IDO jaarverslag 2011
STICHTING INTERKERKELIJK DIACONAAL OVERLEG LELYSTAD
JAARVERSLAG 2011
IDO is de koepelstichting boven: 1. IDO-schuldhulpverlening (ISL) 2. Stichting Inloophuis Waterwijk 3. Stichting Wijzer (met inloophuis Open Veste) 4. Stichting de Korenaar (voedselbank) Pagina 1
IDO jaarverslag 2011
Inhoudsopgave
Pagina
1.
Voorwoord
3
2.
Onze missie
5
3.
De mensen achter IDO
6
4.
De ruimte
7
5.
2011 in vogelvlucht
8
6.
Uitgelicht
11
7.
Onze relaties
21
8.
IDO naar de toekomst
23
9.
De cijfers van de werkvloer
25
10. De financiële cijfers
33
Pagina 2
IDO jaarverslag 2011 11. Colofon
38
1. VOORWOORD
U hebt het jaarverslag 2011 in handen van de diaconale vrijwilligersorganisatie in Lelystad. We werken vanuit de kerken en bieden op professionele manier hulp aan ieder die op onze weg komt. Het bestuur van het Interkerkelijk Diaconaal Overleg doet u graag verslag van de werkzaamheden van het IDO en de onderliggende stichtingen in het jaar 2011. Het bestuur hoopt dat kennisneming van dit jaarverslag de relatie tussen het IDO en de lezers zal versterken.
De voorgaande jaren hebben we jaren van de crisis genoemd. Voor het jaar 2011 kunnen we geen andere typering vinden. De effecten van de crisis worden pas in stappen zichtbaar, dat is ook in het toenemend aantal hulpvragen aan het IDO in 2011 gebleken. De vogelvlucht en de verhalen van leidinggevenden in het werk (hfd. 5-6) maken dat tastbaar; cijfers van de werkvloer (hfd. 9) illustreren het.
De IDO-schuldhulpverlening ISL en de inloophuizen Waterwijk en Open Veste hebben activiteiten ontwikkeld om op die hulpvragen in te spelen en Voedselbank De Korenaar biedt daarbij de steun van voedselpakketten. Wij benaderen hulpvragers als waardevolle medemensen. Dat maakt de ontmoeting met hen al van waarde. Vanuit die ontmoeting zoeken we hulp in de problemen. Deze hulp, Pagina 3
IDO jaarverslag 2011 samen met onze preventieve acties en de nazorg die we bieden, is er op gericht dat hulpvragers sterker verder kunnen in onze vaak ingewikkelde maatschappij.
In dit jaarverslag geven we onze missie weer en belichten daarna de mensen achter het IDO. Het hoofdstuk Ruimte heeft dit jaar de positieve kleur gekregen en laat in woord en beeld de nieuwe IDO-locatie Open Haven zien. Daarin kan het werk in 2012 nog beter worden verricht en in de hoofdstukken 5-6 wordt het werk in de inloophuizen, de schuldhulpverlening en de voedselbank uiteen gezet, eerst in vogelvlucht en daarna met de focus op opvallende zaken. Hier klopt het hart van het IDO. We proberen met ervaringen van leidinggevenden en met foto’s een indruk te geven die maakt dat het werk van het IDO overkomt bij lezers die niet dagelijks bij het IDO betrokken zijn. Met Cijfers van de werkvloer illustreren we de gegeven informatie. Het jaarverslag sluiten we af met onze relaties en met IDO naar de toekomst. Daarna volgen de financiële jaarcijfers 2011, ook dit jaar gecontroleerd en goedgekeurd door het Kantoor der Kerkelijke Administraties (KKA).
Het bestuur dankt vrijwilligers en beroepskrachten voor de grote inzet die zij hebben geleverd in de uitvoering van het werk en in de besturen.
Het bestuur dankt ook alle instellingen en personen die het met hun morele en financiële steun mogelijk hebben gemaakt dat het IDO in 2011 zijn werk kon verrichten: de in het IDO deelnemende en andere kerken, de gemeente Lelystad, en een aantal landelijke fondsen, instellingen en particulieren uit onze stad en regio. Ook bezoeken die mensen persoonlijk hebben gebracht aan het IDO of de werkstichtingen hebben we als stimulerend ervaren.
Voor contact naar aanleiding van dit jaarverslag staat het bestuur open. Wij bidden onze God om zijn zegen over ons werk. Het IDO-bestuur, Alle Broersma, voorzitter. Henk Slager, secretaris.
Pagina 4
IDO jaarverslag 2011
2. ONZE MISSIE Op een IDO-zondag vertelt een vrijwilliger het verhaal van een cliënt die, vastbesloten op het goede pad te blijven, bij drie instellingen, om uiteenlopende redenen, een gesloten loket vindt. Boos en wanhopig vertelt hij zijn verhaal bij het IDO. Daar wordt een starterspakket geregeld en gaat iemand mee op zoek naar onderdak. Met de nodige moeite wordt het gevonden en in de simpele kamer met geleende spullen verdwijnt de wanhoop en gloort er perspectief. Na de dienst zegt een van de kerkgangers: Nu heb ik jullie missie begrepen: helpen wie geen helper heeft. In de praktijk hebben we in het IDO dikwijls te maken met mensen met bepaald niet de lichtste problematiek. De vrijwilligers en de beroepskrachten van het IDO werken met de instelling om er te zijn voor de medemens die zich meldt. In onze hulpverlening ervaren we dat deze openheid bewerkt dat mensen zich erkend voelen, als mens en met hun problemen. Die ervaring doet hulpvragers ook dikwijls weer met nieuwe ogen naar hun eigen situatie kijken en blijkt de geboden hulp mogelijkheden te bieden dat ze ook zelf hun problemen aanpakken. Bij het bieden van adequate hulp ervaren we hoe zinvol het is dat de werkvelden van inloophuizen, voedselbank en schuldhulpverlening binnen het IDO nauw samenwerken en op elkaar aansluiten. Door de uitermate korte lijnen kunnen we zo een sluitend vangnet bieden dat mensen helpt weer wat orde in hun leven te scheppen. Als mensen hun leven weer wat op de rails hebben stimuleren we ze ook zelf actief te worden. Ook de nazorg die we in veel gevallen leveren (bijvoorbeeld na een schuldhulptraject) is er op gericht dat de hulpvrager in haar of zijn situatie zelfstandig verder kan. Onze hulpverlening is niet bedoeld dat de vrijwilliger zich er wel in bevindt, al geeft het elke keer een kick als mensen in betere doen verder gaan. Een discussie als in Trouw over ‘afhankelijkheid’ van hulp stimuleert ons om op de ingeslagen weg verder te gaan: present zijn voor mensen die geen helper hebben om hen weer zelf (een stukje) regie over hun eigen leven te geven. Dat lukt vaak eerder bij mensen voor wie de papierwinkel is geordend of die eindelijk hun schaamte overwonnen hebben en een voedselpakket aanvragen, dan bij mensen die in het leven zo geslagen zijn dat ze geen mens meer hebben. Maar in alle gevallen is de richting waarin we hulp bieden duidelijk. Zo is het IDO er ‘niet voor niets’.
Pagina 5
IDO jaarverslag 2011
3. De mensen achter IDO Vrijwilligers Het vele hulpverlenende werk dat IDO doet in Lelystad is alleen maar mogelijk door de inzet van de grote groep vrijwilligers. In 2011 waren zo’n 220 vrijwilligers in de verschillende werkvelden actief. Samen hebben zij ongeveer 66.000 uren ingezet. Dat komt neer op een maatschappelijk rendement (en dus besparing voor de samenleving) van ongeveer € 2,2 miljoen* *Zie rapport ‘IDO-niet voor niets’, Een onderzoek naar het maatschappelijk rendement van het Interkerkelijk Diaconaal Overleg in Lelystad, 2009
Een constante inzet van vrijwilligers zagen we in de beide inloophuizen en bij de voedselbank. Een forse toename van het aantal vrijwilligers was te vinden bij de IDOschuldhulpverlening. Vooral in het nieuw gestarte project SchuldHulpMaatje zijn er veel nieuwe vrijwilligers aan het werk gegaan. Na een driedaagse cursus (waarna de cursisten officieel gecertificeerd werden volgens een landelijke norm) werden vrijwilligers als maatje gekoppeld aan mensen in een schuldhulpverleningstraject (zowel bij ISL als bij de schuldhulpverlening van de Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland, die nauw samenwerken). Ook zijn SchuldHulpMaatjes terechtgekomen bij de PapierenBrigade (hulp bij het openen en ordenen van ongeopende post en begeleiding naar schuldhulpverlening) en in de Nazorg (van cliënten die een schuldhulpverleningstraject of WSNP hebben doorlopen). Verbondenheid Ook in 2011 is gewerkt aan de samenwerking tussen de vier afdelingen en de verbondenheid tussen de vrijwilligers: de verschijning van het personeelsblad IDOlaat werkte daaraan mee, een gezamenlijke ontspanningsavond, een nieuwjaarsbijeenkomst en een kerstlunch. Zo leerden vrijwilligers elkaar steeds beter kennen, wisten elkaar te vinden en konden nóg slagvaardiger en op elkaar aansluitend hulp bieden. Bestuurlijk Binnen de teams van bestuursleden zijn er nauwelijks verschuivingen geweest; wel hebben zij zich intensief beziggehouden met een bestuurlijke herstructurering van IDO. Eind 2011 zijn alle besturen achter de plannen gaan staan om te komen tot een meer gestroomlijnde en efficiënte organisatie. Personeel In 2011 is het aantal betaalde krachten (8 parttimers in totaal) niet gegroeid. Er is in dit jaar een vacature ontstaan voor de financiële administratie: daarvoor is dhr. Ronald Kornaat benoemd. Hij zal er ook aan meewerken dat er één financiële administratie van heel IDO komt, die ook de overige beroepskrachten inzicht geeft in de financiële stand van zaken.
Pagina 6
IDO jaarverslag 2011
4. De ruimte Al enkele jaren kampte IDO met een gebrek aan werkruimte: dat was vooral nijpend voor inloophuis Open Veste, voor IDO-Schuldhulpverlening en voor de IDO-koepel. Na een lange zoektocht en veel onderhandelingen is in 2011 een prachtig pand beschikbaar gekomen; de gemeente Lelystad is bereid gevonden om het voormalige buurthuis “De Krakeling” aan IDO te verhuren. In dit prachtige pand kan inloophuis Open Veste een royale en sfeervolle ruimte krijgen; kan er een open spreekuur gestart worden (als filiaal van ISL); kunnen enkele projecten van ISL (zoals Hulp met Perspectief, Schuldhulpverlening tijdens Detentie, samenwerking met de Afrikaanse gemeenschap en Papierenbrigade) daar onderdak vinden; kan IDO-directie en –administratie daar een vaste plek krijgen; en kan het IDO-kenniscentrum grotere groepen ontvangen en de nodige documentatie en voorlichtingsmaterialen een vaste plaats geven. Voorvarend is eind 2011 gestart met (ver)bouwplannen, enkele fondsen zijn benaderd voor een financiële bijdrage, en vlak voor Kerst is de opdracht gegeven aan de aannemer om de nodige aanpassingen te realiseren.
De nieuwe locatie Open Haven
Pagina 7
IDO jaarverslag 2011
5. 2011 in vogelvlucht IDO werkt vanuit het gedachtegoed van de Presentiebenadering. Prof. Andries Baart heeft de Presentiemethode wetenschappelijk uitgewerkt (zie o.a. Andries Baart, Een theorie van de Presentie, 2004). In zijn boek, Van tellen naar vertellen, en terug (2010) maakt Baart duidelijk dat niet alleen de cijfers, maar zeker ook de verhalen zeggingskracht mogen hebben als we resultaten op een rijtje zetten. Daarom in dit jaarverslag (in hoofdstuk 5 en 6) ook de verhalen: want die zeggen vaak nog meer dan de cijfers over (de rand van) onze samenleving en wat IDO daarin betekent. Inloophuis Waterwijk: Ook in 2011 was dat een plek voor veel mensen waar zij zich voelden thuiskomen. Sommige oude vertrouwde gasten verdwenen (door overlijden, ziekte of verhuizing), nieuwe gezichten kwamen binnen. Maar wat bleef was de band die mensen met elkaar hadden en het luisterend oor dat zij daar vonden. Die band werd duidelijk zichtbaar als een gast ziek was en na langere tijd (en veel vanuit het inloophuis verstuurde ansichtkaarten) weer voor het eerst binnenkwam; die band werd manifest als één van de gasten begraven werd en diep weggestopte emoties bij zo’n afscheid zichtbaar werden; die band kwam aan het licht toen een vaste bezoekster, die al veel klappen in haar leven had opgelopen, trouwde en haar bruiloft vierde in het inloophuis. In 2011 zijn meer dan 10.000 paar voeten over de drempel van het inloophuis gegaan. Dat aantal onderstreept het belang van het inloophuis: het haalde mensen uit hun isolement, activeerde ze om deel te nemen aan onze maatschappij, versterkte hun netwerk en bouwde mee aan de menselijke maat van de samenleving. Het bezoekersaantal lag iets lager dan in 2010. Een oorzaak daarvan was de langdurige ziekte van de sociaal werker. Daardoor kon het inloophuis niet altijd dat bieden wat we graag wilden bieden. Toch zijn de projecten en activiteiten zo goed mogelijk uitgevoerd. Aan de lowbudget-maaltijden nam dagelijks een grote groep buurtbewoners deel: elke dag werd er gemiddeld voor 20 mensen een warme maaltijd gekookt. De belangstelling voor diverse creatieve activiteiten en voor activerende projecten was groot. De vieringen van diverse feestdagen werden druk bezocht. Wel zien we heel langzaam de rol van het inloophuis verschuiven: van ontmoetingsplek tegen eenzaamheid en uitsluiting naar een plek waar mensen ook geactiveerd worden, en wellicht in de toekomst nog meer naar een signalerende functie in de wijk.
Pagina 8
IDO jaarverslag 2011 Inloophuis Open Veste: Soms was het in 2011 heel druk in het inloophuis, soms rustig. Het aantal bezoekers schommelde. Soms bleven oude vertrouwde bezoekers een tijdje weg. Aan de andere kant kwamen er ook nieuwe bezoekers: veelal mensen met psychiatrische problemen. In hoofdstuk 6 wordt daar uitgebreider over verteld. Omdat de druk op het inloopspreekuur door die nieuwe groep bezoekers extra groot was, kon begeleiding in de huiskamer minder intensief aanwezig zijn. En dat gaf soms weer spanningen tussen “oude” en nieuwe bezoekers. Het totale aantal bezoekers is per saldo stabiel gebleven: iets lager dan in 2010. Een ander punt dat opviel in 2011 was toenemende angst en paniek onder bezoekers over de toekomst: welke gevolgen zullen bezuinigingen hebben voor de zorg die ik nodig heb? Daarnaast was er vaak paniek onder (expsychiatrische) bezoekers, omdat er een tekort aan woonplekken was voor hen. Wat ook opviel in het afgelopen jaar was de grote deelname aan activiteiten in het inloophuis. Was er geen activiteit, dan was het bezoekersaantal ook klein. Een mooi verschijnsel in 2011 waren de groeiende vriendschappen tussen inlopers onderling. Zij gingen elkaar ook buiten het inloophuis meer opzoeken: samen ontbijten in de HEMA, samen naar de markt. Zo werkte het inloophuis duidelijk mee aan netwerkversterking en activering van deze groep mensen. ISL: Volgens de coördinator (Yvonne vom Kothen) zijn er twee woorden die ISL in 2011 typeren: druk en hectisch. Dat blijkt ook wel uit de cijfers: het aantal hulpvragen tijdens Open Spreekuur is gegroeid met 25%, het aantal mensen in een langdurig schuldhulpverleningstraject nam zelfs met 30% toe! Niet alleen het aantal hulpvragen groeide, ook de complexiteit van de hulpvragen nam toe. Naast schuldhulpverlening zochten mensen ook hulp bij vergunningen, opvang bij dakloosheid, psychische hulp, juridische bijstand. Uiteraard werden mensen bij zulke vragen doorverwezen naar deskundigen, maar het vergde extra veel om de vragen helder te krijgen én om te begeleiden naar andere hulp. Wat ook duidelijk toenam, was het aantal noodpakketten dat verstrekt moest worden. Gemiddeld twee tot drie keer per week werd aangeklopt door mensen in acute nood. Dan werd er een pakket met eerste levensbehoeften klaargemaakt, of werden de diaconieën van de IDO-kerken gevraagd om een paar weken lang een envelop met een bescheiden geldbedrag te verstrekken voor het kopen van de basisboodschappen. Allerlei schrijnende voorbeelden passeren de revue: mensen die (door overbelasting van uitkeringsinstanties) soms weken op een eerste uitkering moesten wachten en dan geen geld hadden om eten te kopen; mensen die door een relatiebreuk zonder inkomen zaten; van huis weggelopen jongeren na een conflict thuis; heel schrijnend was ook het verhaal van een Pagina 9
IDO jaarverslag 2011 Afghaans gezin (met vier kinderen), dat naar Engeland vertrok omdat daar meer werk zou zijn, berooid terugkeerde, van de ene instantie naar de andere gestuurd werd omdat er onduidelijkheid was op wat voor uitkering zij recht hadden. Zij leefden in een huis met bijna geen meubels, op de kale betonnen vloer. Wekenlang ontvingen zij financiële steun van de diaconieën, pakketten van de voedselbank, noodpakketten, gratis tweedehands kleding en een gratis warme maaltijd in het inloophuis. Aan deze schrijnende verhalen werd wel weer duidelijk hoe sluitend het vangnet was van IDO: snel, daadkrachtig en breed werd er hulp geboden.
De wachtkamer van ISL: door toegenomen hulpvragen vaak te klein om alle wachtende mensen een plek te kunnen geven. Soms staan mensen zelfs op de trap op hun beurt te wachten…
Voedselbank: Omdat de voedselbank geen projecten kent, is met de coördinator van de voedselbank een interview gehouden over het reilen en zeilen van de voedselbank in het algemeen in 2011. Dat interview leest u in hoofdstuk 6. Pagina 10
IDO jaarverslag 2011
6. Uitgelicht In een interview met de coördinatoren wordt één in het oog springend aspect van de inloophuizen, en de schuldhulpverlening uitgelicht. Van de voedselbank en de IDO-koepel in 2011 worden enkele aspecten eruit gelicht.
6.1 Inloophuis Waterwijk Een bijzonder aspect van Inloophuis Waterwijk in 2011 was de winkel van tweedehandskleding. Waarom wordt juist dit facet eruit gelicht? Omdat de winkel steeds meer een sociale functie heeft gekregen, zeker in 2011, aldus de coördinator. Het werd meer en meer een plek van ontmoeting naast het inloophuis, gedeeltelijk ook met een ander en nieuw publiek. Ook ontstonden daar contacten met mensen die tweedehands kleding kwamen brengen, in gesprek raakten, betrokken raakten, onder de indruk raakten van het feit hoe dit in een noodzaak voorzag en dat de kleren goed terecht kwamen. Voor de kleren werden kleine prijzen gehanteerd. Allereerst om de kopers het gevoel te geven dat zij de kleren inderdaad gekocht hebben en niet lopen in gratis afgedankte kleren van een ander. Dit versterkte het gevoel van eigenwaarde. De prijzen liepen uiteen van € 0,10 voor ondergoed tot € 1.00 voor een jas. De opbrengst van de winkel komt weer helemaal ten goede aan activiteiten voor de bezoekers van het inloophuis: in 2011 zijn zij, dankzij dat geld, een dag uit geweest naar Multi Media in Hilversum. Naast kleding kwam ook regelmatig beddengoed binnen: lakens, dekbedden, dekens en ook baddoeken. Deze werden gebruikt om een “Starterspakket” te maken voor daklozen, die een kamer/huis gevonden hadden. Hoe zag het “winkelend publiek” eruit? Dat bleek zeer uiteenlopend te zijn: wel waren het meestal moeders met kinderen die in de winkel kwamen, vaak van allochtone afkomst. Over het algemeen hadden zij weinig te besteden; deze goedlopende winkel was dus tegelijk een signaal van armoede…. Er kwamen mensen binnen die doorverwezen waren door allerlei instanties (de winkel raakte blijkbaar breed bekend). Er kwamen mensen in acute nood, die niets meer hadden: naast levensmiddelen werden zij in de winkel (gratis) in de kleren gestoken. Dit was een groeiende groep in 2011. Ook klopten daklozen aan, die buiten de winkeltijden ook mochten winkelen. Van baby- en kleuterkleding werden kraampakketten gemaakt voor jonge moeders. Al met al voorzag de winkel in 2011 in een brede behoefte.
Pagina 11
IDO jaarverslag 2011 Waar kwam die kleding vandaan? Over het algemeen werd dat binnengebracht door particulieren uit Lelystad en tot ver daarbuiten. Soms verstrekte een kledingketen een pakket kleren. Een fonds schonk een grote partij wintermutsen. En het “Broeinest” in de Waterwijk (een ontmoetingsplek waar de gemeente vooral inzet op re-integratie) bracht de daar niet-verkochte kleding ook naar de winkel van het inloophuis. En wat gebeurde er met kleren die ook in deze winkel niet verkocht werden? Die kleding werd door een plaatselijke organisatie opgehaald en vervoerd naar Oost-Europa. Er werd dus niets weggegooid. Dat leer je wel af als je zoveel nood en armoede van dichtbij ziet….
De “winkel” van tweedehands kleding achter inloophuis Waterwijk
6.2 Inloophuis Open Veste Waarom sprong in 2011 voor Open Veste het aspect eruit van mensen met psychische problemen en een ‘dubbele indicatie’? De coördinator (Marion MaAjong) vertelt dat Open Veste altijd een verbinding wilde zijn tussen de bezoekers en de reguliere hulpverlening van GGZ. Maar steeds vaker moest het inloophuis bezoekers met psychiatrische problemen onder zijn zorg houden. Omdat de wachtlijsten met de reguliere hulpverlening groeiden en de normen voor indicatie opgeschroefd werden, ging doorverwijzing steeds moeilijker. Wat voor hulp moesten jullie dan geven? Heel vaak moest er letterlijk onderdak gegeven worden in Open Veste gedurende de openingstijden (met alle spanningen en extra zorg vandien) en werd er huisvesting gezocht voor de nachten en weekends. Ook gingen vrijwilligers vaak mee met bezoekers naar het (psychiatrisch) ziekenhuis als begeleider, steun en Pagina 12
IDO jaarverslag 2011 tolk. Ook moest er intensiever bemiddeld worden om goede zorg tijdens de weekends te regelen en om dakloosheid te voorkomen. Kortom: veel bezoekers van het inloophuis konden vanwege psychische beperkingen niet zelfstandig in deze maatschappij functioneren en omdat er voor hen geen plek was in de reguliere hulpverlening moest er extra ingezet worden door het inloophuis om hen te helpen. Wat waren de problemen rond de ‘dubbele indicatie’? Van ‘dubbele indicatie’ is sprake als iemand psychiatrische problemen heeft en tegelijkertijd verslaafd is. Heel vaak bleek dat deze mensen heen- en weergeschoven werden tussen de hulpverlening voor psychiatrie en de afkick. Eerst moest er gewerkt worden aan de verslaving, zei de ene organisatie en stuurde door. Maar de verslavingszorg kon niet ook bij de psychiatrische problemen helpen: dat was te zwaar. En dus werd de patiënt weer teruggestuurd. Zulke mensen tussen wal en schip klopten vaak aan bij het inloophuis. Overigens was de samenwerking met de ketenpartners (zowel psychiatrie als verslavingszorg) goed. Maar zij hadden ook te kampen met beperkte budgetten en aangeschroefde indicaties. Behalve de problemen met ‘dubbele indicatie’ had inloophuis Open Veste ook te maken met de gevolgen van de verlaagde begeleidingsnorm van IQ 70 naar IQ 60. Dat betekende dat een groep mensen niet in staat was om zonder begeleiding hun administratie en budgetten op orde te houden. Ook zij zochten hulp bij IDO. Kun je iets vertellen over schrijnende situaties die je tegenkwam? Een Marokkaanse jongen, die in de gevangenis gezeten had, klopte aan bij Open Veste. Zoals veel ex-gedetineerden was hij zijn netwerk kwijtgeraakt. Open Veste bemiddelde met succes voor huisvesting. Maar deze jongen had ook een dubbele indicatie: hij gebruikte drugs en had psychiatrische problemen. Ook hij werd van het kastje naar de muur gestuurd: omdat hij niet urgent genoeg bevonden werd, kwam hij op een wachtlijst. Ondertussen was hij een wandelende tijdbom. Tot drie keer toe nam hij een overdosis om maar in het ziekenhuis opgenomen te worden. Want het ziekenhuis betekende voor hem: veiligheid…
Pagina 13
IDO jaarverslag 2011
Open Veste
6.3 IDO-schuldhulpverlening Waarom juist het project van Schuldhulpverlening tijdens Detentie in de schijnwerpers? Tijdens het gesprek met Charissa Eikelboom (die dit project vooral “trekt”) wordt duidelijk dat dit een uniek project is in Nederland. Aan de ene kant omdat er al ín de gevangenis schuldhulpverlening plaatsvond; en aan de andere kant omdat IDO als vrijwilligersorganisatie gevraagd werd door gemeente Lelystad en Justitie om hierin te participeren en er een goede samenwerking is ontstaan tussen deze drie partijen. Gezamenlijk droegen Gemeente, Justitie en IDO zorg dat voor gedetineerden na hun vrijlating huisvesting, uitkering, ID-kaart, zorgverzekering en schuldhulpverlening geregeld waren. Hiermee werd de kans op recidive vele malen verkleind. Wat schuldhulpverlening betreft was dat duidelijk: al voor vrijlating was er een overzicht van de schulden, zijn schuldeisers op de hoogte gebracht en zijn er regelingen getroffen. Zou dit niet gebeurd zijn, dan werd soms pas na een jaar na vrijlating duidelijk welke schulden er waren, en zou de ex-gedetineerde onmiddellijk belaagd worden door deurwaarders en incassobureaus (met een grote kans dat de ex-gedetineerde weer het criminele circuit ingejaagd zou worden). Hoeveel ex-gedetineerden hebben jullie kunnen helpen? In 2011 hebben we 14 mensen via dit project hulp kunnen bieden; dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2010. Nu het project meer bekendheid kreeg, was een neveneffect dat we bijvoorbeeld ook twee gezinnen hebben kunnen helpen waarvan de man in de gevangenis zat; de vrouw hebben we geholpen met uitkering en schuldeisers, maar ook met de emotionele verwerking (van schaamte en isolement) in het gezin. Eén van die Pagina 14
IDO jaarverslag 2011 gezinnen moest van een duur koophuis verhuizen naar een huurwoning; een exgedetineerde, die al door ons geholpen was in dit project, regelde voor dit gezin de hele verhuizing…. Een ander neveneffect was dat ex-gedetineerden, die al langer vrij zijn, met hun problemen nu bij ons durfden aankloppen. Voor deze groep zijn de drempels blijkbaar nog steeds heel hoog…. Waren er ook knelpunten in dit project? Die waren er zeker; soms kon niet op tijd huisvesting geregeld worden. IDO deed er dan alles aan om ergens een kamer te vinden. En ook was er het probleem van een postadres; was er nog geen huisvesting, dan ook geen IDkaart, en dan ook geen uitkering. Omdat Almere centrumgemeente is, moest daar een postadres aangevraagd worden. Praktijk was dat die lijnen veel te lang en te bureaucratisch waren. De eerste dagen na vrijlating zijn immers kritiek: als de eerste ervaringen van de ex-gedetineerde dan al negatief zijn, is het vervolg bijna kansloos! Zijn daar voorbeelden van? Voor een ex-gedetineerde was geen huisvesting beschikbaar; daarom sliep hij de eerste dagen buiten. Hij had geen enkel netwerk. Uiteindelijk kwam hij bij IDO, kon daar gebruik van de douche maken, kreeg kleren uit het winkeltje, een ontbijt, een warme maaltijd. Ondertussen werd er door IDO bemiddeld dat hij naar een familielid elders in Nederland kon. Hij werd door de vrijwilliger naar het station gebracht, kreeg een treinkaartje en kon de eerste stappen zetten in een kansrijker bestaan. Ook zijn we meerder keren tegengekomen dat (vooral jonge) gedetineerden na vrijlating opgewacht werden bij de poort door de “maffia van Lelystad”. Blijkbaar was die goed op de hoogte wanneer wie vrijkwam. De ex-gedetineerde kreeg een kamer, kleren, eten en drinken. Als tegenprestatie moest hij wat werk doen in het bedrijf (een malafide werkplaats, waar auto’s opgeknapt moesten worden en chassisnummers veranderd). Al gauw bleek dat de ex-gedetineerde zeven dagen in de week zo’n 14 uur per dag moest werken. Tegen deze gijzelacties kon de politie niets uitrichten zolang er geen aangiftes gedaan werden. IDO heeft actie ondernomen om een ex-gedetineerde uit die cirkel te halen. De confrontatie die IDO aanging met de maffia had als resultaat dat deze jonge ex-gedetineerde nu succesvol in hulpverlening is bij IDO. Hoe zie je de toekomst van dit project? Het project is veelbelovend. Heel blij waren we dat in 2011 Exodus is gaan meewerken aan dit project. Dankzij financiële steun van Kerk in Actie en Exodus is er een pastor benoemd, die als brug zal fungeren tussen de gevangenis en de maatschappij. Daar sluit het project van IDO prachtig op aan.
Pagina 15
IDO jaarverslag 2011 Het gaat nog niet om grote aantallen. Maar omgezet in geld is dit project goud waard: de kosten voor de samenleving van recidive van 14 gedetineerden bedragen meer dan € 1 miljoen per jaar. IDO krijgt voor dit project een subsidie van € 14.000 per jaar. Elke geïnvesteerde euro levert dus meer dan € 70 op…..
De Penitentiaire Inrichting te Lelystad (PIL)
6.4 De Voedselbank in 2011 Hoe hebben jullie als voedselbank 2011 beleefd? Volgens coördinator Ger Postma was 2011 rustiger dan 2010. Dat had aan de ene kant te maken met de stabiele aanvoer van producten. Wat nodig was om de pakketten te vullen kwam ook steeds binnen. In 2010 was er veel aanvoer uit de agrarische sector; dat was in 2011 veel minder. Maar deze leemte werd door een bedrijf opgevuld met een vrij regelmatige levering van kant en klare verpakte aardappelproducten, zodat er wekelijks toch de nodig voedingsmiddelen uitgedeeld konden worden. Het was ook rustiger dan in 2010 omdat de organisatie van de voedselbank nóg beter is geworden: in 2011 werd een vrijwilliger als telefoniste aangesteld. Dit eerste aanspreekpunt beantwoordde veel aanbiedingen van bedrijven, regelde de ophaalfunctie en beantwoordde veel individuele vragen over aanmeldingen etc. Dat betekende een behoorlijke taakverlichting voor de coördinator. Toch zou je verwachten dat 2011 minder rustig was dan 2010, gezien de economische crisis? De voedselbank is in 2011 een stringenter beleid gaan voeren ten opzichte van mensen die hun pakket niet kwamen ophalen. Als cliënten zonder opgaaf van redenen hun pakket lieten staan, kon dat zo uitgelegd worden dat zij het ook niet echt nodig hadden. Door dit strengere beleid was het aantal verstrekte pakketten lager dan in 2010: het scheelde vaak wel 20 pakketten per week. Pagina 16
IDO jaarverslag 2011 De gevolgen van de crisis werden in de aantallen vanaf december 2011 heel duidelijk: er is een sterk stijgende lijn ontstaan van aanvragen voor een voedselpakket. De lagere aantallen zeggen dus iets over strengere regels, niet over de toegenomen nood van mensen. Omgerekend naar personen hebben in 2011 t.a.v. Lelystad 31.418 personen voedsel van de voedselbank ontvangen. Het weekgemiddelde komt dan op ± 603 personen. Hoe was de aanvoer van producten? Soms gebeurde het dat het pakket niet helemaal tot de rand gevuld kon worden. Toch kon er wekelijks uitgedeeld worden en meestal was het pakket goed gevuld. Opvallend was het grote aantal kerstpakketten dat aan de voedselbank beschikbaar werd gesteld: vanuit bedrijven zo’n 100 pakketten en van particulieren ongeveer 30. Daardoor konden de vele lege schappen weer helemaal gevuld worden met houdbare producten, die in magere weken als een welkome aanvulling op het voedselpakket ingezet worden. In oktober 2011 waren deze schappen leeg; geen reserves meer. Maar dankzij een promotie en inzamelingsacties van de kerken en de genoemde kerstpakketten staan de planken weer vol. Heeft de voedselbank in 2011 nog materieel moeten aanschaffen? De versleten vrachtauto is vervangen door een grotere (jong gebruikte) vrachtauto. En er is een derde koel unit aangeschaft. En hoe zat het met het aantal vrijwilligers? Het team was heel stabiel: ongeveer 70 vrijwilligers. Opvallend was dat er meer aanmeldingen waren dan er vrijwilligers geplaatst konden worden. Dan werd geprobeerd om ze een plek te geven bij één van de andere IDO-afdelingen. Jullie hebben veel gedaan aan voorlichting, vooral op scholen. Kun je daar iets over vertellen? Het algemene beeld was dat het verhaal van de voedselbank heel veel indruk maakte op schoolkinderen. Een meisje van 7 jaar vertelde 3 maanden na zo’n presentatie tot in detail het verhaal aan haar opa. Op een andere school zei een leerling: “mijn vader heeft heel veel kolen liggen. Ik ga hem vragen om ze aan de voedselbank te geven”. Korte tijd later kwam er een groot krat met rode kolen. Mooi was ook het beeld op weer een andere school, die een inzamelingsactie had gehouden. Alle kinderen vormden een levende lopende band. Elk product ging door al die kinderhanden: het duurde lang voordat de vrachtauto gevuld was, maar de bewustwording bij de kinderen was groot. Schoolkinderen kwamen ook op de voedselbank zelf helpen met inpakken: met grote zorgvuldigheid pakten zij eieren in de doosjes. Betrokkenheid uit kinderhanden.
Pagina 17
IDO jaarverslag 2011
Schoolkinderen pakken eieren in op de voedselbank Mooie momenten waren het ook als particulieren een tas vol producten op de voedselbank kwamen brengen (en dat gebeurde regelmatig): zij namen de moeite en kozen er heel bewust voor om die reis naar de Asfaltstraat te maken. Die kleine gebaren waren een aanmoediging voor de werkers van de voedselbank.
De nieuwe vrachtauto van de Voedselbank.
Pagina 18
IDO jaarverslag 2011 6.5 De IDO-koepel in 2011 Sinds 2009 kent IDO-koepel een directie. In 2011 werkten Jan van Opstal als directeur, Marja van der Koelen als administratieve ondersteuning en Ronald Kornaat als financiële medewerker voor IDO. De taak van de directeur was drieledig: 1. hij was verantwoordelijk voor bedrijfsvoering en voor aansturing van het team van medewerkers. 2. hij was verantwoordelijk voor het onderhouden van externe contacten (gemeente Lelystad, kerken, fondsen, ketenpartners) en voor het binnenhalen van de benodigde financiële middelen. 3. en tenslotte was zijn verantwoordelijkheid het vormgeven van een IDOkenniscentrum. Ad 1. Maandelijks was er onder leiding van de directeur een coördinatorenoverleg. Dit resulteerde o.a. in een nog betere samenwerking tussen de vier afdelingen. Zo kon IDO het vangnet onder mensen-op-de-rand nog beter sluitend maken. Ook werden bijeenkomsten georganiseerd waarbij vrijwilligers van de verschillende afdelingen elkaar ontmoetten en beter leerden kennen. Dat kon zijn in de vorm van een cursus, maar ook nieuwjaars- en kerstbijeenkomsten en een feestelijke avond in september werden met dat doel georganiseerd. Gevolg was dat het “IDO-gevoel” onder vrijwilligers versterkt werd. Ad 2. Maandelijks voerde de directeur overleg met de beleidsambtenaar van de gemeente Lelystad, die belast was met IDO-zaken. Daarnaast werd er overlegd met wethouders en met andere ambtenaren voor meer specifieke aangelegenheden. In het kader van het opzetten van nieuwe projecten en uitbouwen van bestaande projecten was er regelmatig overleg op directieniveau met ketenpartners. In 2011 bracht de directeur bezoeken aan fondsen die IDO steunden. Ook werden mogelijkheden onderzocht om nieuwe geldbronnen aan te boren, zoals het bedrijfsleven en het werven van donateurs. Verder werd veel aandacht besteed aan PR-zaken. De modernisering van de website werd opgepakt. Meerdere (landelijke) kranten maakten reportages over het IDO-werk. En ook radio en tv besteedden in verschillende programma’s aandacht aan IDO. Een hoogtepunt in de publiciteit was dat IDO opgenomen was in de lijst van 50 Goede Doelen in Nederland; dagblad Trouw en het Centraal Informatiepunt Goede Doelen stelden in 2011 een lijst samen met de 50 beste doelen qua transparantie, organisatie, financiële verantwoording en het bereiken Pagina 19
IDO jaarverslag 2011 van gestelde doelen. IDO stond tussen de vele nationale goede doelen op plaats 39.
Ronald Kornaat (financieel medewerker) en Marja van der Koelen (administratief medewerker) op hun nieuwe werkplek in Open Haven.
Pagina 20
IDO jaarverslag 2011
7. ONZE RELATIES We geven onze relaties jaarlijks een plek in ons jaarverslag. Zij maken het mede mogelijk dat de ruim 200 IDO-vrijwilligers hun werk kunnen doen. Ondersteund door beroepskrachten zetten zij zich jaarlijks samen meer dan 60.000 uur in voor medemensen in Lelystad. Die relaties zijn nogal verschillend van aard. Allereerst zijn er de kerken. Zij hebben het IDO opgericht en aan het IDO een deel van haar diaconale taak overgedragen. Het aantal deelnemende kerken is in 2011 gegroeid tot 9, door de deelname van Evangeliegemeente ‘De Bron’. De kerken steunen het IDO vooral door het menselijke kapitaal van de vrijwilligers, waarvan een groot deel uit de kerken afkomstig is. Daarnaast geven de kerken ook financieel steun aan het IDO en aan de IDO-Noodhulp. De relatie met de kerken bewaren we door het bestuurlijk overleg, in contacten met de diakenen en in de jaarlijkse IDO-zondag die in de maand februari wordt gehouden. Sinds 2009 zijn er contacten met een nogal geïsoleerde Afrikaanse gemeenschap in Lelystad en omgeving, waarvan veel leden elkaar ontmoeten in de kerkgemeenschap ‘Mahanaïm’. Omdat zij vooral gebaat zijn bij hulp in de praktijk, wordt op werkniveau met hen samengewerkt. Een aantal landelijke fondsen heeft het IDO ook in 2011 steun verleend in financiële bijdragen en in adviezen aan directie en bestuur. Het IDO is bijzonder erkentelijk voor de ondersteuning die we van deze fondsen ervaren. De Gemeente Lelystad heeft zich in 2011 gebonden geweten aan de afspraken die in het overleg in 2009, van IDO met Fondsen en Gemeente, zijn gemaakt. Wel heeft de doorvertaling van de bezuinigingen van de landelijke overheid in het gemeentelijk beleid een lager bedrag opgeleverd. Het IDO is er erkentelijk voor dat de Gemeente het IDO een plaats heeft gegeven in de gemeentelijke keten van hulpverlening. De contacten met wethouders, beleidsambtenaren en leden van de raad zijn ook in 2011 voortgezet. Het afgelopen jaar zijn de contacten met de ketenpartners in de hulpverlening voortgezet. Met Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) bestaat samenwerking op verschillende terreinen. Het ISL nam deel aan het Integraal Schuldhulpverleningsoverleg en werkte in het project Thuisadministratie samen met Humanitas. In het project Preventie Huisuitzettingen werd samengewerkt met woningstichting Centrada en met Vangnet & Advies. En in het project Schuldhulpverlening tijdens Detentie wordt samengewerkt met Justitie en Gemeente Lelystad.
Pagina 21
IDO jaarverslag 2011 In 2011 zijn er verschillende contacten geweest met scholen in Lelystad. Leerlingen bezochten het IDO voor een maatschappelijke stage en scholen hebben met projecten de voedselbank gesteund. Voedselbank De Korenaar heeft een netwerk van contacten met industriële bedrijven, winkels en agrarische bedrijven. Daardoor is het mogelijk gebleven om wekelijks een verantwoord voedselpakket samen te stellen, ook toen aanvoer vanuit het landelijk depot minder werd. We vermelden deze relaties met dankbaarheid.
Pagina 22
IDO jaarverslag 2011
8. IDO NAAR DE TOEKOMST. We bereiden dit jaarverslag voor in de periode dat de cijfers van het CPB het kabinet brengen tot overleg over nieuwe bezuinigingen. Dat het huishoudboekje van de overheid op orde moet komen is duidelijk. Maar als dat gaat betekenen dat er nog meer mensen in problemen komen, leveren bezuinigingen niet alleen sociale onrust op maar leiden op ander terrein bovendien tot hogere kosten. Daarom kijkt het IDO met zorg naar de toekomst. Het beroep dat op onze vrijwilligersorganisatie wordt gedaan groeit nog steeds en het is de vraag of er bij minder financiële middelen ruimte blijft om de groeiende hulpvraag uit de Lelystadse samenleving op te vangen. Het eigenlijke werk gebeurt door de vrijwilligers en beroepskrachten in directe relatie met de hulpvragers. Om dat werk te dienen versterken we onze hulpstructuren. Een van die hulpstructuren is de accommodatie waar we mensen opvangen en waar de IDO-mensen hun werk kunnen doen. In de eerste helft van 2012 hopen we ons nieuwe gebouw Open Haven in gebruik te nemen. Het IDO heeft een voormalig buurthuis van de gemeente Lelystad kunnen huren. Ten behoeve van de verbouw hebben de verschillende stichtingen voorzieningen gevormd. De inzet van deze voorzieningen en de hulp van enkele Fondsen hebben het mogelijk gemaakt dit gebouw geschikt te maken voor het IDO-werk: meer ruimte voor het inloophuis Open Veste, werkruimten voor een dependance van de schuldhulpverlening, en ruimte voor de directeur, staf en kenniscentrum. Op deze manier kan het IDO-werk doorgaan en kunnen we bovendien mensen uit het land, die voor hun situatie gebruik willen maken van kennis en ervaringen die het IDO heeft opgedaan, van dienst zijn. We verwachten dat de officiële opening van Open Haven in mei zal plaats vinden. Een andere hulpstructuur is die van het bestuur, dat het IDO aanstuurt, het werk coördineert en fondsen zoekt om het werk financieel mogelijk te maken. Omdat het IDO in de loop van jaren geleidelijk is gegroeid, zijn er vier zelfstandige stichtingen met hun bestuur en is de IDO-koepel met een eigen bestuur er boven geplaatst. Logisch vanuit de gegroeide situatie, maar in het heden niet altijd meer voldoende efficiënt en effectief. Op verzoek van het IDO-bestuur hebben vrijwilligers van de SESAM-academie (senioren die hun ervaring uit het bedrijfsleven en uit de overheidsdienst inzetten ten dienste van vrijwilligersorganisaties in de samenleving) advies uitgebracht over een nieuwe structuur voor het bestuur van het IDO. Na diverse rondes van bespreking in de verschillende geledingen heeft het Algemeen Bestuur de voorstellen geaccepteerd en ruimte gegeven te werken aan statuten en reglementen voor een nieuw IDO-bestuur. We hopen de vormgeving ervan in de loop van 2012 te kunnen voltooien. Pagina 23
IDO jaarverslag 2011 De schakel tussen bestuur en uitvoerend werk is onze directeur, het gezicht van het IDO naar binnen en naar buiten. Extern onderhoudt hij de contacten met Gemeente, Fondsen en andere relaties. Intern coördineert hij de samenwerking tussen de verschillende werkvelden en stimuleert het denken over een nieuwe plek van de inloophuizen in het hulpverleningswerk en de ontwikkeling van innovatieve projecten. We hopen dat we met de nieuwe hulpstructuren onder leiding van de directeur het werk aan zullen kunnen en van betekenis blijven voor de Lelystadse samenleving.
Pagina 24
IDO jaarverslag 2011
9. De cijfers van de werkvloer 9.1 Inloophuis Waterwijk Het inloophuis was van maandag tot en met donderdag open van 10-16 uur. In 2011 vonden 10.177 drempeloverschrijdingen plaats. Daarvan waren 987 kinderen. Aan de ene kant was er de vertrouwde groep vaste gasten, maar er verschenen ook steeds nieuwe gezichten: met name bij de lowbudgetmaaltijden, in de winkel en bij activiteiten. Wat de activiteiten betreft: die werden steeds goed tot zeer goed bezocht. Het aantal deelnemers per activiteit was gemiddeld 12 personen. Het betrekken van ‘(school)kinderen’ bij het inloophuis is via verschillende activiteiten gebeurd: door projecten in de scholen, zomeractiviteiten met schoolkinderen en speciale activiteiten voor schoolkinderen in het inloophuis tijdens oliebollen bakken in de kerstvakantie. Wat de ‘cursussen’ aangaat: de internetcursus werd een groot aantal jaren georganiseerd. Na een cursus in het voorjaar 2011 is deze gestopt omdat (voorlopig?) de bezoekers van het inloophuis hiermee bereikt zijn. De naaicursus, de breiactiviteit, spelenderwijs Nederlands leren (voor kinderen), koken en de taallessen zijn goed verlopen met veel tot zeer veel belangstelling (bij de taallessen kwamen in 2011 meer dan 500 mensen binnen). Activiteiten rond ‘integratie’ (zoals het multicultureel koken) hebben ook een stabiele belangstelling gehad. De ziekte van de sociaal werker was echter wel een reden dat dit niet zo uitgebouwd kon worden als we graag hadden gewild. Deelname van vrijwilligers aan diverse vormen van ‘deskundigheidsbevordering’ was hoog. De vrijwilligersavonden met scholing werden heel goed bezocht (altijd meer dan 20 vrijwilligers per avond) en ook scholingsdagen (over de Presentiemethode) en andere thema’s met externe docenten) stonden volop in de belangstelling bij de vrijwilligers.
Pagina 25
IDO jaarverslag 2011
9.2 Inloophuis Open Veste Het inloophuis was van maandag tot en met vrijdag geopend tussen 10-15 uur. Het aantal drempeloverschrijdingen van Open Veste was in 2011 5.542. De deelname aan ‘creatieve activiteiten’ was heel goed in 2011. Vooral het maken van kaarsen en kerstkransen was erg populair. Gemiddeld waren er 10 deelnemers per activiteit. Bijna elke week was er een activiteit: er werden in 2011 dus 500 mensen geactiveerd en veelal uit hun isolement gehaald. Ook voor de ‘individuele activeringsprojecten’ was veel belangstelling. Dit project werd 3 keer uitgevoerd in 2011 en telde per keer 10 deelnemers. Het ‘project bewegen’ kwam voorzichtig op gang, maar is goed aangeslagen. Het is de moeite waard om hier in 2012 mee door te gaan. Van het ‘internetcafé’ werd nog meer gebruik gemaakt dan in 2010. Vooral stagiaires hielpen bezoekers bij het maken van een CV, het zoeken van werk of huisvesting. In het inloophuis is twee keer de cursus ‘uitkomen met je inkomen’ gehouden: daar was veel belangstelling voor. Het aantal gasten bij de ‘low-budget-maaltijden’ is fors gegroeid. In 2011 werd voor het eerst 4 keer per week een warme maaltijd bereid (tegen 3 keer in 2010). Het aantal deelnemers bedroeg in totaal 2070. Het is gebleken dat er behoefte is aan 5 keer per week een warme maaltijd. Het ‘project reparaties’ kende een bescheiden start; dat had vooral te maken met gebrek aan ruimte in het inloophuis. In de nieuwe locatie zal dit in 2012
Pagina 26
IDO jaarverslag 2011 uitgebouwd worden. Wel was er een ruilhoek en een leenhoek: bezoekers konden daar artikelen met elkaar ruilen of van elkaar lenen. De ‘vieringen’ trokken veel gasten. Een uitschieter was de kerstviering met ongeveer 50 bezoekers. Ook is het 20-jarig jubileum van Open Veste in 2011 gevierd en dat is een mooi feest geworden. De ‘deskundigheidsbevordering’ is door vrijwilligers goed bezocht. Vaak werden cursussen gezamenlijk met inloophuis Waterwijk georganiseerd. Gebleken is dat vrijwilligers (ook) behoefte hadden aan heel concrete scholing: die werd gegeven tijden het vrijwilligersoverleg.
9.3 IDO-schuldhulpverlening Inloopspreekuur Van maandag tot en met donderdag was er elke ochtend open spreekuur van 9.30-12.00 uur. In 2011 kwamen bij ISL 11.632 hulpvragen binnen: daarvan waren 4.921 bezoekers (de rest zocht telefonisch of per mail contact; ook werd er via de IDO-website steeds vaker hulp gezocht). Dat betekent een toename van ruim 25%. Onder het grotere aantal bezoekers vielen twee dingen op: voor veel mensen was de nood zo hoog dat er veel wanhoop (met alle emoties vandien) naar buiten kwam; en er kwamen steeds meer hulpvragen van mensen met een eigen huis, die hun hypotheeklasten niet meer konden betalen. Toegenomen nood werd ook zichtbaar in het aantal verstrekte noodpakketten (zowel door IDO verstrekte pakketten met eerste levensbehoeften, als de Pagina 27
IDO jaarverslag 2011 financiële hulp die diaconieën van IDO-kerken verstrekten om mensen zonder inkomen of uitkering een paar weken te kunnen helpen): in totaal werd dit aan 43 mensen verstrekt. Via de beide inloophuizen werd nog eens aan 71 mensen op enigerlei wijze noodhulp gegeven; in totaal werd er in 2011 114 keer bij IDO aangeklopt voor noodhulp.
Trajectbegeleiding Hoofdtaak van ISL is natuurlijk de eigenlijke schuldhulpverlening. Mensen met schulden doorlopen een langdurig traject (meestal drie jaar) om uit de schulden te komen. Dat kan via de WSNP (waarbij ISL voorbereidend werk doet, MDF de eigenlijke aanmelding bij de rechtbank, ISL weer de begeleiding en eventueel de nazorg). Schuldhulpverlening vindt ook plaats voor mensen die uit de WSNP gezet zijn, of die binnen een termijn van 10 jaar na de wettelijke schuldsanering opnieuw in de schulden geraakt zijn (en dus niet opnieuw toegelaten worden tot de WSNP), of voor mensen van wie de schulden niet zo hoog zijn dat WSNP de meest voor de hand liggende oplossing zou zijn; in die gevallen wordt geprobeerd tot een regeling te komen met schuldeisers, of wordt er gewerkt aan een stabilisatie. Een mijlpaal in 2011 was dat De Nederlandsche Bank officieel toestemming verleende aan ISL om mensen in inkomensbeheer te nemen (en dus bancaire activiteiten uit te voeren). Dat was een erkenning dat er binnen ISL professioneel gewerkt wordt, dat de processen en verantwoordelijkheden transparant zijn. De toezegging van de gemeente Lelystad om garant te staan tot een bedrag van € 100.000 gaf ook een positieve impuls. Dit betekende dat ISL ook naar de toekomst toe (schuld) hulp kan bieden aan mensen die anders overboord zouden vallen. Pagina 28
IDO jaarverslag 2011 Ondertussen is ook in 2011 het aantal cliënten in schuldhulpverlening fors toegenomen: in 2011 waren er in totaal 154 mensen in traject (sommigen kortdurend voor enkele maanden, de meesten langdurig tot 3 jaar). In 2010 was dit getal nog 119. Dat betekent een toename van ruim 30%.
Papierenbrigade Dit in 2010 gestarte vrijwilligersteam helpt vooral aan de “voorkant” van de schuldhulpverlening. Zij gaan samen met cliënten de (vaak dozen en tassen vol) ongeopende post ordenen, schulden rubriceren en begeleiding bieden naar de eigenlijke schuldhulpverlening (en eventueel andere hulp). Dankzij het (ook in Lelystad) gestarte project “SchuldHulpMaatje” konden vrijwilligers een driedaagse cursus volgen, waarna zij officieel gecertificeerde schuldhulpmaatjes werden. De werkzaamheden van de Papierenbrigade waren er niet alleen ten dienste van cliënten bij ISL, maar ook bij de schuldhulpverlening van Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF, waarmee ISL een samenwerkingsconvenant heeft). In 2011 zijn 132 cliënten geholpen door de Papierenbrigade. In veel gevallen konden mensen op deze manier laagdrempelig verder geleid worden naar daadwerkelijke schuldhulpverlening. In een aantal gevallen konden mensen, na hulp van de Papierenbrigade, hun zaken zelf weer op orde brengen. Pagina 29
IDO jaarverslag 2011 Preventie Huisuitzettingen In 2011 heeft ISL (samen met MDF en Vangnet&Advies) hulp geboden om huisuitzetting en dakloosheid te voorkomen. In overleg met woningstichting Centrada en vaak in samenwerking met andere partijen kon voor 24 mensen, die bij ISL om hulp aanklopten, hun huisvesting veilig gesteld worden. In veel gevallen betekende dit dat zij in een traject van schuldhulpverlening terechtkwamen.
Schuldhulpverlening tijdens Detentie Uitgebreid is geschreven over dit project in hoofdstuk 7. Wat de cijfers betreft: in 2011 konden dankzij dit project 14 ex-gedetineerden geholpen werden. Dat betekent een verdubbeling ten opzichte van 2010: toen was dat aantal 6.
Hulp met Perspectief In 2011 zijn door de vrijwilligers van de werkgroep Hulp met Perspectief 31 cliënten, die gebruik maakten van de voedselbank, begeleid. Er zijn in totaal 935 gesprekken gevoerd. Het aantal personen/gezinnen, dat geen voedselpakket meer nodig had en dus uit het bestand van de voedselbank kon, bedroeg 343. Door de inzet van deze vrijwilligers zijn 4 cliënten in een re-integratietraject gekomen. Het totale aantal mensen dat succesvol in een re-integratietraject kwam door de begeleiding van IDO bedroeg in 2011 13. Pagina 30
IDO jaarverslag 2011 9.4 Voedselbank de Korenaar Pakkettenoverzicht 2011 Voedselbank de Korenaar heeft in 2011 in totaal 12.447 voedselpakketten gerealiseerd. Omdat de op de voedselbank in Lelystad tevens de voedselpakketten voor de gemeente Zeewolde worden vervaardigd moet dit aantal opgedeeld worden in de volgende getallen. Lelystad:
10.392 pakketten.
Zeewolde
2.350 pakketten
Personen: Omgerekend naar personen hebben in 2011 t.a.v. Lelystad 31.418 personen voedsel van de voedselbank ontvangen. Het weekgemiddelde komt dan op ± 603 personen. Onderstaande grafiek geeft weer de invloed van deze vermelde aantallen weer en in vergelijking met 2009. Omdat er in de periode tussen kerst en nieuwjaar geen aanvoer mogelijk is ontstaat er in week 52 een nulpunt. De pakketten zijn in zijn geheel beneden het aantal van 2010 gebleven. Wel volgen ze allen dezelfde kromme.
Wanneer we voor Lelystad de aantallen uitsplitsen ontstaat onderstaande grafiek. Daarin staat P1 voor een 1 persoonspakket. P2 geld voor een gezin bestaande uit 4 personen en P3 geldt voor een gezin met meer dan 4 personen. De aantallen voor de pakketten P1 en P3 zijn, op wat schommelingen na, nagenoeg binnen de zelfde marges gebleven. De aantallen van P2 varieerden sterker dan P1 en P3. Pagina 31
IDO jaarverslag 2011
Voedsel: In totaal is er 180 ton voedsel verdeeld onder de cliënten. Deze hoeveelheid kan onderverdeeld worden in 399 verschillende producten. Daaronder verstaan we; De basisproducten 29 verschillende soorten brood, toast, beschuit, 63 verschillende soortengroenten, soepen, salades, 24 verschillende soorten van aardappelen, 22 verschillende soorten fruit, 48 verschillende soorten zuivel, yoghurt 39 verschillende soorten drinken, frisdrank koffie, thee, 46 verschillende soorten snoepgoed, 52 verschillende soorten koek, 76 verschillende luxe artikelen, vis, chips, zoutjes Daarnaast is er 6x non-food naar keuze beschikbaar gesteld alsmede schoonmaakartikelen. Vrijwilligers: In 2011 hebben zich 11 nieuwe vrijwilligers aangemeld en 3 personen zijn met het werk gestopt. Het huidige bestand telt nu 73 personen. Deze zijn verdeeld over 20 functies. In het voorjaar van 2011 heeft de voedselbank een vrijwilligersbijeenkomst mogen houden bij een van de ons sympathiserende bedrijven in Lelystad. Teambuilding: Ter versteviging van de onderlinge band is in de zomerperiode een combinatieavond geweest van barbecue met jeu de boules spel. Deze avond is later in het jaar in IDO verband herhaald. In het najaar is een bezoek afgelegd aan de 2de kamer in Den Haag.
Pagina 32
IDO jaarverslag 2011
10. De financiële cijfers Algemeen In 2011 heeft het IDO het beleid op basis van het nieuwe Visiedocument ‘Continu-IDO’ voortgezet. Wel waren de opbrengsten aanmerkelijk lager dan de afgelopen jaren. Zo was de bijdrage van de gemeente € 50.000 lager dan in 2010, doordat de bijdrage voor professionalisering en projecten in 2011 kwam te vervallen. Gezien de grote bijdragen die de Landelijke fondsen de afgelopen jaren hebben geleverd heeft het IDO ervoor gekozen hen in 2011 een lagere bijdrage te vragen. We gaan er vanuit dat de Landelijke fondsen de komende jaren het IDO op het oude hogere niveau willen blijven steunen. Van één van de fondsen is wel een extra eenmalige bijdrage ontvangen om een keuken te realiseren in de Open Haven.
De kosten zijn in 2011 hoger uitgevallen dan begroot. Bij de beoordeling van de jaarrekening over 2010 heeft de gemeente Lelystad geconstateerd dat het IDO meer eigen vermogen heeft dan de 10% van de omzet die de subsidieverordening voorschrijft. De gemeente heeft daarom de subsidie over 2010 bijna € 95.000 lager vastgesteld en het IDO verzocht het bedrag van € 94.903,20 terug te storten. Deze terugbetaling zal in 2012 plaats vinden, maar is al wel verwerkt in het resultaat van 2011. Dit is
Pagina 33
IDO jaarverslag 2011 ook de reden dat de Overige kosten aanmerkelijk hoger uit zijn gekomen dan begroot. Doordat de nieuwe vestiging pas in 2012 wordt gerealiseerd, zijn de huisvestingskosten in 2011 lager uitgevallen dan begroot. Daarnaast zijn de project specifieke kosten lager uitgekomen dan begroot. Gecorrigeerd voor de terugbetaling aan de gemeente is het resultaat van het IDO over 2011 ongeveer op nul uitgekomen. Terugkijkend was 2011 ondanks de lagere baten een goed jaar. Het IDO heeft de geplande activiteiten grotendeels kunnen uitvoeren. Zo heeft het IDO eindelijk een nieuwe locatie kunnen aanhuren. Om dit gebouw geschikt te maken voor het IDO-werkzaamheden is een verbouwing nodig. Voor de benodigde middelen voor verbouw zijn de afgelopen jaren binnen de betrokken stichtingen voorzieningen gevormd. Verder is door de voedselbank een nieuwe vrachtwagen aangekocht. Op administratief gebied hebben er in 2011 een aantal personeelswisselingen plaats gevonden. Uiteindelijk is met ingang van november Ronald Kornaat deze functie gaan bekleden. Door zijn inspanning en die van Ed Grondel (penningmeester van stichting De Korenaar) voert het IDO met ingang van 2012 de financiële administraties in het pakket Accountview. Hiermee gaat een lang geuite wens in vervulling om ook op dit gebied een professionaliseringsslag te maken. De nieuwe administratie is ingericht op basis van de komende nieuwe structuur van het IDO, waarbij voor ISL, IWW, Open Haven en de directie en staf één administratie wordt gevoerd. De Korenaar houdt zijn eigen administratie. Eind 2011 is de liquiditeitspositie van het IDO met € 457.000 aan liquide middelen nog goed te noemen. Door de terugbetaling van € 95.000 aan de gemeente en de inrichting van de nieuwe vestiging Open Haven (ongeveer € 120.000) zal de liquiditeitspositie begin 2012 sterk terug lopen. De resterende liquide middelen zijn echter nog voldoende om de komende jaren aan de verplichtingen te blijven voldoen.
Pagina 34
IDO jaarverslag 2011
IDO-Noodhulp IDO-Noodhulp heeft 2011 met een negatief resultaat afgesloten. Als gevolg van de economische crisis is meer directe noodhulp verstrekt dan in 2010. Met ingang van 2011 heeft een stelselwijziging plaatsgevonden met betrekking tot de voorziening voor oninbare leningen. In het verleden werd bij iedere verstrekte lening gelijk een voorziening getroffen voor een gelijk bedrag. Bij aflossing of afboeking van een lening viel dat deel van de voorziening vrij. Omdat deze wijze van boeken minder inzicht geeft in de omvang van de jaarlijkse afboekingen en administratief meer werk met zich meebrengt, is deze werkwijze verlaten. Met ingang van 2011 worden jaarlijks de leningen beoordeeld in hoeverre er een kans aanwezig is dat deze niet worden terugbetaald. Voor deze leningen wordt een voorziening getroffen. Mocht naderhand besloten worden de lening kwijt te schelden dan kan deze tegen de voorziening worden afgeboekt. In 2011 is op deze wijze een bedrag € 630 afgeboekt. In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in het resultaat van het noodfonds. Het eigen vermogen van IDO-Noodhulp is met € 26.600 nog ruim voldoende om ook de komende jaren negatieve resultaten op te vangen. Pagina 35
IDO jaarverslag 2011 Net als van 2009 op 2010 zijn de kosten voor het betalingsverkeer ook in 2011 weer gestegen. Dit wordt veroorzaakt door de hogere tarieven die de banken rekenen voor hun diensten.
Projecten In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de kosten en opbrengsten van de projecten. Door de lagere bijdrage van de Landelijke fondsen laten de projecten over het algemeen een negatief resultaat zien. De terugbetaling aan de gemeente Lelystad is verwerkt onder de post Exploitatie. De dotaties aan de voorzieningen betreffen vooral de voorzieningen voor de nieuwe locatie. Voor een nadere specificatie van de kosten en opbrengsten wordt verwezen naar de jaarrekeningen van de verschillende stichtingen die als bijlage bij de jaarrekening van het IDO zijn opgenomen.
Pagina 36
IDO jaarverslag 2011
Pagina 37
IDO jaarverslag 2011
11. Colofon Stichting Interkerkelijk Diaconaal Overleg Lelystad (IDO) Postadres:
Stichting IDO Postbus 453 8200 AL Lelystad Email:
[email protected]
Bankrekening:
766 70 25 ING bank t.n.v. Interkerkelijk Diaconaal Overleg te Lelystad
Website:
www.ido-lelystad.nl
Dagelijks bestuur: Voorzitter:
A. Broersma
Secretaris:
H. Slager
Penningmeester:
H.J.G. Huzen
Directeur:
J. van Opstal Telefoon: Email:
06-24951353
[email protected]
Adressen van de werkstichtingen: Stichting IDO-schuldhulpverlening Oostzestraat 7, 8226 BE Lelystad
Tel. 0320-258544
Stichting Inloophuis Waterwijk Oostzeestraat 11, 8226 BE Lelystad
Tel. 0320-252450
Stichting Wijzer met Inloophuis Open Veste Veste 16-81, 8231 JH Lelystad
Tel. 0320-280400
Adres- en naamwijziging Open Veste Sinds 27-2-2012 Inloophuis Open Haven Fjord 155, 8224 DJ Lelystad
Tel. 0320-280400
Stichting Voedselbank De Korenaar Boeier 1-23, 8242 CB Lelystad
Tel. 06-51110636
Pagina 38