IDO jaarverslag 2010
STICHTING INTERKERKELIJK DIACONAAL OVERLEG LELYSTAD
JAARVERSLAG 2010
IDO is de koepelstichting boven: 1. Stichting IDO-schuldhulpverlening (ISL) 2. Stichting Inloophuis Waterwijk 3. Stichting Wijzer (met inloophuis Open Veste) 4. Stichting De Korenaar (voedselbank) Pagina 1
IDO jaarverslag 2010
INHOUDSOPGAVE
PAGINA
1.
VOORWOORD
3
2.
ONZE MISSIE
4
3.
DE MENSEN ACHTER IDO
5
4.
DE RUIMTE
7
5.
“GEDAAN WAT WE KONDEN”
8
6.
ONZE RELATIES
18
7.
IDO NAAR DE TOEKOMST
20
8.
DE CIJFERS
21
9.
COLOFON
31
Pagina 2
IDO jaarverslag 2010 1. VOORWOORD Het bestuur van het Interkerkelijk Diaconaal Overleg in Lelystad biedt u met genoegen het verslag aan over de werkzaamheden van het IDO en de onderliggende stichtingen in het jaar 2010. Dit jaarverslag laat zien dat onze diaconale vrijwilligersorganisatie vanuit de kerken volop in beweging blijft om op professionele manier hulp te bieden aan wie geen helper hebben in de samenleving van Lelystad. Het jaar 2009 hebben we ook binnen het IDO het jaar van de crisis genoemd. Maar voor het jaar 2010 kunnen we helaas geen ander woord vinden om de situatie te typeren. We hebben wel eens tegen elkaar gezegd: Het lijkt er op alsof de effecten van de crisis pas nu goed zichtbaar worden. We kregen te maken met een groter aantal mensen dat met hulpvragen bij de vier IDO-werkstichtingen binnen kwam. Er kwamen meer mensen uit groepen die we al kenden, maar er kwamen ook nieuwe groepen in beeld. De interviews met de leidinggevenden op de werkvloer (hoofdstuk 5) maken dat concreet. Voedselbank De Korenaar kent maar één taak: kwalitatief goede pakketten eerste levensbehoeften verstrekken. Bij de IDO-schuldhulpverlening ISL en in Inloophuis Waterwijk en Inloophuis Open Veste zijn activiteiten ontwikkeld om zo sterk mogelijk op de toegenomen hulpvragen te reageren. Daarbij blijven we de hulpvragers vooral zien als waardevolle medemensen. Die ontmoeting met medemensen heeft waarde op zich en vanuit die ontmoeting zoeken we de weg voor hulp in de problemen, werken we preventief en bieden we nazorg opdat mensen die weer op eigen benen staan verder kunnen in de maatschappij. Dit jaarverslag opent met onze missie en vervolgt met de mensen achter het IDO. Het hoofdstuk Ruimte vestigt aandacht op het probleem waarmee het IDO nog steeds worstelt. Het is tegelijk de overgang naar Gedaan wat we konden: het werk in de inloophuizen, de schuldhulpverlening en de voedselbank. Hier klopt het hart van het IDO. We proberen met directe ervaringen van leidinggevenden en wat foto’s een sfeerbeeld te scheppen dat een indruk geeft van het werk van het IDO en dat over komt bij lezers die niet dagelijks bij het IDO betrokken zijn. Met informatie over onze relaties en IDO naar de toekomst sluiten wij het verslag in woorden af. In de cijfers geven we een samenvatting van de jaarcijfers 2010, gecontroleerd en goedgekeurd door Technische en Administratieve Dienstverlening in Amersfoort, samen met meetbare cijfers van de werkvloer. Het bestuur dankt vrijwilligers en beroepskrachten voor de inzet die zij hebben geleverd in de uitvoering van het werk en op de achtergrond in de besturen. Het bestuur dankt ook alle instellingen en personen die het met hun morele en financiële steun mogelijk hebben gemaakt dat het IDO in 2010 zijn werk kon verrichten: de (intussen 8) in het IDO deelnemende kerken en andere kerken, de gemeente Lelystad, instellingen en particulieren uit onze stad en regio en een aantal landelijke fondsen. Alleen met deze steun kan onze vrijwilligersorganisatie IDO zijn werk blijven verrichten. Ook bezoeken die mensen persoonlijk hebben gebracht aan het IDO of de werkstichtingen hebben we als stimulerend ervaren. Het bestuur hoopt dat kennisneming van dit jaarverslag de relatie tussen het IDO en de lezers zal versterken. Voor contact naar aanleiding van dit jaarverslag staat het bestuur open. Wij zijn God dankbaar dat wij als IDO ook in 2010 ons werk konden doen. Het IDO-bestuur, Alle Broersma, voorzitter. Henk Slager, secretaris.
Pagina 3
IDO jaarverslag 2010 2. ONZE MISSIE Het IDO heeft als missie: helpen wie geen helper heeft. In het landschap van veel hulpinstanties brengt dit mee dat het IDO vaak met zware problematiek te maken heeft. We krijgen mensen binnen die bij andere loketten zijn vastgelopen, mensen die zulke klappen hebben opgelopen dat ze dringend behoefte hebben aan een mens die echt even naar ze luistert; ook mensen die erg laat ontdekten dat ze met hun eigen aanpak niet uit de problemen kwamen en mensen die eindelijk de moed hadden met hun ongeordende papierwinkel voor de dag te komen en hulp te vragen en mensen die met schaamte moeten erkennen dat ze geen geld meer hebben voor de eerste levensbehoeften. De vrijwilligers en de beroepskrachten van het IDO doen hun best er voor die mens die aanklopt te zijn. We ervaren dat mensen die zich serieus genomen voelen ook mogelijkheden oppakken om aan hun problemen te werken. De samenwerking van de werkstichtingen (inloophuizen, voedselbank, schuldhulpverlening) in het IDO met heel korte lijnen blijkt voor veel mensen een sluitend vangnet te zijn waarmee ze geholpen worden hun leven weer wat beter op de rails te krijgen. In de hulp die het IDO verleent proberen we de privacy van mensen te waarborgen. Dat blijkt o.a. in het feit dat de vrijwilligers van de voedselbank de pakketten klaar maken maar dat andere vrijwilligers ze uitreiken op een aantal uitdeelpunten in de stad, waar de cliënten hun pakket ophalen op vertoon van een pasje met nummer maar zonder hun naam. Soms komt een praktisch stukje meeleven en hulp even in het licht als op de IDOzondag een vrijwilliger vertelt dat hij op maandag hoorde dat zijn cliënt ’s vrijdags het pakket niet had opgehaald. Dat paste niet bij deze cliënt. Als kort daarna de werkgever belt dat de man vrijdag en maandag niet op zijn werk is verschenen probeert de vrijwilliger de cliënt te bellen op zijn mobiele nummer. Als ook dat geen reactie oplevert schakelt de vrijwilliger de politie in. In de loop van de dag vindt de politie de cliënt dood in zijn woning. Een dag later bericht de politie dat de doodsoorzaak een hartaanval is geweest. Dankzij het regelmatige contact met de vrijwilliger is voorkomen dat de cliënt geruime tijd dood in zijn woning zou hebben gelegen. Een andere vrijwilliger vertelt in een andere kerk over zijn cliënt van 17 jaar die alleen bij zijn vader woonde en helemaal vast liep toen de vader verongelukte. Zijn Wajonguitkering was onvoldoende om de woonlasten te betalen, zijn uitgaven liepen niet in de pas met zijn inkomsten en hij was nog helemaal in de war van het verdriet dat hem was overkomen. De vrijwilliger kon voor de korte termijn de woonruimte veilig stellen en dat bleek voor de cliënt uitermate belangrijk (een van de weinige vastigheden die hij nog had). Voor de lange termijn konden regelingen met schuldeisers worden getroffen. Dat de cliënt daarvoor lange tijd op het absolute minimum moest leven was zwaar maar heeft hij moedig gedragen. Enkele jaren later is de cliënt schuldenvrij, heeft een relatie, volgt een leerwerktraject en heeft van zijn stagevergoeding geld gespaard voor een cursus om bredere mogelijkheden op de arbeidsmarkt te hebben. En hij zegt aan ieder die het horen wil: “Wat mij deze jaren financieel is overkomen zal me nooit meer overkomen”. De vrijwilliger heeft nu met hem samen een traject ingezet om uiteindelijk weer geheel zelfstandig de financiën te kunnen beheren. Het IDO is er inderdaad ‘niet voor niets’.
Pagina 4
IDO jaarverslag 2010 3. DE MENSEN ACHTER IDO Vrijwilligers Een paar cijfers: in 2010 hebben 210 vrijwilligers 60.000 uren gegeven aan het werk in de inloophuizen, de schuldhulpverlening, de voedselbank en de IDO-koepel. Achter de cijfers gaat een grote betrokkenheid bij en aandachtige zorg voor mensen (veelal) op de rafelrand van onze samenleving schuil. Daardoor worden veel mensen bereikt (en geholpen), die vaak onbereikbaar zijn geworden voor de reguliere hulpverlening. Omdat de vrijwilligers en medewerkers van de vier werkstichtingen elkaar steeds beter weten te vinden, is er een goed sluitend vangnet ontstaan, zodat steeds minder mensen overboord vallen; de inloophuizen bieden psychosociale opvang en signalering, ISL helpt bij schulden en bij heel veel andere problemen op maatschappelijk vlak en de voedselbank helpt voorkomen dat mensen door de laagste armoedegrens heen zakken. Prijzen Dat sluitende vangnet is zelfs Europees opgevallen: in 2010 werd de EuroDiaconiaAward 2010 toegekend aan IDO! Dit is een prijs, toegekend door 20 diaconale organisaties in 12 landen van de Europese Unie voor ‘Het beste diaconale project in Europa’. De al goed gevulde prijzenkast van IDO werd in november 2010 nog eens verrijkt met de ‘Vrijwilligersprijs 2010’ voor de Voedselbank. Deze prijzen betekenden voor de IDO-vrijwilligers een grote erkenning. Gevolg was ook: veel publiciteit, zowel in regionale als landelijke kranten én voor de teevee. Dat was nog eens een extra gewonnen prijs.
De Euro Diaconia Award 2010 wordt in ontvangst genomen in Edinburgh
Pagina 5
IDO jaarverslag 2010 Verbondenheid Veel vrijwilligers voelden zich sterk verbonden met hun IDO-werk. Daardoor was er sprake van weinig verloop. Vooral in verband met het toegenomen werk waren er nieuwe vrijwilligers nodig; maar die werden gevonden ook. Ze meldden zichzelf vaak aan. Bij sommigen (ISL en Voedselbank) was er zelfs sprake van een wachtlijst voor vrijwilligers…. Aan de verbondenheid met elkaar als vrijwilligers van de verschillende werkstichtingen is in 2010 veel aandacht besteed: er is een eigen personeelsblad verschenen, IDOlaat. Er is een gezamenlijke feestavond voor vrijwilligers georganiseerd en er werd een kerstlunch voor alle vrijwilligers belegd. Ook is er veel aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering. Enkele cursussen werden gezamenlijk voor alle vrijwilligers georganiseerd, andere hadden betrekking op hun specifieke werksoort. Nieuwe vrijwilligers werden geworven voor nieuwe projecten zoals ‘Schuldhulpverlening tijdens Detentie’, het ‘Buddyproject’ en ‘Papierenbrigade’. Ook daarvoor werden speciale cursussen gestart. Een steeds sterker team voor een steeds beter sluitend vangnet…. Bestuurlijk In de verschillende stichtingsbesturen was in 2010 geen sprake van nieuwe leden. Wel is er een nieuwe ontwikkeling in gang gezet om te onderzoeken of een meer gestroomlijnde organisatie van IDO mogelijk is. De Sesam Academie is uitgenodigd om samen met het IDO-bestuur plannen te ontwikkelen. Personeel Het team van vrijwilligers werd ondersteund door acht parttime beroepskrachten. Per 1 januari 2010 werd Astrid Reede benoemd voor de financieel-administratieve ondersteuning van IDO. Zij was voor 1 jaar benoemd. Per 1 januari 2011 wordt haar taak overgenomen door Marjam Veerman (wat het financiële deel betreft) en door Marja v.d. Koelen (voor de administratie). Diezelfde Marja v.d. Koelen werd per 1 oktober 2010 benoemd als sociaal werker in inloophuis Open Veste (als opvolger voor Wilma van Wijk). Samen vormden deze beroepskrachten een stevige basis zodat de vrijwilligers hun werk optimaal konden doen.
Pagina 6
IDO jaarverslag 2010 4. DE RUIMTE Een punt van grote zorg was ook in 2010 voor IDO nog steeds: het vinden van (nieuwe) ruimte om het werk goed uit te voeren. De vrijwilligers waren er, de financiële ondersteuning was er, projecten en plannen in overvloed, en vooral: de hulpvragen waren er. Alleen de gebouwen bleven achter. - overigens niet wat inloophuis Waterwijk betrof: na een kleine ingreep in het interieur (om de sfeer van huiselijkheid te verhogen) en het betrekken van een afzonderlijk gebouwtje voor de ‘winkel’ in tweedehands kleding was de ruimte daar optimaal. - overigens ook niet wat de Voedselbank betrof: in 2010 is het gesprek met de verhuurder en met Het Goed gevoerd en dat heeft geresulteerd in een nieuw meerjarig huurcontract. Daarmee was een optimale plek voor de voedselbank weer goed geregeld. De knelpunten waren: inloophuis Open Veste, de IDO-koepel en ISL. Open Veste kwam met name kantoor- en spreekruimtes tekort. IDO-koepel had dringend directie- en administratieruimte nodig en een plek voor het kenniscentrum. ISL had een wachtlijst voor vrijwilligers: niet omdat er geen werk zou zijn, maar omdat er te weinig werkplekken waren. Bovendien konden nieuwe projecten maar beperkt draaien door ruimtegebrek. Intensief is er (met steun van Centrada en gemeente Lelystad) gezocht naar een locatie, waar de bovenstaande knelpunten opgelost zouden kunnen worden. Tot nu toe zonder concreet resultaat.... Dat is teleurstellend, vooral ook omdat de hulpvragen toenemen!
De nieuwe “winkel” achter Inloophuis Waterwijk.
Pagina 7
IDO jaarverslag 2010 5. “GEDAAN WAT WE KONDEN” Naast meetbare resultaten in cijfers en statistieken zijn er vooral ook de verhalen, die laten zien wat er op de werkvloer gebeurt. Aan de hand van interviews met werkers van de inloophuizen, de schuldhulpverlening en de voedselbank wordt duidelijk dat vrijwilligers en medewerkers ‘gedaan hebben wat ze konden’ om in het intensieve jaar 2010 mensen te helpen die hulp nodig hadden.
5-1 Interview met Marja van der Koelen en Anita Schrijver, sociaal werker in resp. inloophuis Open Veste en inloophuis Waterwijk
Anita Schrijver (L) en Marja van der Koelen
Hoe kijken jullie terug op 2010? Wat Open Veste betreft waren er veel hoogtepunten in 2010, vertelt Marja. Het aantal bezoekers groeide, ook kwamen er steeds meer gasten voor de warme maaltijd. Er waren veel activiteiten waaraan de bezoekers enthousiast deelnamen; daarom zouden we wel elke dag een activiteit willen doen. Een heel mooi effect van het inloophuis was, dat er een binding ontstaan is tussen bezoekers onderling: er werden afspraken gemaakt om samen te gaan ontbijten, er ontstonden vriendschappen. Kortom, door het werk van de inloophuizen werden de netwerken van de (vaak geïsoleerde) bezoekers versterkt. Anita beaamt dit wat inloophuis Waterwijk betreft; er zijn daar zelfs liefdesparen ontstaan… 2010 werd in inloophuis Waterwijk ervaren als een heel druk jaar. Door de uitbreiding van openingsuren, door de hogere leeftijd van een aantal vrijwilligers en omdat sommige vrijwilligers doorstroomden naar een baan, zijn er wel eens gaten in het team gevallen. Dat vergde extra begeleiding van de beroepskrachten. Maar terugkijkend was het een positief jaar, met veel activiteiten die goed aansloegen. De beide sociaal werkers noemen nog de groeiende initiatieven van de bezoekers zelf: zij gingen bijvoorbeeld hapjes klaarmaken voor het kerstdiner. Over activering gesproken….
Pagina 8
IDO jaarverslag 2010
Wat hebben jullie als hoogtepunten beleefd? Hoogtepunten in inloophuis Waterwijk waren: - De viering van het 20-jarig bestaan. - De feestavond voor de vrijwilligers (in verband met het jubileum) - Het multi-culti-feest, samen met de Afrikaanse gemeenschap
Voorbereiding voor het multi-culti feest -
Het uitje met de gasten naar Amsterdam De viering van paasfeest en kerstfeest en het bezoek van Sinterklaas De kerstlunch voor alle IDO-vrijwilligers De high-tea De trouwdag van Anita (waar veel inloophuisbezoekers bij aanwezig waren)
Voor de Open Veste waren er de volgende hoogtepunten: - De georganiseerde activiteiten in het algemeen - De kerstviering - Het zien groeten van saamhorigheid onder de bezoekers - “Eigenlijk was het hele jaar een groot hoogtepunt”, zegt Marja -
Workshop kerststukjes maken
Pagina 9
IDO jaarverslag 2010 Wat vonden jullie moeilijke dingen in 2010? Moeilijke dingen waren er –uiteraard- ook: de werkdruk voor de coördinator in Open Veste was groot, vooral tijdens de vacature. Het “Open Spreekuur” (ook al is dat formeel nog niet ingesteld wegens ruimtegebrek) groeide enorm: steeds meer mensen klopten aan met diverse hulpvragen. Het huisvestingsprobleem werd steeds nijpender: vooral het ontbreken van werk- en spreekruimtes was een groot probleem, evenals de te kleine keuken. Wat inloophuis Waterwijk betreft werden de volgende problemen genoemd: het team was niet groot en stabiel genoeg voor het toegenomen werk. De sfeer van huiselijkheid ontbrak nog in het vergrote inloophuis. Blijkbaar konden de bezoekers daar nog niet aan wennen. Wat ook diep ingrijpend was: het overlijden van één van de vaste gasten; zij kwam al jaren in het inloophuis, werd begeleid door ISL en kreeg een voedselpakket van de voedselbank. Door de gegroeide banden riep dit overlijden veel verdriet op. Jullie hebben heel veel projecten en activiteiten gedaan. Kun je daar iets over vertellen? Anita benadrukt hoe belangrijk de activiteiten en projecten geweest zijn: zij bevorderden de saamhorigheid, zij activeerden de mensen om uit hun huizen tevoorschijn te komen, en zij leverden een belangrijke bijdrage aan de integratie. Er was een enthousiaste deelname van veel bezoekers. De creatieve activiteit “Keramiek” wordt met name genoemd. Maar ook waren er de terugkerende successen: kaarsen maken, kerststukjes maken, de naailessen. Er is aan het eind van het jaar een voorleesgroep voor kinderen met taalachterstand gestart in inloophuis Waterwijk, en dat is veelbelovend: in 2011 zal dat als project opgenomen worden. Marja vertelt eveneens enthousiast over de activiteiten van Open Veste: bezoekers, die aanvankelijk op afstand bleven, gingen uiteindelijk deelnemen. Alle creatieve activiteiten sloegen goed aan. Wat ook nog genoemd wordt: de hulp bij het maken van een C.V. (voor mensen die solliciteerden): dat voorzag in een duidelijke behoefte. Wat verwachten jullie van 2011? Wat vinden jullie vooral belangrijk om dit jaar te gaan doen? Als verwachting voor 2011 spreken beide uit: wij willen heel graag bouwen aan een grotere saamhorigheid, het versterken van het netwerk en de activering van onze bezoekers. Daarvoor is de verhuizing naar een groter pand absoluut noodzakelijk!, aldus Marja. Een grotere keuken zou het dan mogelijk maken om drie of meer dagen per week een warme maaltijd te koken voor de gasten. Nu gebeurde dat op maandag en vrijdag (voor € 2,-per persoon). Ook het mee naar huis kunnen geven van een warme maaltijd is een belangrijke voorziening van de inloophuizen. Een andere verwachting is het vieren van het 20-jarige bestaan van Open Veste in het voorjaar van 2011. En we willen werken aan meer openingstijden tussen kerst en jaarwisseling; daarin zouden de beide inloophuizen elkaar kunnen aanvullen. Ook Anita denkt voor 2011 aan meer activiteiten in inloophuis Waterwijk: er zou een vaste breigroep gestart kunnen worden (al breiend komen er veel gesprekken op gang). Ook een workshop ‘Zelf Traktaties Maken’ (taarten e.d.) willen we starten: dit om de bezoekers te activeren om hun feesten te vieren en daaraan zelf hun bijdrage te kunnen geven.
Pagina 10
IDO jaarverslag 2010
Het feest met de Afrikaanse gemeenschap Het werk wordt gedragen door de vrijwilligers. Hoe ging het met jullie team? Konden jullie genoeg vrijwilligers vinden? Beide inloophuizen zijn blij met de trouwe inzet van hun team, maar ze hebben ook versterking nodig. Er zou meer reserve moeten zijn in geval van ziekte of vakantie. Speciaal worden koks gezocht, vrijwilligers die in de “winkel” voor tweedehands kleding willen werken, en vooral ook vrijwilligers die creatieve activiteiten kunnen bedenken én organiseren. Want plannen zijn er genoeg…..
5-2 Interview met de coach (Marjam Veerman) en de bureaumedewerker (Charissa Eikelboom) van IDO-schuldhulpverlening
Charissa Eikelboom (bureaumedewerkster ISL) Ook in 2010 hoorde je voortdurend berichten over steeds meer mensen die in de schulden raken. Wat hebben jullie als ISL daarvan gemerkt? Kun je ook iets van cijfers laten zien? Het aantal hulpvragen bij ISL is in 2010 dramatisch toegenomen. Twee tot drie keer per week meldden mensen zich aan voor schuldhulpverlening. Het totale aantal aanmeldingen lag in 2010 80% hoger dan in het jaar daarvoor.
Pagina 11
IDO jaarverslag 2010 Dat was meer dan wij aan konden. We moesten veel mensen doorverwijzen: naar MDFschuldhulpverlening, of naar een instelling die beschermingsbewind biedt. Maar niet alleen het aantal mensen met schulden is gestegen, ook de hoogte van de schulden. “Schrokken we voorheen nog van bedragen van € 20.000, nu ging het vaak om schulden boven € 100.000”, vertelt Marjam. Daar zaten nogal wat mensen tussen die aan hun hypotheekverplichtingen niet meer konden voldoen. Meer hulpvragen, hogere schulden, maar ook: veel meer emoties, grote wanhoop. Mensen hebben zich soms een tijdlang verstopt voor hun financiële problemen. Als dan alles op een rijtje werd gezet, schrokken ze van het totaalbedrag en werden wanhopig. Een voorbeeld: een echtpaar was, door betalingsachterstanden, een aantal maanden niet verzekerd voor ziektekosten. Juist in die periode moesten beide in het ziekenhuis een operatie ondergaan. Gevolg: een duizelingwekkende schuld! Wat Charissa ook sterk opvalt is de toegenomen complexiteit van de problemen. “Er blijkt vaak veel meer aan de hand te zijn dan een schuldprobleem. Juist bij ISL klopten mensen aan omdat ze bijvoorbeeld te maken hadden met huiselijk geweld, angst voor represailles uit het criminele circuit, bedreigingen. In een toenemende verharding van de maatschappij zochten mensen hulp bij de laagdrempelige organisatie van IDO; ook omdat bij de reguliere hulpverlening er vaak te weinig tijd, aandacht en begeleiding geboden werd…”
Zijn er ook ‘nieuwe’ groepen mensen, die bij jullie om hulp vragen, die je voorheen niet of weinig tegenkwam? Er was sprake van een groeiende groep huizenbezitters, die niet meer aan hun hypotheekverplichtingen konden voldoen. De huizenprijzen zijn gedaald, terwijl er in veel gevallen een hypotheek op de overwaarde van het huis was afgesloten. De tweede groep ‘nieuwkomers’ waren de zogenaamde DSB-ers: mensen die door het omvallen van de DSB in problemen zijn geraakt. Ook was er een forse toename in het aantal jonge gezinnen uit de ‘middenklasse’. En de vierde groep, die groeide, bestond uit jongeren van rond de 20 jaar. Bij hen was er vaak sprake van een studieschuld.
Wat zouden oorzaken kunnen zijn van de toegenomen hulpvragen? Uiteraard was de economische teruggang in het algemeen de belangrijkste oorzaak voor de toegenomen hulpvragen. Maar er waren meer factoren. Marjam en Charissa zien bijvoorbeeld dat de rek eruit was bij familie en vrienden om maar bij te springen. Verder was er een verharding bij de schuldeisers: er viel niet zo makkelijk meer te onderhandelen. Een duidelijk na-ijleffect van de kredietcrisis was de toegenomen werkloosheid. Vooral waar budgetten gebaseerd waren op twee inkomens en daar één van wegviel door werkloosheid, ziekte of echtscheiding, ontstonden grote problemen. Vaak liepen trouwens relaties stuk door de toegenomen spanningen over de financiën, en daardoor werden de schuldproblemen alleen maar groter. “Tijdens het open spreekuur liepen we ook steeds meer op tegen suïcidale neigingen van veel mensen, en dat raakte ons emotioneel ook diep”, aldus Charissa.
Hadden jullie genoeg vrijwilligers om het werk aan te kunnen? Gelukkig zijn er genoeg vrijwilligers gevonden om het toegenomen werk aan te kunnen. We hebben zelfs een wachtlijst voor vrijwilligers ingesteld! Niet dat er geen werk voor hen zou zijn, maar wegens ruimtegebrek. We kwamen hopeloos werkplekken tekort.
Pagina 12
IDO jaarverslag 2010 Veel vrijwilligers meldden zichzelf aan; voor een groot deel vanuit de kerken, gestimuleerd door de IDO-zondagen en door mond-tot-mondreclame. Blijkbaar sprak het veel mensen aan om te kunnen werken bij IDO.
Marjam Veerman (coach ISL) Waren er ook hobbels die jullie hulp bemoeilijkten? Een grote hobbel was vooral het ruimtegebrek waar wij mee kampten. We moesten wel eens vrijwilligers naar huis sturen omdat er geen werkplek vrij was, en dat was frustrerend! Een andere hobbel was de ICT: door het toegenomen werk bleek ons computersysteem storingsgevoelig en het systeembeheer was voor één vrijwilliger een te omvangrijke taak aan het worden. Wat ook als een hobbel ervaren werd: de gemeente stuurde steeds meer mensen door naar het open spreekuur van ISL om daar formulieren te laten invullen voor de aanvraag van uitkeringen. Die hulp bij het invullen (zo’n twee uur per aanvraag) slokte zo langzamerhand veel te veel tijd op van de vrijwilligers.
Met wat voor vragen kwamen mensen vooral op het open spreekuur? De vragen, waarmee mensen op het open spreekuur kwamen, waren heel divers. Wat opvalt is: - dat er veel meer aangeklopt werd om noodhulp door mensen die vaak niets meer in huis hadden. Gelukkig konden wij (samen met inloophuis, voedselbank en diaconieën van de kerken) heel slagvaardig hulp bieden. - Er kwamen meer mensen binnen met psychiatrische problemen - Het aantal hulpvragers met een verslaving nam toe. - Het aantal hulpvragende ex-gedetineerden groeide: zij vroegen hulp bij het invullen van formulieren, contact leggen met instanties, zoeken van huisvesting, schuldhulpverlening. - Er was een enorme stijging van het aantal aanvragen voor de voedselbank - We werden ook vaker geconfronteerd met gezinnen, waarvan de man in het buitenland gedetineerd zat en de partner zonder inkomsten en zonder hulp achterbleef. - Ook kwamen er steeds meer vragen om doorverwijzing in verband met mishandeling of uithuisplaatsing van kinderen.
Pagina 13
IDO jaarverslag 2010 Wat deden jullie nog meer, behalve schuldhulpverlening? Wat deden jullie bijvoorbeeld aan preventie, nazorg, begeleiding naar instanties en voorzieningen? Binnen ISL zetten we sterk in op preventie: dat deden we door middel van het project ‘Schuldhulpverlening tijdens Detentie’ (om recidive te voorkomen), ‘Preventie Huisuitzettingen’ (waarmee heel veel sociale én financiële problemen werden voorkomen), ‘Hulp met Perspectief’ (waardoor mensen begeleid werden naar voorliggende voorzieningen). Verder deed ISL heel veel aan persoonlijke begeleiding van cliënten naar instanties, zoals bijzondere bijstand, slachtofferhulp, maatschappelijk werk, naar de rechtbank, maar ook naar de huisarts. Nazorg stond ook hoog genoteerd bij ISL. Er was een toenemende groep cliënten, die begeleiding na een schuldhulptraject nodig hadden/houden. Zij konden vaak nergens meer terecht, terwijl zij die ondersteuning hard nodig hadden. Een belangrijke rol speelde Hulp met Perspectief: we hadden te maken met veel laaggeletterdheid, en met mensen die verdwaalden in het woud van regelgeving. Marjam legt uit dat vooral de lage inkomens op jaarbasis opgebouwd zijn uit wel 15 bestanddelen; er zijn allerlei toeslagen, voorzieningen, kortingen, die uit allemaal verschillende potjes komen. “Dat is voor ons al ingewikkeld; hoe moeten onze cliënten daar ooit zelf uit komen?”
Zijn er ook projecten die heel vernieuwend zijn? Met enige (gepaste) trots wordt verteld over het project ‘Schuldhulpverlening tijdens Detentie’, dat in 2010 van start gegaan is. Samen met de gemeente en met Justitie werd al tijdens detentie huisvesting, inkomen/een baan, identiteitskaart, zorgverzekering en schuldhulpverlening geregeld. Zo hielp ISL voorkomen dat gedetineerden na vrijlating door toestromende schuldeisers opnieuw de criminaliteit in gedreven werden. Als vernieuwend werd ook de werkgroep ‘Hulp met Perspectief’ gezien; door intensieve begeleiding door deze vrijwilligers werden cliënten geholpen om zo snel mogelijk financieel perspectief te krijgen, waardoor zij de voedselbank niet meer nodig hadden. Dat perspectief kon zijn: hulp bij het vinden en aanvragen van toeslagen en andere voorzieningen waar mensen recht op hadden, hulp bij regeling schulden, en zo mogelijk ook begeleiding op weg naar het vinden van een betaalde baan. De ‘Papierenbrigade’ werd eveneens genoemd als vernieuwend. Door laagdrempelig hulp te bieden bij het uitzoeken van (vaak ongeopende) post en het overzichtelijk maken van schulden werden mensen geholpen om ook daadwerkelijk wat aan hun schulden te gaan doen. Enthousiast worden daarna nog allerlei bijzondere voorzieningen genoemd: de winkel met tweedehands kleding, de wasmachine en de douche (voor mensen die afgesneden zijn van energie en water), het starterspakket voor daklozen die huisvesting hebben gevonden, de voorleesclub voor kinderen met een taalachterstand. Het mooie is dat al die voorzieningen en de intensieve begeleiding in schuldhulpverlening elkaar naadloos aanvulden.
Kunnen jullie iets vertellen over een gebeurtenis in 2010, die je diep geraakt heeft? Voor Charissa en Marjam (en zeer waarschijnlijk veel van de ISL-vrijwilligers) was de dood van enkele cliënten zeer aangrijpend. Door de intensieve zorg voor mensen ontstaan sterke banden, maar dan raakt hun dood ook des te dieper. Wat daarbij heel positief was: de melding dat een cliënt zijn voedselpakket niet had opgehaald resulteerde erin dat de ISL-vrijwilliger onmiddellijk polshoogte ging nemen en constateerde dat deze
Pagina 14
IDO jaarverslag 2010 cliënt dood in zijn huis lag. Hoe lang zou het anders geduurd hebben voordat hij gemist werd?….. Wat beide beroepskrachten van ISL ook bijzonder raakte in 2010 was de toegenomen wanhoop van mensen.
Wat verwachten jullie van 2011? Beide verwachten dat in 2011 de hulpvragen alleen nog maar zullen toenemen en ook nog complexer zullen worden. De verharding en intolerantie van onze samenleving worden erger; veel mensen lijken de schaamte wel voorbij te zijn. Als mooie verwachting zien beide uit naar het betrekken van een nieuw pand voor Open Veste, IDO (ook met kenniscentrum), waarin ISL een dependance kan openen, zodat er een beetje meer lucht komt op de Oostzeestraat….
5-3 Interview met Wilma van der Scheer en Menno Wieringa van Voedselbank de Korenaar
Menno Wieringa en Wilma van der Scheer van Voedselbank De Korenaar Niemand zal verbaasd zijn dat er in 2010 meer voedselpakketten verstrekt moesten worden dan in de jaren daarvoor. Kun je wat getallen noemen? Inderdaad is het aantal voedselpakketten per week fors gegroeid, vooral de laatste drie maanden van 2010. Was het aantal een tijdlang rond 220 pakketten per week, vanaf oktober steeg dat snel naar 266 pakketten (alleen voor Lelystad; in totaal steeg het wekelijkse aantal tot 300). Het bleek dat vooral huishoudens van twee tot vier personen de sterkste stijging lieten zien. Dat komt overeen met de stijging bij ISL: dat betrof ook veel jonge gezinnen.
Pagina 15
IDO jaarverslag 2010 Waar wijt je die toename aan? Het meest voor de hand liggend is de economische crisis als reden voor de stijging. Maar er zijn ook andere factoren. De voedselbank is steeds bekender geworden, ook positiever bekend. En door alle publiciteit rond voedselbanken durfden mensen zich nu ook beter aan te melden. Het heeft veel mensen de drempel over geholpen. Bij de uitdelingspunten hebben we wel ontdekt dat er een “nieuwe” groep cliënten bij gekomen is: de gezinnen uit de zogenaamde middenklasse. Met een serieuze ondertoon wordt nog opgemerkt: “straks zien we nog de mensen uit het Golf-resort aankloppen voor een voedselpakket” (het Golf-resort is de duurste wijk van Lelystad, waar talloos veel woningen te koop staan)…
Konden jullie als voedselbank aan de toegenomen vraag voldoen? o Was er voldoende aanvoer? o Hadden jullie genoeg vrijwilligers? o En het materiaal: de vrachtauto, de hal, de hulpmiddelen: was het voldoende? Het ging in 2010 nog steeds goed om aan de vraag te voldoen. En wat Wilma ook opviel was dat de kwaliteit van de pakketten steeds beter geworden is: niet gevuld met allerlei snoep, maar met hoogwaardige voeding. We hebben gemerkt dat de aanvoer van boeren uit de polder constant is gebleven (ook al maken die eveneens moeilijke tijden door). Verder is er vanuit Amersfoort veel aanvoer van goed houdbare producten gekomen. De uitwisseling met Rotterdam was er ook, maar de toevoer daarvandaan is kleiner geworden; daarin was duidelijk te merken dat bedrijven bezuinigden. Menno legt nog uit dat er een landelijke verdeling door voedselbanken plaatsvindt; als een voedselbank een grote aanvoer heeft van een bepaald product, dan mogen andere voedselbanken daarin delen; zo wordt geprobeerd heel Nederland toch van het nodige te voorzien. Wilma en Menno constateren met blijdschap dat de voedselbank nog steeds wekelijks kon leveren, en nog volle pakketten ook. Dat had ook te maken met de opslagcapaciteit en de grote koelingen; in weken van minder aanvoer kon vanuit de voorraad aangevuld worden. Gelukkig waren er ook meer dan genoeg vrijwilligers om het vele werk klaar te krijgen. Alleen was er wel behoefte aan extra chauffeurs. Wat ook is opgevallen: de prima sfeer en hartelijke samenwerking in het vrijwilligersteam. Met trots vertelt Wilma: als je de mensen de pakketten ziet klaarmaken, dan stáát daar een team! Dat stralen ze ook uit. Als voorbeeld wordt verteld over het bezoek van ROC-studenten; ze kwamen sceptisch en ongeïnteresseerd binnen. Maar door de presentatie en het daarna daadwerkelijk meehelpen werden die studenten razend enthousiast. Ze wilden meer doen. Ze gingen in supermarkten actie voeren: ze vroegen aan winkelende mensen of ze één product wilden kopen voor de voedselbank. Er was een mevrouw die zelfs een hele winkelkar vol kocht! We kunnen er nu nog steeds voedselpakketten mee aanvullen…. Andere voorbeelden zijn een basisschool die een actie voor de voedselbank gaat voeren in de Paastijd (nu dus eens niet in de Kersttijd). En de sinterklaasactie van Dubbelop: de inzameling van speelgoed voor kinderen van voedselbankcliënten. Er was zoveel dat ieder kind niet één maar zes cadeautjes kreeg. En er werd ook nog uitgedeeld in het Asielzoekerscentrum. Een mevrouw heeft 52 wasmachines met knuffels gedraaid voor de actie. Kippenvel…. Wat het materiaal betreft: eigenlijk zou de vrachtauto wel groter mogen zijn gezien de vele pakketten. Gelukkig is er een nieuw contract afgesloten voor de huur van de hal. We kunnen weer een aantal jaren vooruit, vertelt Menno.
Pagina 16
IDO jaarverslag 2010 Kun je iets vertellen over nieuwe leveranciers? Hoe komen jullie daaraan? Het wonderlijke is dat leveranciers zichzelf vaak bij ons meldden. We hoefden niet meer actief aan acquisitie te doen. Blijkbaar heeft onze voedselbank een goede naam gekregen bij het bedrijfsleven: dat we goed met de producten omgaan en dat we elk aanbod komen halen, ook kleine hoeveelheden. Naast veel (vaak trouwe) leveranciers was er ook een grote incidentele aanvoer van bijvoorbeeld de Libelle-zomerweken, Lowlands, en een groentebeurs.
Wat vond je het mooiste dat je hebt meegemaakt in 2010? Wilma vond het mooiste in 2010: de samenwerking en de sfeer tussen de vrijwilligers. En het meeleven met de voedselbank door de inwoners van Lelystad. Menno vond het mooiste de verwerking van al die extra pakketten plus de kerstpakketten in de week voor kerstfeest. (Opvallend genoeg noemen beide niet het winnen van de “Vrijwilligersprijs 2010” door de voedselbank. Blijkbaar zijn bovenstaande hoogtepunten de mooiste prijzen….). En wat vond je het moeilijkst? Wilma kon geen moeilijke dingen bedenken bij 2010. Menno brengt naar voren: hoe moeten we omgaan met de mensen die na 3 jaar eigenlijk nog steeds een voedselpakket nodig hebben?
Wat verwacht je van 2011? In 2011 zal de stijging van het aantal voedselpakketten nog doorgaan, zegt Menno. De effecten van de crisis werken lang door, er zijn nog steeds grote problemen in de bouw. En er komen nog enorme bezuinigingen aan. Wilma beaamt dat: het zal nog verder stijgen. Maar wij blijven het wél trekken als voedselbank! We gaan gewoon door! We zullen alleen wel moeten zorgen voor aanvulling met jongeren in het team. En de vervanging van sleutelfiguren (tijdens vakanties of ziekte) dat moet goed geregeld worden. Maar voor de rest: we zullen gewoon doorgaan zolang het nodig is!, benadrukt Wilma.
De voedselbank: “broodnodig”
Pagina 17
IDO jaarverslag 2010 6. ONZE RELATIES We merken regelmatig dat het veel vraagt om een vrijwilligersorganisatie met meer dan 200 vrijwilligers, die zich samen meer dan 60.000 uur per jaar inzetten voor medemensen in de Lelystadse samenleving, goed te laten functioneren. We zijn blij dat we het kunnen doen met de steun van veel relaties in en buiten Lelystad. We geven die -heel verschillende- relaties graag een plek in ons jaarverslag. We noemen allereerst de kerken die aan het IDO een deel van haar diaconale taak hebben overgedragen. De kerken hebben aan het IDO steun verleend door financiële bijdragen maar vooral door het menselijke kapitaal van de vrijwilligers, waarvan een groot deel afkomstig is uit de kerken. Verder gaven de kerken inspirerende steun via de IDO-zondagen, in bestuurlijk overleg en in contacten met de diakenen. De kerken die in 2000 de IDO-koepel hebben opgericht zijn nog altijd betrokken bij het IDO-werk: Baptistengemeente, Christelijke Gereformeerde/Nederlands Gereformeerde Kerk, Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt, Hervormde Gemeente, Protestantse Gemeente, Rooms Katholieke Kerk. We hebben het als een steun ervaren dat enkele jaren geleden ook Evangelische Kerk De Pijler zich bij het IDO heeft aangesloten en in 2010 is het aantal steunende kerken op 8 gekomen door de aansluiting van Evangeliegemeente ’t Reveil. De contacten die in 2009 zijn ontstaan met de Afrikaanse kerkgemeenschap zijn op werkniveau uitgebouwd. Ook in 2010 heeft het IDO door financiën en door adviezen steun ervaren van een aantal landelijke fondsen. We zijn bijzonder erkentelijk voor de ondersteuning die we van deze fondsen ervaren. In de financiële verhoudingen hebben de fondsen een stap terug kunnen doen doordat in het overleg in 2009 de Gemeente Lelystad zich bereid verklaarde een groter deel van de structurele kosten van het IDO voor zijn rekening te nemen. Dat heeft de Gemeente in 2010 ook waar gemaakt, als een onderstreping van het feit dat de Gemeente het IDO een plaats heeft gegeven in de gemeentelijke keten van hulpverlening. De erkenning van het IDO-werk bleek ook in werkbezoeken van wethouders, gemeenteraadsleden en beleidsambtenaren. In 2010 zijn er verdere contacten gelegd met het bedrijfsleven in Lelystad. We hebben duidelijk kunnen maken dat IDO en bedrijven over en weer wat voor elkaar kunnen betekenen. We hopen dat die contacten uitgebouwd kunnen worden. De al jaren bestaande contacten met woningstichting Centrada (zowel voor de huisvesting van het IDO als in de preventie van huisuitzettingen) zijn blijven bestaan. Vooral voedselbank De Korenaar heeft een netwerk van contacten opgebouwd met industriële bedrijven, met winkels en met agrarische bedrijven. Daardoor is het mogelijk gebleven om wekelijks een verantwoord voedselpakket samen te stellen, ook toen vanwege de crisis aanvoer vanuit het landelijk depot minder werd. Ook zonder namen te noemen vermelden wij deze relaties met dankbaarheid. De contacten met de ketenpartners in de hulpverlening zijn blijven bestaan en soms verder uitgebouwd. We noemen hier de samenwerking met Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) op verschillende terreinen. Het ISL nam deel aan het Integraal Schuldhulpverleningsoverleg en werkte in het project Thuisadministratie ook samen met Humanitas. In het project Preventie Huisuitzettingen werd samengewerkt met woningstichting Centrada en met Vangnet & Advies. In het innovatieve project Schuldhulpverlening tijdens Detentie is een samenwerking gestart met Justitie en gemeente Lelystad.
Pagina 18
IDO jaarverslag 2010 Ook in 2010 zijn de contacten met scholen in Lelystad uitgebreid. Leerlingen bezochten het IDO voor een maatschappelijke stage en soms werkten scholen projecten uit om de voedselbank te steunen. Met de Vereniging voor Vreemdelingen en Nieuwkomers Lelystad werd samengewerkt in het project Nederlandse Taallessen.
Schoolkinderen werken een dag mee op de voedselbank
Pagina 19
IDO jaarverslag 2010 7. IDO NAAR DE TOEKOMST. Het onderzoek dat Oikos in 2009 verrichtte naar het maatschappelijk rendement van het IDO, leverde een rapport op onder de sprekende titel: ‘IDO – niet voor niets’. Bij de presentatie ervan werd onder meer opgemerkt dat men er niet aan moest denken dat dit vrijwilligerswerk door de overheid zelf verricht en gefinancierd zou moeten worden. We kunnen dan ook stellen dat het IDO van onmetelijk belang is voor de Lelystadse samenleving. In hoofdstuk 8 wordt dat voor een deel duidelijk in de cijfers van de werkvloer. Wat te meten is meten we en we verantwoorden de resultaten die we boeken. Dat is zeker van belang nu de gemeentelijke overheid bezuinigingen vanuit Den Haag moet doorvertalen in het gemeentebeleid. In de gesprekken die onze directeur regelmatig voert ten stadhuize worden de resultaten die het IDO boekt op tafel gelegd. Daarbij vergeten we niet ook de resultaten te vermelden die minder goed te meten zijn. We denken daarbij aan maatschappelijke effecten als versterking van de leefbaarheid in de wijken doordat er minder mensen in een isolement leven, een groeiend begrip tussen bevolkingsgroepen doordat mensen elkaar in de inloophuizen beter hebben leren kennen, vergroting van de menswaardigheid als we merken dat mensen, die zich als mens behandeld voelen, zich ook menselijker gaan gedragen, de stimulering van zingeving in het leven, de versterking van netwerken tussen mensen, de activering tot meer deelname aan de maatschappij en de stappen die mensen zetten om hun zelfredzaamheid te vergroten. Het IDO hoopt van harte dat de resultaten van het IDO-werk het bestuur en de politiek in de gemeente Lelystad zullen overtuigen dat blijvende financiële steun aan het IDO geboden is, juist in een tijd van bezuinigingen opdat niet nog meer mensen in de problemen komen. Bij dat werk is de directeur onmisbaar. Hij is bezig nieuwe bronnen voor financiering aan te boren. Na samen met de voorzitter dit jaar een bezoek te hebben gebracht aan de landelijke fondsen die het IDO steunen, zijn deze externe contacten naar de directeur overgegaan. In het Ervarings- en Expertise-centrum heeft hij dit jaar al veel contacten gehad met andere plaatsen. Zowel met kerken die zich op hulpverlening oriënteren als met instellingen die met vragen kwamen heeft hij de ervaring die het IDO heeft opgedaan kunnen delen. Als het ruimte-probleem is opgelost kan dit werk uitgebouwd worden. Belangrijk waren ook de bezoeken die hij met de coördinatoren heeft gebracht bij de diaconieën van de in het IDO deelnemende kerken. Plaatselijk is hij dit afgelopen jaar het gezicht van het IDO geworden, ook in de samenwerkingsverbanden waarin het IDO participeert. Intern heeft hij de het samenwerken van de stichtingen bevorderd en de interne bedrijfsvoering versterkt, samen met de controller in het bestuur en met de administrateur. Eind december heeft het bestuur een advies van de adviseurs van de SESAM-acedemie ontvangen over de richting waarin het IDO zich zal dienen te ontwikkelen, om van het nu 10 jaar bestaande samenwerkingsverband een slagvaardige organisatie te maken voor de komende jaren. De bezinning over dit advies in de verschillende IDO geledingen zal in 2011 plaats vinden. We hopen hartelijk dat de inspanningen om de huisvestingsproblemen van Open Veste, de IDO-schuldhulpverlening en de directie op te lossen zullen slagen. Zowel voor de inloophuizen als voor de schuldhulpverlening blijft het IDO innovatieve projecten ontwikkelen.
Pagina 20
IDO jaarverslag 2010 8. DE CIJFERS 8-1 Financieel jaarverslag IDO 2010 Algemeen 2010 was het eerste jaar waarbij gewerkt werd op basis van het nieuwe Visiedocument ‘Continue IDO’. Op basis van dit Visiedocument en in lijn met de afspraken van het Financierderoverleg in 2009 heeft de gemeente Lelystad haar bijdrage substantieel verhoogd. De gemeente Lelystad is gestegen van € 162.297 in 2009 naar € 329.570 in 2010. Deze sterke stijging komt ook door de extra gelden voor de projecten Schuldhulpverlening in Detentie (€ 34.242), Afrikaanse gemeenschap (€ 9.228) en Papierenbrigade (€ 30.000). Conform hun wens hebben de Landelijke fondsen in hun bijdragen een stapje terug kunnen doen, nu de gemeente een hogere bijdrage in de financiering van het IDO doet. Met ruim € 75.000 leveren de Landelijke fondsen echter nog steeds een belangrijke bijdrage aan de financiering van de activiteiten van het IDO. Het IDO is ze hiervoor zeer erkentelijk. Door de hogere bijdrage van de gemeente is het IDO in staat gesteld haar activiteiten ten opzichte van 2009 iets uit te breiden. Zeker op het gebied van schuldhulpverlening heeft het IDO zijn dienstverlening in 2010 uitgebreid. Ook voor 2011 zal het IDO grotendeels de extra diensten kunnen blijven verlenen. De situatie voor 2012 is echter onzeker. De gemeente heeft aangegeven minder financiële middelen beschikbaar te hebben. Daarnaast was 2010 het laatste jaar dat een bedrag van € 51.000 beschikbaar was voor professionalisering en projecten.
Terugkijkend was 2010 financieel een goed jaar. Het IDO heeft het jaar met een positief saldo van € 4.424 afgesloten. Door de projectbijdragen van de gemeente zijn de opbrengsten hoger uitgevallen. Aan de kostenkant vallen de hogere personeelskosten op. Als gevolg van de hogere bijdrage voor schuldhulpverlening zijn twee contracten binnen ISL met een enkele uren uitgebreid. Daarnaast is een administrateur aangetrokken en kwamen de kosten van de directeur het gehele jaar ten laste van IDO in plaats van de 4 maanden in 2009.
Pagina 21
IDO jaarverslag 2010 In 2010 heeft het IDO middelen kunnen reserveren om op het gebied van schuldhulpverlening de driejarige hulpverleningstrajecten de komende jaren te kunnen continueren. Daarnaast zijn middelen voorzien om in de nieuwe huisvesting van het inloophuis Open Veste een eenheid voor schuldhulpverlening op te zetten. Helaas is het in 2010 niet gelukt geschikte nieuwe huisvesting voor het inloophuis Open Veste te vinden. Hierdoor vallen de huisvestingskosten in 2010 lager uit dan begroot. Door de dotaties aan voorzieningen is de liquiditeitspositie van het IDO versterkt. Deze liquiditeitspositie heeft het IDO nodig omdat de subsidieopbrengsten vaak pas lopende het jaar ontvangen worden, terwijl de kosten al wel gemaakt moeten worden. In onderstaande balans is het grotere liquiditeitssaldo zichtbaar.
De directie vermogensmutatie betreft het voortaan verantwoorden van de noodhulprekening en de noodhulpkas onder IDO-Noodhulp in plaats van ISL.
Pagina 22
IDO jaarverslag 2010 IDO-Noodhulp In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in het resultaat van het noodfonds.
Het beroep op IDO-Noodhulp is ten opzichte van 2009 gedaald. Per saldo is er meer afgelost op leningen dan dat er nieuwe leningen zijn verstrekt. Verder is de directe noodhulp gedaald. In 2010 zijn geen opbrengsten van deelnemende kerken toegevoegd aan het noodfonds. De algemene reserve van IDO-Noodhulp is van voldoende omvang om de komende jaren leningen te kunnen verstrekken. Met ingang van 2010 is de gehele leningenadministratie opgenomen in de financiële administratie van IDO-Noodhulp. Hierbij zijn de kas en de bankrekening waar de leningen vanaf worden verstrekt, toegevoegd aan de financiële administratie van IDONoodhulp. Het gevolg hiervan is dat zowel de rentebaten als de kosten van het betalingsverkeer sterk zijn gestegen ten opzichte van 2009.
Pagina 23
IDO jaarverslag 2010 Projecten In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de kosten en opbrengsten van de projecten.
De eenmalige investering en de dotaties aan voorzieningen worden bijna geheel gedekt uit het overschot op de algemene activiteiten. Een dotatie aan de voorziening ‘Hulp met Perspectief’ is verantwoord onder kosten van dit project. Voor een nadere specificatie van de kosten en opbrengsten wordt verwezen naar de jaarrekeningen van de verschillende stichtingen.
Pagina 24
IDO jaarverslag 2010 8-2 De cijfers van de werkvloer Ongeveer 200 vrijwilligers hebben zich in 2010 ingezet voor het werk van IDO. In totaal hebben zij meer dan 60.000 uren beschikbaar gesteld in de beide inloophuizen, de schuldhulpverlening en de voedselbank. Zij stonden klaar om aandacht, hulp en begeleiding te geven aan mensen in vaak penibele situaties. Hieronder staan de cijfers en statistieken, die onderstrepen wat in de voorgaande interviews is verteld én onderstrepen hoe groot het belang is van IDO voor Lelystad. 8-2-1 De inloophuizen In inloophuis Waterwijk is het aantal drempeloverschrijdingen in 2010 fors toegenomen: in totaal 11.331 (tegenover bijna 7.000 in 2009). 3.817 volwassenen en 453 kinderen bezochten het inloophuis voor ontmoeting, gesprek of met een hulpvraag. 2.908 warme maaltijden werden verstrekt (4 x per week voor € 2,-- per persoon). Aan de activiteiten namen 1.049 bezoekers deel. De winkel (nu gevestigd in een apart gebouwtje achter het inloophuis) werd door 3.104 mensen bezocht. Inloophuis Open Veste zag in 2010 het aantal drempeloverschrijdingen ook fors groeien: 5.675 (tegen ongeveer 4.300 in 2009). De groei zat met name in het aantal mensen dat met een hulpvraag aanklopte bij het inloophuis. 1.364 warme maaltijden werden klaargemaakt (twee keer per week voor € 2,-- per persoon). Ook was het aantal deelnemers aan de georganiseerde activiteiten en projecten in Open Veste groot: 714 mensen kwamen daarop af. Ook dat voorzag dus in een duidelijke behoefte. Twee inloophuizen in Lelystad waren in 2010 goed voor bijna 17.000 drempeloverschrijdingen….Dat betekent dat een substantiële groep Lelystedelingen uit hun isolement werd gehaald, maatschappelijk geactiveerd en versterkt in hun netwerk.
IWW : aantal bezoekers inloophuis 12000 Kinderen Volwassenen
10000
aantal
8000
6000
4000
2000
0 2006
2007
2008
2009
2010
Pagina 25
IDO jaarverslag 2010 Open Veste : aantal bezoekers inloophuis 6000
5000
aantal
4000
3000
2000
1000
0 2006
2007
2008
2009
2010
8-2-2 IDO-Schuldhulpverlening Open spreekuur Van maandag tot en met donderdag was er open spreekuur van 9.30-12.00 uur. In 2010 zijn bij ISL tijdens dat open spreekuur 9.074 hulpvragen binnengekomen, waarvan 3.937 van bezoekers (de rest telefonisch of per mail). Dat is een forse groei ten opzichte van 2009 (het jaar waarin we al zo’n enorme groei zagen). Maar naast een grote toename in hulpvragen moet ook aangetekend worden dat de hulpvragen steeds complexer en tijdrovender geworden zijn. Dat wordt beschreven in het interview met de medewerkers van ISL (zie paragraaf 5.3). Hulpvragen die binnenkwamen, hadden betrekking op: schuldhulpverlening, hulp bij het invullen van formulieren, intake en herhalingsgesprekken voedselbank, preventie huisuitzettingen, of hadden betrekking op de projecten ‘Schuldhulpverlening tijdens Detentie’, ‘Papierenbrigade’, ‘Nazorg’. Ook klopten veel mensen aan voor noodhulp. Er zijn 75 noodpakketten verstrekt (ter overbrugging tot er een voedselpakket geregeld kon worden) aan mensen die op dat moment niets aan eten en drinken in huis hadden. Geconcludeerd kan worden dat de druk op het ISL-open spreekuur in 2010 groot was: vooral omdat de hulpvragen breder en ingewikkelder waren en veel meer tijd vergden van vrijwilligers en medewerkers. ISL Bureaudiensten 10000 telef. contacten bezoekers spreekuur 8000
aantal
6000
4000
2000
0 2006
2007
2008
2009
2010
Pagina 26
IDO jaarverslag 2010 Trajectbegeleiding Naast het open spreekuur was dit de core business van ISL: de trajectbegeleiding om mensen (vaak in een periode van 3 jaar) uit de schulden te krijgen. In 2010 is het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening fors toegenomen. Er hebben zich 40 nieuwe cliënten gemeld. Voor 21 cliënten eindigde hun traject. Dat betekent dat op jaarbasis bij ISL in 2010 119 cliënten in een traject van schuldhulpverlening zaten. Door de grote toestroom was er helaas ook sprake van een wachtlijst: op 31 december stonden daar 17 namen op. De voor ISL-begrippen lange wachtlijst had zeker ook te maken met het gebrek aan werkruimtes voor de vrijwilligers Verder is het zeker vermeldenswaard dat het slagingspercentage in schuldhulpverlening bij ISL heel hoog ligt: op 70% (tegenover landelijke cijfers die tussen de 25% en 35% zitten). Dat heeft alles te maken met intensieve aandacht, zorg en begeleiding door de vrijwilligers, waardoor cliënten gemotiveerd worden om dit moeilijke traject vol te houden.
ISL langdurige schuldhulpverlening 160 140 120
doorlopend uit vorig jaar nieuw totaal beëindigd wachtlijst op 31 dec
aantal
100 80 60 40 20 0 2006
2007
2008
2009
2010
Papierenbrigade In 2010 is een nieuw team van vier vrijwilligers gestart met het project “Papierenbrigade”. Zij hielpen hulpvragers, die zich bij ISL of MDF-schuldhulpverlening meldden, bij het ordenen van hun vaak ongeopende post en het maken van een schuldenoverzicht. Zo mogelijk werden ook al de eerste contacten gelegd met schuldeisers en noodverbanden gelegd tot het daadwerkelijke schuldhulpverleningstraject kon starten. In 2010 hebben 114 mensen gebruik gemaakt van dit project. In veel gevallen konden zij daarna soepel doorstromen in een schuldhulpverleningstraject bij ISL. Preventie huisuitzettingen Ook in 2010 heeft ISL zich samen met MDF en Vangnet & Advies ingezet om huisuitzettingen en dakloosheid in Lelystad te voorkomen. In dit jaar hebben zich 21 cliënten gemeld waarvoor ISL regelingen heeft kunnen treffen om hun huisvesting veilig te stellen.
Pagina 27
IDO jaarverslag 2010
ISL voorkomen huisuitzettingen 24
20
aantal
16
12
8
4
0 2006
2007
2008
2009
2010
Schuldhulpverlening tijdens Detentie Dit was eveneens een nieuw project van ISL in 2010. Samen met gemeente Lelystad en Justitie zette ISL zich in voor gedetineerden, die na vrijlating zich (weer) vestigden in Lelystad; al tijdens detentie werden regelingen in schuldhulpverlening getroffen om te voorkomen dat gedetineerden na vrijlating onmiddellijk met deurwaarders en incassobureaus geconfronteerd zouden worden en daardoor vaak opnieuw het criminele circuit in gedreven werden. Er is een nieuw team van 5 vrijwilligers gevormd. Na de voorbereidende fase met toerusting en verkenning zijn er in totaal 6 gedetineerden aangemeld. Twee van hen zijn ondertussen vrij gekomen uit detentie en zitten in een traject van schuldhulpverlening bij ISL. Twee van de zes aangemelde personen zijn inmiddels overgebracht naar een inrichting elders. Voor de overige twee start binnenkort het project. De slagingskansen voor dit project zullen groter worden bij een verruiming van de regels (ook gedetineerden van elders, die zich na vrijlating in Lelystad willen vestigen opnemen in dit project) en bij inschakeling van Exodus (om gedetineerden elders te kunnen begeleiden). Opvallend is ook dat in 2010 een groter aantal ex-gedetineerden bij ISL heeft aangeklopt om hulp. Hulp met perspectief Deze werkgroep, die cliënten van de voedselbank begeleidt, heeft in samenwerking met het open spreekuur van ISL in 2010 850 gesprekken gevoerd met voedselbankcliënten. 315 gezinnen (in totaal 739 personen), die de voedselbank nodig hadden, konden door begeleiding van ISL en Hulp met Perspectief begeleid worden naar voorliggende voorzieningen, waardoor zij de voedselbank niet meer nodig hadden. Door de 12 vrijwilligers van Hulp met Perspectief werden 29 cliënten intensief begeleid om verbetering te brengen in hun complexe financiële situatie. Door de persoonlijke en intensieve ondersteuning konden 15 cliënten begeleid worden om weer actief deel te nemen aan de maatschappij door het vinden van een betaalde baan. Daarnaast zijn cliënten geactiveerd om zich in te zetten voor vrijwilligerswerk.
Pagina 28
IDO jaarverslag 2010 8-2-3 Voedselbank de Korenaar De stijgende lijn, die we al zagen bij schuldhulpverlening en de inloophuizen, zien we ook terug bij de voedselbank. De eerste drie kwartalen was het aantal voedselpakketten vrij stabiel, maar in het vierde kwartaal zette er een forse groei in naar ongeveer 300 pakketten (waarvan 266 in Lelystad); eind 2009 werden er voor Lelystad nog 219 pakketten klaargemaakt. Die 266 gezinnen bestonden uit 375 volwassenen en 317 kinderen (eind 2009 waren dat nog 200 kinderen…). Gelukkig was er (ook door de inspanningen van Hulp met Perspectief en ISL) een groot aantal gezinnen dat in 2010 kon worden uitgeschreven uit de voedselbank: 315 gezinnen (dat zijn 739 personen). De gemiddelde duur, dat mensen gebruik maakten van de voedselbank, lag op 33 weken. Verreweg de meesten hadden na drie maanden al geen voedselpakket meer nodig, omdat hun inkomen/uitkering dan geregeld was of andere voorzieningen waren getroffen. Er is echter ook een aantal mensen dat in een langdurig (driejarig) schuldhulpverleningstraject zit, en dat brengt de gemiddelde termijn omhoog naar 33 weken. Hoewel er zorgen zijn geweest over de verminderde aanvoer van producten, omdat veel bedrijven gingen bezuinigen, hebben toch 85 bedrijven en particulieren ervoor gezorgd dat elke week de voedselpakketten goed gevuld konden worden met vaak hoogwaardige producten. In totaal zijn in 2010 11.300 voedselpakketten verstrekt waar 27.384 mensen mee geholpen konden worden.
Pagina 29
IDO jaarverslag 2010
Voedselbank aantal personen dat gebruik maakte van een voedselpakket 800 kinderen 700
volwassenen
aantal personen
600 500
317
304
400
201 209
167
235
245
eind 2007
eind 2008
300 200
375
365
100
295
0 eind 2006
eind 2009
eind 2010
8-2-4 IDO-Kenniscentrum Hoewel er nog steeds geen fysieke ruimte is gevonden voor het Kenniscentrum, draaide dit in 2010 toch volop. Veel (diaconale) organisaties uit alle hoeken van Nederland deden een beroep op IDO om te mogen delen in onze expertise. In totaal werden met 16 organisaties(vaak meerdere) gesprekken gevoerd en presentaties gegeven. Daarnaast werd door ketenpartners en door politieke partijen in Lelystad meermalen gevraagd om voorlichting: ook daarin kon het kenniscentrum intensief functioneren. Tenslotte werd door het Landelijk Platform SchuldHulpMaatje een beroep gedaan op het IDO-kenniscentrum om mee te denken in en hulp te bieden bij de ontwikkeling van het project SchuldHulpMaatje (het inschakelen van vrijwilligers uit de kerken als maatje ter ondersteuning in een schuldhulpverleningstraject, om uitval te voorkomen). Qua ureninzet heeft de directeur van IDO ongeveer 20% van zijn tijd besteed aan het kenniscentrum.
Pagina 30
IDO jaarverslag 2010 9. Colofon
Stichting Interkerkelijk diaconaal Overleg Lelystad (IDO) Postadres:
Stichting IDO Postbus 453 8200 AL Lelystad. Email :
[email protected]
Bankrekening:
766 70 25 Postbank t.n.v. Interkerkelijk Diaconaal Overleg te Lelystad.
Website:
www.ido-lelystad.nl
Dagelijks bestuur: Voorzitter:
A. Broersma
Secretaris:
H. Slager
Penningmeester:
H.J.G. Huzen
Directeur:
J. van Opstal Telefoon: Email:
06 - 24951353
[email protected]
Adressen van de werkstichtingen: Stichting IDO- Schuldhulpverlening Oostzeestraat 7, 8226 BE Lelystad.
Tel. 0320 – 258544
Stichting Inloophuis Waterwijk Oostzeestraat 11, 8226 BE Lelystad.
Tel. 0320 – 252450
Stichting Wijzer met Inloophuis Open Veste Veste 16-81, 8231 JH Lelystad.
Tel. 0320 – 280400
Stichting Voedselbank De Korenaar Boeier 1-23, 8242 CB Lelystad.
Tel. 06-51110636
Pagina 31