stadjers krant nr.2
jaargang 2
2011
Het fiasco van inspraak
Redactioneel Hierbij biedt de Stadspartij u vol trots het tweede nummer van de Stadjerskrant aan. Het is de tweede in een reeks van bijzondere onderwerpen, die alle Stadjers aangaan. Het bijzondere van deze publicatie is, dat die samenvalt met de viering van 10 jaar Stadspartij. Van 0 zetels in 2001 naar 5 zetels in 2011. De Stadspartij is alle kiezers hiervoor zeer dankbaar. Wij blijven ons voor hun inzetten. Een bijzonder woord van dank gaat uit naar Johan van Gelder die vele uren heeft gestoken in de interviews met betrokkenen en Gabor Lodi die opnieuw voor een voortreffelijke vormgeving en opmaak heeft gezorgd. Uiteraard bedanken we iedereen die bereid was aan deze Stadjerskrant mee te werken. De Stadspartij wil afwisselend kleine en grote kranten uitbrengen. Als voorbeeld van een kleine Stadjerskrant noemen we onze publicatie over de kastanjes aan de singels. De eerste grote krant ging over de ellende die kapper Botros moest meemaken. De zaak loopt nog steeds en de Stadspartij geeft niet op. Het thema van deze krant zou je kunnen noemen ‘shoppen in bestemmingsplannen’ en kan worden gezien als een verbreding van de affaire Botros. De rechtszekerheid van burgers en de door de raad formeel vastgestelde bestemmingsplannen staan te vaak op gespannen voet met elkaar. Te vaak worden in een te vroeg stadium door medewerkers van de dienst RO/EZ toezeggingen gedaan aan projectontwikkelaars en woningstichtingen. Later blijkt de gemeente hier dan niet meer af te kunnen, ondanks reële bezwaren en problemen van andere belanghebbenden. Burgers moeten alle registers opentrekken om iets aan de plannen te veranderen, maar staan bij aanvang van een meningsverschil al vreselijk op achterstand. Dit moet anders. De Stadspartij wijst hierbij naar de op de op papier geformuleerde goede bedoelingen. Hoe maken we die waar en wat kunnen we hieraan doen is de vraag die in deze krant aan de hand van schrijnende voorbeelden wordt gesteld. Gerard Offerman
14 Zaagdam
Anna Riemersma
Inhoud
pag
Voorwoord
3
2 Inleiding
4
3 De harde werkelijkheid
4
4.Een paar vragen
6
5 Interviews door Johan van Gelder
7
6 Conclusie
19
Bijlage1
20
Bijlage2
21
2
8 tram
stadjers krant
8 Total Body Care
november 2011
Voorwoord De overheid is er voor ons allemaal, op de keper beschouwd zijn we in een democratie zelf de overheid, maar dat gevoel hebben de Groningers lang niet altijd… Hoe vaak hoor je niet “Dat is al lang besloten”, of “als de gemeente dat wil gebeurt het toch.” In Groningen komen de burgers en de gemeenteambtenaar maar al te vaak tegenover elkaar te staan. Dat zie je gebeuren bij de inspraakavonden. Dan nemen een ambtenaar, een architect en een vertegenwoordiger van de opdrachtgever aan een tafel plaats. Soms staat op die tafel al een maquette van het bouwplan. In de zaal zitten de omwonenden en een onafhankelijke, door de Gemeente Groningen ingehuurde voorzitter loopt met een microfoon heen en weer. De Stadjers mogen dan vertellen wat ze van het plan vinden. Kan er op dat moment nog iets aan het plan worden veranderd? Maar al te vaak blijkt alles dichtgetimmerd te zijn. In een eerder overleg zijn ambtenaren en opdrachtgever namelijk al tot een akkoord gekomen. Soms wordt in het bouwplan toegestaan om extra kubieke meters te bouwen omdat er elders een “onrendabele top moet worden afgedekt”. Stadhuistaal voor een cadeautje omdat de bouwer elders meer heeft moeten investeren dan zijn bedoeling was. De Wethouder keurt dergelijke akkoordjes goed onder het motto “als er maar gebouwd wordt”. De zaal mag dan van alles van de plannen vinden, in de praktijk staan ze al vast. Toen een dergelijk plan eens in de Raadscommissie werd besproken sprak het PvdA raadslid Dr. Ad Prins de memorabele woorden “we willen een betrouwbare gemeente zijn en daarom luisteren we niet naar bewoners…”. Ik zal het nooit vergeten! De contacten met opdrachtgevers wogen zwaarder dan de wensen van de bewoners. Voor de Dienst RO/EZ, al sinds jaar en dag “de keizers van het Zuiderdiep”genoemd, wegen de belangen van de grote bouwers, de daar dag-in-dag-uit binnenlopende projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties die zich als projectontwikkelaars gedragen zwaarder dan die van de burgers. Met een verwijzing naar ideologieën als “de compacte stad”, “intensivering” en architectonische prietpraat als “hoogteaccenten”, “markeringen van kruispunten” en “gebouwen die de buurt op zichzelf betrekken” praat men op het Zuiderdiep ieder bouwwerk goed. U mag dan in de schaduw van dat hoogteaccent wonen. In theorie zou het bestemmingsplan u zekerheid moeten bieden. Daarin staat wat er op een plaats gebouwd mag worden en wat het gebruik van dat gebouw mag zijn. Verstadjers krant
der zijn er beschermde stadsgezichten en er is een monumentenwet. Tot zover de theorie. In de praktijk zijn de mogelijkheden om van bestemmingsplannen af te wijken véél te groot! De bestemmingsplannen bepalen wel de plattegrond van een gebouw maar over de hoogte wordt niets dwingend vastgelegd. Door met buitenplanse ontheffingen en omgevingsvergunningen te werken is het soms mogelijk om waardevol groen in de stad, zoals bijvoorbeeld achter de Oosterweg in de Oosterpoort, ondanks alle beschermende maatregelen vol te bouwen. Soms duikt een hoog nieuw gebouw op aan het Damsterdiep dat een beschermd stadsgezicht had moeten zijn. Bij de Zaagdam wordt zo ongeveer op de lippen van de huidige bewoners een serie appartementen gebouwd. In al die gevallen faalden de beschermende maatregelen omdat winst en de sfeer van “ouwe jongens krentenbrood” belangrijker waren. De Stadspartij vindt dat de bestemmingsplannen niet alleen duidelijk moeten zijn, ze moeten ook werkelijk zekerheid bieden aan de bestaande bewoners. Uw woonplezier is te belangrijk om opgeofferd te worden aan het winstbejag van mensen die elders, bijvoorbeeld in het lege Meerstad ook wel kunnen bouwen. In de praktijk bieden de bestemmingsplannen in Groningen u weinig bescherming tegen speculanten die op een postzegel grond een flat wil bouwen. Alleen de parkeernorm, waarbij bij ieder appartement afhankelijk van het woonoppervlak een halve tot twee parkeerplaatsen beschikbaar moeten zijn, kan de bouw soms verhinderen. Wanneer dit speelt wordt royaal met ontheffingen gestrooid, zoals in de affaire Zaagdam. Wanneer Wethouder Karin Dekker de parkeernormen loslaat, en dat lijkt ze van plan te zijn, is het hek van de dam. Voor de Stadspartij telt het woongenot van de bewoners het zwaarst. Wanneer u terugkomt van uw werk moet u als het een beetje kan in uw tuin of op uw balkon van de zon kunnen genieten. Uw kinderen moeten voor het huis en in de buurt kunnen spelen. Groningers hebben recht op licht, zon en groen. Om dat recht te bewaken wil de Stadspartij strengere bestemmingsplannen. In deze Stadjerskrant kunt u lezen waar en hoe het met bestemmingsplannen in het recente verleden misging. Met een stem op uw lokale partij, De Stadspartij, stemt u voor een groene en leefbare stad.
Robert Prummel Fractievoorzitter van de Stadspartij in de Gemeenteraad van Groningen november 2011
3
2
Inleiding
De Stadspartij constateert, dat het college van BenW en de gemeenteraad regelmatig goede voornemens formuleren over de betrokkenheid van de Stadjers bij hun leefomgeving. De Stadspartij vindt dit zonder meer positief te noemen. Voor wat betreft onder andere de vele bouw- en bestemmingsplannen in onze stad komt van deze op papier geformuleerde betrokkenheid echter nog steeds te weinig terecht. Hierover wil de stadspartij een raadsbrede discussie voeren. Waar ligt dit nu aan? Hoe zorgen we ervoor dat de Stadjers wel gehoord worden? Ook voor de Stadspartij is het niet zo, dat burgers per definitie altijd gelijk hebben, maar een fatsoenlijke discussie over mogelijke alternatieven bij bouwplannen is toch wel het minste wat we onze burgers moeten kunnen en willen aanbieden. De Stadspartij gaat nu even kort in op de door college en gemeenteraad geformuleerde uitgangspunten over betrokkenheid van Stadjers bij hun leefomgeving. Voor een uitgebreid citatenoverzicht zie bijlage 1. Het komt er in het kort op neer dat in vele door het college gepresenteerde nota’s en uitgangspunten burgerbetrokkenheid heel hoog op de agenda staat. De Stadspartij noemt hier het collegeakkoord van 2010, “Groningen progressief met energie, stad voor iedereen”, het raadsvoorstel van 25 mei 2011 over de gemeenterekening, de vastgestelde kadernota burgerparticipatie en de najaarsnota bij de begroting van 2012 .
De harde werkelijkheid
3
Maar de rauwe en harde werkelijkheid in onze stad is heel anders. Aan de hand van een aantal actuele situaties gaat de Stadspartij hierop in. Zo zijn bijvoorbeeld nog in procedure: Zaagdam, Oosterweg 83, Hofstraat 16. Bed en Breakfast aan de Rijksweg Springs Total Body Care Afgewezen zijn bijvoorbeeld de plannen voor de: Moesstraat Kwartsstraat, Brugwachter. Grootschalige studentenhuisvesting Reitdiep van Lefier 4
stadjers krant
Hier heersen op dit moment onduidelijke situaties. Ook de situatie rond Bruilwering en de bouwput aan het Damsterdiep, het mislukte CIBOGA project inclusief parkeergarage verdienen niet de schoonheidsprijs. Over de belevenissen van Kapper Botros heeft de Stadspartij in 2010 gepubliceerd. Hoe zit dit nou precies? Waarom worden bepaalde plannen met alle macht doorgedrukt en kunnen andere zo maar ineens vervallen? Waarom is er nooit iemand verantwoordelijk? Waarom houden sommige afdelingen en ambtenaren zich niet aan de eigen regels? Burgers worden ondanks alle mooie woorden en voornemens nog steeds overvallen met plannen en geschoffeerd door sommige ambtenaren van de Dienst RO/EZ. De trieste ervaringen, die burgers en ondernemers hierbij opdoen zijn ten hemel schreiend. Het meest merkwaardige in vele van deze gevallen, is dat de gemeenteraad bestemmingsplannen heeft vastgesteld of dat er afspraken zijn gemaakt dan wel politieke toezeggingen zijn gedaan, die wanneer het zo uitkomt er ambtelijk in de werkelijkheid gewoon niet toe doen. Waarom zou de raad dan nog bestemmingsplannen vaststellen? Wat stellen raadsbesluiten in zijn algemeenheid nog voor? Wat doet de raad er nog toe? Het lijkt er soms op dat de vele ambtelijke instanties, die bij dergelijke processen betrokken zijn, elkaar dekken, naar de mond praten en elkaar de bal toespelen. Soms haalt de burger, ondernemer of instantie bij de Raad van State zijn gelijk, maar dan is het kwaad meestal al geschied. Alle energie voor niets. Heel veel particulier geld en tijd weggegooid. Ongeloof in het democratisch systeem is vaak het gevolg van deze slechte ervaringen. Bij de gemeente procederen ambtenaren van publiek geld. Is hier wel sprake van enige gelijkheid en eerlijkheid? Stadjers worden stapelgek gemaakt en geconfronteerd met steeds verschillende en willekeurig geïnterpreteerde regelgeving. Ze worden daarvan verdrietig en haken regelmatig af. Dat is nou precies wat het College en Raad op papier steeds zeggen niet te willen. Stedenbouwkundige argumenten, die de ene keer linksom worden gebruikt en bij vergelijkbare situaties de andere keer weer rechtsom. Diensten die zich niet aan de eigen regels houden. En een wethouder die beweert, dat de motivatie door deskundigen is opgeschreven. Waarom stelt de gemeenteraad dan nog begeleidende teksten bij bestemmingsplannen vast als hier toch al naar gelang het uitkomt wel of geen rekening mee wordt gehouden? Voor van alles worden vrijstellingen gegeven, zoals parkeernormen, hoogte en vloerindexen. Vooral als een ontwikkelaar hoger wil bouwen is RO/EZ enthousiast en kunnen er geen vrijstellingen genoeg worden gegeven. RO/EZ lijkt op een ongezonde manier verliefd op hoogteaccenten. november 2011
De gemeentelijke zogenaamde onafhankelijke bezwarencommissie blijkt een wassen neus en bij de onafhankelijke ombudsfunctie kunnen enkele vraagtekens worden geplaatst. Het lijkt er op, dat het winstmotief van projectontwikkelaars altijd leidend is in de strijd die burgers voeren met de ambtelijke organisatie. De gemeentelijke afdelingen (welke?) kiezen, zoals het lijkt, steevast voor het geld en de projectontwikkelaar of de woningstichting. Hierbij verschuilt de ambtelijke organisatie zich, als dat zo uitkomt, aan sommige door de raad vastgestelde nota’s. Nota’s die natuurlijk door deze zelfde organisatie zijn voorbereid en opgesteld. Zo werkt dat. Dit moet hoe dan ook anders. Ondernemers, winkeliers Mede oorzaak van leegstand van winkels is dat ondernemers door de gemeentelijke organisatie onvriendelijk worden bejegend. Als voorbeelden noemt de Stadspartij twee winkeliers die mede door gemeentelijk (niet) handelen uit de Oosterstaat zijn verdwenen, Vrind Optiek en Barrique Groningen, een wijnhandel. Natuurlijk moet ook kapper Botros uit de Gelkingestraat tot de groep onheus bejegende middenstanders gerekend worden. Daarnaast kan gedacht worden aan de problemen met Albert Heijn in de Oude Ebbingestraat. Citaat Barrique Groningen van internet: “De plannen voor de Grote Markt en de regiotram zijn funest voor de winkels in de binnenstad. De terugloop van passanten (ca. 30%) en de leegstand in de Oosterstraat (ca. 20 winkelpanden te huur) door de jarenlange bouwwerkzaamheden en omleiding op het Damsterdiep en de plannen voor de Regiotram en het Forum met de daardoor nog groter wordende terugloop en leegstand, hebben er helaas voor gezorgd dat wij na bijna zes jaar en een uitverkoopperiode van twee maanden ook onze deuren per 1 juni 2011 hebben gesloten. Onze aanspraak op de nadeelcompensatieregeling Damsterdiep heeft na ruim twee jaar nog steeds niet tot een beslissing van de gemeente geleid (de termijn die de gemeente voor deze beslissing heeft is overigens acht weken). De gemeente heeft in deze twee jaar de procedure alleen maar vertraagd met het doel ons als ondernemers te gronde te richten. Enige vorm van medewerking of meedenken van de gemeente is in het geheel achterwege gebleven”. stadjers krant
november 2011
5
4
Een paar vragen
1. Hoe is het mogelijk, dat de gemeentelijke afdeling ruimtelijke plannen een ongedateerde positieve toezegging doet aan een projectontwikkelaar over bouwen naast de kerk aan de Oosterweg, terwijl dit in strijd is met het toen vigerende bestemmingsplan Oosterpoort? 2. Hoe is het mogelijk dat deze afdeling blijkbaar volledig voorbij kan gaan aan de in het bestemmingsplan Oosterpoort staande formuleringen? 3. Hoe is het mogelijk dat de gemeentelijke organisatie er maanden over doet om een voorbereidingsbesluit te nemen voor Oosterweg 83 en dat dit bij iedereen (inclusief de projectontwikkelaar) bekend was? 4. Hoe is het mogelijk dat de afdeling ruimtelijke plannen een bouwvergunning afgeeft voor een kantoorgebouw in een tuin in de Hofstraat nr.16 en daarbij volledig voorbij gaat aan het in het bestemmingsplan Binnenstad geformuleerde beleid? De gehele motivering is later gebaseerd op de zogenaamde compacte stad. Maar er zijn lege kantoren te over. 5. Hoe is het mogelijk dat er op de Zaagmuldersweg totale onduidelijkheid heerst over de toepassing van de formuleringen in het bestemmingsplan Oosterpark inzake geluidhinder en er toch een bouwvergunning voor Zaagdam wordt afgegeven? 6. Hoe is het mogelijk, dat terwijl er over het voorbereidingsbesluit Oosterweg maanden werd gedaan, er binnen een paar dagen een ontheffing van de parkeernormen voor Zaagdam was geregeld? 7. Hoe is het mogelijk, dat tegen ieders wil een bouwproject aan de Kwartsstraat moest doorgaan en werd doorgedrukt (stedenbouwkundig noodzakelijk) en niemand hier ook maar iets aan kon veranderen, totdat het plots niet meer noodzakelijk was? 8. Hoe is het mogelijk dat het project ‘De Brugwachter’ wat een stedenbouwkundige ‘must’ was van de gemeente, zomaar kon worden afgeblazen. 9. Hoe is het mogelijk dat woningstichting Nijestee zomaar een qua schaal en grootte niet passend kantoor binnen het beschermde stadsgezicht, op het Damsterdiep kan neerzetten. 10. Hoe is het mogelijk, dat Lefier hoe dan ook aan het Reitdiep hoogbouw voor jongeren moest en zou realiseren, totdat het ineens onmogelijk bleek? 11. Hoe is het mogelijk dat de ambtelijke organisatie in Groningen samen met woningstichting Lefier een Syrische kapper in Groningen kapot konden maken? 12. Hoe is het mogelijk dat niemand in deze stad verantwoordelijk is voor het geknoei rond de parkeergarage Damsterdiep? 13. Hoe is het mogelijk dat het project CIBOGA en de parkeergarage Boterdiep zó konden mislukken en dat ook hier weer niemand verantwoordelijk voor is? 14. Hoe is het mogelijk dat de ambtelijke organisatie tegen de wil van de Groninger bevolking in een regiotram en een forumgebouw weet door te drukken?
6
stadjers krant
november 2011
5
Interviews
(5a t/m 5i) door Johan van Gelder Het ‘shoppen’ van de gemeente Groningen in de bestemmingsplannen baart de Stadspartij zorgen. In de praktijk blijkt dat de lokale overheid de bestemmingsplannen zo in haar eigen richting uitlegt, dat conflicten met ondernemers en particulieren niet kunnen uitblijven. Dat is moeilijk te rijmen met het collegeakkoord 2010 waarin onder meer staat dat Groningen een stad voor iedereen is, en niet wordt geregeerd vanuit het stadhuis en zijn ambtelijk apparaat.
Expansiedrift gemeente Groningen roept ellende over zich af De expansiedrift van de gemeente Groningen is groot. Projecten als de parkeergarage aan het Damsterdiep en afbraak van de oostkant aan de Grote Markt voor het Groninger Forum zijn onderwerp van gesprek. Achter de mooie plannen blijkt vaak veel ellende schuil te gaan.
Springs, politieke toezeggingen versus ambtelijk handelen
5a
dernemer vindt dat hij recht heeft schadevergoeding op beide panden voor het concept Total Body Care. In het verleden is een bedrag van 1,2 miljoen euro genoemd. Dat is volgens Brummer te weinig. Hij stelt dat er in het verleden duidelijke afspraken zijn gemaakt met oud-wethouder Koen Schuiling van Economische Zaken, maar dat de gemeente die door Schuiling's vertrek niet is nagekomen. Brummer heeft Schuiling, die tegenwoordig burgemeester van de gemeente Den Helder is, opgeroepen als getuige voor de rechter te verschijnen om opheldering te geven. Ondeelbaar Tijdens dat verhoor zei Schuiling in 2005 te hebben gezegd dat het concept van Brummer ‘uniek’ was en als ‘één en ondeelbaar’ diende te worden beschouwd op alle voorliggende opties. Hij had daarbij aangetekend dat het college beslist en de verplichting bestond de schade zoveel mogelijk te beperken en het niet zo mocht zijn dat Brummer met een fikse vergoeding de rest van zijn leven aan de Côte d’Azur zou kunnen slijten.
Dirk Brummer van Spring’s Total Body Care aan de Grote Markt ergert zich al jaren aan het optreden van de plaatselijke overheid. Hij ligt nu acht jaar met de gemeente in de clinch over wat er met zijn bedrijf moet gebeuren. De gemeente is eigenaresse van het pand en heeft met ingang van 1 januari 2012 de huur opgezegd. Het pand moet in november volgend jaar worden gesloopt om de weg vrij te maken voor nieuwbouw. Brummer zit in een spagaat en weet niet meer waar hij aan toe is. Politieke afspraken met de gemeente zijn in de loop van de tijd veranderd en hij voelt zich slachtoffer van de politieke macht. Alleen de Stadspartij is naar zijn mening nog voor zijn belangen opgekomen. ‘Het wordt tijd dat de politiek zich erin gaat verdiepen, want dit slaat gewoon nergens op’, aldus Brummer. Onzekerheid Langdurige projecten zorgen naar zijn mening voor onzekerheid bij ondernemers. Hij zegt: ‘Als je in 2002 om de tafel gaat zitten en er wordt gezegd dat je in 2006 weg moet en het wordt 2007, 2009 en nou 2012, dan weet je niet meer wat je moet doen met je onderneming. Ik dacht dat ik een duidelijke afspraak had, maar dat blijkt niet zo te zijn. Het gevolg is dat de gemeente middelen inzet om je kapot te maken. Dat kan ik ook aantonen. Dat is te gek voor woorden. Als je acht jaar bezig bent, heb je verschillende wethouders en ambtenaren gehad. De één zegt dit en de ander zegt dat.’ Getuige Inzet van het conflict is de schadevergoeding voor zijn onderneming. Volgens Brummer wil de gemeente de schade van één van zijn twee panden vergoeden, terwijl de onstadjers krant
Toenmalig advocaat van Brummer, mr. Efdée, getuigde dat de ondernemer een basisgarantie was toegezegd om hem gerust te stellen. Schuiling wilde ‘rust in de tent’ na een mislukt referendum over de noordkant van de Grote Markt en moest een tweede referendum over de oostkant een succes worden. De ondernemers hebben dat referendum gewoon over zich heen laten gaan. Aldus mr. Efdée. Hij stelde dat hij had meegeschreven aan een brief van B en W dat de Brummer schadeloos zou worden gesteld voor zijn gehele onderneming. Uitgangspunt was dat `de kop niet zonder romp’ zou kunnen functioneren. Wordt vervolgd. november 2011
7
Hofstraat 16 versteende binnentuin
5b
Dat de gemeente Groningen bestemmingsplannen in haar eigen voordeel uitlegt, is voor Johan Scholte aan de Turfsingel zo klaar als een klontje. Hij heeft met zestien andere buurtbewoners bezwaar gemaakt tegen de bouw van een nieuw kantoorpand op een binnenterrein van de Hofstraat. Volgens Scholte wordt daardoor een uniek stukje binnenterrein met ‘Anton Pieck-achtig en bomengroen uitzicht’ onnodig versteend, terwijl er genoeg leegstand in de stad is om kantoorruimte te huren. Scholte heeft de rechter gevraagd de kwestie tegen het licht te houden. Formeel Volgens Scholte handelt de gemeente Groningen in strijd met het bestemmingsplan, maar is er voor de lokale overheid altijd meer ruimte om daar soepel mee om te gaan dan voor de burgers. De bezwaarschriftencommissie en welstandscommissie blijken vaak op de hand te zijn van de gemeente, zo is zijn indruk. Aanvankelijk hadden ruim dertig buurtbewoners protest aangetekend tegen de bouwplannen maar is zo’n beetje de helft afgehaakt omdat er geen vertrouwen was in een goede afloop. ‘Het is nu afwachten hoe het verder gaat. We hebben we wel een nare smaak overgehouden aan hoe het allemaal is verlopen. Er is geen enkel overleg met ons geweest. Alles is zuiver formeel verlopen.’ Voorwaarden Hij stelt dat het bestemmingsplan wel ruimte biedt voor bebouwing, maar dat daarvoor een aantal voorwaarden gelden waar de gemeente zich niet aan houdt, zoals het bebouwingspercentage. ‘De bezwaarschriftencommissie is daar volledig aan voorbij gefietst’, aldus Scholte. ‘Hadden ze ons bezwaar beter gelezen, dan hadden ze ook begrepen, wat wij hadden bedoeld. De hoorzitting van de commissie was gewoon een wassen neus. Ze hebben nauwelijks op onze argumenten gereageerd en een totaal verkeerde uitleg gegeven’, zegt hij namens de buurtbewoners, die zich niet aan de indruk kunnen onttrekken dat er sprake is van een doorgestoken kaart. Slordig Hij vervolgt: ‘De gemeente is er zeker in dit geval niet voor de burgers. Zij heeft allerlei fouten gemaakt en is heel slordig in haar argumentatie. Ze verwijst naar verkeerde dingen en maakt gebruik van de verkeerde ontheffingen. Dan wordt er gezegd: “We trekken het allemaal wel weer recht.” Het kan allemaal en wij kunnen niks. Het is machtspolitiek.’ Vraag: “Wat had ze nu anders of beter kunnen doen?” Scholte: ‘Er moet een belangenafweging plaats vinden en de gemeente en de bezwaarschriftencommissie vinden dat de belangen afgewogen moet worden ten gunste van de aanvrager en onze belangen minder zwaar wegen. Het zou om een economisch belang gaan en stelt de gemeente dat de toestemming krachtens reguliere bouwvergunningen ook verleend had moeten worden. Dus zeggen wij: Dat is dikke flauwekul.’
8
stadjers krant
november 2011
Groen Een onderdeel waar volgens Scholte geen aandacht aan is geschonken, is ‘verborgen groen’. Daar moet volgens de buurtbewoners de nodige zorgvuldigheid aan besteed worden. Het resultaat van de bezwaarprocedure is volgens Scholte dat het lijkt dat ogenschijnlijk een monumentale kastanjeboom nu van de ondergang is gered. Er zijn naar zijn mening echter nog andere bomen waar wel aan voorbij wordt gegaan. Hij stelt dat flora en fauna door de nieuwbouw worden verstoord. Ook schept het naar zijn mening een precedent, want als het daar mag, mag het waarschijnlijk ook op andere plekken. Al met al wegen de belangen van de buurtbewoners die daar met plezier wonen volgens Scholte zwaarder dan van een ondernemer, die geen binding met de omgeving heeft. Onvoorbereid Toen de partijen voor de rechter stonden bleek de gemeente zich volgens Scholte slecht te hebben voorbereid en gaf de architect toe dat er dieper zou moeten worden gegraven dan aanvankelijk was opgegeven. Dat zou betekenen dat de boomwortels van de monumentale kastanjeboom onherstelbaar worden aangetast. Nu de rechter ons gelijk heeft gegeven, valt er over de zogenaamde onafhankelijke bezwaarschriftencommissie nog wel een en ander te zeggen’, aldus Scholte. Dat kan Scholte binnenkort doen, want bij het ter perse gaan van dit nummer verklaarde de rechter het beroep gegrond. Het besluit van de gemeente Groningen voldoet volgens hem niet aan het bestemmingsplan. Het gevolg: er kan (voorlopig) niet worden gebouwd.
Stress In het begin is er volgens hem zeer slecht gecommuniceerd. Ambtenaren zijn zonder enig overleg bij mensen in de tuin gaan staan om metingen te verrichten. Bij de één was dat wel en bij de ander niet schriftelijk aangekondigd. In een ander geval kreeg een bewoner tijdens een vergadering te horen, dat hij er wel mocht blijven wonen en zijn vrouw en kinderen na zijn overlijden een jaar de tijd hadden om te verkassen. In een andere situatie waren ambtenaren met drie man sterk in een huis van een vrouw binnen gekomen wat bij haar behoorlijk intimiderend is overgekomen. Evenmin was verteld welke redenen aan de plotselinge aandacht van de gemeente voor Bruilweering ten grondslag lagen. ‘Het heeft allemaal veel stress opgeleverd. Er zijn mensen aan onderdoor gegaan en anderen zijn voortijdig vertrokken, omdat ze niet meer wisten wat ze met de situatie aan moesten.’
5c. Bruilwering en de gemeentelijke
zweep Ook bewoners van het volkstuincomplex Bruilweering hebben te maken gehad met het klappen van de gemeentelijke zweep. De emoties liepen hoog op toen ambtenaren van Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken als uit het niets verschenen om met een lint de boel op te meten. De gemeente had nieuwe plannen voor het gebied en mensen die er meer dan twintig jaar woonden of korter moesten vertrekken. Reden: Bruilweering was een volkstuincomplex en volgens het bestemmingsplan was permanente bewoning niet toegestaan. Het gedoogbeleid was voorbij. Hel De gemeente Groningen was in beeld gekomen nadat een deel van het volkstuincomplex was overgenomen van de gemeente Tynaarlo. In het begin was er volgens een bewoner niets aan de hand, maar brak in 2001 zo ongeveer de hel los. Verhalen over ontruiming van het complex en intimiderende ambtenaren leidden tot woedende reacties van de bewoners. ‘Wat ik zelf een hele kwalijke zaak vond, was dat ambtenaren van RO/EZ toestemming kregen van de GGD met formulieren bij de mensen langs te gaan om te vragen hoe het met hen ging en of ze ook psychische problemen hadden’, vertelt een bewoner, die anoniem wil blijven. ‘Moet je voorstellen: eerst met een meetlint komen en later met dat soort formulieren.’
stadjers krant
Dreiging De ophef heeft er uiteindelijk toe geleid dat de bewoners die voor 2001 op Bruilweering wonen daar nu mogen blijven en bewoners van na 2001 een aantal jaren de tijd heeft gekregen hun boeltje te pakken. Voor de bewoners die er mogen blijven, is nog niet duidelijk wat hen nog meer staat te wachten. ‘Er is nu wel een vorm van rust, maar de dreiging blijft’, zegt een bewoner. ‘Mensen die hier toch nog gaan wonen doen dat op eigen risico.’ Volgens de man is het wachten nu nog op de toegezegde riolering. ‘Het geld is er maar waar het aan besteed is, weet ik niet. In ieder geval niet aan onze riolering.’
november 2011
9
Kadaster Toen hij zijn woning kocht, is volgens zijn zeggen nooit meegedeeld dat hij daar niet permanent zou mogen worden. ‘Ik heb een hypotheek. Als ik weg moet, raak ik alles kwijt. Als ik had geweten dat het slechts werd gedoogd, was ik er nooit naar toe gegaan.’ Een onderzoekscommissie verweet hem niet vooraf naar het bestemmingsplan te hebben gekeken. ‘Volgens mij gaan mensen niet eerst naar het kadaster om te kijken wat het bestemmingsplan is. Nou ja, je wordt wel geacht om dat te doen en dat is mij ook behoorlijk verweten. Na de vergadering kwam ik in gesprek met een jurist en die zei: “Ik moet u zeggen. Ik heb een huis gekocht in de stad Groningen. Ik heb ook niet gekeken in het bestemmingsplan wat er met mijn huis gaat gebeuren.” Ik zei: “Ik vind het fijn dat je dat zegt, want ik voel me behoorlijk te kijk gezet.” PvdA-wethouder De Vries zei eens dat je er ook niet zou `moeten willen wonen’. Waarschijnlijk zegt dat iets over hoe hij de populatie hier ziet. Dat is heel jammer, want ik had graag een keer met hem om de tafel willen zitten om hierover van gedachten te wisselen. Na een jaar of drie heb ik wel goede gesprekken met andere medewerkers van RO/EZ kunnen voeren. Ik zeg: “Waar het mij om gaat, is dat ik niet tegen jullie maar met jullie wil zijn. Als ik alle dingen had geweten, had ik het anders gedaan. Ik kan hier niet weg en nu wil ik hier ook niet meer weg.”’
Gelatenheid aan het Damsterdiep en omgeving
5d
Makelaar Jan Boekholt aan het Damsterdiep heeft door een zure appel heen moeten bijten. De nieuwbouw vlak voor zijn deur heeft hij tegen wil en dank moeten accepteren. Vijf jaar hebben hij en andere ondernemers ernstige hinder ondervonden van de werkzaamheden. Echt schade zegt hij niet te hebben geleden, omdat hij geen producten verkoopt. Anders ligt dat bij een boekhandel of een cafetaria waarvoor de gemeente Groningen een compensatieregeling in het leven heeft geroepen. Als ondernemer gaat het hem echter allemaal niet snel genoeg. ‘Het is een zeer langdurige geschiedenis. Ik heb het idee – en laten we positief zijn – dat het eind in zicht is. Ik verwacht dat eind dit jaar - wat ik heb begrepen - het plein klaar moet zijn, de parkeergarage mogelijk in gebruik kan worden genomen en de riolering in de stoep klaar moet zijn.’ Vraag: “Is het ergste achter de rug?” Boekholt: ‘Wat heet: je weet het nooit zeker, eerst zien, dan ben ik tevreden.’ Lijdend Of het allemaal de moeite waard is geweest, kan hij niet beoordelen. Hij vervolgt: ‘Ik kan wel zeggen: het is niet de moeite waard, maar dat zou niet juist zijn. Je kunt de veranderingen in de stad niet tegenhouden. De stad moet met zijn tijd mee. We zijn in dat geval lijdend voorwerp geweest.’ Hij zegt geen deelgenoot te zijn geweest van de onenigheid die er tijdens de bouw met partijen is geweest. ‘Het is me wel allemaal duidelijk geworden wat er aan de hand was. Dat is nu eenmaal zo. Daar heb ik geen invloed op, maar ik ben wel goed geïnformeerd door de gemeente. In de richting van de gemeente zeg ik niet: “Ze hebben het allemaal slecht gedaan.”’ 10
stadjers krant
november 2011
Mooier Volgens de makelaar wordt de omgeving er wel mooier op. ‘Ik ben niet tegen vernieuwing in de stad. Dat zijn dingen die moeten gebeuren.’ Hij neemt de Grote Markt als bijvoorbeeld. ‘Wat daar allemaal gebeurt, heeft iedereen vele jaren last van, maar als het klaar is, zijn we daar allemaal trots op. Dat is ook zo gegaan met het Groninger Museum. De mensen willen net als in andere grote steden zo dicht mogelijk in het centrum komen met de auto. Dat kan straks hier in Groningen. Op zich moet je dan positief zijn. We gaan er op vooruit. Dat is een signaal dat we duidelijk geven.’
5e Oosterweg
zoekt heil
bij rechter Ruim dertig bewoners aan de Oosterweg liggen nog in de clinch met de gemeente Groningen over de bouw van een appartementencomplex in hun achtertuin. Zij vinden dat het binnenterrein tussen de Oosterweg, Mauritsstraat en Bouwmanstraat niet geschikt is voor een elf meter hoog gebouw. Het neemt de privacy en (zon)licht weg en gaat ten koste van de groenvoorziening. Te laat De bewoners vinden dat ze veel te laat bij de plannen zijn betrokken, waardoor ze hun invloed niet meer hebben kunnen laten gelden. Ze hebben nu hun heil gezocht bij de bezwaarschriftencommissie in een poging de tweede bouwfase tegen te houden. Tegen de eerste fase, die door de gemeente is goedgekeurd, loopt een procedure bij de rechtbank. Onbetrouwbaar ‘Ons verhaal over de gemeente gaat vooral over de onbetrouwbaarheid van procedures en informatie en de negatieve houding naar de burgers toe – geen inspraak bij de inrichting van de nabije woonbuurt.’ Zegt Wilma van de Munnik. Moeilijk ‘De bouwer heeft steeds verschillende plannen ingediend. De gemeente zou daaraan niet meewerken door een voorbereidingsbesluit te nemen. Dat is de bouwer net voor geweest en daarom zitten we nu met een probleem. De gemeente heeft vervolgens de plannen van de bouwer gewoon ingetekend in het nieuwe bestemmingsplan, zogenaamd om ons te beschermen tegen nog meer uitbreidingen, maar daardoor wordt het voor ons heel moeilijk om de bezwarenprocedure nog tot een goed einde te brengen.’ Ogen Wij willen als omwonenden niet dat er in een binnenterrein woningen worden gebouwd. Bovendien weten we dat de bouwer, Woldring, er gewoon appartementen van wil maken, waardoor het nog een keer veel drukker wordt, geen privacy en wat al niet. De gemeente weet dit alles, maar sluit graag de ogen.’
stadjers krant
november 2011
11
5f Kwartsstraat
Vinkhuizen: ‘Burgerparticipatie is een moeilijk woord’ ‘Burgerparticipatie is een moeilijk woord’, zegt Jolanda Salomons, ‘binnen de gemeente Groningen.’ Ze heeft met andere bewoners al de nodige strubbelingen achter de rug met de plaatselijke overheid als het gaat om hoogbouw aan de Kwartsstraat in Vinkhuizen. De plannen van woningcorporatie Lefier verdwenen opeens weer van tafel, toen bleek dat er geen geld was om het uit te voeren. En dat was een geluk bij een ongeluk, omdat een bezwaarprocedure tegen de plannen al was verloren. De gemeente liet toen weten toch vast te houden aan het bestemmingsplan, ook al was de bouw ‘een paar centimeter’ hoger dan was toegestaan. Gespannen Voor het actiecomité is het eind nog niet in zicht. Gespannen wordt afgewacht wat de gemeente Groningen nu weer uit de toverhoed tevoorschijn haalt. Uit de laatste contacten blijkt volgens Jolanda Salomons dat een nieuwe partij zich voor de grond heeft gemeld. ‘Dat zal duur moeten worden betaald en beginnen we weer van voren af aan.’ Eenzijdig Volgens Jolanda Salomons was wethouder Frank de Vries behoorlijk ‘pissig’ toen Lefier van de hoogbouwpannen afzag. Dat er wordt gebouwd, is voor de buurt volgens haar op zich ook geen probleem. Als het maar op een fatsoenlijke manier gebeurt en de bewoners mee mogen denken. ‘Tot nu toe is de gemeente steeds eenzijdig te werk gegaan en werd iedere vorm van burgerparticipatie eigenlijk uitgesloten.’ Prestige Zij stelt dat er ‘nul flexibiliteit’ is bij de gemeente Groningen, het om geld, contracten en prestige gaat en niet om prettig wonen. Zij vindt het jammer dat steeds wordt gekozen voor hoogbouw dat zoals de praktijk aantoont nauwelijks verkoopt en niet wordt gekeken naar alternatieven - ‘intensieve laagbouw’ - die beter in de markt liggen. Kinderen Op de vraag hoe ze zich nu voelt, zegt ze: ‘Op het moment voel ik me prima. Het is nu een mooi grasveld waar kinderen kunnen spelen, maar we hebben geen idee wanneer er weer iets gaat gebeuren. Als de grond wordt verkocht, is ons wel een gesprek met de gemeente toegezegd.’
12
stadjers krant
november 2011
5g Gemeente
Groningen passeert Ombudsvrouw en rechter Hoger beroep moet Bed & Breakfast redden Rol burgemeester dubieus Vanaf 2009 voelt de heer Westerman van Westermanvastgoed aan de Rijksweg 11 zich onheus bejegend door de gemeente Groningen. Toen Westerman van de ene op de andere dag passanten voorbij zag komen, ging hij op onderzoek uit. Hij ontdekte tot zijn verrassing, dat de lokale overheid achter zijn rug om zijn buren toestemming had gegeven een pension te beginnen. Het was na 35 jaar voorbij met zijn rust. Het eind van het liedje: de gemeente heeft verkeerd gehandeld. Gaven de gemeentelijke ombudsvrouw en de voorzieningenrechter Westerman gelijk, de exploitatie werd er niet door gestopt. Dat is opmerkelijk, zeker in het licht gezien dat de gemeente voor negentig procent de oordelen van de ombudsman/vrouw overneemt. De gemeente had volgens Westerman een `vormfoutje’ ontdekt en ging in hoger beroep.
`Deze benadering is des te wranger nu de Gemeentelijke Ombudsman Groningen klachten van verzoeker (lees: Westerman, red.) gegrond heeft verklaard.’ Hij stelde dat de gemeente bij een nieuwe aanvraag rekening moest houden met zijn uitspraak. Strijd Westerman vindt het `te gek voor woorden’ dat de gemeente Groningen in strijd met het bestemmingsplan een Bed & Breakfast wil toestaan met een horecavergunning als toegevoegde waarde. Hij voelt zich overvallen door de plaatselijke overheid. Hij zegt: `Ik ging ervan uit dat de gemeente er is voor de burgers en dat ze dat op elkaar gaan afstemmen. Nu lijkt het erop dat de gemeente haar verlies niet wil nemen en zegt van: “Nee wij willen per se dat daar minstens 25 man kunnen logeren.”’ De overlast daarvan zegt hij in de praktijk voor al in de avonduren al te hebben ondervonden. `Dat is er niet geweest.’
Onbehoorlijk De ombudsvrouw heeft het wanbeleid van de gemeente Groningen in een rapport van 5 augustus 2010 veroordeeld. Zij, mevrouw W. Kol, komt tot de conclusie dat er illegaal een pension werd geëxploiteerd en geen vergunning was afgegeven voor een verbouwing. Volgens de ombudsvrouw was er wel ruimte voor legalisatie, maar dan moest er alsnog een bouwaanvraag worden ingediend en ontheffing van het bestemmingsplan worden aangevraagd. Tot dat een feit zou zijn, mocht er volgens haar geen pensionactiviteiten worden uitgevoerd. De gemeente heeft volgens haar in die taakstelling verzaakt, niet slagvaardig gehandeld en zich onbehoorlijk gedragen. Onvoldoende In haar rapport aan het college van burgemeester en wethouders schrijft zij, dat de bouwaanvraag vijf maanden op zich heeft laten wachten en de dienst RO/EZ in het handhavingsproces onvoldoende voortvarend heeft gehandeld en er ondanks het verbod toch pensionactiviteiten werden verricht. Daarnaast zo staat in het eindoordeel, was er geen sprake van een actieve en adequate informatieverstrekking. Rechter Daarmee was voor Westerman de kous nog niet af. Hij schakelde de voorzieningenrechter in, nadat zijn bezwaren tegen de bouw- en exploitatievergunning voor een horecabedrijf niet serieus waren genomen. Die verklaarde het beroep gegrond, vernietigde en herriep de besluiten. De rechter vonniste dat de gemeente in strijd met haar eigen beleid had gehandeld en onvoldoende de belangen van Westerman waren afgewogen. Hij ergerde zich aan de gemeente die de klachten van Westerman over overlast had gebagatelliseerd door het als subjectief aan te merken en de illegale bouw zelf buiten beschouwing had gelaten. stadjers krant
Begrip Hij vervolgt: `Het feit dat de gemeente B&B's wenst te gedogen daar waar het geen overlast veroorzaakt, heb ik begrip voor. Maar als ik willekeurig aan derden mijn situatie voorleg, is er niemand die het prettig vind dit naast zijn/haar deur te hebben. Zeker niet grootschaliger en met een horeca- vergunning, want wat komt erna. Een B&B is toegestaan in de vorm van niet meer als twee kamers en niet meer dan vijf personen, waarom dan toestaan in een woonwijk onder het mom B&B van meerdere ruimtes en vijftien à twintig personen. Dit wordt niet toegestaan in het huidige bestemmingsplan. Daarom is het plan dit in bestemmingsplan `Oosterhogebrug’ aan te passen zomaar voor Rijksweg 10A, want men wil het niet overal toestaan. In wiens belang? De gemeente gedoogt al, dus voor een locatie dit aan te passen, lijkt mij willekeur en alleen in het belang van de uitbater. Belanghebbenden moeten daarom dure procedures voeren, omdat het college niet naar het belang van de naaste omgeving wil kijken.’ november 2011
13
Beroep Westermans advocaat mevrouw mr. E.R.M. Holtz-Russel zegt dat de gemeente (lees: burgemeester) beroep heeft aangetekend omdat hij vindt dat de ontheffing wel kon worden verleend. Wat betreft de exploitatievergunning komt het standpunt van de gemeente er op neer, dat de voorzieningenrechter geen einduitspraak had mogen doen over die vergunning, omdat de bezwaarprocedure bij de gemeente nog niet was afgerond. In die visie had de rechter zich dan volgens de gemeente moeten beperken tot een schorsing van de vergunning. Volgens de advocaat maakt dat in zoverre geen verschil, dat in beide gevallen de vergunning niet mag worden gebruikt. Burgemeester Opvallend vindt zij dat de burgemeester - hoewel het hoger beroep de werking van de uitspraak niet opschort zegt zich niet gebonden te achten aan de uitspraak van de rechter voor zover deze betrekking heeft op de exploitatievergunning. De raadsvrouwe: ‘Opmerkelijk is óók dat de gemeente mij na de uitspraak van de rechter heeft gevraagd het bezwaar tegen de exploitatievergunning in te trekken, omdat dit gezien de uitspraak toch geen zin meer had, daarbij aangevend dat de gemeente in de uitspraak zou berusten. Later bleek dus dat zij toch in hoger beroep is gegaan (ik heb overigens het bezwaar niet ingetrokken). Verder is het voor de heer Westerman onbegrijpelijk dat de gemeente - ondanks dat de vergunningen van tafel zijn - aan de familie Speelman toch toestemming heeft gegeven de exploitatie van de B&B weer te hervatten.’ Ondanks de lopende procedure heeft de burgemeester de eigenaar van de B&B op 10 oktober 2011 een vergunning gegeven voor het exploiteren van zijn onderneming. Wordt vervolgd.
5h Oosterparkers
ageren tegen geheimzinnigheid rond Zaagdam Ombudsvrouw: `U moet mij op mijn blauwe ogen geloven’ Bewoners in de Groninger Oosterparkwijk die tegen de bouw van het nieuwe Zaagdamcomplex zijn, waren niet blij met het standpunt van de Gemeentelijke Ombudsvrouw om de naam van een externe adviseur - een jurist met specifieke kennis op het gebied van ruimtelijke ordening - geheim te houden. Daardoor was het volgens de bewoners niet mogelijk na te gaan of er sprake was van een objectief advies. `Geen transparantie en geen mogelijkheid tot controle’, aldus Gustaaf Rutgers van de bewonersgroep. De belemmeringen die de bouw nog hadden kunnen tegenhouden, waren daarmee in ieder geval van tafel. Daarnaast schreef zij dat bezwaar- en beroepsmogelijkheden wel ter beschikking bleven staan. Waarom wilde zij dat niet doen? De Gemeentelijke Ombudsvrouw, mevrouw W. Kol, antwoordt dat het oordeel onder haar eindverantwoordelijkheid is opgesteld. Zij zegt: `Ik heb het advies voor zover ik dat relevant vond tot het mijne gemaakt en niet het volledige advies. Daarom was het mijn verantwoordelijkheid en kan ik niet putten uit andermans werk.’ 14
stadjers krant
november 2011
Vraag: `Hoe moet je dat formuleren dan?’
Conclusie: `Een positief of negatief oordeel uitbrengen, maar het college zegt wat het ermee wil gaan doen.’
Zij: `Ik heb me daardoor laten leiden met ei, inspireren, dat klinkt nog chiquer.’ Vraag: `Ik heb begrepen dat ze toch wel graag wilden weten wie dat bureau was.’ Zij: `Dat was voor hun niet relevant. Kijk, ik ben zelf eindverantwoordelijk en onafhankelijk. Uiteindelijk moet ik mijn eigen oordeel vellen en de wet staat me toe daartoe deskundigen te raadplegen, maar uiteindelijk neem ik tot mij – dat klinkt een beetje arrogant – wat ik in mijn oordeelsvorming nuttig en noodzakelijk acht. En dat is in dit geval gebeurd.’
Zij: `Dat is ook het cruciale verschil met een rechter die wel een dwingend oordeel kan afgeven, zelfs een opdracht om een nieuw besluit te geven. Ik kan het alleen maar afdwingen door het zo goed mogelijk en helder te formuleren. Dat gebeurt meestal ook wel hoor.’ Vraag: `In de zaak van Westerman heeft u ook een oordeel gegeven die tegen de exploitatie is van het pension. De rechter heeft hem ook gelijk gegeven, maar men gaat gewoon door.’
Vraag: `Ik heb begrepen dat die partij het niet zo leuk vond omdat ze graag openheid van zaken wilde hebben en zich graag wilde laten informeren over wie dan die derde was vanwege het waas van geheimzinnigheid die erom heen hing en de twijfels over de objectiviteit in dat geval.’ Zij; `Dan moet u mij op mijn blauwe ogen geloven. Het gaat om mijn objectiviteit en niet om die van dat externe bureau. Ik val niet onder de Wet Openbaarheid Bestuur. Ik ben het ook niet verplicht. Ik ben sowieso teughoudend met het verstrekken van informatie en correspondentie. Het gaat uiteindelijk om mijn oordeel wat ik op papier heb gezet en overwegingen die daarbij hebben gegolden.’ Vraag: `U valt niet onder de Wet Openbaarheid Bestuur. Wat is dan uw positie in het geheel als men het dan toch niet eens is met het oordeel van u. Wat kan men daar dan nog tegen ondernemen.’ Zij: `Niets! Dat klinkt heel cru. Maar je kunt niet tegen mijn oordeel bijvoorbeeld in beroep gaan bij de Nationale Ombudsman. Dat kan niet. Ik heb een autonome positie en het eindoordeel staat vast en staat niet ter discussie. Zo heeft de wetgever het voorzien. Ik heb het niet zelf bedacht.’ Vraag: `U bent toch in dienst van de gemeente Groningen.’ Zij: `Nee hoor. Ik heb een eigen rechtspositie die door de gemeenteraad is vastgesteld: de rechtspositie op de ombudsman.’ Vraag: `Maar de gemeente Groningen betaalt u.’ Zij: `Ja die betaalt mij, ja.’ Vraag: `Hoe onafhankelijk is uw positie.’ Zij: `Dat is aan anderen ter beoordeling. Ik kan niet meer bieden dan dat ik geboden heb.’ Vraag: `Hoe zwaar wegen uw oordelen in conflicten.’ Zij: `Dat is aan het bestuursorgaan over wie ik heb geoordeeld. Mijn oordelen werken niet dwingend zoals een rechterlijke uitspraak. Het bestuursorgaan, in dit geval is dat het college van b en w, mag in feite er mee doen wat het wil’. stadjers krant
Zij: `Ja, ik heb de heer Westerman destijds ook aangeraden om naar de rechter te gaan en de rechter heeft ook mijn rapport gebruikt en er zelfs uit geciteerd in het vonnis dat de gemeente het wel echt heel bont heeft gemaakt om ook het dwingende advies van de ombudsman te negeren. In die zin niet dwingend dat ze verplicht zijn het over te nemen. Mijn onderzoek is opgehouden. Hij (Westerman, red) heeft van mij het grootste gelijk van de wereld gekregen, bij herhaling, en daarna zijn andere stappen, en dat is naar de rechter. Dat heeft die gedaan en dan heeft de wederpartij ook weer een mogelijkheid om in beroep te gaan.’ `Gelijk van u gekregen omdat de gemeente...’ Zij: `niet adequaat heeft opgetreden tegen de overlast en de illegale activiteiten. Er was sprake van Bed & Breakfast, dan moet je niet meer dan twee mensen huisvesten in grote slaapzalen, want anders is het een pension.’ `Het ging om meer dan twee…’ Zij: `Ja precies en ook heel regelmatig.’ Vraag: `Hoe vaak neemt de gemeente uw oordelen over.’ Zij: `In negentig procent van de gevallen. ‘ Vraag: `Dus men kent u wel enig gewicht toe.’ Zij: `Iets meer dan dat wel, denk ik.’ november 2011
15
5i Commissie
bezwaarschriften, samenstelling merkwaardig
Onenigheid bouwproject `Zaagdam’ zeldzaam Jaarlijks komen ongeveer vijfhonderd bezwaarschriften binnen bij de afdeling rechtsbescherming van de gemeente Groningen. Samen met de algemene bezwaarschriftencommissie (bouwvergunningen, kapvergunningen, gehandicaptenvoorzieningen) worden adviezen gegeven aan Burgemeester en Wethouders. Twintig tot dertig procent van het aantal kan voortijdig worden ingetrokken als tijdens een informeel traject de bezwaren kunnen worden opgelost. Zeventig tot tachtig procent gaat het formele circuit in. De helft daarvan wordt volgens afdelingshoofd mr. Peter Ketelaar ongegrond verklaard.
diende te worden verklaard, omdat de hoogte niet aan grenzen was gebonden. De meerderheid van de commissie was het niet eens met het standpunt van de minderheid. Rechter Het college nam de adviezen van de meerderheid van de bezwaarschriftencommissie over en verstrekte een nieuwe bouwvergunning die volgens het college voldeed aan de wettelijke voorschriften. Volgens het college leidt de bouw niet tot een aantasting van het goede woon- en leef klimaat van de aanpalende percelen en dan vooral wat lichtinval, bezonning en privacy betrof. `Er is weliswaar sprake van een toename van het bouwvolume maar deze heeft primair consequenties voor het stedenbouwkundig beeld en dit achten wij aanvaardbaar’, aldus het college. De bewoners voelen zich tekort gedaan en stappen naar de rechter. De gang naar de rechter kreeg nog een bijzonder staartje. Het Dagblad van het Noorden kopt op 1 november 2011 ‘Opnieuw geknoei Zaagdam’. In ijltempo repareert het college een rekenfout in de bouwvergunning. De rechter doet uiterlijk 11 november uitspraak. Zelden Dat er binnen de driehoofdige commissie een minderheids- en meerderheidsstandpunt wordt ingenomen, komt volgens Peter Ketelaar hoogst zelden voor. Meestal is een advies van de bezwaarschriftencommissie unaniem. `Het is in voorkomende gevallen mogelijk dat de leden het onderling niet eens zijn met een advies,’ zegt hij.
`Zaagdam’ Ook de bezwaren van 35 omwonenden en woningcorporatie Nijestee tegen het verlenen van een bouwvergunning voor 59 appartementen aan de Zaagmuldersweg aan Simon Benus Bouw BV in Groningen passeerde de commissie. Hoewel de commissie verdeeld was over het `Zaagdam’-project zag de gemeente geen belemmeringen om toch met het project verder te gaan. Een minderheid van de commissie vond dat het bezwaar tegen de ontheffing voor het toestaan van twee extra bouwlagen gegrond 16
stadjers krant
Samenstelling Voor de buitenwereld is de samenstelling van de commissie merkwaardig. De voorzitter is een onafhankelijk lid en de secretaris/lid is in dienst van de gemeente Groningen en het tweede lid is een medewerker van de dienst die het besluit heeft genomen. De enige waarborg die daarbij wordt gegeven, is dat de medewerker in de voorbereiding niet betrokken is geweest bij de besluitvorming om zoals Peter Ketelaar het zegt `wat onafhankelijkheid’ te krijgen. Ketelaar kan zich voorstellen dat de samenstelling vragen oproept. `Het is niet iets wat in strijd is met de wet of regelgeving. Stel dat het zo zou zijn dat de meerderheid bestaat uit de ambtelijke inbreng, dan zul je moeten aantonen dat je desondanks alle zorgvuldigheid in acht hebt genomen bij het besluit. Ook al is het een besluit dat voor bepaalde mensen nadelig uitpakt.’ Lastig Hij vervolgt: `Als gemeente zit je in een lastig parket, want je moet altijd iemand teleurstellen. Als de bezwaarmaker gelijk krijgt, is de vergunninghouder niet blij en andersom, als de bezwaarmaker geen gelijk krijgt, is die ontevreden, dat snap ik, maar is er dus een andere burger die wel gelijk krijgt en dat is de houder van de vergunning.’ november 2011
Na een teleurstellend advies van de commissie en het daarop gebaseerde besluit van het college zoeken vijftig tot zeventig reclamanten hun heil nog bij de rechter. `Al jarenlang een constant aantal’, stelt Ketelaar toe. Maar wat zijn dat voor mensen die naar de rechter gaan? Zijn dat hele koppige mensen of kunnen ze niet begrijpen waarom dit soort besluiten worden of moeten worden genomen of kijken ze niet naar het economisch belang wat het misschien met zich meebrengt? Ketelaar: `Misschien niet. Dat is ook moeilijk te zeggen. Ik vind ook niet dat je van een bezwaarmaker mag verwachten dat die oog heeft voor het economisch belang van de vergunninghouder. Ik kan me heel goed voorstellen dat die zegt: “Ik ga voor mijn eigen belang.” Kijk de gemeente is er om alle belangen te behartigen. Wij vinden het heel belangrijk, ook als mensen ongelijk krijgen, ook het college vindt dat, en los van het advies wat de commissie uitbrengt - op een begrijpelijke manier uit te leggen waarom een besluit is genomen.’ Kunt u zich voorstellen dat de publieke opinie dan toch zegt van: “Ja de gemeente is er niet voor ons maar tegen ons. Je krijgt toch geen gelijk.” Ketelaar: `Helaas is dat vaak het beeld wat er ontstaat. Ik vind dat jammer. Het kan gebeuren.’ Uit het betoog van Ketelaar blijkt dat de meeste reclamanten van de bestuursrechter geen gelijk hebben gekregen. Wie het gelijk van de gemeente dan nog wil aanvechten, kan naar de Raad van State gaan. Hij zegt: `In de meeste gevallen blijft het besluit waar beroep tegen is ingesteld in stand. Uit mijn hoofd: in een kwart of een derde van de gevallen krijgt de indiener toch gelijk en wordt het besluit gedeeltelijk of geheel vernietigd en dan moet de gemeente haar werk opnieuw doen.’ Dan kunt u begrijpen dat die burger zegt: “Het heeft geen zin om iets te doen.” Ketelaar: `Ja ik snap dat gevoel dat er bij de burger is. Aan de andere kant zou je als objectieve waarnemer kunnen stellen: Misschien heeft de gemeente wel een juist besluit genomen, ook al moeten ze mensen daarbij teleurstellen. Dat zou ook nog kunnen, hè.’ stadjers krant
november 2011
17
Je zou je kunnen afvragen of het een ongelijke strijd is om bezwaar te voeren. Ketelaar: ` Je kunt het van twee kanten bekijken. Je kunt zeggen: In de meeste gevallen als er bezwaar of beroep wordt gemaakt, blijft het besluit wel in stand maar soms ook wordt het gewijzigd dat je dan dingen herstelt of aanvult. Ook zie je in een aantal gevallen dat we fouten herstellen en of dingen over nieuw doen en toch een ander besluit nemen. Nee, ik ben niet eens met uw stelling dat bezwaar maken geen zin heeft.’ Nee, maar dat zie je ook bij het bouwproject `Zaagdam’ aan de Zaagmuldersweg in Groningen, dat technische mankementen zo worden opgelost dat er toch weer een nieuwe bouwvergunning kan worden verstrekt. Het is niet zo dat de zaak niet kan doorgaan omdat… Nee we passen gewoon even de vergunning aan en gaan verder. Ketelaar: `Ik snap dat het op de burgers soms gek kan overkomen, maar dat mogen wij volgens de regels doen, want de bezwaarprocedure is er ook om eventuele fouten te herstellen. Dat valt soms in het voordeel uit van de bezwaarmaker dat die toch nog gelijk krijgt, maar het kan ook zo zijn dat je in de bezwaarfase nieuwe informatie krijgt. Dan mag je ook volgens de rechtspraak en de regels bij de beslissing op bezwaar fouten herstellen die je gemaakt hebt, waarbij het besluit dan wel in stand blijft. Het mag, maar ik kan me goed voorstellen dat mensen soms denken: “Het is allemaal zinloos.” Wassen neus Het is een wassen neus. De wetten en de regels pakken eerder uit in het voordeel van de gemeente dan van de burger. Ketelaar: `Dat kun je op twee manieren bekijken. Het is een kans voor de gemeente als een besluit toch in stand blijft om het wel in overeenstemming te brengen met de regels en die zijn in ons aller belang. Ook al is het resultaat misschien iets waar iemand niet blij mee is. Het is altijd lastig met die grote bouwprojecten. Ik kan me de gevoelens goed voorstellen van mensen die zeggen: “Ik heb het liever niet in mijn achtertuin.” Ik kan me ook voorstellen dat mensen die de vergunning hebben aangevraagd, zeggen: “Ja ik wil toch graag die vergunning.” Er is altijd een partij die je moet teleurstellen. Dat is het dilemma. Ik zou niet willen spreken van het woord `machtpolitiek’. Dat is ook niet mijn ervaring. We kijken altijd goed in het voortraject en ook bij de bezwaarprocedure of het allemaal volgens de regels is gegaan. Vaak is dat zo. Als dat niet zo is, mag je dat herstellen in bezwaar. Als dat niet goed is gegaan, dan moeten we daar ook wat mee en kan het soms zo zijn dat je een ander besluit moet nemen.’
18
stadjers krant
november 2011
Conclusie Het mag duidelijk zijn: Er klopt van alles niet bij een aantal lopende procedures en de Stadjer heeft vaak het nakijken. De macht van de bureaucratie is te groot en de politiek verantwoordelijken doen zo lijkt het te weinig. 1.Er moet begrijpelijk beleid worden geformuleerd rond het toepassen van en het omgaan met bestemmingsplannen en hoe dat moet worden gehandhaafd. Maar hoe? Allereerst mogen bewoners van onze stad nooit meer overvallen worden door al schijnbaar uitgekristalliseerde plannen vanuit RO/EZ. Iedere verandering van de leefomgeving van Stadjers moet in het vroegste stadium aan mogelijk betrokkenen worden gemeld. Dit kan ambtelijk dan wel particulier zijn. Onderonsjes tussen bouwers/projectontwikkelaars en ambtenaren van RO/EZ moeten worden verboden. De burger heeft even zoveel recht op (voor)kennis als een ambtenaar. Ook onderonsjes tussen dienstonderdelen van de ambtelijke organisatie moet worden verboden. Openheid is het uitgangspunt. De gemeenteraad stelt de kaders vast conform ‘De raad aan de voorkant’. 2. De bezwarencommissie moet anders worden ingericht, zowel inhoudelijk, procedureel als procesmatig. Hoe? Het huidige driemanschap wekt niet de indruk dat het voldoende objectief toe gerust is voor zijn taak. Er moeten een aantal onafhankelijke deskundige leden en burgers worden toegevoegd aan de huidige commissie. 3. Ambtenaren en hun chefs, die niet optimaal in dienst van de burger functioneren dienen door de wethouder te worden aangesproken op fout gedrag. 4. Met vrijstellingen dient zeer terughoudend worden omgegaan. Alle bouwvergunningen, waarbij een juridische strijd is losgebarsten moeten zeer zorgvuldig en diepgaand onafhankelijk worden onderzocht. 5. Alle bouwplannen waarover een juridische strijd gaande is moeten door een onafhankelijke derde, bijvoorbeeld naar het model van de planschadecommissie, tegen het licht worden gehouden. 6. Arbitrage Het in de bijlage opgenomen voorstel tot arbitrage als een andere manier van geschilbeslechting voor burgers dient nader te worden uitgewerkt.
namens de fractie van de Stadspartij, Anna Riemersma Gerard Offerman November 2011
stadjers krant
november 2011
19
Bijlage 1 Om te beginnen het collegeakkoord van 2010, Groningen progressief met energie, stad voor iedereen. Onder 4, betrokken stad (blz. 6) citaat: “Groningen is een stad voor iedereen. En ook een stad van iedereen. Een stad die we niet alleen vanuit het stadhuis gaan besturen, maar steeds vaker, eerder en meer gezamenlijk met de mensen om wie het gaat. We vinden het erg belangrijk dat mensen meer zeggenschap krijgen over hun leefomgeving en wat verder in hun stad gebeurt. Meer zeggenschap en merkbare invloed leiden ertoe dat mensen zich niet onverschillig afwenden, maar zich juist meer betrokken zullen voelen. Betrokken bij hun buurt, hun buren en de stad. Want zeggenschap en verantwoordelijkheid gaan hand in hand. We gaan experimenteren met vormen van concrete zeggenschap in eigen buurt of wijk” Einde citaat. En onder het cluster wonen, blz. 16, citaat: “6. Bewoners meer zeggenschap geven in de eigen woonomgeving. Mensen hebben zelf een belangrijke rol bij het vormgeven van hun leefomgeving. Wij zoeken naar vernieuwende manieren om bewoners beter te laten participeren en meer zeggenschap te geven over hun directe woonomgeving We gaan op zoek naar effectieve methoden en instrumenten voor participatie waarmee we meer mensen bereiken. Bewoners moeten worden ondersteund om hun standpunten en alternatieven over te brengen op het stadsbestuur”. Einde citaat En onder cluster De eigen organisatie, blz. 28, citaat: “De afgelopen periode zijn we gestart met een cultuurverandering, maar hierin is nog onvoldoende vordering gemaakt. We constateren dat het dienstenmodel belemmerend werkt voor een integrale en op wijken gerichte aanpak. Om deze redenen vinden we het nodig om de bestaande organisatiestructuur te doorbreken, om de noodzakelijke cultuuromslag te bereiken” Einde citaat. Het raadsvoorstel van 25 mei 2011, blz. 4 over de gemeenterekening zegt hierover: Citaat: “We vinden het erg belangrijk dat mensen meer zeggenschap krijgen over hun leefomgeving en wat verder in hun stad gebeurt. Meer zeggenschap en merkbare invloed leiden ertoe dat mensen zich niet onverschillig afwenden, maar zich juist meer betrokken zullen voelen. Betrokken bij hun buurt, hun buren en de stad. Nu we als stad voor grote opgaven staan, krijgt het versterken van deze betrokkenheid des te meer betekenis” einde citaat. In de raadscommissie cultuurverandering en in de gemeenteraad is de kadernota burgerparticipatie vastgesteld
20
stadjers krant
november 2011
Deze nota stelt, citaat: “Uitwerking op hoofdlijnen 1.Doel Over het doel van burgerparticipatie bestaat grote overeenstemming. De raadscommissie Cultuurverandering formuleert het als volgt: Burgerparticipatie beoogt betere besluitvorming en daardoor meer maatschappelijke legitimiteit (gedragen proces, betrokkenheid). Maar burgerparticipatie kan ook inhoudelijk tot betere besluiten leiden (door gebruik van kennis en creativiteit van burgers). Daarnaast kan door ruimte voor burgerinitiatief sprake zijn van originele, nieuwe plannen. Dit alles kan bijdragen aan grotere tevredenheid van burgers over hun gemeente. De (vermeende) kloof tussen burger en gemeente kan er kleiner mee worden. Burgerparticipatie dwingt de gemeentelijke organisatie ook tot een meer dienstverlenende houding en minder werken vanuit macht of ivoren toren. Het draagt in die zin bij tot de doelen van cultuurverandering. Het is daarom van belang om burgerparticipatie structureel te maken en goed te verankeren in de organisatie. Doelgroep van de kadernota is dus niet alleen burgers, maar ook de eigen organisatie” Einde citaat. Hier is geen woord Frans bij.
spaarzaam gebruik van de mogelijkheid om in een geschil de frivool procederende partij in de kosten van het geding te veroordelen. Het sterk gestegen griffierecht en de lagere vergoedingen voor toegewezen advocaten die in de kabinetsplannen zijn voorzien zullen, behalve het ongewenste effect van verminderde rechtstoegang voor serieuze burgers, in ieder geval een extra hindernis zijn voor de querulant. Doel van arbitrage * Kostenbeheersing * Rechtszekerheid * Efficiëntie * Tijdwinst * Maatschappelijk draagvlak * Meer invloed voor de Raad * Juridische Control
Voor wat de Stadspartij betreft, zijn het college en de raad voor wat betreft de doelstellingen over burgerparticipatie glashelder. Daarover bestaat volgens de Stadspartij geen enkele twijfel. De Stadspartij ondersteunt dit beleid dan ook voor meer dan 100 %.
Bijlage 2 De mogelijkheden van arbitrage als juridische procedure in een geschil tussen burger en overheid Wanneer een burger tegen de overheid procedeert, is dat een recht en geen gunst en is de burger meestal in de zwakkere positie. De overheid heeft diepe zakken. Ze beschikt over een advocatenkantoor van goede naam en reputatie en ze heeft vaak alle tijd. Bij de overheden zelf is eveneens juridische kennis in huis. De burger heeft vaak een toegewezen advocaat, van wie aangenomen wordt dat deze zijn best doet. Zijn uren zijn beperkt vanwege de maximale vergoeding. Over bedrijven die in een conflict met de overheid procederen, kan worden opgemerkt dat ook zij afhankelijk van hun draagkracht soms wel, soms niet, over een topadvocaat kunnen beschikken. Waar hier van burgers wordt gesproken is eveneens sprake van bedrijven. Ook zij staan tegenover de overheid in een zwakkere positie. Ook actiegroepen, buurtverenigingen, milieuorganisaties en wat dies meer zij zijn voor zover het deze overwegingen betreft vaak met de geschetste individuele en niet kapitaalkrachtige burger vergelijkbaar. Ook bij de regelmatig optredende querulanten moet arbitrage worden ontraden. Bestuursrechters maken zeer stadjers krant
Organisatie van arbitrage Bestuurlijk juridisch zal het College van Burgermester en Wethouders van Groningen gemandateerd moeten worden om een arbitrage aan te gaan, aan te bieden of af te wijzen. De gemeenteraad zou van een afwijzing schriftelijk op de hoogte moeten worden gebracht om zo de door de gemeenteraad gewenste juridische control te effectueren. Voor de arbitrages zal een Arbitrageverordening nodig zijn. Er zal ook een “College van Arbitrage” moeten worden geselecteerd. Bij geschillen tussen bedrijven is al in een arbitrage en regelgeving voorzien. Deze structuur kan misschien worden nagevolgd. Politiek en bestuurlijk kan men kiezen voor een beperkt aantal limitatief opgesomde mogelijkheden voor arbitrage. Men kan ook omgekeerd redeneren en limitatief vaststellen wanneer arbitrage zeker niet zal worden gezocht. Arbitrage is geen recht zoals een beroep op de rechter maar een overeenkomst tussen twee partijen die snel en goedkoop een oplossing voor hun geschil zoeken. november 2011
21
22
stadjers krant
november 2011
Colofon Stadjerskrant, jaargang 2, nummer 2 november 2011 Secretariaat: Veemarktstraat 78a 9724 GA Groningen www.stadspartijgroningen.nl Uitgave onder verantwoordelijkheid van fractie Stadspartij Groningen Tekst Johan van Gelder Gerard Offerman Anna Riemersma Illustraties Gabor Lodi
stadjers krant
november 2011
23
stadjers
krant
november 2011