STEDENBAND
FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
INLEIDING Deze evaluatie werd uitgevoerd door de verbindingsambtenaren van de steden Genk en Francistown tussen 1 en 6 april in Francistown. Het doel was om alle aspecten van de samenwerking tussen de steden tussen 2004 en 2009 te beoordelen. Tijdens deze periode was het Memorandum of Understanding, dat ondertekend werd op 3 juni 2004, van kracht. Dit document stipuleerde dat beide partijen een evaluatie van alle activiteiten moesten maken na vijf jaar. Verder werd in het Memorandum gesteld dat periodieke en een halftijdse evaluatie opgemaakt moest worden om de vooruitgang te monitoren. Zo geschiedde, en daarom verwijzen we naar deze documenten aangezien zij waardevolle informatie bevatten voor de opmaak van dit rapport. In het bijzonder refereren we naar het Memorandum en de volgende rapporten die enkele hoogtepunten van monitoring en evaluatie in de stedenband incorporeren. Halftijds evaluatierapport van de stedenband Genk-Francistown (over de periode 2003-2007) Evaluatierapport, 20 november 2008 Verder is dit rapport gebaseerd op rapporten opgemaakt in alle specifieke domeinen van samenwerking. De aangewende methodieken bestonden hoofdzakelijk uit interviews met alle ambtenaren in alle betrokken departementen in Francistown en stakeholders uit externe organisaties in Francistown. Het standpunt van Genkse ambtenaren werd vertegenwoordigd door de Genkse verbindingsambtenaar. De resultaten van deze interviews zijn geïntegreerd in dit alomvattend rapport.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
2
ALGEMENE EVALUATIE Er zijn enkele punten die in een algemeen kader moeten bekeken worden, vooraleer we alle activiteiten in de verschillende domeinen zullen evalueren. De volgende thema’s werden bestudeerd: 1) Monitoring en evalutie-instrumenten De stedenband werd gevuld met ambitieuze doelstellingen betreffende economische ontwikkeling en sociale en culturele ontplooiing, maar ook de versterking van dienstverlening en lokale democratie. Daarom moeten we de resultaten die op deze vlakken boeken verantwoorden. Daarvoor zijn een aantal instrumenten nodig die de gemaakte vooruitgang kunnen meten. De voorbije jaren hebben we tijdens elk werkbezoek werkprogramma’s opgemaakt alsook de voortgang bekeken. De halftijdse en periodieke evaluaties werden eveneens opgemaakt. Dit werd opgelegd door het Memorandum en we zijn hierin zeker geslaagd. Maar er is een manifest gebrek aan permanente monitoring. Men kan niet ontkennen dat tussen de werkbezoeken een betere opvolging nodig was, en communicatie tussen ambtenaren in de respectievelijke domeinen en diensten bereikte nooit echt het niveau waarop een uitgebreide uitwisseling van kennis en ervaring kon gedijen. We hebben de volgende knelpunten geïdentificeerd: het hoge verloop van personeel waardoor structurele en langdurende relaties tussen ambtenaren bemoeilijkt worden ; het belangrijkste communicatiemiddel, zijnde internet en e-mail is nauwelijks ingeburgerd in de Francistownse administratie ; de stuurgroep stedenband in Francistown is een orgaan voor permanente monitoring, maar waarbinnen ambtenaren niet gemakkelijk worden geïntegreerd.
Aanbevelingen: 1. faciliteren en stimuleren van relaties op lange(re) termijn tussen de respectievelijke ambtenaren in beide steden. 2. stimuleren van het gebruik van e-mail als communicatiemiddel bijvoorbeeld door gegroepeerde e-mailadressen aan te maken (naar analogie van
[email protected]). 3. Faciliteren van de opzet van een administratieve stuurgroep stedenband dewelke voortgang zou monitoren in alle relevante domeinen op sommige vlakken en op regelmatige basis.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
3
2) Faciliteren van de stedenband en contactpersonen Er was een specifieke taak weggelegd voor een ambtenaar in beide steden, namelijk het faciliteren van de stedenband in het algemeen en het functioneren als contactpersoon die de samenwerking op bepaalde thema’s kan faciliteren en activiteiten of werkbezoeken kan organiseren. Dit is steeds het geval geweest en we kunnen stellen dat we dus daarin geslaagd zijn. Ook dit werd overeengekomen in het Memorandum of Understanding. Er is steeds een hoge graad van activiteit tijdens en in voorbereiding van werkbezoeken geweest. Dit toont nogmaals aan dat deze werkbezoeken de brandstof vormen voor onze samenwerking. Maar anderzijds moet men toegeven dat de organisatie van werkbezoeken op zich geen resultaten zullen voortbrengen. De contactpersonen moeten in feite ook de contacten op alle samenwerkingsvlakken coördineren, en moeten zo zelf als instrument van permanente monitoring werken. Zij overzien immers alle activiteiten en kunnen zo makkelijk opsporen waar een doorbraak in een bepaald thema wordt tegengehouden door een bepaald probleem. Men kan het belang van de contactpersonen voor deze stedenband moeilijk onderschatten. Anderzijds is het begrijpelijk dat de stad Francistown hiervoor geen voltijdse ambtenaar aanwijst. Dit werd trouwens nooit als een vereiste gezien. Maar het functioneren van de contactpersoon in Francistown heeft continu onder druk gestaan omwille van de constante wissels in deze positie. Op vijf jaar tijd hebben evenveel personen deze functie opgenomen (achtereenvolgens Ms. Champane, Mr. Chongo, Mr. Padipadi, Ms. Tafa en Ms. Tjiyapo), terwijl in Genk twee ambtenaren elkaar hebben opgevolgd (Ms. Broux en Mr. Govaerts). Gezien de grote hoeveelheid tijd die het met zich meebrengt om vertrouwd te raken met de specifieke aard van deze functie vereist en de overdracht van de taken te voltooien, is een gemiddelde periode van één jaar wel erg kort om het potentieel van de functie volledig te benutten. Bovendien moet er een rechtstreekse communicatielijn opgezet worden tussen de contactpersonen. De middelen zijn steeds e-mail en telefoon geweest, wat aanvaardbaar is maar duur (in het geval van telefoon).
Aanbevelingen: 1. een compentent ambtenaar die thuis is op vele vlakken aanstellen, gezien hij/zij moet kunnen handelen als katalysator voor zeer uiteenlopende projecten. 2. installeren van skype als gratis en rechtstreeks communicatiemiddel. 3. ambtenaren voor meer dan een jaar aanhouden, als omstandigheden dit toelaten.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
4
3) De stedenband en stedelijke beleidsplannen Het Memorandum bepaalde dat de stadsontwikkeling in beide steden waaronder de verbetering van infrastructuur als prioritair samenwerkingsdomein zou behandeld worden. Het telemetrie-project kan makkelijk gezien worden als verbetering van de infrastructuur van het rioleringsnetwerk. De vraag en de nood aan zulk systeem om de pompstations beter te kunnen beheren werd geïdentificeerd door Francistownse ambtenaren in 2005 en 2006. Met de komst in maart 2007 van een ingenieur van Infrax en de installatie van het materiaal, werden de eerst belangrijke resultaten in dit stedenbandverhaal geboekt. In 2009 werd een nieuw telemetrie-systeem geïnstalleerd t.w.v. 1,7 miljoen BWP (eq. 170.000 EUR), parallel (en in een zekere mate complementair) aan het reeds geïnstalleerde systeem. Dit illustreert heel duidelijk het gebrek aan de integratie van plannen en projecten uit de stedenband in een groter kader, zijnde de zgn. urban development plans. Verder werd tijdens bezoeken aan Ward Development Committees (WDC) in Francistown in 2007 duidelijk dat een gebrek aan fondsen de voornaamste bedreiging vormde voor het implementeren van projecten door WDC’s. Het ruimer kader in deze is het LG1109 programma in Botswana, dat wijkontwikkeling stimuleert, maar waar WDC’s de noodzakelijke 10 % bijdrage aan de begroting niet kunnen betalen in sommige gevallen. De stad Genk reageerde hierop met het ontwerp van een Genk Award voor goede wijkontwikkelingsprojecten in Francistown. Deze prijs kan dienen als opstap naar die 10% bijdrage en is zo complementair aan bestaande beleidskaders. We menen dat de logica in het Memorandum moet omgekeerd worden. Ontwikkelingsplanning is geen prioritair thema, maar is het ruimere kader waarbinnen deze stedenband moet opereren. Daarom is het van groot belang dat alle stedenbandprojecten niet als apart gegeven worden geïmplementeerd maar worden geïntegreerd in de stedelijke beleidsplannen. Zo kan het bijdragen aan de middelen die de steden reeds hebben toegewezen aan hun ontwikkelingsprojecten.
Aanbevelingen: 1. integreren van stedenbandprojecten in stedelijke beleidsplannen, wat een taak is voor verschillende organen en personen, zijnde het Management Team, de ambtenaren en de diensthoofden in een bepaald domein, en zeker ook de verbindingsambtenaren.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
5
4) Human Resource Management Ook dit thema werd door beide partijen erkend als prioritair. Het kreeg echter weinig aandacht in de voorbije vijf jaar, hoofdzakelijk omdat dit domein een gedeeld mandaat is tussen het stadsbestuur van Francistown en het ministerie van Lokale Overheden in Botswana. Het is echter cruciaal voor lokale overheden om hun personeel dat goed presteert, in de organisatie te houden. Om dus een belangrijke stap in het proces van decentralisatie te kunnen voltooien, moet HRM hoedanook een prioriteit blijven. De vergaderingen met het ministry van Lokale Overheden in 2008 en BALA in 2009 zijn een stap in de juiste richting. De vele opeenvolgende transfers van personeel werden ervaren als een grote bedreiging in verschillende samenwerkingsdomeinen. Bijvoorbeeld, tijdens de stage van ambtenaren in domeinen afval en afvalwater, was amper een jaar na de afloop van de stage niemand meer aan de slag binnen het stadsbestuur. Het is belangrijk voor de consistentie van onze samenwerking dat een duurzame werkrelatie kan opgebouwd worden tussen ambtenaren in Genk en Francistown. Dit is een belangrijk knelpunt voor de uitwisseling van ervaring en kennis.
Aanbevelingen: 1. vermijden van transfers van ambtenaren die verwikkeld zijn in een werkrelatie met ambtenaren van de zusterstad, als omstandigheden dit toelaten. 2. Human Resource Management als prioritair domein weerhouden, in het bijzonder door de dialoog met sleutelpersonen bij het ministerie van Lokale Overheden, en BALA voort te zetten.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
6
5) Samenwerking met derde partijen De voorbije jaren hebben verschillende opportuniteiten gekregen om een band op zetten met externe organisaties, zoals scholen, WDC’s, NGO’s, sportclubs, etc. In feite heeft enkel de samenwerking met het Institute of Health Sciences (IHS) in Francistown en Regina Mundi in Genk een structurele relatie voortgebracht. Ook hier stelt het Memorandum dat we moeten “als tussenpersoon moeten optreden bij de ondersteuning van goedgekeurde plannen en initiatieven van organisaties, burgers en middenveld”. In de volgende jaren zullen er zeker meer kansen op een of andere vorm publiek-private samenwerking voortvloeien uit deze samenwerking. Inderdaad moeten we streven naar zulke partnerships. Zoals het Memorandum beschrijft moeten we optreden als tussenpersonen, terwijl de stadsbesturen hun rol als primaire partners handhaven. In deze verwijzen naar toen in 2008 het Genkse stadsbestuur de Francistownse ngo ‘Environmental Health Foundation’ (EHF) als partner identificeerde voor de realisatie van een computerklas, maar de stad Francistown niet volledig op de hoogte was van deze relatie. Dit gaf aanleiding tot een discussie die had kunnen en moeten vermeden worden.
Aanbevelingen: 1. streven naar samenwerking met het middenveld in de stedenband 2. steeds nastreven van een consensus met beide stadsbesturen wanneer een organisatie wordt geïdentificeerd. 3. verbeteren van de communication tussen en in de stadsbesturen rond dit thema.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
7
6) Transversale thema’s In the Memorandum werden verschillende domeinen geïdentificeerd die niet opgenomen werden in de eigenlijke samenwerking. Het betreft gender, het verbreden van de inkomensbasis voor de steden, het creëren van een aantrekkelijke omgeving voor investeringen en het stimuleren van lokale bedrijven, etc. Zij werden wel opgenomen in de werkprogramma’s tussen 2004 en 2009, maar bleken geen vooruitgang te maken. Daarom is het aannemen van een nieuwe benadering noodzakelijk. We stellen voor om ze te behandelen als transversale thema’s, die in overweging moeten genomen worden bij elk project, en, vice versa, bij elk project moeten we bepalen welke impact zij hebben op deze thema’s.
Aanbevelingen: 1. de volgende thema’s moeten behandeld worden als transversale thema’s, die in overweging moeten genomen worden bij elk project: - gender ; - verbreden van de inkomensbasis ; - creëren van een gunstige omgeving voor investeringen en lokale bedrijven.
7) Culturele uitwisseling Het is een belangrijk doel van deze stedenband om culturele ontplooiing en culturele uitwisseling tussen de twee steden te stimuleren. Het was inherent aan elk contact dat we hebben gehad tijdens werkbezoek , en is ook een belangrijke meerwaarde geweest voor de in Francistown stage van twee Genkse studenten in 2008. Anderzijds is er wel weinig actie ondernomen op vlak van het organiseren van culturele evenementen in beide steden in het kader van de stedenband. We menen dat er heel wat mogelijkheden bestaan om kunst en cultuur te promoten maar ook om de kennis en het draagvlak van de stedenband bij de bevolking in beide steden te vergroten.
Aanbevelingen: 1. faciliteren van de organisatie van culturele evenementen in beide steden in het kader van de stedenband.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
8
CONCLUSIE VAN DE ALGEMENE EVALUATIE Globaal gezien kunnen we zeggen dat deze stedenband een verhaal is van hoogtepunten en leerervaringen. Het bewustzijn is gegroeid dat dit een erg complexe oefening is, maar we hebben veel bijgeleerden het staat vast dat ons vertrouwen in, respect voor, sympathie met en begrijpen van elkaar enorm gegroeid is gedurende de laatste vijf jaren. We moeten elke kans om te leren uit ervaringen benutten met de nodige ernst ; dat betekent dat we de punten die hiervoor vermeld zijn niet mogen verwaarlozen. Zij wijzen ons de weg naar een samenwerking die de resultaten voortbrengt die we ambiëren. Verder is er veel gezegd en geschreven over de wederzijdse voordelen en het evenwicht dat we moeten bewaren in onze relatie. De realiteit ligt anders, dit is heel moeilijk en we zouden beslist geen tijd of middelen mogen verliezen om elke gram hulp te compenseren met een gelijkwaardige wederdienst. Evenwel moeten we streven naar een gelijke en eerlijke relatie. We moeten streven naar solidariteit met elkaar wanneer dat nodig blijkt, we moeten hand in hand de toekomst tegemoet wandelen met de wetenschap dat telkens wanneer iemand valt, de andere hem zal rechttrekken. We moeten ook een open en waarheidsgetrouwe relatie waarborgen, waarbij we elkaar voorzien van volledige informatie. We moeten pragmatisch werken, en altijd met één oog kijken naar de doelstellingen die we overeenkwamen. We moeten inderdaad de resultaten kunnen verantwoorden die deze oefening voortbrengt. Als we al deze zaken overeenkomen, dan moeten we onze banden verlengen voor een nieuwe samenwerkingsronde van vijf jaren waarin we trachten om te oogsten wat we de afgelopen jaren gezaaid hebben.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
9
EVALUATIE VAN ELK SAMENWERKINGSDOMEIN Gedurende de afgelopen jaren waren er verschillende specifieke samenwerkingsdomeinen. Sommige mogen dan wel relatief nieuw zijn, toch zullen we de huidige omstandigheden evalueren en daarop bepalen of we rond deze domeinen zullen samenwerken in de volgende jaren. De volgende domeinen van samenwerking respectievelijke betrokken partijen:
werden
bestudeerd
met
de
Wijkontwikkeling Gezondheidszorg Jeugd Educatie Afvalbeleid Waterzuivering Riolering
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
10
WIJKONTWIKKELING Wijkontwikkeling is onderzocht als thema sinds de start van onze samenwerking. Francistown en Genk zijn allebei steden die bestaan uit wijken rond een centrale kern. Daarom besteden ze veel aandacht aan de ontwikkeling van deze wijken. Nochtans zijn er belangrijke structurele verschillen qua aanpak. Tijdens werkbezoeken in 2005, 2006 en 2007 werden er inspanningen gedaan om met kennis te maken met het beleid en praktijk in beide steden. In Francistown werd Genk uitgenodigd om kgotla’s en Ward development committee (WDC) vergaderingen bij te wonen en werd het ook ingewijd in de verschillende programma’s van de overheid zoals LG1109. Het hoge niveau van burgerparticipatie en verantwoordelijkheidszin werd hoog ingeschat door Genk. Op zijn beurt heeft Genk Francistown voorgesteld aan de projecten die in Genk plaatsvinden, hoofdzakelijk gecoördineerd door het stadsbestuur en vaak met nauwe samenwerking van de verschillende lokale organisaties. Men kan alleen concluderen dat deze uitwisseling van ervaringen voor beide steden erg verrijkend is geweest. In 2009 werd er voor het eerst de Genk award (t.w.v. 2,500 EUR) uitgereikt aan het beste wijkontwikkelingsproject in Francistown. Dit was een volgende stap in de uitwisseling van ideeën, vooral omdat het nu de gemeenschap in Genk was die de kans kreeg om te ervaren hoe wijkontwikkeling benaderd werd in Francistown. De structuur van de award was immers zo opgesteld dat initiatiefnemers uit de wijken in Genk werden gevraagd om op te treden als beoordelingscomité voor de projecten die opgestuurd werden door de dienst Social & Community Development in Francistown. Deze vrijwilligers werden bijgestaan door de niet-stemgerechtigde ambtenaren en beleidsmakers uit Genk. Dit was een succes en leverde voordelen op voor beide partijen. De ontbrekende schakel is nu dat de sleutelpersonen uit de gemeenschap in Francistown (bvb. WDC’s,…) geen informatie krijgen over de praktijk in Genk.
Aanbevelingen: 1. voortzetten van de uitwisseling van ideeën en ervaring, in het bijzonder via instrumenten zoals de Genk award voor wijkontwikkelingsprojecten. 2. creëren van een kader waarbinnen de gemeenschap in Francistown (WDC’s, etc.) geïnformeerd worden over de praktijk rond wijkontwikkeling in Genk.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
11
GEZONDHEIDSZORG Gezien de grote uitdagingen op dit vlak in Francistown en het mandaat dat het stadsbestuur heeft om deze aan te pakken, werd het steeds beschouwd als een belangrijk samenwerkingsdomein. Uit de vele mogelijkheden die er geboden warden kozen we – uitgaande van de aard van deze stedenband – voor een klemtoon op de training van studenten in beide steden, ook omdat er verpleegopleidingen bestaan in beide steden. Na wederzijdse bezoeken tussen 2004 en 2008 aan de algemene ziekenhuizen in beide steden, aan de wijkklinieken in Francistown, maar ook aan de verpleegopleidingen in Genk en Francistown (resp. Regina Mundi en Institute of Health Sciences (IHS)), besloten we om de mogelijkheden van de organisatie van stages voor studenten in beide steden te onderzoeken. In November 2008, werd een eerste stage georganiseerd voor twee studenten van Regina Mundi in de Francistownse wijkklinieken. Accommodatie en supervisie werden verzorgd door IHS. Dit werd zeer positief geëvalueerd door alle betrokken partijen, zijnde de stad Francistown, IHS, Regina Mundi, en de studenten zelf. Eén werkpunt werd vastgesteld: communicatie tussen de scholen verbeteren om een duurzame relatie tussen de twee verpleegopleidingen te onderhouden. Eveneens moeten er inspanningen gedaan worden om stage te organiseren voor Francistownse studenten in Genk. Zo creëren we een uitwisseling in twee richtingen en hier is beslist vraag naar. Dit zal in enige mate afhangen van het Ziekenhuis OostLimburg (ZOL). De stad Genk zal hier de nodige actie ondernemen. Een voorlopige planning gaat uit van een eerste stage in Genk in mei 2010. Eventueel wordt als voorbereiding een deelname van een IHS-leraar opgenomen in een werkbezoek. Ook heeft de stad Genk een organisatie actief op vlak van HIV/AIDS-sensibilisatie (financieel) gesteund (zijnde Haven of Hope). Dit ligt niet binnen het werkveld van de stedenband, maar betekent een belangrijke meerwaarde voor de organisatie. Daarom kunnen zulke acties aangemoedigd worden in de marge van de stedenband. Aanbevelingen: 1. voortzetten van stages in de Francistownse wijkklinieken. 2. mogelijkheden onderzoeken om een stage voor Francistownse studenten in Genk in mei 2010 te organiseren (evt. met voorbereidend bezoek IHS leraar). 3. faciliteren van communicatie tussen de resp. verpleegopleidingen, al ligt de verantwoordelijkheid hiervoor uiteindelijk bij de scholen zelf. 4. zoeken naar mogelijkheden om organisaties te steunen die actief zijn op vlak van gezondsheidszorg in Francistown.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
12
JEUGD Jeugd is een nieuw beleidsdomein voor het stadsbestuur van Francistown, in die zin dat het pas het nodige gewicht kreeg nadat een jeugdambtenaar werd aangesteld in 2008. Genk heeft vele jaren ervaring opgebouwd op dit vlak en moet dus een nuttige bijdrage kunnen leveren in de opmaak van dit beleid. Een eerste ontmoeting tussen de jeugdambtenaren van beide steden vond plaats in 2008 in Genk. Behalve de initiële uitwisseling van ideeën, werden ook concrete projecten opgestart, waarbij de installatie van een computerklas in het nieuwe jeugdhuis als zeer belangrijk bestempeld werd om jongeren en leerlingen van lagere scholen over het internet te laten leren. Omdat dit project nog in de pijplijn zit op heden, heeft het weinig zin om dit te evalueren. We moeten wel vermelden dit geen uitstel meer kan verdragen, en dat de volgende voorwaarden door beide partijen op korte termijn moeten vervuld worden. Het Genkse stadsbestuur moet tenminste 15 computers verschepen, maar ook ander beschikbaar materiaal. Ook heeft het een subsidie t.w.v. 15.000,00 EUR voor de ondersteuning van een salaries van een IT leerkracht van de Telenet Foundation ontvangen. Deze fondsen moeten overgeschreven worden naar het stadsbestuur van Francistown. De betrokken Francistownse ambtenaren moeten een lijst met benodigd material doorsturen binnen de twee weken nadat dit werkbezoek wordt afgerond (deadline 31/4). Ook moet het een volledig projectvoorstel doorsturen waarin werkmethode, tijdschema en begroting in detail worden beschreven (deadline 31/4). De steden moeten dan snel deze documenten overeenkomen. Een ander beloftevol jeugdbeleidsdomein (voor de toekomst) is jeugdcultuur. Hiervoor stellen we voor een uitwisselingsproject te organiseren voor jonge fotografie-talenten in Francistown en Genk, die o.a. uitmonden in workshops in beide steden en een tentoonstelling gedurende het Afrika-festival in Genk in april 2010. De jeugddienst in Francistown moet deze oefening begeleiden en de samenwerking in Francistown met de betrokken partijen (zoals het Supa Ngwao Museum) begeleiden. Een ander beleidsdomein is sport. We moeten de mogelijkheid bekijken om samen te werken rond initiatieven zoals bvb. de constituency league. Aanbevelingen: 1. uitwisselen van ideeën rond jeugdbeleid in het algemeen. 2. communiceren rond en voortzetten van de installatie van een computerklas in F’town volgens het voorgestelde schema en taakverdeling. 3. uitwerken van concrete projects rond jeugdcultuur en sport. STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
13
ONDERWIJS Onderwijs is de sleutel tot sociale en culturele ontplooiing in onze steden. We moeten leerlingen aanmoedigen om te leren over hun zusterstad omdat dit hun horizon in de wereld zal verbreden. In dat opzicht hebben we getracht om banden tussen scholen in onze steden aan te halen. We zijn daar gedeeltelijk in geslaagd (er zijn verschillende zendingen en brieven geweest tussen Phathlogo en Europaschool. Helaas is dit altijd op vraag van en met de hulp van de stadsbesturen geweest wat uiteindelijk een lang proces bleek te zijn. We moeten scholen in staat stellen om een directe communicatielijn uit te bouwen, en er is geen betere manier om dit te doen dan via het internet, waarvoor we faciliteiten voorzien in het jeugdhuis (cfr. p. 12). Als dit op gang is getrokken, mogen we vele opportuniteiten verwachten om scholen in Genk en Francistown te laten verzusteren. Om dit te stimuleren, moeten we profilen van scholen maken en een tijdschema overeenkomen in beide steden om elkaar op het internet te ontmoeten. Ook heeft de stad Genk op verschillende momenten fondsen voorzien voor Phatlhogo. We moeten er beklemtonen dat dit geen werkwijze is binnen de stedenband, maar opnieuw moeten we de noden van scholen zoals Phatlhogo niet onderschatten. Daarom kan dit (ook in de toekomst) toegestaan worden. Secundaire scholen zijn ook een interessante doelgroep. In 2008 bezocht een leraar van FSSS het Golem-project in Genk en onderzocht de mogelijkheden om iets gelijkaardig op te starten in Francistown. Het zou een grote symboolwaarde bezitten en zou onze stedenband eveneens plaatsen in een internationaal kunstproject. In de volgende jaren zal de stad Francistown een aantal scholen en jeugdorganisaties ondersteunen om zo’n project op te zetten. De stad Genk zal de kunstenaar contacteren die dit project heeft opgestart en de fondsen zoeken om het te realiseren.
Aanbevelingen: 1. lagere scholen in staat stellen om te communiceren via het internet, en banden tussen die scholen faciliteren. 2. de mogelijkheden onderzoeken om een Golem te bouwen in Francistown (met steun van de stad Genk).
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
14
AFVALBELEID Afvalbeleid is een belangrijk samenwerkingsdomein geweest sinds het begin van de stedenband. Het is een domein dat veel potentieel leek te hebben. Het doel was om een afvalbeleidsplan op te maken. Nochtans moeten we toegeven dat weinig tot geen vooruitgang werd geboekt. De hoofdreden daarvoor is dat de relevante ambtenaren (die een stage liepen in Genk) (i.e. Phalalo McGeoff, Mrs. Kwae) werden voortijdig overgeplaatst. In 2008, werd een nieuwe aanpak aangenomen, zijnde een stappenplan waarbij overeengekomen werd dat de eerste stap een experimentele meting zou zijn van de verschillende fracties van het huisvuil in 30 gezinnen. De deadline werd niet gehaald omwille van een mislukte communicatie met de doelgroep (en o.a. ook omdat mensen bijvoorbeeld vuilbakken stalen). Het experiment is opnieuw opgestart. Toch menen we dat er in de komende jaren een aantal resultaten mogelijk zijn. Er zijn concrete plannen om het experiment te herhalen en er is een duidelijke visie op hoe verder gewerkt kan worden. Onder andere werd bepaald dat de sensibilisatie van de doelgroep een knelpunt was en de nodige maatregelen zijn genomen om dit aan te pakken. Er werd ook overeengekomen om de communicatie tussen de betrokken ambtenaren in beide steden te verbeteren, iets wat zich ook al in de afgelopen maanden manifesteerde. In de volgende vijf jaren wil Francistown een afvalbeleidsplan opmaken en beginnen met de implementatie van de daarin beschreven acties. Genk moet dan bekijken hoe het kan helpen met de implementatie van de hierin beschreven acties.
Aanbevelingen: 1. afronden van het experiment waaruit waardevolle informatie kan gehaald worden voor de opmaak van een plan. 2. aanwijzen van een sleutelpersoon die dit opvolgt vanuit de Francistownse administratie en de regelmatige communicatie met de Genkse tegenhangers verzorgt.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
15
WATERZUIVERING Dit domein werd geïdentificeerd in 2006, toen in samenspraak met twee technische ambtenaren van de Mambo waterzuiveringsinstallatie werden de opportuniteiten voor een samenwerking onderzocht. In 2007 lichtte een ingenieur van Aquafin de processen van de Mambo waterzuiveringsinstallatie door. Hij voorzag een actieplan voor de optimalisatie van de installatie. Zijn plan werd goed opgevolgd, in het bijzonder op korte termijn, en daardoor was dit een succesvolle operatie. De meest nijpende problemen van de waterzuiveringsinstallatie hebben te maken met het influent van verschillende bedrijven. Het design van de installatie is niet volledig afgestemd op zulk influent. Verdere samenwerking met Aquafin zou een meerwaarde kunnen betekenen omdat zij een proces van capaciteitsopbouw zou inhouden. Hier moeten echter de nodige fondsen voor gevonden worden. Een voorstel naar het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling werd afgewezen, maar kan een interessante mogelijkheid bieden in de toekomst. Nochtans is de toekomst van dit samenwerkingsdomein niet duidelijk. Water Utilities Corp. (een parastatale organisatie) zal over enkele jaren de activiteiten op de installatie beheren. Dan moeten we onderzoeken of een verdere samenwerking met zo’n externe partner haalbaar en wenselijk is.
Aanbevelingen: 1. het actieplan van Aquafin gebruiken and mailen met ingenieur Ivo Boonen als verder advies nodig blijkt. 2. onderzoeken of het proces van capaciteitsopbouw (bvb. via training) kan voortgezet worden, met (of zonder) de hulp van Aquafin. 3. communiceren over de situatie met Water Utilities Corp.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
16
RIOLERING In 2006 liepen verschillende technische ambtenaren een stage in Genk, die voor een groot deel bestond uit het onderzoeken van de mogelijkheden om de controle op het rioleringsnetwerk te verbeteren. Dit wordt in België gedaan door Interelectra (wat nu Infrax genoemd wordt, en dus zullen we er zo naar refereren vanaf nu). Telemetrie werd geïdentificeerd als een beloftevol instrument om de monitoring van de pompstations te verbeteren en daardoor het onderhoud van het rioleringsnetwerk. Infrax heeft een relatief goedkoop systeem (± 25.000 EUR) ontwikkeld, dat informatie doorstuurt over de pompstations via SMS. Beide partijen kwamen overeen dat dit systeem geïnstalleerd moest worden en de stad Genk ondernam de nodige stappen door het materiaal aan te kopen. In maart 2007 heeft ingenieur van Infrax Marino Moons het system geïnstalleerd op de Francistownse pompstations. Het was duidelijk dat dit een rudimentair system was, maar beide partijen maakten de inschatting dat dit de noden van het Francistownse rioleringsdepartement zou lenigen. De stad Francistown kocht echter een nieuw systeem in augustus 2007 van ZS Botswana. Dit system had verschillende extra elementen zoals afstandsbediening, PLC (displays in de pompstations) en het aansluiten van de alarmsystemen op het algemene systeem zodat ook inbraak kan gerapporteerd worden. (Het werd uiteindelijk geïnstalleerd in mei 2009). Zo zijn er op dit moment twee systemen operationeel parallel aan elkaar, al dan niet met een bepaalde graad van complementariteit. Zeker zal het zeer moeilijk blijken om twee systemen te onderhouden naast elkaar. De stad Genk wil de problemen met het telemetrie-systeem oplossen en kan RTUeenheiden voor de verschillende pompstations voorzien. Maar de vraag moet gesteld worden, of er wel nood is om het systeem van Infrax te onderhouden, ook al gezien de problemen met de software. We moeten die zo snel mogelijk onderzoeken, in een dialoog met alle partijen. Men kan enkel leren van een dergelijke ervaring, zoals werd geschetst in de algemene evaluatie (p. 4). Het feit dat deze activiteiten zullen overgenomen worden door Water Utilities Corp. enkele jaren maakt verdere samenwerking nog meer complex.
Aanbevelingen: 1. uitzoeken of überhaupt twee systemen moeten onderhouden worden. 2. communiceren over de situatie met Water Utilities Corp.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
17
NIEUWE SAMENWERKINGSDOMEINEN 1) IT ontwikkeling Dit domein bezit vele mogelijkheden om rond samen te werken en ervaring en kennis uit te wisselen. Een nieuwe IT ambtenaar in het stadsbestuur van Francistown kan een nieuwe dynamiek genereren die de stad Genk moet ondersteunen waar mogelijk. Daarom stellen we voor dat een dialoog wordt opgestart tussen de beide IT diensten. Ook zou de IT ambtenaar in Francistown zijn visie op de toekomst van IT in Francistown moeten doorsturen, samen met een actieplan over 5 jaren en de knelpunten die de afgelijnde doelstellingen bedreigen. De stad Genk moet dan onderzoeken waar mogelijkheden zijn om (materiële) ondersteuning te bieden voor de implementatie van zo’n actieplan. Een concrete oefening op dit vlak wordt de installatie van de computerklas in het jeugdhuis in 2009.
2) Hernieuwbare energie De zustersteden moeten zich engageren in een gezamenlijke inspanning om milieuproblematiek en klimaatsverandering (waar we aan bijdragen door 8000 kilometer naar elkaar te vliegen) te bestrijden. Daarom moet de verbouwing van Jatropha en de productie van biobrandstof, ondersteund en ontwikkeld worden op een ecologisch verantwoorde en duurzame wijze. Ons voorstel is dat we ons engageren voor een Jatropha trial project met verschillende partners, zijnde het Ministry of Minerals, Energy and Water resources, het Ministry of Agriculture en zeker ook het Botswana College of Agriculture. Daarom moeten we een seminarie in Francistown organiseren met alle betrokkenen om een concreet project uit te tekenen (voorgestelde datum: augustus 2009). De stad Francistown moet voorafgaand onderzoeken of land beschikbaar is, en of het een betekenisvolle input kan hebben betreffende arbeid (link met de gemeenschap) en zelfs watervoorziening (voor irrigatie). De stad Genk zou verder moeten onderzoeken of er mogelijkheden zijn om zo een project te financieren, bijvoorbeeld met de Europese Unie.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
18
3) Parkontwikkeling Dit werd geïdentificeerd als een samenwerkingsdomein dat zijn voordeel kan halen uit de stedenbandopzet. Omdat nog geen specifieke voorstellen rond dit punt gemaakt zijn, moeten verdere communicatie (bijvoorbeeld rond de specifieke noden die aanwezig zijn in beide steden) ondernomen worden vooraleer een planning kan gemaakt worden. 4) Privaatsector Het werd gesteld in het Memorandum 2004-2009 dat we een “aantrekkelijke omgeving creëren voor wederzijdse investeringen door bedrijven in de respectievelijke steden Francistown en Genk.” Vooreerst moet men realiseren dat onder de huidige economische en financiële omstandigheden weinig ruimte voor investeringen met een hoog risicco (omwille van de afstand en de huidige schaarste van kapitaal), of solidariteit tussen bedrijven in beide steden. Maar tijd zal verstrijken en de voorwaarden voor zo’n samenwerking kunnen verbeteren, zeker op een nieuwe samenwerkingsronde van vijf jaar. Daarom stelen we voor dat we netwerking tussen private sectoren in beide steden zullen faciliteren, en dat dit besproken moet worden met de private sector vertegenwoordigers (zijnde BOCCIM in Francistown, VIG in Genk) wanneer het klimaat hiervoor gunstiger wordt ingeschat.
STEDENBAND FRANCISTOWN GENK
EVALUATIERAPPORT 2004-2009
19