Stad Waregem Milieujaarprogramma 2012
pagina 1 van 134
pagina 2 van 134
Stadsbestuur Waregem Provincie West-Vlaanderen
M i l i e u j a a r p r o g r a m m a Gegevens stadsbestuur
Verantwoordelijke dienst
2 0 1 2
Oppervlakte
4 434 ha
Aantal inwoners op 1 januari 2012
36 744
Adres stadhuis
Gemeenteplein 2 8790 Waregem
Burgemeester
Kurt Vanryckeghem
Schepen van leefmilieu
Peter Desmet
Contactpersoon
Milieuambtenaar Bart Van Waelderen
Telefoonnummer
056/62.12.80
Telefax
056/62.12.84
E-mail
[email protected]
Het ontwerp werd vastgesteld in de zitting van het college en burgemeester en schepenen van 15 maart 2012. De minaraad bracht advies uit op 26 maart 2012. Het college van burgemeester en schepenen keurde het document goed in zitting van 28 maart 2012. 0.1. Algemene gegevens
pagina 3 van 134
Inleiding Waregem onderschreef haar eerste milieuconvenant op 12 december 1991. In de loop der jaren werd het lokale milieu- en natuurbeleid bijgestuurd naar een milieubeleid “nieuwe stijl”. De Samenwerkingsovereenkomsten beogen het voeren van een duurzaam lokaal milieubeleid met integratie en participatie als belangrijkste aandachtspunten. De gemeenteraad besliste op 6 december 2010 om voor het werkjaar 2011 opnieuw in te tekenen op het basisniveau uit de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013. In de Samenwerkingsovereenkomst wordt gewerkt rond een 10-tal thema’s, namelijk: instrumentarium, afval, milieuverantwoord productgebruik, water, hinder, energie, mobiliteit, natuur, bodem en duurzame ontwikkeling. Voor alle thema’s zijn er bepalingen opgenomen in het basisniveau. Dit milieujaarprogramma 2012 is het vierde rapporteringsdocument binnen de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013. Dit document geeft binnen een voorgeschreven rapporteringsframe, op bondige wijze, weer hoe het basisniveau gedurende het voorbije werkjaar 2011 werd ingevuld. Voor bewijsstukken wordt verwezen naar de relevante websites of stavingsdocumenten opvraagbaar via de milieudienst. Aanvullend op de basis wordt per thema een zeer beknopt overzicht gegeven van enkele belangrijke acties die het voorbije jaar ondernomen werden. Bijkomende inlichtingen over deze en andere acties kunnen ingewonnen worden via de milieudienst. Bij een positieve evaluatie voor de basis ontvangt de stad een subsidie van 1,70 euro per inwoner en 1,40 euro per hectare. Voor de praktische uitwerking van het milieubeleid wordt in de eerste plaats beroep gedaan op de milieudienst. De wetgever belast deze dienst immers met een aantal zeer specifieke opdrachten. Een milieubeleid, en in het bijzonder een duurzaam lokaal beleid, belangt niet enkel de milieudienst en de milieuambtenaar aan maar vraagt om een geïntegreerde aanpak. Voor een succesvolle invulling zal een inspanning van verschillende diensten noodzakelijk zijn en blijven. Een vlotte doorstroming van milieu-informatie, goede afspraken, een gecoördineerde aanpak binnen een vooraf opgesteld referentiekader en de inzet van de nodige financiële middelen zijn enkele voorwaarden voor een geslaagd “horizontaal geïntegreerd milieubeleid”.
0.2. Inleiding
pagina 4 van 134
Milieujaarprogramma 2012 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013
De Samenwerkingsovereenkomst beslaat de periode van 1 januari 2008 t.e.m. 31 december 2013. De overeenkomst bestaat uit een basis, een onderscheidingsniveau en een projectmodule. Het is opgebouwd rond 10 thema’s, namelijk: instrumentarium, afval, milieuverantwoord productgebruik, water, hinder, energie, mobiliteit, natuur, bodem en duurzame ontwikkeling. Als de stad de overeenkomst ondertekent, voert zij ten minste de bepalingen van de basis uit. Het onderscheidingsniveau is optioneel. De stad kan in het kader van deze Samenwerkingsovereenkomst voor de vermelde thema’s projecten indienen.
Ondertekening werkjaar 2011
Het College, in zitting van 22 september 2010, besliste om in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst, voor het werkjaar 2011, 4 mina-werkers aan te vragen, 1 onder het thema water en 3 onder het thema afval. De aanvraag werd verplicht ingediend voor 1.oktober 2010. De minaraad bracht op 22 november 2010 navolgend gunstig advies uit, met 20 stemmen voor, 3 stemmen tegen en 0 onthoudingen. Er werd Waregem 0,709 VTE toegewezen. De minaraad adviseerde in haar Algemene Vergadering van 22 november 2010 de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst voor het werkjaar 2011 op basisniveau ongunstig met 9 stemmen voor, 12 stemmen tegen en 2 onthoudingen. De voorzitter verwijst hierbij naar de uitgebrachte adviezen in 2008 en 2009. Hier wordt gepleit om op termijn alsnog een duurzaamheidsambtenaar aan te werven en bijgevolg het onderscheidingsniveau te ambiëren. De minaraad wenst haar standpunt uit het verleden te behouden en te herformuleren. De gemeenteraad keurde de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 op basisniveau voor het werkjaar 2011 goed in zitting van 6 december 2010, met 24 stemmen voor, 4 stemmen tegen en 2 onthoudingen. Voor 2011 beschikte de stad Waregem over een projectenveloppe van 18.860,95 euro. Er werden 6 projecten ingediend: - uitbreiden milieustraatje met kitkokers en gipskarton (intergemeentelijk project IMOG) - opmaak van een bomenbeleidsplan (intergemeentelijk project Leiedal) - een propere molok - hondenpoepvrij Waregem - peukenvrij Waregem - in galop op de fiets
Rapportering werkjaar 2011
De stad rapporteert jaarlijks over de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst via het milieujaarprogramma. De Vlaamse Overheid bepaalt de inhoudstafel van het milieujaarprogramma en geeft aan welke informatie de stad moet rapporteren. Andere documenten of bijlagen zal de stad ter plaatse bewaren, ter beschikking houden en op eenvoudig verzoek aan de Vlaamse Overheid voorleggen. Het milieujaarprogramma 2012 rapporteert over de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst in het voorgaande jaar 2011. Het milieujaarprogramma wordt voor advies voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de minaraad op 26 maart 2012. Het College van Burgemeester en Schepenen stelt in zitting van 28 maart 2012 het “milieujaarprogramma 2012” definitief vast. Het document wordt voor 1 april 2012 overgemaakt aan het Departement LNE, Afdeling Milieu-integratie en –subsidiëringen.
Evaluatie
0.3. Milieujaarprogramma 2012
Tijdens de evaluatie wordt, indien noodzakelijk, een terreinbezoek georganiseerd en/of kan schriftelijk bijkomende informatie opgevraagd worden bij de stad. De Vlaamse Overheid bezorgt ten laatste tegen 15 november 2012 haar evaluatie aan de stad.
pagina 5 van 134
pagina 6 van 134
1. Thema Instrumentarium 1.1.
1.2.
Basis 1.1.1.
Gemeentelijke diensten
1.1.2.
Handhaving
1.1.3.
MMIS
1.1.4.
Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur
1.1.5.
Gemeentelijk milieubeleid
Acties
1. Instrumentarium
pagina 7 van 134
pagina 8 van 134
1.1.1.
Gemeentelijke diensten
Samenstelling milieudienst De stad rapporteert over het personeel dat meewerkt aan het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid.
1.1.1. Gemeentelijke diensten
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de personen die in 2011 tewerkgesteld waren in de milieudienst met aanduiding van de belangrijkste taken. Medewerker
Functie (taken)
Aanstellingsniveau
% VTE
Bart Van Waelderen
Milieuambtenaar algemeen beleidsondersteunend (adviezen, toelichtingen, beleidsplannen, … naar managementteam, college en gemeenteraad) ondersteuning en begeleiding milieu- en natuurbeleid (rivierherstel Seine-Scheldeproject, Leievallei, stadsrandbos, Park Casier,…) ondersteuning en begeleiding integraal waterbeleid (watertoets, zoneringsplannen, GUP, bekkenbeheerplan Gaverbeek, …) dossierbehandeling en vergunningen (milieuvergunningen, natuurvergunningen, bodemsaneringsprojecten, MER,…) opvolging milieuwetgeving samenwerking met andere interne diensten via diensthoofdenoverleg en andere overlegmomenten met technische diensten samenwerking met externe diensten (Leiedal, provincie, VMM, …) verantwoordelijke uitbouw, organisatie en werking milieudienst aanspreekpunt burgers, bedrijven, advocaten, studiebureau‟s, … lid van minaraad, GECORO, GBC, plaatsvervanger Waterschap eindverantwoordelijke invulling Samenwerkingsovereenkomst
A1a – A3a
100 % bezig met gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
Veerle Teirlynck
Hoofdmedewerker milieu verantwoordelijke afval (preventie, selectieve inzameling, containerparken, sensibilatie en acties, compostmeesterwerking, …) verantwoordelijke natuur- en milieueducatie (educatieve koffers, milieuboot, bebloemingsactie, dag van de natuur, …) verantwoordelijke interne en externe milieucommunicatie (Warempel, De Sprong, stedelijke website, stadswinkel, …) milieaanspreekpunt doelgroepenbeleid scholen (MOS, …) aanspreekpunt landbouw (landbouwtelling, subsidies, schade, …) milieuaanspreekpunt interne milieuzorg en duurzaamheid vervanging milieuambtenaar bij afwezigheid administratieve afhandeling dossiers college en gemeenteraad beheer milieudatabanken klachtenbehandeling en opvolging
C4 – C5
Statutair
Statutair
100 % bezig met gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
pagina 9 van 134
Milieuambtenaar De stad rapporteert of de functie van milieuambtenaar in het personeelsbehoeftenplan opgenomen is.
Marc Vandendriessche
Administratief medewerker aanspreekpunt notarissen m.b.t. vervreemding van goederen aanspreekpunt studiebureau‟s en bodemsaneringsdeskundigen met betrekking recente en historische vergunningen, bodemattesen, … opmaak Vlarebo-register via CEMOS en Logis-milieu opmaak register milieuvergunningen via CEMOS en Logis-milieu algemene administratieve taken m.b.t. vergunningen (openbare onderzoeken, adviesvraag, dossierafwerking, verzendingen,…) administratieve voorbereiding en afhandeling subsidies erkenning muziekactiviteiten
C1 – C3
Dominique Dooms
Administratief medewerker inventaris van alle historische vergunningen en attesten interne sensibilisatie energie (Kyoto, Dikke truiendag,…) externe sensibilisatie energie (energiejacht, info REG-premies, …) verantwoordelijke uitvoeren huishoudelijke energiescans administratieve voorbereiding en afhandeling REG-subsidies aanspreekpunt FRGE
C1 – C3
Statutair
Contract onbepaalde duur
100 % bezig met gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
100 % bezig met gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
De dienst openbare infrastructuur en mobiliteit is opgesplitst in vier cellen, de cel wegen, verkeer en waterlopen, de cel ruimtelijke ordening en stedenbouw, de cel gebouwen en huisvesting en de cel milieu. De milieuambtenaar is statutair ingeschreven als verantwoordelijke voor de cel milieu, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Dienst openbare infrastructuur en mobiliteit Wegen, verkeer en waterlopen
Ruimtelijke ordening en stedenbouw
Gebouwen en huisvesting
Milieu
1 Verantwoordelijke A1a – 3a
1 Stedenbouwkundig ambtenaar/ verantwoordelijke A1a – 3a
1 Verantwoordelijke A1a – 3a
1 Milieuambtenaar/ verantwoordelijke A1a – 3a
1 Deskundige verkeer B4 – 5
1 Hoofdmedewerker R.O./GIS C4 - 5
2 Controleur werken gebouwen B1 - 3
1 Hoofdmedewerker milieu C4 – 5
1 Techn. & adm. medewerker C1 – 3
2 Adm. medewerker C1 - 3
1 Techn. & adm. medewerker – preventie - C1 – 3
2 Adm. medewerker C1 – 3
1 Adm. medewerker C1 – 3
1 Adm. medewerker C1 – 3
3 Gemeenschapswachten D1 – 3 7 Totaal 1.1.1. Gemeentelijke diensten
4 Totaal
5 Totaal
4 Totaal
pagina 10 van 134
Meldpunt klachtenbehandeling
Centraal meldpunt
De stad rapporteert over het centraal meldpunt voor milieuklachten. Is er een centraal meldpunt aanwezig? Wordt er naar de burger gecommuniceerd? Worden er interne afspraken gemaakt rond 24uurpermanentie? Worden er interne afspraken gemaakt rond uitwisseling van de geregistreerde gegevens over milieuklachten?
De milieudienst is binnen de stedelijke administratieve diensten het aanspreekpunt voor de burger met betrekking tot allerlei klachten over bedrijven, afvalophaling en verwerking, zwerfvuil, sluikstorten, groenaanleg en – onderhoud en leefmilieuproblemen in het algemeen. De milieudienst kan bereikt worden via: kantoorbezoek tijdens ruime openingsuren, namelijk: op maandag, woensdag en donderdag van 8 tot 12 uur en 13 tot 17 uur op dinsdag van 8 tot 12 uur en 13 tot 18.30 uur op vrijdag van 8 tot 12.30 uur op elke eerste zaterdag van de maand van 9 tot 12 uur telefoon tijdens de kantooruren briefwisseling centraal geregistreerd in het secretariaat van de stad via een postregistratie en -opvolgingssysteem het algemeen e-mailadres van de milieudienst:
[email protected] een meldingskaart die regelmatig afgedrukt wordt in de regionale pers waarin de stad een eigen pagina heeft met stadsinfo de website van de stad door het invullen van een meldingskaart de stadswinkel waar klachten geregistreerd worden tegen ontvangstbewijs en overgemaakt aan de betrokken dienst. Communicatie met de burger Er wordt op diverse manieren ruchtbaarheid gegeven aan de burger over de communicatiemogelijkheden. Elk jaar wordt door de stad een infogids uitgegeven. Deze wordt bedeeld aan elk Waregems gezin in de maand juni. In deze gids staan o.a. de gegevens van de milieudienst vermeld en de taken waarvoor de burger beroep kan doen op deze dienst. De meldingskaart wordt regelmatig opgenomen in het “Gouden Blad”. Elke week staat er in dit reclamekrantje een volledige pagina stadsinfo. Hierop kan de burger zijn klachten en opmerkingen noteren. Ook via de website komt de burger heel wat te weten over hoe te communiceren met de milieudienst. Naast de gegevens van de milieudienst is er ook een on-line meldingsformulier te vinden. Aanspreekpunt politiezone en 24-uurpermanentie Binnen hetzelfde gebouw waar de stedelijke administratie is ondergebracht, is ook de lokale politie – MIRA gehuisvest. Het loket van de politie is voor de burger 24 uur op 24 bereikbaar en aanspreekbaar. Binnen de lokale politiezone MIRA is inspecteur Charly Nys, van de milieucel, aangesteld als aanspreekpunt voor o.a. milieuovertredingen. Naast het centrale aanspreekpunt zijn een aantal personen binnen de lokale politie aangesteld als milieucontactpunten (MCP). Het betreft hier personen die zich door vroegere werkomstandigheden verdiept hebben in een bepaalde thematiek (afval, vuurwerk, geluidshinder horeca, enz.) of die door ervaring een vertrouwdheid hebben opgebouwd met een bepaalde regio. Klachten kunnen via het centrale aanspreekpunt worden doorgegeven aan één van de milieucontactpunten voor een snellere en efficiëntere afhandeling.
1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 11 van 134
Uitwisseling gegevens Momenteel worden milieuklachten zowel geregistreerd bij de milieudienst als bij de lokale politiezone MIRA. In 2002, 2003 en 2004 vond er een werkoverleg plaats tussen enerzijds de milieucel en de milieucontactpersonen uit de politiezone MIRA en anderzijds de milieuambtenaren van de betrokken gemeenten binnen de politiezone, dit met het oog op het bevorderen van de onderlinge samenwerking, het maken van afspraken en het uitwisselen van onderlinge informatie. Deze afspraken gelden nog steeds. Voor milieuklachten die via de gemeentelijke milieudiensten aan de politie worden overgemaakt geeft de milieucel van de politie „feedback‟. De inlichtingen worden overgemaakt aan de burgemeester (t.a.v. de milieudienst) en blijft in beginsel beperkt tot het meedelen van: de aard van het delict, de plaats, eventuele risico‟s voor de omgeving en het notitienummer van het dossier bij het Parket. Daarnaast stelt de milieucel, van de lokale Politie Zone MIRA, een tweewekelijks overzicht op over haar toezicht op milieu- en stedenbouwkundige overtredingen in de zone. Deze lijst wordt ter beschikking gesteld van de burgemeesters. Samenwerkingsverbanden De stad rapporteert o.a. over de taken die door de intercommunale(s) worden uitgevoerd.
De stad Waregem maakt, voor wat het milieugebeuren betreft, deel uit van volgende samenwerkingsverbanden: intercommunale IMOG: afvalbeleid intercommunale Leiedal: algemeen milieubeleid en ruimtelijke ordening waterschap Gaverbeek: deelbekkenbeheer IMOG De Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen zorgt voor de geïntegreerde afvalverwerking van 11 gemeenten: Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kruishoutem, Kuurne, Spiere-Helkijn, Waregem, Wielsbeke en Zwevegem; goed voor ruim 226.000 inwoners. Hiertoe beschikt zij over 2 sites met hun specifieke deelactiviteiten en een uitgebreid netwerk van selectieve inzameling. Een greep uit de activiteiten die samen met de betrokken gemeenten opgezet en uitgebouwd worden: selectieve inzameling, verbrandingsinstallatie, sortering PMD/papier/karton, groencompostering, containerparkwerking, sortering grof vuil/houtafval, deponie, KGA en vorming. Belangrijke aandacht gaat uit naar informatie en sensibilisering via het activiteitenverslag, het jaarverslag, de Nieuwsbrief en de Afvalkrant. Voor wie hierover meer wil lezen verwijzen we naar de vernieuwde website van IMOG. www.imog.be. Daarnaast wordt op regelmatige basis overleg gepleegd met de milieuambtenaren of de administratief verantwoordelijke voor het gemeentelijke afvalbeleid. Het voorbije werkjaar was dit op: - 21 maart 2011 jaarverslag 2010 in kader van rapportering Samenwerkingsovereenkomst intergemeentelijke projecten in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst containerparkwerking - 20 juni 2011 opleiding gebruik energiemobiel een muts voor je dak: samenaankoop dakisolatie Nette Regio: tussentijdse rapportering containerparkwerking
1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 12 van 134
-
-
19 september 2011 korte omloophout residu in de PMD-zak containerparken: evaluatie en werking strategische zoutvoorraad gemeentes 19 december 2011 containerparkwerking ophaling scholen provinciale werkgroep duurzaamheid Nette Regio materialendecreet
Leiedal Leiedal ontstond in 1960 op initiatief van de gemeenten van het arrondissement Kortrijk, als intercommunale voor ruimtelijke ordening, economische expansie en reconversie. In de voorbije vijf decennia groeide Leiedal uit tot een veelzijdig intergemeentelijk samenwerkingsverband, dat de brede socio-economische en ruimtelijke ontwikkeling van de regio begeleidt. Lokaal gestuurde ontwikkeling vormt hierbij het sleutelbegrip. Door de samenwerking tussen gemeenten te stimuleren, helpt Leiedal hen om nieuwe kansen en impulsen voor de regio vorm te geven. Voor meer info www.leiedal.be. In de gemeenteraden van 4 december 2007, 5 maart en 2 december 2008 werd beslist een aantal exclusieve diensten aan Leiedal te geven. In de gemeenteraden van 2 september en 1 december 2009 werden bijkomende exclusiviteiten onderschreven. Werkgebied
Toegewezen exclusieve diensten
Ruimte voor bedrijven
Haalbaarheidsonderzoek voor ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen.
Lokaal woonbeleid
Gemeentelijke woonplannen
Stedenbouw
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Gemeentelijke RUP‟s
Milieu, water en energie
Ondersteunen gemeenten in het kader van het waterschap
Landschap, natuur en recreatie
Gemeentegrensoverschrijdende projecten in kader van regionale groenstructuur
Lokaal E-governement
Digitale Regio Kortrijk (website)
Europese samenwerking
Europese projectontwikkeling: definiëring en redactie Financieel- administratieve opvolging van Europese projecten
1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 13 van 134
De intercommunale roept de milieuambtenaren, stedenbouwkundige ambtenaren, de ambtenaren van de technische diensten en de groenambtenaren regelmatig samen in intergemeentelijke werkgroepen rond milieu, water, groenbeleid of andere thematische vergaderingen. Voor 2011 noteren we volgende relevante overlegmomenten: - 22 februari 2011: intergemeentelijke overleg gemeentelijk groenbeheer Toelichting ziekten en plagen in openbaar groen Toelichting sociale tewerkstelling in openbaar groen Intergemeentelijk bomenbeleidsplan Wegbermbeheer - 08 maart 2011: intergemeentelijke werkgroep milieu/water Gebiedsdekkend uitvoeringsplan (GUP): VMM ecologisch toezicht IBA‟s hoe verder aan te pakken (gemeente Deerlijk) Wateroverlast en werking bekkenstructuren (Bekkensecretariaat Leie) - 28 april 2011: regionaal overleg milieu/natuur (Leiedal – WVI) Autochtone bomen en struiken Inspirerende gemeentelijke natuurprojecten – landschapspark Disveld Aandachtspunten provinciaal beleid “natuur en landschap” Aandachtspunten beleid “natuur en landschap” regio Kortrijk – strategisch project “Groene Sporen” - 11 mei 2011: intergemeentelijke overleg gemeentelijk groenbeheer Toelichting groenbeheer in de gemeente Wevelgem Kennis- en ervaringsuitwisseling gemeentelijke groendiensten Rapportering 2010 Samenwerkingsovereenkomst „pesticiden toets‟ - 26 mei 2011: intergemeentelijke werkgroep milieu/water Toelichting keuring private riolering (Vlario) Toelichting mogelijkheden voor vertraagde afvoer en berging hemelwater (IBIC) Toelichting praktische toepassing groendaken (IBIC) - 14 september 2011: intergemeentelijke werkgroep milieu Voorstel tot opmaak van een intergemeentelijk licht-masterplan Voorstel Kuurne: organisatie van Eco-Vent 2012 op regionaal niveau Bevraging inventaris en bijhouden Vlareo-percelen Witboek Vlaamse Regering: wat verder met de Samenwerkingsovereenkomst? - 08 november 2011: regionaal overleg milieu (Leidal – WVI) Wijziging in de Vlarem reglementering Aspect water in de milieuvergunning Aanpak van enkele bijzondere vergunningsdossiers (Roeselare) - 01 december 2011: intergemeentelijke werkgroep milieu/water Keuring aansluiting private riolering Naar een vernieuwde watertoets Voorbeeldproject: De Vloei in Ieper - 20 december 2011: regionaal overleg milieu (Leiedal – WVI) Overzicht van opgelegde toetsen: juridisch kader, wat is relevent voor milieudienst Samenwerkingsovereenkomst: evaluaties MJP 2011, indienen MJP 2012, indienen projecten 2012 1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 14 van 134
Waterschap Gaverbeek Waregem is gelegen in het Leiebekken. Samen met de gemeenten Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kruishoutem, Kuurne, Lendelede, Wielsbeke, Wortegem-Petegem, Zulte, Zwevegem, de provinciebesturen van West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen en het Vlaams Gewest vormt Waregem het deelbekken 05-05: Gaverbeek. De overeenkomst tot oprichting van het waterschap “Gaverbeek” werd officieel ondertekend op 16 oktober 2006. Naar aanleiding van de nieuwe legislatuur werden de vertegenwoordigers in de verschillende organen aangeduid. Bij gemeenteraadsbesluit van 6 februari 2007 werd Peter Desmet als vertegenwoordiger voor het waterschap Gaverbeek aangeduid en Henri Dewitte als plaatsvervanger. De Waregemse schepen van leefmilieu, Peter Desmet, werd door de leden van het waterschap verkozen tot voorzitter. Het waterschap maakte voor haar werkingsgebied een deelbekkenbeheerplan op en keurde dit goed op 22 september 2008. Op 17 november 2009 werd het deelbekkenbeheerplan goedgekeurd door het Bekkenbestuur en geïntegreerd in het bekkenbeheerplan van het Leiebekken. In uitvoering van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 gaf de Vlaamse Regering op 10 september 2010 haar goedkeuring aan de herziening van het bekkenbeheerplan van het Leiebekken. De herziening gebeurde in het kader van de aanvulling van de plannen met de West-Vlaamse deelbekkenbeheerplannen voor de Grensleie, Heulebeek, Mandel, Devebeek en Gaverbeek. Het bekkenvoortgangsrapport Leiebekken 2010 werd op 3 mei 2011 goedgekeurd door het bekkenbestuur. Dit document is raadpleegbaar via www.bekkenwerking.be. Verdere info, gegevens en verslagen over de werking van het Waterschap “Gaverbeek” kunnen opgevraagd worden op het secretariaat van het waterschap Gaverbeek, Kris De Smet, Provinciehuis Boeverbos, Dienst Minawa, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Brugge of geraadpleegd worden op de website www.west-vlaanderen.be, rubriek leefomgeving – water.
1.1.1. Gemeentelijke diensten
pagina 15 van 134
1.1.2.
Handhaving
Personeel
Toezichthoudende ambtenaren
De stad beschikt in beginsel over tenminste één persoon met een Vlarem-bekwaamheidsbewijs of sluit een overeenkomst af, hetzij met een aangrenzende gemeente, hetzij met een intergemeentelijke vereniging of politiezone waarvan de stad deel uitmaakt.
De milieuambtenaar van de stad Waregem volgde in het werkjaar 1993-1994 een opleiding zoals bedoeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 06 februari 1991, houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning bij de daartoe erkende instelling: West-Vlaamse Politieschool VZW. Het getuigschrift hiertoe werd afgeleverd op 26 mei 1994. De milieuambtenaar, Bart Van Waelderen, werd aangesteld in de stad Waregem overeenkomstig het aanstellingsbesluit van de gemeenteraad van 05 juli 1994. Het toenmalige AMINAL leverde haar bekwaamheidsbewijs af op datum van 22 september 1994. Ook binnen de toenmalige gemeentepolitie werd door Charly Nys in het werkjaar 1994-1995 dezelfde opleiding gevolgd, eveneens bij de West-Vlaamse Politieschool. Het getuigschrift hiertoe werd afgeleverd op 29 mei 1995. Charly Nys werd als toezichthoudend ambtenaar in de stad Waregem aangesteld overeenkomstig het aanstellingsbesluit van de gemeenteraad van 02 april 1996. Door AMINAL werd een bekwaamheidsbewijs afgeleverd op datum van 09 juli 2002. Inmiddels is de gemeentelijke politie van Waregem geïntegreerd in de politiezone Mira. Binnen deze politiezone, met hoofdzetel te Waregem, heeft thans een bijkomend persoon de opleiding tot gemachtigd ambtenaar gevolgd bij het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Toezichthoudende ambtenaar
Getuigschrift
Aanstelling
Bekwaamheidsbewijs
Bart Van Waelderen (stad Waregem)
26 mei 1994 West-Vlaamse Politieschool
Gemeenteraad: 5 juli 1994
22 september 1994
Charly Nys (politiezone Mira)
29 mei 1995 West-Vlaamse Politieschool
Gemeenteraad: 2 april 1996 Politieraad: 17 maart 2009
09 juli 2002 29 april 2009
Michel Dagrain (politiezone Mira)
23 juni 2008 Prov. Centrum Milieuonderzoek
Politieraad: 19 januari 2010
Samenwerking met de politiezone Mira In het verleden was er een zeer nauwe en goede samenwerking tussen de milieudienst en de gemeentelijke politie van Waregem. De milieudienst zorgde voor de administratieve afhandeling van alle milieuaanvragen, waarbij voor delicate dossiers het advies van de politie werd ingewonnen. Daarnaast bemiddelde de milieudienst tussen exploitant en buren bij conflictsituaties. Flagrante overtredingen en situaties waar bemiddeling niet langer tot resultaat leidde, werden verder behandeld in samenwerking met de gemeentepolitie. Als gevolg van de algemene politiehervorming werd de gemeentepolitie van Waregem opgenomen in de politiezone Mira. Deze zone omvat de gemeenten Anzegem, Avelgem, Spiere-Helkijn, Waregem en Zwevegem. Als gevolg van deze nieuwe situatie werd zowel vanuit de stad als vanuit de politie de noodzaak geopperd om nieuwe afspraken te maken en het te voeren beleid in de verschillende gemeenten optimaal op elkaar af te stemmen.
1.1.2. Handhaving
pagina 16 van 134
Een eerste contact tussen de gemeentebesturen en de politiezone Mira vond plaats op 23 januari 2002, later gevolgd door specifiek overleg met de milieuambtenaren. Naast een aantal algemene praktische afspraken (adviesverlening, administratieve en inhoudelijke ondersteuning, uitwisseling van informatie, rapportering, …) kwam ook het luik milieuhandhaving uitvoerig aan bod. De reguliere werking van de politiezone omvat onder meer de aanpak van milieudelicten (opsporing, vaststelling, onderzoek) zowel kleinschalig met een lokaal karakter als grootschalig, de zogenaamde 'zware milieucriminaliteit' zoals bedoeld binnen het federaal veiligheidsplan. Hiertoe beschikt de politie over een „Milieucel‟, die rechtstreeks ressorteert onder de stafdiensten. Hieruit blijkt het belang dat binnen de politiezone aan de milieuhandhaving gehecht wordt en biedt de mogelijkheid om de aangesloten gemeenten te ondersteunen in hun handhavingsbeleid. Onlangs werd de hoofdzetel verhuisd van de politiepost Zwevegem naar de politiepost te Avelgem Gemeenteplein 1B, 8580 Avelgem (Tel 056 64 40 05 - Fax 056 64 86 32). Een inspecteur met specialisatie milieudelicten, staat in voor het behandelen van alle dossiers milieudelicten. De milieucel wordt onder meer ingezet voor volgende opdrachten: (niet - limitatieve opsomming) - Deelname aan arrondissementele acties gericht naar milieu. - Inzet als steun bij verkeersacties teneinde milieugerelateerde transporten te controleren en de collega's te adviseren. - Opsporing, onderzoek en opmaken proces verbaal n.a.v. een klacht of ambtshalve vaststellingen. - Advies en ondersteuning aan andere diensten van de zone. - Inventarisatie van probleemgevoelige installaties en inrichtingen. - Multidisciplinaire plaatsbezoeken. - Uitvoeren milieupatrouilles (overlast - nachtlawaai - metingen geluidsoverlast) - Uitvoeren van milieugerichte kantschriften en opdrachten van parket. - Verlenen van adviezen en opstellen van verslagen en dossiers inzake muziekactiviteiten, aanvragen voor éénmalige evenementen en hinderlijke inrichtingen. Om aan bepaalde opdrachten te kunnen voldoen kan de milieucel beroep doen op de medewerking van collega's uit andere diensten binnen de politiezone alsook op de medewerking van externe partners (ANB, FAVV,...) Een specifiek daarvoor uitgerust voertuig staat ter beschikking van de cel om snel met het nodige materieel ter plaatse te raken. De eerder gemaakte afspraken blijven nog steeds ongewijzigd van toepassing. Voor structurele knelpunten en problematische dossiers is er een nauwe samenwerking tussen de milieudienst en de commissaris, de verantwoordelijke van de Milieucel of het lokale aanspreekpunt milieu bij de politie. De politie kan steeds zowel wat vergunningstoestand, vergunningsvoorwaarden, administratieve ondersteuning,… beroep doen op de milieudienst. In functie van de noodwendigheden wordt overleg georganiseerd.
1.1.2. Handhaving
pagina 17 van 134
Pro-actieve controles – planmatige aanpak
Gelet op de eerder beperkte personeelsbezetting van de milieudienst heeft de stad geopteerd om haar proactief handhavingsbeleid te koppelen aan haar bevoegdheid als vergunningverlenende overheid voor klasse 2 inrichtingen.
Een pro-actieve controle moet men beschouwen als een steekproef of waarbij men door middel van een planmatige aanpak een aantal inspecties uitvoert. Deze steekproef kan op verschillende manieren aangepakt worden: per sector (bv garages), per wijk (bv bepaalde industriële zone), per thema (bv mest), per aantal (bv wij stellen minimaal aantal of percentage controles voorop).
De stad ondervindt dat vooral bij oudere vergunningen er een ernstige ontsporing kan ontstaan met het huidige milieuvergunningsdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten Vlarem I en II. Zo zijn tal van inrichtingen en activiteiten bijkomend vergunningsplichtig geworden, terwijl de huidige sectorale vergunningsvoorwaarden strenger zijn dan de teksten gevoegd bij de oude uitbatingsvergunningen. De exploitant is vaak overtuigd vergund te zijn en onwetend over de gewijzigde wetgeving. Klasse 2 inrichtingen hebben geen milieucoördinator en doen, om financiële redenen, zelden beroep op een milieubureau bij het opstellen van een milieuvergunningsaanvraag. Een grondige controle op het terrein, voorafgaand aan het verlenen van de vergunning, wijst de exploitant op ernstige gebreken of snel te verhelpen tekorten, zorgt voor een goed onderbouwd dossier, geeft inzicht in reële en aangevraagde toestand en laat toe passende bijzondere voorwaarden op te leggen.
Een controle in het kader van een aanvraag van een milieuvergunning kan in aanmerking komen als proactieve controle indien er uiteraard een uitgebreide controle ter plaatse plaatsvindt.
De stad voert een bedrijfsbezoek uit bij elke hernieuwing van een milieuvergunning klasse 2 en daar waar zinvol bij aanzienlijke veranderingen of nieuwe inrichtingen (regularisatie bestaande toestand) van klasse 2. Bij elk terreinbezoek wordt een grondige screening gedaan met o.a. aandacht voor volgende elementen: stedenbouwkundige aspecten (gewestplan, BPA of RUP, verkaveling) verzoenbaarheid met plaatselijke ruimtelijke ordening overzicht van de vergunde toestand toetsing van de aangevraagde rubrieken met de vergunde toestand, de beoogde toestand en de toestand vast te stellen in het bedrijf en op het bedrijfsterrein toetsing aan de specifieke sectorale voorwaarden met aandacht voor verbodsbepalingen en afstandsregels opslag gassen en gevaarlijke producten (afstandsregels, inkuiping, attesten,…) huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater aanwezigheid grondwaterwinning/opvang hemelwater preventieve maatregelen bezwaren en milderende maatregelen. Na elk bedrijfsbezoek wordt een verslag opgemaakt, dat tevens dienst doet als advies aan het College van Burgemeester en Schepenen in zijn hoedanigheid van vergunningsverlenende overheid. Tijdens het bedrijfsbezoek worden bij kleine onvolkomendheden of snel te verhelpen situaties mondelinge aanbevelingen gegeven en verwezen naar de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen. Ernstige gebreken leiden tot aangepaste bijzondere voorwaarden of vergunningen op proef, onverenigbaarheden tot gedeeltelijke of volledige weigering. Een dergelijke doorgedreven aanpak als proactieve controle biedt een aantal voordelen: een aanvaardbare taakverzwaring geen bijkomende personeelsbehoefte een spreiding van de controles in de tijd een evenwicht tussen controle en vergunningsaanvragen een ruimtelijke spreiding over het ganse grondgebied een spreiding over de verschillende bedrijfssectoren het uitsluiten van elke vorm van willekeur.
1.1.2. Handhaving
pagina 18 van 134
Reactieve controles
Zowel bij de stedelijke milieudienst als bij de politiezone Mira en de afdeling Milieu-inspectie komen klachten binnen.
Een reactieve controle of inspectie wordt uitgevoerd naar aanleiding van klachten en vragen van burgers en andere partijen. Er is een link tussen de uitgevoerde inspecties en de geregistreerde klachten in het MKROS registratiesysteem.
In het verleden maakte van bovenvermelde instanties enkel de milieudienst gebruik van het milieuklachten-, registratie- en opvolgingssysteem (MKROS). De milieudienst gebruikte dit systeem voor het ingeven van zeer specifieke en gerichte klachten en meldingen met betrekking tot geluidshinder, geurhinder, lichthinder, stof- of roethinder, dit al dan niet gerelateerd aan een vergunningsplichtige inrichting of activiteit, evenals klachten waarbij de menselijke gezondheid kon worden aangetast. Vanaf 2011 beschikt de stad over een eigen klachtenregister (zie 5. Hinder – 5.1.1. Digitale opvolging van milieuklachten). Bij eenmalige klachten treedt de milieudienst bemiddelend op. Wanneer een dergelijke aanpak niet wenselijk is of binnen een redelijke termijn niet tot een bevredigende oplossing leidt, wordt het dossier overgemaakt aan de Milieucel van de politiezone Mira met het verzoek tot controle over te gaan en de nodige vaststellingen te doen. Voor klasse 1-inrichtingen en klasse 2A-inrichtingen wordt beroep gedaan op de Afdeling Milieu-inspectie West-Vlaanderen.
De stad als lokaal bemiddelaar
Conflictbemiddeling
Bij hinderproblemen, al dan niet veroorzaakt door hinderlijke inrichtingen, treedt de stad op als lokaal bemiddelaar.
Het College en/of de milieudienst bemiddelen binnen de hun toebedeelde taakstelling en mogelijkheden in de spanningsvelden die ontstaan naar aanleiding van aanhoudende hinder of klachten als gevolg van een meldingsplichtige of vergunningsplichtige activiteit of bij leefmilieuproblemen. Wanneer individuele benaderingen, tussenkomsten van de politie of milieu-inspectie niet tot een bevredigende oplossing leiden, neemt de stad haar rol als bemiddelaar op. Buurtbewoner(s), exploitant en toezichthoudend ambtenaar kunnen worden uitgenodigd om in een open gesprek van gedachten te wisselen en gezamenlijk naar een voor alle partijen bevredigende oplossing te zoeken. In de loop van 2011 werd naast tal van informele tussenkomsten in een aantal dossiers een formeel overleg georganiseerd: Klager/beklaagde
Aard van de klacht
Betrokkenen
Resultaat/afspraak
Buurtbewoners
URSA (glaswolproductie)
URSA college milieudienst Buurtbewoners (3 woningen) dorpsraad Desselgem
bedrijf college milieudienst verkeersdienst
Petitie buurtbewoners Van-O-Bel (pluimveeslachterij)
1.1.2. Handhaving
witte neerslag (o.a. vlekken op auto‟s) geurhinder
geurhinder nachtlawaai frigowagens trilling door vrachtverkeer in Transvaalstraat hoge snelheid vrachtwagens diverse firma‟s in Transvaalstraat overdreven snelheid auto‟s in Transvaalstraat
afspraak klachtenprocedure instellen meldpunt periodieke infovergadering met de buurt studiebureau verdere studie onderrichtingen frigowagens studiebureau geluidsstudie berm kant Lindetuin gaswasinstallatie begin 2011 inkapselen aanvoerzone bedrijfsbezoek voor buurtbewoners met communicatie plannen op 21/10/2011
pagina 19 van 134
Petitie buurtbewoners Uitvaartcentrum Lefevre
Petitie buurtbewoners DK Rental Vanbomat
mogelijke geluidshinder waardevermindering onverzoenbaarheid
exploitant + architect appartementbewoners college milieudienst dienst stedenbouw
aangepast plan discrete uitvoering verplichte communicatie door exploitant met bewoners van bovengelegen appartementen
hoge kranen voor reclame opslag gassen wateroverlast verharden zonder vergunning
buurt college dienst stedenbouw milieudienst
er werden door de politie drie PV‟s opgemaakt Vanbomat herstel in oorspronkelijke toestand DK Rental stilzwijgende weigering DK Rental afspraken met exploitant gebruik terrein
Buurtbewoners Café The Steeple
Klachten buurtbewoners Voertuigwrakken (Meelstraat)
geluidshinder nachtlawaai op openbare weg vervuiling openbare weg
exploitant + advocaat college milieudienst politie zone MIRA
aangetekend schrijven hoorzitting sluiting feestzaal gedurende 3 maanden
visueel onaantrekkelijk exploitatie zonder vergunning onveilige verkeerssituatie onveiligheidsgevoel
college dienst stedenbouw milieudienst politie
veroordeeld door correctionele rechtbank vaststellen niet uitvoeren “herstel in oorspronkelijke toestand” gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar belast met uitvoering dwangsom
Petitie buurtbewoners
Industriezone Blauwpoort
1.1.2. Handhaving
vraag naar noodzaak nieuwe industrie vrees voor gevaarlijke en hinderlijke industrie mogelijke lawaaihinder mogelijke stofhinder mogelijke verkeershinder vraag naar noodzaak nieuwe ontsluitingsweg onvoldoende bufferzone gevaar voor wateroverlast
college dienst stedenbouw milieudienst Leiedal + provinciale ruimtelijke planners
negatief advies mbt bijkomende verkeersweg verzoek tot aanpassen groenschermen verzoek tot het prioritair aanleggen van groenscherm verzoek tot aanpassen van lijst toe te laten bedrijven woonzekerheid voor bestaande woningen in omgeving
pagina 20 van 134
Buurtbewoners Windmolenpark langs E17 ter hoogte van Nieuwenhove Petitie buurtbewoners Lucky Seven (Holstraat)
visuele hinder geluidshinder aantasting VEN-gebied slagschaduw
buurtbewoners college dienststedenbouw milieudienst
lawaaihinder café veiligheid bij inname openbare weg bij feesten
college exploitant dienst externe zaken milieudienst
negatief advies milieuvergunningsaanvraag negatief standpunt t.o.v. stedenbouwkundige aanvraag persbericht tijdelijk stopzetten van de activiteiten in afwachting van het uitvoeren van werken om de isolatie te verbeteren huidige exploitant zet activiteiten definitief stop
Overleg met Afdeling Milieu-inspectie Traditioneel vindt periodiek een overleg plaats tussen de milieudienst van de stad Waregem en de Afdeling Milieu-inspectie, buitendienst West-Vlaanderen. Het laatste officiële overleg dateert van 18 februari 2010. Er werden enkele hardnekkig aanslepende klachten besproken en voor de lopende dossiers de stand van zaken geëvalueerd. Belangrijk bij dergelijk overleg is een goede doorstroming van informatie tussen klagers, bedrijf en vaststellers. Er mag zeker niet de indruk gewekt worden dat er niets gebeurt, dat overtredingen niet vastgesteld worden, dat bedrijven niet bezig zijn met een lang aanslepend saneringsproces of dat buurtbewoners geen gehoor vinden. Naast de milieudienst werd ook de Milieucel van de politiezone Mira uitgenodigd en kreeg het College de kans om aan dit overleg te participeren. Vaak worden politici op het thuisfront door hun kiezers rechtstreeks aangesproken. Een goede dossierkennis en juiste informatie is dan onontbeerlijk. Het geplande overleg voor het najaar 2011 werd verschoven naar 2012. Zowel de stedelijke milieudienst als de Afdeling Milieu-inspectie kampten met verhuisperikelen. Wel werd afgesproken verder informatie uit te wisselen per telefoon en via mail. Onderstaande dossiers werden o.a. besproken: Firma
Aard bedrijf
Aard klacht
Stand van zaken
Van Thuyne-Ide
betonwerkerij
stof geluidshinder herbruik afvalwater gebruik hemelwater verbod op grondwater
vergunning op proef wordt opgevolgd
glaswol
geluidshinder witte neerslag (druppels)
bijkomende studie uitgevoerd gefaseerd saneringsplan opgemaakt wordt opgevolgd
(3 vestigingen)
Ursa
1.1.2. Handhaving
pagina 21 van 134
Van-O-Bel
pluimveeslachterij
geurhinder
1.1.2. Handhaving
goede interne opvolging bijkomende maatregelen werden voorgesteld worden verwerkt in milieuvergunningsaanvraag
Goossens
varkensslachterij
sluiklozingen
wordt opgevolgd PV opgemaakt
Matco
afval
Accidentele lozing latexspoelwater
Milieu-inspectie verwittigd Aquafin verwittigd
Isobar
vervaardigen koelcellen
geurhinder/roetneerslag geluidshinder
PV opgemaakt
Kuwait Petroleum
Tankstation voor vrachtwagens
mazout in graafsleuf bij aanleg nutsleidingen
PV opgemaakt
pagina 22 van 134
1.1.3.
MMIS
Internetverbinding
Alle administratieve medewerkers van de stad, dus ook de medewerkers van de milieudienst, hebben toegang tot internet.
De diensten betrokken bij het milieu- en natuurbeleid moeten via een internetverbinding vlot toegang hebben tot online milieu-informatie.
Het arbeidsreglement werd goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 8 november 2005 en laatst gewijzigd in de gemeenteraad van 5 mei 2009. Hoofdstuk IX – Gedragscodes regelt o.a. het gebruik van e-mail en internet.
MMIS – Milieu Management Informatie Systeem
Waregem engageert zich om, uiterlijk zes maanden na bericht van de Vlaamse Overheid dat de databank operationeel is, de gegevensinvoer van volgende databanken te verzorgen:
De stad en de Vlaamse Overheid verzorgen binnen hun bevoegdheden de gegevensinvoer voor diverse databanken.
digitaal loket van de Samenwerkingsovereenkomst
jaarlijkse inventaris van de gebruikte hoeveelheden bestrijdingsmiddelen in het kader van het pesticidenreductieprogramma
milieuvergunningendatabank
De invoer door de stad in de betreffende databank geldt als beoordelingscriterium. Er is geen verdere rapportering vereist.
milieuklachten-, registratie- en opvolgingssysteem (MKROS)
gemeentelijke inventaris van risicogronden
energieprestatiedatabank
De gegevens worden continu of minstens jaarlijks ingevoerd. MKROS (zie hoofdstuk hinder) en de energieprestatiedatabank (zie hoofdstuk energie) zijn reeds een tijdje operationeel. In 2009 kan de informatie in het kader van “Zonder is Gezonder”, meer bepaald de inventaris van de sproeistoffen ingegeven worden in een databank op het internet. Volgens de contracttekst dienden de gemeenten tegen 01 januari 2010 voor alle VLAREM-besluiten sinds 1991 de oude gegevens voor de gemeentelijke inventaris van risicogronden aan te leveren, alsook de vereiste documenten voor de milieuvergunningen. Deze deadline is reeds enkele malen gewijzigd. Er zal een nieuwe deadline worden bekendgemaakt na overleg met de betrokkenen. Dit zal tenminste 6 maanden op voorhand gebeuren, zodanig dat de gemeenten voldoende tijd krijgen om dit werk in te plannen en aanpassingen door te (laten) voeren aan hun systemen. De milieudienst heeft alle milieuverguningen in het kader van Vlarem al geïnventariseerd. Ze werden niet alleen in gegeven in het pakket CEMOS maar ze zijn ook gekoppeld aan een GIS-applicatie. Van alle vergunnngen is er een digitale versie ingescand van de beslissing en werd deze gekoppeld aan de databank.
1.1.3. MMIS
pagina 23 van 134
1.1.4.
Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur
De stad beschikt over een milieuraad die de stad adviseert over het te voeren milieu- en natuurbeleid.
Waregem beschikt over een milieuraad sinds 1980, nadien meermaals aangepast en bijgestuurd. In de gemeenteraad van 2 december 2008 werden de statuten gewijzigd, het huishoudelijk reglement bijgestuurd met het oog op een vlotte werking en de afsprakennota geactualiseerd. Begin 2009 werd de milieuraad omgedoopt tot minaraad en opnieuw samengesteld overeenkomstig de nieuwe statuten. De statuten, het huishoudelijk reglement en de afsprakennota kunnen geraadpleegd worden op www.milieuraad.be/waregem. Het “Jaarverslag minaraad 2011” werd op 26 maart 2012 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de minaraad. Het jaarverslag 2011 is eveneens terug te vinden op www.milieuraad.be/waregem. Het jaarverslag met alle stukken is openbaar en kan geraadpleegd worden op de milieudienst van de stad Waregem. Hoofdstuk 8 van het jaarverslag 2011 bevat een aftoetsing van de werking en samenstelling van de minaraad aan de bepalingen uit de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013.
1.1.4. Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur
pagina 24 van 134
1.1.5.
Gemeentelijk milieubeleid
De stad voert een gemeentelijk milieubeleid op basis van een algemeen beleidsplan waarin een substantieel en herkenbaar luik “leefmilieu” wordt voorzien of op basis van een opgesteld gemeentelijk milieubeleidsplan. Zoniet wordt een visienota “Leefmilieu” opgesteld en goedgekeurd door de gemeenteraad.
1.1.5. Gemeentelijk milieubeleid
Algemeen beleidsplan 2007-2012 De nieuwe bewindsploeg stelde voor de looptijd van de huidige legislatuur het “Beleidsplan 2007-2012” op. Artikel 242bis van het Gemeentedecreet bepaalt immers dat het Schepencollege voor de duur van zijn mandaat een algemeen beleidsprogramma voorlegt, houdende de belangrijkste beleidsplannen. In de gemeenteraad van 3 juli 2007 werd het beleidsplan 2007-2012 vastgesteld. De verschillende beleidsthema‟s komen in dit document aan bod, zo ook milieu. Het volledige beleidsplan is raadpleegbaar op de website van de stad (www.waregem.be/milieujaarprogramma). In de evaluatie van het milieujaarprogramma 2010 bevestigden de evaluatoren dat het luik „leefmilieu‟ in het algemeen beleidsplan voldoende is uitgewerkt.
pagina 25 van 134
1.2. Acties WIMpi stimuleert interne milieuzorg, milieuverantwoord productgebuik en duurzaam gedrag.
Ook WIMpi was in 2011 op post met zijn maandelijks artikeltje in het personeelsblad „Warempel‟. WIMpi is het boegbeeld van de familie WIM en zag het levenlicht op 1 april 2004. In 2011 hield WIMpi opnieuw de vinger aan de pols. Hij riep de collega‟s op de vuile plekjes en meer bepaald waar hondedrollen en peuken liggen te melden, de Dikkekoffietruienstopdag werd aangekondigd, hij riep STOP om de collega‟s aan te moedigen om deel te nemen aan “ik kyoto” en ook de resultaten werden er bekendgemaakt. WIMpi had het ook over de ‟t is proper-campagne met ‟t is proper … zonder peuk”, een geboortebos dat vol staat en het geslaagde klimaataperitief van het stadspersoneel. WIMpi blijft een leuke manier om een aantal zaken in verband met interne milieuzorg aan te kondigen aan de collega‟s op een eenvoudige en ludieke manier.
Milieucoördinator op de stedelijke werkplaats
De stedelijke werkplaats heeft sedert 12 april 2007 een klasse-1 vergunning die werd verleend door de deputatie van West-Vlaanderen. De site “stedelijke werkplaats” is voornamelijk een opslagplaats voor verschillende machines en producten die elders op het stedelijk grondgebied ingezet worden. In sommige afdelingen kunnen kleine herstellingen en/of voorbereidende werken worden uitgevoerd. In open lucht is er een wasplaats en een tankplaats voor de eigen bedrijfsvoertuigen, een mini-containerpark voor de tijdelijke opslag van de eigen bedrijfsafvalstoffen en een parking voor de voertuigen. De aanstelling van een milieucoördinator B is vereist omwille van de volgende van toepassing zijnde Vlarem-rubriek 17.3.9.3 : Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, zijnde installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motoren, namelijk de aanwezigheid van 4 verdeelslangen. Vanaf 1 januari 2008 werd Vandelanotte milieu-advies aangesteld om als milieucoördinator op te treden. Begin 2008 is Vandelanotte Milieu-advies gefusioneerd met twee andere adviesbureaus en werkzaam onder de naam Enviro+ bvba. In de zitting van het College van Burgemeester en Schepenen van 2 december 2010 werd de firma Enviro+ nv, Kwadestraat 151 a bus 3132 aangesteld om deze taak opnieuw op zich te nemen voor de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2013. Binnen Enviro+ werd Elsie Dauwe aangesteld als milieucoördinator. De instemming van LNE milieuvergunningen werd ontvangen op 30 april 2008. Om de drie maand komt de milieucoördinator langs voor een plaatsbezoek. Samen met de preventieadviseur, Rudy Dewaele en hoofdmedewerkster milieu, Veerle Teirlynck worden alle aspecten rond milieu op de stedelijke werkplaats besproken. Er wordt ook telkens een rondgang gedaan op de volledige site. De milieucoördinator, Elsie Dauwe, formuleert opmerkingen en doet suggesties voor een milieuvriendelijker werking. De plaatsbezoeken in 2011 gingen door op 10 maart, 9 juni, 15 september en 1 december. Voor eind maart 2012 zal de stad het jaarverslag 2011 ontvangen van de milieucoördinator.
1.2. Acties
pagina 26 van 134
Opvolging vergunningstoestand van de eigen gebouwen.
De stad (of één van de stedelijke vzw‟s) is exploitant van heel wat gebouwen en terreinen. Het is een gevarieerd pakket van sporthallen, scholen, containerparken,… Net zoals een bedrijf dient de stad haar verplichtingen na te komen en ervoor te zorgen dat de exploitaties in orde zijn met de milieureglementering. Enkele van onze locaties zijn volgens de indelingslijst van Vlarem I een klasse 1 of klasse 2 inrichting. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de huidige vergunningstoestand. Locatie en aard
Klasse
Vergunningstoestand
Zwembad Meersstraat 5
1
Vergund door de Deputatie tot 23.11.2015
Zwembad Koekoekstraat 26
2
Vergund door de Deputatie tot 28.08.2023
Containerpark Beveren-Leie Leenakkerstraat
2
Vergund door de Deputatie tot 19.10.2026
Stedelijke werkplaats Deerlijkseweg 46
1
Vergund door de Deputatie tot 12.04.2027
Kunstacademie Olmstraat 27-29
2
Vergund door de Deputatie tot 05.06.2028 Afwijking Vlarem II bij Ministerieel besluit tot 05.06.2028
Schietstand Koning Albertstraat 20
1
Vergund door de Deputatie tot 19.02.2029
Containerpark Waregem Lindestraat
2
Vergund door de Deputatie tot 01.10.2029
De andere locaties zijn minder hinderlijke inrichtingen en zijn dan ook ingedeeld als klasse 3 en meldingsplichtig.
1.2. Acties
pagina 27 van 134
Blijvende aandacht voor communicatie en sensibilisatie.
Website Op 8 januari 2009 werd de nieuwe website plechtig gelanceerd. In 2008 werden er heel wat inspanningen geleverd om milieu-informatie op het net te plaatsen. Maar we wilden geen dode website met gegevens uit de oude doos. De website wordt geregeld geactualiseerd, er worden nieuwe items toegevoegd en via nieuwsberichten wordt er nieuws heet van de naald aan de burger kenbaar gemaakt. Dit item wordt ook gebruikt om de burger te wijzen op zaken die al jaren gebeuren in het daglicht te zetten. Eind 2011 waren er 110 pagina‟s en producten die door de milieudienst beheerd werden. Daarvan werden er in 2011 50 pagina‟s aangepast of aangemaakt. Daarnaast werden er 30 nieuwsberichten omtrent milieu in de kijker geplaatst. Stadskrant – De Sprong Sedert 2003 beschikt de stad over een eigen stadskrant “De Sprong”. De Samenwerkingsovereenkomst bevat heel wat bepalingen met betrekking tot sensibilisatie, zowel actief als passief, zowel naar de burger als doelgroepen toe. Daar de stadskrant slechts 4 maal per jaar verschijnt is het vaak een moeilijke evenwichtsoefening tussen de sensibilisatieverplichtingen uit de Samenwerkingsovereenkomst en de belangen van andere diensten. Ook de negende jaargang van de stadskrant kende 5 edities. In 2011 werd onder andere aandacht besteed aan verplichte keuring voor gescheiden waterafvoer, met belgerinkel naar de winkel, Autochtoon plantmateriaal, de tuinafvalbak, subsidies voor natuur en milieu, Team Rudy, FRGE-lening, samenaankoop groene stroom, peuken als zwerfvuil, de boerenmarkt en premies Eandis 2012. Deze en andere artikels rond leefmilieu kunnen op de website van de stad www.waregem.be worden nagelezen.
1.2. Acties
pagina 28 van 134
2. Thema Afval 2.1. Basis
2.2.
2. Afval
2.1.1.
Afvalpreventie en hergebruik
2.1.2.
Selectieve inzameling en restafval
2.1.3.
Opruimen achtergelaten afvalstoffen
Acties
pagina 29 van 134
pagina 30 van 134
2.1.1.
Afvalpreventie en hergebruik
De stad rapporteert over de middelen die aangeboden worden in verband met afvalpreventie.
Door de stad worden diverse middelen aangeboden aan de Waregemnaar om afval te vermijden. Anti-reclamestickers : de stickers zijn verkrijgbaar bij de milieudienst en de stadswinkel. Thuiscomposteren : er is een actieve groep compostmeesters die paraat staat voor de demodagen, info aan bewoners, aan scholen. Het jaarverslag van de compostmeesters is terug te vinden op www.waregem.be/milieujaarprogramma Compostvaten, compostbakken,… worden aangeboden aan de burger door de intercommunale Imog. Cijfergegevens vind je in het jaarrapport Waregem-Imog 2011, dat terug te vinden is op www.waregem.be/milieujaarprogramma.
De stad stimuleert het hergebruik van afvalstoffen.
De stad Waregem is vennoot van de afvalintercommunale Imog. In 1995 hebben ze samen met IVMO (nu Mirom) de vzw Kringloopcentrum Zuid-West-Vlaanderen opgericht. Elk jaar wordt door de stad een bedrag van 0,372 euro per inwoner betaald om de werkingskosten van de Kringloopwinkel te ondersteunen. In de regio zijn er 6 winkels (Avelgem, Kortrijk, Menen, Waregem, Wevelgem en Zwevegem). De winkel in Waregem is gevestigd in de Kortrijkseweg 346 te Beveren-Leie. Meer info vind je in het jaarrapport Waregem-Imog 2011, dat terug te vinden is op www.waregem.be/milieujaarprogramma.
De stad voert een passieve sensibilisatieactie uit.
De stadskrant “De Sprong” wordt 5 maal per jaar uitgegeven. In juni 2011 verscheen een artikel over de subsidies die te verkrijgen zijn bij de milieudienst. Een van de 4 vermelde subsidies is de subsidie herbruikbare luiers voor baby’s. De resultaten van deze subsidie zijn terug te vinden in deel 2.2 . Acties. De stadskrant kan je inkijken via de website www.waregem.be Door Imog wordt 4 maal per jaar een afvalkrant uitgegeven. Deze afvalkrant wordt huis-aan-huis bedeeld bij alle Waregemse gezinnen. Verschillende thema’s komen aan bod : afvalpreventietips, sorteerregels, diensten van Imog, info in verband met bedrijfsafval,… De behandelde thema’s van 2011 zijn opgenomen in het jaarrapport Waregem-Imog 2011, dat terug te vinden is op www.waregem.be/milieujaarprogramma.
2.1.1. Afvalpreventie en hergebruik
pagina 31 van 134
2.1.2.
Selectieve inzameling en restafval
De stad organiseert de selectieve inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
Huishoudelijke afvalstoffen worden door de stad ingezameld conform het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen. De minimum frequentie en de wijze van inzameling voor de verschillende fracties uit het huishoudelijk afval, zoals opgenomen in tabel van het Uitvoeringsplan worden door Waregem gerespecteerd. Er worden inzamelingen huis-aan-huis georganiseerd, zowel regulier als op afroep. De burger kan terecht op de 2 containerparken van de stad.
Fractie
Inzamelwijze
Inzamelmodaliteit
Frequentie
Huisvuil
huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis huis-aan-huis containerpark glasbollen op wijkniveau containerpark huis-aan-huis containerpark containerpark los opgestelde containers huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis containerpark huis-aan-huis containerpark containerpark containerpark containerpark apotheken containerparken kringloopwinkel huis-aan-huis kringloopwinkel
huisvuilzak container
wekelijks
Grofvuil Papier en karton Glas P.M.D. Textielafval Asbesthoudend bouw- en sloopafval (te storten) Steenpuin inert Groenafval/snoeihout Groenafval/tuinafval/gras Boomstronken Metalen gemengd (oud ijzer) Houtafval KGA + injectienaalden Oude en vervallen geneesmiddelen Afgedankte elektrische en elektronische apparaten Kringloopgoederen
2.1.2. Selectieve inzameling en restafval
maandelijks op afroep tweewekelijks container 1 glasbol/1000 inw. container PMD-zak container container containers zakken initiatiefnemer - privé container big-bag voor asbest container puinzak container gebundeld container tuinafvalbak container container container chemiekluis container zelf brengen ophaaldienst kringloopwinkel zelf brengen
tweewekelijks
4 x per jaar op afroep op afroep 4 x per jaar op afroep 24 of 35 x per jaar - op afroep
op afroep
pagina 32 van 134
De stad sensibiliseert over inzameling bestrijdingsmiddelen.
In 2011 werd aandacht besteed aan het pesticidengebruik onder titel “Gifvrij in huis en tuin”. Deze campagne van de provincie WestVlaanderen samen met de West-Vlaamse afvalintercommunales riep iedereen op om niet alleen minder (en liefst zelfs geen) bestrijdingsmiddelen in de tuin te gebruiken, maar ook om restjes en/of lege verpakkingen in het containerpark binnen te brengen. Deze campagne blijft actueel en de website www.gifvrij.be is nog steeds voor iedereen consulteerbaar. .
De stad rapporteert over het restafvalcijfer
De stad zorgt ervoor dat de hoeveelheid restafval gelijk of lager ligt dan de taakstelling restafval op niveau van elke gemeente zoals opgelegd in het vigerende Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen. Taakstelling Ovam : 2008
150 kg per inw. op Vlaams niveau met een max. van 200 kg per inw. op gemeenteniveau
2010
150 kg per inw. op Vlaams niveau met een max. van 180 kg per inw. op gemeenteniveau
Alle afvalcijfers worden gerapporteerd via de Gemeentelijke inventarisatie afvalstoffen 2011 van Ovam. De restafvalcijfers zijn ook opgenomen in het jaarrapport Waregem-Imog 2011, dat terug te vinden is op www.waregem.be/milieujaarprogramma. De stad zamelt hechtgebonden asbesthoudend afval in op het containerpark.
Op de beide containerparken van Waregem kan de Waregemse burger terecht met hechtgebonden asbesthoudend afval. In het retributiereglement containerparken, goedgekeurd in de gemeenteraad van 3 november 2009, is de retributie vastgelegd voor asbest. “Voor de fractie asbestcement wordt een retributie geheven van 0,20 euro per kg. Er is een vrijstelling van retributie voor de eerste 100 kg die wordt aangevoerd per beurt met een maximum van 200 kg per gezin en per jaar.” In de afvalkrant van november 2011 werd aandacht besteed aan asbestcement. Wat is het? Is dit gevaarlijk? Hoe inzamelen? Dit zijn enkele vragen waarop een antwoord is gegeven. Het volledige artikel is terug te vinden op de website via www.waregem.be/milieujaarprogramma.
De stad verwerkt het bermmaaisel overeenkomstig het Vlarea.
Het maaien van de bermen wordt door de stad uitbesteed aan een aannemer en dit op basis van een onderhandelingsprocedure. In het technische bestek is bij afvoeren van het maaisel de volgende verplichting opgenomen : “Het verwijderen van het maaisel gebeurt door en ten laste van de aannemer of zijn aangestelde en dit overeenkomstig de wettelijke bepalingen. De aannemer zal de bestemming van het bermmaaisel en de hoeveelheid afgevoerd bermmaaisel meedelen aan de stad. Alle maaisel dat op de verharding van rijwegen, fietspaden of voetpaden terechtkomt dient onmiddellijk verwijderd te worden;” De opdracht voor het maaien van de bermen werd in 2011 uitbesteed aan de firma Devreese Logistic uit Wortegem-Petegem.
De stad voert een passieve sensibilisatie uit over selectief slopen en sorteren aan de bron.
2.1.2. Selectieve inzameling en restafval
Door de afvalintercommunale Imog werd in de afvalkrant van november 2011 een speciale afvalkrant gemaakt met als thema duurzaam bouwen/verbouwen. Er werd aandacht besteed aan milieuverantwoorde bouwmaterialen, het duurzaam slopen en aan asbest. Er werd een overzicht gegeven van de diverse bouwfracties waarmee de burger terecht kan op het containerpark. Belangrijk was hierbijde nieuwe container voor gips. Het volledige artikel is terug te vinden op de website via www.waregem.be/milieujaarprogramma.
pagina 33 van 134
2.1.3.
Opruimen achtergelaten afvalstoffen
Het sluikstortbeleid van de stad.
De Waregemnaar verwacht van het stadsbestuur dat ze de nodige maatregelen neemt om zwerfvuil en sluikstorten te vermijden. Elke vorm van ontwijkgedrag moeten we proberen in de kiem te smoren. Sluikverbranden gebeurt nog steeds ofwel in de tuin ofwel via een “allesverbrander” in de woning. Het zijn vooral de buren die hier de nodige signalen moeten geven. Het verbranden van allerlei afval kan voor de directe omgeving voor diverse ongemakken zorgen, zoals geurhinder en roetneerslag. Ook de dioxines die daardoor in de lucht terecht komen zijn schadelijk. Bij meldingen van afvalverbrandingen door buren probeert de milieudienst te bemiddelen. De stad wijst de “sluikstokers” op de illegaliteit van deze activiteit en de gevolgen voor hun eigen gezondheid. Voor blijvende problemen wordt overleg gepleegd met de betrokken wijkagent. Zwerfvuil wordt vaak onbewust achtergelaten door de burger. Het geeft wel een slordige indruk en creëert een gevoel van onveiligheid. Om zwerfvuil te vermijden is op gemeentelijk niveau, naast de zorgvuldig ingeplante vuilnisbakken in de stedelijke omgeving, een systeem van blikvangers opgezet in de meer landelijke gebieden en langs fietsroutes. Wekelijkse en maandelijkse zwerfvuilrondes zorgen ervoor dat alles binnen de perken wordt gehouden. Opruimacties door verenigingen, scholen, enz. kunnen steeds op de nodige logistieke steun van de stad rekenen. De provincie West-Vlaanderen en de afvalintercommunales proberen al jaren sensibiliserend te werken rond de zwerfvuilproblematiek. De stad ondersteunt deze acties door affiches te verspreiden, brieven te versturen,… Sluikstorten springt dan weer het meest in het oog. Bepaalde burgers gaan bewust hun afval op plaatsen deponeren waar dit niet mag. Glasbollen is de favoriete plaats maar blikvangers en straatvuilnisbakjes ontsnappen niet aan de Waregemnaar die met zijn of haar fiets een winkelzakje met afval erin gaat deponeren of ernaast zet. Deze locaties worden door de stadsdiensten of Imog regelmatig aangedaan voor het ledigen van de glasbol of vuilnisbak. Daardoor stapelen de problemen zich op die plaatsen niet op. Moeilijker zijn de plaatsen waar weinig personen langskomen. Voor deze locaties moeten wij een beroep doen op een milieubewuste burger die dit aan de stad meldt. Localiseren en opruimen is belangrijk maar nog beter is dat de we asociale burgers kunnen bekeren. Communicatie is belangrijk, blijvend sensibiliseren en inspelen op acties van hogere overheden zijn maar enkele middelen. Maar hardnekkigen worden enkel bereikt als er repressief wordt ingegrepen. Daarvoor werd er in de gemeenteraad van 5 maart 2002 een belastingsreglement vastgesteld op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire wijzen en /of plaatsen en/of tijdstippen. De afvalstoffen worden onderverdeeld in 5 soorten, rekening houdend met enerzijds het gewicht en anderzijds de inhoud of omvang. De boete kan oplopen tot 400 euro.
De stad kan financiële ondersteuning vragen.
In het kader van de Samenwerkingsovereenkomst kan de stad aanspraak maken op een financiële ondersteuning van Ovam voor het opruimen van achtergelaten gevaarlijke afvalstoffen. De sluikstorten die door de stad in 2011 werden opgeruimd zijn allemaal niet gevaarlijke afvalstoffen. Er werd dan ook geen beroep op de mogelijkheid gedaan.
2.1.3. Opruimen achtergelaten afvalstoffen
pagina 34 van 134
2.2
Acties
Afvalpreventie De stad organiseert elk jaar een kippenactie.
Bijna de helft van het huisvuil bestaat uit groenten-, fruit- en tuinafval (GFT). Composteren is de meest ecologische en de meest economische manier om met dit afval om te gaan. Hierbij verkrijgt men compost als nieuwe grondstof. Echter niet de totale GFT-fractie komt voor composteren in aanmerking. Alleen rauw GFT-afval kan tot compost verwerkt worden. Bijkomende systemen zijn dus nodig om deze afvalfractie nog te doen verminderen. Reeds enkele jaren organiseert Imog een kippenactie. Sedert 2004 doet de stad daar een schepje bovenop door de Waregemse burger een subsidie te verlenen van 1 euro per kip met een minimum van 2 en maximaal 5 kippen per gezin. De subsidie wordt rechtstreeks verrekend bij de deelnemende handelaars door het afgeven van een bonnetje dat in de afvalkrant van Imog staat. In 2011 ging de actie door van 15 maart tot 30 mei. Hieronder vind je een overzicht van de verkochte kippen met subsidie per verkooppunt. 2009 Tom & C° Aveve
Afvalpreventie De stad verleent een subsidie voor het gebruik van herbruikbare luiers
30
33
376
299
330
95
114
88
499
443
443
“Goed voor uw baby! – Goed voor het milieu!” is de slogan waarmee het stadsbestuur herbruikbare luiers wil promoten bij jonge ouders. Wie kiest voor katoenen luiers helpt immers de afvalberg te verkleinen. Namelijk 5,7% van het restafval bestaat uit wegwerpluiers. Terwijl elk kind over zijn gehele luierperiode 1,4 ton afval aan wegwerpluiers produceert. Cijfers om even bij stil te staan, maar ook om iets aan te doen. De gemeenteraad keurde daarom een subsidiereglement goed om het gebruik van herbruikbare luiers aan te moedigen. De stad voorziet in een tussenkomst van 50% bij aankoop of huur van herbruikbare luiers of bijbehorende benodigdheden met een maximum van 125 euro. Het volledige reglement is terug te vinden op het website van de stad Waregem : www.waregem.be Een kort schematisch overzicht van de uitbetaalde subsidies: 2009 Aantal aanvragen Bedrag subsidie
2.2. Acties
2011
28
Groenservice Hooghe Totaal
2010
2010
2011
7
4
5
723,33 euro
492,50 euro
553,15 euro
pagina 35 van 134
Afvalpreventie
In Waregem is er een goede groep compostmeesters actief sinds 1999. Zij promoten het thuiscomposteren bij de burger.
De stad ondersteunt de compostmeersterwerking en heeft een demoplaats composteren
Bij de verhuis van het containerpark kregen ook de compostmeesters daar een nieuwe stek. Met vereende compostmeesterskrachten werd de nieuwe demoplaats een feit. Er is naast composteren ook aandacht besteed aan het kringlooptuinieren. Een klaslokaal werd ingericht voor het geven van infoavonden, compostlesjes en vergaderingen. Naast de traditionele demodagen zijn onze compostmeesters ook actief in scholen, op de markt of de beurs Exterieur. Daarnaast zijn er ook nog acties die Imog organiseert zoals tuinexpo en openbedrijvendag. Een volledig overzicht vind je in het jaarverslag dat terug te vinden is op de website www.waregem.be/milieujaarprogramma
Illegaal ontwijkgedrag Nette Regio
Het project „Nette Regio‟ of „Team Rudy‟ was in 2011 een innovatie project. Nieuwe beleidsondersteunende middelen werden uitgewerkt, zoals de netheidsbarometer en het vuilnisbakjesbeleid, en gekoppeld aan de uitvoerende krachten van de sociale economie. De netheidscoachen van Imog startten een netheidsbarometer op voor elke gemeente. De sociale economie ging maandelijks tellen en de netheidscoach verwerkt de gegevens. Het vuilnisbakjesbeleid werd opgemaakt en gedigitaliseerd in samenwerking met de provincie WestVlaanderen, Ovam en de andere West-Vlaamse intercommunales. Voor het team Rudy werkte het sociaal economie bedrijf „Tandem‟ in 2011 1093 uren. De voornaamste taken die uitgevoerd werden, zijn: het opruimen van zwerfvuil en sluikstorten, het ondersteunen van opruimprojecten, vuilnisbakken poetsen en 3 keer werd de netheidsbarometer geteld. De netheidsbarometer is een objectief meetinstrument om de netheid van steden en gemeenten te bepalen. Meten is weten, en de netheidsbarometer vertelt ons “Wat is vuil?”. Dankzij de netheidsbarometer kan er gewonnen worden aan efficiëntie van middelen en mankracht, en natuurlijk aan netheid. Per gemeente werden 30 straten gekozen, waar over een afstand van telkens ongeveer 100m geteld wordt. Er worden 4 factoren geteld, die samen het netheidsbeeld van een straat bepalen: zwerfvuil, sluikstorten, foutief aangeboden huisvuil en externe factoren. Het vuilnisbakjesbeleid bestaat uit 2 delen. In eerste instantie werden 241 vuilnisbakjes in Waregem digitaal geïnventariseerd. Hierbij werden de GIS-Coördinaten bepaald, een foto genomen, basisgegevens (kleur, bevestiging, plaats, enz.) genoteerd en werd een relatief objectieve beoordeling gemaakt van de vindbaarheid en het gebruiksgemak van de vuilnisbakjes. Een lijst met de vuilnisbakjes die op 1 of meerdere criteria van vindbaarheid en gebruiksgemak slecht scoorden, werd aan de milieudienst overgemaakt. Het tweede gedeelte was de opvolging van vuilnisbakken. Dit zit momenteel nog in opstartfase. Bij de opvolging worden, met behulp van een PDA, 3 vragen beantwoord : wat is de vullingsgraad, wat is de toestand van de vuilnisbak, zit er huisvuil in de vuilnisbak en/of ligt er zwerfvuil/huisvuil rond de vuilnisbak. Er werd in 2011 drie keer gemeten. Bedoeling is om vanaf 2012 gedurende een aantal opeenvolgende weken meetresultaten te verzamelen om de nodige evoluties te zien, zodat gefundeerde conclusies genomen kunnen worden. De toekomst van het project werd gegarandeerd. Het project wordt in 2012 verder gezet. Hiervoor werden in de Imog-begroting budgetten opgenomen, waardoor verder tewerkstelling van de sociale economie voor operationele taken mogelijk blijft. Dankzij het Europees project SWAP NOW (Smart Ways in the Approach of Prevention using New communication strategies On Waste) zet Imog ook in 2012 in op netheidscoachen die beleidsondersteunend werk verrichten voor elke gemeente.
2.2. Acties
pagina 36 van 134
Illegeaal ontwijkgedrag ’t is proper zonder peuk
Een opgerookte sigarettenpeuk hoort in de asbak. Dat lijkt nogal logisch als je thuis rookt, maar op straat denken rokers daar nogal eens anders over. Kijk maar eens naar al die peuken bij de ingang van het station, aan de voordeur van het cultureel centrum, in de goten van de winkelstraat en natuurlijk op de stoep van het café. Te vaak gooien rokers hun peuken gewoon op straat, zonder te letten op de schadelijke gevolgen. En daar kan je als roker iets aan doen. Vooral filters zijn schadelijk voor het milieu, omdat ze slecht afbreekbaar zijn. Het duurt wel 3 jaar voordat een filter uit het milieu is verdwenen. Bij het roken neemt de filter veel schadelijke stoffen op. Als hij vergaat komen deze stoffen vrij, met als gevolg een negatief effect op water en grond. In 2005-2006 deed de Openbare Vlaamse afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een analyse van de hoeveelheid en de samenstelling van het zwerfvuil in Vlaanderen. Op 32 plaatsen (o.a. wegbermen, op- en afritten, winkelstraten, glasbolsites, de omgeving van stations, winkels, scholen,...) werden metingen uitgevoerd. Daaruit bleek dat zwerfvuil voor 50 % bestaat uit sigarettenpeuken, 39 % uit een mix van plastic flessen, blik, papier & karton en 11 % uit kauwgom. Alle andere fracties zoals glasafval, organisch afval, textielafval, drankkartons, … zijn minder vaak aanwezig. Deze resultaten liggen aan de basis om het zwerfvuilbeleid te bepalen, zowel bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij als op het lokale niveau. Het onderzoek gaf aan dat meer dan 37 miljoen sigarettenpeuken (50%) deel uitmaakten van de hoeveelheid zwerfvuil. Dus hoog tijd om er iets aan te doen want er komen er iedere dag vele duizenden bij! Terwijl het eigenlijk heel eenvoudig anders kan, gooi die peuk gewoon in de asbak! Peuken komen vaak tussen de stoeptegels te liggen. Of ze worden neergegooid bij putdeksels, rondom bomen, in bloemperkjes, enz. In alle gevallen is het opruimen van sigarettenpeuken lastig. Met een borstel zijn ze niet weg te vegen en ook met een prikstok is dat niet evident. En zeker niet als het om duizenden stuks gaat. Zwerfvuil, daar storen we ons allemaal aan. Maar heel weinig rokers realiseren zich dat ook peuken tot het zwerfvuil behoren. Als roker kan je dus zelf iets doen aan het terugbrengen van de hoeveelheid zwerfvuil. Met hetzelfde gemak gaat de peuk in de asbak. Want waarom je peuk aan de rest van Waregem cadeau doen? Weet je dat het weggooien van een sigaret op straat je een boete kan opleveren? Om van de roker niet het verwijt te krijgen dat er geen oplossingen zijn voor zijn peuk heeft de stad genvesteerd in peukenpalen en asbakken. Deze werden geplaatst aan de ingang van de openbare gebouwen. Men had dus geen excuus meer om een peuk op straat te gooien. Om aandacht te schenken aan het probleem werd er ook een affichecampagne georganiseerd. Iedereen kon een „t‟is proper‟-affiche voor zijn raam hangen, die kon afgehaald worden in de stadswinkel. Onder de gespotte affiches worden begin februari 2012 3 bonnen van de Kringloopwinkel verloot. In de stadskrant de Sprong is er een artikel verschenen over dit project. Dit vind je terug via www.waregem.be/milieujaarprogramma.
2.2. Acties
pagina 37 van 134
pagina 38 van 134
3. Thema milieuverantwoord productgebruik 3.1.
3.2.
Basis 3.1.1.
Milieuverantwoord productgebruik binnen gemeentelijke diensten
3.1.2.
Passieve sensibilisatie
Acties
3. Milieuverantwoord productgebruik
pagina 39 van 134
pagina 40 van 134
3.1.1.
Milieuverantwoord productgebruik binnen gemeentelijke diensten
De stad implementeert het gebruik van duurzaam geëxploiteerd hout in de werking van de eigen stedelijke diensten. De stad neemt standaard in elk bestek voor de aankoop van hout en houtproducten het standaardbestekvoorschrift duurzaam geëxploiteerd hout op. De Vlaamse overheid stelt dit standaardbestekvoorschrift ter beschikking van de gemeenten.
In het standaardbestek 250 versie 2.1. wordt onder hoofdstuk 3 materialen meer bepaald artikel 50.1.3. uitgelegd wat een FSC of gelijkwaardig label is. Hierdoor moet de stad geen bijkomende uitleg verschaffen als dit label voor hout wordt gevraagd. In de algemene bestekken voor de aankoop van speeltoestellen en meubilair zijn voorwaarden opgenomen indien gebruik wordt gemaakt van houtproducten. De aannemer of leverancier dient FSC-gelabeld hout aan te bieden, tenzij niet beschikbaar op de markt. Ook bij aankoop van papier en papierwaren wordt gekozen voor producten met FSC-label. Het gebruik van FSC-gelabeld hout raakt meer en meer geïmplementeerd in de werking van de stadsdiensten. Voor grote werken en aankopen is het een doodgewone zaak geworden. Alleen bij kleinere werken wordt dit hout aangekocht bij lokale leveranciers, die niet zo’n uitgebreid gamma in voorraad hebben. Onderstaand overzicht heeft een overzicht van hout of houtprodcuten die werden aan gekocht in 2011. Bij elk product is de Chain Of Custody-nummer (CoC) of Programme for the Endorsement of Forest Certification-nummer (PEFC). Overzicht aankopen 2011 Aard
De stad neemt het gebruik van gekeurd breekpuin op in bestekken.
PEFC-nummer of CoC nummer
Papierwaren
FSC-C008924
FSC-C002321
Papierwaren
SGS-COC-003930
BV-COC-05902
Hout
SGS-COC-000601
Grote wegeniswerken, rioleringswerken en eigen bouwwerken worden steeds uitbesteed. Aan de diensten “wegen, waterlopen en verkeer” en “gebouwen” werd gevraagd de nodige aandacht te besteden in de bestekken m.b.t. het gebruik van COPRO-gekeurd breekpuin of breekpuin met gelijkwaardige kwaliteitslabels. Voor kleinere werken, die door de eigen werklieden worden uitgevoerd, worden bouwmaterialen bij plaatselijke firma’s aangekocht. Het breekpuin wordt gekocht bij handelaars die een COPRO-keuring kunnen voorleggen.
3.1.1. Milieuverantwoord productgebruik binnen gemeentelijke diensten
pagina 41 van 134
3.1.2.
Passieve sensibilisatie
De stad voert een passieve sensibilsatie over het milieuverantwoord productgebruik van een of meerdere van de volgende producten : Duurzaam geëxploiteerd hout, compost, breekpuin, materialen uit gerecycleerde kunststoffen, kantoormaterialen, cateringproducten, biologische producten, schoonmaakmiddelen, houtverduurzamingsmiddelen, verven en vernissen.
Afvalkrant nr 45 maart 2011:’Tuininspiratie’ In het artikel werd aandacht besteed aan compost en zijn mogelijkheden. Wat is compost en hoeveel moet je er gebruiken. Hoe kan ik zelf composteren thuis. Hoe kan ik compost aankopen en waar kan ik een compostvat of –bak aankopen. Afvalkrant 48 december 2011; Duurzaam verbouwen Deze afvalkrant werd een bouwspecial. Naast artikels over asbest en gips werden ook voorbeelden gegeven van duurzame materialen zoals isolerende mortel, Fermacell gipsvezelplaten, milieuvriendelijk isoleren met gerecycleerde papiervezels, FSC-gelabeld hout en natuurverven. Deze afvalkranten kunnen geraadpleegd worden via de website www.waregem.be/milieujaarprogramma
Website Stad Waregem Op de website van de stad is onder het thema milieu een hoofdstuk milieuverantwoord productegbruik toegevoegd. Momenteel is er een pagina over houtverduurzamingsmiddelen online. In 2011 is er ook een pagina bijgekomen over compost. De pagina’s zijn terug te vinden via de website www.waregem.be/milieujaarprogramma
3.1.2. Passieve sensibilisatie
pagina 42 van 134
3.2.
Acties
De stad koopt materialen uit gerecycleerde kunststof aan.
Sedert enkele jaren wordt voor de aankoop van banken gekozen voor producten uit gerecycleerde materialen. In het verleden werden reeds kunststofbanken aangekocht bij de firma Placora. Deze banken zijn gemaakt uit gerecycleerde plastics. Deze banken zijn onderhoudsvrij en hebben een lange levensduur. Ook voor paaltjes wordt gekozen voor producten uit gerecycleerde kunststoffen.
De stad koopt groene benzine aan
Sinds 2007 werken een aantal machines van de technische dienst met groene benzine. Het product (Aspen 2T) is een kant en klare tweetakt benzinemix, waaraan 2 % volsynthetische olie toegevoegd is. Het is een speciaal ontwikkelde alkylaatbenzine voor kleine luchtgekoelde tweetaktmotoren van alle merken. Omdat tweetaktmotoren veel schadelijke uitlaatgassen uitstoten en men de uitlaatgassen direct inademt, is het gebruik van Aspen 2T aan te bevelen. Het bevat vrijwel geen voor de mens schadelijke stoffen, zoals benzeen, tolueen en zwavel. Hierdoor zijn zowel de brandstofdampen als de uitlaatgassen beduidend minder schadelijk. De machine loopt beter, doordat deze inwendig veel minder vervuild raakt. Er is namelijk veel minder koolvorming. Men bespaart dus op de langere termijn op onderhoudskosten en op de gezondheid. De schone brandstof is geschikt voor kettingzagen, bosmaaiers, heggenscharen, bladblazers, etc.
De stad koopt milieuvriendelijke onderhoudsmiddelen
Voor het onderhoud van de stedelijke gebouwen worden de milieuvriendelijke producten van Werner & Mets gebruikt. De Tana professional Green Care-gamma heeft een breed gamma van producten. Deze producten zijn ook opgenomen in de milieukoopwijzer en hebben 3 duimpjes. In hun categorie is het de meest duurzaamste koop. De onderhoudsdames werken graag met deze producten en ze zijn zeer efficiënt.
De stad gebruikt Vlaco-compost
Voor de groenzones van de stad wordt gebruikt gemaakt van Vlaco compost. Onze afvalintercommunle Imog heeft voor haar composteringsinstallatie in Zwevegem-Moen een Vlaco-keurmerk. Deze compost is een ideale bodemverbeteraar. Zowel bij de aanplant en het onderhoud is de efficiëntie bewezen. Compost zorgt er ook voor dat de grond niet uitdroogt.
De stad gebruikt milieuvriendelijke verf
Momenteel is er een heel groot gamma van verven. De ene soort is al milieuvriendelijker dan de andere. Bij schilderwerken in eigen regie worden veel synthetische verven gebruikt. Er wordt wel zo veel als mogelijk gekozen voor verven die mogen aangelengd worden met water. De meeste verven die bij ons in gebruik zijn, zijn deze van Boss Paints. Bolatex en Hydrosatin zijn beide acrylaatverven en waterverdunbaar die voor binnenmuren kunnen gebruikt worden. Als basis wordt dan de watergedragen Optiprim gebruikt.
Ook voor het verven van zebrapaden en wegmarkeringen wordt watergedragen verf gebruikt.
3.2. Acties
pagina 43 van 134
pagina 44 van 134
4. Thema Water 4.1.
4.2.
4. Water
Basis 4.1.1.
Pesticidenreductie
4.1.2.
Passieve sensibilisatie
Acties
pagina 45 van 134
pagina 46 van 134
4.1.1.
Pesticidenreductie
Pesticidenreductie Risico-evaluatie
Het Vlaams Parlement besliste in 2001 om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen voor het beheer van de openbare ruimte drastisch te verminderen. Er kon gekozen worden voor een nulgebruik vanaf 2004 of een stapsgewijze afbouw. Waregem koos voor deze laatste aanpak en stelde een reductieprogramma op voor een geleidelijke afbouw tegen 31 december 2014, bestaande uit drie actieprogramma’s. Het derde actieprogramma loopt over de periode 1 juli 2009 – 1 januari 2015. De verschillende actieprogramma’s werden als bijlage opgenomen bij eerdere milieujaarprogramma’s. Tijdens de periode van geleidelijke afbouw wordt tijdelijk en pleksgewijze enkel gebruik gemaakt van gedoogde chemische bestrijdingsmiddelen. Dit zijn chemische bestrijdingsmiddelen die na uitvoering van een risico-evaluatie, een aanvaardbaar risicoprofiel vertonen ten aanzien van mens en milieu. De Vlaamse overheid publiceert een jaarlijks aangepaste lijst van gedoogde producten op www.zonderisgezonder.be. Bij aankoop van nieuwe bestrijdingsmiddelen wordt deze lijst geraadpleegd door de pesticidenreductiecoördinator. In het College van Burgemeester en Schepenen van 12 februari 2009 werd Jean Vincent aangesteld als nieuwe coördinator pesticidenreductie. De pesticidenreductie-coördinator fungeert als aanspreekpunt en coördineert de uitvoering van het reductieprogramma. Artikel 7§1 van het uitvoeringsbesluit van 19 december 2008, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 23 januari 2009, stelt dat jaarlijks voor 1 april een inventaris met “gebruikte bestrijdingsmiddelen”, met vermelding van het type behandelde oppervlakte, de productnaam met erkenningsnummer, de hoeveelheid en de oppervlakte, en “niet-chemische alternatieven” moet worden ingegeven op een elektronisch formulier dat de Vlaamse Milieumaatschappij ter beschikking stelt. Voor het werkjaar 2011 werden de inventaris-gegevens via deze webtoepassing ingevoerd. De rapportering en evaluatie gebeurt op basis van de invoer in de databank. Verdere rapportering in het milieujaarprogramma is niet vereist.
Pesticidentoets
Nieuw in het uitvoeringsbesluit van 19 december 2008 is de pesticidentoets. Het louter vervangen van chemische bestrijdingsmiddelen door alternatieven geeft niet altijd de gewenste resultaten. Vaak is de openbare ruimte niet optimaal aangelegd voor een pesticidenvrij beheer. Op plaatsen waar nog geen nulgebruik haalbaar is, is een omvorming van het openbaar domein nodig. Ook nieuwe ontwerpen moeten met de nodige aandacht bestudeerd worden zodat kruidgroei vermeden wordt en een niet-chemisch beheer mogelijk is. De leidraad pesticidentoets voor het ontwerpen en omvormen van groenzones en verhardingen met het oog op een pesticidenvrij beheer is beschikbaar via www.zonderisgezonder.be. Deze leidraad kan gebruikt worden als checklist. De aanbevelingen zijn afgestemd op de richtlijnen van het Harmonisch Park- en Groenbeheer, Natuurtechnische Milieubouw en op de principes rond waterberging en het voorkomen van wateroverlast. De toepassing van de pesticidentoets is verplicht vanaf 1 juli 2009. De rapportage bevat per gerealiseerd omvormingsproject: - de naam (of beschrijving) van de locatie - de ligging - de oppervlakte - een beknopte beschrijving van de toegepaste aanbevelingen uit de leidraad pesticidetoets. Een bondig overzicht van de belangrijkste omvormingsprojecten in het plantseizoen 2011-2012 is hierna opgenomen.
4.1.1. Pesticidenreductie
pagina 47 van 134
4.1.1. Pesticidenreductie
Beschrijving
Ligging
Opp.
Pesticidentoets
Renovatie groenzone - struiken gerooid wegens onkruid - bomen blijven behouden - gras ingezaaid onder bomen
Jeugdcentrum aan Ten Anker
400 m²
- zorg voor een aangepaste bedekking van boomspiegel
Uitbreiden groenzone - nieuwe aanplant in gelaagdheid - strooisellaag
Processiestraat/ Westerlaan
100 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - mulchlaag om de kruidgroei te beperken
Nieuwe groenzone - gras zaaien - aanplant bomen en struiken
Begraafplaats Deerlijkseweg
7 000 m²
- soorten met een bodembedekkende habitus - beperken gebruik van teelaarde - start met onkruidvrije grond - mulchlaag om de kruidgroei te beperken
Renovatie groenzone - struiken gerooid wegens onkruid - bomen blijven behouden - gras ingezaaid onder de bomen
Hoge Kouter
900 m²
- zorg voor een aangepaste bedekking van boomspiegel
Aanleg nieuwe groenzone - beplanting met bodembedekkende struiken
Hoek Poekelaan – Leenakkerstraat
1 000 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - rekening houden met de uiteindelijke plantgrootte - keuze van een aangepaste plantdichtheid - start met onkruidvrije grond - mulchlaag om de kruidgroei te beperken
Heraanleg groenzone - inzaaien van gras - verwijderen oude struiken
Hoek Zuiderlaan Nokerseweg
300 m²
- zorg voor een aangepaste bedekking van boomspiegel
Heraanleg verschillende pleintjes - rooien oude struiken en heraanplant - mulchinglaag aanbrengen
Wijk Torenhof
350 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - rekening houden met de uiteindelijke plantgrootte - keuze van een aangepaste plantdichtheid - start met onkruidvrije grond - mulchlaag om de kruidgroei te beperken
Renovatie groenzone - oude struiken verwijderen en nieuwe heraanplanten
Margarethapark Nieuwenhove
800 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - rekening houden met de uiteindelijke plantgrootte - keuze van een aangepaste plantdichtheid - mulchlaag om de kruidgroei te beperken
pagina 48 van 134
Renovatie groenzone - struiken gerooid wegens onkruid - bomen blijven behouden - gras ingezaaid
Kastorwegel Nieuwenhove langs fietspad
300 m²
- zorg voor een aangepaste bedekking van boomspiegel
Nieuw rondpunt - aanplant met bodembedekkende struiken
Leeuwkestraat
50 m²
- plantensoorten aangepast aan standplaats - soorten met een bodembedekkende habitus - rekening houden met de uiteindelijke plantgrootte - keuze van een aangepaste plantdichtheid - start met onkruidvrije grond
Verdere gegevens over de verschillende groenprojecten kunnen opgevraagd worden bij de groendienst van de stad.
4.1.1. Pesticidenreductie
pagina 49 van 134
4.1.2.
Passieve sensibilisatie
De stad informeert de burger over het gebruik van sproeistoffen
Gifvrij in huis en tuin In 2011 werd aandacht besteed aan het pesticidengebruik onder titel “Gifvrij in huis en tuin”. Deze campagne van de provincie WestVlaanderen samen met de West-Vlaamse afvalintercommunales riep iedereen op om niet alleen minder (en liefst zelfs geen) bestrijdingsmiddelen in de tuin te gebruiken, maar ook om restjes en/of lege verpakkingen in het containerpark binnen te brengen. Deze campagne blijft actueel op en de website www.gifvrij.be is nog steeds voor iedereen consulteerbaar.
De stad stelt brochures in verband met duurzaam watergebruik ter beschikking van de burger
4.1.2. Passieve sensibilisatie
Diverse folders over duurzaam omspringen met water, waterproblematiek,… liggen ter beschikking van de burger in het Waregemse stadhuis. Hieronder vind je een overzicht met de vermelding van de uitgever en de doelgroep. Brochure
Thema
Uitgever
Doelgroep
Vers drinkwater thuis gebotteld
Gebruik van leidingwater als drinkwater
Vlaamse drinkwaterbedrijven
Iedereen
Een watervriendelijk huishouden
Waterbesparing, hemelwater benutten,…
VMM
Burger
Zonder is gezonder
Geen pesticiden in huis of tuin
VMM
Tuinliefhebber
Wat geven wij de natuur te drinken
Gebruik van schoonmaakmiddelen en bestrijdingsmiddelen
VMM
Iedereen
Het gebruik van regenwater
Regenwater als alternatief voor leidingwater
VMW
Iedereen
Een veilige drinkwaterinstallatie
Keuring drinkwaterinstallatie
VMW
Iedereen
Overstromingsveilig bouwen en wonen
bescherming tegen schade door overstromingen
Coördinatiecentrum Integraal Waterbeleid
Iedereen
Waterwegwijzer Bouwen en verbouwen
Alles over water in en rond een huis
VMM
Bouwers en verbouwers
pagina 50 van 134
De stad heeft een subsidiereglement voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen
Subsidiereglement hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen De stad beschikt over een subsidiereglement voor het plaatsen van hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen. Door het plaatsen van een hemelwaterput zal de bewoner zuiniger omspringen met leidingwater en het regenwater aanwenden voor laagwaardige toepassingen. Het subsidiereglement wordt aan het publiek op volgende wijzen kenbaar gemaakt: op de website van de stad www.waregem.be is het reglement en het aanvraagformulier terug te vinden. in de infobrochure van de stad die elk jaar wordt uitgegeven is een lijst opgenomen van alle subsidies die de stad verleent aan de burger of bestemd voor een bepaalde doelgroep. Elk huishouden krijgt deze brochure in zijn brievenbus en wordt ter beschikking gehouden van de nieuwe inwoners en andere geïnteresseerden. voor toekomstige bouwers is er de brochure „Huisvestingspremies‟. Deze brochure wordt opgemaakt door de dienst stedenbouw en geeft een overzicht van de premies die van toepassing zijn in Waregem, de Provincie en het Vlaamse Gewest. Ook de subsidie hemelwaterputten is hierin opgenomen.
4.1.2. Passieve sensibilisatie
pagina 51 van 134
4.2. Acties RioAct, een overeenkomst tussen de stad en de VMW Takenpakket 2011
Samenwerkingsovereenkomst met de VMW De gemeenteraad keurde in haar zitting van 3 februari 2009 een overeenkomst met de VMW goed, RioAct genaamd. Door de ondertekening van dit raamcontract zal de stad voortaan beroep doen op de diensten van de VMW voor de uitbouw, het onderhoud en beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Afhankelijk van de gevraagde diensten zal de VMW deze zelf leveren of beroep doen op Aquafin. Hiervoor heeft de VMW een overeenkomst afgesloten met Aquafin. Zo kunnen alle gewenste diensten aangeboden worden, steunend op de respectievelijke knowhow en kennis. Via een takenlijst voor de uitbouw en het beheer van het rioleringsstelsel kan de stad jaarlijks de keuze maken van welke diensten zij gebruik wenst te maken voor dat jaar. Het takenpakket wordt ieder jaar opnieuw vastgelegd. Op deze wijze beschikt de VMW over de mogelijkheid om op vraag en maat van de stad alle diensten aan te bieden inzake gemeentelijke riooluitbouw en beheer waarbij de gemeentelijke autonomie ten volle gerespecteerd blijft. De voor het rioleringsbeheer benodigde financiële middelen komen van de BOT (Bijdrage voor Opvang en Transport van afvalwater), die de VMW int via de waterfactuur. Indien nodig kunnen die door de stad aangevuld worden. Op deze wijze blijft de stad volledig eigenaar van zijn infrastructuur en dit zowel van de bestaande als de nieuw aangelegde rioleringen, pompstations, enz. … Takenpakket 2011 Door de VMW werd in samenspraak met de stad het RioAct takenpakket opgemaakt voor 2011. Sommige taken komen jaarlijks terug, andere taken zijn éénmalig en lopen over 1 of meerdere jaren. Het RioAct-takenpakket omvat volgende jaarlijks terugkerende taken: - up-to-date houden van de rioleringsdatabank en het model bestaande toestand - investerings- en onderhoudsprogramma - beheer van IBA‟s - beheer van de pompstations Sprietestraat, Leeuwke, Industrielaan en van het wervelventiel Mirakelstraat - hydraulische en technische adviezen In het RioAct-takenpakket zijn volgende éénmalige taken opgenomen - coördinatie en bouw van 10 IBA‟s - coördinatie en realisatie van volgende rioleringswerken (projectmanagement, afkoppelingsdeskundige, werftoezicht, projectgerelateerde kosten + investering) o Brouwerijstraat – Bessemstraat – Nokerseweg o Westerlaan – Noorderlaan o Vijfseweg o N43 (grens Harelbeke tot Deken de Bostraat) o Kruishoutemseweg en Paterswegel o Molenstraat o Desselgem-Dries
4.2. Acties
pagina 52 van 134
-
o Hoogmolenstraat (Oude Desselgemstraat tot Deerlijkseweg) o Posterijstraat (Alois Biebuyckstraat tot N43 Gentseweg) afkoppelingsdeskundige voor volgende projecten: o N43 (N382 – Roterijstraat) o Hazepad
De gemeenteraad keurde dit takenpakket voor 2011 goed in zitting van 5 april 2011. Wie meer hierover wenst te vernemen, of geïnteresseerd is in de financiële impact, kan contact opnemen met de dienst “wegen, waterlopen en verkeer” van de stad. Verplichte rioolaansluiting via VMW
Het is aangewezen dat aansluitingen op het stedelijk rioleringsstelsel op een uniforme wijze en met de nodige vakkennis gebeuren. Hiervoor kan beroep gedaan worden op de VMW via de diensten van RioAct. In het raamcontract is deze mogelijkheid voorzien maar werd tot op heden nog niet opgenomen in de jaarlijkse takenpakketten. Hierdoor beschikt de stad over één aanspreekpunt in geval van discussies. De kosten voor de aansluiting zijn ten laste van de aangelande. In zitting van 4 oktober 2011 keurde de gemeenteraad de uitbreiding van het RioAct takenpakket 2011 met betrekking tot het realiseren van rioolaansluitingen unaniem goed.
Reglement keuring privériolering
Om te voldoen aan de Europese verplichting om tegen 2015 de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater duurzaam te verbeteren is een goed uitgebouwd systeem voor afwalwaterinzameling, - transport en –zuivering noodzakelijk. In de praktijk blijkt dat niet elke privéwaterafvoer correct is afgekoppeld (hemel- en afvalwater). De verplichte keuring van deze privé-waterafvoer brengt hier sinds 1 juli 2011 verandering in. De keuringsplicht van de privé-waterafvoer is opgelegd door het algemeen waterverkoopreglement dat de rechten en plichten regelt van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten (besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011, B.S. 10 juni 2011). Dit besluit geeft uitvoering aan artikel 16 van het drinkwaterdecreet. Bijkomende eisen aan de keuring zijn gesteld in het ministerieel besluit betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privé-waterafvoer van 28 juni 2011 (B.S. 14 juli 2011). Vanaf 1 juli 2011 is er bij de aanleg van een privéwaterafvoer een verplichte keuring om na te gaan of deze conform is aan de wettelijke en technische voorschriften. Deze keuring gebeurt: - voor de eerste ingebruikname: dit is bij alle aanvragen vanaf 1 juli 2011 gericht aan de rioolbeheerder voor een aansluiting of heraansluiting op de openbare riolering. Het staat dus los van de datum van stedenbouwkundige- of milieuvergunning - bij belangrijke wijzigingen: dit zijn alle wijzigingen die de goede werking van het openbaar distributienetwerk kunnen bedreigen. - na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid, op verzoek van de exploitant van het openbaar waterdistributienetwerk - bij de aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein, met de verplichting om af te koppelen op privé-domein, conform de bepalingen van Vlarem. Aangezien de binneninstallatie van de waterleiding ook dient gekeurd te worden en dat de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening zal instaan voor de rioolaansluiting lijkt het aangewezen de keuring te laten uitvoeren door de VMW. De aansluiting op de riolering kan slechts gerealiseerd worden mits een positief keuringsverslag. De kosten voor de keuring zijn ten laste van de bouwheer. De gemeenteraad keurde in zitting van 4 oktober 2011 het reglement „keuring privé riolering‟ goed met eenparigheid van stemmen. Voor bijkomende inlichtingen over het reglement en de keuring van de privé-waterafvoer kan men zich richten tot de dienst “wegen, waterlopen en verkeer” van de stad of de VMW.
4.2. Acties
pagina 53 van 134
Inrichten overloopgebied Goelevenbeek
Aanleiding en voorgeschiedenis Waregem heeft een aantal locaties, gevoelig voor wateroverlast. Één van deze knelpunten bevindt zich in het industriegebied ten zuiden van de E17 ter hoogte van de firma TVH (heftrucks). Het studiebureau S.W.K. (thans opgenomen in de Arcadis-groep) werd belast met een onderzoek naar de problematiek. Om het industrieterrein daar te beschermen tegen wateroverlast is de bouw van een overloopgebied (met vijzelgemaal) noodzakelijk. Het bufferbekken werd aanvankelijk ter hoogte van de hoek gevormd door de Plasstraat en de Brabantstraat ingeplant (1988). Omwille van de uitbreidingsplannen van de aldaar gevestigde industrie, werd het bekken verschoven naar de hoek gevormd door de oprit van de brug van de Vichtseweg en de E17 (1990). Door het verloop van tijd waren intussen die gronden en de aangrenzende terreinen in het bezit van één industriële groep (TVH) gekomen, welke ter hoogte van deze hoek eveneens uitbreidingsplannen had en daarom de stad verzocht om het bekken tussen de Gaverbeek en de E17 in te planten. Het betreft een aantal natte weilanden, op het gewestplan als natuurgebied ingekleurd. Op het terrein is van echte natuurontwikkeling weinig te bespeuren, hoewel het gebied een aantal potentialiteiten heeft, o.a. voor weidevogels. Naar een concreet plan In een eerste ontwerp werd gekozen voor een klein (4.000 m²), maar vrij diep bufferbekken. Een dergelijk project zou de grondwaterstand aanzienlijk beïnvloeden, wat vanuit natuuroogpunt een probleem is. Daarom wordt thans gekozen voor een ondiep overloopgebied. Het totale inrichtinggebied zou ca. 4,5 ha bedragen. Om de mogelijkheden tot het inrichten van het “overloopgebied Goelevenbeek” op zijn haalbaarheid te toetsen, besloot de stad in overleg te gaan met het Agentschap voor Natuur en Bos. Een vergadering werd belegd, gekoppeld aan terreinbezoek. Belangrijk is de randvoorwaarden te kennen waarbinnen een dergelijk concept verder verfijnd kan worden en na te gaan of een samengaan van de natuurfunctie en de vereiste buffering mogelijk is. Het Agentschap voor Natuur en Bos bracht op 19 okober 2009 een gunstig pre-advies uit op voorwaarde dat: - de aanleg niet plaatsgrijpt tijdens het broedseizoen (dus niet tussen 30 maart tot 31 juli) - de oevers natuurvriendelijker ingericht worden (geen harde oeverinfrastructuur) - groenaanleg met streekeigen inheems materiaal gebeurt - het vijzelgemaal visvriendelijk is - na de inrichting van het bufferbekken een natuurvriendelijk beheer voorzien wordt. Intussen werden door het studiebureau Arcadis de plannen wat bijgestuurd en aangepast aan de opmerkingen van ANB. MER-ontheffing Uit de lijst van MER-plichtige activiteiten blijkt dat het aanleggen van bufferbekkens in bijzonder beschermde gebieden, zoals natuurgebieden, overeenkomstig artikel 4.3.2. van het decreet onderworpen dient te worden aan de project-MER, maar de initiatiefnemer kan hiervoor een gemotiveerd verzoek tot ontheffing indienen. Op donderdag 4 februari 2010 werd het dossier besproken met de cel-MER. Het opstellen van een ontheffingsdossier voor de MER-plicht behoort tot de mogelijkheden, dit naar analogie met andere gelijkaardige voorbeelden. In het College van Burgemeester en Schepenen van 18 november 2010 werd het studiebureau Soresma nv (thans Antea Group) belast met de opmaak van een ontheffingsdossier.
4.2. Acties
pagina 54 van 134
Tijdens de aanleg van het overloopgebied zijn een aantal effecten te verwachten. Deze zijn echter niet van die aard dat ze de realisatie van het project in de weg staan of aanleiding geven tot bijkomend (MER-)onderzoek. Hieronder de synthese van de milieueffecten: - Sterk negatieve impact van de werken op de bodemstructuur voor een bepaalde oppervlakte van de verdichtingsgevoelige valleigronden. Deze zijn echter van weinig belang in de exploitatiefase (hoofdzakelijk inrichting van plaszone). Het effect in de plas-draszone kan gemilderd worden door het gebruik van rijplaten en/of machines op rupsbanden of lage drukbanden. - Sterk negatief effect door het rooien van de verruigde zone in het westen van het projectgebied. - Tijdelijke rustverstoring van fauna tijdens de werken. Gezien er voldoende uitwijkmogelijkheden zijn, wordt een beperkt negatief effect verwacht - Risico op vergraving van archeologisch erfgoed. Dit wordt sterk negatief beoordeeld. Wanneer de vooropgestelde procedures bij het aantreffen van archeologische artefacten gevolgd worden zal de verstoring beperkt kunnen worden. - De werken brengen tijdelijk visuele hinder met zich mee, hetgeen beperkt negatief wordt beoordeeld. - De werken brengen tijdelijk geluidshinder met zich mee, wat beperkt negatief wordt beoordeeld zowel voor de omwonenden als voor de recreanten in het studiegebied. - De impact van het bijkomende werfverkeer tijdens de aanleg zal qua verkeersveiligheid beperkt tot matig negatief zijn, gezien de Vichtseweg intensief gebruikt wordt door fietsende schoolgaande jeugd. In de exploitatiefase worden geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht. - Instroom van vervuild water is enkel mogelijk indien één van de overstorten in werking treedt langs de Vichtseweg (uit mondelinge informatie van de technische dienst van Waregem blijkt dit bijna nooit het geval te zijn) of via de gracht die het afstromend water van de E17 opvangt. Beide waters komen rechtstreeks in de Goelevenbeek terecht. Pas bij hoge waterstanden zal het water van de Goelevenbeek in het overloopgebied terechtkomen. Op dat moment is het water ook reeds sterk verdund, waardoor geen significant negatieve effecten verwacht worden. - Door het aanbrengen van kleimatten op een lager niveau dan de huidige grondwaterstand, is het mogelijk dat het grondwater aan de oppervlakte komt tussen de E17 en het projectgebied. - Het verstevigen van de oevers van de Gaverbeek zal een negatief effect hebben op de structuurkwaliteit van de Gaverbeek. Gezien de verstevigingen slechts heel plaatselijk zijn, wordt dit beperkt negatief beoordeeld. - Het aanleggen van de nieuwe loop van de Goelevenbeek met steile en verstevigde oevers wordt (sterk) negatief beoordeeld. - Na voltooiing van de werken zal het overloopgebied op een natuurlijke manier beheerd worden, waarbij positieve effecten inzake fauna te verwachten zijn (hoofdzakelijk weidevogels en amfibiën). - Gezien het projectgebied momenteel een heel beperkte biologische waarde heeft, wordt het biotoopverlies eveneens beperkt negatief beoordeeld. - Er wordt geen negatieve impact verwacht op de vegetatie stroomafwaarts het overloopgebied. - De impact op het landschap en erfgoedwaarden kan globaal als beperkt negatief worden beoordeeld. - Het project zal zorgen voor een daling van het overstromingsrisico op het industrieterrein ten zuiden van de E17, wat sterk positief wordt beoordeeld. - De effecten op recreatie worden beperkt negatief tot neutraal ingeschat. Er worden immers geen recreatieve routes beïnvloed in de exploitatiefase. - Binnen het overloopgebied zijn er effecten op landbouw te verwachten. Twee weilanden en een deel van een akkerperceel zullen effectief verloren gaan. De zijn echter gelegen in natuurgebied volgens het Gewestplan en dus niet in landbouwgebied. Ze zullen in der minne aangekocht worden, waarbij een billijke vergoeding wordt voorzien voor de eigenaars en gebruikers.
4.2. Acties
pagina 55 van 134
Bij de bespreking van de adviezen, uitgebracht tijdens de ontheffingsprocedure, stelt de VMW dat door het voorgestelde project “overloopgebied Goelevenbeek, er een aanzienlijk verlies van ruimte is voor water voor de Gaverbeek. Hierdoor zijn toenemende overstromingen zowel stroomop- als stroomafwaarts het overloopgebied mogelijk. Het ontwerp moet aangepast worden zodat piekdebieten van de Gaverbeek nog steeds voldoende geborgen kunnen worden. De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling kan akkoord gaan met het project, onder de volgende voorwaarden: - Het gebied dient op die manier ingericht te worden dat het zijn natuurwaarden behoudt en versterkt. De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling kan niet akkoord gaan met een bijkomende inname van landbouwgebied ter compensatie van het verlies van dit natuurgebied. Het is ongetwijfeld mogelijk om het gebied op dermate ecologische wijze in te richten dat een compensatie niet nodig is. - Het overloopgebied moet voldoende groot zijn om overstromingen en/of andere vormen van wateroverlast in het omliggende agrarisch gebied te vermijden. Het kan niet de bedoeling zijn om op termijn extra landbouwgebied aan te snijden. Uiteindelijk wordt het overloopgebied ook voorzien ten behoeve van het industriegebied dat in het verleden telkens werd uitgebreid. In huidige omstandigheden zou de buffercapaciteit immers op het industriegebied zelf moeten voorzien worden. Situaties zoals in het verleden doorgevoerd werden, zijn nu niet langer aanvaardbaar. Het overloopgebied moet dus voldoende capaciteit bieden, zowel voor de huidige situatie als naar de toekomst. ANB stelt in zijn advies dat er ruimte voor de waterlopen dient voorzien te worden, zodat deze hun winterbed maximaal kunnen gebruiken. Daarnaast dient een natuurgericht beheer toegepast te worden dat de ontwikkeling van een vegetatie eigen aan een winterbed van een waterloop beoogt. Inmiddels onderzoeken Antea Group (belast met de MER-ontheffing) en Arcadis (ontwerper van het overloopgebied) de technische mogelijkheid om het overloopgebied/bufferbekken op een alternatieve wijze en/of locatie in te richten. Nadien wordt er opnieuw overlegd met de VMW en ANB om het voorstel te bespreken en af te toetsen op haalbaarheid.
4.2. Acties
pagina 56 van 134
5. Thema Hinder 5.1.
5.2.
5. Hinder
Basis 5.1.1.
Digitaal opvolgen van milieuklachten
5.1.2.
Passieve sensibilisatie
Acties
pagina 57 van 134
pagina 58 van 134
5.1.1.
Digitaal opvolgen van milieuklachten
De stad volgt klachten over milieuhinder op via MKROS of via een eigen digitaal dossieropvolgingssysteem. De stappen die worden ondernomen in de loop van de behandeling van een klacht, worden gestructureerd geregistreerd. Klagers en vermoedelijke veroorzakers worden op de hoogte gehouden van de ondernomen stappen; andere belanghebbende diensten worden in kennis gesteld; klachten worden doorgestuurd voor verdere behandeling naar de bevoegde instantie.
Nu reeds is de milieudienst, binnen de stedelijke administratieve diensten, het aanspreekpunt voor de burger met betrekking tot allerlei klachten over bedrijven, afvalophaling en -verwerking, groenaanleg en –onderhoud en leefmilieuproblemen in het algemeen. De milieudienst kan op diverse manieren bereikt worden zoals telefonisch, per mail, kantoorbezoek,… Binnen hetzelfde gebouw waar de stedelijke administratie is ondergebracht, is ook de Lokale Politie Zone MIRA gehuisvest. Het loket voor de burger is 24 uur op 24 bereikbaar en aanspreekbaar. Hoofdinspecteur Charly Nys is het aanspreekpunt van de milieucel. Hij heeft veel expertise inzake milieu. Naast het centrale aanspreekpunt zijn een aantal personen binnen de lokale politie aangesteld als milieucontactpunten. Het betreft hier personen met een specifieke interesse voor milieu. Het gaat over personen die zich door de werkomstandigheden verdiept hebben in een bepaalde thematiek (afval, vuurwerk, enz.) of die door ervaring een vertrouwdheid hebben opgebouwd met een bepaalde regio. Klachten worden via het centrale aanspreekpunt doorgegeven naar één van de milieucontactpunten in functie van de aard van de problematiek of de vertrouwdheid met het terrein. Momenteel worden milieuklachten geregistreerd zowel bij de milieudienst als bij de Lokale Politie Zone MIRA. Dit gebeurt door beide diensten op een andere manier. Uitwisseling van gegevens is omwille van de privacy niet mogelijk. Registratie klachten 2011 Voor 2011 werd gebruik gemaakt van het eigen registratiesysteem “Vivaldi Process2Flow” waarin het stadsbestuur de briefwisseling, de klachten en interne dossiers registreert. Alle brieven en meldingen kunnen aan elkaar gekoppeld worden. Dit maakt het voor het bestuur gemakkelijk om een volledig dossier digitaal samen te stellen. Op de milieudienst worden alle milieumeldingen geregistreerd. Dit kan gaan over afvalzakken die niet werden meegenomen en fout aangeboden afval, maar ook klachten over bedrijven, buren,… De manier waarop de melding gebeurt speelt geen rol. Zowel brieven, telefoontjes, mails als mondelinge klachten worden geregistreerd. Ook de ondernomen acties worden geregistreerd. MKROS Omdat de overdracht naar XML- bestand vanuit ons eigen systeem niet mogelijk is naar de Vlaamse MKROS-databank worden de belangrijkste klachtendossiers ook nog ingegeven in de MKROS-databank.
5.1.1. Digitaal opvolgen van milieuklachten
pagina 59 van 134
5.1.2.
Passieve sensibilisatie
De stad onderneemt passieve sensibilisatie met betrekking tot verschillende milieuhinderthema’s (geluids-, geur-, stof-, rook- en lichthinder)
Website In 2011 werd ook de website gebruikt om de burger te sensibiliseren rond hinder. Bij klachten vindt de burger makkelijk de weg naar de politie of de milieudienst, alleen zijn ze soms ongewild zelf de veroorzaker van klachten. Onder het thema milieuhinder werden op de website drie thema’s besproken. Geluidshinder Geluidshinder van buren is één van de meest voorkomende vormen dat de levenskwaliteit sterk kan doen verminderen. Buurgeluiden kunnen makkelijk vermeden worden als iedereen in eigen boezem kijkt. Geurhinder Klachten van geurhinder hebben meestal betrekking op de exploitatie van bedrijven. Maar ook particulieren veroorzaken geurhinder. Er worden immers nog heel wat vuurtjes gestookt in onze tuintjes. Lichthinder Vlaanderen is één van de meest verlichte regio’s op de wereld. Ook in Waregem is het nooit meer donker. De straatverlichting is immers essentieel voor de veiligheid. Toch kan de burger zelf lichthinder vermijden door zijn lampen efficiënt op te stellen. Dit zal niet alleen milieuhinder vermijden maar is ook goed voor de portemonnee. Alle pagina’s zijn terug te vinden via de website van de stad www.waregem.be/milieujaarprogramma De Sprong In de stadskrant ‘De Sprong’ werd in de editie van mei in het dossier Studenten aandacht besteed aan overbodig geluid en hoe je er zelf iets kan aan doen. De publicatie is terug te vinden op de website van de stad www.waregem.be/milieujaarprogramma
5.1.2. Passieve sensibilisatie
pagina 60 van 134
5.2. Acties VMM-meetpunt te Desselgem.
Dioxines en PCB126
Geen overschrijding van de drempelwaarden voor de depositie van dioxines en PCB126.
De Vlaamse Milieumaatschappij meet sinds 1995 de dioxinedepositie in Vlaanderen. Sedert 2002 wordt ook de depositie van de meest toxische polychloorbifenyl-verbinding (PCB126) gemeten. Bij depostiemetingen wordt het neervallend stof opgevangen en geanalyseerd. Depostiemetingen zijn geen emissiemetingen. Emissiemetingen gebeuren in de schoorsteen en peilen naar de uitstoot van een bepaalde bron. Depositiemetingen geven echter informatie over de kwaliteit van de omgevingslucht. Een depositiestaal kan dioxines en PCB‟s van verschillende bronnen bevatten. Dioxines is een verzamelnaam voor zo‟n 210 verschillende scheikundige stoffen. 17 van de 210 zijn uiterst giftig, enkel deze groep wordt geanalyseerd. Elk van deze 17 verbindingen heeft een verschillende toxiciteit die weergegeven wordt door de toxische equivalentiefactor. Dioxineresultaten worden uitgedrukt als een toxisch equivalent (TEQ): de som van de 17 toxische dioxines vermenigvuldigd met hun toxische equivalentiefactor. Er bestaan 209 PCB-verbindingen, waarvan er 12 toxisch zijn. De VMM meet enkel de meest toxische verbinding PCB126. Binnen de groep van dioxine-achtige PCB‟s neemt PCB126 een toxisch aandeel in van 70%. Effecten op gezondheid Dioxines en PCB‟s zijn stoffen die nauwelijks afbreken. Ze stapelen zich op in vetweefsel. De mens neemt dioxines en PCB‟s vooral op via de voeding door de consumptie van vis, vlees en zuivelproducten. De mens neemt dioxines en PCB‟s nauwelijks op via de ademhaling. Daardoor heeft een verhoogde dioxine-uitstoot niet onmiddellijk een effect op de volksgezondheid. Echter, een langdurige opname van zeer kleine hoeveelheden dioxine-achtige stoffen kan een effect hebben op (zeer) lange termijn. Daarom is het belangrijk om de blootstelling zoveel mogelijk te voorkomen en iedere schakel van de voedselketen te controleren. Normen voor depositie van dioxines en PCB126 De totale depositie wordt bepaald als = (depositie dioxines) + (depositie PCB126 / 0,7). De VMM hanteert volgende drempelwaarden: - 21 pg TEQ/m².dag als maandgemiddelde depositie in agrarische gebieden en woonzones - 8,2 pg TEQ/m².dag als jaargemiddelde depositie in agrarische gebieden en woonzones. Deze drempelwaarden hebben geen wettelijk karakter maar laten de VMM toe om de gemeten deposities te beoordelen en te beslissen welke regio‟s extra aandacht verdienen. Meetpunt Desselgem Sinds 2010 beschikt Waregem over een eigen meetpunt (75WD01). Het meetpunt is gelegen in de Leiegoeddreef 15 te Desselgem op 670 meter (N)O van de firma URSA. Meetresultaten 2010 Gedurende de periode april 2010 – maart 2011 werden 3 stalen gecollecteerd, geanaliseerd en afgetoetst aan de drempelwaarde.
5.2. Acties
pagina 61 van 134
- In de meetperiode 04-05/2010 bedroeg de totale depositie 4,0 pg TEQ/m².dag. - In de meetperiode 07-08/2010 bedroeg de totale depositie 13,2 pg TEQ/m².dag. - In de meetperiode 10-11/2010 bedroeg de totale depositie 5,1 pg TEQ/m².dag In alle 3 de gevallen was de maandgemiddelde depositie kleiner dan de drempelwaarde (21 pg TEQ/m².dag). Het jaargemiddelde van de depositie van dioxines en PCB‟s voor de meetpost Waregem (75WD01), gelegen in agrarisch gebied, bedroeg 7,4 pg TEQ/m².dag. De drempelwaarde voor jaargemiddelde van 8,2 pg TEQ/m².dag werd bijgevolg niet overschreden. Meetresultaten 2011 Intussen zijn ook de meetresultaten voor de periode april – september 2011 bekend. In deze periode werden in de meetpost Waregem (75WD01) twee meetcampagnes gehouden. - In de meetperiode 04-05/2011 bedroeg te totale depositie 3,4 pg TEQ/m².dag - In de meetperiode 07-08/2011 bedroeg te totale depositie 3,5 pg TEQ/m².dag De meetwaarden zijn verder gedaald. In beide gevallen was de maandgemiddelde depositie kleiner dan de drempelwaarde (21 pg TEQ/m².dag). Het jaargemiddelde 2011 voor de meetpost Waregem is op het ogenblik van de opmaak van het milieujaarprogramma nog niet beschikbaar. Meer info De volledige rapporten “Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011” en “Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april– september 2011” kunnen geraadpleegd worden op de website van de VMM, www.vmm.be/lucht. Islamitisch Offerfeest op 5 november 2011.
Naar aanleiding van het Islamitisch Offerfeest vinden binnen de Waregemse moslimgemeenschap jaarlijks rituele slachtingen van schapen plaats. Hiervoor werd in het verleden steeds verwezen naar een erkend slachthuis dat deze dienstverlening aanbood. Vermoedelijk vonden er toch nog heel wat onwettige thuisslachtingen plaats. De stad besloot daarom, samen met de moslimgemeenschap, een oplossing uit te werken. Tijdelijke slachtvloer Met de duidelijke bedoeling een oplossing aan te bieden aan de Waregemse Islamitische gemeenschap, binnen de wettelijke bepalingen, werd op 26 september 2006 een overleg opgezet met het slachthuis te Desselgem, de bevoegde schepen, de stadssecretaris, de dienst internationale samenwerking en de milieudienst. Dit resulteerde in een aantal afspraken en taakverdelingen. Ondanks het aanbod maakten op zaterdag 30 december 2006 slechts enkelen gebruik van deze slachtmogelijkheden in het Desselgemse slachthuis. In 2007, 2008 en 2009 werd het initiatief herhaald, met wisselend succes. In 2010 evolueerde het initiatief in positieve zin. Niet alleen de Waregemse moslimgemeenschap vindt de weg naar het slachthuis. Het groeiend succes van de slachtvloer in Desselgem, trekt inmiddels moslims aan uit de gehele regio Kortrijk en Menen. Zelfs een delegatie uit Gent en Sint-Niklaas kwam langs om schapen te slachten. De stad besliste om ook in 2011 op de ingeslagen weg verder te gaan. De stad nam opnieuw initiatief om tijdig overleg te organiseren met alle betrokkenen (stad, slachthuis, politie en de moslimgemeenschap van Desselgem en Waregem). Op 21 september 2011 werden, op basis van de evaluatie van vorig jaar, nieuwe afspaken gemaakt om de praktische organisatie vlotter en gestructureerder te laten verlopen. Op 27 oktober 2011 werden de laatste kantjes afgerond en de afsprakennota door alle partijen ondertekend. Het slachthuis vroeg een
5.2. Acties
pagina 62 van 134
vergunning voor een tijdelijke slachtvloer. De prijs voor het slachten werd overeengekomen. De stad zorgde voor logistieke ondersteuning en de politie zorgde, samen met de verkeersdienst, voor de verkeersafhandeling. Een politieverordening met tijdelijke verkeersmaatregelen werd opgemaakt en goedgekeurd. Tijdelijk slachtverbod De wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren en het Koninklijk Besluit van 11 februari 1988 bepaalt dat slachtingen voorgeschreven door de ritus van een eredienst enkel mogen worden uitgevoerd in erkende slachthuizen of inrichtingen. Daarom is het aangewezen om tijdens een bepaalde sperperiode rond het offerfeest geen thuisslachtingen van schapen en lammeren toe te laten. Op een interne vergadering werd voorgesteld een sperperiode in te stellen van 3 november tot en met 7 november 2011. Er werd geopteerd voor een ruime marge om thuisslachtingen tijdens het weekend te vermijden. De gemeenteraad van 4 oktober 2011 keurde een politieverordening “tijdelijk verbod op thuisslachtingen van schapen” goed. Windmolens in de regio Waregem
Windmolenpark (4 windmolens) langs de E17 op de grens Kruishoutem/Waregem Door Electrabel NV werd op 26 juli 2010 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend tot het oprichten van 4 windturbines langs de E17, waarvan 3 op het grondgebied van Kruishoutem en 1 op het grondgebied van Waregem. Op 22 december 2010 weigerde de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar de stedenbouwkundige vergunning. De weigering is o.a. gebaseerd op het ongunstig advies van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling West-Vlaanderen, het ongunstig advies van het Directoraat-generaal Luchtvaart, de ongunstige adviezen van de Colleges van Kruishoutem en Waregem en de onverenigbaarheid met de voorschriften van het BPA. Door Electrabel NV werd op 8 september 2010 eveneens een milieuvergunningsaanvraag ingediend bij de Deputatie van Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen voor hetzelfde project. Op 18 november 2010 bracht de stad Waregem negatief advies uit. Inmiddels werd door de aanvrager de procedure tot het bekomen van een milieuvergunning stopgezet. Windmolenpark (6 windmolens) langs de Leie in de industriezone d‟Hooie te Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke) Door Storm Management nv werd een windmolenproject ingediend voor D‟Hooie, bestaande uit 2 windturbines. De stedenbouwkundige vergunning werd verleend op 22 april 2010. De milieuvergunning werd negatief beoordeeld omdat het terrein niet optimaal werd bezet. Op 9 juni 2010 werd de lopende milieuvergunningsaanvraag ingetrokken. De projectontwikkelaar stuurde zijn ontwerp bij. Op 15 april 2011 werd door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar vergunning verleend voor de toevoeging van een derde windturbine aan reeds twee vergunde turbines. Op 5 mei 2011 verleende de Deputatie van de Provincieraad een vergunning voor een windmolenpark met 3 windturbines, elk 3 MW, en dit voor een termijn van 20 jaar. Gelijktijdig werd door Electrabel nv op dezelfde locatie een project ontwikkeld, bestaande uit 4 windturbines met een tiphoogte van 120 meter. Toen bleek dat Wielsbeke het project negatief adviseerde werden de aanvragen ingetrokken. Inmiddels kreeg het biogasproject van BioMegaWatt vorm. Om veiligheidsredenen diende één van de windmolens verplaatst te worden. Op 12 augustus 2011 werd hiertoe een milieuvergunningsaanvraag ingediend. De windturbine zou opgeschoven worden richting oude Leiearm, dus richting Zulte-Waregem. De stad diende, zoals bij eerdere aanvragen bezwaar in. Op 17 oktober 2011 werd er bij de provincie een milieuvergunningsaanvraag ingediend om 3 bijkomende windmolens te plaatsen, waarvan
5.2. Acties
pagina 63 van 134
één door de firma Storm Management NV en 2 door Electrabel. Ook hiertegen werd door de stad Waregem bezwaar aangetekend. Op 2 februari 2012 werd zowel de verplaatsing als de uitbreiding met 3 bijkomede windturbines vergund door de Deputatie. Het totale project op d‟Hooie zal nu 6 windturbines omvatten, 4 te exploiteren door Storm Management NV en 2 door Electrabel. Windmolenpark (3 windmolens) langs de E17 te Nieuwenhove (Waregem) Op 17 juni 2011 werd door Aspiravi nv een milieuvergunningsaanvraag ingediend tot het plaatsen van 3 windturbines van elk 3MW. Het windmolenpark zou ingeplant worden evenwijdig met en ten zuiden van de E17 tussen Deerlijk en Waregem, ter hoogte van de Blauwe Zwaanstraat. De windmolens zijn gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Twee van de windmolens zijn ingepland aan de rand van een natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN) opgenomen in het RUP “Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk”, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008. Het College van Burgemeester en Schepenen adviseerde ongunstig. Tijdens het openbaar onderzoek werden 239 bezwaarschriften ingediend. Wegens ongunstig advies van ANB werd de procedure voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning vroegtijdig stopgezet. De Deputatie van de Provincieraad leverde op 15 december 2011, na gewijzigd advies ANB, de milieuvergunning af. In zitting van 19 januari 2012 besliste het College van Burgemeester en Schepenen beroep aan te tekenen bij de minister. Inmiddels is het afwachten. Windmolenpark (2 windmolens) langs de Leie te Desselgem (Waregem) Op 14 oktober 2011 werd door Storm Development nv een milieuvergunningsaanvraag ingediend tot het plaatsen van twee windturbines, elk 3 MW op de industriezone te Desselgem, aan de Leie. De twee windmolens met een tiphoogte van maximaal 150 meter zouden links en rechts van de 60 meter hoge schoorsteen van URSA opgetrokken worden, op de terreinen van de aanpalende firma‟s. Op datum van 8 december 2011 bracht het College van Burgemeester en Schepenen ongunstig advies uit in dit dossier. Op het ogenblik van de opmaak van dit milieujaarprogramma werd er nog geen beslissing genomen door de Deputatie over de milieuvergunningsaanvraag. Ook werd de stedenbouwkundige vergunning nog niet verleend. Twee biogasinstallaties op d’Hooie te Wielsbeke
Leie Energie Op 25 oktober 2007 verleende de Deputatie van de Provincieraad een vergunning aan de N.V. Leie Energie om een bedrijf voor de biomethanisatie van biomassa en de productie van energie te exploiteren op d‟Hooie, Hooiemeersstraat zn te Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke). De vergunning werd verleend voor een termijn van 20 jaar, op uitzondering van de PPO-motor (9 maanden op proef). Het vennootschap „Leie Energie‟ wenst op de hoek van de nieuwe en de oude Leie groene elektriciteit te produceren uit biomassa met een capaciteit van 240.000 ton per jaar, waarvan maximaal 60.000 ton mest. De site omvat o.a. een bio-WKK op plantaardige oliën, de productie van biodiesel met een jaarcapaciteit van 50.000 ton en daarnaast een watergebonden overslag depot voor biomassa. Het project te Wielsbeke betreft de biomethanisatie van energieplanten, derivaten met andere organische stromen en mest, zodat biogas wordt geproduceerd. Het gevormde biogas wordt verbrand in een WKK die groene elektriciteit en thermische energie produceert. De elektriciteit wordt verkocht en de thermische energie zal optimaal worden aangewend. Het biodigestaat van het vergistingsproces wordt verder bewerkt tot een exporteerbaar product dat kan aangewend worden in de landbouw. Daarnaast zal op de site koolzaad geperst worden tot koolzaadolie dat samen met de aangevoerde oliën zal gebruikt worden als brandstof in
5.2. Acties
pagina 64 van 134
een bio-WKK. Het restproduct van de persing zal samen met granen, verhakseld stro en overige plantaardige biomassa verwerkt worden tot energiepellets. De productie van biodiesel gebeurt in een chemische proceseenheid (CPU) waarin aangevoerde en zelf geproduceerde olie veresterd zal worden met methox, een methanolmengsel. Het College van Burgemeester en Schepenen tekende beroep aan tegen deze beslissing bij de bevoegde minster. Op 3 september 2008 verklaarde de minister het beroep ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond. De vergunning blijft behouden doch de voorwaarden worden deels gewijzigd. Als gevolg van de gewijzigde economische omstandigheden en technische evoluties diende de exploitant medio 2011 een aangepaste milieuvergunningsaanvraag in. In vergelijking met de vergunde situatie worden volgende wijzigingen doorgevoerd: - schikking van de infrastructuur op het terrein wijzigt - de op- en overslagcapaciteiten worden beperkt - de PPO-motoren worden niet geplaatst - het geperste koolzaadolie wordt niet meer veresterd tot biodiesel maar na opzuivering afgevoerd - de filterkoek afkomstig van het koolzaad persen wordt niet meer verwerkt tot energiepellets maar rechtstreeks afgevoerd of verwerkt in de vergisting. - pasteurisatie van de biomassa gebeurt integraal voor het vergistingsproces - de dikke fractie van het digestaat wordt gedroogd met een banddroger i.p.v. een au-bain-marie systeem. De deputatie verleende op 18 augustus 2011 opnieuw vergunning voor 20 jaar, dit tot 18 augustus 2031. Opnieuw ging het College van Burgemeester en Schepenen in beroep. Het beroep werd ontvankelijk verklaard, doch is het nog afwachten op uitspraak door de bevoegde minister. BioMegaWatt Op 12 augustus 2011 werd door BioMegaWatt een milieuvergunningsaanvraag ingediend tot het exploiteren van een covergistingsinstallatie. De installatie zou ondergebracht worden in de vroegere gebouwen van de firma Agglo (ex Interlin) in de industriezone van d‟Hooie te Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke). De installatie paalt aan de site van Leie Energie, doch is gelegen langs de oude Leie-meander. De installatie zou een verwerkingscapaciteit van 400.000 ton per jaar hebben, waarvan maximaal 99.000 ton (varkens)mest (+/- 70% ingedikte mest en +/- 30% drijfmest). Om de inplanting economisch rendabel en milieutechnisch aanvaardbaar te kunnen maken moet een windmolen, vergund op naam van Storm Management verplaatst worden, richting oude Leiearm. De installatie zou 32.000.000 m³ biogas opleveren die verbrand wordt in 4 WKK. Dit zou resulteren en de productie van 11 MW elektrisch vermogen en 14 MW nuttige warmte. Deze warmte wordt volledig aangewend in het eigen productieproces, namelijk: 0,6% voor vergisting en pasteurisatie, 7,9% voor de indampingsystemen en 91,4% voor de droogovens. Van de geproduceerde elektriciteit wordt 20% verbruikt in het productieproces en wordt 80% op het net geplaatst. Na vergisting wordt de dunne fraktie verder gezuiverd tot zuiver water. De dikke fractie wordt verder bewerkt tot een hoogwaardig bodemverbeterend middel, verrijkt door additieven (K, Mg,…) Het College van Burgemeester en Schepenen tekende bezwaar aan tegen deze milieuvergunningsaanvraag. Op 2 februari 2012 verleende de Deputatie van de Provincieraad de vergunning.
5.2. Acties
pagina 65 van 134
pagina 66 van 134
6. Thema Energie 6.1.
6.2.
6. Energie
Basis 6.1.1.
Elektronisch opvolgsysteem voor bouwaanvragen
6.1.2.
Uitvoeren energieboekhouding
6.1.3.
Passieve sensibilisatie
Acties
pagina 67 van 134
pagina 68 van 134
6.1.1.
Elektronisch opvolgsysteem voor bouwaanvragen
De stad werkt mee aan de implementatie van de energieprestatieregelgeving door aan te sluiten op het elektronische opvolgsysteem voor bouwaanvragen.
De energieprestatiedatabank heeft als doel de gegevens van de stedenbouwkundige vergunningen van bouwprojecten, elektronisch door te sturen en centraal te laten beheren door het Vlaams Energieagentschap (VEA). Voor elk bouwproject worden op drie momenten gegevens verzonden naar het Vlaams Energieagentschap, via de energieprestatiedatabank:
bij het verlenen van de vergunning (door de stad)
bij de start van de werken: het versturen van de startverklaring (door de verslaggever)
binnen de 6 maanden na ingebruikname van het gebouw: het versturen van de EPB-aangifte (door de verslaggever).
Om de gegevens te koppelen, krijgt elke bouwvergunning een uniek energieprestatiedossiernummer. Het energieprestatiedossiernummer wordt uitgereikt door de stad. Maandelijks zendt de stad (dienst stedenbouw) als vergunningverlenende overheid digitale informatie naar de energieprestatiedatabank met daarin een aantal administratieve gegevens en energieprestatiedossiernummers van:
de werkzaamheden die in de afgelopen maand vergund werden
de werkzaamheden die de afgelopen maand geschorst, geweigerd of vernietigd werden.
De gegevens zijn beschikbaar binnen het Vlaams Energieagenschap. Extra rapportering is bijgevolg niet vereist.
6.1.1. Elektronisch opvolgsysteem voor bouwaanvragen
pagina 69 van 134
6.1.2.
Uitvoeren energieboekhouding
De stad geeft aan voor welke gebouwen zij een energieboekhouding bijhoudt.
Energieboekhouding Een energieboekhouding is een controle-instrument voor energiezorg dat het energieverbruik van de gebouwen in beeld brengt en analyseert. Het is gebaseerd op een regelmatige registratie, analyse, en rapportage van verbruiken. De opgemeten waarden worden vergeleken met referentiewaarden en verwachte verbruiken. Voor haar energieboekhouding heeft de stad gekozen om samen te werken met EANDIS. De Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 stelt dat de energieboekhouding omvat: alle publieke gebouwen met een oppervlakte groter dan 1 000 m² waarvoor een energieprestatiecertificaat moet worden opgesteld minimum 1 entiteit per aangesneden schijf van 6 000 inwoners. Op 1 januari 2011 telde Waregem 36.586 inwoners. Goed voor minimum 7 entiteiten. Vanaf 2007, tenzij anders vermeld, worden de energiegegevens van onderstaande gebouwen ingegeven in het energieboekhoudprogramma COMEET. In 2011 werden 33 locaties, waaronder alle pubieke gebouwen waarvoor een EPC-certificaat vereist was, permanent opgevolgd. Type: school voor lager onderwijs en kleuterschool SBS Beveren-Leie SBS Desselgem SBS Torenhof SBS Centrum SBS Sint-Eloois-Vijve
Koning Albertstraat 41 8791 Waregem Pompoenstraat 44 8792 Waregem Albert Servaeslaan 60 8790 Waregem Guido Gezellestraat 20 8790 Waregem Koekoekstraat 26 8793 Waregem
Type: andere onderwijsinfrastructuur
EPC met referentie: 213,00 kWh/m² 22/12/2008
241,73 kWh/m²
26/03/2009
246,71 kWh/m²
04/03/2009
297,49 kWh/m²
04/03/2009
330,24 kWh/m²
13/02/2009
355,38 kWh/m²
EPC met referentie: 241,00 kWh/m²
SAMWD/SABV (academie)
Olmstraat 25-27-27A-29 26/03/2009 (*) 142,99 kWh/m² 8790 Waregem Olmstraat 25-27-27A-29 Harmonie/KSA 26/03/2009 (*) 142,99 kWh/m² 8790 Waregem (*) voor dit gebouwencomplex werd één enkel EPC opgemaakt, doch de energiegegevens worden apart geregistreerd voor de academie en voor het gebouw harmonie/KSA 6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
pagina 70 van 134
Type: administratief gebouw Stadhuis (vanaf 2010)
EPC met referentie: 281,00 kWh/m² Gemeenteplein 2 8790 Waregem
Type: sporthal Sporthal Beveren-Leie Schietstand (vanaf eind 2009) SVZW stadion (vanaf 2010) SVZW uitbreiding (vanaf 2010) Zwembad + sporthal De Treffer Sportinfrasctructuur Desselgem Sportinfrastructuur Sint-Eloois-Vijve
OC Nieuwenhove OC ‟t Gaverke/brandweer OC ‟t Klokhuis CC De Schakel/Bibliotheek OC ‟t Zwemb@d Fanfare Coorenhalm
6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
170,59 kWh/m²
EPC met referentie: 301,00 kWh/m² Koning Albertstraat 8791 Waregem Koning Albertstraat 20 8791 Waregem Zuiderlaan 8790 Waregem Zuiderlaan 8790 Waregem Meersstraat 5 8790 Waregem George Coornaertdreef 6 8792 Waregem Emiel Clausstraat 12 8793 Waregem
Type: cultuur- of bijeenkomstgebouw Jeugdcentrum (vanaf eind 2009)
04/06/2009
Zuiderlaan 46 8790 Waregem Kerkhofstraat 30 8790 Waregem Zeswegenstraat 8790 Waregem Kerkdreef 8791 Waregem Schakelstraat 8 & 10 8790 Waregem Schoolstraat 4 8791 Waregem George Coornaertdreef11 8792 Desselgem
24/05/2009
227,01 kWh/m²
22/05/2009
234,93 kWh/m²
11/05/2009
394,00 kWh/m²
02/06/2009
621,99 kWh/m²
24/05/2009
634,22 kWh/m²
Sportinfrastructuur <1000m² Sportinfrastructuur <1000m²
n.v.t. n.v.t.
EPC met referentie: 322,00 kWh/m² 03/06/2009
51,96 kWh/m²
23/04/2009
108,13 kWh/m²
23/04/2009
219,12 kWh/m²
23/04/2009
293,09 kWh/m²
11/05/2009
327,75 kWh/m²
23/04/2009
819,82 kWh/m²
Gebouw verenigingen <1000m²
n.v.t.
pagina 71 van 134
OC ‟t Zwemb@d kinderopvang OC Biest „De Roose‟ OC Bilkhage OC De Mote OC Eikenhove OC Karmel
Schoolstraat 8791 Waregem Smedenstraat 1 8790 Waregem Lavendellaan 31 8790 Waregem Liebaardstraat 34 8792 Waregem Albert Servaeslaan 48 8790 Waregem Bergstraat 8790 Waregem
Type: andere gebouwen uit de energieboekhouding Brandweer (conciërgewoning) Brandweermagazijn + TD Tuighuis + begraafplaats Camping Hoeve Ameye (Goed ten Nieuwenhove)
Weverstraat 11 8790 Waregem Liebaardstraat 239 8792 Waregem Deerlijkseweg 46/52 8790 Waregem Zuiderlaan 13 8790 Waregem Platanendreef 16 8790 Waregem
Ontmoetingscentrum <1000m² Ontmoetingscentrum <1000 m² Ontmoetingscentrum <1000m² Ontmoetingscentrum <1000m² Ontmoetingscentrum <1000m² Ontmoetingscentrum <1000m²
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Niet EPC -plichtig Brandweer
n.v.t.
Brandweer
n.v.t.
Stedelijke werkplaats +begraafplaats
n.v.t.
Camping
n.v.t.
Educatief centrum
n.v.t.
Jaarverslagen Op basis van de ingegeven resultaten voor 2011 werden door Eandis 7 jaarverslagen opgemaakt van de volgende gebouwen: Ontmoetingscentrum „t Klokhuis Brandweermagazijn + technische dienst Beveren-Leie Sportgebouw + polyvalente zaal + technische dienst Sint-Eloois-Vijve Ontmoetingscentrum Nieuwenhove Zwembad + sporthal Waregem Stedelijke basisschool Torenhof Stedelijke basisschool Guido Gezelle Energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen Het energieprestatiecertificaat (EPC) voor publieke gebouwen geeft uitvoering aan de Europese Richtlijn (2002/91/EG) betreffende energieprestatie van gebouwen. In deze richtlijn wordt gesteld dat publieke gebouwen die vaak door het publiek worden bezocht en een bruikbare vloeroppervlakte hebben groter dan 1 000 m², een energieprestatiecertificaat op een voor het publiek zichtbare plaats moeten 6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
pagina 72 van 134
uithangen. Deze Europese richtlijn werd omgezet met het besluit van de Vlaamse regering betreffende de invoering van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen, goedgekeurd op 20 april 2007. Deze verplichting geldt o.a. voor gemeenten en OCMW‟s, onderwijsinstellingen en welzijns- of gezondheidsvoorzieningen. Een energieprestatiecertificaat bestaat uit twee luiken. Enerzijds wordt een kengetal toegekend. Dit gebeurt deels op basis van de gebouwgebonden karakteristieken, deels op basis van de energieverbruiken. Het kengetal drukt het verbruik uit, gemeten over exact één jaar, in verhouding tot de totale bruikbare vloeroppervlakte. Met andere woorden, een energieprestatiecertificaat duidt aan hoe goed een gebouw scoort op het vlak van energieverbruik. Anderzijds bestaat het energieprestatiecertificaat ook uit een adviesluik waarin energiebesparende maatregelen worden voorgesteld. Aan het adviesluik zijn geen verplichtingen verbonden: het is louter ondersteunend en informatief. Door de dienst gebouwen werd een inventaris opgemaakt van het stedelijk patrimonium en de gebouwen die onder deze verplichting vielen. In Waregem werden uiteindelijk 18 publieke gebouwen en/of locaties weerhouden met een oppervlakte groter dan 1.000 m², waarvoor inmiddels een EPC werd opgemaakt en uitgehangen. De datum van het EPC-certificaat is terug te vinden in bovenstaande tabel. Uiteraard is er een enorme verscheidenheid zowel in technische constructievereisten als in gebruik van de verschillende gebouwen. Om de energieprestaties van gebouwen te kunnen duiden worden gebouwen ingedeeld in verschillende types met telkens een eigen referentieverbruik. Het eigen gebouw scoort bijgevolg beter (groen) of slechter (rood) dan de referentiewaarde. Samenwerken met Eandis Door de distributienetbeheerder (DNB) Gaselwest, worden via haar werkmaatschappij Eandis “Energiediensten Lokale Besturen” (EDLB) aangeboden. Deze diensten zijn conform aan en gebaseerd op het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbare dienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik. Hierdoor kunnen zij nu voor een lokaal bestuur projecten bestuderen, uitvoeren tot zelfs voorfinancieren. Bepaalde diensten (audits, quickscan openbare verlichting, …) worden gratis aangeboden. Andere diensten (begeleiding, uitvoeren studies en projectuitvoering) hebben een kostenplaatje. Mogelijke concrete projecten kunnen in de toekomst via de distributienetbeheerder worden aangepakt. Dit gebeurt dan via een beheersoverdracht per project, die aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd. Bij een dergelijke beheersoverdracht fungeert de distributienetbeheerder als opdrachtencentrale voor de stad, die dan op die manier vrijgesteld is van de verplichting om de gunningsprocedure zelf te organiseren. Voorafgaandelijk dient echter een kaderovereenkomst te worden afgesloten. De gemeenteraad van 7 september 2010 keurde het afsluiten van de kaderovereenkomst “Energiediensten Lokale Besturen” met de distributienetbeheerder goed. In dit kader wordt alvast gedacht aan: - opmaak van een grondige audit van alle gebouwen met een EPC-certificaat - bespreking van gebouwen na de audits - overzicht van de pijnpunten - formuleren van voorstellen voor verbeteren verbruik - verder uitwerken van dossiers met behulp van Eandis In uitvoering van deze kaderovereenkomst keurde de gemeenteraad, op 5 april 2011, de studieovereenkomst voor de stookplaatsrenovatie, beglazing en isolatie van de Sint-Margarethakerk te Nieuwenhove, door Eandis eenparig goed. In deze studie zullen voor de drie facetten een bestek en raming worden opgemaakt. De kosten voor het project worden geraamd op 10 672,00 euro inclusief btw. Hierop zou nog een REG-premie kunnen bekomen worden van 1 241,00 euro.
6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
pagina 73 van 134
In uitvoering van deze kaderovereenkomst keurde de gemeenteraad, op 5 juli 2011, de studieovereenkomst voor de stookplaatsrenovatie van het Stedelijk Ontmoetingscentrum ‟t Gaverke en Brandweerkazerne door Eandis eenparig goed. In deze studie zal een bestek en raming worden opgemaakt. De kosten voor het project worden geraamd op 11 005,00 euro inclusief btw. Hierop zou nog een REG-premie kunnen bekomen worden van 3 000,00 euro. Nieuwe richtlijnen voor publieke gebouwen De herziene Europese richtlijn (2010/31/EU) verplicht de lidstaten om bij de opmaak van EPC certificaten voor publieke gebouwen de vloeroppervlaktedrempel van 1000 m² in twee stappen te verlagen naar espectievelijk 500m² en 250 m². Met het wijzigingsdecreet van 18 november 2011 wordt uitvoering gegeven aan deze richtlijn. Tegen uiterlijk 1 januari 2013 moeten alle gebouwen, gelegen in het Vlaamse Gewest, met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 500 m² van de federale, Vlaamse, provinciale en gemeentelijke overheden, alsook gebouwen waarin publieke diensten zoals onderwijs of verzorging worden verstrekt, over een EPC publieke gebouwen beschikken. Vanaf 1 januari 2015 geldt de verplichting om over een EPC te beschikken voor alle publieke gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 250 m². Inmiddels wordt door de dienst gebouwen van de stad de nodige voorbereidingen getroffen om de gebouwen op te lijsten, de energiegegevens te verzamelen en de registratie via COMEET mogelijk te maken.
6.1.2. Uitvoeren energieboekhouding
pagina 74 van 134
6.1.3.
Passieve sensibilisatie
De stad verleent een subsidie voor rationeel energiegebruik
In de gemeenteraad van 6 december 2010 werd een nieuw subsidiereglement goedgekeurd voor rationeel energiegebruik. De stad kent een subsidie toe van 20% bovenop de premie die Eandis uitbetaald. Om deze subsidie te bekomen dient de burger geen extra aanvraagformulier in te vullen, het bedrag wordt uitbetaald op basis van de gegevens opgegeven door Eandis. In 2011 heeft de stad 76 823,37 euro subsidie uitbetaald voor rationeel energiegebruik.
De stad nam deel aan de Dikke truiendag
In 2005 organiseerde Milieuzorg op School (MOS) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie de eerste Dikke-Truiendag. Die viel niet toevallig samen met de inwerkingtreding van het Kyoto-protocol op 16 februari. Een jaar later werd ook de verjaardag daarvan op de scholen in de kijker geplaatst door de verwarming die dag een paar graden lager te zetten. De stad nam in 2011 opnieuw deel aan deze actie. De verwarming werd een graadje lager gezet in het stadhuis en de bibliotheek. Er werd ook gevraagd om die dag eveneens extra aandacht te besteden aan het zuinig omgaan met energie. Net zoals de vorige jaren probeerden we er iets ludieks aan te koppelen. Om 08 uur waren er 18 collega‟s op post met aangepaste kledij voor de warming-up. Om 12 uur mocht iedereen komen aanschuiven voor een tas warme soep. Daarna volgde de prijsuitreiking voor de meest originele sportoutfit en de meest sportieve collega.
De stad organiseert de energiejacht in 10-11
De energiejacht is de opvolger van de campagne „De Klimaatwijken‟ georganiseerd door de Bond Beter Leefmilieu in samenwerking met Dialoog, Ecolife, de Vlaamse provincies, de netbeheerders en de deelnemende gemeenten. Deelnemers aan de energiejacht gaan de uitdaging aan om in groepjes van 5 tot 15 gezinnen zo veel mogelijk energie te besparen in 4 maanden tijd door op jacht te gaan naar energievreters in de woning. Ze noteren wekelijks hun meterstanden van gas, water en elektriciteit en passen een heel pak energietips toe. Hierbij worden ze geholpen door hun energiemeester, de jachtopziener van dienst. Het jachtseizoen liep van 1 december 2010 tot 31 maart 2011. Op dinsdag 23 november 2010 vond het startmoment plaats in aanwezigheid van alle deelnemende gezinnen en energiemeesters. Zes groepen met 63 deelnemers hadden zich ingeschreven om deel te nemen aan de campagne. Op 31 januari werden de tussentijdse besparingen voorgesteld tijdens een energieborrel in het stadhuis. Daarna werd met een energiekwis de kennis getest van de energiejagers. De winnaars van de kwis ontvingen een opwindbare zaklamp. Het lokaal slotmoment vond plaats op 18 mei bij de firma Enfinity, internationaal actief op gebied van hernieuwbare energie. Na de bekendmaking van de besparingscijfers door de schepen van Leefmilieu Peter Desmet en een korte powerpointvoorstelling door Enfinity konden de deelnemers een bezoekje brengen aan het dak, waar men de verschillende types zonnepanelen kon bezichtigen. Heel wat deelnemers (vier van de zes groepen) wonen in de sociale woonwijk Het Torenhof. Dankzij de medewerking van de buurtwerkers van het OCMW, die als energiemeesters fungeren voor 2 groepen was er een intensieve begeleiding en opvolging van het energieverbruik. 54 deelnemers noteerden hun meterstanden tot op het einde en we konden de campagne dan ook beëindigen met een mooi besparingscijfer. Alle Waregemse deelnemers bespaarden samen 10,48% energie (13,36% aardgas en 3,48% elektriciteit). Dit resulteerde in een daling van de CO²-uitstoot met 21 169 ton.
6.1.3. Passieve sensibilisatie
pagina 75 van 134
De stad informeert de burger over premies, lenigen,… betreffende energie
Energie is een hot item waarover heel wat geschreven en gepubliceerd wordt. De burger ziet door het bos niet altijd de bomen meer. Via eenvoudige teksten in onze stadskrant “De Sprong” werden in 2011 een aantal thema‟s belicht. Subsidies voor natuur en milieu – De Sprong 2011 nr 2 In dit artikel werd een overzicht gegeven over de subsidies van de milieudienst. Door de aanpassing van het subsidiereglement voor rationeel energiegebruik vanaf 1 januari 2011 was verduidelijking nodig. Premies die werden uitbetaald door Eandis na 1 januari 2011 moesten niet meer aangevraagd worden. De premies uitbetaald in 2010 moesten nog aangevraagd worden binnen de zes maand na uitbetaling. Goedkope lening voor Energiebesparing – De Sprong 2011 nr 4 Vanaf het najaar 2011 konden de Waregemnaars via het FRGE goedkope energieleningen bekomen (zie ook 6.2. acties energie). In het artikel werd uiteengezet welke werken er in aanmerking komen en hoe deze lening kan worden aangevraagd. Provinciale groepsaankoop groene stroom – De Sprong 2011 nr 4 De provincie West-Vlaanderen boodt aan haar inwoners de kans om te besparen op hun energierekening. Door een groepsaankoop van gas en elektriciteit kan de burger een veel goedkoper tarief bekomen. Vanaf 1 november 2011 kon iedereen hiervoor inschrijven. De Waregemnaar werd op de hoogte gebracht van dit initiatief via een artikel in De Sprong. Premies van Eandis voor energiebesparende maatregelen – De Sprong 2011 nr 5 Traditiegetrouw veranderen heel wat premies met het nieuwe jaar. Zo werden ook de premies van Eandis aangepast op 1 januari 2012. Een opsomming van deze premies werd gegeven in de laatste editie van De Sprong van 2011.
Deze artikels zijn allemaal beschikbaar op de website van de stad of via www.waregem.be/milieujaarprogramma
6.1.3. Passieve sensibilisatie
pagina 76 van 134
6.2. Acties Energiescans bij huishoudelijke eindafnemers.
Huishoudelijke energiescans In het Belgisch Staatsblad van 20 april 2007 verscheen het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbare dienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik. Hierin wordt o.a. bepaald dat de netbeheerder in de periode 20072009 energiescans laat uitvoeren bij specifieke doelgroepen van huishoudelijke eindafnemers. Het aantal energiescans dat elke netbeheerder moet laten uitvoeren is gelijk aan 2 op 100 huishoudelijke toegangspunten op het elektriciteitsdistributienet op 01/10/2006. Elke gemeente bepaalt de specifieke doelgroepen waaraan de energiescans in zijn gemeente worden aangeboden. Elke gemeente bepaalt door wie de energiescans worden uitgevoerd. De energiescans kunnen worden uitgevoerd door gemeentepersoneel, door personeel van de netbeheerder of door derden. De netbeheerder staat voor de opleiding van de energiescanners, de verdere ondersteuning en het ter beschikking stellen van de software die gebruikt moet worden bij het uitvoeren van de energiescans. De energiescan omvat een inventarisatie van het energiegebruik in de woning: alle installaties, toestellen en materialen die direct of indirect een invloed hebben op het energiegebruik worden geïnventariseerd en het gedrag van de bewoners wordt bevraagd. Tijdens de scan worden een aantal kleine energiebesparende maatregelen uitgevoerd die resulteren in een directe energiebesparing en wordt waar mogelijk de regeling van de verwarming geoptimaliseerd. De energiescan resulteert eveneens in een rapport met tips inzake rationeel energiegebruik op maat van de bewoner. Teneinde het verbruik ook in de toekomst op te volgen, wordt een meetkaart voorzien alsook een folder met aangepaste energietips. Periode 2007-2009 In het College van Burgemeester en Schepenen van 13 september 2007 werd beslist deze scans uit te voeren met eigen personeel. Dominique Dooms volgde eind 2007 een aangepaste opleiding en ging medio 2008 aan de slag. De bewoners van oudere woningen, bij voorkeur van voor 1962 en sindsdien niet meer verbouwd werden als doelgroep gedefinieerd. Concreet moest Waregem in de periode 2007-2009 in totaal 291 scans uitvoeren bij gezinnen. Eind 2008 waren 110 scans uitgevoerd, de overige 181 vonden in de loop van 2009 plaats. De opdracht werd binnen het voorziene tijdsbestek uitgevoerd en gerapporteerd. Periode 2010-2011 Ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008, en later hernomen in artikel 6.4.2. van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010, houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, (B.S. 08.12.2010) diende Gaselwest in elke gemeente bijkomende huishoudelijke energiescans te laten uitvoeren, als volgt bepaald: - het totaal aantal bijkomende energiescans dat de netbeheerder voor 2009 moet laten uitvoeren is gelijk aan 1 per 200 huishoudelijke toegangspunten op het elektriciteitsdistributienet. Deze scans kunnen uitgevoerd worden in de periode 2009-2011 - het aantal energiescans dat moet worden uitgevoerd vanaf 2010 is gelijk aan 1% van de huishoudelijke toegangspunten - elke gemeente legt de specifieke doelgroepen vast waaraan de energiescans worden aangeboden - elke gemeente bepaalt wie de energiescans uitvoert - de definitie van het begrip energiescan wordt verruimd. Naast een basisscan wordt de mogelijkheid geboden tot het uitvoeren van een opvolgscan bij huishoudelijke afnemers die al een energiescan kregen. Het schepencollege besliste op 27 augustus 2009 om de 73 bijkomende scans van 2009 uit te voeren in 2010 en 2011, samen met de 146
6.2. Acties
pagina 77 van 134
nieuwe scans voor 2010 en evenveel voor 2011. De doelgroep blijft ongewijzigd en de scans worden verder in eigen beheer uitgevoerd. In 2010 werden er in totaal 198 huishoudelijke scans uitgevoerd, namelijk de 146 verplichte scans voor 2010 en 52 van de 73 bijkomende scans voor 2009. In 2011 werden 155 basisscans uitgevoerd door eigen personeel en voornamelijk bij bewoners van oudere woningen, waar nog geen structurele verbouwingswerken zijn gebeurd. Hierover werd gerapporteerd aan Eandis. Zonnepannelen op stedelijke gebouwen
In de gemeenteraad van 6 mei 2008 werd het voorstel om zonnepannelen te plaatsen op het dak van het pandgebouw goedgekeurd. De opdracht werd toegewezen aan Enfinity Belgium, Henri Lebbestraat 188, 8790 Waregem. (zie MJP 2009) Het stadsbestuur wenst, naar analogie van het dossier pandgebouw, terug een aantal daken ter beschikking te stellen van derden voor de plaatsing van zonnepanelen. Gezien het OCMW een analoog dossier wil opstarten wordt voorgesteld de prijsvraag samen te doen. De aanbiedende firma(‘s) staan zelf in voor de voorstudie, de eventuele vergunningsaanvraag, de aanvraag van de groene stroomcertificaten,…). Het bedrijf installeert op zijn kosten zonnepanelen, die ze zelf onderhouden en monitoren. Het stadsbestuur engageert zich om gedurende de periode van 20 jaar de opgewekte groene energie aan te kopen tegen de voordeligste prijs bij de investerende firma(‘s). Na de periode van 20 jaar zal de installatie ofwel op kosten van de aanbieder worden weggenomen, ofwel eigendom worden van de stad met al z’n kosten en opbrengsten. De aanbieder dient ook te voorzien in een gratis eenmalige verwijdering van het systeem voor dakonderhoud- of herstellingswerken. De opdracht zal toegewezen worden per perceel aan de aanbieder die de goedkoopste prijs per opgewekte eenheid KWh biedt. Belangrijk evenwel is een nauwkeurige omschrijving te leveren bij het aanbod van de grootte van de installatie die zal worden geplaatst met een voorafgaande studie van de omgevingsfactoren (schaduw, oriëntatie,…) en de draagkracht en –structuur en kwaliteit van de aangeboden daken. De gemeenteraad heeft op 5 april 2011 de terbeschikkingstelling van diverse daken voor het plaatsen van een fotovoltaïsch systeem en de afname van groene elektriciteit goedgekeurd. De opdracht werd als volgt ingedeeld in percelen: Perceel 1 Perceel 2 Perceel 3 Perceel 4 Perceel 5
daken van stedelijke basisschool Torenhof, Albert Servaeslaan 60 te 8790 Waregem daken van zwembad en sporthal De Treffer, Meersstraat 5 te 8790 Waregem daken van ontmoetingscentrum en sporthal, Georges Coornaertdreef 7 en 9 te 8792 Waregem daken van campus De Meers en De Varent (fase 1, 2 en 3), Schakelstraat 43 te 8790 Waregem daken van serviceflats De Coorenblomme Georges Coornaertdreef 11 te 8792 Waregem
Stadsbestuur Stadsbestuur Stadsbestuur OCMW OCMW
In zitting van het College van Burgemeester en Schepenen van 30 juni 2011, werd voorgesteld om de firma Building Energy nv, met maatschappelijke zetel Herlegemstraat 14 te 9771 Nokere, zonnepanelen te laten plaatsen op de daken van het stedelijk patrimonium (perceel 1, 2 en 3) In de gemeenteraad van 10 januari 2012 werd het verlenen van recht van opstal voor de stedelijke gebouwen goedgekeurd en dit voor een termijn van 20 jaar.
6.2. Acties
pagina 78 van 134
Deelname aan het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE)
Het FRGE is een federaal fonds dat in 2006 werd opgericht om goedkope leningen te verstrekken aan gezinnen die energiebesparende investeringen willen uitvoeren. Het fonds heeft 250 miljoen euro ter beschikking en wil op de eerste plaats gezinnen met een bescheiden inkomen bereiken. Op die manier kunnen zij bijvoorbeeld hun dak isoleren, hun ramen vervangen door hoogrendementsbeglazing of een modern en efficiënt verwarmingssysteem installeren. In de regelgeving is voorzien dat het fonds voorziet in o.a. (pre)financiering voor energiebesparende maatregelen bij woningen. Dit gebeurt via ‘Lokale Entiteiten’, aangeduid door de betrokken gemeenten. De Lokale Entiteiten kunnen ofwel optreden als kredietgever, waarbij ze bij het FRGE geleende bedrag verder uitlenen aan particulieren ofwel kunnen ze voor de meest behoeftige doelgroep deze investeringen uitvoeren en prefinancieren. De sociaal zwaksten vormen voor het fonds een bijzondere doelgroep van particulieren, maar de leningen kunnen aan iedereen worden toegekend. De investeringen die in aanmerking komen om te worden gefinancierd zijn dezelfde als deze die in aanmerking komen voor de federale belastingvermindering voor energiebesparende investeringen. Op dit ogenblik wordt door het FRGE een rente toegepast van 2%. Sommige gemeenten geven bovendien een interestbonificatie van 2%, al dan niet uitsluitend voorbehouden aan een bepaalde categorie van begunstigden, zodat de uiteindelijke ontlener in dat geval renteloos kan lenen. De lening kwam in 2011 ook in aanmerking voor de interestbonificatie van 1,5% van de federale overheid voor zogenaamde ‘groene leningen’.Via een combinatie van de bestaande premies en met de uitgespaarde energiekosten kan de lening op korte termijn terugbetaald worden. In de gemeenteraad van 5 oktober 2010 besliste Waregem principieel tot deelname aan het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). De gemeenteraad machtigde het College om de voorstellen van WVI en het Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen, beide werkzaam in onze regio als ‘Lokale Entiteit’, met elkaar te vergelijken. Na het horen van de beide partijen besliste het College in zitting van 9 december 2010 met het Welzijnsconsortium in zee te gaan. De samenwerkingsovereenkomst tussen het Welzijnsconsortium als lokale entitet voor het FRGE en de stad werd goedgekeurd in het College van 14 juli 2011. In zitting van 7 juli 2011 werd Dominique Dooms door het College aangeduid als contactpersoon voor de te behandelen dossiers en schepenen Peter Desmet en Chantal Coussement respectievelijk als effectief en plaatsvervangend lid voor de beleidsgroep. In 2011 werden 13 dossiers ingediend en goedgekeurd. Geen enkel van deze dossiers betrof aanvragers uit de sociale doelgroep.
6.2. Acties
pagina 79 van 134
pagina 80 van 134
7. Thema Mobiliteit 7.1.
7.2.
7. Mobiliteit
Basis 7.1.1.
Passieve sensibilisatie
7.1.2.
Deelname Gemeentelijke Begeleidingscommissie
Acties
pagina 81 van 134
pagina 82 van 134
7.1.1.
Passieve sensibilisatie
Ik Kyoto
In 2011 namen we voor de zevende maal deel aan de campagne „Ik Kyoto‟ van de Bond Beter Leefmilieu en de provincie WestVlaanderen. De personeelsleden werden aangemoedigd om van 28 maart tot 21 juni op een milieuvriendelijke manier naar het werk te komen. Met 55 collega‟s hebben we een CO2 reductie van 4970 kg gerealiseerd. Net zoals elk jaar hebben enkele collega‟s een prijs ontvangen. Uit de prijzenpot van de Vlaamse overheid was dit voor Marleen Caes een zitbal, een MP3-speler voor Ilse Demedts, een spaardouchekop voor Jo Deprez en een cheque van de NMBS voor Eva Vanacker. Dirk Dheedene mag op kosten van de provincie West-Vlaanderen het fietsnetwerk van West-Vlaanderen verkennen met zijn fietsnetwerkbox. Het stadsbestuur schonk ook nog 10 waardebonnen van 10 euro aan de deelnemers van Ik Kyoto.
Met Belgerinkel naar de Winkel
In samenwerking met Unizo, Veloods en de infodienst werd op 14 mei 2011 de Mantie Smetroute ingereden. Deze gezinsvriendelijke tocht werd georganiseerd in het kader van “met Belgerinkel naar de winkel”. De tocht van 29 km vertrok in Waregem via Desselgem, Sint-Baafs-Vijve, Dentergem, Zulte en terug via het natuurgebied van de oude spoorwegbedding naar Waregem. Aan de tocht namen 330 fietsers deel, waarvan 292 volwassenen en 38 kinderen. Tijdens de tocht werden de fietsers verrast met een versnapering. Ze konden een kwis oplossen over mobiliteit, voedselkilometers en de liefde (thema 2011).
Vergoeding voor niet-gemotoriseerd woon-werkverkeer
In het Belgisch Staatsblad van 24 januari 1998 verscheen een omzendbrief omtrent de premie ter aanmoediging van het fietsgebruik voor woon-werkverkeer in de lokale besturen. De bedoeling van een dergelijke premie is de werknemers te stimuleren om de fiets te gebruiken in het dagelijks woon- werkverkeer. Een dergelijke maatregel past in het stedelijk mobiliteitsbeleid en milieubeleid. In haar zitting van 9 april 2002 stelde de gemeenteraad een vergoeding vast voor niet-gemotoriseerde verplaatsingen voor woonwerkverkeer. De premie bedraagt momenteel 20 cent per afgelegde kilometer. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de behaalde resultaten voor de laatste 3 jaar.
7.1.1. Passieve sensibilisatie
2009
2010
2011
Aantal gebruikers
110
121
115
Totaal aantal km
87.067,40 km
90.665,80 km
92.105,50
Totaal vergoeding
13.060,13 euro
15.571,97 euro
18.421,10
pagina 83 van 134
7.1.2.
Deelname Gemeentelijke Begeleidingscommissie
Deelname milieuschepen/milieuambtenaar/ duurzaamheidsambtenaar aan Gemeentelijke Begeleidingscommissie. De stad verbindt er zich toe een beleid te voeren dat erop gericht is integratie te bevorderen van het milieubeleid, het mobiliteitsbeleid en het ruimtelijke ordeningbeleid. Op die wijze tracht de stad bij te dragen tot een vermindering van de druk op het leefmilieu, uitgeoefend door de sector verkeer en vervoer. Hiertoe neemt de milieuschepen/milieuambtenaar/ duurzaamheidsambtenaar deel aan het overleg van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) die werd opgericht in het kader van het mobiliteitsconvenant.
Mobiliteitsplan In het mobiliteitsplan wordt een toekomstvisie ontwikkeld voor de mobiliteit in de stad. Het mobiliteitsplan is een onderdeel van het mobiliteitsconvenant. Dit is een overeenkomst tussen de stad, het Vlaams Gewest, De Lijn en eventueel andere partners met de bedoeling gecoördineerd te werken aan de verhoging van de verkeersveiligheid, de verbetering van de verkeersleefbaarheid en de beheersing van de vervoersvraag. De dienst verkeer van de stad Waregem zorgt voor de begeleiding van de mobiliteitsplanning en voor de uitvoering van het actieprogramma. Het volledige mobiliteitsplan kan op deze dienst geraadpleegd worden. Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) De Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) kwam in 2011 twee maal samen, namelijk op 12 januari 2011 en op 01 februari 2011. De milieuambtenaar was telkens aanwezig. De verslagen van de GBC-vergaderingen zijn beschikbaar op de verkeersdienst en kunnen ingezien worden op de milieudienst. Tweede bespreking conceptbeleidsplan van het mobiliteitsplan (GBC 12 januari 2011) Op de gemeentelijke begeleidingscommissie van 18 november 2010 werd het concept beleidsplan van het mobiliteitsplan Waregem besproken. De Lijn was niet vertegenwoordigd op deze GBC. Volgens het huishoudelijk reglement was de GBC van 18 november 2010 bijgevolg niet rechtsgeldig doorgegaan. Het reglement stelt echter ook dat een volgende GBC over hetzelfde onderwerp wel rechtsgeldig is als dezelfde partner terug afwezig is. Daarom werd kort na de vorige vergadering een nieuw overlegmoment gepland. Tijdens het overleg tussen de stad Waregem en De Lijn werden verschillende scenario’s uitgewerkt om het busverkeer in het centrum van Waregem vlotter te laten verlopen. De meningen bleven echter verdeeld. Om tot een concensus te komen, zullen de stad en De Lijn samen naar de scholen trekken om het draagvlak voor de voorgestelde lijnvoering af te toetsen, en hun specifieke gevoeligheden te leren kennen. Daarna zal beslist worden op welke manier het beleidsplan zal worden afgewerkt om het participatietraject te kunnen aanvangen. Bespreking projectnota fietspaden Deerlijkseweg (GBC 01 februari 2011) Het studiebureau Demey uit Roeselare stelt aan de hand van de plannen de projectnota voor. Deze behandelt het vak tussen de Stijn Streuvelsstraat en de Vichtseweg, met inbegrip van het kruispunt met deze Vichtseweg. Door de gemeentelijke begeleidingscommissie werden nog een aantal vragen en opmerkingen geformuleerd. Het onteigeningsplan zal door de provincie worden opgemaakt. De stad neemt contact op met het Agentschap Natuur en Bos betreffende de aanpassingen ter hoogte van de ingekokerde Hooibeek. Projectnota, plan en raming zullen worden aangepast aan de bemerkingen van de GBC. De provincie neemt het initiatief om deze te laten agenderen op de PAC van 14 maart 2011.
7.1.2. Deelname gemeentelijke begeleidingscommissie
pagina 84 van 134
7.2. Acties Verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan
Alle mobiliteitsplannen ouder dan 5 jaar moeten herzien worden. De gemeentelijke begeleidingscommissie heeft ervoor gekozen om het bestaande mobiliteitsplan te „verbreden en verdiepen‟. Traject • • • • • • • • • • • • • •
De sneltoets van het bestaande mobiliteitsplan van 14 januari 2002 is besproken op de gemeentelijke begeleidingscommissie van 13 november 2007. De gemeentelijke begeleidingscommissie heeft gekozen voor het spoor 2: “verbreden en verdiepen” van het mobiliteitsplan De sneltoets is goedgekeurd op de provinciale auditcommissie van 14 januari 2008. De verkenningsnota “verbreden en verdiepen” is voorgelegd aan de gemeentelijke begeleidingscommissie van 25 februari 2008. De verkenningsnota is positief geadviseerd op de provinciale auditcommissie van 10 maart 2008. De koepelmodule met module 1 voor het bijsturen van het mobiliteitsplan is eenparig goedgekeurd op de gemeenteraad van 6 mei 2008. Het ontwerp voor het aanstellen van een ontwerper en de wijze van gunnen is eenparig goedgekeurd op de gemeenteraad van 6 mei 2008. De studieopdracht voor het “verbreden en verdiepen” van het mobiliteitsplan is op het schepencollege van 13 november 2008 toegewezen aan SumResearch. Het uitwerkingsrapport “verbreden en verdiepen” is positief geadviseerd op de provinciale auditcommissie van 18 januari 2010. De gemeenteraad heeft op 2 maart 2010 het participatietraject voor het mobiliteitsplan goedgekeurd. Zoals bepaald in het participatietraject is het concept beleidsplan teruggekoppeld naar het schepencollege (21 oktober 2010), de gemeentelijke begeleidingscommissie (11 november 2010 en 12 januari 2011) en de verschillende verkeerscommissies (augustus – september 2010) Het mobiliteitsplan werd voorlopig vastgesteld op de gemeenteraad van 5 april 2011. De definitieve vaststelling van het mobiliteitsplan gebeurde bij gemeenteraadsbeslissing van 5 december 2011. Het definitief goedgekeurde mobiliteitsplan moet vervolgens gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad. In het kader van het participatietraject heeft de gemeenteraad op 2 maart 2010 beslist om het conform verklaarde mobiliteitsplan bekend te maken door ruime info in het stedelijk infoblad “De Sprong” en op de stedelijke website.
Verbreden en verdiepen Er werd beslist om 6 thema‟s uit het bestaande mobiliteitsplan te „verbreden en verdiepen‟. Zone Regenboogstadion – Pand – Zorgcampus Een interne parkeerstudie heeft aangetoond dat de parkeerdruk in Waregem het hoogst is in de zone van het Regenboogstadion via zwembad, winkelcentrum Het Pand en via de zorgcampus terug naar de ring. Daarnaast zijn er ruimtelijke ontwikkelingen met een grote impact op de mobiliteit zoals de nieuwe evenementenhal, de geplande uitbreiding van het Regenboogstadion, de zorgcampus, de nieuwe bibliotheek en het jeugdcentrum. Hoe moeten wij ons openbaar domein in deze zone beheren of aanpassen om alle ruimtelijke ontwikkelingen die er komen optimaal te laten functioneren?
7.2. Acties
pagina 85 van 134
Zone Station In de stationsomgeving zijn er heel wat ruimtelijke ontwikkelingen gepland zoals de verdichting met wonen, de reconversie van bedrijvigheid en de uitbouw van handels- en horecafuncties en kantoren/diensten. Daarnaast is er een toename van het aantal treinreizigers. Hoe moeten wij ons openbaar domein in deze zone beheren of aanpassen om alle ruimtelijke ontwikkelingen die er komen optimaal te laten functioneren? Verblijfsgebieden, verkeersgebieden en voetgangersnetwerk In het huidig mobiliteitsplan is er een categorisering van de wegen en een theoretische afbakening van de verblijfsgebieden. In de praktijk zijn er klachten over zwaar vervoer en sluipverkeer in verblijfsgebieden en klachten over een beperkte doorstroming op de verkeerswegen. Daarom is er meer onderzoek nodig om te bepalen hoe we de toekomstige mobiliteitsbehoefte in Waregem kunnen opvangen met beperkte hinder in de verblijfsgebieden en voldoende doorstroming op de doorgaande wegen. Daarnaast dienen wij te starten met een inventarisatie van de trage wegen omdat deze soms de ideale verbinding zijn tussen 2 verblijfsgebieden voor de zachte weggebruikers. Na de inventarisatie kan een beheersprogramma opgestart worden. Openbaar vervoer De Lijn is momenteel volop bezig met netmanagement en in 2008 kwam er een gebiedevaluatie met onderzoek naar nieuw potentieel. In Waregem is de doorstroming op de Markt en in de Stationsstraat een belangrijk knelpunt. Daarom dient het werkdomein openbaar vervoer verdiept te worden. De Lijn is ook een belangrijke partner in de studie van de stationsomgeving. Routes zwaar vervoer Dit thema hangt nauw samen met de studie van de verblijfs- en verkeersgebieden. Toch wensen wij dit afzonderlijk te bestuderen omdat we hiervoor gemeentegrensoverschrijdend moeten werken. Parkeerbeleid en parkeerplan Bij de studie van bovenstaande thema‟s zal het parkeren overal terugkomen. Vandaar dat wij via het parkeerbeleid een overzicht willen houden en een integrale aanpak nastreven. Na de studie van deze thema‟s wordt er een nieuw mobiliteitsplan opgemaakt dat als leidraad zal dienen voor het mobiliteitsbeleid van de komende jaren. Het verbreden en verdiepen verloopt volgens een stappenplan dat door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is opgemaakt. Verkenningsnota De verkenningsnota „verbreden en verdiepen‟ werd intern uitgewerkt. Deze verkenningsnota werd gunstig geadviseerd op de provinciale auditcommissie van 10 maart 2008. Voor de verdere uitwerking laat de stad zich begeleiden door Sum Research, Waterloolaan 90 te Brussel. Uitwerkingsnota De uitwerkingsnota „verbreden en verdiepen‟ van het mobiliteitsplan werd besproken op de provinciale auditcommissie van 18 januari 2010. De auditor formuleerde een aantal opmerkingen, maar deze stonden de opmaak van de beleidsnota niet in de weg. Concept beleidsplan Op de GBC van 18 november 2010 en 12 januari 2011 werd het concept beleidsplan voorgesteld en besproken. Hieronder de belangrijkste voorstellen in het concept-beleidsplan:
7.2. Acties
pagina 86 van 134
a. Categorisering van het wegennet • Dezelfde categorisering wordt voorgesteld als in het oorspronkelijke mobiliteitsplan, behalve voor de R35. De GBC stelt voor om het deel van de R35, tussen het station en de Kruishoutemseweg ook als secundair II te selecteren en de westelijke R35 als lokale weg type 2a. • In de lokale wegen klasse 2 wordt er een onderscheid gemaakt tussen: o 2a: ontsluitend op fusiegemeentelijk vlak o 2b: ontsluitend op wijkniveau o 2c: ontsluiting van het centrum. b. Verkeerskundig concept Primaire weg N382 • Hierin zijn de maatregelen opgenomen van de streefbeeldstudie van de N382 die door de Provinciale auditcommissie goedgekeurd is. c. Verkeerskundig concept N43 • Het studiebureau stelt voor om de doortochten van de N43 in Sint-Eloois-Vijve en de doortocht van Desselgem en Beveren-Leie te herprofileren. De bedoeling is om een doortochtstudie op te starten. d. Verkeerskundig concept R35 • Tussen het station en de Verbindingsweg (deel west) inrichten als lokale weg 2a met de nadruk op verblijfskwaliteit, verkeersveiligheid en de inpassing van langzaam verkeer en openbaar vervoer. • Tussen station en Verbindingsweg (deel oost) inrichten als secundaire weg type II met de nadruk op verzamelen van het verkeer naar de N382. e. Verkeerskundig concept N357 • De Vijfseweg wordt op kritieke punten heringericht met prioriteit voor het openbaar vervoer en voorzien van aanliggende verhoogde fietspaden en fietssuggestiestroken binnen de bebouwde kom van Waregem. f. Ontsluiting bedrijventerreinen • Het mobiliteitsplan volgt de visie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor de ontsluiting van de bedrijventerreinen. Zoveel mogelijk rechtstreekse ontsluiting op de N382 en N43. • De hoofdstraten van Sint-Eloois-Vijve en Desselgem worden ontlast van zwaar vrachtverkeer. Hiervoor is overleg met de buurgemeenten nodig. • De N382 en N36 zijn de verbindingen tussen de N43 en de E17 voor doorgaand vrachtverkeer. g. Gedifferentieerd snelheidsbeleid Volgende wijzigingen tov. het mobiliteitsplan van 2002: • De N43 van 90 km/u naar 70 km/u tussen Sint-Eloois-Vijve en Desselgem. (is al uitgevoerd) • Alle invalswegen naar 70 km/u. (is al uitgevoerd). • De R35 tussen de Henri Lebbestraat en de Kruishoutemseweg van 70 km/u naar 50 km/u. • De R35 tussen Jozef Duthoystraat via Westerlaan naar station van 50 km/u naar 30 km/u (schoolomgeving) • Posterijstraat 50 km/u ipv. 30 km/u. h. Maatregelen goederenverkeer • Vrachtroutes afstemmen op categorisering van de wegen. • Na de doortrekking van de N382 tot Ingelmunster via overleg met de buurgemeenten vrachtverkeer niet meer toelaten in de doortocht van Sint-Eloois-Vijve en Desselgem. i. Maatregelen parkeren • Zelfde visie als in het mobiliteitsplan van 2002 voor het centrum: in het centrum wordt kortparkeren ingevoerd met als doel de 7.2. Acties
pagina 87 van 134
langparkeerders, andere dan bewoners, uit het centrum te weren. Er wordt een nieuwe ondergrondse parking van ca. 400 plaatsen gebouwd tussen het Pand en de Schakelstraat. Zo wordt het mogelijk om de parking onder het Pand meer in te zetten voor kortparkeren. Zo ontstaat de mogelijkheid om de markt verkeersvrij te maken • Een uitbreiding van de pendelparking aan het station wordt voorzien. • Waar nodig, wordt er ruimte voorzien voor het laden en lossen. • Bij de aanleg van het regionaal bedrijventerrein blauwpoort kan hierin mogelijks een vrachtwagenparking worden geïntegreerd. Maatregelen openbaar vervoer • Het Neptunusplan van De Lijn stelt volgende bijkomende Lijnen voorop voor Waregem: o Light-railverbinding Waregem-Kortrijk-Menen-Ieper. o Snelbus Waregem-Roeselare. o Waregem – Gavere • Doorstromingsmaatregelen worden genomen in de Vijfseweg en in de stationsomgeving. • Invoering van een openbaar-vervoerscorridor tussen het station en het Regenboogstadion langs de Westerlaan voor de schoolspitsbussen van De Lijn. Maatregelen fietsbeleid Op basis van de Atlas der buurtwegen, en vooral wat er nog overblijft op het terrein zelf, is gezocht naar logische verbindingen in functie van de bereikbaarheid van belangrijke bestemmingen. Het netwerk is verder aangevuld met lokale fietsverbindingen via bestaande wegen. Volgende belangrijkste maatregelen worden voorgesteld: • Aanleg fietspaden Deerlijkseweg ifv. bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. • Aanleg van een fietsweg langs de spoorweg tussen Waregem en Zulte. • Dubbelrichtingsfietspad langs de Kruishoutemseweg vervangen voor enkelrichtingsfietspaden. • Heraanleg fietspaden Desselgemseweg (Provinciaal fietsoutenetwerk). • Beveiligen schoolroute Zilverbergstraat – Kwadestraat. • Aanleg fietspaden in de Wortegemseweg in samenspraak met gemeente Wortegem. • Heraanleg fietspaden langs de N43 tussen Zilverbergstraat en Deken De Bostraat. • Ontdubbelen van het fietspad langs de Anzegemseweg in samenspraak met gemeente Anzegem. • Ontdubbelen van het fietspad langs de N43 tussen Renault-garage en de weegbrug. • Ongelijkvloers kruisingen Expresweg volgens streefbeeldstudie. • Fietsenstallingen voorzien aan Waregem Expo, voetbalstadion en overdekte fietsenstalling aan het sportcentrum. Maatregelen voetgangersbeleid • Specifieke aandacht naar verblijfsgebieden, stationsomgeving, schoolomgevingen en het centrum. • Bij aanleg of heraanleg van verblijfsgebieden inrichting als zones 30 voorzien. • Directe voetgangersassen tussen station en centrum veilig inrichten. • Bestaande trage wegen behouden en nieuwe doorsteken voorzien bij verkavelingen. Maatregelen in de kern van Waregem • Zones 30 afbakenen volgens kaart snelheidsbeleid en snelheidsremmers voorzien op de toegangen. • Nood aan snelheidsremmende maatregelen in de Vredestraat, Gentse Heerweg en Franklin Rooseveltlaan. • Aantrekkelijk maken van de looproutes tussen station en stadscentrum en de attractieplan zoals Regenboogstadion, Waregem Expo, Hippodroom en Markt. •
j.
k.
l.
m.
7.2. Acties
pagina 88 van 134
•
De herinrichting van de R35 Westerlaan en stationsomgeving is een treffend voorbeeld van de uitwerking van bovenstaande maatregelen. n. Maatregelen in de kernen Beveren-Leie en Desselgem • Zones 30 afbakenen volgens kaart snelheidsbeleid en snelheidsremmers voorzien op de toegangen. • Herinrichting van de Liebaardstraat met snelheidsremmende maatregelen, eventueel met een plein ter hoogte van de kerk of plateaus op de kruispunten. Maatregelen tegen doorgaand vrachtvervoer. • Snelheidstremmende maatregelen in de Nieuwstraat en Paanderstraat. o. Maatregelen in de kern Sint-Eloois-Vijve • Herinrichting van de Posterijstraat zodra er een alternatief is voor het zwaar vervoer. Deze herinrichting moet vooral de voetgangersbewegingen benadrukken, want aan beide zijden van de doortocht zijn voetgangersbestemmingen gelegen: scholen, sportterreinen en woonwijken. • Snelheidsremmende maatregelen en maatregelen tegen het doorgaand zwaar vervoer in de Schoendalestraat en Staakmolenstraat. Participatietraject Het nieuw decreet betreffende het mobiliteitsbeleid van 20 maart 2009 (BS 20/04/2009) voorziet een participatietraject voor elk mobiliteitsplan. Het participatietraject voor het mobiliteitsplan van Waregem werd vastgesteld door de gemeenteraad van 2 maart 2010 en voorziet in een terugkoppeling naar het schepencollege, de gemeentelijke begeleidingscommissie en de verkeerscommissies Waregem/Sint-Eloois-Vijve, Desselgem en Beveren-Leie en het op de gemeenteraad goedkeuren van het conform verklaard mobiliteitsplan. Aanvullend zal dit mobiliteitsplan bekendgemaakt worden door ruime info in het stedelijke informatieblad „De Sprong‟ en op de stedelijke website. Het concept beleidsplan is in het najaar 2010 besproken op de verkeerscommissies in Waregem – Sint-Eloois-Vijve, Beveren-Leie en Desselgem. Daarna is het beleidsplan op 21 oktober 2010 voorgesteld aan het schepencollege. Definitieve vaststelling Het aangepaste beleidsplan werd daarna goedgekeurd op de gemeentelijke begeleidingscommissie van 12 januari 2011. Na de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad op 5 april 2011 werd het beleidsplan voor advies voorgelegd aan de Provinciale auditcommissie. Het nieuwe beleidsplan volgens spoor 2 “verbreden en verdiepen” van het mobiliteitsplan van de stad Waregem is conform verklaard op de auditcommissie van 12 september 2011. Volgende punten verdienen volgens de auditor aandacht: De stationsomgeving is een belangrijk multimodaal punt. Alle modi verdienen de aandacht. Doorstroming van openbaar vervoer kan en zou ook op zichzelf bekeken moeten worden en niet enkel indien het kan meeliften in andere projecten. De categorisering van de R35 (Oosterlaan) blijft een discussiepunt tussen de stad en de andere partners. De afwijkingen tussen het GRS en het mobiliteitsplan werden aangegeven bij de wegencategorisering, maar RWO had ook aangegeven dat er een aantal fietswegen afwijken van elkaar. Hier wordt vanuit gegaan dat het GRS bij een volgende herziening het voorstel van het mobiliteitsplan overneemt. Daarna volgde de definitieve vaststelling op de gemeenteraad van 5 december 2011
7.2. Acties
pagina 89 van 134
Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk: aanleg fietspad Deerlijkseweg
De Deerlijkseweg is een belangrijke verbindingsweg tussen enerzijds Deerlijk en Waregem, maar anderzijds maken ook heel wat inwoners van Vichte gebruik van deze weg richting het centrum van Waregem. In Waregem zijn heel wat scholen gevestigd. Zowel van uit Deerlijk als vanuit Vichte is de afstand ongeveer 6 kilometer tot in het centrum van Waregem, waardoor veel scholieren de fiets nemen naar school. Maar ook voor woon-werkverkeer is de Deerlijkseweg zeer belangrijk. Er zijn nu al heel wat scholieren en werknemers die gebruik maken van de Deerlijkseweg. Het verbeteren van de fietsinfrastructuur kan zeker nog meer personen aanzetten om de fiets te nemen voor korte, functionele verplaatsingen. Op het schepencollege van 29 mei 2008 is er beslist om aan het Provinciebestuur te vragen of er een fietsfondsdossier kon opgestart worden voor de Deerlijkseweg. De startnota voor de aanleg van het fietspad is besproken op de gemeentelijke begeleidingscommissie van 30 maart 2010 en gunstig geadviseerd op de provinciale auditcommissie van 10 mei 2010. De projectnota voor de aanleg van het fietspad is besproken op de gemeentelijke begeleidingscommissie van 1 februari 2011 en geadviseerd op de provinciale auditcommissie van 14 maart 2011. In opdracht van het provinciebestuur West-Vlaanderen werd door het studiebureau Demey een ontwerp opgemaakt voor het aanleggen van een fietspad langs de Deerlijkseweg (tussen Stijn Streuvelsstraat en Vichtseweg). Het ontwerp is in twee delen te beschouwen, namelijk: • Het tracé langs de Deerlijkseweg Het bestaande fietspad langs de Deerlijkseweg blijft behouden, maar dan als enkelrichtingsfietspad. Langs de overzijde wordt een volwaardig en gelijkaardig fietspad voorzien. • Het kruispunt Deerlijkseweg/Vichtseweg Het kruispunt Deerlijkseweg/Vichtseweg wordt in zijn totaliteit heraangelegd. Waar vroeger de Deerlijkseweg de voorrangsweg was,wordt dit nu de Vichtseweg. Het kruispunt wordt als een verkeersplateau aangelegd, met middengeleiders in alle richtingen. In combinatie met de middengeleiders wordt ook een veilige fietsoversteekvoorziening uitgewerkt. De kosten worden geraamd op een totaal van 328.038,26 euro (subsidieerbare werken-fietsfonds: 316.349,66 euro + niet-subsidieerbare werken: 11.688,60 euro). De kosten zijn deels ten laste van de provincie en deels ten laste van het Vlaamse Gewest (via het Fietsfonds). De gemeenteraad keurde in zitting van 5 juli 2011 het ontwerp, opgemaakt in opdracht van het provinciebestuur, goed. De werken zijn gepland voor de tweede helft 2012.
Speelstraten
Een speelstraat is een straat die tijdelijk verkeersvrij wordt gemaakt om kinderen te laten spelen op een veilige manier. De straat, of een deel ervan, wordt voor het verkeer afgesloten met nadars. Inwoners uit de straat mogen wel nog stapvoets tot aan hun woning rijden. Tot op heden werden aanvragen tot het inrichten van een speelstraat in een bepaalde buurt individueel bekeken en behandeld. Om alles in goede banen te leiden en wildgroei te vermijden werd op initiatief van de jeugddienst een reglement opgemaakt. Dit reglement werd goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 7 september 2010 met eenparigheid van stemmen. Het volledige reglement en het aanvraagformulier kunnen gedownload worden van de stedelijke website of aangevraagd bij de stedelijke jeugddienst. De belangrijkste voorwaarden om in aanmerking te komen voor een speelstraat zijn: • er moeten 2 meters/peters verantwoordelijk zijn om de nadars te plaatsen en toezicht te houden • enkel straten waar een 50km/h zone geldt en zonder openbaar vervoer kunnen in aanmerking komen als speelstraat • 2/3 van de bewoners moet akkoord zijn met de speelstraat
7.2. Acties
pagina 90 van 134
• •
een speelstraat kan enkel georganiseerd worden tijdens de paasvakantie en/of zomervakantie een straat kan maximaal 2 weken per jaar ingericht worden als speelstraat en dit telkens tussen 14.00u. en 19.00u.
In de gemeenteraad van 5 april 2011 werd het aanvullend verkeersreglement "wegverkeer periodiek karakter: invoeren van een speelstraat in de Milleniumstraat" goedgekeurd. Er werd een speelstraat georganiseerd in de paasvakantie van 11 tot 15 april 2011 en in de zomervakantie van 4 tot 8 juli 2011. In de gemeenteraad van 7 juni 2011 werd het aanvullend verkeersreglement “wegverkeer periodiek karakter: invoeren van een speelstraat in de Sparrentuin" goedgekeurd. Er werd een speelstraat georganiseerd in de zomervakantie op woensdagen 6, 13 en 20 juli 2011 en op woensdagen 17, 24 en 31 augustus 2011. Geluidswerende maatregelen langs gewestwegen
Nieuwenhove – E17 Op de Gemeentelijke Begeleidingscommissie van 30 maart 2009 werd de projectnota voor het plaatsen van geluidsabsorberende schermen op de autosnelweg E17 richting Kortrijk van kmpt. 19.580 tot kmpt. 20.190 (tussen de Blauwe Zwaanstraat en de Vichtseweg) besproken. De E17 vormt een storend element naar geluidsoverlast toe voor de nabijgelegen woningen. Het maximaal gemeten geluidsiveau LAeq bedraagt immers 76,2dB(A). Binnen een afstand van 250m tenopzichte van de te plaatsen schermen bevinden zich 15 woningen, waarvan slechts 4 dateren van na de openstelling van de autosnelweg in 1971. Het voorzien van geluidswerende maatregelen is hier opportuun. De gemeenteraad keurde in zitting van 7 juli 2009 de koepelmodule 34040/5/C betreffende het aanbrengen van dit geluidsscherm goed. Minister Crevits heeft op 2 december 2010 de koepelmodule 34040/5/C getekend. Het aandeel van het stadsbestuur in deze werken is 9% van de kostprijs, of 64.739,20 euro, BTW inclusief. Met de werken zal gestart worden op 18 februari 2012. De aanleg zou tegen half april afgerond moeten zijn. Gaverke – N382 Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft medio 2009 een dossier opgestuurd met geluidsmetingen langs de Expresweg ter hoogte van de Loofstraat, Nieuwhuizenstraat, Pijkstraat, Vlierstraat, Botestraat en Repelstraat. De metingen wijzen op een slecht geluidsmilieu, tot 74,5dB(A). Een plaatsing van een geluidsscherm is gewenst. Het scherm zou een lengte van 1 700 meter hebben, met 434 woningen binnen de 250m van het scherm. Rekening houdend met het bouwjaar van de woningen zou het aandeel van de stad 17,5% bedragen. De totale kost van het scherm kan voorlopig op 2 500 000 euro geraamd worden, waarvan 514 250 euro voor de stad. De bedoeling van het Agentschap Wegen en Verkeer is om aanbestedingsklaar te zijn in november 2012. Galgestraat – E17 In de gemeenteraad van 6 februari 2007 werd werd beslist om de koepelmodule 34040/5/A te ondertekenen om een geluidsscherm te kunnen plaatsen langs de E17 tussen ter hoogte van de Galgestraat. Er is een stedelijke tussenkomst van 47% van de aanlegkosten. Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft op vraag van het stadsbestuur nieuwe geluidsmetingen uitgevoerd in de Galgewegel, Groendreef en Konijneveld. Uit deze meetcampagne blijkt dat dezelfde geluidsniveaus als in 2005 geregistreerd worden , namelijk 68,6dB(A). Dit betekent dat de verdeelsleutel tussen stad en Gewest behouden blijft. Op basis van recente cijfergegevens kunnen de kosten voor de stad voor de aanleg van een 600 meter lang geluidsscherm (enkel kant Galgewegel) geraamd worden op 607.087,00 euro BTW inclusief. In totaal zullen 126 woningen binnen de 250 meter strook van het geluidsscherm vallen en van een geluidsreductie kunnen genieten.
7.2. Acties
pagina 91 van 134
pagina 92 van 134
8. Thema natuur 8.1.
8.2.
8. Natuur
Basis 8.1.1.
Bermbeheer
8.1.2.
Streekeigen soorten
8.1.3.
Code goede natuurpraktijk
Acties
pagina 93 van 134
pagina 94 van 134
8.1.1.
Bermbeheer
De stad rapporteert over de opvolging van het bermbesluit.
Bermbesluit Het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 1984, houdende maatregelen inzake natuurbeleid op bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen is algemeen bekend onder de benaming “Bermbesluit”. Het Bermbesluit is van toepassing op bermen en taluds langs wegen, waterlopen en spoorwegen, waarvan het (on)kruidbeheer toebehoort aan publiekrechtelijke rechtspersonen (openbare besturen, instellingen van openbaar nut,…). De belangrijkste bepalingen zijn: het gebruik van biociden op bermen is verboden begraasde bermen (met gras begroeide bermen) mogen niet vóór 15 juni gemaaid worden een eventuele tweede maaibeurt mag slechts worden uitgevoerd na 15 september het maaisel moet worden verwijderd binnen de 10 dagen na het maaien maaibeheer, met de hand of machinaal, moet worden uitgevoerd zonder de ondergrondse plantendelen en houtgewassen te beschadigen. De toepassing van het Bermbesluit is beperkt tot de landelijke ruimte. Het begrip landelijke ruimte mag echter niet eng worden geïnterpreteerd. Het gaat om alle gebieden die niet bebost zijn en niet als stedelijke gebieden kunnen beschouwd worden. Bebouwde gebieden en gemeenten die door hun structuur niet als landelijk kunnen bestempeld worden, zijn slechts dan van het toepassingsgebied van het Bermbesluit vrijgesteld, als ze duidelijk als stedelijke gebieden moeten worden beschouwd. Bij de toepassing van het Bermbesluit, dient de verantwoordelijke overheid tevens rekening te houden met andere taken, met name het instaan voor verkeersveiligheid, de bestrijding van voor de menselijke economie schadelijke organismen, het beheersen van de grondwaterhuishouding en het voorkomen van wateroverlast. Bij toepassing van het besluit kan hiermee rekening gehouden worden overeenkomstig het proportionaliteitsprincipe. Maaien bermen 2011 Voor het maaien van de bermen in 2011 werd er door de dienst Wegen, Waterlopen en Verkeer een nieuwe prijsvraag georganiseeerd. Volgend maaischema werd voorgesteld: - Veiligheidsnede tussen 15 mei en 1 juni Grote Heerweg, Schoendalestraat, Spijkerlaan, Sprietestraat, Waregemstraat, Desselgemseweg, Deerlijkseweg, Vichtseweg, Zultseweg, Wortegemseweg, Zuiderlaan en Oosterlaan. - Eerste maaibeurt vanaf 15 juni - Week voor Waregem Koerse Zuiderlaan, Oosterlaan, Hippodroomstraat, Felix Verhaeghestraat, Galgenstraat, Bessemstraat, Bergstraat, Veldloopstraat, Nokerseweg, Leeuwkesstraat, Wortegemseweg, Vichtseweg, Deerlijkseweg, Waregemstraat, Desselgemseweg, Gentse Heerweg. - Tweede maaibeurt vanaf 15 september
8.1.1. Bermbeheer
pagina 95 van 134
Opsplitsing percelen eerste en tweede maaibeurt: - perceel 1 : maaien en oprapen - perceel 2 : straten waar het oprapen moeilijk kan zijn. Prijs opgeven voor maaien en oprapen. Een afzonderlijke minprijs is op te geven voor het geval er niet kan opgeraapt worden. - perceel 3 : taluds van de bruggen - maaien rond obstakels is niet voorzien in dit bestek. Raming: eenheidsprijs Veiligheidssnede met oprapen tussen 15 mei en 1 juni Eerste maaibeurt vanaf 15 juni perceel 1 perceel 2 perceel 3 zonder oprapen Week voor Waregem Koerse Tweede maaibeurt vanaf 15 september perceel 1 perceel 2 perceel 3 zonder oprapen
20.028,00 m²
totaalbedrag
0,074
1.482,07
m² m² m² m²
0,074 0,082 0,043
17.210,03 1.752,87 597,27
232.568,00 m² 21.376,50 m² 13.890,00 m²
0,074 0,082 0,043 Totaal btw algemeen totaal
17.210,03 1.752,87 597,27 40.602,42 8.526,51 49.128,93
232.568,00 21.376,50 13.890,00 39.232,00
De gemeenteraad keurde in haar zitting van 5 april 2011 het ontwerp „maaien wegbermen dienstjaar 2011‟unaniem goed. In het College van Burgemeester en Schepenen van 12 mei 2011 werd de opdracht toegewezen aan De Vreese voor een bedrag van 45.805,13 euro inclusief btw. Bermbeheerplan Waregem beschikt niet over een door ANB goedgekeurd bermbeheerplan.
8.1.1. Bermbeheer
pagina 96 van 134
8.1.2.
Streekeigen soorten
Promotie streekeigen soorten.
Streekeigen/inheems versus autochtoon
De stad rapporteert over de initiatieven voor het promoten van het gebruik van streekeigen soorten en autochtoon plantmateriaal.
Een plantensoort is streekeigen of inheems in Vlaanderen als Vlaanderen binnen het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort ligt. Een individuele plant is autochtoon of oorspronkelijk inheems in een bepaalde streek in Vlaanderen, als deze een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal. Een zomereik afkomstig uit de Balkan is dus niet autochtoon in Vlaanderen, maar de soort zomereik is hier wel streekeigen of inheems.
Autochtoon plantenmateriaal Autochtone planten zijn beter aangepast aan ziektes, uitzonderlijke vorstperiodes, interacties met andere organismen, … dan nietautochtoon plantgoed. Ze hebben zich immers gedurende vele eeuwen aangepast aan de lokale groeiomstandigheden. Deze aanpassingen zijn opgeslagen in het genetisch materiaal van de planten en zijn daarom overerfbaar. Maar vele autochtone bomen en struiken worden bedreigd door ontbossing, bosfragmentering, intensief bosgebruik en het verdwijnen van kleine landschapselementen. Voor heel wat soorten blijft er nog maar hier en daar een restpopulatie over in Vlaanderen. Ook de massale aanplant van streekeigen soorten van niet-autochtone herkomst vormt een bedreiging voor de resterende autochtone populaties. Door inkruising van niet-autochtone genetische informatie in de autochtone populaties wordt de genetische diversiteit beïnvloed. Daarbij kan heel wat informatie verloren gaan. Genetische diversiteit is helaas geen simpele optelsom. Willen we autochtone populaties van bomen en struiken een veilige toekomst bieden en kansen tot verdere evolutie, moeten we bestaande autochtone populaties actief beschermen en bij nieuwe aanplant of vervangingsaanplant, voor zover beschikbaar, autochtoon plantgoed gebruiken.
Promotie via stedelijke website Via de website van de stad Waregem wordt promotie gemaakt voor streekeigen groen en autochtoon plantmateriaal (www.waregem.be/leefomgeving/milieu/natuur en verder doorklikken naar autochtoon plantenmateriaal). De burger kan de brochure „autochtoon plantsoen in opmars‟ en een lijst van inheemse bomen en struiken consulteren of downloaden.
Promotie via stadskrant In het februarinummer van de stadskrant „De Sprong‟ verscheen een artikel onder de titel „Al gedacht aan autochtoon plantmateriaal‟. Ga je bomen, struiken of hagen aanplanten? Kies dan zeker voor autochtoon of streekeigen plantmateriaal. Streekeigen planten zijn planten die in onze streek van nature voorkomen, of die om cultuurhistorische redenen typisch zijn voor onze regio.
8.1.2. Streekeigen soorten
pagina 97 van 134
Promotie onderhoud knotbomen In de gemeenteraad van 2 december 2008 werd een nieuw subsidiereglement goedgekeurd voor het onderhoud van knotbomen en dit ter vervanging van het bestaande subsidiereglement voor de aanplant en het onderhoud van kleine landschapselementen. Basisprincipe van het reglement: 12,50 euro per geknotte boom en de subsidie kan om de 5 jaar hernieuwd worden. Door een onderhoudsubsidie toe te kennen wordt het behoud van deze kleine landschapselementen bevorderd. De knotbomen zijn bij uitstek een promotie voor streekeigen groen. In het snoeiseizoen 2010-2011 werden 9 aanvragen ingediend voor het onderhouden van 144 knotbomen, samen goed voor een subsidie van 1.800,00 euro.
Landschapsbedrijfsplannen De provincie West-Vlaanderen wenst samen te werken op het vlak van natuur en landschap met de gemeenten van de regio Zuid-WestVlaanderen”. Een van de voorstellen is het aanbod van planadvies en inrichting van particulier domein met kleine landschapselementen via de inrichtingsovereenkomst en dit voor actieve land- en tuinbouwers in hoofd- of bijberoep. Voorkeur wordt gegeven aan bedrijven die gelegen zijn in het geïntegreerd project “Leievallei” en “Groene Sporen” en het recreatief netwerk. Het landschapsbedrijfsplan is een beproefde methode van het provinciebestuur om zelf actief het particuliere terrein te gaan inrichten met streekeigen kleine landschapselementen (bomen(rijen), hagen, houtkanten, poelen, …). Een dergelijk plan wordt opgemaakt door de provinciale landschapsplanner in overleg met de landbouwer en de stad. Het plan wordt uitgevoerd door de provincie met sociale tewerkstellingskrachten. In de gemeenteraad van 5 april 2011 werd de samenwerking met de provincie in het kader van de landschapsbedrijfsplannen goedgekeurd. Aanplant „Geboortebos‟ Op zondag 20 november 2011 werd voor de 5e maal een stukje geboortebos aangeplant in de Schoendalestraat in Desselgem. Omdat de beschikbare grond volgeplant is, werd het een feestelijke editie. Alle kinderen, met hun ouders, die er ooit een boompje hebben geplant konden komen terug kijken naar hun boompje. Er werd ook een aandenken onthuld waarop alle voornamen van de kinderen staan vermeld. Zoals andere jaren werd voor de kinderen geboren in 2010 gekozen voor streekeigen groen. Er werden volgende soorten geplant: Viburnum opulus, Corylus Avallane, corylus Maxima “Purperea” en Acer campestre. De plantgaten waren voorzien van een vlagje met de vermelding van de soort boom die ze moesten plantten met een foto, Nederlandse naam, beschrijving en herkomst. Er waren opnieuw 131 blije kindergezichtjes en een veelvoud aan supporterende papa‟s, mama‟s, opa‟s en oma‟s.
8.1.2. Streekeigen soorten
pagina 98 van 134
8.1.3.
Code van goede natuurpraktijk
De stad rapporteert over de toepassing van de code van goede natuurpraktijk.
Wat verstaan we onder de code van goede natuurpraktijk De code van goede natuurpraktijk geeft richtlijnen voor het goed beheer van o.a. houtkanten, holle wegen, waterlopen enz. zodanig dat bij het beheer ervan de natuurwaarden niet achteruitgaan (stand-still principe). De code van goede natuurpraktijk vormt bijlage 1 bij de omzendbrief van 10 november 1998 over de toepassing van het Natuurdecreet en de uitvoeringsbesluiten (omzendbrief nr. LNW/98/01). Uit de Biologische Waarderingskaart, versie 2, voor Waregem leren we dat Waregem voornamelijk gekarakteriseerd wordt als “biologisch minder waardevol”, met een sterk urbaan en industrieel grondgebruik of een intensief agrarisch grondgebruik. Natuurvergunning – natuurmelding Het decreet van 21 oktober 1997, betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (natuurdecreet) en het uitvoeringsbesluit van 23 juli 1998, kortweg VLARENA, bevat o.a. een aantal verbodsbepalingen. Tevens regelt het de natuurvergunningplicht voor wijziging van vegetatie en kleine landschapselementen en bepaalt het de meldingsplichtige wijzigingen. Waregem is sterk verstedelijkt en kent een grote mate van industrialisatie. In de weinige open ruimte rest weinig waardevol natuurgebied. In 2011 werden dan ook geen natuurvergunningsaanvragen of natuurmeldingen ingediend. In de praktijk blijkt dat de meeste natuurvergunningen gekoppeld zijn aan handelingen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is. In deze laatste procedure wordt dan het advies van ANB ingewonnen. In 2011 werden door de dienst stedenbouw 3 dossiers behandeld met advies ANB. Voorwerp van de aanvraag
Ligging
Zone gewestplan
nieuwbouw eengezinswoning
Jan Bouckaertstraat 11
Deels parkgebied
nieuwbouw eengezinswoning (gewijzigd plan)
Jan Bouckaertstraat 11
Deels parkgebied
uitbreiding handelsruimte
Vredestraat 72
Deels parkgebied
De Bestendige Deputatie leverde op 30 juni 2011 een natuurvergunning af aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voor het uitvoeren van een slibruiming op de Gaverbeek op deeltrajecten te Sint-Eloois-Vije en Deerlijk, mits: - het deeltraject a (vanaf de stuw aan de Slekkeput tot aan de monding in de Leie) geruimd wordt in de periode van 1/10/11 tem 1/02/12. het deeltraject b (afwaarts de Braamheuvelstraat tot aan de Gavers) geruimd wordt in de periode van 15/08/11 tem 1/02/12 er geen ruimingsactiviteiten zouden plaatsvinden tijdens vriesweer het protocol visreddingen gevolgd wordt indien abnormale vissterfte optreedt de werken in stroomopwaartse zin zouden georganiseerd worden * vluchtstroken van 10 meter ongemoeide waterloop worden voorzien per segment van 500 meter waterloop voor deeltraject a * vluchtstroken van 5 meter ongemoeide waterloop worden voorzien per segment van 500 meter waterloop voor deeltraject b eventuele structuurschade onmiddellijk zou hersteld worden landbouwgewassen structuurschade onmiddellijk zou hersteld worden het slib zou verwerkt worden conform de gebruikerscertificaten die ervoor verkregen worden. 8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 99 van 134
Machtiging tot het vellen van hoogstamminge bomen omwille van acuut gevaar Op basis van artikel 3.14° b. van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 kunnen alleenstaande bomen of enkele bomen in lijnverband, omwille van acuut gevaar, via een versnelde procedure geveld worden. Hiervoor is echter een plaatsbezoek en een machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos vereist. Een dergelijke noodvelling gaat meestal gepaard met de verplichting tot het heraanplanten van het dubbel aantal streekeigen inheemse bomen. Het voorbije jaar 2011 werd zowel door de stad als privaat gebruik gemaakt van deze noodprocedure: Datum
Aanvrager
Te rooien bomen
Ligging
Voorwaarden
02.03.2011
privaat
1 linde
Zuiderlaan 54
heraanplant linde met plantmaat 30/40
Zuiderlaan 44 (thv Jeugdcentrum)
geen machtiging voor het vellen omwille van hoogdringende redenen advies om de zware loten af te snoeien zodat de boom verminderd in volume en dat de habitus van de boom bewaard blijft
13.07.2011
stad
1 treurwilg
Machtiging voor het kappen van bomen in bosverband Op 30.08.2011 verleende het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een kapmachtinging aan Bekaert Textiles NV, Deerlijkseweg 22 te Waregem als beheerder van een privé-bos (art. 81 van het Bosdecreet van 13 juni 1990). Het betreft een terrein van 2,74 ha, waar volgende kappingen worden toegestaan: - afzetten hakhout - kaalkap 70 populieren De machtiging is geldig tot 31.03.2014. De kapping mag in geen geval leiden tot een vermindering van de oorspronkelijke bosoppervlakte. Omvorming naar tuin, aanplanten van sierstruiken, wijzigen van de kruidlaag of struiklaag, plaatsen van constructies is niet toegestaan. Deze machtiging wordt verleend onder volgende voorwaarden: - Tijdens het uitvoeren van de kappingen moet de exploitant een kopie van deze kapmachtiging bij zich hebben. - Er mag niet worden geveld of geruimd tijdens de standaard schoontijd van 1 april tot en met 30 juni - Tijdens het vellen en ruimen van de populieren moet het overige loofhout en de natuurlijke verjonging (van es, wilg, zwarte els, hazelaar) maximaal gespaard blijven. - Voor het kappen van de populieren kan de onderetage als hakhout afgezet worden. - Herbebossing is verplicht. Hiervoor moet de natuurlijke verjonging van es, wilg, zwarte els, hazelaar maximaal benut worden. Indien 5 jaar na het verlenen van de kapmachtiging nog onvoldoende natuurlijke verjonging met geschikte soorten aanwezig is, moet de gekapte oppervlakte waar nodig worden herbebost met es, zwarte els, hazelaar in een plantverband niet wijder dan 2 x 2,5 meter.
8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 100 van 134
Boomonderzoeken Van Ackers linde staat in de Grote Heerweg te Beveren-Leie, aan de toegangsweg naar de boerderij „De Cleurvijnck‟. Deze boom is vermoedelijk 200 jaar oud en is geschiedkundig zeer belangrijk voor de Bevernaar. De boom verkeert momenteel in slechte staat. In het College van Burgemeester en Schepenen van 27 januari 2011 werd de firma Tree Technics Christiaens aangesteld om een boomtechnisch onderzoek uit te voeren naar de levensvatbaarheid. In zijn conclusie en advies lezen we: Uit het boomonderzoek is gebleken dat de conditie van de boom slecht is. Analyse van de eindscheutlengtegroei wees uit dat de boom al jaren niet of nauwelijks groeit. In de loop van de jaren zijn de door het snoeien gevormde takstompen geheel of gedeeltelijk ver afgestorven. Door de uitvoering van diverse wegeniswerken werd de groeiplaats van de boom zwaar verstoord. Bij de uitvoering van de meest recente werken werd tot dicht bij de stamvoet diep gegraven met zware wortelschade tot gevolg. Dit heeft de boom onherstelbaar verzwakt, waardoor de boom in de aftakelingsfase terecht kwam. Het aanwezige zware dode hout vormt in die zin een verhoogd risico dat het bij uitbreken schade aan de omgeving kan veroorzaken. Het onderzoek met de Arbotom geluidstomograaf toonde aan dat de stam sterk verzwakt is. Door de geringe omvang en gewicht van de boomkruin is de mechanische belasting op de stam echter beperkt waardoor de stam op korte termijn wellicht niet zal bezwijken. Dus is het behoud van de boom, gezien de ver afgestorven boomkruin weinig zinvol. Wij bevelen hierdoor aan de boom te verwijderen en te vervangen door een nieuw exemplaar dat op termijn terug aan het verwachte eindbeeld kan voldoen. Het zal hierbij van groot belang zijn voldoende aandacht aan de groeiplaats te besteden, zodat deze voor het noodzakelijk volume aan doorwortelbare ruimte kan instaan. De Waregemse Yacht Club verzocht de stad de mogelijkheid te onderzoeken om de bomen (populieren) langsheen de jachthaven te SintEloois-Vijve te verwijderen. Verschillende bomen vertonen reeds verregaande rottingsverschijnselen en het gevaar van omwaaien met schade voor gevolg is verre van denkbeeldig, aldus de aanvrager. Ook is er elke lente opnieuw een verlies van gele kleurstof welke zeer hardnekkige vlekken veroorzaakt op de boten, zelfs onuitwisbaar op de bekleding. Het rooien, met eventuele heraanplant, kan niet gerekend worden tot het normaal beheer en onderhoud, voortvloeiend uit het gebruiksrecht dat de stad Waregem over deze gronden heeft. Het verzoek werd dan ook overgemaakt aan Waterwegen en Zeekanaal, Afdeling Bovenschelde. Het antwoord luidde als volgt: De toestand van de bomen zal door een erkende European Tree Worker worden onderzocht. Dit kan echter maar gebeuren in de loop van de maand januari 2012. Naargelang de resultaten van dit onderzoek zal de afdeling Bovenschelde van Waterwegen en Zeekanaal de nodige maatregelen treffen.
8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 101 van 134
De Zavelput „De Zavelput‟ is een zandwinningsput die in 1986 door de stad werd aangekocht. Gezien de grote ecologische waarde van het gebied werd reeds in de beginfase gedacht aan natuurontwikkeling en passieve recreatie. In opdracht van de stad Waregem voerde het milieustudiebureau Mestdagh in 1992 een studie uit over de Zavelput en omgeving. Het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (GNOP) duidt de Zavelput aan als prioritair aandachtsgebied. In de loop van de jaren werden o.a. de dam en het regelen van het waterpijl aangepakt en werden educatieve panelen geplaatst. Het beheer berust op afspraken tussen de stad en Natuurpunt. De stad staat in voor een goede toegankelijkheid en Natuurpunt neemt de beheerwerken voor zijn rekening (hooien, hakhoutbeheer,…). De stad zorgt voor de logistieke ondersteuning, voert hooi weg, hakselt snoeihout en voert overtollig haksel weg. Inmiddels werd de Zavelput uitgeroepen tot het mooiste stukje natuur van Waregem. Het Goed te Beaulieu is een historische hoeve, gelegen tussen het kerkhof, het natuurgebied „De Zavelput‟ en de Leie. In het verleden had de stad plannen om deze hoeve te kopen en er mogelijk een toeristisch en natuureducatief centrum van te maken. Momenteel is de interesse van de stad een beetje weg. Aankoop en restauratie zijn immers een dure aangelegenheid. Bij ministerieel besluit van 20 december 2011 werd „Goed te Beaulieu‟ wegens de historische en sociaal-culturele waarde beschermd als monument (afdeling 4, sectie A, perceelnrs. 153; 154; 155, 156, 158A,159 en 163B). Het algemeen belang dat de bescherming verantwoordt, wordt door het gezamenlijk voorkomen en de onderlinge samenhang van de volgende intrinsieke waarden gemotiveerd: De historische waarde: De hoeve speelt een belangrijke rol in de ontstaansgeschiedenis van Beveren-Leie aangezien deze de voormalige dorpsheerlijkheid van Beveren-Leie is. Reeds kort na de kerstening van de 7de eeuw wordt er een kapel opgericht. Het goed en de kapel, later uitgegroeid tot parochiekerk, vormen tot de Tweede Wereldoorlog het eigenlijke dorpscentrum, tot de kerk in mei 1940 moedwillig wordt gedynamiteerd en het gemeentebestuur na de oorlog beslist om op een meer centrale plaats van het ondertussen geëvolueerde Beveren-Leie, gerelateerd aan de steenweg, een nieuwe kerk op te richten (Kerkplein). Door het behouden kerkhof blijft het nadrukkelijke historische hof-kerk verband van de oude dorpsplaats nog steeds afleesbaar. De historische, in casu architectuurhistorische waarde Als zijnde een in oorsprong zeer belangrijke middeleeuwse site die tot ons is gekomen als fraai geheel van hoevegebouwen die thans dateren uit de 18-20ste eeuw. Het architecturaal waardevolle boerenhuis klimt op tot de 18 de eeuw en bewaart een dubbele opkamer met voutekelder, een 18de-eeuwse balkenlaag bestaande uit imposante moerbalken met gesculpteerde balksleutels en een dakkap opgebouwd uit een schaar- en nokgebint. Tevens vrij uitzonderlijk en gaaf bewaard wagenhuis met dilte, waarvan de houtstructuur is getelmerkt, gedateerd “1896”, gesigneerd door een timmerman en afkomstig zou zijn van een ouder boerenhuis op de site. Als voormalige omwalde site, waar zich gedurende meerdere eeuwen verschillende bewoningsactiviteiten hebben geconcentreerd, die gepaard gingen met een aantal bodemkundige ingrepen met zeer waarschijnlijk een archeologische neerslag tot gevolg. De voormalige, slechts deel bewaarde omwalling is nog afleesbaar in het reliëf. De sociaal-culturele waarde Door zijn ligging op de licht glooiende oevers van de Leie, aan het einde van de Sint-Jansstraat, achter het kerkhof van Beveren-Leie vormt de site van goed “Te Beaulieu” een baken in het landelijke gebied. Het bewaarde hof-kerk verband vervult een functie van historische herkenbaarheid naar het ontstaan en de ontwikkeling van de oude dorpsplaats van Beveren-Leie. Het samengaan van enkele landschappelijke elementen en het volume- en dakenspel van de hoeve zorgen voor een opvallend mooi en beeldbepalend ensemble in het valleilandschap. 8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 102 van 134
Beheerovereenkomst Oude Spoorwegberm Deze oude spoorwegberm start in de omgeving van het station van Waregem en loopt via de “Wijmeersen” tot in Sint-Eloois-Vijve. In totaal een lengte van ongeveer 1,5 km, voor een aanzienlijk deel op grondgebied van Zulte en deels op Sint-Eloois-Vijve te Waregem. Door het behoud van een aanzienlijk gedeelte van de dwarsliggers en rails heeft deze berm zijn oorspronkelijke structuur behouden. Na het verdwijnen van de spooractiviteit heeft de natuur deze talud verder ingepalmd en omgetoverd tot een waardevolle ecologische biotoop. Dankzij de bermstructuur heeft de levendbarende hagedis er één van de grootste stabiele populaties van de regio weten uit te bouwen. Het beheer, uitgevoerd door Natuurpunt, staat dan ook grotendeels in functie van deze hagedissoort, een voorbeeld van soortenbeschermend beleid. Door gerichte beheermaatregelen wil men de ontwikkeling van de vegetatie in de gewenste richting bijsturen. Naar aanleiding van de aankoop van het deel van de spoorwegberm op grondgebied Zulte door de gemeente Zulte werden er afspraken gemaakt met Natuurpunt over het beheer. Bij ministerieel besluit van 2 mei 2007 werd de uitbreiding van het erkend natuurreservaat nr. E245 “Gaverbeekse Meersen” te Zulte en Waregem met een bijkomende oppervlakte van 4ha 80a 07ca tot een totale oppervlakte van 5ha 64a 87ca goedgekeurd. De erkenning loopt tot 13 september 2028. Het bijbehorende beheerplan voor de toegevoegde percelen werd eveneens goedgekeurd. Voor Waregem verliepen de onderhandelingen minder vlot en kwam het niet onmiddellijk tot een overeenkomst. Het ziekenhuis was immers vragende partij om een nieuwe uitrit te realiseren over de Oude Spoorwegberm. De bouw van een nieuwe vleugel voor het ziekenhuis en de aanleg van een bijkomende parking verhoogde de druk op de spoorwegbedding. De verkeersproblematiek en –afhandeling van het ziekenhuis werd onderzocht door een verkeersdeskundige van Leiedal en Jo Deprez, de verkeersconsulent van de stad. Beiden kwamen, onafhankelijk van elkaar, tot dezelfde conclusie, namelijk: dat een bijkomende uitrit voor het ziekenhuis via de Oude Spoorwegberm de meest veilige oplossing is. De uitrit van de nieuwe parking van het ziekenhuis, wordt maximaal verschoven richting oud stationsgebouw. Op dit stukje “Oude spoorwegberm” wordt een gecombineerde uitrit en voetgangersen fietsverbinding aangelegd in duurzame waterdoorlaatbare materialen. Het resterende stukje spoorwegberm richting Zulte wordt opgewaardeerd naar “zone voor groengebied”. De verdere onderhandelingen met de stad verliepen nu wel vlot. In de gemeenteraad van 2 december 2009 keurde de stad een beheerovereenkomst met Natuurpunt goed voor het beheer van de Oude Spoorwegberm (stukje van de stad, ingekleurd als natuurgebied). Bij beslissing van de gemeenteraad van 6 juli 2010 werd het RUP Bilkhage voorlopig vastgesteld. Er werd een openbaar onderzoek gehouden. De GECORO weerlegde het bezwaar ingediend door Ruimte en Erfgoed, zodat de gemeenteraad in zitting van 11 januari 2011 het RUP definitief kon vaststellen. De teksten en plannen zijn terug te vinden op de website www.waregem.be/grup Op zaterdag 20 november 2011 voerde Natuurpunt Waregem-Zulte beheerwerken uit: het snoeien van wilgenstruweel, plaggen van een stuk spoorwegberm en maaibeheer. Park Casier: van beheerplan tot uitvoeringsplan De nieuwe visie van de Vlaamse overheid (Agentschap voor Natuur en Bos) over “Harmonisch Park- en Groenbeheer” (HPG) biedt een gestructureerde aanpak om in de toekomst met groene ruimten om te gaan. Harmonisch Park- en Groenbeheer houdt optimaal rekening met de verrassende veelzijdigheid van een park. Zeven pijlers/uitgangspunten worden afgebakend: duurzaam beheer dynamisch beheer beheer gericht op diversiteit 8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 103 van 134
mensgerichte maatregelen in het parkbeheer natuurgerichte maatregelen in het parkbeheer milieugerichte maatregelen organisatiegerichte maatregelen in het parkbeheer
Op het terrein komen deze verschillende pijlers niet los van elkaar voor, maar samen en steeds in wisselende evenwichten. Een actie op het ene vlak heeft ontegensprekelijk een weerslag op één of meer andere vlakken. Parkbeheer is dus meer dan ooit een evenwichtsoefening geworden. De beheervisie “Harmonisch Park- en Groenbeheer” is een instrument om dit evenwicht te vinden en te behouden. In de gemeenteraadszitting van 7 november 2006 werd beslist om de opdracht tot de opmaak van een beheerplan voor Park Casier uit te besteden. Het studiebureau Econnection cvba uit Gent kreeg de opdracht toebedeeld. In het voorjaar 2008 werd de officiële procedure tot het goedkeuren van het beheerplan doorlopen om tenslotte definitief bekrachtigd te worden in de gemeenteraad van 1 april 2008. Het beheerplan omvat volgende onderdelen: een inventaris een schriftelijke neerslag van het volledige studieproces van de huidige situatie tot het formuleren van beheerrichtlijnen een voorontwerp een globale kostenraming. In 2009 werden de restauratiewerken van het hekwerk rond het Park Casier definitief afgerond. Nu was de tijd aangebroken om de rest van het park op te frissen. Hiertoe diende de visie ontwikkeld in het “Parkbeheerplan Park Casier” vertaald te worden in een concreet plan. Om een gedetailleerd inzicht te krijgen in de uit te voeren werken, om de verschillende werken optimaal op elkaar af te stemmen en omwille van het beschermd statuut van het park, besliste de gemeenteraad in zitting van 1 juni 2010 deze opdracht uit te besteden aan een ontwerper, vertrouwd met deze materie. In het College van 16 december 2010 werd de opdracht toegewezen aan Geert Bossaert, Lolliestraat 15 te 8890 Moorslede. Het College van 20 januari 2011 bekrachtigde de samenstelling van het projectteam, die de ontwerper moet bijstaan in zijn opdracht. Naast de bevoegde schepen en vertegenwoordigers van de administraties heeft de minaraad een vertegenwoordiger in dit overlegorgaan. De belangrijkste overlegmomenten in chronologische volgorde: - 01/02/2011: knelpunten en aandachtspunten uit het beheerplan opgesteld door Econnection - 17/03/2011: eerste verkennende stappen in visie/aanpak door ontwerper - 28/04/2011: vier parkzones – cultuurzone, landschapspark, recreatie, natuur/bos - 10/05/2011: bespreking visie met Erfgoed en bijsturing van het voorontwerp - 30/06/2011: voorstelling voorontwerp aan College van Burgemeester en Schepenen - 28/09/2011: bomen en risico veiligheid, integratie van en afstemming op plannen voor het koetshuis - 08/11/2011: intern overleg met ontwerper over verdere aanpak - 29/11/2011: overleg met ANB - 22/12/2011: pre-advies Onroerend Erfgoed over ontwerp plan - 26/01/2012: intern overleg met ontwerper aanpak, fasering en raming 2012 - 16/02/2012: bespreking laatste knelpunten met College van Burgemeester en Schepenen. In het voorjaar 2012 worden stedenbouwkundige aanvraag en subsidiedossier opgemaakt, zodat de eerste werken kunnen aanvangen in het najaar van 2012.
8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
pagina 104 van 134
8.2. Acties Subsidiereglement behoud zwaluwenkolonies
Reglement en controle In het voorjaar 2010 ondertekende de stad het Biodiversiteitcharter met Natuurpunt Waregem-Zulte. Actiepunt 7 handelde over de soorten in de omgeving van de mens. De stad engageerde zich haar medewerking te verlenen aan acties en/of activiteiten ter bescherming van specifieke soorten. Het behoud van de broedgelegenheden van de huis-, boeren- en gierzwaluw is een mogelijkheid. In de gemeenteraad van 6 december 2010 werd, met eenparigheid van stemmen, het subsidiereglement “behoud zwaluwenkolonies” goedgekeurd. De gebruikers van woningen en gebouwen waarin zich één of meerdere nesten bevinden, komen in aanmerking voor een subsidie: 25 euro per jaar voor een kolonie bestaande uit 1 tot 3 nesten: 37 euro per jaar voor een kolonie bestaande uit 4 of 5 nesten: 50 euro per jaar voor een kolonie bestaande uit 6 of meer nesten De subsidie dient aangevraagd te worden in het broedseizoen tussen 15 mei en 15 juli. Het volledige reglement en aanvraagformulier is terug te vinden op de website van de stad. Conform artikel 11 van het reglement werd in het College van 1 juni 2011 beslist de controle te laten uitvoeren door Natuurpunt Waregem-Zulte. Aanvragen in 2011 Er werden tijdens het broedseizoen 2011 in totaal 14 aanvragen ingediend voor het bekomen van een subsidie voor het behoud van zwaluwkolonies. Alle dossiers werden gecontroleerd door Natuurpunt. Een overzicht van de ingediende dossiers ingediende dossiers 2011
14
boerenzwaluw
huiszwaluw subsidie
locaties
nesten
locaties
nesten
12
74
2
4
524 euro
Gierzwaluwenproject Natuurpunt Natuurpunt wenst in het voorjaar 2012 een gierzwaluwenproject op te starten. Zij wensen een 40-tal nestkastjes op strategische plaatsen te hangen. Het VTI was bereid zijn medewerking te verlenen, in het kader van een educatief project houtbewerking. In het College van Burgemeester en Schepenen van donderdag 9 juni 2011 besliste de stad de kosten hiervoor op zich te nemen. Inmiddels worden tussen alle betrokken partijen verdere afspraken gemaakt m.b.t. de concrete uitvoering.
8.2. Acties
pagina 105 van 134
Groene Sporen
Eind december 2009 erkende de Vlaamse Regering de Regionale Groenstructuur Zuid-West-Vlaanderen en de Leievallei tussen Wervik en Waregem als strategisch project in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Dit project werd door de provincie WestVlaanderen en Leiedal ingediend, samen met de dertien gemeenten en met diverse administraties (VLM, ANB, W&Z, Westtoer). Concreet biedt deze erkenning de mogelijkheid om gedurende drie jaar een projectcoördinator aan te stellen bij zowel Leiedal als de Provincie. Bovendien zijn er middelen beschikbaar voor verwerving van gronden. Met dit project, dat intussen de naam “Groene Sporen” kreeg, willen de initiatiefnemers: een aantrekkelijke „groene‟ leefomgeving creëren om te wonen, te werken en te ontspannen; bouwen aan een regio met een sterke identiteit en een grotere landschappelijke ecologische kwaliteit.
Zij willen in dialoog met alle betrokken maatschappelijke sectoren, de bestaande en nieuwe natuur- en bosgebieden, open ruimtes, waardevolle landschappen en parkgebieden, kwalitatief verbeteren en ruimtelijk met elkaar verbinden. En dit zowel in de verstedelijkte als de landelijke gebieden. Op deze manier ontstaat een regionaal netwerk van groene assen langs rivier- en beekvalleien, natuur- en boscomplexen, reliëfcomponenten, grotere en kleinere open ruimtegebieden. In eerste instantie focust het strategisch project op vier grote groen-blauwe assen in de regio, namelijk de Leievallei, de Heulebeek, het kanaal Bossuit-Kortrijk en de Scheldevallei. Het is de ambitie om vanuit bestaande gebiedsvisies voor deze „sporen‟, concrete realisaties op de rails te zetten. Op 1 juli 2010 is het project officieel van start gegaan. De 13 betrokken gemeentebesturen werden geïnformeerd en bevraagd naar hun plannen. Op basis van dit overleg werden een aantal hefboomprojecten geselecteerd, die op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Onder tussen werd al heel wat op de sporen gezet. Voor een goede terugkoppeling en afstemming met de brede groep van bestuurlijke vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten, de provincie en het Vlaamse Gewest werd op zaterdag 7 mei 2011 een Algemene 8.2. Acties
pagina 106 van 134
Vergadering gehouden. Op de agenda stonden o.a.: - korte toelichting van het strategisch project + overzicht van de deelprojecten - overzicht genomen stappen in het eerste projectjaar + planning tweede projectjaar - grondverwervingssubsidie vanuit Groene Sporen - toelichting geïntegreerde visie gebiedsvisie kanaal Bossuit-Kortrijk De Algemene vergadering viel samen met de eerste Groene Sporendag, waarbij het kanaal Bossuit-Kortrijk in de schijnwerpers stond. De bedoeling is dat de Groene Sporendag uitgroeit tot een jaarlijks evenement, waarbij publieksactiviteiten worden gecombineerd met een voorstelling van de Groene Sporen-projecten aan alle partners en het brede publiek. Inmiddels fusioneerden de Kerngroep en de Algemene Vergadering tot een Stuurgroep, dit om de vergaderdruk te beperken. Dit nieuw overlegorgaan kwam voor het eerst samen op dinsdag 11 oktober 2011. Op de agenda stonden volgende onderwerpen: - afwegingscriteria voor grondverwerving - toelichting van voorliggende subsidiedossiers grondverwerving – eerste fase - goedkeuren van in te dienen subsidiedossiers - bespreking overzicht van te realiseren verbindingen van bovenlokale recreatieve fietspaden - bespreking overzicht van watergebonden dossiers Een nieuw communicatiemoment is voorzien in het voorjaar 2012. Het Seine-Schelde project
Geïntegreerd Strategisch Plan
Rivierherstel Leievallei
Binnen Europa zijn bepaalde vaarassen voor de binnenvaart erkend als horende bij het Trans- Europees Netwerk (TEN). Bij de noordzuidverbindingen van dit netwerk hoort de as Seine-Schelde, waarvan de Leie deel uitmaakt vanaf Deûlémont tot aan het Afleidingskanaal van de Leie te Deinze. De economische studie „project Seine-Schelde‟, uitgevoerd in 1998-1999 in opdracht van de Afdeling Bovenschelde van de Administratie Waterwegen en Zeewezen (thans W&Z), heeft aangetoond dat de uitbouw van de Seine-Scheldeverbinding tot 4.400 ton duwvaart voor Vlaanderen een interessante investering is. Specifiek voor het traject Wervik - Deinze wordt hieraan het project 'Rivierherstel Leie' gekoppeld, dat zo veel mogelijk van de oorspronkelijke toestand van de rivier wil herstellen. Het „project Seine-Schelde‟ werd samen met „Rivierherstel Leie‟ in 2005 uitgewerkt tot een Geïntegreerd Strategisch Plan. Dit strategisch plan is afgestemd op de Europese Kaderrichtlijn Water, die stelt dat gekanaliseerde rivieren in 2015 een reeds goed ecologisch potentieel moeten bereiken, met als latere mijlpalen voor verdere verbetering 2021 en 2027. Er is voorzien om tegen 2015 natuurvriendelijke oevers te bouwen met integratie van parallel liggende oude rivierbeddingen, het bouwen van aansluitingsconstructies ter hoogte van oude dwarsliggende meanders en van vispassages aan de sluizen. Tegen 2021 moeten de nog aanwezige meanders gebaggerd zijn en tegen 2027 opgevulde meanders terug uitgegraven zijn. Ondertussen zijn reeds heel wat specifieke onderzoeken gevoerd: - in een landschapsstudie is de visie uit het geïntegreerd strategisch plan over het ontwikkelen van de Leie als blauw-groene as, ruggengraat en identiteitsbepalende factor voor de streek verder uitgewerkt i.f.v. de invulling van concrete deelprojecten - in een ecohydrologische studie is per deelgebied nagegaan welke oppervlaktes in aanmerking komen voor bepaalde ecotooptypes van watergebonden terrestrische natuur
8.2. Acties
pagina 107 van 134
-
de Vlaamse Landmaatschappij heeft een landbouwstudie uitgevoerd waarin een landbouwgevoeligheidsanalyse is doorgevoerd in het plan-MER Seine-Schelde zijn de milieueffecten van het geïntegreerd strategisch plan beoordeeld.
Wie meer over de studie wil weten en lezen verwijzen we naar de website www.wenz.be/projecten/seineschelde. Rivierherstel De Vlaamse Regering keurde op 17 december 2010 het project „Rivierherstel Leie‟ goed. Tussen 2011 en 2027 moet de Leie niet alleen een betere vaarweg worden, maar moeten ook het landschap en de natuur rond de oude Leie worden hersteld. De meanders van de oude rivierloop, die afgesneden werden bij de rechttrekking van de Leie, zullen op goed gekozen plaatsen weer in contact gebracht worden met de rivier. Waar mogelijk zal ook het historisch winterbed opnieuw zichtbaar worden als natuurgebied. Een winterbed is in de winter het leefgebied bij uitstek voor watervogels, in de zomer vinden we er bloeiende graslanden, moeras en plaatsen die bulken van de biodiversiteit. De Regering besliste om in totaal 500 ha „watergebonden terrestrische natuur‟ te ontwikkelen, vooral in de van nature laaggelegen gebieden langs de loop van de Oude Leie en dit in tien verschillende projectgebieden, gelegen tussen de Franse grens en Deinze. De uitvoering start vanuit Frankrijk en eindigt in 2027 met de inrichting van een laatse gebied in de streek van Deinze. Voor de landbouwsector wordt voorzien in flankerende maatregelen zoals een grondbank (met financiële stimuli) die ruilgronden in de omgeving ter beschikking moet stellen van landbouwers. Waar de projectgebieden nog geen groene bestemming hebben, wordt de komende jaren een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan opgemaakt, dit in het kader van de afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur. Concreet is het Agentschap voor Natuur en Bos belast met de realisatie van de 500 ha watergebonden terrestrische natuur. De NV Waterwegen en Zeekanaal is belast met de realisatie van de overige onderdelen (oeververbreding, natuurvriendelijke oevers, aantakking meanders, …) van het geïntegreerd plan Seine-Schelde. De Vlaamse Landmaatschappij heeft de opdracht voor deze gebieden een landbouweffectenrapport (LER) op te stellen en een grondbank Leievallei op te richten. De Vlaamse Regering heeft ook beslist dat een klankbordgroep moet worden opgericht, bestaande uit de leden van de stuurgroep en de betrokken actoren. De klankbordgroep kwam voor het eerst samen op 27 mei 2011 in aanwezigheid van Vlaams minister Hilde Crevits. Natuurvriendelijke oevers Momenteel werden door nv Waterwegen en Zeekanaal de grootste afkalvingen prioritair beveiligd met een eenvoudige ingreep, namelijk palenrijen en riet, maar dit zonder bijkomende grondaanvullingen. Er wordt nu een evaluatieperiode ingebouwd, waarin de aangelegde natuurvriendelijke oevers zowel ecologisch als technologisch zullen geëvalueerd worden door respectievelijk het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en de Universiteit Gent. In de loop van de volgende jaren zullen er dan systematisch van noord naar zuid natuurvriendelijke oeververdedigingen aangelegd worden, rekening houdend met de resultaten van de evaluatie. Aantakken meanders Waterwegen en Zeekanaal heeft inmiddels een studieopdracht toebedeeld aan Arcadis om de mogelijkheid tot aantakking van de verschillende Oude Leiemeanders te onderzoeken. Op 22 juni 2011 werd hierover met alle betrokken actoren van gedachte gewisseld. Voor de omgeving van Waregem noteren we volgende voorstellen: - Ooigem – Munkenhof De meander is grotendeels open water. Aan de binnenzijde van de meander ligt de hoeve Munkenhof. De Paddebeek (slechte 8.2. Acties
pagina 108 van 134
-
-
waterkwaliteit) stroomt nu deels in de meander, deels watert die rechtstreeks af naar de Leie. * stroomopwaarts: geen verbinding * stroomafwaarts: duiker door de dijk, kant meander drempel met schotbalken Desselgem – Schoondale Het opwaartse stuk van de meander is gedempt en kan niet terug opengemaakt worden wegens het industriegebied. Het afwaartse stuk is ook gedempt. De Schoondale beek stroomt tussen industriegebied en meander naar de Leie in open verbinding. * stroomopwaarts: geen verbinding * stroomafwaarts: geen verbinding Sint-Baafs-Vijve: Oude Plaats De meander is grotendeels open water. Aan de opwaartse kant is de meander gedempt. De kasteelbeek mondt ter hoogte van de voormalige instroom van de meander uit in de Leie. * stroomopwaarts: geen verbinding * stroomafwaarts: duiker door de dijk, kant meander drempel met schotbalken, afwaarts terugslagklep
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan – Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk Bij besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008 werd het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) „Leievallei en open ruimte omgeving Kortrijk‟ goedgekeurd. Het plan heeft betrekking op delen van het grondgebied van de gemeenten Harelbeke, Menen, Kortrijk, Waregem, Wervik, Wevelgem en Wielsbeke en wordt opgesplitst in 7 deelgebieden. Deelgebied 5 “Plaatsbeek-Ooigembos” Dit deelgebied is deels gelegen op het grondgebied van Waregem. Voor Waregem bevat dit plan o.a. Goed te Beaulieu, het natuurgebied de Zavelput en het aansluitende landbouwgebied, richting Desselgem. De voorschriften voor dit gebied zijn: - Gemengd openruimtegebied (GO) Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg, landbouw en recreatie nevengeschikte functies. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor deze functie zijn toegelaten. - Natuurverwevingsgebied (in overdruk) Een natuurverwevingsgebied is een gebied waarbij de functie natuurbehoud nevengeschikt is aan de overige functies van het gebied. Het deelgebied 6 “Vallei van de Kasselrijbeek” Dit deelgebied is volledig op het grondgebied van Waregem gelegen. Het omvat een gebied ten zuiden van de E17 tussen de grens met Deerlijk en de Blauwe Zwaanstraat. De voorschriften voor dit gebied zijn: - Natuurgebied (N) Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu. Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden zijn toegelaten. - Vlaams Ecologisch Netwerk (in overdruk) Het gebied is een onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Via de website van de stad, onder het thema ruimtelijke planning, bestaat een link naar het definitieve plan met zijn verordenende stedenbouwkundige voorschriften.
8.2. Acties
pagina 109 van 134
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan – Vallei van de Leie van Bavikhove tot Deinze Op 8 december 2011 werd de agenderingsnota voor de opmaak van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) “Vallei van de Leie van Bavikhove tot Deinze” overgemaakt aan de coördinatiecommissie. Het plangebied omvat de Leievallei stroomafwaarts Kortrijk, van Bavikhove tot het Kleinstedelijk gebied Deinze en omvat de gemeenten Wielsbeke, Waregem, Dentergem, Zulte en Deinze. De doelstelling van het op te maken GRUP is uitvoering geven aan de richtinggevende en bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) inzake de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur zoals nader uitgewerkt in de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos in de regio Leiestreek. Meer specifiek zal het plan ook uitvoering moeten geven aan de beslissing van de Vlaamse Regering over het project “Rivierherstel Leievallei” waarbij de realisatie van bijkomende „watergebonden terristrische natuurgebieden‟ in de van nature laaggelegen gebieden langs de loop van de Oude Leie. Het plan zal daarvoor noodzakelijk bestemmingen en stedenbouwkundige voorschriften vastleggen op perceelsniveau. Voor Waregem zullen ongetwijfeld volgende gebieden aan bod komen: - de omgeving van het Munkenhof en het kasteel van Ooigem met als doelstelling: behoud en versterking van gevarieerde valleilandschappen met ruimte voor waterberging - in het gebied Leivallei-Schoondalebocht en de Leiemeander Sint-Baafs-Vijve wordt een open stadsrandbos voor het kleinstedelijk gebied Waregem ontwikkeld, met als doelstelling ontwikkelen van recreatieve groengebieden. - de landbouwgebieden Desselgem-west en Desselgem-noord, met als doelstelling: ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw In de loop van het verdere planningsproces zullen alle betrokken actoren gecontacteerd en geïnformeerd worden. Regionale opvolging Op de Raad van Bestuur van Leiedal van 25 november 2011 werd beslist om het Seine-Schelde-project van nabij op te volgen en ondersteuning aan de gemeenten aan te bieden. Hiermee wordt ingegaan op een vraag vanuit de Conferentie van Burgemeesters. Op termijn plant nv Waterwegen en Zeekanaal een reeks van grootschalige investeringen in onze streek, opgebouwd uit twee luiken: - Luik vaarweg (nu – 2016) bevaarbaar maken van de vaarweg tot 4.400 ton door aanpassingen van het traject, vernieuwen kademuren, aanpassen sluizen en bruggen, bochtverbredingen en aanbrengen passeerstroken. -
Luik rivierherstel Leie (2015-2027) Creëren van natte natuur, uitbaggeren van meanders en creatie van natuurvriendelijke oevers.
Deze werken zullen een grote impact hebben op onze regio en biedt de gemeenten grote opportuniteiten. Bij de realisatie van de werken aan de vaarweg en de werken in kader van het rivierherstel moeten de gemeentelijke bekommernissen, wensen en uitdagingen geïntegreerd worden door dit investeringsmoment ten volle te benutten. Op 21 december 2011 vond een eerste overleg plaats. De Seine-Schelde-project werd in zijn juiste context geplaatst, een voorstel van aanpak werd geformuleerd en atlas van projecten overlopen. Om alles verder te kunnen verfijnen werd besloten de betrokken gemeenten individueel te bevragen. Voor Waregem was dit op 25 januari 2012. Een nieuw overlegmoment is reeds ingepland op 29 februari 2012. 8.2. Acties
pagina 110 van 134
9. Thema Bodem 9.1.
Basis 9.1.1.
Inschakelen erkend bodemsaneringsdeskundige
9.1.2.
Vergunning TOP obv code van goede praktijk
9.2. Acties
9. Bodem
pagina 111 van 134
pagina 112 van 134
9.1.1.
Inschakelen erkend bodemsaneringsdeskundige
Inschakelen van een erkend bodemsaneringsdeskundige. De stad, die de basis van de Samenwerkingsovereenkomst ondertekent, kan aanspraak maken op een financiële ondersteuning van de OVAM voor het inschakelen van een erkend bodemsaneringsdeskundige bij een acuut geval van bodemverontreiniging.
Het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming geeft de burgemeester de bevoegdheid en de plicht om bij bepaalde schadegevallen maatregelen ter behandeling van bodemverontreiniging op te leggen. Het gaat om schadegevallen die gemeld worden binnen de veertien dagen nadat ze zich hebben voorgedaan en die binnen een termijn van 180 dagen kunnen aangepakt worden. De burgemeester moet in die bepaalde gevallen een besluit met opgelegde maatregelen overmaken aan de saneringsplichtige. Deze maatregel geeft de inwoners de kans om op korte termijn en mogelijk op kostenbesparende wijze de bodemverontreiniging aan te pakken. De stad Waregem heeft tot op heden geen raamcontract afgesloten met een erkend bodemsaneringsdeskundige. In 2011 werden er op de milieudienst GEEN schadegevallen gemeld waarbij de bevoegde overheid de burgemeester is.
9.1.1. Inschakelen erkend bodemsaneringsdeskundige
pagina 113 van 134
9.1.2.
Vergunningen TOP op basis van code van goede praktijk
Code van goede praktijk voor Tijdelijke Opslagplaatsen. De stad baseert zich voor het vergunnen van tijdelijke opslagplaatsen (TOP) op de code van goede praktijk, opgesteld door de OVAM.
In de loop van 2011 werden er op het grondgebied van de stad Waregem twee vergunningsaanvragen behandeld voor het verlenen van tijdelijke opslagplaatsen van uitgegraven bodem (TOP) overeenkomstig rubriek 2.3.1. (uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Bodemdecreet en het Vlarebo) en rubriek 61.2. (uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo) van de indelingslijst bijlage 1 bij Vlarem I. De tijdelijke opslagplaatsen vormden in beide gevallen een onderdeel van een inrichting die in haar globaliteit tot de eerste klasse behoorde en waarbij de beslissingbevoegdheid bij de Deputatie van de Provincieraad lag.
De Deputatie van de Provincieraad verleende op 3 maart 2011 vergunning aan NV Devagro/Devarec/Devatran/Devamat voor het exploiteren van een aannemers bedrijf, gelegen (langs de Leie) Bushoek te Desselgem. Dit besluit omvatte o.a. vergunning voor: - rubriek 2.1.3.1. tussentijdse opslagplaats voor 5.000 m³ uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing overeenkomstig Vlarebo (klasse 2) - rubriek 61.2.1. tussentijdse opslagplaats voor 5.000 m³ uitgegraven bodem die wel voldoet aan een toepassing overeenkomstig Vlarebo (klasse 3) De vergunning werd verleend mits naleving van o.a. volgende bijzondere voorwaarde voor de TOP: Gronden die niet voldoen aan bijlage 5 van Vlarebo of aan de criteria van inert dienen op een vloeistofdichte vloer opgeslagen te worden om bodem of grondwater verontreiniging te voorkomen, met afwateringssysteeem via een slibvangput en KWSafscheider. Uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing van bijlage 5 van het Vlarebo of verontreinigingen bevat andere dan stenen of bodemvreemde materialen dient bovendien te worden afgedekt met een waterdicht zeildoek of dient in de loods te worden opgeslagen teneinde het uitspoelen van gevaarlijke stoffen te vermijden. Gronden met een concentratie van >25 ppm BTEX of >50 ppm VOCL moeten afgedekt opgeslagen worden.
De Deputatie van de Provincieraad verleende op 19 januari 2012 vergunning aan NV Devagro/Devarec/Devamat voor het exploiteren van een inrichting voor de verwerking van afvalstoffen met tankstation en car-wash, gelegen (achter de firma Hartex) Bushoek zn te Desselgem. Dit besluit omvatte o.a. vergunning voor: - rubriek 2.1.3.1. tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem van 500 m³ die niet voldoet aan een toepassing van het Bodemdecreet en het Vlarebo (klasse 2) - rubriek 61.2.1. tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem van 1.500 m³ die voldoet aan een toepassing van het Bodemdecreet en het Vlarebo (klasse 3)
9.1.2. Vergunning TOP obv code van goede praktijk
pagina 114 van 134
9.2. Acties Inventaris eigen risicogronden.
De wetgever heeft een aantal activiteiten bestempeld als potentieel risicovol met betrekking tot bodemverontreiniging. De percelen waarop deze activiteiten gevestigd waren of zijn dienen te worden onderworpen aan een oriënterend bodemonderzoek. - ofwel periodiek - ofwel bij het beëindigen van de risico-activiteit - ofwel bij vervreemding Overeenkomstig deze wettelijke verplichtingen nam de stad voor een aantal risicogronden uit het stedelijk patrimonium het initiatief tot het uitvoeren van een oriënterend bodemonderzoek. Voor andere risicogronden nam de stad na aankoop de saneringsplicht op zich. Gronden kunnen eveneens verontreinigd worden als gevolg van lekverontreiniging van aanpalende percelen. Al deze gronden belanden in het grondeninformatieregister (GIR) van de OVAM. Niet alle vervuilde gronden dienen echter gesaneerd te worden. Zo wordt bij recente verontreiniging niet steeds de bodemsaneringsnorm overschreden. Anderzijds kan historische verontreiniging, die geen dreigend gevaar inhoud, getolereerd worden, al dan niet onder permanente opvolging. Ook na sanering kan er restverontreiniging over blijven. Hierna wordt kort een overzicht gegeven van de meest recente gegevens over stedelijke risicogronden.
9.2. Acties
Site
Onderzoeken
Recent bodemattest
Bodemattest inhoud
PPS-project Regenboogstadion Zuiderlaan
OBO in opmaak
nog niet afgeleverd
nog niet bekend.
Openbare weg Zultseweg
BBO dd. 02/12/2010 (Bofas)
15/02/2011
in grondeninformatieregister (GIR) niet tot stand gekomen op deze grond geen sanering vereist
Containerpark Transvaalstraat
OBO dd. 08/11/2001 (periodiek) OBO dd. 14/06/2010 (stopzetting)
11/08/2010
in grondeninformatieregister geen overschrijding BSN geen ernstige bodemverontreiniging overschrijding richtwaarden geen beschrijvend bodemonderzoek
Openbare weg Stationsstraat (hoek Noorderlaan)
BBO dd. 17/05/2010
08/07/2010
in grondinformatieregister (GIR) historische verontreiniging niet tot stand gekomen op deze grond saneringsplicht bij voormalig tankstation
pagina 115 van 134
Stedelijke werkplaats Deerlijkseweg
9.2. Acties
OBO dd. 05/07/2004 BBO dd. 19/12/2007 BBO dd. 16/04/2010 (aanvullend)
23/06/2010
in grondinformatieregister gemengde bodemverontreiniging, overwegend historisch bodemsanering nodig
Openbare weg Hoek DeerlijksewegVichtseweg
BBO dd. 26/09/2005 BBO dd. 21/12/2009
28/01/2010
in grondinformatieregister gemengde verontreiniging overwegend historisch niet tot stand gekomen op deze grond bodemsanering verplicht saneringsplicht bij garage/tankstation
BLOSO-sporthotel Veldloopstraat
OBO dd. 12/02/1998 BBO dd. 27/10/1998 BSP dd. 15/05/2000 OBO dd. 25/11/2005
eindverklaring bodemsanering 21/05/2008
geen opname meer in register van verontreinigde gronden
Openbare weg Keukeldam
OBO dd. 03/10/1996 OBB dd. 22/12/1998 BBO dd. 31/05/2001 BSP dd. 17/08/2001 OBO dd. 04/06/2002
eindverklaring bodemsanering 30/05/2007
in grondinformatieregister historische verontreiniging geen verdere maatregelen noodzakelijk
Parking Regenboogstadion Zuiderlaan
BBO dd. 18/03/2005 OBO dd. 30/11/2005
25/01/2006
in register verontreinigde gronden historische bodemverontreiniging geen ernstige bedreiging geen verdere maatregelen
Expo Zuiderlaan
OBO dd. 22/08/2002 BBO dd. 18/03/2005 BSP dd. 04/07/2005
13/09/2005
in register verontreinigde gronden historische bodemverontreiniging geen ernstige bedreiging geen verdere maatregelen
Kabouterbos Schoendalestraat
BBO dd. 08/12/2003
20/05/2005
in register verontreinigde gronden historische bodemverontreiniging geen ernstige bedreiging geen verdere maatregelen
pagina 116 van 134
Openbare weg Roterijstraat
BBO dd. 10/03/2003 BBO dd. 14/01/2004 (aanvulling) aanvullende fax dd. 16/03/2004
in register verontreinigde gronden historische verontreiniging een ernstige bedreiging niet tot stand gekomen op deze grond (Carrefour) verdere maatregelen vereist
School Koning Albertstraat
BBO dd. 23/12/2003 BBO dd. 13/02/2004
11/03/2004
in register verontreinigde gronden gemengde verontreiniging BSN wordt overschreden een ernstige bedreiging niet tot stand gekomen op deze grond (Agglo) verdere maatregelen vereist
Openbare weg Schoolstraat
BBO dd. 23/12/2003 BBO dd. 13/02/2004
11/03/2004
in register verontreinigde gronden gemengde verontreiniging BSN wordt overschreden een ernstige bedreiging niet tot stand gekomen op deze grond (Agglo) verdere maatregelen vereist
Openbare weg Koning Albertstraat
BBO dd. 23/12/2003 BBO dd. 13/02/2004
11/03/2004
in register verontreinigde gronden gemengde verontreiniging BSN wordt overschreden een ernstige bedreiging niet tot stand gekomen op deze grond (Agglo) verdere maatregelen vereist
Containerpark Lindestraat
OBO dd. 05.04.2004
niet in register verontreinigde gronden
Containerpark Leenakkerstraat
OBO dd. 11/12/2001 OBO dd. 29/10/2002 (aanvulling)
niet in register verontreinigde gronden
OBO: oriënterend bodemonderzoek
9.2. Acties
23/08/2004
BBO: beschrijvend bodemonderzoek
BSP: bodemsaneringsproject
pagina 117 van 134
Sanering stedelijke werkplaats.
In het kader van de periodieke verplichtingen en het vermoeden van bodemverontreiniging van een mogelijke lekkende tank werd besloten tot een oriënterend bodemonderzoek over te gaan voor de gehele site van de stedelijke werkplaats. Door het College van Burgemeester en Schepenen werd in zitting van 24 september 2003 de nv Asset, Wiedauwkaai 51 te 9000 Gent belast met een bodemonderzoek. Op basis van dit oriënterend bodemonderzoek dd. 05/07/2004 oordeelde de OVAM dat er ernstige aanwijzingen zijn dat er een gemengde bodemverontreiniging voorkomt die de bodemsaneringsnormen overschrijdt of dreigt te overschrijden. De stad werd op 12 januari 2005 gewezen op zijn verplichting tot het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek. In het College van Burgemeester en Schepenen van 20 april 2006 werd het beschrijvend bodemonderzoek toegewezen aan het ingenieursbureau Asset nv uit Gent. Ondertussen werden er verschillende vervolgfases goedgekeurd om de afbakening verder te verfijnen. Op 19 december 2007 werden de conclusies van het beschrijvend bodemonderzoek overgemaakt aan de OVAM. In haar schrijven van 13 februari 2008 deelde de OVAM mee dat het document niet conform verklaard werd en dat tal van bijkomende onderzoeksverrichtingen nodig waren. In de loop van 2008 en 2009 werden bijkomende metingen uitgevoerd. Het aanvullend beschrijvend bodemonderzoek d.d. 16 april 2010 werd door de OVAM op 23 juni 2010 conform verklaard aan de bepalingen van het Bodemdecreet. Het betreft een gemengde – overwegend historische – bodemverontreiniging. Op basis van de resultaten is bodemsanering nodig. De bodemverontreiniging kan als volgt samengevat worden: - verontreiniging van het grondwater: - MTBE: deze verontreiniging komt voor ter hoogte vn de verwijderde ondergrondse houders en heeft zich verspreidt op het perceel 205/t/4 en de Hooibeek, de verontreiniging vormt een drijflaag. - minerale olie: deze verontreiniging komt voor ter hoogte van de verwijderde ondergrondse houders en vormt een drijflaag - BETEX: deze verontreiniging komt voor ter hoogte van de verwijderde ondergrondse houders en vormt een drijflaag die zich heeft verspreid tot aan de Hooibeek - een zoutverontreiniging die resulteert in een verhoogde geleidbaarheid: deze verontreiniging is afkomstig van de zoutopslag - CN: de verontreiniging is afkomstig van de zoutopslag - verontreiniging in het vaste deel van de aarde: - minerale olie, BTEX en MBT: een verontreiniging ter hoogte van de verwijderde ondergrondse houders - gemengde historische verontreining met minerale olie: ter hoogte van de afvoerbuis die leidt naar de Hooibeek In de gemeenteraad van 3 mei 2011 werd de aanstelling van een ontwerper voor de opmaak van het bodemsaneringsproject goedgekeurd. Het dossier wordt binnen de stedelijke administratie behartigd en verder opgevolgd door de dienst gebouwen. Wie meer wil weten over de aard en de omvang van de verontreiniging kan zich tot deze dienst wenden.
Het grondeninformatieregister van de OVAM
Sinds 1 juni 2008, met het in voege treden van het bodemdecreet, zijn alle gronden waarvoor gegevens bekend zijn bij de OVAM opgenomen in het grondeninformatieregister (GIR) en is er geen register van verontreinigende gronden meer. In het GIR zijn zowel onderzochte gronden opgenomen alsook gronden waarvan geweten is dat er risicoactiviteiten op plaatshadden of –hebben. Hieronder vindt u voor Waregem -van de gronden opgenomen in het grondeninformatieregister- het aantal kadastrale percelen terug waarvoor verdere maatregelen in het kader van het bodemdecreet nodig zijn omdat er mogelijke nadelige effecten zijn voor mens en/of milieu. Tevens vindt u het aantal percelen terug waar na het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek een sanering nodig is.
9.2. Acties
pagina 118 van 134
Daarnaast vindt u ook het aantal percelen terug waar een sanering heeft plaatsgevonden, telkens met de respectievelijke totale oppervlakte in ha. Toestand op 01/01/2012: aantal percelen waarvoor verdere maatregelen nodig zijn: 198, oppervlakte (ha): 258 (5,74% t.o.v. totale oppervlakte, 70,84% hiervan ligt in industriegebied) aantal percelen waarvoor sanering nodig: 87, oppervlakte (ha): 80 (1,78% t.o.v. totale oppervlakte, 81,50% hiervan ligt in industriegebied) eindverklaring sanering afgeleverd: 55 percelen, oppervlakte (ha): 24 Subsidie voor groenbedekkers.
De erosiegevoeligheidskaart van de Vlaamse gemeenten kan geraadpleegd worden op http://dov.vlaanderen.be klik verder naar bodem > erosie > erosiegevoeligsheidskaart. Deze kaart geeft voor elke gemeente in Vlaanderen de gemiddelde gevoeligheid voor bodemerosie weer (status 2006). De kaart geeft dus op niveau van Vlaanderen een eerste indicatie van de locatie van erosiegevoelige gebieden. De kaart is een afgeleide van de potentiële bodemerosiekaart per perceel (2006). Waregem wordt gekwalificeerd als “zeer weinig erosiegevoelig”. Waregem is vlak met zeer geringe hoogteverschillen. De erosiebestrijding is dan ook geen prioritair aandachtspunt voor de stad. Toch werd in zitting van 3 maart 1992 van de gemeenteraad, besloten om op het grondgebied van Waregem over te gaan tot het toekennen van een aanmoedigingspremie voor het inzaaien en onderploegen van groenbemesters.
In de gemeenteraad van 7 oktober 2008 werd het reglement aangepast en bijgestuurd tot een subsidie voor groenbedekkers, met onderstaande principes: - subsidie van 50,00 euro per ha ingezaaide en ondergeploegde groenbedekker - maximaal 1/5 van de totale oppervlakte van de cultuurpercelen gelegen in Waregem komt in aanmerking voor een subsidie - de subsidie bedraagt maximaal 350 euro per landbouwer per jaar - de subsidie voor een perceel kan niet gecumuleerd worden met een premie van een andere overheid Samenvattend een schematisch overzicht van de belangrijkste gegevens i.v.m. deze subsidie: 2009
2010
2011
Aantal aanvragen
43
41
42
Betoelaagde opp.
158,628 ha
192,170 ha
148,286 ha
7 480,30 euro
6 962,80 euro
7 414,30 euro
Totale subsidie
9.2. Acties
pagina 119 van 134
pagina 120 van 134
10. Duurzame ontwikkeling 10.1. Basis 10.1.1. passieve sensibilisatie
10.2. Acties
10. Duurzame ontwikkeling
pagina 121 van 134
pagina 122 van 134
10.1.1.
Passieve sensibilisatie
De stad onderneemt passieve sensibilisatie m.b.t. duurzame ontwikkeling.
Ook in 2011 hadden verschillende stadsdiensten oog voor duurzaamheid. De belangrijkste acties zijn terug te vinden in het hoofdstuk 10.2. Acties. De burger werd gesensibiliseerd via diverse communicatiemiddelen. Website De website heeft oog voor duurzaamheid. Een pagina is gewijd aan de term duurzaamheid. Diverse links geven de mogelijkheid om meer over het thema te weten te komen. www.ecolife.be : website voor een nieuwe, duurzame levensstijl www.voetafdruk.be : uitleg over de ecologische voetafdruk en de mogelijkheid om je eigen voetafdruk te berekenen www.vodo.be : vlaams overleg duurzame ontwikkeling www.icdo.fgov.be : commissie voor duurzame ontwikkeling Stadskrant De Sprong Op 2 oktober 2011 werd de derde boerenmarkt gehouden in Waregem. De boerenmarkt wil consumenten aanmoedigen om bewust en gezond te consumeren en producten van eerlijke handel en duurzame landbouw beter te leren kennen en appreciëren. In het artikel van De Sprong van september werd niet alleen reclame gemaakt voor de markt zelf, maar ook uitgelegd wat duurzame landbouw is. Het volledige is artikel is terug te vinden op de website www.waregem.be/milieujaarprogramma Afvalkrant : “duurzaam verbouwen” Deze afvalkrant van december 2011 was een bouwspecial. Naast artikels over asbest en gips werden ook voorbeelden gegeven van duurzame materialen zoals isolerende mortel, Fermacell gipsvezelplaten, milieuvriendelijk isoleren met gerecycleerde papiervezels, FSCgelabeld hout en natuurverven. Deze afvalkrant kan geraadpleegd worden via de website www.waregem.be/milieujaarprogramma
10.1.1. Passieve sensibilisatie
pagina 123 van 134
10.2.
Acties
De stad Waregem is fair-trade gemeente Duurzaamheid en lokaal produceren/consumeren werden in de kijker gezet.
Stad Waregem is al 3 jaar een FairTrade Gemeente. Een FairTrade Gemeente promoot eerlijke handel bij de burgers, de bedrijven en lokale middenstand. Producten uit eerlijke handel zijn producten die gemaakt zijn met respect voor het milieu, de werkomstandigheden van arbeiders en boeren en verkocht worden op zo'n manier dat het grootste deel van de winst gaat naar de producenten (boeren) zelf in plaats van naar tussenhandelaars. Ook in Belgie proberen meer en meer boeren gewassen te telen op een duurzame manier zonder het land over te bemesten. Veel boeren proberen ook hun producten rechtstreeks aan de consumenten te verkopen. Dit is een win-win situatie voor zowel producent als consument: een eerlijke en doorzichtige prijs voor beiden voor een product waarvan we de afkomst kennen. Ook Waregem heeft heel wat van deze boeren die aan thuisverkoop doen. 3e Waregemse boerenmarkt promoot lokale landbouwproducten De boerenmarkt wil consumenten aanmoedigen om bewust en gezond te consumeren en producten van eerlijke handel en duurzame landbouw beter te leren kennen en appreciëren. Een vijftiental geïnteresseerde Waregemse boeren met thuisverkoop stelden voor de 3e keer hun producten te koop op de Waregemse boerenmarkt op zondag 2 oktober in de namiddag van 14.00u. tot 18.00u. Er was voor elk wat wils: aanbod van verse seizoensgroenten en fruit, chocolade, confituren, sappen en wijnen, honing, melk en yoghurt. Dit jaar waren er ook diepgevroren rundvleespakketten, biologische producten uit Waregem en de Leiestreek. Fijnproevers vonden er ook paardenmelk en struisvogeleieren. Er waren zelfs enkele non-food standen met cosmetica op basis van struisvogelvet of paardenmelk en lederproducten van struisvogels . Elk product dat op de boerenmarkt wordt verkocht is uniek en door de verkoper zelf gekweekt en/of verwerkt. Elke verkoopstand heeft een eigen vlag die het verhaal van de producten laat zien. Foto’s tonen hoe de producten op een persoonlijke, ambachtelijke, eigentijdse manier met vakmanschap bereid werden. De boer/verkoper vertelt ook graag over het vele werk en liefde die hij/zij in het product heeft gestoken om het tot op de boerenmarkt te brengen. Omdat er geen tussenschakels zijn, is ook de prijs van de verkochte producten doorzichtig. Iedereen krijgt waar voor zijn geld. Week van de FairTrade Op 5 oktober werd de aftrap gegeven voor 10 dagen vol actie rond FairTrade. Met de slogan 'Vervang vanaf nu altijd één product door één FairTrade product' wil de campagne mensen oproepen tot actie. Kiezen voor een FairTrade product is niet moeilijk: je hoeft er je gewoontes helemaal niet voor te veranderen. Door gewoon telkens 1 product op je boodschappenlijstje te vervangen door 1 FairTrade product zet je je schouders mee onder eerlijke handel. En al deze producten zijn te vinden in de Wereldwinkel en alle grootwarenhuizen in Waregem.
10.2. Acties
pagina 124 van 134
Ondertekening klimaatakkoord
De actie “11.11.11” stond dit jaar in het kader van het klimaatakkoord. Het zuiden mag immers de rekening voor de klimaatverandering niet betalen. Wie dacht dat stedelijke ambtenaren alleen begaan zijn met hun eigen dienst of eigen stad… was verplicht zijn mening te veranderen op 28 oktober. Met een 30-tal geëngageerde collega’s kwamen we samen om te genieten van een lekker „klimaat aperitief‟ dwz een FairTrade drankje en enkele vlees-vrije hapjes. Dit alles tot jolijt van onze „vrijlopende‟ koe (stier) die zo de slachtbank is ontlopen!! Tussen het aperitief door werden de klimaatakkoorden getekend. Met deze ondertekening vragen we samen met honderden organisaties, besturen en individuele burgers in Vlaanderen om dringend werk te maken van bindende klimaatakkoorden. We vragen dat België en Europa zich verbinden om hun CO² uitstoot tegen 2020 te verminderen met 40%. Het is natuurlijk gemakkelijk om anderen te dwingen zich in te zetten voor een beter leefmilieu zonder er zelf iets aan te doen. Hier hadden we wel degelijk rekening mee gehouden… Iedereen werd gevraagd om zelf een persoonlijk engagement aan te gaan: één dag per week geen vlees te eten, om dit jaar over te schakelen op groene stroom, om voortaan kraantjeswater te drinken of de fiets te nemen voor verplaatsingen korter dan 5 km of kiezen voor producten van familiale en duurzame landbouw. Om te vermijden dat deze engagementen loze beloftes worden, werden ze vastgelegd voor de eeuwigheid.
10.2. Acties
pagina 125 van 134
pagina 126 van 134
11. Projecten 11.1. Overzicht projecten 11.2. Projecten 2012 11.3. Rapportering projecten 2011 11.4. Rapportering MiNa-werkers 2011
11. Projecten
pagina 127 van 134
pagina 128 van 134
11.1.
Overzicht projecten
De stad kan in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst projecten indienen met betrekking tot een of meerdere thema’s.
Hieronder volgt een stand van zaken van de verschillende projecten die sedert het begin van de contracttekst werden ingediend.
Aanvraag referte project
Naam project
trekker ingediend
11.1. Overzicht projecten
goedkeuring
Rapport ingediend
goedkeuring
2008-Imog-AF-01
Versnelde asbestinzameling
Imog
dec „07
jul „08
mrt „10
dec „10
2008-8790-WA-01
Subsidiereglement hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen
Stad
dec „07
jan „09
particuliere subsidies aanvraag 2x per jaar
2009-8790-NA-01
Subsidiereglement groendak
Stad
dec „08
jul „09
particuliere subsidies aanvraag 2x per jaar
2009-Imog-AF-01
Afvalarm winkelen
Imog
dec „08
jul „09
mrt „10
dec „10
2009-8790-AF-01
Sensibilisering nav nieuw containerpark
Stad
dec „08
jul „09
mrt „10
dec „10
2009-8790-AF-02
Demoplaats composteren
Stad
dec „08
jul „09
2009-8790-AF-03
Afvalbeheersing festiviteiten
Stad
dec „08
jul „09
mrt „10
dec „10
2009-8790-NA-02
Groendak “Het Pand”
Stad
dec „08
jul „09
sep „09
jun „10
2009-8790-DO-01
Watergem
Stad
dec „08
jul „09
mrt „10
dec „10
2010-Imog-AF-01
Milieustraatje: niet PMD-verpakking
Stad
dec „09
aug „10
sep „11
2010-8790-EN-01
Stadhuis Waregem energiezuinige verlichting
Stad
dec „09
aug „10
mrt „11
2010-8790-EN-02
OC ‟t Gaverke REG
Stad
dec „09
Afgekeurd
dec „11
pagina 129 van 134
2010-8790-EN-03
SBS Sint-Eloois-Vijve REG
Stad
dec „09
Afgekeurd
2010-8790-EN-04
Sporthal Beveren-Leie REG
Stad
dec „09
Afgekeurd
2011-Imog-AF-01
Uitbreiding milieustraatje: kitkokers en gipskarton
Imog
dec „10
aug „11
2011-0014-NA-01
Bomenbeleidsplan
Leiedal
dec „10
okt „11
2011-8790-AF-01
Propere Molok
Stad
dec „10
aug „11
2011-8790-AF-02
Hondenpoepvrij Waregem
Stad
dec „10
aug „11
2011-8790-AF-03
Peukenvrij Waregem
Stad
dec „10
aug „11
mrt „12
2011-8790-MO-01
In galop op de fiets
Stad
dec „10
aug „11
mrt „12
2012-IMOG-AF-01
Afvalwegwijs
Imog
dec „11
2012-8790-NA-01
Bomeninventaris
Stad
dec „11
2012-8790-EN-01
verlichting SBS Beveren-Leie
Stad
dec „11
Over de projecten aangeduid in het groen is meer info te vinden in deel 11.2 projecten 2012. Van de blauwe aanduidingen is dit te vinden in het deel 11.3. rapportering projecten 2011.
11.1. Overzicht projecten
pagina 130 van 134
11.2.
Projecten 2012
Nieuwe projecten ingediend voor het werkjaar 2012
Voor 2012 beschikt de stad Waregem over een projectenveloppe van 18 860,95 euro. Voor dit bedrag werden 3 projectvoorstellen voorgesteld in het schepencollege van 22 december en ingediend op 28 december 2011. Er wordt meer subsidie aangevraagd dan beschikbaar is. Indien alle projecten worden goedgekeurd, kan het resterend bedrag reeds gereserveerd worden voor het budget van 2013.
Afvalwegwijs Imog heeft een intergemeentelijk project ingediend rond de Afvalwegwijs. De kosten betreffen de druk, bedeling met de post en personeelskosten. Het totaalproject bedraagt 20 000,00 euro waarvan de helft gesubsidieerd. Dit bedrag wordt verdeeld over de deelnemende gemeenten. Voor Waregem is dit een bedrag van 1 641,41 euro.
Bomeninventaris In 2011 is Leiedal gestart met een intergemeentelijk bomenbeleidsplan. De volgende stap is de opmaak van een bomeninventarisatie door de stad die noodzakelijk is om in de toekomst te komen tot een bomenbeheersplan. Het project omhelst individuele localisatie en determinatie van alle bomen op het openbaar domein. In dit project zijn enkel personeelskosten aangevraagd. Geraamde kostprijs: 20 000 euro, subsidie 10 000 euro
Verlichting SBS Beveren-Leie In de stedelijke basisschool Beveren-Leie zal een deel van de oude verlichting vervangen worden door nieuwe energiezuinige armaturen en lampen. De realisatie van dit project is voorzien voor het najaar 2012. Dit project omhelst enkel investeringskosten. Geraamde kostprijs (incl werkuren): 20 000 euro, subsidie 10 000 euro
11.2. Projecten 2012
pagina 131 van 134
11.3.
Rapportering projecten 2011
Ingediende rapporten voor projecten beëindigd in 2011
Subsidiereglement hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen De stad beschikt over een subsidiereglement hemelwaterputten bij bestaande woningen. De subsidie voor de burger bedraagt 500,00 euro, waarvan de stad 250,00 euro kan terugvorderen van de Vlaamse overheid. In het 1e semester van 2011 werden 9 aanvragen ingediend. In september 2011 werd de terugbetaling van 2.250,0 euro aangevraagd. In het 2e semester van 2011 werden 6 aanvragen ingediend. In maart 2012 werd de terugbetalling van 1 500,00 euro aangevraagd. Subsidiereglement Groendak De stad beschikt over een subsidiereglement voor het plaatsen van een groendak. De subsidie bedraagt 31,00 euro per m². Dit bedrag kan volledig worden teruggevorderd van de Vlaamse overheid. In het 2e semester van 2011 werden 2 aanvragen ingediend. In maart 2012 werd de terugbetalling van 2 422,96 euro aangevraagd. Peukenvrij Waregem Het peukenproject in het kader van illegaal ontwijkgedrag werd uitgevoerd in het najaar van 2011. Er werden peukenpalen en asbakken aangekocht en deze werden door de stadsdiensten geplaatst. Er was tevens een affichecampagne naar de burgers. De totale gerapporteerde kost van het project bedraagt 9 299,65 euro. Er wordt een subsidie van 4000 euro aangevraagd. In galop op de fiets In 2011 werden 3 acties georganiseerd in verband met mobiliteit. Met belgerinkel naar de winkel in samenwerking met de dienst lokale economie, Unizo en Veloods werd een fietstocht georganiseerd. De kinderen van 5e en 6e leerjaar konden hun fietskennis bijschaven in Veloods. Tenslotte werden de personeelsleden van de stad aangemoedigd om duurzaam naar het werk te gaan via de actie ‘Ik Kyoto”. De totale gerapporteerde kost van het project bedraagt 7.306,85 euro. Er wordt een subsidie van 3500 euro aangevraagd. Milieustraatje : niet PMD-verpakking IMOG heeft, als projecttrekker, in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest in september 2011 gerapporteerd over één intergemeentelijk project, namelijk: uitbreiden milieustraatje met kunststofverpakkingen niet-PMD. Het project uitbreiding van het milieustraatje met inzamelrecipiënten die niet in de PMD-zak thuishoren werd uitgevoerd in de periode 2010 en begin 2011. Via dit project werd er in 2010 voor Waregem 1143 kg propyleen ingezameld en 3735 kg andere kunststofverpakkingen. Deze afvalstroom kan gratis aangeboden worden in het milieustraatje. De totale gerapporteerde kost van het project bedraagt 24.821,10 euro en is iets meer dan de geraamde 22.700 euro van het aanvraagdossier. Voor Waregem is dit een subsidiebedrag van 1.864,53 euro.
11.3. Rapportering projecten 2011
pagina 132 van 134
11.4.
Rapportering MiNa-werkers 2011
De stad rapporteert over de inzet van de MiNa-werkers in 2011.
Aanvraag In oktober 2010 vroeg de stad Waregem 4 MiNa-werkers aan. Er werden 3 VTE aangevraagd onder het thema afval met volgende taken : ondersteuning compostmeesterwerking, selectie op hergebruik van afvalstoffen op het containerpark, toezicht op het containerpark, toezicht op het correct aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen bij de selectieve inzamelingen. Voor het thema Water werd 1 VTE aangevraagd. Voor het schoonmaken en –houden van halfopen en gesloten verhardingen door vegen en het beheren van kruidgroei op verhardingen door het toepassen van mechanische methoden o.a. heetwater, stomen, borstelen, branden, frezen, bosmaaien,… in functie van het gewenste beleid. Evaluatie Op 23 maart 2011 ontving de stad Waregem de evaluatie van de aanvraag. De aanvraag werd inhoudelijk volledig goedgekeurd door LNE. Rekening houdende met de budgetten van de Vlaamse Overheid kregen wij net als in 2010 0,709 VTE toegewezen en dit opnieuw onder het thema afval. Rapportering De inzet van de MiNa-werker werd opnieuw ingevuld door Imog. Er is één VTE MiNa-werker afval ingezet als afvalambassadeur voor het uitvoeren van taken op het containerpark in de Lindestraat. Er werden taken uitgevoerd in het kader van betere selectiviteit van de aangeboden afvalsoorten en preventie van afval. Er werd een rapporteringsdossier ingediend voor het verkrijgen van de subsidie.
11.4. Rapportering MiNa-werkers 2011
pagina 133 van 134
pagina 134 van 134