Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) gewijzigd vanaf 1 januari 2015 1. Inleiding In het Belgisch Staatsblad van 31 december 2014 werd het KB gepubliceerd dat het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) wijzigt vanaf 1 januari 2015. Het ging hierbij om een grondige hervorming. Bij een aantal stelsels werd de leeftijdsvoorwaarde verhoogd. Andere stelsels werden niet meer verlengd of afgeschaft. Het KB voorzag tevens in een aantal overgangsmaatregelen. Om deze aanpassingen effectief in werking te stellen, moesten ook de nodige CAO’s van de Nationale Arbeidsraad afgesloten, verlengd of aangepast worden. Deze CAO’s werden gesloten op 27 april 2015. Daarnaast werden de verplichtingen voor de SWT-ers uitgebreid vanaf 1 januari 2015. In deze extra nieuwsbrief vindt u een overzicht van de voornaamste maatregelen.
2. SWT vanaf 60 jaar: CAO nr. 17 (algemeen stelsel) De leeftijdsvoorwaarde van 60 jaar wordt vanaf 1 januari 2015 verhoogd tot 62 jaar. De loopbaanvoorwaarden worden niet gewijzigd, maar de reeds voorziene verhoging van de loopbaanvoorwaarden blijft wel behouden. Dit betekent dat de loopbaanvoorwaarde in 2015 40 jaar is voor mannen en 31 jaar voor vrouwen. Daarna wordt er voor de vrouwen vanaf 2016 elk jaar een loopbaanjaar toegevoegd om in 2024 tot 40 jaar te komen. Overgangsmaatregelen De leeftijdsvoorwaarde van 60 jaar blijft van toepassing als de werknemer gelijktijdig aan alle voorwaarden van één van de twee volgende overgangsmaatregelen voldoet: ste 1 overgangsregeling - ontslagen zijn vóór 1 januari 2015; - de leeftijd van 60 jaar uiterlijk op 31 december 2016 en op het einde van de arbeidsovereenkomst bereikt hebben. De leeftijd van 60 jaar mag bereikt worden na 31 december 2016, indien de opzeggingstermijn loopt tot na 31 december 2016. Er wordt geen rekening gehouden met de wettelijke schorsingen van de opzeggingstermijn. De leeftijd moet dan bereikt zijn op het einde van de arbeidsovereenkomst; - het vereiste beroepsverleden bereikt hebben op het einde van de arbeidsovereenkomst. of de 2 overgangsregeling - ontslagen zijn tijdens de geldigheidsduur van een andere CAO dan CAO nr. 17; - deze CAO is gesloten en neergelegd vóór 1 juli 2015 en treedt uiterlijk op 1 januari 2015 in werking; CLB Consult – september 2015
SWT
Pagina 1
-
deze CAO voorziet minstens de leeftijd van 60 jaar; de leeftijd van minstens 60 jaar uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst en tijdens de geldigheidsduur van deze CAO bereikt hebben; het vereiste beroepsverleden bereikt hebben op het einde van de arbeidsovereenkomst.
Het kliksysteem blijft behouden. Dit wil zeggen dat wanneer de werknemer op een bepaald ogenblik aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voldoet om met SWT te gaan, hij deze voorwaarden kan vastklikken. Op die manier worden de voorwaarden bevroren en kan de werknemer zich er later nog op beroepen, ook al is er een verstrenging van de regelgeving.
3. SWT vanaf 58 jaar (lange loopbaan) Werknemers in sectoren of ondernemingen die hierover een sectorale - of ondernemingsCAO gesloten hadden, konden vanaf 58 jaar met SWT gaan indien zij het vereiste beroepsverleden konden aantonen (38 jaar in 2014). Voor dit stelsel was er in de vorige wetgeving reeds voorzien dat de leeftijd zou opgetrokken worden tot 60 jaar vanaf 1 januari 2015. De wettelijke bepalingen van dit stelsel werden opgeheven. Vanaf 1 januari 2015 is dit stelsel dus afgeschaft. In dit stelsel bestond ook het kliksysteem. Op basis van een vastgeklikt recht kan men in dit stelsel wel nog met SWT gaan.
4. SWT vanaf 58 jaar: CAO nr. 111 en 112 (zware beroepen en nacht/bouw) Volgens de oude regels konden werknemers vanaf 58 jaar met SWT gaan op voorwaarde dat zij een beroepsverleden van 35 jaar konden aantonen en een aantal jaren gewerkt hadden in een zwaar beroep (werk in wisselende ploegen, werk in onderbroken diensten of nachtarbeid). Vanaf 56 jaar was SWT ook mogelijk op voorwaarde dat de werknemer een beroepsverleden van 33 jaar kon aantonen en daarenboven: - ofwel, 20 jaar nachtarbeid; - ofwel, behoorde tot PC 124 van het bouwbedrijf en beschikte over een attest van de arbeidsgeneesheer dat de ongeschiktheid tot voortzetting van de beroepsactiviteit bevestigde. De leeftijdsvoorwaarde wordt voor beide stelsels voor de periode 2015-2016 verhoogd of vastgesteld op 58 jaar. De loopbaanvoorwaarde wordt vastgesteld op 33 jaar beroepsverleden. Deze werknemers moeten dus aan de voorwaarde van 33 jaar loopbaan voldoen en daarenboven: - ofwel, behoren tot het PC 124 van het bouwbedrijf en beschikken over een attest van de arbeidsgeneesheer dat de ongeschiktheid tot voorzetting van de beroepsactiviteit bevestigt; - ofwel, 20 jaar nachtarbeid kunnen aantonen; - ofwel, een bepaald aantal jaren gewerkt hebben in een zwaar beroep (werk in wisselende ploegen, werk in onderbroken diensten of nachtarbeid): o ofwel, minstens 5 jaar in de loop van de laatste 10 kalenderjaren; o ofwel, minstens 7 jaar in de loop van de laatste 15 kalenderjaren. De werknemers moeten werken in een onderneming die valt onder een sector die hierover een sectorale CAO gesloten heeft. CAO nr. 111 voorziet tevens hoe werkgevers, die ressorteren onder een paritair comité dat niet opgericht is of niet werkt, tot dit stelsel kunnen toetreden. Na advies van de NAR zal een datum bepaald worden waarop de leeftijdsvoorwaarde op 60 jaar zal gebracht worden. Uitzondering De leeftijdsvoorwaarde van 60 jaar zal niet van toepassing zijn indien gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldaan is:
CLB Consult – september 2015
SWT
Pagina 2
-
-
er is voor de periode 2015-2016 een bij KB algemeen verbindend verklaarde CAO afgesloten in de NAR die voorziet in een lagere leeftijdsgrens, zonder dat deze lager mag zijn dan 58 jaar (CAO nr. 112); deze CAO moet van bepaalde duur zijn, mag geen bepaling van stilzwijgende verlenging bevatten en mag de duur van 2 jaar niet overschrijden; de werknemer is ontslagen tijdens de geldigheidsduur van deze CAO; er werd in het bevoegde paritair comité een bij KB algemeen verbindend verklaarde CAO afgesloten waarbij uitdrukkelijk gesteld wordt dat deze CAO afgesloten is in toepassing van de NAR-CAO zoals hierboven beschreven. De NAR-CAO kan na 2016 onder dezelfde modaliteiten worden verlengd of aangepast, waarbij de minimumleeftijd geleidelijk aan kan worden verhoogd overeenkomstig een vooropgesteld tijdspad.
Overgangsmaatregelen Het blijft mogelijk om op 56 jaar met SWT te gaan indien gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldaan wordt: - ontslagen zijn vóór 1 januari 2015; - de leeftijd van 56 jaar uiterlijk op 31 december 2014 en op het einde van de arbeidsovereenkomst bereikt hebben; - een beroepsverleden van 33 jaar kunnen aantonen op het einde van de arbeidsovereenkomst; - op het einde van de arbeidsovereenkomst minstens 20 jaar nachtarbeid kunnen aantonen of in PC 124 voor het bouwbedrijf over een attest van de arbeidsgeneesheer beschikken dat de ongeschiktheid tot voortzetting van de beroepsactiviteit bevestigde.
5. SWT vanaf 58 jaar: CAO nr. 113 (zware beroepen) Naast het SWT beschreven onder punt 4, bestaat er een residuair SWT vanaf 58 jaar voor zware beroepen. De definitie van zware beroepen is dezelfde als in het SWT dat onder punt 4 beschreven is. Voor dit overblijvend stelsel is een loopbaan van 35 jaar nodig. Dit stelsel is geldig voor de periode 2015-2016. Het verschil met het stelsel onder punt 4 is dat de sectoren geen CAO meer moeten sluiten om van dit stelsel gebruik te kunnen maken. CAO nr. 113 kan na 2016 verlengd of aangepast worden voor een nieuwe periode van 2 jaar, waarbij de minimumleeftijd van 58 jaar geleidelijk verhoogd kan worden volgens een vooropgesteld tijdspad. In geval van verlenging of aanpassing na 2016 moeten de sectoren wel een CAO afsluiten om gebruik te kunnen maken van dit stelsel.
6. SWT vanaf 58 jaar: CAO nr. 114 (mindervalide werknemers) Mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen, die de verdere uitoefening van het beroep significant bemoeilijken, kunnen nog steeds vanaf 58 jaar met SWT gaan indien zij een beroepsverleden van 35 jaar kunnen aantonen. Dit stelsel liep oorspronkelijk af op 31 december 2014. CAO nr. 114 verlengt dit SWT voor de periode 2015-2016. Werknemers kunnen zonder sectorale – of ondernemingsCAO gebruik maken van dit stelsel.
7. SWT vanaf 57 jaar Het stelsel van SWT vanaf 57 jaar met 38 loopbaanjaren bleef in 2014 voortbestaan voor de werknemers die onder het toepassingsgebied van een CAO vielen die vóór 1 september 1987 werd neergelegd en sindsdien ononderbroken van toepassing was gebleven. De verlenging van deze CAO’s is niet meer mogelijk na 31 december 2014. De wettelijke bepalingen van dit stelsel werden opgeheven. Vanaf 1 januari 2015 is dit stelsel dus afgeschaft. CLB Consult – september 2015
SWT
Pagina 3
Overgangsmaatregelen De leeftijdsvoorwaarde van 57 jaar blijft van toepassing als de werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet: - ontslagen zijn vóór 1 januari 2015; - de leeftijd van 57 jaar uiterlijk op 31 december 2014 en op het einde van de arbeidsovereenkomst bereikt hebben; - 38 jaar beroepsverleden op het einde van de arbeidsovereenkomst kunnen bewijzen.
8. SWT vanaf 56 jaar: CAO nr. 115 en 116 (lange loopbaan) Werknemers die de leeftijd van 56 jaar bereikten en 40 jaar loopbaan aantoonden, konden volgens de vorige reglementering oorspronkelijk tot eind 2015 met SWT gaan volgens dit stelsel. De leeftijd is echter vanaf 1 januari 2015 al verhoogd tot 58 jaar. De loopbaanvoorwaarde wordt niet gewijzigd. Dit stelsel is geldig voor de periode 2015-2016. De sectoren moeten geen CAO meer sluiten om van dit stelsel gebruik te kunnen maken. Vanaf 1 januari 2017 zal de leeftijd tot 60 jaar verhogen. Uitzondering De verhoging tot 60 jaar zal niet van toepassing zijn indien gelijktijdig voldaan is aan de volgende voorwaarden: - er is voor de periode 2015-2016 een bij KB algemeen verbindend verklaarde CAO afgesloten in de NAR die voorziet in een lagere leeftijdsgrens, zonder dat deze lager mag zijn dan 58 jaar (CAO nr. 116); - deze CAO moet van bepaalde duur zijn, mag geen bepaling van stilzwijgende verlenging bevatten en mag de duur van 2 jaar niet overschrijden; - de werknemer is ontslagen tijdens de geldigheidsduur van deze CAO; - er werd in het bevoegde paritair comité een bij KB algemeen verbindend verklaarde CAO afgesloten waarbij uitdrukkelijk gesteld wordt dat deze CAO afgesloten is in toepassing van de NAR-CAO zoals hierboven beschreven. De NAR-CAO kan na 2016 onder dezelfde modaliteiten worden verlengd of aangepast, waarbij de minimumleeftijd geleidelijk aan kan worden verhoogd overeenkomstig een vooropgesteld tijdspad. In geval van verlenging of aanpassing na 2016 moeten de sectoren wel een CAO afsluiten om gebruik te kunnen maken van dit stelsel. Overgangsmaatregelen De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar blijft van toepassing indien gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldaan wordt: - ontslagen zijn vóór 1 januari 2016; - de leeftijd van 56 jaar uiterlijk op 31 december 2015 en op het einde van de arbeidsovereenkomst bereiken; - een beroepsverleden van 40 jaar kunnen aantonen op het einde van de arbeidsovereenkomst.
9. SWT in ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering: CAO nr. 117 In ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering kon de leeftijdsvoorwaarde van SWT volgens de vorige regels onder bepaalde voorwaarden verlaagd worden op basis van een beslissing van de Minister van Werk. Vanaf 1 januari 2015 wordt de leeftijdsvoorwaarde in ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering vastgesteld of verhoogd tot: - 55 jaar vanaf 1 januari 2015; - (56 jaar vanaf 1 januari 2016); - (57 jaar vanaf 1 januari 2017); - (58 jaar vanaf 1 januari 2018); - (59 jaar vanaf 1 januari 2019); - (60 jaar vanaf 1 januari 2020). CLB Consult – september 2015
SWT
Pagina 4
Uitzondering De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar vanaf 1 januari 2016 zal niet van toepassing zijn indien gelijktijdig voldaan is aan de volgende voorwaarden: - er is voor de periode 2015-2016 een bij KB algemeen verbindend verklaarde CAO afgesloten in de NAR die voorziet in een lagere leeftijdsgrens, zonder dat deze lager mag zijn dan 55 jaar (CAO nr. 117); - deze CAO moet van bepaalde duur zijn, mag geen bepaling van stilzwijgende verlenging bevatten en mag de duur van 2 jaar niet overschrijden; - de ingangsdatum van de erkenning als onderneming in moeilijkheden of herstructurering is gelegen binnen de geldigheidsduur van deze CAO; - de CAO of het collectief akkoord bevat een bepaling waarbij uitdrukkelijk gesteld wordt dat toepassing gemaakt wordt van de NAR-CAO zoals hierboven beschreven. De NAR-CAO kan na 2016 onder dezelfde modaliteiten worden aangepast, waarbij de minimumleeftijd geleidelijk zal worden verhoogd teneinde de leeftijd van 60 jaar te bereiken in 2020.
10. Aangepaste beschikbaarheid Sinds 1 januari 2015 moest elke SWT-er, ongeacht zijn leeftijd en beroepsverleden en ongeacht het stelsel op basis waarvan hij met SWT vertrok, beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt tot de leeftijd van 65 jaar. Er was slechts één uitzondering voorzien: enkel degenen die SWT-er waren vóór 1 januari 2015 én uiterlijk op 31 december 2014 60 jaar oud waren, waren nog vrijgesteld van deze beschikbaarheid. Omdat deze maatregel op heel veel kritiek botste, besliste de regering om deze regels te versoepelen. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen de ‘stock’ en de ‘nieuwe instromers’. Overgangsmaatregel ‘stock’ De volgende personen zijn vrijgesteld van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt: - de werkloze in SWT in een algemeen stelsel die werd ontslagen vóór 1 januari 2015; - de werkloze die SWT in een algemeen stelsel had aangevraagd vóór 1 januari 2015; - de werkloze in SWT in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering, op voorwaarde dat: o de begindatum van de periode van erkenning – indien er een collectief ontslag is, is dit de datum van aankondiging van de intentie om over te gaan tot een collectief ontslag – vóór 9 oktober 2014 ligt; o deze persoon minstens 58 jaar is of 38 jaar beroepsverleden bewijst op het einde van de opzeggingsperiode (zo niet moet hij aangepast beschikbaar blijven tot de leeftijd van 60 jaar bereikt wordt). Nieuwe instroom Deze SWT-ers moeten tot de leeftijd van 65 jaar “aangepast beschikbaar” zijn. Dat wil zeggen dat zij niet meer moeten aantonen zelf actief naar werk te zoeken, maar moeten meewerken aan een aangepaste persoonlijke begeleiding, die door de VDAB georganiseerd wordt. Voor sommige stelsels en onder bepaalde voorwaarden zijn er mogelijkheden voorzien voor nieuwe SWT-ers om vrijgesteld te worden van de beschikbaarheid: - SWT CAO nr. 17: aangepast beschikbaar, tenzij 42 jaar beroepsverleden; - SWT algemeen regime 62 jaar: aangepast beschikbaar, tenzij 43 jaar beroepsverleden; - SWT medische problemen: vrijstelling beschikbaarheid; - SWT nachtarbeid, bouw, zwaar beroep en lange loopbaan (kader-CAO): o 2015-2016: aangepast beschikbaar, tenzij 60 jaar of 40 jaar beroepsverleden; o vanaf 2017: aangepast beschikbaar, tenzij 62 jaar of 42 jaar beroepsverleden. Om rekening te kunnen houden met de leeftijd van het SWT, door de sociale partners voorzien in de kader-CAO 2017-2018, kan de leeftijd van aangepaste beschikbaarheid worden aangepast bij een in ministerraad overlegd KB, na unaniem advies van de NAR, uiterlijk op 31 december 2016. - SWT in ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering: o 2015-2016: aangepast beschikbaar, tenzij 60 jaar of 38 jaar beroepsverleden; CLB Consult – september 2015
SWT
Pagina 5
o
tegen 2020: aangepast beschikbaar tot 65 jaar of 43 jaar beroepsverleden.
11. Verplichte inschrijving in een tewerkstellingscel Bij de aankondiging van een collectief ontslag moeten werkgevers meestal een tewerkstellingscel oprichten. In deze tewerkstellingscel worden de werknemers, die ontslagen zijn in het kader van het collectief ontslag, begeleid. Behalve in bepaalde uitzonderingsgevallen moeten werknemers zich inschrijven in de tewerkstellingscel en zich laten begeleiden. Vóór 2015 kon een werknemer vrijgesteld worden van inschrijving op basis van het toepasselijke SWT-stelsel of zijn leeftijd of beroepsverleden. Vanaf 2015 moet elke SWT-er zich inschrijven in de opgerichte tewerkstellingscel en dit ongeacht zijn leeftijd of beroepsverleden en ongeacht het stelsel op basis waarvan hij met SWT vertrekt. Als men niet ontslagen is op basis van een erkenning van een bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering, kan men nog vrijgesteld zijn van de verplichting tot inschrijving in een tewerkstellingscel als men: - SWT-er was vóór 1 januari 2015; - of vóór 1 januari 2015 ontslagen is met het oog op SWT; - of na 31 december 2014 ontslagen is, maar vrijgesteld is van de aangepaste beschikbaarheid (zie punt 10). Iemand die met SWT gaat op basis van een erkenning van het bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering kan nog vrijgesteld worden van deze verplichting indien hij individueel ontslagen werd vóór 1 januari 2015 of voor zover de datum van de aankondiging van het collectief ontslag gelegen is vóór 9 oktober 2014. Hij moet op het einde van de periode van de theoretische opzeggingstermijn of op het einde van de periode gedekt door de verbrekingsvergoeding ofwel 58 jaar zijn ofwel 38 jaar beroepsverleden bewijzen.
12. Outplacement Het betreft enkel werknemers die: - geen aanspraak kunnen maken op een opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding van minstens 30 weken; - én minstens 45 jaar zijn op het ogenblik van het ontslag; - én minstens 1 jaar anciënniteit hebben op het ogenblik van het ontslag; - én werken in een arbeidsovereenkomst met een wekelijkse arbeidsduur die minstens de helft bedraagt van de arbeidsduur van een voltijdse werknemer. Behalve in bepaalde uitzonderingsgevallen moeten bovenvermelde werknemers outplacement vragen, aanvaarden en volgen. Tot op heden is er nog niets gewijzigd in de regelgeving betreffende het outplacement. Iemand die niet ontslagen werd op basis van een erkenning van een bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering moet geen outplacement vragen, aanvaarden of volgen. Iemand die aanspraak maakt op SWT op basis van een erkenning van het bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering en op het einde van de theoretische opzeggingstermijn of op het einde van de periode gedekt door de verbrekingsvergoeding ofwel 58 jaar is ofwel 38 jaar beroepsverleden bewijst moet geen outplacement vragen, aanvaarden of volgen.
13. Controlekaart Een SWT-er mocht voorheen kiezen om ofwel in het bezit te zijn van een controlekaart waarop hij de verplichte vermeldingen aanbracht ofwel een specifiek formulier C99 in te vullen wanneer zich een situatie van niet-vergoedbaarheid voordeed. CLB Consult – september 2015
SWT
Pagina 6
Vanaf 2015 moet elke SWT-er in het bezit zijn van een controlekaart voor de maand en voorafgaand aan de maand waarin hij 60 jaar wordt. Daarna heeft hij opnieuw de keuze. Iemand die al SWT-er was vóór 1 januari 2015 blijft als werknemer van minder dan 60 jaar verder vrijgesteld van de verplichting in het bezit te moeten zijn van een controlekaart.
14. Arbeidsgeschikt zijn Een SWT-er moe(s)t niet arbeidsgeschikt zijn. Bij arbeidsongeschiktheid kan hij een ziekte-uitkering van het ziekenfonds aanvragen of verder SWT-er blijven. Deze regeling blijft behouden.
15. Verplichting om in België te verblijven Een SWT-er moet zijn hoofdverblijfplaats in België hebben en er ook effectief verblijven. Tot eind 2014 kon de SWT-er vanaf 60 jaar echter in het buitenland verblijven indien hij zijn hoofdverblijfplaats in België behield. Concreet betekende dit dat hij meer dan 6 maanden effectief in België diende te verblijven. Een SWT-er jonger dan 60 jaar kon maximaal 4 weken per kalenderjaar in het buitenland verblijven. Vanaf 2015 kan elke SWT-er niet meer dan 4 weken per kalenderjaar in het buitenland verblijven. Vanaf de leeftijd van 60 jaar kan men gedurende een periode langer dan 4 weken per kalenderjaar in het buitenland verblijven als: - men ontslagen is vóór 1 januari 2015 indien men niet ontslagen is in het kader van een erkenning van het bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering; - de begindatum van de periode van erkenning gelegen is vóór 9 oktober 2014 indien men wel ontslagen is in het kader van een erkenning van het bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering. Een definitieve verhuis naar het buitenland is nog steeds niet mogelijk, omdat de hoofdverblijfplaats in België behouden moet blijven.
16. Aanvatten van een nevenactiviteit Een SWT-er kon tijdens zijn werkloosheid een nevenactiviteit aanvatten zonder zijn uitkering te verliezen. Vanaf 2015 is dit niet meer mogelijk, tenzij: - men ontslagen is vóór 1 januari 2015 indien men niet ontslagen is in het kader van een erkenning van het bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering; - de begindatum van de periode van erkenning gelegen is vóór 9 oktober 2014 indien men wel ontslagen is in het kader van een erkenning van het bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering.
17. Verrichten van activiteiten die betrekking hebben op uw eigen bezit In tegenstelling tot een gewone werkloze mocht een SWT-er omvangrijke verbouwingswerken verrichten, als hij geen winstoogmerk had (als hij nl. niet de bedoeling had om de woning te verkopen). Vanaf 2015 kan een SWT-er echter geen activiteiten meer verrichten die betrekking hebben op zijn eigen bezit, wanneer die activiteiten de waarde van het bezit in een meer dan beperkte mate zouden laten toenemen.
CLB Consult – september 2015
SWT
Pagina 7
Men kan nog verder activiteiten verrichten die betrekking hebben op zijn eigen bezit, zelfs wanneer die activiteiten de waarde van het bezit zouden laten toenemen, indien: - men ontslagen is vóór 1 januari 2015 indien men niet ontslagen is in het kader van een erkenning van het bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering; - de begindatum van de periode van erkenning gelegen is vóór 9 oktober 2014 indien men wel ontslagen is in het kader van een erkenning van het bedrijf als zijnde in moeilijkheden of herstructurering. Men mag wel geen winstoogmerk hebben. Bronnen: KB van 30 december 2014 tot wijziging van het KB van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, B.S. 31 december 2014. www.rva.be, infoblad ‘Het stelsel van werkloosheid (SWT) (brugpensioen) – Wat verandert er vanaf 2015?’. CAO nr. 17 tricies sexies tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17 bis van 29 januari 1976, nr. 17 nonies van 7 juni 1983, nr. 17 duodevicies van 26 juli 1994, nr. 17 vicies van 17 december 1997, nr. 17 vicies quater van 19 december 2001, nr. 17 vicies sexies van 7 oktober 2003 en nr. 17 tricies van 19 december 2006. CAO nr. 111 tot vaststelling, voor 2015 en 2016, van de voorwaarden voor de toekenning van een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar hebben gewerkt in een regeling van nachtarbeid, die hebben gewerkt in een zwaar beroep of die hebben gewerkt in het bouwbedrijf en arbeidsongeschikt zijn. CAO nr. 112 tot vaststelling op interprofessioneel niveau, voor 2015 en 2016, van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar hebben gewerkt in een regeling van nachtarbeid, die hebben gewerkt in een zwaar beroep of die hebben gewerkt in het bouwbedrijf en arbeidsongeschikt zijn. CAO nr. 113 tot vaststelling op interprofessioneel niveau, voor 2015-2016, van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers in een zwaar beroep die worden ontslagen. CAO nr. 114 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van een bedrijfstoeslag in het kader van de werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige lichamelijke problemen, indien zij worden ontslagen. CAO nr. 115 tot invoering van een stelsel van bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen. CAO nr. 116 tot vaststelling op interprofessioneel niveau, voor 2015-2016, van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen. CAO nr. 117 tot vaststelling van de leeftijd vanaf welke een stelsel van bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers die worden ontslagen in een onderneming die is erkend als onderneming in moeilijkheden of als onderneming in herstructurering. www.presscenter.org; persbericht ministerraad van 8 mei 2015. KB van 1 juni 2015 tot wijziging van artikel 89 van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van een artikel 89/1 in hetzelfde koninklijk besluit, B.S. 10 juni 2015 en KB van 1 juni 2015 tot wijziging van het KB van 30 december 2014 tot wijziging van het KB van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, B.S. 11 juni 2015. KB van 19 juni 2015 tot wijziging van het KB van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, B.S. 3 juli 2015 en KB van 19 juni 2015 tot wijziging van de artikelen 56 en 89 van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, B.S. 3 juli 2015. www.rva.be
CLB Consult – september 2015
SWT
Pagina 8