijg je een andere beleggingsconstructie dan met een lange termijn visie. Dan deden we het waarschijnlijk heel anders. Deelnemer 16 Hoe kan het zijn dat in één jaar tijd, de vastrentende waarde die 56% van de portefeuille was met een rendement van 12,7%, naar negatieve cijfers is gegaan? Wat is er dat jaar gebeurd? Antw. N. van Heesen: er is niets gebeurd. Hier speelt de renteafdekking een hele sterke rol. Met de vastrentende waarde willen we de verplichtingen volgen en is de looptijd hoger. De rente is in 2012 gedaald, dus hogere koersen. In 2013 steeg de rente en kregen we een slechter rendement. Antw. Deelnemer 16: maar zoveel fluctueert het toch niet in één jaar? Antw. N. van Heesen: dit heeft te maken met de systematiek die DNB voorschrijft
Pagina 6 van 10
en de methoden die we hanteren om de fluctuatie van de dekkingsgraad in te perken. Eigenlijk zou je apart het rendement moeten laten zien van de renteafdekking en daarnaast wat je gemaakt zou hebben met een actieve portefeuille. Maar uw constatering is juist. Deelnemer 17 Wat me iedere keer opvalt is de waan van de dag. Als er ook maar iets gebeurt, rente gaat omlaag bijvoorbeeld, dan roeren de verzekeraars en pensioenfondsen zich. Dat begrijp ik niet. Als ik kijk naar de omvang van de pot, dan kun je je permitteren om een lange termijn visie te hebben. Je hebt maar een bepaald deel nodig. Waar komt dat korte termijn denken vandaan? Antw. N. van Heesen: ik ben dat met u eens. Dit komt van de overheid, de toezichthouder. Die stelt dat we op ieder moment solvabel moeten zijn om aan onze verplichtingen te kunnen voldoen. Dat lange termijn effect zou ik ook graag hanteren. Dat geld hebben we niet allemaal nodig, we zouden best wat langere termijn horizon kunnen hebben. Antw. Deelnemer 17: stel dat je een horizon hebt van 3 jaar, dan kun je exact uitrekenen hoeveel je nodig hebt om uit te keren. Antw. N. van Heesen: ik ben het helemaal met u eens, maar wij zijn gebonden aan de regels van DNB en die heeft een andere visie. Die lange termijn horizon hebben we al lang geleden verlaten. De discussie die gevoerd is over het nieuwe spelregels die DNB wil introduceren, gestuurd door de overheid, gaat over de invoering van een nieuw toetsingskader, waarbij je meer naar een langere termijn gaat en de risico’s middelt. Hetzelfde geldt voor het langer leven. Maar tot nu toe is dat toetsingskader er niet en misschien komt het er ook niet. We leven echt bij de waan van de dag. Antw. Deelnemer 17: een herstelplan van 3 tot 5 jaar opgelegd door DNB. Je moet niet wachten met herstellen totdat iemand je dat oplegt. Je moet dat zelf doen. Waarom zou je geen parameters weten te vinden waardoor je herstelt? Dat kan je ook zonder DNB, dat is je taak als uitvoerder. Antw. N. van Heesen: dat is mijn taak. Die horizon is echter zo klein geworden. We proberen het echt wel. We hebben duidelijk besproken wat we willen, vorig jaar. We hadden de keuze om grotere risico’s te nemen met de kans om te herstellen en niet te hoeven korten, maar dan wel met het risico dat we fors zouden moeten korten. Of we gaan voorzichtig beleggen, het beleid zoals we dat hebben, waarbij de kans op een hoge korting vrij klein was en er nog steeds een kans aanwezig was om te herstellen. Voor deze laatste optie is gekozen. Antw. Deelnemer 17: het totale pensioenvermogen is zo’n 800 miljard of meer in Nederland. Van dat vermogen is maar een klein deel nodig om uit te kunnen keren. Waarom wordt er dan toegelaten dat iemand bij DNB iedereen aan de ketting houdt? Je kunt toch zeggen dat het klaar is? Antw. N. van Heesen: wij zijn niet zo’n grote speler in de markt. Een ABP zet daar sterk op in en ook die komen er niet verder mee. DNB is een hele sterker speler, gevoed door de overheid. Ik ben het niet eens met DNB, maar moet binnen hun kaders blijven. Deelnemer 18 Op 30.09.13 was onze dekkingsgraad 103,4%. Alles ging goed. Tot mijn verbazing krijgen we nu 2,6% korting, terwijl ik eigenlijk verwacht had dat het
Pagina 7 van 10
tussen de 0 en 1 % zou zitten. Antw. N. van Heesen: het is weer de waan van de dag. Het ging om de renteontwikkeling en daarnaast is er in december veel gebeurd. Nog een fenomeen is de rentemiddeling van DNB, die op drie maanden middelt. Hun idee was dat je dan niet zo snel in een dekkingstekort komt, maar het werkt nu averechts. Omdat we die rentemiddeling niet kunnen hanteren bij de renteafdekking, loopt dat uit elkaar. Dat betekent dat door onze renteafdekking onze dekkingsgraad naar beneden gaat. Dat heeft ons aardig genekt. Antw. Deelnemer 18: wordt dat 1x per jaar vastgesteld of wist je dit in september ook al? Antw. N. van Heesen: Het is een voortschrijdend gemiddelde. Het pensioenfonds heeft baat bij een stijgende rente. Stijgt die de laatste maand, dan heb je daar weinig aan als in de vorige maanden de rente lager was. Dan wordt het weggemiddeld. Daar is veel kritiek op bij DNB. Maar dat zijn zaken die helaas wel mee spelen. We zitten op dit moment zelfs op een 106,5 % dekkingsgraad. Dat is nog geen reden om te juichen, door de korting zijn we gestart met 104,1%. Daarna is de dekkingsgraad wat gestegen. Hoe het de komende tijd zal gaan, daar kan ik niets van zeggen. Wat ik wel kan zeggen, is dat de staatssecretaris heeft toegezegd dat 2014 een overgangsjaar is en dat we dan niet hoeven te korten. Eindigen we boven de 104,1% aan het eind van dit jaar, dan zouden we misschien zelfs kunnen indexeren. Ik zeg niet dat dat gaat gebeuren, maar het zou kunnen. Vragen die leven 1. Waarom hoeven andere pensioenfondsen niet te korten? Vorig jaar heeft ons pensioenfonds niet hoeven te korten en anderen wel. Als je afgelopen jaar gekort hebt, start je dit jaar met een dekkingsgraad van 104,1%. Dan is er een grote kans dat je dit jaar niet hoeft te korten. Er zijn nog veel meer andere redenen: andere leeftijdsopbouw, andere keuzes gemaakt qua beleggingen. Het kan zijn dat er meer risico is genomen door een lagere renteafdekking. Er zijn een heleboel argumenten te bedenken. 2. Zijn wij niet te klein? nee, we zijn niet te klein. Er zijn hele grote pensioenfondsen die hebben moeten korten. Groot zijn is geen garantie dat het beter gaat. 3. Waarom gaat de pensioenpremie omlaag? De maximale premie van 35% is naar een vaste premie van 30% gegaan voor 5 jaar. De korting gaat over het opgebouwd pensioen; de premie over de toekomstige opbouw. 4. Waarom nu een nieuwe pensioenregeling? Dit is hoofdzakelijk ingegeven door de overheid, met de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaaren het verlagen van het opbouwpercentage. Er waren ook wensen vanuit de Amerikaanse werkgever. Vandaar de nieuwe regeling. Laten we de solidariteit los? Nee, deze regeling is gebaseerd op solidariteit. Ook in rendementen zijn we solidair; we delen de beleggingen en we delen met elkaar dat we ouder worden.
Pagina 8 van 10
5.
Vragen Deelnemer 19 We gaan nu de pensioenbijdrage omlaag brengen. Je moet naar de hele pot kijken. Als er steeds minder binnen komt, en de leeftijd gaat omhoog, zal je dan zien dat je uiteindelijk voortdurend moet gaan korten. Antw. N. van Heesen: dat staat er helemaal los van. We berekenen wat de kostendekkende premie is voor een jaar pensioen. Dat betaal je, niet voor de rest. De pot, het rendement uit de pot, moet eventueel korten voorkomen, en niet de financiering zijn van toekomstige pensioenen binnen de nieuwe regeling. Het gaat om het rendement. Antw. Deelnemer 19: je gaat korten omdat er minder binnen komt? Antw. N. van Heesen: Het gaat omhet percentage, maar het heeft niets te maken of we 700 miljoen, een miljard of nog meer hebben. We hebben dat stukje minder premie niet nodig om te compenseren voor de korting. Dat staat los van elkaar. Antw. Deelnemer 18: u kunt me daar niet van overtuigen. Het is een grote pot en daar financier je alles uit. En iedereen die erbij komt, beweegt mee. Daar zitten alle actuele opbrengsten in. Het zijn allemaal rekentrucjes. Maar uiteindelijk zal je iedereen moeten betalen uit dezelfde pot. Je kunt dat niet differentiëren. Antw. N. van Heesen: Pensioenen verschillen van de AOW. Wij hebben een kapitaaldekkingssysteem, dat wil zegen, iedereen bouwt kapitaal op en we berekenen de verplichtingen per individu. Dat stukje dat er staat voor elk individu, dat heeft een dekkingsgraad. De heer S. Zeverijn is bestuurder bij een pensioenfonds, waar helemaal geen premie meer binnenkomt. Dat werkt precies hetzelfde. Als ze te weinig rendement maken, heeft dat invloed op de dekkingsgraad. Dat heeft niets te maken met de premie. Antw. Deelnemer 19: het is nu een wolk van mededelingen. Wat is nu het effect van de premieverlaging en de verhoogde pensioenleeftijd naar 67, op de pensioenen van de mensen die nu pensioen hebben? Antw. N. van Heesen: 0. De premie die betaald wordt, is voor de actieven voor hun pensioenopbouw. Dat is niet voor de opgebouwde rechten. Die 700 miljoen, daar is de premie niet op van toepassing. Deelnemer 20 Ik heb op het internet verschillende pensioenfondsen gezien die niet aan de dekkingsgraad voldoen en toch niet korten. Zijn de vereiste dekkingsgraden voor alle pensioenfondsen gelijk? Antw. N. van Heesen: er was sprake van, begin van dit jaar, dat bepaalde pensioenfondsen bestuurlijk ongehoorzaam waren, maar die zijn teruggefloten. Bijvoorbeeld het pensioenfonds van Metaal & Techniek. Ze hebben allemaal gekort. Op uw vraag of de vereiste dekkingsgraden gelden voor alle pensioenfondsen hetzelfde zijn, niet helemaal. De minimale dekkingsgraad varieert nauwelijks. De vereiste dekkingsgraad, tussen de 113 en 118%, kan variëren en dat is afhankelijk van de looptijd van de verplichtingen. Antw. Deelnemer 20: dus alle tekorten op de dekkingsgraad worden gekort? Antw. N. van Heesen: alle tekorten op de dekkingsgraad, na afloop van het herstelplan, worden gekort.
Pagina 9 van 10
Deelnemer 21 Is er ook een status van het lange termijn herstelplan? Antw. N. van Heesen: dat is er ook en dat leveren we ook elk jaar aan, maar ik kan dat niet zomaar reproduceren. We gaan het wel halen. We herstellen binnen 15 jaar. Dat is weer het bekende model met parameters, zonder rekening te houden met de renteontwikkeling. Antw. Deelnemer 21: ik neem aan dat er ook een grafiek is van de algemene status? Antw. N. van Heesen: we moeten binnen 15 jaar op 113% komen, nu nog 10 jaar. Antw. Deelnemer 21: misschien dat we hier volgend jaar op terug kunnen komen, wat de status van het lange termijn herstelplan is? Antw. N. van Heesen: dat kan. Deelnemer 22 Als je minder uitgeeft aan de actieven, dan herstel je. En als je minder premie binnenkrijgt, heeft dat geen effect? Door te korten geef je minder geld uit aan pensioenen. Hoe kun je nu herstellen als je gaat korten? Antw. N. van Heesen: Dat korten doen we bij iedereen, niet alleen bij de actieven. Je bouwt ook minder op. De pensioenregeling is versoberd. De regeling had een opbouw van 2,25% bij een pensioenleeftijd van 65 jaar. Die is gewijzigd naar 2% bij een pensioenleeftijd van 67 jaar. Het pensioenproduct is goedkoper geworden. Als je de pensioenleeftijd twee jaar later in laat gaan, is het pensioen veel goedkoper. Dan hoef je twee jaar minder pensioen uit te keren. 6.
Sluiting Met dank aan alle deelnemers sluit de heer N. van Heesen de vergadering.
Pagina 10 van 10