Beleidsplan Calamiteiten Basisschool De Zevensprong
Locatie: Notermansstraat
September 2012
Voorwoord De Zevensprong beschikt over een Ontruimingsplan. Het Beleidsplan Calamiteit bestaat uit drie onderdelen: Het hoofddocument: Beleidsplan Calamiteit Het Ontruimingsplan Het Ongevallen Registratieformulier en het Ongevallenregister. Het Beleidsplan Calamiteit, inclusief het Ontruimingsplan en het Ongevallen Registratieformulier en Ongevallenregister zit in ordner calamiteiten plan in de kast in het kantoor van de directeur en is voor iedereen ongevraagd bereikbaar. In elk lokaal hangt bij de deur een ontruimingsplattegrond, met daarbij de taken die moeten worden gedaan bij een ontruiming, door de leerkracht die op dat moment in dat lokaal is. Daarbij gevoegd een leerlingenlijst die meegenomen dient te worden om op de appelplaats te gebruiken. In elke groepsmap zit een kopie Ongevallen Registratieformulier, dat door de leerkracht bijgehouden wordt. De directeur is verantwoordelijk voor een goed beheer van alle documenten. Het Beleidsplan Calamiteit is een praktijk document. Het opgestelde Ontruimingsplan wordt besproken met het onderwijzend, onderwijs ondersteunend personeel, medewerkers Korien en Bambam. Ook wordt er overlegd met de brandweer. In de maand september van elk schooljaar wordt het plan bijgesteld door Ronny en Kees in verband met veranderende omstandigheden van personeel, leerlingen in een lokaal, materialen en gebouw. In de maand november van elk schooljaar vindt een praktijkoefening plaats. Het daarna vastgestelde Ontruimingsplan geldt dan tot de volgende bijstelling.. Voor tussentijdse bijstellingen is de directie van de school, leiding Korein en Bambam verantwoordelijk.
2
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Inhoudsopgave
3
Inleiding
4
Preventieve maatregelen
5
Inrichting van het gebouw
6
Toegankelijkheid van het gebouw
7
Hoe te handelen bij calamiteit
8
Zorg na ontruiming
9
Beschrijving van het Ontruimingsplan
10
Aanwezige personen in het gebouw
11
Taken hoofd BHV-er
11
Taken van medewerker die op moment van ontruiming in lokaal aanwezig is
12
Appèlplaatsen optie 1
13
Appèlplaatsen optie 2
14
Beschrijving Appèlplaatsen
15
Het Ongevallen Registratieformulier en het Ongevallenregister
16
Draaiboek Ontruimingsplan
17
a. Directie: Ontruiming en melding 1-1-2
18
b. Ik hoor alleen het ontruimingssignaal
19
c. Brand
20
d. Gaslek
21
e. Bommelding
22
f. De sirene gaat
23
g. Een vreemd reagerend persoon
24
h. Gijzeling
25
i. Ernstig ongeval
26
j. Tekeningen van het gebouw
27
l. Ongevallen Registratieformulier
28
Ongevallenregister
29
Document alarminstallatie
30
Lijst van sleutels en alarmsleutels
31
Nazorg
32
Bijlage: Waarschuwingslijst persoonlijke gegevens teamleden
3
Inleiding: Waarom dit plan? Dit voorliggend Beleidsplan Calamiteit is bedoeld voor de directie en het personeel in dienst van De Zevensprong, Bambam, lunchclub en BSO, om in situaties die zich al of niet plotseling voordoen, en daardoor verstrekkende gevolgen hebben op de normale gang van zaken op school, verantwoord te kunnen handelen. Het gaat hierbij om situaties waarbij er sprake is van ontruiming van het gebouw van personeel, kinderen en gasten, of juist niet. Situaties die zich voor kunnen doen zijn: Brand Ernstige ongevallen Bommelding Gaslek Een vreemd reagerend persoon Gijzeling De sirene gaat. Voorschriften Ontruimingsplan: Een ontruimingsplan moet worden opgesteld wanneer de school meer dan vijf lokalen heeft of meer dan één bouwlaag. Het gebruik van vaste kleurcodes is noodzakelijk: groen voor vluchtrichtingen door middel van pijlen en rood voor blusmiddelen. Van de gebouwen is een tekening op schaal aanwezig waarop vluchtrichtingen, vluchtwegen, blusmiddelen, handbrandmelders staan aangegeven, voor zover aanwezig. Het gebruik van goedgekeurde pictogrammen in de school en op de tekeningen is noodzakelijk. In het ontruimingsplan wordt commandotaal gebruikt. Gebruik deze taal ook luid en duidelijk tijdens een ontruiming. Tot slot: Uiteraard is het ondoenlijk om antwoord te geven op vragen vanuit elke denkbare situatie. Dit plan voorziet in antwoorden en richtlijnen vanuit de meest voorspelbare situaties. Wij verwachten van de gebruikers dat zij aanvullingen en verbeteringen onmiddellijk doorgeven aan de directie, zodat ze verwerkt kunnen worden.
Goedkeuring: In maart 2012 is de checklist schoolveiligheid door politie en directie besproken en goedgekeurd.
4
Preventieve maatregelen Veel calamiteiten kunnen voorkomen worden door het plegen van goede controles en uitvoeren van goed onderhoud op de technische installaties en bouwkundige voorzieningen. Denk daarbij vooral aan de centrale verwarming, het elektrisch systeem, de gymzaal, de speelzaal, en de klim- en speeltoestellen buiten. Ook is het van groot belang dat als een medewerker een onveilige situatie ziet, dit onmiddellijk aan de schoolleiding doorgeeft. Deelname aan bijscholing met betrekking tot dit plan is noodzakelijk. Te denken valt aan de jaarlijkse herhalingscursussen E.H.B.O , reanimatie en brandpreventie van de Bedrijfshulpverleners. Ook de aanwezige onderwijs ondersteunende personeelsleden en medewerkers van Bambam en Korein spelen hierbij een belangrijke rol. Om te voorkomen dat de plannen verouderen, denk aan kleine aanpassingen, verbouwingen, personeelsmutaties en dergelijke, worden de plannen aan het begin van elk schooljaar bijgesteld, en wel in de maand september. In de maand november volgt dan een praktijkoefening om het plan te toetsen. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de directeur, die deze bijstelling jaarlijks aan het bestuur rapporteert, uiterlijk in de maand november. Tot de preventieve maatregelen behoort ook het rapporteren van nieuwe en nog niet beschreven situaties, die zich op een school hebben voorgedaan, aan het bestuur. Het vrijhouden van obstakels van vluchtwegen is een verantwoordelijkheid van elk personeelslid iedere dag. Denk hierbij ook aan ramen op de begane grond. Zorg dat deuren van het slot af zijn, of zorg dat ieder personeelslid een sleutel heeft. Iedere medewerker heeft kennis van het ontruimingsplan en heeft een kopie van het standaard Ongevallen registratieformulier in de groepsmap. Bij de deur van elke klas hangt een ontruimingsplattegrond met daarbij de instructies voor de leerkracht en een leerlingenlijst, welke nodig is voor de appèlplaats.
5
Inrichting van het gebouw Tekening van het gebouw Van het gebouw is een tekening op schaal aanwezig waarop staat aangegeven: vluchtrichtingen, vluchtwegen, blusmiddelen, alarmsignaalhoorn en handbrandmelder(s) (voor zover aanwezig). Voor de duidelijkheid is het gebruik van kleuren belangrijk. We gebruiken de volgende kleuren: Groen - vluchtrichtingen door middel van pijlen Rood – blusmiddelen, zoals waterslang en brandblussers Voor het aangeven van blusmiddelen, bijzondere ruimten en dergelijke wordt gebruik gemaakt van goedgekeurde pictogrammen en/of kleuren. Op de tekening worden de meldpost(is de personeelskamer) en de plaats van waaruit het ontruimingssignaal wordt bediend aangegeven. Tevens staan de volgende zaken aangegeven: plaats van de meterkast (hoofdschakelaar electra), plaats van de gaskraan, plaats van de verwarmingsinstallatie en de gymzaal. In en rond het gebouw In het gebouw zijn de nooduitgangen duidelijk aangegeven middels de in de handel zijnde goedgekeurde pictogrammen. In elk lokaal hangt naast de toegangsdeur een overzichtelijke plattegrond, waarop de kortste vluchtweg is aangegeven en voorzien van duidelijke instructies voor de leerkrachten en de leerlingen. ln het gebouw is de lerarenkamer aangewezen als meldkamer, en aan de gebruikers bekend gemaakt. Ook is er een knop waarmee het ontruimingssignaal in werking kan worden gesteld. Na het indrukken van de knop blijft het ontruimingssignaal afgaan, tot Patricia/Gera het weer uitzet. Gera van Grinsven heeft deze taak als Patricia afwezig is op maandag, dinsdag en woensdag en Carla op donderdag en vrijdag. Vluchtwegen zijn nooit geblokkeerd, alle leerkrachten/medewerkers beschikken over sleutels voor de deuren naar buiten. Buiten het schoolgebouw is een daarvoor geschikt terrein aangewezen als verzamelpunt en appèlplaats in geval van ontruiming. Aan het begin van elk schooljaar heeft elke leerkracht een kringgesprek met de leerlingen over de ontruiming van de school, en worden de vluchtrichting, de vluchtwegen, en de appèlplaats besproken. De vluchtroute komt zoveel mogelijk overeen met de dagelijkse looproute van de kinderen van en naar het groepslokaal.
6
Toegankelijkheid van het gebouw Alarminstallatie Alhoewel er geen bepalingen zijn opgenomen rond de alarminstallatie zijn er toch enige afspraken over gemaakt. Op dezelfde plaats waar het Beleidsplan Calamiteit bewaard wordt is ook een document waarop staat hoe de alarminstallatie bediend wordt (uitzetten, aanzetten, resetten). De sleutel voor het bedieningspaneel ligt in het kastje naast het paneel. Sleutelgebruik Alle deuren van de school kunnen geopend worden met dezelfde sleutel. Zo kan iedere leerkracht / medewerker met één sleutel alle deuren van het gebouw openen. Er is een lijst van iedereen die een sleutel en/of een alarmsleutel heeft van de school en deze is bijgevoegd in dit document. De voordeur blijft open omdat daar zicht op is. Nooduitgangen zijn van binnenuit zonder sleutel te openen via de speciale hendel. Zorg dat alle vluchtwegen en nooduitgangen altijd obstakel vrij zijn. Een vreemde in het gebouw Als dit buiten werktijd gebeurt, is er sprake van inbraak of insluiping en gaan we ervan uit dat de alarminstallatie naar behoren werkt, en worden de instructies gevolgd van de meldkamer en de politie. Indien het onder lestijd gebeurt, direct voor of na school, of tijdens ochtend of middagpauze, spreken we over een "vreemd reagerend persoon". Bedenk dat een vreemd reagerend persoon een bekende of een onbekende kan zijn. U brengt altijd eerst de directie op de hoogte, daarna een aantal medeleerkrachten/medewerkers, en vervolgens gaat u samen naar de vreemd reagerende toe. Loods hem of haar naar een ruimte in het gebouw waar geen kinderen zijn. Probeer een escalatie te voorkomen. Kalmeer de betrokkene en biedt hem of haar iets te drinken aan. De directie beslist vervolgens wat er met de vreemd reagerende dient te gebeuren. Bij vreemd reagerende personen kunt u denken aan mensen die erg veel verdriet hebben, erg agressief zijn (schelden, schreeuwen, handtastelijk), onder invloed zijn, of in shocktoestand verkeren, maar ook aan lieden die zich voordoen als ouder of bekende van een leerling en trachten op deze wijze het gebouw binnen te komen, om daar voorwerpen te ontvreemden. Indien het laatste het geval is, zal de vreemde zeker niet met u naar binnen gaan, maar het hazenpad kiezen. Het is dan zaak om de vreemde goed te observeren in verband met het eventueel doorgeven van het signalement aan de politie.
7
Hoe te handelen bij calamiteit. Als personeelslid kunt u geconfronteerd worden met de volgende zaken: 1. Het ontruimingssignaal. 2. De sirene gaat.(sirene van de gemeente in geval van milieuramp of calamiteit) 3. U krijgt te maken met een vreemd reagerend persoon. 4. Brand. 5. Bommelding. 6. Ernstige ongevallen. 7. Gaslek. 8. Gijzeling. Hoe te handelen bij de diverse vormen van calamiteit vindt u stap voor stap in het ontruimingsplan. Algemene opmerkingen: De medewerkers kunnen de veiligheid van zichzelf en de kinderen vergroten door goed op de hoogte te zijn van de diverse plannen en richtlijnen. Het calamiteitenplan wordt eens in het jaar doorgesproken met de medewerkers. Handel zoveel mogelijk volgens de richtlijnen. Ken uw instructies en weet de weg in het gebouw. Neem adequate maatregelen als onveilige situaties zich voordoen of aankondigen. Het ontruimingsplan dient altijd gevolgd te worden. In gevallen waar het plan niet in voorziet, dient men zijn gezond verstand te gebruiken, maar dit na afloop wel door te geven aan de directie. Realiseer u vooraf dat er paniek kan ontstaan. Voorkom paniek, of probeer die af te bouwen door onder alle omstandigheden zelf, op zijn minst, uiterlijk kalm te blijven, en zelfverzekerd op te treden. Ook al bent u bang, laat dat niet merken en straal zelfvertrouwen uit. U weet tenslotte wat er dient te gebeuren. Indien er meerdere personeelsleden zijn, informeer elkaar dan onmiddellijk. Neem nooit onnodige risico. Als u eenmaal het gebouw verlaten heeft gaat u nooit terug, tenzij dat een taak is binnen het ontruimingsplan. LAAT DE LEERLINGEN NOOIT ALLEEN! Heb oog voor gasten en onbekenden in het gebouw. Geef hun korte instructies hoe het gebouw te verlaten en waar te melden. Kijk of een nieuw personeelslid of een invaller extra hulp nodig heeft.
8
Zorg na ontruiming De belangrijkste taak van de leerkrachten/medewerkers, na het uitvoeren van het DRAAIBOEK ONTRUIMINGSPLAN, is de nazorg. Zorg dat de kinderen bij elkaar blijven. Stel ze gerust. Troost vooral de allerkleinsten, en verder elke leerling die huilt of angstig is. Wanneer ouders zich melden op de verzamelplaats stelt u ze gerust. U geeft geen enkele informatie . Daarvoor verwijst u naar de directie. Op de verzamelplaats wordt altijd appèl gehouden, aan de hand van de leerlingenlijst. Deze zit in het mapje dat bij de deur hangt, dat u meegenomen heeft. Kijk goed naar de leerlingenlijst, zodat niet naar kinderen wordt gezocht die afwezig gemeld zijn. Vermisten meldt u aan de directie, conform de afspraken in het ontruimingsplan. Ouders mogen hun kind mee naar huis nemen, nadat u dat hebt aangetekend in de leerlingenlijst. Geef nooit kinderen aan vreemden mee. Indien het een oefening betreft wordt dat meteen aan de ouders verteld en blijven de kinderen op de verzamelplaats. Na de oefening gaat iedereen rustig naar binnen. U geeft geen enkele informatie aan vreemden, de pers of anderen. Informatie geven aan de media is voorbehouden aan de directie, respectievelijk het bestuur van Stichting Best Onderwijs. U volgt altijd de aanwijzingen van de directie op, of van personen die uit hoofde van hun beroep daartoe gelegitimeerd zijn, zoals politieagenten, brandweerlieden, personeel van de GGD. en dergelijke. De nazorg van eventuele slachtoffers, of familie van slachtoffers wordt door de directie uitgevoerd en staat beschreven in het ontruimingsplan. De directie kan u daarbij als groepsleerkracht/medewerker inschakelen. Voor slachtoffers en familie wordt een speciale plaats ingericht in de VOEG.
9
Beschrijving van het ontruimingsplan Eisen waaraan een ontruimingsplan moet voldoen: 1. Het plan is uitgevoerd op A4 formaat. 2. Het plan bevat tekeningen van het hele gebouw, inclusief eventueel aanwezige dislocaties en gymzaal. 3. Op de tekeningen staan vluchtrichtingen, vluchtwegen, blusmiddelen, alarmsignaalhoorn en handbrandmelder(s) (Voor zover van toepassing). 4. De volgende kleuraanduidingen worden gebruikt: oranje stip: de ruimte waarin je je bevindt. Groen: vluchtroute. Rood voor blusmiddelen. 5. Op de tekeningen worden goedgekeurde pictogrammen gebruikt voor blusmiddelen en bijzondere ruimten. 6. Uitgangen en nooduitgangen staan aangegeven middels goedgekeurde pictogrammen. 7. Op de tekeningen staan de meldpost en de plaats van waaruit het ontruimingssignaal wordt bediend aangegeven. 8. Het plan bevat een lijst van "Aanwezige personen in het gebouw".(voor zover bekend) 9. Het opgestelde ontruimingsplan wordt ter goedkeuring aangeboden aan de brandweer of een daartoe bevoegde instantie. 10. Bij elke wijziging wordt een nieuw plan ingediend. 11. Het ontruimingsplan bevat een draaiboek waarin staat: A. de wijze van ontruimen B. het ontruimingssignaal C. de organisatie D. de taak van de personeelsleden E. de ontruimingsploeg F. vluchtwegen en vluchtrichtingen G. verzamelplaats H. instructies I. nazorg J. omgaan met de pers Het ontruimingsplan wordt op een teambespreking besproken met het personeel, en tijdens een kringgesprek besproken met de leerlingen. Het ontruimingsplan wordt elk schooljaar in september bijgesteld. In november wordt geoefend, en uiterlijk in december vastgesteld en van de nodige handtekeningen voorzien. De directie rapporteert ieder jaar naar het schoolbestuur over deze procedure.
10
Aanwezige personen in het gebouw Bij een ontruiming is het van belang zeker te weten wie op welke tijden in het gebouw aanwezig is. Deze lijst kan helpen bij het appèl en het zoeken naar vermiste personen. Deze lijst betreft alleen personeelsleden, leerlingen worden gecontroleerd aan de hand van de absentenlijsten in het groepsboek. Het is onmogelijk een lijst bij te houden van gasten. Gasten zijn afhankelijk van het feit dat u als beroepskracht weet of zij in het gebouw waren. Naam
Plek
Ma
Carla Verstegen
directiekamer
Carla Verstegen
lokaal
Patricia Oerlemans
lokaal
x
x
x
Gera van Grinsven
lokaal
x
x
x
Groeps leerkracht
Arienne van de Pol
lokaal
x
x
x
Groeps leerkracht
Marieke de Bruin
Lokaal
X
x
Henny Manders
Lokaal
Irene Bakker
Lokaal
Pepien
Directiekamer
x
Dl
Wo
Do
Vr
Z Z Notities a o IB-er
x x
x
Groeps leerkracht
x
x
Groeps leerkracht
x
x
x
Groeps leerkracht x
x
Groeps leerkracht
x
Groepsleerkracht Directeur
Taken voor hoofd BHV-er Ontruimingssignaal bedienen, indien nodig. Directeur waarschuwen, is deze niet bereikbaar dan bestuurskantoor. Uitvoeren draaiboek ontruimingplan. Hoofdschakelaar elektriciteit uitschakelen. Bij ontruiming controleren of alle leerlingen uit het gebouw zijn. (na samenspraak met collega’s. Het hele gebouw hoeft niet door de hoofd BHV nagelopen te worden) Informatie voorzien aan brandweer/politie/ambulance. Mocht het nodig zijn dat er een EHBO post moet worden ingericht kan deze opdracht worden gegeven aan Pepien Timmermans. Op de Haktol wel op de Notermansstraat zal dat een van de collega’s moeten doen. BHV ers (Kees Beenker, Ronny Vincken en Pepien Timmermans) worden gealarmeerd.
bestuurssecretariaat: 0499- 376120 Haktol: 0499-330475 Pepien Timmermans: 0610102607 Kees Beenker: 0619922405 Ronny Vincken: 0646433347 Hoofdkraan van het gas dichtdraaien. Wachten bij de hoofdingang op brandweer, politie en/of ambulance om de nodige informatie te kunnen geven 11
12
Taken van medewerker die op moment van ontruiming in het lokaal aanwezig is. De ruimte waar je nu bent is met oranje stip aangegeven.
Lokaal Groep 3a
Taken
1: Leerlingen door de hal via de hoofdingang naar buiten laten gaan en verzamelen bij de parkeerplaats Appèlplaats nummer 3 2: Toiletten controleren naast de eigen groep. 1: Leerlingen door de hal via de hoofdingang naar buiten laten gaan en Groep 3b verzamelen bij de parkeerplaats. Appèlplaats nummer 1 2: controle uitvoeren bij de speelzaal en kantoor van de bambam. personeelskamer 1: via de hoofdingang naar buiten laten gaan en verzamelen bij de parkeerplaats. Appèlplaats nummer 1 2: Controle uitvoeren in schoonmaakkast en werkkamer 1.03 1: Via de zijingang het gebouw verlaten. Verzamelen bij de lantaarnpaal bij Groep kikkers garage. Appèlplaats nummer 3 2: toiletruimten controleren van de kinderen en de toiletruimten leerkrachten en kopieerhok. 1: Via de zijingang het gebouw verlaten. Verzamelen bij de lantaarnpaal bij Groep vissen garage. Appèlplaats nummer 3 2: controle uitvoeren keuken en achterste magazijn en kleuter wc’s.
13
Appèlplaatsen (locatie Notermansstraat). Optie 1.
Parkeerplaats 1 Garage 3
14
Optie 2: appèlplaatsen
Parkeerplaats 2
15
Beschrijving van Appèlplaatsen: Bij een noodzakelijke, snelle ontruiming van het schoolgebouw worden de kinderen opgevangen op de volgende plaatsen:
lokaal 3a
Leerkracht Patricia Oerlemans ma/di/wo/do/vrij 3b Marieke De Bruin ma/di/do/vrij 3b Henny Manders wo Pers.kamer Carla Verstegen Ma/di kikkers Gera van Grinsven Ma/di/wo kikkers Carla Verstegen Do/vrij vissen Arienne van der Pol Ma/di/wo vissen Irene Bakker Do/vrij
Eerste optie Parkeerplaats (1)
Tweede optie Parkeerplaats (2)
Parkeerplaats (1)
Parkeerplaats (2)
Parkeerplaats (1)
Parkeerplaats (2)
Parkeerplaats (1)
Parkeerplaats (2)
Garage (3)
Parkeerplaats (2)
Garage (3)
Parkeerplaats (2)
Garage (3)
Parkeerplaats (2)
Garage (3)
Parkeerplaats (2)
16
Het Ongevallen Registratieformulier en het Ongevallenregister De Arbo-wet schrijft voor, dat een ongevallenregistratie bijgehouden moet worden. Voor De Zevensprong wordt een standaard ongevallenregistratie formulier gebruikt. Ieder personeelslid moet alle incidenten die hij of zij signaleert registreren op dit formulier, op grond van artikel 9 van de Arbo-wet. Het invullen van deze formulieren stimuleert tot het nemen van maatregelen en het melden aan de schoolverzekering. Bovendien levert het achteraf een bijdrage aan de bevordering van de veiligheidszorg. Daarom heeft ieder personeelslid een kopie van dit formulier in zijn of haar bezit. Nadat een formulier zorgvuldig is ingevuld wordt het overhandigd aan de directie die dit formulier bewaart en het Ongevallenregister bijhoudt. Ongevallenregistratie formulier Op dit formulier staan de volgende zaken: Achternaam, roepnaam en groep van de getroffene. Functie van de getroffene (leerling, personeelslid, stagiaire, ouder, enz.) - Naam (EHBO) hulpverlener. Datum en tijd ongeval. Plaats in het gebouw en bij welke leerkracht. Ongeval met verzuim (ernstig letsel, grote materiële schade, enz.). Ongeval zonder verzuim (pleister plakken, klein letsel, ziekte, enz.) Naam ziekenhuis en aard van vervoer (ambulance, auto) ja / nee opgenomen. Gemeld aan ouders, familie, verzorgers, directie, bestuur, anderen. Gemeld bij schoolverzekering ja / nee. Korte beschrijving van het ongeval. Naam van de invuller van het formulier, datum en handtekening. Ongevallenregister In dit register staat vermeld: A. Ongevallen waarbij sprake is van ernstig lichamelijk letsel (inclusief dodelijk ongeval). Een ernstig letsel is een zodanige schade aan gezondheid, dat binnen 24 uur na het tijdstip van de gebeurtenis opname in een ziekenhuis noodzakelijk is. B. Overige ongevallen met enig lichamelijk letsel en arbeidsverzuim of lesverzuim. C. Gebeurtenissen met grote materiële schade. Schade aan gebouwen, materieel, grondstoffen of producten die een direct gevolg is van een ongewenste gebeurtenis met een bedrag van tenminste €. 100.000,-. In het register staat de aard van het ongeval, de datum, letsel, verzuim (ja / nee), oorzaak en actie om herhaling te voorkomen.
17
Draaiboek Ontruimingsplan Ontruimingsplan van basisschool De Zevensprong
Constatering van de calamiteit: Lijst van aanwezige personen in gebouw
Ga naar bladzijde 11
Directie: ontruiming en melding 1-1-2
Ga naar bladzijde 18
Ik hoor alleen het ontruimingssignaal
Ga naar bladzijde 19
Brand
Ga naar bladzijde 20
Gaslek
Ga naar bladzijde 21
Bommelding
Ga naar bladzijde 22
De sirene gaat
Ga naar bladzijde 23
Een vreemd reagerend persoon
Ga naar bladzijde 24
Gijzeling
Ga naar bladzijde 25
Ernstig ongeval
Ga naar bladzijde 26
Tekeningen van het gebouw
Ga naar bladzijde 27
Ongevallenregistratieformulier
Ga naar bladzijde 28
Plan laatste maal geëvalueerd op:…......................................(datum) Plan laatste maal geoefend op:…...........................................(datum) Plan laatste maal vastgesteld op:…....................................... (datum)
Handtekening Directie: …...................................................... Handtekening Schooldirectie: …............................................
NB: Het gehele beleidsplan is in het kantoor aanwezig.
18
Directie: ontruiming en melding 1-1-2 Ontruiming Druk op de knop van het ontruimingssignaal (Patricia Oerlemans).Vervanging door Carla Verstegen Stel vast wat de aard van de calamiteit is en wie de melding heeft gedaan. Activeer de ontruimingsploeg bestaande uit: Patricia, (Vervanging door Carla Verstegen) BHV-ers Bam Bam en Korein Bel 1-1-2; Noem je eigen naam en functie. Zeg: Basisschool De Zevensprong Zeg: aard van ongeval Zeg: mogelijke slachtoffers Zeg: aard letsel Zeg: welke hulp nodig Zeg: bijzonderheden. Blijf in de buurt van de telefoon (draagbaar) en de hoofdingang. Vang eerste hulpverleners op. Geef vermiste personen door aan hulpverleners. Geef opdracht aan Pepien Timmermans om de EHBO –post in te richten. (Indien nodig). Telefoneer met het bestuurssecretariaat: 0499- 376120 Sta, in overleg met het bestuur, de pers te woord. Taak ontruimingsploeg: Hulp bij ontruiming. Open deuren en ramen van vluchtwegen. Controleer gebouw op achterblijvers: kasten, toiletten, bergingen, enz. Sta nooit toe dat personen terugkeren in het gebouw. Breng verslag uit aan directeur van controle. Ga naar de appèlplaats: vraag of er vermisten zijn, en waar die vermoedelijk kunnen zijn in het gebouw. Meld je bij de directeur en vraag toestemming vermisten te zoeken. Begin eventueel met de eerste brandbestrijding. Neem nooit risico. Verlaat het gebouw. Meld je bij de directeur voor nieuwe taken.
19
Ik hoor alleen het ontruimingssignaal Sluit alle ramen, behalve vluchtramen. Laat leerlingen persoonlijke bezittingen pakken. (als daar tijd voor is!) Jassen aan (als daar tijd voor is). Pak het mapje naast het vluchtplan bij de deur en de sleutels. Ga naar de verzamelplaats. Na passeren, tochtdeuren weer sluiten (voorkomen rookverspreiding). Voorkom paniek: roep geen “brand” of iets dergelijks. Straal rust en kalmte uit. Treed zelfverzekerd op, geen discussies. Houd appèl op de verzamelplaats (gebruik absentielijst). Geef vermiste personen door aan lid ontruimingsploeg.
Ga nooit terug het gebouw in. Laat de kinderen nooit alleen. Praat met toegestroomde ouders. Vertel niets over de aard van de calamiteit. Verwijs naar de directeur. Doe geen mededelingen aan de pers. Volg instructies van directie of hulpverleners op. Bij oefening: ga weer rustig naar binnen.
20
Brand Meld de brand bij de directie via de (huis)telefoon. Volg de aanwijzingen van de directie op. Breng personen die in gevaar zijn in veiligheid. Sluit ramen en deuren (behalve nooduitgangen). Laat leerlingen persoonlijke bezittingen pakken. Jassen aan (als daar tijd voor is). Pak het mapje naast het vluchtplan bij de deur en de sleutels. Ga naar de verzamelplaats. Na passeren, tochtdeuren weer sluiten (voorkomen rookverspreiding). Voorkom paniek: roep geen “brand” of iets dergelijks. Straal rust en kalmte uit. Treed zelfverzekerd op, geen discussies. Houd appèl op de verzamelplaats (gebruik absentielijst). Geef vermiste personen door aan lid ontruimingsploeg.
Ga nooit terug het gebouw in. Laat de kinderen nooit alleen. Praat met toegestroomde ouders. Vertel niets over de aard van de calamiteit. Verwijs naar de directeur. Doe geen mededelingen aan de pers. Volg instructies van directie of hulpverleners op. Bij oefening: ga weer rustig naar binnen.
21
Gaslek Meld het gaslek bij de directie via de (huis)telefoon. Volg de aanwijzingen van de directie op. Sluit de hoofdgaskraan. Deze bevindt zich tegenover de middelste ingang van het schoolplein in de kast. De sleutel hangt in het sleutelkastje op nummer 1. Open alle ramen. Kom aan geen enkele schakelaar. Bij bewegen ontstaan vonken. Blijf van alle apparatuur af. Laat leerlingen persoonlijke bezittingen pakken. Jassen aan (als daar tijd voor is). Pak het mapje naast het vluchtplan bij de deur en de sleutels. Ga naar de verzamelplaats. Na passeren, tochtdeuren weer sluiten (voorkomen gasverspreiding). Voorkom paniek: roep geen “gas” of iets dergelijks. Straat rust en kalmte uit. Treed zelfverzekerd op, geen discussies. Houd appèl op de verzamelplaats (gebruik absentenlijst). Geef vermiste personen door aan lid ontruimingsploeg.
Ga nooit terug het gebouw in. Laat de kinderen nooit alleen. Praat met toegestroomde ouders. Vertel niets over de aard van de calamiteit. Verwijs naar de directeur. Doe geen mededelingen aan de pers. Volg instructies van directie of hulpverleners op. Bij oefening: ga weer rustig naar binnen.
22
Bommelding Geef de bommelding door aan de directeur. Volg zijn instructies op. Bij ontruimingssignaal: Laat leerlingen persoonlijke bezittingen pakken. Jassen aan. Pak het mapje naast het vluchtplan bij de deur en de sleutels.
Ga naar de verzamelplaats. Voorkom paniek: roep geen “ontploffingsgevaar” of iets dergelijks. Straal rust en kalmte uit. Treed zelfverzekerd op, geen discussies. Houd appèl op de verzamelplaats (gebruik absentenlijst). Geef vermiste personen door aan lid ontruimingsploeg.
Ga nooit terug het gebouw in. Laat de kinderen nooit alleen. Praat met toegestroomde ouders. Vertel niets over de aard van de calamiteit. Verwijs naar de directeur. Doe geen mededelingen aan de pers. Volg instructies van directie of hulpverleners op. Bij oefening: ga weer rustig naar binnen.
23
De sirene gaat (buiten; van de gemeente) Als u buiten bent (al of niet met leerlingen) ga direct naar binnen. Zorg dat alle leerlingen inderdaad naar binnen gaan en blijven. Sluit alle ramen en deuren.
Laat de kinderen nooit alleen. De ontruimingsploeg controleert de speelplaats en de omgeving van de school. De ontruimingsploeg brengt verslag uit aan de directeur. De directie luistert naar radio en / of tv. De directie informeert de personeelsleden.
Het kan voorkomen dat in geval van externe ramp tot ontruiming moet worden overgegaan.
24
Een vreemd reagerende persoon Waarschuw onmiddellijk de directie. Bedenk dat een vreemd reagerend persoon een bekende of een onbekende kan zijn. Vraag hulp aan 2 of 3 dichtst bij u zijnde personeelsleden. Ga samen naar de vreemd reagerende persoon toe. Loods hem of haar naar een ruimte in het gebouw waar geen kinderen zijn. Probeer een escalatie te voorkomen. Kalmeer de betrokkene. Biedt hem of haar iets te drinken aan. De directie beslist vervolgens wat er met de vreemde dient te gebeuren.
Bij vreemd reagerende personen kunt u denken aan mensen die erg veel verdriet hebben, erg agressief zijn (schelden, schreeuwen, handtastelijk), onder invloed zijn, of in shocktoestand verkeren, maar ook aan lieden die zich voordoen als ouder of bekende van een leerling en trachten op deze wijze het gebouw binnen te komen, om daar voorwerpen te ontvreemden. Indien het laatste het geval is, zal de vreemde zeker niet met u naar binnen gaan, maar het hazenpad kiezen. Het is dan zaak om de vreemde goed te observeren in verband met het eventueel doorgeven van het signalement aan de politie.
25
Gijzeling Zelf slachtoffer: Indien u zelf, en / of aan u toevertrouwde kinderen, slachtoffer zijn van een gijzeling kunt u niets doen. Blijf kalm. Heb geduld. Probeer de kinderen bezig te houden, af te leiden. Vraag aan de dader of u spelletjes mag doen, of mag voorlezen. U kunt er van overtuigd zijn, ook al merkt u zelf niets, dat we alles in het werk stellen om aan de gijzeling zo snel mogelijk een einde te maken, zonder risico voor u of de kinderen. Een ander is waarschijnlijk gegijzeld: Indien u iets onregelmatigs merkt in uw omgeving meldt dat direct aan de directeur. Onderneem verder niets. Het is niet zeker of de directie het signaal voor ontruiming zal geven. Als u zonder signaal gevraagd wordt te ontruimen, doe het dan snel en zeer geruisloos. Maak er voor de kinderen een wedstrijdje van hoe stil ze het kunnen. Volg de instructies van de directie, of hulpverleners onmiddellijk op. Neem geen risico. LAAT DE KINDEREN NOOIT ALLEEN.
26
Een ernstig ongeval Waarschuw de directie. Waarschuw een leerkracht met een BHV diploma. (Ronny Vincken, Marco Ronken, Ineke Damen, Henny Manders, Patty Spoek, Marianne van Ginhoven, Kees Beenker, Marja de Boer, Patricia Oerlemans, Gera van Grinsven, Marieke de Bruin, Dionne van Gestel). Draag de andere kinderen van uw groep over aan de dichtstbijzijnde collega. Blijf zolang mogelijk bij het kind, u bent degene die het het meest vertrouwd. Als het kind bij bewustzijn is blijft u rustig tegen het kind praten. Laat geen vreemden bij de plek van het ongeval toe. Vraag een collega daar op toe te zien. Maak plaats voor de ouder(s) als die arriveren. Volg de instructies van hulpverleners op. Als het kind is afgevoerd, haalt u uw eigen kinderen weer op. Begin meteen een gesprek met de kinderen. Pas als andere deskundigen arriveren (collegae, hulpverleners) kunt u de nazorg over dragen. Neem voldoende tijd voor u zelf. Vraag hulp indien u dat nodig heeft.
27
Tekening van het gebouw Deze zijn op diverse plaatsen aangebracht. In elk lokaal hangt een tekening van het gebouw, met de ruimte waarin men zich bevindt, de ruimtes die de medewerker dient te controleren, en de groene vluchtroute.
Ongevallenregistratieformulier 28
Naam van de getroffene …............................................. Roepnaam …............................................. Groep…............................................. Getroffene is: 0 leerling 0 personeelslid
0 stagiaire 0 ouder 0 gast 0 anders …..............
Naam (EHBO / Bedrijfs -) hulpverlener …............................................. Gegevens met betrekking tot de aard van het ongeval: Datum en tijd ongeval …............................................. Plaats in het gebouw of buiten …............................................. Verantwoordelijke leerkracht(en) …............................................. Ongeval met verzuim: 0 ernstig lichamelijk letsel 0 grote materiële schade 0….........................
Ongeval zonder verzuim: 0 pleister plakken 0 letsel ongeval 0 ziekte
Naar ziekenhuis …............................. (naam) voor nadere behandeling: 0 per ambulance 0 per auto, door medewerker…............................................. 0 opname Gemeld aan: 0 ouders / familie / verzorgers 0 directie school 0 schoolverzekering inschakelen
0 …............................................. Beschrijving van het ongeval:
Opgesteld door: …............................................. Datum: …................ Handtekening:…............................................. Formulier inleveren bij de directie.
29
Ongevallenregister Basisschool: De Zevensprong Directeur:
Aard ongeval
P. Timmermans
Datum
Verzuim Ja / nee
Oorzaak
Actie om herhaling te voorkomen
30
Document alarminstallatie Noteer hier:LIHO Installatie Telefoonnummer: 040-2961626 Wachtwoord: haktol View Control: Ronny Vincken
31
Lijst van sleutels Naam personeelslid
Gebouw sleutel |a / nee
Pepien Timmermans
Ja
Carla Verstegen Arienne van der Pol Irene Bakker Patricia Oerlemans Marieke de Bruin Gera v. Grinsven
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Sleutel gashok Sleutel elektrakast
Elke sleutel past hierop. Elke sleutel past hierop.
Sleutel alarminstallatie
Elke sleutel past hierop.
32
Nazorg: De directe nazorg voor de kinderen die zijn overgebracht naar de opvangplaats behoort tot de taak van de leerkrachten. Aanwijzingen van leidinggevende dienen te worden opgevolgd. Informatie geven aan de media is een taak van de directie, respectievelijk het bestuur van Stichting Best Onderwijs Taken Patricia Oerlemans drukt op de alarmbel, Carla Verstegen is de vervanger. Patricia Oerlemans/ Carla Verstegen schakelen elektra uit. De klassen, gangen en wc’s worden gecontroleerd door de leerkrachten waarbij die taak toebedeeld is (afh. Van het lokaal waar de leerkracht of medewerker zich bevindt.) Mocht het nodig zijn dat er een EHBO post moet worden ingericht kan deze opdracht worden gegeven aan Pepien Timmermans. De EHBO-post wordt ingericht in de VOEG. De leerkracht die op moment van ontruiming in de speelzaal is, is verantwoordelijk voor de groep kinderen die op dat moment gym hebben. Pepien Timmermans is verantwoordelijk voor de gasten die op dat moment op kantoor van de directie zijn. De sleutel van de alarminstallatie ligt er bovenop. Pepien Timmermans gaat alle leerkrachten af om te vragen of iedereen van de kinderen buiten is en geeft eventueel aan of men weer naar binnen mag.
Wanneer er ontruimd moet worden buiten schooltijden of in schoolvakanties BHV ers (Kees Beenker, Ronny Vincken) worden gealarmeerd. Korein is verantwoordelijk voor het naar buiten brengen van de BSO-kinderen Korein is verantwoordelijk voor het naar buiten brengen van de kinderen die op dat moment het dagverblijf bezoeken. Korein op de hoogte en belt eventueel 112. Korein controleert de benedenverdieping (incl. kleine gymzaal en kleuterklassen) en kijken na op het aanwezigheidsbord of er nog leerkrachten in het gebouw zijn. Wanneer het duidelijk is dat de kinderen niet terug het gebouw in kunnen wijkt de BSO uit naar Burgemeester Notermansstraat 29a.
Waarschuwingslijst personeel: Van alle personeelsleden is een lijst met de persoonlijke gegevens als bijlage in het plan opgenomen. 33