Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
Jaarverslag 2 0 1 0
CBIVI
OV
Vakmensen
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE
2
VERSLAG VAN HET BESTUUR
4
TEN GELEIDE
5
BESTUURSORGANEN
6
Bestuur
.6
Accountant
.6
Administrateur
6
Vermogensbeheerders
^
6
Vertegenwoordiging in de Raad van Afgevaardigden PVF Nederland N.V.^ VERSLAG VAN HET BESTUUR OVER 2010 CAO-regeling
7 :
8
[
8
Nieuwe regeling
8
Transparantie / Communicatie
8
Toeslagen en de financiële situatie van het fonds
9
Kerncijfers (x % 1.000)
•9
Beleggingen ^ _ _ _
10
SLOTWOORD
11
JAARREKENING
ll
BAIT^NS
12
STAATVAN BATEN EN LASTEN WAARDERINGSGRONDSLAGEN EN RESULTAATBEPALING TOELICHTING OP DE BALANS
14 -
15 16
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA EN VERPLICHTINGEN
21
TOELICHTING OP DE STAATVAN BATEN EN LASTEN
22
KASSTROOMOVERZICHT
24
OVERIGE GEGEVENS
25
RESULTAATBESTEMMMING
25
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
25
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
26
VERSLAG VAN HET BESTUUR
TEN GELEIDE Het is van groot sociaal en maatschappelijk belang voor zowel werkgevers als werknemers om een betaalbare en kwalitatief goede pensioenregeling te hebben. De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven (hierna het Bpf Meubel) is In 1954 in het leven geroepen door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bedrijfstak Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. In 1980 werd per CAO de VUT-regeling geïntroduceerd. Deze regeling maakte het mogelijk om oudere werknemers met behoud van een loongerelateerde uitkering met vervroegde uittreding te laten gaan. Hun arbeidsplaatsen werden ingenomen door jonge werkzoekenden. De regeling werd uitgevoerd door de Stichting Vrijwilüg Vervroegde Uittreding Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven (hierna VUT-Meubelindustrie). Tot halverwege de jaren negentig bleef deze regeling formeel een werkgelegenheidsinstrument. Geleidelijk aan nam de VUT-regeling echter het karakter aan van een vervoegde pensioenregeling. Dit proces is formeel geëindigd eind 2001, loen de Stichting haar naam wijzigde in Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven {hierna de SAM). De belangrijkste doelstetting wend toen het uitkeren van aanvullingen op de vroegpensioenuitkeringen van het Bpf Meubel. In 2002 werd de SAM uitgebreid met de bedrijfstakken te ntoonstei lings bed rijven en orgelbouwbedrijven. De SAM is opgericht en wordt in stand gehouden door de volgende organisaties: - Centrale Bond van Meubelfabrikanten (CBM) te Haarlem CLC - Vecta \ gevestigd te Breukelen. - Vereniging van Orgelbouwbedrijven In Nederland (VON) te Den Haag FNV Bouw te Woerden, en - CNV Vakmensen te Utrecht. De t>elangrijkste doelstelling van het Bpf Meubel is om te voorzien in een goede oudedagsvoorziening voor de werknemers in de bedrijfstak. Een ander belangrijk doel is om een pensioen te garanderen voor de nabestaanden van de deelnemers. Daarnaast biedt het Bpf Meubel bescherming tegen bepaalde inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid. Zoals vermeld verricht de SAM daarbij ondersteunende uitkeringen. Amsterdam, 21 juni 2011 Het bestuur:
L.P. Raadgever, voorzitter
G.H. Nieuwenhuis, secretaris
In 2006 heette deze branche-organisatie ESAH (Exhibition Services Association Holland). Begin 2007 is zij gefuseerd met enkele zusterorganisaties tot CLC - Centrum voor Live Communication. Vanaf 2010 heet zij CLC/Vecta.
Bestuursorganen De SAM wondt bestuurd door vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties die het fonds hebben opgericht en in stand houden, te weten: • de CBM (Centrale Bond van Meubelfabrikanten) gevestigd te Haarlem; • FNV Bouw gevestigd te Woerden en • CNV Vakmensen te Utrecht. In 2002 werd de SAM uitgebreid n^et de sector Tentoonstellingsdienstverlening. Aan werkgeverszijde wordt deze sector vertegenwoordigd door: • CLC - Vecta, gevestigd te Breukelen. De werknemers in deze bedrijfstak worden vertegenwoordigd door de hiervoor genoemde vakorganisaties. Vanaf 1 januari 2010 wijzigt de naam in CLC-Vecta. In 2002 werd de SAM ook uitgebreid, nu met de sector Orgelbouwbedrijven. Aan werkgeverszijde wordt deze sector vertegenwoordigd door: • de VON (Vereniging van Orgelbouwbedrijven in Nederland) gevestigd te Den Haag. De werknemers in deze bedrijfstak worden vertegenwoordigd door de hiervoor genoemde vakorganisaties. Bestuur In het verslagjaar zijn er geen wijzigingen in de bestuurssamenstelling aan de orde geweest. De heer Raadgever fungeerde a(s voorzitter van werknemerszijde. Eind 2010 was de samenstelling van het bestuur als volgt. Bestui/rs/eden C. van der Veer L.P. Raadgever A.A.J. Heijnen mr G.H. Nieuwenhuis mw. mr. M.C.H.L.R, Hègï
plv secretaris secretaris voorzitter plv. voorzitter
Plaatsvervangers vacature A.A. van Wijngaarden vacature C.J.P. Zwetsloot A. Molenaars
Accountant KPMG Accountants N.V. Rijnzathe 14 3454 PV De Meern Administrateur Syntrus Achmea Postbus 9251,1006 AG Amsterdam Bezoekadres: Molenwerf 2 - 8 Vermogensbeheerders • •
F&C Netherlands BV, gevestigd in Nederland Syntrus Achmea Vastgoed, gevestigd in Nederland
Organisaties FNV Bouw CNV Vakmensen FNV Bouw CBM CBM
Vertegenwoordiging in de Raad van Afgevaardigden PVF Nederland N.V. In de Raad van Afgevaardigden van PVF Nederland N.V. werd de 5AM aan werknemerszijde vertegenwoordigd door de heer A.AJ. Heijnen, De heer G.H. Nieuwenhuis fungeerde als werkgeversvertegenwoordiger.
VERSLAG VAN HET BESTUUR over 2010 CAO-regeling De regeling van de SAM berust in eerste instantie op bepalingen van de CAO inzake de Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. In 2005 was - Ingaande 1 januari 2006 - het aanvullingsreglement ingrijpend gewijzigd. Reden was de invoering van de Wet VPL op 1 januari 2006. Als gevolg hiervan is ook de CAO gewijzigd. De nieuwe CAO is algemeen verbindend verklaard. De duur van de algemeen verbindend verklaring loopt vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013. De verplichte bijdrage bedraagt 2,05% van het pensioengevend loon; dat is het vaste, overeengekomen loon (incl. vakantietoeslag) plus eventuele ploegentoeslag en overwerkvergoeding van het afgelopen jaar. Voor de sector Tentoonstellingsbedrijven geldt deze laatste toevoeging niet. In deze sector is de verplichte bijdrage 0,5%. Werkgevers mogen de helft van de bijdrage inhouden op het loon van de werknemers. Bij het vaststellen van de premie voor de SAM is rekening gehouden met alle potentiële vroeggepensioneerden. Nieuwe regeling Sociale partners hebben in mei 2005 de pensioenregeling vastgesteld, die voldoet aan de wettelijke eisen. Formeel wordt de pensioenleeftijd 65 jaar. Door vervroeging van deze leeftijd kan de deelnemer vóór het 65'*^ met pensioen. Om voldoende pensioen te hebben op 65-jarige leeftijd dat voor vervroeging kan worden ingezet, wordt de pensioenregeling sterk verbeterd. Dat doet de SAM op verschillende manieren: een hoger jaarlijks opbouwpercentage, een grotere pensioengrondslag en een opbouw nabestaandenpensioen. Berekeningen geven aan dat voor het merendeel van de huidige deelnemers op deze manier een pensioenleeftijd van 62 jaar met een circa 70%-uitkering mogelijk is. Eerder pensioneren mag ook, maar dat leidt tot een verlaging van de uitkering. Later mag ook en dat leidt tot een hogere uitkering. Voor deelnemers die op 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren, geldt een overgangsregeling. De vroegste leeftijd om met een 70%-uitkering te kunnen stoppen, gaat geleidelijk omhoog naar 62 jaar. Geboorteiaar 1946 1947 1948 1949
uittreedleeftijd met 70%-uitkering 60 jaar 60V^ iaar 61 iaar 61 Vi jaar
De 70%-uitkering bestaat deels uit het door de deelnemer zelf opgebouwde vroegpensioen en wordt vervolgens aangevuld tot 70%. De SAM voert deze aanvuilingsregeiingen uit Deze 70%aanvullingsregeling geldt niet voor de sector Tentoonstellingsbedrijven. De CAO-regeling is vertaald naar een reglement. Transparantie / Communicatie Communicatie en transparantie blijven belangrijke items voor pensioenfondsen. In het verslagjaar is er in de media regelmatig aandacht aan besteed. Ook de Pensioenwet besteedt veel aandacht aan communicatie en transparantie. Slapers moeten in de toekomst een regelmatige opgave van opgebouwde aanspraken krijgen, gepensioneerden moeten beter worden voorgelicht over toeslagen en het indexeringsbeleid en deelnemers aan beschikbare premieregelingen moeten beter worden geïnformeerd wat betreft de financiële risrco's. De Meubelfondsen hebben een goedwerkend communicatieplan, waarin de regelingen van beide fondsen op een duidelijke voor de leek begrijpelijke wijze worden uiteengezet. Steeds belangrijker in de communicatie wondt het gebruik van de website (www.meubelpensioen.nl). 8
Deze site is inmiddels uitgebreid met een rekenprogramma, waarbij de deelnemers zelf op een gebruiksvriendelijke wijze hun pensioensituatie in beeld kunnen krijgen. In 2009 is de website ingericht als doelgroepgerichte website. Tevens gaat het Bpf Meubel een panel inrichten en daarmee alle communicatie uitingen bespreken. Toeslagen en de financiële situatie van het fonds leder jaar bekijkt de SAM of de lopende basis- en aanvullende uitkeringen kunnen worden verhoogd meteen toeslag. Er was in 2009 sprake van een wereldwijde kredietcrisis. De gevolgen van deze crisis op de beurs zijn nog steeds zeer ingrijpend. Aandelen zijn hierdoor in waarde sterk gedaald. Dit heeft ook gevolgen voor de reserves van het fonds. Deze reserves zijn stert< gereduceerd. In de Meubelindustrie zijn in 2010 de volgende CAO loonstijgingen verleend: 1-1-2010 1,00% 1-6-2010 1,35% De meeste wericnemers en pensioengerechtigden in Nederiand ontvingen in 2010 in het geheel geen toeslag op hun pensioenaanspraak of pensioen. Het bestuur van de SAM besloot vanwege de financiële situatie van het bedrijfstakpensioenfonds, om in 2010 over de uitkeringen eveneens geen toeslag te verlenen. Deze informatie is aan de pensioengerechtigden en vroeggepensioneerden in januari 2011 gecommuniceerd. De werknemers ontvingen informatie via de Meubelflits. Zodra de financiële positie van het Bpf Meubel herstelt, streeft de SAM naar het verhogen van de aanvullingen op de pensioenen met een toeslag. Hierbij wordt zoveel mogelijk de CAO-loonstijging in de t>edrijfstak Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven gevolgd. In 2010 is een naderefinanciëleanalyse uitgevoerd. Daarmee is onderzocht of definancieringvan de aanvullingsregeling van de SAM nog in de pas loopt met eerdere prognoses. Uit de analyse is gebleken dat tot en metjuli 2013 nog een bijdrage is verschuldigd om het vermogen ultimo 2014 terug te brengen naar nihil. Kerncijfers (x % 1.000)
2009
2008
16.136 10.698 -/- 3.251
14.232 11.472 4.597
13.769 11.023 -/-10.901
25
42.475 26.692 8.940
34.465 27.261 4.343
2010 Totale uitkeringslast Totale premiebijdragen Saldo boekjaar Belegd vermogen Voorziening voor nakomende verplichtingen Totaal reserves
23.015 5.689
Premie- en ultlceringsgegevens
Premie Werknemersdeel Werkgeversdeel Franchise Maximum Uitkeringsloon Max-/Basisuitkering
Meubel Ttbouw Meul^el Ttbouw Meubel Ttbouw Meubel Ttbouw 2010 2010 2009 2009 2008 2008 2007 2007 2,05% 0,50% 2,05% 0,50% 2,05% 0,50% 2.05% 0,50% 1,025% 0,25% 1,025% 0,25% 1,025% 0,25% 1,025% 0,25% 1,025% 0,25% 1,025% 0,25% 1,025% 0,25% 1,025% 0,25% Nvt Nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 56.374 56.374 54.447 54.447 52.585 70% 5.792 70% 5.594 70%
52.585 5.403
51.422 70%
51.422 5.284
Beleggingen In 2010 heeft het economisch herstel verder vorm gekregen, zij het met de nodige horten en stoten. Met name de ontstane hoge overheidstekorten in de eurozone bezorgden de beleggers veel hoofdbrekens. Dit speelde in het bijzonder voor Griekenland, maar ook de ontwikkeling van de overheidsfinanciën in landen ats leriand, Portugal, Spanje en Italië werd argwanend bekeken. Dit leidde gedurende 2010 tot een steri( oplopende rente voor staatsobligaties in die probleemlanden, omdat beleggers een hogererisicopremieeisten. Tegelijkertijd werden kernlanden als Duitsland, Frankrijk en Nederiand gezien als vluchthaven, waardoor de renteniveaus aldaar juist een scherpe daling liet zien. Hoewel de maricten aanvankelijk sceptisch op het beleid van de Amerikaanse Centrale Bank (Fed) reageerden, is de stemming op de aandelenmarkten gedurende 2010 mede hierdoor wel verbeterd. Het vertrouwen van producenten en consumenten, alsmede cijfers over de industriële productie en werkgelegenheidsgroei, toonden gaandeweg hetjaar een opgaande lijn. De kapitaalmarktrente In de kernlanden van het eurogebied liet in het vierde kwartaal een duidelijke stijging zien. Daannee werd de scherpe rentedaling van eerder in hetjaar, ten dele gecorrigeerd hetgeen de performance ten goede kwam. Gedurende het tweede kwartaal van het verslagjaar werd de portefeuille geliquideerd. Alie posities in het fonds zijn gedurende het tweede kwartaal vericocht. Per saldo is er in dat kwartaal circa € 46 miljoen euro onttrokken aan de portefeuille. In veri^and met de verkoop van alle beleggingen van het fonds gedurende het tweede kwartaal is er geen performance weergave. Er resteerde in het derde kwartaal enkel liquiditeiten ter grootte van € 25.000.
10
SLOTWOORD Het bestuur bedankt atle medewerkers van de administrateur, de vermogensbeheerders en de accountant hartelijk voor hun deskundige inzet voor het fonds. Het bestuur waardeert de betrokkenheid waarmee de inspanningen zijn vemcht. Amsterdam, 21 juni 2011 Namens het bestuur van de Stichting Aanvullingsfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
L.P. Raadgever voc"*'*^~"
G.H. Nieuwenhuis secretaris
11
BALANS PER 31 DECEMBER 2010 NA BESTEMMING VAN HET SALDO VAN BATEN EN LASTEN (in e^heden van duizend euro) 31 december 2010
31 december 2009 €
ACTIVA
Beleggingen
{1)
Vastgoed beleggingen Aandelen Obligaties Participaties in hypotheken Liquiditeiten
25 25
Langlopende vorderingen
(2)
Kortlopende vonleringen
(3)
Te van:leren bijdragen Overige vorderingen
Liquide Middelen Liquide middelen
3.911 19.629 14.431 4.453 51_ 42.475
300
1.580 300 1,880
2.015 79 2.094
41.699
5.102
43.904
49.671
<4)
31 decembffl'2010 €
31 december 2009 €
PASSIVA Bescliikbaar vermogen Algemene reserve Beleggingsreserve
(5)
Voorzieningen Voorzierting voor nakomende verplichtingen
<6)
Overige schulden en overiopende passiva
(7)
Overige schulden
5.689
6.890 2.050 8.940
23.015
26.692
15.200
14.039
43.904
49.671
5.689
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 (in eenheden van duizend euro) 2010 €
BATEN
2009 €
Bijdragen
(8)
10.017
10.948
Directe beieggingsopbrengsten
(9)
.404
119
Indirecte beieggingsopbrengsten
(10)
Vermindering voorziening voor nakomende verplichtingen
(11)
(876)
7.513
3.677
569
13.222
19.149
14.232
LASTEN Uitkeringen en sociale lasten
(12)
18.136
Kosten
(13)
337
Saldo van baten en lasten
"
320
16.473
14.552
(3.251)
4.597
(1.201) (2.050) (3.251)
2.547 2.050 4.597
Bestemming van het saldo van l>aten en lasten Algemene reserve Beleggingsreserve
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2010 inleiding Het doel van de Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven, hiema te noemen "De Stichting", statutair gevestigd te Amsterdam is om aan werknemers, die gebruik maken van de In de Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake de Aanvullingsregeling van de Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven geboden mogelijkheid deel te nemen aan de regeling van de Stichting de daan/oor bij aanvullingsreglement vast te stellen uitkeringen te doen. Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaan/ersiaggeving 640 voor organisaties zonder winststreven (RJ 640). Ingevolge Richtlijn 640, Nd 204, dient het fonds de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt het fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor het fonds het geval. De Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling zijn niet gewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Alle bedragen zijn vermeld in euro's x 1.000. Rubriceringswijzigingen Met betrekking tot diverse posten in de jaarrekening vindt in 2010 een andere uitsplitsing of samenvoeging plaats, die het inzicht In de jaarrekening bevordert. De vergelijkende cijfers zijn voor vergelijkingsdoelen aangepast. De belangrijkste rubriceringswijziging is dat met ingang van boekjaar 2010 de categorie overige baten en overige lasten niet meer wordt gebruikt. Hieronder is opgenomen op welke wijze de overige baten en lasten met ingang van 2010 worden venverkt inclusief de financiéie omvang van 2009. De vergelijkende cijfers zijn aangepast. Dit heeft geen invloed op het vermogen en resultaat, de vergelijkende cijfers zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast. Omschrijving post
Verwerkingswijze 2009
Resultaat voorziening tegen veriies op premievorderingen
Overige lasten
Venverklngsvtrijze 2010 Bijdragen
Omvang 2009 524 ._
Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met RJ 640 vereist dat het bestuur oordeten vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uil het verieden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouvinj. De uitkomsten hien/an vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen alwljkenyan deze schattingen. De schattingen en onderiiggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de aiwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vemieerdering van een actief of een vermindering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt vranneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vennindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg allerisico'smet betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf hettijdstipwaarop niet meer wondt voldaan aan de voonA/aarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden venverkt op handeisdatum en niet op afwikkelingsdatum.
Grondslagen voor balanswaardering Algemeen De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde.
Beleggingen Algemeen Beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overiopende activa en passiva alsmede liquiditeiten vermogensbeheer worden gewaandeerd tegen nominale waarde. Het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde is bij deze activa en passiva in het algemeen gering. Overiopende activa en passiva inzake beleggingen worden onderde kortlopende vorderingen of kortlopende schulden gepresenteerd. Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Bij gemengde beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van marittwaanje. Zakelijke waarden Aandelen Aandelen, waaronder tevens converteerbare obligaties zijn begrepen, worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in aandelenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderiiggende beleggingen representeert. Vastrentende waarden Obligaties Obligaties worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in vastrentende waardenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderiiggende beleggingen representeert. Hypoüiecaire Leningen Hypothecaire leningen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor participaties in hypothekenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderiiggende beleggingen representeert Liquiditeiten Liquiditeiten worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor liquiditeiten is het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde In het algemeen gering. Langlopende vorderingen Alle langlopende vorderingen hebben een resterende looptijd van langer dan één jaar. Kortlopende vorderingen Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korier dan één jaar. Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid In mindering gebracht. Liquide middelen Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fends. Beschikbaar vermogen Algemene Reserve Deze resen/e is een saldopost en dient ter opvang van tegenvallers anders dan waarvoor een specifieke reserve respectievelijk voorziening is getroffen.
Beléggings reserve De beleggingsresen/e is het verschil tussen de marktwaarde van de beleggingen enerzijds en de aankoopwaarde anderzijds. Negatieve ongerealiseerde verschillen worden aan de beleggingsreserve onttrokken voor zover deze toereikend is. Voorzieningen Voorziening voor nakomende verplichtingen vanuit prepensioen De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen. Overiopende passiva en overige schulden Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.
Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Bijdragen Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar in rekening gebrachte en te brengen premies en koopsommen. Beleggingsresultaten Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op opbrengsten uit beleggingsfondsen, intrest en dividenden onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten. Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen. Uitkeringen en sociale lasten Hieronder zijn opgenomen de door hetfendsin het boekjaar verstrekte uitkeringen.
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2010 (in e^iheden van duizend euro) ACTIVA 1. BELEGGINGEN 1-jan-I 0 Vastgoedbeleggingen Aandelen Obligaties Participaties in hypotheken Liquiditeiten Totaal beleggingen
3.911 19.629 14.431 4.453 51 42.475
Aankopen
500 4.000 54 87 4.641
Verkoop resultaat
Waarde mutatie
(17) (1.219) 2.191
(107) (91) (1.744) 111
955
(1.831)
Verkopen (3.787) (18.819) (18.878) (4.618) (113) (46.215)
2010 €
3.911 Aantal 761
Aantal
Aandelen Indirecte beleggingen Participaties aandelenfondsen Naam Hedge Gemeenschappelijk AandelenforKls Rest Europa Hedge GemeenschappeiijK Aandelenfoniüs Amerika Hedge Gemeensdiappelijk Aandelenfonds Japan Hedge GemeenschaF^liJk Aandelenfonds Pacific Hedge Global Convertible Fund Hedge Emerging Markets PVF I Totaal
Aantal 315 284 273 42 123 1.334
Aantal
Liquiditeiten Liquidit^ten vermogensbeheer Het gemiddeld rendement van de beleggingen bedraagt:
7.208 5.373 1.435 738 1.999 2.876 19.629
14.431 Aantal 1.340 1.437 659 4.005
Aantal
Particpatles tn hypotheiten Indirecte beleggingen Participaties in hypotheekfondsen Naam Stichting PVF zakelijke hypothekenfonds Stichting PVF particuliere hypothekenfonds Totaal
3.911
19.629
Obligaties Indirecte beleggingen Partidpat'es in obligatiefondsen Naam Hedge Vastrentende W^rdenfonds Euro Hedge F&C Global High Yield Hedge Global Credits Hedge F&C Gfobal Emerging Matltets Fixed Income Fund Totaal
25 25 2009 €
Vastgoedbeieggingen Indirecte beleggingen Participaties aandelenfi^ds vastgoedbeleggingen' Naam St. Gemeenschappelijk Indirect Vastgoedfonds Low Tracking Error
31-dec-IO
7.411 1.953 3.984 1.083 14.431
4.453 Aantal
Aantai
5.207 2.948
2.778 1.875 4.453
25
51
-1,1%
20,02%
2010 €
2009 €
2. LANGLOPENDE VORDERINGEN Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en MeutMieringsbedrijven
300
-
De stichting is per 1 november 2010 een leningsovereenkomst aangegaan met Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsttedrijven ter financiering van tekorten bij het sociaal fonds op korte temnijn. De beschikbare Iwedietfaclilteit bedraagt Eur 800.000. Hiervan is Eur 300.000 opgenomen in 2010. Het restant kan In trances worden (genomen. De lening heeft een looptijd tot en met 31 december 2012. De rentevergoeding is gebaseerd op het tarief voor debetrente EONIA + 0,75%, per kwartaal te voldoen. Aflossing is te allen tijde mog^ijk. Deze vordering loopt gelijk aan de afvtnkkeling van de verplichting 3. KORTLOPENDE VORDERINGEN Te vorderen bijdragen Vastgestelde nog te vorderwi bijdragen Voorzieningen tegen veriies op premleytrderingeri In volgend boekjaar is nader vastgesteid over: lopend boekjaar
2.482 (992) 90
1.580~
1.553 (992) 1.454
2.015
Overige vorderingen Hieronder ^jn opgenomen inzake: Hypothecaire leningen DivkJendtielasting Poolresultaat
-
Overige vorderingen Lopende rente deposito's
300
-
Totaal van de overige vorderingen
300
79
699 26.000 15.000
5.102
41.699
5.102
24 55_ 79
4. LIQUIDE MIDDELEN Liquide middelen Rekening Courant Staalbankiers Depo^to Staalbankiers looptijd 27-07-20210 tot 27-07-2011 rente 2,2% Deposito Staalbankiers looptijd 27-08-20210 tot 29-08-2011 rente 2,25%
-___
PASSIVA 2010 €
2009 €
5. BESCHIKBAAR VERMOGEN Mgemene reserve Stand per 1 januari Bestemming van het saldo van baten en lasten Stand per 31 decanber
6.890 (1.201) 5.689
4.343 2-547 6.890
Beleggingsreserve Stand per 1 januari Bestemming van het sakio van baten en lasten Stand per 31 december
2.050 (2.050) - -
2.050 2.Q50
Er is een lange termijn prognose opgesteld voor het fonds, waarbij eveneens rekening is gehouden met in de toekomst te ontvangen premies. Op basis van deze prognose is gebleken dat er bij de liquidatie van de stictrting ultimo 2014 naar alle waarschijnlijkheid een positief saldo resteert. Tevens venvacht het bestuur eveneens geen tussentijdse liquiditeitstekorten.
6. VOORZIENINGEN VOOR NAKOMENDE VERPLICHTINGEN Voorzl«ilng voor nakomende verplichtingen prepensioen Stand per 1 januari Mutatie voorziening Stand per 31 december
26.692 (3.677) 23,015
2010
26.692 :__ 26.692
2009
7. OVERIGE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA Overige sctiulden Rekening-courant derden Rekening-courant gelieenj BPF-fonds 7e verrelienen bijdragen Te verrekenen bijdragen - vastgestelde nog te verrekaien In volgend boekjaar is nader vastgesteld over - voorgaande boekjaren
tójdragen
Uiticeringen en sociale lasten Uitkeringen inzake Nationale Nederianden
12.769
12.229
760
94
22_ 782
S3_ 147
1 -609
1.608
10
10 38
Kosten Advies-en controlekosten Beleggingskosten Administratiekosten Syntrus Achmea Overige
Crediteuren Crediteuren Totaal van de overige schulden
^
13 2_
2_
25
50
15
5
15.200
14,039
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Alle bedragen X € 1.000 Verplichting inzake niet Ingegane uitkeringen Het fonds kent een voorwaardelijke verplichting met betrekking tot uitkeringen die in de komende jaren zullen ingaan. Aan deze uitkering zijn diverse voonA/aarden verbonden, die worden getoetst voordat de uitkering zal worden toegekend. Op iiet monnent van vaststelling van de jaarrekening kon het bedrag inzake de verplictiting met betrekking tot potentieel verschuldigde maar nog niet ingegane uitkeringen niet voldoende betrouwbaar worden vastgesteld. Derhalve is deze post niet als voorziening opgenomen in de jaarrekening. Langlopende vordering De stichting is per 1 november 2010 een leningsovereenkomst aangegaan met Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven ter financiering van tekort:en bij het sociaal fonds op korte termijn. De beschikbare kredietfaciliteit bedraagt Eur 800 Hiervan is Eur 300 opgenomen in 2010. Het restant kan in tranches worden opgenomen. De lening heeft een looptijd tot en met 31 december 2012. De rentevergoeding is getiaseerd op het tarief voor debetrente EONIA + 0,75%, per kwartaal te voldoen. Aflossing is te allen tijde mogelijk.
TC^LICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN 0 \ ^ R HET BOEKJAAR 2010 (in eenheden van duizend euro) BATEN 2010 €
2009 €
'
8. BUDRAGEN Vastgestelde en nog vast te stellen bijdragen Nadere vaststelling over voorgaande jaren Mutaties Inzake voorziening premievordertngen
10.600
11.499
(2) (581) 10.017
(27) (524) 10.948
9. DIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN Opbrengst participaties in hypotheken Opbrengst iiquide middelen Irvterest wegens te late betalingen AF: kosten toegerekend aan beleggingen
se 342 440 (36) A04
163 23 "
^ 190 (71) 119
10. INDIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN Koersresultaten vastgoedbeleggingen Koersresultaten aandelen Koersresultaten ï&ligaties Koersresultaten participaties in hypotheken
(124) (1.310) 447 111
(8761"
11. VERMINDERING VOORZIENING VOOR NAKOMENDE VERPLICHTINGEN
3.677
720 4.949 1. (124)
7^513
569
LASTEN 2010 €
2009 €
12. UITKERINGEN EN SOCIALE LASTEN Brulo uitkeringen Uiticeringen via Nationale Nederlanden
16.138 16.136
13.805 427 14.232
13. KOSTEN Aandeel administratiekosten Syntrus Achmea Pensloent>Bheer Boekjaar ' Vorig boelgaar Andere kosten: Kosten controle van de jaarrekening Beleggingskosten Bestuurskosten Overige kosten Af: kosten toegerekend aan beleggingen
367 (441 323
334 S21. 305
9 36 4 1_ 50 g6i_ 337
11 71
Beloning aan bestuurders De beloning aan bestijurders bedraagt: Personeel Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheersactiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst venicht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioenbeheer dan wel vermogensbeheerder.
4
.
4_ 86 (71) 320
KASSTROOItflOVERZICHT
I-let kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode
2010
2009
Kasstroom uit operationele acUvltelten Saldo van baten en lasten Aanpassingen voorMutatie voorzieningen Beleggingsresulaten Mutatie te vorderen bijdragen Mutatie overige vorderingen Mutatie overige schuklen Kasstroom uit operationele activiteiten
(3.251)
4.597
(3.677)
876 435
(569) (7.513) (424)
{221) 1.161
7.263
35
(4.677)
3.389
Aankoop beleggingen '' Verkoop beleggingen Mutatie langlopende vordering
(4.641) 46.215 (300)
(5.880) 5.383
Kasstroom uit iDeleggingsactiviteiten
41.274
(497)
Mutatie geldmiddelen
36.597
2.892
2010 €
2009 €
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Samenstelling geldmiddelen
Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen boeicjaar Liquide middeien per 31 december
5.102 • 36.597 41.699
2.210 2.892 5.102
OVERIGE GEGEVENS (Bedragen X EUR 1.000) RESULTAATBESTEMMING Het saido van baten en lasten ad € 3.251 negatief is op de volgende wijze bestemd: Ontrokken aan de algemene reserve Ontrokken aan de beleggingsreserve Saldo
€ (1.20i) € (2.050) € (3.251)
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM De pensioen- en aanvullingsregelingen lopen nu een aantal jaren. De looptijd van de aanvullingsregeling is ook bekend. Ultimo 2014 wordt de laatste werknemer die gebruik kan maken van de aanvullingsregeling, 65 jaar. De premie voor de SAM is in 2005 berekend op 2,05% van de (per werknemer gemaximeerde) loonsom* en hoefde daarna niet meer te worden aangepast. Aanvankelijk werd geprognosticeerd dat de premie-inkomsten over de gehele periode van het functioneren van de SAM onvoldoende zouden zijn. Mogelijk is dit vensorzaakt doordat de premie pas voor het eerst in 2006 geheven is, terwijl in de berekeningen ervan is uitgegaan dat ook in 2005 reeds 2,05% zou worden geheven. Door de gevolgen van de financiële crisis is de groep werknemers die aanspraak zou kunnen maken op een aanvullingsuitkering, gereduceerd. In dat licht heeft de actuaris van de SAM een nadere analyse uitgevoerd. Daaruit blijkt dat met de huidige premie inkomsten een volledige financiering is gewaarborgd tot ultimo 2014.
De premie voor de Basisregeling van de TTB bedraagt 0,5% van de loonsom.
12