STARTEN MET AIKIDO Masakatsu Dojo Leuven
De tekst werd samengesteld door Wim Van Laer, dojo chô van Masakatsu Dojo, Leuvense afdeling van Ban Sen Juku International Budo Culture School tijdens de maand januari 2011.
Deze tekst is opgesteld voor intern gebruik, in onze dojo. Hij mag op geen enkele manier gereproduceerd worden of verspreid. Deze tekst heeft geen enkele commerciële bedoeling. Hij wordt gratis ter beschikking gesteld van de leden van onze dojo. INHOUDSTAFEL - inleiding - eerste stappen in aikido - over O Sensei - ontmoeting met de Japanse cultuur - de dojo - de etiquette in de dojo - kledij en wapens - het vermijden van blessures - aikidograden en examens - beschouwingen over aikido - woordenschat en terminologie
- INLEIDING Starten met aikido is een een begin van antwoord op de vele vragen waarmee de startende aikidostudent geconfronteerd wordt. Bij de eerste ontmoeting met aikidotraining krijg je niet enkel te maken met het fysieke aspect van de training, maar ook met vreemde gedragsregels, een vreemd taalgebruik en een andere leefcultuur. Als starter kan je dan ook wel eens gefrustreerd raken bij deze veelheid aan aspecten. Met deze tekst proberen we enkele aspecten van de aikidotraining te belichten en de weg te wijzen naar een goede studie van aikido en van krijgskunsten in het algemeen. De tekst omvat een aantal do’s en don'ts voor de beginner en een introductie in de rijke culturele, rituele en sociale omgeving die de aikidostudie omvat. Wij hopen dat deze teksten de beginnende aikdioka meer zelfvertrouwen geven om met een open geest deel te worden van de dojo. De inhoud van deze teksten is uiteraard beperkt. Eens je deze denkt begrepen te hebben, zullen nieuwe lagen van begrijpen en nieuwe concepten zich tonen. Nieuwe fysieke aspecten en kunde zullen zich ontwikkelen naargelang je begrip van aikido zich uitbreidt. De ware plaats om tot begrip te komen is echter niet deze tekst, maar wel de dojo waar je met je medestudenten het aikidopad kan bewandelen… Dus: onegaishimasu!
- EERSTE STAPPEN IN AIKIDO Aikido kan door iedereen met normale fysieke capaciteiten beoefend worden. Sensei Tomita zegt meestal: “zolang je je armen boven je hoofd kan heffen en kan wandelen kan je aikido beoefenen”. Bij de aanvang van de studie van aikido is een zeker atletisch vermogen echter wel vereist. Doordat aikido samenwerking met een partner vereist waarbij afwisselend de rol van aanvaller (uke) of verdediger (nage) vertolkt wordt, is fysiek contact steeds aanwezig. Een gedeelte van de opleiding is dan ook om te leren jezelf blessurevrij door de les te loodsen, dit in de vorm van val- en roloefeningen (ukemi). De fysieke training zelf maakt geen deel uit van de aikido-opleiding. Als beoefenaar van een krijgskunst is het aan jezelf om je lichaam in een goede conditie te houden en je goed te verzorgen. Tijdens de les worden geen lesgroepen gevormd van leerlingen die eenzelfde niveau of graad hebben. Je oefent samen met beginners en leerlingen met een hogere graad. Je kan van iedereen iets leren, zelfs als je later zelf een hogere graad bereikt. Het leerproces in aikido is niet opgebouwd volgens een systeem van punten of hoofdstukken die in een vastomlijnde volgorde aangeleerd worden. Integendeel: technieken, ideeën, strategieën, … alle aspecten komen tegelijkertijd aan bod. De aikidoka kan enkel datgene leren waarvoor hij klaar is om dit mentaal en fysiek te verwerken. De student dient dan ook te streven naar de meest open geest. Laat je ego achter zodra je de dojo betreedt!
- OVER O SENSEI
Morihei Ueshiba, meestal O Sensei genoemd, is de grondlegger van Aikido. Hij leefde van 14 december 1883 tot 26 april 1969. Tijdens zijn leven leerde O Sensei diverse krijgskunsten in meerdere traditionele scholen maar tegelijkwas hij een man die een pacifistische religieuze filosofie volgde. Het aikido van O Sensei is het resultaat van de vermenging van deze 2 levensstrekkingen. Het is zeer moeilijk te vatten wie de persoon Morihei Ueshiba was, waarvoor hij stond, of wat de betekenis van deze man is voor de moderne krijgskunsten. Het is uiteraard aan te bevelen om jezelf over de persoon van O Sensei te informeren. Wat zeker is: na een poosje aikido te beoefenen begin je te ontdekken welke prachtige logica, schoonheid en kracht de aikidotechnieken bevatten. Het genie van O Sensei is alom in de technieken aanwezig. In elke les oefenen we dus “de weg van O Sensei”. - ONTMOETING MET DE JAPANSE CULTUUR De Japanse cultuur is alom aanwezig in de dojo. De cultuur van het buigen en de rituelen bij het starten en stoppen van de les zijn hiervan enkele voorbeelden. In elke dojo heerst echter een andere benadering. Dojo’s met een Japanse sensei volgen meestal strikter de gedragsregels en taal dan andere dojo’s. Best respecteer je de visie en regels van de dojo die je bezoekt. Het is aan te raden dat je notie hebt van een aantal elementaire zaken op het vlak van Japanse beleefdheid en gewoonten, evenals basisterminologie van aikido, de dojo, wapens, kledij, enz…
- DE DOJO Het woord dojo betekent letterlijk “plaats van de weg”. In principe kan aikido in elke ruimte beoefend worden. Op dat ogenblik wordt de ruimte, althans symbolisch, een dojo en dient als dusdanig beschouwd te worden. Op het ogenblik dat bijvoorbeeld een sporthal ingepalmd wordt door krijgskunstbeoefenaars en tatamimatten opengelegd worden, is dit niet langer een sporthal maar een dojo. De dojo is een plaats waar leringen overgaan van leraar naar leerling. Hiertoe is een zeker respect vereist. Wat houdt dit in? Rust en stilte zijn de eerste tekenen van een correct gedrag in de dojo. Eens aangekleed dien je te helpen om de dojo in gereedheid te brengen. Rondom de tatami wordt enkel gelopen met schoeisel (meestal zori, slippers). Op de tatami wordt enkel blootsvoets gelopen. Meestal wordt vooraan in de dojo een klein schrijn geplaatst en de afbeelding van O Sensei. Deze zijde is de kamiza. Hier recht tegenover zitten de leerlingen meestal van de hoogste naar de laagste graad. De leerlingen met de laagste graden zitten traditioneel aan de deurzijde. Zori worden met de hielen tegen de tatami geplaatst, als het ware klaar om terug aan de voet gestoken te worden. De wapens worden naast de zori naast de tatami gelegd. Let op: je stapt nooit over wapens! Bij de aanvang van de les worden de leerlingen geacht tijdig op de tatami aanwezig te zijn en zich in stilte in seiza (formele zithouding) klaar te zetten. De leerlingen zetten zich met een respectvolle tussenafstand in een rij tot de sensei de mat betreedt. Als de sensei de mat betreedt, zal hij zich dadelijk voor de kamiza in seiza zetten en met een korte ceremonie (verschillende buigingen en handenklappen) de les starten. Deze ceremonie is meestal verschillend per dojo of school. Pas je steeds aan aan de dojo die je bezoekt! Als je te laat op de tatami komt, dien je deze openingsceremonie alleen uit te voeren en daarna in seiza te wachten tot de sensei je met een formele buiging toestaat om deel te nemen aan de les. Op het einde van de les wordt een gelijkaardige ceremonie uitgevoerd waarna de leerlingen de sensei danken voor de les. Alle leerlingen blijven zitten in seiza tot de sensei de mat verlaten heeft of toestemming geeft om op te staan. De leerlingen met de hoogste graden staan eerst op, gevolgd door leerlingen met lagere graden.
Na het vouwen van de hakama’s en het opbergen van de wapens, helpt iedereen mee om de dojo in orde te brengen. Bij het binnenkomen en buitengaan van de dojo maak je een ritsurei (kleine buiging) in de richting van de kamiza. Indien je ziet dat iemand zich niet volgens de bovenstaande regels gedraagt, mag je hem hier discreet op wijzen. Er wordt verwacht dat de hoger gegradeerde aikidoka’s mee de verantwoordelijkheid opnemen om onervaren leerlingen te wijzen op de etiquette in de dojo.
- DE ETIQUETTE IN DE DOJO Etiquette is zeer belangrijk in de dojo, maar ook daarbuiten. Als je je de elementaire etiquette eigen maakt, kan je je in elke dojo begeven op een onopvallende en comfortabele manier. Je volgt best volgende richtlijnen (sommige werden reeds vernoemd onder het hoofdstuk dojo): - Een staande buiging wordt uitgevoerd bij het binnenkomen en buitengaan van de dojo en bij het op de mat komen of van de mat gaan. - In sommige dojo’s wordt door de sempai of sensei mokuso (aandacht!) geroepen voor het op de mat komen van de sensei. Dit is een oproep dat je je dient klaar te
zetten voor de les. De leerlingen plaatsen zich in rijen in seiza en nemen een meditatieve houding aan. - De openingsceremonie en de afsluitingsceremonie worden geleid door de sensei. Hierbij wordt in seiza een eerste buiging uitgevoerd naar de shomen (voorste muur van de dojo waar O Sensei’s foto hangt), gevolgd door 1 of 2 buigingen waarbij de handen in een biddende houding worden samengebracht. Deze houding symboliseert de eerlijke en oprechte mentale geestesgesteldheid die aangenomen dient te worden. Na de 2de buiging wordt enkele malen in de handen geklapt. Deze manier om de les te openen werd reeds door O Sensei zelf zo uitgevoerd. Het klappen in de handen is een onderdeel van een shintoritueel. Men zegt men door de vibraties de aandacht vraagt in het geestenrijk. Hier bestaan echter meerdere interpretaties voor. Meestal wordt er 2 tot 4 keer in de handen geklapt. In de Ban Sen Juku dojo’s wordt dit 6 maal gedaan. Tomita sensei’s bedoeling is dat je je mentale horizon verruimt in de 6 hoofdrichtingen (links, rechts, voor en achter maar ook boven en onder). - Er wordt verwacht dat je de grootst mogelijke inspanning doet om tijdig aanwezig te zijn. Als je de openingsceremonie mist en te laat op de mat komt voer je de ceremoniële buigingen zelf uit. Verwittig de lesgever indien je de les vroeger dient te verlaten. Je voert dan 1 buiging in seiza (zarei) uit in de richting van de kamiza. Je betreedt of verlaat de mat en de dojo op een zo onopvallend mogelijke manier, zonder te storen. - Traditioneel wordt de instructeur aangesproken als sensei. - Onegaishimasu (‘dank u voor wat we gaan doen’ of ‘alstublieft’) en (domo-) arigato gozaimashita (beleefdere vorm, ‘dank u’) zijn de uitdrukkingen die bij het begin en einde van de les worden gebruikt, maar ook tussen de leerlingen onderling. - Tijdens de les wordt steeds in seiza gezeten. Dit is de formele Japanse zithouding. Deze symboliseert een houdig van perfect evenwicht. Indien deze houding voor jou fysiek onmogelijk is, mag je in kleermakerszit zitten. Informeer de instructeur wel van je probleem. Je houding dient steeds aandachtvol te zijn, scheef hangen of leunen is ongepast. Je zit ook nooit met je benen gestrekt en zeker niet in de richting van de kamiza of iemand anders. Als je een probleem hebt, bvb. kramp of kledij die niet meer goed zit, zet je je aan de verste zijde van de tatami tot je probleem opgelost raakt. - Als leerling zit je nooit met je rug naar de shomen (muur met O Sensei’s foto). De sensei bevindt zich voor de shomen. - Als alle leerlingen op een rij zitten, probeer je nooit voor hen door te lopen. Daarom zal de opstelling van de rij nooit op het randje van de tatami zijn maar steeds een ruimte vrijlaten om iemand toe te laten om achterdoor te passeren. - Na het tonen van een techniek of oefening, buigen de leerlingen naar de instructeur, kiezen snel een partner en beginnen te oefenen. Als de oefening beëindigd dient te worden geeft de sensei hiertoe het signaal, bijvoorbeeld door 2 maal in de handen te slaan of hai yame (stop alstublieft) te
roepen. De leerlingen stoppen dan dadelijk, buigen naar mekaar en zetten zich snel weer op 1 rij in seiza voor nieuwe instructies. - Het is essentieel dat de instructies van de lesgever correct opgevolgd worden. Vele technieken kunnen gevaarlijk zijn voor je partner of de anderen op de tatami, indien deze niet met het nodige respect, voorzichtigheid en hoffelijkheid geoefend worden. Elke techniek dient te worden geoefend met de nodige concentratie en intens aanvoelen. Nieuwe technieken uitvoeren is uiteraard een evenwichtsoefening tussen iets nieuws uitproberen en toch rekening houden met de integriteit van je oefenpartner. Hou steeds voor ogen dat de uke zichzelf voor jou opoffert om je de kans te geven te oefenen. En let op: Na jou is het aan je oefenpartner om jouw aanval te gebruiken om zijn kunde aan te scherpen. Redelijkheid is dus geboden!! - Praten op de mat of mekaar uitleggen waarover de oefening gaat, is not done. Je mag kleine aanwijzingen geven om mekaar verder te helpen. De uitleg wordt gegeven door de sensei of een van zijn assistenten als die aanwezig zijn (bvb. op een grote stage). Vragen worden enkel gesteld indien deze echt noodzakelijk zijn. - Op de tatami wordt niet gediscuteerd, oefeningen worden niet in vraag gesteld. Het is jouw verantwoordelijkheid om zo goed mogelijk te begrijpen wat de instructeur met de oefening bedoelt. Volg niet je eigen ideeën! Door je open te stellen voor de leringen van de sensei, kan je je eigen inzichten verruimen. Je probeert bij de uitvoering van de oefening de interpretatie van de sensei zo nauwkeurig mogelijk te volgen. - Een belangrijk onderdeel van de etiquette is de persoonlijke hygiëne. Je dogi (wit vechtsportpak) dient steeds proper te zijn. Je betreedt de tatami enkel netjes, met verzorgde nagels aan handen en voeten. - Om veiligheidsredenen worden geen juwelen gedragen tijdens de les. - Er worden geen alcoholische dranken of andere geestverruimende producten gebruikt voor je op de mat stapt. - de leerlingen houden de dojo en de tatami proper op eigen initiatief en verantwoordelijkheid. Deze opgesomde punten geven slechts een beperkt overzicht van het subtiele Japanse systeem van gedrag en omgang met mekaar. Sensei Tomita heeft zelf geprobeerd de etiquette in aikido te beschrijven in de uitzonderlijke tekst Reigi die je bij inschrijving ontvangt. In deze hermetische tekst beschrijft sensei Tomita alle aspecten van reigi (etiquette) die gepaard gaan met de beoefening van krijgskunsten. Lees deze tekst aandachtig en neem hem regelmatig terug ter hand. Net als op de mat zal je merken dat je visie constant mee evolueert met je aikido. Doen!
- KLEDIJ EN WAPENS De dogi of keikogi is het driedelige witte vechtsportpak dat gedragen wordt tijdens de les. Meestal is dit grotendeels vervaardigd uit katoen. De dikte van de stof heeft weinig belang, maar best neem je niet de lichtste uitvoeringen (meestal karate-gi), noch de zwaarste (judo-gi). Bij aankoop neem je best een dogi die net iets groter is dan jezelf. Bvb. als je 1,78 m meet, koop dan een dogi voor iemand van 1,80 m. De dogi zal sowieso krimpen door het wassen. Als de broekspijpen of mouwen te lang zijn, plooi je deze wat om zodat je er niet kan over struikelen en je oefenpartner zich niet kan verstrengelen. Bij het aantrekken van de vest vouw je het linkerpand over het rechter. Hierna neem je de obi (gordel) in het midden vast en plaatst deze midden op je buik, net onder je navel. Breng de 2 uiteinden naar achteren, kruis ze daar met mekaar en breng ze terug naar voren. Breng het uiteinde van de voorste band onder alle lagen door en leg een platte knoop waarbij je erop let dat de beide uiteinden horizontaal naar links en rechts wijzen. Vraag een medeleerling om je hierbij 1 maal te helpen. De hakama (broekrok) wordt in de meeste dojo’s gedragen door de gevorderde leerlingen. Meestal is dit vanaf de graad van 1ste kyu of 1ste dan. Dit is echter geen vaste regel. De hakama is een overgebleven deel van het tradionele kostuum van de samoerai krijger en is niet zonder spirituele betekenis. Eens je het dragen van de hakama gewoon bent, zal je snel niet meer zonder willen oefenen. Eens je de hakama draagt, zal zijn betekenis voor je aikido zich manifesteren. De hakama dient onderhouden te worden maar wordt slechts sporadisch gewassen. Best breng je hem 2 maal per jaar naar de droogkuis. Let wel op dat je bij aankoop geen hakama koopt met een kartonnen rugversteviging. Dit is niet handig bij het oefenen en het karton zal stuk gaan bij het wassen. De hakama heeft 7 plooien die elk een symbolische betekenis hebben. Je wordt geacht de hakama in zijn correcte vorm te houden. Een verfrommelde, in je tas bijeengedrukte hakama wordt weinig gewaardeerd. Leer de hakama correct op te plooien. Bij aankoop van een hakama dien je de lengte correct in te schatten. Om te passen wordt het stijve rugdeel boven de heupen tegen je rug aangehouden en dient de hakama op 2 à 3 cm van de grond te komen. Een te lange hakama zal je veel gestruikel opleveren en een te korte hakama levert een knullig aanzicht op. De hakama heeft 4 linten die op verschillende wijzen geknoopt kunnen worden. Traditioneel worden obi en de hakama met een grote platte knoop op de rugzijde geknoopt, maar omdat we in aikido nogal wat rol en valbewegingen uitvoeren,
worden obi en de hakama vooraan geknoopt. Vraag steeds advies aan je medeleerlingen of sensei als je overweegt een hakama aan te kopen. Zij kunnen jou ervaringen en aandachtspunten meegeven om tot een succesvolle aankoop over te gaan.
Tanto (houten mes), bokken (of bokuto, houten zwaard) en jo (middenlange stok) zijn de meest gebruikte oefenwapens in de aikidoles. Deze houten wapens zijn speciaal voor krijgskunst vervaardigde wapens, geen speelgoed, en dienen als dusdanig behandeld en gebruikt te worden. Let op bij de aanschaf dat je geen bokken koopt die bedoeld is als wandversiering. O Sensei legde steeds de nadruk op oefenen met wapens. Je zal merken dat het oefenen met wapens een verruiming is voor alle wapenloze technieken! Houten wapens dienen goed onderhouden te worden. Zelfs als ze weinig gebruikt worden is enig onderhoud nodig. Bij uitdroging van het hout is er een groter risico op splintervorming en barsten of breken. Je gebruikt dus best een fijne onderhoudsolie of een product op basis van bijenwas om het hout wat te voeden. Goedkopere uitvoeringen van houten wapens zijn meestal behandeld met een vernis. Vernislagen zorgen voor een stroef contact tussen handen en wapen en belemmeren vlotte acties. Het is mijn ervaring dat het beter is deze vernislaag volledig met schuurpapier weg te schuren en de houten wapens zelf in te zetten met olie of was en deze daarna goed op te wrijven. Ook bij beschadiging door contact tussen bokkens kunnen splinters zich oprichten. Deze dien je dadelijk te verwijderen. Maak het oppervlak van het hout weer glad met schuurpapier zodat je bokken niet in het huidoppervlak of in kledij kan vasthaken. De iaito (metalen oefenzwaard) wordt in de Ban Sen Juku dojo’s regelmatig gebruikt om een initiatie van iaido (de weg van het trekken van het zwaard) te geven. Het gebruik van een realistische replica van een echt zwaard geeft nog meer dan bij gebruik van een bokken het gevoel van evenwicht en harmonie in je bewegingen. Het is daarom aan te raden, zodra je wat vorderingen maakt in aikido, een iaito aan te schaffen en te leren gebruiken. Vraag steeds advies aan je sempai vooraleer je tot de aankoop van een iaito overgaat. Zeer belangrijk is de balans van het zwaard ten opzichte van je eigen constitutie. Je dient dit te leren voelen. Een aankoop van een iaito via internetshops is dus meestal af te raden. Na elk gebruik wordt de iaito grondig ontdaan van vingerafdrukken, stof en houtdeeltjes en ingeolied met daartoe geschikte olie. Alle wapens worden van en naar de dojo getransporteerd in een aangepaste draagzak of foedraal. Vermijd opzichtig vertoon met wapens in of buiten de dojo. Laat wapens nooit achter in je wagen. Door vochtigheids- en temperatuurschommelingen kunnen wapens kromtrekken en onbruikbaar worden.
(Sensei Tomita gebruikt de iaito om een aikidotechniek te verduidelijken)
- HET VERMIJDEN VAN BLESSURES (bij anderen zowel als bij jezelf) Aikido is een krijgskunst en vergt ondanks de vredelievende boodschap, een grote mate van fysieke en mentale weerbaarheid. Tijdens een aikidoles incasseer je heel wat worpen, vallen en pijn. Je moet hiermee leren omgaan. Uiteraard kan je bij elke oefening vragen aan je oefenpartner: “Werp me liefst niet te hard, aub?” of “Doe me niet teveel pijn, aub?”. Je dient echter te begrijpen dat dit niet de weg is om op een eerlijke en correcte wijze een krijgskunst te leren. Hier komen we bij de rol van uke (degene die aanvalt en de techniek ondergaat) en nage (degene die de techniek oefent). Als uke stel je jezelf ter beschikking van de nage om deze toe te laten te oefenen. Dit wil niet zeggen dat de nage enig recht heeft om de uke te kwetsen, onnodig pijn te doen, enzoverder… Wel integendeel: de uke leert door zijn eerlijke aanval en eerlijke reactie in welke mate de nage de techniek beheerst. Vooreerst voert de uke dus een eerlijke, echte, realistische aanval uit. Soms dient deze aanval niet te snel te gebeuren, maar wel correct. Dit wil zeggen dat de nage niets kan leren van bijvoorbeeld een aanvalsslag die naast hem door gaat of stopt 20 cm voor zijn neus of buik. Op het ogenblik dat de nage de techniek uitvoert, dient de uke deze te ondergaan.
Het zal iedereen welbekend voorkomen dat sommige leerlingen weten welke techniek gaat komen en zich na de aanval uitgevoerd te hebben, schielijk terugtrekken of stoppen met kracht zetten omdat ze zich zouden kunnen bezeren of angst hebben voor wat komen gaat. Op dat moment kan de nage de gevraagde techniek niet meer oefenen. Het is dus de rol van de uke om zo goed mogelijk aan te vallen en de nage de mogelijkheid te geven om zijn technieken naar behoren te kunnen oefenen. In dit opzicht noemen we de uke de meester van de nage. Hij of zij is degene die jou leert of je iets correct doet. Dient een uke zich te laten verwonden of zich plat op de grond te laten werpen? Uiteraard niet. Hiertoe dient de training van ukemi of valtechnieken. Elke aikidoka dient zichzelf naar best vermogen te beschermen door het aanleren van de verschillende valtechnieken. Een uke die ukemi goed beheerst, wordt niet enkel een goede oefenpartner maar tevens iemand die moeilijk aan te vallen is. Uit de meeste klemmen en worpen geraakt hij of zij snel en op een atletische wijze weg. Moet je vrezen voor lijf en leden als je als beginner door een gevorderde aikidoka uitgenodig wordt om samen te oefenen? Neen. In aikido is samenwerking vereist. Zonder goede uke is het moeilijk om een techniek voluit te oefenen. Snelheid, kracht en scherpte in technieken kan door een nage enkel met een goede uke geoefend worden. Oefenen heeft geen enkele zin als de uke na het ondergaan van 1 techniek niet meer opstaat. Als nage heb je dus de plicht om je trainingsintensiteit aan te passen aan je uke. Het tonen van controle over jezelf is een groot deel van de aikdiotraining. Als startende aikidoleerling moet je ook het doel voor ogen houden van de beoefening van een krijgskunst: indien nodig een aanvaller op een snelle, efficiënte en veilige manier neutraliseren. Dit oefenen kan enkel door het realiteitsgehalte van aanval en verdediging zo groot mogelijk te maken. Het is dus belangrijk om je verantwoordelijkheid op te nemen voor je zelfbehoud en voor je medestudenten en ukemi zo goed mogelijk te leren beheersen. Enkel dan wordt elke les een positieve ervaring.
- AIKIDOGRADEN EN EXAMENS In vele krijgskunsten bestaat een gradatiesysteem waarbij je na welbepaalde periodes van oefenen en bij het je eigen maken van welbepaalde technieken en kennis van vocabularium, getest wordt om zo een graad te stijgen. In aikido bestaat een gelijkaardig systeem, maar er wordt veeleer gekeken naar je persoonlijke vooruitgang. De meesten onder ons zullen erkennen dat ze weten op welk niveau ze zich ongeveer bevinden en bij het afleggen van een examen weten zij meestal zelf best of zij de geviseerde graad waard zijn. De examinerende sensei geeft slechts de bevestiging weer. In aikido zijn ook slechts 2 kleuren gordels gebruikelijk: wit en zwart. Er zijn 6 graden witte gordel beginnend bij 6de kyu en gaand tot 1ste kyu. Hierna kan je je eerste zwarte gordel examen afleggen om je 1ste dan te verkrijgen. In principe worden er examens afgelegd tot 5de dan. De hoogste graad in aikido is 10de dan. Het bekomen van je eerste dan (shodan) betekent hoegenaamd niet dat je aikido volledig onder de knie hebt. Het betekent enkel dat je nu genoeg bagage verzameld hebt om te groeien en de juiste aikidoweg te bewandelen. In alle opzichten word je
hier pas een echte aikidoka. Er zijn verschillende wijzen waarop een graad kan toegekend worden. Dit hangt meestal af van verschillende factoren. Bijvoorbeeld: als de examinator jouw persoonlijke ontwikkeling goed kent, zal het examen eerder een formaliteit zijn. Je kan je voorstellen dat indien je een examen aflegt bij een onbekende sensei, je je volledige kunnen zal moeten tonen. Bij kyu (witte gordel niveau) examens zal je tijdens een fysieke test een variatie aan technieken moeten tonen. Een belangrijk aspect hierbij is dat je dient te presteren onder een toenemende mentale druk en stress. Bij dan (zwarte gordel) examens hangt het initiatief tot examen af van de wijze waarop de examinator bij de dojo betrokken is. . Als je door je sensei regelmatig geïnstrueerd wordt, zal de sensei meestal zelf op het gepaste ogenblik het initiatief nemen en je vragen om je examen af te leggen. In scholen waar enkel sporadisch een sensei met een hogere graad (6de dan of hoger) langskomt, dient een leerling steeds het examen aan te vragen. Eens je een hogere graad bereikt hebt, kan je sensei je zelf voordragen om een hogere graad te bekomen. Dit kan meestal vanaf 3de dan (sandan). Op dat ogenblik ben je meestal zelf al instructeur en leidt je mogelijk je eigen leerlingen. De promotie naar een hogere graad hangt dan meestal af van je inzet voor het aikido en de tijd (meestal in jaren) die je besteedt aan de studie en verspreiding van aikido. Eens je een geoefend aikidoka wordt, zal je merken dat het behalen van een hogere graad geen streven op zich hoeft te zijn. De graad die je toegekend wordt, is een bevestiging van je sensei van het niveau van je persoonlijke ontwikkeling. Als je niet klaar bent voor een bepaalde graad, kan je best dankbaar zijn dat je sensei deze formeel weigert te geven. In de Ban Sen Juku scholen wordt een lijst aangereikt met de minimum vereiste kennis van technieken per graad. Dit is echter slechts een richtlijn. Wie durft zeggen dat hij zelfs de eenvoudigste techniek steeds perfect kan uitvoeren? Ik denk dat niemand dat kan, zelfs de hoogst gegradeerde niet. Tijdens de aikidolessen leren we wat we noemen ‘basistechnieken’. Dit zijn elementaire vormen van de meeste gekende technieken die alle aspecten van deze technieken inhouden, zoals: - correcte houding - correcte timing - correcte intentie - correcte inspanning - correcte controle - correcte mentale ingesteldheid. Je begrijpt dat zelfs een zwarte gordel tegen deze aspecten fouten kan maken en zich hierin nog kan ontwikkelen. De ervaren examinator zal deze aspecten observeren tijdens de uitvoering van het examen. In Ban Sen Juku wordt verwacht dat je zelfs bij je dan-examens deze ‘basistechnieken’ zo foutloos mogelijk toont. Op aanwijzing van de sensei kan een bijkomend examendeel gevraagd worden, zoals aanvallen met wapens of met meerdere personen (randori). In dit deel kan je vrij je eigen interpretatie van technieken tonen en je creativiteit in praktijk brengen tijdens het afweren van vrije aanvallen.
- BESCHOUWINGEN OVER AIKIDO Aikido heeft vele gezichten. In elke school en bij elke sensei en nog verder bij elke beoefenaar van aikido vindt je veel punten van gelijkenis maar even veel verschillen en dit zowel in de benadering, de toepassing als de reden waarom geoefend wordt. Wereldwijd vormt de aikidobeweging dus een hele grote familie met een enorme diversiteit. Vanuit de hoofdzetel van het moderne aikido, namelijk Hombu Dojo in Tokyo, wordt een politiek gevoerd met als doel een gestandaardiseerde versie van aikido wereldwijd te verspreiden. Of dit goed is of slecht, laat ik in het midden. Het is aan elk individu zelf om aikido levend te houden en de erfenis van het aikido van O Sensei aan te leren, te begrijpen en toe te passen op de volgens hem of haar meest correcte wijze. Ondanks de lessen van je sensei en zijn overduidelijke beïnvloeding van je ideeën over aikdio, zal je uiteindelijk toch zelf je weg dienen te vinden. Als goede raad nog dit: - Concentreer je op de basis van aikido en oefen zo hard als je kan. - Eens je goed gestart bent, is het ogenblik gekomen om je vleugels te spreiden en eens je licht op te steken op stages en in andere dojo’s en zelfs in andere krijgskunsten. Enkel zo krijg je een goed zicht op wat je aan het leren bent. Als je bij een goede sensei les volgt, zal je na enkele stages zijn lessen nog meer waarderen. - Blijf steeds open van geest, absorbeer alle lessen als een spons maar neem niet alles zomaar aan. Menig beoefenaar van krijgskunsten is reeds door een weinig kritisch vermogen de weg op gegaan van het oefenen van onzin! Aikido is niet zomaar ontstaan. O Sensei heeft aikido niet op één-twee-drie uitgevonden. De basis van aikido werd gelegd in de Japanse krijgerstraditie die gedurende meer dan 1000 jaar getest werd op het slagveld. O Sensei heeft deze krijgskunsten op een verlichte wijze aangepast aan de moderne wereld. Als aikidoka hebben wij zo de kans om allen erfgenaam te worden van deze Japanse krijgskunsttraditie. Eer dit door budo de juiste plaats in je leven te geven!
- WOORDENSCHAT EN TERMINOLOGIE Voor de woorden en termen in de hiernavolgende lijst, worden slechts summiere vertalingen gegeven. Sommige termen hebben meerdere betekenissen en andere omvatten zoveel betekenis dat er boeken over geschreven zijn. Ai Ki Do Bokken Budo Bushido Dan Deshi Dojo Dojo chô Doshu Gi Hakama Hanmi Hanmi handachi Hara Hidari Irimi Jo Kamae Kamiza Katana Keiko Ken Kiai Kohai Kokyu Kyu Ma-ai Migi Misogi Mushin Musubi Nage Obi Omote Randori Rei Ryote Samoerai
harmonie geest de weg houten zwaard de weg van de krijger de weg van de code van de krijger hogere graden of zwarte gordel leerling de plaats van de weg hoofd van de dojo titel van het hoofd van de aikdiobeweging, momenteel Moriteru Ueshiba, kleinzoon van O Sensei wit vechtsportpak broekrok met 7 plooien, symbool van de samoeraicultuur houding met 1 voet vooraan technieken waarbij de uke staat en nage zit evenwichtspunt, net onder de navel links instappen op de aanvaller houten oefenstok, reikt ongeveer tot onder de oksel klaarstaan met de handen of wapens voor je verste zijde van de mat (recht over de shimoza, de plaats waar de leerlingen een rij vormen) Japans zwaard(blad) studie of oefening zwaard het loslaten van fysieke en geestelijke kracht vanuit de hara via een kreet of schreeuw de jongere of minder ervaren student ademkracht lagere graad, witte gordel denkbeeldige bol rondom jou waarin je sterk bent rechts zuivering van lichaam en geest leeg, geen ego verbinden werpen, de persoon die werpt gordel naar voren vrije stijl technieken bij meerdere aanvallers buigen, groeten met beide handen komt van ‘dienen’. Een edele die de gemeenschap dient en
Sempai Seiza Sensei Shihan Shimoza Shinai Shomen Shugyo Suburi Suwari waza Tachi Taij-jutsu Takemusu aiki Tanden Tanto Tenkan Uchi deshi Uke Ukemi Ura Ushiro Waza Wakizashi Za Zanshin Zori
beschermt. de oudere of meer ervarene formele zithouding leraar titel voor een meester die minstens de graad van 6de dan ontving de zijde van de mat tegenover de kamiza een gespleten bamboe oefenstok meestal gebruikt in kendo de plaats waar het schrijn staat en de afbeelding van O Sensei zich bevindt de strijd van elke dag om je leven te verbeteren training technieken met uke en nage in zittende houding Japans langzwaard technieken met de blote hand (zonder wapens) de beweging of de vorm ontstaat uit niets of uit het universum, een oneindig aantal technieken worden geboren het centrum houten oefenmes draaien om een kracht af te leiden inwonende leerling degene die geworpen wordt valtechnieken naar achteren of achterom achter techniek kortzwaard meditatieve zithouding in seiza, cfr. zazen een staat van klaar zijn voor eender wat komen kan slippers
UITDRUKKINGEN: Arigato Dank je voor wat je gedaan hebt (meestal op het einde van de gozaimashita les). Bij bedanking van je sensei wordt een beleefdere vorm gebruikt: domo arigato gozaimashita. Dozo Alstublieft, doe maar. Gomen nasai Sorry, excuseer me. Hai yame! Stop alstublieft! Mokuso! Aandacht, zet je klaar voor de keiko Onegaishimasu Dank u voor wat we samen gaan doen. AANVALSVORMEN: Jo dori technieken tegen een jo aanval Kata dori een hand grijpt de schouder Katate dori een hand grijpt een pols Morote dori twee handen grijpen een pols Mune dori een hand grijpt je kraag Ryote dori gegrepen bij de 2 polsen Shomen uchi slag naar je voorhoofd Tachi dori technieken tegen een zwaardaanval
Tanto dori Tsuki Ushiro kubishime Yokomen uchi
technieken tegen een mesaanval punch met de vuist wurggreep langs achteren slag naar de zijkant van het hoofd
LICHAAMSDELEN: Ashi voet Hiji elleboog Hiza knie Kata schouder Koshi heup Kubi nek Kuchi mond Me oog Men hoofd Mune borst Te hand Tekubi vuist Yubi vingers TELWOORDEN: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
rei / zero ichi ni san shi / yon go roku shishi / nana hachi kyû / ku
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
jû jû –ichi jû-ni jû-san jû-yon jû-go jû-roku jû-nana jû-hachi jû-kyû
20 21 23 30 40 50 60 70 80 90
ni-jû ni-jû-ichi ni-jû-san san-jû yon-jû go-jû roku-jû nana-jû hachi-jû kyû-jû
100 105 110 115 120 121 200 300 600 800
hyaku hyaku-go hyaku-jû hyaku-jû-go hyaku-ni-jû hyaku-ni-jû-ichi ni-hyaku sam-byaku rop-pyaku hap-pyaku
1000 2000 3000 4000
(is-) sen ni-sen san-zen yon-sen
8000 has-sen 10000 ichi-man 100000 jû-man 1000000 hyaku-man