Stichting Pensioenfonds Campina
Jaarverslag 2012
Inhoudsopgave Profiel van het fonds
1
Organisatie
1
Kerncijfers
4
Verslag van het verantwoordingsorgaan
5
Bestuursreactie op het oordeel van het Verantwoordingsorgaan
7
Balans per 31 december 2012
38
Staat van baten en lasten over 2012
39
Bestemming saldo baten en lasten
39
Kasstroomoverzicht over 2012
40
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2012
41
Actuariële verklaring
73
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
75
Bijlagen A Personalia
77
B Overzicht mutaties in aanspraak- en pensioengerechtigden over het jaar 2012
78
C Begrippenlijst
79
Stichting Pensioenfonds Campina
Profiel van het fonds Stichting Pensioenfonds Campina, statutair gevestigd te Woerden, is opgericht op 31 december 1993. De laatste statutenwijziging vond plaats in januari 2012. Het fonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41060277. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij de koepelorganisatie Pensioenfederatie. Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten ondernemingen. Hiertoe wordt voor 4 werkgevers en 14.672 aanspraak- en pensioengerechtigden een pensioenvermogen van ruim EUR 1,2 miljard beheerd.
Organisatie Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor alle activiteiten van Stichting Pensioenfonds Campina. De dagelijkse werkzaamheden van het fonds, waaronder begrepen de pensioenadministratie en bestuursondersteuning, worden uitgevoerd door het pensioenbureau. Het vermogensbeheer is uitbesteed. Het bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet, is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Het bestuur bestaat uit twee vertegenwoordigers van de werkgevers, drie vertegenwoordigers van de deelnemers en drie vertegenwoordigers van de gepensioneerden. Voor alle bestuursleden geldt een zittingsperiode van vier jaar. Voor de samenstelling van het bestuur en het rooster van aftreden wordt verwezen naar het hierna opgenomen verslag van het bestuur. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheid conform de statuten en reglementen van het fonds. Verantwoordingsorgaan Het Fonds kent een verantwoordingsorgaan, dat als belangrijkste taak heeft om jaarlijks een oordeel te geven over het door het bestuur uitgevoerde beleid. Gedurende 2012 bestond dit orgaan uit twee vertegenwoordigers namens elk van de drie geledingen. Intern toezicht Het bestuur heeft gekozen voor intern toezicht door middel van periodieke visitatie. De in 2011 opnieuw benoemde visitatiecommissie, bestaande uit drie onafhankelijke deskundigen verbonden aan Visitatie Commissie Pensioenfondsen B.V., heeft na het uitvoeren van de visitatie in 2011 haar werkzaamheden beëindigd. In 2014 zal de volgende visitatie plaatsvinden.
Jaarrekening 2012
1
Stichting Pensioenfonds Campina
Uitvoeringsorganisatie De pensioenadministratie en de bestuursondersteuning worden door het bureau van het fonds uitgevoerd onder leiding van de directeur van het fonds. De medewerk(st)ers van het pensioenbureau hebben een arbeidsovereenkomst met een van de werkgevers, maar de inhoud van hun werkzaamheden wordt bepaald door het bestuur. Vermogensbeheerders Het beleggingsbeleid wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitgevoerd door externe vermogensbeheerders binnen het raamwerk van een fiduciair mandaat met Goldman Sachs Asset Management. De uitvoering van de beleggingsadministratie is ondergebracht bij de custodian Northern Trust. Terzake van de dienstverlening door de fiduciair manager en de custodian wordt beschikt over rapportages, waaruit blijkt dat de opzet en werking van de administratieve organisatie en de interne controle voldoen aan de daaraan te stellen eisen. Beleggingscommissie Door het bestuur is een beleggingscommissie ingesteld met als mandaat het voorbereiden van het beleggingsbeleid, het adviseren met betrekking tot alle beleggingsaangelegenheden van het fonds en het monitoren van de fiduciair manager en de custodian. De commissie bestaat uit drie bestuursleden met beleggings- en of financiële ervaring, de beleggingsadviseur, een externe beleggingsdeskundige en de directeur van het fonds. Communicatiecommissie De communicatiecommissie is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van het communicatieplan. Daartoe behoort het doen van voorstellen aan het bestuur voor niet-wettelijk voorgeschreven incidentele of periodieke communicatie. De commissie bestaat uit een bestuurslid, een lid namens iedere geleding, de directeur en een medewerker van het fonds. Aangesloten werkgevers Aangesloten werkgevers zijn FrieslandCampina Werknemers B.V., FrieslandCampina Riedel B.V., FrieslandCampina Kievit B.V. en De Graafstroom, FrieslandCampina Werknemers B.V., FrieslandCampina Riedel B.V. en FrieslandCampina Kievit B.V. zijn onderdeel van Koninklijke FrieslandCampina NV. Compliance officer Het bestuur heeft de heer B. Peeters van het Nederlands Compliance Instituut uit Capelle aan den IJssel benoemd tot compliance officer van het fonds. De compliance officer ziet erop toe dat de gedragscode van het fonds wordt nageleefd.
Jaarrekening 2012
2
Stichting Pensioenfonds Campina
Externe ondersteuning Het fonds wordt bijgestaan door externe deskundigen voor actuariaat en risicobeheersing op zowel korte als lange termijn. Ultimo boekjaar is de externe adviserende actuaris de heer C.D. Snoeks, lid van het AG en verbonden bij actuarieel bureau Ernst & Young Actuarissen B.V. Voor ALM-studies en continuïteitsanalyses maakt het fonds gebruik van de diensten van Ortec Finance. Van Nunen & Partners adviseert het fonds op beleggingsgebied. De heer T. Jeurissen heeft als extern lid zitting in de beleggingscommissie van het pensioenfonds. Personalia Voor een volledig overzicht van de bezetting van de verschillende organen van het fonds alsmede de aangestelde adviseurs zij verwezen naar bijlage A.
Jaarrekening 2012
3
Stichting Pensioenfonds Campina
Kerncijfers (tenzij anders vermeld luiden alle bedragen in dit jaarverslag in EUR 1.000)
2012
2011
2010
2009
2008
2007
4
4
4
2
2
3
2.052
2.260
2.597
2.929
3.295
3.568
5.667 6.953
6.021 6.696
6.405 6.804
6.554 6.782
6.729 6.760
7.389 6.715
14.672
14.977
15.806
16.265
16.784
17.672
1,00% 0,00%
1,00% 0,00%
3,00% 0,00%
3,00% 0,00%
2,00% 1,50%
1,75% 1,30%
1.220.780 1.225.009 99,7%
1.097.357 1.148.814 95,5%
1.034.160 1.046.046 98,9%
960.277 959.656 100,1%
892.425 953.853 93,6%
1.072.809 815.835 131,5%
113,4%
114,5%
114,6%
115,3%
120,6%
116,1%
2,2%
2,6%
3,3%
3,9%
3,6%
4,8%
44.486 362.346 694.387 11.035 59.620
36.379 419.941 489.399 3.427 107.983
27.926 448.271 424.634 519 132.581
21.209 409.474 408.285 10 127.954
16.673 379.969 518.062 44.112 66.360
30.704 522.835 432.061 11.507 119.085
1.171.874
1.057.129
1.033.931
966.932
1.025.176
1.116.192
Performance Beleggingsrendement in % Benchmark in %
13,6 13,9
7,2 6,4
9,9 5,9
9,5 11,5
-16,2 -14,2
0,6 2,6
Pensioenuitvoering Feitelijke premie Kostendekkende premie Pensioenuitvoeringskosten Uitkeringen
34.463 19.816 2.015 51.963
34.541 19.224 1.885 50.491
37.446 22.598 1.683 48.320
41.683 27.880 1.794 46.662
49.903 35.952 1.426 46.015
21.668 21.156 1.255 43.612
Aantal werkgevers Aantal (gewezen) deelnemers Deelnemers Gewezen deelnemers ("slapers") Pensioengerechtigden
Reglementvariabelen Indexatie actieven per 1-1 Indexatie inactieven per 1-1 Vermogenssituatie Totaal pensioenvermogen Technische voorzieningen Aanwezige dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad Gemiddelde rente technische Voorzieningen Beleggingen Samenstelling portefeuille: • Vastgoed • Aandelen • Vastrentende waarden *) • Derivaten • Overige beleggingen
*) Cijfers 2011 aangepast in verband met gewijzigde classificatie van de achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Deze post is opgenomen onder vorderingen en overlopende activa (was voorheen gegroepeerd onder ‘beleggingen voor risico fonds’).
Jaarrekening 2012
4
Stichting Pensioenfonds Campina
Verslag van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is bevoegd een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het gevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het intern toezicht. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan het recht om advies uit te brengen over bepaalde zaken. Het verantwoordingsorgaan is in 2012 vier keer bijeen geweest, waarvan twee keer gezamenlijk met het bestuur. Het verantwoordingsorgaan heeft zich een oordeel gevormd over het in 2012 gevoerde beleid door het bestuur. Het verantwoordingsorgaan heeft kennisgenomen van formele verantwoordingsdocumenten, waaronder begrepen dit jaarverslag, bevindingen van de externe accountant, de adviserend actuaris en de waarmerkend actuaris en alle verslagen van de in 2012 gehouden bestuursvergaderingen. Tevens is het verantwoordingsorgaan in staat gesteld vragen te stellen aan de externe accountant en beide actuarissen. Oordeel betreffende het jaar 2012 Het verantwoordingsorgaan van de stichting heeft zich een oordeel gevormd over het in 2012 gevoerde beleid door het bestuur. Dit oordeel is met het bestuur besproken tijdens een gecombineerde vergadering op 25 april 2013 waarna is besloten tot het volgende definitieve oordeel. Het verantwoordingsorgaan heeft gedurende 2012 kennis genomen van de verslagen van de bestuursvergaderingen en naar aanleiding daarvan opgevraagde beleidsnotities, de inhoud van dit jaarverslag, van de verstrekte mondelinge toelichting door het bestuur, van de rapporten van de adviserend en de waarmerkend actuaris, van het accountantsverslag en van andere stukken waaruit het handelen van het bestuur, het door het bestuur gevoerde beleid en de door het bestuur gemaakte beleidskeuzes blijken. Het verantwoordingsorgaan is positief over de doorgevoerde aanpassingen in het beleggingsbeleid, waarbij er een matching portefeuille en een rendementsportefeuille worden aangehouden. Door middel van de matching portefeuille wordt 51% van het renterisico van het fonds afgedekt. Het verantwoordingsorgaan is opgelucht dat mede door de goede beleggingsresultaten in 2012, die hoger waren dan de rendementen waarvan in het herstelplan is uitgegaan, kon worden voorkomen dat een mogelijke pensioenverlaging moest worden aangekondigd. Echter de mogelijkheid bestaat dat per 31 december 2013 het fonds nog een dekkingstekort heeft, waardoor er alsnog een korting zal moeten worden doorgevoerd per 1 april 2014. Het verantwoordingsorgaan constateert dat de afhandeling van bepaalde onderwerpen, zoals risicomanagement en aanpassing van het beleggingsbeleid, veel tijd vergt.
Jaarrekening 2012
5
Stichting Pensioenfonds Campina
Het verantwoordingorgaan constateert dat in de loop van 2012 het overleg met de werkgever weer is opgestart om te komen tot een duurzame oplossing van het geschil inzake de vordering van het pensioenfonds op de onderneming uit hoofde van het langlevenrisico. Het bestuur wordt hierbij ondersteund door externe adviseurs voor het uitwerken van diverse opties. Sinds 2008 dringt het verantwoordingsorgaan al aan op een oplossing. Het verantwoordingsorgaan betreurt dat ook in 2012 hiervoor geen oplossing is bereikt. Alle kosten van de toegenomen levensverwachtingen zijn tot nu toe voor rekening van het pensioenfonds gekomen. Mede daardoor is de dreiging van een verlaging van de opgebouwde pensioenen nog steeds aanwezig. Daarnaast wordt op termijn de ruimte voor toeslagverlening voor slapers en gepensioneerden beperkt. Hoewel het overleg met de werkgever nog niet is afgerond en het bestuur nog geen concrete resultaten heeft gemeld, spreekt het verantwoordingsorgaan de hoop en het vertrouwen uit dat de gesprekken over een oplossing van het langlevenrisico en de toekomst van het pensioenfonds in 2013 tot een voor alle partijen bevredigende oplossing zullen leiden. Net als in voorgaande jaren wordt aandacht gevraagd voor het functioneren van het bestuur, waarbij het verantwoordingsorgaan zich zorgen maakt dat het bestuur nog onvoldoende als een eenheid functioneert. In het kader van het belangrijke overleg dat wordt gevoerd over het oplossen van het geschil met de werkgever en de toekomst van het fonds, is het essentieel dat het bestuur als geheel opereert om de belangen van betrokken partijen in de besluitvorming tot recht te laten komen. Het verantwoordingsorgaan vindt het spijtig dat in 2012 door het bestuur geen zelfevaluatie heeft plaatsgevonden en er geen functioneringsgesprekken zijn gevoerd. Het verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur hieraan in het lopend jaar aandacht te besteden. Woerden, 25 april 2013 Het verantwoordingsorgaan
Jaarrekening 2012
6
Stichting Pensioenfonds Campina
Bestuursreactie op het oordeel van het verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft kennis genomen van het oordeel van het verantwoordingsorgaan over het in 2012 gevoerd beleid. In het afgelopen jaar heeft het bestuur veel tijd besteed aan het overleg met de werkgever waarbij de toekomst van het fonds en het oplossen van het langlevendossier centraal stond. Als gevolg hiervan zijn andere, eveneens belangrijke onderwerpen blijven liggen in afwachting van de uitkomsten van het overleg. Het bestuur betreurt het dat het overleg met de werkgevers tot op heden niet heeft geleid tot een concrete oplossing van het geschil dat al enige jaren loopt. Het bestuur is van mening dat zorgvuldig onderzoek is gedaan naar de verschillende scenario’s en dat op korte termijn in het belang van de deelnemers tot een besluit dient te worden gekomen. In de loop van 2013 zal het bestuur aandacht besteden aan zelfevaluatie en zullen functioneringsgesprekken worden gevoerd met de bestuursleden. Tevens zal aandacht worden besteed aan de competenties van het bestuur als geheel.
Verslag van het bestuur Hoofdlijnen Het jaar 2012 werd opnieuw beheerst door het zoeken naar een oplossing voor de Europese schuldencrisis ter voorkoming van het uiteenvallen van de Euro en het vermijden van besmettingsgevaar naar andere delen van de financiële wereld. In juli verklaarde de president van de Europese Centrale Bank er alles aan te doen binnen het mandaat van de centrale bank om de Euro te redden. Dit is onder meer gepaard gegaan met het massaal verstrekken van liquiditeitsinjecties aan de bankensector en het onbeperkt opkopen van staatsobligaties met een looptijd tot 3 jaar door de Europese Centrale Bank om de rente te drukken. Door de dalende rente op de geld- en kapitaalmarkt hebben de financiële markten hiervan geprofiteerd, dat tot uiting is gekomen door de hoge resultaten in 2012 over de volle breedte van de verschillende beleggingscategorieën. Zowel staats- en bedrijfsobligaties, obligaties opkomende markten, aandelen en beursgenoteerd vastgoed hebben goede rendementen getoond. Enerzijds profiteerde het pensioenfonds van de daling van de kapitaalmarktrente door de goede rendementen op de beleggingsportefeuille, maar anderzijds is er een negatieve invloed op de financiële positie van het fonds door de toename van de contante waarde van de pensioenverplichtingen door de lage risicovrije rekenrente. In het najaar van 2012 zijn de contouren van het nieuwe overheidsbeleid voor de pensioensector duidelijk geworden. In het Septemberpakket heeft de regering een aantal belangrijke wijzigingen aangekondigd die voor een deel vooruitlopen op een nieuwe pensioenwet en een nieuw financieel toetsingskader voor pensioenfondsen, die naar verwachting op 1 januari 2015 in werking treden. Het pakket maatregelen, dat een gunstig effect heeft op de dekkingsgraden van de fondsen, draagt bij tot een versterking van de
Jaarrekening 2012
7
Stichting Pensioenfonds Campina
pensioensector, waarbij pensioenfondsen de financiële positie sneller op orde kunnen brengen. De impact van het Septemberpakket verschilt van fonds tot fonds. Als onderdeel van dit pakket is door DNB de rentecurve voor zeer lange looptijden aangepast en in lijn gebracht met de rentecurve die vanaf 20 juni 2012 voor verzekeraars geldt. Deze aanpassing zou de rentecurve minder volatiel maken. Voor looptijden tot 20 jaar is de bestaande methodiek van vaststelling van de rentetermijn structuur toegepast en wel op de waargenomen driemaands gemiddelde zero rente. Voor looptijden vanaf 21 jaar wordt de zero rente aangepast door de onderliggende 1 jaars forward rente te extrapoleren naar de zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR) van 4,2% De UFR heeft er toe geleid dat pensioenfondsen minder gevoelig zijn voor schommelingen van de rente op de financiële markten. Pensioenfondsen met een relatief jong deelnemersbestand hebben sterker geprofiteerd van de introductie van de UFR dan pensioenfondsen met een hoge rijpingsgraad en een gemiddelde korte duration, zoals Pensioenfonds Campina. Het kabinet Rutte-Asscher, dat op 5 november 2012 aantrad, heeft een aantal plannen aangekondigd waarmee de oudedagvoorziening verder wordt versoberd: • De maximum pensioenopbouw wordt beperkt. De opbouw in een middelloonregeling wordt verlaagd van 2,15% naar 1,75%. Eerder was het percentage al verlaagd van 2,25% naar 2,15%; • De AOW-leeftijd wordt geleidelijk verhoogd tot 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021 en vervolgens gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting; • Pensioenopbouw over inkomens boven EUR 100.000 (3 x modaal) wordt niet langer fiscaal gefacilieerd; • De partnertoeslag voor AOW gerechtigden wordt vanaf 1 juli 2014 ingeperkt voor inkomens vanaf EUR 50.000; • De duur van de ANW uitkering wordt beperkt tot 1 jaar. In het boekjaar 2012 heeft het bestuur veel aandacht geschonken aan het overleg met FrieslandCampina over de gevolgen van de kosten van het langlevenrisico en over de toekomst van het fonds. FrieslandCampina heeft zich daarbij duidelijk uitgesproken over het meest wenselijke scenario, waarbij de toekomstige pensioenopbouw van de actieve deelnemers worden ondergebracht bij een verzekeraar via een collectieve waardeoverdracht. De positie van het fonds en de daarin achterblijvende gepensioneerden en slapers zal hierdoor wijzigen. Over de gevolgen van die wijzigingen en over hetgeen daarvoor moet worden geregeld bestaat nog geen overeenstemming met FrieslandCampina. Hieraan kleven tal van aspecten met vaak tegenstrijdige belangen. In 2012 is het beleggingsbeleid van het fonds aangepast waarbij een liability matching portefeuille en een return generating portefeuille is gecreëerd. Via de liability matching portefeuille is circa 51% van het renterisico van het fonds afgedekt. Door middel van deze aanpassingen in het beleggingsbeleid streeft het pensioenfonds naar een beter integraal balansmanagement. Ondanks de hoge volatiliteit op de financiële markten in met name het voorjaar van 2012 was er sprake van een goed beleggingsjaar, waarbij het pensioenvermogen opliep van EUR 1.097 miljoen naar EUR 1.221 miljoen. Door de rentedaling nam de voorziening voor pensioenverplichting toe tot EUR 1.225 miljoen.
Jaarrekening 2012
8
Stichting Pensioenfonds Campina
In oktober 2012 heeft het pensioenfonds de nieuwe Prognosetafel 2012-2062 van het Actuarieel Genootschap ingevoerd, waarbij een nieuwe inschatting is gemaakt van de overlevingskansen. Uitkomst van de nieuwe prognosetafel is een toegenomen levensverwachting van zowel mannen als vrouwen ten opzicht van de vorige prognosetafel van 2010. De kosten voor het pensioenfonds voor de nieuwe prognosetafel bedroeg EUR 11,6 miljoen. De impact van de actualisering van de prognosetafel op de dekkingsgraad is circa -0,9%. Ondanks de negatieve impact van de invoering van de prognosetafel verbeterde de dekkingsgraad van 95,5% eind 2011 tot 99,7% eind 2012, waarbij het fonds profiteerde van de goede beleggingsresultaten en introductie van de UFR. De gemiddelde rentevoet van de pensioenverplichtingen daalde in 2012 van 2,6% naar 2,2%. Gelet op de afbouw van de schulden door de Europese overheden en de matige economische vooruitzichten verwacht het bestuur geen snelle verbetering van de financiële positie. In onderstaande grafiek is het maandverloop van de dekkingsgraad, het totaal aan beleggingen en de voorziening voor pensioenverplichtingen weergegeven. De grafiek toont dat vanaf september 2012 de voorziening pensioenverplichtingen daalt na de introductie van de UFR. Het herstel van de dekkingsgraad is in het bijzonder toe te schrijven aan de goede beleggingsresultaten in de tweede helft van het jaar in combinatie met de nieuwe rekenrente.
115,0
1.300
110,0
1.250
105,0
1.200
100,0
1.150
95,0
1.100
90,0
1.050 dec-11
jan-12
feb-12
mrt-12
apr-12
mei-12
jun-12
Dekkingsgraad
Jaarrekening 2012
Waarde in miljoenen €
Dekkingsgraad in procentpunten
Verloop beleggingen, VPV en dekkingsgraad in 2012
jul-12
aug-12 sep-12
Fondsvermogen
okt-12
nov-12 dec-12
VPV
9
Stichting Pensioenfonds Campina
Bestuur Het bestuur is in 2012 negen keer bijeen geweest, waarvan twee keer gezamenlijk met het verantwoordingsorgaan en eenmaal in het kader van de jaarlijkse themadag. Op die dag is wederom aandacht geschonken aan het eigen functioneren. De heer C.F. Hammer is in oktober als bestuurslid namens de werkgevers toegetreden tot het bestuur in de plaats van de heer A.J. Ooijen. De heer Hammer is niet in dienst van een van de werkgevers. Voor het eind 2012 zittende bestuur geldt het onderstaande rooster van aftreden. Naam
Functie
A.W.M. Fakkert C.F. Hammer A.J.M. Claassen S.A. Molenaar H.J. Vellenga
Secretaris
vertegenwoordiging duur aftreden Werkgever Werkgever
4 4
01-04-2013 01-01-2016
Werknemers Werknemers Werknemers
4 4 4
01-01-2015 01-01-2014 01-07-2014
4 4 4
01-01-2016 16-12-2013 16-12-2013
C. de Ridder Voorzitter Gepensioneerden C.J. van der Velde Gepensioneerden F. Verveld Gepensioneerden
Begin 2013 is de heer Fakkert door de werkgever voorgedragen voor een nieuw zittingstermijn van 4 jaar, waar het bestuur mee heeft ingestemd. Pensioenbureau Op 1 december 2012 heeft de heer J.C. van Ofwegen afscheid genomen als directeur van het pensioenfonds. Het bestuur dankt de heer Van Ofwegen voor zijn jarenlange ondersteuning en inzet bij het fonds. Zijn opvolger is de heer C. Spaans. Stelselwijzigingen In 2012 hebben geen stelselwijzigingen plaatsgevonden. Herstelplan In 2008 is door de kredietcrisis en de dalende rente een dekkingstekort ontstaan. Het fonds heeft in 2009 een herstelplan bij DNB ingediend. Op grond van de in 2011 uitgevoerde ALM-studie is besloten om het tijdelijk lager aandelenniveau te continueren. Dat heeft geleid tot een gewijzigd herstelplan, dat op 31 augustus 2011 bij DNB is ingediend. De dekkingsgraad per 31 december 2011 geldt als startpunt voor dit gewijzigde herstelplan. De tijdstippen waarop aan het (minimum) vereist eigen vermogen dient te worden voldaan zijn niet gewijzigd. Het fonds heeft gebruik gemaakt van de eenmalige mogelijkheid om binnen vijf in plaats van drie jaar het minimaal vereist eigen vermogen te bereiken. Het dekkingstekort dient uiterlijk 31 december 2013 te zijn opgeheven. Eind 2023 moet het fonds weer beschikken over het vereist eigen vermogen.
Jaarrekening 2012
10
Stichting Pensioenfonds Campina
Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. De rendementsverwachtingen voldoen zowel aan de oude als aan de nieuwe parameters. Door de modelmatige aanpak is het herstelplan een benadering van de werkelijkheid. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad, waardoor de financiële positie van het fonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. De belangrijkste uitgangspunten van het (gewijzigde) herstelplan zijn: • Een door de werkgevers jaarlijks te betalen extra premie van 1% van de pensioenverplichtingen, welke extra premie eind van de jaren 2008 t/m 2012 verschuldigd was. Deze extra premie gedurende maximaal vijf jaar vloeit voort uit de afspraken die gemaakt zijn tussen de VGC, het fonds en de werkgevers. • Op grond van dezelfde afspraken zullen de gepensioneerden en de slapers eerst een indexatie ontvangen als de dekkingsgraad weer boven de 115% komt. Tot een dekkingsgraad van 125% is sprake van een gedeeltelijke indexatie. • Het opgebouwde pensioen van de actieven wordt wel aangepast. Deze aanpassing volgt de algemene loonronden en is maximaal 3%. Voor deze aanpassing, die is voorgeschreven op grond van de CAO inzake pensioenen, wordt een kostendekkende premie betaald, welke bijdraagt aan het herstel totdat het vereist eigen vermogen weer in tact is. • De in het oorspronkelijke herstelplan voorziene verhoging van het aandelenniveau van 30,5% naar 38% begin 2011 is achterwege gebleven en vervangen door een gelijkblijvend aandelenniveau van 30,5%. De maatregelen waarmee in het in 2011 gewijzigde herstelplan rekening is gehouden hebben de volgende effecten op de dekkingsgraad. Daarbij is uitgegaan van de feitelijke situatie per 31 december 2010.
Ingediend herstelplan 2011 Dekkingsgraad per 31 december 2010, respectievelijk per 31 december 2013 De werkgever betaalt in de jaren 2012 en Premie 2013 een extra premie boven de kostendekkende premie SturingsGeen toeslagverlening gepensioneerden en Indexatie middelen slapers tot 2015 en daarna gedeeltelijk Verschil tussen het gemiddelde Beleggingen jaarrendement van 5,1% en de oprenting van de pensioenverplichtingen Rentetermijnstructuur Aanpassing van de rentecurve Overige Waaronder effecten waardeoverdracht en uitkeringen Dekkingsgraad per 31 december 2013, respectievelijk per 31 december 2023 Dekkingsgraad behorend bij minimaal vereist eigen vermogen per 31 december 2013, respectievelijk vereist eigen vermogen per 31 december 2023
Jaarrekening 2012
Effect op de dekkingsgraad (in %) Korte Lange termijn termijn 98,9 112,3
2,5
-0,7
0,0
-10,1
9,8 0,0
10,3 0,0
1,1 112,3
12,0 123,8
105,0
114,6
11
Stichting Pensioenfonds Campina
Uitgaande van de werkelijke dekkingsgraad eind 2011 heeft de dekkingsgraad zich ten opzichte van het gewijzigde herstelplan als volgt ontwikkeld: Realisatie 2012 Dekkingsgraad per 1 januari 2012 De werkgever heeft gedurende het jaar een solvabiliteitsopslag betaald van 14,5%. Voorts zijn extra premies voldaan ter Premie grootte van 4% van de loonsom en 1% van de voorziening voor Sturingspensioenverplichtingen middelen Geen toeslagverlening gepensioneerden en Indexatie slapers tot 2015 en daarna gedeeltelijk *) Verschil tussen het gemiddelde Beleggingen jaarrendement van 5,1% en de oprenting van de pensioenverplichtingen Rentetermijnstructuur Wijziging in de loop van het jaar Overige Waaronder effecten waardeoverdracht en uitkeringen Dekkingsgraad per 31 december 2012 Vereiste dekkingsgraad (vereist eigen vermogen)
Effect op de dekkingsgraad (in %) Verwacht Werkelijk 2012 2012 95,5 95,5
1,6
1,5
0,0
0,0
3,3 0,0
10,9 -7,3
-0,1 100,3 114,5
-0,9 99,7 113,4
*) Het jaar na het bereiken van een dekkingsgraad van 115%; kan door een van het plan afwijkende feitelijke ontwikkeling jaarlijks veranderen.
De achterstand op het oorspronkelijke pad voor herstel is licht toegenomen. In het gewijzigde herstelplan had de dekkingsgraad eind 2012 108,6% dienen te bedragen, de werkelijke dekkingsgraad ligt daar 8,9% onder (2011: 8,8%). Op grond van de verwachte ontwikkeling ultimo 2011 was een dekkingsgraad ultimo 2012 van 100,3% verwacht. De werkelijke dekkingsgraad ligt daar 0,6% onder. Met name door de verdere daling van de rentetermijnstructuur in 2012 (en de daarmee gestegen voorziening pensioenverplichtingen) is de dekkingsgraad ultimo 2012 lager dan de verwachte dekkingsgraad.
Jaarrekening 2012
12
Stichting Pensioenfonds Campina
Dekkingsgraad in procentpunten
Ontwikkeling herstelplan 110%
105% 100,3%
100% 99,7% 95,5%
95%
95,5%
95,1%
95,6%
96,4% 95,4%
96,1%
95,1%
94,8%
96,4%
97,2%
94,8%
91,9%
90%
85%
Dekkingsgraad Verwachte dekkingsgraad gewijzigd herstelplan
Verlaging van aanspraken en rechten Als uiterste maatregel in het herstelplan heeft het fonds de mogelijkheid om de opgebouwde aanspraken van (gewezen) deelnemers en ingegane pensioenen van pensioengerechtigden te verlagen (‘afstempelen’).
Bij de evaluatie van het herstelplan begin 2013 heeft het bestuur geconcludeerd dat het fonds zich nog bevindt op het herstelpad om binnen de wettelijk gestelde termijn (uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist eigen vermogen (104,1%) te bereiken. Het doorvoeren van een korting is dus weliswaar niet nodig, maar het pensioenfonds loopt achter ten opzichte van het gewijzigde herstelpad. Dit wordt in het bijzonder veroorzaakt door de dalende kapitaalmarktrente. Het herstel is precair. Tegenvallende beleggingsopbrengsten of een dalende kapitaalmarktrente kunnen er toe leiden dat bij de evaluatie van het herstelplan in december 2013 alsnog tot een pensioenverlaging zal moeten worden besloten, welke verlaging dan per 1 april 2014 zal moeten worden doorgevoerd. Premiestelling 2012 Bij de premies voor 2012 wordt uitgegaan van de huidige uitvoeringsovereenkomst, waarin de extra premies die zijn overeengekomen met de VGC zijn opgenomen. Geen rekening wordt gehouden met extra premies uit hoofde van de discussies met FrieslandCampina over de kosten van het langlevenrisico en de mogelijke collectieve waardeoverdracht van de opgebouwde aanspraken van de actieve deelnemers. Pensioenregister (bedragen in EUR)
In 2011 is het pensioenregister van start gegaan. Via de website mijnpensioenoverzicht.nl kan met gebruikmaking van de DigiD-code en een Burgerservicenummer worden nagegaan op welke pensioenaanspraken bij SVB (AOW), verzekeraars en pensioenfondsen aanspraak gemaakt kan worden.
Jaarrekening 2012
13
Stichting Pensioenfonds Campina
De gegevens zijn gebaseerd op het laatst verstrekte uniform pensioenoverzicht en kan worden opgehaald bij de betreffende instelling. Sinds 2012 worden ook netto maandbedragen getoond voor het totaal aan pensioenaanspraken, waardoor het inzicht van deelnemers sterk is verbeterd. Voor de beschikbaarheid van de te raadplegen gegevens heeft het fonds afspraken gemaakt met de leverancier van het pensioenprogramma. De kosten van het pensioenregister worden door de pensioenuitvoerders opgebracht. Over 2012 is EUR 0,49 per actieve deelnemer in rekening gebracht. Daarnaast is jaarlijks een bedrag van EUR 0,15 per verzekerde met niet-ingegaan pensioen verschuldigd voor het gebruik van het uitwisselingsplatform van de leverancier van het pensioenprogramma. SEPA Op 1 februari 2014 schakelen Europese landen over naar een uniforme betaalmarkt ofwel ‘Single Euro Payment Area’ (SEPA). Daarbij komt het gebruik van nationale rekeningnummers te vervallen en wordt het gebruik van een Europees bankrekeningnummer (IBAN nummer) verplicht. Dit betekent dat grootzakelijke gebruikers, zoals pensioenfondsen, uiterlijk 1 juli 2013 gereed moeten zijn voor de hiervoor benodigde aanpassingen. Het fonds behoort tot 200 geselecteerde grote instanties waarvan het aanpassingstraject nauwlettend door DNB wordt gevolgd. Mede door de overgang op het nieuwe pensioenuitbetalingssysteem van RAET zal het pensioenfonds voor 1 juli 2013 in staat zijn om op het IBAN nummer uit te betalen. Langlevenrisico Overgang op prognosetafel 2005 - 2050 De invoering van de AG Prognosetafel 2005-2050 in 2007 en de AG Prognosetafel 20102060 in 2010, heeft geleid tot een dispuut met de werkgevers wie de financiële gevolgen dient te dragen van de invoering van deze tafel. In het verleden, voor 2007, zijn de gevolgen van de wijziging van de sterftetafel ten laste van de werkgevers gekomen. De nota’s betreffende de kosten van de verzwaring van de sterftetafels zijn verstuurd aan de werkgevers. De werkgevers wijzen deze vorderingen af. Deze nota’s zijn als een niet uit de balans blijkende vordering opgenomen in de jaarrekening en hebben noch het vermogen noch het resultaat beïnvloed. Ook in 2012, bij het toepassen van de prognosetafel 2012-2062, is de voorziening voor pensioenverplichtingen verhoogd. Voor zover deze verhoging betrekking heeft op de actieven, is het bestuur van oordeel dat dit voor rekening van de werkgevers dient te komen. Vanwege het intensieve overleg om te komen tot een oplossing is voor deze in 2012 opgekomen kosten nog geen nota verzonden. Het bestuur heeft in 2011 maatregelen genomen tot invordering van de nota’s. Na overleg met de werkgevers zijn deze maatregelen opgeschort in afwachting van het resultaat van verdere onderhandelingen met de werkgever. De werkgever heeft aangegeven mee te willen denken aan een oplossing, maar met de kanttekening dat zij de vordering inzake de verzwaring van de sterftegrondslagen blijft betwisten. Bij dit overleg is ook de vordering van de werkgever inzake vroegpensioen mede in aanmerking genomen. In de totale deal zou deze vordering kunnen vrijvallen ten gunste van het fonds. Bij de vaststelling van de jaarstukken van 2011 is deze voorziening, de stand van
Jaarrekening 2012
14
Stichting Pensioenfonds Campina
de onderhandelingen op dat moment in aanmerking nemende, vrijgevallen en toegevoegd aan de vrije reserve. Een onderhandelingsdelegatie van het bestuur, bestaande uit een aantal vertegenwoordigers van de werknemers en van de gepensioneerden heeft intensief overleg gevoerd met de werkgever over het langlevenrisico en mogelijke toekomstscenario’s voor het pensioenfonds. Ook DNB heeft in haar schrijven van november 2012 aangedrongen op een oplossing binnen afzienbare tijd van dit dossier. Vele oplossingsmogelijkheden zijn in de loop der tijd de revue gepasseerd, van het liquideren van het fonds, waarbij het verleden en de toekomst worden ondergebracht bij een verzekeraar tot een splitsing van de toekomst en verleden over verschillende pensioenuitvoerders. Daarnaast heeft het pensioenfonds een zelfstandig onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de toekomst van het pensioenfonds. Deze scenario’s zijn door de onderhandelingsdelegatie voorgelegd aan de werkgever. Ervaringssterfte Het resultaat op langleven 2012 is toegenomen ten opzichte van vorig jaar door zowel een toename van het aantal overlijdensgevallen als een toename van de hoogte van de vrijval van de voorziening voor de overledenen. Met name in de groep slapers is door overlijden van het aantal deelnemers een relatief hoge voorziening vrijgevallen. Het resultaat op kort leven is in 2012 lager dan in 2011 en 2010, met name als gevolg van een toename van het toegekend nabestaandenpensioen. Doordat in 2012 meer deelnemers zijn overleden, is tevens meer nabestaandenpensioen toegekend dan in 2011. De actuaris heeft na analyses geadviseerd om de correctiefactoren die in 2011 zijn toegepast, ook bij de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen ultimo 2012 te hanteren. Toekomstige positie van het fonds In 2011 heeft FrieslandCampina een toelichting gegeven voor het bestuur en het verantwoordingsorgaan op de door FrieslandCampina gewenste toekomstige pensioenregelingen en de uitvoering daarvan. De voorkeur van FrieslandCampina gaat uit naar pensioenopbouw voor de huidige deelnemers bij een verzekeraar, met collectieve waardeoverdracht van de door hen bij het fonds opgebouwde aanspraken. Met betrekking tot de positie van de gepensioneerden en de slapers heeft FrieslandCampina geen voorkeur aangegeven. Het is volgens FrieslandCampina aan het bestuur om daarover besluiten te nemen. Naar aanleiding hiervan is een aantal malen overlegd met FrieslandCampina over de consequenties voor het fonds als dit voorkeursscenario tot uitvoering wordt gebracht. Daarbij heeft FrieslandCampina aangegeven dat een oplossing voor die consequenties tevens een oplossing dient te omvatten voor de lopende discussies over het langlevenrisico. Binnen het bestuur bestaat geen overeenstemming over deze koppeling. Door de actuaris van het fonds zijn berekeningen gemaakt over de financiële gevolgen voor het fonds van zowel het besluit van eind 2008 om geen nieuwe deelnemers meer aan te melden, als van een mogelijke collectieve waardeoverdracht van de nog bij het fonds verzekerde deelnemers. Over de uitkomsten van deze berekeningen verschillen het fonds en FrieslandCampina substantieel van mening.
Jaarrekening 2012
15
Stichting Pensioenfonds Campina
FrieslandCampina onderzoekt het fonds de verschillende mogelijkheden om voor verschillende groepen deelnemers, tezamen of afzonderlijk, door middel van een collectieve waardeoverdracht de aanspraken en rechten bij een andere pensioenuitvoerder onder te brengen en welke voorwaarden daarvoor zullen gelden. Bij de definitieve beoordeling zal het bestuur moeten vaststellen dat de positie vóór en na de collectieve waardeoverdracht voor alle geledingen evenwichtig is. Daarbij zal met name aandacht moeten worden geschonken aan de kansen op toeslagverlening en pensioenverlaging vóór en na de waardeoverdracht. Goed pensioenfondsbestuur Pensioenfondsen dienen onder de Pensioenwet hun organisatie zodanig in te richten dat goed bestuur gewaarborgd is. Daarbij dient voldaan te worden aan de door de Stichting van de Arbeid (STAR) vastgestelde principes voor goed pensioenfondsbestuur. Die principes zien ondermeer op het afleggen van verantwoording, het regelen van intern toezicht, het functioneren van het bestuur en op de communicatie. Verantwoording Het fonds heeft een verantwoordingsorgaan ingesteld. Tot de rechten van het verantwoordingsorgaan behoort het recht op een reactie van het bestuur op het oordeel dat het verantwoordingsorgaan ten aanzien van het uitgevoerde beleid heeft gegeven. Intern toezicht In 2011 is door de visitatiecommissie verslag uitgebracht aan het bestuur. De volgende visitatie zal plaatsvinden in de tweede helft van 2014. Klachten- en geschillenregeling Het fonds heeft sinds begin 2012 een klachten- en geschillenregeling. Daarin wordt voorzien in een afhandeling door de directeur en in tweede instantie het bestuur. In 2012 is een geschil en een klacht in beide instanties behandeld en afgedaan. Met betrekking tot de klacht is geoordeeld dat deze terecht was, maar dat het pensioenbureau adequaat heeft gehandeld om de negatieve gevolgen voor de betrokkene te ondervangen. Ten aanzien van het geschil is de betrokkene in het ongelijk gesteld. De betrokkene heeft zich vervolgens gewend tot de Ombudsman Pensioenen, die heeft geoordeeld dat het fonds op juiste wijze het reglement heeft toegepast. Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving. Ter beperking van het risico hanteert het fonds een checklist wet- en regelgeving, aan de hand waarvan kan worden vastgesteld aan welke verplichtingen moet zijn voldaan bij situaties die regelmatig aan de orde zijn bij het fonds. Deskundigheidsbevordering en evaluatie functioneren Door de toenemende complexiteit van de regelgeving rond pensioen worden steeds hogere eisen gesteld aan de deskundigheid van bestuursleden. Dat heeft geleid tot een Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering van de pensioenkoepels. Daarin zijn de deskundigheidseisen vastgelegd waaraan individuele bestuurders en het bestuur als geheel dienen te voldoen. Daarnaast dient op grond van de principes voor goed
Jaarrekening 2012
16
Stichting Pensioenfonds Campina
pensioenfondsbestuur van de STAR een procedure te worden vastgesteld voor een periodieke evaluatie van het functioneren van het bestuur. De wijze waarop het bestuur de vereiste deskundigheid waarborgt en bevordert is vastgelegd in een deskundigheidsplan. Zie ook het onderdeel fondsstukken. In het deskundigheidsplan is de deskundigheid per beleidsbepaler vastgelegd. Die deskundigheid is gebaseerd op de uitkomsten van een afgelegde deskundigheidstoets. Bij nieuwe bestuursleden wordt de deskundigheid op de onderscheiden aandachtsgebieden tot het afleggen van zo’n toets gebaseerd op een eigen opgave. Omdat uit onderzoeken is gebleken dat de deskundigheid van pensioenfondsbestuurders verbetering behoeft, hebben DNB en AFM de beleidsregel Deskundigheid vastgesteld, die vanaf 1 januari 2012 van toepassing is. Daarin zijn nadere regels opgenomen met betrekking tot de toetsing en benoeming van bestuurders en andere medebeleidsbepalers. Naast kennis, inzicht en beoordelingsvermogen zullen bestuurders en andere medebeleidsbepalers van pensioenfondsen ook in meer of mindere mate over bepaalde competenties dienen te beschikken. De voor de functie vereiste deskundigheid dient te worden vastgelegd in een functieprofiel. Het bestuur dient bij toetreding van nieuwe bestuurders en andere medebeleidsbepalers na te gaan of deze voldoen aan het functieprofiel en zal inzicht moeten geven in de besluitvorming hierover. Ook is in 2012 met het oog op de deskundigheidsbevordering weer een themadag gehouden voor het bestuur en bepaalde medewerk(st)ers van het pensioenbureau. Daarbij is ingegaan op de uitkomsten van de ALM-studie en is aandacht geschonken aan het risicomanagement. Tevens is onder leiding van een onafhankelijk derde het functioneren van het bestuur als geheel aan de orde gekomen. Communicatie Bij het fonds is een communicatiecommissie belast met de niet wettelijk voorgeschreven communicatie. Met die aanvullende communicatie wordt beoogd bij aanspraak- en pensioengerechtigden onduidelijkheden op pensioengebied weg te nemen. Daarnaast dient de aanvullende communicatie om de van actieve deelnemers verlangde keuzes met betrekking tot hun pensioen te vergemakkelijken en hun pensioenbewustzijn te vergroten. Tenslotte is het wenselijk dat de communicatie bijdraagt aan het vertrouwen in het fonds en de daaraan verbonden onderneming. Bij de communicatie dient minimaal te zijn voldaan aan de verplichtingen van de Pensioenwet en de zorgplicht die naar maatschappelijke opvattingen op een pensioenuitvoerder rust. In 2012 zijn drie nieuwsbrieven uitgebracht. Een belangrijk terugkerend thema daarin was de actuele financiële situatie bij het fonds en de mogelijke gevolgen die dat voor de aanspraak- en pensioengerechtigden zou kunnen hebben. Daarnaast fungeert een lezerspanel ter vergroting van de duidelijkheid en begrijpelijkheid van alle communicatie van het fonds, met uitzondering van de communicatie waarbij voorgeschreven modellen gehanteerd moeten worden, zoals bij de UPO’s.
Jaarrekening 2012
17
Stichting Pensioenfonds Campina
Vergoedingsregeling (bedragen in EUR)
Voor de werkzaamheden ten behoeve van het fonds is een vergoedingsregeling van toepassing voor leden van het bestuur, de beleggingscommissie, de communicatiecommissie en het verantwoordingsorgaan. De leden van deze organen die niet in dienst zijn bij een van de werkgevers, ontvangen in principe de volgende vergoedingen per bijgewoonde vergadering: Bestuur en beleggingscommissie EUR 300; Verantwoordingsorgaan en communicatiecommissie EUR 150. In 2012 is in totaal EUR 23.550 (2011: EUR 24.000) aan vergoedingen betaald. Uitbesteding Met de fiduciair manager, de custodian en de vermogensbeheerders zijn overeenkomsten gesloten, waarin de dienstverlening en de daarbij in acht te nemen voorwaarden zijn vastgelegd. Beheerste en integere bedrijfsvoering Een pensioenfonds moet zijn organisatie zodanig inrichten dat het een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt. Daarbij gaat het om de beheersing van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico’s, de integriteit van personen betrokken bij het fonds, de waarborging van de soliditeit van het fonds en het beheersen van de financiële positie op de lange termijn door periodieke continuïteitsanalyses. Bij maatregelen ter waarborging van de soliditeit gaat het zowel om de beheersing van de financiële risico’s als van andere risico’s die de soliditeit van het fonds kunnen aantasten. Voor het beleid ten aanzien van de belangrijkste risico’s wordt verwezen naar de risicoparagraaf in dit jaarverslag. Naleving gedragscode Naar aanleiding van de over 2011 verstrekte verklaringen over de naleving van de gedragcode heeft het Nederlands Compliance Instituut verklaard dat alle verbonden personen een verklaring inzake de gedragscode hebben ondertekend en dat geen overtredingen van de gedragscode zijn geconstateerd. Voor het jaar 2012 zijn begin 2013 door alle verbonden personen verklaringen afgegeven over de naleving van de gedragscode in 2012. Integriteit Het integriteitsbeleid van het fonds is vastgelegd in een bijlage bij de ABTN. De vastlegging omvat een aantal mogelijke maatregelen met betrekking tot personen teneinde een integere bedrijfsvoering te waarborgen. Beheersing bedrijfsprocessen Het fonds besteedt de uitvoering van het beleggingsbeleid en de hiermee verbonden financiële administratie uit bij Goldman Sachs Asset Management en Northern Trust. Met beide instellingen voert het fonds frequent en intensief overleg en zijn uitgebreide rapporteringen overeengekomen. Hierdoor wordt een goed beeld verkregen van het functioneren van deze managers. Door Northern Trust en Goldman Sachs worden periodiek SSAE 16 verklaringen afgegeven, zodat zekerheid bestaat over de administratieve organisatie waarbinnen de uitbestede werkzaamheden worden verricht en de daarbij in acht
Jaarrekening 2012
18
Stichting Pensioenfonds Campina
genomen compliance. Deze rapporten worden vergeleken met hetgeen over die werkzaamheden is vastgelegd in de overeenkomsten met deze dienstverleners. Geconstateerde verschillen worden met de dienstverleners besproken. In 2011 is met Goldman Sachs Asset Management een Service Level Agreement gesloten, als aanvulling op de fiduciaire managementovereenkomst. Daarin zijn nadere afspraken gemaakt over de advisering en de periodiek te verstrekken rapportages. De werkzaamheden van Goldman Sachs Asset Management op het terrein van risicometing en -rapportering zijn in 2011 door een externe deskundige beoordeeld. Naar aanleiding daarvan is geconcludeerd dat de risicometing en -rapportering voldoet aan de daaraan te stellen eisen. In 2012 is door het pensioenbureau een risicomanagement inventarisatie gemaakt, dat in het bestuur en de beleggingscommissie is behandeld. Deze inventarisatie vormt de basis van het opzetten van integraal risicomanagement systeem waarbij eventuele aanvullende beheersingsmaatregelen zullen worden genomen voor het mitigeren van de risico’s. In de tweede helft van 2013 zal dit ter hand zal worden genomen en wordt onderzocht welke aanvullende beheersingsmaatregelen nodig zijn. Voorzover het fonds werkzaamheden zelf uitvoert geschiedt dit door personeel in dienst van een van de werkgevers, aangevuld met ingehuurde krachten. Ook wordt gebruik gemaakt van de automatiseringsafdeling van die werkgever. Om de continuïteit van de personele beschikbaarheid en de bijkomende dienstverlening te waarborgen bestaan schriftelijke afspraken tussen het fonds en de werkgever. Een van de belangrijkste hulpmiddelen voor de pensioenuitvoering is het pensioenadministratiepakket. In de tweede helft van 2012 zijn voorbereidingen getroffen voor het overgaan op een nieuw pensioenuitbetalingssysteem van RAET, dat in januari 2013 succesvol is ingevoerd. Quinto-P DNB heeft de afgelopen jaren bij een aantal pensioenfondsen onderzoek gedaan naar de kwaliteit van pensioenadminstratie. Daarbij is vastgesteld dat in een aantal gevallen de aanspraakberekeningen onjuist waren. Naar aanleiding daarvan heeft DNB alle pensioenfondsen gevraagd zelf een onderzoek in te (laten) stellen. Het pensioenfonds heeft hiervoor een plan van aanpak opgesteld dat voorziet in een feitelijk onderzoek in de loop van 2013. Het onderzoek zal na afloop worden gecontroleerd door de externe accountant. Toezicht door DNB (bedragen in EUR)
In de Pensioenwet is geregeld dat DNB belast is met het prudentieel toezicht, waaronder het toezicht op de financiële gang van zaken. De kosten van het toezicht door DNB worden door de pensioenfondsen gedragen. Voor het jaar 2012 is EUR 77.539 in rekening gebracht (in 2011: EUR 70.896), welke kosten zijn opgenomen in de kostendekkende premie. In 2012 heeft met DNB overleg plaatsgevonden over de vordering op de werkgever inzake het langlevenrisico en de toekomst van het pensioenfonds. In november 2012 heeft DNB het fonds opgedragen een onderzoek te doen naar de mogelijke toekomstscenario’s en de effecten voor de verschillende groepen van deelnemers naar aanleiding van de door de werkgever geschetste opties. Dit heeft geleidt tot het opstellen van een plan van aanpak dat is ingediend bij DNB. Het fonds informeert DNB periodiek over de voortgang van het overleg met de werkgever en de tussentijdse besluitvorming in het bestuur.
Jaarrekening 2012
19
Stichting Pensioenfonds Campina
In 2012 is het fonds door DNB geselecteerd voor een onderzoek risicobeheersing bij gesloten pensioenfondsen. Hierbij is een inventarisatie verricht naar beheersingsmaatregelen van specifieke risico’s die gerelateerd zijn aan pensioenfondsen waarbij geen actieve deelnemers meer toetreden tot de populatie van het fonds. Begin 2013 zijn de bevindingen van het interne onderzoek aan DNB gerapporteerd. In het verslagjaar zijn door DNB geen boetes of dwangsommen opgelegd. Evenmin is een aanwijzing gegeven als bedoeld in artikel 171 van de Pensioenwet of een bewindvoerder aangesteld als bedoeld in artikel 173 van de Pensioenwet. Toezicht door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) (bedragen in EUR)
Op grond van de Pensioenwet is AFM belast met het gedragstoezicht, waaronder te verstaan het toezicht gericht op de naleving van normen ten aanzien van de voorlichting en ten aanzien van het begrenzen van beleggingsvrijheid bij eigen beleggingskeuzes voor de deelnemers. Daarnaast is AFM op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) belast met het effectentypisch gedragstoezicht. Brieven en rapportages van AFM en eventuele reacties van de zijde van het pensioenbureau zijn steeds binnen het bestuur besproken. De kosten van het toezicht door AFM worden door de pensioenfondsen gedragen. Voor het jaar 2012 is EUR 6.960 aan het fonds in rekening gebracht (voor 2011: EUR 10.560). In het verslagjaar zijn door AFM geen boetes of dwangsommen opgelegd. Fondsstukken Tot de fondsstukken behoren alle documenten waarover een pensioenfonds op grond van de regelgeving dient of geacht wordt te beschikken. Daartoe kunnen worden gerekend: de statuten, het pensioenreglement, de ABTN, de uitvoeringsovereenkomst, het deskundigheidsplan, het communicatieplan en de gedragscode. In het verslagjaar zijn de statuten, het pensioenreglement, de ABTN en het deskundigheidsplan gewijzigd voor enige niet-materiële kwesties en om rekening te houden met nieuwe regelgeving. Bij materiële, niet wettelijk verplichte, wijzigingen wordt advies gevraagd van het verantwoordingsorgaan. Hieronder wordt ingegaan op hetgeen in die stukken is geregeld en op de in 2012 aangebrachte wijzigingen. Statuten De statuten zijn de regels waarin doel en werking van de stichting zijn vastgelegd. Deze zijn begin 2012 aangepast om rekening te houden met de beleidsregel deskundigheid van DNB/AFM. Pensioenreglement Dit is de door het bestuur opgestelde ‘vertaling’ van de afspraken over pensioen (de pensioenovereenkomst) tussen werknemers en werkgevers, op grond waarvan de deelnemers aanspraak kunnen maken op bepaalde pensioenen. In 2012 is aan het pensioenreglement een klachten- en geschillenregeling toegevoegd. Tevens is eind 2012 besloten om het pensioenreglement aan te passen met het oog op de latere ingangsdatum van de AOW-uitkering. Aan deelnemers zal vanaf 2013 de mogelijkheid worden geboden
Jaarrekening 2012
20
Stichting Pensioenfonds Campina
om het gemis aan AOW-uitkering op te vangen door een tijdelijk ouderdomspensioen. Hierdoor zal het levenslange ouderdomspensioen lager worden. Voorts zijn eind 2012 nieuwe factoren vastgesteld voor de keuzemogelijkheden bij ingang van het pensioen (onder andere hoog/laag, vervroeging, uitruil ouderdomspensioen). In verband met onzekerheid ten aanzien van de rente is besloten deze factoren voor een jaar vast te leggen. Het pensioenreglement bevat een bepaling op grond waarvan het bestuur kan beslissen in situaties die niet in het pensioenreglement zijn geregeld, de zogenaamde hardheidsclausule. In 2012 zijn geen verzoeken om toepassing hiervan gedaan. ABTN De ABTN is het bedrijfsplan van het fonds, waarin onder meer is aangegeven hoe het fonds is georganiseerd, hoe de financiële opzet is, hoe beleggings-, premie- en indexatiebeleid zijn vormgegeven en in welke mate zelf risico wordt gelopen. De ABTN kent diverse bijlagen waarin specifieke aspecten van de bedrijfsvoering nader zijn uitgewerkt, zoals: • de verklaring inzake de beleggingsbeginselen, waarin de hoofdlijnen van het beleggingsbeleid uiteengezet worden; • het directiestatuut, waarin de taken en verantwoordelijkheden van de directeur van het fonds zijn vastgelegd; • het investment policy document, met een gedetailleerde uitwerking van het beleggingsbeleid, waaronder de eisen die worden gesteld aan de beleggingen en de daarvoor in te schakelen vermogensbeheerders en • het integriteitsbeleid met de maatregelen met betrekking tot personen ter waarborging van een integere bedrijfsvoering. In 2012 is de ABTN geactualiseerd voor de inwerkingtreding van het financieel crisisplan ter uitvoering van de Beleidsregel Financieel Crisisplan van DNB. Daarin zijn de maatregelen beschreven die het fonds op korte termijn kan inzetten indien de dekkingsgraad zich beweegt naar een punt waarbij de realisatie van de doelstellingen in gevaar komt. Afhankelijk van de rente en de beleggingsmix ligt dat punt bij een dekkingsgraad tussen 93% en 98%. De maatregelen die het fonds zelfstandig kan nemen zijn aanpassing van het beleggingsbeleid, het niet verlenen van toeslagen en - als uiterste middel - het verlagen van opgebouwde pensioenen. Uitvoeringsovereenkomsten Hierin zijn de afspraken met de werkgevers vastgelegd over de omvang van de verzekering (welke pensioenen en hoeveel), de informatieverstrekking onderling en richting aanspraaken pensioengerechtigden en de premiebetaling. In 2012 zijn geen wijzigingen aangebracht in de van kracht zijnde uitvoeringsovereenkomsten. Deskundigheidsplan In het deskundigheidsplan liggen de eisen vast waaraan bestuursleden en andere personen belast met werkzaamheden voor het fonds moeten voldoen. Daarin zijn ook maatregelen opgenomen die moeten waarborgen dat de vereiste deskundigheid op peil blijft. Het is tevens een instrument om DNB te informeren over de deskundigheid van het bestuur en eventuele andere medebeleidsbepalers en om te kunnen nagaan of wordt voldaan aan de
Jaarrekening 2012
21
Stichting Pensioenfonds Campina
regelgeving op het punt van de deskundigheid. Het deskundigheidsplan is in 2012 aangepast aan de uitkomsten van de gehouden deskundigheidstoets. Gedragscode In de gedragscode zijn gedragsregels opgenomen waaraan alle bij het fonds betrokken personen zich dienen te houden. De gedragscode is tevens bedoeld ter bescherming van de bij het fonds betrokken personen in hun contacten met zakelijke relaties. Met de gedragscode wordt bijgedragen aan het integer functioneren van het fonds ten behoeve van diegenen die bij het fonds belang hebben. Daarmee wordt zowel de goede naam en reputatie van het fonds gediend als het goed functioneren van de pensioensector in Nederland. In 2012 zijn geen wijzigingen aangebracht in de gedragscode. Communicatiebeleidsplan en communicatieuitvoeringsplan Hierin is het door het fonds voorgestane beleid op het gebied van de communicatie vastgelegd, alsmede de wijze waarop dat beleid in de praktijk wordt uitgevoerd. In 2012 zijn geen wijzigingen aangebracht in beide plannen. Verwachte wijzigingen in het komend jaar Het fonds zal aanpassingen doorvoeren voor verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar per 1 januari 2014. Daarnaast zal het fonds zich dienen te buigen over een mogelijke verandering van het bestuursmodel. Of de aanpassingen ook daadwerkelijk moeten worden doorgevoerd hangt af van het overleg over een mogelijke collectieve waardeoverdracht van de door de actieve deelnemers opgebouwde aanspraken. Dat overleg zal in 2013 worden voortgezet.
Beleggingenparagraaf Beleggingsklimaat Het jaar 2012 stond in het teken van het zoeken naar een oplossing van de Europese schuldencrisis. Na lang onderhandelen is er in de zomer van 2012 een extra steunpakket van miljarden euro’s door de EU-landen en het IMF aan Griekenland toegekend en is een deel van de Griekse overheidsschulden kwijtgescholden. In de loop van het jaar verschoof de aandacht naar de schuldproblemen in Spanje, Portugal en Italië, waarbij de rente op staatsobligaties uitgegeven door deze landen sterk fluctueerde. Als gevolg van toegenomen onzekerheden over de terugbetalingscapaciteit van vooral de zuidelijke EU-landen ontstond een vlucht naar eurolanden die de overheidsfinanciën beter op orde hebben. Tegen deze achtergrond stegen de koersen van staatsobligaties uitgegeven door Duitsland, Nederland, Frankrijk, Finland en Oostenrijk en daalden rendementen op deze staatsobligaties tot ongekend lage niveaus in mei en juni. Het rendement op 10-jaar Duitse Bunds bereikte eind mei een ‘laagterecord’ van 1,16% en het rendement op Nederlandse 10 jaar staatsobligaties noteerde 1,50%. De schuldencrisis heeft een negatieve weerslag op de reële economie, waarbij de eurozone als geheel opnieuw in een recessie is terechtgekomen. De economische bedrijvigheid is afgenomen en werkeloosheid is in veel landen opgelopen tot recordhoogten, waarbij de sterkere Eurolanden zeker niet zijn gespaard. Ook in Nederland is de werkeloosheid eind 2012 opgelopen tot 7,2% van de Nederlandse beroepsbevolking. Er is sprake van een
Jaarrekening 2012
22
Stichting Pensioenfonds Campina
record aantal bedrijfssaneringen en faillissementen, waarbij vooral het midden- en kleinbedrijf hard zijn geraakt. De binnenlandse consumptie is zwak als gevolg van een gedaald consumentenvertrouwen. De gemiddelde inflatie in Nederland is opgelopen tot 2,5% over 2012 (2011: 2,3%). Niet alleen de Eurozone worstelt met grote problemen, ook in andere regio’s ontwikkelt de economie zich minder voorspoedig. De Verenigde Staten staat voor de uitdaging om de overheidsuitgaven te verlagen en de Chinese economie koelt sneller af dan verwacht. Opkomende economieën laten een relatief goede ontwikkeling zien. Ondanks de problemen van de wereldeconomie hebben de financiële markten zich gunstig ontwikkeld en nagenoeg alle beleggingscategorieën boekten positieve resultaten. Aandelen stegen wereldwijd gemiddeld met 16% en vastgoed boekte zelfs een toename van 22%. Ook vastrentende waarden hebben over de volle breedte goede resultaten laten zien. Staatsobligaties van de sterke eurolanden profiteerden van de ‘draai’ van beleggers vanuit de zuidelijke landen, maar ook obligaties van opkomende markten boekten goede resultaten. De economieën van deze opkomende landen ontwikkelden zich voorspoedig en de vooruitzichten zijn goed, waarbij de overheden in deze landen hun financiële posities hebben kunnen verbeteren. Voor deze obligaties geldt, net als voor bedrijfsobligaties en high-yield obligaties, dat de risico-opslag in de rente ten opzichte van de ‘veilige' staatsobligaties fors is gedaald. Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van het fonds is erop gericht om de pensioenaanspraken en -rechten veilig te stellen door het behalen van een langetermijnrendement dat minimaal gelijk is aan de rente die gemiddeld bij de berekening van de technische voorzieningen in aanmerking is genomen. Daarboven wordt gestreefd naar een additioneel rendement om de pensioenen van slapers en gepensioneerden jaarlijks te kunnen aanpassen aan de inflatie. Op basis van periodiek uitgevoerde ALM-studies wordt vastgesteld welke beleggingsmix voor de langere termijn wenselijk is, gelet op de pensioenverplichtingen. Door de fiduciair manager worden voorstellen gedaan voor de invulling van de beleggingsmix qua regio’s, sectoren en voor de te selecteren vermogensbeheerders. Daarnaast adviseert de fiduciair manager over alle aspecten van het beleggingsbeleid, onderhoudt de fiduciair manager het contact met de vermogensbeheerders en controleert of de vermogensbeheerders qua beleggingen en risico’s binnen de grenzen van hun mandaat blijven. Namens het bestuur ziet de beleggingscommissie toe op het functioneren van de fiduciair manager, beoordeelt ze de door de fiduciair manager gedane voorstellen en adviseert het bestuur daarover. In 2012 is de beleggingscommissie 7 keer bijeen geweest, waarvan 5 keer met een delegatie van de fiduciair manager. In het afgelopen jaar is de structuur van de beleggingsportefeuille aangepast en meer gericht op een integraal balansmanagement, wat betekent dat de beleggingen van het fonds nauwkeuriger worden afgestemd op de pensioenverplichtingen. Hiertoe is de beleggingsportefeuille gesplitst in enerzijds een ‘liability matching’ portefeuille en anderzijds een ‘return generating’ portefeuille. De implementatie van deze aanpassingen is in twee stappen gebeurd.
Jaarrekening 2012
23
Stichting Pensioenfonds Campina
De liability matching portefeuille heeft als primaire doelstelling het afdekken van de nominaal opgebouwde pensioenaanspraken. Hiertoe wordt de kasstroomprojectie van de opgebouwde pensioenrechten gerepliceerd met vastrentende waarden en derivaten. De liability matching portefeuille is hoofdzakelijk samengesteld uit staatsobligaties met een hoge kredietwaardigheid uit de kern Eurolanden (Duitsland, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk en Finland) en voor een beperkt gedeelte met rente swaps. Als benchmark voor deze portefeuille geldt de contant gemaakte kasstromen van de pensioenverplichtingen, die jaarlijks door de actuaris wordt vastgesteld. Door middel van de liability matching portefeuille wordt circa 51% van het renterisico van het fonds afgedekt. De return generating portefeuille is bedoeld voor het genereren van rendement ter financiering door het innemen van posities op langere termijn. De return generating portefeuille bestaat uit de volgende beleggingscategorieën: • Aandelen (wereldwijd) • Aandelen (opkomende markten) • Vastgoed (wereldwijd) • Bedrijfsobligaties (wereldwijd) • Obligaties opkomende markten (in lokale valuta) • Obligaties opkomende markten (in harde valuta) Het pensioenfonds belegt in drie global tactical asset allocatiefondsen (GTAA fondsen), waarmee een absoluut rendement wordt nagestreefd, ongeacht heersende marktomstandigheden. Deze fondsen hebben een lage correlatie met andere beleggingscategorieën. De beleggingen in GTAA fondsen zijn feitelijk een balansverlenging. De financiële middelen voor deze beleggingen zijn vrijgemaakt door het verkopen van vastrentende waarden; de positie aan vastrentende waarden wordt in de liability matching portefeuille door middel van rente swaps weer teruggebracht op het strategische niveau. Bij de splitsing van de portefeuille is gekozen voor een vaste renteafdekking met periodieke herschikking tussen de liability matching portefeuille en de return generating portefeuille. Binnen de return generating portefeuille wordt herschikking tussen de verschillende beleggingscategorieën per kwartaal bezien. Het valutarisico van in de vreemde valuta genoteerde wereldwijde aandelenbeleggingen en indirecte vastgoedbeleggingen wordt voor 70% afgedekt. Het valutarisico van obligaties opkomende markten in harde valuta en bedrijfsobligaties is volledig afgedekt. Het pensioenfonds heeft voor bepaalde beleggingscategorieën de voorkeur gegeven aan passief beheer, waarmee de kosten worden beperkt. Alleen portefeuilles van obligaties opkomende markten alsmede de GTAA fondsen worden actief beheerd. In 2011 is besloten om de posities van hedge funds af te bouwen, waarbij de vrijgekomen middelen zijn herbelegd in de return generating portefeuille. Er resteert nog een bedrag van circa EUR 2 miljoen aan illiquide posities die in de loop van de tijd zullen worden geliquideerd.
Jaarrekening 2012
24
Stichting Pensioenfonds Campina
Asset mix Gesplitst naar beleggingscategorieën was eind 2012 een bedrag van EUR 1.178 miljoen onder beheer bij externe vermogensbeheerders: (inclusief daarbij behorende vorderingen, schulden en gebonden geldmiddelen van EUR 6 miljoen). 31 december 2012 (bedragen in EUR 1.000)
Strategisch
Marktwaarde
Exposure waarde
%
%
€
Totaal aandelen - Aandelen wereldwijd (passief) - Aandelen opkomende landen (passief)
27,6% 19,8% 7,8%
27,1% 19,0% 8,1%
223.340 95.365
Totaal obligaties - Bedrijfsobligaties wereldwijd (passief) - Obligaties opkomende markten (actief, afgedekt naar Euro) - Obligaties opkomende markten (actief, in lokale valuta)
16,3% 5,2% 3,3% 7,8%
16,2% 5,2% 3,2% 7,8%
60.899 37.264 92.502
4,1%
3,8%
45.022
0,7%
8.615
Vastgoed wereldwijd (actief) Valuta afdekking Return generating portefeuille
48,0%
47,8%
563.007
Liability matching portefeuille (passief)
52,0%
44,2%
520.159
100,0% Tactische asset allocatie (via overlay structuur) Liquide middelen Totaal onder fiduciair beheer Hedge funds Totaal extern beheerde portefeuille
5,2%
€
%
7,8%
91.733
1.083.166 3,7%
43.748
4,1%
48.941
99,8%
1.175.855
0,2%
2.127
100,0%
1.177.982
Door middel van een beperkt gebruik van derivaten (rente swaps) wordt een deel van het renterisico afgedekt. Ultimo 2012 waren 3 rente swaps afgesloten met een notional value van totaal EUR 90 miljoen. Beleggingsresultaten Het pensioenfonds heeft over het boekjaar 2012 een goed beleggingsresultaat geboekt van 13,6% ten opzichte van 7,2% over 2011. Het totaal aan beleggingen voor risico fonds steeg met 10,9% naar EUR 1.172 miljoen. Het pensioenfonds heeft geprofiteerd van goede resultaten in nagenoeg alle beleggingscategorieën. De nieuwe liability matching portefeuille, die in september 2012 is geïmplementeerd, heeft een rendement gerealiseerd van 2,2% ten opzichte van het benchmarkrendement van 1,0%. De goede resultaten zijn toe te schrijven aan de gunstige ontwikkeling van het rendement op de onderliggende staatsobligaties ten opzichte van de benchmark.
Jaarrekening 2012
25
Stichting Pensioenfonds Campina
Door de implementatie van de return generating portefeuille in mei 2012 heeft het pensioenfonds nieuwe beleggingscategorieën toegevoegd. In het bijzonder obligaties opkomende markten in lokale valuta (+13,6%) en aandelen opkomende markten (+10,7%) boekten goede resultaten. Obligaties opkomende markten in lokale valuta toonden een overrendement van circa 5,6% ten opzichte van de benchmark. Wereldwijde aandelen hebben met 15,9% een goed rendement geboekt. Ook de ontwikkeling van vastgoed was in 2012 positief en was met een rendement van 22% de best presterende beleggingscategorie. Vastgoed ontwikkelde zich in lijn met de benchmark. Bij de evaluatie van de portefeuille is in 2012 besloten om de beleggingen in beursgenoteerd vastgoed passief te laten beheren, waarbij een aanzienlijke kostenbesparing kan worden gerealiseerd. In het voorjaar van 2013 is deze transitie voltooid. De drie global tactical asset allocatiefondsen lieten wisselende resultaten zien. Een beheerder toonde een goede performance, maar het mandaat van één van de andere managers is beëindigd wegens tegenvallende resultaten gedurende langere tijd. Het bestuur heeft besloten de manager te vervangen en het bedrag tijdelijk als liquide middelen aan te houden. Mede daardoor was de liquiditeitspositie einde van het jaar tijdelijk hoger dan de streefwaarde. In februari 2013 zijn de middelen geherinvesteerd in een nieuw fonds. Relatieve performance ten opzichte van pensioenverplichtingen Ten opzichte van een toename van de beleggingen met EUR 115 miljoen stegen de pensioenverplichtingen met circa EUR 76 miljoen tot EUR 1.225 miljoen op basis van een waardering van de verplichtingen tegen de UFR rentetermijnstructuur. Per saldo had dit een gunstige impact op de dekkingsgraad van het fonds. Indien de pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op de actuele rentetermijnstructuur (zonder driemaandgemiddelde en zonder UFR) van ultimo 2012 zouden de pensioenverplichtingen EUR 1.266 miljoen bedragen. De daarbij behorende dekkingsgraad is 96,4%. Uitlening van effecten Het fonds beoogt door de deelname aan het uitlenen van effecten (‘securities lending’) het rendement op de effectenportefeuille te vergroten. De opbrengsten uit hoofde van uitlening van effecten ad EUR 686 waren in 2012 ruim 36% hoger dan in het voorgaande jaar, waarbij wordt aangetekend dat het plafond op de portefeuille dat beschikbaar is hiervoor in oktober 2011 is verhoogd van USD 264,2 miljoen naar USD 350 miljoen. Het gemiddelde bedrag dat is uitgeleend bedroeg EUR 208 miljoen in 2012 ten opzichte van EUR 179 miljoen over 2011. De belangrijkste inkomstenbronnen van securities lending komen uit de categorieën wereldwijde vastrentende waarden (exclusief Verenigde Staten) en wereldwijde aandelen (exclusief Verenigde Staten). De behaalde vergoedingen in deze categorieën waren ook beduidend beter dan in 2011. Omdat een deel van het belegd vermogen in beleggingsfondsen plaatsvindt, zijn de mogelijkheden tot vergroting van volumes echter beperkt. Het pensioenfonds hanteert zeer strikte parameters voor het securities lending programma met het oog op het beheersen van risico’s.
Jaarrekening 2012
26
Stichting Pensioenfonds Campina
Transitiekosten In 2012 zijn er eenmalig transitiekosten gemaakt in verband met de beschreven aanpassingen in de beleggingsportefeuille, waarbij een liability matching portefeuille en return generating portefeuille zijn gecreëerd. De totale transitiekosten bedroegen in 2012 EUR 301, waarvan EUR 71 voor vergoedingen, commissies en belastingen en EUR 230 indirecte kosten ten gevolge van spreads tussen aan- en verkoopprijs. De aanpassingen van de beleggingsmandaten die in 2012 zijn doorgevoerd zal naar verwachting leiden tot kostenbesparingen op jaarbasis die zijn begroot op EUR 401. Maatschappelijk verantwoord beleggen Het pensioenfonds geeft invulling aan verantwoord beleggen door middel van uitoefening van het stemrecht op aandelen en het uitsluiten van beleggingen in ondernemingen die zich bezighouden met bepaalde maatschappelijk omstreden activiteiten, zoals de productie van massavernietigingswapens, of betrokkenheid bij schendingen op het gebied van de mensenrechten, zoals kinderarbeid. Het fonds laat zich daarbij adviseren door EIRIS, een organisatie die wereldwijd de activiteiten van beursgenoteerde ondernemingen checkt op dit soort aspecten. Eind 2012 waren 25 (2011: 24) ondernemingen die deel uitmaken van de benchmark van het fonds uitgesloten. Ten tijde van de uitsluiting bedroeg de investering daarin ca. EUR 8. Uitoefening stemrecht in 2012 Sinds medio 2011 maakt het fonds voor de uitoefening van het stemrecht gebruik van standaardregelingen van de custodian. Voor de grootste 200 aandelenbelangen vindt het stemgedrag plaats conform de algemene stemrichtlijnen zoals gehanteerd door de hierin gespecialiseerde corporate governance service provider ISS. Doelstelling van het stembeleid is het waarborgen van het aandeelhoudersbelang van het fonds. In 2012 is op 1.095 (2011: 377) aandeelhoudersvergaderingen namens het fonds gestemd. Op de bewuste aandeelhoudersvergaderingen dienden de aandeelhouders zich uit te spreken over 13.695 (2011: 4.283) agendapunten. Ten aanzien van 1.304 (2011: 98) daarvan heeft het fonds tegen gestemd en bij 17 (2011: 1) agendapunten heeft het fonds zich van stemming onthouden. Vooruitblik financiële markten 2013 Voor 2013 houdt de Europese Centrale Bank rekening met een krimp van de economie van de eurozone van 0,3%. Pas in de tweede helft van 2013 voorziet de Europese Centrale Bank een beperkt herstel. In de Verenigde Staten wordt een gematigde groei verwacht en de economieën van opkomende markten zullen een sterke groei laten zien. Naar verwachting zullen de centrale banken in Europa, de Verenigde Staten en Japan de geldmarktrentes laag houden. De kapitaalmarktrente in Europa kan wellicht iets oplopen ten opzichte van 2012, maar het absolute niveau zal nog laag blijven. De inflatie zal naar verwachting gematigd blijven.
Jaarrekening 2012
27
Stichting Pensioenfonds Campina
Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Pensioenvermogen EUR
Technische voorzieningen EUR
Dekkingsgraad %
Stand per 1 januari 2012
1.097.357
1.148.814
95,5
Beleggingsresultaten Rente-effecten Premiebijdragen Uitkeringen Overige Stand per 31 december 2012
143.041 0 34.463 -51.963 -2.118 1.220.780
17.378 85.394 15.737 -52.143 9.829 1.225.009
10,9 -7,3 1,5 0,0 -0,9 99,7
De stijging van de dekkingsgraad is het gevolg van de goede beleggingsopbrengsten, maar werd deels teniet gedaan door gedaalde rente. Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd:
Premieresultaat Interestresultaat Overig resultaat Totaal
2012 EUR
2011 EUR
2010 EUR
2009 EUR
2008 EUR
17.091 40.268 -10.131
18.958 -73.436 14.908
18.277 6.244 -37.028
18.414 74.559 -30.924
18.780 -351.637 14.454
47.228
-39.570
-12.507
62.049
-318.403
De cijfers worden nader toegelicht in de actuariële paragraaf. Het positieve premieresultaat duidt op een meer dan kostendekkende premie. Ultimo 2012 bedraagt de zero coupon rente (bij 14 jaar) 2,2% tegenover 2,9% eind 2011. De dekkingsgraad per 31 december (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad per 31 december
2012
2011
2010
2009
2008
99,7%
95,5%
98,9%
100,1%
93,6%
De vereiste dekkingsgraad zoals die voortvloeit uit de solvabiliteitsvoorschriften volgens de Pensioenwet bedraagt 113,4%. Ultimo 2012 is geen sprake van een toereikende solvabiliteit.
Jaarrekening 2012
28
Stichting Pensioenfonds Campina
Voor de realisering van het doel maakt het fonds kosten, die enerzijds bestaan uit de kosten van de uitvoering van de regeling, waaronder alle kosten van een pensioenuitvoerder, en anderzijds uit de kosten die verband houden met de belegging van de ontvangen premies (kosten vermogensbeheer en transactiekosten). De kosten van het pensioenbureau hebben op beide soorten kosten betrekking en zijn op basis van tijdsbesteding en aard van de kosten toegerekend aan beide categorieën van kosten. Sprake is van de volgende kosten. 2012 EUR
2011 EUR
Pensioenbeheer Pensioenuitvoeringskosten Kostenopslag begrepen in premie herverzekering
1.783 0
1.691 0
Totaal Pensioenbeheer
1.783
1.691
187
189
Vermogensbeheer Directe kosten vermogensbeheer Indirecte kosten vermogensbeheer Transactiekosten
3.519 1.078 772
4.371 1.675 1.042
Totaal beleggingskosten
5.369
7.087
0,47%
0,67%
Kosten per deelnemer *) in EUR
In % gemiddeld belegd vermogen
*) Totaal aantal aanspraak- en pensioengerechtigden per 31-12 exclusief slapers, ten aanzien waarvan aanzienlijk minder kosten worden gemaakt.
In de directe kosten vermogensbeheer is EUR 234 (2011: EUR 194) begrepen aan bij het pensioenbureau opgekomen kosten die verband houden met het toezicht op en de controle van de beleggingen. Onder de directe kosten van vermogensbeheer is een performance fee opgenomen van EUR 11 (2011: EUR 1.151) met betrekking tot een mandaat met een gemiddeld belegd vermogen van EUR 19.064 (2011: EUR 20.640), ten aanzien van welk mandaat vóór aftrek van deze performance fee een beleggingsresultaat, na aftrek van de basis fee, is behaald van EUR 55 (2011: EUR 5.758), zijnde 0,29% (2011: 27,9%) van het gemiddeld belegd vermogen. Zonder deze performance fee bedragen de beleggingskosten 0,47% (2011: 0,56%) van het gemiddeld belegd vermogen. De indirecte kosten vermogensbeheer en de transactiekosten zijn gebaseerd op schattingen van de fiduciair manager en de custodian.
Jaarrekening 2012
29
Stichting Pensioenfonds Campina
Pensioenparagraaf Pensioenregeling In de door het fonds uitgevoerde pensioenregeling zijn in het verslagjaar geen wijzigingen aangebracht. Kenmerken van de pensioenregeling (bedragen in EUR )
De regeling is een middelloonregeling met indexatie van de eerder opgebouwde pensioenaanspraken op basis van de loonronden in de zuivelindustrie. Het ouderdomspensioen gaat in op 65 jaar. Als salaris tellen mee het vaste salaris en toeslagen zoals die voor ploegendienst, onaangename uren en feestdagen. Vakantiegeld en eindejaarsuitkering worden eveneens meegenomen. De franchise in het boekjaar bedroeg EUR 17.493. De franchise wordt jaarlijks aangepast aan de gestegen prijzen. De pensioengrondslag is het salaris, met een maximum van EUR 58.383, minus de franchise. Het maximum salaris wordt met de algemene loonronden aangepast. Jaarlijks wordt een ouderdomspensioen opgebouwd van 2,1% van de pensioengrondslag. Het tijdens het dienstverband verzekerde partnerpensioen bedraagt 70% van het bereikbare ouderdomspensioen. Bij beëindiging van het dienstverband door ontslag of pensionering wordt, indien de deelnemer een partner heeft, een deel van het ouderdomspensioen uitgeruild in partnerpensioen, tenzij de deelnemer en zijn partner hiervan schriftelijk afzien. De deelnemer betaalt 1,5% van het salaris als bijdrage aan de werkgever voor de kosten van de pensioenregeling. Toeslagverlening Voor aanpassingen van opgebouwd pensioen van actieve deelnemers wordt de loonontwikkeling volgens de loonschalen van de CAO voor de zuivelindustrie gevolgd. Voor pensioenaanspraken en -rechten van slapers en gepensioneerden wordt een eventuele aanpassing gebaseerd op de ontwikkeling van de CBS consumentenprijsindex, alle huishoudens, afgeleid, waarbij de oktobercijfers van opeenvolgende jaren bepalend zijn. Ten aanzien van de feitelijke aanpassing geldt vanaf 2008 de volgende regeling: • voor de actieve deelnemer is de toeslagverlening tot 3% gegarandeerd en de financiering ervan vindt plaats uit de premie; een aanpassing boven de 3% kan overeengekomen worden door de CAO-partners, ook in dat geval zal daarvoor een premie verschuldigd zijn; • voor de gepensioneerden en slapers vindt een toeslagverlening plaats op grond van een bestuursbesluit, waarbij geldt dat de toeslagverlening gefinancierd wordt uit de middelen van het fonds; hiervoor wordt geen voorziening gevormd en evenmin premie betaald. Per 1 januari 2012 zijn de opgebouwde pensioenen van de actieve deelnemers met 1,0% verhoogd.
Jaarrekening 2012
30
Stichting Pensioenfonds Campina
Bij de toepassing van het toeslagbeleid voor slapers en gepensioneerden hanteert het bestuur de volgende uitgangspunten: • bij een dekkingsgraad van 125% en meer vindt een volledige compensatie voor deze prijsstijging plaats; • bij een dekkingsgraad van 115% of lager vindt geen compensatie plaats; • bij een dekkingsgraad tussen deze twee percentages vindt een compensatie naar verhouding plaats. Het bestuur neemt jaarlijks een besluit over de te verlenen toeslagen. Het fonds vormt geen bestemmingsreserve voor deze toeslagverlening, evenmin wordt hiervoor premie betaald. Indien in de toekomst, te beginnen vanaf 2008, een korting op de toeslagverlening plaatsvindt, dan kan het bestuur besluiten tot een inhaalindexatie, mits de dekkingsgraad een niveau van 135% overschrijdt. Als gevolg van deze inhaaltoeslag mag de dekkingsgraad niet beneden het niveau van 135% zakken. Gegeven de dekkingsgraad eind 2012 heeft het bestuur besloten om per 1 januari 2013 de pensioenaanspraken en -rechten van slapers en gepensioneerden voor het vijfde achtereenvolgende jaar niet aan te passen. Bij een dekkingsgraad boven de 125% zou de aanpassing 2,0% hebben bedragen. De cumulatieve indexatieachterstand bedraagt per 1 januari 2012 9,0%. Ontwikkeling verzekerdenbestand Overzicht aanspraak- en pensioengerechtigden ultimo 2012:
Deelnemers Gewezen deelnemers Gepensioneerden, waarvan: ouderdomspensioen nabestaandenpensioen wezenpensioen Totaal
Jaarrekening 2012
aantal
procentueel t.o.v. voorgaand jaar
2.052 5.667 6.953
-9,2% -5,9% 3,8%
4.571 2.311 71 14.672
5,7% 0,6% -2,7% -2,0%
31
Stichting Pensioenfonds Campina
Vanaf 2006 is sprake van het volgende verloop. Verloop verzekerden 8.000 7.000
Aantallen
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2006
2007
2008 Actieven
2009 Slapers
2010
2011
2012
Gepensioneerden
Een gedetailleerd overzicht van de ontwikkeling van het verzekerdenbestand in 2012 is als bijlage B opgenomen in dit verslag. Als gevolg van de fusie tussen Campina en Friesland Foods zijn er vanaf 2009 geen nieuwe deelnemers toegetreden.
Jaarrekening 2012
32
Stichting Pensioenfonds Campina
Actuariële paragraaf Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven:
Premieresultaat Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) Pensioenopbouw Onttrekking uit voorziening voor pensioenuitvoeringskosten Herstelbijdrage werkgever Toeslagverlening Pensioenuitvoeringskosten
Interestresultaat Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen Wijziging marktrente
Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten (saldo overdracht van rechten) Aanpassing sterftekansen Resultaat op herverzekering Diversen
Totaal saldo van baten en lasten
2012 EUR
2011 EUR
19.816 -12.798 525 14.647 -2.939 -2.160
19.224 -11.402 526 15.318 -2.694 -2.014
17.091
18.958
143.041 -17.378 -85.394
70.191 -13.243 -130.384
40.268
-73.436
25 -11.581 22 1.403
-26 106 14.828
-10.131
14.908
47.228
-39.570
Op grond van de actuariële analyse kan worden vastgesteld dat sprake is van een kostendekkende premie. Tevens blijkt dat voor de inactieven geen toeslag kan worden verleend. Ultimo 2012 is het eigen vermogen van het fonds EUR 168.164 lager (ultimo 2011: EUR 218.114 lager) dan het wettelijk vereist vermogen. Oordeel van de certificerend actuaris over de financiële positie In de actuariële verklaring heeft de certificerend actuaris geoordeeld dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 PW, met uitzondering van de artikelen 131, 132 en 133 en dat de financiële positie slecht is vanwege het dekkingstekort. De actuaris is van mening dat de technische voorzieningen toereikend zijn vastgesteld.
Jaarrekening 2012
33
Stichting Pensioenfonds Campina
Risicoparagraaf Risico’s en beheersing van risico’s Het beleid van het fonds ten aanzien van risico’s is aangegeven in de ABTN. Als algemene leidraad hanteert het bestuur een risicomijdende gedragslijn. In 2012 is een inventarisatie gemaakt van alle risico’s en beheersingsmaatregelen en zijn, waar van toepassing, werk- en procedurebeschrijvingen opgesteld of geactualiseerd. Bij de analyse wordt aangesloten op de door DNB gehanteerde methode voor de analyse van risico’s en beheersing ervan (FIRM). Onderdeel van het risicobeleid is het stellen van grenzen aan de te lopen risico’s. Deze grenzen en de situatie per 31 december zijn in onderstaande tabel weergegeven. Risico en Risicogrens
31-12-2012
31-12-2011
51,1% afgedekt.
57,6% afgedekt.
2,3% onderweging door tijdelijke onderweging GTAA fondsen en aandelen.
0,6% onderweging door eigen beleggingen en rebalancing vóór de balansdatum.
53,6% afgedekt van de beleggingen in vreemde valuta via derivaten. Exposure van obligaties opkomende landen in lokale valuta en aandelen opkomende landen wordt niet afgedekt.
69,5% afgedekt van de beleggingen in vreemde valuta via derivaten.
0% in portefeuille.
0% in portefeuille.
95,1% van de vastrentende beleggingen heeft een investment grade credit rating.
94,8% van de vastrentende beleggingen heeft een investment grade credit rating.
Het onderpand voor uitgeleende beleggingen bedroeg 104,8% van de waarde ervan.
Het onderpand voor uitgeleende beleggingen bedroeg 104,3% van de waarde ervan.
(bedragen in EUR)
S1 Renterisico: 51% renteafdekking via liability matching portefeuille met een vergelijkbare duration als de pensioenverplichtingen. S2 Risico zakelijke waarden: Strategische beleggingsmix.
S3 Valutarisico: Afdekking valutarisico aandelen wereldwijd en indirect vastgoed 70%; obligaties opkomende landen in harde valuta en bedrijfsobligaties 100%.
S4 Grondstoffenrisico: Niet opgenomen in de strategische beleggingsmix. S5 Kredietrisico:
Jaarrekening 2012
34
Stichting Pensioenfonds Campina
S6 Verzekeringstechnisch risico: Minimaliseren langlevenrisico door hantering actuele overlevingskansen; beperkt risico uit hoofde van arbeidsongeschiktheid en kortlevenrisico.
S7 Liquiditeitsrisico: Beperkte liquiditeitsrisico’s.
S8 Concentratierisico: Met betrekking tot staatsleningen in de liability matching portefeuille is er een concentratierisico van aanzienlijke omvang.
S9 Operationeel risico: Beperkte operationele risico’s.
Jaarrekening 2012
Prognosetafel AG 2012-2062 met fondsspecifieke ervaringssterfte. Herverzekeringscontract voor overlijdensrisico per deelnemer met eigen behoud van EUR 250.000 per deelnemer en stoploss met voor totaal voor eigen rekening 200% van de risicopremie.
Prognosetafel AG 2010-2060 met fondsspecifieke ervaringssterfte. Herverzekeringscontract voor overlijdensrisico per deelnemer met eigen behoud van EUR 250.000 per deelnemer en stoploss met voor totaal voor eigen rekening 200% van de risicopremie met een minimum van € 1.175.500.
De liquiditeitsontwikkeling en de verhandelbaarheid van de beleggingen zijn zodanig dat het fonds maar een zeer beperkt liquiditeitsrisico loopt.
De liquiditeitsontwikkeling en de verhandelbaarheid van de beleggingen zijn zodanig dat het fonds maar een zeer beperkt liquiditeitsrisico loopt.
Van de totale vastrentende beleggingen had 21,8% betrekking op staatsobligaties uitgegeven door Nederland, 18,3% door Frankrijk, 17,7% door Duitsland, 7,5% door Oostenrijk en 7,2% door Finland. Voor de overige beleggingen geldt dat er sprake is van voldoende spreiding in de aard en de kenmerken van de beleggingen en/of tegenpartijen.
Van de totale vastrentende beleggingen had 42,8% betrekking op Duitse; 20,7% op Franse, 6,6% op Nederlandse en 3,8% op Oostenrijkse staatsleningen. Voor de overige beleggingen geldt dat er sprake is van voldoende spreiding in de aard en de kenmerken van de beleggingen en/of tegenpartijen.
Contract en SLA met de fiduciair manager en contracten met de custodian en de ingeschakelde vermogensbeheerders. Beperkte risico’s vanwege de omvang van de eigen uitvoeringsorganisatie.
Contract en SLA met de fiduciair manager en contracten met de custodian en de ingeschakelde vermogensbeheerders. Beperkte risico’s vanwege de omvang van de eigen uitvoeringsorganisatie.
35
Stichting Pensioenfonds Campina
Beleggingsrisico’s Door de hoge volatiliteit op de financiële markten zijn de beleggingsrisico’s aanzienlijk, mede gelet op de slechte financiële situatie van het fonds. Door de handhaving van het sinds medio 2009 aangehouden lagere aandelenbelang is het risico op waardedaling van de aandelenbeleggingen enigszins beperkt. Door de keuze voor indexbeleggen voor aandelen is het risico op een substantieel lager resultaat dan de benchmark weggenomen. Renterisico’s Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente voorzover de voorziening voor pensioenverplichtingen hoger is dan het belang in vastrentende waarden. Tot het bedrag van de vastrentende waarden is de duration ongeveer gelijk aan de duration van de pensioenverplichtingen. Voor dat bedrag is het renterisico beperkter, maar loopt het fonds nog wel risico ten aanzien van de volgende aspecten: verschil tussen beide durations; geen match op jaarlaagniveau van de pensioenverplichtingen; wijziging van het renteverschil tussen de voor de verplichtingen geldende swaprente en de gemiddelde voor de vastrentende waarden geldende rente. Ter verkleining van het renterisico is gekozen om circa 51% van de pensioenverplichtingen af te dekken door middel van beleggingen in staatobligaties met een lange looptijd in combinatie met rente swaps. Actuariële risico’s Door de hantering van de meest actuele prognosetafel van het Actuarieel Genootschap en tijdig rekening te houden met voorzienbare aanpassingen daarvan wordt zo goed mogelijk ingespeeld op de toekomstige sterftetrend. Daarnaast wordt rekening gehouden met fondsspecifieke ervaringssterfte. De kans op aanzienlijke negatieve resultaten wordt daardoor echter niet uitgesloten. Wel wordt hiermee voorkomen dat het risico zich pas na lange tijd openbaart, waardoor beheersing ervan minder goed mogelijk is. Voor een nadere detaillering van de risico’s moge worden verwezen naar punt 12 van de toelichting bij de jaarrekening. Scenario en crisisplanning Als onderdeel van het risicomanagementproces heeft het fonds in 2011 toekomstscenario’s voor het fonds laten doorrekenen en beoordeeld. Deze scenario’s hebben het inzicht van het bestuur in de gevoeligheden van risico’s en de dekkingsgraad en het gedrag van risicofactoren verder vergroot. Mede op basis hiervan is door het fonds in 2012 een crisisplan opgesteld. In dit crisisplan zijn de te nemen stappen en maatregelen weergegeven in specifieke (negatieve) scenario’s. Het plan vormt hiermee een handleiding voor het bestuur voor de wijze waarop het zal handelen. De belangrijkste elementen uit het crisisplan zijn: • • •
de beschrijving van de situaties die als een crisissituatie kunnen worden omschreven; een beschrijving van de maatregelen die ter beschikking staan om een crisissituatie te bestrijden en het financiële effect daarvan; het besluitvormingsproces en de evenwichtige belangenafweging bij de inzet van deze maatregelen;
Jaarrekening 2012
36
Stichting Pensioenfonds Campina
• •
het niveau van de dekkingsgraad waarbij een dekkingstekort niet meer binnen de daarvoor geldende termijn kan worden opgeheven; de communicatie met belanghebbenden over het financieel crisisplan.
Toekomstparagraaf De financiële situatie is in 2013 nog niet fundamenteel verbeterd. Gezien de matige economische vooruitzichten en aanhoudende lage rentestand verwacht het bestuur niet dat er op korte termijn verbetering op zal treden. Bij de evaluatie van het (gewijzigde) herstelplan bleek dat het fonds achterloopt op het herstelplan, maar wel binnen de daarvoor geldende termijnen kan herstellen. Er wordt echter niet uitgesloten dat in de toekomst aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn, die tot op heden niet nodig werden geacht. Bij het schrijven van dit jaarverslag was er nog geen zicht op een voor alle partijen bevredigende uitkomst inzake de toekomst van het pensioenfonds en het langleven dossier. Het bestuur heeft er vertrouwen in dit kalenderjaar duidelijkheid te kunnen verschaffen naar al haar belanghebbenden. Woerden, 25 april 2013 Stichting Pensioenfonds Campina Het Bestuur
Jaarrekening 2012
37
Stichting Pensioenfonds Campina
Balans per 31 december 2012 (na voorgestelde bestemming saldo baten en lasten)
2012 EUR
toelichting
2011 EUR
Activa A. Beleggingen voor risico fonds 1. Vastgoed 2. Aandelen 3. Vastrentende waarden *) 4. Derivaten 5. Overige beleggingen
B. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 1. Contracten herverzekering
5 44.486 362.346 694.387 11.035 59.620
36.379 419.941 489.399 3.427 107.983 1.171.874
1.057.129
714
802
58.304
78.095
182
611
1.231.074
1.136.637
6
C. Vorderingen en overlopende activa 1. Overige vorderingen
7
D. Overige activa 1. Liquide middelen
8
Passiva A. Stichtingskapitaal en reserves 1. Algemene reserves
9 -4.229
B. Technische voorzieningen 1. Voorziening voor pensioenverplichtingen
10
C. Overige schulden en overlopende passiva 1. Overige schulden
11
Dekkingsgraad (in %)
-51.457 -4.229
-51.457
1.225.009
1.148.814
10.294
39.280
1.231.074
1.136.637
99,7
95,5
*) Cijfers 2011 aangepast in verband met gewijzigde classificatie van de achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Deze post is opgenomen onder ‘vorderingen en overlopende activa’ (was voorheen gegroepeerd onder ‘beleggingen voor risico fonds’).
Jaarrekening 2012
38
Stichting Pensioenfonds Campina
Staat van baten en lasten over 2012 toelichting
2012 EUR
2011 EUR
34.463 143.041 0
34.541 70.191 11.930
177.504
116.662
76.195 11.503 1.295 2.939 17.378
102.768 10.156 1.246 2.694 13.243
-52.143 85.394 -61 11.581 -1.691 67 51.963 36 2.015
-50.795 130.384 -1.041 -3.119 22 50.491 1.067 1.885
130.276
156.233
47.228
-39.571
2012 EUR
2011 EUR
47.228 -
-39.571 -
47.228
-39.571
Baten a. Bijdragen werkgevers en werknemers b. Beleggingsopbrengsten c. Overige baten
15 16 17
Lasten d. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen ⋅ pensioenopbouw ⋅ risicopremies ⋅ toeslagverlening ⋅ rentetoevoeging ⋅ onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten ⋅ wijziging marktrente ⋅ wijziging actuariële uitgangspunten ⋅ wijziging uit hoofde van overdracht van rechten ⋅ aanpassing sterftekansen ⋅ overige wijzigingen e. Kosten herverzekering f. Pensioenuitkeringen en afkopen g. Saldo overdrachten van rechten h. Kosten pensioenbureau
Saldo van baten en lasten
10
18 19 20 21
Bestemming saldo baten en lasten
Algemene reserve Beleggingsreserve
Jaarrekening 2012
39
Stichting Pensioenfonds Campina
Kasstroomoverzicht over 2012 2012 EUR
2011 EUR
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen waardeoverdrachten Betaalde pensioenuitkeringen Betaalde waardeoverdrachten Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars Betaalde premies herverzekering Betaalde pensioenuitvoeringskosten
31.529 0 -52.534 -36 165 -144 -1.944
34.038 0 -50.833 -1.067 239 -121 -2.437
Totale kasstroom uit pensioenactiviteiten
-22.964
-20.181
1.283.201 28.334 -1.320.480 -14.901 -4.222
1.786.989 29.079 -1.837.659 21.926 -6.497
Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten
-28.068
-6.162
Mutatie geldmiddelen
-51.032
-26.343
Saldo begin boekjaar Overlopende transacties vorig boekjaar
106.320 1.319
132.663 -
Saldo einde boekjaar
56.607
106.320
Liquide middelen Overige beleggingen
182 56.425
611 105.709
Geldmiddelen
56.607
106.320
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Aankopen en verstrekkingen van beleggingen Mutaties derivaten en overige beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer
Jaarrekening 2012
40
Stichting Pensioenfonds Campina
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2012 1
Inleiding
Het doel van Stichting Pensioenfonds Campina, statutair gevestigd te Woerden, (hierna “het fonds”) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers voorzover de arbeidsongeschiktheid is ingetreden vóór 1 januari 2006. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van een pensioenregeling van FrieslandCampina Werknemers B.V., welke geldt voor de deelnemers die op 31 december 2008 in dienst waren van Campina Zuivel B.V. of Campina Management B.V. Deze pensioenregeling geldt ook voor bepaalde werknemers in dienst bij FrieslandCampina Riedel B.V., FrieslandCampina Kievit B.V. en De Graafstroom, welke laatste werkgever geen onderdeel is van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
2
Korte beschrijving van de pensioenregeling
De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,1% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan het -gemaximeerde- jaarsalaris, onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens bestaat er recht op partner- en wezenpensioen. Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf de leeftijd van 21 jaar. Jaarlijks beslist het bestuur van het fonds over de mate waarin de opgebouwde aanspraken voor inactieven worden geïndexeerd. Voor actieven wordt de verhoging volgens de CAO gevolgd met een maximum van 3%. De pensioenregeling kwalificeert zich in de zin van de Pensioenwet als een uitkeringsovereenkomst.
3
Overeenstemmingsverklaring
De Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 25 april 2013 de jaarrekening opgemaakt en vastgesteld.
4
Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling
Alle bedragen luiden in duizenden euro’s. Alle activa en passiva worden gewaardeerd tegen actuele waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
Jaarrekening 2012
41
Stichting Pensioenfonds Campina
(a) Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Door het bestuur gevormde oordelen bij toepassing van de grondslagen die belangrijke gevolgen hebben voor de jaarrekening, en schattingen die een aanmerkelijk risico in zich bergen van een materiële aanpassing in het volgend jaar, zijn vermeld in de toelichting. (b) Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. (c) Verantwoording van baten en lasten Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Een actief en/of verplichting wordt op de handelsdatum verwerkt en niet op afwikkelingsdatum. Hierdoor is er sprake van posten “nog af te wikkelen transacties”. Deze posten zijn op de balans opgenomen onder resp. vorderingen en schulden.
Jaarrekening 2012
42
Stichting Pensioenfonds Campina
(d) Securities lending Het fonds neemt deel aan het securities lending programma van de custodian, waarbij bepaalde effecten voor een korte periode worden uitgeleend aan andere marktpartijen. Beleggingen die in het kader van een securities lending contract worden uitgeleend, blijven deel uitmaken van de balans en worden gewaardeerd conform de grondslag voor waardering en resultaatbepaling zoals die geldt voor deze beleggingen. Als onderpand ontvangen waardepapieren en -al dan niet in waardepapieren belegde- geldmiddelen zijn niet opgenomen onder de beleggingen omdat hiertegenover een even grote schuld wegens teruglevering/terugbetaling bestaat. In het geval dat de waardering van tijdelijk belegd onderpand in geld lager is dan de terugbetalingsverplichting wordt het verschil als verplichting opgenomen. (e) Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. (f) Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (g) Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. (h)
Beleggingen
(h.1) Algemeen
Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen, worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. (h.2) Vastgoedbeleggingen Participaties in vastgoedmaatschappijen (indirect vastgoed) Beleggingen in vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde de per balansdatum geldende (onderliggende) beurskoers. (h.3) Aandelen Beursgenoteerde aandelen, converteerbare obligaties en participaties in aandelenbeleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de per balansdatum geldende (onderliggende) beurskoers.
Jaarrekening 2012
43
Stichting Pensioenfonds Campina
(h.4) Vastrentende waarden Vastrentende waarden en participaties in beleggingsinstellingen die daarin beleggen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de per balansdatum geldende (onderliggende) beurskoers. (h.5) Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. (h.6) Overige beleggingen De overige beleggingen betreffen geldmiddelen bij vermogensbeheerders en hypothecaire vorderingen en worden gewaardeerd op actuele waarde. (i) Herverzekeringen Herverzekeringscontracten worden opgenomen voor de actuarieel bepaalde contante waarde van de herverzekerde aanspraken, berekend volgens de grondslagen van de technische voorziening. (j) Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa zijn gewaardeerd tegen de actuele waarden. De niet ter beurze genoteerde achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. zijn geclassificeerd als een vordering op een gelieerde groepsmaatschappij en worden gewaardeerd op nominale waarde. (k) Voorzieningen (k.1) Technische voorziening Voorziening voor pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de verleende toeslagen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB gepubliceerde rentecurve. Voor 2011 (vergelijkende cijfers) betrof dit de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde. Voor 2012 betreft dit de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde met toepassing van de Ultimate Forward Rate. Het hanteren van de UFR houdt in dat voor ver in de toekomst liggende verplichtingen (21 jaar tot 60 jaar) een aangepaste rentecurve (ultimo 2012 hogere rente) wordt gehanteerd. Voor verplichtingen korter dan 20 jaar geldt de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde. Ultimo 2012 levert de toepassing van de UFR een positief effect op de dekkingsgraad op van 2,0%. Bij de berekening van de voorziening voor pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken.
Jaarrekening 2012
44
Stichting Pensioenfonds Campina
Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van onder andere de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: Voor de overlevingskansen is uitgegaan van de Prognosetafel 2012-2062 van het Actuarieel Genootschap. Tevens is rekening gehouden met ervaringssterfte gebaseerd op gemiddeld hogere levenskansen voor degenen met een hoger dan gemiddeld pensioen. Deze ervaringssterfte is gebaseerd op onderzoek naar de feitelijk opgetreden sterfte in de periode 2001 tot en met 2010, welk onderzoek in 2012 is aangevuld en geactualiseerd met de sterftewaarnemingen in 2011. Het advies van de adviserende actuaris is overgenomen om de correctiefactoren voor ervaringssterfte die in 2011 zijn toegepast, ook in 2012 toe te passen. • Voor het partnerpensioen is aangenomen dat de partner 3 jaar jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder is dan de verzekerde vrouw. • Een kostenopslag van 1% van de voorziening pensioenverplichtingen voor toekomstige administratie- en excassokosten is begrepen in het totaal van de voorziening pensioenverplichtingen. • De voorziening voor arbeidsongeschikte deelnemers is bepaald als de contante waarde van de per balansdatum opgebouwde pensioenaanspraken vermeerderd met de contante waarde van de nog op te bouwen pensioenaanspraken tot de pensioendatum, waarbij de kans op revalidatie buiten beschouwing is gelaten. •
(l) Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Alle ontvangsten en uitgaven worden hierbij als zodanig gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
5
Beleggingen Vastgoed EUR
VastrentenDerivaten de waarden EUR EUR EUR
Aandelen
Stand per 31 december 2011
36.379
419.941
489.399
Aankopen/verstrekkingen
25.531
223.726
1.045.666
-23.960
-319.694
-892.967
Verkopen/aflossingen Overige mutaties Herwaardering Stand per 31 december 2012
-2.898
3.427
Overige
Totaal
EUR
EUR
107.983
1.057.129 1.294.923
-8.700
6.536
41.271
52.289
16.308
44.486
362.346
694.387
11.035
-60
-1.236.681
-48.303
-59.901 116.404
59.620
1.171.874
Het fonds stelt een deel van de aandelen- en obligatiebeleggingen beschikbaar voor het in bruikleen geven van effecten (securities lending). Het fonds behoudt het economisch eigendom. Per balansdatum is een bedrag van EUR 31.593 (2011: EUR 46.405) aan
Jaarrekening 2012
45
Stichting Pensioenfonds Campina
aandelen en een bedrag van EUR 136.706 (2011: EUR 180.350) aan obligaties uitgeleend. Voor het risico van niet-teruglevering zijn zekerheden in stukken en geld ontvangen, dat als volgt kan worden gespecificeerd: 31 december 2012 EUR EUR Aandelenbeleggingen: In stukken In geld
12.003 21.088
31 december 2011 EUR EUR 22.850 25.408
33.091 Obligatiebeleggingen: In stukken In geld
Totaal ontvangen zekerheden
104.425 39.090
48.258
21.720 165.699 143.515
187.419
176.606
235.677
De ontvangen zekerheden in geld zijn belegd in fondsen met een liquide karakter. Per 31 december 2012 is de waarde van deze fondsen hoger dan de terugbetalingsverplichting. Het pensioenfonds monitort dagelijks de hoogte van de ontvangen zekerheden. Indien hiertoe aanleiding bestaat worden van de tegenpartij aanvullende zekerheden gevraagd. Schattingen en oordelen Voor de meerderheid van de beleggingen is sprake van objectief vast te stellen frequente marktnoteringen. Voor bepaalde beleggingen zijn deze niet beschikbaar en vindt waardering plaats op basis van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten en het gebruik van schattingen. Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen daarom niet met precisie worden vastgesteld. Op basis van deze verscheidenheid en gradaties in waarderingmethoden dienen de beleggingen te worden ingedeeld naar drie verschillende waarderingsniveaus: Niveau 1: De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van identieke beleggingen in een actieve markt. Niveau 2: Actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van waarderingsmodellen waarin gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata.
Jaarrekening 2012
46
Stichting Pensioenfonds Campina
Niveau 3: De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin geen gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata. Op basis van deze indeling kan de beleggingsportefeuille als volgt worden samengevat: Niveau 1 EUR Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
2012 Niveau 2 EUR
Niveau 3 EUR
Totaal EUR
44.486 222.246 503.496 56.425
138.158 190.666 11.035 -
1.942 225 3.195
44.486 362.346 694.387 11.035 59.620
826.653
339.859
5.362
1.171.874
Niveau 3 EUR
Totaal EUR
Niveau 1 EUR
2011 Niveau 2 EUR
36.379 357.563 482.323 94.740
62.378 7.076 3.427 -
13.243
36.379 419.941 489.399 3.427 107.983
971.005
72.881
13.243
1.057.129
Ten opzichte van 2011 is het aandeel in niveau 2-waarderingen aanzienlijk toegenomen, welke toename wordt veroorzaakt door een verschuiving in 2012 van beleggingen van niveau 1 naar niveau 2. Dit is het gevolg van gewijzigde opzet van de beleggingsportefeuille, waarbij het fonds een groter deel van haar middelen belegt via beleggingsfondsen. De liquiditeit van de beleggingsportefeuille is hoog waarbij mandaten direct opzegbaar zijn en beleggingen op korte termijn kunnen worden geliquideerd. Alleen voor de participatie in GTAA fondsen geldt een opzegtermijn van 1 maand. Vastgoed De vastgoedportefeuille is volledig beursgenoteerd en heeft een gemengd karakter, in die zin dat er sprake is van diverse soorten onroerend goed, zoals kantoorpanden, winkelpanden, e.d.
Jaarrekening 2012
47
Stichting Pensioenfonds Campina
Aandelen De samenstelling van de aandelen is als volgt:
Aandelen Hedge funds Aandelen beleggingsfondsen
Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd
2012 EUR 222.246 1.942 138.158
2011 EUR 326.946 30.617 62.378
362.346
419.941
2012 EUR 222.241 140.105
2012 EUR 326.966 92.975
362.346
419.941
De niet-beursgenoteerde aandelen betreffen belangen in fondsen die op hun beurt beleggen in beursgenoteerde aandelen of derivaten en uit het belang in hedge funds. Vastrentende waarden De samenstelling van de vastrentende waarden is als volgt:
Obligaties Participaties in obligatiefondsen
Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd
Jaarrekening 2012
2012 EUR 503.722 190.665
2011 EUR 489.399 -
694.387
489.399
2012 EUR 596.224 98.163
2011 EUR 488.372 1.027
694.387
489.399
48
Stichting Pensioenfonds Campina
Derivaten De samenstelling van deze post is als volgt: Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten Overig Stand per 31 december
2012 EUR 4.173 6.862 -
2011 EUR 2.692 735
11.035
3.427
Bij derivaten is sprake van zowel positieve als negatieve posities. De positieve posities zijn opgenomen als afzonderlijke belegging. De negatieve posities zijn opgenomen onder de overige schulden. Het verloop was als volgt: 2012 EUR 3.427 -11.197
2011 EUR 519 -8.869
Saldo per 1-1 Mutaties Herwaardering
-7.770 -2.707 16.308
-8.350 -21.679 22.259
Saldo per 31-12
5.831
-7.770
11.035 -5.205
3.427 -11.197
2012 EUR 2.898 56.425 297
2011 EUR 1.916 94.740 10.969 358
59.620
107.983
Opgenomen onder de beleggingen per 1-1 Opgenomen onder de schulden per 1-1
Opgenomen onder de beleggingen per 31-12 Opgenomen onder de schulden per 31-12
Overige beleggingen Deze post is als volgt samengesteld:
Deposito’s en kasgeldleningen Liquide middelen mandaten Margin account Hypotheken
Jaarrekening 2012
49
Stichting Pensioenfonds Campina
6
Herverzekeringen
Het aandeel herverzekeraars betreft het herverzekerde gedeelte van de technische voorziening bij een verzekeraar. Bij de bepaling van de waarde zijn de voor de pensioenvoorziening geldende uitgangspunten gehanteerd. De mutaties kunnen als volgt worden weergegeven: 2012 EUR 802 11 -144 36 3 6
2011 EUR 930 12 -181 23 18
714
802
Rekening-courant FrieslandCampina Beleggingsdebiteuren Vordering op een gelieerde groepsmaatschappij Waardeoverdrachten Overige vorderingen Lopende interest
2012 EUR 19.745 1.045 24.319 165 13.030
2011 EUR 15.891 25.886 24.319 534 11.465
Stand per 31 december
58.304
78.095
Stand per 1 januari Benodigde interest Uitkeringen herverzekering Wijziging marktrente Aanpassing sterftekansen Overige Stand per 31 december
7
Vorderingen en overlopende activa
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar, met uitzondering van de achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. , die zijn geclassificeerd als een vordering op een gelieerde groepsmaatschappij. Deze obligaties zijn gewaardeerd op basis van de nominale aflossingswaarde en kennen een variabele rente die is gebaseerd op het per 1 mei van ieder jaar geldende rendement op 5-jaars staatsobligaties met een opslag van 1%. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld. De obligaties hebben een looptijd tot 2017 (EUR 8.923) en 2022 (EUR 15.396). FrieslandCampina heeft de vordering in rekening-courant in januari 2013 betaald.
Jaarrekening 2012
50
Stichting Pensioenfonds Campina
Beleggingsdebiteuren Nog af te wikkelen transacties Te vorderen dividendbelasting Te vorderen dividend
2012 EUR 230 400 415
2011 EUR 25.024 158 704
Stand per 31 december
1.045
25.886
8
Liquide middelen
Onder de liquide middelen worden opgenomen die tegoeden op bankrekeningen, welke onder direct beheer van het fonds en onmiddellijk opeisbaar zijn.
Stand per 31 december
9
2012 EUR 182
2011 EUR 611
Algemene reserves
Stand per 1 januari 2011 Uit bestemming saldo van baten en lasten
Algemene reserve EUR -11.886 -39.571
Stand per 31 december 2011 Uit bestemming saldo van baten en lasten
-51.457 47.228
Stand per 31 december 2012
-4.229
Solvabiliteit/dekkingsgraad De dekkingsgraad van het fonds bedraagt 99,7% (2011: 95,5%). De dekkingsgraad waarbij het fonds beschikt over het vereist eigen vermogen bedraagt 113,4% (2011: 114,5%). Vanwege het dekkingstekort geldt voor het fonds een herstelplan. Dit herstelplan is op 31 augustus 2011 bij DNB ingediend en door DNB ongewijzigd goedgekeurd. In het herstelplan was een dekkingsgraad eind 2012 voorzien van 108,6%. Het aanwezige eigen vermogen is per die datum lager en dit betekent dat het fonds achterloopt op het herstelplan. Het bestuur heeft in januari 2013 de financiële positie van het fonds per 31 december 2012 in vergelijking met het herstelplan geëvalueerd. Er is geconcludeerd dat herstel binnen een termijn van 5 jaar (eindigend op 31 december 2013) na het ontstaan van het dekkingstekort nog steeds haalbaar is en dat eind 2013 een dekkingsgraad van 104,8% wordt voorzien, dat hoger is dan de minimale dekkingsgraad van 104,1%. Het vereist vermogen zoals vermeld in het herstelplan zal naar verwachting in 2015 worden bereikt.
Jaarrekening 2012
51
Stichting Pensioenfonds Campina
Uitgaande van de voorzieningen per 31-12-2012 (EUR 1.225.009) gaat het om de volgende vermogens. Aanwezig eigen vermogen Minimaal vereist eigen vermogen (Pensioenwet) Vereist eigen vermogen (strategische beleggingsmix)
10
EUR -4.229 49.526 163.935
Dekkingsgraad 99,7% 104,1% 113,4%
Technische voorzieningen
Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor pensioenverplichtingen is als volgt: 2012 EUR Stand 1 januari 1.148.814 Pensioenopbouw 12.798 Toeslagverlening 2.939 Rentetoevoeging 17.378 Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten -52.143 Wijziging marktrente 85.394 Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten -61 Aanpassing sterftekansen 11.581 Overige wijzigingen -1.691
2011 EUR 1.046.046 11.402 2.694 13.243 -50.795 130.384 -1.041 -3.119
Stand 31 december
1.148.814
1.225.009
Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddeld gewogen discontovoet 2,3% (2011: 2,7%). De technische voorziening is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld:
Actieve deelnemers Slapers Gepensioneerden Technische voorziening
2012 EUR 346.375 229.961 648.673
2011 EUR 348.283 217.154 583.377
1.225.009
1.148.814
De methode voor de berekening van de technische voorziening is zodanig dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Rekening is gehouden met de overlevingskansen volgens de prognosetafel 2012-2062 van het Actuarieel Genootschap. Per balansdatum zijn er geen uit de pensioenregeling voortvloeiende aanspraken of rechten van deelnemers niet in de berekening van de voorziening meegenomen. Het toeslagenbeleid van het fonds kan als volgt worden samengevat. De aanspraken van de actieve deelnemers worden jaarlijks aangepast met de loonindex. De kosten hiervan komen voor rekening van de werkgevers. Jaarrekening 2012
52
Stichting Pensioenfonds Campina
Voor een verhoging van de pensioenaanspraken en -rechten van de slapers en de gepensioneerden besluit het bestuur jaarlijks of en in welke mate aanpassing plaatsvindt aan de CBS-consumentenprijsindex, afgeleid. De kosten hiervan komen ten laste van het fonds en hiervoor wordt geen reserve gevormd. Bij haar besluitvorming hanteert het bestuur een dekkingsgraad afhankelijke staffel. Inhaaltoeslagen ter compensatie voor eerdere kortingen op toeslagen zijn mogelijk als de dekkingsgraad boven de 135% ligt. Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. Toeslagverlening De pensioenaanspraken van de deelnemers zijn in het verslagjaar verhoogd met 1% (2011: 1%) conform de CAO inzake pensioenen 2006 voor de zuivelindustrie. Bij de bepaling van de voorziening voor pensioenverplichtingen is hiermee rekening gehouden. De pensioenrechten en pensioenaanspraken voor slapers en gepensioneerden zijn dit jaar niet geïndexeerd (2011: 0%). Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 1,54% (2011: 1,30%) op basis van de éénjaarsrente op de interbancaire swapmarkt aan het begin van het verslagjaar. Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de verwachte pensioenuitkeringen in de verslagperiode. Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (excassokosten ter hoogte van 1%) worden opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de verwachte uitvoeringskosten in de verslagperiode. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
Jaarrekening 2012
53
Stichting Pensioenfonds Campina
Wijziging actuariële uitgangspunten Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, lang leven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen, zowel voor de gehele bevolking als voor de populatie van het fonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. Aanpassing sterftekansen De publicatie in 2012 door het Actuarieel Genootschap van nieuwe informatie over de overlevingskansen van de Nederlandse bevolking gaf het bestuur aanleiding voor verdere actualisering van de door het bestuur gebruikte schattingen bij het berekenen van de technische voorzieningen. Toepassing van de nieuwe prognosetafels en fondsspecifieke ervaringssterfte leidde in 2012 tot een verzwaring van de technische voorzieningen met EUR 11.581.
11
Overige schulden en overlopende passiva
Schulden aan pensioengerechtigden Beleggingscrediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Derivaten Stand per 31 december
2012 EUR 987 1.426 1.079 1.597 5.205
2011 EUR 875 23.695 1.123 2.390 11.197
10.294
39.280
2012 EUR 1.426
2011 EUR 23.695
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Beleggingscrediteuren
Nog af te wikkelen transacties
Jaarrekening 2012
54
Stichting Pensioenfonds Campina
Derivaten
Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten Overige derivaten
2012 EUR 5.205 -
2011 EUR 10.031 927 239
Stand per 31 december
5.205
11.197
12
Risicobeheer
Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de technische voorziening en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de technische voorziening. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de technische voorziening. Daarvoor beschikt het fonds over een aantal sturingsmiddelen, zoals het beleggingsbeleid, het premiebeleid en het indexatiebeleid. Daarnaast kan het fonds als laatste redmiddel besluiten tot het verlagen van pensioenaanspraken en -rechten. Wat het premiebeleid betreft is het fonds gehouden aan de daarover met de werkgever gemaakte afspraken. Die afspraken voorzien, behoudens een extra premie van 1% van de pensioenverplichtingen gedurende maximaal vijf jaar, niet in een verplichte bijstorting in situaties van een reserve- of dekkingstekort. De dekkingsgraad van het fonds bedraagt 99,7% (2011: 95,5%). Bij een dekkingsgraad van 113,4% (2011: 114,5%) beschikt het fonds over het vereist eigen vermogen als bedoeld in de Pensioenwet. Eind 2012 was de solvabiliteit van het fonds ontoereikend. Op grond daarvan heeft per 1 januari 2012 voor het vierde achtereenvolgende jaar geen indexatie van pensioenaanspraken en -rechten van slapers en gepensioneerden plaatsgevonden. Door de werkgevers is daarnaast voor de vijfde maal de overeengekomen extra bijdrage van 1% van de pensioenverplichtingen betaald.
Jaarrekening 2012
55
Stichting Pensioenfonds Campina
De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad aanvang jaar Wijziging door beleggingsresultaten Wijziging door premiestorting en toeslagen Wijziging door marktrente Wijziging door aanpassing grondslagen Overige wijzigingen
2012 % 95,5 10,9 1,5 -7,3 -0,9 0,0
2011 % 98,9 5,4 2,1 -11,0 0,0 0,1
Dekkingsgraad einde jaar
99,7
95,5
2012 EUR 1.225.009
2011 EUR 1.148.814
30.327 135.391 45.329 22.768 30.739 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
30.071 144.208 20.338 20.978 29.738 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
163.935
166.657
1.388.944 1.220.780
1.315.471 1.097.357
-168.164
-218.114
113,4%
114,5%
Het vereist vermogen is als volgt:
Technische voorzieningen volgens jaarrekening (A) Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico S7 Liquiditeitsrisico S8 Concentratierisico S9 Operationeel risico Totaal S (vereiste buffers) = √(S1²+ S2²+2x 0,5xS1xS2+S3²+S4²+S5²+S6²) Vereist vermogen volgens art. 120 Pensioenwet (B) Aanwezig vermogen (Totaal activa – schulden) Surplus/tekort Vereiste dekkingsgraad (B/A)
Bij de berekening van de buffers past het fonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de strategische asset mix in de evenwichtssituatie, rekening houdend met een belang van 5,2% in GTAA-beleggingen (2011: 5,7%), dat voor de berekening van het vereist eigen vermogen is gelijkgesteld aan beleggingen in hedge funds.
Jaarrekening 2012
56
Stichting Pensioenfonds Campina
Beleid en risicobeheer Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: beleggingsbeleid; premiebeleid; herverzekeringsbeleid en toeslagbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten. Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies op een individuele belegging en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op zeer regelmatige basis geëvalueerd door de beleggingscommissie, in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures.
Jaarrekening 2012
57
Stichting Pensioenfonds Campina
De verdeling van vastgoed naar regio is als volgt:
Nederland EU Overig Europa Verenigde Staten Japan Overige
2012 EUR 443 5.212 350 26.142 1.601 10.738
2012 % 1,0 11,7 0,8 58,8 3,6 24,1
2011 EUR 633 4.518 329 22.065 1.160 7.674
2011 % 1,7 12,4 0,9 60,7 3,2 21,1
44.486
100,0
36.379
100,0
2012 EUR 107.035 95.110 17.083 72.178 26.207 44.734
2012 % 29,5 26,3 4,7 19,9 7,2 12,4
2011 EUR 114.291 98.813 18.000 58.660 37.208 92.969
2011 % 27,2 23,5 4,3 14,0 8,9 22,1
362.346
100,0
419.941
100,0
De aandelenportefeuille kan als volgt worden toegelicht:
Nijverheid en industrie Handel Transport en opslag Financiële instellingen Overige dienstverlening Belangen in fondsen
Tot de belangen in fondsen worden gerekend aandelen in beleggingmaatschappijen, hedge funds en partnerships. Valutarisico Het totaalbedrag dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo jaar circa 28,7% (2011: 30,0%) van de beleggingsportefeuille exclusief de valutaderivaten. De belangrijkste valuta daarin is de USD. Het strategische beleid van het fonds sinds 2012 is om alle valutaposities met betrekking tot aandelen en indirect onroerend-goed voor 70% af te dekken, met uitzondering van aandelen in opkomende markten. Voor beleggingen in bedrijfsobligaties en obligaties van opkomende markten geldt dat de valutarisico’s volledig worden afgedekt. Obligaties van opkomende markten in lokale valuta worden niet afgedekt. De overige beleggingen luiden in euro’s of worden geheel afgedekt, waarbij een tijdelijke tactische beleidsruimte aanwezig is. Per einde boekjaar is de vordering wegens de uitstaande valutatermijncontracten EUR 4.173.
Jaarrekening 2012
58
Stichting Pensioenfonds Campina
De beleggingen in vreemde valuta inclusief bijbehorende vorderingen en schulden kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd:
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Overige
2012 EUR 41.891 263.027 37.489 1.932
2011 EUR 22.633 278.883 8.429 18.038
344.339
327.983
De valutapositie vóór en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven:
EUR GBP JPY USD Overige
Vóór
2012 ValutaDerivaten
EUR 855.125 47.323 12.915 229.478 54.624
EUR 188.850 -32.907 -9.836 -104.278 -37.656
Netto positie (na) EUR 1.043.975 14.416 3.079 125.200 16.968
1.199.465
4.173
1.203.638
Een restrisico betreft de categorie overige valuta; hierbij gaat het om valuta in opkomende markten en/of valuta die een correlatie hebben met de USD. Het bestuur heeft besloten om deze risico’s niet af te dekken. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarde van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ontwikkelingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Het beleid van het fonds is erop gericht om het renterisico voor 51% af te dekken. Het fonds realiseert afdekking van renterisico via een liability matching portefeuille, waarbij de duration van de vastrentende waarden zijn afgestemd op de contante waarde van de kasstromen van de pensioenverplichtingen. Hierbij maakt het fonds gebruik van langlopende staatsobligaties in combinatie met renteswaps. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het pensioenfonds ontvangt in dit geval een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente. Het fonds betaalt hiervoor een swappremie. Bij het afsluiten van een swap wordt de ‘duration-mismatch’ verkleind,
Jaarrekening 2012
59
Stichting Pensioenfonds Campina
maar ontstaan nieuwe risico’s zoals tegenpartij-, liquiditeits- en juridische risico’s. Deze risico’s worden door het fonds acceptabel geacht. Het fonds heeft interne beheersingsmaatregelen geïmplementeerd die een continue monitoring op deze risico’s waarborgen. De renteafdekking is ondergebracht bij een gespecialiseerde vermogensbeheerder die de liability matching portefeuille beheert. De duration en het effect van de renteafdekking kunnen als volgt worden samengevat: Duration Balanswaarde EUR 711.445 803.178 1.225.009
Vastrentende waarden (vóór derivaten) Vastrentende waarden (na derivaten) (Nominale) pensioenverplichtingen
31 dec 2012
31 dec 2011
13,4 14,4 13,7
13,4 14,0 13,9
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de duration van de vastrentende waarden circa 13,4 bedraagt, zonder het effect van rentederivaten. Het fonds is rentederivaten aangegaan, waarmee de totale duration van de vastrentende waarden uitkomt op 14,4 (2011: 14,0). De duration van de nominale pensioenverplichtingen bedraagt 13,7 jaar, dat de rentegevoeligheid veroorzaakt. Overigens kan de duration van de vastrentende waarden niet een-op-een worden vergeleken met de duration van de verplichtingen, omdat ook rekening gehouden moet worden met de absolute omvang van de beleggingen en de pensioenverplichtingen. De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: 31 december 2012 EUR % Vastrentende waarden: Geen termijn vastgesteld Resterende looptijd < 1 jaar Resterende looptijd < 5 jaar Resterende looptijd > 5 jaar
31 december 2011 EUR %
0 10.265 53.005 631.117
0,0 1,5 7,6 90,9
0 7.347 60.113 421.939
0,0 1,5 12,3 86,2
694.387
100,0
489.399
100,0
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor
Jaarrekening 2012
60
Stichting Pensioenfonds Campina
het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds, het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten, het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTCderivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSAovereenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds worden afgedekt door onderpand. In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de beleggingen naar sector weergegeven: Overheidsinstellingen Financiële instellingen Handel- en industriële bedrijven Serviceorganisaties Andere instellingen
2012 EUR 572.532 23.774 35.422 7.466 55.193
2011 EUR 410.667 57.081 11.009 7.226 3.416
694.387
489.399
2012 EUR 153.825 372.429 10.347 31.080 126.706
2011 EUR 48.896 410.412 2.182 13.701 14.208
694.387
489.399
De verdeling naar regio is weergegeven in onderstaande tabel:
Nederland Andere EU-landen Rest van Europa Noord-Amerika Andere
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven:
AAA AA A BBB Overig
Jaarrekening 2012
2012 EUR 377.612 141.506 64.167 76.815 34.287
2012 % 54,4 20,4 9,2 11,1 4,9
2011 EUR 398.420 30.457 41.292 16.607 2.623
2011*) % 81,4 6,2 8,4 3,4 0,6
694.387
100,0
489.399
100,0
61
Stichting Pensioenfonds Campina
De debiteuren met een BBB-rating zijn obligaties van opkomende landen en bedrijfsobligaties, die via fondsen worden aangehouden. Debiteuren geclassificeerd onder Overig zijn obligaties van opkomende markten, waarbij wordt geparticipeerd in twee specialistische fondsen. Inzake concentratie van risico’s kan worden gemeld dat ultimo 2012 geen sprake is van beleggingen in een individuele tegenpartij, anders dan staatsobligaties, groter dan 1,0% (2011: 1,1%) van het totaal aan obligatiebeleggingen. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities, wordt dit risico door het fonds beheerst. Eveneens wordt rekening gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Ten aanzien van een mogelijk liquiditeitsrisico merkt het bestuur het volgende op. Ultimo 2012 zijn er voldoende beleggingen in bezit, die onmiddellijk en zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. Daarnaast beschikt het fonds over premieinkomsten die een aanzienlijk gedeelte van de jaarlijkse pensioenbetalingen omvatten. Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de technische voorziening. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Sinds 1 januari 2007 hanteert het fonds de meest actuele prognosetafel van het Actuarieel Genootschap. Vanaf medio 2012 is dat de prognosetafel voor de periode 2012-2062. Toepassing van deze tafel heeft tot gevolg dat in het langlevenrisico voor een deel wordt voorzien. Zoals hiervoor is aangegeven vindt over de financiële gevolgen van de overgang op de prognosetafel in 2007 en de overgang op de nieuwe prognosetafel in 2010 nog een discussie met de werkgevers plaats, waarbij het fonds eind 2010 duidelijk kenbaar heeft gemaakt welk deel van de kosten naar het oordeel van het bestuur voor rekening van de werkgevers dient te komen. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit. Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. De risicopremie wordt periodiek herzien.
Jaarrekening 2012
62
Stichting Pensioenfonds Campina
Het fonds heeft het nabestaanden- en wezenpensioen op risicobasis gedeeltelijk herverzekerd bij een externe verzekeringsmaatschappij. Met de herverzekeraar is een (technische) winstdelingsregeling overeengekomen. Het overlijdensrisicokapitaal, verminderd met de ten behoeve van de deelnemer gevormde voorziening pensioenverplichtingen, is herverzekerd voor zover dit uitgaat boven EUR 250.000 per deelnemer. Daarbovenop is er een integrale stop-lossdekking die schade boven 200% van de risicopremie eigen risico dekt. Per 31 december 2012 is de overeenkomst door de herverzekeraar opgezegd wegens een beleidswijziging. Met ingang van 1 januari 2013 is een nieuwe stop-loss herverzekering afgesloten met een andere herverzekeraar. Indexatierisico (actuariële risico’s) Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, loon- en prijsinflatie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging van de gepensioneerden en slapers voorwaardelijk is. Concentratierisico Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering (marktrisico) of de financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie in de beleggingsportefeuille in producten, regio’s of landen, economische sectoren of tegenpartijen. Naast concentraties in de beleggingsportefeuille kan ook sprake zijn van concentraties in de verplichtingen en de uitvoering. Om concentratierisico’s in de beleggingsportefeuille te beheersen maakt het bestuur gebruik van diversificatie en limieten voor beleggen in landen, regio’s, sectoren en tegenpartijen. Deze uitgangspunten zijn door het fonds vastgesteld op basis van de ALM-studie. De uitgangspunten zijn vastgelegd in de contractuele afspraken met de vermogensbeheerders en het bestuur monitort op kwartaalbasis de naleving hiervan. De spreiding in de beleggingsportefeuille is weergegeven in de tabel die is opgenomen bij de toelichting op het kredietrisico. De belangrijkste vorm van concentratierisico in de verplichtingen van het fonds is de demografische opbouw van de deelnemers. Gegeven de aard is dit risico niet te beïnvloeden. Ultimo 2012 is de verhouding tussen mannen en vrouwen in het fonds 71% : 29% (2011 : 72% : 28%). De gemiddelde leeftijd bedraagt 64 jaar (2011: 63,4 jaar). Op grond hiervan heeft het bestuur geconcludeerd dat er geen sprake is van concentratie in de activa of verplichtingen en dat er daarom geen buffer voor concentratierisico wordt aangehouden. Overige niet-financiële risico’s Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke.
Jaarrekening 2012
63
Stichting Pensioenfonds Campina
Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekent inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand. Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten: •
•
•
•
•
Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het aanhouden van een synthetische vastrentende portefeuille ter financiering van de GTAA-beleggingen en voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid. Forwards: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel hiervan worden valutarisico’s afgedekt. Swaptions: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten die de mogelijkheid bieden om op een toekomstig tijdstip een swapcontract af te sluiten; ook hiermee kan de rentegevoeligheid van de portefeuille worden beïnvloed. Interest rate swaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. Credit default swaps: dit zijn met individuele banken of verzekeraars afgesloten swapcontracten waarmee het risico wordt verzekerd dat de uitgever van een obligatie niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Jaarrekening 2012
64
Stichting Pensioenfonds Campina
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2012: Type contract
Futures Forwards Swaptions Interest rate swaps Credit default swaps
Onderliggende waarde EUR 552.865 365.400 -
Actuele waarde activa EUR 4.173 6.862 -
Actuele waarde passiva EUR 5.204 -
De derivatenposities per 31 december 2011 waren als volgt:
Type contract
Futures Forwards Swaptions Interest rate swaps Credit default swaps
Onderliggend e waarde EUR 257.378 416.766 21.284 304.942 15.078
Actuele waarde activa EUR 2.692 735
Actuele waarde passiva EUR 10.031 46 881 239
In 2012 is de strategische beleggingsportefeuille aangepast, waarbij de opzet belangrijk is gewijzigd. De directe inzet van derivaten wordt thans beperkt tot het gebruik van interest rate swaps voor het afdekken van renterisico’s in de liability matching portefeuille en forwards voor het afdekken van valutarisico’s. Reële waarde Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de financiële instrumenten van het fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen reële waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en schulden, geldt dat de boekwaarde de reële waarde benadert als gevolg van het kortetermijn karakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Schattingen van de reële waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld.
Jaarrekening 2012
65
Stichting Pensioenfonds Campina
13
Niet in de balans opgenomen vorderingen en verplichtingen
Vorderingen op werkgevers De vorderingen van het fonds op FrieslandCampina en De Graafstroom in verband met het langlevenrisico zijn vanwege de betwisting ervan niet opgenomen. Langlopende contractuele verplichtingen Het fonds heeft geen langlopende contracten. Voorwaardelijke verplichtingen Het fonds heeft geen voorwaardelijke verplichtingen. Niet opgenomen pensioenverplichtingen Alle pensioenverplichtingen zijn verantwoord. Niet toegekende toeslagen; inhaalambitie Het fonds heeft vanaf 1 januari 2009 geen indexatie verleend aan slapers en gepensioneerden en had tot 1 januari 2013 een indexatieachterstand van 6,8%. In verband met de financiële positie per 1 januari 2013 heeft het bestuur besloten de pensioenaanspraken en -rechten van slapers en gepensioneerden per die datum niet te verhogen. De voor het fonds geldende prijsontwikkeling over de periode oktober 2011 tot oktober 2012 kwam uit op 2,0%. Dit betekent dat de achterstand in toeslagverlening per 1 januari 2013 9,0% bedraagt. Zodra de financiële positie dit toelaat (vanaf een dekkingsgraad van 135%) kan het bestuur eventueel besluiten tot het toekennen van inhaaltoeslagen.
14
Verbonden partijen
Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen tussen het fonds en de sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders. Transacties met (voormalige) bestuurders Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar toelichting 23. Er zijn geen leningen verstrekt aan en er is geen sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders. Twee bestuursleden nemen deel aan de pensioenregeling van het fonds op basis van voorwaarden in het pensioenreglement. Transacties met werkgevers Inzake de uitvoeringsovereenkomst tussen fonds en werkgevers met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling is het volgende relevant: • De werkgevers zullen tijdig aan het fonds alle gegevens verschaffen die nodig zijn om jaarlijks de pensioenrechten van en de premies voor alle deelnemers te kunnen bepalen. De werkgevers vrijwaren het fonds voor alle financiële nadelen als gevolg van onjuiste, onvolledige of niet-tijdige opgaven; • De vaststelling van verschuldigde premiebedragen verloopt in twee stappen: Aan het begin van het boekjaar wordt de bruto premie bepaald voor de in dat jaar te
Jaarrekening 2012
66
Stichting Pensioenfonds Campina
•
•
•
•
15
verwachten aanwas van de pensioenaanspraken door voortschrijding diensttijd, door toeslagverlening voor actieven, door de solvabiliteitsopslag over het hiervoor genoemde (solvabiliteitsvrijval blijft buiten beschouwing) en door een netto-opslag voor de uitvoeringskosten, na aftrek van de vrijval excasso-kosten. Deze wordt als voorschot door het pensioenfonds bij de werkgever in rekening gebracht. Aan het einde van het boekjaar wordt door het pensioenfonds conform het bepaalde in de ABTN van het pensioenfonds bepaald of in hoeverre een aanvulling ten opzichte van de in rekening gebrachte premies alsnog verschuldigd is; De werkgevers hebben tot 1 januari 2013 een garantie gegeven voor een herstelpremie van maximaal 1% van de voorziening pensioenverplichtingen, indien sprake is van een dekkingstekort waarbij geldt dat de dekkingsgraad van het fonds lager is dan 105%; De werkgevers hebben zich verplicht de premies te voldoen die berekend zijn volgens het pensioenreglement en de actuariële en bedrijfstechnische nota. De werkgevers voldoen bij vooruitbetaling na afloop van elk kwartaal de verschuldigde premies aan het fonds; Indien de werkgevers een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het pensioenfonds te ontvangen jaarpremie hebben en er sprake is van dekkingstekort, zal het pensioenfonds elk kwartaal schriftelijk de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en ondernemingsraad van de werkgevers informeren; Als gevolg van de fusie tussen Campina en Friesland Foods worden vanaf 2009 geen nieuwe werknemers aangemeld bij het fonds.
Bijdragen van werkgever en werknemers
Werkgeversgedeelte Werknemersgedeelte FVP-bijdragen
2012 EUR 33.156 1.260 47
2011 EUR 33.118 1.392 31
34.463
34.541
De totale bijdrage van werkgevers en werknemers bedraagt 40,5% (2011: 37,9%) van de loonsom. De kostendekkende premie als percentage van de loonsom is 23,3% (2011: 21,1%). De kostendekkende en feitelijke premie zijn als volgt:
Kostendekkende premie Extra premie van 4% van de bruto loonsom Extra premie in verband met onderdekking (1% van VPV) Verrekening verschil voorschot kostendekkende premie
2012 EUR 19.816 3.537 12.160 -1.050
2011 EUR 19.224 3.830 11.488 -
Feitelijke premie
34.463
34.541
Jaarrekening 2012
67
Stichting Pensioenfonds Campina
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate in de staat van baten en lasten verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt:
Actuarieel benodigd voor pensioenopbouw Toeslagverlening actieven Toeslag voor instandhouding van het vereist eigen vermogen Toeslag voor uitvoeringskosten Risicopremie voor overlijden en arbeidsongeschiktheid
2012 EUR 11.513 2.941 2.375 1.643 1.344
2011 EUR 11.622 2.542 2.357 1.461 1.242
19.816
19.224
In 2012 is EUR 1.050 verrekend voor teveel in rekening gebrachte kostendekkende premie bij de werkgever in 2011.
16
Beleggingsopbrengsten
2012
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Uitlening effecten
2011
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Uitlening effecten
Directe beleggingsopbrengsten EUR 1.596 9.663 17.696 -47 330 686
Indirecte beleggingsopbrengsten EUR 6.536 41.271 52.289 16.308
29.924
116.404
-3.287
143.041
Directe beleggingsopbrengsten EUR 1.295 9.019 18.985 172 1.462 502
Indirecte beleggingsopbrengsten EUR 131 -13.896 34.438 22.259
Kosten van vermogensbeheer EUR
Totaal
31.435
Jaarrekening 2012
Kosten van vermogensbeheer EUR
-3.287
-4.176
42.932
-4.176
Totaal
EUR 8.132 51.915 69.984 15.281 -2.957 686
EUR 1.426 -4.877 53.423 22.431 -2.714 502 70.191
68
Stichting Pensioenfonds Campina
De kosten van vermogensbeheer omvatten de kosten die door de custodian en vermogensbeheerder(s) direct bij het fonds in rekening zijn gebracht. Deze kosten bestaan voor EUR 2.012 uit vaste vergoedingen (2011: EUR 1.190) en voor EUR 11 uit performance gerelateerde vergoedingen (2011: EUR 1.151). De Overige vermogensbeheerkosten omvatten de EUR 923 voor fiduciair beheer (2011: EUR 744) en EUR 340 voor bewaarloon (2011: EUR 290). Het aandeel van het pensioenfonds in de kosten die door vermogensbeheerders ten laste van beleggingsfondsen zijn gebracht is onderdeel van de indirecte beleggingsopbrengsten. Deze bedragen EUR 1.078 (2011: EUR 1.676). Transactiekosten zijn onderdeel van de aan- en verkooptransacties van beleggingen. Deze zijn eveneens onderdeel van de indirecte beleggingsopbrengsten en bedragen over 2012 EUR 772 (2011: EUR 1.041).
17
Overige baten
In de jaren 2004 t/m 2011 zijn bedragen aan vroegpensioen vrijgevallen wegens afspraken tussen werkgevers en oud-werknemers. In het kader van het overleg met de werkgevers over het langlevenrisico en over een collectieve waardeoverdracht van de aanspraken van de actieve deelnemers is door het fonds erkend dat deze bedragen toekomen aan de werkgevers. In verband daarmee was een verplichting opgenomen die eind 2011 € 11,8 miljoen bedroeg. Uit het in 2012 voorgezette overleg is duidelijk geworden dat in verband met het langlevenrisico en een collectieve waardeoverdracht van de aanspraken van de actieve deelnemers bedragen aan het fonds zullen toevloeien, waarmee verrekening van de vrijgevallen bedragen aan vroegpensioen mogelijk is. Het daardoor vrijgevallen bedrag is in 2011 als overige bate verantwoord.
18
Kosten herverzekering
Premie overlijdensrisico Uitkeringen herverzekering Winstaandeel over voorafgaand jaar
2012 EUR 143 -42 -34
2011 EUR 131 -74 -35
67
22
Met de herverzekeraar is een (technische) winstdelingsregeling overeengekomen. Het fonds krijgt in poolverband 80% van de cumulatieve technische winst over het voorgaande boekjaar. De hoogte hiervan is onbekend op 31 december 2012. Een cumulatief technisch verlies is geheel voor rekening van de herverzekeraar. In de premie is tevens begrepen de premie voor een stop-loss dekking, die de totale schade voor het fonds beperkt.
Jaarrekening 2012
69
Stichting Pensioenfonds Campina
19
Pensioenuitkeringen en afkopen
Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen (partnerpensioen) Wezenpensioen Invaliditeitspensioen Afkopen
2012 EUR 39.326 11.858 86 663 30
2011 EUR 37.582 11.688 93 805 323
51.963
50.491
De indexatie van de uitkeringen per 1 januari 2012 was nihil. De post Afkopen betreft de afkoop van ingaande pensioenen die lager zijn dan EUR 427,29 (bedrag in gehele EUR) per jaar overeenkomstig artikel 65 van de Pensioenwet.
20
Saldo overdrachten van rechten
Inkomende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten Saldo waardeoverdrachten
2012 EUR 0 36
2011 EUR 0 1.067
36
1.067
Dit betreft de ontvangst van of overdracht aan een pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. In een situatie van onderdekking vindt alleen afkoop van ingaand pensioen plaats voor zover de aanspraak ouderdomspensioen lager is dan EUR 50,-. In 2012 heeft één waardeoverdracht plaatsgevonden. Dit betreft een waardeoverdracht die is aangeboden in 2011 bij een dekkingsgraad hoger dan 100%. De daadwerkelijke overboeking van de waardeoverdracht vond plaats in januari 2012.
21
Kosten pensioenbureau
Bestuurskosten Personeelskosten Accountantskosten Certificerend actuaris Adviserend actuaris Overige advisering Contributies en bijdragen Overige
Jaarrekening 2012
2012 EUR 67 1.054 93 36 135 110 113 407
2011 EUR 36 963 111 37 145 181 110 302
2.015
1.885
70
Stichting Pensioenfonds Campina
Het aan het fonds verbonden pensioenbureau draagt zorg voor de uitvoering van de pensioenregeling, de bestuursondersteuning en het toezicht op en de controle van de beleggingen. Van de totale kosten van het pensioenbureau heeft EUR 232 (2011: EUR 194) betrekking op de beleggingen.
Honoraria van de accountant Onder controle- en advieskosten zijn de volgende honoraria inclusief omzetbelasting van KPMG Accountants ten laste gebracht van het fonds, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW.
Onderzoek van de jaarrekening
22
2012 EUR 93
2011 EUR 111
Aantal personeelsleden
Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst zijn van een van de aangesloten werkgevers of die tijdelijk worden ingehuurd (uitzendkrachten, zzp-ers). Met deze werkgever zijn schriftelijke afspraken gemaakt over deze beschikbaarstelling. De aan de beschikbaarstelling verbonden kosten zijn voor rekening van het fonds.
23
Bezoldiging van bestuurders
Aan bezoldigingen met inbegrip van pensioenlasten als bedoeld in artikel 2:383, lid 1, BW, is in het boekjaar voor bestuurders een bedrag ten laste van het fonds gekomen van EUR 19 (2011: EUR 19).
24
Belastingen
De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting. Over door buitenlandse vermogensbeheerders in rekening gebrachte bedragen wegens vermogensbeheer, voorzover geen sprake is van collectieve belegging, en bewaring van effecten dient het fonds in Nederland omzetbelasting af te dragen. Deze omzetbelasting en de door Nederlandse dienstverrichters in rekening gebrachte bedragen aan omzetbelasting kunnen voor een gedeelte met de af te dragen omzetbelasting worden verrekend.
Jaarrekening 2012
71
Stichting Pensioenfonds Campina
25
Gebeurtenissen na balansdatum
In de maanden januari t/m april 2013 heeft het bestuur van het fonds gesproken met vertegenwoordigers van FrieslandCampina over de verdere aanpak van het overleg over het langlevenrisico en een mogelijke collectieve waardeoverdracht van de opgebouwde rechten. Op grond daarvan heeft het bestuur geoordeeld dat het in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden is om vooralsnog in goed overleg met FrieslandCampina door te gaan met het onderzoek of een integrale oplossing voor beide kwesties kan worden bereikt. Plaats: Woerden
datum: 25 april 2013
Het Bestuur
Jaarrekening 2012
72
Stichting Pensioenfonds Campina
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Campina te Woerden is aan Ernst & Young Actuarissen B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2012. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.
Jaarrekening 2012
73
Stichting Pensioenfonds Campina
Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet met uitzondering van de artikelen 131, 132 en 133. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Campina is naar mijn mening slecht, vanwege het dekkingstekort. Amsterdam, 25 april 2013
R. Schuur AAG verbonden aan Ernst & Young Actuarissen B.V.
Jaarrekening 2012
74
Stichting Pensioenfonds Campina
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Campina Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening over 2012 van Stichting Pensioenfonds Campina te Woerden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Jaarrekening 2012
75
Stichting Pensioenfonds Campina
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Campina per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 25 april 2013 KPMG Accountants N.V.
F.J.J. Glorie RA
Jaarrekening 2012
76
Stichting Pensioenfonds Campina
A
Personalia Bestuur Namens werkgevers A.J. Ooijen (tot okt. 2012) (Operations Director FrieslandCampina Middle East)
Namens deelnemers Namens gepensioneerden A.J.M. Claassen (secr.) C. de Ridder (Vz) (Medewerker Compensation & Benefits FrieslandCampina)
A.W.M. Fakkert (Controller Pensions FrieslandCampina Corporate Centre)
S.A. Molenaar (Director Finance Butter & Milkpowder)
C.J. van der Velde
C.F. Hammer (vanaf okt. 2012)
H.J. Vellenga (bestuurder FNV Bondgenoten)
F. Verveld
Beleggingscommissie A.W.M. Fakkert Th. Jeurissen (extern) C. Spaans (directeur)
S.A. Molenaar A.M. van Nunen (adviseur)
F. Verveld (Vz) J.C. van Ofwegen (directeur)
Communicatiecommissie H. de Waardt R. van der Weerd C. Spaans (Vz)
A.J.M. Claassen A.A. Smits
J.L.M. Adriaans J.C. van Ofwegen (Vz)
Verantwoordingsorgaan Namens werkgevers Namens deelnemers M.C. van Veen J.L.M. Adriaans P. van der Hoek (tot okt 2012) C.W.J. Kokken (Vz) A.A. Nagtegaal (vanaf okt 2012)
Directie Administrateur Vermogensbeheerder Actuaris Accountant Adviseur ALM Adviseur beleggingen
Jaarrekening 2012
Namens gepensioneerden B.W. Reusken C.J. de Wit
J.C. van Ofwegen (tot 1 december 2012) C. Spaans (vanaf 1 december 2012) Northern Trust (custodian en beleggingsadministratie) Pensioenbureau (uitvoering pensioenregeling) Goldman Sachs Asset Management Ernst & Young Actuarissen B.V. KPMG Accountants N.V. Ortec Finance Van Nunen & Partners B.V.
77
Stichting Pensioenfonds Campina
B
Overzicht mutaties in verzekerden over het jaar 2012 Gewezen Ouderdoms Deelnemers deelnemers pensioen
Stand per 1 januari 2012 Bij wegens: • Uitdiensttreding • Toekenning van een pensioen • Andere oorzaken Af wegens: • Overlijden • Toekenning ouderdomspensioen • Uitdiensttreding • Emigratie/afkoop/ overdracht • Beëindiging van een wezenpensioen • Andere oorzaken
Stand per 31 december 2012
2.260
6.021
4.325
Partner pensioen
Wezen pensioen
Totaal
2.298
73
14.977
116
116 529
165
1
23
1
139
529
165
15
39
186
144
75
454
10
704
4
28
14
848 384 529
116
116 89
8
97 16
3
16
8
11
209
493
283
152
16
1.153
2.052
5.667
4.571
2.311
71
14.672
De andere oorzaken gevallen van beëindiging arbeidsongeschiktheid, waardoor de betrokkene alsnog gewezen deelnemer wordt en opname van gewezen deelnemers waarvan de aanspraken niet in een eerder stadium konden worden vastgesteld.
Jaarrekening 2012
78
Stichting Pensioenfonds Campina
C
Begrippenlijst ABTN
Actuariële en Bedrijfstechnische Nota, een verplicht door pensioenfondsen op te stellen document waarin wordt aangegeven op welke wijze en met welke middelen de doelstellingen van het fonds zullen worden gerealiseerd.
Accountant
Een onafhankelijke deskundige die de jaarrekening controleert en daarover een verklaring aflegt.
Actuariële grondslagen
Berekeningsgrondslagen, waarop de premie en de pensioenvoorzieningen van het fonds zijn gebaseerd, waaronder de rekenrente, overlevingskansen, arbeidsongeschiktheidskansen en kosten.
Actuaris
Een actuaris combineert economische en wiskundige technieken. Met behulp van de verzekeringswiskunde bepaalt de actuaris hoe hoog de premie en de pensioenverplichtingen van het fonds moeten zijn. Ook geeft de actuaris jaarlijks een verklaring over de toereikendheid van de pensioenvoorzieningen.
AFM
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren, die eerlijke en transparante financiële markten bevordert. De AFM bevordert zorgvuldige financiële dienstverlening aan consumenten en ziet toe op een eerlijke en efficiënte werking van kapitaalmarkten. Het streven van de AFM is het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de financiële markten te versterken, ook internationaal. Op deze manier draagt de AFM bij aan de welvaart en de economische reputatie van Nederland.
ALM
Asset Liability Management (ALM) is het afstemmen van de beleggingsmix op pensioenverplichtingen.
Beleggingscategorie
Groep van beleggingen met vergelijkbare risicokenmerken, zoals aandelen, vastrentende waarden, onroerend-goed, hedge funds en grondstoffen.
Beleggingsmix
De verdeling van beleggingen over verschillende beleggingscategorieën.
Beleggingsrisico
Het risico op waardedaling van de beleggingen.
Jaarrekening 2012
79
Stichting Pensioenfonds Campina
Benchmark(index)
Een objectieve maatstaf voor zowel de samenstelling als de performance van het belegde vermogen. Een benchmarkindex is een mandje van -bijvoorbeeld- een aantal aandelen. In beginsel bepaalt de totale waarde van alle uitstaande aandelen de waarde van een index; fluctuaties in de waarde van de index worden derhalve veroorzaakt door koersfluctuaties van de in de index opgenomen aandelen. Bekende voorbeelden van indices zijn AEX, MSCI en Dow Jones.
Concentratierisico
Het risico dat er onvoldoende spreiding is bij een bepaalde categorie van beleggingen. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de beleggingen in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen.
Contante waarde
Het bedrag dat op dit moment nodig is om daarmee in de toekomst een of meer betalingen te kunnen verrichten, waarbij rekening is gehouden met rente en, als het gaat om pensioenuitkeringen, met levensverwachtingen.
Credit default swap
Een credit default swap is een met een individuele bank of verzekeraar afgesloten swapcontract waarmee het risico wordt verzekerd dat de uitgever van een obligatie niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Custodian
De bank of bewaarinstelling die tegen een vergoeding effectenbeleggingen op naam van derden registreert en/of bewijzen daarvan fysiek bewaart.
Derivaten
Afgeleide financiële instrumenten, dat wil zeggen financiële contracten, waarvan de waarde wordt afgeleid van een onderliggende waarde (bijv. een aandeel), een referentieprijs of een index (bijv. de AEX-index). De hoofdvormen van derivaten zijn opties, futures en forwards. Derivaten mogen door een pensioenfonds alleen worden gebruikt voor de vermindering van de risico's.
Dekkingsgraad
De verhouding tussen enerzijds het aanwezige vermogen en anderzijds de pensioenverplichtingen.
Dekkingstekort
De situatie dat de middelen van het pensioenfonds lager zijn dan de voorziening voor pensioenverplichtingen plus de reserve voor algemene risico's (dekkingsgraad lager dan 105%).
DigiD-code
Is een inlogcode waarmee burgers zich kunnen identificeren op websites van de overheid.
Directe beleggingsopbrengsten
Opbrengsten van beleggingen die periodiek worden uitbetaald, zoals rente, dividenden en huren.
Jaarrekening 2012
80
Stichting Pensioenfonds Campina
DNB
De Nederlandsche Bank, de instelling die toezicht houdt op pensioenfondsen en andere financiële instellingen zoals banken en verzekeringsmaatschappijen.
Duration
Hiermee wordt de koersgevoeligheid van vastrentende waarden of de pensioenverplichtingen voor veranderingen in de rentestand aangegeven. Een duration van 5 jaar geeft aan dat bij een stijging (c.q. daling) van de rentestand met 1%punt, de vastrentende waarde of de pensioenverplichting met 5%-punten daalt (c.q. stijgt).
EIRIS
Ethical Investment Research Services Ltd., is een organisatie die het gedrag van grote ondernemingen ten aanzien van milieu, arbeidsvoorwaarden, mensenrechten, duurzaamheid e.d. onderzoekt teneinde beleggers hierover te kunnen adviseren bij hun beleggingsbeslissing.
FIRM
Financiële Instellingen Risico Methode, een risicoanalysemethode die wordt gehanteerd door DNB bij het toezicht op financiële instellingen, waaronder pensioenfondsen.
Franchise
Deel van het inkomen waarover vanwege de AOW geen pensioen wordt opgebouwd.
FTK
Financieel Toetsingskader, het geheel aan financiële regels waaraan pensioenfondsen moeten voldoen.
Future
Op een beurs verhandelbaar gestandaardiseerd termijncontract. Dit is een overeenkomst tot koop of verkoop van een goed of een financiële waarde die op een bepaald tijdstip in de toekomst door de verkoper aan de koper moet worden geleverd. Dit tegen een prijs die bij het aangaan van het contract wordt vastgelegd.
FVP-bijdrage
Een bijdrage op grond van een inmiddels beëindigde regeling van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering waarmee onvrijwillig werkloze werknemers hun pensioenregeling tijdens de werkloosheidsperiode kunnen voortzetten.
GTAA-fonds
Global Tactical Asset Allocation is een beleggingscategorie met het doel om extra rendement te behalen door het gedurende een korte periode innemen van posities in aandelen, obligaties, valuta e.d. Dat geschiedt doorgaans via gelijktijdige koop en verkoop van derivaten, waarbij de verwachting bestaat dat de gekochte positie sneller in waarde zal stijgen dan de verkochte positie.
Jaarrekening 2012
81
Stichting Pensioenfonds Campina
Hedge Fund
Een beleggingscategorie waarbij, met gebruikmaking van diverse strategieën en beleggingsinstrumenten, gestreefd wordt naar opbrengsten uit zowel positieve als negatieve waardeontwikkelingen van andere beleggingscategorieën.
Herverzekering
Pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen kunnen bepaalde risico's (zoals het risico van overlijden of invaliditeit) of verplichtingen die zij verzekeren, geheel of gedeeltelijk onderbrengen bij een (andere) verzekeringsmaatschappij. Dit wordt herverzekering genoemd.
Indirecte beleggingsopbrengsten
Gerealiseerde en ongerealiseerde koerswinsten of koersverliezen op beleggingen.
Investment policy document
Een bijlage bij de ABTN waarin het door het pensioenfonds te voeren beleggingsbeleid in detail is beschreven.
ISDA/CSAovereenkomsten
Een standaard derivaten contract van de International Swaps and Derivatives Association met een zogenaamde Credit Support Annex, een bijlage waarin het te verstekken onderpand wordt geregeld.
ISS
Institutional Shareholder Services, een organisatie die informatie van ondernemingen onderzoekt en analyseert met het doel beleggers te ondersteunen bij de uitoefening van hun stemrecht.
Herstelplan
Een geheel van maatregelen, waaronder maatregelen op beleggingsterrein, om binnen drie, respectievelijk vijftien jaar terug te keren naar een bepaalde vermogenspositie.
Kostendekkende premie
De minimaal aan een pensioenfonds te betalen pensioenpremie voor een bepaalde pensioenopbouw, waarbij rekening is gehouden met alle voorzienbare risico's.
Kredietrisico
Het risico dat een tegenpartij niet zal voldoen aan zijn verplichtingen (rente-betaling en/of aflossing).
Liability matching portefeuille
De liability matching portefeuille is het deel van de beleggingsportefeuille dat is ingericht om de rentegevoeligheid van de activa met de rentegevoeligheid van de passiva van een pensioenfonds af te stemmen.
Liquiditeitsrisico
Het risico dat op een bepaald moment over onvoldoende geldmiddelen wordt beschikt.
Jaarrekening 2012
82
Stichting Pensioenfonds Campina
Mandaat
Een mandaat, ook wel beleggingsrichtlijnen of beleggingsinstructies genoemd, bevat de beleggingstechnische afspraken over het beheer van het vermogen. Een mandaat wordt vastgesteld door het bestuur en bevat alle restricties waarbinnen een vermogensbeheerder vervolgens naar eigen inzicht mag beleggen.
Minimum Vereist Eigen Vermogen
Het minimaal vereist eigen vermogen is het bedrag waarover een fonds dient te beschikken om rekening te kunnen houden met bepaalde algemene risico’s, doorgaans 5% van de voorziening voor pensioenverplichtingen.
Onderpand
Als zekerheid gegeven geldmiddelen of effecten in verband met een negatieve waarde van derivatenposities of in verband met uitgeleende beleggingen.
Operationeel risico
Het risico dat een pensioenfonds loopt als gevolg van het falen of tekortschieten van interne processen, menselijke en technische tekortkomingen en onverwachte externe gebeurtenissen.
Optie
Een overeenkomst die de koper van de optie het recht geeft een bepaalde hoeveelheid van een bepaald financieel instrument/product te kopen (calloptie) dan wel te verkopen (putoptie) op of voor een zekere toekomstige datum tegen een van te voren afgesproken prijs. De optieprijs is de waarde van dit recht.
OTC-derivaten
Niet op een beurs verhandelbare derivaten die tussen twee partijen zijn overeengekomen.
Overlevingstafel
Een tabel die per geslacht en per leeftijd de kans aangeeft op overlijden binnen een jaar.
Pensioengrondslag
Het gedeelte van het loon dat de grondslag vormt voor de pensioenopbouw van een deelnemer.
Pensioenovereenkomst
Een toezegging van de werkgever aan de werknemer inzake pensioen. Dit kan collectief voor alle werknemers worden gedaan in bijvoorbeeld een CAO.
Pensioenwet (PW)
De in 2006 van kracht geworden wet waarin regels zijn opgenomen voor de opbouw van pensioen tijdens de dienstbetrekking. Het doel van de PW is de waarborging van pensioentoezeggingen aan werknemers.
Performance
Het feitelijk behaalde rendement van een portefeuille gedurende een bepaalde periode. Als het rendement hoger of lager is dan het rendement dat in dezelfde periode zou zijn behaald met een specifieke portefeuille, dan spreken we van out-, respectievelijk underperformance.
Jaarrekening 2012
83
Stichting Pensioenfonds Campina
Prognosetafel
Een overlevingstafel waarbij rekening gehouden wordt met de trend (ontwikkeling) in overlevingskansen. Daarbij zijn de overlevingskansen voor iemand met een bepaalde leeftijd nu lager dan voor iemand met dezelfde leeftijd die deze leeftijd pas in de toekomst zal bereiken.
Quinto-P
Een steekproefsgewijs onderzoek door pensioenfondsen naar de kwaliteit van de pensioenadministratie ten behoeve van het bepalen van de juiste pensioenaanspraken.
Rekenrente
De rentevoet waarmee bij het vaststellen van tarieven en het bepalen van de pensioenvoorzieningen rekening wordt gehouden. Door het fonds wordt gerekend met een variabele rekenrente die gebaseerd is op de rentetermijnstructuur van De Nederlandsche Bank per de (voorafgaande) balansdatum.
Rendement
Het totale behaalde rendement op basis van de marktwaarde van de beleggingen.
Renterisico
Het risico van waardeverandering van vastrentende waarden door stijging of daling van de markrente.
Rentetermijnstructuur
Een maandelijks door de Nederlandse Bank vastgestelde structuur van rentes, die is afgeleid van zero coupon obligaties. Hierbij wordt voor elke duur een andere rente vastgesteld, omdat een langlopende lening anders rendeert dan een kortlopend.
Reservetekort
De situatie waarbij een pensioenfonds niet beschikt over het bedrag dat nodig is voor bepaalde algemene risico’s; doorgaans de situatie bij een dekkingsgraad lager dan 120%.
Return generating portefeuille
De return generating portefeuille is het deel van de beleggingsportefeuille dat is ingericht om extra rendement te genereren.
Risico zakelijke waarden
Het risico van waardedaling van beleggingen in zakelijke waarden.
Risk Budget
De ruimte die beschikbaar is om bij het beleggingsbeleid af te wijken van de benchmark.
SEPA
SEPA is een afkorting voor Single Euro Payment Area. SEPA betekent dat nationale betaalsystemen en betaalinfrastructuur over moeten gaan op Europese standaarden.
Jaarrekening 2012
84
Stichting Pensioenfonds Campina
SSAE 16
Statement for Attestation Engagements nr. 16, een verklaring inzake de verwerking van transacties door dienstverlenende organisaties, ook wel SOC 1 (Service Organization Control) rapport genoemd.
Service level agreement (SLA)
Een overeenkomst waarin de afspraken over te verrichten diensten nader zijn uitgewerkt.
Solvabiliteit
De mate waarin een pensioenfonds in staat zal zijn om in de toekomst de pensioenverplichtingen te kunnen nakomen. Wordt meestal uitgedrukt in een percentage van de verplichtingen (dekkingsgraad).
Spread
Opslag die moet worden betaald boven de risicovrije rente; hoe groter de kans dat de lening niet (geheel) wordt terugbetaald, hoe groter de opslag is.
Strategische beleggingsmix
De langetermijn verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën (aandelen, vastrentende waarden, onroerend goed, e.d.). Deze verdeling wordt veelal gebaseerd op een ALM-studie.
SVB
De Sociale Verzekeringsbank, een overheidsorgaan dat belast is met de uitvoering van onder andere de AOW en de Anw.
Swap
Overeenkomst met een bepaalde looptijd waarbij financiële waarden worden geruild. Bij financiële waarden is de ratio achter de ruil het bereiken van een ander rente- of valutarisicoprofiel.
Swaption
Dit is een met een individuele bank afgesloten contract dat de mogelijkheid biedt om op een toekomstig tijdstip een swapcontract af te sluiten; ook hiermee kan de rentegevoeligheid van de beleggingsportefeuille worden beïnvloed.
Technische voorziening
Een andere benaming voor de voorziening voor pensioenverplichtingen.
Toeslagverlening
Het toekennen van een incidentele of periodieke verhoging van pensioenrechten en/of pensioenaanspraken, ook wel indexatie genoemd.
Toeslagenlabel
Een afbeelding (met muntjes) waarmee pensioenuitvoerders aangeven in hoeverre de door hen verzekerde pensioenen waardevast zijn. Het zegt niets over de hoogte van het pensioen en de al dan niet meeverzekerde risico's.
Jaarrekening 2012
85
Stichting Pensioenfonds Campina
UFR
De Ultimate Forward Rate is de risicovrije rekenrente voor langjarige contracten die wordt gebruikt voor het berekenen van de contante waarde van de pensioenverplichtingen.
UPO
De afkorting voor Uniform Pensioenoverzicht, een jaarlijks door pensioenuitvoerders te verstrekken overzicht met een voorgeschreven indeling met de opgebouwde en bereikbare pensioenen en informatie over de toeslagverlening.
Uitkeringsovereenkomst
Een afspraak tussen werkgever en werknemer over de hoogte van een pensioenuitkering op de pensioendatum.
Uitvoeringsovereenkomst
De schriftelijke vastlegging van het geheel van afspraken tussen de werkgever en een pensioenfonds over de bij dat fonds ondergebrachte pensioenen.
Valutarisico
Het risico dat de waarde van de beleggingen in vreemde valuta daalt als gevolg van veranderingen van vreemde valutakoersen.
Valutatermijncontract
Een overeenkomst waarbij een in de toekomst gelegen koop of verkoop van een vreemde valuta wordt afgesproken. Wordt gebruikt voor het afdekken van het valutarisico.
Vastrentende waarden
Een beleggingscategorie bestaande uit (bewijzen van) leningen met in beginsel een vaste jaarlijkse rentevergoeding en een vaste looptijd. Voorbeelden van vastrentende waarden zijn obligaties, onderhandse leningen en hypotheken. Deze beleggingen worden ook wel als risicomijdende beleggingen aangeduid.
Verantwoordingsorgaan
Een orgaan met vertegenwoordigers van de deelnemers, de gepensioneerden en de werkgevers dat jaarlijks een oordeel geeft over het door het bestuur van een pensioenfonds uitgevoerde beleid en dat met betrekking tot bepaalde zaken het recht heeft om het bestuur te adviseren.
Verzekeringstechnisch risico
Dit zijn de risico's die verbonden zijn met het verzekeren van pensioen tegen een vooraf vastgestelde premie. De belangrijkste verzekeringstechnische risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
Vereist Eigen Vermogen
Het vereist eigen vermogen is het bedrag waarover een fonds dient te beschikken om rekening te kunnen houden met alle risico’s, waaronder het beleggingsrisico.
VGC
Vereniging van Gepensioneerden Campina
Jaarrekening 2012
86
Stichting Pensioenfonds Campina
Visitatiecommissie
Een bepaalde wijze van intern toezicht op het functioneren van het bestuur van een pensioenfonds. Een pensioenfonds dat op deze wijze het intern toezicht heeft geregeld is verplicht om tenminste éénmaal in de drie jaar een visitatie te laten verrichten door onafhankelijke deskundigen, de visitatiecommissie.
Volatiliteit
Beweeglijkheid van de waarde van een belegging. Hoe hoger de volatiliteit, hoe groter het risico is op een koersstijging of -daling.
Voorziening voor pensioenverplichtingen
De contante waarde van de in de toekomst te verwachten pensioenuitkeringen (kasstromen).
Waardeoverdracht
De overdracht van de waarde van de pensioenaanspraken bij verandering van werkgever aan de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever, die daartegenover een aanvullende pensioentoezegging doet, in de vorm van een extra pensioenbedrag of de toekenning van extra deelnemersjaren.
Zakelijke waarden
Hiermee wordt de totale belegging in de beleggingscategorieën aandelen, hedge funds, overige beleggingen en onroerend goed bedoeld.
Jaarrekening 2012
87