stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
JAARVERSLAG 2010
Vakmensen
Inhoudsopgave
:
Inhoudsopgave Verslag van hetbestuur Kerncijfers Voorwoord Accountant Administrateur CAO-regeling Doelstelling Bestuur Stumuleringsmaatregel Vakopleiding 2010 Beperken uitgaven in 2011 Scheiding in fondsadministratie Begroting 2010 Begroting 2011 Beleggingen Verantwoording Jaarrekening Balans Staatvan Baten en Lasten Toelichting behorende tot de jaarrekening 2010 Toelichting op de Balans Niet in de balans opgenomen verplichtingen Toelichting op de Rekening van Baten en Lasten Kasstroomoverzicht Bijlage Bestedingsdoelen Overige gegevens Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
1
2 3 3 4 4 4 4 4 6 6 6 6 8 9 lO 10 10 12 13 16 19 20 22 23 24 24 24 25
Verslag van het bestuur Kerncijfers
2010
2009
2008
Aantal werkgevers Totale loonsom* Heffingspremrepercentage Totale bijdrage • Premie verslagjaar • Premie oude jaren
2.103 € 492.000.000,0,4% € 1.944.000,• 1.967.000 • (23.000,-)
2.110 € 538.000.0OO,0,4% €2.142.000,• € 2.152.000.• € (10.000,-)
2.174 € 522.000.000,0,4% €2.152.000,• € 2.088.000,• € 64.000,
Totale subsidie
€ 3.942.000,-
€ 3.931.000,-
€ 3.504.000.-
* afgerond op hele miljoenen
Voorwoord Met genoegen bieden wij u bijgaand het jaarverslag 2010 aan van de Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven (verder Sociaal Fonds Meubel). Het Sociaal Fonds Meubel werd opgericht in 1979 en is statutair gevestigd te Utrecht. Het initiatief voor deze oprichting is genomen door sociale partners in de bedrijfstak. Dat zijn aan werkgeverszijde de Centrale Bond van Meubelfabrikanten (CBM), gevestigd te Haarlem; en aan werknemerszijde FNV Bouw, gevestigd te Woerden, en CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht. Accountant KPMG ACCOUNTANTS N.V. Rijnzathe 14 3454 PV De Meern Administrateur Syntrus Achmea Bezoekadres; Molenwerf 2-8,1014 AG Amsterdam Postadres: Postbus 9251,1006 AG Amsterdam CAO-regeling De regeling van het Sociaal Fonds Meubel berust in eerste instantie op bepalingen van de CAO, regelende de werkgeversbijdrage aan de Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. De lopende CAO Is begin 2011 gewijzigd en algemeen verbindend verklaard tot 31-12-2012. De verplichte werkgeversbijdrage bedraagt vanaf 2011 0,7% (2010: 0,4%) van de verioning met als peildatum 1 maart van dat jaar. Onder loon wordt verstaan de bruto verdienste uit arbeid. Werkgevers mogen geen inhouding doen op het loon van de werknemers. In 2010 bedroeg de totale loonsom circa € 490 miljoen. Doelstelling Het Sociaal Fonds Meubel heeft ten doel het bevorderen van de goede arbeidsverhoudingen, de werkgelegenheid en scholing, de arbeidsomstandigheden en de bedrijfsgezondheidszorg. Het Sociaat Fonds Meubel bereikt deze doelen door subsidiëring en financiering van • Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven en haar commissies en instellingen, met dien verstande dat kosten van het eigenlijke CAO-overleg en uitwerking daarvan zijn uitgezonderd. De Vakraad ontwikkelt en implementeert beleid op het gebied van arbeidsvoonvaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsmarkt. De Vakraad verstrekt algemeen toegankelijke (zakelijke) informatie en vooriichting over de arbe ids voonwaarden of andere voor de sector relevante voorschriften op arbeidsvoonn/aardelijk terrein. Onder werkzaamheden van de Stichting Vakraad vallen voorts de werkzaamheden van de Aansluitingencommissie. Deze commissie oordeelt over haar voorgelegde geschillen Inzake de werkingssfeer van de coliectieve arbeidsovereenkomsten die tussen werkgevers- en werknemersorganisaties tot stand komen. Ook de activiteiten van de Commissie Arbeidsomstandigheden vallen onder de Vakraad. Deze commissie initieert, begeleidt en voert projecten uit ter verbetering van de arbeidsomstandigheden binnen de bedrijfstak. • de werkzaamheden van de werkgevers- en werknemersorganisaties die voortvloeien uit het in bestuurlijke en secretariële zin deelnemen aan de vakopleidingsorganen, die zich richten op het organiseren, instandhouden en verbeteren van de vakopleidingen binnen de bedrijfstak
•
•
•
• • •
het in bestuurlijke zin deelnemen aan instituten die zichrichtenop - de ontwikkeling van (om-, her- en bij)scholing in het kader van de employability van werknemers, de ontwikkeling van werkgelegenheids- en reïntegratieprojecten die toegankelijk zijn voor werknemers, de ontwikkeling van het beroepsondenwijs en de afstemming in opleidingen en examens van het beroepsondenATijs gericht op wert
Bestuur Het bestuur van het Sociaal Fonds bestaat uit drie vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie CBM en drie vertegenwoordigers van de gezamenlijke werknemersorganisaties (FNV Bouw en CNV Vakmensen). Eind 2010 was de samenstelling van het bestuur als volgt. Bestuursleden Dhr mr G.H. Nieuwenhuis Mw. mr M.C.H.L.R. Hègï C.J.P. Zwetsloot Dhr LP. Raadgever Dhr. C. van der Veer Dhr. A.A.J. Heiinen
Voorzitter plv, Voorzitter Secretaris plv. Secretaris
Plaatsvervangers Vacature Vacature Vacature Dhr. A.A. van Wijngaarden Mw. M.B. van Veldhuizen Vacature
Organisaties CBM CBM CBM CNV Vakmensen FNV Bouw FNV Bouw
Met ingang van 1 januari 2011 heeft de heer F. Boonstra de positie van de heer A.A.J. Heijnen overgenomen. Bestuursvergadering Het bestuur is in 2010 twee keer bijeen gekomen en wel op 16 juni en op 25 november. In het verslagjaar zijn geen bestuurskosten gerealiseerd. Uitvoering Het fonds voert de regeling uit in eigen beheer. Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling. De operationele uitvoering (administratie en beheer van het vermogen) van de regeling heeft het bestuur uitbesteed aan Syntrus Achmea Pensioenbeheer te Amsterdam. Syntrus Achmea Pensioenbeheer maakt deel uit van de Achmea groep. De condities van de uitbesteding zijn vastgelegd in de administratieovereenkomst. Stumuleringsmaatregel Vakopleiding 2010 Via de samenwerkingsverbanden zijn leerlingen in staat om een BBL opleiding te volgen.De economische crisis heeft tot gevolg dat de samenwerkingsverbanden extra moeten investeren om het aantal ben^epspraktijkvromingsplaatsen op peil te houden. Het bestuur heeft mede hierdoor in de juni vergadering besloten tot de stimuleringsmaatregel 2010. Deze maatregel hield in dat bij een geringe terugloop in het aantal leerlingen, onderbouwd met een accouontantsverklaring, het betrefende SWV een tegemoetkoming konden krijgen.Het totale budget voor deze regeling begroeg € 200.000,- Uiteindelijk hebben tien (10) SWV-en aan de voorwaanien voldaan en is een bedrag uitgekeerd van € 127.500,Beperken uitgaven in 2011 Het bestuur constateerde aan het eind van het verslagjaar 2010 dat het vermogen van het fonds nog steeds een positief saldo vertoont. Edoch dit saldo blijkt onvoldoende om samen met de premieinkomsten de beoogde subsidiestroom 2011 te voldoen. De afgelopen jaren is bewust gekozen om in te teren op het vermogen. De financiële positie van het sociaal fonds Meubel noopte de Vakraad de subsidie ontvangende instellingen te verzoeken om een veriaging te bewerkstelligen in de subsidiebegroting 2011 van 15%. De Vakraad stelde uiteindelijk in maart 2011 de begroting subsidie 2011 vast. Bij deze subsidie toekenning is de 15% veriaging doorgevoerd. Daarnaast stelde de Vakraad de premie voor 2011 vast op 0,7%. Voor 2010 gold nog een premie van 0,4%. Met deze maatregelen is er voldoende liquiditeit om de subsidies te voldoen. Scheiding in fondsadministratie Georganiseerde werkgevers betalen op grond van de CAO een bijdrage aan het sociaal fonds. Ongeorganiseerde werkgevers doen dit op basis van de algemeen verbindend verklaring (AW). Om nu te voorkomen dat ongeorganiseerde werkgevers een bijdrage betalen in een periode waarover geen AW is dient het fonds vanaf 2011 een scheiding aan te brengen in de (incasso-) administratie.
Van deze scheiding dient bij het ministerie van SZW eenmalig melding gemaakt te worden bij toezending van het jaarverslag 2010. De (incasso) administratie van het fonds is gescheiden in direct aan het fonds gebonden (georganiseerde) weri
egroting en werkelijke bestediingen inzake de bestedingsdoelen zijn opgenomen in de bijlage bij de jaarrekening. De door het t)estuur vastgestelde en door de Vakraad geaccordeerde begroting voor 2010 en 2011 (NB vakraad accordeerde begin 2011 de begroting voor 2011) ZIjn als VOlgt:
Begroting 2010 1. 11.
492.644
12.
BelanqenveTeniqinqen FNV Bouw CNVVakmensen CBM
2.
SSWM
1.788.854
3. 31. 32. 3 3. 34. 35. 36. 37.
Scholing SH&M SWV-en LeerlingbijdTagen Vereven in gsbijdr agen Examinatoren Extra leermeesterbegeleiding Diversen
1.288.428 602.709 675-719 10.000 O O O O
4. 41. 42.
Arbeidsvoor w.&i -omstandiqh. Coll. ongevallenverzekering Arbeidsomstandigheden 421. Nascholing 422. Houtstof 424. Arbocatalogus 425. Diversen BC Hout Vakraad Meubel Ontwikkeling en innovatie Diversen
300.000 O 20.000 O 25.000 10.000 8.000 62.800 O O
Administratiekosten Syntrus Achmea Vergaderkosten Diversen Accountant
131.000 O 2.000 5.000
43. 44. 45. 46. 551. 54. 57. 58.
Totaal
224.000 71.000 197.644
425-800
138.000
4.133.726
Begroting 2011
a. 12.
Bel anqen veren iqinqen FNV Bouw CNVVakmensen CBM
2.
SSWM
11.
418.747 190.400 60.350 167-997 1.506.910 945-781
3.
Scholinq 31. SH&M 32. SWV~en 33- Leerlingbijdragen 34. Subsidie vakopleiding
512.421 433-360 0 0
Arbeidsvoorw.& -omstandiqh. Coll. ongevallenverzekering Arbeidsomstandigheden 421. Arbocatalogus 422. Diversen 43- BC Hout 44. Vakraad Meubel
202.000 25-000 20.000 10.000 0 54-498
4. 41. 42.
5. Administratiekosten 51- Syntrus Achmea 52. Diversen 53- Accountant
Totaal
311.498
141.576 134-576 2.000 5-000 3.324.512
Beieggingen Het fonds participeert in het F&C Geldmarktfonds. Dit beleggingsfonds belegt in deposito's en (kortlopende) obligaties. In 2010 heeft het fonds een gemiddeld rendement van 30% gehaald. Het was de bedoeling om het geldmarictfonds In 2010 te liquideren. Door de slechte mari
Voorzitter, L.P. Raadgever
Secretaris, G.H, Nieuwenhuis
BALANS P£R 31 DECEMBER 2010 MA BESTEMMING VAN HET SALDO VAN BATEN EN LASTEN (in eenheden van duizend euro) 31 december 2010 €
31 december 2009 €
ACTIVA Beleggingen
(1)
Liquiditeiten
Kortlopende vorderingen Te vorderen Isjdragen Overige vorderingen
(2)
Liquide middelen
(3)
1.238 1.238
1625 1.625
188 568 756
325 41B 743
72
1.402
2.066
3.770
1.526 93_ 1.619
3.482 3.482
PASSIVA Beschikbaar vermogen Algemene reserve Beleggingsreserve
(4)
Langlopende schulden
(5)
Kortlopende schulden Overige schulden
(6)
300
147
288
2.066
3.770
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 (in eenheden van duizend euro) BATEN
2010
2009
€
€
Bijdragen
(7)
1.821
Directe beleggingsopbrengsten
(8)
Indirecte beleggingsopbrengsten
(9)
427 2.247
(64) 2.040
Subsidies
(10)
3.942
3.931
Kosten
(11)
168
119
4.110 (1.863)
4.050 (2.010^
(1.956) ^_ (1.863)
(2.010) ' (2.010)
(1)
2.097 7
LASTEN
Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo van baten en lasten Algemene reserve Beleggingsreserve
TOEUCHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2010 {in eenheden van duizend euro) ACTIVA 1. BELEGGINGEN Stand per 1 januari Liquiditeiten Totaal beieggingen
1,625 1.625
Aani(open
Verkoop resultaat (53) (53)
-
Waarde mutatie 480 4S0
Verkopen
Stand per 31 decemtier
(814) (814)
1,238 1.238 2009 €
2010 € Liquiditeiten Liquiditeiten vermogensbeheer Geldmarktfondsen
Naam FSC GeldmarWfonds
Het gemiddeld rendement van de beleggingen bedtaagt:
24 1.601 1.625
7 1.231 1.238 Aantal 237 _
1.231 1,231
Aantal 414 _
1.601 1.601
29,76%
-2,17%
235 (198)
305 (187)
151 188
207 325
2. KORTLOPENDE VORDERINGEN Te vorderen bijdragen Vastgestelde nog te vorderen bijdragen Voorzieningen tegen verlies op premievorderingen In volgend boekjaar is nader vastgesteld over lopend tx>ekjaar
Rekening-courant derden Rekening-courant gelieerd BPF-fonds
45 45
Subsidies SSWM inzake weritgelegenheida- en sciiolingsbeleid SH&M inzake scholing SWV Inzake scholing
414 90 19 523
Kosten Administratiekosten
Totaal van de overige vorderingen
268 137 405
13 13 568
418
72 72
1.402
3. UQUIDE MIDDELEN Liquide middelen Rekening Courant Staalbankiers
1.402
PASSIVA 2010
2009
4. BESCHIKBAAR VERMOGEN Algemene reserve Sland per 1 januari Bestemming van het saldo van baten en lasten Stand per 31 december Beieggingsreserve Stand per 1 januari Bestemming van het saldo van iMten en lasten Stand per 31 december
6. LANGLOPENDE SCHULDEN Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie eri Meubileringsttedrtjven
,
3''82 (1^56) 1-526
,
S2_ ^3
5.492 (?:21P). ^-^^^
',— "
300
-
De stichting is per 1 november 2010 een lenirigsovereenkomst aangegaan met Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie ed Meubileringsbedrijven ter financiering van tekorten op korte tennijn. De beschikbare kredietfaciliteit bedraagt Eur 600.000. Hiervan is Eur 500.000 opgenomen in 2010. Het restant kan in tranches worden opgenomen. De lening heeft een loopUJd tot en met 31 december 2012, De rentevergoeding is gebaseerd op het tarief voor debetrente EONIA + 0,75%. per kwartaal te voldoen. Aflossing Is te allen tijde mogelijk.
6. KORTLOPENDE SCHULDEN Overige schulden Hieronder zijn opgenomen inzake: Te verrekenen bijdragen ' vastgestekle nog te venBkenen bijdragen In volgend boekjaar is nader vastgestekj over - voorgaande boekjaren
Subsidies SVW inzake scholing SH&M inzake scholing SWV inzake stimuleringsmaatregel
Koslen • Advies- en controlekosten Administratie kosten Beleggingskosten
37
34
4_ 41
30_ 64
-
65 146 :__ 211
88_ 88
8 7
8
-
L 9
15 Crediteuren Crediteuren
2
Over/g
1_
Totaal van de overige schulden
147
A '
,
288
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER HET BOEKJAAR 2010 (in eenheden van duizend euro) BATEN
2010 €
2009 €
7. BUDRAGEN Vastgest^de en nog vast te stellen bijdragen Nadere vaststelling over voorgaande jaren Mutaties inzake voorziening premievorderingen Afschrijving premievorderingen
1.967 (23) (11) (112) 1.821
2.152 (10) 14 (59) 2,097
8. DIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN Opbrengst liquiditeiten Opbrengst liquide middelen
(2) 5_ 3 (4)
1 11_ 12 [5J.
427 427_
(641. ( ^
AF: kosten toegerekend aan beleggingen
9. INDIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN Koersresultaten liquiditeiten
2,247
2.040
498 1.860 1.297 287
493 1,547 1.529 362
3.942
3.931
LASTEN
10. SUBSIDIES Subsidiëring belangenverenigingen Weritgelegenheids- en scholingstieleid Scholing Arbeidsvoorwaarden en -artieidsomstandigheden
11. KOSTEN Aandeel administratiekosten Syntrus Achmea Pensioenbeheer Boekjaar Vorig boekjaar
Andere kosten: Advieskosten Kosten contnsie van de jaarrekening Beleggingskosten Overige kosten
154 4_
114 (6)
156
10B
8 4 2_ 14 (4)
Af: kosten toegerekend aan iseleggingen
168 Bestuurdeersbetoning De beloning aan bestuunders bedraagt: Personeel Het fonds heeft geen personeel in dienst, Oe beheersactiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst vemcht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioenbeheer dan wel verniogensbeheercler.
Amsterdam. Juni 2010
SUchting Sociaal Fonds Meul[>elindustrie en Meubiieringsbedrijven Namens tiestuur: Voorzitter, L.P. Raadgever
Secretaria, G.H. Nieuwenhuis
1 9 5 1_ 16 (5)
119
TOEUCHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2010 Inleiding Het doel van de Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven, statutair gevestigd te Utrecht (hiema 'het fonds') is het bevorderen van de goede arbeidsverhoudingen, de werkgelegenheid en schoiing, de arbeidsomstandigheden en de bedrijfsgezondheidszorg. IHet fonds berelltt deze doelen door subsidiëring en financiering van: Valtraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven en haar commissies en instellingen. de werkzaamheden van de werkgevers- en werknemersorganisaties die voortvloeien uit het in bestuuriijke en secretariële zin deelnemen aan de vakopleidingorganen, die zich richten op het organiseren, in stand houden en verbeteren van de vakopleidingen binnen de bedrijfetak werkzaamheden van de instituten voor vakopleiding in de meubelindustrie en meubileringsbedrijven. de werkzaamheden van de Stichting in het kader van de uitvoering van de in de statuten en reglementen en CAO genoemde activiteiten; de kosten verbonden aan de afgesloten collectieve ongevallenverzekering ten behoeve van werkgevers en werknemers; de kosten verbonden aan de met arbeid verband houdende acti\riteiten die zijn opgenomen in de met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgesloten Arboconvenanten, Algemeen De jaarrekenmg Is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 voor organisaties zonder winststreven (RJ 640). Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, dient het fonds de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt het fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor het fonds het geval. De Grondslagen voor balansv/aardering en resultaatbepaling zijn niet gewijzigd ten opzidite van voorgaand Jaar. AUe bedragen zijn vermeld in euro's x 1.000. Rubriceringsv/ijzigjngen Met betrekking tot diverse posten in de jaarrekening vindt in 2010 een andere uitsplitsing of samenvoeging plaats, die het inzicht In de jaarrekening bevordert. De vergelijkende cijfers zijn voor vergelijkingsdoelen aangepast. De belangrijkste rubriceringswijziging is dat met ingang van boekjaar 2010 de categorie overige baten en overige lasten niet meer wordt gebruikt. Hieronder is opgenorrien op welke wijze de diverse overige baten en lasten met ingang van 2010 vwrden verwerkt indusief de financiële omvang van 2009. De vergelijkende cijfers zijn aangepast. Dit heeft geen invloed op hef vermogen en resultaat, de vergelijkende cijfers zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast. Omschrijving post
Verwerkingswijze 2009
Resultaat voorziening tegen verlies op premievorderingen
Overige lasten
Verwerkingswijze 2010 Bijdragen
Omvang 2009 (45)
Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met RJ 640 vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee vertonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadvirerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderiiggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zow/el de verslagperiode als toekomstige perioden.
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen vranneer hel waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verpllc:hting wordt In de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg allerisico'smet betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, vrordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder vrorden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum.
Grondslagen voor balanswaardering Algemeen De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. 1. Beleggingen Algemeen Beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overiopende activa en passiva alsmede liquiditeiten vermogensbeheer viranJen gewaardeerd tegen nominale waarde. Het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde is bij deze activa en passiva in het algemeen gering. Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn In een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Bij gemengde beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van marictwaarde. Liquiditeiten Liquiditeiten worden gev/aardeerd tegen nominale waarde. Voor liquiditeiten is het verschil tussen marictwaarde en nominale waarde In het algemeen gering. 2. Kortiopende vorderingen Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Voorzover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaariieid In mindering gebracht. 3. Liquide middeien Onderde liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte tennijn opeisbaar zijn. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds. 4. Beschikbaar vermogen Aigentene reserve Deze reserve is een saldopost en dient ter opvang van tegenvallers anders dan waarvoor een specifieke reserve respectievelijk voorziening is getroffen. Beleggingsreserve De beléggings reserve is het verschil tussen de marictwaarde van de beleggingen enerzijds en de aankoopwaarde anderzijds. Negatieve ongerealiseerde verschillen worden aan de beleggingsresen/e onttrokken voor zover deze toereikend is.
5. Langlopende schulden Alle schulden die een resterende looptijd hebben van langer dan één jaar. 6. Kortlopende schulden Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.
Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. 7. Bijdragen Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar In rekening gebrachte en te brengen premies en koopsommen. Belegglngsresuitaten 8. Directe beieggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op opbrengsten uit beleggingsfondsen, intrest en dividenden onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten. 9. Indirecte beieggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde vraardestijgingen of waardedalingen. 10. Subsidies Hieronder zijn opgenomen de door het bestuur toegekende subsidies over het boekjaar. Een confrontatie van de subsidies met de bestedingsdoelen is opgenomen in de bijlage Bestedingsdoelen. 11. Kosten De kosten zijn opgenomen voor de aan het boekjaar toe te rekenen bedragen.
Niet in de balans opgenomen veTpïichtingen Alle bedragen x € a.oOO Lang lopende lening Op 1 november 2010 is het fonds een krediet faciliteit aangegaan met Stichting Aanvullingfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven tot en met 31 december 2012. De hoogte van de kredietfaciliteit bedraagt € 800. Tot op heden is er een bedrag van € 300 opgenomen.
KASSTROOMOVERZICHT (in eenheden van duizend euro)
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode 2010 €
2009 €
Saldo van bateii en lasten Aanpassingen voor: Mutatie te vorderen bijdragen Mutatie overige vorderingen Mutatie te betalen subsidies Mutatie overige schulden
(1.863)
(2.010)
137
(187) (205)
Kasstroom uit operationele activiteiten
(2.017)
(2.273)
814
(4.070) 5.572
(427)
64
387
1.566
Kasstroom uit operationele activiteiten
(150) (123) (18)
134 (5)
Kasstroom uit belegging sactivitetten Aankoop beleggingen Verkoop beleggingen Herwaardering beleggingen Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieriTigsactiviteiten Mutatie langlopende schulden
300
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
300
Mutatie geldmiddelen
Samenstelling geldmiddelen Uquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen boekjaar Liquide middelen per 31 december
-
(1.330)
(707)
2010 €
2009 €
1.402 (1.330) 72
2.109 (707) 1.402
O l (4
S
•ë-rtff
Ol
{LI OJ
8 «s
E
Ji U O K
CTl [Tl S £ C C N Si ..^ . 1 '
rt E; ?!
m
Itfe
u^ I S l/l 1/1 1/1
ii
"^
E
I .5 =E
<= °
4- . " *) S S
.j||i = E TJ . . .^ S U Ö il- £ C ~= e "^ C E "ö C c
":? 8 - E-e S,£
i-^I"^
Sm"'01«JÏcS
S IJ
•iH s l E I ° ^ 0 =* SrS c * « fc
rt o t i qj I- . £
S mff Ê S i
^'fi
SI i . g. t> a V
c
B
^ ïE
^ ° ? S ^ Sf £ I 1 ü.£§ffl| S i
?f5
•o 5 T^
ff lip
1 c
m ' ' TJ 3 • -a -a
Q- E s l c <"
r
n -5 <
1
D o
ïi,€i
e iï £ t( ^
c
ü
S -a c A ET m g u Bl o
S S T: S
iillll c E a V Z o
5S^ "
C M I ^ « „ i S
l|ti 1
fI
B
-
r
"
c
a
(C C c •« •- Tl
•"•si fe^S-g
11 "
IlÏÏ êa;CTl ïïTI *I rtI
t IB ï « E g O o S a
a
Si, c
• .Q c
f t E T) c "O S iü Ï : c s c D 5 ln o £ Cl
al^1 ïS I g ji nl >
Overige gegevens (Bedragen X EUR 1.000) Resultaatbestemnning Het saldo van baten en lasten van € 1.863 negatief is op de volgende wijze bestemd: Onttroken van de algemene reserve Toegevoegd aan de beléggings reserve Saldo
(1.956) 93 (1.863)
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die nadere informatie geven op de feitelijke situatie per balansdatum.