1
Stefan Ulenaers
Calamiteiten Niveau II-44
Syntra Hasselt
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
2
Inhoudstafel Voorwoord Inleiding Calamiteit 1: Evacuatie brand/explosie 1.1. Inleiding 1.2. Doelstellingen van een evacuatie 1.3. Richtlijnen 1.3.1. Algemene richtlijnen 1.3.2. Specifieke richtlijnen 1.3.3. Vooropgestelde richtlijnen
1.4. Evaluatie Calamiteit 2: Technische ongevallen 2.1. Algemene principes 2.2. Werkwijze Calamiteit 3: Ongeval 3.1. Waarom? 3.1.1. Omwille van het juridische aspect 3.1.2. Omwille van het sociaal-economische aspect 3.1.3. Omwille van het humaan-sociale aspect 3.1.4. Samengevat 3.1.5. Manier van aanpak
3.2. Voorkomen 3.2.1. Aankoopbeleid 3.2.2. Risico analyse 3.2.3. Veiligheids Instructie Kaarten 3.2.4. Opleiding 3.2.5. Onthaalbrochure 3.2.6. Afvalbeheersplan 3.2.5. Bijna ongevallen 3.2.6. Derden 3.2.7. Sleutelplan
3.3. Genezen
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
3
Calamiteit 4: Busreis 4.1. Controle voor vertrek van de bus 4.2. Maatregelen 4.2.1. School verwittigen. 4.2.2. Ouders verwittigen 4.2.3. Leden crisisstaf verwittigen
4.3. Postventie Calamiteit 5: Fietstocht 5.1. Niet ernstig 5.2. Ernstig 5.2.1. Leerling 5.2.2. Leraar
5.3. Zeer ernstig 5.4. Dood Calamiteit 6: Wandeling 6.1. Per leerjaar of graad 6.2. Per klas Calamiteit 7: Bommelding 7.1. Preventie 7.2. Instructies telefonische ontvangst 7.3. Alarmering 7.4. Procedure voor evacuatie 7.5. Actie 7.6. Evaluatie Calamiteit 8: Chemisch 8.1. Preventie 8.1.1. Veilige opslag van chemische producten 8.1.2. Handeling 8.1.3. Opslag
8.2. Veilig omgaan met chemische producten 8.2.1. Verplichtingen 8.2.2. Onderrichtingen
8.3. Het etiket
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
4
8.4. Verwijdering van afval 8.4.1. Laboglas 8.4.2. Vloeibaar chemisch afval 8.4.3. Klein labo-afval 8.4.4. Ophaling
8.5. Afvalzinnen 8.6. Productenlijst 8.7. Laboreglement 8.8. Organisatie 8.8.1. Verantwoordelijken 8.8.2. Sensibiliseringsplan
8.9. Interventie 8.9.1. Eerstehulpmaatregelen 8.9.2. Brandbestrijdingsmaatregelen 8.9.3. Maatregelen bij accidenteel vrijkomen van de stof
Calamiteit 9: Geweld, pesten en ongewenste seksuele gedragingen 9.1. Wetgeving 9.1.1. Definities 9.1.2.Taken van de Inrichtende Macht.
9.2. Wanneer en hoe kan een slachtoffer een klacht indienen, bescherming van slachtoffer, plichten van slachtoffer. 9.3. Taken 9.3.1.Taken vertrouwenspersoon. 9.3.2.Taken van de preventieadviseur psychosociale belasting.
9.4. Register Extern Geweld 9.5. Informatie 9.6. Aanpassen van het arbeidsreglement 9.7. Procedure 9.7.1.Interne procedure 9.7.2. Externe procedure bij de Medische Inspectie of de rechtbank 9.7.3. Procedure voor OGGW door personen extern aan de onderneming
9.8. Preventieve maatregelen 9.8.1. Algemene Maatregelen
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
5
9.8.2. Algemene preventiemaatregelen 9.8.3. Specifieke maatregelen
Calamiteit 10: Geweld, pesten en ongewenste seksuele gedragingen bij Leerlingen 10.1. Inleiding 10.2. Geweld 10.3. Pesten 10.4. Ongewenste seksuele gedragingen Calamiteit 11: Overlijden Calamiteit 12: Overval / gijzeling / steekpartij / schietpartij 12.1. Overval 12.2. Gijzeling 12.3. Steekpartij 12.4. Schietpartij Calamiteit 13: Alcohol, tabak en drugs 13.1. Alcohol 13.2. Tabak 13.3. Drugs 13.4. Preventie Calamiteit 14 : Collectieve ziekte Calamiteit 15: Nucleair 15.1. Principes 15.2. Bevoegde overheden 15.3. De exploitant 15.4. Alarmering 15.5. Leiding 15.6. Informeren en verwittigen bevolking 15.7. Maatregelen binnen de school Conclusie Werklijst Bron & bijlagen
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
6
Voorwoord Reeds verschillende jaren ben ik preventie-adviseur op het Biotechnicum te Bocholt. Tot het jaar 2000 betekende dit enkel een titel en het tekenen van het jaarverslag. Vanaf toen zijn de veranderingen begonnen, ik heb een opleiding basisveiligheid gevolgd bij Prebes. Een jaar later hebben we met de preventie-adviseurs binnen de scholengemeenschap rond de tafel gezeten. Momenteel zijn we een groep van zes personen die maandelijks vergadert. We hebben tijdens deze jaren al heel wat watertjes doorzwommen en hebben er nog heel wat te zwemmen. Het is vanuit een standpunt van de groep dat ik aan Niveau II begonnen ben. Op deze manier willen we samen de lat telkens iets hoger leggen binnen de scholen. Een woord van dank richt ik aan de directeur die mij deze opleiding heeft laten volgen. Het feit dat zij ook vragende partij was voor deze opleiding, is voor mij een teken dat ze met de veiligheid begaan is. Onze school heeft geen preventie-adviseur niveau II nodig. Graag wil ik ook mijn promotor Godfried Corstjens bedanken, net als de personen die mij links en rechts geholpen en gesteund hebben.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
7
Inleiding Het Biotechnicum is een school met: -
Een brede eerste graad.
-
Onze bovenbouw (2de en 3de graad) is uniek voor Noord-Limburg met zijn wetenschappelijke afdeling Biotechnische Wetenschappen en de afdelingen landbouwtechnieken TSO en landbouw BSO. De BSOafdeling heeft ook een 7de specialisatiejaar. Vanaf de 3de graad is er een keuze tussen natuur- en milieutechnieken en het klassieke pakket landbouw.
In fulltime equivalenten zijn we een groep van ongeveer 47 personen, dit zijn de leraars, teeltoversten, ondersteunend personeel en onderhoud. Het poetsen gebeurt via een externe firma. In het schooljaar 2007-2008 zijn er 330 leerlingen. Dit aantal varieert van jaar tot jaar. Naast de schoolgebouwen (nieuw- en gerenoveerde bouw) staat er een praktijkhal, varkensstal (80 zeugen) met vergaderruimte, moderne rundveestal (65 koeien) met melkrobot, machine loods, oud gedeelte van de schoolhoeve waar het jongvee en kleinvee gehuisvest is en een conciërgewoning voor een teeltoverste. De schoolhoeve wordt uitgebaat door een teeltoverste, dit is een aparte v.z.w. De PVL word gerund door een andere teeltoverste. Deze omvat het gedeelte van de varkens, proefveldwerking, opleiding en nascholing voor de agrarische sector en projecten met betrekking tot de landbouw en opleiding G rijbewijs. De varkens worden verzorgd door een werknemer. Naast de zeugenstal heeft de PVL nog twee stallen op een andere locatie voor het afmesten van de varkens en het opfokken van jonge zeugen. Eén stal is eigendom, de andere gehuurd. Het Proef en Vormingscentrum voor de Landbouw is ook een aparte v.z.w.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
8
Mijn taken zijn opgesplitst in leraar en teeltoverste. Als leraar geef ik momenteel 4 uur theorie en 8 uren praktijk. Als ½ teeltoverste ben ik de helft van mijn opdracht bezig als preventie adviseur (dus 25%). De andere helft doe ik de aankopen, bestellingen en onderhoud van de gereedschappen en machines in de praktijkhal. Vanaf dit schooljaar krijgen de leerlingen die de richting Landbouw volgen en een examen afleggen voor het G rijbewijs van mij 4 uur opleiding, dit tijdens de lesuren. De leerlingen die Biotechnische Wetenschappen volgen en het examen afleggen krijgen 2 uur opleiding na de schooluren. Samen met de onderhoudsman (half time), ben ik verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in de gebouwen, ik sta in voor de projecten en onderhoud rondom de school, en tenslotte help ik de landbouwprojecten organiseren en de praktijkleraars ondersteunen. Daarnaast ben ik actief in de werkgroep veiligheid, technische commissie rundvee, technische commissie varkens, werkgroep landbouw, chrysostomos comité, werkgroep MOS en de beleidsgroep. In de toekomst zal de lagere school De Driehoek naar de site van onze school verhuizen. Dan verdwijnen de boerenhal en de praktijkhal. Dit wil zeggen dat er op korte termijn een nieuwe praktijkhal gebouwd zal moeten worden. Samen met deze bouw willen we dan een grotere loods voor de machines en een nieuwe fietsenloods. Bijlage 1: inplantingplan
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
9
Calamiteit 1: Evacuatie brand/explosie
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
10
Calamiteit 1: Evacuatie brand/explosie 1.1. Inleiding Op 1 september 2005 is de nieuwbouw in gebruik genomen. Het gebouw heeft een gelijkvloers en een eerste verdieping, met twee aparte traphallen. Tijdens het ontwerp is er rekening gehouden met de bestaande wetgeving, dit zoals: •
de breedte van de trappen en deuren
•
nooddeuren in het labo
•
brandcentrale met sirenes en handmelders
•
plaatsen van muurhaspels en brandblussers
•
naar buiten draaiende buitendeuren
•
RF deuren stookplaats en trappenhal
•
RF afkasting trappenhal
•
bijzondere aandacht voor dichtingen in muren en plafond
•
pictogrammen, noodplannen, noodverlichting, enz…..
Sinds 7 mei 2007 is de oude bouw gerenoveerd. Deze verbouwing is gestart op 1 juli 2006 en verlopen in 4 fasen, met de volgende aanpassingen: •
uitbreiding brandcentrale met sirenes en handmelders
•
extra brandblussers en 3 haspels
•
stookplaats RF deur geplaatst en muren hebben nu een brandweerstand weerstand van ½ uur
•
nieuwe noodverlichting
•
buitendeuren waar de lln naar buitengaan draaien nu naar buiten.
•
trapleuning verhoogd tot 1 meter
•
de brandladder is vervangen door een kooiladder
•
de buitendeur aan de kooiladders is vervangen door een deur met panieksluiting
•
pictogrammen, noodplannen, enz…..
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
11
1.2. Doelstellingen van een evacuatie §
Het aanleren van goede reflexen om binnen 3 minuten alle personen te evacueren en nadien te verzamelen op een veilige plaats.
§
De interventie van de hulpdiensten vergemakkelijken met de zekerheid dat iedereen het gebouw verlaten heeft en zich op de verzamelplaats bevindt.
§
Het aantal mogelijke slachtoffers beperken door te zorgen dat niemand terugkeert in het gebouw.
§
De evacuatieoefening evalueren om de richtlijnen en organisatie van de ontruiming te verfijnen.
§
De evacuatieoefening wordt niet altijd vooraf aangekondigd aan het personeel.
§
De hulpdiensten (brandweer en politie) worden vooraf verwittigd.
§
Eventueel wordt er een brand gesimuleerd in een willekeurig lokaal. Aan de betrokken
aanwezigen
wordt
letterlijk
gezegd:
"Dit
is
een
evacuatieoefening. Het brandt in jullie lokaal. Jullie weten wat jullie moeten doen." §
Deze mededeling wordt gedaan door de brandweer en/of preventieadviseur.
De evacuatieoefening is geslaagd, wanneer: §
Het gebouw binnen de 3 minuten na het alarmsignaal ontruimd is;
§
Een volledige lijst met het aantal 'vermisten' ter beschikking is van de brandweer op het ogenblik van hun aankomst (10 minuten).
§
De vaststellingen op de controlebladen overwegend positief zijn.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
12
1.3. Richtlijnen §
De algemene richtlijnen worden in elk lokaal op een zichtbare plaats aangebracht. In de klassen hangen de richtlijnen met de pictogrammen (wat te doen bij brandalarm zie verder).
§
De specifieke richtlijnen worden slechts bezorgd aan de leden van de eerste interventieploeg die met een speciale opdracht belast zijn.
§
De vooropgestelde richtlijnen.
1.3.1. Algemene richtlijnen 1 Blijf kalm. 2 Waarschuw onmiddellijk het secretariaat en/of gebruik de handmelder in de gang/labo 3 Laat alles liggen. 4 Pas de veiligheidsvoorschriften van het lokaal toe (gas dicht draaien in het labo/fysica lokaal). 5 Doe vensters en deuren dicht, laat het licht branden. 6 Blijf samen en volg de klasverantwoordelijke. De leraar gaat als laatste. o Neem de gemakkelijkste en kortste weg naar buiten. Gebruik de voordeur en de nooduitgangen enkel als het niet anders kan. o Ren niet. o Bij rookontwikkeling leg je de linkerhand op de linkerschouder van de voorgaande leerling, met de handpalm van je rechterhand hou je contact met de muur. 7 Ga naar de verzamelplaats in de boerenhal.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
13
8 Keer nooit terug in het gebouw. 9 Stel je op in rijen (altijd per klas, nooit per optie). 10 De klasverantwoordelijke o Gaat bij het binnengaan in de boerenhal een klaslijst halen bij de evacuatieverantwoordelijke (= secretariaat). o Vult de klaslijst in samen met de leerkracht en/of de persoon die dagelijks de afwezigheidbriefjes invult. De leerlingen die afwezig zijn voor de evacuatie worden opgeschreven, achter deze lln komt de letter R te staan. Deze leerlingen zijn met een reden afwezig. De leerlingen die tijdens de evacuatie vermist zijn komen op het briefje te staan zonder een letter. Indien er zulke lln zijn, wordt de klas extra gecontroleerd. o Geeft de klaslijst aan de evacuatieverantwoordelijke. Indien er vermiste leerlingen in de klas zijn geeft hij ook door waar ze op dat moment les hadden. o Keert terug naar zijn klasgenoten en leerkracht op de verzamelplaats. 11 Leerkrachten: leerkrachten met een springuur helpen de mensen van het secretariaat in de boerenhal.
1.3.2. Specifieke richtlijnen De specifieke richtlijnen gelden alleen voor het secretariaatspersoneel dat, als deel van de eerste interventieploeg, specifieke opdrachten heeft.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
14
1.3.2.1 TAKEN van de oproepverantwoordelijke (Sven) 1 Onderbreek elk telefoongesprek. 2 Bel onmiddellijk 112 of 089 46 42 85 (Brandweer Bree). 3 Zeg traag en duidelijk: Brand – ontploffing - … Biotechnicum Kaulillerweg 3 Bocholt • •
In: oude bouw – nieuwe bouw - praktijkhal Op:
(kelder – gelijkvloers - verdieping)
Te bereiken: via voorzijde – achterzijde Speciale risico's: b.v. gasflessen/ontvlambare producten 4 Verwittig de directie. 5 Verwittig de preventieadviseur. 6 Doe een oranje jas (GO) aan, ga naar de boerenhal en help de evacuatieverantwoordelijke indien nodig. 7 Wacht de brandweer op aan de achterzijde, of laat de ontruimingsverantwoordelijke weten dat deze aan de voorkant komen. 8 Zorg dat niemand via de achterkant de school betreedt.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
15
1.3.2.2 TAKEN van de evacuatieverantwoordelijke (Rosie) 1 Neem de aanwezigheidsregisters en het 'brandkoffertje' mee. 2 Doe een oranje veiligheidsjas (GO) aan. 3 Ga naar de boerenhal en doe de grote poort open. 4 Leg de klaslijsten op de kant van de springbak. 5 Ontvang de ingevulde en getekende klaslijst. 6 Verifieer en noteer op Checklist (groen blad) §
de aanwezige klassen;
§
de lln met een R
§
de vermiste lln in de rode kolom
7 Geef zo vlug mogelijk door aan de hulpdiensten en verwittig de directie aangaande: §
het aantal vermiste leerlingen
§
de betrokken lokalen.
§
Plaats van aankomst van de hulpdiensten
8 Blijf ter beschikking van de hulpdiensten.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
16
1.3.2.3 TAKEN van de ontruimingsverantwoordelijke (Carmen) 1 Doe een oranje veiligheidsjas (GO) aan. 2 Evacuatiealarm opzetten, handmelder op secretariaat indrukken, met sleutel plastic terugzetten. Alarm uitschakelen kan enkel door code in te drukken op centrale in de nieuwbouw. 3 Sluit eventueel de gastoevoer af door de noodstop in te drukken (Technische Ruimte1). 4 Laat eventueel de elektriciteit afsluiten (praktijkhal). 5 Wacht aan de voorkant van de school op de brandweer en/of de politie. 6 Zorg dat niemand naar binnen gaat aan de voorzijde.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
17
1.3.2.4 Taken reserve Indien één of meerdere personen van het secretariaat met een bijzondere taak (oproepverantwoordelijke, ontruimingsverantwoordelijke of evacuatieverantwoordelijke) afwezig zijn vallen in volgorde de volgende personen in. 1 Marleen 2 Annie 3 Miet 4 Stef Indien alle drie de functies uitgevoerd kunnen worden: 1 doe een veiligheidsjas (GO) aan 2 verlaat het gebouw via de voorzijde 3 controleer of er klassen zijn: -
buiten
-
boerderij
-
pvl
-
praktijkhal
4 ga helpen in de boerenhal 1.3.2.5. Taken directie De directie: §
coördineert het crisiscentrum;
§
houdt zich ter beschikking van de hulpdiensten;
§
laat het ontruimde gebouw nooit achter zonder bewaking;
§
treedt op als woordvoerder ten overstaan van derden.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
18
1.3.3. Vooropgestelde richtlijnen
•
Er wordt een datum afgesproken in overleg met de brandweer. Deze datum wordt doorgegeven aan de politie, de directie en de preventieadviseurs van de scholengemeenschap.
•
De brandweer zal (bijna altijd) aanwezig zijn tijdens de oefening.
•
Een oefening wordt in uitzonderlijke gevallen afgelast, dit in onderlinge afspraak met brandweer, directie en PA.
•
Slecht weer is geen reden aangezien de lln droog kunnen staan in de boerenhal.
•
De PA gaat in de eerste week van september de uitleg geven in de klassen van het eerste jaar.
•
Opletten met veel nieuwkomers in een zelfde klas op andere jaren.
•
Nieuwe lkr wordt ingelicht via de onthaalbrochure.
•
PA controleert of de instructiebladeren ophangen in alle lokalen.
•
Een evacuatieoefening in september wordt half aangekondigd. Er wordt enkele dagen op voorhand een blad opgehangen op het infobord in het leraarslokaal. Dit met de tekst “binnenkort evacuatie-oefening”. Dit blad valt op door het brandweersymbool, een sirene en de afgebrande zijkanten. Hierdoor zijn de lkr op de hoogte maar de lln niet.
•
Een oefening in de tweede of derde trimester wordt niet aangekondigd. De datum is in overleg met de brandweer. Enkel de politie en de coördinerend PA krijgen datum en uur.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
19
1.4. Evaluatie §
Na de evacuatieoefening is er een evaluatievergadering waarop aanwezig zijn: o de brandweer o de evacuatieverantwoordelijke o de oproepverantwoordelijke o de ontruimingsverantwoordelijke o iedereen die een controleblad heeft aangevuld o de directie o PA o eventueel collega PA scholengemeenschap o eventueel politie
§
Op het einde wordt de oefening afgefloten door de PA en gaan de lln en lkr terug naar hun klas. Bij het naar buiten gaan kunnen ze al opmerkingen doorgeven aan de PA, directie of brandweer.
§
In de klas evalueren de leraren en leerlingen kort de ontruimingsoefening.
§
Tijdens de evaluatievergadering worden de controlebladen nagekeken en de op- en aanmerkingen van de klassen verwerkt. Op basis van alle nieuw verkregen gegevens worden verbeteringen aan de richtlijnen en de organisatie aangebracht.
§
Er wordt een voorlopig verslag opgemaakt door de PA. Dit komt de dag nadien op het infobord in het leraarslokaal op te hangen. Dan krijgen de leerkrachten de kans om opmerkingen te noteren.
§
Een definitief verslag wordt gemaild naar de brandweer, politie, directie en coördinerend PA.
§
De brandweer stuurt een getekende versie terug.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
20
Inhoud noodkoffer Sleutel boerenhal Klaslijsten: 1G1
1G2
1G3
1G4
2G1
2G2
2G3
2BVL
3B1
3B2
3T
3Bio
4B
4T
4Bio
5L
5TL
5Bio
6L
6TL
6Bio
1B
7Sp Checklist Lessenrooster Grondplannen Noodnummers Adres en telefoonlijst leerlingen Adres en telefoonlijst leerkrachten Potloden
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
21
Biotechnicum Kaulillerweg 3 3950 Bocholt 089/46.14.90
Verloop evacuatie
Naam controleur: Gecontroleerde lokalen: Datum: Waarschuwingsfase: 1. tijdstip gesimuleerde brand
….. uur …. min ….. sec
2. tijdstip waarschuwing
….. uur …. min ….. sec
3. worden de richtlijnen nageleefd? …………………………………………………………………………………
Alarmfase: 1. tijdstip alarmsignaal
….. uur …. min ….. sec
2. worden de richtlijnen nageleefd? …………………………………………………………………………………
Verloop evacuatie: 1. verloop van de evacuatie a) ordentelijk:
ja – neen
…………………………………………………..……………………………… b) kalm:
ja – neen
……………………………………………………………………….……… c) in stilte:
ja – neen
………………………………………………………………………………..… 2. zijn er versperringen?
ja – neen
waar?……………………………………………………………………………
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
22
zijn er opstoppingen?
ja – neen
waar? ………………………………………………………………………………. 3. werden persoonlijke bezittingen meegenomen?
ja - neen
Verzamelplaats: 1. verloopt de opstelling per klas vlot?
ja – neen
2. verloopt de aanwezigheidscontrole snel?
ja – neen
Opvang brandweer: 1. tijdstip alle gegevens beschikbaar?
…. uur …. min …. sec
2. zijn de toegangen vrij?
ja – neen
3. verloopt de opvang vlot?
ja – neen
4. verloopt de begeleiding vlot?
ja - neen
Opmerkingen:
……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
23
NOODOPROEPNUMMERS
MEDISCHE SPOEDGEVALLENDIENST
TEL.
100 of 112
BRANDWEER (DRINGENDE OPROEPEN)
TEL.
100 of 112
BRANDWEER – AMBULANCE BREE (ALARMLIJN)
TEL.
089 46 42 85
POLITIE (DRINGENDE GEVALLEN)
TEL.
101
BRANDWONDENCENTRUM
TEL.
016 33 22 11
ANTIGIFCENTRUM
TEL.
070 245 245
ZELFMOORDPREVENTIE
TEL.
02 649 95 55
CLB BREE
TEL.
089 46 79 30
ZIEKENHUIS ZMK CAMPUS BREE (spoed)
TEL.
089 46 08 03
ZIEKENHUIS ZMK CAMPUS MAASEIK (spoed)
TEL.
089 56 02 05
ZIEKENHUIS GENK (spoed)
TEL.
089 32 51 60
ZIEKENHUIS OVERPELT (spoed)
TEL.
011 82 62 40
DIRECTEUR
TEL.
Stef
PREVENTIE ADVISEUR
TEL.
0476 21 97 80
PVL
TEL.
089 46 29 46
FRITS CORSTJENS (PREVENTIEADVISEUR SG)
TEL.
0473 40 19 24
BIOTECHNCIUM BOCHOLT
TEL.
089 46 14 90
Directie
TEL.
089 48 20 23
MIDDENSCHOOL H. HART BREE
TEL.
089 46 91 70
TISM BREE
TEL.
089 46 11 63
MIDDENSCHOOL MEEUWEN
TEL.
011 79 26 82
INSTITUUT AGNETENDAL PEER
TEL.
011 63 17 66
(Collegelaan)
TEL.
011 63 21 42
SCHOLENGEMEENSCHAP SINT-MICHIEL
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
24
NUTTIGE NUMMERS APOTHEEK HEYLEN
TEL.
089 46 26 09
VERTROUWENSCENTRUM/KINDERMISHANDELING
TEL.
011 27 46 72
INFRAX (storingslijn)
TEL.
078 35 34 33
INFRAX (gasgeur)
TEL.
0800 60 888
VMW (WATER) – WACHTDIENST
TEL.
011 28 06 11
BELGACOM (STORINGEN)
TEL.
0800 22 700
ERIC COOLEN VOORZITTER IM
TEL.
Miet
DE LIJN KINROOI
TEL.
089 70 01 50
IDEWE HASSELT
TEL.
011 24 94 70
LDB HASSELT
TEL.
011 87 04 11
FAX
011 87 04 88
TEL.
011 35 08 60
FAX
011 35 08 78
CENTRALE VERWARMING (PEETERS)
TEL
089 46 13 24
KONE LIFT
TEL
02 730 93 24
Verwimp Wim
GSM
0478 68 60 49
CENTRALE VERWARMING (WELS)
TEL.
089 46 17 00
LKB Christophe
GSM
0477 65 51 26
ALARMCENTRALE (ESS Mathy)
TEL.
089 85 79 39
GSM
0475 79 29 76
GSM
0475 43 41 46
GSM
0496 86 00 51
GSM
0475 86 83 19
Lagere school
TEL
089 46 28 32
Sporthal
TEL
089 46 43 93
Parochiehuis
TEL
089 46 18 28
Gemeentelijke administratie
TEL.
089 46 04 70
FAX
089 46 67 90
Technische dienst
TEL
089 70 04 80
Politie
TEL.
089 84 09 90
FAX
089 46 29 84
OCMW
TEL.
011 44 02 70
Postkantoor
TEL. 089 46 12 39
TWW
ELECTRICEIT EVI Ivo EVI Raf BOUWWERKEN VDK Luc GEMEENTE BOCHOLT
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
25
WAT TE DOEN BIJ BRANDALARM: Blijf kalm! Laat alles liggen! Meld de brand aan het secretariaat en zeg: - waar het brandt, - welke omvang de brand heeft, - of er gewonden zijn. Sla de handmelder stuk! brandsirene
Indien mogelijk, doe een bluspoging en voorkom uitbreiding van de brand door ramen en deuren te sluiten. Breng uzelf en anderen in veiligheid via de vluchtwegen: volg de pijlen van de richtingaanwijzers. Klasverantwoordelijke als eerste en de leerkracht als laatste. Gebruik de nooduitgangen (en de vensters op de eerste verdieping) indien de vluchtwegen gevaar opleveren!
Verzamel in de boerenhal en verlaat deze niet!
In
Bijlage 2: noodplan van de nieuwbouw
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
26
Calamiteit 2: Technische ongevallen
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
27
Calamiteit 2: Technische ongevallen 2.1. Algemene principes De arbeidswetgeving schrijft voor om ongevallen met bepaalde toestellen of installaties te melden. Wanneer het technisch ongeval meldingsplichtig is volgens het ARAB, gaat het om een ongeval met een belangrijke materiële schade te wijten aan het gebruik van: ♦ elektrische energie ♦ recipiënten voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen ♦ stoomtoestellen, ioniserende stralingen, springstoffen, groeven en graverijen in open lucht
2.2. Werkwijze Bij een technisch ongeval worden verwittigd: INTERN: Naam
functie
Telefoon
Hendrikx Miet
Directeur
089/48.20.23
Mayaert Carmen
Personeelszaken
089/46.14.90
Ulenaers Stefan
Preventie adviseur
0476/21.97.80
Functie
Telefoon
EXTERN Naam TWW
011/35.08.60
Corstjens Frits
PA SGS
0473/40.19.24
Gorssen Christine
Arbeidsgeneesheer
011/24.94.70
LDB
Verzekering
011/87.04.11 011/87.04.88 F
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
28
Calamiteit 3: Ongeval
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
29
Calamiteit 3: Ongeval 3.1. Waarom? 3.1.1. Omwille van het juridische aspect Ø Nota van de arbeidsinspectie: bijgevoegd Ø Zie KB betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk I. Afd. IV – Maatregelen bij noodsituaties en in geval van ernstig en onmiddellijk gevaar: 1. Art. 22 à opstellen intern noodplan II. Afd. V – Maatregelen in geval van arbeidsongeval •
Art. 26 – Art. 27 en Art. 28
Ø Zie KB betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk •
Afd. II – De opdrachten van de interne dienst
•
Art. 5 à ongevalonderzoek uitvoeren à advies verlenen ivm instructies à (veiligheidsinstructies) à uitwerking van interne noodprocedures à organisatie EHBO
Ø Zie ARAB Art. 174 tot 183 §
Wettelijke bepalingen ivm met het EHBO-lokaal en de opleiding van de hulpverleners die de dringende zorgen toedienen in de bedrijven.
DOEL: OM TE VOLDOEN AAN DE WETTELIJKE VERPLICHTINGEN EN ZO STRAFRECHTERLIJKE VERVOLGING EN BOETES TE VOORKOMEN!
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
30
3.1.2. Omwille van het sociaal-economische aspect ONGEVAL = VERLIES v Tijdverlies o Administratief werk: secretariaat, IDPBW o Ouders/lln.: nazorg v Materiële verliezen o schade aan machine, apparatuur, … v Financiële verliezen o herstellingskosten o schadevergoedingen o niet verzekerde schadebedragen en andere onkosten v Imagoverlies o bv. bij een ernstig of zeer ernstig ongeval
DOEL: OM VERLIEZEN TE VERMIJDEN 3.1.3. Omwille van het humaan-sociale aspect ONGEVAL = PIJN & LEED EN PIJN & LEED REFLECTEREN ZICH !
De schade blijft NIET beperkt tot het slachtoffer alleen: - collega’s en medeleerlingen delen mee in het leed - ouders van leerlingen worden getroffen - familieleden van het slachtoffer worden geraakt - de school (imago) wordt geschaad
DOEL: OM DE (EMOTIONELE EN FYSISCHE) SCHADE TE BEPERKEN!
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
31
3.1.4. Samengevat: De ongevalprocedures hebben tot doel: o voldoen aan de wettelijke verplichtingen, maar belangrijker is o dat uit ongevallen kan geleerd worden zodat er preventieve acties kunnen ondernomen worden om (gelijkaardige) ongevallen te voorkomen in de toekomst.
3.1.5. Manier van aanpak: De melding van elk ongeval gebeurt op het secretariaat à EHBO toedienen en ernst inschatten à afhankelijk van de ernst van het ongeval de procedure starten à meldingsformulieren opstellen • Registratie ongevallen: ongevallensteekkaart • Opvolging ongevallen: ongevalonderzoek • Statistieken ongevallen: jaarverslag
Bijlage 3: ongevallensteekkaart
3.1.6. Aangifte arbeidsongevallen 3.1.6.1. Ernstig Arbeidsongeval. Definitie van een ernstig ongeval dat vanaf 14 maart 2005 (KB 24 februari 2005) moet gemeld worden aan de inspectie m.b.v. een omstandig verslag. (codex titel I, hoofdstuk III artikel 27) ALTIJD coördinerend PA op hoogte stellen. Deze komt ook helpen bij het invullen van het omstandig verslag.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
Geeft aanleiding tot: - Afwijkende gebeurtenis volgens EN Dodelijk Arbeidsongeval - Blijvend letsel bijlage I 32 Of
of -
Tijdelijk letsel volgens bijlage III
Betrokken voorwerp volgens bijlage II
of Arbeidsongeval dat voldoet aan volgende criteria:
Bijlage III : lijst van tijdelijke letsels •
vleeswonden met verlies van weefsel die aanleiding geven tot een meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 013*);
•
botbreuken (codes 020 tot 029);
•
traumatische amputaties (verlies van ledematen - code 040);
•
afzettingen (code 041*);
•
schuddingen en inwendige letsels die in afwezigheid van behandeling levensbedreigend kunnen zijn (code 053*);
•
schadelijke effecten van elektriciteit die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 054*);
•
brandwonden die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid of chemische of inwendige verbrandingen of bevriezingen (codes 060 tot 069);
•
acute vergiftigingen (codes 071 en 079);
•
verstikkingen en verdrinkingen (codes 081 tot 089);
•
effecten van straling (niet thermische) die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 102).
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
33
Bijlage I :afwijkende gebeurtenis • afwijkende gebeurtenis als gevolg van een elektrische storing, explosie, brand (codes 10 tot 19);
•
afwijkende gebeurtenis door overlopen, kantelen, lekken, leeglopen, verdampen, vrijkomen (codes 20 tot 29);
•
breken, barsten, glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp (codes 30 tot 39);
•
verlies van controle over een machine, vervoer- of transportmiddel, handgereedschap, voorwerp (codes 40 tot 44);
•
vallen van personen van hoogte (code 51);
•
gegrepen of meegesleept worden door een voorwerp of de vaart daarvan (code 63).
Bijlage II : betrokken voorwerp •
steigers of bovengrondse constructies (codes 02.00 tot 02.99);
•
graafwerken, sleuven, putten, onderaardse gangen, tunnels of ondergrondse wateromgeving bedoeld door de codes 03.01, 03.02 en 03.03);
•
installaties (codes 04.00 tot 04.99);
•
machines of toestellen (codes 05.00 tot 05.99, 07.00 tot 07.99 en 09.00 tot 10.99);
•
systemen voor gesloten of open transport en opslag (codes 11.00 tot 11.99, 14.10 en 14.11);
•
voertuigen voor transport over land (codes 12.00 tot 12.99);
•
chemische stoffen, explosieven, radioactieve stoffen, biologische stoffen (codes 15.00 tot 15.99, 19.02 en 19.03);
•
veiligheidssystemen en veiligheidsuitrusting (codes 16.00 tot 16.99);
•
wapens (code 17.05);
•
dieren, micro-organismen, virussen (codes 18.03, 18.04 en 18.05).
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
34
3.1.6.2. Arbeidsongevallen. Een ongeval dat zich voordoet op het werk en niet voldoet aan bovenstaande definitie wordt gecatalogeerd als een arbeidsongeval (AO). KB Arbeidsongevallenwetgeving (10 april 1971). Wet Welzijn (4 augustus 1996). KB betreffende Interne Dienst preventie en bescherming op het Werk (27 maart 1998) 1. Werkwijze Leerlingen
Personeel AO
Aangifteformulier
Aangifteformulier
arbeidsongevallenverzekering leerlingenverzekering AO met meer dan 4 dagen werkverlet Ongevallensteekkaart (KB 27
Ongevallensteekkaart
maart 1998 bijlage IV) (zie voorbeeld intern verslag Aangifteformulier kan dienst
van een ongeval)
doen als ongevallensteekkaart EAO
Aangifteformulier
Aangifteformulier
arbeidsongevallenverzekering leerlingenverzekering Omstandig verslag binnen 10 dagen aan FOD WASO, Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (indien niet mogelijk omwille van materiële omstandigheden een voorlopig verslag binnen de 10 dagen. Complementaire elementen worden bezorgd binnen termijn vastgesteld door toezicht belaste ambtenaar) Onmiddellijke melding bij dodelijk ongeval of ongeval met blijvende ongeschiktheid aan FOD WASO, Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
35
Documenten (aangifteformulier en/of ongevallensteekkaart (en omstandig verslag)) 10 jaar te bewaren. Eveneens op te sturen naar EDPBW (art 28 KB beleid 27 maart 1998) Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk LIMBURG Verantwoordelijke: Pieter De Munck, adviseur-generaal TT 14 Sint-Jozefsstraat 10.10 3500 HASSELT Tel.: 011 35 08 60 Fax: 011 35 08 78 E-mail:
[email protected] Ambtsgebied: Provincie Limburg 2. Documenten Omstandig verslag. Bijlage 3: ongevallensteekkaart
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
36
Omstandig verslag nr: Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk
Slachtoffer Naam: Voornaam:
Functie: Werkgever
plaats ongeval
2. Beschrijving
1. Identificatie
Adres:
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
3. Omschrijving omstandigheden ongeval
37
Aantal foto’s in bijlage : Primair
Tertiair
Maatregelen op korte termijn
Stefan Ulenaers
Materiële : vermijden
om herhaling te
5. Aanbevelingen
4. Vastgestelde oorzaken
Secundair
Organisatorische: Maatregelen op lange termijn
Niveau II-44
38
Materiële: Organisatorische: Vergelijkbare situaties in bedrijf ?
Verslag
7. Opsteller(s) Omstandig
6. Lijst van directe en indirecte getuigen
Aanpassing GPP nodig ?
verzonden aan
Werkgroep EDPBW
verslag
8. Afschrift van
Werkgever
Stefan Ulenaers
FOD WASO …
Niveau II-44
3. Advies CPBW
2. Actieplan herhaling te vermijden
1. Beslissingen i.v.m. maatregelen om
39
Werkgever
Handtekeningen :
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
40
3.2. Voorkomen! Voorkomen is beter dan genezen! Daarom begint veiligheid aan de top binnen een bedrijf. Om deze reden is ook de beleidsverklaring enkele jaren geleden aangepast!
Bijlage 4: beleidsverklaring Bijlage 5: identificatiedocument IDEWE Om ongevallen te voorkomen zijn er verschillende hulpmiddelen.
3.2.1. Aankoopbeleid De begroting moet schriftelijk voor 30 oktober bij de directie zijn binnengebracht. Met de vermelding van: Ø de werkgroep Ø artikel(s) Ø de vermoedelijke prijs (eventueel met offerte) 3.2.1.1 toestellen Dit omvat elektrische gereedschappen, beamers, computers, printers, plooibank, … o offerte o bestelbon o indienststellingsverslag o risico-analyse o Veiligheids Instructie Kaart 3.2.1.2 producten Dit omvat chemische producten, verfproducten, oplosmiddelen, gas , olie, benzine, ….. Dit vooral voor de werkgroepen wetenschappen, landbouw en onderhoud. o offerte (voor grotere bestellingen) o vervangbaar door milieuvriendelijke producten? o bestelbon o MSDS fiches
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
41
3.2.1.3 klein gereedschap Dit omvat hamers, tangen, sleutels, kruiwagens, shoppen, harken, borstels, snoeitang, messen, …… o bestelbon
3.2.1.4 materialen Dit omvat nagels, schroeven, touw, krijt, stiften, pennen, boeken, kaders, papier, elektroden, …….. o bestelbon 3.2.1.5 PBM Dit omvat veiligheidslaarzen en –schoenen, labo jassen, overalls, veiligheidsbrillen, turnkledij, gehoorbescherming, handschoenen,…. o bestelbon Machinedossier met:
Offerte Bestelbon Factuur Inventarisnummer Instructieboekje Indienststellingsverslag Risicoanalyse VIK
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
Firma:
42
Tel: Fax:
Bestelbonnummer:
V.Z.W. K.S.O.L.-Bocholt Biotechnicum Kaulillerweg 3 3950 Bocholt Tel. (089) 46 14 90 - Fax (089) 46 10 95 e-mail:
[email protected] Besteld door: Ulenaers Stefan (0476/21.97.80) Openingsuren: 8.30u tot 15.30u, woensdag tot 12.00u
Bonnummer: Artikelcode
Datum:
Omschrijving
Referentie: Aantal
Eenheidsprijs
Totaal
Vermelde prijzen zijn exclusief BTW
Eindtotaal: Bericht aan de leverancier: 1. Volgend adres dient integraal op de factuur vermeld te worden: V.Z.W. K.S.O.L.-Bocholt Biotechnicum Kaulillerweg 3 3950 Bocholt 2. Het nummer van de bestelbon dient op de factuur vermeld te worden. 3. De af te leveren toestellen of installaties moeten steeds beantwoorden aan alle Belgische veiligheidsvoorschriften en veiligheidsmaatregelen vermeld in de wetgeving. Directie Hendrikx Miet
Stefan Ulenaers
Preventie Adviseur Ulenaers Stefan
Bevoegd Persoon
Niveau II-44
43
V.Z.W. K.S.O.L-Bocholt Biotechnicum Kaulillerweg 3 3950 Bcholt
VERSLAG VOOR INDIENSTSTELLING In uitvoering van artikel 8.3 van het Koninklijk Besluit van 93.08.12
Identificatie van het arbeidsmiddel Benaming:o installatie :o machine
Nummer bestelbon: Bouwjaar: Fabrikant/Leverancier:
o gemechaniseerd werktuig
o andere
Merk: Lokaal:. Type :
Naleving van de veiligheidseisen: Dit arbeidsmiddel en de installatie ervan werd gecontroleerd op de naleving van : 1. De vigerende wetten, reglementen en normen inzake Veiligheid en Hygiëne: o in orde o opmerkingen betreffende: 2. Bijkomende veiligheidseisen: opmerkingen betreffende:
oin orde
o mechanisch oelektrisch o chemisch o brand en ontploffing o omgevingsfactoren o ergonomie o andere veiligheidseisen ……………………………………………………………………………………………… Documenten inzake veiligheid voorhanden: 3.1. attest van de leverancier (artikel 8.2 van het Koninklijk Besluit van 93.08.12) o ja o neen o niet van toepassing 3.2. de EG verklaring van overeenstemming (artikel 10 van het Koninklijk Besluit van 95.05.05) o ja o neen oniet van toepassing 3.3. instructies (artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 93.08.12) o ja o neen o niet van toepassing 3.4. de gebruiksaanwijzing (punt 1.7.4 van de bijlage 1 van het Koninklijk Besluit van 95.05.05) o ja oneen o niet van toepassing Verslag Preventie adviseur Ulenaers Stefan Datum Handtekening
Raadgeving bevoegd persoon datum handtekening
Beslissing indienststelling , door de directeur o toegelaten o toegelaten na in orde stellen van opmerkingen
Directie Hendrikx Miet Handtekening:
Stefan Ulenaers
Advies arbeidsgeneesheer Gorssen Christine datum handtekening
o stellen van opmerkingen o geweigerd
Datum:
Niveau II-44
44
3.2.2. Risico analyse Niet alle risico’s zijn te vermijden, door een risico analyse te maken kan men wel de gevaren die er zijn beter inschatten. Het best is dit te doen met andere personen erbij. □ Iedereen heeft een andere kijk op iets □ Bedrijfsblindheid kan soms een probleem zijn □ Andere resultaten en/of meningen □ Zeker met mensen die de machines en dergelijke kent Voor de verschillende functies binnen onze school staan de RIE op de site van de school ( www.biotechnicum.be ) onder de rubriek organisatie. Deze omvatten voor de theorievakken: §
Lichamelijke opvoeding
§
Algemene vakken
§
Plastische opvoeding
§
Muzikale opvoeding
§
Realisatie technieken
§
Technologische opvoeding
§
Informatica
§
Fysica
§
Biologie
Voor de praktijkvakken hebben we: §
Labo
§
Algemene technieken
§
Plant- en groeimilieu
§
Dier- en leefmilieu
Met de opvatting van deze RIE is er uitgegaan van een risicoanalyse van het lokaal en de functie ervan. Bij de risicoanalyse staan ook het gezondheidstoezicht en de werkpostfiche!
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
45
3.2.3. Veiligheids Instructie Kaarten Deze moeten in een eenvoudige taal met symbolen worden gemaakt. Teveel tekst moet vermeden worden. Ze moeten opgehangen worden in de onmiddellijke omgeving van de machines/producten. Uniformiteit speelt een belangrijke rol. Bijlage 6: VIK decoupeerzaag Bijlage 7: VIK hooimachine
3.2.4. Opleiding Het heeft geen zin om veel tijd en moeite in de vorige zaken te steken als er geen opleiding voorzien wordt. De opleiding moet op twee vlakken gebeuren, voor de leerlingen en de leerkrachten. Tijdens de opleiding moet niet enkel naar het gebruik van de machine, maar ook naar het onderhoud en eventuele defecten ervan verwezen worden. Vooraleer een leerling met een machine mag werken moet hij hiervan de uitleg gekregen hebben en de VIK overlopen hebben. Van dit alles wordt nota gemaakt in de agenda. De tweede en derde graad laten elk jaar een papier tekenen, zowel door de ouders als de leerlingen. Voor de leerlingen biotechniek: veiligheid in het labo. Voor de leerlingen landbouw: veiligheid in de praktijk + elk jaar de algemene richtlijnen tijdens praktijk en werkplaatsreglement. Bij de opleiding behoort ook het behalen van het VCA-B attest voor de leerlingen van het zesde jaar. De leerlingen van het zevende kunnen herkansen voor VCA-B of examen afleggen voor VCA-Vol. De lkr krijgen elk jaar de kans om het examen VCA-Vol af te leggen.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
46
3.2.5. Onthaalbrochure Tijdens de aanwerving en/of afspraken met stagiairs wordt de onthaalbrochure overlopen, ze ontvangen ook het schoolreglement. Hoofdstuk 1: Het Biotechnicum Hoofdstuk 2: Wegwijs worden in onze school Hoofdstuk 3: Persoonlijke documenten van de leraar Hoofdstuk 4: De begeleidende taak van de leraar Hoofdstuk 5: Werkgroepen Hoofdstuk 6: De leerlingenbegeleiding Hoofdstuk 7: Formaliteiten te vervullen bij ziekte Hoofdstuk 8: Veiligheid – evacuatie schoolgebouwen Hoofdstuk 9: Praktische tips voor jonge/beginnende leraren Tijdens het onthaal door mevr Spelmans wordt ook de risico-analyse overlopen. Vervolgens gaan de nieuwelingen naar mevr. Maeyart voor het tekenen van het contract. De directie zorgt voor het laten tekenen van de werkpostfiche. Eventuele verdere afspraken worden dan gemaakt zoals: Ø sleutel Ø boeken Ø lesrooster Ø telefoonnummer bepaalde collega’s Ø peter/meter Ø leraarslokaal/weekagenda Ø reservering van lokalen, beamers, laptop, tv, dvd, video Ø toetsen Ø uitstappen
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
47
Veiligheid, gezondheid en welzijn op school Onthaaldocument voor onderwijzend en ondersteunend personeel, stagiairs en interimarissen
Eén minuut is nodig om een veiligheidsregel te schrijven Eén uur is nodig om een veiligheidsvergadering te houden Eén week om een veiligheidsprogramma op te stellen Eén maand om dat programma uit te voeren Eén jaar om hiervan resultaten te bekomen Eén mensenleven om een veilig persoon te worden en slechts één seconde ... om alles te vernietigen
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
48
Inhoudsopgave 1
Structuren ____________________________________________________
2
Voorleven doet naleven ________________________________________
3
Rookverbod ___________________________________________________
4
Ziekte of ongeval van leerlingen ________________________________
5
Ongeval van een personeelslid _________________________________
6
Brandpreventie ________________________________________________
7
Richtlijnen bij brand en evacuatie _______________________________
8
Pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag op het werk_______
Draag je steentje bij om de risico's tot een minimum te herleiden. Signaleer gevaarlijke situaties zo vlug mogelijk aan de bevoegde personen, preventieadviseur, ...
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
49
1 Structuren De werkgever zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid geïntegreerd worden het dagelijks beleid. De hiërarchische lijn, d.w.z. de directie uitvoering in de praktijk.
in
is verantwoordelijk voor de
De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) heeft taken in verband met het voorkomingbeleid, ongevalonderzoeken, administratieve taken, onderzoeken en adviezen. Stefan Ulenaers is onze preventieadviseur. De Werkgroep Veiligheid is een overlegorgaan dat ervoor zorgt dat je stem als werknemer gehoord wordt. De werkgroep veiligheid geeft adviezen over alle aspecten die verband houden met veiligheid en welzijn op het werk. De vertegenwoordigers zijn Walter Meus, Jo Vandersteegen, Marc Jorissen, Heidi Swennen, Geebelen Patrick, Rik Linsen de directie en de PA. De Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (EDPBW) IDEWE Hasselt Kunstlaan 16 3500 HASSELT Telefoon: 011 24 94 70, fax: 011 22 35 62 E-mail:
[email protected] Preventieadviseur Arbeidsveiligheid: dr. Christine Gorssen Preventieadviseur Psychosociale belasting: Maarten Sercu
2 Voorleven doet naleven Ordelijke klaslokalen, specifieke lokalen en werkplaatsen zorgen voor: -
minder gevaren, minder ongevallen; prettiger werken, betere sfeer; efficiënter werken, minder tijdverlies, betere concentratie bij de taken die men uitvoert; minder fouten, betere kwaliteit.
Hierin ligt een opvoedende taak voor de leraar: -
verlaat bij het einde van de les nooit een lokaal in slordige toestand; begin niet met de les in een lokaal dat toch slordig achtergelaten werd; durf orde en netheid eisen; schakel bewust de momenten uit waarbij er kans op wanorde ontstaat, b.v. bij leswisselingen wanneer de leerlingen alleen achtergelaten worden; naleven van werkplaats- en laboratoriumreglement is een onderdeel van het werk; houd doorgangen, trappen, vluchtwegen, afsluiters, blustoestellen,toegangen tot bedieningsapparatuur en schakelkasten steeds vrij.
3 Rookverbod Vanaf 1 januari 2006 gelden er strenge bepalingen inzake roken op het werk. Vanaf dan heeft iedere werknemer het recht op een rookvrije werkplek en sociale ruimtes. Als algemene en eenvoudige regel geldt sinds vele jaren in de school een absoluut rookverbod in alle lokalen.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
50
4 Ziekte of ongeval van leerlingen De eerste verzorging op school gebeurt door de medewerkers van het secretariaat of personeelsleden die in het bezit zijn van een getuigschrift bedrijfseerstehulp. Bel niet rechtstreeks het noodnummer van de hulpdiensten! Bij een ernstig ongeval verwittig je onmiddellijk het secretariaat. Zij roepen indien nodig verdere medische hulp in. Bij ongevallen buiten de school verwittig je onmiddellijk de school.
5 Ongeval van een personeelslid Bij een ongeval van een personeelslid gelden dezelfde principes die gelden voor leerlingen. Verwittig steeds de personeelsadministratie. Elk ongeval van en naar het werk of bij verplaatsing in opdracht van de werkgever moet dadelijk gemeld worden aan de personeelsadministratie.
6 Brandpreventie Brand vormt zowel op school als thuis een permanent risico. Het voorkomen van brand begint met het naleven van een aantal regels bij het dagelijks werk. Maak daar een gewoonte van. Onthoud volgende aandachtspunten: -
houd steeds de brandbestrijdingsmiddelen (muurhaspels en brandblusapparaten) vrij; weet steeds waar de blusmiddelen te vinden zijn; op strategische plaatsen vind je overzichtsborden met de aanduiding van brandbestrijdingsmiddelen en vluchtwegen; ken de meest voorkomende pictogrammen inzake brandveiligheid en evacuatie; zorg dat ontvlambare stoffen voldoende ver verwijderd zijn van iedere warmtebron; schakel elektrische apparaten en machines uit na gebruik; defecte of beschadigde snoeren, machines of toestellen gebruik je niet, maar verwittig de bevoegde persoon.
7 Richtlijnen bij brand en evacuatie Zie bijlagen
8 Pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag op het werk De directie wil zich ten volle inzetten voor het welzijn van zijn werknemers. Dit houdt onder andere in dat iedereen het recht heeft om te kunnen werken in een aangename, positieve en stimulerende werksfeer. Wij willen vragen dat jullie zich samen met ons willen inzetten om in de omgang met collega's, leidinggevenden, medewerkers en klanten, elkaar met wederzijds respect te behandelen. Dat betekent ook dat elke werknemer zich dient te onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Bovendien zal elke werknemer op een positieve manier bijdragen tot het preventiebeleid en de werksfeer door dergelijke daden niet te tolereren en door ook als getuige van deze daden al het mogelijke te doen om dit gedrag te doen ophouden.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
51
WAT TE DOEN BIJ BRANDALARM
Als leerkracht
Blijf kalm! Laat alles liggen! Laat een leerling de brand melden op het secretariaat - waar het brandt, - welke omvang de brand heeft, - of er gewonden zijn. Sla de handmelder stuk! Brandsirene Indien mogelijk, doe een bluspoging en voorkom uitbreiding van de brand door ramen (lln) en deuren dicht te doen (lkr).
Breng uzelf en anderen in veiligheid via de vluchtwegen: volg de pijlen van de richtingaanwijzers. Klasverantwoordelijke als eerste en de leerkracht als laatste. !! branddeuren sluiten automatisch Gebruik de nooduitgangen (en de vensters op de eerste verdieping) indien de vluchtwegen gevaar opleveren! Lift nooit gebruiken
Verzamel in de boerenhal en verlaat deze niet! Controle lln in rij en aftekenen klaslijst!! Blijf bij je klas staan in rij!! Lkr die geen les hebben helpen bij de administratie!!
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
52
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
53
3.2.6. Afvalbeheersplan 3.2.6.1. Doel: Primair trachten we te voorkomen dat afval en verontreiniging ontstaat. Afval en verontreiniging die niet ontstaat hoeft ook niet opgeruimd te worden. De school zal bij voorkeur duurzame producten aankopen,, hierdoor zijn er minder nieuwe grondstoffen, water en energie nodig. Leerlingen opvoeden tot milieubewuste burgers is een verplichting die vervat zit in de vakoverschrijdende eindtermen (VOET) en de vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Deze ontwikkelingsdoelen en eindtermen kan men niet bereiken door het geven van enkele lessen milieu -educatie. De school moet ook het voorbeeld geven want voorleven doet naleven. De school doet aan afvalpreventie door: •
te kopen naar behoefte
•
duurzame, degelijke producten aan te kopen die langer meegaan
•
producten correct te onderhouden
•
producten te hergebruiken
•
afvalarme producten aan te kopen
•
milieuvriendelijk ecologische producten aan te kopen
•
aluminiumfolie op school is verboden
•
boterhamdoos is verplicht
3.2.6.2. Overeenkomsten, convenanten en middelen: Om de afvalstromen te beheersen heeft de school: -
Samen met de overige scholen van de scholengemeenschap een akkoord afgesloten met OVAM voor het vervoeren en verwijderen van dierlijk afval.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
54
-
In samenwerking met het VVKSO, de firma van Gansewinkel en de scholengemeenschap een contract afgesloten voor het verwijderen van Klein Gevaarlijk Afgeval (KGA) en Gevaarlijke Stoffen en Preparaten (GSP).
-
Een regeling voor het ophalen van batterijen via Bebat.
-
Een regeling voor het ophalen van inktpatronen.
-
Een containerpark gebouwd waar het afval gescheiden kan opgeslagen worden.
3.2.6.3.Organisatie van de afvalinzameling op school. Papier- en kartonafval
WAT WEL
WAT NIET
Kranten en tijdschriften
Geolied papier en karton
Kartonnen dozen
Papier met waslaag
Schrijfpapier
Carbonpapier, doorslagpapier
Kopieerpapier
Gelijmd karton
Computerpapier,
Papieren voorwerpen waarin kunststoffen of
listingpapier
andere materialen verwerkt zijn
Enveloppen zonder
Kaarten met magneetbanden
venster Behangselpapier Ringmappen Vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen
Papier- en kartonafval verzamel je in de klas in de zwarte boxen. Indien deze moeten geledigd worden zet je deze op woensdag het 1e lesuur buiten.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
55
Deze worden dan in de voormiddag door de onderhoudsman geledigd. In de praktijkhal staat een grote bak. Alles komt uiteindelijk in de gele container (sorteereenheid) terecht. Glasafval WAT WEL Lege gereinigde
WAT NIET Porselein
flessen Bokalen en glazen
Aardewerk
Lege glazen flacons
Servies Vuurvaste schalen Opaal glas, rookglas Stenen, tegels GloeilampenTLlampen Beeldbuizen Vensterglazen Glas labo Serreglas Spiegels Gewapend glas
Glas wordt door de onderhoudsman op regelmatige tijdstippen naar de glasbak gedaan. Wat niet in de bakken mag zoals vlak wit glas gaat naar het containerpark. Wat niet in de glasbakken mag of in op het containerpark terecht kan gaat in de grijze container (restafval). Verpakkingsafval Bij verpakkingsafval maken we een onderscheid tussen: - verpakkingsglas - verpakkingspapier en -karton
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
56
- kunststoffen verpakkingen - metalen verpakkingen - drankkartons Het is raadzaam om bij de leverancier na te vragen of hij de verpakkingen terugneemt. Maak bij aankoop van nieuwe producten altijd afspraken met de leverancier en kies bij voorkeur herbruikbare verpakkingen. Er bestaat geen wettelijke verplichting om het verpakkingsafval selectief aan te bieden. Bovendien verschilt de situatie van gemeente tot gemeente. In verscheidene gemeenten werkt men volgens een Fost Plus-systeem. Hierbij wordt het verpakkingsafval in de blauwe zakken opgehaald. Als een gemeente dit wenst, kan zij bij de school dit afval ophalen. De scheidingsregel in dit geval wordt hierna uitgelegd. De drie fracties (kunststof, metaal en drankkartons) gaan samen in de blauwe zak. Drankkartons in een Fost Plus-systeem: WAT WEL drankkartons
WAT NIET Kartonnen doosjes
Metalen verpakkingen in een Fost Plus-systeem WAT WEL Drankblikjes
WAT NIET Blikjes en spuitbussen die niet leeg zijn
Blikken van voeding
Verfblikken
Spuitbussen van
Aluminiumfolie
voedingsmiddelen en cosmetica
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
57
Kunststoffen verpakkingen in een Fost Plus-systeem: WAT WEL
WAT NIET
kunststofflessen
Botervlootjes
kunststofflacons
Yoghurtpotjes Plastic zakjes Kunststoffen stoelen, speelgoed, e.d.
We leggen er nogmaals de nadruk op dat de school eerst en vooral maximale inspanningen moet doen om verpakkingsafval te voorkomen en er vooral voor moet zorgen dat een aparte inzameling van het verpakkingsafval de preventiemaatregelen niet beknot. PMD wordt in de blauwe containers op de speelplaats of in de gang aan de automaat gedeponeerd. In de klassen zijn petflessen niet toegestaan.
Organisch-biologisch afval WAT WEL
WAT NIET
Aardappelschillen
Onbehandeld hout
Schillen van citrus- of andere
Behandeld hout
vruchten Vruchten
Grof ongesnipperd snoeihout
Groenteresten
Beenderen en vlees- en visresten
Eierschalen
Dissectiemateriaal
Doppen van noten
Aarde en zand
Theebladeren en –zakjes
Saus, vet en olie
Koffiedik en koffiefilters
Houtskool
Papier van de keukenrol
Kunststoffen
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
58
Kleine hoeveelheden etensresten
IJzer metaal
Verwelkte snijbloemen en
Blik
kamerplanten Versnipperd snoeihout
Slagerspapier
Haagsnoeiel
Niet-organisch materiaal
Zaagmeel en schaafkrullen van onbehandeld hout Gemaaid gras Bladeren Onkruid Resten uit de groente- en siertuin
GFT wordt in de groene containers gedaan, zowel in het leraarslokaal, de eetzaal, sommige vaklokalen als op de speelplaats. Groenafval en snoeihout WAT WEL
WAT NIET
Plantenresten
Takken
Haagsnoeisel
Boomstronken
Gazonmaaisel
Groente en -fruitafval
Bladeren Snoeihout
De grote takken worden naar de takkenkuil achter de sleufsilo gebracht. Deze worden dan 1 à 2 maal per jaar gehakseld of voor Sint Maartensvuur gebruikt. De kleine takjes, bladeren, gras ed. worden op de mesthoop gedeponeerd.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
59
Hout Hout wordt verzameld in de praktijkhal in een grote bak. Deze wordt op regelmatige tijdstippen geledigd. Ijzer Grote stukken ijzer worden links voor de praktijkhal gelegd: de kleine stukken in de praktijkhal in een vat. Deze vaten worden op zeer regelmatige tijdstippen opgehaald. Steenpuin Afval van stenen, mortel, … worden naast de takkenkuil verzameld. Indien er genoeg ligt wordt alles deze afgevoerd naar het containerpark. Gevaarlijke afvalstoffen Wat volgt is een niet-limitatieve lijst van gevaarlijke afvalstoffen die kunnen ontstaan in een school: - labo-chemicaliën (gebruikte en restanten, resten van labo-proeven). TL-lampen en spaarlampen worden verzameld in de kelder. Gevaarlijke afvalstoffen mogen niet via de gootsteen worden geloosd. Zij mogen ook niet meegegeven worden met de andere afvalstromen omdat zij de verwerking ervan kunnen bemoeilijken en zelfs volledig verhinderen. Elk soort gevaarlijk afval wordt steeds apart ingezameld en verpakt. Op de verpakking geven we duidelijk aan om welke afvalstof het gaat. Indien mogelijk (her)gebruiken we het oorspronkelijk recipiënt van het product als verpakking omdat dit aan alle veiligheidseisen voldoet. Wanneer je het oorspronkelijk recipiënt hergebruikt, moet je wel duidelijk vermelden dat de inhoud "afval" is zodat er geen vergissingen kunnen gebeuren.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
60
Bij opslag van gevaarlijk afval is het belangrijk dat: - de verschillende gevaarlijke afvalstoffen zich niet kunnen mengen; - de gevaarlijke afvalstoffen op een veilige en afgesloten plaats worden bewaard; - de verpakkingen intact blijven. Sommige gevaarlijke afvalstoffen kunnen gerecycleerd worden. De verwerkingskost ligt lager dan bij verbranden of storten. Dit is o.a. het geval voor TL- en spaarlampen, batterijen, sommige inktcassettes en afgewerkte olie. Daarom is ook de zuiverheidsgraad van deze afvalstoffen zeer belangrijk. Ook hier is preventie het sleutelwoord. We gebruiken zoveel mogelijk herlaadbare batterijen en inktcassettes die terug kunnen worden gevuld. Informatie over opslag en gebruik van chemicaliën op school. Zie ook calamiteit 6 chemisch. Kringloopafval Voorwerpen die de school niet meer kan gebruiken, maar die nog in goede staat verkeren of kunnen worden hersteld worden aangeboden aan het kringloopcentrum.
WAT WEL
WAT NIET
Elektrische en
Al wat niet meer bruikbaar is en ook niet
elektronische goederen
meer hersteld kan worden
Meubelen Textiel Boeken Gebruiksvoorwerpen
Het kringloopcentrum voert gewoonlijk ter plaatse (op de school) een selectie uit op de aangeboden goederen in functie van hun staat, herstelbaarheid en verkoopbaarheid en eigen stock.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
61
Restafval De hierboven beschreven selectieve afvalstromen zijn niet alle mogelijke afvalstromen die selectief kunnen worden ingezameld. Bij het restafval horen de afvalstoffen die niet kunnen gerecycleerd of hergebruikt worden of waarvoor geen selectieve inzameling voorhanden is. Restafval vanuit de school wordt in de grijze containers gedaan. De vuilbakken in de schoolgebouwen worden door de poetsdames 1 maal per week geledigd. De grote stukken restafval zoals kuipen van stoelen e.d. worden op de boerderij in een containerbak verzameld. Ook het restafval van de praktijkhal gaat naar de boerderij, als deze vol zijn gaan ze naar het containerpark. Dierlijk afval Voor het vervoeren en verwijderen van dierlijk afval werd er een overeenkomst afgesloten tussen de scholengemeenschap en de openbare afvalstoffenmaatschappij OVAM. OVAM gaat akkoord met de werkwijze waarbij de dierlijke bijproducten die vrijkomen in de vier afzonderlijke scholen, worden ingevroren in een ondoorlaatbare verpakking, worden vervoerd naar het Biotechnicum in Bocholt, na een telefonisch contact. Deze worden dan gebracht de dag voor de ophaling van rendac, ontdaan van alle andere materialen. Elke school dient een eigen register bij te houden. De jaarlijkse registers dienen te worden overgemaakt aan het VSKO te Brussel, die de aparte registers van de verschillende scholen binnen het VSKO aan de OVAM overmaken. De betrokkene moet een register bijhouden waarin minstens wordt vermeld: -
datum van het ophalen van de dierlijke bijproducten;
-
aantal kilogram opgehaald materiaal;
-
diersoort waarvan dat materiaal afkomstig is;
-
naam van het bedrijf van productie en naam en handtekening van de verantwoordelijke keurder en/of de exploitatieverantwoordelijke van het bedrijf of, een overzicht van de transportdocumenten
-
datum van ophaling van het dierlijk afval
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
62
3.2.5. Bijna-ongevallen Om ongevallen te voorkomen moet men ook leren uit incidenten en bijnaongevallen. Deze moeten dan wel genoteerd en onderzocht worden. Het probleem kennen maar niet oplossen volstaat niet. Bijna-ongevallen worden op het secretariaat en bij de preventie-adviseur gemeld. Daar onze school klein is gebeurt dit meestal in de leraarskamer.
3.2.6. Derden Werken met derden houdt consequenties in. Om dingen te voorkomen kan men best volgende procedure aanhouden: Ø inventariseren en omschrijven van de werken Ø aanvragen offerte Ø werfreglement laten tekenen voor de aanvang van de werken Ø indien nodig vuurvergunning Ø toezicht en controle op de werkzaamheden
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
63
WERFREGLEMENT
V.Z.W. K.S.O.L.Bocholt Biotechnicum Kaulillerweg 3 3950 Bocholt Tel. (089) 46 14 90 Fax (089) 46 10 95 e-mail:
[email protected]
1. Doel: Dit werfreglement is een overeenkomst tussen het Biotechnicum en de hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel, verantwoordelijk voor de realisatie van controles, renovaties, aannemingswerken, onderhoudswerken enz. enerzijds, overeenkomstig de strategie van het Biotechnicum dat erop gericht is in alle facetten van het industriële gebeuren schade te voorkomen (milieu, clienteel, veiligheid, continuïteit, enz…) en bedoelt anderzijds, -overeenkomstig de wettelijke bepalingen in ARAB, AREI, CODEX, VLAREM, Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, - een aantal richtlijnen te voorzien waarvan verondersteld wordt dat ze door de hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel gelast bij de uitvoering der werkzaamheden censu stricto toegepast zullen worden. Anderzijds zullen ook de veiligheidsvoorschriften binnen de school consequent toegepast worden door hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel wanneer zij zich in of op de school begeven.
2. Belangrijk: Sinds het KB van 4 augustus 1996: “Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk” in bijzonder wat betreft Hoofdstuk 4 en 5 werden speciale maatregelen en richtlijnen voorzien voor hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel voor tijdelijke bouwplaatsen met eraan verbonden wetgevende verantwoordelijkheid: zowel burgerrechtelijke als strafrechterlijke aansprakelijkheden. Het Biotechnicum wenst dat deze voorschriften integraal toegepast worden. Bij het niet naleven van de voorschriften kan het Biotechnicum zelf de nodige maatregelen doen treffen ten laste van de hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers of contractors. Indien de uit te voeren werken deel uitmaken van een groter geheel, waar eventueel ook meerdere aannemers bij betrokken zijn, zal onder de “deugdelijkheid van de werken” dienen verstaan te worden, het degelijk functioneren van het geheel.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
64
De aannemer zal in ieder geval zijn volledige medewerking verlenen bij het oplossen van mogelijke problemen i.v.m. het deugdelijk functioneren van de werken. In dit kader dient de aannemer bovendien alle benodigde handleidingen, instructies, e.d. ter beschikking te stellen van het Biotechnicum, en dit ten laatste bij de oplevering van zijn werken. Enkel indien volledig bewezen is dat het niet of gebrekkig functioneren van het geheel der werken niet te wijten kan zijn aan een fout van de aannemer, zal het werk als deugdelijk aanzien worden.
3. Algemene Maatregelen: Coördinatie gebeurt onder toezicht van het Biotechnicum, die hiervoor beroep kan doen op en overleg kan plegen met de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (Dienst IPBW). Werftoezicht: door de Preventiedienst kan er, i.f.v. de evolutie van de werken periodiek of permanent werftoezicht uitgeoefend worden. Richtlijnen en opmerkingen gegeven door de leden van de Preventiedienst, dienen als bindend beschouwd te worden door hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel. Zoals door het KB (04/08/1996) “Wet op het welzijn” voorzien werd kan het niet-naleven van deze voorschriften leiden tot contractbreuk met consequenties en financiële, economische implicaties ten last van de hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel. Alvorens personeel op de terreinen van het Biotechnicum te werk te stellen met het de nodige instructies ontvangen en dient overeenkomstig geïnformeerd en opgeleid worden. Desgevallend kan hiervoor beroep gedaan worden op de Veiligheidsdienst van het Biotechnicum. De nieuwe wet op het welzijn dient integraal toegepast te worden.
4. Specifieke Maatregelen 4.1 INDIVIDUELE BESCHERMINGSMIDDELEN •
Personeel van de hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors dient verplicht en permanent de veiligheidsschoenen (met stalen tussenzool) en aangepaste werkkledij te dragen.
•
De veiligheidshelm dient gedragen te worden bij werkzaamheden waarbij er gevaar is voor vallende voorwerpen.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
65
•
De veiligheidsbril dient gedragen te worden bij werkzaamheden waar gevaar voor oogletsel kan optreden. (zoals slijpen, vijlen, boren, zagen, lassen, snijbranden, e.a.).
•
Handschoenen moeten aangepast zijn aan het uit te voeren werk.
•
Bij specifieke risico’s, die zich facultatief kunnen voordoen dienen ook de aangepaste beschermingsmiddelen ter beschikking te zijn (ademhalingstoestel, extra lichaamsbescherming, levenslijn, e.a.).
4.2 MACHINES, INSTALLATIES, GEMECHANISEERDE WERKTUIGEN •
De door de hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel aangewende machines, installaties en gemechaniseerde werktuigen dienen te voldoen, aan ARAB, AREI, over de nodige beschermingen te beschikken (bijv. beschermkappen op slijpschijven) en dienen vergezeld te zijn van een Indienststellingsverslag. (Wet op de arbeidsmiddelen, ARAB art.54, Wet op het Welzijn.
•
De nodige veiligheidsinstructies dienen eveneens aanwezig te zijn, of voorgelegd te kunnen worden.
•
Machines, installaties en gemechaniseerde werktuigen eigendom van het Biotechnicum kunnen niet worden gebruikt. Uitzonderingen hierop zijn ??????????. Deze kunnen echter gebruikt worden na het volgen van de desbetreffende veiligheidsopleiding.
4.3 WERKEN OP HOOGTE (Bijv. montage van gebinten en daken) •
Tijdens de uitvoering van deze werken mag er geen enkel risico bestaan dat personen naar beneden kunnen vallen. Daar waar collectieve beschermingsmiddelen (vb.stellingen) het risico van vallen niet kunnen verhinderen, dienen individuele beschermmiddelen (o.a. veiligheidsgordel, levenslijn,vangnetten, enz.) gebruikt te worden.
•
Bovendien mag er geen enkel risico bestaan dat materialen, die boven op het dak of op stellingen gebruikt worden, naar beneden kunnen vallen. (vb. vergrendeling).
4.4 HEFWERKTUIGEN •
Het is ten strengste verboden hefwerktuigen en hun toebehoren te gebruiken of te laten gebruiken die niet vergezeld zijn van een recent attest (keuring) voor indienststelling en een recent 3-maandelijks keuringsattest door een in Belgisch Erkend Keuringsorganisme afgeleverd.
•
Alle attesten dienen vrij te zijn van opmerkingen die het verder gebruik of in dienst houden van het materiaal verbieden.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
66
4.5 ELEKTRISCHE INSTALLATIES •
De aangewende elektrische toestellen dienen voorzien te zijn van een keuringsattest, vrij van opmerkingen, afgeleverd door een wettelijk Erkend Keuringsorganisme.
•
Verdeelborden, schakelborden en aftakkasten waaraan spanning geleverd wordt door het Biotechnicum dienen voorzien te worden van een recent keuringsattest afgeleverd door een Erkend Keuringsorganisme.
•
Vanaf het bord dienen de elektrische installaties voorzien te zijn van een goed gedimensioneerde verliesstroomschakelaar.
•
Het is verboden, als niet gevormde op elektro-technisch gebied, zelf aan de elektrische installaties te werken.
4.6 KUILEN, SLEUVEN, KELDER •
Alle tijdelijke openingen die valgevaar voor personeel van hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en voor het personeel van het Biotechnicum kunnen betekenen, dienen afgeschermd te worden door een degelijke omheining en signalisatiemiddelen, zodanig dat bij onbedachtzaamheid van personeel, onvoorziene val onmogelijk gemaakt wordt.
•
Vooraleer graafwerken uit te voeren, dient de aannemer de nodige informatie op te vragen in verband met ondergrondse leidingen en kabels. Indien geen informatie werd opgevraagd en er ontstaat schade aan ondergrondse kabels of leidingen, is dit de volledige verantwoordelijkheid van de aannemer.
•
Bestaande afsluitingen mogen enkel weggenomen worden indien de directie en of PA van het Biotechnicum daartoe de toestemming heeft gegeven.
4.7 WERKEN IN DE HOOGTE 4.7.1 Ladders De gebruikte ladders dienen in zeer goede staat te zijn en dienen voorzien te zijn van slipvrije ladderschoenen. 4.7.2 Werkplatformen, Stellingen, Bordessen •
Vanaf een hoogte van 2 meter dienen deze voorzien te zijn van degelijke leuningen (op ongeveer 90 cm, 50 cm en een plint van 15 cm).
•
Alvorens een stelling in dienst genomen mag worden dient ze gekeurd te worden door een aangesteld deskundige van hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers en contractors.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
67
•
Ingeval leuningen onmogelijk zijn, zal het personeel beveiligd worden met valbeveiliging, vangnetten of andere geëigende veiligheidsmiddelen die een vrije val van personeel technisch onmogelijk maken. 4.7.3 Boven elkaar werkend personeel
Waar personeel van verschillende aannemers tegelijkertijd werkzaamheden verricht zal dit maar mogen gebeuren als het onderling geen gevaar oplevert. Onderlinge afspraken en een goede veiligheidscoördinatie zijn in dit geval aangewezen. 4.8 STAPELINGEN Stapelingen moeten stabiel, toegankelijk en ordelijk zijn zodat de kans op valgevaar uitgesloten is. 4.9 BRANDBESTRIJDING De hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers en contractors zorgen voor de nodige brandbestrijdingsmiddelen (brandblussers) in de nabijheid van brandgevaarlijke producten. 4.10 WERKEN IN DE DUISTERNIS Bij werken in de duisternis zorgen de hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers en contractors voor voldoende verlichting zodat de werken op een veilige manier kunnen plaatsvinden. 4.11 ORDE EN NETHEID Hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel zorgen er steeds voor dat de nodige orde en netheid aanwezig is op de werf. (bijv. geen rondslingerende planken met nagels, wanorde, afval, etc.) 4.12 SANITAIRE RUIMTE Hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers en contractors voorzien voor hun personeel de nodige was- en eetgelegenheden, zoals gangbaar is, en staan in voor het proper houden ervan. 4.13 TOEGANG TOT DE SCHOOL Het is ten strengste verboden dat het personeel, vreemd aan de plant/site/onderneming/werf, deze zonder toelating betreedt.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
68
4.14 SCHADE/DIEFSTAL •
Het Biotechnicum kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor schade aan de hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers, contractors en hun personeel ten gevolge van haar eigen industriële activiteiten.
•
Het personeel van hoofdaannemer, aannemers,onderaannemers en contractors zullen hun persoonlijke voertuigen op de voorziene parking kunnen stationeren.
4.15 MILIEU •
Afvalstoffen, producten, materialen welke door hun gebruik, ligging of stockage risico inhouden voor lucht-, bodem-, of waterverontreiniging moeten met de nodige zorg behandeld worden.
•
Alle voorzieningen moeten getroffen worden om het risico op een zo efficiënt mogelijke wijze te voorkomen.
•
Gevaarlijke producten worden enkel gebruikt na toelating van de Veiligheidsdienst. Bij gebruik van gevaarlijke producten zijn veiligheidsinstructies en MSDS-en (Material Safety Data Sheets) aanwezig.
•
Asbesthoudende producten mogen niet gebruikt worden.
•
Hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers en contractors zijn verantwoordelijk voor de verwijdering van hun afvalproducten. Dit dient zo snel mogelijk te gebeuren en ten laatste 1 week na het beëindigen van de werkzaamheden.
4.16 ONGEVAL In geval van arbeidsongeval, materiële schade, incident of bijna-ongeval dient de EHBO-er of de preventieadviseur verwittigt te worden. 4.17 SIGNALISATIE Alle gevaarlijke situaties dienen gesignaleerd te worden met de overeenkomstige signalisatiemiddelen en pictogrammen. 4.18 TRANSPORT •
Voertuigen mogen enkel bestuurd worden door aangestelden, in bezit van een geldig rijbewijs,overeenkomstig het voertuig dat hij of zij bestuurt.
•
De max. snelheid bedraagt 15 km/u op de terreinen van het Biotechnicum. Fietsers en voetgangers hebben voorrang.
•
Het is ten strengste verboden voertuigen eigendom van het Biotechnicum zonder voorafgaandelijke toelating en rekening houdend met bovenvermelde te gebruiken.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
69
•
In verband met de veiligheid van de leerlingen is alle verkeer op de speelplaats verboden op onderstaande uren. o
Van
8u00
tot
8u30
o
Van
10u10 tot
10u20
o
Van
12u00 tot
13u00
o
Van
14u35 tot
14u45
o
Van
16u25 tot
16u35
4.19 PARKEREN EN STALLEN VAN BOUWMATERIALEN •
Het is verboden te parkeren of bouwmaterialen te stallen op de speelplaats en de toegangswegen van de school.
•
De directie van het Biotechnicum zal in overleg met de aannemer uitzonderingen toestaan .
•
De aangebrachte verkeerstekens dienen geëerbiedigd te worden.
4.20 EXPLOSIEVE/ONTVLAMBARE MATERIALEN Er is een absoluut rook- en vuurverbod in de nabijheid van explosieve en brandbare materialen. 4.21 ROOKVERBOD OP SCHOOL Op de terreinen, in en op de gebouwen geld er volledig rookverbod. 4.22 ALARMSIGNALEN •
Bij het horen van het evacuatiesignaal dient u zich onmiddellijk naar de verzamelplaats te begeven.
•
In geen enkel geval mogen voertuigen verplaatst worden.zonder toestemming van het crisiscentrum.
4.23 WERFVERGADERINGEN:OPVOLGEN SCHADEPREVENTIE De veiligheidsdienst heeft steeds het recht extra werfvergaderingen samen te roepen. De aanwezigheid van een vertegenwoordiger van hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers en contractors is daarbij verplicht. 4.24 SCHADECLAIMS Schadeclaims ten gevolge van het niet naleven van deze veiligheidsvoorschriften kunnen ten laste gelegd worden van de hoofdaannemers, aannemers, onderaannemers en contractors.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
70
4.25 VERZEKERING •
De hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers en contractors vergewissen zich ervan dat ze qua verzekering (machinebreuk, brand, schade, burgerlijke aansprakelijkheid) de nodige polissen met voldoende dekking onderschreven hebben.
•
Wij verduidelijken: De aannemer zal de volledige verantwoordelijkheid dragen voor de daden van zijn personeel en de gebreken van zijn materiaal, zowel voor schade aan het Biotechnicum, haar mandatarissen en aangestelden als aan derden.
•
Daartoe zal hij het bewijs bijbrengen dat hij een verzekering BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID heeft afgesloten met de volgende minimum-waarborgen:
•
B.A. –UITBATING:
Lichamelijke en stoffelijke schade vermengd: 2.500.000,- EUR. •
Incl. immateriële gevolgschade en zuivere materiële schade.
•
Incl. schade door zelfrijdend materieel.
•
Incl. schade door brand, ontploffing, water, rook, grondverschuivingen en overstroming
•
TOEVERTROUWDE GOEDEREN:
50.000 EUR,- per schadegeval
•
B.A. NA LEVERING: Lichamelijke en stoffelijke schade vermengd: 2.500.000,-EUR. Incl. immateriële gevolgschade en zuivere immateriële schade. Incl. schade door brand, ontploffing, water, rook, grondverschuivingen en overstroming.
•
In deze verzekeringspolis zal een clausule opgenomen worden dat de betrokken verzekeringsmaatschappij afstand van ieder verhaal doet t.a.v. het Biotechnicum en haar personeelsleden en dat de niet-betaling van de premies of enig ander verval van dekking niet aan het Biotechnicum kan tegengeworpen worden.
•
Het afsluiten van de vermelde verzekering ontslaat de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid en houdt tevens in het geheel geen beperking van aansprakelijkheid in.
•
Tevens zal de aannemer het bewijs bijbrengen dat hij een polis ARBEIDSONGEVALLEN onderschreven heeft voor zijn personeel en dat in deze polis een afstand van verhaal opgenomen werd t.a.v. het Biotechnicum.
•
Indien de aannemer bij het uitvoeren van de werken gebruik maakt van materieel van het Biotechnicum, zal hij de volledige verantwoordelijkheid hierover dragen, zowel voor wat betreft de schade aan het materieel zelf, als voor wat betreft schade berokkend door dat materieel, zelfs als dit schade aan het Biotechnicum of haar aangestelde betreft.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
71
4.26 GEVAAR VOOR HANGENDE LASTEN Loop, ga of sta nooit onder hangende lasten. Beweeg hangende lasten nooit boven personen, dit is absoluut verboden. 4.27 E.H.B.O. Hoofdaannemer, aannemers, onderaannemers en contractors dienen in het bezit te zijn van een E.H.B.O.-kast. 4.28 RINGEN Ringen en kettingen dragen tijdens het werk wordt afgeraden. 4.29 ALCOHOL EN DRUGS Het is ten strengste verboden alcohol en drugs binnen te brengen en/of te gebruiken tijdens het werk. 4.30 LASWERKZAAMHEDEN Laswerkzaamheden kunnen enkel uitgevoerd worden door gecertificeerde lassers. Voor de start van de werkzaamheden dient het certificaat te worden voorgelegd aan de preventie adviseur. Een kopie van het certificaat dient door de lassers steeds bij zich gedragen te worden.
Bijlage 8: vuurvergunning 4.31 Sociale zekerheid Aannemers, onderaannemers en contractors die personeel tewerkstellen, verklaren dat deze werknemers in het bezit zijn van een wettelijke verblijfsvergunning en arbeidskaart. Het bedrijf verklaart in regel te zijn met alle voorschriften in verband met de tewerkstelling van personeel. Het verklaart geregistreerd en erkend te zijn. 5 GEDRAGSREGELS Het uitvoeren van volgende niet-beperkende lijst van gedragsregels kan wegzending van het bedrijfsterrein tot gevolg hebben: •
Het bewust negeren van specifieke instructies
•
Het overtreden van gelijk welke milieu- en/of veiligheidswetgeving
•
Inbreuken op de integriteit van personen, zoals discriminatie van minderheden, ongewenste seksuele intimiteiten en pesten.
•
Het vrijwillig beschadigen van eigendom(men) van het Biotechnicum.
•
Het buiten het terrein brengen van eigendommen van het Biotechnicum, zonder voorafgaandelijke toestemming.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
72
•
Diefstal
•
Gebruik van geweld
•
Werken onder invloed van alcohol, drugs,…
•
In het bezit zijn van wapens, drugs,…
6 VEILIGHEID LEERLINGEN EN PERSONEEL BIOTECHNICUM •
Indien er werken uitgevoerd worden tijdens de openingsuren van de school dient de veiligheid van de studenten en het personeel gewaarborgd te zijn.
•
De leerlingen worden op geen enkele manier bij de werkzaamheden betrokken, ze worden niet op de werf toegelaten, de aannemer moet daartoe signalisatie en afschermings maatregelen treffen.
7 SANCTIES De aannemer, zijn onderaannemer(s) en contractors verbinden er zich toe het bewijs te leveren van elk van de elementen vermeld in art. 4.31 en art. 4.25 telkens wanneer hem daarom verzocht wordt door de opdrachtgever. Tevens verbindt de aannemer, zijn onderaannemer(s) er zich toe het bewijs te leveren van keuringen voorgeschreven door het ARAB / CODEX en AREI van heftoestellen en aanslagmateriaal, hoogtewerkers, installaties,…. zelfs van gehuurd of geleend materiaal op aanvraag van de opdrachtgever. De aannemer, zijn onderaannemer(s) en contractors verbinden er zich toe deze regelgeving na te leven. Het ontbreken van bewijsstukken vermeld in art. 4.31 en art. 4.25 geeft aan de directie van het Biotechnicum het recht om het contract te verbreken mits de enkele formaliteit van een aangetekende brief. Het ontbreken van de nodige keuringsverslagen geeft de opdrachtgever het recht om de installatie te weren, zonder verhaal van de aannemers, tot zolang de bedoelde installatie gekeurd is. Het weren van een installatie zal met een faxbericht meegedeeld worden. Het niet opvolgen van de hiernavolgende veiligheidsregelgeving in die aard dat de opdrachtgever moet tussenkomen om de veiligheid van zijn personeel en leerlingen te borgen geeft aanleiding tot een financiële boete van minimum 400 EUR per tussenkomst die zal afgetrokken worden van de eerstvolgende factuur. Iedere tussenkomst zal met een faxbericht gemeld worden. Indien er herhaalde en/of flagrante overtredingen worden vastgesteld door de hiërarchische lijn en/of de preventieadviseur van het Biotechnicum, dan heeft deze het recht om het contract te verbreken mits de enkele formaliteit van een aangetekende brief en dit zonder verhaal van de aannemer, zijn onderaannemer(s) of contractors. De aannemer staat borg voor elke schade voortkomend door het niet naleven van de voorschriften of voor de schade veroorzaakt door één van zijn werknemers of door één van de werknemers van zijn onderaannemer(s).
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
73
BIJ BRAND •
Druk op de waarschuwingsknoppen/secretariaat
ERNSTIG ONGEVAL
•
Verwittig het secretariaat
Directie
Preventie
Gelezen en goedgekeurd
Hendrikx Miet
Ulenaers Stefan
Firma:
Datum:
Datum:
Datum:
Handtekening
Handtekening
Handtekening
Gegevens Firma: Naam: Adres:
Telefoon: Fax: Email: Contactpersoon: Gsm contactpersoon: Werfleider: Gsm werfleider: Offerte nummer: Bestelbonnummer: Aanvang werken: Beëindigen werken: Vuurvergunning: ja / nee Sleutel: ja / nee Andere:
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
74
3.2.7. Sleutelplan Sinds de inbraak van 2001 zijn we overgegaan naar een sleutelplan. Dit is aangepast en een beetje afgezwakt sinds de nieuwbouw. Met één sleutel kan een leraar in alle lokalen in het schoolgebouw waar hij mag komen d.w.z.: §
GS : directie
§
GS1 : secretariaat, coördinators, PA
§
GS2 : poetsploeg, onderhoud
§
GS3: gewone lokalen
§
GS4: informatica
§
GS11: biologie + fysica
§
GS15: Labo
Vroeger konden minder leraars in minder lokalen. De sloten zijn aangepast, zodat je niet iedereen moet nalopen. §
Lkr praktijk en teeltoversten (3) sleutels praktijkhal
§
PA, Rob, Gerard en Marc C. sleutel sproeistoffenlokaal
§
Reservesleutels en andere sleutels (lift, gasmeter, rookkoepels, handmelders, ..) in sleutelkast bij Carmen.
Lokalen die altijd gesloten moeten zijn: □ Technische ruimten □ Kopielokaal □ Sproeistoffenlokaal Lokalen met extra aandacht voor het afsluiten: □ Secretariaat □ Labo □ Fysica □ Biologie □ Computerklassen □ Werklokaal □ Multimedia lokaal
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
75
3.3. Genezen Leerlingen die niet erg gewond zijn of ziek zijn melden zich in het leraarslokaal of op het secretariaat, deze krijgen dan de nodige zorgen. Na de verzorging wordt de lijst ingevuld met datum, naam, aard en de behandeling. Er zijn 4 verschillende medicijnen op school aanwezig, dit is in overleg met de arbeidsgeneesheer gebeurd. Bovendien is er een EHBO-uitrusting in het labo, de praktijkhal, het sanitaire sas en ligt er een mobiele uitrustingen op het secretariaat. De leerlingen die erg ziek zijn kunnen neerliggen in het EHBO lokaal of het werklokaal. De ouders (familie of voogd) zullen gebeld worden om de leerling te komen halen. Zieke leerlingen mogen nooit naar huis gaan als men niet weet of er iemand thuis is, ze blijven op school. Ergere gevallen zullen de eerste zorgen toegediend krijgen. Dit in afwachting van een dokter, ziekenwagen, ouders of het zelf wegbrengen naar het ziekenhuis. Het is dus belangrijk om gekwalificeerd personeel in huis te hebben. Tijdens een aanwerving zal hier ook over gesproken worden. Personen die een van volgende vakken geven worden zo goed als verplicht om een cursus EHBO te volgen: §
lichamelijke opvoeding
§
ondersteunend personeel
§
praktijk
§
wetenschappen
Naam Beks Ilse Braeken Yvan Corstjens Marc Custers Linda Geebelen Patrick Hindrikx Koen Hurkmans Elsje Linsen Rik Jorissen Marc Meus Walter
Stefan Ulenaers
jaar 2004 2005 2006 2001 2004 2006 2002 Zwp 91 2003 2004
Ramaekers Rob Schreurs Marc Schroyen Rosie Simons Annie Spelmans Inge Stoffels Marleen Swennen Heidi Ulenaers Stefan Van Gerven Gerard Vandersteegen Jo
2006 2002 2005 2002 2004 2005 2007 Zwp 92 2005 2006
Niveau II-44
76
De opleiding en opfrissing gebeurt binnen de scholengemeenschap. Vanaf september komt er voor een deel van het personeel een medisch toezicht bij met rijgeschiktheidsattest. Tot op heden zitten we met een jaarlijkse controle voor enkele personen. In overleg met de arbeidsgeneesheer en PA SGS gaan we dit anders aanpakken en de afspraken aanpassen. De indeling is als volgt: Secretariaat Miet Marleen Annie Carmen Rosi Sven
LO Wetenschappen Landbouw Jan Heidi Ilse Linda Marc J Marc C. Jochen Stef Patrick Hugo Marc S. Yvan Luc Jo Rob
Onderhoud Peter
Onderhoud is jaarlijks, de andere groepen komen om de drie jaar aan de beurt. De leerlingen van de landbouwafdeling ondergaan ook een medisch onderzoek alvorens ze op stage gaan, dit voor van het besturen van een trekker. Enkele leerlingen van 6 Bio worden ook onderzocht indien het bedrijf waar zij stage doen, dit vraagt. Voor de leerkrachten is er elk jaar de kans voor een tetanus- en of griepvaccinatie (enkel het griepvaccin is zelf te betalen).
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
77
Calamiteit 4: Busreis
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
78
Calamiteit 4: Busreis 4.1. Controle voor vertrek van de bus Het gemakkelijkste naar aanwezigheden en organisatie toe is dat iedereen aan school op de bus stapt. Onderweg opstappen zorgt meestal voor problemen. In de terugreis afstappen is gemakkelijker.
Wat
Wie
Brief aan ouders i.v.m. vertrek en aankomst, lunchpakket, bestemming, … Bus bestellen bij Marleen via bestelbon, werklokaal of smartschool Verantwoordelijke lkr gsm Gsm nummer doorgeven aan secretariaat In bezit van de schoolnummers Controle leerkrachten Controlelijst leerlingen Gsm nummer chauffeur of busmaatschappij Route beschrijving en adres Afspraken i.v.m. eten en drinken Afspraken i.v.m. orde en netheid Afspraken i.v.m. muziek en film Afspraken i.v.m. rookverbod Afspraken i.v.m. veiligheidsgordels Afspraken i.v.m. taken
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
OK
79
VZW KSOL Biotechnicum Kaulillerweg 3 3950 Bocholt Tel 089/46.14.90 Fax 089/46.10.95
Bocholt:
/
/ 200
BESTELBON N°: …
OFFERTE / BESTELBON
AUTOCARREIZEN
T.a.v. : Touringcarbedrijf de Wilg b.v.b.a. tel. : 011/44.08.80 fax: 011/62.24.45 Offerte-aanvrager : Stoffels Marleen Klassen : ……………………………………………………… Omschrijving
Detail
Datum
Dag: ………………….. datum: ………………………………
Plaats
…….. leerlingen en ….. begeleiders
Bestemming
Plaats + adres (sen): ………………… ………………………………………………………………… …………………………………………………………………. ………………………………………………………………… …………………………………………………………………
Uur
Vertrekuur …………………… Terugkomst om ………………………… Plaats vertrek en aankomst : Biotechnicum Kaulillerweg 3
Specifieke eisen
……………………………………………………………… ……………………………………………………………….
De minimumeisen zijn ondertekend door de verantwoordelijke van de autocaronderneming en in ons bezit , getekend op 01/03/2005 Gelieve een bevestiging terug te faxen naar 089/46.10.95
Naam en handtekening namens Besteldienst Biotechnicum Stoffels Marleen
Stefan Ulenaers
De Wilg b.v.b.a.
Niveau II-44
80
4.3. Maatregelen Een reisongeval kan gebeuren tijdens het vervoer naar het Cultureel Centrum, tijdens een wandeltochtje, tijdens een studie-uitstap of tijdens meerdaagse buitenlandse reizen. Als begeleider moet men de situatie goed trachten in te schatten, in zoverre men eventueel niet zelf slachtoffer is geworden. Het thuisfront moet zo snel mogelijk worden verwittigd opdat er van daaruit - hoe moeilijk het vaak ook is - ondersteuning kan worden gegeven.
4.3.1 School verwittigen De reisbegeleider brengt de school op de hoogte van het ongeval. Hij/zij vermeldt de juiste omstandigheden en de plaats van het ongeval. Het aantal slachtoffers en indien mogelijk de toestand waarin zij zich bevinden. Het telefoon- of GSM-nummer waarop de school de reisbegeleider kan bereiken.
4.3.2. Ouders verwittigen Aan de hand van het reisformulier de betrokken leerlingen traceren. Aan de hand van het adressenbestand de ouders verwittigen. Enkel feiten vertellen en geen gissingen of ongecheckte informatie. Eventueel de ouders uitnodigen om naar de school te komen en samen op meer informatie te wachten.
4.3.3. Leden crisisstaf verwittigen Telefonisch de leden van de crisisstaf verwittigen en op de hoogte brengen van het ongeval. De leden moeten zo snel mogelijk naar de school komen voor een crisisberaad en de verdeling van de verschillende taken.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
81
4.4. Postventie Mogelijke acties tijdens de postventiefase bij een reisongeval zijn: Begeleiding van de medeleerlingen, personeelsleden, ouders, leerlingen en andere betrokkenen. Behandelen van traumatische ervaringen. Opvang van de pers. Crisiscentrum oprichten. Informatievergaderingen beleggen. Vervoer organiseren voor bezoek aan de plaats van het ongeval of ziekenhuis. Repatriëring organiseren voor de slachtoffers. Contacten met de verzekering. Evaluatie- en opmerkingsformulier.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
82
Calamiteit 5: Fietstocht
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
83
Calamiteit 5: Fietstocht Bij het BIVV is een gratis brochure te verkrijgen:” VEILIG OP STAP, te voet of met de fiets, alleen of in groep”. Deze staat ook op de site van het BIVV en de fietsersbond. Fietstocht worden op onze school regelmatig georganiseerd. Er moeten dan ook enkele afspraken gemaakt worden op voorhand en tijdens een fietstocht.
Wat
Wie
OK
Brief aan ouders i.v.m. vertrek en aankomst, bestemming, kleding,.. Degelijke fiets die wettelijk in orde is Minstens een week op voorhand melden aan de directie à weekagenda Opdrachten, verslag, foto’s Verantwoordelijke lkr gsm Gsm nummer doorgeven aan secretariaat In bezit van de schoolnummers Controle leerkrachten Controlelijst leerlingen Wie kan ik verwittigen bij een kapotte fiets/band Welke weg wordt er gevolgd Wie rijdt voorop Wie rijdt als laatste Zijn er probleem lln en waar rijden ze Hoe groot is de groep (max 49) Is er extra begeleiding nodig Wie is wegkapitein Hoeveel veiligheidsvestjes en wie doet ze aan: Leerkrachten altijd De leerlingen die aan kant van de rijbaan rijden Mobiele EHBO-kit Herstelgereedschap In het begin van het schooljaar voert de politie een fietscontrole uit. Hieraan worden de verkeerslessen van de eerstejaars gekoppeld. Bijlage 9: fietscontrole
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
84
5.1. Niet ernstig De gekwetste kan nog met de groep verder. De eerste zorgen toedienen en het secretariaat later op de hoogte stellen.
5.2. Ernstig De gekwetste kan niet meer met de groep mee en heeft een dokter nodig. 5.2.1. leerling Het secretariaat verwittigen: Het secretariaat verwittigt de ouders en maakt verdere afspraken met de ouders. -
Wie haalt de leerling op en waar zijn ze
-
Wie gaat naar de dokter (welke, waar?)
-
Verzekeringspapieren
5.2.2. leraar Het secretariaat verwittigen: Het secretariaat verwittigt de familie en maakt verdere afspraken. -
Wie haalt hem/haar op
-
Wie gaat naar de dokter (welke, waar?)
-
Verzekeringspapieren
5.3. Zeer ernstig De gekwetste moet afgevoerd worden naar het ziekenhuis. Dien de eerste zorgen toe. Bel 100 of 112 Zeg: wie je bent waar je bent wat er gebeurd is hoeveel gekwetsten aard van de verwondingen verwittig het secretariaat
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
85
Vraag aan de ambulanciers welk ziekenhuis, en geef dit door aan het secretariaat. Het secretariaat verwittigt Miet en Stef, samen met de mensen van het secretariaat wordt overlegd: Ø Gaan we onmiddellijk naar het ongeval Ø Worden de ouders telefonisch verwittigd of rijden we er heen Ø Gaat er iemand naar het ziekenhuis Ø Gaan de andere leerlingen verder of komen ze terug Ø Moeten deze gehaald worden Ø Hoe komen de fietsen terug Ø Moet er opvang voorzien worden voor de groep Ø Worden de ouders /familie van de groep ingelicht?
5.4. Dood Een overlijden kan enkel vastgesteld worden door een dokter. Er zal dus altijd een MUG-team ter plaatse komen. De politie komt ook bij een aanrijding op de openbare weg voor het opstellen van een P.V.. Verwittig het secretariaat en deze zullen een crisisteam samenstellen met Miet, Stef, Walter, Carmen, Rosie en eventueel de klasleraar. Deze zullen overleggen: Ø Gaan we ter plaatse Ø Worden de ouders telefonisch verwittigd of rijden we er heen Ø Hoe komen de leerlingen terug Ø Is er opvang voor de groep Ø Worden de ouders /familie van de groep verwittigd Overlijden wordt in calamiteit 8 beschreven. Draaiboek rouw en verdriet
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
86
Calamiteit 6: Wandeling
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
87
Calamiteit 6: Wandeling 6.1. Per leerjaar of graad: Een uitstap per graad of per jaar wordt door de school georganiseerd, de ouders zullen een brief krijgen. Zo verkennen de lln van het eerste leerjaar in het begin van het schooljaar de omgeving van de school samen met de politie. Tijdens een wandeling die verder van de school gebeurt en in grote groep doen best een aantal lkr en lln een veiligheidsvest aan. Bij een calamiteit zullen er mensen bereikvaar via de gsm. Bij ernstige ongevallen dient onmiddellijk 100 of 112 gebeld te worden en de school dient te worden verwittigd. Duidelijke afspraken en regels i.v.m. looprichting, rustpauzen, oversteken, snelheid, wie voorop, wie als laatste, gsm nummers, …
6.2. Per klas: Een wandeling tijdens een bepaalde les, zoals het zoeken van onkruiden of bladeren. Als men de omgeving van de school verlaat met de klas moet dit altijd gemeld worden aan het secretariaat, dat altijd moet worden verwittigd ingeval van een ongeval.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
88
Calamiteit 7: Bommelding
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
89
Calamiteit 7: Bommelding 7.1. Preventie Iedere leerling, leerkracht of ander personeelslid die een voorwerp opmerkt dat verdacht is, door de plaats waar het zich bevindt of door de aard van het voorwerp zelf, zal onmiddellijk het secretariaat verwittigen.
7.2.
Instructies telefonische ontvangst.
Iedere melding moet ernstig genomen worden !!!! Hij of zij moet trachten niet in paniek te raken, noch de telefonische verbinding te verbreken. Probeer zolang mogelijk in verbinding te blijven met uw gesprekspartner. Tracht het blad (instructies bij telefonische bommelding) dat bij elke telefoon ligt, zo goed mogelijk in te vullen. De persoon die de bommelding ontvangt moet voorbereid zijn op deze meestal telefonische oproep. Meestal is deze persoon de enige die rechtstreeks contact heeft met de bedreiger. De gegevens die afkomstig zijn van dit contact zullen gebruikt worden voor het nemen van maatregelen, maar ook voor het verder onderzoek.
7.3. Alarmering Bel de volgende personen en diensten in deze volgorde: 1) Politie: 101 2) Directie: 089/46.20.23 3) PA: 0476/21.97.80
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
90
7.4. Procedure voor evacuatie Om de veiligheid te vrijwaren kan het in bepaalde omstandigheden nodig zijn het gebouw te ontruimen. Het evacuatiebevel wordt in de school aangekondigd door de schoolbel. Deze wordt bediend met tussenpozen van 10 seconden gedurende 2 minuten. De instructies hangen op in ieder lokaal. De controle van de leerlingen gebeurt zoals bij een brandoefening. De evacuatieverantwoordelijke moet dus de noodkoffer meenemen. De kans is groot dat de boerenhal nog binnen de grenzen valt van de perimeter die ingesteld worden. Na controle zullen de lkr en lln dan op een andere locatie worden ondergebracht, zoals de sporthal of de lagere school. Deze beslissing zal zeer snel genomen moeten worden door een bevoegd persoon.
7.5. Actie Zoals bij een brand de brandweer de touwtjes in handen neemt, zo neemt bij een bommelding de politie het bevel. Deze roepen indien nodig externen op zoals: DOVO, brandweer, civiele bescherming,… Best wordt er zo snel mogelijk een crisiscentrum opgericht (bijv. gemeentehuis) om volgende regelingen te treffen: □ Een noodnummer voor de buitenwereld (ongeruste ouders) □ Persverantwoordelijke □ Contact externe instanties (burgemeester, gouverneur,..) □
7.6. Evaluatie Na afloop zal er best een evaluatie volgen om noodplannen aan te passen en om beter voorbereid te zijn voor een volgende keer.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
-
BLIJF KALMNEEM IEDERE MELDING ERNSTIG! NOTEER ZO VEEL MOGELIJK INFORMATIE OP DIT BLAD
91
INSTRUCTIES BIJ TELEFONISCHE BOMMELDING
1
Tijdstip van de melding: ……………………….
2
Telefoonnummer op telefoondisplay: …..……………………….
3
Noteer de boodschap (juiste woorden)
…………………………………………………………………………………….……………… ……………………………………………………………………………………………………… 4
Stel eventueel bijkomende vragen
Waar ligt de bom?…………………………………………………………………………….. Welk uur zal de bom afgaan? ……………………………………………………………….. Hoe ziet de bom eruit?....…………………………………………………………………….. Welk type bom is het?.……………………………………………………………………….. Waarom doet u dit?………………………………………………………………………….. Namens welke groepering handelt u?……………………………………………………… 5
Verzamel zoveel mogelijk informatie over de oproeper
DETAILS OVER DE OPROEPER Man □ Vrouw □ Kind □ Oud □ Jong □ Niet bekend □ OPVALLENDE GELUIDEN Was er enig bijgeluid op de lijn Geluid van telefooncel Onderbrekingen Iemand op de achtergrond
6
GESPREK Dronken Verward Serieus Lachend Accent Spraakgebrek □ □ □ □
□ □ □ □ □ □
ANDERE GELUIDEN Verkeer Machines Muziek Vliegtuigen Kinderen Andere …………..
□ □ □ □ □ □
Persoon die de oproep heeft ontvangen: …………………………………………
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
92
WAT TE DOEN BIJ ONTRUIMING:
Blijf kalm!
Schoolbel die rinkelt met tussenpozen van 10 seconden gedurende 2 minuten!! Schakel toestellen uit Draai kranen dicht Laat het licht aan Doe de vensters open Laat de deur open Neem boeken, jassen en persoonlijke spullen mee.
Breng uzelf en anderen in veiligheid Klasverantwoordelijke als eerste en de leerkracht als laatste.
Verzamel in de boerenhal en verlaat deze niet! Tot nader bericht van de verantwoordelijke. Indien er andere instructies komen volg deze dan zo snel mogelijk op.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
93
Calamiteit 8: Chemisch
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
94
Calamiteit 8: Chemisch Dit noodplan is specifiek van toepassing op het labo.
8.1.Preventie 8.1.1.Veilige opslag van chemische producten In een werkruimte mogen niet meer chemische producten aanwezig zijn dan voor het werk noodzakelijk is en de constructie en de inrichting van de ruimte toelaten. De voorraad brandbare vloeistoffen in de werkruimte is uitsluitend bestemd voor direct gebruik. In principe is een hoeveelheid van 1 liter per vierkante meter vloeroppervlak toegestaan. Niet gebruikte brandbare vloeistoffen worden opgeborgen in de speciaal daarvoor bestemde kast met een brandweerstand van 90 minuten. Andere voorraadvorming is niet toegestaan. Binnen een afstand van 1 meter van de opslagkast mogen geen werkzaamheden met open vuur plaatsvinden.
8.1.2. Handeling
werk onder plaatselijke afzuiging
blootstelling en/of contact vermijden/beperken;
verontreinigde kleding reinigen;
verpakking goed gesloten houden;
vonkvrije en explosieveilige apparatuur/verlichting;
maatregelen treffen tegen elektrostatische opladingen;
verwijderd houden van ontstekingsbronnen/vonken;
niet gereinigde, ledige containers behandelen als volle;
installatie zorgvuldig reinigen/drogen voor ingebruikname;
afval niet in de gootsteen;
geen druk bij overpompen.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
95
8.1.3.Opslag
op een koele plaats bewaren;
op een droge plaats bewaren;
ventilatie langs de vloer;
brandveilig lokaal;
opvangkuip voorzien;
reservoir van aarding voorzien;
product verwijderd houden van warmtebronnen, ontstekingsbronnen, oxidatiemiddelen, lichtontvlambaar materiaal.
Bewaar brandgevaarlijke stoffen in een vuurbestendige kast.
Sla bijtende producten (o.a. sterke zuren en basen) op in de veiligheidskast.
Bewaar giftige stoffen afzonderlijk en steeds achter slot.
Berg de overige gevaarlijke stoffen en preparaten op in afsluitbare kasten.
Zet stoffen die in onderling contact kunnen ontvlammen of exploderen (b.v. brandgevaarlijke en oxiderende stoffen) niet samen.
Breng op de buitenwand van alle kasten de overeenkomstige gevaarsymbolen aan.
Zorg voor inventarislijsten per kast.
8.2.Veilig omgaan met chemische producten Experimenten vormen de basis van degelijk wetenschapsonderwijs. Informatie over de belangrijkste regels i.v.m. veiligheids-, gezondheids- en milieuaspecten herleidt de risico’s tot een minimum. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en de CODEX zijn van toepassing voor de persoonlijke veiligheids- en gezondheidsvoorzieningen van lesgevers en leerlingen. Voor de milieuaspecten is de VLAREM-wetgeving de norm.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
96
8.2.1. Verplichtingen Laat leerlingen nooit alleen in het labo werken, niet tijdens pauzes, maar ook niet voor hun GIP. Alle leidingen moeten afgesloten kunnen worden. In het labo zijn aanwezig:
een blustoestel (CO2)
een branddeken
een metalen papiermand
nooddouche
papier rollen
EHBO koffer (brandzalf in koelkast secretariaat)
oogspoelfles
VIK gevarensymbolen
afvalzinnen
noodnummers
nooddeur
handmelder (brand)
chemiekaarten
noodstop elektriciteit
veiligheidsbrillen
wegwerphandschoenen
De koppelstukken op de aanzetstukken van de slangen van de bunsenbranders zijn bevestigd met sluitklemmen.
8.2.2.Onderrichtingen Laat de leerlingen bij het uitvoeren van leerlingenproeven het etiket op de voorraadfles aandachtig bekijken (pictogram op oranje achtergrond), de R- en S-zinnen lezen en leer ze er rekening mee te houden. De R-zinnen wijzen op de risico’s (R = Risk) bij gebruik van deze producten.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
97
De S-zinnen geven aan waardoor de veiligheid (S = Safety) wordt bevorderd bij gebruik van deze stoffen. Let op voor de carcinogenen R40, R45, R46 en R49 die via de huid opgenomen worden en R60, R61, R62, R63 en R64 die risicodragend zijn omwille van de schade bij de voortplanting en/of ontwikkeling van de vrucht bij zwangerschap en bij overdracht via borstvoeding (Moederschapsbescherming, KB 02 mei 1995). Bij proeven die aanleiding kunnen geven tot spatten, moeten de leerkracht en de leerlingen een veiligheidsbril of veiligheidsklep dragen. Het dragen van een labojas is verplicht. Leer de gewoonte aan een voorraadfles vast te nemen met de hand op het etiket. Zo blijft het onbeschadigd en wie de fles daarna vast neemt krijgt geen chemicaliën op zijn hand. Laat steeds een minimale hoeveelheid stof gebruiken. Hierdoor daalt het risico en wordt het leefmilieu minder belast. Ruik nooit rechtstreeks aan de fles, indien de inhoud van een verpakking niet duidelijk is. Wuif met de hand boven de opening van de verpakking zodat de concentratie voldoende verlaagt. Laat geen overschotjes slingeren, gooi geen restjes door elkaar en ruim het afval op de juiste manier op.
8.3.Het etiket De etiketten op verpakkingen van gevaarlijke producten moeten aan een aantal eisen voldoen, zowel op het gebied van vorm als op het gebied van inhoud. Deze voorschriften zijn door de wet vastgelegd. Het etiket moet in de taal van de gebruiker informatie verschaffen over de vijf elementen van het product:
de naam van het product;
de gevaarsymbolen en –aanduidingen;
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
98
Een goede kennis van de zeven gevaarsymbolen is noodzakelijk. Drie ervan hebben nog een onderverdeling die aangeeft in welke mate ze gevaarlijk zijn.
R- en S-zinnen; De R- en S-zinnen zijn conform de Wet van 23 juni 1995 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26.10.1995. Op recipiënten kleiner dan 125 ml mogen de R- en S-zinnen weggelaten worden, behalve voor de explosieve (E), zeer giftige (T+), giftige (T), corrosieve (C) en zeer licht ontvlambare (F+) producten. R-zinnen zijn de zinnen die de risico’s van het gebruik van dat product vermelden. Zo weet je wat er allemaal kan mislopen en kan je voorzorgsmaatregelen treffen. De S- of veiligheidszinnen beperken de risico’s en verhogen de veiligheid bij het gebruik van het product.
de naam en het adres van de fabrikant, distributeur of invoerder van het product; Dit om zo snel mogelijk informatie te kunnen inwinnen.
8.4. Verwijdering van afval Het klein gevaarlijk afval (KGA) en de gevaarlijke stoffen en preparaten (GSP) moeten op een legale wijze verzameld en verwijderd worden. Glasafval, vloeibaar chemisch afval en klein labo-afval worden apart ingezameld in bakken met deksels die steeds gesloten blijven. Zie ook voorkomen van ongevallen à afvalbeheersplan.
8.4.1. Laboglas Recipiënten voor chemische producten en glazen labo-instrumenten mogen niet in een gewone glascontainer gedeponeerd worden. Vooraleer dit afvalglas in de speciale glascontainer in het labo te deponeren, wordt het steeds gespoeld en
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
99
alle niet glaselementen worden verwijderd. De containers worden tot op 20 cm van de rand gevuld.
8.4.2. Vloeibaar chemisch afval De meeste chemische producten mogen niet via de gootsteen weggespoeld worden. Het verzamelen van het afval gebeurt best in afzonderlijke flessen of vaten, b.v. een fles voor de organische oplosmiddelen, een fles voor de zouten van (zware) metalen. Recipiënten die gelabeld zijn, kunnen door een externe verwerver opgehaald worden. Chemisch vloeibaar afval wordt in 7 groepen onderverdeeld:
solventen: gehalogeneerde en niet gekuiste producten mogen in zoverre onderling gemengd worden dat reacties uitgesloten zijn;
zuren: enkel chemisch compatibele producten mogen gemengd worden;
basen: enkel chemisch compatibele producten mogen gemengd worden;
organisch belaste afvalwaters;
ontwikkelaar;
fiaxor;
specifieke laboproducten: dit zijn producten van eenzelfde soort in hoeveelheden <25 ml, b.v.formol, acetonitril, …
Gebruik de vaatjes en de KGA-boxen die aanwezig zijn in het lokaal.
8.4.3. Klein labo-afval Kleine hoeveelheden poeders, pillen en vloeistoffen worden luchtdicht verpakt en gelabeld in de KGA-box geplaatst.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
100
8.4.4. Ophaling De wijze van ophaling gebeurt in afspraak met de vakverantwoordelijke en de preventieadviseur. In september maken deze de KGA-inventaris op. Het afvoeren gebeurt via een raamcontract binnen de scholengemeenschap bij Van Gansewinkel.
8.5. Afvalzinnen Voor het veilig verwijderen van afvalstoffen zijn richtlijnen uitgevaardigd. Richtlijnen (pag. 105) zijn vertaald uit de Duitse Entsorgungsratschläge voor scholen. Indien de Vlaamse regelgeving anders is, moet ze uiteraard opgevolgd worden.
8.6. Productenlijst De productenlijst moet steeds aanwezig zijn in het labo en de vakverantwoordelijke, leg deze bij de chemiekaarten. Producten moeten steeds aangekocht worden via een bestelbon. Beperk de hoeveelheid, laat liever 3 tot 4 maal per jaar leveren per schooljaar wat je nodig hebt i.p.v. een voorraad aan te leggen die je niet gebruikt. Gebruik enkel de producten die in het leerplan voorkomen, deze staan ook op de website van het vvkso.
8.7.Laboreglement Ieder jaar opnieuw wordt het reglement uitgelegd en in de agenda genoteerd. Tevens wordt het getekend door de leerling en ouder(s).
8.8.Organisatie 8.8.1.Verantwoordelijken Heidi en Marc J. verantwoordelijke van de vakgroep Chemie, zorgen voor de aankoop, de etikettering en het bijhouden van de inventarislijst en chemiekaarten.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
101
Lokaalverantwoordelijken:
(Fysica): Walter/Rik
(Biologie): Marc/Inge
(Chemie): Heidi
Alleen de vakleraren bezitten een sleutel van de kasten. Een dubbel van deze sleutels is bij Carmen.
8.8.2. Sensibiliseringsplan Lanceer per trimester aandachtspunten over persoonlijke beschermingsmiddelen (kleding, handschoenen, veiligheidsbril), gevarensymbolen, EHBO, evacuatie, R- en S-zinnen
8.9.Interventie 8.9.1.Eerstehulpmaatregelen 8.9.1.1.Na contact met de huid
onmiddellijk 15 minuten spoelen met veel water of douchen;
gebruik van zeep toegestaan;
gebruik geen (chemisch) neutralisatiemiddel.
8.9.1.2.Na contact met de ogen
onmiddellijk 15 minuten spoelen met veel water;
slachtoffer naar oogarts brengen;
geen neutralisatiemiddel gebruiken.
8.9.1.3.Na inademing
breng het slachtoffer in de frisse lucht.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
102
8.9.1.4.Na inname door de mond
mond spoelen met water;
geen melk/olie laten drinken;
niet laten braken;
bij inname van grote hoeveelheden: snel naar het ziekenhuis.
8.9.1.5.Wat doen bij vergiftiging?
blijf kalm en kalmeer het slachtoffer;
hou het braaksel bij indien het slachtoffer braakt;
verwittig onmiddellijk gespecialiseerde hulp en geef zoveel mogelijk informatie;
noodnummers zijn aanwezig in het lokaal:
experimenteer nooit: o braken kan bij corrosieve producten leiden tot extra beschadiging van de slokdarm; o water drinken kan leiden tot verstikking indien het ingeslikte product schuimend is; o melk drinken kan leiden tot versnelde opname van het product in het bloed;
8.9.2.Brandbestrijdingsmaatregelen 8.9.2.1.Blusmiddelen
bij voorkeur verneveld water;
bij voorkeur: alcoholbestendig schuim;
CO2 blusser
8.9.2.2.Blusinstructies
tanks/vaten koelen en/of in veiligheid brengen;
bij kans op fysische explosie: blussen/koelen vanuit dekking;
lading, blootgesteld aan warmte, niet verplaatsen;
na afkoeling: blijvende kans op fysische explosie.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
103
8.9.3.Maatregelen bij accidenteel vrijkomen van de stof 8.9.3.1.Lek
vrijkomend product opvangen in geschikte vaten of overpompen;
lek dichten, toevoer afsluiten;
morsvloeistof indammen;
verdamping trachten te beperken;
concentratie van het explosief gas/luchtmengsel meten;
verdunnen/verdringen van brandbaar gas/damp met watergordijn;
apparatuur/recipiënten aarden;
8.9.3.2.Opruiming
morsvloeistof absorberen in inert absorptiemiddel o.a. zand/aarde;
geabsorbeerd product opscheppen in afsluitbare vaten;
morsstof/restant zorgvuldig verzamelen;
tanks na beschadiging/afkoelen leegmaken;
verzameld product overdragen aan producent/bevoegde instanties;
na werkzaamheden kleding en materiaal reinigen.
8.9.3.3.Evacuatie Zie ‘Brand- en explosie’
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
104
Gevaarsymbool
kenletter
Voorbeelden
gevaar
Diarseentrioxide (rattenkruit), T+
zeer giftig
T
giftig
kaliumcyanide methanol, kwik, lood, aniline, dichloor, benzeen, tetrachloormethaan ammoniumchloride, cadmium, dijood,
Xn
schadelijk
kaliumpermanganaat, tolueen, glycol, xyleen, chloroform azijnzuur (ethaanzuur), ammonia 10
C
etsend (corrosief)
%, kalium- en natriumhydroxide, mierenzuur,waterstofchloride, zilvernitraat
Xi
E
irriterend
ammoniak (aq) 10 %, broomwater, kaliumdichromaat, calciumchloride
ontplofbaar
picrinezuur, cellulosetrinitraat, 2, 4,
(explosief)
6-trinitrotolueen (TNT) kaliumchloraat, kaliumnitraat, salpeterzuur, lood(2+)nitraat,
O
oxiderend
kaliumpermanganaat, natriumperoxide, natriumnitraat, waterstofperoxide
F+ F
zeer licht
butaan, diethylether, methaan,
ontvlambaar
propaan, diwaterstof
licht
aceton, ethanol, methanol, tolueen,
ontvlambaar
petroleumether, gele en rode fosfor
gevaarlijk N
voor het
tetrachloormethaan, trichloorethaan
milieu
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
105
nummer
A1 A2 A3 A4 A5
aangewezen methode Verdunnen, in de spoelbak gieten en met veel water naspoelen. Neutraliseren, in de spoelbak gieten en naspoelen. Bij het huishoudelijk afval als dit verbrand wordt A8 Neerslaan met Ca-ionen, daarna A 1 of A 3.
de ophaalfirma inlichten over de aard van de stoffen.
A7
In de trekkast verbranden
A8
Behoort tot het KGA, zie speciale richtlijnen Zeer voorzichtig kleine hoeveelheden verbranden (in een open recipiënt én in open lucht). In glazen flessen gieten voorzien van een
A 10
etiket : "organisch afval - bevat halogeenverbindingen" of "organisch afval bevat geen halogenen"; daarna zie A8 Neerslaan als hydroxide (pH = 8);
A 11
oxiderende stoffen, als ze in water
zuren en basen vaste stoffen (indien geen andere voorschriften zijn aangegeven)
Neerslaan als sulfide, voor het neerslag: zie
A9
kleine hoeveelheden corrosieve, oplosbaar zijn
Niet met het huishoudelijk afval meegeven;
A6
Voorbeelden
daarna het neerslag (etiket!) behandelen zoals A 8.
zouten van zware metalen oplosbare fluoriden en oxalaten brand- of explosiegevaarlijke stoffen gassen en dampen Nessler-reagens (Hg-houdend) explosiegevaarlijke producten en mengsels Organische verbindingen: - halogeenhoudend - zonder halogenen opgeloste zouten van zware metalen brandbare stoffen die onoplosbaar
A 12
Nooit verwijderen via de riolering (S-zin 29).
zijn in water; zeer giftige stoffen
A 13
Uit de oplossing neerslaan als metaal met behulp van een onedeler metaal (A 14, A 3). Geschikt voor recyclage; zo nodig bezorgen
A 14
chroom- en koperverbindingen aceton destilleren uit een solvent-
aan een gespecialiseerd
mengsel; het zuiveren van
afvalverwerkingsbedrijf.
verontreinigd kwik
Voorzichtig laten reageren met water; de
A 15
eventueel vrijkomende gassen verbranden of absorberen, of sterk verdunnen en
restant van calciumcarbide
wegspoelen.
A 16
Stefan Ulenaers
Specifieke aanbevelingen opvolgen (vakliteratuur).
kwikverbindingen, zinkchromaat
Niveau II-44
106
Calamiteit 9: Geweld, pesten en ongewenste seksuele gedragingen
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
107
Calamiteit 9: Geweld, pesten en ongewenste seksuele gedragingen 9.1. Wetgeving 9.1.1. Definities □ grensoverschrijdend gedrag: het niet respecteren van de persoonlijke grens, hetgeen zeer subjectief is; □ KB 18.9.92 omschrijft ongewenst seksueel gedrag als: elke vorm van verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten, dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen of mannen op het werk; □ Wet 11 juni 2002; KB 18.7.02. ; Wet betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. §
geweld: elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is, psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk; bv. verbale agressie, bedreigingen, fysiek geweld;
§
pesterijen: elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen de onderneming of instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren, en éénzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysiek of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd; bv. iemand systematisch zwartmaken of belachelijk maken bij collega’s, te veel, te weinig of zinloos werk geven, roddelen, iemands werk hinderen of saboteren, iemand
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
108
sociaal isoleren, geen gevolg geven aan wat iemand zegt (niet hetzelfde als een wederzijds conflict); §
ongewenst seksueel gedrag: elke vorm van verbaal, nietverbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van mannen en vrouwen op het werk. bv. ongewenste aanrakingen, (on)dubbelzinnige opmerkingen, lonken en gluren, aandringen iets te gaan drinken,… .
9.1.2.Taken van de Inrichtende Macht. □ (KB 18.9.92. en) KB 18.7.02: De Inrichtende Macht is verplicht om in het arbeidsreglement concrete maatregelen op te nemen om geweld, pesterijen en ongewenste intimiteiten op het werk te voorkomen. In het arbeidsreglement dient men volgende zaken op te nemen: §
een beginselverklaring;
§
aanduiden van vertrouwensperso(o)n(en): niet verplicht (wel OSGW: KB 18.9.92);
§
aanstelling van een externe preventieadviseur psychosociale aspecten uiterlijk op 31 december 2002;
§
de in te voeren preventiemaatregelen; Deze zijn een resultaat van een risicoanalyse betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Hierbij wordt er verwezen naar het globaal preventieplan en het jaaractieplan;
§
procedures voor de behandeling van klachten: het slachtoffer moet weten bij wie men terecht kan, hoe de zaak wordt afgehandeld en wat de eventuele gevolgen kunnen zijn;
§
register voor extern geweld;
§
vermelden van gespecialiseerde diensten of instellingen die passende psychologische ondersteuning geven;
§
sancties die kunnen genomen worden.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
109
Men kan via een verkorte procedure het arbeidsreglement aanpassen. Na goedkeuring door de werkgroep veiligheid moet de gewijzigde tekst 15 dagen worden uitgehangen. Na uithanging wordt deze tekst opgenomen in het arbeidsreglement. □ In geval van een klacht moet de Inrichtende Macht bewijzen dat ze alles deed om ongewenst gedrag te voorkomen in concreet geval en dit zo snel mogelijk en uiteraard onpartijdig. Bij elke individuele klacht dient een risicoanalyse uitgevoerd te worden. □ Indien een klacht gegrond verklaard wordt, legt de Inrichtende Macht een sanctie op in verhouding tot de overtreding. De Inrichtende Macht dient het sanctioneringsverslag te bewaren. □ Eventueel een sensibiliseringscampagne. □ Evaluatie en terugkoppeling. □ Er dient een globale risicoanalyse uitgevoerd te worden.
9.2.Wanneer en hoe kan een slachtoffer een klacht indienen, bescherming van slachtoffer, plichten van slachtoffer. □ Persoon die meent het slachtoffer te zijn van pesten, geweld of ongewenst seksueel gedrag kan opteren voor verschillende actiemogelijkheden: interne procedure, o procedure via medische inspectie, o gerechtelijke procedure. □ Elke klacht dient duidelijk gemotiveerd te worden en men moet meewerken aan onderzoek. □ Sancties in geval van misbruik van klachtenprocedure: o ontslag om dringende redenen, o sancties opgenomen in arbeidsreglement,
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
110
o burgerlijke aansprakelijkheid kan in gedrang worden gebracht, o strafrechterlijke verantwoordelijkheid in gedrang (laster en eerroof). □ Slachtoffer wordt gedurende één jaar beschermd tegen ontslag wanneer een “met redenen omklede klacht” wordt ingediend (29 juni 1999, KB 7.5.99), tenzij ontslag om andere reden (te bewijzen) (Discriminatie). -
Slachtoffer kan zich richten tot de directie, de vertrouwenspersoon, de preventieadviseur psychosociale aspecten of tot de medische inspectie.
-
De bedrijfsarts kan een belangrijke taak toebedeeld krijgen. Nochtans kan hij niet meer fungeren als vertrouwenspersoon tengevolge van zijn beroepsgeheim i.v.m. formeel onderzoek.
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
111
9.3.Taken 9.3.1.Taken vertrouwenspersoon. De taken van de vertrouwenspersoon zijn onder meer: •
het slachtoffer emotioneel opvangen,
•
het slachtoffer begeleiden en ondersteunen maar geen klachten oplossen,
•
enkel handelen met goedkeuring van het slachtoffer,
•
strikte geheimhouding is absoluut noodzakelijk, anonimiteit,
•
de preventieadviseur bijstaan en regelmatig overleg plegen,
•
deelnemen aan de uitwerking van de te volgen procedures in geval van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk,
•
onderzoeksverslagen en dossiers bewaren,
•
de met redenen omklede klacht aan preventieadviseur bezorgen.
9.3.2.Taken van de preventieadviseur psychosociale belasting. De taken van de preventieadviseur psychosociale belasting zijn: •
risicoanalyses uitvoeren en preventiemaatregelen voorstellen,
•
individueel klachtendossier opstellen,
•
Inrichtende Macht informeren over de bescherming van de slachtoffers en getuigen wanneer een met redenen omklede klacht wordt neergelegd,
•
maken en bijhouden van verslagen ter informatie van de Inrichtende Macht en Interne Dienst Preventie en Bescherming en Comité Preventie en Bescherming op het werk bijstaan.
9.4.Register Extern Geweld
Stefan Ulenaers
Niveau II-44
112
VERKLARING NR. REGISTER OGGW DOOR EXTERNEN BEDRIJF/ ORGANISATIE: Adres: Telefoon: E-mail: VERTROUWELIJK. Dit register kan alleen worden geraadpleegd door de werkgever, de preventieadviseur psychosociale aspecten, de vertrouwenspersoon en de met toezicht belaste ambtenaar. Naam en functie van de ontvanger van de klacht: Datum en uur afname verklaring: KLAGER: Naam: Functie en dienst: Adres: Telefoon: E-mail: KLAGER: Naam: Functie en dienst: Adres: Telefoon: E-mail: AANGEKLAAGDE(N): Naam:
Naam:
Hoedanigheid:
Hoedanigheid:
Organisatie:
Organisatie:
Adres:
Adres:
Telefoon:
Telefoon:
E-mail:
E-mail:
GETUIGE(N):
Ulenaers S.
Niveau II-44
113
9.5. Informatie Beste collega’s, Wij, de Inrichtende Machten, de directies, de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk, de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk van de “Katholieke Scholengemeenschap SintMichiel Bree-Bocholt-Meeuwen-Peer” willen ons ten volle inzetten voor het welzijn van de werknemers. Dit houdt volgens ons, onder andere, in dat iedereen het recht heeft om te kunnen werken en studeren in een aangename, positieve en stimulerende sfeer. Wij willen dan ook vragen dat jullie zich samen met ons willen inzetten om bij omgang met collega's, directies, studenten en anderen, elkaar met wederzijds respect te behandelen en iedere vorm van fysiek of verbaal geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk achterwege te laten, alsmede dit gedrag ook bij anderen niet te steunen of toe te laten. Aansluitend hierbij is in onze Scholengemeenschap ook een plan opgezet om dergelijk grensoverschrijdend gedrag te bannen en wij zullen het niet nalaten om de nodige maatregelen te nemen, waar nodig. In het arbeidsreglement is de wettelijke procedure opgenomen.
9.6. Aanpassen van het arbeidsreglement Hoofdstuk VIII – BESCHERMING VAN DE WERKNEMERS TEGEN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG Artikel 17
§ 1 Voor de toepassing van het onderhavige reglement wordt verstaan onder: 1° geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon, psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk;
Ulenaers S.
Niveau II-44
114
2° pesten op het werk: elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen de onderneming of instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd; 3° ongewenst seksueel gedrag op het werk: elke vorm van verbaal, nietverbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die zich er schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk. De gedragingen bedoeld onder 1° t.e.m. 3° van deze paragraaf zijn uitdrukkelijk verboden. § 2 Beginselverklaring: De directie wil zich ten volle inzetten voor het welzijn van zijn werknemers. Dit houdt volgens ons, onder andere in dat iedereen het recht heeft om te kunnen werken in een aangename, positieve en stimulerende werksfeer. Wij willen dan ook vragen dat jullie zich samen met ons willen inzetten om in de omgang met collega's, leidinggevenden, medewerkers en klanten, elkaar met wederzijds respect te behandelen. Dat betekent ook dat elke werknemer zich dient te onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Bovendien zal elke werknemer op een positieve manier bijdragen tot het preventiebeleid en de werksfeer door dergelijke daden niet te tolereren en door ook als getuige van deze daden al het mogelijke te doen om dit gedrag te doen ophouden.
Ulenaers S.
Niveau II-44
115
Wij hopen dat deze beginselverklaring voldoende is om het algemeen welzijn na te streven. Voor het geval er zich toch feiten zouden voordoen, worden een aantal procedures uitgewerkt opdat werknemers die met dergelijke zaken worden geconfronteerd kunnen verder geholpen worden. § 3 De werknemer die meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt gevraagd in eerste instantie de dader zelf aan te spreken. Lukt dit niet, kan hij zich wenden tot de eigen leidinggevende of tot de personeelsdienst Indien er geen oplossing wordt geboden of indien het om bepaalde redenen niet mogelijk is gebruik te maken van deze kanalen, kan men zich naar keuze wenden tot de vertrouwenspersoon of tot de bevoegde preventieadviseur. De vertrouwenspersoon of preventieadviseur hoort het slachtoffer en bemiddelt op zijn verzoek met de dader van het geweld, de pesterijen of het ongewenst seksueel gedrag op het werk. Indien de bemiddeling in hoofde van de vertrouwenspersoon tot geen resultaat leidt of onmogelijk blijkt, neemt de vertrouwenspersoon, op uitdrukkelijk verzoek van het slachtoffer, de met redenen omklede klacht in ontvangst, die hij onmiddellijk doorzendt aan de bevoegde preventieadviseur. Indien de bemiddeling in hoofde van de preventieadviseur tot geen resultaat leidt of onmogelijk blijkt, neemt de preventieadviseur op uitdrukkelijk verzoek van het slachtoffer de met redenen omklede klacht in ontvangst. Een kopie van de aangifte van de klacht wordt onmiddellijk overgemaakt aan de werkgever. Deze wordt er op dat ogenblik bovendien van op de hoogte gebracht dat de werknemer die een met redenen omklede klacht heeft ingediend, niet mag worden ontslaan of een
Ulenaers S.
Niveau II-44
116
eenzijdige wijziging in zijn arbeidsvoorwaarden mag ondergaan, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht. De bevoegde preventieadviseur onderzoekt volledig onpartijdig de met redenen omklede klacht, stelt een klachtendossier op en doet aan de werkgever een voorstel betreffende toe te passen maatregelen. De werkgever treft de passende maatregelen om een einde te stellen aan de feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Wanneer de werkgever geen preventiemaatregelen neemt of de feiten van ongewenst gedrag blijven zich voordoen, wendt de bevoegde preventieadviseur zich tot de Medische inspectie. Het slachtoffer heeft tevens het recht om zich rechtstreeks te richten tot de Medische inspectie of om een gerechtelijke procedure in te stellen. Voor deze feiten van ongewenst grensoverschrijdend gedrag gelden dezelfde sancties zoals vermeld in het Decreet rechtspositie. Op wederrechtelijk gebruik van de procedure staan eveneens strenge sancties. § 4 De namen van de bevoegde preventieadviseur en van de vertrouwenspersoon benoemd in het kader van de reglementering inzake geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk zijn de volgende:
Ulenaers S.
Niveau II-44
117
IDEWE Departement Psychosociale Aspecten Interleuvenlaan 58 3001 LEUVEN tel.: 016 39 05 30 Contactpersoon: de heer Maarten Sercu Vertrouwenspersonen: mevrouw Alda Langens
9.7. Procedure 9.7.1.Interne procedure •
Voorafgaandelijk overleg
Het aanstellen van een vertrouwenspersoon en een preventieadviseur psychosociale aspecten in de onderneming is een goede zaak voor het beschermen van het welzijn van de werknemers. Dit betekent echter niet dat alleen zij zich met de problematiek mogen bezig houden. De aanwezigheid van vertrouwenspersoon en preventieadviseur psychosociale aspecten ontslaan de werknemers, leidinggevenden en werkgevers niet van hun plicht om zich in te zetten voor een positief werkklimaat, waarin respectvol met elkaar wordt omgegaan en waar grensoverschrijdend gedrag openlijk wordt besproken met collega's en leidinggevenden, en wordt aangepakt. Een vermeend slachtoffer zou in eerste instantie op assertieve wijze de persoon die het grensoverschrijdend gedrag stelt, kunnen aanspreken en vragen dit gedrag te stoppen. In tweede instantie kan de leidinggevende worden aangesproken, eventueel met de vraag om tussenbeide te komen. Wanneer het gebruik van deze kanalen niet voldoende of onmogelijk blijkt te zijn kan er beroep worden gedaan op de vertrouwenspersoon en de preventieadviseur psychosociale aspecten. •
Stap 1: Informele procedure: Gesprekken met de vertrouwenspersoon
Ulenaers S.
Niveau II-44
118
Een werknemer kan altijd terecht voor vertrouwelijke gesprekken bij de vertrouwenspersoon of de bedrijfsarts, ook indien hij de bovenvermelde stappen niet wenst te zetten. De werknemer vindt er informatie, advies of gewoon een luisterend oor. Daarnaast wordt er in deze gesprekken gekeken naar wat de vraag is van de klager. Eventueel worden de mogelijkheden tot oplossing verkend. Mogelijke vragen van de klager kunnen zijn: emotionele opvang, registratie van de klacht, samen zoeken naar oplossingen, advies of ondersteuning bij interventie, … . Desgewenst wordt er een actieplan opgemaakt, waarin de mogelijke interventies van de klager en/of de vertrouwenspersoon worden gestipuleerd. Afhankelijk van de vraag en met uitdrukkelijke toestemming van de klager, kan de vertrouwenspersoon vervolgens overgaan tot een actieve interventie. De bemiddeling: actieve interventie van de vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon probeert op een informele manier het probleem aan te pakken – dit steeds met toestemming van de klager. Hij kan dit o.a. doen door te gaan praten met de aangeklaagde, de collega’s, de leidinggevende, de werkgever, de bedrijfsarts of andere relevante personen die kunnen helpen bij de informele oplossing van de klacht. Bij een eventueel gesprek met de aangeklaagde wordt deze op de hoogte gebracht van het feit dat de klager bepaald gedrag als grensoverschrijdend ervaart. Het verhaal van de aangeklaagde wordt gehoord en er wordt informatie gegeven over de procedure. Doel van dit gesprek is dat de feiten, indien ze gebeurden, moeten stoppen. Er kan samen met de aangeklaagde worden gezocht naar mogelijk te ondernemen stappen. De vertrouwenspersoon kan ook trachten terug een dialoog op gang te brengen tussen klager en aangeklaagde waarin het grensoverschrijdend gedrag kan worden besproken.
Ulenaers S.
Niveau II-44
119
Op verzoek van de klager kan de vertrouwenspersoon een rol spelen om het probleem op een informele manier aan te kaarten bij de hiërarchische lijn. De bereidheid tot verder samenwerken kan worden onderzocht en uitgedrukt en de wederzijdse verwachtingen en afspraken kunnen schriftelijk worden vastgelegd. De leidinggevende zal hierop verder toezien. Op deze manier kan de gelegenheid worden geboden om de zaak uit te praten tussen de betrokkenen of om de nodige maatregelen te treffen. De gevolgde aanpak kan worden vastgelegd in een informeel dossier dat door de vertrouwenspersoon wordt opgemaakt en bewaard, en dat een verslag bevat van de gevoerde gesprekken evenals de stappen die door de vertrouwenspersoon werden ondernomen. De verklaringen van de klager kunnen worden ondertekend (door klager en vertrouwenspersoon). Na een zekere tijd volgt er een evaluatiegesprek met de klager, waarin wordt nagegaan of het probleem is opgelost. Indien dit niet zo is, kan de klager aan de vertrouwenspersoon vragen opnieuw actie te ondernemen. •
Stap 2 : Formele procedure
Het is belangrijk op te merken dat in de informele fase de klager het ganse verloop van de klachtenbehandeling in eigen handen heeft. Zodra de klager echter de formele procedure start, geeft de klager deze controle uit handen en zal hij/zij geen invloed meer kunnen uitoefenen op de verdere afhandeling. Om de formele procedure te starten, is het nodig dat de klager een met reden omklede klacht neerlegt bij de vertrouwenspersoon of bij de preventieadviseur psychosociale aspecten door middel van een klachtenformulier. In de met reden omklede klacht worden feiten beschreven en mensen genoemd. Het is belangrijk dat de formele klacht zoveel mogelijk objectieve elementen bevat. De preventieadviseur psychosociale aspecten stuurt een afschrift van de klacht aan de werkgever. Deze wordt er op dat ogenblik bovendien van op de hoogte
Ulenaers S.
Niveau II-44
120
gebracht dat de werknemer die een met redenen omklede klacht heeft ingediend, niet mag worden ontslaan of een eenzijdige wijziging in zijn arbeidsvoorwaarden mag ondergaan, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht. De preventieadviseur psychosociale aspecten voert het formele onderzoek naar de omstandigheden van de feiten. Hij doet vaststelling van wat betrokkenen verklaren. Hij onderzoekt, voor zover hij er in een beperkt onderzoek zicht kan op krijgen, de factoren die van invloed zijn op het ontstaan van het probleem. Hij peilt naar de oorzaken en beoordeelt de gevolgen, steeds vanuit de wetenschappelijke inzichten over OGGW. Hij gaat na welke maatregelen door de werkgever reeds werden genomen. De preventieadviseur is een deskundige binnen het vakgebied van de psychosociale aspecten op het werk (psychologie en sociologie van de arbeid) en kwalificeert de feiten niet in juridische zin (dat komt alleen een rechter toe). De preventieadviseur psychosociale aspecten beantwoordt de schuldvraag dus evenmin in juridische zin. Hij certificeert geen slachtofferschap of daderschap. Hij heeft geen bevoegdheid in het beoordelen van schade of recht op schadevergoeding of eerherstel. Bij een eventuele rechtszaak kan de preventieadviseur psychosociale aspecten uiteraard opgeroepen worden om getuigenis af te leggen van het onderzoek en zijn bevindingen. De vertrouwenspersoon neemt niet deel aan het onderzoek, maar kan wel als getuige worden aangesproken door de preventieadviseur psychosociale aspecten, mits hij de regels van het beroepsgeheim respecteert. Zowel de klager als de aangeklaagde mogen zich laten bijstaan door een collega, een vriend, sociale partners, … De preventieadviseur psychosociale aspecten kan het onderzoek verrichten op basis van het rapport van het informeel dossier, gesprekken met de vertrouwenspersoon, getuigen, klager, aangeklaagde, eventuele
Ulenaers S.
Niveau II-44
121
andere slachtoffers, hiërarchische lijn. Het onderzoek gebeurt snel, tactvol en met eerbiediging van beide partijen. Nadat het onderzoek is afgelopen, stelt de preventieadviseur psychosociale aspecten een verslag op waarin hij een advies geeft aan de werkgever. De werkgever neemt passende maatregelen om een einde te stellen aan de problemen. Elke werknemer die een beroep doet op de preventieadviseur psychosociale aspecten heeft het recht te horen van de werkgever welk gevolg er werd gegeven aan de door hem aanhangig gemaakte zaak. De preventieadviseur psychosociale aspecten bezorgt geen kopie van het eindverslag aan klager of aangeklaagde.
9.7.2. Externe procedure bij de Medische Inspectie of de rechtbank Zowel de informele fase als de formele fase behoren tot de interne procedures, die erop gericht zijn de betrokkenen (klager, aangeklaagde, leidinggevende) zelf de conflicten te laten regelen binnen de onderneming. Indien de feiten van geweld, pesterijen en OSGW op het werk echter doorgaan na inwerkingtreding van de maatregelen of indien de werkgever nalaat de nodige maatregelen te treffen, kan de preventieadviseur (na overleg met het slachtoffer), of het slachtoffer zelf, zich wenden tot de ambtenaar van de medische inspectie, belast met het toezicht op de wet geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. De ambtenaar zal nogmaals proberen personen te verzoenen en naar een oplossing te laten zoeken. Het is ook mogelijk dat de ambtenaar zich beperkt tot het nakijken of de verschillende stappen, vermeld in de interne procedure, correct zijn gevolgd. Hij doet eventueel opnieuw voorstellen tot maatregelen aan de werkgever of beperkt zich tot het geven van opmerkingen m.b.t. de gevolgde of niet-gevolgde interne procedure. Indien ook deze interventie mislukt, zal een proces-verbaal worden
Ulenaers S.
Niveau II-44
122
opgemaakt en zal het dossier worden overgemaakt aan de arbeidsauditeur, die na een finale poging tot oplossing van het probleem, de werkgever en/of de dader kan dagvaarden Indien de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft gewijzigd of beëindigd omwille van geweld op het werk, kan het slachtoffer zijn reïntegratie vragen binnen de 30 dagen. Als hij de reïntegratie niet bekomt kan hij zich richten tot de arbeidsrechtbank. De werknemer kan ook voor een vordering tot staking of voor een schadeloosstelling terecht bij de arbeidsrechtbank. Voor slagen en verwondingen, aanranding, stalking en laster en eerroof kan men ook bij de politie klacht neerleggen of bij de correctionele rechtbank. Opmerking 1: De werknemer kan stappen in de procedure overslaan en bijvoorbeeld onmiddellijk een formele of gerechtelijke procedure opstarten. Wij vragen echter met aandrang steeds te beginnen met een gesprek met de vertrouwenspersoon en stappen enkel over te slaan in geval van zeer ernstige feiten of indien men om bepaalde redenen niet terecht kan bij de vertrouwenspersoon of preventieadviseur psychosociale aspecten. Opmerking 2: voor meer informatie over de externe procedure verwijzen we naar de brochure ”juridische toelichting bij de wet van 11 juni 2002”, uitgegeven door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (het vroegere ministerie van tewerkstelling en arbeid).
9.7.3. Procedure voor OGGW door personen extern aan de onderneming Indien een werknemer wordt geconfronteerd met een vorm van geweld door externen, verbaal of fysiek geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag, heeft hij de mogelijkheid dit te melden. Elk gemeld voorval wordt bijgehouden in een register. Dit kan gebeuren aan de hand van een meldingsformulier of door langs te gaan bij de vertrouwenspersoon of de
Ulenaers S.
Niveau II-44
123
daartoe door de werkgever aangeduide persoon, die samen met de werknemer het meldingsformulier invult en eventueel het slachtoffer opvang biedt. Het register wordt gebruikt tijdens de risicoanalyse om toekomstgericht oplossingen te zoeken. Bij lichamelijke schade wordt doorverwezen naar de arbeidsgeneesheer of huisarts. Verwonding door extern geweld wordt beschouwd als een arbeidsongeval. Bij vermoeden van PTSD na ernstig trauma wordt doorverwezen naar gespecialiseerde instellingen of diensten.
9.8. Preventieve maatregelen 9.8.1. Algemene Maatregelen • Informatie over risicoverhogende of risicoverlagende factoren (risicogroepen, infrastructuur, beleid OGGW, sociaal klimaat, leiderschapsstijl, werkdruk, stress, jobtevredenheid, job- of functieonzekerheid, ...) ontbreekt waardoor specifieke knelpunten (oorzaken) niet kunnen worden blootgelegd: –
Specifieke preventieve maatregelen kunnen niet worden genomen op basis van deze gegevens
• Wel algemene preventiemaatregelen • Wel kan per school intern worden nagedacht over meer specifieke maatregelen.
9.8.2. Algemene preventiemaatregelen • Preventie-adviseur psychosociale aspecten is aangesteld –
Johan Nulens
–
016 / 390 530
–
[email protected]
• Vertrouwenspersonen zijn aangesteld –
Ulenaers S.
In elke school (ev. uitwisselbaar tussen scholen)
Niveau II-44
124
–
Aanvaarding
–
Opleiding
–
Tijd en middelen
• Globaal preventieplan en jaarlijks actieplan • Opstellen beginselverklaring • Opstellen procedures • Aanleggen register extern geweld • Aanpassen van arbeidsreglement • Opleiden van nodige personeel (LOC/PBW, leidinggevenden, vertrouwenspersonen, leerkrachten, ander personeel) –
Opleiding vertrouwenspersonen
–
Intervisie vertrouwenspersonen
–
Opleiding leidinggevenden/HR
–
Opleiding omgaan met agressie/pesten van leerlingen
–
Infosessie personeel/LOC/PBW over OGGW
• Informeren en sensibiliseren van alle personeel over: –
Algemeen standpunt en visie directie
–
Contactgegevens preventie-adviseur
–
Contactgegevens vertrouwenspersonen
–
Globaal preventieplan en jaarlijks actieplan
–
Beginselverklaring, procedures,register extern geweld
• Verder uitbouwen van goed werkende en professionele HR-dienst –
Duidelijke functie-omschrijvingen
–
Eerlijke en transparante taakverdeling
–
Eerlijke en transparante Verloning, verlof, vervangingen
–
Opleiding, doorgroeimogelijkheden, ontplooiing
–
Functioneringsgesprekken, coaching (wn/lg)
• Werken aan organisatiecultuur –
Vlakke organisatie met open gesprekscultuur
–
Durven in vraag stellen, feedback geven en vragen
–
Niet enkel op taak- maar ook op relatieniveau
Ulenaers S.
Niveau II-44
125
–
Inspraak en betrokkenheid, empowerment, zelfsturende teams
–
Samen groeien en ontwikkelen
9.8.3. Specifieke maatregelen • Oorzaak grote verschillen in respons? • Agnetendal en Sint-Augustinus grootste prevalentie –
Prioriteit qua maatregelen
• Vooral verbale vormen een probleem (geweld en osgw minder) –
Maatregelen vooral hierop concentreren
• Bij het Agnetendal is vooral ondoorzichtige communicatie een probleem • Bij St-Augustinus vooral onevenwichtige taakverdeling • Personeel reageert heel passief op OGGW –
Assertiviteit verhogen + wn aanspreekbaar maken
• Dader zowel collega’s, leerlingen als directie –
3 doelgroepen moeten aandacht krijgen
• Dader heeft meestal meerdere slachtoffers –
Coaching dader groot effect
• Slachtoffers gaan in eerste plaats naar andere collega’s voor hulp –
collega’s moeten dus weten hoe ze moeten reageren als iemand met een probleem naar hen komt
• Slachtoffers verwachten vooral een luisterend oor en hulp zodat ze het probleem zelf kunnen oplossen • De tevredenheid over een tussenkomst is eerder laag –
Kwaliteit tussenkomst moet verbeterd worden
• Werknemers in het algemeen verwachten vooral oplossingen van directie, vertrouwenspersonen en directe collega’s –
Deze drie groepen moeten weten hoe te reageren (bv: workshop)
Ulenaers S.
Niveau II-44
126
Calamiteit 10: Geweld, pesten en ongewenste seksuele gedragingen bij leerlingen
Ulenaers S.
Niveau II-44
127
Calamiteit 10: Geweld, pesten en ongewenste seksuele gedragingen bij leerlingen 10.1. Inleiding We kunnen deze groepen nog eens indelen naargelang de dader(s). Dit kan gebeuren door: Ø medeleerlingen Ø ouders/familie Ø derden, vriend(in), leerling andere school, onbekende,… Het is voor sommige leerlingen zeer moeilijk om over bepaalde zaken te praten. Indien er bedreigingen of chantage gebeurd is wordt het nog moeilijker. In sommige gevallen zal de politie ingeschakeld moeten worden om vaststellingen te doen. Als het slachtoffer weet dat andere personen op de hoogte zijn klapt het vaak helemaal dicht.
10.2. Geweld Meppen uitdelen met de hand, knuppel, boksbeugel, steekpartij, schietpartij,… worden omschreven als fysisch geweld. Het is moeilijk om naast te kijken als het uit een reactie voortkomt. De persoon zal tekenen dragen die iedereen zal zien. Het verborgen geweld zoals sigaretten die gedoofd worden op de armen of benen valt voor de anderen niet op. Daar de leerlingen elke week turnen hebben en ze turnkledij moeten aandoen, kan dit gemeld worden door de medeleerlingen. De turnleraar zou dit ook moeten opmerken. Soms proberen leerlingen hun blessures echter te verdoezelen met een doktersbriefje. De kleine dingen zijn het pijnlijkst, de grote dingen ziet iedereen en deze hebben meestal ook medische zorgen nodig. Contact opnemen met vertrouwenspersoon, deze neemt dan eventueel contact met andere personen of instanties.
Ulenaers S.
Niveau II-44
128
10.3. Pesten Daarnaast hebben we het pesten onderling, zoals het op elke school voorkomt en wat zal blijven bestaan. Daarnaast is er ook de chantage en afpersing. Hier moet de leerling in kwestie of een andere leerling het komen vertellen. Deze gevallen zijn soms moeilijk te achterhalen, hier zijn meestal geen bewijzen van. Het is dan woord tegen woord. Bij de gewone vorm van pesten kan een klasgesprek al veel problemen oplossen. In een klas kan men meestal al voorspellen wie de pester en wie de gepeste is. Vanaf wanneer beschouw je iets als pesten? Is een belediging ook pesten, na hoeveel beledigen wordt of is het pesten? De omschrijving van pesten staat beschreven in het vorig hoofdstuk.
10.4. Ongewenste seksuele gedragingen Ingeval van ongewenste seksuele gedragingen t.o.v. andere leerlingen zal dit met de vertrouwenspersoon besproken worden. Indien nodig worden de ouders ingelicht. De vertrouwenspersonen op school zijn ook in het bezit van de telefoonnummers van andere instanties. Elk jaar wordt er een dag ingericht voor het eerste leerjaar van de tweede graad (derde middelbaar). Deze dag gaat over relationele vorming. Deze dag wordt al spelenderwijs ingekader en omvat voorbehoedsmiddelen, SOA’s, partners, hetero, homo/lesbienne, mijn eerste keer, mijn lichaam, met wie kan ik praten over …….
Ulenaers S.
Niveau II-44
129
Calamiteit 11: Overlijden
Calamiteit 11: Overlijden
Ulenaers S.
Niveau II-44
130
De heer Meus van de leerlingenbegeleiding en mevr Bonhomme van de PAG hebben een draaiboek gemaakt rond “rouw en verdriet”. Dit ligt in de leraarskamer en op het secretariaat. Het zijn ongeveer 50 pagina’s met de volgende inhoud.
Deel 1: Het overlijden van de directie of een familielid van de directie tijdens het schooljaar 1. Overlijden directie 2. Overlijden partner of kind van directie 3. Overlijden ouder of schoonouder van directie 4. Overlijden broer, zus of schoonfamilie van directie
Deel 2: Het overlijden van de directie of een familielid van de directie tijdens de vakantie 1. Overlijden directie 2. Overlijden partner of kind van directie 3. Overlijden ouder, schoonouder van directie 4. Overlijden broer, zus of schoonfamilie van directie
Deel 3: Het overlijden van een personeelslid of een familielid ervan tijdens het schooljaar 1. Overlijden personeelslid 2. Overlijden partner of kind van personeelslid 3. Overlijden ouder of schoonouder van personeelslid 4. Overlijden broer, zus of schoonfamilie van personeelslid
Deel 4: Het overlijden van een personeelslid of een familielid
Ulenaers S.
Niveau II-44
131
ervan tijdens de vakantie 1. Overlijden personeelslid 2. Overlijden partner of kind van personeelslid 3. Overlijden ouder of schoonouder van personeelslid 4. Overlijden broer, zus of schoonfamilie van personeelslid
Deel 5: Het overlijden van een leerling of een familielid van een leerling tijdens het schooljaar 1. Overlijden leerling 2. Overlijden ouder, broer of zus van een leerling 3. Overlijden van een grootouder van een leerling 4. Overlijden van een tante, nonkel, neef of nicht van een leerling
Deel 6: Het overlijden van een leerling of een familielid van een leerling tijdens de vakantie 1. Overlijden leerling 2. Overlijden ouder, broer of zus van een leerling 3. Overlijden van een grootouder van een leerling 4. Overlijden van een tante, nonkel, neef of nicht van een leerling In elke deel komen de volgende punten aan bod: Ø
Melding
Ø
Organisatie
Ø
Informeren personeel
Ø
Informeren leerlingen
Ø
Opvang
Ø
Bezoek nabestaande
Ø
Afscheid
Ø
Nazorg
Ø
Administratie
Ulenaers S.
Niveau II-44
132
Calamiteit 12: Overval / gijzeling / steekpartij / schietpartij
Ulenaers S.
Niveau II-44
133
Calamiteit 12: Overval / gijzeling / steekpartij / schietpartij Gelukkig zijn deze calamiteiten tot nu toe nog niet voorgekomen in de onmiddellijke schoolomgeving.
12.1. Overval Een overval in een school komt overdag zelden of nooit voor, aangezien er nooit veel geld valt te rapen valt. Er is enkel een beperkte hoeveelheid op het secretariaat, voor de alledaagse (kleine) transacties met lln en lkr. Dit betekent maar een magere buit voor de eventuele overvaller(s). De situatie is anders op piekdagen (kienavond, opendeurdag). Op zo’n momenten is het de taak van de Sven om op regelmatige tijdstippen geld in de kluis te leggen. Zeker aan het einde van de manifestatie mag er niet veel geld op de locatie aanwezig zijn.
12.2. Gijzeling Een gijzeling komt meestal voor door ontevreden leerlingen. De kans dat die een leerkracht gaan gijzelen is echter klein. Gijzelingen voorkomen is misschien mogelijk door goede contacten te onderhouden met de leerlingen. Dit zowel door de leerkrachten, vertrouwenspersonen, clb,… Het is en blijft echter moeilijk om in iemands hoofd te kijken. Indien er een gijzeling gebeurt, zal de politie de taken op zich nemen. Er kan echter wel gevraagd worden aan bepaalde personeelsleden om als bemiddelaar te willen optreden. Dit zal in overleg gebeuren met de persoon in kwestie, politie, directie en PA.
Ulenaers S.
Niveau II-44
134
12.3. Steekpartij Steekpartijen komen al eens in het nieuws. Het zijn niet enkel leerlingen met problemen die dit doen. De politie en de ambulance zullen gebeld worden. Het slachtoffer zal de eerste hulp verstrekt krijgen van opgeleid personeel. Er mag niet enkel tijd en moeite besteed worden aan het slachtoffer. De dader moet zo snel mogelijk bedaren en tot inkeer komen. Men moet trachten te voorkomen dat deze nog slachtoffers maakt. Men moet de redenen van zijn daad trachten te weten te komen. Indien de dader nog op school is en/of overmeesterd zal deze voor ondervraging meegenomen worden. De ziekenwagen zal het slachtoffer afvoeren naar het ziekenhuis. Voor men iemand te woord staat is het belangrijk om met enkele personen te overleggen: Ø Ouders slachtoffer(s) inlichten –
Wie / hoe / waar / wat / ….
Ø Ouders dader(s) inlichten (indien lln van school) –
Wie / hoe / waar / wat / ….
Ø Pers, collega’s, leerlingen,… inlichten –
Wie / hoe / waar / wat / ….
Messen op school zijn verboden, hier worden geen controles op gedaan. Het gebeurt wel eens dat een (boeren)jongen een mes op zak heeft. Bij de landbouwers wordt dit soms hun kinderen onbedoeld aangeleerd. Dit om allerlei dingen te kunnen doen, zeker in de tijd van meer zakgoed en toen de dieren nog gebonden stonden in de stal. Bij mensen met paarden is dit terug aan het groeien. Op de school is het gelukkig nog niet nodig om metaal detectoren aan te kopen…..
Ulenaers S.
Niveau II-44
135
12.4. Schietpartij Een schietpartij kan voortvloeien uit een gijzeling of een dolle schutter(s). Bij een schietpartij zijn er meestal meer slachtoffers, en is de afloop meestal dramatischer. De coördinatie zal door de politie gebeuren. De eerste zorg is dan om de schutter uit te schakelen zodat er niet meer slachtoffers vallen. De slachtoffers en andere personen zal men trachten in veiligheid te brengen. Dit zal altijd chaotisch verlopen met veel emoties en angst. Het is belangrijk om het hoofd koel te houden om afspraken te maken en te overleggen. Ø Ouders slachtoffer(s) inlichten –
Wie / hoe / waar / wat / ….
Ø Ouders dader(s) inlichten (indien lln van school) –
Wie / hoe / waar / wat / ….
Ø Pers, collega’s, leerlingen,… inlichten –
Wie / hoe / waar / wat / ….
De pers zal er veel sneller bij zijn. De meeste leerlingen en de aanwezige collega’s zullen ook al meer gezien en gehoord hebben. Psychologische bijstand door verschillende instanties is hier zeker op zijn plaats. Amerikaanse taferelen zijn best te vermijden.
Ulenaers S.
Niveau II-44
136
Calamiteit 13: Alcohol, tabak en drugs
Ulenaers S.
Niveau II-44
137
Calamiteit 13 Alcohol, tabak en drugs 13.1. alcohol Alcohol op school is verboden tijdens de schooluren! Hierbij zijn er enkele uitzonderingen, zoals het brouwen van bier en wijn van 6Bio, een receptie, jureren GIP, ….
13.2. tabak De schoolgebouwen zijn sinds 1 januari 2006 rookvrij! Roken op school door de leerlingen is verboden, indien zij betrapt worden krijgen ze strafstudie! Roken door de leerkrachten is toegelaten voor de school, uit het zicht van de leerlingen.
13.3. drugs Voor drugs is er een nultolerantie op school. Indien leerlingen betrapt of verklikt worden komen ze bij de directie op het matje. De directie maakt een afspraak met de ouders voor het verdere verloop. De gevolgen kunnen zijn: strafstudie, verder onderzoek naar andere leerlingen, verwijdering van school, inlichten politie, externe hulp, inlichten ouders van medeleerlingen, …
13.4. preventie Ieder jaar voor de leerlingen van het tweede leerjaar van de eerste graad is er een halve dag voorzien rond verslaving. Deze gaat over drugs, roken en alcohol. De leerlingen zien een ouder aan het woord over het verlies en de lijdensweg van haar zoon na het gebruik van slechte drugs. De enige zoon was al jaren verslaafd. De leerlingen leren de soorten drugs en de gevolgen ervan. Ze leren NEE zeggen in een groep,… Bij welke instanties kan ik terecht voor mezelf, vriend, …
Ulenaers S.
Niveau II-44
138
Calamiteit 14: Collectieve ziekte
Ulenaers S.
Niveau II-44
139
Calamiteit 14 collectieve ziekte Overzicht van de wettelijk te melden infectieziekten Groep I Botulisme Febris recurrens Hemorragische koorts Legionellose Malaria Meningococcose Pest Poliomyelitis Rabiës Vlektyfus Elke ernstige besmettelijke ziekte die een epidemisch karakter dreigt aan te nemen
Groep II Brucellose Buiktyfus Cholera Difterie Gastro-enteritits Gele koorts Gonorroe Hantavirose Hepatitis A Hepatitis B Hepatitis C Kinkhoest Leptospirose Listeriose Miltvuur Protozoaire infecties Psittacose Rickettsiose Scabies Shigellose Syfilis Tetanus Trichinose Tuberculose
Onmiddellijk telefonisch te Te melden binnen 48 uur na de melden ziektes door het lab en diagnose door lab en arts door de arts, schriftelijk te bevestigen binnen 24 uur
Ulenaers S.
Niveau II-44
140
Adressen Gezondheidsinspecties van de Vlaamse Gemeenschap Coördinatie infectieziekten Markiesstraat 1, 1000 BRUSSEL
Oost-Vlaanderen Elf Julistraat 45, 9000 GENT
tel.: 02-553 35 85 fax 02-553 36 16
tel.: 09-244 83 60 fax 09-244 83 70 e-mail:
[email protected]
Antwerpen Copernicuslaan 1 bus 5, 2018 ANTWERPEN
Vlaams-Brabant Brouwersstraat 1 bus 4, 3000 LEUVEN
tel.: 03-224 62 04 fax 03-224 62 01
Tel.: 016-29 38 58 fax 016-29 37 69
e-mail:
[email protected]
e-mail:
[email protected]
Limburg West-Vlaanderen Gouverneur Roppesingel 25, 3500 Spanjaardstraat 15, 8000 BRUGGE Tel. : 050-44 50 70 fax: 050-34 28 69 HASSELT Tel.:011-26 42 42 fax: 011-26 42 52 e-mail:
[email protected]
e-mail:
[email protected]
Zie ook internet www.wvc.vlaanderen.be. Op school moeten we ons nog niet echt zorgen maken, over een keuken beschikken we niet. Eetdagen worden niet georganiseerd door de school. Het enige wat kan is tijdens een les dat er wat bereid wordt en de taart bij de koffie als iemand jarig is. Naar legionella is er een dossier opgesteld, dit ligt ter inzage bij de preventie adviseur. De voornaamste punten zijn: Ø de nooddouche in het labo Ø de brandhaspels Ø de buitenkranen Bij de nieuwbouw en renovatie is er rekening gehouden met deze gegevens. Zo staan de brandhaspels niet in het zonlicht of warme gangen. De leidingen zijn goed geïsoleerd en is er enkel warm water met een boiler bij de kraan. Het labo met zijn vele kranen is aan de noordkant van het gebouw gelegen ed.
Ulenaers S.
Niveau II-44
141
Aan:
Gezondheidsinspectie Limburg Gouverneur Roppesingel 25, 3500 HASSELT Tel.:011-26 42 42 fax: 011-26 42 52 e-mail:
[email protected]
Kennisgeving van besmetting met ……………………………………….. in een school 1. Instelling Gegevens van de instelling: Biotechnicum Kaulillerweg 3 3950 Bocholt tel: 089/46.14.90 2. Het betreft hier: een individuele
meerdere besmettingen
Datum: Tijdstip: Vermoedelijk betrokken toestel: Aard van symptomen: Korte beschrijving:
Ulenaers S.
fax: 089/46.10.95
Niveau II-44
142
Calamiteit 15: Nucleair
Ulenaers S.
Niveau II-44
143
Calamiteit 15: nucleair 15.1. Principes Het noodplan voor nucleaire risico's voor het Belgische grondgebied werd bij koninklijk besluit van 27 september 1991 vastgesteld (B.S. van 199201-21). Het noodplan heeft tot doel de coördinatie van de maatregelen te verzekeren die ter bescherming van de bevolking en het leefmilieu moeten genomen worden bij een nucleair ongeval of bij ander stralingsgevaar, dat uitwerking kan hebben in een gebied buiten de nucleaire installaties en de verspreiding van radioactieve bestanddelen kan veroorzaken. Het noodplan is bedoeld als leidraad bij het nemen beschermingsmaatregelen. Het beschrijft de opdrachten die de verschillende organismen en diensten dienen uit te voeren. Het noodplan is van toepassing wanneer de bevolking het risico loopt blootgesteld te worden aan belangrijke stralingsdosissen door:
externe bestraling door luchtbesmetting en/of afgezette radioactieve stoffen;
interne bestraling door inademing van lucht en/of door inname van besmet voedsel of drinkwater.
Het
overheidsoptreden
ten
aanzien
van
andere
situaties
met
stralingsgevaar kan gebaseerd worden op dit plan:
ongevallen met vervoer van splijtstoffen, radioactieve isotopen of radioactief afval;
stralingsgevaar ingevolge het gebruik van nucleaire energie in ruimtetuigen;
nucleaire ongevallen of stralingsgevaar met militaire tuigen of in militaire installaties;
Ulenaers S.
Niveau II-44
144
Het noodplan geeft slechts de algemene organisatie weer. Het dient aangevuld
met
concrete
plannen
en
dit
op
de
verschillende
interventieniveaus:
provinciaal;
gemeentelijk;
alle tussenkomende instellingen.
Kleine-Brogel ???? Aan de gouverneur dienen interne noodplannen voorgelegd door alle instellingen,
diensten
en
industriële
inrichtingen
noodplanningszone.
Ulenaers S.
Niveau II-44
binnen
de
145
Rond de belangrijke nucleaire sites werd een zone van 20 km bepaald. Binnen deze zone wordt een preventieve verdeling van jodiumtabletten naar alle huisgezinnen en collectiviteiten voorzien. De scholen van onze scholengemeenschap bevinden zich buiten deze zone. Buiten deze zones bevinden zich omvangrijke gedecentraliseerde voorraden die snel naar een bepaalde regio kunnen worden overgebracht om onder de bevolking verdeeld te worden. Elke apotheek in het land beschikt over een voldoende grote voorraad jodiumhoudende grondstoffen waarmee snel noodrantsoenen kunnen worden gemaakt. Tenslotte kunnen in alle apotheken jodiumtabletten aangeschaft worden (zonder medisch voorschrift) voor € 4,09.
15.2. Bevoegde overheden Federaal De minister van Binnenlandse Zaken coördineert in principe alle maatregelen. Gewest Het gewest is via de drinkwatermaatschappijen betrokken indien maatregelen nodig zijn in verband met de drinkwatervoorziening. Provincie Tot alarmniveau U3 verzekert de gouverneur, in uitvoering van de beslissingen van de federale overheid, de coördinatie van de acties op het terrein. Hij overlegt met de burgemeester van de plaats van het onheil en met de burgemeesters van de interventiezone. Bij alarmniveau U4 neemt de gouverneur onmiddellijk de maatregelen op eigen gezag en zonder de federale beslissingen af te wachten, dit tot de federale overheid de coördinatie overneemt.
Ulenaers S.
Niveau II-44
146
De gouverneur verzekert de coördinatie naar aanleiding van ongevallen:
met radioactief materiaal in hospitalen en dergelijke;
met het vervoer van splijtstoffen, radioactieve isotopen of radioactief afval;
met militaire tuigen of in militaire installaties;
of ander stralingsgevaar in andere installaties dan de kerncentrale te Doel.
Gemeente Het
uitgangspunt
is
gemeentegrensoverschrijdend
dat is
een en
radiologisch
aanstonds
een
risico
coördinatie
veronderstelt op provinciaal en federaal niveau. De burgemeester van de plaats van het ongeval en de burgemeesters van de interventiezone worden door de gouverneur betrokken bij de coördinatie.
15.3. De exploitant Alle nucleaire installaties van klasse I (kernreactoren en installaties waar splijtstoffen aanwezig zijn) zijn verplicht te beschikken over een nucleair noodplan dat volledig is afgestemd op het nucleaire noodplan van de overheid. In het geval van een ongeval of een incident blijft de exploitant verantwoordelijk voor het beheer van de installaties en voor de bescherming van de personen die hij tewerkstelt. Hij neemt de bewarende maatregelen die nodig zijn om de veiligheid te vrijwaren van personen en goederen buiten de installatie. Hij informeert de federale overheid (notificatieniveaus N1, N2, N3, N4) en de gouverneur (notificatieniveau N4).
Ulenaers S.
Niveau II-44
147
15.4. Alarmering Niet elke nucleair incident is gebonden aan een vaste installatie. Omwille van dit gegeven, en de intrinsieke ernst van dergelijke calamiteiten heeft de overheid een automatisch detectienet uitgebouwd, TELERAD, waarmee men in staat is verhoging van de stralingsniveaus te detecteren en alarm te slaan. Dit kan een eerste bron van alarm zijn. Daarnaast hebben de exploitanten van nucleaire installaties met de overheid notificatieniveaus afgesproken.
15.5. leiding Alle beslissingen worden genomen door de federale overheid. De uitvoering op het terrein is de verantwoordelijkheid van de gouverneur. Bij alarmniveau U4 heeft de gouverneur de volledige beslissingsbevoegdheid omwille van de dringendheid en ernst van de situatie.
15.6. Informeren en verwittigen van de bevolking Preventief informeren van de bevolking De bevolking in de algemene noodplanningszone rond KCD dient preventief geïnformeerd over:
de beschermingsmaatregelen;
de gedragslijn bij stralingsgevaar.
Dit is een taak van de federale overheid.
Ulenaers S.
Niveau II-44
148
Verwittiging van de bevolking Algemeen Het alarmeren is gebonden aan het nemen van beschermingsmaatregelen naar de bevolking toe. De ‘emergency director’ van de overheid neemt hiervoor het initiatief, behalve op alarmniveau U4, waar de gouverneur onmiddellijk overgaat tot het nemen van de nodige maatregelen. De informatiecel binnen het CGCCR:
deelt de genomen beslissingen van alarmering mee aan de media;
houdt de bevolking op de hoogte van de evolutie van de noodtoestand.
De gouverneur neemt deze algemene informatie over en werkt ze verder uit in functie van de situatie in zijn provincie. De bevolking wordt verwittigd en geïnformeerd: De sirenes Bij incidenten in een nucleaire instelling wordt de bevolking onder meer verwittigd door de sirenes van de Civiele Bescherming, op bevel van het CGCCR of van de provinciegouverneur. Wanneer de sirenes loeien, dient de bevolking binnen te gaan en/of binnen te blijven, te luisteren naar radio, televisie en/of luidsprekerwagens en moeten ramen en deuren gesloten worden gehouden. Radio en televisie Voor
de
algemene
bekendmaking
van
beschermingsmaatregelen,
evacuatiewegen, verzamelplaatsen, bestemming enz. wordt beroep gedaan op de nationale zenders. Indien de gouverneur een bericht aan de media bezorgt, dan wordt een kopie daarvan onmiddellijk aan de informatiecel van het CGCCR meegedeeld. Wagens met luidsprekers De
bevolking
in
de
interventiezone
wordt
door
de
politie,
via
luidsprekerwagens, op de hoogte gebracht van de te nemen maatregelen.
Ulenaers S.
Niveau II-44
149
Bij N2/U2 wordt de bevolking aanbevolen te schuilen. Bij N3/U3 moet de bevolking of schuilen of geëvacueerd worden. Drukwerk Brochures met informatie over decontaminatie en andere maatregelen worden door het ministerie van Binnenlandse zaken ter beschikking gesteld. Deze brochures worden door de politie uitgedeeld aan de bevolking, bij het verlaten van de interventiezone.
15.7. Maatregelen binnen onze school Onze school ligt niet binnen een noodplanningszone van 20 kilometer rond een kerncentrale zodat wij geen intern noodplan moeten voorleggen aan de hogere overheid. Indien er zich een nucleaire ramp voordoet, volgt de directie strikt de onderrichtingen van de bevoegde overheid op (schuilen, evacuatie, …). Hiervoor wordt de crisisstaf samengeroepen. De crisisstaf samengesteld uit de directie en de vooraf aangeduide personen, zal vanuit het crisiscentrum de operaties leiden.
Algemene
Functie
Naam
Telefoon privé
GSM
Directeur
Miet
089/48.20.23
Stef
leiding Bijgestaan
secretariaat PA
Stef
011/63.40.38
Secretariaat
Carmen
089/46.14.90
0476/21.97.80
door
Als de directeur afwezig is wordt de leiding door de Preventie Adviseur overgenomen.
Ulenaers S.
of
Niveau II-44
150
De leden van het crisismanagement worden opgeroepen door de personen die door de omstandigheden en de ernst van de toestand aangewezen zijn de beslissing te nemen. De oproep kan dus geschieden door een leerkracht, het ondersteunend personeel, een directielid als de preventieadviseur. De crisisstaf verzamelt omwille van de beschikbaarheid van telefoon, fax, e-mail in het secretariaat van de school. Als omwille van omstandigheden dit lokaal niet kan gebruikt worden, wordt het personeelssecretariaat gebruikt als crisiscentrum. De belangrijkste taken van de crisisstaf zijn:
informatie verzamelen van de gebeurtenis en evolutie opvolgen
leiding geven en bijsturen
coördinatie met externe diensten zoals politie – brandweer – hulpdiensten – overheden – pers
Indien de bevoegde overheid het sein tot evacuatie geeft, treedt het noodplan “ontruiming” in werking.
Ulenaers S.
Niveau II-44
151
Conclusie
Ulenaers S.
Niveau II-44
152
Conclusie Calamiteiten kunnen zich altijd voordoen. Plannen zijn nodig als er iets gebeurt. Maar belangrijker is een strategie te hebben om deze te voorkomen. Het is soms moeilijk om alles te voorzien: een ongeluk of een ongeval kan gebeuren, dit door een technisch defect, of een menselijke fout. Er over nadenken dat iets fout kan gaan is er mee bezig zijn. De problemen enkel oplossen als ze zich voordoen is achter de bal aanhollen, dan komt men meestal (de mis) te laat. Deze plannen zijn nooit af en moeten na een incident, ongeval e.d. bijgestuurd worden. Namen, telefoonnummers, adressen, veranderen ook, deze moeten dan ook aangepast worden. Alleen aan de plannen werken is iets maar niet voldoende. Ieder heeft een andere kijk op iets. In grote mate zijn deze voor iedereen hetzelfde, maar ze moeten op maat van elk bedrijf gemaakt worden. Dit eindwerk is om verschillende reden tot stand gekomen. Uiteindelijk ben ik blij dat ik voor dit onderwerp gekozen heb. Ik vind dat ik nu een bruikbaar iets heb, dat ik bijna dagelijks kan gebruiken binnen mijn onderneming. Alles zit netjes bij elkaar, in de toekomst zal het waarschijnlijk nog verder uitgebreid worden. Wie weet immers welke wetten in de toekomst nog opgelegd worden, specifiek voor scholen of andere. Bij het maken van dit eindwerk ben ik toch bij vele punten blijven stilstaan waar ik eerder geen aandacht aan heb geschonken, want vele dingen lijken vanzelfsprekend tot men de ware toedracht kent. Een preventie-adviseur is ook maar een mens, deze kan niet alles weten en niet alles wordt hem verteld.
Ulenaers S.
Niveau II-44
153
Werklijst
Ulenaers S.
Niveau II-44
154
WERKLIJST J F MA MJ J A S ON D Pictogrammen
S
S
Brandblussers
E
S
Ladders
S
S
Stelling
E
S
Noodverlichting
E
Elektrische borden
E
EHBO-koffers
I
Elektrisch gereedschap
S
Verlengsnoeren
S
I
S
I S
S
S
VIK
S
MSDS
S
Brandalarm
S
Zelfsluitende branddeuren Lift CV-ruimten Nooddouche Brandslangen
S E
S E
E
E
S
S
I I I I I I I I I I I I S
S
Platdak
S
Afvoeren
S
Regenwaterput
I
Ketel 1 gas
Ulenaers S.
E
Niveau II-44
155
Ketel 2 gas
E
Ketel 3 gas
E
Ketel ph mazout
E
Ketel PVL mazout
E
Ketel hoeve mazout
E
Harnas
E
Valbeveiliging
E
evacuatie
S
Fietscontrole
E
Verkeersdag 1e jaar
E
Verkeersdag 3e graad Relationele vorming
2 I
Drugsbeleid
I
JAP
S
GPP
5
Maandverslag Jaarverslag
I
Aanpassen Arbeidsreglement
I I
Rondgang arbeidsgeneesheer
E
Rondgang werkgroep
I
Rondgang brandweer
5
Controle gasdetectie
E
Bijsturen calamiteiten
Ulenaers S.
I
Niveau II-44
156
Ongevallen
I I I I I I I I I I I I
Meters (gas/elektriciteit/water)
S S S S S S S S S S S S
Elektrische borden
5
Vergunningen
I
Opleiding EHBO
E E
Bijscholing EHBO
E
VCA
E
BA4-BA5
S GS
Opleiding HL
S GS
Medisch toezicht lln
E
Medisch toezicht personeel
E
Wegkapitein
I
Gemachtigde opzichter
S GS
Begroting
I
Inventarislijst machines
S
S
Boerderij
S
S
Pvl
S
S
Labo reglement
I
Algemene richtlijnen praktijk
S
Info brochure
I
Asbestinventaris + tekenen AG
I E
I intern
E extern
S Stef
SGS scholengemeenschap
Ulenaers S.
Niveau II-44
157
Bron & bijlagen
Ulenaers S.
Niveau II-44
158
Bron: ü Boek: Welzijn op het werk ü PVI Antwerpen ü IDEWE ü Cursusteksten niveau II ü Prebes ü Coördinerend preventie-adviseur ü Scholengemeenschap ü Politie Bocholt ü Brandweer Bree ü
Bijlage: o bijlage 1: inplantingsplan o bijlage 2: noodplan nieuwbouw o bijlage 3: ongevallensteekkaart o bijlage 4: beleidsverklaring o bijlage 5: identificatiedocument IDEWE o bijlage 6: VIK decoupeerzaag o bijlage 7: VIK hooimachine o bijlage 8: vuurvergunning o bijlage 9: fietscontrole
Ulenaers S.
Niveau II-44