Verslag streektafel Pajottenland Galmaarden, 5 maart 2014 Aanwezig: Saskia Beeckmans (gemeente Pepingen), Christiane Bert (gemeente Roosdaal), Armand Biesemans (gemeente Galmaarden), Joris Broodcorens (Unizo), Greta Cochez (gemeente Pepingen), Kristof Cooreman (gemeente Roosdaal), Maria De Beuf (gemeente Galmaarden), Jonas De Boeck (gemeente Galmaarden), André De Roubaix (gemeente Pepingen), Patrick De Vos (gemeente Herne), Patrick Decat (gemeente Galmaarden), Gerard Defloo (gemeente Pepingen), Kris Degroote (gemeente Herne), Luc Deneyer (gemeente Bever), Pierre Deneyer (gemeente Galmaarden), Jan Depester (gemeente Gooik), Guy Derijcke (gemeente Pepingen), Jo Discart (Resoc), Michel Doomst (gemeente Gooik), Eric Eeckhoudt (gemeente Herne), Nestor Evens-Plasman (gemeente Lennik), Werner Godfroid (gemeente Bever), Jos Huwaert (Pajottenland+), Katrien Meersseman (Pajottenland+, verslag), Ann Naert (gemeente Herne), Jean-Pol Olbrechts (Haviland Igsv), Ann Scheys (Haviland Igsv), Ann Sevenoo (gemeente Bever), Jean-Paul Souffriau (gemeente Galmaarden), Veerle Stassijns, Jo Van Assche (UGent), Sonja Van Den Bossche (gemeente Herne), Linda Van den Eede (gemeente Roosdaal), Ghislain Vandercapellen (gemeente Bever), Marie-Elise Vanderkelen (gemeente Bever), Christine Vankersschaever (gemeente Gooik), Wim Vereeken (ACV), Stephan Verwee (Haviland Igsv) en Hugo Vleugels (Boerenbond) Verontschuldigd: Yves Agneessens (gemeente Roosdaal), Nicky Bellemans (gemeente Gooik), Patrick Capiau (gemeente Bever), Claudine Carels (gemeente Galmaarden), Catherine De Ganseman (gemeente Bever), Koen De Reu (Haviland Igsv), Rita Dhondt (gemeente Gooik), Franz Hegemann (gemeente Herne), Christine Hemerijckx (gemeente Roosdaal), Christian Krikilion (gemeente Bever), Peter Marquebreuck (gemeente Galmaarden), Kristel Moonens (gemeente Gooik), Ronny Noynaert (gemeente Herne), Erik O (gemeente Lennik), Christel O (gemeente Lennik), Kris Poelaert (gemeente Herne), Herwig Reynaert (UGent), Michaël Schoukens (gemeente Herne), Lieven Snoeks (gemeente Herne), Joris Van Hauthem (gemeente Lennik), Gilbert Van Hautte (gemeente Galmaarden), Filip Vanginderdeuren (gemeente Lennik) en Ilse Vanhoutteghem (gemeente Bever)
Stand hefboomprojecten (actief ondersteund vanuit RESOC) 1. Mobiliteit • • • • •
Stationsomgeving als opstap voor regionaal toerisme Fiets-GEN (Haviland is een belangrijke partner in het ontwerp) Intergemeentelijk mobiliteitsplan (+ dito commissie) Intergemeentelijk parkeerbedrijf Memorandum NMBS en federale regering
2. Economie • Kwalitatieve ruimte voor economische activiteiten op bestemde bedrijventerreinen of intergemeentelijk.
3. Arbeidsmarkt • Uitbouw lokaal dienstenaanbod via sociale economie (studiemomenten waarop sociale economie haar aanbod en mogelijkheden komt voorstellen aan de lokale besturen): • 10/6 – Asse • 19/6 – Halle • 20/9 - Vilvoorde Verslag werkgroep Wonen Een rondvraag bij de deelnemers leverde heel wat materiaal op over het lopend gemeentelijk beleid, mogelijkheden voor intergemeentelijke samenwerking en samenwerking met de hogere overheid. Ook de oproep om creatiever in te spelen op huisvestingsnoden werd meerdere keren geopperd. Uit de inbreng van alle aanwezigen konden we vier besluiten trekken.
1. Gemeentelijke initiatieven Een aantal deelnemers gaven een korte toelichting over de initiatieven, die de eigen gemeente aan de dag legt om in voldoende en betaalbare woningen te voorzien: •
Pepingen: structuurplan met ordening van deelgemeenten, ruimte voor sociale woningen en scholen.
•
In BBC van Pepingen wordt prioriteit verleend aan ‘evenwichtig wonen’ door het aanbod te vergroten, de betaalbaarheid te verbeteren (door samen te werken met sociale huisvestingsmaatschappijen) en een sterke duurzaamheid na te streven
•
In Herne is er een beleid gericht op inbreiding, ontwikkeling van stationsbuurten, aanpak van de problematiek van vierkantshoeven, verkeersafwikkeling, het strenger energiezuinig bouwen, wonen met zorgvoorzieningen, enz.
•
In Herne zijn er nog wel problemen met de leegstand van het verouderd patrimonium en de te geringe beschikbaarheid van bouwrijpe kavels op de markt.
•
In Bever zijn drie grotere verkavelingen in uitvoering. Daarbij stelt zich een probleem van ‘goedkopere’ bouwgronden (dan in de Rand en in Brussel), waardoor er inwijking vanuit de verstedelijkte delen van Brussel en HV op
gang komt. De betaalbaarheid wordt wel bevorderd door een deel-RUP voor sociale woningen (zowel huur als koop) te voorzien. Ook heeft men aandacht voor senioren-huisvesting, door het bouwen van een geïntegreerd LDC in combinatie met senioren-woningen (en dat in een PPS-formule). Op die manier wil men ook een alternatief bieden voor de problemen met de hoge kostprijs van opname in RVT’s.
2. Intergemeentelijke samenwerking: Deelnemers brengen ook ideeën en suggesties aan voor intergemeentelijke samenwerking: •
Verdeling van bevolkingsgroei over omliggende gemeenten, het nastreven van het sociaal-objectief op intergemeentelijk niveau, enz.
•
Leren van de ontwikkeling van stationsbuurten in andere gemeenten in HV
•
Leren van de aanpak van de leegstand (zowel van woningen als winkels) in andere gemeenten in HV
•
Het bevorderen van de beschikbaarheid (op de markt) van bouwrijpe kavels, in handen van particulieren (ervaring opdoen met het activeringsinstrument uit het grond- en pandenbeleid)
3. Samenwerking met de hogere overheid Heel wat zaken op het vlak van het huisvestingsbeleid zijn niet op gemeentelijk niveau alleen op te lossen en vergen een samenwerking met hogere overheden. Deelnemers aan deze werkgroep doen voorstellen om: •
Het wetgevend kader voor de aanpak van vierkantshoeven op Vlaams vlak te evalueren en aan te passen,
•
De sociale huisvesting in deze streek van HV te compenseren voor de x% meerkost ten aanzien van de Vlaamse gemiddelde kost, waarmee de VMSW rekent. Er zouden objectieve cijfers bestaan over de meerkost ten aanzien van andere Vlaamse streken voor de grond, de bouwmaterialen en de aannemers.
•
Aangepast beleidsinstrumentarium voor de aanpak van de leegstand (niet alleen van woningen, maar ook van winkels), voor de activering van bouwrijpe kavels, voor het bindend sociaal objectief (bv niet op gemeentelijk, maar wel de mogelijkheid inbouwen om dat op intergemeentelijk niveau te realiseren),
•
Het bevorderen van de woningmobiliteit, in twee betekenissen van het woord: namelijk mensen in staat stellen om vlotter van woning te veranderen om 1) naar aangepaste woning (met eventuele zorgvoorzieningen) te verhuizen, en/of 2) dichter bij werk te gaan wonen (minder verplaatsingen, minder kapitaal in auto’s en dus duurzamer)
•
Aangepaste reglementering voor het wonen op het platteland en in agrarisch gebied. Daarbij is zeker op het vlak van ruimtelijke ordening meer flexibiliteit gewenst, zoals bijvoorbeeld op het vlak van de te strikte reglementering van het aantal bouwlagen.
4. Nood aan meer creativiteit met het oog op een integrale benadering van het wonen In dit verband heeft Jo Van Assche (begeleider) verwezen naar het pilootprojectenprogramma van de Vlaamse bouwmeester. Op drie domeinen lopen momenteel een 5-tal pilootprojecten waarin men creatief omgaat met vraagstukken die betrekking hebben op het thema van de ‘ruimte voor het wonen’. Er zijn 3 programma’s met pilootprojecten rond 1) wonen, 2) zorg en 3) het productieve landschap. Daaruit kan heel wat creativiteit gepuurd worden voor de aanpak van lokale problemen of uitdagingen in zake een integrale benadering van het wonen. Om maar enkele voorbeelden te geven: • Het wetgevend kader voor de aanpak van vierkantshoeven op Vlaams vlak zou waarschijnlijk als pilootproject worden opgenomen in het programma van het ‘productief landschap’. • Afstappen van grootschalige projecten in de sociale huisvesting, het meer werken in de richting van het ‘verkorrelen’ (ruimtelijk verspreiden), de mogelijkheid van grondruil in bouwen, beter toepassen van het onteigeningsbeleid en/of andere eigendomsformules (bvb een landtrustformule voor gronden en panden van het OCMW of de kerkfabriek) het levenslang wonen (en het aanpasbaar wonen) versus woonmobiliteit, het delen van woningen (samen huizen, co-housing, kangoeroewoningen), enz. Dat kan in het programma met de pilootprojecten inzake het wonen aan bod komen. • Het voorzien in een geïntegreerde zorgsite, die openstaat voor bepaalde gemeenschappelijke activiteiten van de buurtbewoners, zoals in het Vlaamse pilootproject van De Meuter (vroegere Makady) in Groot-Bijgaarden.
Werkgroep zorg Kenmerkend voor deze regio : • qua inwoners zeer beperkt aantal inwoners; • uitgesproken landelijk karakter. Inzake een geïntegreerde zorgverlening werd vooral gepleit om de toegankelijkheid tot zorg te verhogen : • Projecten uitwerken die vereenzaming tegengaan; • Creatieve woonvormen. De provincie Vlaams-Brabant voert hierrond een experiment uit (op te vragen bij Jo Discart) • Privé-initiatieven waarbij mensen opgevangen worden in een huiselijke omgeving zouden financiële steun moeten krijgen.
• Inschakelen van vrijwilligers. In Gooik kreeg een selectie mensen van hetzelfde geboortejaar een bezoekje aan huis. Van die groep gaven twaalf mensen zich op om mee ingeschakeld te worden als vrijwilliger in het zorgnetwerk. • een degelijk netwerk van kinderopvang uit te bouwen. • de communicatie vanuit OCMW’s en gemeenten verbeteren. Intergemeentelijke samenwerking vooral op vlak van de thuiszorg : • Een interregionaal zorgnetpunt op te richten. Al ontbreekt het in Vlaanderen niet aan de nodige netwerken, maar die werken momenteel naast elkaar. Zorgverleners zouden meer moeten doorverwijzen naar het CAW. En de CAW-verantwoordelijke zou op zijn beurt meer zichtbaar moeten zijn. Ook zou er een betere samenwerking moeten zijn tussen artsen en psychologen (cfr. Nederland: daar werken artsen en psychologen onder 1 dak). • intergemeentelijk samen te werken rond psychosociale hulpverlening. Psychotherapeuten/psychologen kunnen nu alleen maar betaald worden door mensen die er het geld voor hebben. Een erkenning/tegemoetkoming door de overheid kan daar een kentering in brengen. • Initiatieven uitwerken rond armoedebestrijding. Een intergemeentelijke subsidioloog inschakelen.
Klimaatneutraliteit en centrumerkenning 1. Klimaatneutraal De Europese doelstellingen tegen 2030 worden verstrengd. Daarom zullen de gemeenten werk moeten maken van een integraal energiebeleid. Zowel intern, extern (huishoudens) als naar het bedrijfsleven. Belangrijke partner hierbij zijn de netbeheerders. Ook het provinciebestuur van Vlaams-Brabant biedt hiervoor de nodige ondersteuning. Zij kunnen bv. in een interregionale samenwerking zorgen voor een energiebeleid dat werkt.
2. Centrumfuncties Meer en meer krijgt onze regio te maken met diverse vormen van verstedelijking (demografisch, scholing, werkloosheid enz.). Haviland heeft aandacht voor die verstedelijking in zijn werking rond streekontwikkeling. En RESOC is trekker van een dossier voor bijkomende centrumstadmiddelen. Het dossier maakt deel uit van een memorandum voor de Vlaamse regering.
Tweede streekcongres Op donderdag 24 april vindt het tweede streekcongres plaats, van 13.30u tot 17.30u. Afspraak in Het Koetshuis, Kristus Koninglaan in Roosdaal. De officiële uitnodiging en agenda volgen. Katrien Meersseman en Jo Van Assche 26.03.14