Stichting Pensioenfonds Trespa Jaarverslag 2014
Stichting Pensioenfonds Trespa Postbus 110 6000 AC Weert Tel : +31((0))495458297 Fax : +31(0)495458883 E-mail :
[email protected] Website: www.pensioenfondstrespa.nl
Stichting Trespa Pensioenfonds
1
Jaarrekening 2014
Inhoudsopgave
Meerjarenoverzicht
3
Bestuursverslag
4
Verslag verantwoordingsorgaan
26
Reactie bestuur op het verslag van het Verantwoordingsorgaan
27
Verslag visitatiecommissie
28
Reactie bestuur op het verslag van de Visitatiecommissie
30
Jaarrekening
31
Balans per 31 december 2014
32
Staat van baten en lasten over 2014
33
Kasstroomoverzicht 2014
34
Toelichting op de balans en staat van baten en lasten
35
Overige gegevens
61
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten
62
Financiële overeenkomst met sponsoren
63
Gebeurtenissen na balansdatum
64
Actuariële verklaring
65
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
67
Stichting Trespa Pensioenfonds
2
Jaarrekening 2014
Meerjarenoverzicht Meerjarenoverzicht van kengetallen en kerncijfers (EUR’000)
31-12-2014 31-12-2013 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2010 FINANCIËLE POSITIE Beleggingen Overige activa en passiva
151.338 6
117.330 (5.618)
111.061 583
92.327 -565
79.655 -1.828
Totaal aanwezig vermogen Technische voorzieningen
151.344 137.444
111.712 105.803
111.644 106.236
91.762 94.486
77.827 75.781
13.900
5.909
5.408
-2.724
2.046
Solvabiliteit Minimaal vereiste dekkingsgraad
104,0%
104,2%
104,2%
104,2%
104,2%
Vereiste dekkingsgraad Dekkingsgraad*
107,9% 110,1%
109,5% 105,6%
111,1% 101,9%
110,7% 95,2%
110,7% 102,7%
Stichtingskapitaal en reserves
2014
2013
2012
2011
2010
BELEGGINGSPERFORMANCE Beleggingsopbrengsten Directe opbrengsten Indirecte opbrengsten Kosten vermogensbeheer**
3.554 30.147 110
175 (2.803) 99
4.034 11.248 70
2.606 7.342 67
2.138 5.524 58
Totaal beleggingsopbrengsten
33.811
(2.529)
15.352
10.015
7.720
Overzicht deelnemers 31/12/2014 31/12/2013 31/12/2012 31/12/2011 Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Ouderdomspensioen Arbeidsongeschikten Nabestaandenpensioen Wezenpensioen
503 474 106 16 -
515 464 90 1 15 -
556 413 86 1 13 1
31/12/2010
587 367 78 1 12 1
*Vanaf 2011 wordt de bestemmingsreserve bij het berekenen van de dekkingsgraad niet meegenomen. ** Op basis van nacalculatie is dit de afrekening. Een deel van de kosten is in mindering gebracht op de beleggingsopbrengsten. De kosten vermogensbeheer stemmen overeen met de jaarrekening.
Stichting Trespa Pensioenfonds
3
Jaarrekening 2014
607 342 70 1 9 1
Bestuursverslag 1
Profiel
Stichting Pensioenfonds Trespa Stichting Pensioenfonds Trespa (SPT) is het pensioenfonds voor Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V. Aan SPT is op basis van een zogenaamde uitvoeringsovereenkomst de uitvoering opgedragen van de pensioenregelingen voor de werknemers, gewezen werknemers en hun nabestaanden van Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V. Statutaire doelstelling SPT heeft ten doel, overeenkomstig door de betrokken ondernemingen vastgelegde pensioenregelingen, te voorzien in de verzekering van pensioen en daarmee vergelijkbare periodieke uitkeringen van de werknemers, gewezen werknemers en hun nabestaanden verbonden aan Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V., die de uitvoering van de pensioenregeling aan SPT hebben opgedragen. Dit houdt in: het administreren van pensioenrechten en –aanspraken, het uitbetalen van pensioenen en het op solide wijze beleggen en beheren van de betaalde pensioenpremies en het overige vermogen van SPT.
2
Structuur
Op de website van SPT (www.pensioenfondstrespa.nl) is meer informatie te vinden over de structuur van het fonds. Hier kunt u bijvoorbeeld de volledige statuten van SPT, ABTN etc. downloaden. Per 1 juli 2014 is een nieuwe bestuursorganisatie ingericht bij SPT. Deze aanpassing vloeit voort uit de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en heeft invloed op de structuur van het pensioenfonds. Meer informatie over deze aanpassing vindt u in de paragraaf Governance en compliance. Bestuur SPT wordt bestuurd door een paritair samengesteld bestuur (het Bestuur). Het Bestuur is verantwoordelijk voor het beleid van het pensioenfonds en voor de uitvoering ervan. Samenstelling en Besluitvorming Het Bestuur bestaat uit vier leden: twee leden van werkgeverszijde (Leden A) één lid van werknemerszijde (Lid B) en één lid namens pensioengerechtigden (Lid B). Het Bestuur vergadert tenminste viermaal per jaar. In deze vergaderingen hebben werkgeversleden en niet-werkgeversleden evenveel stemmen. Geldige besluiten kunnen alleen worden genomen met een meerderheid van stemmen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
4
Jaarrekening 2014
Afleggen van verantwoording Het Bestuur legt verantwoording af aan een verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd alsmede over de naleving van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur zoals vastgesteld door de Stichting van de Arbeid op 16 december 2005. Het Verantwoordingsorgaan geeft jaarlijks achteraf hierover een oordeel. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit 3 leden: een vertegenwoordiger van de werkgever op voordracht van Trespa International BV, een vertegenwoordiger van de werknemers op voordracht van de Ondernemingsraad van Trespa International BV en een vertegenwoordiger gekozen door de pensioengerechtigden. In de statuten van SPT, alsook in het reglement van het Verantwoordingsorgaan, zijn de taken en bevoegdheden van het Verantwoordingsorgaan beschreven. Intern toezicht Waar het Verantwoordingsorgaan een oordeel geeft over de beleidskeuzes en uitvoering, is het intern toezicht gericht op het beoordelen van procedures en processen, de wijze van aansturing van SPT en het beheersen van risico’s op de korte en langere termijn. SPT heeft gekozen voor een visitatiecommissie als vorm voor intern toezicht. Op grond van de wet is bepaald dat minimaal eens per jaar intern toezicht moet plaatsvinden. De visitatiecommissie bestaat uit minimaal drie onafhankelijke deskundigen. Over de samenstelling van de Visitatiecommissie wordt steeds besloten voorafgaande aan het verlenen van de visitatieopdracht. De Visitatiecommissie heeft in 2015 haar jaarlijkse rapport uitgebracht over het functioneren van het Bestuur. Een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie vindt u in het hoofdstuk Verslag Visitatiecommissie. Deelnemersraad Met ingang van 1 juli 2014 is de deelnemersraad opgeheven. Pensiondesk Het Bestuur laat zich in de uitoefening van haar taken bijstaan door een pensiondesk (de Pensiondesk). Over de invulling hiervan heeft het Bestuur een overeenkomst met de werkgever. De Pensiondesk ondersteunt het bestuur bij de -
beleidsvoorbereiding en operationele uitvoering van het beleid.
Adviseurs Het Bestuur laat zich bij de uitvoering van haar taken bijstaan door meerdere adviseurs. SPT heeft Towers Watson B.V., AON Hewitt en Sprenkels & Verschuren aangesteld als externe adviseurs.
Stichting Trespa Pensioenfonds
5
Jaarrekening 2014
Uitbesteding De uitvoerende werkzaamheden voor het pensioen- en vermogensbeheer zijn uitbesteed. Delta Lloyd geeft uitvoering aan het pensioenbeheer en draagt tevens zorg voor de uitvoering van het vermogensbeheer. In het contract met de pensioenbeheerder Delta Lloyd is een z.g.n. “Service Level Agreement” (SLA) opgenomen. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de te leveren prestaties bij een aantal processen die Delta Lloyd uitvoert voor SPT. SPT wordt periodiek geïnformeerd over de realisatie van de SLA afspraken. Daarnaast vindt er regelmatig overleg plaats over de uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer door Delta Lloyd. De door de vermogensbeheerder Delta Lloyd Asset Management gerealiseerde beleggingsrendementen op obligaties worden vergeleken met een benchmark (IBOXX). De door de vermogensbeheerder Delta Lloyd Asset Management gehanteerde beleggingen voor aandelen volgen passief een wereldwijde benchmark (MSCI World). Delta Lloyd heeft als doelstelling een beter rendement te halen dan deze benchmark, waarbij het zich aan de door SPT opgestelde beleggingsrichtlijnen dient te houden, deze richtlijnen kunnen ook een bewuste keuze voor beperking zijn waardoor een afwijking van de benchmark ontstaat. SPT wordt periodiek door de vermogensbeheerder geïnformeerd over de gerealiseerde beleggingsresultaten. Daarnaast vindt er frequent overleg plaats over de uitvoering van het vermogensbeheer en over allerlei lopende zaken. Koepelorganisatie SPT is aangesloten bij de Pensioenfederatie. De Pensioenfederatie is een koepelorganisatie die opkomt voor de belangen van de pensioenfondsen. De pensioenfederatie ziet het als haar taak om de belangen van de Nederlandse pensioenfondsen optimaal te behartigen en de ontwikkeling van het pensioenstelsel te bevorderen. Accountant/Actuaris SPT heeft PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. als externe accountant aangesteld en AON Hewitt als externe actuaris. Gedragscode De gedragscode geldt voor de leden van het Bestuur, de leden van het Verantwoordingsorgaan, de compliance officer en voor de medewerker van de Pensiondesk. De gedragscode heeft tot doel te verzekeren dat alle activiteiten van het Fonds op een integere wijze worden uitgevoerd en dat (de schijn van) verstrengeling van zakelijke en privé belangen wordt vermeden. De gedragscode voldoet aan de door de Pensioenwet en de Wet op het financieel toezicht gestelde eisen. De compliance officer van SPT houdt toezicht op de uitvoering en de effectiviteit van de gedragscode.
Stichting Trespa Pensioenfonds
6
Jaarrekening 2014
De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) De taak van DNB omvat ondermeer het toezicht op de statuten, de reglementen en de uitvoeringsovereenkomst van SPT met de werkgever, toezicht op de financiële en actuariële opzet van SPT en de betrouwbaarheids- en deskundigheidstoets van de bestuursleden van SPT. Voorts worden de actuariële en beleidstechnische nota (ABTN) en de uitvoering daarvan, de jaarstukken en overige relevante bescheiden van het Fonds door DNB beoordeeld. Autoriteit Financiële Markten (AFM) De AFM houdt toezicht op het gedrag van het Pensioenfonds ten aanzien van de wettelijk verplichte informatieverstrekking. Doel van die informatie is het verhogen van het bewustzijn over de individuele pensioenvoorziening, zodat (gewezen) deelnemers,(gewezen) partners en pensioengerechtigden een goed inzicht krijgen in hun pensioen. Vergaderingen Het bestuur vergaderde in 2014 15 keer, waarvan 3 keer met het Verantwoordingsorgaan en 2 keer met de Deelnemersraad.
3
Personalia
Bestuur Leden A benoemd op voordracht van Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V. (namens de werkgever): M.P. Niemantsverdriet, voorzitter E. Goris Leden B benoemd op voordracht van de Ondernemingsraad van Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V. (namens de werknemers): I.E.C. van Herten-Cuijpers, secretaris Vacature (namens gepensioneerden) Vanaf 1 januari 2015 is aan het bestuur een aspirant bestuurslid B namens gepensioneerden toegevoegd, de heer A. Tempelman. Verantwoordingsorgaan Benoemd op voordracht van Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V. (namens de werkgever): J.P.F. Snoeijen Benoemd op voordracht van de Ondernemingsraad van Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V. (namens de werknemers): M.H.A. van den Elzen tot 1-7-2014 R.J. Leenders, voorzitter m.i.v. 1-7-2014 tot 1-1-2015 Vacature Stichting Trespa Pensioenfonds
7
Jaarrekening 2014
Benoemd namens de gepensioneerden: L.J.J.G. Kirkels tot 1-7-2014 J. Seijkens, secretaris m.i.v 1-7-2014 Deelnemersraad (opgeheven met ingang van 1-7-2014) Gekozen uit de werknemers van Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V.: R.J. Leenders, voorzitter tot 1-7-2014 J. Stals tot 1-7-2014 Gekozen uit de pensioengerechtigden van Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V.: J. Seijkens, secretaris tot 1-7-2014 Pensiondesk M. van Driel – de Wijse Compliance Officer J.J. van Soest Algemeen Accountant
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. AON Hewitt Towers Watson, AON Hewitt, Sprenkels & Verschuren Delta Lloyd Levensverzekering N.V. Delta Lloyd Asset Management N.V. VC Holland
Certificerend Actuaris Adviseurs Administrateur Vermogensbeheerder Visitatiecommissie
4
Verslag van het Bestuur
Voorwoord Er lijkt zich een trend te hebben ingezet die het Bestuur zorgen baart, namelijk een steeds verdere uitholling van de arbeidsvoorwaarde pensioen door de politiek. Daarmee wordt tegelijkertijd het belang van een goede individuele financiële planning voor deelnemers groter. De discussie over een nieuw financieel toetsingskader voor pensioenfondsen hield gedurende het grootste deel van het jaar aan. Het Bestuur onderkent dat het van belang is dat de communicatie wordt herijkt en wordt toegesneden op de behoeften van deelnemers in een veranderende wereld. Ook werd het bestuursmodel in overeenstemming gebracht met nieuwe regels over pension fund governance. Één bestuurslid zal namens pensioengerechtigden deel uitmaken van het Bestuur. In de toekomst zal governance een permanente plaats op de bestuursagenda innemen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
8
Jaarrekening 2014
Het rendement in 2014 stemt tot tevredenheid. maar tegelijk moet vastgesteld worden dat, ondanks de gestegen omvang van het belegd vermogen, de dekkingsgraad door de gestegen verplichtingen slechts beperkt toegenomen is. In 2015 blijft het voor het Bestuur een uitdaging om effectief om te gaan met de onzekerheden van de financiële markten, met historisch lage rentestanden en niet eerder vertoonde steunmaatregelen van de ECB. Het Bestuur zal de lopende ALM-studie afronden en een gebalanceerde financiële opzet formuleren in lijn met de nieuwe wettelijke eisen. Verslag van het bestuur Ontwikkelingen; wet- en regelgeving, waardering van de pensioenverplichting; financiële markten en financiële positie a)
Wet- en regelgeving
In 2014 is de nieuwe wet- en regelgeving voor pensioenfondsen geïntroduceerd. Op 1 januari 2014 trad de Code Pensioenfondsen in werking, hierin is een veelheid aan normen voor goed pensioenfondsbestuur opgenomen. Het Bestuur heeft de normen voor goed pensioenfondsbestuur beoordeeld op hun toepasselijkheid voor het Fonds en zal de effectiviteit van de ingezette communicatiemiddelen in 2015 opnieuw evalueren. Ten aanzien van het diversiteitsbeleid van de leeftijdsdiversiteit voldoet SPT niet aan de normering. Het beloningsbeleid zal in 2015 gestalte krijgen. Daarnaast leidde medio 2014 de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen tot een aanpassing van de bestuursstructuur. Beperkingen in het fiscale kader voor pensioenregelingen – eerst per 1 januari 2014 en daarna nogmaals én ingrijpender per 1 januari 2015 – dwongen veel werkgevers en pensioenfondsen tot aanpassingen in de pensioenregelingen. Na een jarenlange discussie is eind 2014 op hoofdlijnen duidelijkheid gekomen over de invulling van het nieuwe Financiële Toetsingskader (nFTK). Fondsen zullen in 2015 aan de implementatie van het nFTK wel nog een hele kluif hebben, omdat gaandeweg pas duidelijk zal worden hoe de nieuwe regels moeten worden geïnterpreteerd en toegepast. In maart 2014 lanceerde de Europese Commissie een voorstel voor aanpassing van de Europese pensioenfondsenrichtlijn (IORP). Dit voorstel zou consequenties hebben gehad voor de communicatie- en risk management vereisten van Nederlandse pensioenfondsen. Door een gezamenlijke inspanning van de Nederlandse overheid en de pensioensector en door samenwerking met andere lidstaten, is het voorstel eind 2014 zodanig aangepast, dat de Nederlandse pensioenfondsen daarmee goed uit de voeten kunnen. Naar verwachting zal het Europees Parlement zich in 2015 over dit aangepaste voorstel buigen. b)
Waardering van de pensioenverplichting
Voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2014 heeft het bestuur er voor geopteerd de AG Prognosetafel 2014 toe te passen. c)
Financiële markten in 2014: (opnieuw) een hoofdrol voor centrale banken
Voorafgaand aan 2014 gaven analisten hun jaarlijkse voorspellingen en die waren voor 2014 vrij eensgezind: aandelen overwegen en vastrentende waarden onderwegen. Zij zouden slechts gedeeltelijk gelijk krijgen: 2014 zou, zij het met de nodige schommelingen, een goed jaar worden, niet alleen voor aandelen maar vooral ook voor
Stichting Trespa Pensioenfonds
9
Jaarrekening 2014
kwalitatief goede staatsobligaties met langere looptijden en ‘investmentgrade’ bedrijfsobligaties. De daling van de rente, die zich ook in (het begin van) 2015 zou doorzetten, deed de prijzen van obligaties flink stijgen. Hieronder worden de ontwikkelingen in 2014 besproken aan de hand van een aantal thema’s die hun invloed op de financiële markten hebben doen gelden. Divergentie Hoewel er sprake was van een zich voortzettend economisch herstel, was de divergentie tussen landen en regio’s groot. Vooral in de 2e helft van het jaar bleek dat vooral in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk het herstel zich stevig doorzette. Andere ontwikkelde landen, vooral in de eurozone en Japan, lieten slechts kwakkelende groei zien. De gemene deler hier, naast lage economische groei: relatief hoge schulden niveaus en lage inflatie, soms zelfs deflatie. Voor de euro zone kwam hier nog het volgende bij: een politieke crisis in Griekenland met de dreiging van een ‘Grexit’, aanhoudend hoge begrotingstekorten in Zuid-Europa door te hoge staatsuitgaven, onverminderd hoge werkloosheden een gebrek aan structurele hervormingen. Tegen deze achtergrond divergeerde ook het beleid van centrale banken. De Fed (het stelsel van centrale banken in de Verenigde Staten) bouwde het opkoopprogramma (‘quantitative easing’) verder af om dit programma in oktober geheel te beëindigen, en hintte op een eerste renteverhoging – verkrapping van het monetaire beleid – rond het midden van 2015. De Bank of Japan echter zette vol in op ‘QQE, Quantitative and Qualitative Monetary Easing’, en vergrootte het bedrag waarmee jaarlijks onder meer Japanse staatsobligaties uit de markt worden gehaald tot JPY 80.000 miljard (EUR 620 miljard), met als doel de inflatiedoelstelling van 2% per jaar te realiseren. In september kondigde ook de ECB aan over te willen gaan tot het opkopen van, onder meer, gedekte obligaties en verpakte leningen en de eigen balans daarmee met ongeveer EUR 1.000 miljard te willen vergroten. Daarnaast verlaagde de ECB het belangrijkste rentetarief van 0,25% naar 0,05%, en ging het banken die gelden bij de ECB op deposito zetten daarvoor 0,20% in rekening brengen (negatieve depositorente). De President van de ECB gaf echter ook nadrukkelijk aan dat monetair beleid zijn grenzen heeft en dat de lidstaten nu ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen door structurele hervormingen door te voeren. Begin 2015 kondigde de ECB aan om EUR 60 miljard per maand aan te wenden om, naast gedekte obligaties/verpakte leningen, ook euro zone staatsobligaties op te kopen, een programma dat ten minste tot september 2016 zal lopen. Hiermee heeft de ECB haar eigen QE programma geïntroduceerd. Desinflatie/deflatie en depreciatie Centrale banken namen deze onconventionele maatregelen omdat de inflatie ver is verwijderd van de inflatiedoelstelling, als gevolg waarvan de prijsstabiliteit (‘het mandaat’)onder druk komt. Zo bedroeg de inflatie in de euro zone -0,2% (december 2014; inflatiedoelstelling dichtbij, maar onder, 2%), en in Japan 0,7% (november 2014; inflatiedoelstelling 2%), als gevolg waarvan de zorgen over deflatie, een algehele prijsdaling waarbij investeringen en bestedingen worden uitgesteld met als mogelijk gevolg een langdurige economische terugval, toenamen. Dalende commodity prijzen versterkten deze zorg. Door een uitzonderlijk lage rente en een vloed aan liquiditeit te creëren hopen centrale banken het tij te keren. Een direct gevolg is de depreciatie van de eigen valuta ten opzichte van andere valuta’s, zoals bijvoorbeeld de USD.
Stichting Trespa Pensioenfonds
10
Jaarrekening 2014
Hiermee wordt export goedkoper en dus concurrerender (goed voor de economische groei) en import duurder (er wordt als het ware inflatie ‘geïmporteerd’). Een ander gevolg van de beschikbare liquiditeit is goed merkbaar in de kapitaalmarkten: stijgende prijzen van onder meer aandelen en obligaties, waarbij beleggers, op zoek naar rendement, ook beleggingen met hogere risico’s opzoeken. Oplaaiende geopolitieke spanningen Naast het Midden Oosten, bijvoorbeeld ISIS en Syrië, sprong toch vooral Rusland eruit door de annexatie van de Krim en betrokkenheid bij de opstand in Oost Oekraïne. Een dieptepunt was het neerhalen van vlucht MH17, onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur, waarbij 298 slachtoffers. Eén en ander leidde ertoe dat sancties tegen Rusland werden ingesteld, mede resulterend in een sterke verlaging van de waarde van de roebel en een val in de Russische aandelenmarkt (uiteindelijk 40% minder waard in USD gemeten). De scherpe daling van de olieprijs versterkte de Russische malaise. Grondstoffen De inflatie in 2014 was laag omdat de prijzen van grondstoffen onder druk kwamen en daalden. Vooral de spectaculaire val van de olieprijs (bijna 50%) baarde opzien. Een combinatie van teruglopende vraag in China, Europa en Japan en toenemende productie (schalieolie in de Verenigde Staten) was hiervan de oorzaak. Voor deze ‘supply glut’ lijkt geen snelle oplossing te zijn, vooral ook omdat de OPEC landen weigeren hun productie te verlagen. Verliezers zijn onder andere olie exporterende landen als Rusland en Venezuela. Lage rente Gestuwd door het ruime monetaire beleid van de centrale banken daalde de rente en de gevolgen hiervan deden zich gelden over (vrijwel) het gehele beleggingsspectrum. Beleggers gingen opzoek naar rendement en risicopremies (vergoeding voor risico) daalden. De door de centrale banken gehanteerde Quantitative Easing is onbewezen monetaire technologie. Wat de uiteindelijke gevolgen zijn, zullen we pas (veel) later weten. d)
Ontwikkeling van de financiële positie
De financiële positie van het fonds wordt beïnvloed door: de ontwikkeling van de rekenrente voor de waardering van de verplichtingen, de ontwikkeling van de marktprijzen van de beleggingen (het behaalde rendement), en overige factoren zoals gegeven indexatie en aanpassingen van de overlevingstafels. Dit wordt hieronder toegelicht. Ontwikkeling van de dekkingsgraad De dekkingsgraad op basis van de door DNB voorgeschreven rentetermijnstructuur (UFR, 3-maandsmiddeling) is in het afgelopen boekjaar gestegen van 105,6% naar 110,1%. De gemiddelde rente voor de waardering van de pensioenverplichtingen bedroeg per ultimo 2013 2,74% en daalde in het afgelopen boekjaar naar 1,84%. Onderstaande grafiek toont het verloop van de dekkingsgraad per jaar ultimo.
Stichting Trespa Pensioenfonds
11
Jaarrekening 2014
Op basis van de strategische beleggingsmix per 31 december 2014 bedraagt het vereist eigen vermogen 7,9% van de voorziening pensioenverplichtingen (2013: 9,5%), waardoor de vereiste dekkingsgraad 107,9% bedraagt. De dekkingsgraad bedraagt per 31 december 2014 110,1% en bevindt zich hiermee boven de vereiste dekkingsgraad van 107,9%. Dit betekent dat er geen sprake is van een reservetekort. Het lopende langetermijn herstelplan is echter nog van toepassing omdat per jaareinde de dekkingsgraad nog geen 3 achtereenvolgende kwartalen hoger is dan de vereiste dekkingsgraad. Door ingang van het nFTK vervalt het huidige herstelplan in 2015. Echter op basis van het nFTK is in 2015 opnieuw sprake van een reservertekort en SPT zal uiterlijk 1 juli 2015 een herstelplan indienen bij DNB. Ontwikkeling van het eigen vermogen van het fonds In 2014 nam het eigen vermogen van SPT toe met € 8,0 miljoen van € 5,9 miljoen naar € 13,9 miljoen. De ontwikkeling van het eigen vermogen wordt door twee belangrijke factoren beïnvloed: de rente en de rendementen. Daarnaast zijn er kleinere factoren die in de meeste jaren ieder afzonderlijk niet in belangrijke mate bijdragen, maar op langere termijn wel degelijk meetellen. Deze factoren worden hieronder toegelicht. Rente ontwikkeling (- € 4,5 miljoen) Als de rente daalt, stijgt de waarde van de pensioenvoorziening (en andersom). Een daling van de rente beïnvloedt echter ook de waarde van het belegd vermogen omdat een deel van het belegd vermogen gevoelig is voor rentewijzigingen: het belegd vermogen neemt dan eveneens toe. In 2014 is de voorziening pensioenverplichtingen met € 26,2 miljoen gestegen als gevolg van de daling van de rentetermijnstructuur. Omdat bij SPT het belegd vermogen veel minder gevoelig is voor rentewijzigingen, is de stijging van de pensioenvoorziening veel groter dan de stijging van het belegd vermogen. De stijging van het belegd vermogen bedroeg € 21,7 miljoen. Per saldo heeft de daling van de rente in 2014 negatief bijgedragen, het eigen vermogen daalde hierdoor met € 4,5 miljoen. Stichting Trespa Pensioenfonds
12
Jaarrekening 2014
Vereist rendement, samenstelling vermogen en beleggingsresultaat (+ € 6,1 miljoen) De benodigde rentetoevoeging (0,379%) aan de voorziening pensioenverplichtingen bedroeg € 0,4 miljoen. Het gerealiseerde beleggingsresultaat, exclusief afdekking van het renterisico, bedroeg 11,5% (inclusief afdekking van het renterisico 29,4%). Per saldo steeg het eigen vermogen hierdoor met € 33,8 miljoen. Het rendement van 11,5% lag 1,1% lager dan de door het fonds gehanteerde operationele benchmark. Het was een relatief goed jaar voor beursgenoteerde aandelen. De aandelenportefeuille liet een rendement van 9,5% zien, dit bleef echter wel 6,3% achter op de benchmark) Premies en pensioenopbouw (+ € 8,7 miljoen) SPT ontving in totaal een premie van 21% van de salarissom, dit in lijn met het actuele financieringsbeleid en het herstelplan dat ten tijde van het premiebesluit voor 2014 van kracht was. Een groot deel van die premie is bestemd om de pensioenaangroei in 2014 te dekken. De hiervoor bestemde premie (excl. VPL koopsommen van € 3,1 miljoen) van € 5,6 miljoen was groter dan de premie die benodigd was om de pensioenaangroei in 2014 van € 4,7 miljoen te dekken. Overige factoren ( - € 2,3 miljoen) Andere factoren die van invloed zijn op de financiële positie van SPT zijn i) het verschil tussen ontvangen waardeoverdrachten en de aangroei van de voorziening pensioenverplichtingen door waardeoverdrachten ii) het verschil tussen de beschikbare middelen voor kosten en de daadwerkelijke kosten Uitvoering van het beleid Doelstelling in het verslagjaar Doelstelling is het nakomen van pensioenaanspraken en pensioenrechten, waarbij het streven is ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken waardevast te houden (te indexeren). De voor dat streven geldende maatstaf is 70% van het ‘afgeleide prijsindexcijfer alle huishoudens’. In de opzet van de pensioenregeling wordt gestreefd naar eenvoud en transparantie en naar onafhankelijkheid van de ontwikkelingen in de sociale zekerheid. SPT streeft ernaar deze doelstelling te bereiken met aanvaardbare en stabiele premies. Het strategisch beleggingsbeleid van SPT is erop gericht om binnen de door het Bestuur aanvaarde risico’s maximale beleggingsresultaten te genereren, zodat SPT op lange termijn een gezonde financiële positie heeft. Hierbij wordt een afweging gemaakt tussen de doelstellingen en het risico dat wordt gelopen. Dit wordt met een Asset Liability Management (ALM) studie getoetst. Deze ALM-studie wordt minimaal één maal per drie jaar uitgevoerd, voor het laatst in 2011. Eind 2014 is een start gemaakt met het doen van een nieuwe ALM-studie voor de periode 2015-2017. Vanwege wetgeving die op zich liet wachten, kon de ALM studie niet in het verslagjaar worden afgerond. De afronding heeft plaatsgevonden in het eerste kwartaal van 2015.
Stichting Trespa Pensioenfonds
13
Jaarrekening 2014
Financiering van de pensioenregeling Kostendekkende en gedempte premie De kostendekkende premie voor het jaar 2014 is berekend op basis van de per 1 januari 2014 geldende rentetermijnstructuur en bedraagt € 4,4 miljoen, zoals deze door De Nederlandsche Bank (DNB) is gepubliceerd. De berekening van de gedempte premie wordt gebaseerd op het 3-jaarsgemiddelde van de marktrente en bedraagt in 2014 € 4,7 miljoen. Het 3-jaarsgemiddelde dat is gehanteerd voor de berekening van de gedempte premie voor 2014 is de marktrente van ultimo 2011, 2012 en 2013. Werkgevers- en deelnemerspremie In 2014 bedroeg de werkgevers- en werknemerspremie 21 % van de salarissom. Tezamen bedroeg de totale feitelijke premie € 5,6 miljoen (excl. VPL koopsommen). Indexatie Het Bestuur heeft besloten de pensioenrechten per 1 januari 2014 niet te verhogen. Premie 2015 De premie van 21% van de premiepensioengrondslag is in 2014 vastgesteld op basis van de op dat moment van toepassing zijnde pensioenregeling en wetgeving. Per 1 januari 2014 en per 1 januari 2015 is de pensioenregeling aangepast. Het Bestuur heeft in december 2014 besloten voor de vaststelling van de totale premie voor 2015 niet af te wijken van de specifieke richtlijnen voor de premievaststelling pensioenpremie grondslag. De voornaamste wijzigingen in de pensioenregeling zijn de verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 (met ingang van 1 januari 2014) , de verlaging van de jaarlijkse pensioenopbouw (per 1 januari 2014 2,15% en per 1 januari 2015 1,875%) en aftopping van de pensioenpremiegrondslag op EUR 100.000 met ingang van 1 januari 2015. Beleggingen Gedurende 2014 is er veel aandacht geweest voor het beleggingsbeleid. Het bestuur is gestart met een nulmeting waarbij door een externe beleggingsadviseur een onderzoek is gedaan naar de beleggingsbeleid en -portefeuille van het fonds. Hieruit zijn een aantal aanbevelingen gekomen ten aanzien van o.a. de wijze van beleggen (passief/actief), de informatievoorziening door de vermogensbeheerder, risicomanagement en procesbeschrijvingen die het fonds gedurende 2014 heeft opgevolgd. Voorts zijn zowel de pensioenambitie van het bestuur als de risicobereidheid getoetst en door het bestuur besproken. Dit heeft geleid tot het vaststellen van een Verklaring Beleggingsbeginselen. Op basis van deze Verklaring Beleggingsbeginselen heeft een evaluatie plaatsgevonden van de aandelenportefeuille van het fonds. Dit heeft er toe geleid dat er afscheid is genomen van de bestaande actieve beleggingsfondsen en momenteel voor zakelijke waarden uitsluitend wordt geïnvesteerd in passieve beleggingsfondsen. Gedurende 2015 zal eveneens een evaluatie plaatsvinden van de vastrentende portefeuille van het fonds waarbij met name zal worden gekeken naar de totale discretionaire ruimte binnen het mandaat voor de vastrentende waarden en de
Stichting Trespa Pensioenfonds
14
Jaarrekening 2014
daarbinnen door de vermogensbeheerder gevoerde beleid. Op basis van dit onderzoek zal worden onderzocht of dit beleid past bij de beleggingsbeginselen en risicohouding van het fonds. Ook is gewerkt aan betere informatievoorziening door de vermogensbeheerder over met name de risico’s in de beleggingsportefeuille van het fonds. Gedurende 2014 is met de vermogensbeheerder gesproken over de verbetering van de kwartaalrapportage. Daarbij is gefocust op de verbetering van de informatie omtrent de beleggingsfondsen voor de vastrentende waarden en de renteafdekking. Voor beide portefeuilleonderdelen is de informatie uitgebreid met meer informatie over de daadwerkelijke investeringen respectievelijk over derivaten en de wijzigingen daarin. Ten aanzien van de vastrentende waarden is de rapportage uitgebreid voor risico- en geografische spreiding alsmede belangrijke posities en instrumenten. De frequentie van de rapportage ten aanzien van de renteafdekking is verhoogd. In 2014 zijn voorts de werkzaamheden van de Beleggingscommissie nader vastgelegd. De ABTN is geactualiseerd voor diverse aspecten van het beleggingsbeleid waaronder rol en verantwoordelijkheden van de Beleggingscommissie, de mandaatafspraken met de vermogensbeheerder, de werking van renteafdekking, en uitvoeringsaspecten van het vermogensbeheer. Vanwege de langdurige afwezigheid van een bestuurslid dat tevens fungeerde als lid van de beleggingscommissie hebben er in 2014 geen formele vergaderingen van de beleggingscommissie plaatsgevonden en zijn alle voorgenomen besluiten en afwegingen daarbij voorgelegd aan het bestuur van het fonds. Als onderdeel van de nieuwe Verklaring Beleggingsbeginselen is ook gekeken naar maatschappelijk verantwoord beleggen. Op basis daarvan is het pensioenfonds met Delta Lloyd in gesprek geweest over de wijze waarop deze organisatie invulling geeft aan duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Tezamen met de externe beleggingsadviseur is geconcludeerd dat het maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid van Delta Lloyd voldoet aan de in de markt gangbare standaarden hiervoor, en daarmee in lijn is met de wensen van het pensioenfonds. Daarbij is ook stilgestaan bij de beloningsstructuur van sleutelfunctionarissen van de vermogensbeheerder. In december 2014 en januari 2015 heeft het bestuur gewerkt aan de ALM-studie en zal in 2015 mede op basis daarvan een invulling geven aan de afweging tussen pensioenambitie, risicohouding en financiële opzet van het fonds. Het beleggingsbeleid zal dienovereenkomstig gedurende 2015 worden aangepast. Tot slot is in 2014 bijzondere aandacht gegeven aan het opvolgen van de adviezen van de certificerend actuaris bij de jaarrekening 2013 en de uitstaande punten van de visitatiecommissie ten aanzien van de beleggingen. Communicatiebeleid In 2014 zijn alle reguliere communicatie-activiteiten uitgevoerd. Daarnaast hebben verschillende grote veranderingen plaatsgevonden, die naar de betrokkenen zijn gecommuniceerd in nauwe samenwerking Trespa International BV. Er werden in 2014 twee nieuwsbrieven verstuurd. Eén daarvan was speciaal gericht op pensioengerechtigden en de deelname van een bestuurslid namens
Stichting Trespa Pensioenfonds
15
Jaarrekening 2014
pensioengerechtigden in het bestuur. De andere nieuwsbrief was meer van algemene aard en behandelde onderwerpen zoals onder andere de nieuwe pensioenwetgeving, UPO, gewijzigde indexatie-ambitie, etc. Begin 2014 zijn alle deelnemers die recht hadden op de VPL-overgangsregeling geïnformeerd over de consequenties van de beëindiging hiervan. Dit is eerst gebeurd in diverse informatiebijeenkomsten, later zijn alle betrokkenen individueel schriftelijk op de hoogte gebracht van de rechten die als gevolg hiervan onvoorwaardelijk werden toegevoegd aan hun pensioenpolis. De inkoop van de rechten heeft kostendekkend plaatsgevonden. Alle betrokkenen hebben na toekenning van de rechten nog een aangepaste UPO ontvangen. Deelnemers met een inkomen boven het door de overheid gestelde maximum van € 0,1 miljoen (2015) voor bruto pensioenopbouw, ontvingen eind 2014 hierover van de werkgever persoonlijk bericht. De SPT website werd aan de nieuwe organisatiestructuur aangepast. Tevens is er in 2014 een nieuwe pensioenberekenings-tool gemaakt, die het eenvoudig maakt diverse pensioen-scenario’s voor deelnemers door te rekenen, waarbij ook flexibiliseringsmaatregelen (zoals hoog-laag constructies) meegenomen kunnen worden. Deze tool maakt het mogelijk met meer deelnemers persoonlijk in gesprek te gaan over pensioen-scenario’s en daarbij behorende uitkomsten. Uitbesteding Uitbestedingsbeleid Het uitbestedingsbeleid heeft tot doel de beheersing van risico’s die samenhangen met uitbesteding van (delen van) bedrijfsprocessen. Het uitbestedingsbeleid beschrijft de uitgangspunten voor uitbesteding, het uitbestedingsproces, de eisen die aan de uitvoerder gesteld worden, hoe de continuïteit van de uitbestede processen gewaarborgd wordt en hoe getoetst wordt of de wijze waarop de uitbestede processen worden uitgevoerd nog in overeenstemming is met de gemaakte afspraken. Het Bestuur is en blijft te allen tijde verantwoordelijk voor een beheerste en integere bedrijfsvoering, ook voor het gedeelte van de werkzaamheden dat is uitbesteed. Het beleid zal in de loop van 2015 nader geformuleerd worden. Uitbesteding vermogensbeheer en pensioenbeheer De Pensiondesk ondersteunt het Bestuur en voert de financiële- en de Pensioenadministratie uit. Tevens ondersteunt de Pensiondesk het Bestuur bij het toezicht op het vermogensbeheer en op het terrein van risicobeheersing. Hierbij steunt het bestuur op de ISAE 3402 rapporten die zij jaarlijks ontvangt van Delta Lloyd (DL) Delta Lloyd is op basis van een Investment Management Agreement door het Bestuur aangesteld voor het beheren van het vermogen en het adviseren van het Bestuur over het beleggingsbeleid. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van DL zijn schriftelijk vastgelegd.
Stichting Trespa Pensioenfonds
16
Jaarrekening 2014
Uitvoeringskosten De uitvoeringskosten van pensioenfondsen hebben in 2014 bij politiek, toezichthouders, de media en het algemeen publiek onverminderd in de belangstelling gestaan. Onder uitvoeringskosten wordt in dit kader verstaan de kosten van pensioenbeheer, vermogensbeheer en de transactiekosten. In 2014 is de Code Pensioenfondsen in werking getreden met daarin opgenomen een passage over uitvoeringskosten. De Code stelt in norm 20 dat het Bestuur in het Jaarverslag rapporteert over de kosten van de uitvoering van de regeling en verwijst in dit kader naar de Aanbevelingen uitvoeringskosten van de Pensioenfederatie. Het Bestuur streeft er naar om, in lijn met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie en voor zover de beschikbaarheid van deze gegevens dat mogelijk maakt, in toenemende mate inzicht te geven in de uitvoeringskosten inclusief de indirecte vermogensbeheerkosten en transactiekosten. Onder kosten van pensioenbeheer wordt verstaan de pensioenadministratiekosten, de communicatiekosten, de werkgeverskosten, de kosten van bestuur en financieel beheer en de projectkosten. De pensioenbeheerkosten zijn feitelijk de doorbelaste kosten van de Pensiondesk gecorrigeerd voor kosten gemaakt ten behoeve van activiteiten op het gebied van vermogensbeheer en de pensioenbeheerkosten die direct door SPT gemaakt zijn. Over 2014 bedragen deze pensioenbeheerkosten € 1.022,- per premiebetalende deelnemer en gepensioneerde. Ten opzichte van 2013 zijn deze kosten gestegen met € 160,-.
Kosten
2014
Pensioenuitvoeringskosten Vermogensbeheerkosten In euro per deelnemer (excl. gewezen deelnemers) Vermogensbeheerkosten Als % van het gemiddeld belegd vermogen
2013
€ 372.000 € 316.000 € 267.000 € 219.000 € 1.022,40 € 861,51 0,22%
0,20%
Onder kosten van vermogensbeheer wordt verstaan de beheerkosten van de beleggingen, prestatieafhankelijke vergoedingen en de kosten van bewaarloon. Deze kosten bedragen voor 2014 € 0,3 miljoen (2013: € 0,2 miljoen).
Aandelen Mature markets Vastrentende waarden Staatsobligaties, niet index linked Vastrentende waarden Credits Totaal
2014 2013 beheerskosten performance fees beheerskosten performance fees € 96.000 €0 € 74.000 €0 € 110.000 €0 € 80.000 €0 € 61.000 €0 € 65.000 €0 € 267.000 €0 € 219.000 €0
Onder transactiekosten wordt verstaan de kosten die gemaakt moeten worden om een beleggingstransactie tot stand te brengen en uit te voeren. Deze kosten worden gezien als onderdeel van het bedrag waarvoor beleggingsinstrumenten worden gekocht dan wel verkocht. Voor vastrentende waarden zijn deze kosten geschat in lijn met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. In de Toelichting op de Jaarrekening onder punt 13 worden de vermogensbeheerkosten verder toegelicht.
Stichting Trespa Pensioenfonds
17
Jaarrekening 2014
Beleidswijzigingen Statuten De aanpassingen in het bestuursmodel van SPT naar aanleiding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen zijn verwerkt per 1 juli 2014. Reglementen Het pensioenreglement is aangepast vanaf 1 januari 2014. De belangrijkste wijzigingen hierin waren de expliciete benoeming van het CDC-karakter van de regeling, de verlaging van de jaarlijkse pensioenopbouw van 2,25% naar 2,15% en de aanpassing van de franchise van € 18.600,- naar € 17.000,-. Daarnaast werd, in het kader van Pension Fund Governance, een nieuw reglement voor het Verantwoordingsorgaan en voor de Visitatiecommissie opgesteld. Risicomanagement Principes Het Bestuur van SPT is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico’s. Hiertoe heeft het Bestuur een Control Framework ingericht, met als uitgangspunt om een beheersingskader te hebben dat passend is bij het profiel van SPT en voor de risico’s die SPT loopt. Het Control Framework helpt het Bestuur om vanuit de lange termijn doelstellingen van het Pensioenfonds en met inachtneming van de interne en externe omgeving, risico’s structureel in kaart te brengen en daarop een beheerskader in te richten, zodat doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Binnen dit raamwerk worden door het Bestuur balans-, financiële en niet financiële risico’s geïdentificeerd, de impact en waarschijnlijkheid van deze risico’s vastgesteld en acties gedefinieerd om met ‘redelijke zekerheid’ de gestelde doelstellingen te realiseren, waarna bijsturing mogelijk is. De wijze waarop het Bestuur de risico’s identificeert en periodiek beoordeelt sluit aan op de door DNB gehanteerde vernieuwde toezichtaanpak FOCUS!, welke de eerder door DNB gebruikte Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM) vervangt, en is voor zover noodzakelijk uitgebreid. Het onderwerp Risicomanagement is een vast onderdeel van iedere bestuursvergadering. Elke maand beoordeelt het Bestuur de ontwikkeling van de belangrijkste risico’s waarbij de ontwikkelingen in de externe omgeving nadrukkelijk in overweging genomen worden. Als hier aanleiding voor is zal het Bestuur tussentijds een beoordeling van de risico’s uitvoeren. De hieronder beschreven risicobeheersingsystemen zijn erop gericht de risico’s zoveel als mogelijk te onderkennen en te beheersen. Door middel van het gekozen model wordt voldaan aan zowel de wettelijke eisen als ook de aanvullende eisen die het Bestuur stelt aan een beheerste en integere bedrijfsvoering. Voor een effectieve beheersing van de risico’s is het noodzakelijk om de onderlinge afhankelijkheid van risico’s te doorgronden. Het integrale risico management proces geeft het Bestuur de benodigde structuur om risico's en mitigerende maatregelen binnen een consistente methodologie met inachtneming van de lange termijn doelstellingen van SPT te identificeren zonder de interne en externe ontwikkelingen uit het oog te verliezen. Het proces beoogt een balans te vinden tussen risico en rendement, een effectieve uitvoering van de regeling en beheersbare kosten.
Stichting Trespa Pensioenfonds
18
Jaarrekening 2014
Het Bestuur benadrukt dat sommige risico’s zich anders dan vooraf ingeschat en/of onverwacht kunnen manifesteren, bijvoorbeeld risico’s op looninflatie en ontwikkelingen op de financiële markten. Risicomanagement proces Het integrale risico management proces als onderdeel van het Control Framework van SPT is gebaseerd op het zogenaamde "three lines of defense model” (De “first line” bestaat uit “Management Controls” en interne controle maatregelen, de “second line” bestaat ondermeer uit “Financial control, Security, Risk management, Quality, Inspection en Compliance” en de “third line” bestaat uit de ïnternal audit”. De “first” en de “second line” worden uitgevoerd door het management, terwijl de “third line” onder verantwoordelijkheid van VO en Bestuur plaatsvindt. Door voort te bouwen op de controls van de uitvoerings organisaties, die controls te begrijpen en te (laten) valideren en deze vervolgens onafhankelijk actief te monitoren wordt de beheersorganisatie bij SPT op een effectieve en efficiënte wijze ingericht. Bij de uitvoering van het risicobeheer voor SPT zijn betrokken het Bestuur (ondersteund door de BeleggingsCommissie (BC)), en de Pensiondesk. Het Bestuur heeft bij het bepalen van de eigen risicobereidheid de door het Bestuur nagestreefde doelstellingen van SPT als uitgangspunt genomen en daarbij tevens de door het Bestuur geformuleerde beleggingsovertuigingen (SPT Investment Beliefs) in aanmerking genomen. Eén van de fundamentele elementen in het SPT Control Framework is het Risk and Control Self Assessment als middelpunt van het risico management proces. Het model is een tool welke SPT gebruikt om voor alle geïdentificeerde risico’s te beschrijven wat het risico is, wat de bruto risico score is, hoe de controls ingericht zijn en of deze preventief of detectief zijn, of de controls in opzet en werking effectief zijn, wat het residual risk na werking van mitigerende maatregelen is en of er acties gedefinieerd zijn om de benodigde risico mitigerende maatregelen te versterken. Door middel van het model wordt voor de voornaamste risico’s jaarlijks de classificatie van de risico’s beoordeeld en de effectiviteit van de risico mitigerende maatregelen getoetst waarover aan het Bestuur gerapporteerd wordt door middel van het dashboard. Het dashboard geeft het Bestuur en de Pensiondesk op deze wijze inzicht in de actuele stand van de risico en rendements indicatoren en is feitelijk het sluitstuk van het SPT risico management proces. Het Bestuur heeft de risico’s geïdentificeerd en ingedeeld in de hoofdgroepen balansrisico’s, financiële risico’s en niet-financiële risico’s en stelt waar mogelijk normen en bandbreedtes voor deze risico’s vast. De door het Bestuur vastgestelde normen worden vastgesteld op basis van veronderstellingen over de onderliggende risico’s op de lange termijn. Bij het meten van de realisatie ten opzichte van de normen wordt rekening gehouden met de actuele situatie van SPT en korte termijn risico’s. Op deze wijze krijgt het Bestuur inzicht in de korte termijn risico’s en kan het beleid op korte termijn eventueel (tijdelijk) worden bijgestuurd. Balansrisico’s Het Bestuur heeft nadere invulling gegeven aan het beleid met betrekking tot de risico capaciteit en de eigen risicobereidheid van SPT door verdere normen voor de volgende balansrisico’s te stellen:
Stichting Trespa Pensioenfonds
19
Jaarrekening 2014
• de mate waarin de indexatieambitie kan worden gerealiseerd; • de volatiliteit van de dekkingsgraad (de beweeglijkheid van de assets ten opzichte van de verplichtingen). Financiële risico’s Een belangrijk onderdeel van het beleggingsbeleid is het beheersen van financiële risico’s. SPT verkleint deze risico’s primair door te zorgen voor een goede spreiding van de beleggingen over en binnen de diverse beleggingscategorieën. Beperking van het ‘risico van gebrek aan diversificatie’ is een essentieel element bij het vaststellen van het strategisch beleggingsbeleid. Diversificatie werkt goed in normale marktomstandigheden, maar in tijden van crisis (zoals in 2008) kan dat diversificatieeffect (veel) minder groot zijn of zelfs (tijdelijk) niet meer opgaan. Het Bestuur onderkent dit. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten ter vermindering van het risicoprofiel dan wel om een doeltreffend portefeuillebeheer te vergemakkelijken. Het Bestuur heeft de hiermee samenhangende risico’s onderkend en heeft aan de vermogensbeheerder strikte richtlijnen meegegeven voor het gebruik van derivaten. Het Pensioenfonds monitort de naleving hiervan doorlopend. Niet-financiële risico’s Het Pensioenfonds onderkent ook een aantal niet financiële risico’s waaronder het omgevingsrisico, SPT performance risico, IT-risico en juridisch risico. Deze risico’s worden continu gemonitord. Periodiek worden deze risico’s en daarvoor getroffen beheersmaatregelen gerapporteerd aan en besproken in het Bestuur, als onderdeel van de reguliere risico rapportage over alle geïdentificeerde risico’s. In de toelichting op de Jaarrekening onder “Risicobeheer” wordt een nadere uitleg gegeven van de wijze waarop het Bestuur het beheer van de verschillende risico’s heeft ingericht. Governance en compliance In 2013 heeft het Bestuur naar aanleiding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en mede op basis van raadpleging van de betrokken stakeholders en een sterkte/zwakte analyse van de diverse governance modellen besloten om het paritaire model in aangepaste vorm te handhaven. De drie belangrijkste veranderingen die vervolgens per 1 juli 2014 hebben plaatsgevonden, zijn: een werknemersvertegenwoordiger in het Bestuur heeft plaats gemaakt voor een vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden (waarmee het totaal aantal bestuursleden ongewijzigd bleef), de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan zijn opgegaan in één nieuw Verantwoordingsorgaan en de Visitatiecommissie is aangewezen als het interne controle orgaan. Daarnaast werd SPT verplicht om vanaf 1 januari 2014 de nieuwe Code Pensioenfondsen na te leven of uit te leggen hoe en waarom op onderdelen wordt afgeweken. De Code bevat normen voor goed pensioenfondsbestuur, waarmee de transparantie op dit gebied verder wordt vergroot. Uit de analyse van de Code Pensioenfondsen is naar voren gekomen dat SPT niet (geheel) voldoet aan punt 30 opstellen visie m.b.t. uitbesteding en punt 68 minimaal 1 bestuurslid / lid verantwoordingsorgaan jonger dan 40 jaar.
Stichting Trespa Pensioenfonds
20
Jaarrekening 2014
Zoals op pagina 16 in de alinea uitbesteding aangegeven zal het Bestuur in 2015 het uitbestedingsbeleid opstellen om voor zover mogelijk de gehele governance van SPT in overeenstemming te brengen met de Code. Bij het aannemen van eventuele nieuwe bestuursleden / leden Verantwoordingsorgaan probeert het bestuur rekening te houden met de een leeftijd jonger dan 40 jaar. Bij de samenstelling en de opvolging van het Bestuur, het Verantwoordingsorgaan en de Visitatiecommissie wordt rekening gehouden met de vereiste deskundigheid, competenties en professioneel gedrag. De SPT Gedragscode geldt voor de leden van het Bestuur, de Visitatiecommissie, het Verantwoordingsorgaan van het Pensioenfonds en voor de pensiondesk. De gedragscode heeft tot doel te verzekeren dat alle activiteiten van het Pensioenfonds en de pensiondesk op een integere wijze worden uitgevoerd en dat (de schijn van) verstrengeling van zakelijke en privé-belangen wordt vermeden. Jaarlijks wordt door betrokkenen de naleving over het afgelopen jaar en de naleving in het komende jaar bevestigd. De gedragscode voldoet aan de door de Pensioenwet en de Wet op het financieel toezicht gestelde eisen. De compliance officer van SPT houdt toezicht op de uitvoering en effectiviteit van de gedragscode. De Compliance Officer heeft geen materiële overtredingen van de gedragscode geconstateerd en geen incidenten aan DNB gemeld. Er is sprake van een compliance georiënteerde organisatie. Het afgelopen jaar zijn aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Bestuursaangelegenheden a)
Evaluatie functioneren van het Bestuur
In het eerste kwartaal van 2015 heeft het Bestuur conform de procedure voor het evalueren van het eigen functioneren de jaarlijkse zelfevaluatie uitgevoerd. Hierbij werd een externe partij betrokken, die aanbevelingen heeft gedaan voor het Bestuur als geheel. Deze aanbevelingen zullen worden besproken tijdens de bestuursvergadering van juni 2015. b)
Geschiktheidsbevordering
Eind 2014 heeft het Bestuur een nieuw Geschiktheidsplan 2014 opgesteld als opvolger van het tot dan toe gehanteerde Deskundigheidsplan. Bij het opstellen van het Geschiktheidsplan is gebruik gemaakt van de Handreiking goed pensioenfondsbestuur van de Pensioenfederatie die medio februari 2014 is gepubliceerd. Lag in het Deskundigheidsplan de nadruk op kennis, op basis van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen is geschiktheid het nieuwe centrale begrip. Geschiktheid valt uiteen in deskundigheid, competenties en professioneel gedrag. Deze driedeling is in het gehele Geschiktheidsplan doorgevoerd. De SOLL-situatie ten aanzien van de te bereiken geschiktheidsniveaus voor het Bestuur is nader uitgesplitst in deskundigheid en competenties. Op grond van de nieuwe structuur van het Geschiktheidsplan wordt het opleidingsplan voor de beide organen geactualiseerd. De geschiktheid van bestuursleden en andere medebeleidsbepalers blijkt in ieder geval uit opleiding,
Stichting Trespa Pensioenfonds
21
Jaarrekening 2014
relevante werkervaring en competenties en de doorlopende toepassing hiervan. De bestuursleden hebben in 2014 deelgenomen aan in de pensioensector beschikbare gecertificeerde trainingen, en opleidingen. Deelname aan cursussen, seminars en workshops wordt geregistreerd en gemonitord. Met al deze leerinstrumenten, inclusief zelfstudie en de bestuurspraktijk, is de geschiktheid van individuele bestuursleden en het Bestuur als geheel in 2014 verder versterkt. c)
Deelnemersraad en Verantwoordingsorgaan
Per 1 juli 2014 trad de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in werking waardoor de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan werden samengevoegd tot een nieuw Verantwoordingsorgaan met andere bevoegdheden dan voorheen. Zo heeft het nieuwe VO naast zijn rol als orgaan waaraan het Bestuur verantwoording aflegt over het gevoerde beleid, statutair ook beperkte adviesrechten verkregen die eerder aan de Deelnemersraad waren toegekend. De Deelnemersraad, en later Verantwoordingsorgaan, kwam respectievelijk twee en drie maal bijeen met het Bestuur. Daarnaast werd een workshop gehouden over de taken en bevoegdheden van het Verantwoordingsorgaan in het nFTK. De relatie van de Deelnemersraad/Verantwoordingsorgaan met het Bestuur is positief kritisch en de vergaderingen worden gekenmerkt door een open sfeer en transparant overleg. De Deelnemersraad/Verantwoordingsorgaan werd vier maal om advies gevraagd. Zoals gebruikelijk gingen de adviesaanvragen vergezeld van een toelichting waarin de overwegingen voor het voorgenomen bestuursbesluit werden uiteengezet. De adviezen van de Deelnemersraad/Verantwoordingsorgaan bestonden veelal naast het advies uit kanttekeningen, vragen en opmerkingen, die vervolgens in overleg tussen Deelnemersraad/Verantwoordingsorgaan en Bestuur en pensiondesk werden besproken. Daarna vond de definitieve besluitvorming van het Bestuur plaats en werd de Deelnemersraad/Verantwoordingsorgaan over het definitieve besluit geïnformeerd. De Deelnemersraad/ Verantwoordingsorgaan bracht advies uit over de volgende onderwerpen: - Wijziging Governance - Wijziging statuten - Aanstelling visitatiecommissie - SPT Jaarverslag 2013 - Premiebesluit 2015 d)
Pensiondesk
De jaarlijkse evaluatie van het Pensiondesk was ook dit jaar positief. Ondanks de zware werkdruk zijn de diverse adviesaanvragen en noodzakelijke veranderingen tijdig behandeld en uitgevoerd op een kwalitatief hoog niveau. Gedurende 2014 werd de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota aangepast, om aan te sluiten op de nieuwe wet- en regelgeving.
Stichting Trespa Pensioenfonds
22
Jaarrekening 2014
Actuarieel verslag Actuariële analyse (EUR’000)
Bronnen
2014
2013
Saldo uit hoofde van beleggingsopbrengsten Saldo uit hoofde van premie Saldo uit hoofde van waardeoverdrachten Saldo uit hoofde van kosten Saldo uit hoofde van uitkeringen Saldo uit hoofde van kanssystemen Saldo uit hoofde van toeslagverlening Saldo uit hoofde van overige (incidentele) mutaties techn. Voorz. Saldo uit hoofde van andere oorzaken
7195 1558 -3 0 49 -249 0 -1040 481
1476 656 -76 40 -66 927 0 -448 -116
Totaal resultaat
7.991
2.393
De pensioenverplichtingen zijn gewijzigd als gevolg van: - een stijging van de rentetermijnstructuur; De waarde van de beleggingen is gewijzigd als gevolg van: - een daling van de rente; - achterblijvende resultaten van de vermogensbeheerder De feitelijke premie is hoger dan de gedempte kostendekkende premie. Hiermee is voldaan aan de wettelijke eis. De aanwezige dekkingsgraad: De minimaal vereiste dekkingsgraad: De vereiste dekkingsgraad:
110,1% 104,0% 107,9%
De dekkingsgraad is hoger dan de minimaal vereiste dekkingsgraad en hoger dan de vereiste dekkingsgraad. SPT heeft daarmee per 31 december 2014 een dekkingsoverschot en een reserveoverschot. Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Onder het FTK is het ‘vereist eigen vermogen’ het vermogen dat hoort bij de zogeheten evenwichtssituatie van SPT. In die evenwichtsituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen één jaar over minder middelen beschikt dan nodig om te kunnen voldoen aan de onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Met andere woorden, de kans dat het pensioenfonds binnen één jaar een dekkingsgraad heeft < 100%, is kleiner dan of gelijk aan 2,5%. De toezichthouder heeft een gestandaardiseerde methode vastgesteld om te toetsen of er voldoende eigen vermogen aanwezig is: de standaardtoets. De standaardtoets meet voor een aantal risicofactoren het mogelijke (negatieve) effect (in euro’s) op het eigen Stichting Trespa Pensioenfonds
23
Jaarrekening 2014
vermogen. Omdat de resultaten van de standaardtoets afhankelijk zijn van marktomstandigheden en het risicoprofiel van de aanwezige beleggingen, fluctueren ze in de loop van de tijd. De vereiste solvabiliteit op basis van deze toets bedraagt ultimo 2014 € 10,882 miljoen. Het feitelijke eigen vermogen van SPT ultimo 2014 bedraagt € 13,9 miljoen. Dit betekent dat SPT ultimo 2014 voldoet aan de solvabiliteitstoets. Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie Op grond van aanwijzingen van DNB dient voor het oordeel over de vermogenspositie van pensioenfonds Trespa allereerst naar de benodigde solvabiliteit te worden gekeken. De aanwezige solvabiliteit is hoger dan 107,9%. Daarmee is de financiële positie voldoende. Dit oordeel is mede gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat per 31 december 2014 van toepassing was. Klachten en geschillen Er hebben zich in 2014 geen klachten en geschillen voorgedaan.
5
Verwachtingen 2015
In 2015 wordt de lopende ALM-studie voor de periode 2015-2017 afgerond. De verwachting is voorts dat de invoering van het nFTK per 1 januari 2015 en de daarmee gepaard gaande nieuwe financiële spelregels veel aandacht van het bestuur zullen opeisen. Ook in 2015 groeit het belang van passende communicatie met de deelnemers. De wijzigingen in het beleid van SPT als gevolg van aanpassing van het FTK en de uitkomsten van de ALM-studie zullen extra communicatie-inspanningen vragen. De mogelijkheden die de nieuwe communicatiewetgeving biedt voor verdere digitalisering van de communicatie zullen helpen om de deelnemerscommunicatie naar een hoger plan te tillen. SPT zal in 2015 ook onderzoeken cq. een onderzoek laten uitvoeren in hoeverre de gehanteerde opslagen op de voorziening pensioenverplichtingen voldoende zijn om de toekomstige kosten te dekken. Voorts heeft overleg met sociale partners plaatsgevonden m.b.t. de risicobereidheid (prudent person) hetgeen medio juni met een consensus is afgerond.
Stichting Trespa Pensioenfonds
24
Jaarrekening 2014
Daarnaast blijft het Bestuur werken aan het toekomstbestendig maken van het pensioenfonds, door verder onderzoek naar de lang termijn financiering en optimalisatie van de uitvoering van de pensioenregelingen van het pensioenfonds. Weert, 26 juni 2015. Het Bestuur,
M.P. Niemantsverdriet (Voorzitter)
I.E.C. van Herten-Cuijpers (Secretaris)
E. Goris
Stichting Trespa Pensioenfonds
25
Jaarrekening 2014
Verslag verantwoordingsorgaan Jaarlijks dient het Verantwoordingsorgaan haar oordeel bekend te maken aangaande het door het Bestuur gevoerde beleid en de wijze waarop dit is uitgevoerd. Het Verantwoordingsorgaan moet tevens haar oordeel geven over de naleving van de principes voor goed bestuur. Hiertoe heeft het Bestuur op 5 juni 2015 het concept jaarverslag en jaarrekening 2014 beschikbaar gesteld. Op 12 juni 2015 heeft het Bestuur in een bijeenkomst een toelichting gegeven op eerdergenoemde verslagen. Vragen en opmerkingen van het Verantwoordingsorgaan werden besproken en vastgelegd in notulen van deze bijeenkomst. Het Verantwoordingsorgaan is van mening dat het Bestuur voor wat betreft 2014 haar taken naar wens en principes voor goed pensioenfondsbestuur correct heeft uitgevoerd. De verantwoordelijkheden voor het Verantwoordingsorgaan zijn in 2014 drastisch veranderd. Het Verantwoordingsorgaan rekent er op dat het van het Bestuur – in lijn met de (eerder) gemaakte afspraken – nog meer inzicht zal krijgen in het daadwerkelijke beleid dat men wil voeren, zodat de uitwerking daarover ter toetsing aan het Verantwoordingsorgaan wordt voorgelegd. Op deze basis ontstaat er een gewenste rolverdeling, waarover in het jaarverslag dan nader kan worden ingegaan.
Weert, 26 juni 2015 Het verantwoordingsorgaan,
J.P.F. Snoeijen
Stichting Trespa Pensioenfonds
J.M.W. Seijkens
26
Jaarrekening 2014
Reactie bestuur op het verslag van het Verantwoordingsorgaan Het Bestuur dankt het Verantwoordingsorgaan voor het onderzoek en de getoonde diepgang. Het bestuur spreekt zijn waardering uit over de wijze waarop het verantwoordingsorgaan haar taken heeft uitgevoerd en accepteert de bevindingen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
27
Jaarrekening 2014
Verslag visitatiecommissie Samenvatting Rapport Bevindingen Visitatiecommissie Stichting Pensioenfonds Trespa 2014 Het intern toezicht heeft betrekking op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken bij pensioenfondsen. Een adequate risicobeheersing en een even-wichtige belangenafweging door het bestuur staan daarbij centraal. Het interne toezicht door middel van een visitatie dient vanaf 2014 jaarlijks plaats te vinden. Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Trespa (hierna: het Fonds) heeft daaraan invulling te geven door aan VCHolland de opdracht te verlenen tot de uitvoering van een visitatie over het jaar 2014. VCHolland heeft voor de uitvoering van jaarlijkse visitaties een aanpak ontwikkeld die voor wat betreft de aandachtspunten voortborduurt op de bevindingen bij de uitvoering van de algehele visitatie die het Fonds in 2013 heeft laten uitvoeren, eveneens door VCHolland. Bij de algehele visitatie in 2013 heeft de visitatiecommissie geconstateerd dat de bestaande governance structuur binnen het Fonds een goede aansturing van het Fonds mogelijk maakt. De samenvatting van de bevindingen van de visitatiecommissie zijn gepubliceerd in het Jaarverslag 2013. De aanbevelingen van de visitatiecommissie zijn door het bestuur overgenomen en opgenomen in de actiepuntenlijst en inmiddels veelal afgehandeld. Een contract als gesloten met Delta Lloyd (kapitaalcontract) is vanaf 2017 niet meer mogelijk. Het bestuur brengt samen met een extern adviseur in kaart wat de pro’s en contra’s zijn van de opties die het Fonds heeft. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan een analyse uit te voeren naar de houdbaarheid van het bedrijfsmodel op langere termijn, bijvoorbeeld op basis van de ter zake van krimpende fondsen door DNB gepubliceerde financiële risico’s (financiële opzet, uitvoeringskosten) en risico’s rondom het voortbestaan en risico’s rondom de governance. Sinds de vorige visitatie hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan op het terrein van de governance. Met name betreft het hier de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen (hierna: WVBP) en de Code Pensioenfondsen. Het bestuur van het Fonds heeft op deze ontwikkelingen adequaat gereageerd. Uit hoofde van de WVBP is per 1 juli 2014 een Verantwoordingsorgaan nieuwe stijl (hierna: VO) ingesteld en afscheid genomen van de Deelnemersraad. De taken en bevoegdheden van het VO nieuwe stijl zijn uitgewerkt in een huishoudelijk reglement. Het bestuur betrekt het VO nauw bij de fondszaken door toezending van de (goedgekeurde) bestuursnotulen en desgevraagd - alle fondsstukken. Met de WVBP heeft het VO het recht op een bindende voordracht van een visitatiecommissie. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan in de toekomst daarmee rekening te houden. Uit de eind 2014 uitgevoerde gap-analyse bleek dat het Fonds reeds voldeed aan een groot aantal van de (83) normen vervat in de Code Pensioenfondsen. In het jaarverslag 2014 zal het bestuur verantwoording afleggen over de gemaakte keuzes ten aanzien van het al dan niet voldoen aan deze normen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
28
Jaarrekening 2014
De visitatiecommissie heeft geconstateerd dat in algemene zin aan de (wettelijke) normen voor uitbesteding wordt voldaan. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan het uitbestedingsbeleid te toetsen aan de door DNB afgelopen jaar gepubliceerde ‘Guidance uitbesteding pensioenfondsen’. De notulen van de bestuursvergaderingen zijn helder en overzichtelijk. De notulen voorzien in een actiepunten- en besluitenlijst. De visitatiecommissie doet daarbij wel de algemene aanbeveling in de verslaglegging expliciet aandacht te (blijven) geven aan de wijze waarop de vereiste evenwichtige belangenafweging bij de besluitvorming wordt betrokken. Het bestuur heeft eind 2014 een integraal Integriteitsplan vastgesteld. Het Fonds beschikt als onderdeel daarvan over een gedragscode en insiderregeling. Op de naleving daarvan wordt toegezien door de (externe) compliance officer. De naleving van de code door betrokkenen wordt jaarlijks bevestigd. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan periodiek de in 2012 voor het laatst uitgevoerde integriteitsaudit bij organisaties waaraan het Fonds werkzaamheden uitbesteed, te herhalen. Het bestuur heeft recent een nieuw deskundigheids/geschiktheidsplan opgesteld. Voor de verschillende bestuursfuncties bestaan functieprofielen. De deskundigheid/ geschiktheid van de bestuursleden wordt ook periodiek (extern) getoetst. Het vermogensbeheer is uitbesteed aan Delta Lloyd Asset Management. De beleggingen zijn juridisch eigendom van Delta Lloyd. De visitatiecommissie beveelt aan om te verifiëren dat de verpanding van de aanwezige beleggingsobjecten ook daadwerkelijk plaatsvindt en in hoeverre toelichting in de jaarrekening op het niet-juridisch eigenaarschap noodzakelijk/ wenselijk is. De visitatiecommissie beveelt voorts aan: - met de vermogensbeheerder te bespreken in hoeverre de rapportage ten aanzien van de renteafdekking kan worden verbeterd; - de informatievoorziening over de derivatenportefeuille en de hiermee verband houdende aspecten van onderpandmanagement, liquiditeitsrisico en compliance met EMIR te formaliseren; en - een formele beleggingsadviescommissie op te zetten. Het Fonds hanteert een vastlegging van de door haar onderkende risico’s en de getroffen beheersingsmaatregelen. Dit overzicht wordt maandelijks geanalyseerd en in de bestuursvergadering besproken. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan de resultaten van de bespreking van de fondsrisico’s en de beheersings-maatregelen explicieter vast te leggen. Met name het insolventierisico van de werkgevers, het kredietrisico en tegenpartijenrisico’s van Delta Lloyd en partijen waarmee swaps worden afgesloten, en de IT-risico’s verdienen een meer diepgaande analyse dan wel beheersing. Het Fonds gaat op actieve wijze om met de communicatie met de (gewezen) deelnemers. De Pensiondesk vervult daarbij een centrale rol. Het Fonds beschikt over een communicatiebeleidsplan waarin naast de communicatiedoelstellingen van het Fonds ook de implementatie daarvan zijn vastgelegd. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan in de communicatie ook aandacht te besteden aan de risico’s van het Fonds en meer specifiek de risico’s van de afgesproken CDC-regeling voor de deelnemers en voorts te anticiperen op de voorschriften in de nieuwe wet Pensioencommunicatie. De visitatiecommissie
Stichting Trespa Pensioenfonds
29
Jaarrekening 2014
Reactie bestuur op het verslag van de Visitatiecommissie Het bestuur heeft op 22 mei 2015 met belangstelling kennisgenomen van de bevindingen, het oordeel en de aanbevelingen van de Visitatiecommissie. De aanbevelingen worden door het bestuur onderschreven en zullen worden opgenomen in de jaarlijkse planning.
Stichting Trespa Pensioenfonds
30
Jaarrekening 2014
Jaarrekening
Stichting Trespa Pensioenfonds
31
Jaarrekening 2014
Balans per 31 december 2014 Na bestemming van het saldo van baten en lasten (EUR’000)
31 december 2014
31 december 2013
31.818 106.446 13.074
22.991 91.780 2.559
151.338
117.330
Ref. Beleggingen voor risico pensioenfonds Aandelen Vastrentende waarden Derivaten
4 4 4
Vorderingen en overlopende activa Vooruit betaalde bedragen
5
1
-
Liquide middelen
6
854
2.540
152.193
119.870
31 december 2014
31 december 2013
13.900
5.909
13.900
5.909
8
137.444
105.803
9
370 62 417
2.125 78 5.864 91
849
8.158
152.193
119.870
(EUR’000)
Ref. Stichtingskapitaal en reserves Overige reserves
7
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor rekening van het pensioenfonds Overige schulden en overlopende passiva Rekening courant sponsors Verzekeringsmaatschappijen Derivaten Overlopende passiva
Stichting Trespa Pensioenfonds
9
32
Jaarrekening 2014
Staat van baten en lasten over 2014
(EUR’000)
2014
2013
8.707 33.811 28
6.873 -2.529 135
42.546
4.479
-2.250 -372
-2.070 -316
Ref . Baten Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Overige baten
12 13 14
Lasten Pensioenuitkeringen 15 Pensioenuitvoerings- en administratiekosten 16 Pensioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkering en pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging actuariële grondslagen Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
17 17
-6.223 -412
-5.989 -384
17 17 17
2.273 -26.204 -1.098
1.951 4.389 -
18
214
-13
17
-191
479
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
17
-31.641
433
Saldo overdrachten van rechten
18
-217
-63
Overige lasten
19
-75
-70
7.991
2.393
7.991
2.393
Saldo van baten en lasten Bestemming van het saldo van baten en lasten Ten gunste/ laste van overige reserves
Stichting Trespa Pensioenfonds
33
Jaarrekening 2014
Kasstroomoverzicht 2014 (EUR’000)
2014
2013
6.953 494 28 -2.288 -413 -320 -70
7.071 260 135 -2.040 -323 -306 -66
4.384
4.731
4.000 3.556 -13.725 99
-790 -5.500 70
Totaal kasstromen uit beleggingsactiviteiten
-6.070
-6.220
Mutatie in liquide middelen
-1.686
-1.489
2014
2013
2.540 -1.686
4.029 -1.489
854
2.540
Ref. Kasstromen uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen in verband met overdracht rechten Ontvangen overige baten Betaalde pensioenuitkeringen Betaald in verband met overdracht van rechten Betaalde pensioenuitvoeringskosten Betaalde garantievergoeding Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Aankopen beleggingen Betaalde kosten vermogensbeheer
(EUR’000)
Mutatie in liquide middelen Liquide middelen op 1 januari Stijging / (daling) liquide middelen Liquide middelen op 31 december
Stichting Trespa Pensioenfonds
6
34
Jaarrekening 2014
Toelichting op de balans en staat van baten en lasten 1
Algemene toelichting
1.1
Oprichting
De Stichting Pensioenfonds Trespa is opgericht met ingang van 1 januari 2002 en statutair gevestigd op Wetering 20, 6002 SM te Weert. 1.2
Activiteiten
Het doel van Stichting Pensioenfonds Trespa is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden. Tevens verstrekt het pensioenfonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van pensioenregelingen van Trespa International B.V. en Facilities Wetering B.V. 1.3
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd. Hierbij worden alle ontvangsten en uitgaven als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten. 1.4
Herverzekering
Stichting Pensioenfonds Trespa heeft het arbeidsongeschiktheidsrisico en het overlijdensrisico herverzekerd. Het huidige contract met de herverzekeraar heeft een looptijd van 5 jaar en loopt tot 1 januari 2014. Het contract is vervolgens 2 keer met 1 jaar verlengd tot 1 januari 2016. Conform de overeenkomst worden de middelen, nodig ter dekking van de voorziening verzekeringsverplichtingen, belegd via een gesepareerd beleggingsdepot. Bij aanvang van de overeenkomst is naast de voorziening van de actieve deelnemers tevens de voorziening verzekeringsverplichtingen van de inactieve en gepensioneerde deelnemers overgenomen die verzekerd zijn geweest bij de vorige pensioenuitvoerder ZwitserLeven. Indien de dekkingsgraad van het pensioenfonds het toelaat kan het bestuur besluiten om een (deel van de) overrente aan te wenden voor toeslagverlening van de ingegane pensioenen alsmede de nog niet ingegane pensioenen. Op het WAO-hiaat pensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen is deze toeslagverlening niet van toepassing. Het technisch resultaat wordt jaarlijks ultimo het betreffende jaar vastgesteld. In verband met het meeverzekeren van het uitlooprisico wordt er voor de berekening van het technisch resultaat een wachttijdreserve gevormd. Aan het eind van de zevenjarige periode wordt het saldo van de resultaten op technische grondslagen bepaald, waarbij de gevormde wachttijdreserve dient ter dekking van eventuele schades in het 8e en 9e jaar. Is het eindresultaat over de zevenjarige periode positief dan wordt 100% als aandeel voor Stichting Pensioenfonds Trespa in het credit van de rekening courant geboekt. Is het resultaat aan het eind van de zevenjarige periode negatief dan komt deze volledig voor rekening van Delta Lloyd. Stichting Trespa Pensioenfonds
35
Jaarrekening 2014
2
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.1
Algemene grondslagen
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in duizenden euro’s. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting. 2.2
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar met uitzondering van onderstaande schattingswijzigingen. Voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2014 heeft het bestuur er voor geopteerd de AG Prognosetafel 2014 toe te passen (2013: AG prognosetafel 2012-2062). Door toepassing van deze tafel wordt rekening gehouden met de langere levensverwachtingen van mannen en vrouwen. Het financieel effect van het toepassen van deze prognosetafel, hetgeen wordt aangemerkt als een schattingswijziging, is negatief en bedraagt € 375.000. Daarnaast worden met ingang van 31 december 2014 fondsspecifieke correctiefactoren toegepast, correctietabel ESTW2014 (2013: correctietabel ES-P2A). Het financieel effect van het toepassen van deze correctiefactoren, hetgeen wordt aangemerkt als een schattingswijziging, is negatief en bedraagt € 413.000. Daarnaast is in de waardering van de pensioenverplichtingen een correctie doorgevoerd in verband met het feit dat in de maand van overlijden van een gepensioneerde zowel een ouderdomspensioen als partnerpensioen wordt uitgekeerd en het nabestaandenpensioen tot het einde van de maand van overlijden van de nabestaande wordt uitgekeerd. Het financieel effect hiervan is negatief en bedraagt € 310.000. 2.3
Schattingen en veronderstellingen
Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van het pensioenfonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Stichting Trespa Pensioenfonds
36
Jaarrekening 2014
2.4
Opname van actief, verplichting, bate of last
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. 2.5
Vreemde valuta
Functionele valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Transacties, vorderingen en schulden Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten. 2.6
Beleggingen voor risico pensioenfonds
Aandelen De marktwaarde van niet beursgenoteerde participaties in beleggingsinstellingen is de intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling per balansdatum. De beleggingen van deze beleggingsinstellingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde. De waarde van de effectenportefeuille en (valuta)opties is berekend aan de hand van de beurs- en de valutakoersen aan het einde van de verslagperiode. Effecten waar geen beursnotering van beschikbaar is, worden gewaardeerd tegen een benaderde marktwaarde. Vastrentende waarden De marktwaarde van participaties in beleggingsinstellingen is de intrinsieke waarde van de beleggingsinstellingen per balansdatum. De beleggingen van deze beleggingsinstellingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde. De waarde van Stichting Trespa Pensioenfonds
37
Jaarrekening 2014
de effectenportefeuille en (valuta)opties is berekend aan de hand van de beurs- en de valutakoersen aan het einde van de verslagperiode. Effecten waar geen beursnotering van beschikbaar is, worden gewaardeerd tegen een benaderde marktwaarde. De lopende interest op vastrentende waarden wordt gepresenteerd als onderdeel van de marktwaarde van de vastrentende waarden. Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen marktwaarde. Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Indien een derivatenpositie negatief is wordt het bedrag onder de schulden verantwoord. De waarde mutaties op beleggingen zijn verwerkt als indirecte beleggingsopbrengsten. 2.7
Vorderingen en overlopende activa
Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Vorderingen en overlopende activa worden onderscheiden van vorderingen in verband met beleggingstransacties. Vorderingen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. 2.8
Liquide middelen
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. 2.9
Stichtingskapitaal en reserves
Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. Overige reserve Het jaarlijkse resultaat volgens de staat van baten en lasten wordt toegevoegd aan, of ten laste gebracht van, de overige reserve. 2.10
Technische voorzieningen
Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd op de beste schatting van de bedragen die Stichting Trespa Pensioenfonds
38
Jaarrekening 2014
noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds (VPV) wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toeslag)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten (ook voor toeslagbesluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex ante-condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De VPV is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: De gehanteerde marktrente (3-maands middeling) die gebaseerd is op de UFR zoals gepubliceerd door DNB, rekening houdend met een looptijd van de uitkeringen van 21,1 jaar (2013: 20 jaar). Overlevingstafels, te weten de AG-prognosetafel 2014 zonder leeftijdsterugstelling. (2013: AG-prognosetafel 2012-2062 zonder leeftijdsterugstelling). De overlijdenskansen in deze tafel zijn, met ingang van december 2014, gecorrigeerd op basis van de fondsspecifieke correctietabel ESTW2014 Wijze van indexeren van pensioenverplichtingen en de gehanteerde uitgangspunten: Op de pensioenaanspraken van de deelnemers wordt jaarlijks per 1 januari een toeslag verleend van maximaal 70% van de procentuele ontwikkeling van het prijsindexcijfer voor de maand oktober van het voorafgaande kalenderjaar ten opzichte van het prijsindexcijfer voor de maand oktober van het daaraan voorafgaande jaar. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de pensioenaanspraken worden aangepast.
Stichting Trespa Pensioenfonds
39
Jaarrekening 2014
Op de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers alsmede de pensioengerechtigden wordt jaarlijks een toeslag verleend van maximaal 70% van de procentuele ontwikkeling van het prijsindexcijfer voor de maand oktober van het voorafgaande kalenderjaar ten opzichte van het prijsindexcijfer voor de maand oktober van het daaraan voorafgaande jaar. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre deze pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor de beslissing van het bestuur zoals bedoeld in de 2 alinea’s hierboven is de financiële positie van het fonds bepalend. Het bestuur besluit eerst jaarlijks of en zo ja, in hoeverre de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers kunnen worden aangepast. Indien hierna nog voldoende middelen beschikbaar zijn, dan zal het bestuur besluiten of en zo ja in hoeverre de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en de pensioenrechten kunnen worden aangepast. Voor de voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Pensioengerechtigden, (gewezen) deelnemers en nagelaten betrekkingen kunnen aan de verhoging in enig jaar en aan de verwachtingen voor komende jaren geen rechten ontlenen ten aanzien van toekomstige verhogingen. Indien in enig jaar geen volledige toeslag wordt toegekend, kan het bestuur in één van de daarop volgende jaren beslissen, indien de financiële positie van het fonds dat toelaat, om de eerder niet toegekende toeslagen alsnog geheel of ten dele toe te kennen. Daarbij zal eerst inhaaltoeslag worden toegekend aan de deelnemers en daarna, indien mogelijk, aan de inactieven.
de gehanteerde gehuwdheidsfrequentie (de leeftijden van de deelnemers zijn hierin x en y);
Mannen: Leeftijd x jonger dan 18 jaar Leeftijd x tussen 18 en 25 jaar Leeftijd x tussen 25 en 35 jaar Leeftijd x tussen 35 en 65 jaar Leeftijd x gelijk aan 65 jaar
0% 1% + 7% * (x-18) 50% + 4% * (x-25) 90% 90%
Vrouwen: Leeftijd y jonger dan 18 jaar Leeftijd y tussen 18 en 25 jaar Leeftijd y tussen 25 en 30 jaar Leeftijd y tussen 30 en 50 jaar Leeftijd y tussen 50 en 65 jaar Leeftijd y gelijk aan 65 jaar
0% 5% + 10% * (y-18) 75% + 2% * (y-25) 85% 85% - 1% * (y-50) 70%
Ten behoeve van de nabestaandenpensioenen die uitruilbaar zijn, wordt op de pensioenleeftijd de gehuwdheidsfrequentie opgehoogd naar 100%. In geval de pensioenleeftijd 67 jaar is, worden de gehuwdheidsfrequenties op 65-jarige leeftijd in eerste instantie voortgezet voor de hogere leeftijden tot de pensioendatum Stichting Trespa Pensioenfonds
40
Jaarrekening 2014
(alwaar de frequentie op 100% wordt gezet).
Kostenopslag ter grootte van 2% van de VPV in verband met toekomstige administratie- en excassokosten (2013: 2%). De aanspraak op de premievrijgestelde voortzetting van de pensioenopbouw wordt gefinancierd op het moment dat en voor zover deze vrijstelling ten gevolge van intreding van arbeidsongeschiktheid wordt toegekend.
2.11
Overige schulden en overlopende passiva
Schulden worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde.
Stichting Trespa Pensioenfonds
41
Jaarrekening 2014
3
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
3.1
Algemeen
De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. 3.2
Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. 3.3
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. Kosten vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden zowel de externe als de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen e.d. 3.4
Pensioenuitkeringen
De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 3.5
Pensioenuitvoeringskosten
De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Stichting Trespa Pensioenfonds
42
Jaarrekening 2014
3.6
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben. Indexering en overige toeslagen In de voorziening pensioenverplichtingen zijn alle verplichtingen met betrekking tot toeslagverlening verwerkt voortvloeiend uit besluiten die voor 31 december 2014 zijn genomen. Deze dotatie vormt een last. Deze lasten dienen in beginsel te worden gedekt uit behaalde overrendementen in de vermogenssfeer. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten De post uitkeringen betreft de feitelijk uitgekeerde bedragen aan ouderdomsnabestaandenpensioen alsmede arbeidsongeschiktheidspensioen. De onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten heeft betrekking op de dekking van excassokosten en administratiekosten van de pensioenuitvoerder. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de UFR. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Wijziging actuariële grondslagen Met ingang van 31 december 2014 is het pensioenfonds overgegaan naar de nieuwe AG prognosetafel 2014. De overlijdenskansen in deze tafel zijn, met ingang van december 2014, gecorrigeerd op basis van de fondsspecifieke correctietabel ESTW2014. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten De wijziging uit hoofde van overdracht van rechten betreft het saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten. Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen De overige mutaties betreffen het resultaat op kanssystemen en de verhoging van de excasso-opslag. 3.7
Saldo overdrachten van rechten
De post saldo overdracht van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
43
Jaarrekening 2014
3.8
Overige baten en lasten
Overige baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
4
Beleggingen voor risico pensioenfonds
(EUR’000)
Aandelen Vastrentende waarden Stand per 1 januari 2013 Aankopen Verkopen Waardeontwikkeling
Derivaten
Totaal
17.987 3.464 1.540
88.352 3.000 428
4.722 -2.163
111.061 6.464 -195
Stand per 31 december 2013 Aankopen Verkopen Waardeontwikkeling
22.991 38.050 -31.825 2.602
91.780 5.500 -2.000 11.166
2.559 10.515
117.330 43.550 -33.825 24.283
Stand per 31 december 2014
31.818
106.446
13.074
151.338
Bij de waardering van de beleggingen van SPT wordt gebruik gemaakt van marktnoteringen. (EUR’000)
Directe marktnoteringen
Afgeleide Waarderingsmarktmodellen noteringen
Totaal
Aandelen Vastrentende waarden Derivaten
-
31.818 106.446 13.074
-
31.818 106.446 13.074
Totaal
-
151.338
-
151.338
De aandelen en vastrentende waarden betreffen beleggingen in niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen. Door het pensioenfonds wordt niet belegd in premiebijdragende ondernemingen. De beleggingen staan ter vrije beschikking van het fonds. Derivaten hebben betrekking op Interest Rate Swaps met als doel om de duration van de beleggingen te verlengen, waardoor de duration mismatch met de verplichtingen wordt verkleind. Middels het afsluiten van Interest Rate Swaps is per 31 december 2014 op basis van UFR ongeveer 78% van het renterisico afgedekt. De gewenste strategische afdekking van dit risico op basis van marktrente is 75% (ongeveer 100% op basis van UFR). Delta Lloyd Assetmanagement zorgt ervoor dat de risico afdekking op het strategisch niveau blijft. In hoofdstuk 10 Risicobeheer en Derivaten, wordt het beleid inzake derivaten toegelicht en is een specificatie van de derivaten opgenomen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
44
Jaarrekening 2014
5
Vorderingen en overlopende activa
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
6
Liquide middelen
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op banken girorekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. Zij worden onderscheiden van tegoeden die het karakter hebben van beleggingen (looptijd langer dan 1 jaar). De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
7
Stichtingskapitaal en reserves
(EUR’000)
Bestemmings reserve Stand per 1 januari 2013
Overige reserve
Totaal
3.374
2.034
5.408
-3.374 -
3.374 -1.892 2.393
-1.892 2.393
Stand per 31 december 2013
-
5.909
5.909
Bestemming saldo van baten en lasten
-
7.991
7.991
Stand per 31 december 2014
-
13.900
13.900
Mutatie bestemmingsreserve Teruggaaf VPL regeling Bestemming saldo van baten en lasten
(EUR’000)
2014
2013
Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen
5.544 10.882
4.396 10.052
Stand per 31 december
13.900
5.909
De buffers worden door het pensioenfonds berekend met behulp van de standaardmodel van DNB. Hierbij wordt voor de samenstelling van de beleggingen uitgegaan van de strategische assetmix in de evenwichtssituatie. De situatie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als een dekkingsoverschot en een reserveoverschot. De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedraagt per 31 december 2014 op FTK grondslag 110,1% (2013: 105,6%) en is gestegen boven de grens van het vereist eigen vermogen. De nominale dekkingsgraad is als volgt berekend: technische voorzieningen vermeerderd met de vrije reserves uitgedrukt in een percentage van de technische voorzieningen. Het, in 2009 opgestelde Stichting Trespa Pensioenfonds
45
Jaarrekening 2014
herstelplan is echter nog steeds van toepassing omdat het fonds nog geen drie achtereenvolgende kwartalen een dekkingsgraad heeft gehad hoger dan de vereiste dekkingsgraad. De dekkingsgraad per 31-12-2014 is 110,1% de verwachting in het lange termijnherstelplan is 113,4%. De reden dat de dekkingsgraad achterblijft bij de verwachting is de lage rente en de stijging van de levensverwachting. Als gevolg van de wijzigingen in wet- en regelgeving per 1-1-2015 vervalt het huidige herstelplan. Op basis van het nFTK is ook in 2015 sprake van een reservetekort en zal SPT uiterlijk 1 juli 2015 een herstelplan indienen bij DNB.
8
Technische voorzieningen
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Het mutatieoverzicht van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds luidt als volgt: (EUR’000)
2014
2013
105.803
106.236
Bij: - Toevoeging pensioenopbouw - Toevoeging voor pensioenuitvoeringskosten - Rentetoevoeging - Mutatie overdrachten van rechten (inkomend) - Wijziging rentetermijnstructuur - Wijziging actuariële grondslagen - Resultaat op arbeidsongeschiktheid - Overige mutaties - Resultaat op sterfte
6.223 72 412 215 26.204 1.098 92 21 78
5.989 93 384 336 -4.389 -130 427 -
Af: - Onttrekking voor pensioenuitkeringen - Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten - Mutatie overdracht van rechten (uitgaand) - Resultaat op sterfte
-2.299 -46 -429 -
-2.004 -40 -323 -776
137.444
105.803
Stand per 1 januari
Stand per 31 december
Korte beschrijving van de aard van de pensioenregelingen De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 67 jaar (tot 2014 65 jaar). Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,15% (tot 2014 2,25%) van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Deelname Stichting Trespa Pensioenfonds
46
Jaarrekening 2014
aan de regeling is mogelijk vanaf de leeftijd van 21 jaar. Jaarlijks beslist het bestuur de mate waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd. Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst. Toeslagverlening De toeslagverlening van pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur. De ambitie bestaat om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De toeslag in een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van de hoogte van de dekkingsgraad. De toeslag bedraagt maximaal de caostijging in het voorgaande jaar voor de actieven en de procentuele ontwikkeling van het prijsindexcijfer voor de inactieven. Voor de pensioenrechten en pensioenaanspraken is dit jaar voor de actieven een toeslag verleend van 0% (2013: 0%) en voor de niet actieven een toeslag van 0% (2013 0%). Er is geen recht op toekomstige toeslagverlening. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslag wordt verleend. Het fonds heeft geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagverlening. Toeslag wordt uit de toekomstige overrendementen gefinancierd. Inhaaltoeslagen Indien in het verleden geen volledige toeslagverlening heeft plaatsgevonden kunnen onder bepaalde omstandigheden inhaaltoeslagen worden toegekend. Toekenning van inhaaltoeslagen vereist wel een hoge dekkingsgraad. In de huidige situatie verwacht het bestuur niet binnen afzienbare tijd inhaaltoeslagen te kunnen toekennen. Het bestuur zal jaarlijks de hoogte specificeren van de toegekende toeslag ten opzichte van de volledige toeslag. Deze specificatie is als volgt voor de actieve deelnemers: Toegekende toeslag Actieven: Jaar 2014 Jaar 2013 Jaar 2012 Jaar 2011 Jaar 2010
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Volledige toeslag
Verschil
0,70% 2,21% 0,00% 1,50% 1,50%
-0,70% -2,21% 0,00% -1,50% -1,50%
Deze specificatie is als volgt voor de premievrije deelnemers en de gepensioneerden:
Stichting Trespa Pensioenfonds
47
Jaarrekening 2014
Toegekende toeslag Inactieven: Jaar 2014 Jaar 2013 Jaar 2012 Jaar 2011 Jaar 2010
Volledige toeslag
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Verschil
0,70% 2,21% 2,65% 1,57% 0,71%
-0,70% -2,21% -2,65% -1,57% -0,71%
Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddelde rente corresponderend met de rentetermijnstructuur 2,0% bij een duration van 21,1 jaar. De rentetermijnstructuur is gebaseerd op de door DNB gepubliceerde UFR. De DNB UFR per 31 december 2014 is gebaseerd op het gemiddelde van de swap rentes van de laatste 3 maanden van 2014. Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten en lasten. De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: (EUR’000)
€
Actieven Slapers Gepensioneerden Overige Totaal
Aantallen per 31-12-2014
€
Aantallen per 31-12-2013
65.553 39.797 28.925 3.169
503 474 122 -
47.443 32.575 23.218 2.567
515 464 106 -
137.444
1.099
105.803
1.085
9
Overige schulden en overlopende passiva
9.1
Rekening courant sponsors
De schuld aan de sponsor heeft grotendeels betrekking op de vooruit ontvangen premie voor januari 2015. 9.2
Overlopende passiva
(EUR’000)
Overige schulden Vooruit ontvangen waardeoverdrachten
31-12-2014
31-12-2013
119 298
91 -
Totaal 417 Alle overlopende passiva hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Stichting Trespa Pensioenfonds
48
Jaarrekening 2014
91
10
Risicobeheer en derivaten
Beleid en risicobeheer Voor risicobeheer heeft het bestuur de beschikking over de volgende beleidsinstrumenten: ALM-beleid en duration-matching Financieringsbeleid Premiebeleid Toeslagbeleid Herverzekeringsbeleid Risicobeleid alternatieve beleggingen Risicobeleid ten aanzien van uitbesteding. Welke beleidsinstrumenten het bestuur op welke manier zal hanteren wordt bepaald op basis van uitvoerige analyses van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen van de verplichtingen en de ontwikkelingen op de financiële markten. Voor deze analyses gebruikt men onder andere Asset-Liability Management-studies (ALM). Een ALM-studie analyseert de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. Op basis van de uitkomsten van deze analyses stelt het bestuur beleggingsrichtlijnen vast waarop het door het fonds uit te voeren beleggingsbeleid wordt gebaseerd. De beleggingsrichtlijnen zetten uiteen binnen welke grenzen en normen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd, en richten zich op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico’s. Aan de hand van de ISAE 3402 rapporten van haar herverzekeraar en vermogensbeheerder wordt het uitbestedingsrisico beheerst. 1. Marktrisico Marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijs(koers)risico. De beleggingsdoelstellingen bepalen de strategie die de stichting volgt ten aanzien van het beleggingsrisico. In de dagelijkse praktijk ziet de assetmanager van de vermogensbeheerder toe op het marktrisico conform de binnen het pensioenfonds aanwezige beleidskaders en de beleggingsrichtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. 1.1 Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. 31 december 2014 Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten) Duration van de vastrentende waarden (na derivaten) Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
Stichting Trespa Pensioenfonds
49
7,1 21,5 21,1
Jaarrekening 2014
Indien op balansdatum de duration van de beleggingen aanzienlijk korter is dan de duration van de verplichtingen is er sprake van een zogenaamde ‘duration-mismatch’. Bij een rentestijging zal de waarde van beleggingen minder snel dalen dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur), met als gevolg dat de dekkingsgraad zal stijgen. Voor het fonds geldt dat bij een rentedaling de waarde van de beleggingen minder snel stijgt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het fonds is gericht op het verkleinen van de duration-mismatch, bijvoorbeeld door meer langlopende obligaties in plaats van aandelen te kopen (aandelen hebben per definitie een duration van nul), en kortlopende obligaties te vervangen door langlopende obligaties. Een andere mogelijkheid is gebruik te maken van renteswaps of swaptions. Een renteswap ruilt bijvoorbeeld een te betalen variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor) tegen een te ontvangen vaste lange rente (vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie). Aan de ene kant verkleint dit de duration-mismatch, maar aan de andere kant wordt het fonds nu afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente. Het risico van een verdere rentedaling is tijdelijk af te dekken door middel van een swaption, waarvoor een premie betaald moet worden. Het afsluiten van een swap of een swaption kan dus mismatchrisico’s afdekken, maar aan dit soort instrumenten zijn ook risico’s verbonden (zoals liquiditeits-, tegenpartij- en juridisch risico). Op basis van het maximaal aanvaardbare risico, heeft het bestuur ervoor gekozen het renterisico te verkleinen door 75% van de voorziening pensioenverplichtingen af te dekken met behulp van renteswaps. 1.2 Valutarisico Eind 2014 wordt circa 18% (2013: 12%) van de beleggingsportefeuille belegd buiten de eurozone. Het valutabeleid van SPT is passief er vindt geen afdekking van valutarisico’s plaats. Doordat SPT in beleggingsfondsen belegt wordt het valutarisico op fondsniveau wel door de vermogensbeheerder afgedekt. 1.3 Prijsrisico Prijsrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren) waardewijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) kan het prijsrisico dempen. Het prijsrisico kan ook afgedekt worden door gebruik te maken van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. 2. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen Stichting Trespa Pensioenfonds
50
Jaarrekening 2014
waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Namens Stichting Pensioenfonds Trespa zijn door de vermogensbeheerder Interest Rate Swaps afgesloten met derde partijen. Het juridisch eigendom van de door de herverzekeraar aangehouden beleggingen ligt bij de herverzekeraar. Het settlementsrisico is afgedekt door de herverzekeraar. Er is geen sprake van security lending. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. SPT heeft in 2010 een pandakte afgesloten met Delta Lloyd voor de gelden en beleggingen die zij voor SPT in beheer heeft. 3. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. De volgende zaken zijn van belang met betrekking tot het liquiditeitsrisico: Tot en met het jaar 2014overtreffen de inkomende premies het niveau van de uitkeringen. Ultimo 2014 zijn er voldoende obligaties, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. 4. Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn het langleven-, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico. Het belangrijkste actuariële risico is het langlevenrisico (het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen). Als gevolg hiervan is de pensioenvermogensopbouw niet toereikend voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van de AG-prognosetafel 2014 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen. Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het overlijdensrisico compenseert het langlevenrisico gedeeltelijk. Stichting Trespa Pensioenfonds
51
Jaarrekening 2014
Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen (‘schadereserve’). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het fonds heeft het nabestaanden- en wezenpensioen op premiebasis herverzekerd bij Delta Lloyd, een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. Daarnaast is eveneens het arbeidsongeschiktheids- en overlijdensrisico herverzekerd. De herverzekeringsovereenkomst loopt tot 1 januari 2016. Met de herverzekeraars zijn resultatendelingen overeengekomen. De winstdelingsregelingen kunnen als volgt worden gespecificeerd. Een negatief verzekeringstechnisch resultaat komt voor rekening van de herverzekeraar. Een positief verzekeringstechnisch resultaat komt ten gunste van het pensioenfonds. 5. Toeslagrisico Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de Toeslagtoezegging voorwaardelijk is. 6. Concentratierisico Grote posten kunnen leiden tot concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. In 2014 zijn er geen posten groter dan 2% van het balanstotaal. In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Overigens beperken concentratierisico’s zich niet uitsluitend tot de beleggingen. SPT belegt in 5 verschillende vastrentende waarden fondsen. Binnen deze fondsen wordt in verschillende titels belegd. De beleggingen in staatsobligaties zijn met name verdeeld over Nederland, Frankrijk, Duitsland en Supranationaal. De beleggingen in bedrijfsobligaties met name in de VS en UK en de overige zakelijke waarden in UK, Spanje, Italië en Nederland. Daarnaast wordt binnen het aandelenfonds belegd in diverse sectoren (o.a. consumptiegoederen en financiële sector) en regio’s (grotendeels in de VS & Canada).
Stichting Trespa Pensioenfonds
52
Jaarrekening 2014
Overige niet-financiële risico’s 7. Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles en kwaliteit geautomatiseerde systemen. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur middels afgesloten Service Level Agreements. Ook de ISAE 3402 rapporten zijn onderdeel van de toetsing. 8. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. 9. IT-risico De informatietechnologie is een belangrijke risicocategorie voor pensioenfondsen. Doordat het merendeel van de pensioenfondsen de IT heeft uitbesteed, is dit risico tot een uitbestedingsrisico verworden. Dit geldt ook voor SPT. 10. Integriteitsrisico DNB verstaat hieronder het risico dat de integriteit van het pensioenfonds danwel het financiële stelsel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onetische gedragingen van de organisatie, medewerkers danwel van de leiding, afgemeten aan wet- en regelgeving en maatschappelijke en door het fonds opgestelde normen. Bij de beheersing van dit risico kan gedacht worden aan ondermeer gedragscodes en procesmatige waarborgen. Ter beperking van het integriteitsrisico heeft SPT een gedragscode en een compliance-beleid. Beide zijn een wettelijke verplichting en DNB ziet actief toe op naleving. DNB toetst voorts nieuwe bestuurders. 11. Juridisch risico’s Een pensioenfonds loopt het risico in rechte aangesproken te worden bijvoorbeeld wanneer de fondsstukken niet voldoen aan de wettelijke bepalingen; de fondsbestuurders in persoon worden aangesproken; het bestuur van inconsistent beleid of nalatigheid in de uitvoering daarvan wordt beschuldigd; de communicatie naar belanghebbenden en derden onvolledig of onduidelijk wordt geacht. Ten einde dit risico te beperken heeft SPT de volgende maatregelen getroffen: 1. Het fonds beschikt over een dagelijks bestuur. Dit toetst bij wetswijzigingen de fondsstukken en stelt zo nodig wijzigingen voor aan het bestuur. 2. Het fonds ziet erop toe dat besluitvorming consistent en goed gedocumenteerd plaatsvindt. Deze documentatie zorgt ervoor dat ook derden de inhoud en werking van dit beleid kunnen volgen. 3. Het fonds werkt volgens een communicatieplan. Dit plan bewaakt de wettelijk verplichte communicatiemomenten. Naast deze vereisten heeft het fonds Stichting Trespa Pensioenfonds
53
Jaarrekening 2014
zelfstandige communicatiedoeleinden. Middels het planmatig uitvoeren wordt bewaakt dat aan de eisen van de wet en consistentie van de uitingen wordt voldaan. 4. Met de dienstverlenende partijen zijn contractuele afspraken gemaakt. Partijen dienen regelmatig te rapporteren over het wel of niet voldoen aan de gemaakte afspraken. Daar waar mogelijk heeft SPT de activiteiten gescheiden ondergebracht, waardoor een mechanisme ontstaat van controle van de ene door de andere partij. In het algemeen draagt het bestuur er zorg voor dat het voldoende kennis en kunde bezit om zijn verantwoordelijkheden te dragen. 12. Derivaten Voor zover dat binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van het fonds past maakt het fonds ook gebruik van financiële derivaten, voornamelijk bij het afdekken van het renterisico. De economische effecten van de derivaten dienen meegenomen te worden in de berekening. In hoofdstuk 4 Beleggingen voor risico pensioenfonds worden de door het pensioenfonds gebruikte derivaten toegelicht. Derivaten hebben als voornaamste risico het kredietrisico (het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen). Dit risico kan beperkt worden door alleen transacties aan te gaan met goed te boek staande partijen, en zoveel mogelijk te werken met onderpand. De volgende instrumenten kunnen gebruikt worden: Futures. Dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid. Putopties op aandelen. Dit betreft al dan niet beursgenoteerde opties waarmee het fonds het neerwaartse koersrisico van de aandelenportefeuille kan beperken. Voor deze opties wordt bij de verwerving een premie betaald die onder meer afhankelijk is van het actuele koersniveau van de onderliggende index, de looptijd van de opties en de uitoefenprijs van de opties. Valutatermijncontracten. Dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt. Swaps. Dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden.
Stichting Trespa Pensioenfonds
54
Jaarrekening 2014
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2014: (EUR’000)
Expiratiedatum
Renteswaps:
Onderliggende Actuele contractomvang waarde activa
30-05-2039 08-11-2030 30-05-2039 29-05-2044 11-06-2034
Totaal
11
Actuele waarde passiva
10.000 24.000 35.000 20.000 7.000
1.304 3.015 4.562 3.050 1.143
-
96.000
13.074
-
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Er zijn geen activa en verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen.
12
Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
(EUR’000)
2014
2013
Premies Koopsommen
5.642 3.065
5.780 1.093
Totaal
8.707
6.873
De kostendekkende, gedempte en feitelijke premies zijn hieronder weergegeven (exclusief koopsommen) (cf art. 130 PW): (EUR’000)
Kostendekkende premie* Feitelijke premie Gedempte premie*
2014
2013
4.441 5.642 4.684
5.658 6.873 5.324
* Excl. koopsommen VPL
Stichting Trespa Pensioenfonds
55
Jaarrekening 2014
De kostendekkende premie is als volgt samengesteld: (EUR’000)
2014
2013
Actuarieel benodigd Opslag in stand houden vereist eigen vermogen Opslag voor uitvoeringskosten Premie risico herverzekering
3.611 357 398 75
4.645 534 409 70
Totaal
4.441
5.658
2014
2013
Actuarieel benodigd Opslag in stand houden vereist eigen vermogen Opslag voor uitvoeringskosten Premie risico herverzekering
3.828 378 403 75
4.350 501 403 70
Totaal
4.684
5.324
De gedempte premie is als volgt samengesteld: (EUR’000)
Het verschil tussen de kostendekkende, feitelijke en gedempte premie wordt veroorzaakt door de gehanteerde rentevoet.
13
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
(EUR’000)
Type belegging
Directe beleggings opbrengsten
Indirecte beleggings opbrengsten
Kosten vermogens beheer
Totaal
964 -789 -
1.540 428 -4.771 -
31 72 -4
2.535 500 -5.560 -4
175
-2.803
99
-2.529
2014 Aandelen Vastrentende waarden Interest Rate Swaps Overige beleggingen
3.556 -2
2.602 11.166 16.379 -
37 78 -3 -2
2.639 11.244 19.932 -4
Totaal
3.554
30.147
110
33.811
2013 Aandelen Vastrentende waarden Interest Rate Swaps Overige beleggingen Totaal
Stichting Trespa Pensioenfonds
56
Jaarrekening 2014
14
Overige baten
(EUR’000)
2014
2013
Andere baten (instorting kapitaal ppp-polissen)
28
135
Totaal
28
135
15
Pensioenuitkeringen
(EUR’000)
2014
2013
Ouderdomspensioen Partnerpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Tijdelijk ouderdomspensioen Overige uitkeringen
1.186 132 88 842 2
1.119 101 95 752 3
Totaal
2.250
2.070
2014
2013
Administratiekostenvergoeding Accountantskosten controle jaarrekening Controle-en advieskosten actuaris Cursussen, contributies en bijdragen
147 48 87 90
121 48 81 66
Totaal
372
316
2014
2013
Controle van de jaarrekening Andere controle werkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten
48 -
48 -
Totaal
48
48
16
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
(EUR’000)
De kosten van de accountant kunnen als volgt worden uitgesplitst. (EUR’000)
Stichting Trespa Pensioenfonds
57
Jaarrekening 2014
17
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
De mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds wordt berekend door de beginstand van de voorziening van de eindstand af te trekken. Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. Indexering en overige toeslagen Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan 70% van de prijsindex. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald. Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan 70% van de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken worden aangepast. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 0,379% (2013: 0,351%), zijnde € 412.000 (2013: € 384.000). Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de UFR. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Wijziging actuariële grondslagen Met ingang van 31 december 2014 is het pensioenfonds overgegaan naar de nieuwe AG prognosetafel 2014 (2013: AG prognosetafel 2012-2062). De overlijdenskansen in deze tafel zijn, met ingang van december 2014, gecorrigeerd op basis van de fondsspecifieke correctietabel ESTW2014 (2013: correctietabel ES-P2A). Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen De overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen betreft het resultaat op kanssystemen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
58
Jaarrekening 2014
18
Saldo overdrachten van rechten
De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. (EUR’000)
2014 Inkomende waardeoverdrachten Toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen Actuarieel resultaat inkomende waardeoverdrachten
196 -215 -19
Uitgaande waardeoverdrachten Onttrekking aan de voorziening pensioenverplichtingen Actuarieel resultaat uitgaande waardeoverdrachten
-413 429 16
Totaal
19
-3
Overige lasten
(EUR’000)
2014 Andere lasten (Stoplosspremie en solvabiliteitsopslag)
75
Totaal
75
20
Bezoldiging bestuurders
De bezoldiging van de (voormalige) bestuurders tezamen bedraagt circa € 0,- (2013:€ 0,-).
Stichting Trespa Pensioenfonds
59
Jaarrekening 2014
21
Aantal personeelsleden
Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst zijn van de werkgever. De hieraan verbonden kosten bedragen circa € 40.000. Ze zijn voor rekening van het pensioenfonds en zijn verantwoord onder administratiekostenvergoeding. Weert, 26 juni 2015. Het Bestuur,
M.P. Niemantsverdriet (Voorzitter)
I.E.C. van Herten-Cuijpers (Secretaris)
E. Goris
Stichting Trespa Pensioenfonds
60
Jaarrekening 2014
Overige gegevens
Stichting Trespa Pensioenfonds
61
Jaarrekening 2014
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Een statutaire regeling omtrent de bestemming van het resultaat ontbreekt. Conform artikel 3 van de statuten wordt het maken van winst niet beoogd. Dientengevolge zal het saldo van baten en lasten ten gunste dan wel ten laste van de reserves worden gebracht. Het bestuur van het fonds heeft het resultaat ad. EUR 7.991.000 toegevoegd aan de overige reserves.
Stichting Trespa Pensioenfonds
62
Jaarrekening 2014
Financiële overeenkomst met sponsoren Tussen de werkgevers, werknemersvertegenwoordiging en het pensioenfonds is in februari 2014 een overeenkomst aangaande pensioenen gesloten. De meest relevante passages uit de overeenkomst inzake de financiering zijn onderstaand weergegeven: Artikel 3. 1. Werkgever is een premie van 21% van de salarissom als premie verschuldigd aan het pensioenfonds voor de pensioenregeling. 2. De werkgever is behoudens de premie zoals genoemd in lid 1 geen enkele premie of anderszins enige bijdrage verschuldigd aan het pensioenfonds. 3. De werkgever is niet gerechtigd tot enige premiekorting of enige terugstorting door het pensioenfonds 4. 1/3 van de premie komt voor rekening van de werknemers. Werkgever zal dit werknemersgedeelte verrekenen met het salaris van de werknemers. 5. Werkgever behoudt zicht het recht voor de premiebetaling te verminderen of te beëindigen ingeval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. 6. In het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst zullen de bovengenoemde bepalingen met betrekking tot de premie worden opgenomen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
63
Jaarrekening 2014
Gebeurtenissen na balansdatum Per 1 januari 2015 is het nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK) van toepassing geworden. Dit leidt tot de volgende wijzigingen na de balansdatum: Voorziening pensioenverplichtingen de rentetermijnstructuur die wordt gehanteerd voor het berekenen van de voorziening pensioenverplichtingen is aangepast, de rente wordt niet langer gemiddeld over de afgelopen drie maanden. Dit leidt tot een stijging van de voorziening pensioenverplichtingen per 1 januari 2015 met EUR 7,3 miljoen en een daling van de dekkingsgraad met 5,3 %-punten. Vereist eigen vermogen De methodiek voor berekening van het vereist eigen vermogen is aangepast. Deze aanpassingen hebben een verhogend effect op het vereist eigen vermogen. Het vereist eigen vermogen stijgt per 1 januari 2015 naar 111,4%. Beleidsdekkingsgraad Vanaf 1 januari 2015 wordt de beleidsdekkingsgraad geïntroduceerd. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de dekkingsgraden van de afgelopen 12 maanden. Per 1 januari 2015 bedraagt de beleidsdekkingsgraad 109,6%. De beleidsdekkingsgraad ligt per 1 januari 2015 dus onder de vereiste dekkingsgraad. Eind eerste kwartaal 2015 lag de beleidsdekkingsgraad met 109% onder de vereiste dekkingsgraad, waardoor sprake is van een reservetekort. Het Bestuur zal een herstelplan opstellen en voor 1 juli 2015 bij DNB indienen.
Stichting Trespa Pensioenfonds
64
Jaarrekening 2014
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Trespa te Weert is aan Aon Consulting Nederland cv de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2014. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en
heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Stichting Trespa Pensioenfonds
65
Jaarrekening 2014
Oordeel Mijn oordeel is mede gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat op balansdatum van toepassing was. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Trespa is naar mijn mening voldoende. Rotterdam, 26 juni 2015 Drs. M. van de Velde AAG verbonden aan Aon Consulting Nederland cv
Stichting Trespa Pensioenfonds
66
Jaarrekening 2014
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Stichting Trespa Pensioenfonds
67
Jaarrekening 2014
Stichting Trespa Pensioenfonds
68
Jaarrekening 2014