Stad Waregem Milieujaarprogramma 2013
pagina 1 van 135
pagina 2 van 135
Stadsbestuur Waregem Provincie West-Vlaanderen
M i l i e u j a a r p r o g r a m m a Gegevens stadsbestuur
Verantwoordelijke dienst
2 0 1 3
Oppervlakte
4 434 ha
Aantal inwoners op 1 januari 2013
36 952
Adres stadhuis
Gemeenteplein 2 8790 Waregem
Burgemeester
Kurt Vanryckeghem
Schepen van leefmilieu
Peter Desmet
Contactpersoon
Milieuambtenaar Bart Van Waelderen
Telefoonnummer
056/62.12.80
Telefax
056/62.12.84
E-mail
[email protected]
Het ontwerp werd vastgesteld in de zitting van het college en burgemeester en schepenen van 7 maart 2013. De minaraad bracht advies uit op 18 maart 2013. Het college van burgemeester en schepenen keurde het document goed in zitting van 28 maart 2013. 0.1. Algemene gegevens
pagina 3 van 135
Inleiding Waregem onderschreef haar eerste milieuconvenant op 12 december 1991. In de loop der jaren werd het lokale milieu- en natuurbeleid bijgestuurd naar een milieubeleid “nieuwe stijl”. De Samenwerkingsovereenkomsten beogen het voeren van een duurzaam lokaal milieubeleid met integratie en participatie als belangrijkste aandachtspunten. De gemeenteraad besliste op 6 december 2011 om voor het werkjaar 2012 opnieuw in te tekenen op het basisniveau uit de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013. In de Samenwerkingsovereenkomst wordt gewerkt rond een 10-tal thema’s, namelijk: instrumentarium, afval, milieuverantwoord productgebruik, water, hinder, energie, mobiliteit, natuur, bodem en duurzame ontwikkeling. Voor alle thema’s zijn er bepalingen opgenomen in het basisniveau. Dit milieujaarprogramma 2013 is het vijfde, en voorlaatste, rapporteringsdocument binnen de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013. Dit document geeft binnen een voorgeschreven rapporteringsframe, op bondige wijze, weer hoe het basisniveau gedurende het voorbije werkjaar 2012 werd ingevuld. Voor bewijsstukken wordt verwezen naar de relevante websites of stavingsdocumenten opvraagbaar via de milieudienst. Aanvullend op de basis wordt per thema een zeer beknopt overzicht gegeven van enkele belangrijke acties die het voorbije jaar ondernomen werden. Bijkomende inlichtingen over deze en andere acties kunnen ingewonnen worden via de milieudienst. Bij een positieve evaluatie voor de basis ontvangt de stad een subsidie van 1,70 euro per inwoner en 1,40 euro per hectare. Voor de praktische uitwerking van het milieubeleid wordt in de eerste plaats beroep gedaan op de milieudienst. De wetgever belast deze dienst immers met een aantal zeer specifieke opdrachten. Een milieubeleid, en in het bijzonder een duurzaam lokaal beleid, belangt niet enkel de milieudienst en de milieuambtenaar aan maar vraagt om een geïntegreerde aanpak. Voor een succesvolle invulling zal een inspanning van verschillende diensten noodzakelijk zijn en blijven. Een vlotte doorstroming van milieu-informatie, goede afspraken, een gecoördineerde aanpak binnen een vooraf opgesteld referentiekader en de inzet van de nodige financiële middelen zijn enkele voorwaarden voor een geslaagd “horizontaal geïntegreerd milieubeleid”.
0.2. Inleiding
pagina 4 van 135
Milieujaarprogramma 2013 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013
De Samenwerkingsovereenkomst beslaat de periode van 1 januari 2008 t.e.m. 31 december 2013. De overeenkomst bestaat uit een basis, een onderscheidingsniveau en een projectmodule. Het is opgebouwd rond 10 thema’s, namelijk: instrumentarium, afval, milieuverantwoord productgebruik, water, hinder, energie, mobiliteit, natuur, bodem en duurzame ontwikkeling. Als de stad de overeenkomst ondertekent, voert zij ten minste de bepalingen van de basis uit. Het onderscheidingsniveau is optioneel. De stad kan in het kader van deze Samenwerkingsovereenkomst voor de vermelde thema’s projecten indienen.
Ondertekening werkjaar 2012
Het College, in zitting van 13 oktober 2011, besliste om in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst, voor het werkjaar 2012, 4 mina-werkers aan te vragen, 1 onder het thema water en 3 onder het thema afval. In samenspraak met de thema-verantwoordelijke binnen het Vlaamse Gewest werd toestemming verleend voor deze laattijdige beslissing. De minaraad bracht op 14 november 2011 navolgend unaniem gunstig advies uit. Er werd Waregem 0,709 VTE toegewezen. De minaraad adviseerde in haar Algemene Vergadering van 14 november 2011 de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst voor het werkjaar 2012 op basisniveau unaniem gunstig. De voorzitter verwijst hierbij naar de uitgebrachte adviezen in 2008, 2009 en 2010. Hier wordt gepleit om op termijn alsnog een duurzaamheidsambtenaar aan te werven en bijgevolg het onderscheidingsniveau te ambiëren. De minaraad wenst haar standpunt uit het verleden te behouden en te herformuleren. De minaraad vraagt de verdere uitbouw van een duurzaam stedelijk beleid en bijzondere aandacht voor een leefbare en groene stad. De gemeenteraad keurde de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 op basisniveau voor het werkjaar 2012 goed in zitting van 6 december 2011, met 25 stemmen voor, 3 stemmen tegen en 2 onthoudingen. Voor 2012 beschikte de stad Waregem nog over een projectenveloppe van 17.385,85 euro voor nieuwe projecten. Er was reeds 1.475,10 euro gereserveerd voor een project van 2011. Er werden 3 nieuwe projectvoorstellen ingediend: - Afvalwegwijs (intergemeentelijk project IMOG) - opmaak van een bomeninventaris - energiezuinige verlichting SBS Beveren-Leie Het intergemeentelijk project van de afvalintercommunale IMOG werd echter afgekeurd.
Rapportering werkjaar 2012
De stad rapporteert jaarlijks over de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst via het milieujaarprogramma. De Vlaamse Overheid bepaalt de inhoudstafel van het milieujaarprogramma en geeft aan welke informatie de stad moet rapporteren. Andere documenten of bijlagen zal de stad ter plaatse bewaren, ter beschikking houden en op eenvoudig verzoek aan de Vlaamse Overheid voorleggen. Het milieujaarprogramma 2013 rapporteert over de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst in het voorgaande jaar 2012. Het milieujaarprogramma wordt voor advies voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de minaraad op 18 maart 2013. Het College van Burgemeester en Schepenen stelt in zitting van 28 maart 2013 het “milieujaarprogramma 2013” definitief vast. Het document wordt voor 1 april 2013 overgemaakt aan het Departement LNE, Afdeling Milieu-integratie en –subsidiëringen.
Evaluatie
0.3. Milieujaarprogramma 2013
Tijdens de evaluatie wordt, indien noodzakelijk, een terreinbezoek georganiseerd en/of kan schriftelijk bijkomende informatie opgevraagd worden bij de stad. De Vlaamse Overheid bezorgt ten laatste tegen 15 november 2013 haar evaluatie aan de stad.
pagina 5 van 135
pagina 6 van 135
1. Thema Instrumentarium 1.1.
1.2.
Basis 1.1.1.
Gemeentelijke diensten
1.1.2.
Handhaving
1.1.3.
MMIS
1.1.4.
Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur
1.1.5.
Gemeentelijk milieubeleid
Acties
1. Instrumentarium
pagina 7 van 135
pagina 8 van 135
1.1.1.
Gemeentelijke diensten
Samenstelling milieudienst De stad rapporteert over het personeel dat meewerkt aan het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid.
1.1.1. Gemeentelijke diensten
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de personen die in 2012 tewerkgesteld waren in de milieudienst met aanduiding van de belangrijkste taken. Medewerker
Functie (taken)
Aanstellingsniveau
% VTE
Bart Van Waelderen
Milieuambtenaar algemeen beleidsondersteunend (adviezen, toelichtingen, beleidsplannen, … naar managementteam, college en gemeenteraad) ondersteuning en begeleiding milieu- en natuurbeleid (rivierherstel Seine-Scheldeproject, Leievallei, stadsrandbos, Park Casier,…) ondersteuning en begeleiding integraal waterbeleid (watertoets, zoneringsplannen, GUP, deelbekkenbeheerplan Gaverbeek, …) dossierbehandeling en vergunningen (milieuvergunningen, natuurvergunningen, bodemsaneringsprojecten, MER,…) opvolging milieuwetgeving samenwerking met andere interne diensten via diensthoofdenoverleg en andere overlegmomenten met technische diensten samenwerking met externe diensten (Leiedal, provincie, VMM, …) verantwoordelijke uitbouw, organisatie en werking milieudienst aanspreekpunt burgers, bedrijven, advocaten, studiebureau‟s, … lid van minaraad, GECORO, GBC, plaatsvervanger Waterschap eindverantwoordelijke invulling Samenwerkingsovereenkomst
A1a – A3a
100 % bezig met gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
Veerle Teirlynck
Hoofdmedewerker milieu verantwoordelijke afval (preventie, selectieve inzameling, containerparken, sensibilatie en acties, compostmeesterwerking, …) verantwoordelijke natuur- en milieueducatie (educatieve koffers, milieuboot, bebloemingsactie, dag van de natuur, …) verantwoordelijke interne en externe milieucommunicatie (Warempel, De Sprong, stedelijke website, stadswinkel, …) milieaanspreekpunt doelgroepenbeleid scholen (MOS, …) aanspreekpunt landbouw (landbouwtelling, subsidies, schade, …) milieuaanspreekpunt interne milieuzorg en duurzaamheid vervanging milieuambtenaar bij afwezigheid administratieve afhandeling dossiers college en gemeenteraad beheer milieudatabanken klachtenbehandeling en opvolging
C4 – C5
Statutair
Statutair
100 % bezig met gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
pagina 9 van 135
Milieuambtenaar De stad rapporteert of de functie van milieuambtenaar in het personeelsbehoeftenplan opgenomen is.
Marc Vandendriessche
Administratief medewerker aanspreekpunt notarissen m.b.t. vervreemding van goederen aanspreekpunt studiebureau‟s en bodemsaneringsdeskundigen met betrekking recente en historische vergunningen, bodemattesen, … opmaak Vlarebo-register via CEMOS en Logis-milieu opmaak register milieuvergunningen via CEMOS en Logis-milieu algemene administratieve taken m.b.t. vergunningen (openbare onderzoeken, adviesvraag, dossierafwerking, verzendingen,…) administratieve voorbereiding en afhandeling subsidies erkenning muziekactiviteiten
C1 – C3
Dominique Dooms
Administratief medewerker inventaris van alle historische vergunningen en attesten interne sensibilisatie energie (Kyoto, Dikke truiendag,…) externe sensibilisatie energie (groepsaankoop, info REG-premies,…) verantwoordelijke uitvoeren huishoudelijke energiescans administratieve voorbereiding en afhandeling REG-subsidies aanspreekpunt FRGE
C1 – C3
Statutair
Contract onbepaalde duur
100 % bezig met gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
100 % bezig met gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
De dienst openbare infrastructuur en mobiliteit is opgesplitst in vier cellen, de cel wegen, verkeer en waterlopen, de cel ruimtelijke ordening en stedenbouw, de cel gebouwen en huisvesting en de cel milieu. De milieuambtenaar is statutair ingeschreven als verantwoordelijke voor de cel milieu, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Dienst openbare infrastructuur en mobiliteit Wegen, verkeer en waterlopen
Ruimtelijke ordening en stedenbouw
Gebouwen en huisvesting
Milieu
1 Verantwoordelijke A1a – 3a
1 Stedenbouwkundig ambtenaar/ verantwoordelijke A1a – 3a
1 Verantwoordelijke A1a – 3a
1 Milieuambtenaar/ verantwoordelijke A1a – 3a
1 Deskundige verkeer B4 – 5
1 Hoofdmedewerker R.O./GIS C4 - 5
2 Controleur werken gebouwen B1 - 3
1 Hoofdmedewerker milieu C4 – 5
1 Techn. & adm. medewerker C1 – 3
2 Adm. medewerker C1 - 3
1 Techn. & adm. medewerker – preventie - C1 – 3
2 Adm. medewerker C1 – 3
1 Adm. medewerker C1 – 3
1 Adm. medewerker C1 – 3
3 Gemeenschapswachten D1 – 3 7 Totaal 1.1.1. Gemeentelijke diensten
4 Totaal
5 Totaal
4 Totaal
pagina 10 van 135
Meldpunt klachtenbehandeling
Centraal meldpunt
De stad rapporteert over het centraal meldpunt voor milieuklachten. Is er een centraal meldpunt aanwezig? Wordt er naar de burger gecommuniceerd? Worden er interne afspraken gemaakt rond 24uurpermanentie? Worden er interne afspraken gemaakt rond uitwisseling van de geregistreerde gegevens over milieuklachten?
De milieudienst is binnen de stedelijke administratieve diensten het aanspreekpunt voor de burger met betrekking tot allerlei klachten over bedrijven, afvalophaling en verwerking, zwerfvuil, sluikstorten, groenaanleg en – onderhoud en leefmilieuproblemen in het algemeen. De milieudienst kan bereikt worden via: kantoorbezoek tijdens ruime openingsuren, namelijk: op maandag, woensdag en donderdag van 8.30 uur tot 12.00 uur en 13.00 uur tot 17.00 uur op dinsdag van 8.30 uur tot 12.00 uur en 13.00 uur tot 18.30 uur op vrijdag van 8.30 uur tot 12.30 uur op elke eerste zaterdag van de maand van 9.00 uur tot 12.00 uur telefoon tijdens de kantooruren briefwisseling centraal geregistreerd in het secretariaat van de stad via een postregistratie en -opvolgingssysteem het algemeen e-mailadres van de milieudienst:
[email protected] een meldingskaart die regelmatig afgedrukt wordt in de regionale pers waarin de stad een eigen pagina heeft met stadsinfo de website van de stad door het invullen van een meldingskaart de stadswinkel waar klachten geregistreerd worden tegen ontvangstbewijs en overgemaakt aan de betrokken dienst. Communicatie met de burger Er wordt op diverse manieren ruchtbaarheid gegeven aan de burger over de communicatiemogelijkheden. Elk jaar wordt door de stad een infogids uitgegeven. Deze wordt bedeeld aan elk Waregems gezin in de maand juni. In deze gids staan o.a. de gegevens van de milieudienst vermeld en de taken waarvoor de burger beroep kan doen op deze dienst. De meldingskaart wordt regelmatig opgenomen in het “Gouden Blad”. Elke week staat er in dit reclamekrantje een volledige pagina stadsinfo. Hierop kan de burger zijn klachten en opmerkingen noteren. Ook via de website komt de burger heel wat te weten over hoe te communiceren met de milieudienst. Naast de gegevens van de milieudienst is er ook een online meldingsformulier te vinden. Aanspreekpunt politiezone en 24-uurpermanentie Binnen hetzelfde gebouw waar de stedelijke administratie is ondergebracht, is ook de lokale politie – MIRA gehuisvest. Het loket van de politie is voor de burger 24 uur op 24 bereikbaar en aanspreekbaar. Binnen de lokale politiezone MIRA is inspecteur Charly Nys, van de milieucel, aangesteld als aanspreekpunt voor o.a. milieuovertredingen. Naast het centrale aanspreekpunt zijn een aantal personen binnen de lokale politie aangesteld als milieucontactpunten (MCP). Het betreft hier personen die zich door vroegere werkomstandigheden verdiept hebben in een bepaalde thematiek (afval, vuurwerk, geluidshinder horeca, enz.) of die door ervaring een vertrouwdheid hebben opgebouwd met een bepaalde regio. Klachten kunnen via het centrale aanspreekpunt worden doorgegeven aan één van de milieucontactpunten voor een snellere en efficiëntere afhandeling.
1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 11 van 135
Uitwisseling gegevens Momenteel worden milieuklachten zowel geregistreerd bij de milieudienst als bij de lokale Politie Zone MIRA. In 2002, 2003 en 2004 vond er werkoverleg plaats tussen enerzijds de milieucel en de milieucontactpersonen uit de politiezone MIRA en anderzijds de milieuambtenaren van de betrokken gemeenten binnen de politiezone, dit met het oog op het bevorderen van de onderlinge samenwerking, het maken van afspraken en het uitwisselen van onderlinge informatie. Deze afspraken gelden nog steeds. Voor milieuklachten die via de gemeentelijke milieudiensten aan de politie worden overgemaakt geeft de milieucel van de politie „feedback‟. De inlichtingen worden overgemaakt aan de burgemeester (t.a.v. de milieudienst) en blijft in beginsel beperkt tot het meedelen van: de aard van het delict, de plaats, eventuele risico‟s voor de omgeving en het notitienummer van het dossier bij het Parket. Daarnaast stelt de milieucel, van de lokale Politie Zone MIRA, een tweewekelijks overzicht op over haar toezicht op milieu- en stedenbouwkundige overtredingen in de zone. Deze lijst wordt ter beschikking gesteld van de burgemeesters. Samenwerkingsverbanden De stad rapporteert o.a. over de taken die door de intercommunale(s) worden uitgevoerd.
De stad Waregem maakt, voor wat het milieugebeuren betreft, deel uit van volgende samenwerkingsverbanden: intercommunale IMOG: afvalbeleid intercommunale Leiedal: algemeen milieubeleid en ruimtelijke ordening waterschap Gaverbeek: deelbekkenbeheer IMOG De Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen zorgt voor de geïntegreerde afvalverwerking van 11 gemeenten: Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kruishoutem, Kuurne, Spiere-Helkijn, Waregem, Wielsbeke en Zwevegem; goed voor ruim 226.000 inwoners. Hiertoe beschikt zij over 2 sites met hun specifieke deelactiviteiten en een uitgebreid netwerk van selectieve inzameling. Een greep uit de activiteiten die samen met de betrokken gemeenten opgezet en uitgebouwd worden: selectieve inzameling, verbrandingsinstallatie, sortering PMD/papier/karton, groencompostering, containerparkwerking, sortering grof vuil/houtafval, deponie, KGA en vorming. Belangrijke aandacht gaat uit naar informatie en sensibilisering via het activiteitenverslag, het jaarverslag, de Nieuwsbrief en de Afvalkrant. Voor wie hierover meer wil lezen verwijzen we naar de website van IMOG. www.imog.be. Daarnaast wordt op regelmatige basis overleg gepleegd met de milieuambtenaren of de administratief verantwoordelijke voor het gemeentelijke afvalbeleid. Het voorbije werkjaar was dit op: - 19 maart 2012 rapporteringen: activiteitenverslag, MJP-input IMOG, … diverse acties: Clean Up, streepjes- en EAN-codes op vuilzakken, een muts voor je dak, Ecovent, … compostmeesterwerking samenwerkingsovereenkomst: stand van zaken intergemeentelijke projecten getrokken door IMOG - 18 juni 2012 containerparkwerking: afroepquotum isomozakken, frituurvetten, injectienaalden, AEEA, vakantiejobs, … diverse acties: oliespook gijzelt containerparken, juni compostmaand, taxusinzameling, zwerfvuil, … - 17 december 2012 studiereis met o.a. bezoek aan het “Ecohuis”.
1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 12 van 135
Leiedal Leiedal ontstond in 1960 op initiatief van de gemeenten van het arrondissement Kortrijk, als intercommunale voor ruimtelijke ordening, economische expansie en reconversie. In de voorbije vijf decennia groeide Leiedal uit tot een veelzijdig intergemeentelijk samenwerkingsverband, dat de brede socio-economische en ruimtelijke ontwikkeling van de regio begeleidt. Lokaal gestuurde ontwikkeling vormt hierbij het sleutelbegrip. Door de samenwerking tussen gemeenten te stimuleren, helpt Leiedal hen om nieuwe kansen en impulsen voor de regio vorm te geven. Voor meer info www.leiedal.be. In de gemeenteraden van 4 december 2007, 5 maart en 2 december 2008 werd beslist een aantal exclusieve diensten aan Leiedal te geven. In de gemeenteraden van 2 september en 1 december 2009 werden bijkomende exclusiviteiten onderschreven. Werkgebied
Toegewezen exclusieve diensten
Ruimte voor bedrijven
Haalbaarheidsonderzoek voor ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen.
Lokaal woonbeleid
Gemeentelijke woonplannen
Stedenbouw
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Gemeentelijke RUP‟s
Milieu, water en energie
Ondersteunen gemeenten in het kader van het waterschap
Landschap, natuur en recreatie
Gemeentegrensoverschrijdende projecten in kader van regionale groenstructuur
Lokaal E-governement
Digitale Regio Kortrijk (website)
Europese samenwerking
Europese projectontwikkeling: definiëring en redactie Financieel- administratieve opvolging van Europese projecten
De intercommunale roept de milieuambtenaren, stedenbouwkundige ambtenaren, de ambtenaren van de technische diensten en de groenambtenaren regelmatig samen in intergemeentelijke werkgroepen rond milieu, water, groenbeleid of andere thematische vergaderingen. Voor 2012 noteren we volgende relevante overlegmomenten: - 23 maart 2012: regionaal overleg milieu (Leiedal, wvi en de provincie West-Vlaanderen) Leidraad duurzaam woonproject Lichtvisie voor het West-Vlaamse platteland Regionale energiestrategie en CO2-nulmeting Mogelijkheden voor hernieuwbare energie bij gemeenten - 18 april 2012: energieneutrale lokale besturen (expertenwerkgroep) Regionale energiestrategie: transitiepad openbare besturen als voorbeeld Een geïntegreerde aanpak om het energieverbruik van gemeenten te verminderen: hoe willen Harelbeke en Kortrijk dit aanpakken? 1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 13 van 135
-
-
-
-
-
21 mei 2012: energieneutrale lokale besturen (expertenwerkgroep) De situatieschets: wat is de toestand, wat zijn de uitdagingen Wat is het transitiepad: wat is de visie op de gewenste veranderingen op lange termijn? Een aantal voorstellen voor acties 28 juni 2012: regionaal overleg milieu (Leiedal, wvi en de provincie West-Vlaanderen) COPRO-gekeurd materiaal in bestekken Toelichting web-loket gemeentelijke inventaris risicogronden Richtlijnen bij en belang van het volledig en ontvankelijk verklaren van een milieuvergunningsaanvraagdossier Nieuwe geluidsnormen vanaf 2013 Omgevingsvergunning 05 juni 2012: overleg groenambtenaren Toelichting intergemeentelijk bomenbeleidsplan 05 juli 2012: regionale energiestrategie (Leiedal) Zuid-West-Vlaanderen energieneutraal in 2050, naar een regionale energiestrategie 25 september 2012: regionaal overleg natuur en milieu (Leiedal, wvi en de provincie West-Vlaanderen) Pesticidenreductie: aandachtspunten huidige en toekomstige regelgeving Gedragscode invasieve soorten ook voor openbare groendiensten Er valt winst te halen uit goed beheerde randen en bermen Inspirerend voorbeeldproject: Maria Hendrikapark te Oostende 19 november 2012: overleg groenambtenaren Toelichting veegborstels Aanpak collectieve aankopen en opleidingen groenarbeiders Provinciaal proefproject inventaris en beheer van grazige oppervlaktes Perspectieven voor een nieuwe bestuursperiode 17 december 2012: regionaal overleg milieu (Leiedal, wvi en de provincie West-Vlaanderen) Beleids- en beheerscyclus: algemene principes Samenwerkingsovereenkomst: evaluatie rapportering 2012, aandachtspunten 2013 Toelichting bij de Tritel-studie milieusubsidies voor gemeenten Bepaling van standpunt voor een gewenste ondersteuning van het lokaal milieubeleid
Waterschap Gaverbeek Waregem is gelegen in het Leiebekken. Samen met de gemeenten Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kruishoutem, Kuurne, Lendelede, Wielsbeke, Wortegem-Petegem, Zulte, Zwevegem, de provinciebesturen van West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen en het Vlaams Gewest vormt Waregem het deelbekken 05-05: Gaverbeek. De overeenkomst tot oprichting van het waterschap “Gaverbeek” werd officieel ondertekend op 16 oktober 2006. Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur werden de vertegenwoordigers in de verschillende organen aangeduid. Bij gemeenteraadsbesluit van 6 februari 2007 werd Peter Desmet als vertegenwoordiger voor het waterschap Gaverbeek aangeduid en Henri Dewitte als plaatsvervanger. De Waregemse schepen van leefmilieu, Peter Desmet, werd door de leden van het waterschap verkozen tot voorzitter.
1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 14 van 135
Het waterschap maakte voor haar werkingsgebied een deelbekkenbeheerplan op en keurde dit goed op 22 september 2008. Op 17 november 2009 werd het deelbekkenbeheerplan goedgekeurd door het Bekkenbestuur en geïntegreerd in het bekkenbeheerplan van het Leiebekken. In uitvoering van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 gaf de Vlaamse Regering op 10 september 2010 haar goedkeuring aan de herziening van het bekkenbeheerplan van het Leiebekken. De herziening gebeurde in het kader van de aanvulling van de plannen met de West-Vlaamse deelbekkenbeheerplannen voor de Grensleie, Heulebeek, Mandel, Devebeek en Gaverbeek. De door het bekkenbestuur goedgekeurde bekkenvoortgangsrapporten voor het Leiebekken zijn raadpleegbaar via www.bekkenwerking.be. Hierin worden de vorderingen van de acties uit het bekkenbeheerplan en de bijhorende deelbekkenbeheerplannen beschreven en wordt ingegaan op eventuele knelpunten. Daarnaast bevatten de rapporten informatie over de werking van de structuren. De tabellen in de bekkenvoortgangsrapporten waarin de stand van zaken gegeven wordt van de uitvoering van acties in de deelbekkenbeheerplannen, worden tevens beschouwd als jaarverslag in de context van de huishoudelijke reglementen van de waterschappen. Verdere info, gegevens en verslagen over de werking van het Waterschap “Gaverbeek” kunnen opgevraagd worden op het secretariaat van het waterschap Gaverbeek, Kris De Smet, Provinciehuis Boeverbos, Dienst Minawa, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Brugge of geraadpleegd worden op de website www.west-vlaanderen.be, rubriek leefomgeving – water.
1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 15 van 135
1.1.2.
Handhaving
Personeel
Toezichthoudende ambtenaren
De stad beschikt in beginsel over tenminste één persoon met een Vlarem-bekwaamheidsbewijs of sluit een overeenkomst af, hetzij met een aangrenzende gemeente, hetzij met een intergemeentelijke vereniging of politiezone waarvan de stad deel uitmaakt.
De milieuambtenaar van de stad Waregem volgde in het werkjaar 1993-1994 een opleiding zoals bedoeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 06 februari 1991, houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning bij de daartoe erkende instelling: West-Vlaamse Politieschool VZW. Het getuigschrift hiertoe werd afgeleverd op 26 mei 1994. De milieuambtenaar, Bart Van Waelderen, werd aangesteld in de stad Waregem overeenkomstig het aanstellingsbesluit van de gemeenteraad van 05 juli 1994. Het toenmalige AMINAL leverde haar bekwaamheidsbewijs af op datum van 22 september 1994. Inmiddels gebeurde er een hernieuwde aanstelling in het kader van het Handhavingsdecreet bij beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 26 april 2012. Het bekwaamheidsbewijs werd afgeleverd door LNE, Afdeling Milieuvergunningen op 25 mei 2012. Ook binnen de toenmalige gemeentepolitie werd door Charly Nys in het werkjaar 1994-1995 dezelfde opleiding gevolgd, eveneens bij de West-Vlaamse Politieschool. Het getuigschrift hiertoe werd afgeleverd op 29 mei 1995. Charly Nys werd als toezichthoudend ambtenaar in de stad Waregem aangesteld overeenkomstig het aanstellingsbesluit van de gemeenteraad van 02 april 1996. Door AMINAL werd een bekwaamheidsbewijs afgeleverd op datum van 09 juli 2002. Inmiddels gebeurde ook hier een nieuwe aanstelling (Politieraad van 17 maart 2009) en erkenning (LNE, Afdeling Milieuvergunningen: 29 april 2009) in het kader van het Handhavingsdecreet. De gemeentelijke politie van Waregem is inmiddels geïntegreerd in de lokale Politie Zone Mira. Binnen deze politiezone, met hoofdzetel te Waregem, heeft thans een bijkomend persoon de opleiding tot gemachtigd ambtenaar gevolgd bij het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Toezichthoudende ambtenaar
Getuigschrift
Aanstelling
Bekwaamheidsbewijs
Bart Van Waelderen (stad Waregem)
26 mei 1994 West-Vlaamse Politieschool
Gemeenteraad: 5 juli 1994 College: 26 april 2012
22 september 1994 25 mei 2012
Charly Nys (politiezone Mira)
29 mei 1995 West-Vlaamse Politieschool
Gemeenteraad: 2 april 1996 Politieraad: 17 maart 2009
09 juli 2002 29 april 2009
Michel Dagrain (politiezone Mira)
23 juni 2008 Prov. Centrum Milieuonderzoek
Politieraad: 19 januari 2010
Samenwerking met de politiezone Mira In het verleden was er een zeer nauwe en goede samenwerking tussen de milieudienst en de gemeentelijke politie van Waregem. De milieudienst zorgde voor de administratieve afhandeling van alle milieuaanvragen, waarbij voor delicate dossiers het advies van de politie werd ingewonnen. Daarnaast bemiddelde de milieudienst tussen exploitant en buren bij conflictsituaties. Flagrante overtredingen en situaties waar bemiddeling niet langer tot resultaat leidde, werden verder behandeld in samenwerking met de gemeentepolitie. Als gevolg van de algemene politiehervorming werd de gemeentepolitie van Waregem opgenomen in de politiezone Mira. Deze zone omvat de gemeenten Anzegem, Avelgem, Spiere-Helkijn, Waregem en Zwevegem. Als gevolg van deze nieuwe situatie werd zowel vanuit 1.1.2. Handhaving
pagina 16 van 135
de stad als vanuit de politie de noodzaak geopperd om nieuwe afspraken te maken en het te voeren beleid in de verschillende gemeenten optimaal op elkaar af te stemmen. Een eerste contact tussen de gemeentebesturen en de politiezone Mira vond plaats op 23 januari 2002, later gevolgd door specifiek overleg met de milieuambtenaren. Naast een aantal algemene praktische afspraken (adviesverlening, administratieve en inhoudelijke ondersteuning, uitwisseling van informatie, rapportering, …) kwam ook het luik milieuhandhaving uitvoerig aan bod. De reguliere werking van de politiezone omvat onder meer de aanpak van milieudelicten (opsporing, vaststelling, onderzoek) zowel kleinschalig met een lokaal karakter als grootschalig, de zogenaamde 'zware milieucriminaliteit' zoals bedoeld binnen het federaal veiligheidsplan. Hiertoe beschikt de politie over een ‘Milieucel’, die rechtstreeks ressorteert onder de stafdiensten. Hieruit blijkt het belang dat binnen de politiezone aan de milieuhandhaving gehecht wordt en biedt de mogelijkheid om de aangesloten gemeenten te ondersteunen in hun handhavingsbeleid. Onlangs werd de hoofdzetel verhuisd van de politiepost Zwevegem naar de politiepost te Avelgem Gemeenteplein 1B, 8580 Avelgem (Tel 056 64 40 05 - Fax 056 64 86 32). Een inspecteur met specialisatie milieudelicten, staat in voor het behandelen van alle dossiers milieudelicten. De milieucel wordt onder meer ingezet voor volgende opdrachten: (niet - limitatieve opsomming) - Deelname aan arrondissementele acties gericht naar milieu. - Inzet als steun bij verkeersacties teneinde milieugerelateerde transporten te controleren en de collega's te adviseren. - Opsporing, onderzoek en opmaken proces verbaal n.a.v. een klacht of ambtshalve vaststellingen. - Advies en ondersteuning aan andere diensten van de zone. - Inventarisatie van probleemgevoelige installaties en inrichtingen. - Multidisciplinaire plaatsbezoeken. - Uitvoeren milieupatrouilles (overlast - nachtlawaai - metingen geluidsoverlast) - Uitvoeren van milieugerichte kantschriften en opdrachten van parket. - Verlenen van adviezen en opstellen van verslagen en dossiers inzake muziekactiviteiten, aanvragen voor éénmalige evenementen en hinderlijke inrichtingen. Om aan bepaalde opdrachten te kunnen voldoen kan de milieucel beroep doen op de medewerking van collega's uit andere diensten binnen de politiezone alsook op de medewerking van externe partners (ANB, FAVV,...) Een specifiek daarvoor uitgerust voertuig staat ter beschikking van de cel om snel met het nodige materieel ter plaatse te raken. De eerder gemaakte afspraken blijven nog steeds ongewijzigd van toepassing. Voor structurele knelpunten en problematische dossiers is er een nauwe samenwerking tussen de milieudienst en de commissaris, de verantwoordelijke van de Milieucel of het lokale aanspreekpunt milieu bij de politie. De politie kan steeds zowel wat vergunningstoestand, vergunningsvoorwaarden, administratieve ondersteuning,… beroep doen op de milieudienst. In functie van de noodwendigheden wordt overleg georganiseerd.
1.1.2. Handhaving
pagina 17 van 135
Pro-actieve controles – planmatige aanpak
Gelet op de eerder beperkte personeelsbezetting van de milieudienst heeft de stad geopteerd om haar proactief handhavingsbeleid te koppelen aan haar bevoegdheid als vergunningverlenende overheid voor klasse 2 inrichtingen.
Een pro-actieve controle moet men beschouwen als een steekproef of waarbij men door middel van een planmatige aanpak een aantal inspecties uitvoert. Deze steekproef kan op verschillende manieren aangepakt worden: per sector (bv garages), per wijk (bv bepaalde industriële zone), per thema (bv mest), per aantal (bv wij stellen minimaal aantal of percentage controles voorop).
De stad ondervindt dat vooral bij oudere vergunningen er een ernstige ontsporing kan ontstaan met het huidige milieuvergunningsdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten Vlarem I en II. Zo zijn tal van inrichtingen en activiteiten bijkomend vergunningsplichtig geworden, terwijl de huidige sectorale vergunningsvoorwaarden strenger zijn dan de teksten gevoegd bij de oude uitbatingsvergunningen. De exploitant is vaak overtuigd vergund te zijn en onwetend over de gewijzigde wetgeving. Klasse 2 inrichtingen hebben geen milieucoördinator en doen, om financiële redenen, zelden beroep op een milieubureau bij het opstellen van een milieuvergunningsaanvraag. Een grondige controle op het terrein, voorafgaand aan het verlenen van de vergunning, wijst de exploitant op ernstige gebreken of snel te verhelpen tekorten, zorgt voor een goed onderbouwd dossier, geeft inzicht in reële en aangevraagde toestand en laat toe passende bijzondere voorwaarden op te leggen.
Een controle in het kader van een aanvraag van een milieuvergunning kan in aanmerking komen als proactieve controle indien er uiteraard een uitgebreide controle ter plaatse plaatsvindt.
De stad voert een bedrijfsbezoek uit bij elke hernieuwing van een milieuvergunning klasse 2 en daar waar zinvol bij aanzienlijke veranderingen of nieuwe inrichtingen (regularisatie bestaande toestand) van klasse 2. Bij elk terreinbezoek wordt een grondige screening gedaan met o.a. aandacht voor volgende elementen: stedenbouwkundige aspecten (gewestplan, BPA of RUP, verkaveling) verzoenbaarheid met plaatselijke ruimtelijke ordening overzicht van de vergunde toestand toetsing van de aangevraagde rubrieken met de vergunde toestand, de beoogde toestand en de toestand vast te stellen in het bedrijf en op het bedrijfsterrein toetsing aan de specifieke sectorale voorwaarden met aandacht voor verbodsbepalingen en afstandsregels opslag gassen en gevaarlijke producten (afstandsregels, inkuiping, attesten,…) huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater aanwezigheid grondwaterwinning/opvang hemelwater preventieve maatregelen bezwaren en milderende maatregelen. Na elk bedrijfsbezoek wordt een verslag opgemaakt, dat tevens dienst doet als advies aan het College van Burgemeester en Schepenen in zijn hoedanigheid van vergunningsverlenende overheid. Tijdens het bedrijfsbezoek worden bij kleine onvolkomendheden of snel te verhelpen situaties mondelinge aanbevelingen gegeven en verwezen naar de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen. Ernstige gebreken leiden tot aangepaste bijzondere voorwaarden of vergunningen op proef, onverenigbaarheden tot gedeeltelijke of volledige weigering. Een dergelijke doorgedreven aanpak als proactieve controle biedt een aantal voordelen: een aanvaardbare taakverzwaring geen bijkomende personeelsbehoefte een spreiding van de controles in de tijd een evenwicht tussen controle en vergunningsaanvragen een ruimtelijke spreiding over het ganse grondgebied een spreiding over de verschillende bedrijfssectoren het uitsluiten van elke vorm van willekeur.
1.1.2. Handhaving
pagina 18 van 135
Reactieve controles
Zowel bij de stedelijke milieudienst als bij de politiezone Mira en de afdeling Milieu-inspectie komen klachten binnen.
Een reactieve controle of inspectie wordt uitgevoerd naar aanleiding van klachten en vragen van burgers en andere partijen. Er is een link tussen de uitgevoerde inspecties en de geregistreerde klachten in het MKROS registratiesysteem.
Van bovenvermelde instanties maakt enkel de milieudienst gebruik van het milieuklachten-, registratie- en opvolgingssysteem (MKROS). De milieudienst gebruikte dit systeem voor het ingeven van zeer specifieke en gerichte klachten en meldingen met betrekking tot geluidshinder, geurhinder, lichthinder, stof- of roethinder, dit al dan niet gerelateerd aan een vergunningsplichtige inrichting of activiteit, evenals klachten waarbij de menselijke gezondheid kon worden aangetast. Vanaf 2011 beschikt de stad ook over een eigen klachtenregister (zie 5. Hinder – 5.1.1. Digitale opvolging van milieuklachten). Bij eenmalige klachten treedt de milieudienst bemiddelend op. Wanneer een dergelijke aanpak niet wenselijk is of binnen een redelijke termijn niet tot een bevredigende oplossing leidt, wordt het dossier overgemaakt aan de Milieucel van de politiezone Mira met het verzoek tot controle over te gaan en de nodige vaststellingen te doen. Voor klasse 1-inrichtingen en klasse 2A-inrichtingen wordt beroep gedaan op de Afdeling Milieu-inspectie West-Vlaanderen.
De stad als lokaal bemiddelaar
Conflictbemiddeling
Bij hinderproblemen, al dan niet veroorzaakt door hinderlijke inrichtingen, treedt de stad op als lokaal bemiddelaar.
Het College en/of de milieudienst bemiddelen binnen de hun toebedeelde taakstelling en mogelijkheden in de spanningsvelden die ontstaan naar aanleiding van aanhoudende hinder of klachten als gevolg van een meldingsplichtige of vergunningsplichtige activiteit of bij leefmilieuproblemen. Wanneer individuele benaderingen, tussenkomsten van de politie of milieu-inspectie niet tot een bevredigende oplossing leiden, neemt de stad haar rol als bemiddelaar op. Buurtbewoner(s), exploitant en toezichthoudend ambtenaar kunnen worden uitgenodigd om in een open gesprek van gedachten te wisselen en gezamenlijk naar een voor alle partijen bevredigende oplossing te zoeken. In de loop van 2012 werd naast tal van informele tussenkomsten in een aantal dossiers een formeel overleg georganiseerd: Klager/beklaagde
Aard van de klacht
Betrokkenen
Drie buurtbewoners
URSA (glaswolproductie)
URSA college milieudienst buurtbewoners (3 woningen) milieucoördinator Milieu-Inspectie
bedrijf college milieudienst verkeersdienst
Buurtbewoners Van-O-Bel (pluimveeslachterij)
1.1.2. Handhaving
witte neerslag (o.a. vlekken op auto’s) geurhinder geluidshinder
klacht bij ombudsdienst eigen website van buurt geurhinder verkeershinder (sluipverkeer/ vrachtwagen) Transvaalstraat hoge snelheid vrachtwagens en auto’s in Transvaalstraat
Resultaat/afspraak
overleg op 26/03, 20/06 en 11/09/2012 opvolging verdere sanering door Milieu-inspectie onderzoek naar mogelijkheid tot aankopen woningen studiebureau:verdere maatregelen geluidshinder opvolging Milieu-inspectie verkeersproblematiek wordt onderzocht door stedelijke verkeersdienst
pagina 19 van 135
Buurtbewoners
DK Rental
hoogtewerkers langs de perceelsgrens geven aanleiding tot visuele hinder geluidshinder afspuiten en laden voertuigen geluidshinder werpen van metaal in containers
buurt exploitant college dienst stedenbouw milieudienst
Buurtbewoners
Café The Steeple
VMM
overtreding aantal toegelaten activiteiten nachtlawaai op openbare weg vervuiling openbare weg
exploitant college milieudienst politie zone MIRA
aangetekend schrijven hoorzitting
lozen in de Leie in plaats van in de Waalshoekbeek
college milieudienst VMM bedrijf studiebureau milieu-vergunningen
overleg 14/05/2012 bespreken verschillende alternatieven
visuele hinder geluidshinder aantasting VEN-gebied slagschaduw
buurtbewoners college dienst stedenbouw milieudienst gemeente Deerlijk
negatief advies bij de milieuvergunningsaanvraag beroepsschrift bij de minister instappen in prodedure bij de Raad van State, opgestart door buurtbewoners
VANELO
Buurtbewoners Windmolenpark langs E17 ter hoogte van Nieuwenhove
overleg 18/04 en 30/05/2012 bedrijf verlaat terrein uiterlijk op 31/12/2013 slagboom belet lossen en afspuiten buiten werkuren deel hoogtewerkers gaan naar andere vestigingen, rest hoogtewerkers maximaal weg van buren
Overleg met Afdeling Milieu-inspectie Traditioneel vindt periodiek een overleg plaats tussen de milieudienst van de stad Waregem en de Afdeling Milieu-inspectie, buitendienst West-Vlaanderen. Het laatste officiële overleg dateert van 21 februari 2012. Er werden enkele hardnekkig aanslepende klachten besproken en voor de lopende dossiers de stand van zaken geëvalueerd. Belangrijk bij dergelijk overleg is een goede doorstroming van informatie tussen klagers, bedrijf en vaststellers. Er mag zeker niet de indruk gewekt worden dat er niets gebeurt, dat overtredingen niet vastgesteld worden, dat bedrijven niet bezig zijn met een lang aanslepend saneringsproces of dat buurtbewoners geen gehoor vinden. Naast de milieudienst werd ook de Milieucel van de politiezone Mira uitgenodigd en kreeg het College de kans om aan dit overleg te participeren. Vaak worden politici op het thuisfront door hun kiezers rechtstreeks aangesproken. Een goede dossierkennis en juiste informatie is dan onontbeerlijk. Een schematisch overzicht van enkele belangrijke dossiers die werden besproken: 1.1.2. Handhaving
pagina 20 van 135
Firma
Aard bedrijf
Aard klacht
Stand van zaken
Ursa
glaswolproductie
geluidshinder witte neerslag (druppels) sporadische geurhinder
Van Thuyne-Ide
betonwerkerij
(3 vestigingen)
Van-O-Bel
pluimveeslachterij
stof geluidshinder herbruik afvalwater gebruik hemelwater verbod op grondwater
geurhinder
schroot is opgeruimd heeft duidelijke inspanningen gedaan positief advies na proef wordt opgevolgd momenteel weinig klachten momenteel geen probleem met afvalwater verkeershinder vrachtwagens hinder door sluipverkeer
Bohez
metaalconstructie
geurhinder spuitwand vroeg laden en lossen
actiefkoolfilter wordt regelmatiger vernieuwd
Goossens
varkensslachterij
sluiklozingen geurhinder naar aanleiding onderhoud biofilter
PV opgemaakt interne riolering aangepast controle afvalwater op het RWZI van Beveren-Leie
Isobar
vervaardigen koelcellen
geurhinder/roetneerslag geluidshinder
geluid beneden norm PV opgemaakt overschrijding stof, NOx en dioxines overgeschakeld op pellets MI zal toch nieuwe dioxinemeting uitvoeren
1.1.2. Handhaving
in opdracht van de Milieuinspectie werd een geurstudie uitgevoerd emissiemetingen binnen de wettelijke normen wordt verder opgevolgd
Matco
inzamelen afvalstoffen
accidentele lozing latex
losplaats aangepast
Kuwait Petroleum
tankstation voor vrachtwagens
mazout in graafsleuf
exploitatie gestopt
pagina 21 van 135
1.1.3.
MMIS
Internetverbinding
Alle administratieve medewerkers van de stad, dus ook de medewerkers van de milieudienst, hebben toegang tot internet.
De diensten betrokken bij het milieu- en natuurbeleid moeten via een internetverbinding vlot toegang hebben tot online milieu-informatie.
Het arbeidsreglement werd goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 8 november 2005 en laatst gewijzigd in de gemeenteraad van 5 mei 2009. Hoofdstuk IX – Gedragscodes regelt o.a. het gebruik van e-mail en internet.
MMIS – Milieu Management Informatie Systeem De stad en de Vlaamse Overheid verzorgen binnen hun bevoegdheden de gegevensinvoer voor diverse databanken. De invoer door de stad in de betreffende databank geldt als beoordelingscriterium. Er is geen verdere rapportering vereist.
Waregem engageert zich om, uiterlijk zes maanden na bericht van de Vlaamse Overheid dat de databank operationeel is, de gegevensinvoer van volgende databanken te verzorgen:
digitaal loket van de Samenwerkingsovereenkomst jaarlijkse inventaris van de gebruikte hoeveelheden bestrijdingsmiddelen in het kader van het pesticidenreductieprogramma milieuvergunningendatabank milieuklachten-, registratie- en opvolgingssysteem (MKROS) gemeentelijke inventaris van risicogronden energieprestatiedatabank
De gegevens worden continu of minstens jaarlijks ingevoerd. MKROS (zie hoofdstuk hinder) en de energieprestatiedatabank (zie hoofdstuk energie) zijn reeds een tijdje operationeel. In 2009 kan de informatie in het kader van “Zonder is Gezonder”, meer bepaald de inventaris van de sproeistoffen ingegeven worden in een databank op het internet. Volgens de contracttekst dienden de gemeenten tegen 01 januari 2010 voor alle VLAREM-besluiten sinds 1991 de oude gegevens voor de gemeentelijke inventaris van risicogronden aan te leveren, alsook de vereiste documenten voor de milieuvergunningen. De milieudienst heeft alle milieuverguningen in het kader van Vlarem al geïnventariseerd. Ze werden niet alleen in gegeven in het pakket CEMOS maar ze zijn ook gekoppeld aan een GIS-applicatie. Van alle vergunnngen is er een digitale versie ingescand van de beslissing en werd deze gekoppeld aan de databank. Deze milieuvergunningendatabank is nog niet operationeel. Voor de gemeentelijke investaris van risicogronden (GI) werd door de OVAM een webloket ontwikkeld. Tegen eind 2013 dienen de gemeenten alle beschikbare informatie in het loket in te geven. Het GI is samen met de informatie die OVAM heeft over bodemsaneringen, bodemonderzoeken… het grondeninformatieregister (GIR). Op basis van het GIR zal de Ovam bodemattesten kunnen opmaken. De stad werkt met het pakket Cemos van OVAM en alle nodige info voor het GI is hierin verwerkt. Cevi is momenteel aan het onderzoeken hoe de ingevoerde informatie op een eenvoudige manier kan getransfereerd worden naar de OVAM.
1.1.3. MMIS
pagina 22 van 135
1.1.4.
Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur
De stad beschikt over een milieuraad die de stad adviseert over het te voeren milieu- en natuurbeleid.
Waregem beschikt over een milieuraad sinds 1980, nadien meermaals aangepast en bijgestuurd. In de gemeenteraad van 2 december 2008 werden de statuten gewijzigd, het huishoudelijk reglement bijgestuurd met het oog op een vlotte werking en de afsprakennota geactualiseerd. Begin 2009 werd de milieuraad omgedoopt tot minaraad en opnieuw samengesteld overeenkomstig de nieuwe statuten. De statuten, het huishoudelijk reglement en de afsprakennota kunnen geraadpleegd worden op www.milieuraad.be/waregem. Het “Jaarverslag minaraad 2012” werd op 18 maart 2013 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de minaraad. Het jaarverslag 2012 is eveneens terug te vinden op www.milieuraad.be/waregem. Het jaarverslag met alle stukken is openbaar en kan geraadpleegd worden op de milieudienst van de stad Waregem. Hoofdstuk 8 van het jaarverslag 2012 bevat een aftoetsing van de werking en samenstelling van de minaraad aan de bepalingen uit de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013.
1.1.4. Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur
pagina 23 van 135
1.1.5.
Gemeentelijk milieubeleid
De stad voert een gemeentelijk milieubeleid op basis van een algemeen beleidsplan waarin een substantieel en herkenbaar luik “leefmilieu” wordt voorzien of op basis van een opgesteld gemeentelijk milieubeleidsplan. Zoniet wordt een visienota “Leefmilieu” opgesteld en goedgekeurd door de gemeenteraad.
1.1.5. Gemeentelijk milieubeleid
Algemeen beleidsplan 2007-2012 De nieuwe bewindsploeg stelde voor de looptijd van de huidige legislatuur het “Beleidsplan 2007-2012” op. Artikel 242bis van het Gemeentedecreet bepaalt immers dat het Schepencollege voor de duur van zijn mandaat een algemeen beleidsprogramma voorlegt, houdende de belangrijkste beleidsplannen. In de gemeenteraad van 3 juli 2007 werd het beleidsplan 2007-2012 vastgesteld. De verschillende beleidsthema‟s komen in dit document aan bod, zo ook milieu. Het volledige beleidsplan is raadpleegbaar op de website van de stad (www.waregem.be/milieujaarprogramma). In de evaluatie van het milieujaarprogramma 2010 bevestigden de evaluatoren dat het luik „leefmilieu‟ in het algemeen beleidsplan voldoende is uitgewerkt.
pagina 24 van 135
1.2. Acties Milieucoördinator op de stedelijke werkplaats
De stedelijke werkplaats heeft sedert 12 april 2007 een klasse-1 vergunning die werd verleend door de deputatie van West-Vlaanderen. De site “stedelijke werkplaats” is voornamelijk een opslagplaats voor verschillende machines en producten die elders op het stedelijk grondgebied ingezet worden. In sommige afdelingen kunnen kleine herstellingen en/of voorbereidende werken worden uitgevoerd. In open lucht is er een wasplaats en een tankplaats voor de eigen bedrijfsvoertuigen, een mini-containerpark voor de tijdelijke opslag van de eigen bedrijfsafvalstoffen en een parking voor de voertuigen. De aanstelling van een milieucoördinator B is vereist omwille van de volgende van toepassing zijnde Vlarem-rubriek 17.3.9.3 : Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, zijnde installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motoren, namelijk de aanwezigheid van 4 verdeelslangen. Vanaf 1 januari 2008 werd Vandelanotte milieu-advies aangesteld om als milieucoördinator op te treden. Begin 2008 is Vandelanotte Milieu-advies gefusioneerd met twee andere adviesbureaus en werkzaam onder de naam Enviro+ bvba. In de zitting van het College van Burgemeester en Schepenen van 2 december 2010 werd de firma Enviro+ nv, Kwadestraat 151 a bus 3132 aangesteld om deze taak opnieuw op zich te nemen voor de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2013. Binnen Enviro+ werd Elsie Dauwe aangesteld als milieucoördinator. De instemming van LNE milieuvergunningen werd ontvangen op 30 april 2008. Om de drie maand komt de milieucoördinator langs voor een plaatsbezoek. Samen met de preventieadviseur, Rudy Dewaele en hoofdmedewerker milieu, Veerle Teirlynck worden alle aspecten rond milieu op de stedelijke werkplaats besproken. Er wordt ook telkens een rondgang gedaan op de volledige site. De milieucoördinator, Elsie Dauwe, formuleert opmerkingen en doet suggesties voor een milieuvriendelijker werking. De plaatsbezoeken in 2012 gingen door op 1 maart, 7 juni, 20 september en 6 december. Het jaarverslag ligt ter inzage op de milieudienst. Naar aanleiding van het nieuwe pompeiland werd een geactualiseerde milieuvergunningsaanvraag ingediend bij de provincie WestVlaanderen op 14 december 2012. Het dossier werd op 20 december volledig en ontvankelijk verklaard. Vóór 14 april 2013 dient de deputatie het dossier te behandelen.
Interne milieuzorg en veiligheid: twee invalshoeken maar dezelfde belangen
Sedert 22 maart 2011 ontving het stadsbestuur Waregem de officiële bevestiging van het behalen van het OHSAS-18001 certificaat. Hiermee is Waregem de eerste stad in België die dit certificaat mag hanteren. OHSAS staat voor Occupational Health & Safety Assessment Series en is een wereldwijd aanvaard label. Wat het gekende ISO9001 is voor kwaliteitszorg, is OHSAS-18001 voor de arbeidsveiligheid en welzijn op het werk. In de industrie zijn er al een aantal bedrijven die dit certificaat dragen (o.a. de staalgroep Umicore, Volvo Europa Truck en Velux), maar de overheid was tot nu nog blanco terrein. Het stadsbestuur legde in het hele traject vooral de nadruk op het personeel van de stedelijke werkplaats. Bij hen zijn de arbeidsrisico's immers het grootst. Het technisch personeel leverde ook de meeste inspanningen om aan de OHSAS-voorwaarden te voldoen. Het 18001-
1.2. Acties
pagina 25 van 135
label is de kers op de taart en een bekroning voor het stadsbestuur en alle medewerkers die daaraan hebben meegewerkt. Het behalen van dit certificaat is een bewijs dat ongevallenpreventie op de stedelijke werkplaats belangrijk is. Niet alleen voor de werknemer maar voor de middelen die gebruikt worden. Opletten voor je eigen veiligheid zorgt automatisch dat er ook meer zorg wordt gedragen voor het milieu. Dus ook het milieu heeft baat bij dit certificaat.
Opvolging vergunningstoestand van de eigen gebouwen.
De stad (of één van de stedelijke vzw’s) is exploitant van heel wat gebouwen en terreinen. Het is een gevarieerd pakket van sporthallen, scholen, containerparken,… Net zoals een bedrijf dient de stad haar verplichtingen na te komen en ervoor te zorgen dat de exploitaties in orde zijn met de milieureglementering. Enkele van onze locaties zijn volgens de indelingslijst van Vlarem I een klasse 1 of klasse 2 inrichting. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de huidige vergunningstoestand. Locatie en aard
Klasse
Vergunningstoestand
Zwembad Meersstraat 5
1
Vergund door de Deputatie tot 23.11.2015
Zwembad Koekoekstraat 26
2
Vergund door de Deputatie tot 28.08.2023
Containerpark Beveren-Leie Leenakkerstraat
2
Vergund door de Deputatie tot 19.10.2026
Stedelijke werkplaats Deerlijkseweg 46
1
Vergund door de Deputatie tot 12.04.2027 Nieuwe milieuvergunningsaanvraag ingediend op 14.12.2012 (zie hoger)
Kunstacademie Olmstraat 27-29
2
Vergund door de Deputatie tot 05.06.2028 Afwijking Vlarem II bij Ministerieel besluit tot 05.06.2028
Schietstand Koning Albertstraat 20
1
Vergund door de Deputatie tot 19.02.2029
Containerpark Waregem Lindestraat
2
Vergund door de Deputatie tot 01.10.2029
De andere locaties zijn minder hinderlijke inrichtingen en zijn dan ook ingedeeld als klasse 3 en meldingsplichtig. 1.2. Acties
pagina 26 van 135
Blijvende aandacht voor communicatie en sensibilisatie.
Website Op 8 januari 2009 werd de nieuwe website plechtig gelanceerd. In 2008 werden er heel wat inspanningen geleverd om milieu-informatie op het net te plaatsen. Maar we wilden geen dode website met gegevens uit de oude doos. De website wordt geregeld geactualiseerd, er worden nieuwe items toegevoegd en via nieuwsberichten wordt er nieuws heet van de naald aan de burger kenbaar gemaakt. Dit item wordt ook gebruikt om de burger te wijzen op zaken die al jaren gebeuren in het daglicht te zetten. Eind 2012 waren er 130 pagina’s en producten die door de milieudienst beheerd werden. Daarvan werden er in 2012 53 pagina’s aangepast of aangemaakt. Daarnaast werden er 20 nieuwsberichten omtrent milieu in de kijker geplaatst. Stadskrant – De Sprong Sedert 2003 beschikt de stad over een eigen stadskrant “De Sprong”. De Samenwerkingsovereenkomst bevat heel wat bepalingen met betrekking tot sensibilisatie, zowel actief als passief, zowel naar de burger als doelgroepen toe. Daar de stadskrant slechts 4 maal per jaar verschijnt is het vaak een moeilijke evenwichtsoefening tussen de sensibilisatieverplichtingen uit de Samenwerkingsovereenkomst en de belangen van andere diensten. Ook de tiende jaargang van de stadskrant kende 5 edities. In 2012 werd onder andere aandacht besteed aan het bijenproject provincie WestVlaanderen, Wereldwaterdag, herinrichting Park Casier, composteren, gierzwaluwen, elektrische oplaadeilanden, Gezond (t)huis, de boerenmarkt en Fair-trade, geluidsnormen muziek, FRGE-leningen en samenaankoop groene stroom. Deze en andere artikels rond leefmilieu kunnen op de website van de stad www.waregem.be worden nagelezen. Beurs Exterieur Voor de tweede maal vond in Expo Waregem de beurs Exterieur plaats. Deze beurs voor tuin en terras wil de bezoeker kennis laten maken met alles wat zich buiten afspeelt. De beurs vond plaats van 13-15 april 2012. Samen met de afvalintercommunale Imog was de milieudienst er aanwezig met een stand. Imog maakte o.a. reclame met tuinafvalbakken, compostbakken en –vaten, verkoop compost en potgrond. De stad Waregem maakt haar subsidies rond natuur en afval bekend. De levende kippen zorgden voor de nodige animo maar waren een prima uithangbord voor onze stand. De compostmeesters waren ook aanwezig met hun expertise om de vragen rond composteren op te lossen. Ook voor 2013 is ons plaatsje al gereserveerd.
1.2. Acties
pagina 27 van 135
pagina 28 van 135
2. Thema Afval 2.1. Basis
2.2.
2. Afval
2.1.1.
Afvalpreventie en hergebruik
2.1.2.
Selectieve inzameling en restafval
2.1.3.
Opruimen achtergelaten afvalstoffen
Acties
pagina 29 van 135
pagina 30 van 135
2.1.1.
Afvalpreventie en hergebruik
De stad rapporteert over de middelen die aangeboden worden in verband met afvalpreventie.
Door de stad worden diverse middelen aangeboden aan de Waregemnaar om afval te vermijden. Anti-reclamestickers : de stickers zijn verkrijgbaar bij de milieudienst en de stadswinkel. Thuiscomposteren : er is een actieve groep compostmeesters die paraat staat voor de demodagen, info aan bewoners, aan scholen. Het jaarverslag van de compostmeesters is terug te vinden op www.waregem.be/milieujaarprogramma Compostvaten, compostbakken,… worden aangeboden aan de burger door de intercommunale Imog. Cijfergegevens vind je in het jaarrapport Waregem-Imog 2012, dat terug te vinden is op www.waregem.be/milieujaarprogramma.
De stad stimuleert het hergebruik van afvalstoffen.
De stad Waregem is vennoot van de afvalintercommunale Imog. In 1995 hebben ze samen met IVMO (nu Mirom) de vzw Kringloopcentrum Zuid-West-Vlaanderen opgericht. Elk jaar wordt door de stad een bedrag van 0,372 euro per inwoner betaald om de werkingskosten van de Kringloopwinkel te ondersteunen. In de regio zijn er 6 winkels (Avelgem, Kortrijk, Menen, Waregem, Wevelgem en Zwevegem). De winkel in Waregem is gevestigd in de Kortrijkseweg 346 te Beveren-Leie. Meer info vind je in het jaarrapport Waregem-Imog 2012, dat terug te vinden is op www.waregem.be/milieujaarprogramma.
De stad voert een passieve sensibilisatieactie uit.
De stadskrant “De Sprong” wordt 5 maal per jaar uitgegeven. In juni 2012 verscheen een artikel over composteren. Met de titel “Trakteer je tuin op een vitaminekuur” werd een oproep gedaan voor de infoavonden rond composteren. Deze werden georganiseerd door de compostmeesters. Een goede composthoop vermindert de afvalberg aanzienlijk en draagt bij tot een gezonde tuin. Het artikel in de stadskrant kan je inkijken via de website www.waregem.be. Door Imog wordt 4 maal per jaar een afvalkrant uitgegeven. Deze afvalkrant wordt huis-aan-huis bedeeld bij alle Waregemse gezinnen. Verschillende thema’s komen aan bod : afvalpreventietips, sorteerregels, diensten van Imog, info in verband met bedrijfsafval,… De behandelde thema’s van 2012 zijn opgenomen in het jaarrapport Waregem-Imog 2012, dat terug te vinden is op www.waregem.be/milieujaarprogramma.
2.1.1. Afvalpreventie en hergebruik
pagina 31 van 135
2.1.2.
Selectieve inzameling en restafval
De stad organiseert de selectieve inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
Huishoudelijke afvalstoffen worden door de stad ingezameld conform het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen. De minimum frequentie en de wijze van inzameling voor de verschillende fracties uit het huishoudelijk afval, zoals opgenomen in tabel van het Uitvoeringsplan worden door Waregem gerespecteerd. Er worden inzamelingen huis-aan-huis georganiseerd, zowel regulier als op afroep. De burger kan terecht op de 2 containerparken van de stad.
Fractie
Inzamelwijze
Inzamelmodaliteit
Frequentie
Huisvuil
huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis huis-aan-huis containerpark glasbollen op wijkniveau containerpark huis-aan-huis containerpark containerpark los opgestelde containers huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis containerpark containerpark containerpark containerpark apotheken containerparken kringloopwinkel huis-aan-huis kringloopwinkel
huisvuilzak container
wekelijks
Grofvuil Papier en karton Glas P.M.D. Textielafval Asbesthoudend bouw- en sloopafval (te storten) Steenpuin inert Groenafval/snoeihout Groenafval/tuinafval/gras Boomstronken Metalen gemengd (oud ijzer) Houtafval KGA + injectienaalden Oude en vervallen geneesmiddelen Afgedankte elektrische en elektronische apparaten Kringloopgoederen
2.1.2. Selectieve inzameling en restafval
maandelijks op afroep tweewekelijks container 1 glasbol/1000 inw. container PMD-zak container container containers zakken initiatiefnemer - privé container big-bag voor asbest container puinzak container gebundeld container tuinafvalbak container container container chemiekluis container zelf brengen ophaaldienst kringloopwinkel zelf brengen
tweewekelijks
4 x per jaar op afroep op afroep 4 x per jaar op afroep 24 of 35 x per jaar - op afroep
op afroep
pagina 32 van 135
De stad sensibiliseert over inzameling bestrijdingsmiddelen.
In 2010 werd aandacht besteed aan het pesticidengebruik onder titel “Gifvrij in huis en tuin”. Deze campagne van de provincie WestVlaanderen samen met de West-Vlaamse afvalintercommunales riep iedereen op om niet alleen minder (en liefst zelfs geen) bestrijdingsmiddelen in de tuin te gebruiken, maar ook om restjes en/of lege verpakkingen in het containerpark binnen te brengen. Op de website van de stad staat is er nog informatieve pagina met als titel “Speel niet met gif in je tuin”. Dit is terug te vinden via www.waregem.be/milieujaarprogramma. .
De stad rapporteert over het restafvalcijfer
De stad zorgt ervoor dat de hoeveelheid restafval gelijk of lager ligt dan de taakstelling restafval op niveau van elke gemeente zoals opgelegd in het vigerende Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen. Taakstelling Ovam : 2008
150 kg per inw. op Vlaams niveau met een max. van 200 kg per inw. op gemeenteniveau
2010
150 kg per inw. op Vlaams niveau met een max. van 180 kg per inw. op gemeenteniveau
Alle afvalcijfers worden gerapporteerd via de Gemeentelijke inventarisatie afvalstoffen 2012 van Ovam. De restafvalcijfers zijn ook opgenomen in het jaarrapport Waregem-Imog 2012, dat terug te vinden is op www.waregem.be/milieujaarprogramma. De stad zamelt hechtgebonden asbesthoudend afval in op het containerpark.
Op de beide containerparken van Waregem kan de Waregemse burger terecht met hechtgebonden asbesthoudend afval. In het retributiereglement containerparken, goedgekeurd in de gemeenteraad van 3 november 2009, is de retributie vastgelegd voor asbest. “Voor de fractie asbestcement wordt een retributie geheven van 0,20 euro per kg. Er is een vrijstelling van retributie voor de eerste 100 kg die wordt aangevoerd per beurt met een maximum van 200 kg per gezin en per jaar.” In de afvalgids van Imog, die werd uitgegeven in december 2012, werd het asbestcement onder de loupe genomen. Hoe met asbest omgaan en waarheen met dit gevaarlijke afval zijn zaken die aan bod komen.
De stad verwerkt het bermmaaisel overeenkomstig het Vlarea.
Het maaien van de bermen wordt door de stad uitbesteed aan een aannemer en dit op basis van een onderhandelingsprocedure. In het technische bestek is bij afvoeren van het maaisel de volgende verplichting opgenomen : “Het verwijderen van het maaisel gebeurt door en ten laste van de aannemer of zijn aangestelde en dit overeenkomstig de wettelijke bepalingen. De aannemer zal de bestemming van het bermmaaisel en de hoeveelheid afgevoerd bermmaaisel meedelen aan de stad. Alle maaisel dat op de verharding van rijwegen, fietspaden of voetpaden terechtkomt dient onmiddellijk verwijderd te worden;” De opdracht voor het maaien van de bermen werd in 2012 uitbesteed aan bvba Audenaert, Veldmeerstraat 31 uit Laarne.
De stad voert een passieve sensibilisatie uit over selectief slopen en sorteren aan de bron.
Door de afvalintercommunale Imog werd in december 2012 een afvalgids uitgegeven. Naast allerlei sorteerregels, info over containerparken is er ook aandacht besteed aan bouw- en sloopafval. De diverse fracties die ontstaan uit bouw- en sloopafval zoals vlak glas, PVC, hout, gips, metaal en schroot, asbestcement werden uit de doeken gedaan. Voor het resterend afval werd het onderscheid gemaakt tussen recupereerbaar en niet-recupereerbaar. Deze afvalgids is terug te vinden op de website via www.waregem.be/milieujaarprogramma.
2.1.2. Selectieve inzameling en restafval
pagina 33 van 135
2.1.3.
Opruimen achtergelaten afvalstoffen
Het sluikstortbeleid van de stad.
De Waregemnaar verwacht van het stadsbestuur dat ze de nodige maatregelen neemt om zwerfvuil en sluikstorten te vermijden. Elke vorm van ontwijkgedrag moeten we proberen in de kiem te smoren. Sluikverbranden gebeurt nog steeds ofwel in de tuin ofwel via een “allesverbrander” in de woning. Het zijn vooral de buren die hier de nodige signalen moeten geven. Het verbranden van allerlei afval kan voor de directe omgeving voor diverse ongemakken zorgen, zoals geurhinder en roetneerslag. Ook de dioxines die daardoor in de lucht terecht komen zijn schadelijk. Bij meldingen van afvalverbrandingen door buren probeert de milieudienst te bemiddelen. De stad wijst de “sluikstokers” op de illegaliteit van deze activiteit en de gevolgen voor hun eigen gezondheid. Voor blijvende problemen wordt overleg gepleegd met de betrokken wijkagent. Zwerfvuil wordt vaak onbewust achtergelaten door de burger. Het geeft wel een slordige indruk en creëert een gevoel van onveiligheid. Om zwerfvuil te vermijden is op gemeentelijk niveau, naast de zorgvuldig ingeplante vuilnisbakken in de stedelijke omgeving, een systeem van blikvangers opgezet in de meer landelijke gebieden en langs fietsroutes. Wekelijkse en maandelijkse zwerfvuilrondes zorgen ervoor dat alles binnen de perken wordt gehouden. Opruimacties door verenigingen, scholen, enz. kunnen steeds op de nodige logistieke steun van de stad rekenen. De provincie West-Vlaanderen en de afvalintercommunales proberen al jaren sensibiliserend te werken rond de zwerfvuilproblematiek. Zo was er in 2012 de succesvolle “let’s do it in de vuilbak”-campagne van de West-Vlaamse intercommunales en de provincie. Met de jongeren als doelgroep probeerden ze ook leuke aan iets de vuilnisbak gooien te accentueren. Meer info op www.letsdoitindevuilbak.be Sluikstorten springt dan weer het meest in het oog. Bepaalde burgers gaan bewust hun afval op plaatsen deponeren waar dit niet mag. Glasbollen is de favoriete plaats maar blikvangers en straatvuilnisbakjes ontsnappen niet aan de Waregemnaar die met zijn of haar fiets een winkelzakje met afval erin gaat deponeren of ernaast zet. Deze locaties worden door de stadsdiensten of Imog regelmatig aangedaan voor het ledigen van de glasbol of vuilnisbak. Daardoor stapelen de problemen zich op die plaatsen niet op. Moeilijker zijn de plaatsen waar weinig personen langskomen. Voor deze locaties moeten wij een beroep doen op een milieubewuste burger die dit aan de stad meldt. Localiseren en opruimen is belangrijk maar nog beter is dat de we asociale burgers kunnen bekeren. Communicatie is belangrijk, blijvend sensibiliseren en inspelen op acties van hogere overheden zijn maar enkele middelen. Maar hardnekkigen worden enkel bereikt als er repressief wordt ingegrepen. Daarvoor werd er in de gemeenteraad van 5 maart 2002 een belastingsreglement vastgesteld op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire wijzen en /of plaatsen en/of tijdstippen. De afvalstoffen worden onderverdeeld in 5 soorten, rekening houdend met enerzijds het gewicht en anderzijds de inhoud of omvang. De boete kan oplopen tot 400 euro.
De stad kan financiële ondersteuning vragen.
In het kader van de Samenwerkingsovereenkomst kan de stad aanspraak maken op een financiële ondersteuning van Ovam voor het opruimen van achtergelaten gevaarlijke afvalstoffen. De sluikstorten die door de stad in 2012 werden opgeruimd zijn allemaal niet gevaarlijke afvalstoffen. Er werd dan ook geen beroep op de mogelijkheid gedaan.
2.1.3. Opruimen achtergelaten afvalstoffen
pagina 34 van 135
2.2
Acties
Afvalpreventie De stad organiseert elk jaar een kippenactie
Bijna de helft van het huisvuil bestaat uit groenten-, fruit- en tuinafval (GFT). Composteren is de meest ecologische en de meest economische manier om met dit afval om te gaan. Hierbij verkrijgt men compost als nieuwe grondstof. Echter niet de totale GFT-fractie komt voor composteren in aanmerking. Alleen rauw GFT-afval kan tot compost verwerkt worden. Bijkomende systemen zijn dus nodig om deze afvalfractie nog te doen verminderen. Reeds enkele jaren organiseert Imog een kippenactie. Sedert 2004 doet de stad daar een schepje bovenop door de Waregemse burger een subsidie te verlenen van 1 euro per kip met een minimum van 2 en maximaal 5 kippen per gezin. De subsidie wordt rechtstreeks verrekend bij de deelnemende handelaars door het afgeven van een bonnetje dat in de afvalkrant van Imog staat. In 2012 ging de actie door van 15 maart tot 30 mei. Hieronder vind je een overzicht van de verkochte kippen met subsidie per verkooppunt. 2010 Tom & C°
Afvalpreventie De stad verleent een subsidie voor het gebruik van herbruikbare luiers
2011
30
33
-
Aveve
299
330
265
Groenservice Hooghe
114
88
116
Totaal
443
443
381
“Goed voor uw baby! – Goed voor het milieu!” is de slogan waarmee het stadsbestuur herbruikbare luiers wil promoten bij jonge ouders. Wie kiest voor katoenen luiers helpt immers de afvalberg te verkleinen. Namelijk 5,7% van het restafval bestaat uit wegwerpluiers. Terwijl elk kind over zijn gehele luierperiode 1,4 ton afval aan wegwerpluiers produceert. Cijfers om even bij stil te staan, maar ook om iets aan te doen. De gemeenteraad keurde daarom een subsidiereglement goed om het gebruik van herbruikbare luiers aan te moedigen. De stad voorziet in een tussenkomst van 50% bij aankoop of huur van herbruikbare luiers of bijbehorende benodigdheden met een maximum van 125 euro. Het volledige reglement is terug te vinden op het website van de stad Waregem : www.waregem.be. Een kort schematisch overzicht van de uitbetaalde subsidies: 2010 Aantal aanvragen Bedrag subsidie
2.2. Acties
2012
2011
2012
4
5
7
492,50 euro
553,15 euro
646,67 euro
pagina 35 van 135
Afvalpreventie
In Waregem is er een goede groep compostmeesters actief sinds 1999. Zij promoten het thuiscomposteren bij de burger.
De stad ondersteunt de compostmeersterwerking en heeft een demoplaats composteren
Bij de verhuis van het containerpark kregen ook de compostmeesters daar een nieuwe stek. Met vereende compostmeesterskrachten werd de nieuwe demoplaats een feit. Er is naast composteren ook aandacht besteed aan het kringlooptuinieren. Een klaslokaal werd ingericht voor het geven van infoavonden, compostlesjes en vergaderingen. Naast de traditionele demodagen zijn onze compostmeesters ook actief in scholen, op infoavonden, op de markt of de beurs Exterieur. Daarnaast zijn er ook nog acties die Imog organiseert zoals tuinexpo en openbedrijvendag. Een volledig overzicht vind je in het jaarverslag dat terug te vinden is op de website www.waregem.be/milieujaarprogramma.
Illegaal ontwijkgedrag Nette Regio
Het project „ Nette Regio‟ of „Team Rudy‟ was in 2011 een innovatief project. Nieuwe beleidsondersteunende middelen werden uitgewerkt (= de netheidsbarometer en vuilnisbakjesbeleid) en gekoppeld aan de uitvoerende krachten van de sociale economie. In 2012 wordt dit geslaagd initiatief verder gezet met middelen uit het Europees project SWAP-now, een OVAM-project en de Imogbegroting. In Waregem werkte het sociale economie bedrijf „Tandem‟ tussen maart en november: 939,5 +78 uren. De taken die werden uitgevoerd zijn: het opruimen van zwerfvuil, opvolgen van de ledigingsgraad vuilnisbakken, onderhoud vuilnisbakken, ondersteunen opruimactie scholen en de netheidsbarometer tellen.
Illegaal ontwijkgedrag Netheidsbarometer
De netheidsbarometer is een objectief meetinstrument om de netheid van steden en gemeenten te bepalen. Meten is weten, en de netheidsbarometer vertelt ons “Wat is vuil?”. Dankzij de netheidsbarometer kan er gewonnen worden aan efficiëntie van middelen en mankracht, en natuurlijk aan netheid. Per gemeente werden 30 straten gekozen, waar over een afstand van telkens ongeveer 100 meter geteld wordt. Er worden 4 factoren geteld, die samen het netheidsbeeld van een straat bepalen.:
Zwerfvuil sluikstorten foutief aangeboden huisvuil externe factoren
Het resultaat van de netheidsbarometer is een score van deze 4 factoren, telkens gequoteerd op 20 punten. Waregem scoort voor de totale netheid 17,8/20 wat een erg mooi resultaat is. Dit cijfer is in 2012: 17,7/20 t.o.v. 18,3/20 in 2011, in 2012 werd er echter 10 keer gemeten t.o.v. slechts 3 metingen in 2011. Externe factoren die het netheidsbeeld negatief beïnvloeden zijn voor Waregem voornamelijk onkruid, vuile/kapotte bestrating en verstopte riool; en soms afval van bouwwerken. De scores variëren tussen de 12 en 20 op 20 wat gemiddeld tot zeer goed is. De gemiddelde score voor externe factoren is 16,9/20. De gemiddelde score voor externe factoren in 2011 is 18,8/20 t.o.v. 16,3/20 in 2012. De scores voor sluikstorten zijn erg goed, altijd minimum 18 op 20 betekent een nette straat. De gemiddelde score voor externe factoren is 19,3/20. Verkeerd aangeboden huisvuil komt zelden tot nooit voor. Inwoners kennen dus goed de regels van de huisvuilophaling. De gemiddelde score voor verkeerd aangeboden huisvuil is 19,9/20. Zwerfvuil blijft het zwakke broertje van de 4 netheidsfactoren. Met scores tussen de 12 en 17 op 20 zijn de resultaten voor netheid van de straten tolereerbaar tot goed. Er is geen duidelijke evolutie te zien overheen de maanden. De gemiddelde score voor zwerfvuil is 15,1/20 (in 2011: 15,2 en in 2012: 15,1).
2.2. Acties
pagina 36 van 135
Illegeaal ontwijkgedrag
“Mijn poedel doet zijn behoefte in de voortuin van de buren.”
Mijn kakje gaat in een zakje
“Op gras verteerd het kakje van Samson toch, waarom moet ik dit dan opruimen.” “De drol oprapen van mijn hond? Daar hou ik mij niet mee bezig.” Met deze quotes probeerden we de burger met zichzelf te confronteren. Want er zijn heel wat Waregemnaars die de behoefte van hun viervoeter zomaar op het trottoir, speelvelden, grasvelden achterlaten. Nochtans vindt niemand het leuk om te slalommen rond hondendrollen. En als je een poortje mist dan zijn de gevolgen niet geurloos. Een drol is zwerfvuil hoe klein het ook is. Het is niet alleen een visueel probleem. Het is een infectiebron vormt voor spelende kinderen. Zo is de hondenspoelworm de drager van bacteriën die onder andere verschijnselen als ademhalingsstoornissen en hersenvliesontsteking veroorzaakt. Er is slechts één verantwoordelijke in dit ongemak en dit is de eigenaar van de hond. Hij is immers verplicht om de hondenpoep direct op te ruimen. Om van de hondenbezitter niet het verwijt te krijgen dat er geen oplossingen zijn voor de drol van zijn lievelingsdier zorgt de stad voor de nodige infrastructuur. Er werd geïnvesteerd in 10 speciale hondenpoepvuilnisbakjes met bijhorende dispenser voor zakjes (kostprijs 5000 euro). Deze zakjes zijn handige opruimers voor éénmalig gebruik en veroorzaken geen besmeuring aan de handen. Het is bovendien milieubewust en wordt gemaakt uit goedkope grondstoffen. Deze vuilnisbakjes worden geplaatst op locaties waar veel honden worden uitgelaten. In eerste fase is dit achter Ten Anker aan de kant van de Potegemstraat, speelplein van de Paardewijk (Drafstraat), de Kernelle in Beveren-Leie,… Later ook in Park Casier en het nieuwe park in Sint-Eloois-Vijve. Burgers kunnen ook steeds voorstellen doen van hondenpoepgevoelige plaatsen. De plaatsing van de overige hondepoepvuilnisbakjes gebeurt in het voorjaar 2013. Er is een communicatiecampagne opgezet naar analogie met het peukenproject. Onze huiscartoonist heeft opnieuw voor een mooie tekening gezorgd met in de hoofdrol een witte fox-terrier die een koningspoedel de les spelt. Deze affiches worden ook op borden geprint en worden aan de hondenpoepvuilnisbakjes geplaatst. Om de aandacht te schenken aan het probleem wordt er ook een affichecampagne georganiseerd. Elk burger die een „t‟is proper‟-affiche voor zijn of haar raam hangt dingt mee naar één van de 3 waardebonnen van de Oxfam-wereldwinkel. Voor deze actie werd een project ingediend in het kader van Samenwerkingsovereenkomst. De rapportering van het project zal gebeuren tegen oktober 2013.
2.2. Acties
pagina 37 van 135
pagina 38 van 135
3. Thema milieuverantwoord productgebruik 3.1.
3.2.
Basis 3.1.1.
Milieuverantwoord productgebruik binnen gemeentelijke diensten
3.1.2.
Passieve sensibilisatie
Acties
3. Milieuverantwoord productgebruik
pagina 39 van 135
pagina 40 van 135
3.1.1.
Milieuverantwoord productgebruik binnen gemeentelijke diensten
De stad implementeert het gebruik van duurzaam geëxploiteerd hout in de werking van de eigen stedelijke diensten. De stad neemt standaard in elk bestek voor de aankoop van hout en houtproducten het standaardbestekvoorschrift duurzaam geëxploiteerd hout op. De Vlaamse overheid stelt dit standaardbestekvoorschrift ter beschikking van de gemeenten.
In het standaardbestek 250 versie 2.1. wordt onder hoofdstuk 3 materialen meer bepaald artikel 50.1.3. uitgelegd wat een FSC of gelijkwaardig label is. Hierdoor moet de stad geen bijkomende uitleg verschaffen als dit label voor hout wordt gevraagd. In de algemene bestekken voor de aankoop van speeltoestellen en meubilair zijn voorwaarden opgenomen indien gebruik wordt gemaakt van houtproducten. De aannemer of leverancier dient FSC-gelabeld hout aan te bieden, tenzij niet beschikbaar op de markt. Ook bij aankoop van papier en papierwaren wordt gekozen voor producten met FSC-label. Het gebruik van FSC-gelabeld hout raakt meer en meer geïmplementeerd in de werking van de stadsdiensten. Voor grote werken en aankopen is het een doodgewone zaak geworden. Alleen bij kleinere werken wordt dit hout aangekocht bij lokale leveranciers, die niet zo’n uitgebreid gamma in voorraad hebben. Onderstaand overzicht heeft een overzicht van hout of houtprodcuten die werden aan gekocht in 2011. Bij elk product is de Chain Of Custody-nummer (CoC) of Programme for the Endorsement of Forest Certification-nummer (PEFC). Overzicht aankopen 2012 Aard
De stad neemt het gebruik van gekeurd breekpuin op in bestekken.
PEFC-nummer of CoC nummer
Papierwaren
FSC-C008924
FSC-C002321
Papierwaren
FSC C104558
PEFC 10-31-714
Hout
SGS-COC-000601
Grote wegeniswerken, rioleringswerken en eigen bouwwerken worden steeds uitbesteed. Aan de diensten “wegen, waterlopen en verkeer” en “gebouwen” werd gevraagd de nodige aandacht te besteden in de bestekken m.b.t. het gebruik van COPRO-gekeurd breekpuin of breekpuin met gelijkwaardige kwaliteitslabels. Voor kleinere werken, die door de eigen werklieden worden uitgevoerd, worden bouwmaterialen bij plaatselijke firma’s aangekocht. Het breekpuin wordt gekocht bij handelaars die een COPRO-keuring kunnen voorleggen.
3.1.1. Milieuverantwoord productgebruik binnen gemeentelijke diensten
pagina 41 van 135
3.1.2.
Passieve sensibilisatie
De stad voert een passieve sensibilisatie over het milieuverantwoord productgebruik van één of meerdere van de volgende producten : Duurzaam geëxploiteerd hout, compost, breekpuin, materialen uit gerecycleerde kunststoffen, kantoormaterialen, cateringproducten, biologische producten, schoonmaakmiddelen, houtverduurzamingsmiddelen, verven en vernissen.
De Sprong nr 2 – trakteer je tuin op een vitaminekuur Composteren is een natuurlijk proces. GFT-afval zelf composteren is zeer belangrijk in kader van afvalpreventie, maar het heeft ook een meerwaarde voor je eigen tuin. Op 6 en 20 juni werden er infoavonden gegeven over het gebruik van compost en kringlooptuinieren. Het artikel met de oproep tot deelname is terug te vinden via de website www.waregem.be/milieujaarprogramma. Afvalkrant nr 50 juni 2012: Nieuw leven in de kringloop In het artikel werd aandacht besteed aan compost en zijn mogelijkheden. Hoe en waar je compost en potgrond kan aankopen en de infosessies die worden gegeven in het kader van Juni compostmaand. Deze afvalkrant kan geraadpleegd worden via de website www.waregem.be/milieujaarprogramma. Website Stad Waregem Op de website van de stad is onder het thema milieu een hoofdstuk milieuverantwoord productgebruik toegevoegd. Momenteel staan er volgende pagina’s over milieuverantwoord productgebruik op onze website:verven en vernissen, verduurzaamd hout, compost en Copro. De pagina’s zijn terug te vinden via de website www.waregem.be/milieujaarprogramma.
3.1.2. Passieve sensibilisatie
pagina 42 van 135
3.2.
Acties
De stad koopt materialen uit gerecycleerde kunststof aan.
Sedert enkele jaren wordt voor de aankoop van banken gekozen voor producten uit gerecycleerde materialen. In het verleden werden reeds kunststofbanken aangekocht bij de firma Placora. Deze banken zijn gemaakt uit gerecycleerde plastics. Deze banken zijn onderhoudsvrij en hebben een lange levensduur. Ook voor paaltjes wordt gekozen voor producten uit gerecycleerde kunststoffen.
De stad koopt groene benzine aan
Sinds 2007 werken een aantal machines van de technische dienst met groene benzine. Het product (Aspen 2T) is een kant en klare tweetakt benzinemix, waaraan 2 % volsynthetische olie toegevoegd is. Het is een speciaal ontwikkelde alkylaatbenzine voor kleine luchtgekoelde tweetaktmotoren van alle merken. Omdat tweetaktmotoren veel schadelijke uitlaatgassen uitstoten en men de uitlaatgassen direct inademt, is het gebruik van Aspen 2T aan te bevelen. Het bevat vrijwel geen voor de mens schadelijke stoffen, zoals benzeen, tolueen en zwavel. Hierdoor zijn zowel de brandstofdampen als de uitlaatgassen beduidend minder schadelijk. De machine loopt beter, doordat deze inwendig veel minder vervuild raakt. Er is namelijk veel minder koolvorming. Men bespaart dus op de langere termijn op onderhoudskosten en op de gezondheid. De schone brandstof is geschikt voor kettingzagen, bosmaaiers, heggenscharen, bladblazers, etc.
De stad koopt milieuvriendelijke onderhoudsmiddelen
Voor het onderhoud van de stedelijke gebouwen worden de milieuvriendelijke producten van Werner & Mets gebruikt. De Tana professional Green Care-gamma heeft een breed gamma van producten. Deze producten zijn ook opgenomen in de milieukoopwijzer en hebben 3 duimpjes. In hun categorie is het de meest duurzaamste koop. De onderhoudsdames werken graag met deze producten en ze zijn zeer efficiënt.
De stad gebruikt Vlaco-compost
Voor de groenzones van de stad wordt gebruikt gemaakt van Vlaco compost. Onze afvalintercommunle Imog heeft voor haar composteringsinstallatie in Zwevegem-Moen een Vlaco-keurmerk. Deze compost is een ideale bodemverbeteraar. Zowel bij de aanplant en het onderhoud is de efficiëntie bewezen. Compost zorgt er ook voor dat de grond niet uitdroogt.
De stad gebruikt milieuvriendelijke verf
Momenteel is er een heel groot gamma van verven. De ene soort is al milieuvriendelijker dan de andere. Bij schilderwerken in eigen regie worden veel synthetische verven gebruikt. Er wordt wel zo veel als mogelijk gekozen voor verven die mogen aangelengd worden met water. De meeste verven die bij ons in gebruik zijn, zijn deze van Boss Paints. Bolatex en Hydrosatin zijn beide acrylaatverven en waterverdunbaar die voor binnenmuren kunnen gebruikt worden. Als basis wordt dan de watergedragen Optiprim gebruikt. Ook voor het verven van zebrapaden en wegmarkeringen wordt watergedragen verf gebruikt.
3.2. Acties
pagina 43 van 135
pagina 44 van 135
4. Thema Water 4.1.
4.2.
4. Water
Basis 4.1.1.
Pesticidenreductie
4.1.2.
Passieve sensibilisatie
Acties
pagina 45 van 135
pagina 46 van 135
4.1.1.
Pesticidenreductie
Pesticidenreductie Risico-evaluatie
Het Vlaams Parlement besliste in 2001 om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen voor het beheer van de openbare ruimte drastisch te verminderen. Er kon gekozen worden voor een nulgebruik vanaf 2004 of een stapsgewijze afbouw. Waregem koos voor deze laatste aanpak en stelde een reductieprogramma op voor een geleidelijke afbouw tegen 31 december 2014, bestaande uit drie actieprogramma’s. Het derde actieprogramma loopt over de periode 1 juli 2009 – 31 december 2014. De verschillende actieprogramma’s werden als bijlage opgenomen bij eerdere milieujaarprogramma’s. Tijdens de periode van geleidelijke afbouw wordt tijdelijk en pleksgewijze enkel gebruik gemaakt van gedoogde chemische bestrijdingsmiddelen. Dit zijn chemische bestrijdingsmiddelen die na uitvoering van een risico-evaluatie, een aanvaardbaar risicoprofiel vertonen ten aanzien van mens en milieu. De Vlaamse overheid publiceert een jaarlijks aangepaste lijst van gedoogde producten op www.zonderisgezonder.be. Bij aankoop van nieuwe bestrijdingsmiddelen wordt deze lijst geraadpleegd door de pesticidenreductiecoördinator. In het College van Burgemeester en Schepenen van 12 februari 2009 werd Jean Vincent aangesteld als nieuwe coördinator pesticidenreductie. De pesticidenreductie-coördinator fungeert als aanspreekpunt en coördineert de uitvoering van het reductieprogramma. Artikel 7§1 van het uitvoeringsbesluit van 19 december 2008, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 23 januari 2009, stelt dat jaarlijks voor 1 april een inventaris met “gebruikte bestrijdingsmiddelen”, met vermelding van het type behandelde oppervlakte, de productnaam met erkenningsnummer, de hoeveelheid en de oppervlakte, en “niet-chemische alternatieven” moet worden ingegeven op een elektronisch formulier dat de Vlaamse Milieumaatschappij ter beschikking stelt. Voor het werkjaar 2012 werden de inventaris-gegevens via deze webtoepassing ingevoerd. De rapportering en evaluatie gebeurt op basis van de invoer in de databank. Verdere rapportering in het milieujaarprogramma is niet vereist.
Pesticidentoets
Nieuw in het uitvoeringsbesluit van 19 december 2008 is de pesticidentoets. Het louter vervangen van chemische bestrijdingsmiddelen door alternatieven geeft niet altijd de gewenste resultaten. Vaak is de openbare ruimte niet optimaal aangelegd voor een pesticidenvrij beheer. Op plaatsen waar nog geen nulgebruik haalbaar is, is een omvorming van het openbaar domein nodig. Ook nieuwe ontwerpen moeten met de nodige aandacht bestudeerd worden zodat kruidgroei vermeden wordt en een niet-chemisch beheer mogelijk is. De leidraad pesticidentoets voor het ontwerpen en omvormen van groenzones en verhardingen met het oog op een pesticidenvrij beheer is beschikbaar via www.zonderisgezonder.be. Deze leidraad kan gebruikt worden als checklist. De aanbevelingen zijn afgestemd op de richtlijnen van het Harmonisch Park- en Groenbeheer, Natuurtechnische Milieubouw en op de principes rond waterberging en het voorkomen van wateroverlast. De toepassing van de pesticidentoets is verplicht vanaf 1 juli 2009. De rapportage bevat per gerealiseerd omvormingsproject: - de naam (of beschrijving) van de locatie - de ligging - de oppervlakte - een beknopte beschrijving van de toegepaste aanbevelingen uit de leidraad pesticidetoets. Een bondig overzicht van de belangrijkste omvormingsprojecten in het plantseizoen 2012-2013 is hierna opgenomen.
4.1.1. Pesticidenreductie
pagina 47 van 135
Beschrijving
Ligging
Opp.
Pesticidentoets
Renovatie omgeving Boothuis - oude, verwilderde struiken rooien - nieuwe beplanting
Stadionvijvers
300 m²
- soorten met een bodembedekkende habitus - keuze van een aangepaste plantdichtheid - mulchlaag om de kruidgroei te beperken
Renovatie groenzone - oude struiken gerooid wegens te groot, te kaal en onkruidgroei - bomen blijven behouden - gras ingezaaid onder de bomen
Mussekouter (deelproject)
600 m²
- zorg voor een aangepaste bedekking van boomspiegel
Renovatie groenzone - woekerende planten verwijderen - gras zaaien
Dompelperk
300 m²
- zorg voor een aangepaste bedekking van boomspiegel
Aanleg groenzone centrumschool - gras zaaien ipv dode struiken
Zuiderlaan
200m²
- zorg voor een aangepaste bedekking van boomspiegel
Renovatie boomspiegels - aangepaste beplanting boomspiegels
Olmstraat
10 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - rekening houden met de uiteindelijke plantgrootte - keuze van een aangepaste plantdichtheid - start met onkruidvrije grond - mulchlaag om de kruidgroei te beperken
Renovatie groenzone - verwijderen oude struiken - deels inzaaien met gras - deels nieuwe aangepaste struiken
Mussekouter (deelproject)
700 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - rekening houden met de uiteindelijke plantgrootte - keuze van een aangepaste plantdichtheid - start met onkruidvrije grond - mulchlaag om de kruidgroei te beperken
Aanleg braakliggend perceel - Inzaaien bloemenweide
Bessemstraat
250 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - gebruik maken van spontane plantengroei
Omvormen groenzone langs oude spoorwegberm - Inzaaien bloemenweide
Weverstraat
100 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - gebruik maken van spontane plantengroei - rekening houden met de uiteindelijke plantgrootte
Verdere gegevens over de verschillende groenprojecten kunnen opgevraagd worden bij de groendienst van de stad.
4.1.1. Pesticidenreductie
pagina 48 van 135
4.1.2.
Passieve sensibilisatie
De stad informeert de burger over het gebruik van sproeistoffen
Gifvrij in huis en tuin In 2010 werd aandacht besteed aan het pesticidengebruik onder titel “Gifvrij in huis en tuin”. Deze campagne van de provincie WestVlaanderen samen met de West-Vlaamse afvalintercommunales riep iedereen op om niet alleen minder (en liefst zelfs geen) bestrijdingsmiddelen in de tuin te gebruiken, maar ook om restjes en/of lege verpakkingen in het containerpark binnen te brengen. Op de website van de stad staat is er nog informatieve pagina met als titel “Speel niet met gif in je tuin”. Dit is terug te vinden via www.waregem.be/milieujaarprogramma. .
De stad stelt brochures in verband met duurzaam watergebruik ter beschikking van de burger
4.1.2. Passieve sensibilisatie
Diverse folders over duurzaam omspringen met water, waterproblematiek,… liggen ter beschikking van de burger in het Waregemse stadhuis. Hieronder vind je een overzicht met de vermelding van de uitgever en de doelgroep. Brochure
Thema
Uitgever
Doelgroep
Vers drinkwater thuis gebotteld
Gebruik van leidingwater als drinkwater
Vlaamse drinkwaterbedrijven
Iedereen
Een watervriendelijk huishouden
Waterbesparing, hemelwater benutten,…
VMM
Burger
Zonder is gezonder
Geen pesticiden in huis of tuin
VMM
Tuinliefhebber
Wat geven wij de natuur te drinken
Gebruik van schoonmaakmiddelen en bestrijdingsmiddelen
VMM
Iedereen
Het gebruik van regenwater
Regenwater als alternatief voor leidingwater
VMW
Iedereen
Een veilige drinkwaterinstallatie
Keuring drinkwaterinstallatie
VMW
Iedereen
Overstromingsveilig bouwen en wonen
bescherming tegen schade door overstromingen
Coördinatiecentrum Integraal Waterbeleid
Iedereen
Waterwegwijzer Bouwen en verbouwen
Alles over water in en rond een huis
VMM
Bouwers en verbouwers
pagina 49 van 135
De stad heeft een subsidiereglement voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen
Subsidiereglement hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen De stad beschikt over een subsidiereglement voor het plaatsen van hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen. Door het plaatsen van een hemelwaterput zal de bewoner zuiniger omspringen met leidingwater en het regenwater aanwenden voor laagwaardige toepassingen. Het subsidiereglement wordt aan het publiek op volgende wijzen kenbaar gemaakt: op de website van de stad www.waregem.be is het reglement en het aanvraagformulier terug te vinden. in de infobrochure van de stad die elk jaar wordt uitgegeven is een lijst opgenomen van alle subsidies die de stad verleent aan de burger of bestemd voor een bepaalde doelgroep. Elk huishouden krijgt deze brochure in zijn brievenbus en wordt ter beschikking gehouden van de nieuwe inwoners en andere geïnteresseerden. voor toekomstige bouwers is er de brochure „Huisvestingspremies‟. Deze brochure wordt opgemaakt door de dienst stedenbouw en geeft een overzicht van de premies die van toepassing zijn in Waregem, de Provincie en het Vlaamse Gewest. Ook de subsidie hemelwaterputten is hierin opgenomen.
4.1.2. Passieve sensibilisatie
pagina 50 van 135
4.2. Acties RioAct, een overeenkomst tussen de stad en de VMW Takenpakket 2012
Samenwerkingsovereenkomst met de VMW De gemeenteraad keurde in haar zitting van 3 februari 2009 een overeenkomst met de VMW goed, RioAct genaamd. Door de ondertekening van dit raamcontract zal de stad voortaan beroep doen op de diensten van de VMW voor de uitbouw, het onderhoud en beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Afhankelijk van de gevraagde diensten zal de VMW deze zelf leveren of beroep doen op Aquafin. Hiervoor heeft de VMW een overeenkomst afgesloten met Aquafin. Zo kunnen alle gewenste diensten aangeboden worden, steunend op de respectievelijke knowhow en kennis. Via een takenlijst voor de uitbouw en het beheer van het rioleringsstelsel kan de stad jaarlijks de keuze maken van welke diensten zij gebruik wenst te maken voor dat jaar. Het takenpakket wordt ieder jaar opnieuw vastgelegd. Op deze wijze beschikt de VMW over de mogelijkheid om op vraag en maat van de stad alle diensten aan te bieden inzake gemeentelijke riooluitbouw en -beheer waarbij de gemeentelijke autonomie ten volle gerespecteerd blijft. De voor het rioleringsbeheer benodigde financiële middelen komen van de BOT (Bijdrage voor Opvang en Transport van afvalwater), die de VMW int via de waterfactuur. Indien nodig kunnen die door de stad aangevuld worden. Op deze wijze blijft de stad volledig eigenaar van zijn infrastructuur en dit zowel van de bestaande als de nieuw aangelegde rioleringen, pompstations, enz. … Takenpakket 2012 Door de VMW werd in samenspraak met de stad het RioAct takenpakket opgemaakt voor 2012. Sommige taken komen jaarlijks terug, andere taken zijn éénmalig en lopen over 1 of meerdere jaren. Het RioAct-takenpakket omvat volgende jaarlijks terugkerende taken: - up-to-date houden van de rioleringsdatabank en het model bestaande toestand - investerings- en onderhoudsprogramma - beheer van de pompstations Sprietestraat, Leeuwke, Industrielaan en van het wervelventiel Mirakelstraat - hydraulische en technische adviezen In het RioAct-takenpakket 2012 zijn volgende investeringen opgenomen (op te starten of verder te zetten) - coördinatie en bouw van 10 IBA’s - coördinatie en realisatie van volgende rioleringswerken (projectmanagement, afkoppelingsdeskundige, werftoezicht, …) o Brouwerijstraat – Bessemstraat – Nokerseweg o Westerlaan – Noorderlaan o Vijfseweg o N43 (grens Harelbeke tot Deken de Bostraat) o Kruishoutemseweg en Paterswegel o Molenstraat o Desselgem-Dries o Hoogmolenstraat (Oude Desselgemstraat tot Deerlijkseweg) o Posterijstraat (Alois Biebuyckstraat tot N43 Gentseweg)
4.2. Acties
pagina 51 van 135
-
afkoppelingsdeskundige voor volgende projecten: o N43 (N382 – Roterijstraat) o Hazepad
De gemeenteraad keurde dit takenpakket voor 2012 goed in zitting van 8 maart 2012. Wie meer info wenst, of geïnteresseerd is in de financiële impact, kan contact opnemen met de dienst wegen, waterlopen en verkeer van de stad, belast met de opvolging van de verschillende projecten en dossiers.
Nieuwe sluis te Sint-Baafs-Vijve
Waterwegen en Zeekanaal bereidt momenteel een nieuw pakket Leiewerken voor. In Zuid-West-Vlaanderen zijn onder meer zeven nieuwe bruggen, twee sluizen en zes kaaimuren gepland. Daarnaast moet de Leie overal 1 meter dieper worden. Dit alles is nodig om schepen van 4.400 ton toe te laten en alzo een deel van het vrachtverkeer van de weg halen. Grondmij is momenteel in opdracht van W&Z bezig met een studie rond de bouw van een klasse Vb-sluis op de Leie te Sint-Baafs-Vijve in het kader van het Seine-Schelde project. De opdracht omvat een masterplan, project-Mer en voorontwerp voor de sluis. In een eerste fase gebeurde een bevraging bij de verschillende actoren om hun visie op de omgeving, specifieke aandachtspunten of randvoorwaarden in beeld te brengen. Aangezien binnen dit project ook de ontwikkelingsmogelijkheden van de oude Leiearm op de grens met Waregem werden verkend, vond op 23 februari 2011 een overleg met de stad Waregem plaats. Waregem bracht o.a. volgende punten onder de aandacht: - Waregem is bezig met de opmaak van het RUP: Sint-Eloois-Vijve aan de Leie. Hierin wordt een herloctie van de camping voorzien naar een terrein langs de Leie, tussen het Leiesas, de N357 en de Emiel Clausstraat. Tevens voorziet dit plan in een stadsontwikkelingsproject ter hoogte van de stedelijke loskade-Barrage-Spinnerijstraat. - Een belangrijk knelpunt is het ontbreken van een veilige fietsverbinding langs de oude Leiearm, richting Zulte. - De huidige capaciteit en mogelijkheden van de jachthaven moeten maximaal gegarandeerd blijven bij het ontwerpen en ontwikkelen van een vistrap. - Het creëren van duidelijkheid over de ontwikkelingsmogelijkheden van de jachthaven is wenselijk, rekening houdend met de wens van de jachtclub om de infrastructuur op te waarderen (vernieuwing clublokaal, cafetaria, …). Op 6 oktober werden in gemeenschappelijk overleg de randvoorwaarden verder uitgediept en verfijnd. Op 6 september 2012 werd een infomoment georganiseerd voor alle betrokken partijen uit de begeleidingsgroep. Grondmij presenteerde er het projectvoorstel en motiveerde de keuzes. Tevens werd een grondplan en een tussentijdse visualisatie beschikbaar gesteld. De belangrijkste ontwerpconcepten zijn: - een sluis voor klasse Vb-schepen heeft een lengte van 230 meter en een breedte van 12,5 meter - de totale lengte van het complex (uitloopstrook, wachtruimte, opstelruimte, fuik, sluiskolk, fuik, opstelruimte, wachtruimte, uitlooplengte) bedraagt 1.251,20 meter - het complex moet ingepast worden tussen brug N357 en de monding van de Mandel in de Leie - het complex wordt bij voorkeur gerealieerd op eigen terrein, evenwijdig aan de huidige sluis, kant Wielsbeke - tijdens de bouwwerken moet de huidige sluis in werking blijven zodat scheepsverkeer mogelijk is - na ingebruikname van de nieuwe sluis wordt de bestaande constructie omgebouwd tot een keerstroomconstructie - de bestaande stuw om de oude Leiearm wordt gerenoveerd - de oude sluis op de Leiearm wordt omgebouwd tot vispassage - in functie van een concrete vraag vanuit de industrie kunnen bijkomende kaaimuren gepland en aangelegd worden.
4.2. Acties
pagina 52 van 135
Volgende ambitieuze timing wordt vooropgesteld; - afgewerkt voorontwerp; eind 2012 - terinzagelegging MER kennisgevingsnota: begin 2013 - aanbesteding: najaar 2013 - aanvang der werken: half 2014 - duur der werken: 3 jaar Naar aanleiding van een brief van de Yacht Club Waregem, het bespreken van het voorontwerp op het College van Burgemeester en Schepen in zitting van 4 oktober 2012 en een bijkomend overleg met de ontwerpers op 15 oktober 2012 werd een schrijven gericht naar W&Z waarin de stad haar bezorgdheid uitdrukt over de toekomst van de jachthaven te Sint-Eloois-Vijve. De stad vraagt bijzondere aandacht voor: - de veiligheid van de aangemeerde plezierjachten - maatregelen om hinderlijke stroming te vermijden - aandacht voor verzanding en periodiek ruimen - aandacht voor drijfvuil - de recreatieve ontsluiting van deze zone voor fietsers en wandelaars W&Z plant een eerste communicatie naar het ruimere publiek eind februari 2013 via de verspreiding van een infokrant. In de infokrant is meer informatie te vinden over de MER-procedure en de kennisgeving ter inzage, het project van de nieuwe sluis en het project SeineSchelde in het algemeen. Alle inwoners van Wielsbeke, Sint-Eloois-Vijve en Zulte zullen een infokrant in de bus ontvangen. Daarnaast voorziet W&Z op donderdag 7 maart 2013 van 16 uur tot 20 uur in een infomarkt voor geïnteresseerde bewoners. Op de infomarkt in het ontmoetingscentrum Den Aert te Wielsbeke zullen de projectingenieur en het studiebureau aanwezig zijn om eventuele vragen te beantwoorden.
Inrichten overloopgebied Goelevenbeek
Aanleiding en voorgeschiedenis Waregem heeft een beperkt aantal locaties, gevoelig voor wateroverlast. Één van deze knelpunten bevindt zich in het industriegebied ten zuiden van de E17 ter hoogte van de firma TVH (heftrucks). Het studiebureau S.W.K. (thans opgenomen in de Arcadis-groep) werd belast met een onderzoek naar de problematiek. Om het industrieterrein tegen wateroverlast te beschermen wordt de bouw van een bufferbekken noodzakelijk geacht. Aanvankelijk werd deze constructie ter hoogte van de hoek Plasstraat-Brabantstraat ingepland (1988). Omwille van uitbreidingsplannen van de aldaar gevestigde industrie, werd het bufferbekken verschoven naar de hoek gevormd door de oprit van de brug van de Vichtseweg en de E17 (1990). Intussen waren die gronden en de aangrenzende terreinen in het bezit van één industriële groep (TVH) gekomen, welke ter hoogte van deze hoek eveneens uitbreidingsplannen had. De stad werd gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken om het bekken te voorzien aan de overzijde van de autostrade. Het betreft een aantal natte weilanden, op het gewestplan als natuurgebied ingekleurd, en gelegen tussen de E17 en de Gaverbeek. Op het terrein is van echte natuurontwikkeling weinig te bespeuren, hoewel het gebied een aantal potentialiteiten heeft, o.a. voor weidevogels.
4.2. Acties
pagina 53 van 135
Naar een concreet plan In een eerste ontwerp werd gekozen voor een klein (4.000 m²), maar vrij diep bufferbekken. Een dergelijk project zou de grondwaterstand aanzienlijk beïnvloeden, wat vanuit natuuroogpunt een probleem was. Mede op advies van het Agentschap voor Natuur en Bos werd het project omgevormd tot een 4,5 ha groot, ondiep overloopgebied. Het Agentschap voor Natuur en Bos bracht op 19 okober 2009 een gunstig pre-advies uit op voorwaarde dat: - de aanleg niet plaatsgrijpt tijdens het broedseizoen (dus niet tussen 30 maart tot 31 juli) - de oevers natuurvriendelijker ingericht worden (geen harde oeverinfrastructuur) - groenaanleg met streekeigen inheems materiaal gebeurt - het vijzelgemaal visvriendelijk is - na de inrichting van het bufferbekken een natuurvriendelijk beheer voorzien wordt. Intussen werden door het studiebureau Arcadis de plannen verder verfijnd en aangepast aan de opmerkingen. MER-ontheffing Uit de lijst van MER-plichtige activiteiten blijkt dat het aanleggen van bufferbekkens in bijzonder beschermde gebieden, zoals natuurgebieden, overeenkomstig artikel 4.3.2. van het decreet onderworpen dient te worden aan de project-MER. De initiatiefnemer kan hiervoor echter een gemotiveerd verzoek tot ontheffing indienen. Op donderdag 4 februari 2010 had er een vooroverleg plaats met de cel-MER. Het opstellen van een ontheffingsdossier voor de MERplicht behoorde tot de mogelijkheden, dit naar analogie met gelijkaardige voorbeelden. In het College van Burgemeester en Schepenen van 18 november 2010 werd het studiebureau Soresma nv (thans Antea Group) belast met de opmaak van een ontheffingsdossier. Uit de ontheffingsnota blijkt dat tijdens de aanleg van het overloopgebied er een aantal effecten te verwachten zijn. Deze zijn echter niet van die aard dat ze de realisatie van het project in de weg staan of aanleiding geven tot bijkomend (MER-)onderzoek. Bij de bespreking van de verschillende adviezen, uitgebracht tijdens de ontheffingsprocedure, blijkt de VMM het voorgestelde project “overloopgebied Goelevenbeek” negatief te beoordelen. Het projectgebied is gelegen in het natuurlijk overstromingsgebied van de Gaverbeek. Er is een aanzienlijk verlies van ruimte voor water voor de Gaverbeek. Hierdoor zijn toenemende overstromingen zowel stroomop- als stroomafwaarts het overloopgebied mogelijk. Het ontwerp moet aangepast worden zodat piekdebieten van de Gaverbeek nog steeds voldoende geborgen kunnen worden. Ofwel dient het overloop gebied voorzien te worden buiten het overstromingsgebied van de Gaverbeek ofwel dient er ter compensatie een bijkomende zone voorzien te worden voor overstroming van de Gaverbeek. Op zoek naar alternatieven Om uit de impasse te geraken werd op 2 april 2012 opnieuw rond tafel gezeten met de ontwerper. De stad Waregem wil een definitieve en toekomstgerichte oplossing voor de overstromingsproblematiek en geeft het studiebureau volgende opdrachten: - de volledige RWA-riolering van de industriezone in kaart te brengen - nagaan of er zich knelpunten bevinden in de riolering van de industriezone zelf of in de duikers die onder de autostrade gaan en die wateroverlast kunnen veroorzaken - de aangesloten en toekomstig aan te sluiten verharde oppervlaktes worden opnieuw berekend - op basis van deze gegevens wordt op basis van de huidige richtlijnen het bergingsvolume opnieuw berekend (de vorige berekeningen dateren van 1997)
4.2. Acties
pagina 54 van 135
De eerste onderzoeksresultaten werden besproken op 12 juli 2012: - De bestaande riolering die loopt vanaf de Brabantstraat langs de Vichtseweg tot aansluiting op de Goelevenbeek heeft een heel grillig lengteprofiel. Bepaalde gedeelten liggen zelfs in tegenhelling. De uitstroom naar de Goelevenbeek licht hoger; zodat deze buis als een sifon zal werken. - De inbuizingen onder de E17 (aansluiting RWA industriezone, Goelevenbeek, Mannebeek en Maalbeek) zijn in relatief goede staat en veroorzaken geen opstuwing. - Op het terrein van TVH bevindt zich een bufferbekken, dat steeds gevuld is met water voor de brandweer. Afwaarts dit bufferbekken bevindt zich een vertragingsconstructie. Uit de modellering blijkt dat de buis met een diameter van 500 mm beter vervangen wordt door een diameter van 800 mm. - De inbuizing van de afvoer van het regenwater onder de E17 thv de Goelevenbeek veroorzaakt geen onaanvaardbare opstuwing. Op 7 november 2012 werd samen met de provincie, als waterbeheerder van de waterlopen categorie 2, en met AWV West-Vlaanderen, beheerder van de autosnelweg, rond de tafel gezeten om verschillende mogelijke denkpistes te bespreken. - Rechtstreekse lozing van regenwater in de Gaverbeek, stroomafwaarts het natuurlijk overstromingsgebied - Afvoer van het regenwater naar de Maalbeek - Buffering van hemelwater in verbrede grachten langs de autostrade - Alternatief overloopgebied buiten het natuurlijk overstromingsgebied van de Gaverbeek Duidelijk is dat er bijkomende opmetingen op het terrein noodzakelijk zijn om de verschillende alternatieven op hun technische haalbaarheid te kunnen aftoetsen. Op 4 februari 2013 werden de verschillende eigenaars/pachters geïnformeerd over het project en gevraagd om hun medewerking, zowel met betrekking tot hun terreinkennis als de mogelijkheid er is om de betrokken terreinen te kunnen betreden en op te meten. Arcadis zal de technische mogelijkheden verder onderzoeken om het overloopgebied op een andere locatie in te richten of de buffercapaciteit op een alternatieve wijze te realiseren. Nadien wordt er opnieuw overlegd met de betrokken landbouwers, de VMM en ANB om het voorstel te bespreken en af te toetsen.
4.2. Acties
pagina 55 van 135
pagina 56 van 135
5. Thema Hinder 5.1.
5.2.
5. Hinder
Basis 5.1.1.
Digitaal opvolgen van milieuklachten
5.1.2.
Passieve sensibilisatie
Acties
pagina 57 van 135
pagina 58 van 135
5.1.1.
Digitaal opvolgen van milieuklachten
De stad volgt klachten over milieuhinder op via MKROS of via een eigen digitaal dossieropvolgingssysteem. De stappen die worden ondernomen in de loop van de behandeling van een klacht, worden gestructureerd geregistreerd. Klagers en vermoedelijke veroorzakers worden op de hoogte gehouden van de ondernomen stappen; andere belanghebbende diensten worden in kennis gesteld; klachten worden doorgestuurd voor verdere behandeling naar de bevoegde instantie.
Nu reeds is de milieudienst, binnen de stedelijke administratieve diensten, het aanspreekpunt voor de burger met betrekking tot allerlei klachten over bedrijven, afvalophaling en -verwerking, groenaanleg en –onderhoud en leefmilieuproblemen in het algemeen. De milieudienst kan op diverse manieren bereikt worden zoals telefonisch, per mail, kantoorbezoek,… Binnen hetzelfde gebouw waar de stedelijke administratie is ondergebracht, is ook de Lokale Politie Zone MIRA gehuisvest. Het loket voor de burger is 24 uur op 24 bereikbaar en aanspreekbaar. Hoofdinspecteur Charly Nys is het aanspreekpunt van de milieucel. Hij heeft veel expertise inzake milieu. Naast het centrale aanspreekpunt zijn een aantal personen binnen de lokale politie aangesteld als milieucontactpunten. Het betreft hier personen met een specifieke interesse voor milieu. Het gaat over personen die zich door de werkomstandigheden verdiept hebben in een bepaalde thematiek (afval, vuurwerk, enz.) of die door ervaring een vertrouwdheid hebben opgebouwd met een bepaalde regio. Klachten worden via het centrale aanspreekpunt doorgegeven naar één van de milieucontactpunten in functie van de aard van de problematiek of de vertrouwdheid met het terrein. Momenteel worden milieuklachten geregistreerd zowel bij de milieudienst als bij de Lokale Politie Zone MIRA. Dit gebeurt door beide diensten op een andere manier. Uitwisseling van gegevens is omwille van de privacy niet mogelijk. Registratie klachten 2012 Voor 2012 werd gebruik gemaakt van het eigen registratiesysteem “Vivaldi Process2Flow” waarin het stadsbestuur de briefwisseling, de klachten en interne dossiers registreert. Alle brieven en meldingen kunnen aan elkaar gekoppeld worden. Dit maakt het voor het bestuur gemakkelijk om een volledig dossier digitaal samen te stellen. Op de milieudienst worden alle milieumeldingen geregistreerd. Dit kan gaan over afvalzakken die niet werden meegenomen en fout aangeboden afval, maar ook klachten over bedrijven, buren,… De manier waarop de melding gebeurt speelt geen rol. Zowel brieven, telefoontjes, mails als mondelinge klachten worden geregistreerd. Ook de ondernomen acties worden geregistreerd. MKROS Omdat de overdracht naar XML- bestand vanuit ons eigen systeem niet mogelijk is naar de Vlaamse MKROS-databank worden de klachtendossiers, die conform de onderrichtingen van de Samenwerkingsovereenkomst, aanzien worden als milieuklacht ook nog ingegeven in de MKROS-databank.
5.1.1. Digitaal opvolgen van milieuklachten
pagina 59 van 135
5.1.2.
Passieve sensibilisatie
De stad onderneemt passieve sensibilisatie met betrekking tot verschillende milieuhinderthema’s (geluids-, geur-, stof-, rook- en lichthinder)
Website In 2012 werd ook de website gebruikt om de burger te sensibiliseren rond hinder. Bij klachten vindt de burger makkelijk de weg naar de politie of de milieudienst, alleen zijn ze soms ongewild zelf de veroorzaker van klachten. Onder het thema milieuhinder werden op de website drie thema’s besproken. Geluidshinder Geluidshinder van buren is één van de meest voorkomende vormen dat de levenskwaliteit sterk kan doen verminderen. Buurgeluiden kunnen makkelijk vermeden worden als iedereen in eigen boezem kijkt. Geurhinder Klachten van geurhinder hebben meestal betrekking op de exploitatie van bedrijven. Maar ook particulieren veroorzaken geurhinder. Er worden immers nog heel wat vuurtjes gestookt in onze tuintjes. Lichthinder Vlaanderen is één van de meest verlichte regio’s op de wereld. Ook in Waregem is het nooit meer donker. De straatverlichting is immers essentieel voor de veiligheid. Toch kan de burger zelf lichthinder vermijden door zijn lampen efficiënt op te stellen. Dit zal niet alleen milieuhinder vermijden maar is ook goed voor de portemonnee. Alle pagina’s zijn terug te vinden via de website van de stad www.waregem.be/milieujaarprogramma De Sprong In de stadskrant ‘De Sprong’ werd in de editie van september het project Gezond (t)huis toegelicht. Van 19 september tot en met 23 november werd in Waregem een huis ingericht waarbij de thema’s gezonde binnenlucht, valpreventie en energiezuinig wonen werden voorgesteld. Voor niet-bezoekers werd het belang van gezonde binnenlucht uitgelegd in het artikel van de stadskrant. De publicatie is terug te vinden op de website van de stad www.waregem.be/milieujaarprogramma
5.1.2. Passieve sensibilisatie
pagina 60 van 135
5.2. Acties Gezond (t)huis met aandacht voor de gezonde binnenlucht
Iedereen wil van zijn huis een fijne thuis maken. Maar doen we dat ook op een gezonde manier? Vele mensen staan er niet bij stil, maar onze eigen woning is niet altijd de gezondste en veiligste plaats om te vertoeven. Daarom werd in Waregem - in primeur voor Zuid-West-Vlaanderen – van 19 september tot 23 november een huis rond gezond, energievriendelijk en veilig wonen ingericht. Achter een eenvoudige gevel schuilde een boeiende demonstratiewoning met herkenbare situaties en vooral veel praktische informatie. Doorheen het huis vond je tips om de luchtkwaliteit in je woning te verbeteren, kon je de gevaren van slecht werkende verwarmingstoestellen ontdekken en leren hoe je je energiefaktuur kan verlagen. We spenderen zo‟n 85% van onze tijd binnenshuis. Een goede kwaliteit van de buitenlucht is dus noodzakelijk. Er zijn namelijk vele bronnen van luchtverontreiniging binnenshuis. In de eerste plaats wijzelf. We ademen zuurstof in en CO2 uit. Daarnaast geven we vocht af door transpiratie. Maar ook vele zaken in onze woning geven, vluchtige stoffen af. In de demowoning werd stilgestaan bij verschillende oorzaken van ongezonde binnenlucht en werden er praktische tips gegeven rond hoe je kan ventileren en welke verborgen verontreinigers je beter kan mijden.
Nieuwe geluidsnormen vanaf 1 januari 2013
Geluidsnormen voor muziekactiviteiten Vanaf 1 januari 2013 gelden in Vlaanderen geluidsnormen voor muziekactiviteiten. Deze regelgeving over het maximale geluidsniveau geldt voor alle muziekactiviteiten die toegankelijk zijn voor het publiek en waar elektronisch versterkte muziek wordt gespeeld. Dat wil zeggen dat iedere openbare activiteit met opgenomen muziek of elektronisch versterkte livemuziek onder de regelgeving valt. De geluidsnormen gelden dus voor een café met gewone achtergrondmuziek, een fuif in een zaal of een tent, muziek in een fitnesszaal, een dansvoorstelling, een eetfestijn met achtergrondmuziek, een theatervoorstelling met muziek, een optreden in een kleine of grote zaal, een festival in open lucht, … Activiteiten met enkel niet-elektronisch versterkte muziek (bv. fanfare, symfonisch orkest, kamerorkest, … zonder versterking) vallen niet onder de regelgeving. Dat is ook het geval voor activiteiten die op privédomein worden georganiseerd en niet toegankelijk zijn voor het ruime publiek. De normen voor muziekactiviteiten gaan uit van het maximale geluidsniveau. Hoe hoger het geluidsniveau hoe meer verplichtingen voor de exploitant. De wetgever voorziet 3 verschillende categorieën: - maximaal geluidsniveau <=85 dB(A)LAeq,15min - maximaal geluidsniveau <=95 dB(A)LAeq,15min - maximaal geluidsniveau <=100 dB(A)LAeq,60min Maximaal geluidsniveau <=85 dB(A)LAeq,15min Je hoeft niets te doen of aan te vragen om deze muziekactiviteit te organiseren. Let wel op dat je de omgevingsnormen respecteert. Enkele tips: - het geluidsniveau is enkel het geluid afkomstig van de elektronisch versterkte muziek - het gemiddelde geluidsniveau gemeten over 15 minuten mag de 85 dB(A) niet overschrijden
5.2. Acties
pagina 61 van 135
-
het geluidsniveau mag afgetoest worden aan LAmax,slow <=92 dB(A) het geluidsniveau mag gemeten worden op gelijk welke plaats waar zich personen kunnen bevinden geen verplichting om het geluidsniveau te meten
Maximaal geluidsniveau <=95 dB(A)LAeq,15min Ben je professioneel met muziek bezig, dan moet je je melden bij de stad als een „ingedeelde inrichting klasse 3‟. Daarnaast moet je ook de geldende omgevingsnormen respecteren. Als je eenmalig of occasioneel een dergelijke luidere muziekactiviteit wil organiseren, dan kan dat, mits toelating van het college van burgemeester en schepenen. Zij zullen in hun eventuele toelating de voorwaarden bepalen waaronder deze muziekactiviteit mag doorgaan. Enkele tips: - het geluidsniveau is het geluid afkomstig van de elektronisch versterkte muziek + ander geluiden in de inrichting - het gemiddelde geluidsniveau gemeten over 15 minuten mag de 95 dB(A) niet overschrijden - het geluidsniveau mag afgetoest worden aan LAmax,slow <=102 dB(A) - het geluidsniveau moet gemeten worden op een representatieve plaats - de verplichting om het geluidsniveau te meten gedurende de volledige activiteit - een visuele indicatie van het geluidsniveau, zichtbaar voor de verantwoordelijke geluid - indien afgestelde geluidsbegrenzer, geen meetverplichting Maximaal geluidsniveau <=100 dB(A)LAeq,60min Als je professioneel met muziek bezig, dan moet je een „milieuvergunning klasse 2‟ aanvragen. Het College van Burgemeester en Schepenen zal hierin beslissen en vergunningvoorwaarden vaststellen. Ook de geldende omgevingsnormen moeten worden gerespecteerd. Als je eenmalig of occasioneel een dergelijke zeer luide muziekactiviteit wil organiseren, dan kan dat, mits toelating van het college van burgemeester en schepenen. Zij zullen in hun eventuele toelating de voorwaarden bepalen waaronder deze muziekactiviteit mag doorgaan. Enkele tips: - het geluidsniveau is het geluid afkomstig van de elektronisch versterkte muziek + ander geluiden in de inrichting - het gemiddelde geluidsniveau gemeten over 60 minuten mag de 100 dB(A) niet overschrijden - het geluidsniveau mag afgetoest worden aan LAeq,15min <=102 dB(A) - het geluidsniveau moet gemeten worden op een representatieve plaats - de verplichting om het geluidsniveau te meten gedurende de volledige activiteit - een visuele indicatie van het geluidsniveau, zichtbaar voor de verantwoordelijke geluid - het geluidsniveau (LAeq,60min) gedurende de volledige activiteit registreren - het gemeten geluidsniveau gedurende minstens 1 maand bewaren - gratis oordopjes ter beschikking stellen van het publiek - indien afgestelde geluidsbegrenzer, geen meetverplichting en verplichting tot registratie. De volledige regelgeving, de technische handleiding, … vind je terug op de website van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid: http://www.lne.be/geluidsnormen. Op 27 november 2013 een infomoment georganiseerd voor de horeca. De nieuwe reglementering en verplichtingen werden toegelicht. Dezelfde toelichting werd ‟s avonds overgedaan voor de verantwoordelijken van de stedelijke ontmoetingscentra. 5.2. Acties
pagina 62 van 135
VMM-meetpunt te Desselgem.
Dioxines en PCB126
Geen overschrijding van de drempelwaarden voor de depositie van dioxines en PCB126.
Dioxines is een verzamelnaam voor zo‟n 210 verschillende scheikundige stoffen. 17 van de 210 zijn uiterst giftig, enkel deze groep wordt geanalyseerd. Elk van deze 17 verbindingen heeft een verschillende toxiciteit die weergegeven wordt door de toxische equivalentiefactor. Dioxineresultaten worden uitgedrukt als een toxisch equivalent (TEQ): de som van de 17 toxische dioxines vermenigvuldigd met hun toxische equivalentiefactor. Er bestaan 209 PCB-verbindingen of polychloorbifenylen, waarvan er 12 toxisch zijn. De VMM meet enkel de meest toxische verbinding PCB126. Binnen de groep van dioxine-achtige PCB‟s neemt PCB126 een toxisch aandeel in van 70%. Effecten op gezondheid Dioxines en PCB‟s zijn stoffen die nauwelijks afbreken. Bronnen stoten deze stoffen uit in de lucht waarna ze binden op stofdeeltjes. Dit stof valt op zijn beurt neer op gewassen die als voeding dienen voor mens en dier.Vervolgens binden de dioxines en PCB‟s zich op dierlijke lichaamsvetten waarna de mens deze, na consumptie van dierlijke producten zoals vlees, vis en zuivelproducten, opneemt. Net omdat de mens de dioxines en PCB‟s opneemt via voeding is het belangrijk dat er geen dioxines en PCB‟s in agrarische gebieden en woonzones terechtkomen. Dioxines en PCB‟s veroorzaken verschillende effecten: - storingen in groei en ontwikkeling - schilkliermisvorming - chlooracné - lever- en darmstoornissen - inwerking op het menselijk hormoon- en immuniteitssysteem. Vorming van dioxines en PCB‟s Dioxines zijn een ongewenst bijproduct van onvolledige verbrandingsprocessen. Dioxines ontstaan zowel bij natuurlijke processen zoals vulkaanuitbarstingen, als door menselijke activiteit. De voornaamste humane bronnen zijn verbranding van huisvuil, medisch of industrieel afval. Ook crematoria, de staalindustrie, recyclage-installaties voor non-ferrometalen, thermische elektriciteitscentrales en cementovens kunnen dioxines vrijgeven. Als de verbrandingstemperatuur hoog genoeg is, minimum 850°C, dan worden de gevormde dioxines weer vernietigd. Toch kunnen ze zich opnieuw vormen in de schoorsteen wanneer de rookgassen afkoelen. Daarom zijn moderne afvalverbrandingsinstallaties uitgerust met gesofisticeerde filters die de rookgassen zuiveren. Doordat de grote bronnen de voorbije jaren gesaneerd zijn, neemt het belang van diffuse bronnen in de dioxineproblematiek toe. Hiervoor zijn de kleinere bedrijven en de gewone burger in grote mate verantwoordelijk. Houtkachels en verwarmingsinstallaties leveren dioxines als bijproduct. Daarnaast ontstaan er dioxines bij het verbranden van groen afval, al dan niet vermengd met huishoudelijk afval. Bemonstering en analyses De Vlaamse Milieumaatschappij meet sinds 1995 de dioxinedepositie in Vlaanderen. Sedert 2002 wordt ook de depositie van de meest toxische polychloorbifenyl-verbinding (PCB126) gemeten. De VMM meet dioxines en PCB‟s in neervallend stof, ook depositie genoemd. Zo bepaalt ze in welke mate deze stoffen uit de lucht
5.2. Acties
pagina 63 van 135
kunnen neerslaan en er een potentieel risico is tot opname via de voedselketen. De resultaten zeggen iets over de kwaliteit van de omgevingslucht. De VMM probeert om met deze metingen: - het effect van saneringen na te gaan - knelpunten op te sporen - evoluties in de tijd op te volgen - informatie over potentiële bronnen te bekomen - in te schatten in welke gebieden er mogelijk een verhoogde blootstelling via voeding zou kunnen zijn. Normen voor depositie van dioxines en PCB126 De totale depositie wordt bepaald als = (depositie dioxines) + (depositie PCB126 / 0,7). De VMM hanteert volgende drempelwaarden: - 21 pg TEQ/m².dag als maandgemiddelde depositie in agrarische gebieden en woonzones - 8,2 pg TEQ/m².dag als jaargemiddelde depositie in agrarische gebieden en woonzones. Deze drempelwaarden hebben geen wettelijk karakter maar laten de VMM toe om de gemeten deposities te beoordelen en te beslissen welke regio‟s extra aandacht verdienen. Meetpunt Waregem (Desselgem) Sinds 2010 beschikt Waregem over een eigen meetpunt (75WD01). Het meetpunt is gelegen in de Leiegoeddreef 15 te Desselgem op 670 meter (N)O van de firma URSA. Meetcampagne april 2011 – maart 2012 Gedurende de periode april 2011 – maart 2012 werden 4 stalen gecollecteerd, geanaliseerd en afgetoetst aan de drempelwaarde. - In de meetperiode 04-05/2011 bedroeg de totale depositie 3,4 pg TEQ/m².dag. - In de meetperiode 07-08/2011 bedroeg de totale depositie 3,5 pg TEQ/m².dag. - In de meetperiode 10-11/2011 bedroeg de totale depositie 1,6 pg TEQ/m².dag - In de meetperiode 01-02/2012 bedroeg de totale depositie 4,4 pg TEQ/m².dag. In alle 4 de gevallen was de maandgemiddelde depositie kleiner dan de drempelwaarde (21 pg TEQ/m².dag). Er werden bijgevolg geen verhoogde waarden vastgesteld. Het jaargemiddelde van de depositie van dioxines en PCB‟s voor de meetpost Waregem (75WD01), gelegen in agrarisch gebied, bedroeg 2,8 pg TEQ/m².dag. De drempelwaarde voor jaargemiddelde van 8,2 pg TEQ/m².dag werd bijgevolg niet overschreden, dus geen verhoogde waarde. Meer info Het volledige rapport “Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2011 – maart 2012” kan geraadpleegd worden op de website van de VMM, www.vmm.be/lucht.
5.2. Acties
pagina 64 van 135
Windmolens regio Waregem
Windmolenpark (6 windmolens) langs de Leie in de industriezone d‟Hooie te Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke) Door Storm Management nv werd een windmolenproject ingediend voor D‟Hooie, bestaande uit 2 windturbines. De stedenbouwkundige vergunning werd verleend op 22 april 2010. De milieuvergunning werd negatief beoordeeld omdat het terrein niet optimaal werd bezet. Op 9 juni 2010 werd de lopende milieuvergunningsaanvraag ingetrokken. De projectontwikkelaar stuurde zijn ontwerp bij. Op 15 april 2011 werd door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar vergunning verleend voor de toevoeging van een derde windturbine aan reeds twee vergunde turbines. Op 5 mei 2011 verleende de Deputatie van de Provincieraad een vergunning voor een windmolenpark met 3 windturbines, elk 3 MW, en dit voor een termijn van 20 jaar.Gelijktijdig werd door Electrabel nv op dezelfde locatie een project ontwikkeld, bestaande uit 4 windturbines met een tiphoogte van 120 meter. Toen bleek dat Wielsbeke het project negatief adviseerde werden de aanvragen ingetrokken. Inmiddels kreeg het biogasproject van BioMegaWatt vorm. Om veiligheidsredenen diende één van de windmolens verplaatst te worden. Op 12 augustus 2011 werd hiertoe een milieuvergunningsaanvraag ingediend. De windturbine zou opgeschoven worden richting oude Leiearm, dus richting Zulte-Waregem. De stad diende, zoals bij eerdere aanvragen bezwaar in. Op 17 oktober 2011 werd er bij de provincie een milieuvergunningsaanvraag ingediend om de bestaande milieuvergunning uit te breiden met één bijkomende windmolen geëxploiteerd door de firma Storm Management NV en 2 bijkomende windmolens te exploiteren door Electrabel. Ook hiertegen werd door de stad Waregem bezwaar aangetekend. Op 2 februari 2012 werden de 3 bijkomende windturbines vergund door de Deputatie, evenals het verplaatsen van een reeds vergunde windmolen. De stad tekende tegen beide beslissingen beroep aan bij de minister. De minister verleende bij de besluiten van 16 augustus 2012 definitief vergunning voor het totale project op d‟Hooie dat nu 6 windturbines omvat, 4 te exploiteren door Storm Management NV en 2 door Electrabel. Windmolenpark (2 windmolens) langs de Leie te Desselgem (Waregem) Op 14 oktober 2011 werd door Storm Development nv een milieuvergunningsaanvraag ingediend tot het plaatsen van twee windturbines, elk 3 MW op de industriezone te Desselgem, aan de Leie. De twee windmolens met een tiphoogte van maximaal 150 meter zouden links en rechts van de 60 meter hoge schoorsteen van URSA opgetrokken worden, op de terreinen van de aanpalende firma‟s. Op datum van 8 december 2011 bracht het College van Burgemeester en Schepenen ongunstig advies uit in dit dossier. Inmiddels heeft de exploitant de lopende procedure zelf stopgezet. Windmolenpark (3 windmolens) langs de E17 te Nieuwenhove (Waregem) Op 17 juni 2011 werd door Aspiravi nv een milieuvergunningsaanvraag ingediend tot het plaatsen van 3 windturbines van elk 3MW. Het windmolenpark zou ingeplant worden evenwijdig met en ten zuiden van de E17 tussen Deerlijk en Waregem, ter hoogte van de Blauwe Zwaanstraat. De windmolens zijn gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Twee van de windmolens zijn ingepland aan de rand van een natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN) opgenomen in het RUP “Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk”, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008. Het College van Burgemeester en Schepenen adviseerde ongunstig. Tijdens het openbaar onderzoek werden 239 bezwaarschriften ingediend. De Deputatie van de Provincieraad leverde op 15 december 2011 de milieuvergunning af.
5.2. Acties
pagina 65 van 135
In zitting van 19 januari 2012 besliste het College van Burgemeester en Schepenen beroep aan te tekenen bij de minister. Ook de gemeente Deerlijk en de buurtbewoners tekenden beroep aan. Op 16 november 2012 verklaarde de minister de beroepen ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond. De vergunning wordt definitief. De voorwaarden worden aangepast en uitgebreid. Inmiddels startten de buurtbewoners een procedure bij de Raad van State. Op 10 januari 2013 besliste het College van Burgemeester en Schepenen om mee in de procedure te stappen en een raadsman aan te stellen. Biogasinstallaties site d’Hooie te Wielsbeke
Leie Energie Op 25 oktober 2007 verleende de Deputatie van de Provincieraad een vergunning aan de N.V. Leie Energie om een bedrijf voor de biomethanisatie van biomassa en de productie van energie te exploiteren op d‟Hooie, Hooiemeersstraat zn te Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke). De vergunning werd verleend voor een termijn van 20 jaar. Het vennootschap „Leie Energie‟ wenst op de hoek van de nieuwe en de oude Leie groene elektriciteit te produceren uit biomassa met een capaciteit van 240.000 ton per jaar, waarvan maximaal 60.000 ton mest. De site omvat o.a. een bio-WKK op plantaardige oliën, de productie van biodiesel met een jaarcapaciteit van 50.000 ton en daarnaast een watergebonden overslagdepot voor biomassa. Het project te Wielsbeke betreft de biomethanisatie van energieplanten, derivaten met andere organische stromen en mest, zodat biogas wordt geproduceerd. Het gevormde biogas wordt verbrand in een WKK die groene elektriciteit en thermische energie produceert. De elektriciteit wordt verkocht en de thermische energie zal optimaal worden aangewend. Het biodigestaat van het vergistingsproces wordt verder bewerkt tot een exporteerbaar product dat kan aangewend worden in de landbouw. Daarnaast zal op de site koolzaad geperst worden tot koolzaadolie dat samen met de aangevoerde oliën zal gebruikt worden als brandstof in een bio-WKK. Het restproduct van de persing zal samen met granen, verhakseld stro en overige plantaardige biomassa verwerkt worden tot energiepellets. De productie van biodiesel gebeurt in een chemische proceseenheid (CPU) waarin aangevoerde en zelf geproduceerde olie veresterd zal worden met methox, een methanolmengsel. Het College van Burgemeester en Schepenen tekende beroep aan bij de bevoegde minster. Op 3 september 2008 verklaarde de minister het beroep ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond. De vergunning bleef behouden doch de voorwaarden werden deels gewijzigd.
Als gevolg van de gewijzigde economische omstandigheden en technische evoluties diende de exploitant medio 2011 een aangepaste milieuvergunningsaanvraag in. In vergelijking met de vergunde situatie worden volgende wijzigingen doorgevoerd: schikking van de infrastructuur op het terrein wijzigt de op- en overslagcapaciteiten worden beperkt de PPO-motoren worden niet geplaatst het geperste koolzaadolie wordt niet meer veresterd tot biodiesel maar na opzuivering afgevoerd de filterkoek afkomstig van het koolzaad persen wordt niet meer verwerkt tot energiepellets maar rechtstreeks afgevoerd of verwerkt in de vergisting. pasteurisatie van de biomassa gebeurt integraal voor het vergistingsproces de dikke fractie van het digestaat wordt gedroogd met een banddroger i.p.v. een au-bain-marie systeem.
De deputatie verleende op 18 augustus 2011 opnieuw vergunning voor 20 jaar, dit tot 18 augustus 2031. Opnieuw ging het College van Burgemeester en Schepenen in beroep. Het beroep werd ontvankelijk verklaard en gedeeltelijk gegrond. De vergunning wordt verleend doch de bijzondere voorwaarden worden gewijzigd en uitgebreid. 5.2. Acties
pagina 66 van 135
BioMegaWatt Op 12 augustus 2011 werd door BioMegaWatt een milieuvergunningsaanvraag ingediend tot het exploiteren van een covergistingsinstallatie. De installatie zou ondergebracht worden in de vroegere gebouwen van de firma Agglo (ex Interlin) in de industriezone van d‟Hooie te Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke). De installatie paalt aan de site van Leie Energie, doch is gelegen langs de oude Leie-meander. De installatie zou een verwerkingscapaciteit van 400.000 ton per jaar hebben, waarvan maximaal 99.000 ton (varkens)mest (+/- 70% ingedikte mest en +/- 30% drijfmest). De installatie zou 32.000.000 m³ biogas opleveren die verbrand wordt in 4 WKK. Dit zou resulteren en de productie van 11 MW elektrisch vermogen en 14 MW nuttige warmte. Deze warmte wordt volledig aangewend in het eigen productieproces, namelijk: 0,6% voor vergisting en pasteurisatie, 7,9% voor de indampingsystemen en 91,4% voor de droogovens. Van de geproduceerde elektriciteit wordt 20% verbruikt in het productieproces en wordt 80% op het net geplaatst. Na vergisting wordt de dunne fraktie verder gezuiverd tot zuiver water. De dikke fractie wordt verder bewerkt tot een hoogwaardig bodemverbeterend middel, verrijkt door additieven (K, Mg,…) Ondanks bezwaar van het College van Burgemeester en Schepenen tegen deze milieuvergunningsaanvraag verleende de Deputatie van de Provincieraad op 2 februari 2012 vergunning voor het exploiteren van een co-vergistingsinstallatie en dit voor een termijn van 20 jaar. Ook hier tekende het College van Burgemeester en Schepenen beroep aan bij de bevoegde minster. Op 16 augustus 2012 verklaarde de minister het beroep ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond. De vergunning blijft behouden doch de bijzondere voorwaarden worden deels gewijzigd en aangevuld.
5.2. Acties
pagina 67 van 135
pagina 68 van 135
6. Thema Energie 6.1.
6.2.
6. Energie
Basis 6.1.1.
Elektronisch opvolgsysteem voor bouwaanvragen
6.1.2.
Uitvoeren energieboekhouding
6.1.3.
Passieve sensibilisatie
Acties
pagina 69 van 135
pagina 70 van 135
6.1.1.
Elektronisch opvolgsysteem voor bouwaanvragen
De stad werkt mee aan de implementatie van de energieprestatieregelgeving door aan te sluiten op het elektronische opvolgsysteem voor bouwaanvragen.
De energieprestatiedatabank heeft als doel de gegevens van de stedenbouwkundige vergunningen van bouwprojecten, elektronisch door te sturen en centraal te laten beheren door het Vlaams Energieagentschap (VEA). Voor elk bouwproject worden op drie momenten gegevens verzonden naar het Vlaams Energieagentschap, via de energieprestatiedatabank:
bij het verlenen van de vergunning (door de stad)
bij de start van de werken: het versturen van de startverklaring (door de verslaggever)
binnen de 6 maanden na ingebruikname van het gebouw: het versturen van de EPB-aangifte (door de verslaggever).
Om de gegevens te koppelen, krijgt elke bouwvergunning een uniek energieprestatiedossiernummer. Het energieprestatiedossiernummer wordt uitgereikt door de stad. Maandelijks zendt de stad (dienst stedenbouw) als vergunningverlenende overheid digitale informatie naar de energieprestatiedatabank met daarin een aantal administratieve gegevens en energieprestatiedossiernummers van:
de werkzaamheden die in de afgelopen maand vergund werden
de werkzaamheden die de afgelopen maand geschorst, geweigerd of vernietigd werden.
De gegevens zijn beschikbaar binnen het Vlaams Energieagenschap. Extra rapportering is bijgevolg niet vereist.
6.1.1. Elektronisch opvolgsysteem voor bouwaanvragen
pagina 71 van 135
6.1.2.
Uitvoeren energieboekhouding
De stad geeft aan voor welke gebouwen zij een energieboekhouding bijhoudt.
Energieboekhouding Een energieboekhouding is een controle-instrument voor energiezorg dat het energieverbruik van de gebouwen in beeld brengt en analyseert. Het is gebaseerd op een regelmatige registratie, analyse, en rapportage van verbruiken. De opgemeten waarden worden vergeleken met referentiewaarden en verwachte verbruiken. Voor haar energieboekhouding heeft de stad gekozen om samen te werken met EANDIS. De Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 stelt dat de energieboekhouding omvat: alle publieke gebouwen met een oppervlakte groter dan 1 000 m² waarvoor een energieprestatiecertificaat moet worden opgesteld minimum 1 entiteit per aangesneden schijf van 6 000 inwoners. Op basis van het inwoneraantal op 1 januari 2012 moet Waregem voor minimum 7 entiteiten de energieboekhouding bijhouden. Voor het registreren van ergiegegevens wordt gebruik gemaakt van het energieboekhoudprogramma COMEET. In 2012 werden 31 locaties, waaronder alle pubieke gebouwen van meer dan 1.000 m² waarvoor een EPC-certificaat vereist was, permanent opgevolgd. Jaarverslagen Op basis van de ingegeven resultaten voor 2012 werden door Eandis 7 jaarverslagen opgemaakt van de volgende gebouwen: Stedelijke basisschool Guido Gezelle Zwembad + sporthal De Treffer OC ’t Gaverke (+ brandweer) OC ’t Klokhuis OC De Mote Stedelijke basisschool Desselgem Stedelijke basisschool Sint-Eloois-Vijve Energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen Het energieprestatiecertificaat (EPC) voor publieke gebouwen geeft uitvoering aan de Europese Richtlijn (2002/91/EG) betreffende energieprestatie van gebouwen. In deze richtlijn wordt gesteld dat publieke gebouwen die vaak door het publiek worden bezocht en een bruikbare vloeroppervlakte hebben groter dan 1 000 m², een energieprestatiecertificaat op een voor het publiek zichtbare plaats moeten uithangen. Deze Europese richtlijn werd omgezet met het besluit van de Vlaamse regering betreffende de invoering van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen, goedgekeurd op 20 april 2007. Deze verplichting geldt o.a. voor gemeenten en OCMW’s, onderwijsinstellingen en welzijns- of gezondheidsvoorzieningen. Een energieprestatiecertificaat bestaat uit twee luiken. Enerzijds wordt een kengetal toegekend. Dit gebeurt deels op basis van de gebouwgebonden karakteristieken, deels op basis van de energieverbruiken. Het kengetal drukt het verbruik uit, gemeten over exact één jaar, in verhouding tot de totale bruikbare vloeroppervlakte. Met andere woorden, een energieprestatiecertificaat duidt aan hoe goed een gebouw scoort op het vlak van energieverbruik.
6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
pagina 72 van 135
Anderzijds bestaat het energieprestatiecertificaat ook uit een adviesluik waarin energiebesparende maatregelen worden voorgesteld. Aan het adviesluik zijn geen verplichtingen verbonden: het is louter ondersteunend en informatief. Door de dienst gebouwen werd een inventaris opgemaakt van het stedelijk patrimonium en de gebouwen Voor de publieke gebouwen en/of met een oppervlakte groter dan 1.000 m² werd inmiddels een EPC opgemaakt en uitgehangen. De datum van het EPC-certificaat is terug te vinden in onderstaande samenvattende tabel. Uiteraard is er een enorme verscheidenheid zowel in technische constructievereisten als in gebruik van de verschillende gebouwen. Om de energieprestaties van gebouwen te kunnen duiden worden gebouwen ingedeeld in verschillende types met telkens een eigen referentieverbruik. Het eigen gebouw scoort bijgevolg beter (groen) of slechter (rood) dan de referentiewaarde. Ook deze gegevens werden opgenomen in onderstaande samenvattende tabel. Nieuwe richtlijnen voor publieke gebouwen De herziene Europese richtlijn (2010/31/EU) verplicht de lidstaten om bij de opmaak van EPC certificaten voor publieke gebouwen de vloeroppervlaktedrempel van 1000 m² in twee stappen te verlagen naar espectievelijk 500m² en 250 m². Met het wijzigingsdecreet van 18 november 2011 wordt uitvoering gegeven aan deze richtlijn. Tegen uiterlijk 1 januari 2013 moeten alle gebouwen, gelegen in het Vlaamse Gewest, met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 500 m² van de federale, Vlaamse, provinciale en gemeentelijke overheden, alsook gebouwen waarin publieke diensten zoals onderwijs of verzorging worden verstrekt, over een EPC publieke gebouwen beschikken. Vanaf 1 januari 2015 geldt de verplichting om over een EPC te beschikken voor alle publieke gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 250 m². Inmiddels werden door de dienst gebouwen van de stad stappen ondernomen om de gebouwen op te lijsten, de energie-gegevens te verzamelen en de registratie via COMEET mogelijk te maken en de certificaten op te stellen.. Samenwerken met Eandis Door de distributienetbeheerder (DNB) Gaselwest, worden via haar werkmaatschappij Eandis “Energiediensten Lokale Besturen” (EDLB) aangeboden. Deze diensten zijn conform aan en gebaseerd op het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbare dienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik. Hierdoor kunnen zij nu voor een lokaal bestuur projecten bestuderen, uitvoeren tot zelfs voorfinancieren. Bepaalde diensten (audits, quickscan openbare verlichting, …) worden gratis aangeboden. Andere diensten (begeleiding, uitvoeren studies en projectuitvoering) hebben een kostenplaatje. Mogelijke concrete projecten kunnen in de toekomst via de distributienetbeheerder worden aangepakt. Dit gebeurt dan via een beheersoverdracht per project, die aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd. Bij een dergelijke beheersoverdracht fungeert de distributienetbeheerder als opdrachtencentrale voor de stad, die dan op die manier vrijgesteld is van de verplichting om de gunningsprocedure zelf te organiseren. Voorafgaandelijk dient echter een kaderovereenkomst te worden afgesloten. De gemeenteraad van 7 september 2010 keurde het afsluiten van de kaderovereenkomst “Energiediensten Lokale Besturen” met de distributienetbeheerder goed. In dit kader wordt alvast gedacht aan: - opmaak van een grondige audit van alle gebouwen met een EPC-certificaat - bespreking van gebouwen na de audits - overzicht van de pijnpunten - formuleren van voorstellen voor verbeteren verbruik - verder uitwerken van dossiers met behulp van Eandis
6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
pagina 73 van 135
In uitvoering van deze kaderovereenkomst keurde het schepencollege, op 14 juni 2012, de studieovereenkomst voor de stookplaatsrenovatie van de Stedelijke Basisschool Guido Gezelle door Eandis eenparig goed. In deze studie zal een bestek en raming worden opgemaakt. De kosten voor het project worden geraamd op 5 506,71 euro inclusief btw. Hierop zou nog een REG-premie kunnen bekomen worden van 2 275,50 euro. Samenvattend overzicht Type: school voor lager onderwijs en kleuterschool
Oppervlakte
Comeet
+ 1.000 m²
X
22/12/2008
241,73 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
26/03/2009
246,71 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
04/03/2009
297,49 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
04/03/2009
330,24 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
13/02/2009
355,38 kWh/m²
Type: andere onderwijsinfrastructuur
Oppervlakte
Comeet
Academie + Harmonie/KSA
+ 1.000 m²
X
Oppervlakte
Comeet
+ 1.000 m²
X
Oppervlakte
Comeet
+ 1.000 m²
X
24/05/2009
227,01 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
22/05/2009
234,93 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
11/05/2009
394,00 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
02/06/2009
621,99 kWh/m²
SBS Beveren-Leie SBS Desselgem SBS Torenhof SBS Centrum SBS Sint-Eloois-Vijve
Koning Albertstraat 41 8791 Waregem Pompoenstraat 44 8792 Waregem Albert Servaeslaan 60 8790 Waregem Guido Gezellestraat 20 8790 Waregem Koekoekstraat 26 8793 Waregem
Olmstraat 25-27-29 8790 Waregem
Type: administratief gebouw Stadhuis
Gemeenteplein 2 8790 Waregem
Type: sporthal-sportinfrastructuur Sporthal Beveren-Leie Schietstand SVZW stadion SVZW uitbreiding
6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
Koning Albertstraat 18 8791 Waregem Koning Albertstraat 20 8791 Waregem Zuiderlaan 13/19 8790 Waregem Zuiderlaan 30 8790 Waregem
EPC met referentie: 213,00 kWh/m²
EPC met referentie: 241,00 kWh/m² 26/03/2009 (*)
142,99 kWh/m²
EPC met referentie: 281,00 kWh/m² 04/06/2009
170,59 kWh/m²
EPC met referentie: 301,00 kWh/m²
pagina 74 van 135
Zwembad + sporthal De Treffer Sporthal Desselgem Racing voetbalstadion Sportinfrastructuur Sint-Eloois-Vijve Sportinfrastructuur Beveren-Leie Sportinfrasctructuur Desselgem Tennis Petanque
Meersstraat 5 8790 Waregem George Coornaertdreef 9 8792 Waregem Mirakelstraat 77 8790 Waregem Emiel Clausstraat 12 8793 Waregem Leenriestraat 16 8791 Beveren-Leie George Coornaertdreef 6 8792 Waregem Zuiderlaan 20 8970 Waregem Esplanade (onder) Pand 8790 Waregem
Type: cultuur- of bijeenkomstgebouw Jeugdcentrum OC Nieuwenhove OC ’t Gaverke + brandweer OC ’t Klokhuis CC De Schakel + Bibliotheek OC ’t Zwemb@ + kinderopvang Coorengalm (fanfare) OC Bilkhage OC De Kernelle OC De Linde
6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
Zuiderlaan 46 8790 Waregem Kerkhofstraat 30 8790 Waregem Zeswegenstraat 120 8790 Waregem Kerkdreef 23 8791 Waregem Schakelstraat 8/10 8790 Waregem Schoolstraat 4 8791 Waregem G. Coornaertdreef 11 8792 Desselgem Lavendellaan 31 8790 Waregem Kerkdreef 29 8791 Waregem Koekoekstraat 34 8793 Waregem
+ 1.000 m²
X
24/05/2009
+ 500 m²
In voorbereiding
+ 500 m²
In voorbereiding
+ 500 m²
X
- 500 m² + 500 m²
634,22 kWh/m²
In voorbereiding In voorbereiding
X
In voorbereiding
- 500 m² -500 m²
Oppervlakte
Comeet
+ 1.000 m²
X
03/06/2009
51,96 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
23/04/2009
108,13 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
23/04/2009
219,12 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
23/04/2009
293,09 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
11/05/2009
327,75 kWh/m²
+ 1.000 m²
X
23/04/2009
819,82 kWh/m²
- 500 m²
X
In voorbereiding
- 500 m²
X
In voorbereiding
- 500 m² + 500 m²
EPC met referentie: 322,00 kWh/m²
In voorbereiding X
In voorbereiding
pagina 75 van 135
OC De Mote OC De Roose (Biest) OC Eikenhove OC Karmel
Liebaardstraat 34 8792 Waregem Smedenstraat 1 8790 Waregem Albert Servaeslaan 48 8790 Waregem Bergstraat 25 8790 Waregem
Type: andere stedelijke gebouwen Brandweer (conciërgewoning) Brandweermagazijn + technische dienst Camping Containerpark + depot + stedelijk archief Stedelijke werkplaats + begraafplaats Hoeve Ameye Goed ten Nieuwenhove
6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
Weverstraat 11 8790 Waregem Liebaardstraat 239 8791 Waregem Zuiderlaan 13 8790 Waregem Lindestraat 75 8790 Waregem Deerlijkseweg 46/52 8790 Waregem Platanendreef 16 8790 Waregem
- 500 m²
X
In voorbereiding
- 500 m²
X
In voorbereiding
+ 500 m²
X
In voorbereidign
- 500 m²
X
In voorbereiding
Oppervlakte
Comeet
- 500 m²
Niet EPC-plichtig Woning
n.v.t.
- 500 m²
X
Brandweer + depot
n.v.t.
- 500 m²
X
Camping
n.v.t.
Intern gebruik
n.v.t.
+ 1.000 m² + 1.000 m²
X
+ 500 m²
X
Stedelijke werkplaats + ruimte begraafplaats Niet permanent educatief gebruik
n.v.t. n.v.t.
pagina 76 van 135
6.1.3.
Passieve sensibilisatie
De stad verleent een subsidie voor rationeel energiegebruik
In de gemeenteraad van 6 december 2010 werd een nieuw subsidiereglement goedgekeurd voor rationeel energiegebruik. De stad kent een subsidie toe van 20% bovenop de premie die Eandis uitbetaald. Om deze subsidie te bekomen dient de burger geen extra aanvraagformulier in te vullen, het bedrag wordt uitbetaald op basis van de gegevens opgegeven door Eandis. In 2012 betaalde de stad 96.778,77 euro subsidies aan burgers die investeringen deden om hun energieverbruik te beperken. Dit is bijna 20.000,00 euro meer dan het jaar voordien. Dit is voornamelijk te wijten aan de hogere subsidiëring van zonneboilers.
Campagne Groepsaankoop groene stroom “Samen gaan we groener”
De provincie West-Vlaanderen organiseerde tijdens de winter van 2011-2012 voor de eerste keer een groepsaankoop Groene stroom. Door iedereen samen te brengen in een groepsaankoop kan men een goedkopere prijs aanbieden. Alle verbruiken worden samen gebracht waarop kandidaat leveranciers kunnen bieden in een veiling. Men kan kiezen om enkel voor elektriciteit of voor gas ofwel voor beide over te stappen. Het gaat om 100% groene stroom en de contracten zijn geldig voor 1 jaar. De inschrijvingsperiode liep van 1 november 2011 tot en met 5 februari 2012. Op 18 januari 2012 organiseerde de stad een informatieavond. Er werd geïnformeerd over de opzet en het doel van de campagne , hoe de burger kon inschrijven en hoe de verdere procedure verliep. Naar schatting 300 mensen waren er aanwezig op deze infoavond. De interesse van de Waregemse gezinnen om vrijblijvend in te schrijven was groot. Online schreven er 1465 Waregemse gezinnen in en 68 burgers kwamen naar het loket op de milieudienst van de stad. Op 6 februari 2012 vond de veiling plaats, waaruit Essent als winnaar kwam voor contracten van zowel elektriciteit als aardgas en Lampiris voor mensen die enkel overschakelden voor elektriciteit. De effectieve overstap gebeurde door 861 Waregemse gezinnen. Eind 2012 werd beslist om ook deel te nemen aan de nieuwe editie van “Samen gaan we groener”.
Campagne “Gas-Elektriciteit: durf vergelijken”
Door de FOD economie, KMO, Middenstand en energie werd een grootscheepse campagne georganiseerd met als bedoeling de burgers in hun gemeente hulp te bieden om de aanbiedingen van de elektriciteits- en aardgasleveranciers te vergelijken. Er bestaan steeds meer sites die kunnen geraadpleegd worden om de contracten van energieleveranciers te vergelijken maar sommige burgers kennen ze niet of voor anderen lijkt het gebruik er van te moeilijk. Daarbij komen verschillende elementen aan bod: prijs, vast/variabel contract, enkelvoudig- of dag/nachttarief en of de energie al dan niet groen is geproduceerd. In het schepencollege van 7 juni 2012 werd beslist om deel te nemen aan de campagne. Er werden twee zitdagen georganiseerd: op donderdag 20 en vrijdag 21 september 2012, telkens van 15.00u tot 20.00u.. Op donderdag werd de burger geholpen door 2 personen van de Fod Economie en een medewerker van de stad. Omwille van de grote interesse werd op vrijdag de man(vrouw) kracht verhoogd met een extra vrijwilliger en een medewerker van het OCMW en de stad. Zo konden tegelijkertijd 5 mensen bediend worden. Op basis van de meegebrachte eindfactuur kon via de V-test uitrekend worden wie de goedkoopste energieleverancier was voor die burger. De overstap zelf moest door de burger zelf worden gedaan.
6.1.3. Passieve sensibilisatie
pagina 77 van 135
De stad informeert de burger over premies, lenigen,… betreffende energie
Energie is een hot item waarover heel wat geschreven en gepubliceerd wordt. De burger ziet door het bos niet altijd de bomen meer. Via eenvoudige teksten in onze stadskrant “De Sprong” werden in 2012 een aantal thema’s belicht. Steek minder geld in je energie – De Sprong 2012 nr 5 De provincie West-Vlaanderen biedt aan haar inwoners de kans om te besparen op hun energierekening. Door een groepsaankoop van gas en elektriciteit kan de burger een veel goedkoper tarief bekomen. Vanaf 1 november 2012 kon iedereen hiervoor inschrijven. De Waregemnaar werd op de hoogte gebracht van dit initiatief via een artikel in De Sprong. Goedkope energieleningen – De Sprong 2012 nr 5 Vanaf het najaar 2011 kunnen de Waregemnaars via het FRGE goedkope energieleningen bekomen (zie ook 6.2. acties energie). In het artikel werd uiteengezet welke werken er in aanmerking komen en waar meer informatie kan verkregen worden omtrent deze lening..
Ook in de Energiekrant (als bijlage bij de Afvalkrant) van de intercommunale Imog verschenen hieromtrent een aantal artikels: Lokale steun voor energiebesparende investeringen - De Afvalkrant juni-juli-augustus 2012 In het artikel werd uiteengezet waar je als burger terecht kan voor info over energiebesparende investeringen. In de meeste gemeenten (zoals in Waregem) is dit bij de milieudienst. Het is immers belangrijk dat de burger weet waar hij terecht kan. Durf vergelijken - De Afvalkrant september- oktober-november 2012 In het leven moet je steeds vergelijken. Dus waarom niet voor gas en elektricteit. Met deze slogan probeerden we de burger te lokken naar de infomomenten van de campagne “Durf Vergelijken” van de FOD Economie. Er werd een overzicht gegeven van alle gemeentelijke zitdagen in onze regio. Deze artikels zijn allemaal beschikbaar op de website van de stad of via www.waregem.be/milieujaarprogramma
6.1.3. Passieve sensibilisatie
pagina 78 van 135
6.2. Acties Energiescans bij huishoudelijke eindafnemers.
In het Belgisch Staatsblad van 20 april 2007 verscheen het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbare dienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik. Hierin wordt o.a. bepaald dat de netbeheerder in de periode 20072009 energiescans laat uitvoeren bij specifieke doelgroepen van huishoudelijke eindafnemers. Het aantal energiescans dat elke netbeheerder moet laten uitvoeren is gelijk aan 2 op 100 huishoudelijke toegangspunten op het elektriciteitsdistributienet op 01/10/2006. Elke gemeente bepaalt de specifieke doelgroepen waaraan de energiescans in zijn gemeente worden aangeboden en door wie ze worden uitgevoerd. De netbeheerder staat voor de opleiding van de energiescanners, de verdere ondersteuning en het ter beschikking stellen van de software die gebruikt moet worden bij het uitvoeren van de energiescans. De energiescan omvat een inventarisatie van het energiegebruik in de woning: alle installaties, toestellen en materialen die direct of indirect een invloed hebben op het energiegebruik worden geïnventariseerd en het gedrag van de bewoners wordt bevraagd. De energiescan resulteert eveneens in een rapport met tips inzake rationeel energiegebruik op maat van de bewoner. Teneinde het verbruik ook in de toekomst op te volgen, wordt een meetkaart voorzien alsook een folder met aangepaste energietips. In het College van Burgemeester en Schepenen van 13 september 2007 werd beslist deze scans uit te voeren met eigen personeel. Dominique Dooms volgde eind 2007 een aangepaste opleiding en ging medio 2008 aan de slag. Sedert 2008 werden er heel wat energiescans uitgevoerd. Op basis van beslissingen van de Vlaamse regering werd een streefdoel opgelegd. Dit doel probeerden we zo veel als mogelijk te halen, maar soms werden deze overgezet naar het volgende jaar. Jaar 2008 2009
6.2. Acties
Wettelijk uit te voeren scans Periode 2007-2009 : 291 2009 : extra 73
Uitgevoerd 110 181
2010
146
197
2011
146
155
2012
73
69
2013
36
Totaal
765
712
pagina 79 van 135
Deelname aan het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE)
Het FRGE is een federaal fonds dat in 2006 werd opgericht om goedkope leningen te verstrekken aan gezinnen die energiebesparende investeringen willen uitvoeren. Het fonds heeft 250 miljoen euro ter beschikking en wil op de eerste plaats gezinnen met een bescheiden inkomen bereiken. Op die manier kunnen zij bijvoorbeeld hun dak isoleren, hun ramen vervangen door hoogrendementsbeglazing of een modern en efficiënt verwarmingssysteem installeren. In de regelgeving is voorzien dat het fonds voorziet in o.a. (pre)financiering voor energiebesparende maatregelen bij woningen. Dit gebeurt via ‘Lokale Entiteiten’, aangeduid door de betrokken gemeenten. De Lokale Entiteiten kunnen ofwel optreden als kredietgever, waarbij ze bij het FRGE geleende bedrag verder uitlenen aan particulieren ofwel kunnen ze voor de meest behoeftige doelgroep deze investeringen uitvoeren en prefinancieren. De sociaal zwaksten vormen voor het fonds een bijzondere doelgroep van particulieren, maar de leningen kunnen aan iedereen worden toegekend. De investeringen die in aanmerking komen om te worden gefinancierd zijn dezelfde als deze die in aanmerking komen voor de federale belastingvermindering voor energiebesparende investeringen. Op dit ogenblik wordt door het FRGE een rente toegepast van 2%. Sommige gemeenten geven bovendien een interestbonificatie van 2%, al dan niet uitsluitend voorbehouden aan een bepaalde categorie van begunstigden, zodat de uiteindelijke ontlener in dat geval renteloos kan lenen. De lening kwam in 2011 ook in aanmerking voor de interestbonificatie van 1,5% van de federale overheid voor zogenaamde ‘groene leningen’.Via een combinatie van de bestaande premies en met de uitgespaarde energiekosten kan de lening op korte termijn terugbetaald worden. In de gemeenteraad van 5 oktober 2010 besliste Waregem principieel tot deelname aan het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). De gemeenteraad machtigde het College om de voorstellen van WVI en het Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen, beide werkzaam in onze regio als ‘Lokale Entiteit’, met elkaar te vergelijken. Na het horen van de beide partijen besliste het College in zitting van 9 december 2010 met het Welzijnsconsortium in zee te gaan. De Samenwerkingsovereenkomst tussen het Welzijnsconsortium als lokale entiteit voor het FRGE en de stad werd goedgekeurd in het College van 14 juli 2011. In zitting van 7 juli 2011 werd Dominique Dooms door het College aangeduid als contactpersoon voor de te behandelen dossiers en schepenen Peter Desmet en Chantal Coussement respectievelijk als effectief en plaatsvervangend lid voor de beleidsgroep. Vijf gezinnen ondertekenden een FRGE lening in 2012, waaronder twee uit de doelgroep.
6.2. Acties
pagina 80 van 135
7. Thema Mobiliteit 7.1.
7.2.
7. Mobiliteit
Basis 7.1.1.
Passieve sensibilisatie
7.1.2.
Deelname Gemeentelijke Begeleidingscommissie
Acties
pagina 81 van 135
pagina 82 van 135
7.1.1.
Passieve sensibilisatie
Met Belgerinkel naar de Winkel
In samenwerking met Unizo, Veloods en de infodienst werd op 12 mei 2012 de fietstocht “Met belgerinkel naar de hoevewinkel” georganiseerd in het kader van “met Belgerinkel naar de winkel”. De tocht van 30 km liet de Waregemnaar de Waregemse hoeves ontdekken. De lokale producten werden er in de kijker gezet, want op vijf plaatsen kon er van een proevertje worden genoten van de Waregemse bodem zoals een lekkere aardbei, een krokante appel of een fris ijsje. De fietstocht had meerdere doelstellingen: lokale productie in de kijker stellen, de fiets als vervoermiddel om je boodschappen te doen. Aan de tocht namen +/- 500 fietsers deel.
“Milieuvriendelijk op weg” ook op de website
Op de website is er een pagina waarin milieuvriendelijke mobiliteit wordt uiteengezet. De impact van het autoverkeer op het milieu is immers niet min. Geluidshinder en geurhinder zorgen voor stress voor de omwonenden en de afgedankte wagens zorgen voor een afvalberg. In het artikel worden de alternatieven op een rijtje gezet zoals fietsen, openbaar vervoer en carpoolen. Het volledige artikel is terug te vinden op de website www.waregem.be
Vergoeding voor niet-gemotoriseerd woon-werkverkeer
In het Belgisch Staatsblad van 24 januari 1998 verscheen een omzendbrief omtrent de premie ter aanmoediging van het fietsgebruik voor woon-werkverkeer in de lokale besturen. De bedoeling van een dergelijke premie is de werknemers te stimuleren om de fiets te gebruiken in het dagelijks woon- werkverkeer. Een dergelijke maatregel past in het stedelijk mobiliteitsbeleid en milieubeleid. In haar zitting van 9 april 2002 stelde de gemeenteraad een vergoeding vast voor niet-gemotoriseerde verplaatsingen voor woonwerkverkeer. De premie bedraagt momenteel 20 cent per afgelegde kilometer. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de behaalde resultaten voor de laatste 3 jaar.
7.1.1. Passieve sensibilisatie
2010
2011
2012
Aantal gebruikers
121
115
142
Totaal aantal km
90.665,80 km
92.105,50
90.895,3 km
Totaal vergoeding
15.571,97 euro
18.421,10
18.179,06 euro
pagina 83 van 135
7.1.2.
Deelname Gemeentelijke Begeleidingscommissie
Deelname milieuschepen/milieuambtenaar/ duurzaamheidsambtenaar aan Gemeentelijke Begeleidingscommissie. De stad verbindt er zich toe een beleid te voeren dat erop gericht is integratie te bevorderen van het milieubeleid, het mobiliteitsbeleid en het ruimtelijke ordeningbeleid. Op die wijze tracht de stad bij te dragen tot een vermindering van de druk op het leefmilieu, uitgeoefend door de sector verkeer en vervoer. Hiertoe neemt de milieuschepen/milieuambtenaar/ duurzaamheidsambtenaar deel aan het overleg van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) die werd opgericht in het kader van het mobiliteitsconvenant.
Mobiliteitsplan In het mobiliteitsplan wordt een toekomstvisie ontwikkeld voor de mobiliteit in de stad. Het mobiliteitsplan is een onderdeel van het mobiliteitsconvenant. Dit is een overeenkomst tussen de stad, het Vlaams Gewest, De Lijn en eventueel andere partners met de bedoeling gecoördineerd te werken aan de verhoging van de verkeersveiligheid, de verbetering van de verkeersleefbaarheid en de beheersing van de vervoersvraag. Alle mobiliteitsplannen ouder dan 5 jaar moesten herzien worden. De Gemeenelijke Begeleidingscommissie heeft ervoor gekozen om het bestaande mobiliteitsplan te ‘verbreden en te verdiepen’. Het studiebureau SumResearch heeft deze studieopdracht uitgevoerd. Het nieuwe mobiliteitsplan werd conform verklaard op de provinciale auditcommissie van 12 september 2011. Op de gemeenteraad van 6 december 2011 werd het mobiliteitsplan definitief vastgesteld. De dienst verkeer van de stad Waregem zorgt voor de begeleiding van de mobiliteitsplanning en voor de uitvoering van het actieprogramma. Het volledige mobiliteitsplan kan op deze dienst geraadpleegd worden. Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) De Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) kwam in 2012 slechts één maal samen, namelijk op 13 juni 2012. Het enige agendapunt betrof de projectnota voor de geluidsschermen langs de N382. De milieuambtenaar was aanwezig. Het verslag van de GBC-vergadering is beschikbaar op de verkeersdienst en kan ingezien worden op de milieudienst. Projectnota geluidsschermen N382 (GBC 13 juni 2012) Het voorgestelde project is gesitueerd langs de gewestweg N382 te Waregem, rijrichting Wielsbeke, van kilometerpunt 9,95 (voorbij de Henri Lebbestraat) tot kilometerpunt 11,721 (voor het kruispunt met de Eikenlaan). De N382 vormt een storend element naar geluidsoverlast toe voor de nabijgelegen woningen in de Loofstraat, Nieuwhuizenstraat, Pijkstraaat, Vlierstraat, Botestraat en Repelstraat. Het maximaal gemeten geluidsniveau LAeq bedraagt immers 74,5 dB(A). Binnen een afstand van 250 meter bevinden zich 511 woningen, waarvan er 292 dateren van voor de openstelling van de N382. Gelet op het aanwezige geluidsniveau en het groot aantal woningen is het voorzien van geluidswerende maatregelen te overwegen. Op de GBC van 13 juni 2012 heeft het Agentschap Wegen en Verkeer de akoestische studie en de dimensionering van het geluidsscherm langs de N382 voorgesteld. De gemeten geluidswaarden zijn ingebracht in een simulatieprogramma. Door het inbrengen van alsmaar hogere schermen in het programma, bekomt men langs de projectzone een geluidswaarde van maximum 60 dB(A) en een reductie van het geluid van minimum 12 dB(A) binnen de 30 meter van het scherm en van minimum 10 dB(A) binnen de 50 meter van het scherm. Een reductie met 10 dB(A) wordt ervaren als een halvering van het geluid. Het geluidsscherm wordt tussen de geluidsbron en de ontvanger geplaatst om de omweg voor de geluidsgolven zo groot mogelijk te maken. Langs de expresweg is dit op 1,20 meter achter de greppel. Op de plaatsen waar er een talud is, wordt het scherm bovenaan het talud geplaatst. Ter hoogte van het kruispunt met de Jozef Duthoystraat, aan de spoorwegbrug en aan de fietsersbrug ontstaan er
7.1.2. Deelname gemeentelijke begeleidingscommissie
pagina 84 van 135
akoestische lekken die maar beperkt kunnen aangepakt worden door het ombuigen van het scherm. Ter hoogte van de voetgangersbrug zou men een sas kunnen maken, maar de breedte van dit sas mag maximum 1,5 meter zijn voor een voldoende afscherming van het geluid. Dit is te smal voor fietsverkeer in beide richtingen. In het ontwerp worden onderstaande schermhoogten voorgesteld. Ter hoogte van Loofstraat en Nieuwhuizenstraat: Van kilometerpunt 9,950 tot 10,020: schermhoogte 3,50 meter Van kilometerpunt 10,020 tot 10,120: schermhoogte 4,50 meter Van kilometerpunt 10,120 tot 10,240: schermhoogte 5,00 meter Van kilometerpunt 10,240 tot 10,420: schermhoogte 6,00 meter Ter hoogte van de Pijkstraat, Vlierstraat, Botestraat en Repelstraat: Van kilometerpunt 10,465 tot 10,736: schermhoogte 5,50 meter Van kilometerpunt 10,736 tot 11,430: schermhoogte 5,00 meter Van kilometerpunt 11,430 tot 11,721: schermhoogte 4,50 meter Op de GBC is er voorgesteld om de projectnota nog niet goed te keuren. De hoge schermen zullen een grote impact hebben voor de bewoners. Er zal immers veel schaduw zijn in de tuinen. De GBC wacht het bewonersoverleg af alvorens dit dossier verder te zetten.
7.1.2. Deelname gemeentelijke begeleidingscommissie
pagina 85 van 135
7.2. Acties Speelstraten
Een speelstraat is een straat die tijdelijk verkeersvrij wordt gemaakt om kinderen te laten spelen op een veilige manier. De straat, of een deel ervan, wordt voor het verkeer afgesloten met nadars. Inwoners uit de straat mogen wel nog stapvoets tot aan hun woning rijden. Om alles in goede banen te leiden en wildgroei te vermijden werd op initiatief van de jeugddienst een reglement opgemaakt en met eenparigheid van stemmen goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 september 2010. Het volledige reglement en het aanvraagformulier kunnen gedownload worden van de stedelijke website of aangevraagd bij de stedelijke jeugddienst. De belangrijkste voorwaarden om in aanmerking te komen voor een speelstraat zijn: • er moeten 2 meters/peters verantwoordelijk zijn om de nadars te plaatsen en toezicht te houden • enkel straten waar een 50km/h zone geldt en zonder openbaar vervoer kunnen in aanmerking komen als speelstraat • 2/3 van de bewoners moet akkoord zijn met de speelstraat • een speelstraat kan enkel georganiseerd worden tijdens de paasvakantie en/of zomervakantie • een straat kan maximaal 2 weken per jaar ingericht worden als speelstraat en dit telkens tussen 14.00u. en 19.00u. In de gemeenteraad van 6 april 2012 werd het aanvullend verkeersreglement "wegverkeer periodiek karakter: invoeren van een speelstraat in de Milleniumstraat" goedgekeurd. Er werd een speelstraat georganiseerd in de paasvakantie van 2 tot en met 6 april 2012 en in de zomervakantie van 2 tot en met 6 juli 2012. In de gemeenteraad van 3 juli 2012 werd het aanvullend verkeersreglement “wegverkeer periodiek karakter: invoeren van een speelstraat in de Poekelaan" goedgekeurd. Er werd een speelstraat georganiseerd op 23 en 24 juli 2012.
Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk:
De aanleg van een fietspad tussen Zulte-Waregem zal voor de fietsers een veilig alternatief bieden voor de Gentseweg. De aanleg van een dergelijk fietspad wordt voor 100% door het Vlaamse Gewest en de Provincie gefinancierd.
Aanleg fietspad Zulte-Waregem
Op het grondgebied Zulte werd in 2012 een fietspad aangelegd langs de spoorweg tot op de gemeentegrens met Waregem. Dit fietspad kon niet doorgetrokken worden op het oude goederenspoor tot aan de achterkant van het station. De B-holding wilde hiervoor geen toelating geven. Het opbreken van het oude goederenspoor kan bijkomende parkeerplaatsen opleveren. Voor B-holding is dit geen prioritair dossier omdat bijkomende parkeerplaatsen niet leiden tot bijkomende reizigers. Enkel de woonomgeving rond het station wordt minder belast als er meer parkeerplaatsen zijn. Op 29 maart 2012 liet de NMBS Holding ons weten dat zij bereid zijn om hun standpunt voor de aanleg van het fietspad langs het spoor te herzien. Onder bepaalde voorwaarden kan het fietspad langs de spoorlijn doorgetrokken worden over de brug in de Vijfseweg tot de fietsenstalling en hier aansluiten op het bestaande fietspad richting Anzegem. In de gemeenteraad van 4 december 2012 werd de gebruiksovereenkomst, met een looptijd van 9 jaar, voor de aanleg van een fietspad op NMBS Holding terreinen goedgekeurd. Op het grondgebied van Waregem zal de aanleg van het fietspad ten vroegste in 2013 kunnen. De provincie West-Vlaanderen maakt momenteel een ontwerp op. Dit ontwerp moet dan ter goedkeuring aan Infrabel voorgelegd worden. Na goedkeuring wordt het dossier voorgelegd aan de gemeentelijke begeleidingscommissie en provinciale auditcommissie. Er is ook nog een bouwvergunning vereist.
7.2. Acties
pagina 86 van 135
Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk:
De Deerlijkseweg is een belangrijke verbindingsweg tussen enerzijds Deerlijk en Waregem, maar anderzijds maken ook heel wat inwoners van Vichte gebruik van deze weg richting het centrum van Waregem.
Aanleg fietspad Deerlijkseweg
In Waregem zijn heel wat scholen gevestigd. Zowel van uit Deerlijk als van uit Vichte is de afstand ongeveer 6 kilometer tot in het centrum van Waregem, waardoor veel scholieren de fiets nemen naar school. Maar ook voor woon-werkverkeer is de Deerlijkseweg zeer belangrijk. Er zijn nu al heel wat scholieren en werknemers die gebruik maken van de Deerlijkseweg. Het verbeteren van de fietsinfrastructuur kan zeker nog meer personen aanzetten om de fiets te nemen voor korte, functionele verplaatsingen. Op het schepencollege van 29 mei 2008 is er beslist om aan het Provinciebestuur te vragen of er een fietsfondsdossier kon opgestart worden voor de Deerlijkseweg. De startnota voor de aanleg van het fietspad is besproken op de gemeentelijke begeleidingscommissie van 30 maart 2010 en gunstig geadviseerd op de provinciale auditcommissie van 10 mei 2010. De projectnota voor de aanleg van het fietspad is besproken op de gemeentelijke begeleidingscommissie van 1 februari 2011 en geadviseerd op de provinciale auditcommissie van 14 maart 2011. In opdracht van het provinciebestuur West-Vlaanderen werd door het studiebureau Demey een ontwerp opgemaakt voor het aanleggen van een fietspad langs de Deerlijkseweg (tussen Stijn Streuvelsstraat en Vichtseweg). Het ontwerp is in twee delen te beschouwen, namelijk: • Het bestaande fietspad langs de Deerlijkseweg blijft behouden, maar dan als enkelrichtingsfietspad. Langs de overzijde wordt een volwaardig en gelijkaardig fietspad voorzien. • Het kruispunt Deerlijkseweg/Vichtseweg wordt in zijn totaliteit heraangelegd. Waar vroeger de Deerlijkseweg de voorrangsweg was,wordt dit nu de Vichtseweg. Het kruispunt wordt als een verkeersplateau aangelegd, met middengeleiders in alle richtingen. In combinatie met de middengeleiders wordt ook een veilige fietsoversteekvoor ziening uitgewerkt. De kosten worden geraamd op een totaal van 328.038,26 euro (subsidieerbare werken-fietsfonds: 316.349,66 euro + niet-subsidieerbare werken: 11.688,60 euro). De kosten zijn deels ten laste van de provincie en deels ten laste van het Vlaamse Gewest (via het Fietsfonds). De gemeenteraad keurde in zitting van 5 juli 2011 het ontwerp, opgemaakt in opdracht van het provinciebestuur, goed. De opstart der werken is voorzien voor 11 februari 2013. Voor deze werken zijn er 80 werkdagen voorzien Daarnaast voorziet de stad verkeersveiligheidsmaatregelen aan het fietspad in de Deerlijkseweg tussen de Vichtseweg en de grens met Deerlijk. Het wegbeeld van de Deerlijkseweg wordt versmald door 30 cm van de betonverharding, kant fietspad uit te breken. Ook de kasseistrook tussen de rijweg en het fietspad wordt uitgebroken. In deze ruimte wordt er een haag geplant (900 meter) als afschermingselement tussen de rijweg en het fietspad. Voor inritten en zijstraten wordt de kasseistrook tussen de rijweg en het fietspad vervangen door betonverharding (1050 meter). Dit werk zal gelijktijdig opgestart worden en er zijn 40 werkdagen voorzien.
Elektrische oplaadpalen
Door de Vlaamse regering werd samen met diverse partners een project opgezet rond Elektrische Voertuigen in Actie (EVA). Bedoeling van dit project is om elektrisch rijden te stimuleren en om ondersteuning te bieden aan onderzoekers, ondernemers en overheden in Vlaanderen die elektrisch rijden willen stimuleren en zo tot een reductie van de CO2-uitstoot te komen. Om een uitgebreide proeftuin te bekomen, waar kennis kan worden opgedaan rond de technische parameters in elektrische voertuigen, over de laadparameters zelf en de gebruiks- en gedragspatronen, is het de bedoeling om tegen eind 2012 in Vlaanderen over meer dan 220 laadpalen voor elektrische auto’s, fietsen of scooters te beschikken verspreid over 71 laadeilanden op het publiek domein. Stad Waregem werd geselecteerd als locatie voor een dergelijk laadeiland. Hiervoor diende een concessie-overeenkomst afgesloten te
7.2. Acties
pagina 87 van 135
worden met de firma “Blue Corner”, leverancier van de laadpalen. Dit gebeurde in de gemeenteraad van 3 juli 2012. Waregem beschikt thans over twee oplaadeilanden voor elektrische voertuigen, eentje voor fietsen en scooters, een ander voor elektrische wagens. Het laadeiland voor fietsers en scooters bevindt zich in Het Pand ter hoogte van de ingang naar de Post. Het laadeiland voor elektrische wagens situeert zich net binnen de ondergrondse parking onder Het Pand, ook aan de kant van de Post. Voor het opladen heb je altijd een oplaadkaart nodig. Automobilisten met een elektrisch voertuig kunnen kiezen om hun voertuig op te laden aan een normaal stopcontact of aan een stopcontact voor snelladen. De gemiddelde oplaadduur bij snelladen bedraagt 1 uur. Voor elektrische fietsen zijn zes stopcontacten ter beschikking. Een volledig lege batterij opladen neemt 4 uur in beslag. Audit fietsinfrastructuur
Minister Hilde Crevits organiseerde een bevraging via de VVSG om na te gaan of er bij de gemeenten interesse is om een globale nulmeting op te maken van alle bestaande fietspaden op hun grondgebied. Concreet betekent dit dat men met een meetfiets het trillingscomfort van de fietspaden in kaart brengt. Daarnaast wordt de infrastructuur opgemeten (o.a. breedte, scheiding, …). De meetresultaten zullen raadpleegbaar zijn via internet in een paswoord-toegankelijke databank. De deelnemende gemeente ontvangt een verslag met analyse en toelichting van de meetresultaten. In schepencollege heeft op 16 mei 2012 beslist om deel te nemen aan de meetfiets-audit voor gemeenten. De kostprijs voor deze audit is 50 euro per kilometer. Het schepencollege heeft beslist om alle fietspaden, ook de recent aangelegde, te laten inventariseren. Ook de jaagpaden worden aan de audit onderworpen, aan een tarief van 40 euro per kilometer. Hierna een overzicht: - Beveren-Trakel: 3,10 km - Desselgem-Trakel: 2,70 km - Vijve-Trakel (+ Barrage): 3,20 km - Grote Heerweg: 2 x 1,70 km - Ooigemstraat: 0,30 km - Pontstraat: 2 x 0,50 km - Spijkerlaan: 2 x 1,80 km - Sprietestraat: 0,25 km + 2 x 2,00 km - Kwadestraat: 2 x 0,50 km - Waregemstraat: 1,40 km - Desselgemseweg: 2,50 km - Deerlijkseweg: 3,10 km - Remi Van Meerhaeghestraat: 0,40 km - Platanendreef: 0,80 km - Vichtseweg: 3,20 km - Aloïse Biebuyckstraat: 2 x 0,40 km
- Posterijstraat: 2 x 0,50 km - Schoendalestraat: 0,80 km - Pitantiestraat: 0,50 km - Roterijstraat: 2 x 1,40 km - Spoorweglaan: 2 x 0,70 km - Olmstraat: 0,50 km - Processiestraat: 0,10 km - Holstraat: 0,50 km - Damweg: 2 x 0,30 km - Churchilllaan: 2 x 0,50 km - Zultseweg: 2,00 km - Wortegemseweg: 2 x 0,90 km + 0,30 km - Leeuwkesstraat: 0,40 km - Franklin Rooseveltlaan: 0,50 km - Flanders Fieldweg: 0,75 km
TOTAAL: 49,70 km De Vlaamse overheid heeft deze opdracht toegewezen aan de Fietsersbond. In de overeenkomst staan volgende afspraken: - de stad zal voor 15 januari 2013 de gegevens aanreiken welke fietspaden onderworpen moeten worden aan een audit - de Fietsersbond zal de audit ten laatste uitvoeren voor 30 mei 2013 - de stad zal ten laatste 2 weken na het beëindigen van de audit kunnen beschikken over de gegevens via de webapplicatie. 7.2. Acties
pagina 88 van 135
8. Thema natuur 8.1.
8.2.
8. Natuur
Basis 8.1.1.
Bermbeheer
8.1.2.
Streekeigen soorten
8.1.3.
Code goede natuurpraktijk
Acties
pagina 89 van 135
pagina 90 van 135
8.1.1.
Bermbeheer
De stad rapporteert over de opvolging van het bermbesluit.
Bermbesluit Het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 1984, houdende maatregelen inzake natuurbeleid op bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen is algemeen bekend onder de benaming “Bermbesluit”. Het Bermbesluit is van toepassing op bermen en taluds langs wegen, waterlopen en spoorwegen, waarvan het (on)kruidbeheer toebehoort aan publiekrechtelijke rechtspersonen (openbare besturen, instellingen van openbaar nut,…). De belangrijkste bepalingen zijn: het gebruik van biociden op bermen is verboden begraasde bermen (met gras begroeide bermen) mogen niet vóór 15 juni gemaaid worden een eventuele tweede maaibeurt mag slechts worden uitgevoerd na 15 september het maaisel moet worden verwijderd binnen de 10 dagen na het maaien maaibeheer, met de hand of machinaal, moet worden uitgevoerd zonder de ondergrondse plantendelen en houtgewassen te beschadigen. De toepassing van het Bermbesluit is beperkt tot de landelijke ruimte. Het begrip landelijke ruimte mag echter niet eng worden geïnterpreteerd. Het gaat om alle gebieden die niet bebost zijn en niet als stedelijke gebieden kunnen beschouwd worden. Bebouwde gebieden en gemeenten die door hun structuur niet als landelijk kunnen bestempeld worden, zijn slechts dan van het toepassingsgebied van het Bermbesluit vrijgesteld, als ze duidelijk als stedelijke gebieden moeten worden beschouwd. Bij de toepassing van het Bermbesluit, dient de verantwoordelijke overheid tevens rekening te houden met andere taken, met name het instaan voor verkeersveiligheid, de bestrijding van voor de menselijke economie schadelijke organismen, het beheersen van de grondwaterhuishouding en het voorkomen van wateroverlast. Bij toepassing van het besluit kan hiermee rekening gehouden worden overeenkomstig het proportionaliteitsprincipe. Maaien bermen 2012 Voor het maaien van de bermen in 2012 werd er door de dienst Wegen, Waterlopen en Verkeer een nieuwe prijsvraag georganiseeerd. Volgend maaischema werd voorgesteld: - Veiligheidsnede tussen 15 mei en 1 juni Grote Heerweg, Schoendalestraat, Spijkerlaan, Sprietestraat, Waregemstraat, Desselgemseweg, Deerlijkseweg, Vichtseweg, Zultseweg, Wortegemseweg, Zuiderlaan en Oosterlaan. - Eerste maaibeurt vanaf 15 juni - Week voor Waregem Koerse Zuiderlaan, Oosterlaan, Hippodroomstraat, Felix Verhaeghestraat, Galgenstraat, Bessemstraat, Bergstraat, Veldloopstraat, Nokerseweg, Leeuwkesstraat, Wortegemseweg, Vichtseweg, Deerlijkseweg, Waregemstraat, Desselgemseweg, Gentse Heerweg. - Tweede maaibeurt vanaf 15 september
8.1.1. Bermbeheer
pagina 91 van 135
Opsplitsing percelen eerste en tweede maaibeurt: - perceel 1 : maaien en oprapen - perceel 2 : straten waar het oprapen moeilijk kan zijn. Prijs opgeven voor maaien en oprapen. Een afzonderlijke minprijs is op te geven voor het geval er niet kan opgeraapt worden. - perceel 3 : taluds van de bruggen - maaien rond obstakels is niet voorzien in dit bestek. Raming: eenheidsprijs Veiligheidssnede met oprapen tussen 15 mei en 1 juni Eerste maaibeurt vanaf 15 juni perceel 1 perceel 2 perceel 3 zonder oprapen Week voor Waregem Koerse Tweede maaibeurt vanaf 15 september perceel 1 perceel 2 perceel 3 zonder oprapen
20.028,00 m²
totaalbedrag
0,100
2.002,80
m² m² m² m²
0,100 0,100 0,050 0,100
23.256,80 2.137,65 694,50 3.923,20
232.568,00 m² 21.376,50 m² 13.890,00 m²
0,100 0,100 0,050 Totaal btw algemeen totaal
23.256,80 2.137,65 694,50 58.103,90 12.201,82 70.305,72
232.568,00 21.376,50 13.890,00 39.232,00
De gemeenteraad keurde in haar zitting van 10 januari 2012 het ontwerp „maaien wegbermen dienstjaar 2012‟ unaniem goed. In het College van Burgemeester en Schepenen van 29 maart 2012 werd de opdracht toegewezen aan de firma Audenaert uit Laarne voor een bedrag van 43.358,03 euro exclusief btw. Inmiddels werd door de dienst Wegen, Waterlopen en Verkeer een nieuw bestek opgemaakt voor het maaien van de wegbermen en grachttaluds voor de dienstjaren 2013-2014-2015-2016. De toewijzing is voorzien in het voorjaar 2013. Bermbeheerplan Waregem beschikt niet over een door ANB goedgekeurd bermbeheerplan.
8.1.1. Bermbeheer
pagina 92 van 135
8.1.2.
Streekeigen soorten
Promotie streekeigen soorten.
Streekeigen/inheems versus autochtoon
De stad rapporteert over de initiatieven voor het promoten van het gebruik van streekeigen soorten en autochtoon plantmateriaal.
Een plantensoort is streekeigen of inheems in Vlaanderen als Vlaanderen binnen het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort ligt. Een individuele plant is autochtoon of oorspronkelijk inheems in een bepaalde streek in Vlaanderen, als deze een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal. Een zomereik afkomstig uit de Balkan is dus niet autochtoon in Vlaanderen, maar de soort zomereik is hier wel streekeigen of inheems. Autochtoon plantenmateriaal Autochtone planten zijn beter aangepast aan ziektes, uitzonderlijke vorstperiodes, interacties met andere organismen, … dan nietautochtoon plantgoed. Ze hebben zich immers gedurende vele eeuwen aangepast aan de lokale groeiomstandigheden. Deze aanpassingen zijn opgeslagen in het genetisch materiaal van de planten en zijn daarom overerfbaar. Maar vele autochtone bomen en struiken worden bedreigd door ontbossing, bosfragmentering, intensief bosgebruik en het verdwijnen van kleine landschapselementen. Voor heel wat soorten blijft er nog maar hier en daar een restpopulatie over in Vlaanderen. Ook de massale aanplant van streekeigen soorten van niet-autochtone herkomst vormt een bedreiging voor de resterende autochtone populaties. Door inkruising van niet-autochtone genetische informatie in de autochtone populaties wordt de genetische diversiteit beïnvloed. Daarbij kan heel wat informatie verloren gaan. Genetische diversiteit is helaas geen simpele optelsom. Willen we autochtone populaties van bomen en struiken een veilige toekomst bieden en kansen tot verdere evolutie, moeten we bestaande autochtone populaties actief beschermen en bij nieuwe aanplant of vervangingsaanplant, voor zover beschikbaar, autochtoon plantgoed gebruiken. Promotie via stedelijke website Via de website van de stad Waregem wordt promotie gemaakt voor streekeigen groen en autochtoon plantmateriaal (www.waregem.be/leefomgeving/milieu/natuur en verder doorklikken naar autochtoon plantenmateriaal). De burger kan de brochure „autochtoon plantsoen in opmars‟ en een lijst van inheemse bomen en struiken consulteren of downloaden. Promotie onderhoud knotbomen In de gemeenteraad van 2 december 2008 werd een nieuw subsidiereglement goedgekeurd voor het onderhoud van knotbomen en dit ter vervanging van het bestaande subsidiereglement voor de aanplant en het onderhoud van kleine landschapselementen. Basisprincipe van het reglement: 12,50 euro per geknotte boom en de subsidie kan om de 5 jaar opnieuw aangevraagd worden. Door een onderhoudsubsidie toe te kennen wordt het behoud van deze kleine landschapselementen bevorderd. De knotbomen zijn bij uitstek een promotie voor streekeigen groen. In het snoeiseizoen 2011-2012 werden 15 aanvragen ingediend voor het onderhouden van 290 knotbomen, samen goed voor een subsidie van 3.625,00 euro.
8.1.2. Streekeigen soorten
pagina 93 van 135
Landschapsbedrijfsplannen De provincie West-Vlaanderen wenst samen te werken op het vlak van natuur en landschap met de gemeenten van de regio Zuid-WestVlaanderen”. Een van de voorstellen is het aanbod van planadvies en inrichting van particulier domein met kleine landschapselementen via de inrichtingsovereenkomst en dit voor actieve land- en tuinbouwers in hoofd- of bijberoep. Voorkeur wordt gegeven aan bedrijven die gelegen zijn in het geïntegreerd project “Leievallei” en “Groene Sporen” en het recreatief netwerk. Het landschapsbedrijfsplan is een beproefde methode van het provinciebestuur om zelf actief het particuliere terrein te gaan inrichten met streekeigen kleine landschapselementen (bomen(rijen), hagen, houtkanten, poelen, …). Een dergelijk plan wordt opgemaakt door de provinciale landschapsplanner in overleg met de landbouwer en de stad. Het plan wordt uitgevoerd door de provincie met sociale tewerkstellingskrachten. In de gemeenteraad van 5 april 2011 werd de samenwerking met de provincie in het kader van de landschapsbedrijfsplannen goedgekeurd. In de halfjaarlijkse nieuwsbrief aan de landbouwers werd het initiatief toegelicht. Inmiddels hebben al enkle landbouwers interesse getoond. Het is nog wachten op een concreet uit te voeren project. Aanplant „Geboortebos‟ Op zondag 18 november 2012 werd naar traditie een nieuw stukje geboortebos aangeplant. Omdat het aanplantproject in de Schoendalestraat in Desselgem afgerond was, werd gezocht naar een nieuwe locatie voor de volgende jaren. Dit maal gingen we aan de slag in de Bergstraat in Waregem, namelijk ter hoogte van het ontmoetingscentrum langs de autostrade. Zoals andere jaren werd voor de kinderen, geboren in 2012, gekozen voor streekeigen groen. Er werden volgende soorten geplant: Corylus avallana (gewone hazelaar), Ligustrum vulgare (wilde liguster), Carpinus betulus (haagbeuk) en Fraxinus excelsior (es). De plantgaten waren voorzien van een vlagje met de vermelding van de soort boom die kinderen, papa‟s, mama‟s, opa‟s en oma‟s mochten plantten. Er werd ook gezorgd voor Nederlandse benaming, een foto van de boom/struik, beschrijving en herkomst. Er waren vele blije kindergezichtjes en ondanks het minder mooie weer werd het opnieuw een succes. Laat het zoemen met bloemen In het eerste nummer van 2012 van de stadskrant “De Sprong” werd de burger aangespoord tot het aankopen en inzaaien van bijenvriendelijke bloemenmengsel. Onze bijen stellen het vandaag niet zo goed. “Zal mij een zorg wezen”, horen we je denken. Bijen zijn nochtans erg nuttig en een onmisbare schakel in de natuur. Denk maar aan de bestuiving. Eén van de problemen is het verdwijnen van bloemen met nectar in tuinen, bermen, weilanden en op akkers. Gelukkig kunnen we daar vrij makkelijk iets aan doen. De dienst Milieu-, Natuur en Waterbeleid van de provincie West-Vlaanderen ontwikkelde samen met Inagro vzw twee verschillende zaadmengsels voor bloemen waar bijen dol op zijn. De mengsels zijn in de eerste plaats bedoeld om in tuinen of parken te zaaien en zijn minder geschikt voor bermen en weilanden of weiden waar dieren in grazen. Deze zaden staan ter beschikking van de burger en kunnen bekomen worden bij de provincie. Het volledige artikel is terug te vinden op de website van de stad. www.waregem.be/milieujaarprogramma
8.1.2. Streekeigen soorten
pagina 94 van 135
8.1.3.
Code van goede natuurpraktijk
De stad rapporteert over de toepassing van de code van goede natuurpraktijk.
Wat verstaan we onder de code van goede natuurpraktijk De code van goede natuurpraktijk geeft richtlijnen voor het goed beheer van o.a. houtkanten, holle wegen, waterlopen enz. zodanig dat bij het beheer ervan de natuurwaarden niet achteruitgaan (stand-still principe). De code van goede natuurpraktijk vormt bijlage 1 bij de omzendbrief van 10 november 1998 over de toepassing van het Natuurdecreet en de uitvoeringsbesluiten (omzendbrief nr. LNW/98/01). Uit de Biologische Waarderingskaart, versie 2, voor Waregem leren we dat Waregem voornamelijk gekarakteriseerd wordt als “biologisch minder waardevol”, met een sterk urbaan en industrieel grondgebruik of een intensief agrarisch grondgebruik. Natuurvergunning – natuurmelding Het decreet van 21 oktober 1997, betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (natuurdecreet) en het uitvoeringsbesluit van 23 juli 1998, kortweg VLARENA, bevat o.a. een aantal verbodsbepalingen. Tevens regelt het de natuurvergunningplicht voor wijziging van vegetatie en kleine landschapselementen en bepaalt het de meldingsplichtige wijzigingen. Waregem is sterk verstedelijkt en kent een grote mate van industrialisatie. In de weinige open ruimte rest weinig waardevol natuurgebied. In 2012 werden dan ook geen natuurvergunningsaanvragen of natuurmeldingen ingediend. Stedenbouwkundige vergunningen met advies Agentschap voor Natuur en Bos In de praktijk blijkt dat de meeste natuurvergunningen gekoppeld zijn aan handelingen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is. In deze laatste procedure wordt dan het advies van ANB ingewonnen. In 2012 werden door het College van Burgemeester en Schepenen geen dossiers behandeld met advies ANB, dit in tegenstelling tot de voorgaande jaren. Op 31 oktober 2012 werd door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar vergunning verleen aan VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer, Buitendienst Gent tot het kappen van 4 populieren op de rechteroever van de Gaverbeek, onbevaarbare waterloop van eerste categorie, afwaarts Keukeldam en dit na advies ANB. De aanvraag is volgens het gewestplan gelegen in parkgebied. Op de biologische waarderingskaart wordt het gebied aangeduid als biologisch minder waardevol. De voorwaarden uit het advies van ANB, d.d. 04.10.2012, worden overgenomen en opgelegd, m.a.w. de vergunning wordt verleend mits: - het vellen in toepassing van de zorgplicht niet wordt uitgevoerd tijden het broedseizoen (15 maart – 1 juli) - de aanwezige opslag wordt beheerd als hakhout en dus zoveel mogelijk wordt gespaard tijdens het vellen van de populieren - er nieuw hakhout wordt aangeplant indien teveel opslag is vernield door het vellen van de populieren Op 19 november 2012 werd door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar vergunning verleend aan het stadsbestuur Waregem tot een omgevingsaanleg van park Baron Casier en dit na advies van de VMM, het Agentschap Onroerend Erfgoed en het Agentschap Natuur en Bos. De aanvraag is volgens het gewestplan deels gelegen in woongebied, deels in parkgebied. Het kasteelpark is definitief beschermd als stadsgezicht, d.d. 5 juni 2003, wegens de historische en architectuurhistorische waarde. Het gebied is op de biologische waarderingskaart aangeduid als biologisch waardevol. De werken kaderen in de opwaardering van het park Casier. Deze werken kaderen eveneens binnen een door het ANB goedgekeurd HPG-
8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 95 van 135
beheerplan, waarbij een aantal zichtassen worden hersteld en paden heraangelegd. Daartoe is op een aantal plaatsen ontbossing noodzakelijk. Er wordt getracht de te comprenseren oppervlakte binnen het nieuwe concept van het park te voorzien. Het boscompensatievoorstel werd goedgekeurd en is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het nummer: COMP/12/0010/WV. De vergunning wordt verleend onder volgende voorwaarden: De vondstmeldingsplicht zoals vermeld in art. 8 van het Decreet houdende Bescherming van het archeologisch Parimonium van 30 juni 1993 (B.S. 15/09/1993) en latere wijzigingen is van toepassing. Voorwaarden op basis van het advies van Agentschap Natuur en Bos - De te ontbossen oppervlakte bedraagt 2094 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. De resterende bosoppervlakte (11344 m²) moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid of boomlaag uit te voeren. - Het plan dat goedgekeurd is door het Agentschap voor Natuur en Bos moet deel uitmaken van de stedenbouwkundige vergunning. - De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis,§5,derde lid van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met nummer: COMP/12/0010/WV. - De bosbehoudsbijdrage van 1.257,30 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort worden op het rekeningnummer van het Agentschap voor Natuur en Bos. Voorwaarden op basis van het advies van Onroerend Erfgoed - Detaillering en desgevallend beperkte wijziging van de contour van de depressie en de positie van de afvoergracht bij het pompmolentje op basis van lokaal proefsleufonderzoek - Detaillering van de oeververdediging van de vijver en de grachten op basis van vooraf voor te leggen type-profielen - Detaillering van de voormalige moestuinruimte met ruimte voor zandbak en verharde speelzone, weliswaar zonder verharding met betonstraatstenen - Integrale vrijwaring van het grondvlak van de voormalige serre bij het koetshuis, zonder overlaging met vaste verharding - Aanpassing/vereenvoudiging van de aansluitende verharding bij de voormalige hondenkennel, tevens afgestemd op de toegang tot de sculpturentuin - Aanvullende herwaardering van de parkboslobben links en rechts van de hoofdtoegang aan de kant Stationsstraat en van de smalle westelijke parkbosrand met uitzuivering en invulling van alle etages (boomlaag/struiklaag/kruidlaag) met standplaats-geschikte parksoorten - Vereenvoudiging van de toegangszone aan de kant Keukeldam door weglaten van pleinverharding en verbindingspad tot kapel - Consequente opstelling van alle fietsstallingen buiten het parkdomein - Detaillering van de verlichting op basis van vooraf voor te leggen type-armaturen Voorwaarden op basis van het advies van VMM - Om de toegankelijkheid en het onderhoud van de Gaverbeek mogelijk te maken dient in de 5-meterzone een hakhoutbeheer te worden toegepast - Het hakhoutbeheer moet afgestemd worden met de vorziene ruimingswerken van VMM. De volgende grondige ruiming van de waterloop zou binnen de 1ste twee jaar plaatsvinden - Bij heraanplant van populieren en zwarte els op het talud in de 5-meterzone moet een afstand van 12 à 15 meter gerespecteerd worden - Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid: een vlotte doorgang met onderhoudsmachines moet mogelijk zijn tot aan de Gaverbeek. De eerste fase van de werken starten vermoedelijk 14 januari 2013 en zullen maximaal 75 werkdagen duren. 8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 96 van 135
Machtiging tot het vellen van hoogstamminge bomen omwille van acuut gevaar Op basis van artikel 3.14° b. van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 kunnen alleenstaande bomen of enkele bomen in lijnverband, omwille van acuut gevaar, via een versnelde procedure geveld worden. Hiervoor is echter een plaatsbezoek en een machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos vereist. Een dergelijke noodvelling gaat meestal gepaard met de verplichting tot het heraanplanten van het dubbel aantal streekeigen inheemse bomen. Het voorbije jaar 2012 werd niet door de stad noch privaat gebruik gemaakt van deze noodprocedure. Bomenonderzoek De Waregemse Yacht Club verzocht de stad de mogelijkheid te onderzoeken om de bomen (67 populieren) langsheen de jachthaven te Sint-Eloois-Vijve te verwijderen. Verschillende bomen vertonen reeds verregaande rottingsverschijnselen en het gevaar van omwaaien met schade voor gevolg is verre van denkbeeldig, aldus de aanvrager. Ook is er elke lente opnieuw een verlies van gele kleurstof welke zeer hardnekkige vlekken veroorzaakt op de boten, zelfs onuitwisbaar op de bekleding. Het rooien, met eventuele heraanplant, kan niet gerekend worden tot het normaal beheer en onderhoud, voortvloeiend uit het gebruiksrecht dat de stad Waregem over deze gronden heeft. Het verzoek werd dan ook overgemaakt aan Waterwegen en Zeekanaal, Afdeling Bovenschelde. Het antwoord luidde als volgt: De toestand van de bomen zal door een erkende European Tree Worker worden onderzocht. Dit kan echter maar gebeuren in de loop van de maand januari 2012. Naargelang de resultaten van dit onderzoek zal de afdeling Bovenschelde van Waterwegen en Zeekanaal de nodige maatregelen treffen. Op basis van een boomonderzoek op 6 januari 2012 door de firma Krinkels werden volgende conclusies en adviezen geformuleerd: - Aantal risicobomen die preventief moeten geveld worden: 9 - Aantal risicobomen die jaarlijks dienen opgevolgd te worden: 4 - Aantal attentiebomen die 2 jaarlijks moeten opgevolgd worden: 47 - Aantal veilige bomen die 6 jaarlijks moeten opgevolgd worden: 7 - De bomen moeten een reguliere onderhoudssnoei krijgen waarbij dood hout, probleemtakken en waterlot worden verwijderd. De resultaten van dit onderzoek werden meegedeeld op een overleg tussen Waterwegen en Zeekanaal en de vertegenwoordigers van de jachthaven op 15 oktober 2012, dit naar aanleiding van de bouw van en nieuwe sluis te Sint-Baafs-Vijve. W&Z deelt mee dat de 13 risicobomen inmiddels preventief geveld werden. De overige kunnen mits regelmatige controle en passend beheer worden behouden. Wil men alsnog de bomen vellen, zal de stad een voorstel (inrichtingsplan) uitwerken waarbij de bestaande bomen gerooid en vervangen worden door streekeigen bomen en lage beplanting in de parkzone. Het is aangewezen om, vooraleer hiervoor een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt overleg te plegen met W&Z en ANB. Machtiging voor het kappen van bomen in bosverband Voor het kappen van bomen in bosverband in een privaat bos is een machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos vereist, dit overeenkomstig artikel 81 van het Bosdecreet van 13 juni 1990. Op 15.02.2012 verleende het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een kapmachtinging aan Helalie voor een 5-tal percelen gelegen langs de Deerlijkseweg, achter de stedelijke werkplaats. Verspreid over de 5 percelen mogen in totaal 96 populieren gekapt worden. De machtiging is geldig tot 31.03.2015. De machtiging wordt verleend onder de volgende voorwaarden: - Tijdens het uitvoeren van de kappingen moet de exploitant een kopie van deze kapmachtiging bij zich hebben. - Er mag niet worden geveld of geruimd tijdens de standaard schoontijd van 1 april tot en met 30 juni. 8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 97 van 135
-
-
Herbebossing is verplicht en moet uitgevoerd worden ten laatste 3 jaar na de kapping met inheems loofhout (Alnus glutinosa, Carpinus betulus, Fagus sylvatica, Quercus robur) in een plantverband niet wijder dan 2 x 2,5 meter Voor een herbebossing vanaf 0,5 ha kan een subsidie aangevraagd worden bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Indien u een subsidieerbare inheemse boomsoort gebruikt hebt u recht op een basissubsidie. De varieert naargelang de boomsoort. Daarbovenop kunt u een extra subsidie krijgen wanneer u een onder- of nevenetage aanlegt of wanneer u aanbevolen herkomsten gebruikt. De kapping mag in geen geval leiden tot een vermindering van de oorspronkelijke bosoppervlakte. Omvorming naar tuin, aanplanten van sierstruiken, wijziging van de druidlaag of struiklaag, plaatsen van constructies in niet toegestaan. Bij eventuele verkoop van de percelen is de nieuwe eigenaar gebonden aan de bijzondere voorwaarden van de kapmachtiging.
Op 07.08.2012 verleende het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een kapmachtinging aan Vandenabeele Steven, voor een 2-tal percelen gelegen langs de Casselrijstraat. Volgende handelingen mogen uitgevoerd worden: - zoomsgewijze eindkap van een gemengd bestand met een breedte van 3 meter. - veiligheidskapping van een gemengd bestand nabij elektriciteitsdraden De machtiging is geldig tot 31.03.2015. De machtiging wordt verleend onder de volgende voorwaarden: - Tijdens het uitvoeren van de kappingen moet de exploitant een kopie van deze kapmachtiging bij zich hebben. - Er mag niet worden geveld of geruimd tijdens de standaard schoontijd van 1 april tot en met 30 juni. - De kapping betreft een zoomsgewijze eindkap ten voordele van een gevarieerde bosrand. Deze machtiging geldt enkel voor de rand (3 m breed) van het bos aan de straatkant. Het tweede deel van de kapping betreft een veiligheidskop van overhangende bomen nabij de elektriciteitsdraden. - Herbebossing van de rand is verplicht en moet uitgevoerd worden ten laatste 3 jaar na de kapping, met inheemse struikensoorten (hazelaar, eenstijlige meidoorn, kardinaalsmuts, gelderse roos, rode kornoelje) in een plantverband van 1 x 1,5 meter. - De kapping mag in geen geval leiden tot een vermindering van de oorspronkelijke bosoppervlakte. Omvorming naar tuin, aanplanten van sierstruiken, wijziging van de druidlaag of struiklaag, plaatsen van constructies is niet toegestaan. - Bij eventuele verkoop van de percelen is de nieuwe eigenaar gebonden aan de bijzondere voorwaarden van de kapmachtiging Bosinventarisatie Om een efficiënt bosbeleid te kunnen voeren moet men beschikken over recente en nauwkeurige gegevens in verband met de basiskenmerken van de bossen. De laatste grote bosinventarisatie gebeurde inmiddels ruim tien jaar geleden (1997-1999). Inmiddels is het Agentschap voor Natuur en Bos gestart met de tweede gewestelijke bosinventarisatie. Deze bosinventarisatie starte in de zomer van 2009 en loopt over een periode van 10 jaar. De opmetingen die daarvoor nodig zijn worden uitgevoerd in twee fasen. Tijdens de eerste fase wordt een lijst opgemaakt van de aanwezige plantensoorten. Tijdens de tweede fase worden bosbouwgegevens verzameld zoals omtrek, hoogte, stamkwaliteit, de aanwezigheid van dood hout en de aanwezigheid van zeldzame boomsoorten. Dit alles gebeurt in proefvlakken die verspreid zijn over heel Vlaanderen, volgens een raster van 1 km x 0,5 km. Ook in 2013 zullen er veldploegen van het Agentschap een aantal inventarisaties uitvoeren. De Zavelput in Beveren-Leie is een dergelijk proefvlak. Dit proefvlak zal worden opgemeten vanaf de lente- en zomermaanden 2013 (fase 1) en opnieuw tijdens de windermaanden 2013-2014 (fase 2). Van zodra de ingezamelde gegevens verwerkt zijn, zal een overzicht bezorgd worden van de voornaamste resultaten van de volledige bosinventarisatie (o.a. overzicht van de aanwezige boom- en plantensoorten, houtvoorraad, houtkwaliteit). 8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 98 van 135
De Zavelput „De Zavelput‟ is een zandwinningsput die in 1986 door de stad werd aangekocht. Gezien de grote ecologische waarde van het gebied werd reeds in de beginfase gedacht aan natuurontwikkeling en passieve recreatie. In 1992 werd door het milieustudiebureau Mestdagh een Studi opgemaakt over de Zavelput en omgeving. Het GNOP duidt de Zavelput aan als prioritair aandachtsgebied. In de loop van de jaren werden o.a. de dam en het regelen van het waterpijl aangepakt en werden educatieve panelen geplaatst. Het beheer berust op afspraken tussen de stad en Natuurpunt. De stad staat in voor een goede toegankelijkheid en Natuurpunt neemt de beheerwerken voor zijn rekening (hooien, hakhoutbeheer,…). De stad zorgt voor de logistieke ondersteuning, voert hooi weg, hakselt snoeihout en voert overtollig haksel weg. Inmiddels werd de Zavelput uitgeroepen tot het mooiste stukje natuur van Waregem. Reeds jaren is er het probleem van overpopulatie in het visbestand van de Zavelput. Natuurpunt heeft contact openomen met met de hengelvereniging De Gouden Karper. Zij zijn bereid de plas af te vissen en de vissen terug uit te zetten in de vijvers te Waregem. Op 19 juli 2012 verleende het College van Burgemeester en Schepenen hiertoe de toestemming. Beheerovereenkomst Oude Spoorwegberm Deze oude spoorwegberm start in de omgeving van het station van Waregem en loopt via de “Wijmeersen” tot in Sint-Eloois-Vijve. In totaal een lengte van ongeveer 1,5 km, voor een aanzienlijk deel op grondgebied van Zulte en deels op Sint-Eloois-Vijve te Waregem. Door het behoud van een gedeelte van de dwarsliggers en rails heeft deze berm zijn oorspronkelijke structuur behouden. Na het verdwijnen van de spooractiviteit heeft de natuur deze talud ingepalmd en omgetoverd tot een waardevolle ecologische biotoop. De levendbarende hagedis heeft er één van de grootste stabiele populaties uit de regio. Het beheer staat deels in functie van deze hagedis, een voorbeeld van soortenbeschermend beleid. Door gerichte beheermaatregelen wordt de ontwikkeling van de vegetatie in de gewenste richting bijgestuurd. Naar aanleiding van de aankoop van het deel van de spoorwegberm op grondgebied Zulte door de gemeente Zulte werden er afspraken gemaakt met Natuurpunt over het beheer. Bij ministerieel besluit van 2 mei 2007 werd de uitbreiding van het erkend natuurreservaat nr. E245 “Gaverbeekse Meersen” te Zulte en Waregem met een bijkomende oppervlakte van 4ha 80a 07ca tot een totale oppervlakte van 5ha 64a 87ca goedgekeurd. De erkenning loopt tot 13 september 2028. Voor Waregem verliepen de onderhandelingen minder vlot en kwam het niet onmiddellijk tot een overeenkomst. Het ziekenhuis was immers vragende partij om een nieuwe uitrit. De bouw van een nieuwe vleugel voor het ziekenhuis en de aanleg van een bijkomende parking verhoogde de druk op de spoorwegbedding als meest veilige uitrit. De gemeenteraad stelde in zitting van 11 januari 2011 het RUP Bilkhage definitief vast. Op een stukje “Oude spoorwegberm” wordt een uitrit en voetgangers- en fietsverbinding aangelegd in duurzame waterdoorlaatbare materialen. Het stukje spoorwegberm richting Zulte wordt opgewaardeerd naar “zone voor groengebied”. De teksten en plannen zijn terug te vinden op de website www.waregem.be/grup Intussen verliepen de verdere onderhandelingen met de stad nu wel vlot. In de gemeenteraad van 2 december 2009 keurde de stad een beheerovereenkomst met Natuurpunt goed voor het beheer van de Oude Spoorwegberm (stukje van de stad, ingekleurd als natuurgebied). Op zaterdag 24 september 2012 hield Natuurpunt Waregem-Zulte haar jaarlijkse grote maai-activiteit. Op die dag werd de volledige spoorweg tussen de rails gemaaid, tussen de Koestraat en de tunnel spoorweg. Het gras werd op hopen gelegd en afgevoerd. Enkel door maaien, hooien en afvoeren wordt de bodem verarmd, wat resulteert in bloemrijkere onkruiden, die ideaal zijn voor de insectenwereld. Ook tijdens de Dag van de Natuur, op zaterdag 17 november 2012 stak Natuurpunt de handen uit de mouwen en werden opnieuw beheerwerken uitgevoerd op de spoorwegberm.
8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 99 van 135
8.2. Acties Subsidiereglement behoud zwaluwenkolonies
Reglement en controle In het voorjaar 2010 ondertekende de stad het Biodiversiteitcharter met Natuurpunt Waregem-Zulte. Actiepunt 7 handelde over de soorten in de omgeving van de mens. De stad engageerde zich haar medewerking te verlenen aan acties en/of activiteiten ter bescherming van specifieke soorten. Het behoud van de broedgelegenheden van de huis-, boeren- en gierzwaluw is een mogelijkheid. In de gemeenteraad van 6 december 2010 werd, met eenparigheid van stemmen, het subsidiereglement “behoud zwaluwenkolonies” goedgekeurd. De gebruikers van woningen en gebouwen waarin zich één of meerdere nesten bevinden, komen in aanmerking voor een subsidie: 25 euro per jaar voor een kolonie bestaande uit 1 tot 3 nesten: 37 euro per jaar voor een kolonie bestaande uit 4 of 5 nesten: 50 euro per jaar voor een kolonie bestaande uit 6 of meer nesten De subsidie dient aangevraagd te worden in het broedseizoen tussen 15 mei en 15 juli. Het volledige reglement en aanvraagformulier is terug te vinden op de website van de stad. Conform artikel 11 van het reglement werd in het College van 7 juni 2012 beslist de controle te laten uitvoeren door Natuurpunt Waregem-Zulte. Aanvragen in 2012 Er werden tijdens het broedseizoen 2012 in totaal 10 aanvragen ingediend voor het bekomen van een subsidie voor het behoud van zwaluwkolonies. Alle dossiers werden gecontroleerd door Natuurpunt. Een overzicht van de ingediende dossiers ingediende dossiers
boerenzwaluw
huiszwaluw subsidie
locaties
nesten
locaties
nesten
2011
14
12
74
2
4
524 euro
2012
10
8
54
2
3
386 euro
Gierzwaluwen vinden nest in Waregem Vorig jaar sloegen Natuurpunt en het stadsbestuur de handen in elkaar om een gierzwaluwenproject op te starten. De missie bestond er uit om nestkastjes te maken en die in Waregem te verspreiden. Natuurpunt tekende het model van de nestkastjes uit, maar de productie werd toevertrouwd aan de deskundige handen van de derdejaarsleerlingen Hout uit het Waregemse VTI. Bij de materiaalkeuze werd de milieuvriendelijke kaart getrokken: de nestkastjes werden gemaakt uit duurzaam hout zonder chemicaliën. 8.2. Acties
pagina 100 van 135
Op woensdag 19 april werden de eerste nestkasten opgehangen aan de gebouwen van het VTI, aan de kant van de Sint-Jozefstraat. Net op tijd, want begin mei verschenen de eerste gierzwaluwen aan de hemel. Net terug uit hun winterverblijf in Afrika gingen de mannetjes meteen op zoek naar hun oud nest om dat op orde te brengen voor hun vrouwtjes, die enkele dagen later arriveerden. Sommige nesten sneuvelen echter en dan gaan de gierzwaluwen op zoek naar een nieuwe woonst. De kans is klein dat de nestkasten die dit jaar werden opgehangen al bewoond zijn. Toch is het belangrijk dat de kasten er nu al hangen omdat sommige zwaluwen tijdens de nestperiode al op zoek gaan naar een betere woonst voor het volgende seizoen. Er werd ook een oproep gedaan via de Sprong om een nestkast te adopteren. De Waregemnaar kon zich aanmelden om een nestkast aan hun huis te hangen. Een drietal personen waren bereid hierop in te gaan. De overige nestkasten werd opgehangen aan openbare gebouwen. Park Casier in een nieuw kleedje
Nood aan visie
Van beheerplan tot uitvoering
Steeds meer verenigingen en organisaties vinden park Casier de uitgelezen plek voor hun activiteiten. Jeugd en scholen ontspannen en sporten er. Anderzijds is het park voor heel wat bezoekers de groene long bij uitstek. Rust en natuur in het centrum van de stad is immers een uniek gegeven. Door stormen, ziektes en ouderdom sneuvelden recent heel wat waardevolle bomen. Er moeten dringend nieuwe bomen aangeplant worden. Door intense bladval dreigen de vijvers dicht te sibben. Het speelpleintje is dringend aan vernieuwing toe. De ijspiste is een zware belasting voor het park in volle winterrust. Het gebruik, de veiligheid en het groene karakter van het park moet in de toekomst gegarandeerd blijven. Daarom wil men park Casier de volgende jaren een grondige facelift geven. Dat het park er binnen vijf jaar anders uit zal zien, is zeker. Harmonisch Park- en Groenbeheer (HPG) De nieuwe visie van de Vlaamse overheid (Agentschap voor Natuur en Bos) over “Harmonisch Park- en Groenbeheer” (HPG) biedt een gestructureerde aanpak om in de toekomst met groene ruimten om te gaan. Harmonisch Park- en Groenbeheer houdt optimaal rekening met de verrassende veelzijdigheid van een park. Zeven pijlers/uitgangspunten worden afgebakend: duurzaam beheer dynamisch beheer beheer gericht op diversiteit mensgerichte maatregelen in het parkbeheer natuurgerichte maatregelen in het parkbeheer milieugerichte maatregelen organisatiegerichte maatregelen in het parkbeheer Op het terrein komen deze verschillende pijlers niet los van elkaar voor, maar samen en steeds in wisselende evenwichten. Een actie op het ene vlak heeft ontegensprekelijk een weerslag op één of meer andere vlakken. Parkbeheer is dus meer dan ooit een evenwichtsoefening geworden. De beheervisie “Harmonisch Park- en Groenbeheer” is een instrument om dit evenwicht te vinden en te behouden. Een beheerplan In de gemeenteraadszitting van 7 november 2006 werd beslist om de opdracht tot de opmaak van een beheerplan voor Park Casier uit te besteden. Het studiebureau Econnection cvba uit Gent kreeg de opdracht toebedeeld. In het voorjaar 2008 werd de officiële procedure tot het goedkeuren van het beheerplan doorlopen om tenslotte definitief bekrachtigd te worden in de gemeenteraad van 1 april 2008. Het beheerplan omvat volgende onderdelen: een inventaris
8.2. Acties
pagina 101 van 135
een schriftelijke neerslag van het volledige studieproces van de huidige situatie tot het formuleren van beheerrichtlijnen een voorontwerp een globale kostenraming.
Op weg naar concrete uitvoering In 2009 werden de restauratiewerken van het hekwerk rond het Park Casier definitief afgerond. Nu was de tijd aangebroken om de rest van het park op te frissen. Hiertoe diende de visie ontwikkeld in het “Parkbeheerplan Park Casier” vertaald te worden in een concreet plan. Om een gedetailleerd inzicht te krijgen in de uit te voeren werken, om de verschillende werken optimaal op elkaar af te stemmen en omwille van het beschermd statuut van het park, besliste de gemeenteraad in zitting van 1 juni 2010 deze opdracht uit te besteden aan een ontwerper, vertrouwd met deze materie. In het College van 16 december 2010 werd de opdracht toegewezen aan Geert Bossaert, Lolliestraat 15 te 8890 Moorslede. Het College van 20 januari 2011 bekrachtigde de samenstelling van het projectteam, die de ontwerper moet bijstaan in zijn opdracht. Naast de bevoegde schepen en vertegenwoordigers van de administraties heeft de minaraad een vertegenwoordiger in dit overlegorgaan. Op 26 maart 2012 werd het uiteindelijke ontwerp gunstig geadviseerd door de minaraad. De gemeenteraad kreeg in een algemene commissie op 27 maart 2012 uitvoerig toelichting door de ontwerper over de krachtlijnen van het ontwerp en de concrete plannen. Na voorafgaand overleg met VMM, ANB en Erfgoed, verleende op 19 november 2012 de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar de vergunning af voor de omgevingsaanleg van park Baron Casier. Het plan houdt maximaal rekening met de diverse gebruiksfuncties van het park. Hiertoe werden vier entiteiten afgebakend, die in elkaar overvloeien. Elke zone krijgt specifieke klemtonen naar inrichting en onderhoud toe. Cultuurzone De inkom Stationsstraat en de omgeving kasteel en koetshuis behoren tot de cultuurzone. Hier staat de mens centraal en is toegankelijkheid belangrijk. De inkomzone wordt afgewerkt met geschoren beukenmassieven. Het middenplein wordt historisch hersteld en krijgt een strakke, glooiende metalen afboording. In het gazon worden plantperken voorzien. Het koetshuis en omgeving wordt ingericht als tentoonstellingsruimte. De terrassen achteraan het kasteel worden in hun geheel herbekeken en moeten meer uitnodigen om te gaan zitten. Belangrijk is een vlotte toelevering voor kasteel en koetshuis. De wegeninfrastructuur wordt lichtjes gewijzigd, om vlot te kunnen draaien, en verhard. Zone landschapspark In de open ruimte achter het kasteel, tot aan de oude groententuin, met inbegrip van de eerste vijver staat het door de mens ontworpen landschap centraal. De historische zichtassen worden hersteld. Op strategische plaatsen worden nieuwe merkwaardige bomen aangeplant om deze assen te versterken. Het doorzicht naar de oude groententuin blijft behouden ter bevordering van sociale controle en openheid in het park. Op het centraal gazon kunnen de kasteelconcerten nog steeds doorgaan. Maar het oprijden met vrachtwagens op het gazon wordt verboden. Er komt een zone met verstevigd gazon waar men grotere vrachtwagens kan zetten en een podium kan opstellen. De locatie van de ijspiste 8.2. Acties
pagina 102 van 135
is een groot knelpunt. In de winterperiode en bij natte weersomstandigheden is het gazon zeer gevoelig voor schade. In de toekomst verhuisd de ijspiste dan ook naar de zone voor recreatie. De padenstructuur wordt herlegd in glooiende lijnen, verder weg van het water. Het water wordt zichtbaar vanuit het kasteel. Er wordt een geleidelijke helling in het gazon aangelegd naar het water. Banken met beukenmassieven worden geplaatst met zicht op de vijver. Onder de bomen wordt een aanplant gedaan met stinzenplanten. Dit zijn voorjaarsbloeiers die men vroeger meenam van reizen om te planten in de kasteelparken. Zone recreatie De oude groententuin en de nieuwe boomgaard is uitermate geschikt om te fungeren als recreatiezone. De bereikbaarheid is goed en de natuurwaarde gering. De ijspiste wordt opgesteld in het verlengde toegang Marcel Windelsstraat. De rasterstructuur van de oude groententuin wordt hierbij behouden. De ijspiste is zichtbaar vanuit het kasteel en de kerstverlichting wordt doorgetrokken. Meer naar achter is ruimte voor speeltoestellen voor de kleintjes. Ook de voorzijde wordt ingericht met speeltoestellen gecombineerd met taluds. Daarnaast wordt de nieuwe boomgaard ingericht als een avontuurlijke speelruimte. De hondenweide wordt beter geïntegreerd in het park. De vorm wordt aangepast en opgesplitst in twee. De hondenweide zal toegankelijk zijn van de parking, ook als het park gesloten is. Zone natuur Het eiland samen met de bosrand in het noordoostelijk deel van het park wordt beheerd in functie van natuurbehoud en ontwikkeling. Ter hoogte van het landschapspark wordt de oever van het eiland uitgebreid naar een open zone. Het is de bedoeling een interessant nat grasland te ontwikkelen. Het wordt beheerd als hooiland met beperkte toegankelijkheid. De zone is enkel toegankelijk via een verstevigd gazonpad. Centaal wordt een moerasboom aangeplant. Een eilandje natuur, centaal in het park, is uniek. De picknickplaats wordt verplaatst naar het gazon aan de overzijde van de centrale brug naar het eiland toe. Er is een betere bezonning, drogere omstandigheden en leunt beter aan bij de recreatiezone. De omgeving van het pompmolentje wordt heraangelegd. Een grachtensysteem en verlaagd nat grasland leggen een link naar de vroegere historische functie van de molen. Ook worden de omliggende graszones beter ontwaterd. Een vlonderpad maakt de verbinding zonder door de drassige zone te moeten lopen. Oevers, grachten en vijvers De oevers en vijvers zijn betrokken bij alle zones. Paden worden verder van de oevers aangelegd. Zo is een geleidelijke overgang mogelijk en wordt de oever beschermd tegen betreding. Het slib in de grachten en vijvers wordt geruimd. De bestaande oeverbeschoeiing in plastiek wordt verwijderd en vervangen door houten planken. De muurtjes langs de grachten worden gerestaureerd in samenspraak met Erfgoed. Paden en verlichting Integrale toegankelijkheid van het park staat centraal. Alle paden zijn toegankelijk voor minder-validen, met uitzondering van het eiland. Er wordt gekozen voor een duidelijk leesbare padenstructuur. Breedte en aard van gebruikte materialen verschillen naargelang belangrijkheid. Toegangswegen (primaire paden) bestaan uit asfaltverharding, afgestrooid met een bruin maasgrind. De hoofdparkpaden (secundaire paden) bestaan uit een toplaag van aardekleurig granulaat, gemengd met een kleurloos synthetisch bindmiddel. De overige 8.2. Acties
pagina 103 van 135
paden worden aangelegd als steenslagpad. De huidige parkverlichting wordt gesloopt. Een nieuwe verlichting wordt geplaatst met respect voor natuur en mogelijkheid tot dimmen. Ook klemtoonverlichting en kerstverlichting krijgt de nodige aandacht. Fasering Alle werken kunnen uiteraard niet in één jaar uitgevoerd worden. Dan zou het park voor langere tijd onbruikbaar zijn. Ook moeten de nodige financiële middelen voorzien worden. Voorlopig wordt voorzien de werken te spreiden over een periode van vier jaar. De werken worden telkens uitgevoerd in het najaar en vroege voorjaar. Zo blijft het park in de zomer toegankelijk en kunnen alle activiteiten blijven doorgaan. Vanaf 14 januari 2013 wordt er gestart met het rooien van een aantal kaprijpe populieren langs de Gaverbeek. Deze bomen maken de geplande ruimingswerken onmogelijk. Nieuwe bomen worden aangeplant, verder van de beek. De bosrand wordt uitgebreid en verdicht. Langs dit bosgedeelte wordt een zone voorzien voor inplant van voorjaarsbollen en spontane ontwikkeling van bloemrijk grasland. Ook de nieuwe boomgaard en de hondenweide worden aangepakt. In deze eerste fase zal ook aandacht besteed worden aan de zieke en ongezonde bomen in de rest van het park. Door een deskundige werd onderzoek gedaan op de belangrijkste bomen, ook werden er trekproeven uitgevoerd. In totaal zullen 14 risicobomen verwijderd worden, dit om de veiligheid van de bezoekers te garanderen.
Op weg naar nieuwe stukjes publiek groen Karmelpark Geboortebos
Protocolovereenkomst met het OLV van Lourdes-ziekenhuis Het stadsbestuur zal in de nabije toekomst voor een aantal projecten samenwerken met het OLV van Lourdes-ziekenhuis. Hiervoor sloten beide partijen een protocolovereenkomst af, die werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 3 juli 2012. In deze overeenkomst staan de details over de samenwerking rond een drietal projecten: - aanleg nieuwe uitrit voor parking ziekenhuis - ter beschikking stellen van gronden voor een eventueel geboortebos - uitbouw en beheer van het Karmelbos als publiek park Voor de hierna vermelde projecten en afspraken worden in een latere fase 3 afzonderlijke overeenkomsten afgesloten, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en als eenheid dienen te worden beschouwd. Nieuwe uitrit voor parking ziekenhuis Afrijden van de parking van het ziekenhuis in de Vijfseweg is niet altijd evident. Daarom zal het stadsbestuur Waregem tegen 31 december 2012 of een nader te bepalen datum in het kader van de bijkomende verwerving van de gronden of het akkoord met AWV, volledig op haar kosten een uitweg ter ontsluiting van de parking van het OLV van Lourdesziekenhuis naar de Vijfseweg realiseren. De uitrit zal zich bevinden op de bedding van de oude spoorweg en zal uitkomen op de Vijfseweg ter hoogte van het huidige Chinoh. Er wordt hierbij voldoende aandacht geschonken aan verkeersveiligheid voor zowel de voertuigen als voor de zwakke weggebruiker. Zo kan het recreatieve doel van dit parcours behouden blijven. Het gebruik door het OLV van Lourdes ziekenhuis is volledig gratis.
8.2. Acties
pagina 104 van 135
Ziekenhuis schenkt grond aan de stad Ter compensatie voor deze ontsluitingsweg schenkt het OLV van Lourdes ziekenhuis gratis een stuk grond aan het stadsbestuur, onder de ontbindende voorwaarde van de tijdige realisatie van de uitweg door het stadsbestuur. Deze gronden zijn gelegen aan de overkant van de nieuwe te realisren uitrit. In totaal gaat het over een oppervlakte van iets meer dan 1 hectare.De stad zal een nieuwe bestemming uitwerken voor deze gronden. De aanplant van een nieuw geboortebos is alvast een van de mogelijke denkpistes. Karmelbos wordt openbaar park Het Karmelbos, gelegen aan de Karmeldreef in Waregem, is eigendom van het Waregemse ziekenhuis. Een gedeelte ervan wordt gratis ter beschikking gesteld aan het stadsbestuur voor een termijn van 27 jaar, onder de ontbindende voorwaarde van de tijdige realisatie van de uitweg door het stadsbestuur. Het stadsbestuur zal dit gedeelte van het Karmelbos verder uitrusten en onderhouden als park Karmel en in deze hoedanigheid openstellen voor het publiek en beheren als openbaar park. De stad krijgt het Karmelbos vanaf 1 oktober 2012 in beheer. Gebruiks- en beheersovereenkomst Park Karmel. Deze overeenkomst omvat de afspraken zoals hierboven omschreven. De gemeenteraad keurde deze overeenkomst met eenparigheid van stemmen goed in zitting van 6 november 2012. Na plaatsbeschrijving van de huidige staat van het onroerend goed, aangevuld met de nodige foto‟s, kan het contract definitief ondertekend worden door de beide partijen. Alvorens het park medio 2013 opengesteld kan worden voor het publiek is er nog wel wat werk aan de winkel. De mobiliteit binnen het Karmelpark zal in gemeenschappelijk overleg met de eigenaar bepaald worden. De stad zal vervolgens zorgen voor een aangepaste afsluiting en poort aan de toegang van dit park en zal nog de nodige padenstructuur moeten voorzien. Tevens dient een politiereglement opgemaakt die het publiek gebruik gebruik van het Karmelpark regelt. Ankerplaats Schelde-Leie interfluvium
Decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg Dit decreet regelt de bescherming van de in het Vlaamse Gewest gelegen landschappen, de instandhouding, het herstel en het beheer van beschermde landschappen, ankerplaatsen en erfgoedlandschappen. Dit decreet verstaat onder ankerplaats: een gebied dat behoort tot de meest waardevolle landschappelijke plaatsen, dat een complex van gevarieerde erfgoedelementen is die een geheel of ensemble vormen, dat ideaal-typische kenmerken vertoont vanwege de gaafheid of representativiteit, of ruimtelijk een plaats inneemt die belangrijk is voor de zorg of het herstel van de landschappelijke omgeving. De Vlaamse regering kan een landschap, dat van algemeen belang is wegens zijn natuur-wetenschappelijke, historische, esthetische, sociaal-culturele of ruimtelijk-structurerende waarde, aanduiden als ankerplaats. Procedure De Vlaamse regering stelt de aanduiding voorlopig vast. Het besluit tot voorlopige aanduiding wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Het besluit tot voorlopige aanduiding wordt met een aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs voor advies voorgelegd aan de gemeenten en provincies in kwestie en aan de departementen en agentschappen van de Vlaamse administratie, belast met opdrachten
8.2. Acties
pagina 105 van 135
inzake ruimtelijke ordening, landinrichting, economie, natuurbehoud, bosbeheer, landbouw, waterbeheer, toerisme en recreatie, en infrastructuur.Deze adviezen worden binnen de negentig dagen uitgebracht, zo niet worden ze geacht gunstig te zijn. De Vlaamse regering stelt het besluit tot definitieve aanduiding vast en wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Het besluit tot definitieve aanduiding wordt met een aangetekende brief bezorgd aan de gemeenten en provincies. Het besluit tot definitieve aanduiding is en blijft ter inzage op het gemeentehuis. Gevolgen aanduiding als ankerplaats De besluiten tot voorlopige of definitieve aanduiding als ankerplaats fungeren als aanvulling en verfijning op de sectoriële wetgevingen. Zij mogen evenwel geen beperkingen vaststellen die absoluut werken of handelingen verbieden of onmogelijk maken die overeenstemmen met de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening, noch de realisatie van die plannen en hun bestemmingsvoorschriften verhinderen, noch de realisatie van de definitief vastgestelde natuurrichtplannen onmogelijk maken. Zolang de ankerplaatsen niet zijn opgenomen in de ruimtelijke uitvoeringsplannen of de plannen van aanleg vormen zij geen beoordelingsgrond, uitgezonderd wanneer het een aanvraag betreft van de administratieve overheid. De administratieve overheid moet in al haar beslissingen inzake een eigen werk of handeling of inzake het verlenen van een opdracht daartoe die een ankerplaats nadelig kunnen beïnvloeden, de zorgplicht respecteren. Schelde-Leie interfluvium Het besluit tot voorlopige aanduiding van de ankerplaats “Schelde-Leie interfluvium” te Anzegem, Kruishoutem, Oudenaarde, Waregem, Wortegem-Petegem en Zingem werd vastgesteld op 15 december 2011. Het besluit werd op datum van 20 februari 2012 ter advies overgemaakt. Het College van Burgemeester en Schepenen formuleerde zijn opmerkingen in zitting van 10 mei 2012. Het besluit tot definitieve aanduiding van de ankerplaats “Schelde-Leie inferfluvium” is vastgesteld op 23 november 2012. Dit besluit bevat de benaming van de ankerplaats, de waarden die aanleiding hebben gegeven tot de aanduiding, de landschapskenmerken die typisch zijn voor de ankerplaats, met inbegrip van de ruimtelijke kenmerken die eigen zijn aan de waarden en een aflijning van de ankerplaats op schaal 1/25.000 die de grenzen ervan aangeeft. Dit document ligt ter inzage bij de milieudienst. De zorgplicht geldt voor de eigen werken of handelingen van elke administratieve overheid, alsook voor een eigen plan of verordening. De zorgplicht is ook van toepassing op alle werken of handelingen waartoe een administratieve overheid opdracht verleend. Bij werken of handeling binnen een definitief aangeduide ankerplaats moet elke vorm van vermijdbare schade voorkomen worden en moeten schadebeperkende, herstel- of compenserende maatregelen worden genomen als schade onvermijdelijk is. Als een administratieve overheid een beslissing neemt over een werk, handeling, plan of verordening, die een definitief aangeduide ankerplaats nadelig kan beïnvloeden, moet ze dat doen op basis van een motiveringsnota. Waregem Waregem is slechts voor een zeer beperkt deel van haar grondgebied gelegen in de voorlopig afgebakende ankerplaats “Schelde-Leie interfluvium”. Het betreft een gedeelte van de Fazantenlaan ter hoogte van de Amerikaanse militaire begraafplaats (5 percelen), een gedeelte van de Wortegemseweg met de grens Wortegem-Petegem (8 percelen) en een gedeelte van de Kalkhoevestraat met de grens Wortegem-Petegem (5 percelen).
8.2. Acties
pagina 106 van 135
De gronden gelegen op het grondgebied van Waregem en gevat door de afbakeningslijn van de ankerplaats “Schelde-Leie interfluvium” zijn gelegen in drie deelgebieden: - Kasteeldomeinen - Kleinschalig gesloten cultuurlandschap - Boscomplex Toekomstige ruimtelijke vertaling voor boscomplexen Kwalitatief behoud en versterking van de bossen. Er wordt gestreefd naar het behoud en/of de ontwikkeling van aaneengesloten boscomplexen. Dit kan door bosuitbreiding en/of ecologische verbinding tussen de boscomplexen. Deze ecologische verbindingen zijn structuurrijke overgangen tussen de boscomplexen door middel van het behoud (en een ecologisch beheer) van de historisch in gebruik genomen graslanden in de bosomgeving en de ontwikkeling van ruigten, tenzij ze zelf bebost worden. Het behouden en/of ontwikkelen van kleine landschapselementen en het kleinschalig (cultuur)landschap tussen de boscomplexen draagt eveneens bij tot een betere verbinding. Bosuitbreiding wordt mede verantwoord vanuit historisch standpunt: de bosgedeelten zijn momenteel immers restanten van weleer grotere, aaneengesloten boscomplexen. Toekomstige ruimtelijke vertaling voor kleinschalig gesloten cultuurlandschappen Deze tussen- en aanliggende gebieden, die momenteel een akker- en weilandgebruik kennen, komen op termijn in aanmerking om bosuitbreidingen op te vangen en zo de historische boscomplexen te versterken en herstellen. In afwachting van een eventuele bebossing, of op percelen waar geen bebossing zal worden uitgevoerd, wordt een stimulerend beleid gevoerd naar de realisatie van KLE. Op deze manier kunnen de bestaande boscomplexen met elkaar verbonden worden. Uitbreiding of verbouwing van (voormalige) landbouwbedrijven of woningen die zich ontwikkeld hebben binnen gebouwen(complexen) met een bouwkundig erfgoedwaarde dienen deze uitbreidingen of verbouwingen met respect te doen voor de erfgoedwaarde van de site. Nieuwe gebouwen dienen, indien mogelijk de erfgoedwaarde te versterken. Bij vernieuwbouw kan onderzocht worden in welke mate verloren erfgoedwaarde kunnen hersteld worden. Het behoud van de erfgoedwaarde binnen het landschap is van belang omdat dit bijdraagt tot de belevingswaarde van dat landschap. Toekomstige ruimtelijke vertaling voor kasteeldomeinen De kasteelparken bevatten cultuurhistorische waarden. Deze cultuurhistorische waarden dienen bewaard te blijven. Het betreft naast het bouwkundig erfgoed o.a. kasteeldreven die de historische kasteel-kerkrelatie aangeven, voormalige waterburchten, Engelse landschapstuinen, … Bovendien zijn de kasteeldomeinen voor zowel planten als dieren belangrijk als groene stapstenen in het landschap. Een harmonisch park- en bosbeheer met aandacht voor landschapsintegratie, zichtassen, dreefpatronen, … verhoogt hun ecologische functie. Landschappelijk afgewogen bosuitbreiding rond het bestaande kasteeldomein kan. Het Seine-Schelde project
Geïntegreerd Strategisch Plan
Rivierherstel Leievallei
Het Seine- en het Scheldebekken zijn twee van Europa‟s belangrijkste industriële regio‟s. Toch bestaat er tussen beide regio's op vandaag nog geen vaarweg voor container- en duwvaartschepen. Binnen Europa zijn bepaalde vaarassen voor de binnenvaart erkend als horende bij het Trans- Europees Netwerk (TEN). Bij de noordzuidverbindingen van dit netwerk hoort de as Seine-Schelde. Tot op de dag van vandaag ontbreek er nog een stukje vaarweg op Frans grondgebied. Ook de Leie, vanaf Deûlémont tot aan het Afleidingskanaal van de Leie te Deinze, maakt deel uit van deze verbinding. De
8.2. Acties
pagina 107 van 135
Leie-infrastructuur is echter onvoldoende uitgebouwd voor containervervoer en duwvaar. Met het project Seine-Schelde komen Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen daaraan tegemoet: Vlaanderen, dat de poort vormt naar de hele Schelde- en Rijndelta in Nederland en Duitsland, wordt hierdoor verbonden met de regioʼs van Le Havre, Rouen en Parijs. Zo wordt de binnenvaart een volwaardig alternatief voor het goederenvervoer op de weg – minder drukke wegen, meer veiligheid en een schoner milieu zijn het resultaat. De economische studie „project Seine-Schelde‟, uitgevoerd in 1998-1999 in opdracht van Waterwegen en Zeekanaal, Afdeling Bovenschelde, heeft aangetoond dat de uitbouw van de Seine-Scheldeverbinding tot 4.400 ton duwvaart voor Vlaanderen een interessante investering is. Specifiek voor het traject Wervik - Deinze wordt hieraan het project 'Rivierherstel Leie' gekoppeld, dat zo veel mogelijk van de oorspronkelijke toestand van de rivier wil herstellen. Oevers krijgen een natuurvriendelijke versterking, fauna en flora krijgen meer kansen, vispassages worden voorzien aan de sluizen, parallel liggende oude rivierbeddingen worden geïntegreerd, aansluitingsconstructies ter hoogte van oude dwarsliggende meanders worden gebouwd en goede voetgangers- en fietspaden zorgen dat iedereen kan meegenieten. Het „project Seine-Schelde‟ werd samen met „Rivierherstel Leie‟ in 2005 uitgewerkt tot een Geïntegreerd Strategisch Plan. Dit strategisch plan is afgestemd op de Europese Kaderrichtlijn Water, die stelt dat gekanaliseerde rivieren in 2015 een reeds goed ecologisch potentieel moeten bereiken, met als latere mijlpalen voor verdere verbetering 2021 en 2027. Wie meer over de studie wil weten en lezen verwijzen we naar de website www.seineschelde.be. Infrastructuurwerken in de regio Waregem Ook in onze regio worden een aantal infrastructuurwerken aan de waterweg gepland. De voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe sluis te Sint-Baafs-Vijve zijn volop lopende (zie thema water). De brug Desselgem-Ooigem wordt vernieuwd. Ter hoogte van de containerterminal te Wielsbeke wordt een passeerstrook voor duwvaart voorzien. Daarnaast wordt de Leie zelf met 1 meter verdiept. Baggerwerken zijn dus noodzakelijk. De baggerspecie die vrijkomt wordt afgevoerd naar een vroegere zandwinning op de grens Oostakker-Lochristi. Rivierherstel De Vlaamse Regering keurde op 17 december 2010 het project „Rivierherstel Leie‟ goed. Tussen 2011 en 2027 moet de Leie niet alleen een betere vaarweg worden, maar moeten ook het landschap en de natuur rond de oude Leie worden hersteld. De meanders van de oude rivierloop, die afgesneden werden bij de rechttrekking van de Leie, zullen op goed gekozen plaatsen weer in contact gebracht worden met de rivier. Waar mogelijk zal ook het historisch winterbed opnieuw zichtbaar worden als natuurgebied. Een winterbed is in de winter het leefgebied bij uitstek voor watervogels, in de zomer vinden we er bloeiende graslanden, moeras en plaatsen die bulken van de biodiversiteit. De Regering besliste om in totaal 500 ha „watergebonden terrestrische natuur‟ te ontwikkelen, vooral in de van nature laaggelegen gebieden langs de loop van de Oude Leie en dit in tien verschillende projectgebieden, gelegen tussen de Franse grens en Deinze. De uitvoering start vanuit Frankrijk en eindigt in 2027 met de inrichting van een laatse gebied in de streek van Deinze. Voor de landbouwsector wordt voorzien in flankerende maatregelen zoals een grondbank (met financiële stimuli) die ruilgronden in de omgeving ter beschikking moet stellen van landbouwers. Waar de projectgebieden nog geen groene bestemming hebben, wordt de komende jaren een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan opgemaakt, dit in het kader van de afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur.
8.2. Acties
pagina 108 van 135
Concreet is het Agentschap voor Natuur en Bos belast met de realisatie van de 500 ha watergebonden terrestrische natuur. De NV Waterwegen en Zeekanaal is belast met de realisatie van de overige onderdelen (oeververbreding, natuurvriendelijke oevers, aantakking meanders, …) van het geïntegreerd plan Seine-Schelde. De Vlaamse Landmaatschappij heeft de opdracht voor deze gebieden een landbouweffectenrapport (LER) op te stellen en een grondbank Leievallei op te richten. Voor het studiewerk wordt onder meer een beroep gedaan op de Universiteit Gent en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). De Vlaamse Regering heeft ook beslist dat een klankbordgroep moet worden opgericht, bestaande uit de leden van de stuurgroep en de betrokken actoren. De klankbordgroep kwam voor het eerst samen op 27 mei 2011 in aanwezigheid van Vlaams minister Hilde Crevits. Natuurvriendelijke oevers Voorlopig werden door nv Waterwegen en Zeekanaal de grootste afkalvingen prioritair beveiligd met een eenvoudige ingreep, namelijk palenrijen en riet, maar dit zonder bijkomende grondaanvullingen. Er wordt nu een evaluatieperiode ingebouwd, waarin de aangelegde natuurvriendelijke oevers zowel ecologisch als technologisch zullen geëvalueerd worden door respectievelijk het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en de Universiteit Gent. In de loop van de volgende jaren zullen er dan systematisch van noord naar zuid natuurvriendelijke oeververdedigingen aangelegd worden, rekening houdend met de resultaten van de evaluatie. Aantakken meanders De vroegere Leiemeanders zijn nu in de meeste gevallen afgesloten van de gekanaliseerde Leie. Sommige zijn gedempt, andere worden gebruikt als visvijver of liggen er verlaten bij. Waterwegen en Zeekanaal onderzoekt de mogelijkheid om een tiental meanders weer met de Leie te verbinden. De studieopdracht is toebedeeld aan Arcadis. 8.2. Acties
pagina 109 van 135
Waar mogelijk worden ze uitgediept of weer uitgegraven. In de aangetakte meanders is, afhankelijk van het beoogde waterpeil, vrije doorstroming al dan niet mogelijk en kunnen vissen weer vrij in en uit zwemmen. De oorspronkelijke waterloop wordt daarmee gedeeltelijk hersteld en de natuur krijgt hier alle kansen. Op 22 juni 2011 werden de eerste voorstellen gepresenteerd. Voor de omgeving van Waregem noteren we volgende voorstellen: - Ooigem – Munkenhof De meander is grotendeels open water. Aan de binnenzijde van de meander ligt de hoeve Munkenhof. De Paddebeek (slechte waterkwaliteit) stroomt nu deels in de meander, deels watert die rechtstreeks af naar de Leie. * stroomopwaarts: geen verbinding * stroomafwaarts: duiker door de dijk, kant meander drempel met schotbalken - Desselgem – Schoondale Het opwaartse stuk van de meander is gedempt en kan niet terug opengemaakt worden wegens het industriegebied. Het afwaartse stuk is ook gedempt. De Schoondale beek stroomt tussen industriegebied en meander naar de Leie in open verbinding. * stroomopwaarts: geen verbinding * stroomafwaarts: geen verbinding - Sint-Baafs-Vijve: Oude Plaats De meander is grotendeels open water. Aan de opwaartse kant is de meander gedempt. De kasteelbeek mondt ter hoogte van de voormalige instroom van de meander uit in de Leie. * stroomopwaarts: geen verbinding * stroomafwaarts: duiker door de dijk, kant meander drempel met schotbalken, afwaarts terugslagklep Regionale projecten voor natte natuur. Het project Rivierherstel Leie houdt onder meer in dat in 10 gebieden langs de Leie tussen Wervik en Deinze 500 ha watergebonden natuur zal worden ingericht door het Agentschap voor Natuur en Bos. De gronden in deze 10 gebieden langs de Leie worden momenteel grotendeels door landbouwers gebruikt. De VLM wil ervoor zorgen dat de leefbare landbouwbedrijven actief kunnen blijven en is van plan een oplossing op maat voor elk betrokken bedrijf uit te werken. Met de oprichting van een Grondenbank tracht de VLM aan de betrokken landbouwers in de 10 gebieden een keuzemogelijkheid te bieden: een financiële regeling of ruilgrond. In en buiten de 10 gebieden kan de Grondenbank van de VLM daarom gronden aankopen. Voor de regio Waregem werden een tweetal projecten geselecteerd door het Agentschap voor Natuur en Bos, namelijk: - project 4: Bavikhove – Ooigembos (volledig gelegen aan de overzijde van de Leie) - project 5: Sint-Baafs- Vijve (volledig gelegen op het grondgebied van Wielsbeke) Om verder invulling te kunnen geven aan beide inrichtingsprojecten werd beslist een afzonderlijke begeleidingscommissie op te richten. De eerste vergadering van deze begeleidingscommissie is voorzien voor 29 januari 2013. Opvolging en overleg Deze werken zullen een grote impact hebben op onze regio en biedt de gemeenten grote opportuniteiten. Bij de realisatie van de werken aan de vaarweg en de werken in kader van het rivierherstel moeten de gemeentelijke bekommernissen, wensen en uitdagingen geïntegreerd worden door dit investeringsmoment ten volle te benutten. Op de Raad van Bestuur van Leiedal van 25 november 2011 werd beslist om het Seine-Schelde-project van nabij op te volgen en 8.2. Acties
pagina 110 van 135
ondersteuning aan de gemeenten aan te bieden. Hiermee wordt ingegaan op een vraag vanuit de Conferentie van Burgemeesters. Op 21 december 2011 vond een eerste overleg plaats. Het Seine-Schelde-project werd in zijn juiste context geplaatst, een voorstel van aanpak werd geformuleerd en de atlas van projecten overlopen. Om alles verder te kunnen verfijnen werd besloten de betrokken gemeenten individueel te bevragen. Voor Waregem was dit op 25 januari 2012. Een synthese werd gepresenteerd op 29 februari 2012. Ook vanuit Waterwegen en Zeekanaal werd op geregelde tijdstippen gecommuniceerd naar de betrokkenen. Voor 2012 waren dit volgende omverlegmomenten: - 11 mei 2012: tweede vergadering van de Klankbordgroep - 23 novermber 2012: derde vergadering van de Klankbordgroep. Vanuit de stad wordt dit project o.a. verder opgevolgd door de milieudienst. Timing en fasering Op termijn plant nv Waterwegen en Zeekanaal een reeks van grootschalige investeringen in onze streek, opgebouwd uit twee grote luiken: - Luik vaarweg (nu – 2017) bevaarbaar maken van de vaarweg tot 4.400 ton door aanpassingen van het traject, vernieuwen kademuren, aanpassen sluizen en bruggen, bochtverbredingen en aanbrengen passeerstroken. - Luik rivierherstel Leie (2008-2027), Natuurvriendelijke oevers, vispassages: 2008-2015, aankoppeling meanders, uitgraven en baggeren meanders: 2014-2027 Sluis te Sint-Baafs-Vijve: - voorontwerpstudie: uitgevoerd - aanbesteding ontwerpstudie: 2012 - ontwerp en project-MER: 2012-2013 - uitvoering: 2014-2017 Natte natuur Sint-Baafs-Vijve (30 ha): - opmaak LER, start verwerving gronden via VLM: 2013 - opmaak bestek en aanbesteding studieopdracht inrichtingsplan: 2014 - opmaak inrichtingsplan: 2015-2016-2017 - onteigening en procedures vergunningen: 2018 - uitvoering op terrein: 2019-2020 Aankoppeling meanders: - eerse selectie in 2011, o.a. Ooigem Munkenhof, Desselgem Schoondale en Sint-Baafs-Vijve - ontwerp en project-MER: 2012-2013 - uitvoering: 2014-2015
8.2. Acties
Natuurvriendelijke oevers: - ter studie in 2011-2013 i.s.m. INBO - uitvoering vanaf Deinze in 2013-2017 Vispassages: - vervat in studie sluis Sint-Baafs-Vijve - uitvoering voorzien in constract sluis Natte natuur Bavikhove-Ooigembos (60 ha): - opmaak LER, start verwerving gronden via VLM: 2013 - opmaak bestek en aanbesteding studieopdracht inrichtingsplan: 2015 - opmaak inrichtingsplan: 2016-2017-2018 - onteigening en procedures vergunningen: 2019 - uitvoering op terrein: 2020-2021
pagina 111 van 135
pagina 112 van 135
9. Thema Bodem 9.1.
Basis 9.1.1.
Inschakelen erkend bodemsaneringsdeskundige
9.1.2.
Vergunning TOP obv code van goede praktijk
9.2. Acties
9. Bodem
pagina 113 van 135
pagina 114 van 135
9.1.1.
Inschakelen erkend bodemsaneringsdeskundige
Inschakelen van een erkend bodemsaneringsdeskundige. De stad, die de basis van de Samenwerkingsovereenkomst ondertekent, kan aanspraak maken op een financiële ondersteuning van de OVAM voor het inschakelen van een erkend bodemsaneringsdeskundige bij een acuut geval van bodemverontreiniging.
Het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming geeft de burgemeester de bevoegdheid en de plicht om bij bepaalde schadegevallen maatregelen ter behandeling van bodemverontreiniging op te leggen. Het gaat om schadegevallen die gemeld worden binnen de veertien dagen nadat ze zich hebben voorgedaan en die binnen een termijn van 180 dagen kunnen aangepakt worden. De burgemeester moet in die bepaalde gevallen een besluit met opgelegde maatregelen overmaken aan de saneringsplichtige. Deze maatregel geeft de inwoners de kans om op korte termijn en mogelijk op kostenbesparende wijze de bodemverontreiniging aan te pakken. De stad Waregem heeft tot op heden geen raamcontract afgesloten met een erkend bodemsaneringsdeskundige. In 2012 werden er op de milieudienst GEEN schadegevallen gemeld waarbij de bevoegde overheid de burgemeester is.
9.1.1. Inschakelen erkend bodemsaneringsdeskundige
pagina 115 van 135
9.1.2.
Vergunningen TOP op basis van code van goede praktijk
Code van goede praktijk voor Tijdelijke Opslagplaatsen. De stad baseert zich voor het vergunnen van tijdelijke opslagplaatsen (TOP) op de code van goede praktijk, opgesteld door de OVAM.
In de loop van 2012 werden er op het grondgebied van de stad Waregem twee aanvragen behandeld voor het verlenen van tijdelijke opslagplaatsen van uitgegraven bodem (TOP) overeenkomstig rubriek 2.3.1. (uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Bodemdecreet en het Vlarebo) en/of rubriek 61.2. (uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo) van de indelingslijst bijlage 1 bij Vlarem I. De tijdelijke opslagplaatsen vormden in eerste aanvraag een onderdeel van een inrichting die in haar globaliteit tot de eerste klasse behoorde en waarbij de beslissingbevoegdheid bij de Deputatie van de Provincieraad lag. De andere aanvraag betrof een meldingsplichtige inrichting, waarvan het College akte dient te nemen. De Deputatie van de Provincieraad verleende op 19 januari 2012 vergunning aan NV Devagro/Devarec/Devamat voor het exploiteren van een inrichting voor de verwerking van afvalstoffen met tankstation en car-wash, gelegen Bushoek zn te 8792 Waregem (Desselgem, afdeling 5, perceel 0835/G). Dit besluit omvatte o.a. vergunning voor: rubriek 2.1.3.1. : tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem van 500 m³ die niet voldoet aan een toepassing van het Bodemdecreet en het Vlarebo (klasse 2) rubriek 61.2.1.: tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem van 1.500 m³ die voldoet aan een toepassing van het Bodemdecreet en het Vlarebo (klasse 3) Het College van Burgemeester en Schepenen heeft in zitting van 01 maart 2012, akte genomen van de melding gedaan op 07 februari 2012, ingediend door B.V.B.A. Devarac, met als voorwerp een tijdelijke opslagplaats voor uitgegraven bodem, die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo en dit in het kader van infrastructuurwerken, met een maximale capaciteit van 3.000 m³ en gelegen Bushoek zn, 8792 Waregem (Desselgem, afdeling 5, percelen 0834/B/02/deel en 0834/N/deel) De melding omvat volgende rubriek: rubriek 61.2.1.: tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem: die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo: met een capaciteit van 1.000 m³ tem 10.000 m³: concreet 3.000 m³ (klasse 3)
9.1.2. Vergunning TOP obv code van goede praktijk
pagina 116 van 135
9.2. Acties Inventaris eigen (risico)gronden.
De wetgever heeft een aantal activiteiten bestempeld als potentieel risicovol met betrekking tot bodemverontreiniging. De percelen waarop deze activiteiten gevestigd waren of zijn dienen te worden onderworpen aan een oriënterend bodemonderzoek. - ofwel periodiek - ofwel bij het beëindigen van de risico-activiteit - ofwel bij vervreemding Overeenkomstig deze wettelijke verplichtingen nam de stad voor een aantal risicogronden uit het stedelijk patrimonium het initiatief tot het uitvoeren van een oriënterend bodemonderzoek. Voor andere risicogronden nam de stad na aankoop de saneringsplicht op zich. Gronden kunnen eveneens verontreinigd worden als gevolg van lekverontreiniging van aanpalende percelen. Al deze gronden belanden in het grondeninformatieregister (GIR) van de OVAM. Niet alle vervuilde gronden dienen echter gesaneerd te worden. Zo wordt bij recente verontreiniging niet steeds de bodemsaneringsnorm overschreden. Anderzijds kan historische verontreiniging, die geen dreigend gevaar inhoud, getolereerd worden, al dan niet onder permanente opvolging. Ook na sanering kan er restverontreiniging over blijven. Hierna wordt kort een overzicht gegeven van de meest recente gegevens over stedelijke risicogronden.
9.2. Acties
Site
Onderzoeken
Recent bodemattest
BLOSO Sporthotel Veldloopstraat
OBO dd. 12/02/1998 BBO dd. 27/10/1998 BSP dd. 15/05/2000 OBO dd. 25/11/2005
eindverklaring bodemsanering 21/05/2008
Containerpark Leenakkerstraat
Bodemattest inhoud
geen opname meer in register van verontreinigde gronden
OBO dd. 11/12/2001 OBO dd. 29/10/2002 (aanvulling)
niet in register verontreinigde gronden
Containerpark Lindestraat
OBO dd. 05.04.2004
niet in register verontreinigde gronden
Containerpark Transvaalstraat
OBO dd. 08/11/2001 (periodiek) OBO dd. 14/06/2010 (stopzetting)
11/08/2010
in grondeninformatieregister geen overschrijding BSN geen ernstige bodemverontreiniging overschrijding richtwaarden geen beschrijvend bodemonderzoek vereist
pagina 117 van 135
9.2. Acties
Expo Zuiderlaan
OBO dd. 22/08/2002 BBO dd. 18/03/2005 BSP dd. 04/07/2005
13/09/2005
in register verontreinigde gronden historische bodemverontreiniging geen ernstige bedreiging geen verdere maatregelen vereist
Kabouterbos Schoendalestraat
BBO dd. 08/12/2003
20/05/2005
in register verontreinigde gronden historische bodemverontreiniging geen ernstige bedreiging geen verdere maatregelen vereist
Openbare weg Deerlijkseweg (thv huisnummer 264)
BBO dd. 03/06/2012
30/07/2012
in grondinformatieregister historische verontreiniging niet tot stand gekomen op deze grond bodemsanering verplicht (via Bofas)
Openbare weg DeerlijksewegVichtseweg (thv Mazda garage)
BBO dd. 26/09/2005 BBO dd. 21/12/2009
28/01/2010
Openbare weg Keukeldam (thv tankstation)
OBO dd. 03/10/1996 OBB dd. 22/12/1998 BBO dd. 31/05/2001 BSP dd. 17/08/2001 OBO dd. 04/06/2002
eindverklaring bodemsanering 30/05/2007
in grondinformatieregister historische verontreiniging geen verdere maatregelen noodzakelijk
Openbare weg Koning Albertstraat (thv site Interlin)
BBO dd. 23/12/2003 BBO dd. 13/02/2004
11/03/2004
in register verontreinigde gronden gemengde verontreiniging BSN wordt overschreden een ernstige bedreiging niet tot stand gekomen op deze grond (Agglo) verdere maatregelen vereist
Openbare weg Roterijstraat (thv Carrefour)
BBO dd. 10/03/2003 BBO dd. 14/01/2004 (aanvulling) aanvullende fax dd. 16/03/2004
23/08/2004
in register verontreinigde gronden historische verontreiniging een ernstige bedreiging niet tot stand gekomen op deze grond verdere maatregelen vereist
in grondinformatieregister gemengde verontreiniging overwegend historisch niet tot stand gekomen op deze grond bodemsanering verplicht (via Bofas)
pagina 118 van 135
Openbare weg Schoolstraat (thv site Interlin)
BBO dd. 23/12/2003 BBO dd. 13/02/2004
11/03/2004
Openbare weg Stationsstraat (hoek Noorderlaan)
BBO dd. 17/05/2010
08/07/2010
in grondinformatieregister (GIR) historische verontreiniging niet tot stand gekomen op deze grond saneringsplicht bij voormalig tankstation
Openbare weg Zultseweg
BBO dd. 02/12/2010 (Bofas)
15/02/2011
in grondeninformatieregister niet tot stand gekomen op deze grond geen sanering vereist
Regenboogstadion Parking Zuiderlaan
BBO dd. 18/03/2005 OBO dd. 30/11/2005
25/01/2006
in register verontreinigde gronden historische bodemverontreiniging geen ernstige bedreiging geen verdere maatregelen
School Koning Albertstraat
BBO dd. 23/12/2003 BBO dd. 13/02/2004
11/03/2004
in register verontreinigde gronden gemengde verontreiniging BSN wordt overschreden een ernstige bedreiging niet tot stand gekomen op deze grond (Agglo) verdere maatregelen vereist
Stedelijke werkplaats Deerlijkseweg
OBO dd. 05/07/2004 BBO dd. 19/12/2007 BBO dd. 16/04/2010 (aanvullend)
23/06/2010
in grondinformatieregister gemengde bodemverontreiniging, overwegend historisch bodemsanering nodig
9.2. Acties
Zuidboulevard Zuiderlaan (perceel 1405/A/2)
OBO dd 12.06.2009
Zuidboulevard Zuiderlaan (perceel 1405/E/2)
BBO dd. 06.03.2006
15.02.2012
in register verontreinigde gronden gemengde verontreiniging BSN wordt overschreden een ernstige bedreiging niet tot stand gekomen op deze grond (Agglo) verdere maatregelen vereist
in grondinformatieregister geen BBO vereist geen verdere maatregelen
niet in grondeninformatieregister
pagina 119 van 135
Zuidboulevard Zuiderlaan (perceel 1405/H/2
BBO dd. 06.03.2006 BSP dd. 23.11.2006 eindevaluatie dd. 25.08.2010
OBO: oriënterend bodemonderzoek Sanering stedelijke werkplaats.
18.09.2012
BBO: beschrijvend bodemonderzoek
in grondeninformatieregister eindverklaring door OVAM geen verdere maatregelen vereist BSP: bodemsaneringsproject
In het kader van de periodieke verplichtingen en het vermoeden van bodemverontreiniging van een mogelijke lekkende tank werd besloten tot een bodemonderzoek over te gaan voor de gehele site van de stedelijke werkplaats. Het College van Burgemeester en Schepenen besliste in zitting van 24 september 2003 de nv Asset, Wiedauwkaai 51 te 9000 Gent aan te stellen. Op basis van dit oriënterend bodemonderzoek dd. 05/07/2004 oordeelde de OVAM dat er ernstige aanwijzingen zijn dat er een gemengde bodemverontreiniging voorkomt die de bodemsaneringsnormen overschrijdt of dreigt te overschrijden. De stad werd op 12 januari 2005 gewezen op zijn verplichting tot het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek. In het College van Burgemeester en Schepenen van 20 april 2006 werd het beschrijvend bodemonderzoek toegewezen aan hetzelfde studiebureau. Ondertussen werden er verschillende vervolgfases goedgekeurd om de afbakening verder te verfijnen. Op 19 december 2007 werden de conclusies van het beschrijvend bodemonderzoek overgemaakt aan de OVAM. In haar schrijven van 13 februari 2008 deelde de OVAM mee dat het document niet conform verklaard werd en dat tal van bijkomende onderzoeksverrichtingen nodig waren. In de loop van 2008 en 2009 werden bijkomende metingen uitgevoerd. Het aanvullend beschrijvend bodemonderzoek d.d. 16 april 2010 werd door de OVAM op 23 juni 2010 conform verklaard. Het betreft een gemengde – overwegend historische – bodemverontreiniging. Op basis van de resultaten is bodemsanering nodig. De bodemverontreiniging kan als volgt samengevat worden: - verontreiniging van het grondwater: - MTBE: deze verontreiniging komt voor ter hoogte van de verwijderde ondergrondse houders en heeft zich verspreid op het perceel 205/t/4 en de Hooibeek, de verontreiniging vormt een drijflaag. - minerale olie: deze verontreiniging komt voor ter hoogte van de verwijderde ondergrondse houders en vormt een drijflaag - BETEX: deze verontreiniging komt voor ter hoogte van de verwijderde ondergrondse houders en vormt een drijflaag die zich heeft verspreid tot aan de Hooibeek - een zoutverontreiniging die resulteert in een verhoogde geleidbaarheid: deze verontreiniging is afkomstig van de zoutopslag - CN: de verontreiniging is afkomstig van de zoutopslag - verontreiniging in het vaste deel van de aarde: - minerale olie, BTEX en MBT: een verontreiniging ter hoogte van de verwijderde ondergrondse houders - gemengde historische verontreining met minerale olie: ter hoogte van de afvoerbuis die leidt naar de Hooibeek In de gemeenteraad van 3 mei 2011 werd de aanstelling van een ontwerper voor de opmaak van het bodemsaneringsproject goedgekeurd. De opdracht werd toegewezen aan b.v.b.a. Artemis Milieu uit Zingem, dit in zitting van het College van Burgemeester en Schepenen van 27 sepember 2012. Een eerste coördinatievergadering, met het oog op concrete afspraken, werd gehouden op 11 december 2012. Het dossier wordt binnen de stedelijke administratie behartigd en verder opgevolgd door de dienst gebouwen. Wie meer wil weten over de aard en de omvang van de verontreiniging, de stand van zaken en de verder te nemen stappen kan zich tot deze dienst wenden.
9.2. Acties
pagina 120 van 135
Het grondeninformatieregister van de OVAM
Sinds 1 juni 2008, met het in voege treden van het bodemdecreet, zijn alle gronden waarvoor gegevens bekend zijn bij de OVAM opgenomen in het grondeninformatieregister (GIR) en is er geen register van verontreinigende gronden meer. In het GIR zijn zowel onderzochte gronden opgenomen alsook gronden waarvan geweten is dat er risicoactiviteiten op plaatshadden of –hebben. Hieronder vindt u voor Waregem -van de gronden opgenomen in het grondeninformatieregister- het aantal kadastrale percelen terug waarvoor verdere maatregelen in het kader van het bodemdecreet nodig zijn omdat er mogelijke nadelige effecten zijn voor mens en/of milieu. Tevens vindt u het aantal percelen terug waar na het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek een sanering nodig is. Daarnaast vindt u ook het aantal percelen terug waar een sanering heeft plaatsgevonden, telkens met de respectievelijke totale oppervlakte. Toestand op 01/01/2012: aantal percelen waarvoor verdere maatregelen nodig zijn: 198, oppervlakte: 258 ha (5,74% t.o.v. totale oppervlakte, 70,84% hiervan ligt in industriegebied) aantal percelen waarvoor sanering nodig: 87, oppervlakte: 80 ha (1,78% t.o.v. totale oppervlakte, 81,50% hiervan ligt in industriegebied) eindverklaring sanering afgeleverd: 55 percelen, oppervlakte: 24 ha
Subsidie voor groenbedekkers.
De erosiegevoeligheidskaart van de Vlaamse gemeenten kan geraadpleegd worden op http://dov.vlaanderen.be klik verder naar bodem > erosie > erosiegevoeligsheidskaart. Deze kaart geeft voor elke gemeente in Vlaanderen de gemiddelde gevoeligheid voor bodemerosie weer (status 2006). De kaart geeft dus op niveau van Vlaanderen een eerste indicatie van de locatie van erosiegevoelige gebieden. De kaart is een afgeleide van de potentiële bodemerosiekaart per perceel (2006). Waregem wordt gekwalificeerd als “zeer weinig erosiegevoelig”. Waregem is vlak met zeer geringe hoogteverschillen. De erosiebestrijding is dan ook geen prioritair aandachtspunt voor de stad. Toch werd in zitting van 3 maart 1992 van de gemeenteraad, besloten om op het grondgebied van Waregem over te gaan tot het toekennen van een aanmoedigingspremie voor het inzaaien en onderploegen van groenbemesters.
In de gemeenteraad van 7 oktober 2008 werd het reglement aangepast en bijgestuurd tot een subsidie voor groenbedekkers, met onderstaande principes: - subsidie van 50,00 euro per ha ingezaaide en ondergeploegde groenbedekker - maximaal 1/5 van de totale oppervlakte van de cultuurpercelen gelegen in Waregem komt in aanmerking voor een subsidie - de subsidie bedraagt maximaal 350 euro per landbouwer per jaar - de subsidie voor een perceel kan niet gecumuleerd worden met een premie van een andere overheid Samenvattend een schematisch overzicht van de belangrijkste gegevens i.v.m. deze subsidie: 2010
2011
2012
Aantal aanvragen
41
42
35
Betoelaagde opp.
192,170 ha
148,286 ha
139,144 ha
6 962,80 euro
7 414,30 euro
6.957,20 euro
Totale subsidie 9.2. Acties
pagina 121 van 135
pagina 122 van 135
10. Duurzame ontwikkeling 10.1. Basis 10.1.1. passieve sensibilisatie
10.2. Acties
10. Duurzame ontwikkeling
pagina 123 van 135
pagina 124 van 135
10.1.1.
Passieve sensibilisatie
De stad onderneemt passieve sensibilisatie m.b.t. duurzame ontwikkeling.
Ook in 2012 hadden verschillende stadsdiensten oog voor duurzaamheid. De belangrijkste acties zijn terug te vinden in het hoofdstuk 10.2. Acties. De burger werd gesensibiliseerd via diverse communicatiemiddelen. Website De website heeft oog voor duurzaamheid. Een pagina is gewijd aan de term duurzaamheid. Diverse links geven de mogelijkheid om meer over het thema te weten te komen. www.ecolife.be : website voor een nieuwe, duurzame levensstijl www.voetafdruk.be : uitleg over de ecologische voetafdruk en de mogelijkheid om je eigen voetafdruk te berekenen www.vodo.be : vlaams overleg duurzame ontwikkeling www.icdo.fgov.be : commissie voor duurzame ontwikkeling Stadskrant De Sprong: Boerenmarkt Op 7 oktober 2012 werd de vierde boerenmarkt gehouden in Waregem. De boerenmarkt wil consumenten aanmoedigen om bewust en gezond te consumeren en producten van eerlijke handel en duurzame landbouw beter te leren kennen en appreciëren. In het artikel van De Sprong van september werd niet alleen reclame gemaakt voor de markt zelf, maar ook uitleg over de link met fair-trade en de handel met het zuiden. De randanimatie had oog voor de vlasverwerking die toch een kleine ecologische voetafdruk heeft. Stadskrant De Sprong: Wereldwaterdag Op 22 maart stapten de Waregemse scholen voor water op Wereldwaterdag. Drinkbaar water hebben is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Kinderen moeten soms kilometers ver wandelen om drinkbaar water te hebben ipv onderwijs te volgen. De waterproblematiek zal wereldwijd nog toenemen en Wereldwaterdag wil de mensen hiervan op de hoogte stellen en hopen dat ze ook hun steentje bijdragen. In het artikel van de Sprong werd de actie uiteengezet zodat ook de burger wist wat het doel was die dag. Energie(afval)krant : “(Ver)bouwadvies voor een prikje!” Deze energie(afval)krant van juni 2012 had aandacht voor duurzaam bouwen. Zo kan elke West-Vlaming bij Zonnewindt zijn bouwplannen laten bekijken. Een bezoek ter plaatse kost 50 euro, een advies op basis van een plan kost 25 euro. Alle artikels kunnen geraadpleegd worden via de website www.waregem.be/milieujaarprogramma
10.1.1. Passieve sensibilisatie
pagina 125 van 135
10.2.
Acties
25 jaar stedenband Gatsibo-Waregem
Het begon midden jaren tachtig allemaal met dokter Pierre Mugabo. De Rwandees verbleef in een Waregems gastgezin en sprak daar met volle overtuiging over zijn geboortestreek. Met veel bravoure vertelde hij over het alledaagse leven van de mensen en hun problemen, daar in het hart van zwart Afrika. Het prikkelde de interesse van enkele Waregemnaren. Zij trokken in 1987 voor een eerste keer naar Ngarama. Het werd een belevenis van maar liefst 25 000 kilometer met het vliegtuig, een flink aantal onverharde wegen, culturele rijkdom en de gekende Afrikaanse gastvrijheid. De reis mondde uiteindelijk uit in een echte stedenband. Dat is nu al 25 jaar lang een samenwerkingsverband tussen Waregem en het district Gatsibo, meer specifiek met de deelgemeentes Ngarama en Gatsibo. Zowel hier als in Gatsibo wil het stadsbestuur een goede omgeving creëren om in te leven. In 25 jaar tijd is er al heel wat veranderd in Ngarama. Tot 1990 waren de contacten vrij intensief. Met de hulp van stad Waregem werden een achttal lagere scholen gebouwd in de regio. Daarna volgde echter een donkere periode in de Rwandese geschiedenis. In 1994 trof een bloederige genocide het kleine land recht in het hart. Bijna één miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s werden gedood of sloegen op de vlucht naar buurlanden. Ook onze zusterstad Ngarama werd zwaar getroffen. Samenwerken tijdens de onlusten was niet meer mogelijk. Tijdelijk werden de contacten dan ook stil gelegd. Waterproject in 2009 Elke dag een bad van 200 liter of een lange ontspannende douche nemen is in Gatsibo geen optie. Er is daar amper één waterkraan per dertig gezinnen in de buurt. Iedereen komt er water halen in gele bidons. Vrouwen dragen ze op het hoofd, mannen binden ze vast op de fiets en kinderen sleuren ermee zo goed ze kunnen. Geen druppel water wordt verspild. De kraan wordt beheerd door het watercomité van de buurt. Iedereen moet in principe betalen voor het gebruik van het water. Maar meestal gebeurt dat niet. Er is dan ook onvoldoende geld om de waterplaats te onderhouden. Met de hulp van Waregem werden een tiental waterreservoirs van 10 000 liter geïnstalleerd op de markt van Ngarama, aan de basisscholen en het districthuis. Deze reservoirs worden gebruikt voor de opvang van regenwater. Jaarlijks worden tientallen buurtwatercomités getraind in het duurzaam gebruik van water, het onderhoud van hun kraan en het proper houden van de omgeving van de kraan. De comités leren bovendien hoe ze de buurtbewoners kunnen motiveren om hun waterbijdrage te betalen en hoe ze die het best kunnen besteden. Sinds deze vormingen zijn heel wat kranen beter onderhouden. In 2009 werden drie studenten van Gatsibo getraind in het CVO Waregem. Ze kregen lessen loodgieterij in de lokalen van het VTI. Sindsdien werken ze samen met het stadsbestuur in Gatsibo om de waterstructuren te onderhouden en de plaatselijke watergroepen te helpen bij herstelling en onderhoud van waterbronnen. 25 jaar stedenband De stedenband tussen Waregem en Gatsibo bestond in 2012 25 jaar en dit lieten we niet onopgemerkt voorbij gaan. 2012 werd dan ook een echt feestjaar met een viering en speciale evenementen in Waregem en Gatsibo. We organiserden een heuse ‘Rwanda tiendaagse’ MooRahHoh Gatsibo en een vierkoppige Rwandese delegatie kwam op bezoek. In de stadskrant De Sprong werd een dossier opgenomen over 25 jaar stedenband. Dit kan worden nagelezen via www.waregem.be/milieujaarprogramma.
10.2. Acties
pagina 126 van 135
Wereldwaterdag donderdag 22 maart
Miljoenen mensen moeten elke dag gemiddeld zes kilometer wandelen om water te halen voor hun basisvoorzieningen. Miljarden mensen hebben zelfs geen propere plaats om naar het toilet te gaan. Het gebrek aan zuiver water zorgt voor een vicieuze cirkel van ziekte, lage levensverwachting en armoede. Op Wereldwaterdag stappen wereldwijd duizenden mensen tegelijkertijd zes kilometer om deze crisis aan te klagen en aandacht te vragen voor de waterproblematiek. De actie moet de politici aanspreken om hun beloftes na te komen om iedereen waar ook ter wereld te voorzien van zuiver drinkwater en een veilige sanitatie. Op 22 maart 2012 hebben +/- 400 leerlingen uit 5 Waregemse basisscholen er stevig de pas ingezet en deelgenomen aan Wereldwaterdag. De sportdienst, jeugddienst, dienst internationale samenwerking en de milieudienst hebben de handen in elkaar gestoken om er een originele, duurzame en leerrijke dag van te maken. De scholen hebben in het centrum van Waregem 3 km gewandeld. Op vijf waterige locaties konden ze een wateractiviteit uitvoeren. Kanoën op de vijvers kan je niet elke dag doen, aan de Gaverbeek van het Jeugdcentrum werden waterproefjes gedaan, de sprong over de Gaverbeek was de locatie voor een teambuildingspelletje en The walk on Water was bijna letterlijk alhoewel er een net was gespannen over de waterpartij in Park Casier. Op de markt van Waregem was er meest ambiance want de klassen moesten zo vlug mogelijk waterbidons brengen naar het juiste continent. De wandeltocht werd niet zomaar gedaan. Er werd geld ingezameld in voor het waterproject in onze zusterstad Gatsibo (zie hoger) of een waterproject van Broederlijk delen. In totaal werd een bedrag van 3400 euro ingezameld voor de twee projecten dat broederlijk werd gedeeld.
De stad Waregem is fair-trade gemeente Duurzaamheid en lokaal produceren/consumeren werden in de kijker gezet.
Stad Waregem is sinds 2008 een FairTrade Gemeente. Een FairTrade Gemeente promoot eerlijke handel bij de burgers, de bedrijven en lokale middenstand. Producten uit eerlijke handel zijn producten die gemaakt zijn met respect voor het milieu, de werkomstandigheden van arbeiders en boeren en die verkocht worden op zo'n manier dat het grootste deel van de winst gaat naar de producenten (boeren) zelf in plaats van naar tussenhandelaars. Ook in Belgie proberen meer en meer boeren gewassen te telen op een duurzame manier zonder het land over te bemesten. Veel boeren proberen ook hun producten rechtstreeks aan de consumenten te verkopen. Dit is een win-win situatie voor zowel producent als consument: een eerlijke en doorzichtige prijs voor beiden voor een product waarvan we de afkomst kennen. Ook Waregem heeft heel wat van deze boeren die aan thuisverkoop doen. 4e Waregemse boerenmarkt promoot lokale landbouwproducten Voor de vierde keer organiseerde de Waregemse Fair-trade werkgroep een sfeervolle boerenmarkt. Een gezellige markt met verse groeten, fruit en zuivel rechtstreeks van bij de boer. Een vijftiental boeren uit de streek boden er hun lekkernijen aan. Natuurlijk waren ook bioproducten een vaste waarde op de boerenmarkt. Naast hoeveproducten was er ook plaats voor streek- en ambachtelijke producten. Door rechtstreeks te kopen, ondersteunt de burger niet alleen de lokale hoeve, maar zorgen ze ook voor de eigen geldbeugel. Fair Trade biedt ontwikkelingskansen aan de makers van de producten in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Hierdoor slaan ze de brug tussen de kansarme producenten en de consument die kiest voor eerlijke producten. Dit assortiment vind je ook terug op de boerenmarkt. Naast voeding (zoals fruitsap, chocolade, rijstkoffie en pindanoten) worden er ook juwelen en ecologisch linnen aangeboden.
10.2. Acties
pagina 127 van 135
pagina 128 van 135
11. Projecten 11.1. Overzicht projecten 11.2. Projecten 2012 11.3. Rapportering projecten 2011 11.4. Rapportering MiNa-werkers 2011
11. Projecten
pagina 129 van 135
pagina 130 van 135
11.1.
Overzicht projecten
De stad kan in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst projecten indienen met betrekking tot een of meerdere thema’s.
Hieronder volgt een stand van zaken van de verschillende projecten die sedert het begin van de contracttekst werden ingediend.
Aanvraag referte project
Naam project
trekker ingediend
11.1. Overzicht projecten
goedkeuring
Rapport ingediend
goedkeuring
2008-Imog-AF-01
Versnelde asbestinzameling
Imog
dec „07
jul „08
mrt „10
dec „10
2008-8790-WA-01
Subsidiereglement hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen
Stad
dec „07
jan „09
particuliere subsidies aanvraag 2x per jaar
2009-8790-NA-01
Subsidiereglement groendak
Stad
dec „08
jul „09
particuliere subsidies aanvraag 2x per jaar
2009-Imog-AF-01
Afvalarm winkelen
Imog
dec „08
jul „09
mrt „10
dec „10
2009-8790-AF-01
Sensibilisering nav nieuw containerpark
Stad
dec „08
jul „09
mrt „10
dec „10
2009-8790-AF-02
Demoplaats composteren
Stad
dec „08
jul „09
sep „12
2009-8790-AF-03
Afvalbeheersing festiviteiten
Stad
dec „08
jul „09
mrt „10
dec „10
2009-8790-NA-02
Groendak “Het Pand”
Stad
dec „08
jul „09
sep „09
jun „10
2009-8790-DO-01
Watergem
Stad
dec „08
jul „09
mrt „10
dec „10
2010-Imog-AF-01
Milieustraatje: niet PMD-verpakking
Stad
dec „09
aug „10
sep „11
juni „12
2010-8790-EN-01
Stadhuis Waregem energiezuinige verlichting
Stad
dec „09
aug „10
mrt „11
dec „11
2010-8790-EN-02
OC ‟t Gaverke REG
Stad
dec „09
Afgekeurd
pagina 131 van 135
2010-8790-EN-03
SBS Sint-Eloois-Vijve REG
Stad
dec „09
Afgekeurd
2010-8790-EN-04
Sporthal Beveren-Leie REG
Stad
dec „09
Afgekeurd
2011-Imog-AF-01
Uitbreiding milieustraatje: kitkokers en gipskarton
Imog
dec „10
aug „11
2011-0014-NA-01
Bomenbeleidsplan
Leiedal
dec „10
okt „11
2011-8790-AF-01
Propere Molok
Stad
dec „10
aug „11
2011-8790-AF-02
Hondenpoepvrij Waregem
Stad
dec „10
aug „11
2011-8790-AF-03
Peukenvrij Waregem
Stad
dec „10
aug „11
mrt „12
dec „12
2011-8790-MO-01
In galop op de fiets
Stad
dec „10
aug „11
mrt „12
dec „12
2012-IMOG-AF-01
Afvalwegwijs
Imog
dec „11
Afgekeurd
2012-8790-NA-01
Bomeninventaris
Stad
dec „11
juni „12
2012-8790-EN-01
verlichting SBS Beveren-Leie
Stad
dec „11
juni „12
Van de blauwe aanduidingen is dit te vinden in het deel 11.3. rapportering projecten 2012.
11.1. Overzicht projecten
pagina 132 van 135
11.2.
Projecten 2013
Nieuwe projecten ingediend voor het werkjaar 2013
Via een mailing van 30 oktober 2012 bracht het Centraal Aanspreekpunt Lokale Overheden ons op de hoogte dat er voor 2013 geen projectenveloppe wordt voorzien. We ontvingen volgende toelichting.: “Voor 2013 zal er geen projectenveloppe voorzien worden voor gemeenten en provincies. Gezien de huidige budgettaire situatie zijn er onvoldoende middelen om in een voldoende grote projectenveloppe per gemeente en per provincie te voorzien. Dit komt doordat de projectenveloppe de sluitpost is van het totaalbudget van de Samenwerkingsovereenkomst. Gezien het toenemend aantal goedkeuringen op basis- en onderscheidingsniveau en de stijgende uitgaven voor de particuliere subsidies groendaken blijft er steeds minder over voor deze sluitpost. De budgettaire moeilijke situatie laat ook niet toe om meer middelen voor de Samenwerkingsovereenkomst te voorzien. Er wordt niet geraakt aan de subsidies voor de basis en voor het onderscheidingsniveau (loonsubsidie duurzaamheidsambtenaar). Voor de aanvragen voor MiNa-werkers voor het jaar 2013 blijft het totaal beschikbare budget voor 260 VTE gehandhaafd.” Er werden dan ook geen projecten ingediend door de stad Waregem.
11.2. Projecten 2013
pagina 133 van 135
11.3.
Rapportering projecten 2012
Ingediende rapporten voor projecten beëindigd in 2012
Subsidie hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen De stad beschikt over een subsidiereglement hemelwaterputten bij bestaande woningen. De subsidie voor de burger bedraagt 500,00 euro, waarvan de stad 250,00 euro kan terugvorderen van de Vlaamse overheid. In het 1e semester van 2012 werden 6 aanvragen ingediend. In september 2012 werd de terugbetaling van 1.500 euro aangevraagd. In het 2e semester van 2012 werden 3 aanvragen ingediend. In maart 2013 wordt de terugbetaling van 750 euro aangevraagd Subsidie groendaken De stad beschikt over een subsidiereglement voor het plaatsen van een groendak. De subsidie bedraagt 31,00 euro per m². Dit bedrag kan volledig teruggevorderd worden van de Vlaamse overheid. In het 1e semester van 2012 werden 2 aanvragen voor het plaatsen van een groendak. In september 2012 werd de terugbetaling van 4.120,83 euro aangevraagd. Composteren: realisatie demoplaats De compostmeesters zijn onmisbaar bij sensibilisatie van de burger als het over composteren gaat. Zij hebben praktijkervaring hoe er moet gecomposteerd worden. Composteren draagt bij tot een daling van het organisch afval van de afvalberg. Er werd een nieuwe demoplaats composteren gerealiseerd. Dit werd uitgebreid met technieken van kringlooptuinieren en een insectenhotel. De compostklas zorgt ervoor dat ze hun vaste stek krijgen en dat er info-avonden kunnen doorgaan. De totale gerapporteerde kost van het project bedraagt 10.201,96 euro. Er wordt een subsidie van 5.000 euro aangevraagd.
11.3. Rapportering projecten 2012
pagina 134 van 135
11.4.
Rapportering MiNa-werkers 2012
De stad rapporteert over de inzet van de MiNa-werkers in 2011.
Aanvraag In oktober 2011 vroeg de stad Waregem 4 MiNa-werkers aan. Er werden 3 VTE aangevraagd onder het thema afval met volgende taken : ondersteuning compostmeesterwerking, selectie op hergebruik van afvalstoffen op het containerpark, toezicht op het containerpark, toezicht op het correct aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen bij de selectieve inzamelingen. Voor het thema Water werd 1 VTE aangevraagd. Voor het schoonmaken en –houden van halfopen en gesloten verhardingen door vegen en het beheren van kruidgroei op verhardingen door het toepassen van mechanische methoden o.a. heetwater, stomen, borstelen, branden, frezen, bosmaaien,… in functie van het gewenste beleid. Evaluatie Op 7 april 2012 ontving de stad Waregem de evaluatie van de aanvraag. De aanvraag werd inhoudelijk volledig goedgekeurd door LNE. Rekening houdende met de budgetten van de Vlaamse Overheid kregen wij net als in 2011 0,709 VTE toegewezen en dit opnieuw onder het thema afval. Rapportering De inzet van de MiNa-werker werd opnieuw ingevuld door Imog. Er is één VTE MiNa-werker afval ingezet als afvalambassadeur voor het uitvoeren van taken op het containerpark in de Lindestraat. Er werden taken uitgevoerd in het kader van betere selectiviteit van de aangeboden afvalsoorten en preventie van afval. Er werd een rapporteringsdossier ingediend voor het verkrijgen van de subsidie.
11.4. Rapportering MiNa-werkers 2012
pagina 135 van 135