Nr. 5e, afdeling OW
Statuten van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Tiel Artikel 1 1. 2. 3.
Naam. zetel en duur
De stichting draagt de naam: Stichting Openbaar Basisonderwijs Tiel. De stichting is gevestigd in de gemeente Tiel. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 2
Begripsbepalingen
In deze statuten wordt verstaan onder: a. gemeente: de gemeente Tiel; b. raad: de gemeenteraad van Tiel; c. scholen: de openbare basisscholen in de gemeente Tiel; d. WPO: Wet op het Primair onderwijs; e. GMR: gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Artikel 3
Doel en middelen
De stichting heeft ten doel het geven van openbaar basisonderwijs op de scholen, inclusief de dislocatie in Wadenoijen, die onder haar gezag vallen en zullen gaan vallen in de gemeente Tiel, met inachtname van artikel 46 van de Wet op het Primair onderwijs. Zij tracht haar doel te bereiken met alle wettelijke middelen, die aan het doel van de stichting bevorderlijk kunnen zijn, een en ander in de ruimste zin van het woord. Artikel 4
Vermogen
Het vermogen van de stichting zal gevormd worden door: 1. Subsidies, donaties en bijdragen, al of niet van de overheid. 2. Schenkingen, erfstellingen en legaten. 3. Vergoedingen wegens verrichte diensten en gekweekte rente van fondsen. 4. Alle andere verkrijgingen en baten. Artikel 5
Boekjaar
Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. Artikel 6 1.
2. 3.
Bestuur, organisatie en toezicht
De stichting heeft een bestuur, dat alle bevoegdheden heeft, in haar hoedanigheid als bevoegd gezag van de openbare scholen voor basisonderwijs, voor zover deze bevoegdheden niet bij wet of door de raad aan hem voorbehouden zijn. De raad houdt toezicht op de stichting, voor zoveel als door de wet is voorgeschreven. Het bestuur kan commissies benoemen en bepaalt tevens hun bevoegdheden.
Artikel 7 1.
2. 3. 4.
5. 6.
7.
8.
Omvang, samenstelling en benoemen bestuur
Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven leden. De leden zijn natuurlijke personen. Het bestuur wordt door de raad benoemd. Het bestuur bepaalt uit hoeveel bestuursleden het bestuur bestaat. De raad benoemt ten minste drie en ten hoogste vier leden op voordracht van het bestuur van de stichting. De raad benoemt ten minste twee en ten hoogste drie leden op bindende voordracht van de oudergeledingen van de GMR. Het bestuur stelt bij reglement een procedure vast voor de voordrachten, als bedoeld onder 2 en 3 en zendt dit reglement ter kennisgeving aan de raad. Bij het ontstaan van een vacature in het bestuur stelt het bestuur een profielschets vast die richtinggevend is bij de werving van een nieuw bestuurslid. In de voordracht aan de gemeenteraad wordt aangegeven in hoeverre het voorgedragen kandidaat bestuurslid past in het vastgestelde profiel. De leden van het bestuur respecteren de grondslag en de doelstellingen van het openbaar onderwijs. Met het lidmaatschap van het bestuur van de stichting zijn onverenigbaar de volgende functies en hoedanigheden: a. het lidmaatschap van de raad, van een raadscommissie en van het college van burgemeester en wethouders van Tiel; b. personeel in dienst van de stichting, dan wel personen, die werkzaam zijn onder het gezag van het bestuur; c. lidmaatschap van de medezeggenschapsraad van één van de scholen, waarover de stichting het bevoegd gezag vormt; d. lidmaatschap van de GMR van de scholen waarover de stichting het bevoegd gezag vormt. Een lid van het bestuur mag niet: a. als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de stichting, dan wel ten behoeve van de wederpartij van de stichting; b. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de stichting of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg; c. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten met de stichting als bedoeld in onderdeel d; d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: het aannemen van werk ten behoeve van de stichting; het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de stichting; het doen van leveranties aan de stichting; het verhuren van roerende zaken aan de stichting; het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de stichting; het van de stichting onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; het ondershands huren van de stichting. Indien in het bestuur, om welke reden dan ook, één of meer vacatures ontstaan, zullen de overgebleven bestuursleden (of het enig overgebleven bestuurslid) niettemin een wettig bestuur vormen.
Artikel 8 1. 2. 3. 4.
De leden van het bestuur worden voor vier jaar benoemd. De leden kunnen na afloop van hun zittingsperiode worden herbenoemd. In afwijking van het voorgaande lid worden in het eerst benoemde bestuur drie leden voor twee jaar benoemd. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een lid van het bestuur dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.
Artikel 9 1.
2. 3.
4.
Zittingsperiode
Schorsing en ontslag
De raad kan een bestuurslid dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van het bestuur ontslaan of voor maximaal vier maanden schorsen In geval van schorsing vermeldt de raad de gevolgen daarvan. Het bestuur kan overeenkomstig het voorgaande lid een bestuurslid schorsen, mits daartoe besloten wordt met een tweederde meerderheid van stemmen. Het bestuur onderwerpt het besluit onmiddellijk aan het oordeel van de raad, die zo spoedig mogelijk daarop beslist of hij de schorsing al dan niet bevestigt. De schorsing geldt dan als door de raad besloten. Wanneer de raad de schorsing als bedoeld in de voorgaande leden bevestigt, wordt de schorsingstermijn geacht in gegaan te zijn op het moment van het bestuursbesluit daartoe.
Artikel 10
Einde bestuurslidmaatschap
Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door: a. het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd; b. verklaring in staat van faillissement of van toepassingverklaring van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen; c. verlening van surséance van betaling; d. onder curatele stelling; e. ontslag; f. opzegging; g. overlijden; h. het aanvaarden van een hoedanigheid, als genoemd in artikel 7, zesde lid. Artikel 11 1. 2.
3. 4.
5.
6. 7.
Taak en bevoegdheden van het bestuur
Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 106 WPO. De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken van het bestuur, voor zover niet gemandateerd aan de algemeen directeur overeenkomstig het managementstatuut. Het bestuur stelt een managementstatuut vast dat de taken en de bevoegdheden van het bestuur, de algemeen directeur en de directeuren en de mandatering van taken en bevoegdheden regelt. De algemeen directeur neemt met adviserende stem deel aan de vergaderingen, behalve wanneer het bestuur conform artikel 17, lid 2 besluit in beslotenheid te vergaderen en dit ook ten aanzien van de algemeen directeur noodzakelijk geacht wordt. Het bestuur kan zich in de vergadering door deskundigen met een adviserende stem laten bij staan. Het bestuur kan aan leden van het bestuur voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding toekennen.
Artikel 12 1. 2.
Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Samen met de algemeen directeur bereidt de voorzitter en/of de secretaris de vergaderingen van het bestuur voor en wordt conform het managementstatuut zorggedragen voor de uitvoering van de bestuursbesluiten.
Artikel 13 1.
2.
2.
3.
4.
2. 3.
Vergaderfrequentie
Het bestuur vergadert ten minste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter, dan wel door drie leden van het bestuur, nodig wordt geoordeeld. De voorzitter draagt er zorg voor, dat de uitnodigingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag der vergadering aan de leden worden toegezonden. Tegelijk met de oproeping draagt de voorzitter zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke plaats de agenda en de bijbehorende stukken ter inzage liggen. Ieder lid van het bestuur en de algemeen directeur kan ter vergadering voorstellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. Het bestuur beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.
Artikel 15 1.
Vertegenwoordiging
Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris dan wel met de penningmeester of bij ontstentenis van een hunner aan hun plaatsvervangers. Het bestuur kan anderen die bij de stichting, dan wel onder zijn gezag, werkzaam zijn de bevoegdheid geven om de stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
Artikel 14 1.
Taakverdeling
Quorum
De vergadering vindt geen doorgang indien niet tenminste de helft van het aantal zittende leden aanwezig is. In geval een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen veertien dagen een nieuwe vergadering. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige bestuursleden over de onderwerpen, die op de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.
Artikel 16 Stemmen 1. 2. 3. 4.
5.
De leden stemmen zonder last. Tenzij de statuten anders bepalen, worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Een blanco uitgebrachte stem geldt niet als stem. Over personen wordt schriftelijk gestemd bij ongetekende gesloten briefjes. Over zaken wordt mondeling gestemd. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt op een door de voorzitter te bepalen tijdstip herstemming plaats tussen de personen, die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot.
Artikel 17 1. 2.
3.
De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar. De vergaderingen worden besloten gehouden, wanneer ten minste twee aanwezige bestuursleden hierom vragen of wanneer de voorzitter dit nodig acht. Het bestuur beslist vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het vergaderen achter gesloten deuren kan uitsluitend geschieden indien het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen: a. het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; b. de economische of financiële belangen van de stichting; c. het belang van voorkoming van onevenredige bevoordeling of benadering van bij de aangelegenheden betrokken natuurlijke personen dan wel derden. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij het bestuur anders beslist.
Artikel 18 1. 2.
3.
Openbaarheid van vergaderingen
Geheimhouding van stukken
Het bestuur kan omtrent hetgeen in de vergadering is behandeld en omtrent de inhoud van de stukken die aan hem zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. De ingevolge het vorige lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren, alsmede door degenen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat het bestuur de geheimhouding opheft. De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken in het voorgaande lid voorlopig geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de leden tegenwoordig is, door het bestuur wordt bekrachtigd.
Artikel 19
Huishoudelijk reglement
Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de stichting worden geregeld bij huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met de wet en deze statuten. Artikel 20 1.
2.
Verantwoording
Het bestuur brengt jaarlijks aan de raad verslag uit omtrent zijn werkzaamheden. Het bestuur besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt openbaar gemaakt.
Artikel 21
Archief
Het bestuur draagt met inachtneming van de Archiefwet 1995 zorg voor de archiefbescheiden. Artikel 22 1.
2.
Commissies.
Het bestuur kan al dan niet uit zijn midden commissies instellen, met betrekking tot aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het bestuur behoren. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. Het huishoudelijk reglement bevat regels voor de werkwijze en de samenstelling van de commissies.
Artikel 23 1.
2. 3.
4.
Het bestuur legt jaarlijks voor 1 mei een ontwerp van de jaarrekening over het afgelopen jaar met toelichting en voor 15 november een ontwerp van de begroting met toelichting voor het komende jaar ter goedkeuring aan de raad voor. De jaarrekening gaat vergezeld van een verslag van een door het bestuur aangewezen en daartoe bevoegd accountant dat, behalve een verklaring bij de rekening, bevinding bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid. De goedkeuring door de raad strekt het bestuur tot decharge. Nadat de goedkeuring door de raad is verkregen stelt het bestuur de begroting en de jaarrekening vast. Indien vóór 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt de begroting niet is goedgekeurd, neemt de raad de maatregelen, die hij nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen. Indien het bestuur voornemens is de begroting te wijzigen, wordt deze wijziging ter goedkeuring aan de raad voorgelegd.
Artikel 24 1
2
2.
3.
4.
2.
3.
Vereffening
Bij ontbinding van de stichting is het bestuur met de vereffening belast, tenzij de raad anders besluit. Gedurende de vereffening blijven deze statuten van kracht voor zover dat met de vereffening verenigbaar is. De vereffenaars leggen rekening en verantwoording af aan de raad. De vereffenaars doen aan de registers waar de stichting is ingeschreven opgaaf van hun optreden als zodanig en van de gegevens over zichzelf die van een bestuurder worden verlangd. De vereffenaars besteden hetgeen na voldoening der schuldeisers van het vermogen van de ontbonden stichting is overgebleven zo veel mogelijk overeenkomstig het doel van de stichting.
Artikel 26 1.
Statutenwijziging en ontbinding
Het bestuur kan in een speciaal daartoe belegde vergadering, waarin alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, met een tweederde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen besluiten tot wijziging van de statuten van de stichting. Het bestuur behoeft voor iedere wijziging van de statuten de goedkeuring van de raad. Het bestuur kan in een speciaal daartoe belegde vergadering, waarin alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, met een tweederde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen besluiten tot ontbinding van de Stichting. Het bestuur kan niet tot ontbinding overgaan dan na overleg met de raad.
Artikel 25 1.
Financiën en verslaglegging
Overgangs- en slotbepalingen
De voordracht door het bestuur als bedoeld in artikel 7, tweede lid van de statuten, vindt voor de benoeming van het eerste bestuur plaats door de Bestuurscommissie Openbaar Basisonderwijs Tiel, ex artikel 83 Gemeentewet, namens de raad belast met het instandhouden van de scholen voor openbaar onderwijs in Tiel. Bij zijn besluit tot verzelfstandiging van het openbaar onderwijs en het benoemen van de leden van het bestuur besluit de raad tevens tot het opheffen van de in het eerste lid bedoelde Bestuurscommissie. In alle gevallen de stichting betreffende waarin de statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
25 september 2007.
e
05 - statuten stichting openbaar basisonderwijs
21 november 2007