Stad en land
ten tijden van demografische krimp een blik op de eenentwintig gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant
Bijlagen
Fabiënne Nota Januari 2012 Afstudeerscriptie Sociale Geografie Radboud Universiteit Nijmegen beeckk adviseurs voor ruimtelijke ontwikkeling
Auteur F.H.T. (Fabiënne) Nota Studentnummer s4006240 Begeleider onderwijs Prof. Dr. H. (Huib) Ernste Master Human Geography Radboud Universiteit Nijmegen Begeleiders stage S. (Sjoerd) Swinkels MSc Ir. J.P. (Hans) van den Biggelaar beeckk adviseurs voor ruimtelijke ontwikkeling Eindhoven, 25 januari 2012
Bijlage I Brief naar gemeenten Naam gemeente Naam afdeling Naam beleidsbepaler Adres gemeente Postcode en woonplaats Datum: 15 april 2011 Onderwerp: Afstudeeronderzoek Kenmerk: 2011-002/20110415-1 Geachte heer/mevrouw, Als afstuderend masterstudent aan de Radboud Universiteit Nijmegen verricht ik onderzoek naar de eenentwintig gemeenten in de regio Zuidoost Brabant. Op basis van een aantal factoren wordt in het onderzoek een toekomstbeeld geschetst voor elk van deze afzonderlijke gemeenten. Deze factoren zijn: demografische ontwikkelingen, de invloed van de grote steden in de regio en de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van iedere gemeente. Past het geschetste toekomstbeeld bij de verwachtingen en plannen van de gemeente? In het onderzoek worden de gegevens op twee manieren verzameld. In de eerste plaats wordt gebruik gemaakt van literatuur en empirische gegevens van bijvoorbeeld het CBS en de Provincie NoordBrabant. Daarnaast is het essentieel deze gegevens te toetsen en aan te vullen met informatie vanuit de gemeenten zelf. Klopt het beeld dat ontstaat uit de empirische data? Welke specifieke kwaliteiten ziet de gemeente als kans? En hoe denkt de gemeente om te gaan met de ontwikkelingen? Om het verwachte toekomstbeeld beter inzichtelijk te maken wil ik graag een aantal interviews houden met beleidsbepalers van enkele gemeenten in de regio Zuidoost Brabant. Als wethouder (ruimtelijke ordening) heeft u waardevolle kennis over de gemeentelijke praktijk die kan bijdragen aan het onderzoek. Wat vraag ik u? Mijn planning is om in mei en juni 2011 de interviews te houden. Hierin wil ik u het toekomstbeeld dat op basis van de literatuur en empirische gegevens is ontstaan ter reactie voorleggen en onder meer te weten komen of het beeld correspondeert met de huidige toekomstplannen van de gemeente. Het interview zal worden opgenomen, vertrouwelijk worden behandeld en neemt ongeveer een uur in beslag. Met deze brief wil ik u vragen of u bereid bent mij te helpen bij dit onderzoek. In de loop van deze maand neem ik contact op met uw secretariaat. Indien u niet wenst mee te werken kunt u dat per mail of telefoon laten weten.
Met vriendelijke groet, Fabiënne Nota
Bijlage II Leidraad interview Introductie Onlangs heb ik u een korte beschrijving gestuurd van het toekomstbeeld dat ik verwacht ten aanzien van uw gemeente op basis van drie factoren, namelijk de demografische veranderingen, de invloed van de grote steden in de regio en de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van uw gemeente. Dit toekomstbeeld heb ik geschetst van uw gemeente en twintig andere om inzicht te krijgen in de gevolgen demografische krimp. Dit toekomstbeeld zou ik graag willen vergelijken met het toekomstbeeld dat u of uw gemeente heeft. Het interview zal ongeveer een uur duren. De dingen die u mij vertelt, worden vetrouwelijk behandeld. Tijdens het interview zal ik af en toe aantekeningen maken om voor mezelf de lijn van het gesprek vast te houden. Verder neem ik het interview op een bandje op. Dit bandje gebruik ik alleen om het interview uit te werken en wist ik nadat het is afgeluisterd en verwerkt. In de bijlagen van het onderzoeksverslag komt uw interview en in het verslag zelf kunnen uitspraken van u worden genoemd. Mag ik uw naam vermelden in het onderzoeksverslag of ziet u liever enkel de naam van de gemeente? Heeft u verder nog vragen? Beginvraag Kunt u vertellen wat u dacht toen u het toekomstbeeld las dat ik heb opgesteld voor uw gemeente? Topiclijst Topics
Subtopics
Demografische veranderingen: ziet u die ook zo voor u?
Bevolkingsafname Huishoudensafname Veranderingen in leeftijd Veranderingen in huishoudens
Stedelijke invloedssfeer: ziet u uw gemeente in dezelfde positie?
Forensenstroom Migratiestroom Voorzieningenstroom Conclusie gemeente
Specifieke ruimtelijke kwaliteiten: gebreken of onwaarheden?
Bereikbaarheid Wonen & woonomgeving Natuur & milieu Sociaal-economisch klimaat Aanwezige voorzieningen Veiligheid
Totale toekomstbeeld
Realistisch toekomstbeeld? Vergelijkbare oplossingen?
Afsluiting Ik ben aan het eind van het interview gekomen. Heeft u nog iets gemist of wat toe te voegen? Hartelijke bedankt voor het interview! Bandje uitzetten Telefoonnummer geven (Samenvatting) verslag beloven
Bijlage III Forensenstromen in getallen In deze bijlage zijn de forensenstromen van en naar de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant onder elkaar gezet. De gegevens zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2005). Per gemeente is in duizendtallen weergeven hoeveel eigen inwoners in welke andere gemeenten in de regio werkzaam zijn. Stromen naar of vanaf gemeenten buiten de regio zijn enkel genoteerd indien zij groter zijn dan 1000 personen. De gegevens hiervan zijn te vinden in de laatste tabel van deze bijlage.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Asten Asten 2,6 37% Asten Bergeijk Asten Best Asten Bladel Asten Cranendonck Asten Deurne 0,5 7% Asten Eersel Asten Eindhoven (GM) 0,6 8% Asten Geldrop-Mierlo 0,2 3% Asten Gemert-Bakel 0,1 1% Asten Heeze-Leende 0,1 1% Asten Helmond 0,8 11% Asten Laarbeek Asten Nuenen c.a. Asten Oirschot Asten Reusel-De Mierden Asten Someren 0,7 10% Asten Son en Breugel Asten Valkenswaard Asten Veldhoven 0,1 1% Asten Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Asten bestaat uit 7.100 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Bergeijk Asten Bergeijk Bergeijk 2,9 38% Bergeijk Best 0,1 1% Bergeijk Bladel 0,5 6% Bergeijk Cranendonck Bergeijk Deurne Bergeijk Eersel 0,5 6% Bergeijk Eindhoven (GM) 1,1 14% Bergeijk Geldrop-Mierlo 0,1 1% Bergeijk Gemert-Bakel Bergeijk Heeze-Leende Bergeijk Helmond 0,1 1% Bergeijk Laarbeek Bergeijk Nuenen c.a. Bergeijk Oirschot Bergeijk Reusel-De Mierden 0,1 1% Bergeijk Someren Bergeijk Son en Breugel 0,1 1% Bergeijk Valkenswaard 0,8 10% Bergeijk Veldhoven 0,5 6% Bergeijk Waalre 0,1 1% De totale werkzame beroepsbevolking van Bergeijk bestaat uit 7.700 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Best Asten Best Bergeijk Best Best 4,8 36% Best Bladel Best Cranendonck Best Deurne Best Eersel Best Eindhoven (GM) 3,5 26% Best Geldrop-Mierlo 0,1 1% Best Gemert-Bakel Best Heeze-Leende Best Helmond 0,1 1% Best Laarbeek Best Nuenen c.a. 0,1 1% Best Oirschot 0,4 3% Best Reusel-De Mierden Best Someren Best Son en Breugel 0,5 4% Best Valkenswaard 0,1 1% Best Veldhoven 0,4 3% Best Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Best bestaat uit 13.400 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Bladel Asten Bladel Bergeijk 0,2 2% Bladel Best 0,1 1% Bladel Bladel 3,9 46% Bladel Cranendonck Bladel Deurne Bladel Eersel 0,8 9% Bladel Eindhoven (GM) 1,1 13% Bladel Geldrop-Mierlo Bladel Gemert-Bakel Bladel Heeze-Leende Bladel Helmond 0,1 1% Bladel Laarbeek Bladel Nuenen c.a. Bladel Oirschot 0,1 1% Bladel Reusel-De Mierden 0,3 4% Bladel Someren Bladel Son en Breugel 0,1 1% Bladel Valkenswaard 0,1 1% Bladel Veldhoven 0,5 6% Bladel Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Bladel bestaat uit 8.500 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Cranendonck Asten Cranendonck Bergeijk 0,1 1% Cranendonck Best 0,1 1% Cranendonck Bladel Cranendonck Cranendonck 3,4 40% Cranendonck Deurne Cranendonck Eersel Cranendonck Eindhoven (GM) 1,4 16% Cranendonck Geldrop-Mierlo 0,1 1% Cranendonck Gemert-Bakel Cranendonck Heeze-Leende 0,4 5% Cranendonck Helmond 0,1 1% Cranendonck Laarbeek Cranendonck Nuenen c.a. Cranendonck Oirschot Cranendonck Reusel-De Mierden Cranendonck Someren 0,1 1% Cranendonck Son en Breugel 0,1 1% Cranendonck Valkenswaard 0,4 5% Cranendonck Veldhoven 0,2 2% Cranendonck Waalre 0,1 1% De totale werkzame beroepsbevolking van Cranendonck bestaat uit 8.600 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Deurne Asten 0,6 4% Deurne Bergeijk Deurne Best 0,1 1% Deurne Bladel Deurne Cranendonck Deurne Deurne 6,1 45% Deurne Eersel Deurne Eindhoven (GM) 1 7% Deurne Geldrop-Mierlo 0,2 1% Deurne Gemert-Bakel 0,4 3% Deurne Heeze-Leende 0,1 1% Deurne Helmond 1,9 14% Deurne Laarbeek 0,1 1% Deurne Nuenen c.a. 0,1 1% Deurne Oirschot Deurne Reusel-De Mierden Deurne Someren 0,3 2% Deurne Son en Breugel 0,1 1% Deurne Valkenswaard Deurne Veldhoven 0,1 1% Deurne Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Deurne bestaat uit 13.700 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Eersel Asten Eersel Bergeijk 0,3 4% Eersel Best 0,1 1% Eersel Bladel 0,9 12% Eersel Cranendonck Eersel Deurne Eersel Eersel 2,3 29% Eersel Eindhoven (GM) 1,6 21% Eersel Geldrop-Mierlo 0,1 1% Eersel Gemert-Bakel Eersel Heeze-Leende Eersel Helmond Eersel Laarbeek Eersel Nuenen c.a. Eersel Oirschot 0,1 1% Eersel Reusel-De Mierden 0,1 1% Eersel Someren Eersel Son en Breugel 0,1 1% Eersel Valkenswaard 0,2 3% Eersel Veldhoven 0,9 12% Eersel Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Eersel bestaat uit 7.800 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Eindhoven Asten 0,1 0% Eindhoven Bergeijk 0,2 0% Eindhoven Best 3,1 3% Eindhoven Bladel 0,4 0% Eindhoven Cranendonck 0,2 0% Eindhoven Deurne 0,2 0% Eindhoven Eersel 0,4 0% Eindhoven Eindhoven (GM) 58,5 64% Eindhoven Geldrop-Mierlo 1,3 1% Eindhoven Gemert-Bakel 0,1 0% Eindhoven Heeze-Leende 0,3 0% Eindhoven Helmond 1,6 2% Eindhoven Laarbeek 0,1 0% Eindhoven Nuenen c.a. 1 1% Eindhoven Oirschot 0,3 0% Eindhoven Reusel-De Mierden Eindhoven Someren 0,2 0% Eindhoven Son en Breugel 2,3 2% Eindhoven Valkenswaard 1 1% Eindhoven Veldhoven 3,5 4% Eindhoven Waalre 0,6 1% De totale werkzame beroepsbevolking van Eindhoven bestaat uit 92.100 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Geldrop-Mierlo Asten 0,1 1% Geldrop-Mierlo Bergeijk Geldrop-Mierlo Best 0,3 2% Geldrop-Mierlo Bladel 0,1 1% Geldrop-Mierlo Cranendonck 0,1 1% Geldrop-Mierlo Deurne 0,1 1% Geldrop-Mierlo Eersel 0,1 1% Geldrop-Mierlo Eindhoven (GM) 5,3 33% Geldrop-Mierlo Geldrop-Mierlo 4,6 28% Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo Heeze-Leende 0,3 2% Geldrop-Mierlo Helmond 1,5 9% Geldrop-Mierlo Laarbeek 0,1 1% Geldrop-Mierlo Nuenen c.a. 0,4 2% Geldrop-Mierlo Oirschot Geldrop-Mierlo Reusel-De Mierden Geldrop-Mierlo Someren 0,1 1% Geldrop-Mierlo Son en Breugel 0,2 1% Geldrop-Mierlo Valkenswaard 0,2 1% Geldrop-Mierlo Veldhoven 0,4 2% Geldrop-Mierlo Waalre 0,1 1% De totale werkzame beroepsbevolking van Geldrop-Mierlo bestaat uit 16.300 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Gemert-Bakel Asten 0,1 1% Gemert-Bakel Bergeijk Gemert-Bakel Best 0,1 1% Gemert-Bakel Bladel Gemert-Bakel Cranendonck Gemert-Bakel Deurne 0,5 4% Gemert-Bakel Eersel Gemert-Bakel Eindhoven (GM) 0,9 7% Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo 0,1 1% Gemert-Bakel Gemert-Bakel 4,8 40% Gemert-Bakel Heeze-Leende Gemert-Bakel Helmond 1,4 12% Gemert-Bakel Laarbeek 0,4 3% Gemert-Bakel Nuenen c.a. 0,1 1% Gemert-Bakel Oirschot Gemert-Bakel Reusel-De Mierden Gemert-Bakel Someren 0,1 1% Gemert-Bakel Son en Breugel 0,1 1% Gemert-Bakel Valkenswaard Gemert-Bakel Veldhoven 0,1 1% Gemert-Bakel Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Gemert-Bakel bestaat uit 12.100 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Heeze-Leende Asten Heeze-Leende Bergeijk Heeze-Leende Best 0,1 2% Heeze-Leende Bladel Heeze-Leende Cranendonck 0,2 3% Heeze-Leende Deurne Heeze-Leende Eersel Heeze-Leende Eindhoven (GM) 1,6 26% Heeze-Leende Geldrop-Mierlo 0,5 8% Heeze-Leende Gemert-Bakel Heeze-Leende Heeze-Leende 1,8 30% Heeze-Leende Helmond 0,2 3% Heeze-Leende Laarbeek Heeze-Leende Nuenen c.a. 0,1 2% Heeze-Leende Oirschot Heeze-Leende Reusel-De Mierden Heeze-Leende Someren 0,1 2% Heeze-Leende Son en Breugel 0,1 2% Heeze-Leende Valkenswaard 0,4 7% Heeze-Leende Veldhoven 0,2 3% Heeze-Leende Waalre 0,1 2% De totale werkzame beroepsbevolking van Heeze-Leende bestaat uit 6.100 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Helmond Asten 0,4 1% Helmond Bergeijk Helmond Best 0,5 1% Helmond Bladel 0,1 0% Helmond Cranendonck Helmond Deurne 0,7 2% Helmond Eersel 0,1 0% Helmond Eindhoven (GM) 6,2 17% Helmond Geldrop-Mierlo 1,1 3% Helmond Gemert-Bakel 0,4 1% Helmond Heeze-Leende 0,1 0% Helmond Helmond 17,9 49% Helmond Laarbeek 0,7 2% Helmond Nuenen c.a. 0,5 1% Helmond Oirschot Helmond Reusel-De Mierden Helmond Someren 0,4 1% Helmond Son en Breugel 0,4 1% Helmond Valkenswaard 0,2 1% Helmond Veldhoven 0,4 1% Helmond Waalre 0,1 0% De totale werkzame beroepsbevolking van Helmond bestaat uit 36.400 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Laarbeek Asten 0,1 1% Laarbeek Bergeijk Laarbeek Best 0,1 1% Laarbeek Bladel Laarbeek Cranendonck Laarbeek Deurne 0,1 1% Laarbeek Eersel Laarbeek Eindhoven (GM) 1,2 13% Laarbeek Geldrop-Mierlo 0,2 2% Laarbeek Gemert-Bakel 0,4 4% Laarbeek Heeze-Leende Laarbeek Helmond 1,9 20% Laarbeek Laarbeek 2,7 29% Laarbeek Nuenen c.a. 0,2 2% Laarbeek Oirschot Laarbeek Reusel-De Mierden Laarbeek Someren Laarbeek Son en Breugel 0,2 2% Laarbeek Valkenswaard Laarbeek Veldhoven 0,1 1% Laarbeek Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Laarbeek bestaat uit 9.400 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Nuenen c.a. Asten Nuenen c.a. Bergeijk Nuenen c.a. Best 0,2 2% Nuenen c.a. Bladel Nuenen c.a. Cranendonck Nuenen c.a. Deurne Nuenen c.a. Eersel Nuenen c.a. Eindhoven (GM) 3,4 35% Nuenen c.a. Geldrop-Mierlo 0,3 3% Nuenen c.a. Gemert-Bakel Nuenen c.a. Heeze-Leende Nuenen c.a. Helmond 0,4 4% Nuenen c.a. Laarbeek 0,1 1% Nuenen c.a. Nuenen c.a. 2,3 23% Nuenen c.a. Oirschot Nuenen c.a. Reusel-De Mierden Nuenen c.a. Someren Nuenen c.a. Son en Breugel 0,2 2% Nuenen c.a. Valkenswaard 0,1 1% Nuenen c.a. Veldhoven 0,3 3% Nuenen c.a. Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Nuenen c.a. bestaat uit 9.800 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Oirschot Asten Oirschot Bergeijk Oirschot Best 0,5 6% Oirschot Bladel 0,2 3% Oirschot Cranendonck Oirschot Deurne Oirschot Eersel 0,2 3% Oirschot Eindhoven (GM) 1,3 16% Oirschot Geldrop-Mierlo Oirschot Gemert-Bakel Oirschot Heeze-Leende Oirschot Helmond Oirschot Laarbeek Oirschot Nuenen c.a. Oirschot Oirschot 2,7 34% Oirschot Reusel-De Mierden Oirschot Someren Oirschot Son en Breugel 0,1 1% Oirschot Valkenswaard Oirschot Veldhoven 0,2 3% Oirschot Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Oirschot bestaat uit 7.900 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Reusel-De M. Asten Reusel-De M. Bergeijk 0,1 2% Reusel-De M. Best Reusel-De M. Bladel 1,6 28% Reusel-De M. Cranendonck Reusel-De M. Deurne Reusel-De M. Eersel 0,4 7% Reusel-De M. Eindhoven (GM) 0,6 10% Reusel-De M. Geldrop-Mierlo Reusel-De M. Gemert-Bakel Reusel-De M. Heeze-Leende Reusel-De M. Helmond Reusel-De M. Laarbeek Reusel-De M. Nuenen c.a. Reusel-De M. Oirschot 0,1 2% Reusel-De M. Reusel-De Mierden 1,4 24% Reusel-De M. Someren Reusel-De M. Son en Breugel Reusel-De M. Valkenswaard 0,1 2% Reusel-De M. Veldhoven 0,2 3% Reusel-De M. Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Reusel-De Mierden bestaat uit 5.800 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Someren Asten 0,8 11% Someren Bergeijk Someren Best Someren Bladel Someren Cranendonck 0,1 1% Someren Deurne 0,2 3% Someren Eersel Someren Eindhoven (GM) 0,7 9% Someren Geldrop-Mierlo 0,3 4% Someren Gemert-Bakel Someren Heeze-Leende 0,2 3% Someren Helmond 0,8 11% Someren Laarbeek Someren Nuenen c.a. Someren Oirschot Someren Reusel-De Mierden Someren Someren 3 39% Someren Son en Breugel 0,1 1% Someren Valkenswaard 0,1 1% Someren Veldhoven 0,1 1% Someren Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Someren bestaat uit 7.600 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Son en Breugel Asten Son en Breugel Bergeijk Son en Breugel Best 0,3 5% Son en Breugel Bladel Son en Breugel Cranendonck Son en Breugel Deurne Son en Breugel Eersel Son en Breugel Eindhoven (GM) 2,1 34% Son en Breugel Geldrop-Mierlo 0,1 2% Son en Breugel Gemert-Bakel Son en Breugel Heeze-Leende Son en Breugel Helmond 0,1 2% Son en Breugel Laarbeek Son en Breugel Nuenen c.a. 0,1 2% Son en Breugel Oirschot Son en Breugel Reusel-De Mierden Son en Breugel Someren Son en Breugel Son en Breugel 1,7 28% Son en Breugel Valkenswaard Son en Breugel Veldhoven 0,1 2% Son en Breugel Waalre De totale werkzame beroepsbevolking van Son en Breugel bestaat uit 6.100 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Valkenswaard Asten Valkenswaard Bergeijk 0,6 5% Valkenswaard Best 0,2 2% Valkenswaard Bladel 0,2 2% Valkenswaard Cranendonck 0,2 2% Valkenswaard Deurne Valkenswaard Eersel 0,2 2% Valkenswaard Eindhoven (GM) 3,2 24% Valkenswaard Geldrop-Mierlo 0,2 2% Valkenswaard Gemert-Bakel Valkenswaard Heeze-Leende 0,2 2% Valkenswaard Helmond 0,2 2% Valkenswaard Laarbeek Valkenswaard Nuenen c.a. 0,1 1% Valkenswaard Oirschot Valkenswaard Reusel-De Mierden Valkenswaard Someren Valkenswaard Son en Breugel 0,1 1% Valkenswaard Valkenswaard 5,3 40% Valkenswaard Veldhoven 0,8 6% Valkenswaard Waalre 0,4 3% De totale werkzame beroepsbevolking van Valkenswaard bestaat uit 13.300 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Veldhoven Asten Veldhoven Bergeijk 0,1 1% Veldhoven Best 0,5 3% Veldhoven Bladel 0,3 2% Veldhoven Cranendonck Veldhoven Deurne Veldhoven Eersel 0,4 2% Veldhoven Eindhoven (GM) 7,2 37% Veldhoven Geldrop-Mierlo 0,2 1% Veldhoven Gemert-Bakel Veldhoven Heeze-Leende 0,1 1% Veldhoven Helmond 0,2 1% Veldhoven Laarbeek Veldhoven Nuenen c.a. 0,1 1% Veldhoven Oirschot 0,1 1% Veldhoven Reusel-De Mierden Veldhoven Someren Veldhoven Son en Breugel 0,3 2% Veldhoven Valkenswaard 0,4 2% Veldhoven Veldhoven 6,7 34% Veldhoven Waalre 0,3 2% De totale werkzame beroepsbevolking van Veldhoven bestaat uit 19.600 werknemers.
Woonregio Werkregio Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking Waalre Asten Waalre Bergeijk 0,1 2% Waalre Best 0,1 2% Waalre Bladel 0,1 2% Waalre Cranendonck Waalre Deurne Waalre Eersel 0,1 2% Waalre Eindhoven (GM) 2,7 42% Waalre Geldrop-Mierlo 0,1 2% Waalre Gemert-Bakel Waalre Heeze-Leende Waalre Helmond 0,1 2% Waalre Laarbeek Waalre Nuenen c.a. Waalre Oirschot Waalre Reusel-De Mierden Waalre Someren Waalre Son en Breugel 0,1 2% Waalre Valkenswaard 0,3 5% Waalre Veldhoven 0,6 9% Waalre Waalre 1,1 17% De totale werkzame beroepsbevolking van Waalre bestaat uit 6.400 werknemers.
Woonregio
Werkregio
Aantal werknemers x 1000 Percentage totale werkzame beroepsbevolking
Boxtel Eindhoven 1,0 Breda Eindhoven 1,0 Cranendonck Weert 0,9 10% Eindhoven ’s-Hertogenbosch 1,6 Eindhoven Tilburg 1,9 ’s-Hertogenb. Eindhoven 2,3 Tilburg Eindhoven 2,9 Weert Eindhoven 1,5 Indien het percentage niet is weergeven, is deze lager dan 10%.
0,1
Oirschot
Waalre
0,1
0,2
0,1
0,4
Veldhoven
0,2
0,1
0,2
Valkenswaard
0,2
0,1
Son en Breugel
0,1
0,1
0,1
1,2
0,1
0,1
0,8
Someren
Reusel-De M.
0,1
0,1
0,1
0,2
1,2
x
0,1
0,1
1,2
x
0,1
0,1
Eersel
0,2
x
0,5
0,2
0,1
0,1
0,4
x
4
0,1
0,2
Eindh. G-Mi.
0,1
0,1
0,1
0,1
1
x
0,1
0,8
0,1
0,1
G-Ba.
0,1
0,1
0,2
0,1
0,1
0,1
x
0,2
1,3
0,1
0,2
0,3
0,1
x
4,6
0,1
0,4
H-Lee. Helm.
1,2
0,1
1,1
0,1
0,1
0,1
0,2
0,2
0,1
x
2,4
0,1
Laarb. Nuen.
0,1
0,2
0,7
x
0,1
0,1
0,1
Deur.
Nuenen c.a.
0,1
0,4
x
0,1
Bladel Cran.
x
0,4
Helmond
0,1
0,9
x
Best
Laarbeek
0,1
Heeze-Leende
Gemert-Bakel
0,5
Eindhoven
Geldrop-Mierlo
Eersel
Deurne
0,2
0,3
Bladel
Cranendonck
x
0,1
Best
x
Asten
Berg.
Bergeijk
Asten
Werkr. / woonr.
0,1
0,1
x
1
0,1
0,1
0,1
Oirs.
0,2
0,1
x
0,1
0,6
0,3
1,3
0,1
0,1
0,1
x
0,4
0,1
0,2
0,5
0,1
R-D-M Som.
x
S&B
0,1
0,4
x
0,1
2,2
0,1
0,1
Valk.
x
0,2
3,7
0,1
x
0,3
0,1
2,1
0,1
0,1
0,1
Veldh. Waal.
In de onderstaande tabel zijn de cumulatieve forensenstromen te vinden tussen de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. Deze zijn berekend aan de hand van de gegevens in bijlage VIII van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2005). De getallen zijn weergeven in duizendtallen.
Bijlage IV Forensenstromen cumulatief
Bijlage V Forensenstromen toegelicht De forensenstromen zijn in te delen in twee typen stromen. Ten eerste is er de forensenstromen van mensen die wonen én werken binnen één gemeente; de interne forensenstromen genaamd. Ten tweede zijn er de forensenstromen van mensen die werken buiten de eigen woongemeente en die externe forensenstromen worden genoemd. In afbeelding A zijn de interne forensenstromen van de gemeenten in Zuidoost-Brabant te vinden. De interne forensenstroom blijkt het grootst in de gemeente Eindhoven. Deze gemeente hoeft het wat betreft werkgelegenheid voor de eigen bevolking niet van een andere gemeente te hebben. Helmond en Bladel hebben een kleinere maar nog altijd aanzienlijke interne forensenstroom. Dit sluit aan bij het feit dat elk van deze drie gemeenten een centrum vormt in één van beide (eventueel polycentrische) stadsgewesten. De kleinste interne forensenstromen zijn te vinden in de gemeenten Nuenen c.a., Waalre en Reusel-De Mierden. Zij richten zich dan ook op Eindhoven dan wel Bladel. In de meeste gemeenten is de interne forensenstroom groter dan elk van de externe stromen. Kortom, meestal werken de meeste inwoners in de eigen gemeente en een kleiner deel daarbuiten. In afbeelding B zijn de uitzonderingen op deze regel te zien. In Veldhoven, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Son & Breugel en Waalre geldt dat de externe stroom naar Eindhoven groter is dan de interne stroom van de eigen gemeente. Het is mogelijk dat deze externe stromen door de inwoners niet als zodanig worden ervaren, maar worden gezien als een interne forensenstroom. Dat betekent dat deze gemeenten één stedelijk geheel vormen. Ook is in deze afbeelding opnieuw de invloed van Bladel
over Reusel-De Mierden te zien. De interne forensenstroom van de gemeente Reusel-De Mierden is immers kleiner dan de externe stroom naar buurgemeente Bladel. Vervolgens zijn in afbeelding C de absolute forensenstromen te zien van 1000 personen of meer. De relatie tussen Reusel-De Mierden en Bladel is opnieuw zichtbaar nu de enige forensenstroom van meer dan 1000 personen van Reusel-De Mierden is gericht op de gemeente Bladel. Voor Eindhoven worden nu ook de stromen zichtbaar naar en van gemeenten buiten de regio Zuidoost-Brabant. Er is sprake van wederzijdse uitwisseling met Tilburg en ‘s-Hertogenbosch en er komen ook minstens 1000 forensen naar Eindhoven vanaf Boxtel, Breda en Weert. Voor de andere gemeenten geldt dat de externe stromen groter dan 1000 personen zijn gericht op of afkomstig zijn van één van beide stedelijke kernen. In afbeelding D zijn de gemeenten uit de regio aangegeven waarvoor een stroomwisseling geldt met Eindhoven; in dat geval is er zowel een forensenstroom van minimaal 1000 personen gericht op de stad als een afkomstig van de stad. Ook dit kan het idee van één stedelijk geheel bevestigen. Een dergelijke stroomwisseling geldt tussen Eindhoven en de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Helmond, Geldrop-Mierlo, Veldhoven en Valkenswaard. Enkel voor Geldrop-Mierlo geldt dat deze ook een stroomwisseling heeft met de stedelijke kern Helmond; deze is echter kleiner dan die met Eindhoven. De grootste absolute externe forensenstromen, met een grootte van 2000 inwoners of meer, zijn te zien in afbeelding E. De forensenstro-
55 - 69% 40 - 54% 25 - 39% 10 - 24%
Afbeelding A Grootte van de interne forensenstroom als percentage van de totale werkzame beroepsbevolking (CBS, 2005)
Gemeente met een externe stroom die groter is dan de interne stroom Gemeente waarop externe stromen gericht
deze zijn
Afbeelding B Gemeenten met een externe forensenstroom groter dan de interne forensenstroom (CBS, 2005) Boxtel Breda Weert
‘s-Hertogenbosch Tilburg
Externe forensenstroom van 1000 personen of meer
Afbeelding C Externe forensenstromen van 1000 personen of meer (CBS, 2005)
Gemeenten met een forensenstroom van 1000 personen of meer van én naar Eindhoven Gemeente Eindhoven
Afbeelding D Gemeenten met een stroomwisseling met de gemeente Eindhoven van 1000 personen of meer (CBS, 2005)
‘s-Hertogenbosch
Tilburg
Stroom van 2000 - 2999 personen Stroom van 3000 - 3999 personen Stroom van 4000 personen of meer
Afbeelding E Externe forensenstromen van 2000 personen of meer (CBS, 2005)
‘s-Hertogenbosch
Tilburg
Cumulatieve forensenstroom van 600 tot 1300 personen Cumulatieve forensenstroom van 2100 tot 4000 personen
Afbeelding F Cumulatieve forensenstromen van 600 personen of meer (CBS, 2005)
men van minimaal 2000 inwoners zijn afkomstig van Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Veldhoven, Waalre en Valkenswaard; maar ook van Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg. De grootste externe stroom naar Eindhoven komt uit Veldhoven. Daarnaast zorgen Helmond en Geldrop-Mierlo voor meer dan vijfduizend werkkrachten in Eindhoven. De grootste forensenstromen die Eindhoven uit gaan, richten zich op Veldhoven, Best en Son & Breugel. Tot slot zijn de culumatieve forensenstromen te zien in afbeelding F. Zij weergeven de resultanten van twee tegengestelde externe stromen. Wederom zijn alle stromen gericht op de stedelijke kernen Eindhoven en Helmond met uitzondering van de stroom van Reusel-De Mierden naar Bladel. Daarnaast ziet men hier dat de cumulatieve forensenstroom met de steden Tilburg en ‘s-Hertogenbosch opnieuw gericht is op de gemeente Eindhoven en Eindhoven daarmee een bron van werkgelegenheid vormt voor steden buiten de regio.
Bijlage VI Migratiestromen in getallen In deze bijlage zijn de migratiestromen van en naar de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant onder elkaar gezet. De gegevens zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009). Per gemeente is iweergeven hoeveel eigen inwoners naar welke andere gemeenten in de regio zijn verhuisd. Tevens is berekend hoeveel procent dit is van alle mensen die dat jaar vanuit de betreffende gemeente zijn gemigreerd. Stromen naar of vanaf gemeenten buiten de regio zijn enkel genoteerd indien zij groter zijn dan 100 personen of 10% van het totaal aantal migranten van die gemeente. De gegevens hiervan zijn te vinden in de laatste tabel van deze bijlage. Verhuisd van Verhuisd naar Aantal migranten Percentage totaal aantal migranten Asten Bergeijk 0 0% Asten Best 1 0% Asten Bladel 1 0% Asten Cranendonck 4 1% Asten Deurne 75 16% Asten Eersel 0 0% Asten Eindhoven 41 9% Asten Geldrop-Mierlo 10 2% Asten Gemert-Bakel 11 2% Asten Heeze-Leende 2 0% Asten Helmond 52 11% Asten Laarbeek 6 1% Asten Nuenen, Gerwen en Nederwetten 2 0% Asten Oirschot 0 0% Asten Reusel - De Mierden 2 0% Asten Someren 62 13% Asten Son en Breugel 4 1% Asten Valkenswaard 2 0% Asten Veldhoven 5 1% Asten Waalre 1 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Asten bestaat uit 467 mensen.
Verhuisd van Verhuisd naar Aantal migranten Percentage totaal aantal migranten Bergeijk Asten 0 0% Bergeijk Best 2 0% Bergeijk Bladel 30 6% Bergeijk Cranendonck 0 0% Bergeijk Deurne 0 0% Bergeijk Eersel 75 15% Bergeijk Eindhoven 77 15% Bergeijk Geldrop-Mierlo 4 1% Bergeijk Gemert-Bakel 0 0% Bergeijk Heeze-Leende 10 2% Bergeijk Helmond 5 1% Bergeijk Laarbeek 2 0% Bergeijk Nuenen, Gerwen en Nederwetten 1 0% Bergeijk Oirschot 4 1% Bergeijk Reusel - De Mierden 11 2% Bergeijk Someren 0 0% Bergeijk Son en Breugel 0 0% Bergeijk Valkenswaard 51 10% Bergeijk Veldhoven 30 6% Bergeijk Waalre 16 3% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Asten bestaat uit 510 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Best Asten 3 0% Best Bergeijk 0 0% Best Bladel 3 0% Best Cranendonck 1 0% Best Deurne 3 0% Best Eersel 7 1% Best Eindhoven 270 30% Best Geldrop-Mierlo 17 2% Best Gemert-Bakel 4 0% Best Heeze-Leende 0 0% Best Helmond 29 3% Best Laarbeek 3 0% Best Nuenen, Gerwen en Nederwetten 8 1% Best Oirschot 45 5% Best Reusel - De Mierden 3 0% Best Someren 3 0% Best Son en Breugel 15 2% Best Valkenswaard 4 0% Best Veldhoven 42 5% Best Waalre 3 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Best bestaat uit 908 mensen.
Verhuisd van Verhuisd naar Aantal migranten Percentage totaal aantal migranten Bladel Asten 0 0% Bladel Bergeijk 30 6% Bladel Best 4 1% Bladel Cranendonck 2 0% Bladel Deurne 1 0% Bladel Eersel 87 16% Bladel Eindhoven 59 11% Bladel Geldrop-Mierlo 3 1% Bladel Gemert-Bakel 2 0% Bladel Heeze-Leende 3 1% Bladel Helmond 4 1% Bladel Laarbeek 0 0% Bladel Nuenen, Gerwen en Nederwetten 2 0% Bladel Oirschot 4 1% Bladel Reusel - De Mierden 111 21% Bladel Someren 1 0% Bladel Son en Breugel 3 1% Bladel Valkenswaard 14 3% Bladel Veldhoven 25 5% Bladel Waalre 5 1% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Bladel bestaat uit 530 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Cranendonck Asten 4 1% Cranendonck Bergeijk 6 1% Cranendonck Best 3 1% Cranendonck Bladel 1 0% Cranendonck Deurne 2 0% Cranendonck Eersel 0 0% Cranendonck Eindhoven 73 13% Cranendonck Geldrop-Mierlo 9 2% Cranendonck Gemert-Bakel 4 1% Cranendonck Heeze-Leende 29 5% Cranendonck Helmond 14 3% Cranendonck Laarbeek 1 0% Cranendonck Nuenen, Gerwen en Nederwetten 1 0% Cranendonck Oirschot 1 0% Cranendonck Reusel - De Mierden 2 0% Cranendonck Someren 26 5% Cranendonck Son en Breugel 2 0% Cranendonck Valkenswaard 16 3% Cranendonck Veldhoven 7 1% Cranendonck Waalre 1 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Cranendonck bestaat uit 545 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Deurne Asten 55 6% Deurne Bergeijk 1 0% Deurne Best 3 0% Deurne Bladel 1 0% Deurne Cranendonck 1 0% Deurne Eersel 0 0% Deurne Eindhoven 106 11% Deurne Geldrop-Mierlo 17 2% Deurne Gemert-Bakel 51 5% Deurne Heeze-Leende 2 0% Deurne Helmond 149 16% Deurne Laarbeek 12 1% Deurne Nuenen, Gerwen en Nederwetten 2 0% Deurne Oirschot 0 0% Deurne Reusel - De Mierden 0 0% Deurne Someren 24 3% Deurne Son en Breugel 1 0% Deurne Valkenswaard 2 0% Deurne Veldhoven 2 0% Deurne Waalre 3 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Deurne bestaat uit 957 mensen.
Verhuisd van Verhuisd naar Aantal migranten Percentage totaal aantal migranten Eersel Asten 0 0% Eersel Bergeijk 33 6% Eersel Best 4 1% Eersel Bladel 83 15% Eersel Cranendonck 2 0% Eersel Deurne 1 0% Eersel Eindhoven 89 17% Eersel Geldrop-Mierlo 6 1% Eersel Gemert-Bakel 3 1% Eersel Heeze-Leende 3 1% Eersel Helmond 8 1% Eersel Laarbeek 1 0% Eersel Nuenen, Gerwen en Nederwetten 2 0% Eersel Oirschot 12 2% Eersel Reusel - De Mierden 24 4% Eersel Someren 0 0% Eersel Son en Breugel 1 0% Eersel Valkenswaard 25 5% Eersel Veldhoven 68 13% Eersel Waalre 7 1% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Eersel bestaat uit 538 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Eindhoven Asten 40 0% Eindhoven Bergeijk 61 1% Eindhoven Best 226 3% Eindhoven Bladel 64 1% Eindhoven Cranendonck 79 1% Eindhoven Deurne 54 1% Eindhoven Eersel 80 1% Eindhoven Geldrop-Mierlo 483 6% Eindhoven Gemert-Bakel 51 1% Eindhoven Heeze-Leende 116 1% Eindhoven Helmond 477 5% Eindhoven Laarbeek 52 1% Eindhoven Nuenen, Gerwen en Nederwetten 249 3% Eindhoven Oirschot 66 1% Eindhoven Reusel - De Mierden 16 0% Eindhoven Someren 51 1% Eindhoven Son en Breugel 189 2% Eindhoven Valkenswaard 161 2% Eindhoven Veldhoven 735 8% Eindhoven Waalre 255 3% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Eindhoven bestaat uit 8760 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Geldrop-Mierlo Asten 13 1% Geldrop-Mierlo Bergeijk 3 0% Geldrop-Mierlo Best 24 2% Geldrop-Mierlo Bladel 3 0% Geldrop-Mierlo Cranendonck 18 1% Geldrop-Mierlo Deurne 17 1% Geldrop-Mierlo Eersel 3 0% Geldrop-Mierlo Eindhoven 404 30% Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel 17 1% Geldrop-Mierlo Heeze-Leende 66 5% Geldrop-Mierlo Helmond 166 12% Geldrop-Mierlo Laarbeek 8 1% Geldrop-Mierlo Nuenen, Gerwen en Nederwetten 39 3% Geldrop-Mierlo Oirschot 2 0% Geldrop-Mierlo Reusel - De Mierden 3 0% Geldrop-Mierlo Someren 17 1% Geldrop-Mierlo Son en Breugel 12 1% Geldrop-Mierlo Valkenswaard 27 2% Geldrop-Mierlo Veldhoven 48 4% Geldrop-Mierlo Waalre 9 1% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Geldrop-Mierlo bestaat uit 1330 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Gemert-Bakel Asten 3 0% Gemert-Bakel Bergeijk 0 0% Gemert-Bakel Best 4 1% Gemert-Bakel Bladel 1 0% Gemert-Bakel Cranendonck 2 0% Gemert-Bakel Deurne 55 8% Gemert-Bakel Eersel 3 0% Gemert-Bakel Eindhoven 66 9% Gemert-Bakel Geldrop-Mierlo 4 1% Gemert-Bakel Heeze-Leende 0 0% Gemert-Bakel Helmond 133 18% Gemert-Bakel Laarbeek 37 5% Gemert-Bakel Nuenen, Gerwen en Nederwetten 3 0% Gemert-Bakel Oirschot 0 0% Gemert-Bakel Reusel - De Mierden 0 0% Gemert-Bakel Someren 4 1% Gemert-Bakel Son en Breugel 4 1% Gemert-Bakel Valkenswaard 0 0% Gemert-Bakel Veldhoven 5 1% Gemert-Bakel Waalre 0 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Gemert-Bakel bestaat uit 723 mensen.
Verhuisd van Verhuisd naar Aantal migranten Percentage totaal aantal migranten Heeze-Leende Asten 2 0% Heeze-Leende Bergeijk 1 0% Heeze-Leende Best 5 1% Heeze-Leende Bladel 1 0% Heeze-Leende Cranendonck 33 8% Heeze-Leende Deurne 5 1% Heeze-Leende Eersel 1 0% Heeze-Leende Eindhoven 71 17% Heeze-Leende Geldrop-Mierlo 37 9% Heeze-Leende Gemert-Bakel 3 1% Heeze-Leende Helmond 14 3% Heeze-Leende Laarbeek 2 0% Heeze-Leende Nuenen, Gerwen en Nederwetten 6 1% Heeze-Leende Oirschot 2 0% Heeze-Leende Reusel - De Mierden 0 0% Heeze-Leende Someren 10 2% Heeze-Leende Son en Breugel 1 0% Heeze-Leende Valkenswaard 17 4% Heeze-Leende Veldhoven 10 2% Heeze-Leende Waalre 5 1% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Heeze-Leende bestaat uit 415 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Helmond Asten 57 2% Helmond Bergeijk 10 0% Helmond Best 22 1% Helmond Bladel 1 0% Helmond Cranendonck 17 1% Helmond Deurne 154 6% Helmond Eersel 9 0% Helmond Eindhoven 452 18% Helmond Geldrop-Mierlo 163 6% Helmond Gemert-Bakel 147 6% Helmond Heeze-Leende 13 1% Helmond Laarbeek 52 2% Helmond Nuenen, Gerwen en Nederwetten 50 2% Helmond Oirschot 5 0% Helmond Reusel - De Mierden 1 0% Helmond Someren 66 3% Helmond Son en Breugel 16 1% Helmond Valkenswaard 13 1% Helmond Veldhoven 54 2% Helmond Waalre 15 1% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Helmond bestaat uit 2562 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Laarbeek Asten 11 2% Laarbeek Bergeijk 1 0% Laarbeek Best 6 1% Laarbeek Bladel 0 0% Laarbeek Cranendonck 2 0% Laarbeek Deurne 17 3% Laarbeek Eersel 1 0% Laarbeek Eindhoven 67 10% Laarbeek Geldrop-Mierlo 6 1% Laarbeek Gemert-Bakel 97 14% Laarbeek Heeze-Leende 2 0% Laarbeek Helmond 166 25% Laarbeek Nuenen, Gerwen en Nederwetten 7 1% Laarbeek Oirschot 3 0% Laarbeek Reusel - De Mierden 0 0% Laarbeek Someren 0 0% Laarbeek Son en Breugel 8 1% Laarbeek Valkenswaard 3 0% Laarbeek Veldhoven 6 1% Laarbeek Waalre 0 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Laarbeek bestaat uit 669 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Nuenen c.a. Asten 0 0% Nuenen c.a. Bergeijk 1 0% Nuenen c.a. Best 10 1% Nuenen c.a. Bladel 0 0% Nuenen c.a. Cranendonck 1 0% Nuenen c.a. Deurne 6 1% Nuenen c.a. Eersel 3 0% Nuenen c.a. Eindhoven 294 36% Nuenen c.a. Geldrop-Mierlo 57 7% Nuenen c.a. Gemert-Bakel 1 0% Nuenen c.a. Heeze-Leende 4 0% Nuenen c.a. Helmond 49 6% Nuenen c.a. Laarbeek 13 2% Nuenen c.a. Oirschot 13 2% Nuenen c.a. Reusel - De Mierden 0 0% Nuenen c.a. Someren 0 0% Nuenen c.a. Son en Breugel 19 2% Nuenen c.a. Valkenswaard 7 1% Nuenen c.a. Veldhoven 22 3% Nuenen c.a. Waalre 2 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Nuenen c.a. bestaat uit 823 mensen.
Verhuisd van Verhuisd naar Aantal migranten Percentage totaal aantal migranten Oirschot Asten 1 0% Oirschot Bergeijk 2 0% Oirschot Best 37 9% Oirschot Bladel 8 2% Oirschot Cranendonck 1 0% Oirschot Deurne 2 0% Oirschot Eersel 28 7% Oirschot Eindhoven 62 15% Oirschot Geldrop-Mierlo 5 1% Oirschot Gemert-Bakel 0 0% Oirschot Heeze-Leende 2 0% Oirschot Helmond 7 2% Oirschot Laarbeek 0 0% Oirschot Nuenen, Gerwen en Nederwetten 3 1% Oirschot Reusel - De Mierden 7 2% Oirschot Someren 0 0% Oirschot Son en Breugel 0 0% Oirschot Valkenswaard 0 0% Oirschot Veldhoven 10 2% Oirschot Waalre 1 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Oirschot bestaat uit 411 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Reusel-De Mierden Asten 0 0% Reusel-De Mierden Bergeijk 9 3% Reusel-De Mierden Best 0 0% Reusel-De Mierden Bladel 105 35% Reusel-De Mierden Cranendonck 0 0% Reusel-De Mierden Deurne 1 0% Reusel-De Mierden Eersel 12 4% Reusel-De Mierden Eindhoven 16 5% Reusel-De Mierden Geldrop-Mierlo 0 0% Reusel-De Mierden Gemert-Bakel 0 0% Reusel-De Mierden Heeze-Leende 1 0% Reusel-De Mierden Helmond 0 0% Reusel-De Mierden Laarbeek 0 0% Reusel-De Mierden Nuenen, Gerwen en Nederwetten 1 0% Reusel-De Mierden Oirschot 3 1% Reusel-De Mierden Someren 0 0% Reusel-De Mierden Son en Breugel 1 0% Reusel-De Mierden Valkenswaard 4 1% Reusel-De Mierden Veldhoven 6 2% Reusel-De Mierden Waalre 3 1% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Reusel-De Mierden bestaat uit 304 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Someren Asten 60 13% Someren Bergeijk 1 0% Someren Best 1 0% Someren Bladel 1 0% Someren Cranendonck 14 3% Someren Deurne 21 5% Someren Eersel 0 0% Someren Eindhoven 41 9% Someren Geldrop-Mierlo 26 6% Someren Gemert-Bakel 2 0% Someren Heeze-Leende 3 1% Someren Helmond 79 18% Someren Laarbeek 1 0% Someren Nuenen, Gerwen en Nederwetten 2 0% Someren Oirschot 0 0% Someren Reusel - De Mierden 1 0% Someren Son en Breugel 2 0% Someren Valkenswaard 2 0% Someren Veldhoven 4 1% Someren Waalre 0 0% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Someren bestaat uit 449 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Son & Breugel Asten 0 0% Son & Breugel Bergeijk 1 0% Son & Breugel Best 19 4% Son & Breugel Bladel 2 0% Son & Breugel Cranendonck 4 1% Son & Breugel Deurne 1 0% Son & Breugel Eersel 2 0% Son & Breugel Eindhoven 165 35% Son & Breugel Geldrop-Mierlo 12 3% Son & Breugel Gemert-Bakel 2 0% Son & Breugel Heeze-Leende 1 0% Son & Breugel Helmond 26 5% Son & Breugel Laarbeek 8 2% Son & Breugel Nuenen, Gerwen en Nederwetten 6 1% Son & Breugel Oirschot 3 1% Son & Breugel Reusel - De Mierden 0 0% Son & Breugel Someren 6 1% Son & Breugel Valkenswaard 2 0% Son & Breugel Veldhoven 20 4% Son & Breugel Waalre 4 1% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Son en Breugel bestaat uit 478 mensen.
Verhuisd van Verhuisd naar Aantal migranten Percentage totaal aantal migranten Valkenswaard Asten 1 0% Valkenswaard Bergeijk 113 24% Valkenswaard Best 8 2% Valkenswaard Bladel 4 1% Valkenswaard Cranendonck 11 2% Valkenswaard Deurne 1 0% Valkenswaard Eersel 15 3% Valkenswaard Eindhoven 187 39% Valkenswaard Geldrop-Mierlo 17 4% Valkenswaard Gemert-Bakel 5 1% Valkenswaard Heeze-Leende 45 9% Valkenswaard Helmond 24 5% Valkenswaard Laarbeek 2 0% Valkenswaard Nuenen, Gerwen en Nederwetten 8 2% Valkenswaard Oirschot 1 0% Valkenswaard Reusel - De Mierden 6 1% Valkenswaard Someren 2 0% Valkenswaard Son en Breugel 5 1% Valkenswaard Veldhoven 51 11% Valkenswaard Waalre 38 8% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Valkenswaard bestaat uit 887 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Veldhoven Asten 2 0% Veldhoven Bergeijk 20 1% Veldhoven Best 8 1% Veldhoven Bladel 20 1% Veldhoven Cranendonck 12 1% Veldhoven Deurne 4 0% Veldhoven Eersel 76 5% Veldhoven Eindhoven 629 42% Veldhoven Geldrop-Mierlo 42 3% Veldhoven Gemert-Bakel 7 0% Veldhoven Heeze-Leende 6 0% Veldhoven Helmond 32 2% Veldhoven Laarbeek 14 1% Veldhoven Nuenen, Gerwen en Nederwetten 9 1% Veldhoven Oirschot 13 1% Veldhoven Reusel - De Mierden 8 1% Veldhoven Someren 3 0% Veldhoven Son en Breugel 2 0% Veldhoven Valkenswaard 42 3% Veldhoven Waalre 51 3% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Veldhoven bestaat uit 1486 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Waalre Asten 0 0% Waalre Bergeijk 16 3% Waalre Best 7 1% Waalre Bladel 4 1% Waalre Cranendonck 2 0% Waalre Deurne 3 0% Waalre Eersel 10 2% Waalre Eindhoven 198 32% Waalre Geldrop-Mierlo 15 2% Waalre Gemert-Bakel 0 0% Waalre Heeze-Leende 23 4% Waalre Helmond 7 1% Waalre Laarbeek 3 0% Waalre Nuenen, Gerwen en Nederwetten 3 0% Waalre Oirschot 0 0% Waalre Reusel - De Mierden 3 0% Waalre Someren 2 0% Waalre Son en Breugel 3 0% Waalre Valkenswaard 68 11% Waalre Veldhoven 48 8% Het totaal aantal migranten dat vertrok uit Waalre bestaat uit 622 mensen.
Verhuisd van
Verhuisd naar
Aantal migranten
Percentage totaal aantal migranten
Amsterdam Eindhoven 205 Breda Eindhoven 143 Cranendonck Weert 77 14% Eindhoven Amsterdam 326 Eindhoven Breda 170 Eindhoven ‘s-Gravenhage 163 Eindhoven ’s-Hertogenbosch 260 Eindhoven Maastricht 135 Eindhoven Nijmegen 143 Eindhoven Rotterdam 250 Eindhoven Tilburg 304 Eindhoven Utrecht 285 ‘s-Gravenhage Eindhoven 107 ’s-Hertogenbosch Eindhoven 191 Maastricht Eindhoven 192 Nijmegen Eindhoven 166 Reusel-De Mierden Tilburg 36 12% Rotterdam Eindhoven 138 Tilburg Eindhoven 330 Utrecht Eindhoven 209 Venlo Eindhoven 111 Indien het percentage niet is weergeven, is deze lager dan 10%.
1
Gemert-Bakel
Oirschot
4
2
1
4
4
Waalre
Valkenswaard
4
1
3
4
9
6
2
x
1
5
1
62
Son en Breugel
2
3
5
5
x
1
Bladel Cran.
Veldhoven
1
Someren
Reusel-De M.
1
5
Laarbeek
Nuenen c.a.
5
Helmond
Heeze-Leende
3
Eindhoven
Geldrop-Mierlo
5
1
Deurne
7
2
6
Cranendonck
Eersel
1
x
Best
Bladel
x
1
2
Berg.
Best
x
Asten
Bergeijk
Asten
Van / Naar
2
1
2
4
5
5
3
4
52
1
x
1
20
Deur.
3
8
1
16
1
1
x
4
3
42
Eersel
26
45
15
15
x
9
44
16
1
6
9
3
18
x
79
3
1
Eindh. G-Mi.
2
5
60
14
3
x
13
2
1
G-Ba.
18
28
1
x
29
45
2
2
9
11
10
13
2
68
x
1
3
25
3
7
H-Lee. Helm.
3
8
1
6
x
2
1
1
1
2
1
x
1
2
2
2
2
Laarb. Nuen.
3
1
3
x
10
3
4
8
2
Oirs.
2
2
1
x
4
1
3
12
2
6
3
2
2
3
4
x
7
2
10
3
12
2
2
R-D-M Som.
3
x
1
13
2
24
1
4
S&B
30
x
1
10
10
1
5
10
1
Valk.
x
9
18
1
13
22
4
6
106
5
34
10
3
x
3
2
1
1
8
57
1
1
Veldh. Waal.
In de onderstaande tabel zijn de cumulatieve mgiratiestromen te vinden tussen de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. Deze zijn berekend aan de hand van de gegevens in bijlage X van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009).
Bijlage VII Migratiestromen cumulatief
Bijlage VIII Migratiestromen toegelicht In afbeelding A zijn de absolute migratiestromen vanaf 100 personen De allergrootste migratiestromen zijn te vinden in afbeelding C. Met tussen de verschillende gemeenten te zien. De relatie tussen Reuselname de wederzijdse uitwisseling van migranten tussen Veldhoven en De Mierden en Bladel valt op, net als de migratiestroom van ValkensEindhoven valt op, met een grootte van ongeveer 700 personen per waard naar Bergeijk. Aanvullend zijn nu ook migratiestromen met jaar.anDaarnaast is ook met Helmond en Geldrop-Mierlo sprake van een grote uitwisseling vanuit Eindhoven. dere steden te zien, vanwege hun grote inwoneraantal. Wederzijdse uitwisseling van meer dan 100 migranten vindt plaats tussen Eindhoven en de steden Amsterdam, Breda, ’s-Gravenhage, ’s-Hertogenbosch, Tot slot zijn de cumulatieve stromen berekend en in afbeelding D Hieruit blijkt dat de grootste resulterende verplaatsing van Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Utrecht. Ook vanuitweergeven. Venlo heeft Eindhoven in 2009 meer dan 100 migranten gekregen. Verder mensen zich voordoet van Eindhoven naar Veldhoven. Eindhoven is blijken veel wederzijdse migratiestromen te bestaan van 100 personen in 2009 ruim honderd mensen ‘kwijtgeraakt’ aan de gemeente Veldhoven. of meer; deze zijn weergeven in afbeelding B. Stroomwisselingen met Daarnaast is ook hier de connectie te zien tussen Bergeijk en Eindhoven blijken te bestaat met de gemeenten die in paragraaf Valkenswaard: 4.2 tot vanuit Valkenswaard is een behoorlijke cumulatieve stroom stadsgewest Eindhoven behoren. Ook tussen Reusel-De Mierden en naar Bergeijk gegaan en niet naar Eindhoven. Verder is het opBladel geldt een stroomwisseling. Verder zijn stroomwisselingen vallend met dat vanuit Laarbeek ruim 60 mensen meer zijn vertrokken naar Helmond afkomstig van zowel Gemert-Bakel als Deurne en Geldropzowel Helmond als Gemert-Bakel dan terug zijn gekomen. Mierlo.
Venlo
Amsterdam Breda De Haag Den Bosch Maastricht Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht
Migratiestroom van 100 personen of meer
Afbeelding A Migratiestromen van 100 personen of meer (CBS, 2009)
Stroomwisseling tussen Mierden en Bladel
Reusel-De
Stroomwisseling tussen Best, Son&Breugel, Nuenen c.a., Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard
Afbeelding B Gemeenten met een stroomwisseling van 100 personen of meer (CBS, 2009)
Stroomwisseling Geldrop-Mierlo, Deurne
tussen Helmond, Gemert-Bakel en
‘s Hertogenbosch Rotterdam
Amsterdam Tilburg Utrecht
Migratiestroom van 200 tot 399 personen Migratiestroom van 400 tot 599 personen Migratiestroom van 600 tot 799 personen Afbeelding C Migratiestromen van 200 personen of meer (CBS, 2009)
Cumulatieve migratiestroom van 30 tot 59 personen Cumulatieve migratiestroom van 60 tot 89 personen Cumulatieve migratiestroom van 90 tot 119 personen Afbeelding D Cumulatieve migratiestromen van 30 personen of meer (CBS, 2009)
Best
0,2%
1,4%
1,4%
Waalre
Weert
Boekel
8,3%
Veldhoven
1,4%
7,1%
Valkenswaard
Son en Breugel
Someren
Reusel-De M.
Oirschot
1,6%
0,2%
0,6%
2,0%
5,4%
0,2%
2,0%
0,6%
0,4%
0,3%
11,7%
1,3%
0,1%
0,5%
1,3%
2,1%
0,1%
0,2%
3,3%
0,1%
0,2%
0,3%
0,1%
87,0%
0,1%
0,5%
0,2%
0,1%
1,0%
90,9%
4,2%
0,1%
3,8%
0,2%
0,3%
G-Ba.
Laarbeek
0,3%
1,6%
92,1%
0,1%
0,3%
0,5%
Eindh. G-Mi.
Nuenen c.a. 1,1%
4,2%
70,1%
6,6%
0,4%
2,0%
Eersel
2,0%
0,9%
0,2%
0,3%
0,1%
90,5%
0,1%
3,7%
Deur.
2,3%
0,1%
0,3%
1,3%
88,1%
1,2%
0,1%
Helmond
0,2%
1,3%
5,6%
0,2%
85,6%
0,4%
0,2%
0,8%
Bladel Cran.
1,2%
2,2%
2,7%
93,9%
Best
Heeze-Leende
1,1%
0,1%
Geldrop-Mierlo
0,1%
1,6%
0,3%
Eindhoven
Gemert-Bakel
7,6%
1,5%
0,1%
78,2%
0,06%
Berg.
Eersel
Deurne
Cranendonck
Bladel
0,2%
89,1%
Asten
Bergeijk
Asten
Aankoop/afkomst
0,1%
3,4%
1,1%
2,5%
77,8%
7,0%
2,4%
0,1%
3,3%
0,4%
0,1%
0,3%
0,1%
0,1%
0,2%
0,3%
2,8%
88,3%
0,7%
2,4%
2,1%
1,2%
0,1%
0,1%
H-Lee. Helm.
0,7%
3,6%
77,1%
7,1%
8,5%
0,1%
0,8%
0,2%
0,1%
0,1%
2,1%
88,6%
0,6%
0,5%
0,1%
0,6%
6,1%
0,5%
0,1%
Laarb. Nuen.
0,1%
0,3%
1,3%
82,3%
3,1%
0,4%
1,0%
8,2%
Oirs.
0,2%
76,5%
0,1%
0,2%
0,4%
0,6%
0,1%
18,8%
0,2%
0,2%
78,6%
2,4%
0,1%
0,8%
0,9%
0,7%
0,5%
0,2%
0,1%
14,3%
R-D-M Som.
2,3%
87,9%
0,2%
0,2%
0,5%
0,1%
5,0%
1,1%
S&B
3,9%
0,5%
88,2%
0,6%
0,1%
2,3%
0,4%
0,2%
1,2%
Valk.
0,2%
82,1%
0,1%
0,2%
16,0%
0,4%
0,1%
0,3%
0,1%
0,3%
80,4%
3,9%
5,2%
0,4%
8,0%
0,1%
0,2%
0,5%
0,2%
Veldh. Waal.
Koopstromen van dagelijkse artikelen (gehele sector) In de onderstaande tabel zijn de koopstromen van dagelijkse artikelen te vinden tussen de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. Dagelijkse artikelen bestaan uit levensmiddelen en artikelen van de drogisterij of parfumerie. De koopstromen weergeven hoeveel procent van de uitgaven aan dagelijkse artikelen worden besteed in de betreffende gemeente. De kolommen geven aan uit welke gemeente de consument afkomstig is, terwijl de rijen aangeven in welke gemeente de winkelcentra zich bevinden waar de uitgaven zijn gedaan. De gegevens zijn afkomstig van BRO (2009b). Koopstromen in gemeenten buiten de regio Zuidoost-Brabant zijn enkel vermeld indien zij een grootte hebben van 2% of meer.
Bijlage IX Koopstromen in getallen
60,2%
0,1%
0,3%
Asten
Bergeijk
Best
0,1%
10,2%
0,1%
0,1%
Eersel
Eindhoven
Geldrop-Mierlo
Gemert-Bakel
13,5%
Weert
0,1%
0,1%
Valkenswaard
4,0%
Waalre
3,5%
Son en Breugel totaal
4,0%
4,3%
1,8%
Son en Breugel meubelboulevard
Veldhoven
4,2%
Someren
0,7%
0,6%
8,4%
8,3%
0,2%
0,1%
0,1%
6,1%
0,7%
5,1%
5,0%
3,3%
0,1%
1,8%
0,1%
Oirschot
0,1%
0,2%
Reusel-De M.
0,4%
Nuenen c.a.
%
0,1%
0,2%
18,6%
4,1%
0,5%
53,1%
0,5%
0,6%
0,5%
16,3%
0,3%
2,1%
2,7%
2,4%
0,1%
0,2%
0,4%
0,4%
16,9%
48,1%
0,3%
0,1%
Bladel Cran.
0,1%
0,1%
Laarbeek
0,2%
0,6%
29,4%
0,1%
0,1%
52,1%
0,1%
Best
0,7%
11,6%
Helmond
Heeze-Leende
20,0%
4,6%
0,1%
5,5%
0,2%
Deurne
0,9%
0,3%
43,0%
0,8%
Berg.
Cranendonck
Bladel
Asten
Aankoop/afkomst
0,2%
0,2%
0,1%
3,1%
2,9%
0,6%
0,3%
0,3%
13,5%
0,4%
0,4%
10,2%
0,3%
58,2%
0,2%
0,1%
5,2%
Deur.
0,1%
18,8%
1,7%
5,5%
5,5%
0,3%
0,7%
0,2%
0,1%
2,1%
0,7%
11,7%
11,4%
0,1%
0,1%
1,1%
0,1%
0,4%
1,2%
75,9%
24,9% 0,3%
0,2%
0,6%
1,6%
0,1%
0,1%
0,3%
0,1%
7,2%
6,8%
0,4%
1,0%
0,2%
9,5%
0,7%
1,0%
36,9%
38,0%
0,3%
0,1%
0,3%
0,3%
Eindh. G-Mi.
29,3%
0,1%
7,9%
1,6%
3,3%
Eersel
0,6%
0,1%
2,4%
2,8%
2,8%
0,6%
1,0%
15,8%
39,3%
0,2%
9,3%
0,1%
7,6%
0,5%
0,3%
G-Ba.
0,4%
9,0%
5,2%
4,4%
1,2%
0,1%
0,9%
0,1%
2,0%
28,8%
0,2%
10,5%
29,3%
0,2%
2,7%
0,1%
0,8%
0,3%
0,7%
0,2%
0,4%
4,4%
4,2%
0,1%
0,8%
5,6%
61,6%
0,3%
1,6%
17,6%
1,5%
0,1%
0,3%
0,4%
H-Lee. Helm.
0,2%
0,3%
5,1%
4,8%
0,2%
4,6%
26,5%
31,5%
6,6%
0,9%
15,1%
0,3%
0,1%
0,6%
0,2%
0,2%
0,6%
8,6%
8,1%
0,1%
0,3%
40,9%
0,5%
3,9%
1,3%
35,0%
0,2%
0,8%
0,1%
Laarb. Nuen.
1,8%
0,1%
5,7%
5,6%
0,1%
0,8%
33,1%
0,2%
0,1%
24,5%
0,3%
0,1%
1,4%
18,6%
0,1%
Oirs.
1,6%
0,3%
2,8%
2,8%
0,1%
32,1%
0,1%
0,2%
0,2%
14,1%
1,6%
0,2%
29,3%
1,0%
0,3%
9,3%
2,8%
40,2%
0,1%
0,7%
0,1%
10,6%
0,2%
1,2%
13,2%
0,8%
0,3%
0,1%
0,3%
14,9%
R-D-M Som.
0,3%
1,9%
40,0%
23,8%
0,1%
0,3%
3,2%
0,4%
0,3%
38,3%
0,1%
4,9%
0,1%
S&B
0,3%
2,7%
56,9%
5,7%
5,6%
0,6%
0,2%
0,2%
20,4%
0,3%
0,4%
0,2%
0,5%
1,2%
Valk.
0,1%
51,9%
0,7%
7,3%
7,3%
0,4%
0,1%
0,8%
29,2%
0,3%
0,4%
0,2%
1,1%
0,3%
0,1%
8,8%
12,0%
16,0%
6,1%
6,1%
0,1%
0,6%
0,1%
1,0%
44,1%
0,2%
0,6%
0,8%
0,5%
0,3%
Veldh. Waal.
Koopstromen van niet-dagelijkse artikelen (gehele sector) In de onderstaande tabel zijn de koopstromen van niet-dagelijkse artikelen te vinden tussen de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. Niet-dagelijkse artikelen bestaan uit lkleding, mode en schoenen; media; hobby en vrije tijdsartikelen; huishoudelijke artikelen, glas, aardewerk, etc.; bruin- en witgoed; doe-het-zelf en tuinartikelen; en woninginrichting. De koopstromen weergeven hoeveel procent van de uitgaven aan niet-dagelijkse artikelen worden besteed in de betreffende gemeente. De kolommen geven aan uit welke gemeente de consument afkomstig is, terwijl de rijen aangeven in welke gemeente de winkelcentra zich bevinden waar de uitgaven zijn gedaan. De gegevens zijn afkomstig van BRO (2009b). Koopstromen in gemeenten buiten de regio Zuidoost-Brabant zijn enkel vermeld indien zij een grootte hebben van 10% of meer.
3,9%
Deurne
0,1%
Veldhoven
Waalre
0,3%
Valkenswaard
4,2%
7,2%
0,8%
2,2%
36,1%
16,7%
Son en Breugel totaal
19,7%
36,0%
8,7%
Son en Breugel meubelboulevard
19,6%
0,8%
0,5%
Someren
1,0%
0,2%
Oirschot
Reusel-De M.
2,1%
Nuenen c.a.
0,3%
19,7%
3,2%
0,2%
Laarbeek
0,1%
1,2%
0,7%
18,7%
1,1%
0,6%
26,6%
Best
0,5%
0,1%
17,0%
Helmond
0,3%
Gemert-Bakel
Heeze-Leende
6,2%
0,2%
Eindhoven
Geldrop-Mierlo
Eersel
0,1%
Cranendonck
0,9%
0,7%
Bladel
35,1%
0,6%
0,6%
Best
44,1%
Asten
Berg.
Bergeijk
Asten
Aankoop/afkomst
0,1%
4,0%
0,8%
24,6%
24,2%
9,8%
0,2%
0,5%
0,2%
14,4%
2,2%
0,8%
23,6%
0,5%
1,3%
0,6%
0,4%
0,3%
13,0%
11,8%
1,0%
0,8%
1,1%
0,4%
15,2%
31,4%
0,4%
0,3%
Bladel Cran.
1,2%
0,8%
0,3%
14,6%
13,5%
1,0%
1,2%
20,0%
1,7%
0,5%
5,2%
0,4%
35,5%
7,7%
Deur.
0,3%
8,5%
2,0%
26,4%
26,4%
0,1%
0,5%
2,1%
0,9%
19,6%
14,2%
0,1%
2,2%
0,4%
4,2%
0,1%
Eersel
0,2%
1,3%
1,0%
47,3%
47,2%
0,2%
1,6%
0,1%
0,5%
0,4%
38,5%
0,1%
0,1%
0,2%
1,1%
0,1%
0,2%
1,0%
0,1%
33,1%
31,1%
0,1%
3,2%
0,4%
10,4%
0,8%
0,4%
11,9%
30,2%
0,2%
0,1%
0,3%
0,8%
Eindh. G-Mi.
1,8%
0,3%
11,4%
13,5%
13,5%
0,1%
2,6%
0,8%
18,2%
25,0%
0,1%
4,3%
4,9%
0,5%
1,2%
G-Ba.
0,1%
0,8%
3,8%
25,1%
21,4%
2,4%
0,1%
1,2%
18,2%
0,3%
5,7%
23,7%
0,4%
1,4%
1,3%
1,4%
1,9%
0,4%
1,2%
20,2%
19,8%
2,7%
7,5%
49,1%
0,6%
0,9%
10,1%
0,1%
0,9%
0,4%
0,6%
H-Lee. Helm.
0,1%
0,9%
1,2%
22,1%
21,9%
0,4%
7,8%
15,9%
26,6%
0,1%
5,1%
3,0%
7,1%
0,2%
0,7%
0,5%
0,2%
0,2%
2,1%
36,1%
35,9%
0,1%
25,2%
1,2%
3,7%
0,1%
0,4%
23,2%
0,4%
0,9%
0,2%
Laarb. Nuen.
0,6%
0,6%
24,6%
24,6%
0,5%
0,5%
17,1%
0,7%
17,6%
1,4%
14,7%
0,2%
Oirs.
0,9%
0,2%
13,5%
13,5%
29,7%
0,7%
0,1%
0,1%
13,1%
0,9%
0,1%
10,1%
1,6%
0,5%
0,1%
0,1%
0,1%
43,8%
13,5%
0,3%
0,3%
3,2%
0,2%
13,7%
0,8%
1,1%
7,9%
0,9%
0,5%
0,3%
14,7%
R-D-M Som.
0,1%
0,6%
2,8%
65,3%
65,3%
0,2%
0,3%
4,3%
0,4%
0,1%
0,2%
0,1%
13,5%
0,1%
2,6%
0,1%
0,1%
S&B
0,5%
2,8%
21,5%
27,3%
26,9%
0,1%
2,8%
0,1%
0,6%
0,2%
18,8%
0,1%
0,2%
0,4%
0,9%
Valk.
21,4%
2,2%
32,6%
32,5%
0,1%
1,7%
0,2%
1,1%
18,0%
0,2%
0,1%
1,0%
0,4%
0,6%
1,1%
5,8%
5,8%
28,9%
28,6%
0,3%
0,1%
2,5%
0,2%
0,1%
0,2%
0,9%
29,3%
0,4%
0,2%
0,7%
0,6%
0,2%
Veldh. Waal.
Koopstromen van artikelen uit de sector woninginrichting (niet-dagelijks) In de onderstaande tabel zijn de koopstromen van artikelen uit de branche woninginrichting te vinden tussen de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. De koopstromen weergeven hoeveel procent van de uitgaven in de branche woninginrichting worden besteed in de betreffende gemeente. De kolommen geven aan uit welke gemeente de consument afkomstig is, terwijl de rijen aangeven in welke gemeente de winkelcentra zich bevinden waar de uitgaven zijn gedaan. De gegevens zijn afkomstig van BRO (2009b).
Bijlage X Koopstromen toegelicht Afbeelding A laat zien waarom de koopstromen naar Meubelboulevard Ekkersrijt in Son en Breugel buiten beschouwing zijn gelaten. In deze afbeelding zijn alle koopstromen in de sector woninginrichting – onderdeel van de sector niet-dagelijkse artikelen – van 10% of groter weergeven. Zoals genoemd in paragraaf 4.3.1 zijnvoor elk van de gemeenten in de regio – met uitzondering van Asten –twee stromen te zien: één stroom naar Eindhoven dan wel Helmond en één naar Meubelboulevard Ekkersrijt in Son en Breugel. Dit duidt erop dat de sector woninginrichting in Son en Breugel zodanig groot dat afbakening van het stadsgewest hiermee moeilijk wordt gemaakt. Het is echter belangrijk om te onthouden dat Son en Breugel op dit gebied zo een grote rol speelt.
is te vinden in de gemeente Waalre waar slechts 8,8% van de uitgaven aan niet-dagelijkse artikelen wordt besteed in de eigen gemeente. Deze gemeente richt zich volledig op de stad Eindhoven.
Net als geldt voor de forensenstromen, zijn ook de koopstromen in te delen in interne en externe stromen; waarbij de interne koopstromen verwijzen naar de aankopen die in de eigen gemeente worden gedaan, en de externe koopstromen de aankopen buiten de eigen gemeente omvatten. Afbeelding A laat de interne koopstromen zien op het gebied van niet-dagelijkse boodschappen. Deze variëren van minder dan tien procent tot vijfenzeventig procent. BRO (2009a) legt uit dat de genoemde trend van het uitwaaieren van koopstromen zich vooral bij de niet-dagelijkse boodschappen voordoet. Dit verklaart de lage percentages interne koopstromen; hier is het uitwaaieren van koopstromen groot. De grootste interne koopstroom is te vinden in Eindhoven; het centrum van het grootste stadsgewest in de regio. Maar ook in Helmond en Asten worden veel niet-dagelijkse inkopen gedaan in de eigen gemeente, namelijk zo’n 60%. Asten vormt daarmee een tweede centrum binnen stadsgewest Helmond. De kleinste interne koopstromen
Afbeelding D geeft de interne koopstromen van dagelijkse aankopen in de regio Zuidoost-Brabant weer. Omdat consumenten hun dagelijkse boodschappen nog vaak dichtbij huis doen, zijn deze interne koopstromen behoorlijk groot. Voor elk van de gemeenten in de regio ZuidoostBrabant besteden de inwoners opgeteld minstens zeventig procent van de uitgaven aan dagelijkse artikelen in eigen woonplaats; dat betekent dat maximaal dertig procent buiten de eigen gemeente wordt besteed. De grootste koopkrachtafvloeiing vindt plaats in de gemeente Eersel, waar de interne koopstroom slechts 70,1% is, en kleinste in de gemeente Best met een interne koopstroom van 93,9%. De kleinere externe koopstromen van dagelijkse artikelen vanaf 2% zijn te zien in afbeelding E. Vooral interessant is dat vanuit de gemeente GemertBakel een groot aantal dagelijkse boodschappen worden gedaan in de gemeente Boekel.
Wanneer de koopstromen vanaf 10% worden weergeven, zoals te zien in afbeelding C – opnieuw met uitzondering van die naar Meubelboulevard Ekkersrijt – is het interessant te zien dat Cranendonck opnieuw georienteerd is op Weert. Het beeld van de outer periphery in afbeelding 5.11 kan worden aangevuld doordat Waalre nu ook verbonden is met de gemeenten Valkenswaard en Veldhoven en daarmee tot de bijbehorende groep gemeenten zou kunnen behoren.
Koopstroom naar Eindhoven Koopstroom naar Helmond Koopstroom naar Meubelboulevard Ekkersrijt
Afbeelding A Externe koopstromen van niet-dagelijkse artikelen in de branche woninginrichting van meer dan 10% (BRO, 2009b)
60 - 79% 40 - 59% 20 - 39% 0 - 19%
Afbeelding B Interne koopstromen van niet-dagelijkse artikelen (BRO, 2009b)
Externe koopstroom van niet-dagelijkse artikelen van 10% of meer
Weert
Afbeelding C Externe koopstromen van niet-dagelijkse artikelen van 10% of meer m.u.v. die naar Meubelboulevard Ekkersrijt (BRO, 2009b)
85 - 94 % 75 - 84% 65 - 74%
Afbeelding A Grootte van de interne dagelijkse koopstroom als percentage van de totale uitgaven aan dagelijkse artikelen (BRO, 2009b)
Boekel
Externe koopstroom van dagelijkse artikelen van 2% of meer
Weert
Afbeelding B Externe koopstromen van dagelijkse artikelen van 2% of meer (BRO, 2009b)
Bijlage XI Bevolkingsprognose In deze bijlage zijn de bevolkingsprognoses onder elkaar gezet per afzonderlijke gemeente, afkomstig van respectievelijk de bronnen Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). De aantallen geven weer hoeveel inwoners worden verwacht in de afzonderlijke gemeenten op 1 januari van het genoemde jaartal. Deze schattingen zijn gebaseerd op zowel harde krimp (geboorte- en sterftecijfers) als zachte krimp (migratiecijfers). De piek in het inwoneraantal, en daarmee het moment waarop de bevolkingskrimp aanvangt, is grijs gemarkeerd. Middels een oranje kader is de periode geaccentueerd waarin de verschillende prognoses een schatting maken van dit begin van de bevolkingskrimp.
2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 Verandering in % 16.552 16.623 16.916 17.124 17.303 17.241 17.155 104% Asten 16.505 16.580 16.540 16.365 16.005 15.455 14.725 16.500 16.740 17.051 17.473 17.856 18.078 18.240 18.206 17.992 17.629 17.380 17.092 16.767 16.324 90% Bergeijk 18.180 18.065 17.725 17.225 16.835 16.255 15.505 18.177 18.281 18.410 18.266 18.117 18.020 17.700 29.519 30.259 30.941 31.432 31.775 31.898 31.934 108% Best 29.440 30.255 30.990 31.660 32.270 32.840 33.325 29.262 29.927 30.744 31.269 31.615 32.016 32.134 19.376 19.163 18.896 18.596 18.244 17.915 17.630 91% Bladel 19.215 19.100 18.730 18.210 17.555 16.725 15.655 19.349 19.156 19.096 19.147 19.146 19.025 18.764 20.380 20.121 19.781 19.243 18.752 18.285 17.809 87% Cranendonck 20.320 20.145 19.745 19.135 18.360 17.440 16.300 19.952 19.601 19.307 19.124 19.043 18.895 18.605 31.714 32.157 32.156 32.092 31.939 31.661 31.503 99% Deurne 31.765 31.730 31.540 31.230 30.730 29.975 29.020 31.360 31.258 31.435 31.765 31.964 31.914 31.548 18.369 18.633 18.643 18.516 18.556 18.731 18.940 103% Eersel 18.130 18.095 17.960 17.730 17.365 16.875 16.300 18.305 18.384 18.558 18.867 19.009 18.936 18.675 211.607 215.499 217.253 218.697 219.621 219.477 216.860 102% Eindhoven 211.640 215.195 219.070 223.400 227.910 232.290 236.255 213.759 220.229 222.575 223.440 223.551 222.754 221.614 38.097 38.216 38.416 38.687 38.674 38.505 37.880 99% Geldrop-Mierlo 38.065 38.085 37.820 37.370 36.730 35.855 34.755 38.439 38.943 39.324 39.321 39.121 38.906 38.476 28.474 28.572 28.420 28.245 27.956 27.545 27.076 95% Gemert-Bakel 28.260 28.380 28.330 28.080 27.590 26.765 25.585 28.568 28.783 29.014 29.358 29.477 29.505 29.365 15.190 14.888 14.502 14.173 13.854 13.636 13.398 88% Heeze-Leende 15.130 14.915 14.610 14.280 13.925 13.495 12.960 15.054 14.688 14.522 14.465 14.444 14.511 14.486 87.450 88.549 90.484 92.662 93.892 94.531 93.929 107% Helmond 87.770 89.930 91.610 93.125 94.560 95.825 96.665 87.974 91.239 93.944 95.473 96.508 96.771 96.229 21.927 22.069 21.849 21.692 21.323 21.031 20.762 95% Laarbeek 21.950 22.085 22.040 21.840 21.515 21.060 20.460 21.721 21.630 21.936 22.182 22.397 22.463 22.589
22.399 22.118 22.362 22.323 22.379 22.330 22.476 100% Nuenen c.a. 22.670 22.900 23.175 23.285 23.165 22.910 22.595 22.472 22.934 23.512 24.160 24.614 24.977 25.101 17.951 18.089 18.159 18.006 17.781 17.492 17.283 96% Oirschot 17.955 18.025 18.055 18.030 17.910 17.650 17.270 18.137 18.169 18.276 18.525 18.631 18.742 18.727 12.451 12.610 12.580 12.475 12.327 12.078 11.717 94% Reusel-De Mierden 12.490 12.675 12.825 12.865 12.750 12.455 12.005 12.476 12.855 13.250 13.494 13.682 13.756 13.642 18.267 18.318 18.097 17.824 17.623 17.469 17.229 94% Someren 18.305 18.415 18.600 18.735 18.690 18.555 18.280 18.076 17.696 17.661 17.873 18.041 18.209 18.324 15.642 15.983 16.358 16.741 17.031 17.149 17.243 110% Son en Breugel 15.550 15.735 15.820 15.905 15.985 16.045 16.025 15.452 15.571 15.741 15.915 16.067 16.531 16.489 30.923 30.581 30.328 30.077 29.872 29.433 29.141 94% Valkenswaard 30.865 30.800 30.635 30.395 30.050 29.535 28.825 31.294 31.704 32.302 32.952 33.544 33.905 34.116 42.929 43.620 44.725 45.445 45.641 45.465 45.206 105% Veldhoven 43.380 43.925 44.155 44.190 44.015 43.510 42.605 43.184 44.189 45.552 46.967 47.935 48.395 48.557 16.826 16.751 16.857 16.828 16.639 16.246 15.729 93% Waalre 16.735 16.890 17.050 17.225 17.400 17.555 17.615 16.831 16.770 16.709 16.844 17.166 17.337 17.317
Bijlage XII Bevolkingsprognose toegelicht In deze bijlage zijn twee onderdelen van de bevolkingsprognose weergeven. Afbeelding A laat zien in welke periode wordt verwacht dat de verschillende gemeenten gaan krimpen. Vijf gemeenten in het zuiden van de regio zullen de komende vijf jaar al gaan krimpen qua bevolkingsaantal. Daarna zullen ook het oosten en het westen van de regio de bevolkingskrimp voelen. Eindhoven en Veldhoven zullen pas na 2030 met een krimpende bevolking te maken hebben. Pas later zullen Helmond en de drie kleine gemeenten ten noorden van Eindhoven gaan krimpen. Volgens de andere twee prognoses zou ook Waalre tot deze laatste groep behoren. Het feit dat niet Eindhoven het laatst zal gaan krimpen, maar de gemeenten ten noorden van de stad - de dorpen Best, Son & Breugel en Nuenen - heeft volgens De Jong en Van Duin (2009) te maken met het feit dat met name “jonge stellen vanuit de grote stad naar nieuwbouwlocaties verhuizen” in de randgemeenten. Mogelijk zijn de woningbouwlocaties in de stad minder aantrekkelijk of bezit de stad minder mogelijkheden tot groei. Afbeelding B geeft weer hoeveel de bevolking procentueel gaat groeien of krimpen in de periode van 2010 tot 2040 met het jaar 2010 als nulmeting. Het beeld dat ontstaat is vergelijkbaar met de voorgaande afbeelding: het inwoneraantal van Son & Breugel ten noorden van Eindhoven zal de komende dertig jaar stijgen met tien procent; en ook Eindhoven, Helmond en enkele gemeenten rondom hen zullen een stijging van het bevolkingsaantal ondervinden. De gemeenten aan de randen van de regio zullen over de gehele periode gezien met krimp te maken hebben.
Aanvang vóór 2015 Aanvang in 2015 - 2020 Aanvang in 2020 - 2025 Aanvang in 2025 - 2030 Aanvang in 2030 - 2035 Aanvang in 2035 - 2040 Aanvang na 2040 Afbeelding 4.2 Aanvang van bevolkingskrimp in periodes (http://www.sre.nl/web/show/id=67295; Primos, 2009)
80 - 89% 90 - 99% 100 - 109% 110 - 119%
Afbeelding 4.3 Bevolkingsontwikkeling tussen 2010 en 2040 in procenten (http://www.sre.nl/web/show/id=67295; Primos, 2009)
Verschil in %
2010 2040 2040 ‘10 - ’40
Aantal personen % 65 jaar en ouder 65+ers
Verschil in % 2010 2040 2040 ‘10 - ’40
Aantal personen % 75 jaar en ouder 75+ers
Asten 3.068 2.812 16,4% 92% 10.925 9.209 53,7% 84% 2.559 5.134 29,9% 201% 1.003 2.731 9,8% 272% Bergeijk 3.340 2.246 13,8% 67% 11.794 8.016 49,1% 68% 3.072 6.062 37,1% 197% 1.233 3.403 14,0% 276% Best 5.862 5.365 16,8% 92% 19.595 17.457 54,7% 89% 4.062 9.112 28,5% 224% 1.601 4.860 9,8% 304% Bladel 3.488 2.442 13,9% 70% 12.774 8.979 50,9% 70% 3.114 6.209 35,2% 199% 1.241 3.576 13,9% 288% Cranendonck 3.307 2.190 12,3% 66% 13.541 9.075 51,0% 67% 3.532 6.544 36,8% 185% 1.389 3.719 14,1% 268% Deurne 5.401 4.492 14,3% 83% 21.201 16.841 53,4% 79% 5.112 10.170 32,3% 199% 2.131 5.782 11,7% 271% Eersel 3.083 3.180 16,8% 103% 12.077 10.540 55,7% 87% 3.209 5.220 27,6% 163% 1.330 3.045 8,9% 229% Eindhoven 32.480 32.767 15,1% 101% 145.520 138.678 64,0% 95% 33.607 45.415 21,0% 135% 16.244 24.424 3,6% 150% Geldrop-Mierlo 6.584 5.392 14,2% 82% 24.951 20.500 54,1% 82% 6.562 11.988 31,7% 183% 2.749 6.310 9,5% 230% Gemert-Bakel 5.004 3.865 14,3% 77% 19.368 14.566 53,9% 75% 4.102 8.645 32,0% 211% 1.708 4.919 12,2% 288% Heeze-Leende 2.527 1.687 12,6% 67% 9.793 6.862 51,3% 70% 2.870 4.849 36,2% 169% 1.253 2.745 12,3% 219% Helmond 17.027 17.170 18,3% 101% 58.828 56.711 60,3% 96% 11.595 20.048 21,3% 173% 4.873 9.605 4,6% 197% Laarbeek 4.012 3.273 15,8% 82% 14.403 11.352 54,7% 79% 3.512 6.137 29,6% 175% 1.460 3.427 9,8% 235% Nuenen c.a. 3.775 3.042 13,5% 81% 14.650 12.191 54,2% 83% 3.974 7.243 32,2% 182% 1.396 3.985 11,5% 285% Oirschot 3.304 2.442 14,1% 74% 11.848 9.006 52,2% 76% 2.799 5.835 33,8% 208% 1.286 3.216 11,4% 250% Reusel-De Mierd. 2.009 1.663 14,2% 83% 8.750 6.345 54,1% 73% 1.692 3.709 31,6% 219% 711 2.195 13,0% 309% Someren 3.230 2.305 13,4% 71% 11.982 8.854 51,4% 74% 3.055 6.070 35,2% 199% 1.285 3.429 12,9% 267% Son en Breugel 3.031 3.290 19,1% 109% 9.399 9.380 54,3% 100% 3.212 4.573 26,5% 142% 1.478 2.496 5,1% 169% Valkenswaard 4.767 4.066 14,0% 85% 20.218 15.865 54,4% 78% 5.938 9.210 31,6% 155% 2.483 5.321 10,3% 214% Veldhoven 7.169 6.564 14,5% 92% 28.616 24.820 54,8% 87% 7.144 13.822 30,5% 193% 3.060 7.519 9,5% 246% Waalre 3.100 2.283 14,5% 74% 10.313 8.782 55,9% 85% 3.413 4.664 29,7% 137% 1.525 2.528 7,0% 166% Totaal 125.568 112.536 490.546 424.029 118.135 200.659 51.439 109.235
Aantal personen % 0 tot Verschil Aantal personen % 15 tot Verschil 0-14 jaar 14 jaar in % 15-64 jaar 65 jaar in % 2010 2040 2040 ‘10 - ’40 2010 2040 2040 ‘10 - ’40
In de onderstaande tabel is de verandering te zien van de bevolking per leeftijdsgroep tussen 2010 en 2040. De bevolking is verdeeld in de leeftijdsgroep 0 tot 14 jaar, 15 tot 64 jaar en 65 jaar of ouder. Binenn deze laatste groep zijn de mensen van 75 jaar en ouder apart behandeld; zij behoren immers tot de hulpbehoevende groep ouderen. Voorspeld is de verwachtte omvang elke leeftijdsgroep in 2010 en 2040; het percentage dat de leeftijdsgroep ni 2040 vormt ten opzichte van de totale bevolking; en de veranderingen tussen 2010 en 2040 ten aanzien van de leeftijdsgroep in procenten met 2010 als nulmeting. De gegevens zijn afkomstig van Primos (2009).
Bijlage XIII Leeftijdsprognose
Bijlage XIV Leeftijdsveranderingen toegelicht In deze bijlage is de leeftijdsprognose voor de regio Zuidoost-Brabant gevisualiseerd. Van elk van de vier leeftijdsgroepen zijn twee zaken onder elkaar gezet. Ten eerste is het percentage weergeven waarmee omvang van de leeftijdsgroep veranderd tussen 2010 en 2040, met 2010 als nulmeting. Ten tweede is gevisualiseerd hoeveel procent van de bevolking in het jaar 2040 uit de leeftijdsgroep in kwestie zal bestaan. XV-I Afname jongeren Afbeelding A en B laten de afname van 0 tot 14-jarigen zien in de regio Zuidoost-Brabant. In afbeelding A is te zien hoe groot de verandering is tussen 2010 en 2040; en in afbeelding B kan men aflezen hoeveel procent van de bevolking in 2040 zal bestaan uit deze leeftijdsgroep. Te zien is dat de stedelijke gemeenten Eindhoven, Helmond, Best, Son en Breugel en Laarbeek, en ook de iets minder stedelijke gemeenten Asten en Eersel slechts een beperkte of zelfs geen afname van 0 tot 14-jarigen te wachten staat en zij in 2040 dan ook relatief veel jongeren zullen huisvesten. Voor de landelijke gemeenten Cranendonck, HeezeLeende, Bergeijk en Someren geldt het omgekeerde. XV-II Afname beroepsbevolking De afname van de beroepbevolking – bestaande uit 15 tot 64-jarigen – is te zien in afbeelding C en D. Enkel in Son en Breugel zal de grootte van de beroepsbevolking toenemen; in 2040 zal het percentage 15 tot 64-jarigen in deze gemeente echter relatief gemiddeld zijn. In Eindhoven en Helmond zal de afname van de beroepsbevolking zeer beperkt zijn en zullen in 2040 dan ook relatief veel inwoners tot deze leeftijdscategorie behoren. In Eersel en Waalre is dit in mindere mate ook het geval. Cranendonck en Bergeijk staat de grootste afname van de beroepsbevolking te wachten; Bergeijk zal dan ook relatief erg weinig inwoners in deze doelgroep huisvesten in 2040, net als het geval is voor Bladel. Ook hier geldt dus dat de stedelijke gemeenten de meeste mensen in de leeftijd van 15 tot 64 jaar zullen behouden, terwijl relatief de kleinste beroepsbevolking is te vinden in een aantal landelijke gemeenten. XV-III Toename ouderen Het aantal senioren neemt overal in de regio toe. Maar ook hier geldt dat de stedelijke gemeenten relatief weinig zullen vergrijzen en dit in de landelijke gemeenten duidelijker zal plaatsvinden. Afbeelding E tot en met H laten deze trend zien. In Eindhoven, Waalre en Son en Breugel zal het aantal 65 en 75-plussers met niet meer dan respectievelijk factor 1,5 en factor 2 toenemen. Ook in Helmond en Eersel is de toename beperkt. In elk van deze gemeenten zal in 2040 het aandeel senioren dan ook minder zijn dan 32% 65-plussers of 17,5% 75-plussers. Tot de gemeenten met de grootste vergrijzing behoren de landelijke gemeenten. De sterkste toename van senioren wordt verwacht in Oirschot, Reusel-De Mierden, Gemert-Bakel, Asten en opvallend genoeg in Best. De gemeenten die in 2040 relatief de meeste senioren zullen huisvesten zijn Bergeijk, Heeze-Leende en Cranendonck. Terwijl Best sterk vergrijst zal zij in 2040 een gemiddeld percentage senioren in de bevolking hebben.
60 - 69% 70 - 79% 80 - 89% 90 - 99% 100 - 109%
Afbeelding A Ontwikkeling aantal 0 - 14 jarigen tussen 2010 en 2040 in procenten (Primos, 2009)
12,0 - 13,4% 13,5 - 14,9% 15,0 - 16,4% 16,5 - 17,9% 18, 0 - 19,4%
Afbeelding B Percentage 0 - 14 jarigen in 2040 ten opzichte van de totale bevolking (Primos, 2009)
60 - 69% 70 - 79% 80 - 89% 90 - 99% 100 - 109%
Afbeelding C Ontwikkeling aantal 15 - 64 jarigen tussen 2010 en 2040 in procenten (Primos, 2009)
47 - 50% 51 - 54% 55 - 58% 59 - 62% 63 - 66%
Afbeelding D Percentage 15 - 64 jarigen in 2040 ten opzichte van de totale bevolking (Primos, 2009)
125 - 149% 150 - 174% 175 - 199% 200 - 224%
Afbeelding E Ontwikkeling aantal 65-plussers tussen 2010 en 2040 in procenten (Primos, 2009)
20 - 23% 24 - 27% 28 - 31% 32 - 35% 36 - 39%
Afbeelding F Percentage 65-plussers in 2040 ten opzichte van de totale bevolking (Primos, 2009)
150 - 199% 200 - 249% 250 - 299% 300 - 349%
Afbeelding G Ontwikkeling aantal 75-plussers tussen 2010 en 2040 in procenten (Primos, 2009)
10,0 - 12,4% 12,5 - 14,9% 15,0 - 17,4% 17,5 - 19,9% 20,0 - 22,4%
Afbeelding H Percentage 75-plussers in 2040 ten opzichte van de totale bevolking (Primos, 2009)
Aantal alleenstaanden
% all. Verschil stnden in %
Aantal samenw. % s.w. zonder kind z. kind
Verschil in %
Aantal samenw. % s.w. Verschil met kind m. kind in %
Aantal 1-ouder gezinnen
% 1oud. Verschil gezinn. in %
2010 2040 2040 ‘10-’40 2010 2040 2040 ‘10-’40 2010 2040 2040 ‘10-’40 2010 2040 2040 ‘10-’40 Asten 1.643 2.417 32,3% 147% 2.213 2.537 33,9% 115% 2.352 2.214 29,6% 94% 330 301 4,0% 91% Bergeijk 1.756 2.813 36,0% 160% 2.444 2.305 29,5% 94% 2.629 2.008 25,7% 76% 331 454 5,8% 137% Best 2.952 4.882 33,8% 165% 3.799 3.962 27,5% 104% 4.380 4.524 31,4% 103% 652 1.021 7,1% 157% Bladel 1.826 2.551 31,2% 140% 2.742 2.693 32,9% 98% 2.715 2.256 27,6% 83% 331 282 3,4% 85% Cranendonck 2.127 3.263 37,2% 153% 3.149 2.621 29,9% 83% 2.706 2.214 25,2% 82% 395 538 6,1% 136% Deurne 3.164 4.619 33,8% 146% 4.190 4.774 34,9% 114% 4.383 3.497 25,6% 80% 721 732 5,4% 102% Eersel 1.922 2.404 30,9% 125% 2.422 2.661 34,2% 110% 2.556 2.280 29,3% 89% 330 397 5,1% 120% Eindhoven 47.244 52.690 46,9% 112% 28.488 24.986 22,2% 88% 22.118 23.930 21,3% 108% 6.669 9.359 8,3% 140% Geldrop-Mierlo 5.065 7.828 40,9% 155% 5.459 4.949 25,9% 91% 4.941 4.444 23,2% 90% 999 1.529 8,0% 153% Gemert-Bakel 2.793 4.190 33,8% 150% 3.664 3.706 29,9% 101% 4.139 3.676 29,6% 89% 565 659 5,3% 117% Heeze-Leende 1.586 2.160 34,0% 136% 2.206 2.079 32,7% 94% 2.042 1.523 24,0% 75% 278 547 8,6% 197% Helmond 11.581 14.540 34,2% 126% 11.535 11.107 26,1% 96% 11.735 12.910 30,3% 110% 2.459 3.776 8,9% 154% Laarbeek 1.973 3.058 32,7% 155% 3.054 2.694 28,8% 88% 3.156 2.777 29,6% 88% 389 663 7,1% 170% Nuenen c.a. 2.361 4.224 37,9% 179% 3.378 3.189 28,6% 94% 3.028 2.862 25,7% 95% 552 836 7,5% 151% Oirschot 1.746 2.798 35,6% 160% 2.339 2.413 30,7% 103% 2.586 2.354 29,9% 91% 307 281 3,6% 92% Reusel-De Mierd. 1.118 1.574 30,5% 141% 1.616 1.662 32,2% 103% 1.871 1.482 28,7% 79% 197 371 7,2% 188% Someren 1.883 3.137 38,4% 167% 2.294 2.329 28,5% 102% 2.655 2.320 28,4% 87% 331 356 4,4% 108% Son en Breugel 1.685 2.285 31,6% 136% 2.301 2.265 31,3% 98% 2.085 2.072 28,7% 99% 336 583 8,1% 174% Valkenswaard 4.463 6.282 42,5% 141% 4.739 4.084 27,6% 86% 3.794 3.134 21,2% 83% 757 1.206 8,2% 159% Veldhoven 5.272 8.324 38,6% 158% 6.323 6.390 29,6% 101% 5.613 5.337 24,8% 95% 977 1.431 6,6% 146% Waalre 2.130 3.258 40,4% 153% 2.472 1.926 23,9% 78% 2.198 1.707 21,2% 78% 341 1.134 14,1% 333% Totaal 106.290 139.297 100.827 95.332 93.682 89.521 18.247 26.456
In de onderstaande tabel is de verandering te zien van de bevolking per huishoudens tussen 2010 en 2040. Het aantal personen in de huishoudensgroep is bekeken in beide jaartallen en vervolgens is de verandering berekend in procenten ten opzicht van 2010. De gegevens zijn afkomstig van Primos (2009).
Bijlage XV Huishoudensverdeling
Bijlage XVI Huishoudensverdeling toegelicht In deze bijlage zijn voor de regio Zuidoost-Brabant de veranderingen gevisualiseerd ten aanzien van de huishoudensverdeling. Primos (2009) maakt onderscheid tussen vier typen huishoudens, te weten alleenstaanden, samenwonenden met kinderen, samenwonenden zonder kinderen en 1-ouder gezinnen. Deze laatste groep is relatief beperkt en is daarom niet meegenomen in de visualisatie en de conclusies van het onderzoek. Ook hier zijn twee zaken onderzocht. Ten eerste is het percentage weergeven waarmee omvang van de huishoudensgroep veranderd tussen 2010 en 2040, met 2010 als nulmeting. Ten tweede is gevisualiseerd hoeveel procent van de bevolking in het jaar 2040 uit de huishoudenscategorie in kwestie zal bestaan. XVII-I Toename alleenstaanden Afbeelding A en B laten de ontwikkeling van het aantal alleenstaanden zien in de regio Zuidoost-Brabant. In afbeelding A is te zien hoe groot de verandering is tussen 2010 en 2040; en in afbeelding B kan men aflezen hoeveel procent van de bevolking in 2040 zal bestaan uit alleenstaanden. Overal in de regio zal het aantal alleenstaanden toenemen. Vooral Oirschot, Best, Veldhoven, Bergeijk, Nuenen c.a., Laarbeek, Geldrop-Mierlo en Someren krijgen te maken met een sterke toename (van minimaal 54%). Met name EIndhoven en in mindere mate Helmond, Son en Breugel, Eersel en Heeze-Leende zal een beperkte verandering van het aantal alleenstaanden te wachten staan (van minder dan 40%). Opvallend is dat Eindhoven tegelijkertijd in 2040 opmerkelijk veel alleenstaanden huisvest. Ook voor Geldrop-Mierlo, Waalre en Valkenswaard is dit het geval. Son en Breugel, Eersel, Bladel en Reusel-De Mierden zullen daarentegen zeer weinig alleenstaanden in 2040 in de gemeente hebben wonen. XVII-II Samenwonenden met kinderen Afbeelding C en D laten zien hoe de samenwonenden met kinderen zich de komende jaren ontwikkelen in de regio Zuidoost-Brabant. In de gemeenten Eindhoven, Helmond en Best zal het aantal samenwonenden met kinderen nog toenemen. Helmond en Best zullen dan ook relatief veel samenwonenden met kinderen huisvesten in 2040. In Eindhoven zal dit percentage - ondanks de stijging tussen 2010 en 2040 - erg laag zijn vergeleken met de regio. De sterkste afname van amenwonendne met kinderen is te zien aan de zuid- en oostrand van de regio; met name in de gemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Waalre en Heeze-Leenden. Waalre, Valkenswaard, Heeze-Leende en in mindere mate Bergeijk, Cranendonck en Deurne zullen dan ook niet veel samenwonenden met kinderen huisvesten in 2040. XVII-III Samenwonenden zonder kinderen Tot slot is de ontwikkeling van samenwonenden zonder kinderen te vinden in afbeelding E en F. De sterkste toename van samenwonenden zonder kinderen zal plaatsvinden in drie gemeenten, te weten Eersel, Deurne en Asten. Zij zullen in 2040 dan ook relatief de meeste samenwonenden met kinderen huisvesten. De sterkste afname wodt verwacht in Eindhoven, Waalre, Valkenswaard, Cranendonck en Laarbeek. Voor Eindhoven en Waalre zal dit ook betekenen dat zij in 2040 relatief weinig samenwonenden met kinderen huisvesten; verder geldt dit voor Geldrop-Mierlo en Helmond.
110 - 124% 125 - 139% 140 - 154% 155 - 169% 170 - 184%
Afbeelding A Ontwikkeling aantal alleenstaanden tussen 2010 en 2040 in procenten (Primos, 2009)
28 - 31% 32 - 35% 36 - 39% 40 - 43% 44 - 47%
Afbeelding B Percentage alleenstaanden in 2040 ten opzichte van de totale bevolking (Primos, 2009)
70 - 79% 80 - 89% 90 - 99% 100 - 109% 110 - 119%
Afbeelding C Ontwikkeling aantal samenwonenden met kinderen tussen 2010 en 2040 in procenten (Primos, 2009)
20,0 - 22,4% 22,5 - 24,9% 25,0 - 27,4% 27,5 - 29,9% 30,0 - 32,4%
Afbeelding D Percentage samenwonenden met kinderen in 2040 ten opzichte van de totale bevolking (Primos, 2009)
70 - 79% 80 - 89% 90 - 99% 100 - 109% 110 - 119%
Afbeelding E Ontwikkeling aantal samenwonenden zonder kinderen tussen 2010 en 2040 in procenten (Primos, 2009)
21 - 23% 24 - 26% 27 - 29% 30 - 32% 33 - 35%
Afbeelding F Percentage samenwonenden zonder kinderen in 2040 ten opzichte van de totale bevolking (Primos, 2009)
Bijlage XVII Huishoudensprognose In deze bijlage zijn de huishoudensprognoses onder elkaar gezet per afzonderlijke gemeente, afkomstig van respectievelijk de bronnen Primos (2009) en CBS (2009). De aantallen geven weer hoeveel huishoudens worden verwacht in de afzonderlijke gemeenten op 1 januari van het genoemde jaartal. Ook deze schattingen zijn gebaseerd op zowel harde krimp (geboorte- en sterftecijfers) als zachte krimp (migratiecijfers). Dit maal is de piek in het huishoudensaantal, en daarmee het moment waarop de huishoudenskrimp aanvangt, grijs gemarkeerd. Middels het oranje kader is opnieuw de periode geaccentueerd waarin de verschillende prognoses een schatting maken van dit begin van de krimp.
2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 Verandering in % tussen ’10 en ‘40 Asten 6.569 6.768 7.050 7.255 7.400 7.446 7.488 114% 6.600 6.900 7.300 7.500 7.700 7.900 7.900 Bergeijk 7.225 7.375 7.494 7.651 7.777 7.825 7.812 108% 7.200 7.500 7.800 7.900 7.800 7.800 7.700 Best 11.822 12.475 13.199 13.796 14.193 14.347 14.426 122% 11.700 12.400 13.000 13.500 13.900 14.100 14.200 Bladel 7.730 7.885 8.089 8.197 8.257 8.229 8.183 106% 7.800 8.000 8.300 8.500 8.600 8.500 8.300 Cranendonck 8.462 8.739 8.944 9.003 9.022 8.913 8.774 104% 8.300 8.500 8.700 8.800 8.700 8.700 8.600 Deurne 12.527 13.092 13.431 13.566 13.653 13.677 13.681 109% 12.600 13.200 13.600 13.900 14.000 13.900 13.700 Eersel 7.259 7.599 7.756 7.779 7.784 7.789 7.780 107% 7.300 7.700 8.000 8.300 8.300 8.300 8.100 Eindhoven 105.519 109.248 111.184 112.463 113.162 113.364 112.421 107% 105.300 108.600 110.000 111.000 111.600 111.500 111.300 Geldrop-Mierlo 16.644 17.239 17.964 18.547 18.900 19.054 19.118 115% 16.600 17.100 17.500 17.800 17.900 17.800 17.600 Gemert-Bakel 11.245 11.634 11.972 12.194 12.340 12.403 12.405 110% 11.400 12.000 12.500 12.900 13.000 13.000 13.100 Heeze-Leende 6.147 6.273 6.349 6.361 6.375 6.376 6.356 103% 6.200 6.400 6.500 6.600 6.600 6.600 6.600 Helmond 37.490 38.530 39.952 41.381 42.333 42.748 42.566 114% 38.000 40.100 42.100 43.700 44.700 45.300 45.400 Laarbeek 8.629 8.954 9.102 9.248 9.338 9.366 9.366 109% 8.700 9.000 9.300 9.600 9.700 9.800 9.800 Nuenen c.a. 9.335 9.758 10.349 10.701 10.955 11.052 11.132 119% 9.300 9.800 10.300 10.600 10.800 10.900 10.900 Oirschot 7.005 7.256 7.509 7.679 7.809 7.836 7.863 112% 7.100 7.400 7.600 7.800 8.000 8.000 7.900 Reusel-De Mierden 4.843 5.078 5.165 5.203 5.246 5.216 5.167 107% 4.900 5.200 5.500 5.700 5.800 5.800 5.800 Someren 7.196 7.668 7.922 8.058 8.134 8.161 8.162 113% 7.100 7.400 7.700 7.900 8.100 8.100 8.200
Son en Breugel 6.422 6.591 6.839 7.028 7.147 7.194 7.226 113% 6.300 6.500 6.700 6.900 7.000 7.100 7.200 Valkenswaard 13.807 14.128 14.492 14.732 14.829 14.801 14.785 107% 13.800 14.200 14.600 14.900 15.200 15.400 15.400 Veldhoven 18.252 19.057 20.069 20.752 21.221 21.402 21.559 118% 18.300 19.300 20.400 21.300 22.000 22.300 22.500 Waalre 7.159 7.334 7.623 7.832 7.968 8.019 8.062 113% 7.000 7.200 7.300 7.500 7.600 7.700 7.700
Bijlage XVIII Huishoudensprognose toegelicht Deze bijlage geeft een beeld van de ontwikkeling van het aantal huishoudens in de komende jaren in de regio Zuidoost-Brabant. Afbeelding A laat zien in welke periode voor het eerst huishoudenskrimp wordt verwacht in elk van de gemeenten. Te zien is dat het de randgemeenten van beide steden zijn die het langst zullen doorgroeien. Beide steden en enkele landelijke gemeenten in het zuidwesten van de regio – te weten Reusel-De Mierden, Bladel, Eersel, Bergeijk, Valkenswaard, Heeze-Leende en Cranendonck - zullen daarentegen al voor 2040 te maken hebben met huishoudenskrimp. De gemeenten die al voor deze tijd zullen krimp wat betreft huishoudens – met uitzondering van de gemeente Helmond – zullen tussen 2010 en 2040 dan ook niet meer dan 10% groei van huishoudens ervaren. De randstedelijke gemeenten Best, Veldhoven, Nuenen c.a. en Geldrop Mierlo zullen echter meer dan 15% groeien tussen 2010 en 2040 wat betreft het aantal huishoudens.
Aanvang in 2030 - 2035 Aanvang in 2035 - 2040 Aanvang na 2040
Afbeelding A Aanvang van huishoudenskrimp in periodes (Primos, 2009)
100 - 104% 105 - 109% 110 - 114% 115 - 119% 120 - 124%
Afbeelding B Huishoudensontwikkeling tussen 2010 en 2040 in procenten (Primos, 2009)
Bijlage XIX Bereikbaarheid Het waarderen van de bereikbaarheid van gemeenten is een ingewikkeld proces. Een groot aantal factoren heeft invloed op de bereikbaarheid van een gemeente en deze factoren zijn niet allemaal even gemakkelijk te meten. Terwijl factoren betreffende de filedruk snel achterhaald zijn, is de berekening achter bijvoorbeeld ‘de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde oprit van een hoofdverkeersweg’ onduidelijk. Gekozen is daarom om slechts drie factoren te analyseren, namelijk het aantal treinstations in de gemeente, de aanwezigheid van een snelweg aan of binnen de gemeentegrenzen en de dichtheid van wegen. De bereikbaarheid door de lucht en over het water is niet meegenomen in dit onderzoek, omdat het onderzoek zich richt op dagelijkse vervoersstromen en hiertoe vooral de bereikbaarheid per auto en per trein behoren. De exacte getallen staan in tabel A. Visuele weergaven en een toelichting is hieronder te vinden. I Bereikbaarheid per trein In afbeelding A is de bereikbaarheid per trein te zien. Aangegeven in het bruin zijn de spoorwegen die door de regio Zuidoost-Brabant lopen en de stations aan dit traject. Deze gegevens zijn afkomstig van Google Maps (2011). De gemeenten die in het bezit zijn van een treinstation hebben in dit opzicht de beste bereikbaarheid. Hiertoe behoren Best, Eindhoven, Helmond, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende en Cranendonck.
II Bereikbaarheid per auto De bereikbaarheid per auto is gemeten aan de hand van twee zaken. Gekeken is naar de eventuele aanwezigheid van een of meerdere snelwegen binnen of aan de gemeentegrenzen, en naar de dichtheid van wegen. Afbeelding B laat het wegennetwerk in de regio ZuidoostBrabant zien. Deze informatie is afkomstig van Google Maps (2011). Ten eerste zijn hier de snelwegen in de regio aangegeven. Enkel de gemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Nuenen c.a., Laarbeek, Gemert-Bakel en Helmond hebben geen snelweg binnen of aan hun gemeentegrenzen die verbonden is met het snelwegennet van Nederland. Ook de overige hoofdwegen zijn in deze afbeelding weergeven. Deze vertonen duidelijk overeenkomsten met afbeelding C, waar de dichtheid van wegen in elk van de gemeenten is weergeven in kilometer per vierkante kilometer. Deze informatie is afkomstig van Braxwell Labs (2011). De dichtheid van wegen is het grootst in Eindhoven en Helmond; hier ligt minstens tien kilometer aan weg per vierkante kilometer. Ook in Best, Veldhoven en Geldrop-Mierlo is de dichtheid hoog. De gemeenten met een zwakke stedelijke invloedssfeer van Eindhoven hebben de laagste dichtheid in wegen.
Spoorweg Treinstation Groot aantal treinen per uur Grote afstand tot treinstation Afbeelding A Bereikbaarheid per trein (Google Maps, 2011)
Snelweg Overige hoofdweg
Afbeelding B Wegennetwerk voor de automobilist (Google Maps, 2011)
2-3 4-5 6-7 8-9 10-11
Afbeelding C Dichtheid van wegen (CBS 2008 in: Braxwell Labs, 2011)
Tabel A Bereikbaarheid Gemeente Aantal treinstations (Google Maps, 2011)
Aanwezigheid snelweg ja/nee (Google Maps, 2011)
Dichtheid van de wegen (totale weglengte in km per km2) (CBS, 2008: in Braxwell Labs, 2011)
Asten 0 Ja 4 Bergeijk 0 Nee 3 Best 1 Ja 7 Bladel 0 Ja 3 Cranendonck 1 Ja 3 Deurne 1 Ja 4 Eersel 0 Ja 3 Eindhoven 2 Ja 11 Geldrop-mierlo 1 Ja 7 Gemert-bakel 0 Nee 4 Heeze-leende 1 Ja 2 Helmond 4 Nee 10 Laarbeek 0 Nee 5 Nuenen 0 Nee 6 Oirschot 0 Ja 3 Reusel-de mierden 0 Nee 3 Someren 0 Ja 4 Son en breugel 0 Ja 6 Valkenswaard 0 Ja 4 Veldhoven 0 Ja 9 Waalre 0 Ja 5
Bijlage XX Veiligheid De veiligheid van een gemeente is te verdelen in twee aspecten, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. I Verkeersveiligheid De verkeersveiligheid is gemeten door twee bronnen. De Provincie Noord-Brabant (2011) levert gegevens over het aantal verkeersongevallen per 1.000 inwoners in 2010; Elsevier (2011) geeft een waardering op basis van het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden per 1.000 inwoners in 2010. De gegevens zijn te vinden in tabel A. De gegevens van de Provincie Noord-Brabant zijn als uitgangspunt genomen, omdat deze werkelijke cijfers beschrijft. Elsevier geeft daarentegen een waardering op basis van meerdere factoren. Wel zijn deze resultaten eveneens interessant en gebruikt als controle. In de gemeenten Oirschot, Eersel, Eindhoven, Someren en Deurne zijn in 2010 meer dan 6,5 verkeersongevallen gebeurt per 1000 inwoners; zij worden tevens door Elsevier gewaardeerd met een --. In afbeelding A behoren zij dan ook bij de gemeenten met een lage verkeersveiligheid. In de gemeenten Reusel-De Mierden, Veldhoven, Waalre, GeldropMierlo en Helmond zijn in 2010 minder dan 4,7 verkeersongevallen gebeurt per 1.000 inwoners en werd de verkeersveiligheid met minstens +/- gewaardeerd door Elsevier. Zij zijn in afbeelding A te zien als gemeenten met een hoge verkeersveiligheid. De driedeling die op deze ontstaat, is gebruikt in de clusteranalyse. II Sociale veiligheid Voor de sociale veiligheid is de AD Misdaadmeter 2010 van het Algemeen Dagblad (2011) als uitgangspunt genomen. De misdaadmeter bevat veel informatie omtrent het onderwerp en geeft voor ieder onderdeel een individuele waardering. Ook Elsevier (2011) en VROM (2008) hebben onderzoek gedaan naar de sociale veiligheid in elk van de gemeenten, maar zij hebben slechts vier aspecten geanalyseerd – te weten diefstal, vernieling, overlast en geweldpleging – en hiervoor één algemeen cijfer of oordeel gegeven. Deze informatie is dan ook enkel gebruikt om de gegevens van het Algemeen Dagblad bij te stellen. De gegevens van deze bronnen zijn te vinden in tabel B en C. Aan de hand van de AD Misdaadmeter 2010 kan worden gezegd dat Eindhoven veruit de meest onveilige gemeente van de regio ZuidoostBrabant is. Eindhoven wordt dan ook door het Algemeen Dagblad (2011) bestempeld als de meest onveilige gemeente van Nederland. Ook door VROM (2008) en Elsevier (2011) wordt dit bevestigd. Ook Helmond is volgens de AD Misdaadmeter 2010 ten opzichte van de andere gemeenten in de regio geen veilige gemeente en in mindere mate geldt voor Best, Veldhoven en Valkenswaard hetzelfde. Met aanvulling van VROM en Elsevier behoort ook Geldrop-Mierlo tot deze laatste groep. De AD Misdaadmeter 2010 stelt dat Reusel-De Mierden, Bladel, Cranendonck en Laarbeek behoren tot de veiligste gemeenten; de gegevens van VROM (2008) en Elsevier (2011) voegen Heeze-Leende en Someren aan dit rijtje toe. Dit zijn allen gemeenten die buiten de sterke stedelijke invloedssfeer van Eindhoven vallen. Op basis van de drie bronnen worden tot slot Eersel, Bergeijk, Waalre en Gemert-Bakel aangemerkt als redelijk veilige gemeenten. Het totaalbeeld van sociale veiligheid in de regio Zuidoost-Brabant is te zien in afbeelding B en gebruikt voor de clusteranalyse.
Slecht Matig Goed
Afbeelding A Verkeersveiligheid
Zeer slecht Slecht Matig Goed Zeer goed
Afbeelding B Sociale veiligheid
Tabel A Verkeersveiligheid Gemeente Aantal verkeersongevallen Algemeen oordeel Elsevier (2011) per 1000 inwoners (Provincie Noord-Brabant, 2011) Asten 6,5 +/Bergeijk 6,4 + Best 5,0 +/Bladel 5,3 -Cranendonck 4,8 +/Deurne 7,2 -Eersel 6,7 -Eindhoven 8,1 Geldrop-mierlo 4,6 +/Gemert-bakel 4,1 -Heeze-leende 5,5 Helmond 4,5 ++ Laarbeek 4,7 Nuenen 5,0 -Oirschot 6,9 -Reusel-de mierden 4,3 +/Someren 8,3 -Son en breugel 5,8 Valkenswaard 4,6 + Veldhoven 3,7 + Waalre 4,5 + Tabel B Sociale veiligheid door Elsevier en VROM Gemeente
Algemeen oordeel Elsevier (2011)
Totaalscore VROM (2008)
Asten - 45 Bergeijk +/- 40 Best - 29 Bladel + 39 Cranendonck +/- 40 Deurne +/- 36 Eersel +/- 40 Eindhoven -- -22 Geldrop-mierlo - 27 Gemert-bakel +/- 32 Heeze-leende +/- 42 Helmond -- 8 Laarbeek ++ 42 Nuenen +/- 31 Oirschot - 42 Reusel-de mierden + 33 Someren + 37 Son en breugel +/- 37 Valkenswaard -- 34 Veldhoven - 34 Waalre +/- 42
0,9
0,3
3,0
Best
0,6
0,7
1,5
1,1
Deurne
1,8
0,2
0,4
3,5
Reusel-de mierden 2,0
3,3
2,7
3,6
4,1
4,8
Oirschot
Someren
Son en breugel
Valkenswaard
Veldhoven
Waalre
0,8
0,8
0,7
0,6
1,1
0,4
1,4
4,6
Nuenen
0,9
0,6
Laarbeek
3,1
Helmond
0,6
1,8
1,4
Gemert-bakel
Heeze-leende
0,8
3,8
Geldrop-mierlo
1,6
3,4
7,0
Eersel
Eindhoven
0,5
1,4
2,7
Bladel
Cranendonck
1,6
1,7
4,7
Woninginbraak
Asten
Diefstal uit schuur/garage
Bergeijk
1,4
Diefstal uit bedrijven
1,2
2,5
1,9
2,3
2,0
1,0
2,7
3,1
1,0
2,1
2,1
1,3
1,4
3,0
2,0
1,7
2,2
0,9
1,5
2,0
0,2
Huisvredebreuk
0,1
0,0
0,1
0,0
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,2
0,1
0,2
0,1
0,3
0,1
0,0
0,1
0,1
0,6
0,1
0,2
Brand/ontploffing 0,5
0,7
0,5
0,1
0,3
0,1
0,3
0,6
0,3
1,0
0,6
0,6
0,7
0,7
0,5
0,3
0,3
0,1
0,3
0,1
0,7
Diefstal van motorvoertuig 2,8
1,1
1,0
1,6 3,0
4,5
4,5
6,0
0,6 1,4
2,3
5,3
4,0
1,9
6,0
5,6
2,4
4,6
12,8
5,1
2,7
2,6
2,2
5,4
4,0
5,1
Diefstal uit motorvoertuig
0,5
0,6
0,7
0,6
1,2
1,0
0,4
1,4
2,6
0,9
0,5
0,6
0,4
1,1
0,8
2,4
Alcohol in verkeer 1,4
1,9
2,0
1,2
1,6
2,2
1,7
2,7
1,4
2,6
1,0
2,1
1,2
3,6
1,3
1,3
0,7
0,6
1,6
1,3
0,8
Winkeldiefstal 0,7
1,4
1,9
2,2
0,9
0,5
0,5
1,4
0,4
2,8
0,4
0,3
0,7
4,9
0,6
1,5
0,5
0,5
1,2
0,8
0,8
7,5
8,2
11,4
10,5
6,9
10,5
7,1
8,6
8,9
1,1
1,3
3,1
0,8
0,6
0,5
0,5
0,8
0,6
1,5
0,3
13,1
0,7
8,3
1,2
4,3
0,7
1,2
0,3
0,6
1,8
0,6
6,5
10,4
14,1
9,4
8,6
7,2
4,7
8,6
7,9
11,5
Vernielingen
Straat
Zakkenrollen
Voertuig
0,3
Aantasting openbare orde 0,2
0,3
1,0
0,1
0,4
0,8
0,3
0,0
0,2
1,0
0,3
0,2
0,1
1,4
0,6
0,2
0,2
0,2
0,3
0,3
3,4
Mishandeling 0,9
1,9
4,3
2,6
1,9
1,8
1,5
2,2
2,0
4,5
1,0
3,1
3,0
6,3
1,6
3,2
3,2
0,7
3,3
1,5
0,4
Openlijk geweld 0,5
0,1
0,1
0,5
0,2
0,2
0,2
0,2
0,0
0,1
0,4
0,0
0,3
0,1
0,8
0,2
0,1
0,3
0,0
0,1
0,0
0,1
0,2
0,0
0,4
0,0
0,0
0,2
1,1
0,1
0,1
0,0
0,5
0,0
0,2
0,1
0,0
0,1
Straatroof
0,2
0,4
0,4
Geweld
0,1
0,3
0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
0,0
0,0
0,1
0,3
0,0
0,1
0,3
0,1
0,2
0,1
0,0
0,1
0,2
0,1
Overval
Gemeente Huis
0,0
Moord/doodslag 0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,5
Zedenmisdrijf 0,2
0,2
0,4
0,3
0,3
0,4
0,2
0,5
0,3
0,7
0,5
0,6
0,5
0,7
0,4
0,2
0,2
0,4
0,3
0,3
1,7
Bedreging 1,6
1,8
1,9
1,3
1,4
1,0
1,3
0,9
1,6
3,3
1,3
1,4
1,7
3,6
1,3
2,3
1,3
1,4
2,7
1,2
1,0
Fraude 1,5
1,5
1,8
1,0
1,5
1,0
1,2
1,4
0,8
2,2
1,2
0,9
1,3
2,5
0,9
1,1
0,9
0,7
1,5
1,0
Overig
0,7
0,9
1,7
0,5
0,8
1,5
0,3
0,6
0,8
1,9
0,5
1,8
0,9
1,9
3,0
0,7
1,2
0,9
1,7
0,7
0,8
Drugshandel
Tabel C Aantal misdaden per 1.000 inwoners
0,1
0,4
0,5
0,1
0,1
0,2
0,1
0,2
0,2
0,6
0,4
0,5
0,2
0,7
0,2
0,1
0,4
0,1
0,3
0,7
0,1
Wapenhandel
Bijlage XXI Sociaal-economisch klimaat Het sociaal-economisch klimaat wordt door CBS (2011b) beschreven als het klimaat omtrent ‘allerlei aspecten van de welvaart’. Met behulp van Elsevier (2010) en VROM (2008) zijn een aantal factoren bepaald die dit klimaat goed kunnen weergeven. Deze factoren zijn verdeeld in enerzijds het aanbod van banen en anderzijds de sociaal-economische kenmerken van de bevolking. I Aanbod banen Ten eerste is het aantal banen in de verschillende gemeenten bekeken. De Provincie Noord-Brabant (2011) leverde de meest recente informatie op dit gebied. Het aantal vestigingen van bedrijven is niet bekeken, omdat de grootte van een vestiging hierbij een grote rol speelt en onbekend is. Om te beginnen is in afbeelding A het aantal banen uitgezet tegen het aantal inwoners per gemeente. Exacte getallen zijn te vinden in tabel A. Son en Breugel heeft met 847 banen per duizend inwoners veruit het grootste aantal banen per inwoner. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de aanwezigheid van meubelboulevard Ekkersrijt. Verder behoren ook Eindhoven, Best, Oirschot, Bladel en in mindere mate Eersel en Veldhoven tot gemeenten met veel banen ten opzichte van de eigen bevolking. Daarmee vormt het noordwesten van de regio Zuidoost-Brabant een bron van werkgelegenheid voor inwoners uit andere gemeenten. Reusel-De Mierden, Waalre, Heeze-Leende, GeldropMierlo en Laarbeek behoren met minder dan vierhonderd banen per duizend inwoners tot de gemeenten met de minste banen per inwoner. Dit zijn dan ook gemeenten met grote forensenstromen naar een van hun buurgemeenten. Een aantal zaken kunnen het beeld van de verdeling van banen in de regio aanvullen. In tabel B is het totaal aantal banen per gemeente en per sector te zien. Kijkend naar het totaal aantal banen in absolute zin heeft Eindhoven veruit het grootste aanbod aan banen, namelijk ruim 146.000. Terwijl Helmond per inwoner niet veel banen heeft, neemt de gemeente wat betreft het totaal aantal banen een tweede plek in met bijna 43.000 banen. Veldhoven komt met 25.500 banen op de derde plek. In tabel C is het totaal aantal banen per gemeente en per sector weergeven in percentage ten opzichte van het totaal aantal banen in de gehele regio Zuidoost-Brabant. Op die manier valt op in hoeverre een sector op regionaal niveau een belangrijke positie inneemt. Opnieuw zie je dat Eindhoven, Helmond, Veldhoven en Best een belangrijk functie vervullen voor de inwoners uit de regio. Daarnaast valt op welke sectoren de meeste banen leveren voor de regio. Hiertoe behoort met name de sector ‘groot- en detailhandel’ en in mindere mate de sectoren ‘industrie’ en ‘zorg’. In de twee steden nemen de sectoren ‘bouwnijverheid’ en ‘onderwijs’ een belangrijke positie in, net als de sector ‘advies & onderzoek’ die ook in Veldhoven groot is. Tot slot valt op dat er veel banen zijn te vinden in de sector ‘openbaar bestuur’ in de gemeenten Eindhoven en Oirschot. Vervolgens is het aantal banen per sector per gemeente bekeken ten opzichte van het totaal aantal banen van deze gemeente, uitgezet in tabel D. Op deze manier is te zien in welk opzicht de verdeling van de sectoren in een gemeente anders is dan het geval is bij andere gemeenten in de regio. Zo blijken te behoren tot de gemeenten met veel agrarische sector Someren, Asten, Deurne, Gemert-Bakel en Reusel-De Mierden. Met uitzondering van Laarbeek betreft dit alle gemeenten in de stedelijke invloedssfeer van Helmond. Dit is te zien in afbeelding B. Kijkend naar het absoluut aantal banen behoort ook Oirschot tot deze groep. Tot slot vallen een aantal zaken op. Bergeijk bezit relatief veel banen in de horeca, Oirschot heeft een grote sector Openbaar Bestuur en onderwijs is zowel in de gemeente Eindhoven als in de gemeente
Eersel veel te vinden. Enkel de informatie uit tabel A is meegenomen in de clusteranalyse. De overige informatie is gebruikt om voor een interview meer diepgang in de gemeente te krijgen. II Kenmerken van de bevolking Naast het aanbod van banen behoort ook de sociaal-economische positie van de bevolking tot het sociaal-economisch klimaat. Hiervoor zijn drie zaken onderzocht, te weten het percentage gepensioneerden, het percentage werklozen en de verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden. Exacte getallen zijn te vinden in tabel E. Het CBS (2005 in: Braxwell Labs, 2011) geeft informatie over het percentage gepensioneerden ten opzichte van het totaal aantal inwoners van een gemeente. Dit is te zien in afbeelding C. Procentueel wonen de meeste gepensioneerden in Son en Breugel en Waalre, en ook Valkenswaard en Heeze-Leende huisvesten veel inwoners met pensioen. Relatief de minste gepensioneerden wonen in Reusel-De Mierden, Best en Helmond. In het algemeen scoren Helmond, de gemeenten in haar stedelijke invloedssfeer en de gemeenten in het noordwesten van de regio het beste. Ten tweede is het percentage niet-werkzamen berekend ten opzichte van de totale beroepsbevolking van een gemeente. Deze informatie is afkomstig van CBS (2009). Het beeld dat hierdoor ontstaat is weergeven in afbeelding D. Te zien is dat dit percentage het hoogst is in Cranendonck en het laagst in Reusel-De Mierden en Eersel. Tot slot is de zogenaamde ‘welstand’ onderzocht door Elsevier (2011). Deze welstand wordt omschreven als “de verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden” (Elsevier, 2010). In afbeelding E is de welstand in de regio Zuidoost-Brabant gevisualiseerd. De twee steden hebben binnen de regio de slechtse welstand. Daarnaast is de welstand ook in Gemert-Bakel, Deurne en Valkenswaard laag. Oirschot, Son en Breugel, Nuenen c.a. en Veldhoven hebben daarentegen een zeer hoge welstand. Elk van deze drie aspecten is meegenomen in de clusteranalyse.
300 - 399 400 - 499 500 - 599 600 of meer
Afbeelding A Aantal banen per 1.000 inwoners (Provincie Noord-Brabant, 2011)
Gemeenten met de meeste banen in de agrarische sector ten opzichte van het totaal aantal banen in deze gemeente.
Afbeelding B Gemeenten met groot agrarisch aanbod
16335
7.366
451
Aantal inwoners
Totaal aaantal banen
Banen per 1.000 inw
793
Industrie
330
291
285
313
638
200
130
Openbaar bestuur
Onderwijs
Zorgsector
Vrije tijd sector
Overige dienstverl.
136
244
122
147
502
26
128
181
Financiële instelling
93
1.082
Ov. zakelijke dienstv.
88
Informatie&comm.
26
58
Horeca
252
420
620
Vervoer en opslag
1.430
1.046
Advies & Onderzoek
408
Groot&detailhandel
6
1
1.442
0
667
7.945
Berg.
440
7.945
18061
Berg.
Onroerend goed
700
1.538
Bouwnijverheid
7
0
Delfstoffenwinning
Watermanagement
960
Agrarische sector
1
7.366
Totaal alle sectoren
Energiesector
Asten
Gemeente
Tabel B Totaal aantal banen
Asten
Gemeente
Tabel A Aantal banen per 1.000 inwoners
200
323
982
628
452
2.815
1.316
76
397
364
598
837
3.904
718
2
28
4.057
0
275
Best
621
28953
Best
409
8.315
20343
166
100
1.629
632
136
768
498
63
244
90
589
373
2.214
678
49
26
3.078
0
610
203
150
588
171
216
449
486
41
86
98
308
306
1.734
936
212
0
1.922
0
409
8.315
Bladel Cran.
623
19177
Bladel Cran.
236
255
2.140
808
301
623
903
61
377
110
561
537
2.576
1.229
28
0
1.769
4
1.353
Deur.
440
31526
Deur.
169
169
1.420
1.274
218
300
710
70
99
99
520
381
1.298
555
1
0
1.250
0
592
9.125
Eersel
503
9.125
18157
Eersel
364
2.301
3.022
5.736
9.328
1.545
6.562
7.752
5.225
6.587
5.872
616
522
11
220
427
228
3.029
892
436
709
812
38
265
229
754
521
2.572
1.072
81
1
1.649
0
174
Eindh. G-Mi.
684
38117
Eindh. G-Mi.
266
159
2.459
693
399
262
535
78
144
101
817
440
2.073
1.132
37
2
1.637
0
1.290
G-Ba.
435
28763
G-Ba.
485
88291
138
123
1.323
474
126
109
335
28
50
116
422
179
1.168
481
1
0
516
1
489
6.079
982
494
7.746
2.819
1.274
1.458
2.841
375
582
672
1.432
1.467
8.308
2.729
275
1
9.029
0
317
H-Lee. Helm.
398
6.079
15260
H-Lee. Helm.
452
22213
150
146
627
295
151
240
559
48
143
76
466
287
1.397
665
24
0
1.744
0
528
7.546
163
230
636
406
152
2.849
1.087
86
142
220
253
392
1.892
520
52
6
748
0
213
Laarb. Nuen.
350
7.546
21581
Laarb. Nuen.
601
134
118
706
386
4.234
168
509
22
142
206
664
328
81
74
109
161
105
67
206
25
24
28
357
154
856
645
3
4
345
0
709
3.949
0
1.374
449
8.189
18229
133
111
579
383
0
83
399
122
115
104
495
275
1.714
1.269
1
0
1.261
0
1.145
8.189
R-D-M Som.
315
3.949
12555
R-D-M Som.
0
1.393
0
778
Oirs.
663
17750
Oirs.
309
76
1.382
287
120
290
1.271
270
221
1.106
666
425
811
1.409
116
387
99 63
207
775
428
3.987
737
12
23
1.888
0
267
Valk.
447
30725
Valk.
632
717
857
3.699
842
106
0
2.220
0
200
S&B
847
15543
S&B
361
5.974
16533
367
395
6.959
1.167
469
706
2.004
112
251
691
919
693
3.610
1.179
39
1
5.746
0
193
121
74
634
244
136
1.429
804
105
185
207
185
84
980
331
4
2
382
0
67
5.974
Veldh. Waal.
590
43243
Veldh. Waal.
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0% 0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
Bladel Cran.
0%
0%
0%
0%
0% 0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Eersel
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Deur.
0%
1%
1%
5%
4%
1%
2%
6%
0%
2%
2%
1%
2%
5%
1%
0%
0%
3%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Eindh. G-Mi.
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
G-Ba.
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2%
1%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
2%
1%
0%
0%
2%
0%
0%
H-Lee. Helm.
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Laarb. Nuen.
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Oirs.
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
R-D-M Som.
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
S&B
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Valk.
0%
0%
0%
2%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Veldh. Waal.
In de bovenstaande tabel is van het aantal banen per sector per gemeente (dus iedere cel) het percentage berekend ten opzichte van het totaal aantal banen in de regio, te weten 397.951 banen.
0%
Overige dienstverl.
0%
0%
0%
Zorgsector
Vrije tijd sector
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Onderwijs
0%
Informatie&comm.
0%
0%
0%
Horeca
0%
0%
0%
0%
Vervoer en opslag
Openbaar bestuur
0%
Groot&detailhandel
0%
Ov. zakelijke dienstv.
0%
Bouwnijverheid
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
Best
0%
0%
0%
Watermanagement
Advies & Onderzoek
0%
Energiesector
0%
0%
0%
Industrie
0%
0%
0%
0%
Delfstoffenwinning
Financiële instelling
0%
Agrarische sector
0%
Berg.
Onroerend goed
0%
Asten
Totaal alle sectoren
Gemeente
Tabel C Percentage banen per sector per gemeente ten opzichte van het totaal aantal banen van de regio
21%
6%
8%
1%
1%
0%
6%
2%
4%
4%
Groot&detailhandel
Vervoer en opslag
Horeca
Informatie&comm.
Financiële instelling
Onroerend goed
Advies & Onderzoek
Ov. zakelijke dienstv.
Openbaar bestuur
Onderwijs
2%
4%
2%
2%
6%
0%
2%
1%
14%
3%
18%
13%
1%
2%
5%
3%
3%
16%
7%
0%
2%
2%
3%
5%
22%
4%
0%
0%
0%
23%
0%
2%
0%
18%
0%
8%
100%
Best
1%
1%
14%
5%
1%
6%
4%
1%
2%
2%
7%
2%
3%
5%
6%
0%
1% 1%
1%
4%
4%
21%
11%
3%
0%
23%
0%
5%
100%
2%
5%
3%
19%
6%
0%
0%
26%
0%
5%
100%
Bladel Cran.
2%
2%
2%
16%
15% 2%
14%
2%
3%
8%
1%
1%
1%
6%
4%
14%
6%
0%
0%
14%
0%
6%
100%
Eersel
6%
2%
4%
7%
0%
3%
1%
4%
4%
19%
9%
0%
0%
13%
0%
10%
100%
Deur.
2%
2%
14%
10%
4%
6%
15%
1%
4%
5%
4%
5%
14%
4%
0%
0%
9%
0%
0%
100%
3%
2%
22%
6%
3%
5%
6%
0%
2%
2%
5%
4%
19%
8%
1%
0%
12%
0%
1%
100%
Eindh. G-Mi.
2%
1%
20%
6%
3%
2%
4%
1%
1%
1%
7%
4%
17%
9%
0%
0%
13%
0%
10%
100%
G-Ba.
2%
2%
22%
8%
2%
2%
6%
0%
1%
2%
7%
3%
19%
8%
0%
0%
8%
0%
8%
100%
2%
1%
18%
7%
3%
3%
7%
1%
1%
2%
3%
3%
19%
6%
1%
0%
21%
0%
1%
100%
H-Lee. Helm.
2%
2%
8%
4%
2%
3%
7%
1%
2%
1%
6%
4%
19%
9%
0%
0%
23%
0%
7%
100%
2%
2%
6%
4%
2%
28%
11%
1%
1%
2%
3%
4%
19%
5%
1%
0%
7%
0%
2%
100%
Laarb. Nuen.
1%
1%
6%
3%
36%
1%
4%
0%
1%
2%
6%
3%
12%
5%
0%
0%
12%
0%
7%
100%
Oirs.
2%
2%
3%
4%
3%
2%
5%
1%
1%
1%
9%
4%
22%
16%
0%
0%
9%
0%
18%
100%
2%
1%
7%
5%
0%
1%
5%
1%
1%
1%
6%
3%
21%
15%
0%
0%
15%
0%
14%
100%
R-D-M Som.
2%
1%
10%
2%
1%
2%
10%
0%
1%
5%
5%
7%
28%
6%
1%
0%
17%
0%
2%
100%
S&B
2%
2%
8%
5%
3%
6%
10%
1%
3%
2%
6%
3%
29%
5%
0%
0%
14%
0%
2%
100%
Valk.
1%
2%
27%
5%
2%
3%
8%
0%
1%
3%
4%
3%
14%
5%
0%
0%
23%
0%
1%
100%
2%
1%
11%
4%
2%
24%
13%
2%
3%
3%
3%
1%
16%
6%
0%
0%
6%
0%
1%
100%
Veldh. Waal.
In de bovenstaande tabel is van het aantal banen per sector per gemeente (dus iedere cel) het percentage berekend ten opzichte van het totaal aantal banen in de gemeente in kwestie. Te zien is dan ook dat het totaal aantal sectoren per gemeente altijd 100% vormt.
2%
10%
Bouwnijverheid
Overige dienstverl.
4%
0%
Watermanagement
9%
0%
Energiesector
3%
11%
Industrie
Zorgsector
0%
Delfstoffenwinning
Vrije tijd sector
3%
13%
Agrarische sector
100%
100%
Totaal alle sectoren
Berg.
Asten
Gemeente
Tabel D Percentage banen per sector ten opzichte van het totaal aantal banen van de gemeente.
15 of 16% 17 of 18% 19 of 20% 21 of 22% 23 of 24%
Afbeelding C Percentage gepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking (CBS, 2005 in: Braxwell Labs, 2011)
0 of 1% 2 of 3% 4 of 5% 6 of 7%
Afbeelding D Percentage niet-werkzamen ten opzichte van de totale beroepsbevolking (CBS, 2009)
Zeer slecht Slecht Matig Goed Zeer goed
Afbeelding E Welstand (Elsiever, 2011)
Tabel E Sociaal-economische positie van de bevolking Gemeente
Percentage gepensioneerden t.o.v. de totale bevolking (CBS, 2005 in: Braxwell Labs, 2011)
Percentage niet-werkzamen t.o.v. de totale beroepsbevolking gemiddeld over 2007-2009 (CBS,2009)
Welstand (Elsevier, 2011)
Asten 17 3% +/Bergeijk 18 4% + Best 15 4% + Bladel 17 1% +/Cranendonck 19 5% +/Deurne 17 5% Eersel 18 3% + Eindhoven 18 3% -Geldrop-mierlo 19 2% +/Gemert-bakel 16 4% Heeze-leende 21 3% + Helmond 15 5% -Laarbeek 17 5% +/Nuenen 19 4% ++ Oirschot 17 2% ++ Reusel-de mierden 15 0% + Someren 17 6% +/Son en breugel 22 5% ++ Valkenswaard 21 2% Veldhoven 18 2% +/Waalre 23 2% ++
Bijlage XXII Woning en woonomgeving Aspecten met betrekking tot de woning en woonomgeving kunnen worden verdeeld in drie groepen. Allereerst zijn er de kenmerken van de woningen in de gemeenten, waaronder de verhouding koop-huur, de woningdichtheid en de woningwaarde. Daarnaast zijn er twee zaken die de woonomgeving met name bepalen. Enerzijds is dit de hoeveelheid groen in de wijk – park en platsoen, en sportterrein – in combinatie met een oordeel over de publieke ruimte, en anderzijds de status van de bevolking in de wijk met het oog op sociale cohesie en de samenstelling van de bevolking. I Woningvoorraad Afbeelding A weergeeft de woningdichtheid in de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. Alle gemeenten die behoren tot de buitenperiferie van een van beide steden (inclusief Heeze-Leende) hebben een woningdichtheid van minder dan twee woningen per hectare. De grootste woningdichtheid is te vinden in de gemeenten Eindhoven, Helmond, Veldhoven en Geldrop-Mierlo met respectievelijk elf, zeven, zes en vijf woningen per hectare. Afbeelding B geeft inzicht in het percentage huurwoningen in de verschillende gemeenten. Met respectievelijk 57% en 48% huurwoningen staan Eindhoven en Helmond bovenaan. Mar ook Veldhoven, Valkenswaard, Geldrop-Mierlo en de gemeenten die behoren tot de periferie van Helmond bezitten meer dan 30% huurwoningen. Voor de overige gemeenten geldt een percentage van 19 tot 27%. Tot slot geeft afbeelding C de gemiddelde woningwaarde in euro’s weer. Een woning is gemiddeld het duurst in Oirschot, Eersel, Nuenen c.a., Waalre en Heeze-Leende. Maar ook in de landelijke gemeenten Reusel-De Mierden, Bladel, Bergeijk en Asten is een woning gemiddeld meer dan drie ton. De woningen in beide steden hebben gemiddeld de laagste waarde. In tabel A zijn de exacte cijfers te vinden van de woningdichtheid, de hoeveelheid huurwoningen en de woningwaarde. Elk van deze factoren is meegenomen in de clusteranalyse. II Woonomgeving De woonomgeving wordt bekeken aan de hand van het aantal hectaren park en plantsoen en het aantal hectaren sportterrein per 1.000 inwoners - onderzocht door het CBS (2008) - en het oordeel van de publieke ruimte door VROM (2008). Exacte gegevens zijn te vinden in tabel B. Het oppervlak aan park en plantsoen is weergeven in afbeelding D en is vooral hoog in Eindhoven, Veldhoven en Eersel met meer dan twee hectare sportterrein per 1.000 inwoners. In de gemeenten Reusel-De Mierden, Oirschot, Waalre, Heeze-Leende, Someren, Deurne en Gemert-Bakel is per 1.000 inwoners nog geen hectare park en plantsoen aangelegd. De hoeveelheid sportterrein is het laagst in beide steden, Veldhoven, Waalre en Laarbeek. Reusel-De Mierden, Valkenswaard en Heeze-Leende hebben daarentegen ruim vier hectare sportterrein per 1.000 inwoners en Eersel zelfs ruim zes hectare. Dit is te zien in afbeelding E. Het oordeel voor de publieke ruimte is gegeven door VROM (2008) op basis van architectonische kwaliteit, verloedering en milieuaspecten. In elke gemeente is de beoordeling negatief. Gemiddeld is de beoordeling van de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant -16,6, waardoor op basis hiervan gemeenten zijn ingedeeld in gemeenten met een boven- of ondergemiddelde waardering ten opzichte van de regio. Een ondergemiddeld oordeel is weggelegd voor de gemeenten Oirschot, Eersel, Waalre, Heeze-Leende, Geldrop-Mierlo, Someren, Asten en Deurne. De minst slechte beoordeling van de openbare ruimte is gegeven aan de gemeenten Veldhoven, Valkenswaard, Cranendonck en Laarbeek. Afbeelding F heeft deze getallen gevisualiseerd.
III Bevolking Tot slot zijn ook twee kenmerken van de bevolking in de gemeente meegenomen in de beoordeling van de woning en woonomgeving. Zowel de samenstelling van de bevolking als de sociale samenhang binnen de bevolking zijn beoordeeld door VROM (2008) met een cijfer, zoals ook het geval was bij de publieke ruimte. De sociale samenhang is onder andere gebaseerd op het aantal verhuizingen en de verdeling eigenaar-bewoners en huurders. De samenstelling van de bevolking bestaat onder andere uit het aandeel niet westerse allochtonen en hoogopgeleiden in de samenleving. Opnieuw is het gemiddelde berekend en zijn de gemeenten verdeeld in groepen met een boven- of ondergemiddelde waardering. De exacte getallen zijn te vinden in tabel C. Afbeelding G geeft inzicht in het oordeel van de samenstelling van de bevolking in de gemeenten in Zuidoost-Brabant. Het slechtste oordeel is gegeven aan beide steden. Verder geldt ook voor de gemeenten Valkenswaard, Cranendonck, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Deurne en Asten een ondergemiddeld oordeel in vergelijking tot de rest van de regio. De overige gemeenten scoren voor de regio Zuidoost-Brabant bovengemiddeld. De sociale samenhang in de verschillende gemeenten is weergeven in afbeelding H. Opnieuw wordt Eindhoven het slechtst beoordeeld. Verder geldt voor Reusel-De Mierden, Best, Veldhoven, Valkenswaard en Helmond een relatief slecht oordeel. Geldrop-Mierlo, Someren en Deurne behoren ten slotte ook tot de gemeenten die in verhouding tot de regio ondergemiddeld zijn beoordeeld. De sociale samenhang is volgens VROM (2008) het best in Oirschot, Bladel, Bergeijk, Nuenen c.a. en Asten. Ook deze beide aspecten zijn meegenomen bij de clusteranalyse.
6,94 10,92 5,31 5,86
0,0 - 0,9 1,0 - 1,9 2,0 - 2,9 3,0 - 3,9 4,0 of meer
Afbeelding A Woningdichtheid in woningen per hectare (Provincie Noord-Brabant, 2011)
10 - 19% 20 - 29% 30 - 39% 40 - 49% 50 - 59%
Afbeelding B Percentage huurwoningen n.a.v. de verdeling koop/huur (CBS, 2005 in: Braxwell Labs, 2011)
200.000 - 249.000 250.000 - 299.000 300.000 - 349.000 350.000 - 399.000
Afbeelding C Gemiddelde woningwaarde in euro’s (CBS en Kadaster, 2008 in: Braxwell Labs, 2011)
Tabel A Kenmerken woningvoorraad Gemeente Gemiddelde woningdichtheid Percentage huurwoningen Gemiddelde woningwaarde in woningen per hectare (CBS, 2005 in: Braxwell Labs, 2011) (CBS en Kadaster, 2008 in: (Provincie Noord-Brabant, 2011) Braxwell Labs, 2011) Asten 0,91 30% 307.000 Bergeijk 0,69 19% 336.000 Best 3,31 26% 298.000 Bladel 1,01 21% 310.000 Cranendonck 1,08 25% 282.000 Deurne 1,08 38% 295.000 Eersel 0,86 23% 356.000 Eindhoven 10,92 57% 229.000 Geldrop-mierlo 5,31 37% 254.000 Gemert-bakel 0,9 35% 282.000 Heeze-leende 0,59 27% 361.000 Helmond 6,94 48% 227.000 Laarbeek 1,52 31% 298.000 Nuenen 2,71 23% 350.000 Oirschot 0,65 22% 365.000 Reusel-de mierden 0,62 20% 312.000 Someren 0,86 31% 292.000 Son en breugel 2,4 27% 329.000 Valkenswaard 2,44 39% 273.000 Veldhoven 5,86 34% 271.000 Waalre 3,14 23% 353.000
0,0 - 0,4 0,5 - 0,9 1,0 - 1,4 1,5 - 1,9 2,0 - 2,4
Afbeelding D Park en plantsoen in aantal hectare per 1.000 inwoners (CBS, 2008)
4,3 6,2
4,4 4,2 1,0 - 1,9 2,0 - 2,9 3,0 - 3,9 4,0 of meer
Afbeelding E Sportterrein in hectare per 1.000 inwoners (CBS, 2008)
- 28
- 30
- 34 - 35
-1 tot -8 -9 tot -16 -17 tot -24 -25 of slechter
Afbeelding F Oordeel publieke ruimte volgens de Leefbaarometer (VROM, 2008)
Tabel B Kenmerken woonomgeving Gemeente
Aantal hectaren park en plantsoen per 1.000 inwoners (CBS, 2008)
Aantal hectaren sportterrein per 1.000 inwoners (CBS, 2008)
Beoordeling publieke ruimte (VROM, 2008)
Asten 1,6 2,3 -34 Bergeijk 1,0 2,8 -9 Best 1,3 3,2 -14 Bladel 1,6 3,6 -13 Cranendonck 1,0 2,8 -3 Deurne 0,9 2,2 -30 Eersel 2,0 6,2 -24 Eindhoven 2,1 1,7 -16 Geldrop-mierlo 1,0 3,1 -17 Gemert-bakel 0,8 2,3 -15 Heeze-leende 0,7 4,4 -35 Helmond 1,9 1,4 -15 Laarbeek 1,7 1,7 -6 Nuenen 1,5 3,2 -9 Oirschot 0,5 2,4 -28 Reusel-de mierden 0,2 4,3 -14 Someren 0,5 2,1 -20 Son en breugel 1,4 2,3 -12 Valkenswaard 1,3 4,2 -7 Veldhoven 2,1 1,8 -8 Waalre 0,5 1,3 20 Gemiddeld -16,6
0-9 10 - 19 20 - 29
Afbeelding G Oordeel samenstelling van de bevolking volgens de Leefbaarometer (VROM, 2008)
-6
-2
minder dan 0 0-3 4-7 8 - 11 12 - 15
Afbeelding H Oordeel samenhang in de bevolking door de Leefbaarometer (VROM, 2008)
Tabel C Kenmerken bewoners Gemeente
Beoordeling van de samenstelling van de bevolking (VROM, 2008)
Beoordeling van de sociale samenhang in de bevolking (VROM, 2008)
Asten 16 14 Bergeijk 24 15 Best 23 2 Bladel 21 14 Cranendonck 13 10 Deurne 18 6 Eersel 25 9 Eindhoven 2 -6 Geldrop-mierlo 19 4 Gemert-bakel 18 8 Heeze-leende 27 8 Helmond 4 3 Laarbeek 20 8 Nuenen 27 12 Oirschot 24 14 Reusel-de mierden 22 -2 Someren 21 7 Son en breugel 25 10 Valkenswaard 18 2 Veldhoven 25 0 Waalre 27 10 Gemiddeld 19.8 7.0
Bijlage XXIII Medische voorzieningen Op het gebied van medische voorzieningen zijn een aantal zaken onderzocht. Ten eerste is gekeken in welke gemeenten een ziekenhuis aanwezig is; dit is het geval voor Veldhoven, Eindhoven, GeldropMierlo, Helmond en Deurne. In Eindhoven liggen er bovendien twee. Deze informatie is afkomstig van Google Earth (2011) en weergeven in afbeelding A. Verder is gekeken aan de hand van CBS (2008) hoe groot de gemiddelde afstand is in een gemeente tot de dichtsbijzijnde huisarts, apotheek en fysiotherapeut. De gemiddelde afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde huisarts is weergeven in afbeelding B. In Eindhoven en Waalre is de afstand het kortst. Maar ook in de stedelijke gemeenten Best, Veldhoven, Valkenswaard, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo en Helmond hoeft men gemiddeld minder dan een kilometer te reizen om naar de huisarts te gaan. De grootste afstand moet men gemiddeld afleggen in Eersel en Heeze-Leende en in mindere mate in Oirschot, Gemert-Bakel, Deurne en Asten. Afbeelding C weergeeft de gemiddelde afstand tot de apotheek. Ook deze is in de binnenperiferie laag en in de buitenperferie groot, met uitzondering van de gemeente Waalre. De kortste afstand hoeft men af te leggen in de steden. De langste afstand
geldt in Eersel, Bergeijk, Asten, Cranendonck en Waalre. Met een gemiddelde afstand van 5,2km is de afstand in Cranendonck opmerkelijk groot. Tot slot is gekeken naar de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde fysiotherapeut. Dit is te zien in afbeelding D. Men woont relatief dichtbij een fysiotherapeut in de stedelijke gemeenten Eindhoven, Helmond, Veldhoven, Best, Son en Breugel, en Nuenen c.a. In Eersel en Reusel-De Mierden is deze afstand daarentegen zeer groot. Elsevier (2011) heeft tot slot een beoordeling geven van het aantal tandartsen in iedere gemeente. Aan de hand van deze beoordeling is afbeelding E opgesteld.De beoordeling hiervan is het beste voor de gemeenten Best, Bladel, Waalre, Valkenswaard en Nuenen c.a. Ook Eindhoven, Son en Breugel, Veldhoven en Cranendonck presteren niet slecht. Eersel, Gemert-Bakel, Asten en Someren - en in mindere mate ook Reusel-De Mierden, Bergeijk, Helmond, Geldrop-Mierlo en Deurne - scoren daarentegen slecht. Elk van de bovenstaande getallen is weergeven in tabel A en gebruikt voor de clusteranalyse.
Ziekenhuislocatie Gemeente met ziekenhuis
Afbeelding A Ziekenhuizen (Google Earth, 2011)
0,4 - 0,6 km 0,7 - 0,9 km 1,0 - 1,2 km 1,3 - 1,5 km 1,6 - 1,8 km
Afbeelding B Gemiddelde afstand tussen woning en dichtstbijzijnde huisarts (CBS, 2008)
5,2
Afbeelding C Gemiddelde afstand tussen woning en dichtstbijzijnde apotheek (CBS, 2008)
0,5 - 0,9 km 1,0 - 1,4 km 1,5 - 1,9 km 2,0 - 2,4 km 2,5 km of meer
0,6 - 0,7 km 0,8 - 0,9 km 1,0 - 1,1 km 1,2 - 1,3 km 1,4 - 1,5 km
Afbeelding D Gemiddelde afstand tussen woning en dichtstbijzijnde fysiotherapeut (CBS, 2008)
Zeer goed Goed Redelijk Matig Zeer matig
Afbeelding E Beoordeling aantal tandartsen (Elsevier, 2011)
-
-
1
-
Son en breugel
Valkenswaard
Veldhoven
Waalre
-
Someren
1,3
-
-
Oirschot
-
Nuenen
Reusel-de mierden
0,8
-
Laarbeek
1,7
0,6
0,8
0,9
1,2
1,1
1,1
1,1
0,7
-
1
Heeze-leende
1,4
0,9
Helmond
-
Gemert-bakel
0,6
2
1
Eindhoven
Geldrop-mierlo
1,6
-
Eersel
1,0 1,3
-
1
1,0
Cranendonck
-
Bladel
1,1 0,8
Deurne
-
-
Bergeijk
1,4
-
Asten
Best
Gemiddelde afstand tot dichttsbijzijnde huisarts (CBS, 2008)
Gemeente Aantal ziekenhuizen (Google Earth, 2011)
Tabel A Medische voorzieningen
2,1
1,0
1,1
1,1
2,1
1,4
1,6
1,2
1,2
0,9
1,6
1,6
1,1
0,8
2,1
1,6
5,2
1,5
1,0
2,2
1,5
Gemiddelde afstand tot dichtstbijzijnde apotheek (CBS, 2008)
0,8
0,7
0,8
0,7
1,1
1,3
1,1
0,7
0,9
0,6
1,1
0,9
0,9
0,6
1,5
1,1
0,8
1,0
0,7
1,0
1,1
++
+
++
+
--
-
+/-
++
+/-
-
+/-
--
-
+
--
-
+
++
++
-
--
Gemiddelde afstand tot Beoordeling aantal tandartsen dichtstbijzijnde fysiotherapeut (Elsevier, 2011) (CBS, 2008)
Bijlage XXIV Educatieve voorzieningen Wat betreft de educatieve voorzieningen is gekeken naar de gemiddelde afstand tot de basisschool, middelbare school en bibliotheek, en het aantal overige onderwijsvoorzieningen, zoals speciaal onderwijs, MBO of hoger onderwijs. De informatie omtrend de gemiddelde afstand tot de basisschool, middelbare school en bibliotheek is afkomstig van het CBS (2008). De basisschool is voor iedere gemeente op gemiddeld minder dan een kilometer afstand van huis; meestal op zo’n 700 meter van huis. In Eindhoven, Helmond en Geldrop-Mierlo is de afstand relatief klein met gemiddeld 500 meter en Oirschot is deze relatief groot met zo’n 900 meter. Dit is te zien in afbeelding A. Afbeelding B laat de afstand tot de dichtstbijzijnde bibliotheek zien. Hieruit blijkt dat nagenoeg overal de bibliotheek op minder dan 2,5 kilometer van huis te vinden is. De enige uitzondering is de gemeente Eersel, waar de bibliotheek op gemiddeld 3,1 kilometer van huis ligt. De bibliotheek ligt op minder dan 1,5 kilometer afstand in de stedelijke gemeenten Eindhoven, Helmond, Geldrop-Mierlo en Waalre en de gemeente Laarbeek. Ook de afstand tot de middelbare school is het kleinst in de stedelijke gemeenten en groter naar de randen van de regio toe. In beide steden en de gemeenten Best, Nuenen c.a. en Valkenswaard is de afstand minder dan twee kilometer, terwijl deze in Reusel-De Mierden, Bergeijk en HeezeLeende minstens zes kilometer is. Een overzicht hiervan is te vinden in afbeelding C. Tot slot is gekeken naar het aantal instellingen van overig onderwijs in iedere gemeente, te zien in afbeelding D. Eindhoven en Helmond zijn de enige gemeenten die zowel speciaal onderwijs voor de basisschool als voor de middelbare school hebben en zowel een MBO als hoger onderwijs huisvesten. Daarnaast bezitten de gemeenten Veldhoven, Geldrop-Mierlo, Deurne en Gemert-Bakel ten minste twee van de genoemde typen onderwijs. Deze informatie is afkomstig van Schoolinbeeld.nl (2011). De exacte getallen betreffende de afstanden is te vinden in tabel A en de overige onderwijsvoorzieningen in tabel B. Elk van deze gegevens is gebruikt voor de clusteranalyse.
0,5 km 0,6 km 0,7 km 0,8 km 0,9 km
Afbeelding A Gemiddelde afstand tussen woning en de dichtstbijzijnde basisschool (CBS, 2008)
0,0 - 1,9 km 2,0 - 3,9 km 4,0 - 5,9 km 6,0 - 7,9 km
Afbeelding B Gemiddelde afstand tussen woning en de dichtstbijzijnde middelbare school (CBS, 2008)
3,1
0,5 - 0,9 km 1,0 - 1,4 km 1,5 - 1,9 km 2,0 - 2,4 km 2,5 km of meer
Afbeelding C Gemiddelde afstand tussen woning en de dichtstbijzijnde bibliotheek (CBS, 2008)
Alle typen aanwezig Drie typen aanwezig Twee typen aanwezig Eén type aanwezig Geen type aanwezig
Afbeelding D Aanwezigheid van hoger onderwijs, MBO, speciaal middelbaar onderwijs of speciaal basisonderwijs in de gemeente (Schoolinbeeld.nl, 2011)
Tabel A Afstand tot educatieve basisvoorzieningen Gemeente Gemiddelde afstand tot de Gemiddelde afstand tot de Gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde basisschool dichtstbijzijnde middelbare dichtstbijzijnde bibliotheek (CBS, 2008) school (CBS, 2008) (CBS, 2008) Asten 0,7 2,4 1,5 Bergeijk 0,8 6,5 2,2 Best 0,7 1,6 1,8 Bladel 0,6 2,4 1,6 Cranendonck 0,7 3,2 1,7 Deurne 0,7 3,1 1,5 Eersel 0,7 3,1 3,1 Eindhoven 0,5 1,3 1,3 Geldrop-mierlo 0,5 2,7 1,3 Gemert-bakel 0,7 3,2 2,1 Heeze-leende 0,7 7,1 1,5 Helmond 0,5 1,4 1,4 Laarbeek 0,7 2,6 1,1 Nuenen 0,6 1,6 1,5 Oirschot 0,9 3,6 1,6 Reusel-de mierden 0,7 6,4 2,3 Someren 0,7 2,4 2,3 Son en breugel 0,6 4,8 1,7 Valkenswaard 0,6 1,2 2,0 Veldhoven 0,6 3,1 2,1 Waalre 0,7 3,2 0,9 Tabel B Overige educatieve voorzieningen Gemeente Aantal voorzieningen Aantal voorzieningen Aantal voorzieningen Aantal voorzieningen hoger onderwijs MBO speciaal voortg. onderw. speciaal basis onderw. (Schoolinbeeld.nl, 2011) (Schoolinbeeld.nl, 2011) (Schoolinbeeld.nl, 2011) (Schoolinbeeld.nl, 2011) Asten - - - Bergeijk - - - Best 3 - - Bladel - - - 1 Cranendonck - - - Deurne - 2 1 1 Eersel - - 1 Eindhoven 19 31 13 6 Geldrop-mierlo - 1 - 1 Gemert-bakel - 2 - 1 Heeze-leende - - 1 Helmond 1 9 4 2 Laarbeek - 2 - Nuenen - - - Oirschot - - - Reusel-de mierden - - - Someren - - - 1 Son en breugel - - 1 Valkenswaard - - - 1 Veldhoven - 1 1 19 Waalre - - -
Bijlage XXV Winkelvoorzieningen De analyse naar winkelvoorzieningen in Zuidoost-Brabant is verdeeld over een onderzoek naar dagelijkse en niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Vier aspecten zijn onderzocht en tevens gebruikt voor de clusteranalyse. I Dagelijkse winkelvoorzieningen De dagelijkse winkelvoorzieningen zijn onderzocht op twee aspecten. Ten eerste is de afstand bekeken tot het dichtstbijzijnde verkooppunt van levensmiddelen op basis van informatie van het CBS (2008). Hieruit blijkt dat dit verkooppunt meestal op maximaal één kilometer van huis ligt. Enkel in Oirschot, Eersel, Bergeijk en Nuenen c.a. is deze afstand groter. De kortste afstand tot dagelijkse winkelvoorzieningen geldt voor de stedelijke gemeenten, waaronder beide steden en de gemeenten Best, Son en Breugel en Geldrop-Mierlo. Dit aspect is weergeven in afbeelding A. Ten tweede is het oppervlak aan dagelijkse winkelvoorzieningen in vierkante meters per 1.000 inwoners berekend op basis van informatie van BRO (2009b). Dit is te zien in afbeelding B. Ook hierbij vallen een aantal gemeenten op. Het grootste oppervlak per inwoner bestaat in de gemeenten Cranendonck, Son en Breugel en Asten; namelijk minstens 400 vierkante meter per 1.000 inwoners. Het kleinste oppervlak, te weten minder dan 300 vierkante meter per 1.000 inwoners, is te vinden in de gemeenten Oirschot en Best. Exacte getallen zijn te vinden in tabel A. II Niet-dagelijkse winkelvoorzieningen Wat betreft niet-dagelijkse winkelvoorzieningen worden geen duidelijke gegevens verstrekt over de afstand tot een dergelijke voorziening. Naast de hoeveelheid oppervlakte aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners is in dit geval echter ook het totaaloppervlak interessant. Immers zorgt een grote hoeveelheid niet-dagelijkse winkelvoorzieningen bij elkaar voor een grote aantrekkingskracht op inwoners uit omliggende gemeenten. Getallen betreffende het oppervlak aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen zijn eveneens te vinden in tabel A. Deze gegevens zijn afkomstig van BRO (2009b). Afbeelding C laat het totaaloppervlak aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen zien in iedere gemeente. Eindhoven bezit veruit het meeste oppervlak aan deze voorziening met meer dan 300.000 vierkante meter. Helmond neemt een duidelijke tweede plek in met bijna 125.000 vierkante meter aan niet-dagelijkse winkelvoorziening. Tot de gemeenten met meer dan 40.000 vierkante meter aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen behoren vervolgens een aantal gemeenten in de binnenperiferie van Eindhoven – namelijk Best, Son en Breugel, Veldhoven en Valkenswaard – en ook de gemeente Deurne. Oirschot, Eersel, Waalre, Heeze-Leende en Laarbeek bezitten het minste oppervlak aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Afbeelding D weergeeft het aantal vierkante meter aan niet-dagelijkse voorzieningen per 1.000 inwoners. Nu valt vooral Son en Breugel op met 4359 vierkante meter per 1.000 inwoners, terwijl in de andere gemeenten minder dan tweeduizend vierkante meter per 1.000 inwoners ligt. Waarschijnlijk heeft dit hoge aantal te maken met meubelboulevard Ekkersrijt. Tot de gemeenten met minder dan 1.000 vierkante meter vloeroppervlak per 1.000 inwoners behoren Waalre en Laarbeek.
0,5 - 0,7 km 0,8 - 1,0 km 1,1 - 1,3 km 1,4 - 1,6 km
Afbeelding A Gemiddelde afstand tussen woning en de dichtstbijzijnde supermarkt (CBS, 2008)
250 - 299 m2 300 - 349 m2 350 - 399 m2 400 - 449 m2 450 - 499 m2
Afbeelding B Oppervlak aan dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners (BRO, 2009b)
123.318 307.871
0 - 19.000 m2 20.000 - 39.000 m2 40.000 - 59.000 m2 60.000 - 79.000 m2 80.000 m2 of meer
Afbeelding C Totaal oppervlak aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen (BRO, 2009b)
4.359
500 - 999 m2 1.000 - 1.499 m2 1.500 - 1.999 m2 2000 m2 of meer
Afbeelding D Oppervlak aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners (BRO, 2009b)
Afstand tot de dichtstbijzijnde verkooppunt dagelijkse levensmiddelen (CBS, 2008)
0,9
1,2
0,7
0,9
0,8
0,9
1,2
0,6
0,7
0,9
0,9
0,7
0,8
1,1
1,2
0,8
1,0
0,7
0,8
0,8
0,8
Gemeente
Asten
Bergeijk
Best
Bladel
Cranendonck
Deurne
Eersel
Eindhoven
Geldrop-mierlo
Gemert-bakel
Heeze-leende
Helmond
Laarbeek
Nuenen
Oirschot
Reusel-de mierden
Someren
Son en breugel
Valkenswaard
Veldhoven
Waalre
Tabel A Winkelvoorzieningen
313
304
464
406
256
385
289
380
305
326
378
351
370
340
359
346
373
366
285
347
438
Oppervlak dagelijkse winkelvoorzieningen in m2 per 1.000 inwoners (BRO, 2009b)
584
1545
1379
4359
1744
1620
1050
1576
827
1421
1125
1171
1000
1464
1014
1587
1527
1350
1526
1573
1732
Oppervlak niet-dagelijkse winkelvoorzieningen in m2 per 1.000 inwoners (BRO, 2009b)
9.742
66.531
42.574
67.350
31.753
20.058
18.756
35.611
18.012
123.318
17.031
32.907
37.986
307.871
18.330
50.205
30.952
25.812
44.399
28.474
28.387
Totaaloppervlak niet-dagelijkse winkelvoorzieningen in m2 (BRO, 2009b)
Bijlage XXVI Groenvoorzieningen De aanwezigheid van groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom kan een toeristische trekker vormen voor een gemeente. Daarom is gekeken naar het absolute aantal hectaren groen buiten de bebouwde kom van iedere gemeente. Zowel de hoeveelheid bos en open terrein is onderzocht als de hoeveelheid agrarisch terrein. De informatie is afkomstig van het CBS (2008). Afbeelding A weergeeft de verdeling van bos en open terrein in de regio. Hierin vallen twee gemeenten op. Heeze-Leende bezit met ruim vijfduizend vierkante meter veruit het meeste oppervlak aan bos en open terrein, en ook in Oirschot is de hoeveelheid groot. Het minste hectare bos en open terrein is te vinden in beide steden, de gemeenten die behoren tot hun binnenperiferie en de gemeenten Someren en Asten. Afbeelding B laat de hoeveelheid agrarisch terrein zien en benadrukt drie andere gemeenten met veel groen. Zo bezit Gemert-Bakel met ruim achtduizend vierkante meter de grootste hoeveelheid agrarisch terrein en is ook in Bergeijk en Deurne minstens zesduizend vierkante meter beschikbaar. Wederom is de minste oppervlak te vinden in beide steden en dit maal in de gemeenten die behoren tot de binnenperiferie van Eindhoven. In tabel A zijn de exacte getallen te vinden die tevens zijn gebruikt voor de clusteranalyse.
Tabel A Oppervlak aan groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom Gemeente Aanta hectare bos en open terrein Aantal hectare agrarisch terrein (CBS, 2008) (CBS, 2008) Asten 1569 4656 Bergeijk 2849 6261 Best 749 1566 Bladel 2175 4357 Cranendonck 2655 3772 Deurne 2718 7618 Eersel 2059 5153 Eindhoven 940 1233 Geldrop-mierlo 686 1079 Gemert-bakel 2986 8077 Heeze-leende 5189 4403 Helmond 948 1577 Laarbeek 571 3934 Nuenen 547 1990 Oirschot 3166 5934 Reusel-de mierden 2309 4924 Someren 1672 5543 Son en breugel 489 1256 Valkenswaard 1877 2528 Veldhoven 465 1222 Waalre 834 858
5.189
0 - 999 hectare 1.000 - 1.999 hectare 2.000 - 2.999 hectare 3.000 - 3.999 hectare 4.000 hectare of meer Afbeelding A Totaal oppervlak aan bos en open terrein (CBS, 2008)
8.077
7.618
6.261
Afbeelding B Totaal oppervlak aan agrarisch terrein (CBS, 2008)
0 - 1.499 hectare 1.500 - 2.999 hectare 3.000 - 4.499 hectare 4.500 - 5.999 hectare 6.000 hectare of meer
Bijlage XXVII Horecavoorzieningen Wat betreft horecavoorzieningen zijn vier zaken onderzocht. Ten eerste geeft het CBS (2008) informatie over de gemiddelde afstand in een gemeente tot een cafe, cafetaria en restaurant. Deze voorzieningen bevinden zich op gemiddeld vijfhonderd meter tot anderhalve kilometer van huis. In afbeelding A is de gemiddelde afstand tot een cafe te zien. Vooral Son en Breugel valt hierbij op, waarbij de afstand tot een cafe gemiddeld maar liefst 1,6 km is. Verder is ook in Best, Nuenen c.a., Veldhoven en Eersel de gemiddelde afstand minstens een kilometer. In afbeelding B is de gemiddelde afstand tot een cafetaria weergeven. Voor cafetaria geldt dat enkel in Bergeijk, Heeze-Leende en Someren de gemiddelde afstand minstens een kilometer is. Daarnaast ligt in Deurne, Asten, Oirschot, Bladel en Eersel het cafetaria relatief ver weg. In Eindhoven ligt een cafetaria gemiddeld het dichtst bij huis. Afbeelding C geeft de afstand tot een restaurant weer in elk van de gemeenten. In Eindhoven, Helmond, Best, Veldhoven, Waalre, Valkenswaard, Geldrop-Mierlo, Laarbeek, Bladel, Asten en Deurne is de afstand gemiddeld minder dan een kilometer. In de overige gemeenten is een restaurant gemiddeld maximaal 1,2 km van huis. Tot slot is in afbeelding D het aantal uitgaansgelegenheden gegeven per gemeente, afkomstig van Zobrabants.nl (2011). Hiertoe behoren cafe’s, discotheken, casino’s, nachtclubs en uitgaanscentra. Twee gemeenten vallen met name op, te weten Eindhoven en Helmond. Terwijl de andere gemeenten minder dan dertig uitgaansgelegenheden bezitten, huisvesten deze steden er respectievelijk 77 en 48. Verder valt op dat met minstens twintig uitgaansgelegenheden ook de gemeenten Oirschot, Bergeijk, Gemert-Bakel en Deurne een behoorlijk goede horecavoorziening hebben. Tabel A geeft alle exacte getallen wat betreft horecavoorzieningen weer. Deze zijn ook gebruikt voor de clusteranalyse.
1,6
0,6 - 0,7 km 0,8 - 0,9 km 1,0 - 1,1 km 1,2 km of meer
Afbeelding A Gemiddelde afstand tussen woning en het dichtstbijzijnde café (CBS, 2008)
0,4 - 0,5 km 0,6 - 0,7 km 0,8 - 0,9 km 1,0 - 1,1 km
Afbeelding B Gemiddelde afstand tussen woning en het dichtstbijzijnde cafetaria in km (CBS, 2008)
0,6 - 0,7 km 0,8 - 0,9 km 1,0 - 1,1 km 1,2 - 1,3 km
Afbeelding C Gemiddelde afstand tussen woning en het dichtstbijzijnde restaurant in km (CBS, 2008)
48 77
0-9 10 - 19 20 - 29 30 of meer
Afbeelding D Totaal aantal uitgaansgelegenheden (CBS, 2008)
Gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde café in km (CBS, 2008)
0,8
0,8
1,0
0,6
0,6
0,8
1,0
0,9
0,6
0,8
0,7
0,9
0,6
1,1
0,8
0,7
0,7
1,6
0,9
1,1
0,8
Gemeente
Asten
Bergeijk
Best
Bladel
Cranendonck
Deurne
Eersel
Eindhoven
Geldrop-mierlo
Gemert-bakel
Heeze-leende
Helmond
Laarbeek
Nuenen
Oirschot
Reusel-de mierden
Someren
Son en breugel
Valkenswaard
Veldhoven
Waalre
Tabel A Horecavoorzieningen
0,6
0,6
0,6
0,6
1,1
0,7
0,9
0,7
0,6
0,6
1,0
0,9
0,6
0,5
0,9
0,6
0,6
0,8
0,6
1,0
0,9
Gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde cafétaria in km (CBS, 2008)
0,7
0,8
0,8
1,1
1,0
1,0
1,0
1,0
0,7
0,7
1,2
1,0
0,9
0,6
1,0
0,9
1,1
0,7
0,9
1,0
0,8
Gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde restaurant in km (CBS, 2008)
7
4
16
2
11
9
20
6
13
48
10
26
13
77
9
25
6
18
10
25
13
Totaal aantal uitgaansgelegenheden (CBS, 2008)
Bijlage XXVIII Culturele voorzieningen Culturele voorzieningen zijn verdeeld over twee onderwerpen. Beide zijn gebruikt voor de clusteranalyse. Enerzijds is bekeken hoeveel musea iedere gemeente bezit. Dit varieert veelal tussen de een en vier musea. Drie uitzonderingen zijn Son en Breugel zonder een enkel museum, Oirschot met vijf musea en Eindhoven met maar liefst elf musea. Dit is te zien in afbeelding A. Anderzijds is het aantal panden van historische architectuur bekeken. Hiertoe rekent de website van de VVV Zuidoost Brabant zeven typen architectuur, te weten een religieus gebouw, molen, villa, kasteel, landhuis, boerderij en landgoed. Terwijl voor de helft van de gemeenten niet meer dan vijf architectuurpanden zijn weergeven op de website, worden in de gemeente Deurne maar liefst 22 panden aangegeven. Ook Oirschot, Eersel en Bergeijk bezitten minstens tien van deze gebouwen. Voor Reusel-De Mierden, Best, Son en Breugel, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende en Cranendonck geeft de site slechts één of twee panden aan. Afbeelding B laat een overzicht van de regio zien en in tabel A zijn van beide onderwerpen de exacte getallen gegeven.
Tabel A Culturele voorzieningen Gemeente
Aantal musea (Zobrabants.nl, 2011)
Aantal panden van historische architectuur (Zobrabants.nl, 2011)
Asten 4 5 Bergeijk 4 10 Best 1 1 Bladel 1 8 Cranendonck 2 1 Deurne 4 22 Eersel 3 10 Eindhoven 11 7 Geldrop-mierlo 1 2 Gemert-bakel 3 6 Heeze-leende 2 2 Helmond 2 4 Laarbeek 1 7 Nuenen 1 5 Oirschot 5 14 Reusel-de mierden 2 1 Someren 1 5 Son en breugel - 1 Valkenswaard 2 3 Veldhoven 1 6 Waalre 1 3
5
4
11
4
4 0 1 2 3 4 of meer
Afbeelding A Aantal musea (Zobrabants.nl, 2011)
14
22
0-2 3-5 6-8 9 - 11 12 of meer
Afbeelding B Aantal panden van historische architectuur (Zobrabants.nl, 2011)
Bijlage XXIX Recreatieve voorzieningen Wat betreft recreatieve voorzieningen is onderzoek gedaan naar vijf voorzieningen. Deze zijn bekeken aan de hand van de informatie van de site van de VVV Zuidoost-Brabant (2011). Ten eerste is het aantal theaters, concertzalen, filmzalen of bioscopen bekeken. Dit is weergeven in afbeelding A. Opvallend is dat in Laarbeek, Asten en Cranendonck geen van deze voorzieningen aanwezig is. Eindhoven blinkt uit met elf voorzieningen. De overige gemeenten hebben er maximaal vier. In afbeelding B is het aantal zwembaden of recreatieplassen weergeven. Ook deze voorziening is volgens de website in verschillende gemeenten niet aanwezig, namelijk in Oirschot, Son en Breugel, Waalre, Heeze-Leende, Cranendonck, Laarbeek en Gemert-Bakel. Eindhoven en Bergeijk hebben de meeste voorzieningen op dit gebied, namelijk respectievelijk vier en vijf. Het aantal voorzieningen omtrent sauna en beauty is te vinden in afbeelding C. Deze voorziening is in tien gemeenten niet aanwezig. Met drie voorzieningen op dit gebied, scoort Eindhoven het hoogst. Het aantal attracties in weergeven in afbeelding D. Son en Breugel, Laarbeek en Cranendonck bezitten geen enkele attractie en ook in Waalre en Valkenswaard is slechts één dergelijke voorziening te vinden. In Oirschot, Best, Eindhoven, Veldhoven, Helmond en Deurne zijn er daarentegen minstens vier te vinden. Eindhoven scoort ook hier het hoogst met maar liefst twaalf attracties. Ten slotte is het aantal sportieve activiteiten per gemeente weergeven in afbeelding E. Volgens de website hebben Reusel-De Mierden, Son en Breugel, Nuenen c.a., Waalre, Heeze-Leende, Cranendonck en Asten niet meer dan drie sportieve activiteiten; en hebben Oirschot, Eindhoven, Valkenswaard, Helmond en Deurne er meer dan tien. Exacte getallen zijn te vinden in tabel A. Ook deze zijn gebruikt voor de clusteranalyse.
4
4 11
0 1 2 3 4 of meer
Afbeelding A Aantal theaters, concertzalen, filmhuizen of bioscopen (Zobrabants.nl, 2011)
4
5
0 1 2 3 4 of meer
Afbeelding B Aantal zwembaden of recreatieplassen (Zobrabants.nl, 2011)
0 1 2 3
Afbeelding C Aantal sauna- of beautyvoorzieningen (Zobrabants.nl, 2011)
4
9
6 12
5
7
0 1 2 3 4 of meer
Afbeelding D Aantal attracties (Zobrabants.nl, 2011)
13 15 26
12
13 1-3 4-6 7-9 10 of meer
Afbeelding E Aantal sportieve activiteiten (Zobrabants.nl, 2011)
1
1
1
1
Son en breugel
Valkenswaard
Veldhoven
Waalre
2
Someren
0
1
1
Oirschot
Reusel-de mierden
2
1
Nuenen
2
0
2
1
0
2
1
0
4
-
0
0
1
4
2
1
0
1
Helmond
1
Heeze-leende
5 3
Laarbeek
2
4
11
Eindhoven
Geldrop-mierlo
1
Eersel
Gemert-bakel
-
1
Cranendonck
2
Bladel
Deurne
3
1
Bergeijk
2
-
Asten
Best
Aantal zwembaden of recreatieplassen (Zobrabants.nl, 2011)
Gemeente Aantal theaters, concertzalen, filmhuizen of bioscopen (Zobrabants.nl, 2011)
Tabel A Recreatieve voorzieningen
1
7
2 -
1
0
2
3
9
2
0
6
2
3
3
12
3
5
0
3
4
2
2
Aantal attracties (Zobrabants.nl, 2011)
1
1
2
-
-
-
-
1
-
2
2
3
-
2
-
2
-
1
-
Aantal sauna- of beautyvoorzieningen (Zobrabants.nl, 2011)
1
6
13
1
5
3
13
3
4
15
1
6
5
26
4
12
1
6
5
7
1
Aantal sportieve activiteiten (Zobrabants.nl, 2011)
Bijlage XXX Overnachtingslocaties Zes typen overnachtingslocaties zijn onderzocht. Gegevens hierover zijn afkomstig van de website van de VVV Zuidoost-Brabant. Afbeelding A geeft de verdeling van hotels in de regio weer. Terwijl Waalre en Cranendonck geen enkel hotel bezitten, heeft Eindhoven er maar liefst negentien. De overige gemeenten hebben één tot vijf hotels in hun bezit. Afbeelding B geeft inzicht in de verdeling van particuliere vakantiewoningen in de regio. Hier geldt dat meerdere gemeenten geen particuliere vakantiewoningen bezitten, namelijk Eersel, Someren en de stedelijke gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Eindhoven, Helmond en Geldrop-Mierlo. De meeste particuliere vakantiewoningen zijn te vinden in Bergeijk en Oirschot met respectievelijk vijftien en zeven woningen. Bungalowparken zijn weergeven in afbeelding C. Reusel-De Mierden bezit maar liefst drie bungalowparken en in Oirschot, Bladel en Bergeijk zijn er twee per gemeente te vinden. Verder is er een enkel bungalowpark in Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Asten en Deurne. Campings zijn vooral te vinden in de westelijk gelegen gemeenten Reusel-De Mierden, Oirschot, Eersel en Bergeijk, waar minstens tien campings te vinden zijn.t stedelijke gebied liggen de minste campings. Eindhoven, Nuenen c.a., Son en Breugel en Waalre bezitten er zelfs geen enkele. Ook qua groepsaccommodaties valt Bergeijk op met maar liefst zestien van deze voorzieningen. Ook in Oirschot, Reusel-De Mierden, Bladel, Eersel, Gemert-Bakel, Deurne en Asten zijn meer dan vijf groepsaccommodaties te vinden. In Eindhoven, Waalre, Helmond, Laarbeek en Nuenen c.a. is geen groepsaccommodatie aanwezig. Tot slot zijn de B&B’s bekeken in afbeelding F. Deurne, Bergeijk en Eindhoven hebben de meeste B&B’s met respectievelijk een aantal van vijftien, dertien en negen. Enkel Geldrop-Mierlo is niet in het bezit van een B&B. Elk van deze zes voorzieningen is ingevoerd in de clusteranalyse.
4
19 4
5
0 1 2 3 4 of meer
Afbeelding A Aantal hotels (Zobrabants.nl, 2011)
7
5
4
15 0 1 2 3 4 of meer
Afbeelding B Aantal particuliere vakantiewoningen (Zobrabants.nl, 2011)
0 1 2 3
Afbeelding C Aantal bungalowparken (Zobrabants.nl, 2011)
9 10
12
8
9
13
8
19
Afbeelding D Aantal campings (Zobrabants.nl, 2011)
0-1 2-3 4-5 6-7 8 of meer
9
8
9
16
0-1 2-3 4-5 6-7 8 of meer
Afbeelding E Aantal groepsaccommodaties (Zobrabants.nl, 2011)
9
13
Afbeelding F Aantal B&B’s (Zobrabants.nl, 2011)
15
0-1 2-3 4-5 6-7 8 of meer
3
-
Veldhoven
Waalre
2
Nuenen
3
3
Laarbeek
1
2
Helmond
Valkenswaard
3
Heeze-leende
Son en breugel
4
Gemert-bakel
2
4
Geldrop-mierlo
Someren
2
7
19
Eindhoven
3
3
Eersel
2
3
Deurne
Oirschot
-
Cranendonck
Reusel-de mierden
-
-
3
Bladel
1
1
1
-
-
1
1
-
1
3
-
-
-
5
2
2
-
-
-
-
-
-
3
-
-
1
-
1
-
-
1
-
2
-
2
1
15
5
Best
1
Bergeijk
4
Aantal bungalowparken (Zobrabants.nl, 2011)
2
Aantal particuliere vakantiewoningen (Zobrabants.nl, 2011)
Asten
Gemeente Aantal hotels (Zobrabants.nl, 2011)
Tabel A Overnachtingslocaties
-
4
5
-
5
12
10
-
2
1
8
9
2
-
13
5
3
8
1
19
9
Aantal campings (Zobrabants.nl, 2011)
-
3
5
1
5
7
8
-
-
-
5
9
2
-
7
9
2
7
2
16
6
Aantal groepsaccommodaties (Zobrabants.nl, 2011)
2
3
1
1
2
4
14
4
1
2
4
7
-
9
5
15
2
2
3
13
2
Aantal B&B’s (Zobrabants.nl, 2011)
3
14
15
3
14
29
44
6
7
5
22
32
9
28
28
38
9
24
7
70
24
Totaal aantal overnachtingslocaties (Zobrabants.nl, 2011)
19
336
17
3
3
0,91
30
307
1,6
2,3
-34
16
14
% gepensioneerden
% niet-werkzamen
Welstand in sterren
Woningdichtheid
% huurwoningen
Woningwaarde
Oppervlakte park
Oppervlakte sportt.
Publieke ruimte
Samenst. bevolking
Sociale samenhang
0
0
0
0
Inst. hoger onderw/
Instanties MBO
Spec. voortg. ond.
Spec. basisonderwijs
6,5
2,4
0,7
Afstand basisschool
1,5
1
Tandartsen
Afst. middelb. sch.
1,1
Afstand fysioth.
Afstand bibliotheek
0,8
1,5
Afstand apotheek
0
0
0
0
0
2,2
2
1
2,2
1,1
0
1,4
Aantal ziekenhuizen
Afstand huisarts
15
24
-9
2,8
1
0,69
4
4
18
440
4
2
3
2
Verkeersveiligheid
3
0
451
4
Wegendichtheid
Banen per 1000 inw
1
Snelweg ja of nee
0
Berg.
Sociale veiligheid
0
Aantal treinstations
Asten
0
0
0
3
1,8
1,6
0,7
5
0,7
1
0,8
0
2
23
-14
3,2
1,3
298
26
3,31
4
4
15
1
0
0
0
1,6
2,4
0,6
5
1
1,5
1
0
14
21
-13
3,6
1,6
310
21
1,01
3
1
17
5 623
2
2
3
1
0
0
0
0
0
1,7
3,2
0,7
4
0,8
5,2
1
0
10
13
-3
2,8
1
1
2
0
1,5
3,1
0,7
2
1,1
1,6
1,3
1
6
18
-30
2,2
0,9
295
282 1
38
1,08
2
5
17
440
3
1
4
1
1
Deur.
25
1,08
3
5
19
409
5
2
3
1
1
Bladel Cran.
621
2
7
1
1
Best
Tabel A Waarden attributen en cases voor invoering clusteranalyse
2
0
1
0
0
3,1
3,1
0,7
1
1,5
2,1
6
13
31
19
1,3
1,3
0,5
4
0,6
0,8
0,6
0 1,6
-6
2
-16
1,7
2,1
229
57
10,92
1
3
18
684
1
1
11
1
2
Eindh.
9
25
-24
6,2
2
356
23
0,86
4
3
18
503
4
1
3
1
0
Eersel
1
0
1
0
1
0
2
0
2,1
3,2
2,7 1,3
0,7
1
0,9
1,6
1,4
0
8
18
-15
2,3
0,8
282
35
0,9
2
4
16
435
4
2
4
0
0
G-Ba.
0,5
2
0,9
1,1
0,9
1
4
19
-17
3,1
1
254
37
5,31
3
2
19
364
2
3
7
1
1
G-Mi.
0
1
0
0
1,5
7,1
0,7
3
1,1
1,6
1,7
0
8
27
-35
4,4
0,7
361
27
0,59
4
3
21
398
5
2
2
1
1
2
4
9
1
1,4
1,4
0,5
2
0,6
0,9
0,7
1
3
4
-15
1,4
1,9
227
48
6,94
1
5
15
485
2
3
10
0
4
H-Lee. Helm.
Bijlage XXXI Waarden cases en attributen
0
0
2
0
1,1
2,6
0,7
3
0,9
1,2
1,1
0
8
20
-6
1,7
1,7
298
31
1,52
3
5
17
350
5
2
5
0
0
0
0
0
0
1,5
1,6
0,6
4
0,7
1,2
0,8
0
12
27
-9
3,2
1,5
350
23
2,71
5
4
19
452
3
2
6
0
0
Laarb. Nuen.
0
0
0
0
1,6
3,6
0,9
3
1,1
1,6
1,3
0
14
24
-28
2,4
0,5
365
22
0,65
5
2
17
663
3
1
3
1
0
Oirs.
0
0
0
0
2,3
6,4
0,7
2
1,3
1,4
1,1
0
-2
22
-14
4,3
0,2
312
20
0,62
4
0
15
315
5
3
3
0
0
1
0
0
0
2,3
2,4
0,7
1
1,1
2,1
1,1
0
7
21
-20
2,1
0,5
292
31
0,86
3
6
17
449
5
1
4
1
0
R-D-M Som.
0
1
0
0
1,7
4,8
0,6
4
0,7
1,1
1,2
0
10
25
-12
2,3
1,4
329
27
2,4
5
5
22
847
3
2
6
1
0
S&B
1
0
0
0
2
1,2
0,6
5
0,8
1,1
0,9
0
2
18
-7
4,2
1,3
273
39
2,44
2
2
21
447
2
2
4
1
0
Valk.
19
1
1
0
2,1
3,1
0,6
4
0,7
1
0,8
1
0
25
-8
1,8
2,1
271
34
5,86
3
2
18
590
2
3
9
1
0
0
0
0
0
0,9
3,2
0,7
5
0,8
2,1
0,6
0
10
27
-20
1,3
0,5
353
23
3,14
5
2
23
361
4
3
5
1
0
Veldh. Waal.
2
1
2
4
1
9
6
2
Aantal sportact.
Aantal hotels
Part. vakantiew.
Aantal bungalowp.
Aantal campings
Aantal groepsacc.
Aantal B&B's
4
Aantal musea
0
13
Uitgaansgelegenh.
Aantal attracties
0,8
Afstand restaurant
Sauna- of beauty
0,9
Afstand cafetaria
2
0,8
Opp. agr. terrein
Afstand café
Aantal zwembaden
4656
Opp. bos&open terr.
5
1569
Opp. n-dag. winkelv.
0
28387
Opp. n-dag. winkelv. per 1.000 inwoners
Panden hist. arch.
1732
Opp. dag. winkelv. per 1.000 inwoners
Aantal theaters
0,9
438
Afst. dag. winkelv.
Asten
13
16
19
2
15
5
7
2
1
5
3
10
4
25
1
1
3
2
1
0
0
1
5
4
0
3
1
1
1
10
0,9
0,6
1
1566
6261
0,8
749
44399
1526
285
0,7
Best
2849
28474
1573
347
1,2
Berg. 0,8
2
7
8
2
2
3
6
3
2
1
2
2
3
0
2
0
1
0
0
0
0
1
8 2
2
6
1,1
0,6
0,6
3772
2655
30952
1527
373
1
18
0,7
0,8
0,6
4357
2175
25812
1350
366
0,9
Bladel Cran.
15
9
5
1
5
7
13
0
0
3
3
3
0
2
1
10
3
9
1
0,9
1
5153
2059
4
5
1464
340
0,6
Eindh.
1000
370
0,7
G-Mi.
9
0
0
0
0
19
26
12
3
4
11
7
11
77
0,6
0,5
0,9
1233
940
0
2
2
1
0
4
5
3
2
1
2
2
1
13
0,9
0,6
0,6
1079
686
18330 307871 37986
1014
359
1,2
Eersel
12
5
2
1
1
22
4
25
0,9
0,6
0,8
7618
2718
50205
1587
346
0,9
Deur.
Tabel A Waarden attributen en cases voor invoering clusteranalyse (vervolg)
7
9
9
0
3
4
6
3
2
0
4
6
3
26
1
0,9
0,8
8077
2986
32907
1171
351
0,9
G-Ba.
4
5
8
1
1
3
1
2
0
0
1
2
2
10
1,2
1
0,7
4403
5189
17031
1125
378
0,9
2
0
1
0
0
2
15
6
1
2
4
4
2
48
0,7
0,6
0,9
1577
948
1421
326
0,7
H-Lee. Helm.
1
0
2
0
1
3
4
0
0
0
0
7
1
13
0,7
0,6
0,6
3934
571
18012
827
305
0,8
4
0
0
0
0
2
3
2
0
2
1
5
1
6
1
0,7
1,1
1990
547
35611
1576
380
1,1
Laarb. Nuen.
14
8
10
2
7
3
13
9
0
0
1
14
5
20
1
0,9
0,8
5934
3166
18756
1050
289
1,2
Oirs.
4
7
12
3
1
2
3
3
0
1
1
1
2
9
1
0,7
0,7
4924
2309
20058
1620
385
0,8
2
5
5
0
0
2
5
2
2
2
2
5
1
11
1
1,1
0,7
5543
1672
31753
1744
256
1
R-D-M Som.
1
1
0
0
0
1
1
0
1
0
1
1
0
2
1,1
0,6
1,6
1256
489
67350
4359
406
0,7
S&B
1
5
5
0
1
3
13
1
1
1
1
3
2
16
0,8
0,6
0,9
2528
1877
42574
1379
464
0,8
Valk.
3
3
4
0
1
3
6
7
2
2
1
6
1
4
0,8
0,6
1,1
1222
465
66531
1545
304
0,8
2
0
0
0
1
0
1
1
0
0
1
3
1
7
0,7
0,6
0,8
858
834
9742
584
313
0,8
Veldh. Waal.
Bijlage XXXII Gemiddelde waarden per cluster Tabel A Gemiddelde waarden van de attributen per cluster Cluster 1 Stad Eindhoven
Cluster 2 Stad Helmond
Cluster 3 Binnenperiferie
Cluster 4 Buitenperiferie
Treinstations
2
4
0,33
0,2
Snelwegen
1
0
0,78
0,7
Wegendichtheid
11
10
5,78
3,3
Verkeersveiligheid
1
3
2,33
1,7
Sociale veiligheid
1
2
3,11
4,1
Banen
684
485
493,44
471,7
Gepensioneerden
18
15
19,22
17,3
Niet-werkzamen
3
5
3,44
2,9
Welstand
1
1
3,67
3,4
Woningdichtheid
10,92
6,94
3,09
0,817
Huurwoningen
57
48
29,44
26,6
Woningwaarde
229
227
300,89
321,6
Park
2,1
1,9
1,31
0,98
Sportterrein
1,7
1,4
2,62
3,26
Publieke ruimte
-16
-15
-10,67
-22,2
Samenstelling bevolking
2
4
21,89
21,6
Sociale samenhang
-6
3
6,44
9,3
Ziekenhuizen
2
1
0,22
0
Huisarts
0,6
0,7
0,90
1,3
Apotheek
0,8
0,9
1,67
1,72
Fysiotherapeut
0,6
0,6
0,78
1,12
Tandarts
4
2
4,11
1,9
Basisschool
0,5
0,5
0,63
0,72
Middelbare school
1,3
1,4
2,67
4,02
Bibliotheek
1,3
1,4
1,57
1,97
Hoger onderwijs
19
1
0,33
0
MBO
31
9
0,44
0,4
Speciaal voortgezet onderwijs
13
4
0,22
0,3
Speciaal basisonderwijs
6
2
2,33
0,4
Afstand dagelijkse winkels
0,6
0,7
0,80
0,99
Oppervlak dagelijkse winkels
340
326
355,63
351,4877569
Oppervlak niet-dagelijkse winkels per 1000 inwoners
1464
1421
1591,52
1396,621395
307871
123318
39239,67
27171,3
Bos en open terrein
940
948
985,89
2669,2
Agrarisch terrein
Totaaloppervlak niet-dagelijkse winkels
1233
1577
2022,78
5692,6
Cafe
0,9
0,9
0,92
0,77
Cafetaria
0,5
0,6
0,61
0,88
Restaurant
0,6
0,7
0,89
0,96
Uitgaansgelegenheden
77
48
8,56
16,6
Musea
11
2
1,11
2,9
Historische architectuur
7
4
3,22
8,3
Tabel A Gemiddelde waarden van de attributen per cluster (vervolg) Cluster 1 Stad Eindhoven
Cluster 2 Stad Helmond
Cluster 3 Binnenperiferie
Cluster 4 Buitenperiferie
Theaters
11
4
0,89
1,6
Zwembaden of recreatieplassen
4
2
1,00
1,4
Sauna- of beautyvoorzieningen
3
1
0,67
0,9
Attracties
12
6
2,00
3,4
Sportieve activiteiten
26
15
4,33
5,8
Hotels
19
2
1,89
3
Particuliere vakantiewoningen
0
0
0,67
3,8
Bungalowparken
0
0
0,11
1,2
Campings
0
1
1,89
9,8
Groepsaccommodaties
0
0
1,67
7,9
B&B's
9
2
1,89
6,8
Bijlage XXXIII Memo’s Bevindingen voor de gemeente Asten De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. Asten behoort tot de randgemeenten van Helmond. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. Tegelijkertijd behoort Asten ook hiertoe. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
krimpen. Hierover zijn de prognoses het eens. Tot 2040 zal het aantal huishoudens nog toenemen met veertien procent. Leeftijdsveranderingen Ook veranderingen in de leeftijdssamenstelling van de bevolking worden verwacht het kleinst te zijn in de steden en naar de randen van de regio steeds groter te worden. Wat betreft de afname van het aantal inwoners jonger dan 65 jaar, zal Asten t.o.v. de landelijke gemeenten opnieuw de minste gevolgen ondervinden – maar meer dan de beide steden en enkele randgemeenten. Het aantal 0-14 jarigen wordt verwacht tussen 2010 en 2040 af te nemen met 8% en het aantal 15-64 jarigen met 16%. De toename van het aantal senioren is echter gemiddeld voor landelijke gemeenten en hoog vergeleken met het gemiddelde van de regio. Het aantal 65-plussers zal verdubbelen en het aantal 75-plussers (hulpbehoevende ouderen) zelfs toenemen met een factor 2,7 Huishoudensveranderingen Tot slot vinden door de demografische krimp ook veranderingen plaats in de samenstelling van huishoudens in de gemeente. De toename van het aantal alleenstaanden zal bijna 50% zijn tussen 2010 en 2040; dit is opnieuw gemiddeld voor de regio Zuidoost-Brabant. Ook gemiddeld is de afname van het aantal samenwonenden met kinderen van 6%. De toename van het aantal samenwonenden zonder kinderen zal relatief groot zijn en zo’n 15% bedragen.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. De grootste veranderingen zullen zich voordoen in de landelijke gemeenten, terwijl de steden en de randgemeenten van Eindhoven relatief laat zullen krimpen en weinig zullen veranderen wat betreft de bevolkingssamenstelling. Opvallend is dat de gemeente Asten van alle landelijke gemeenten de meeste overeenkomsten vertoont met de stedelijke gemeenten wat betreft demografische veranderingen.
B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Bevolkings- en huishoudenskrimp De bevolkingskrimp in Zuidoost-Brabant is bekeken aan de hand van drie prognoses, te weten Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). Voor Asten geldt dat deze prognoses erg van elkaar verschillen. Terwijl de provincie denkt dat Asten al tussen 2015 en 2020 zal beginnen te krimpen, gebeurt dit volgens het CBS pas na 2035. Ook de grootte van de krimp verschilt hierdoor erg. Primos geeft het meest gemiddelde beeld en verwacht de krimp tussen 2030 en 2035; daarnaast zou de groei tussen 2010 en 2040 volgens deze prognose 4% zijn. Asten zou hiermee gemiddeld zijn in de regio wat betreft het moment van begin van de krimp en de grootte van de krimp. Omdat de krimp begint in de landelijke gemeenten, zou Asten in dit opzicht als laatste gaan krimpen. De huishoudenskrimp begint overal in de regio later door een toename in het aantal alleenstaanden. Asten behoort tot de elf randgemeenten van beide steden die pas na 2040 in huishoudensaantal zullen gaan
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio
Asten behoort tot de stedelijke invloedssfeer van Helmond. Tegelijkertijd heeft Asten veel uitwisseling met Someren en in mindere mate ook met Deurne.
gemeenten Helmond en Deurne zijn deze er echter wel. Ook de dichtheid van de wegen in de gemeente in Asten is niet zeer slecht, maar wel ondergemiddeld.
Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. Het aantal mensen uit Asten dat werkt in de eigen gemeente is gemiddeld. De 2600 inwoners die werken in Asten zelf vormen 37% van haar werkzame beroepsbevolking. Daarnaast werkt 11% in Helmond en 10% in Someren. Uit Someren komt een vergelijkbaar aantal mensen terug naar Asten om te werken.
Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Beide aspecten zijn voor de gemeente Asten beoordeeld als gemiddeld ten opzichte van de andere gemeenten in de regio.
Migratiestromen Vanuit Asten verhuizen de meeste mensen naar Deurne of Someren en in iets mindere mate naar Helmond of Eindhoven. In dit opzicht valt dan ook met name op dat de overstap naar Someren en Deurne redelijk gemakkelijk is. Een vergelijkbaar aantal verhuist vanuit elk van de gemeenten ook weer terug naar Asten. Voorzieningenstromen De voorzieningenstromen betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. Ook in Asten gebeurt dit in sterke mate en wordt 89% van de bestedingen in Asten zelf uitgegeven. Daarnaast valt opnieuw een duidelijk orientatie op Someren op. De enige redelijke koopstroom die de gemeente uit gaat heeft een grootte van 7% en gaat naar Someren. Tegelijkertijd ontvangt Someren gemiddeld 14% van de bestedingen van inwoners uit Someren. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. In Asten echter wordt 60% van de uitgaven aan niet-dagelijkse artikelen in de eigen gemeente besteed. Dat is na Eindhoven en Helmond het grootste percentage in de regio. Vanuit Someren worden eveneens veel niet-dagelijkse artikelen gekocht in Asten. Zij besteden 15% van hun uitgaven in Asten; minder dan ze besteden in Eindhoven of Helmond. De grootste stromen Asten uit gaan naar Helmond en Eindhoven met respectievelijk 12% en 10% van de totale uitgaven. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Volgens het onderzoek zijn enkele kenmerken van Asten overeenkomstig haar positie als landelijke gemeente. Hiertoe behoren een grote agrarische sector, een relatief slechte bereikbaarheid, weinig banen, en enkel de medische en educatieve basisvoorzieningen. Zaken als verkeersveiligheid, sociale veiligheid, de woning en woonomgeving en voorzieningen op het gebied van horeca, cultuur en recreatie zijn niet opvallend. Interessant is echter de grote hoeveelheid winkelvoorzieningen en de aanwezigheid van vier musea. Ook het feit dat in 2040 het aantal alleenstaanden relatief laag zal zijn en dit aantal ongeveer gelijk zal zijn aan het aantal samenwonenden met kinderen en samenwonenden zonder kinderen is valt op. Tot slot bezit Asten een bevolking met een goede sociaal economische positie en wordt in 2040 een gemiddelde leeftijdsverdeling van de bevolking verwacht. Hieronder wordt elk van de besproken punten kort toegelicht. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van de gemeente Asten is ondergemiddeld in de regio. De gemeente bezit geen eigen treinstation. In de omliggende
Sociaal-economisch klimaat Landelijke gemeenten hebben vaak weinig banen. Asten heeft dan ook minder dan 10.000 banen. Per duizend inwoners is het aantal banen ondergemiddeld, maar niet zeer laag. Asten bezit geen werkgelegenheidssector die op regionaal niveau opvalt. Wel behoort Asten – samen met Someren, Deurne, Gemert-Bakel en Reusel-De Mierden – tot de gemeenten met veel banen in de agrarische sector. De sociaal-economische positie van de bevolking in Asten is goed. Het percentage gepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking en het percentage werklozen ten opzichte van de totale beroepsbevolking is lager dan gemiddeld in de regio. De verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden is gemiddeld. Wonen en woonomgeving De woning en woonomgeving in Asten zijn gemiddeld vergeleken met andere gemeenten in de regio. Dit geldt allereerst voor de gemiddelde woningwaarde van 307.000 euro en het percentage huurwoningen van 30%. Daarnaast zijn er een aantal aspecten net boven- of juist ondergemiddeld. Aan de ene kant staan in Asten maar weinig woningen per hectare, is er meer dan anderhalve hectare park en plantsoen per 1.000 inwoners en een bovengemiddelde samenhang van de bevolking. Aan de andere kant is de samenstelling van de bevolking en de publieke ruimte ondergemiddeld beoordeeld door VROM en is 2,3 hectare sportterrein per 1.000 inwoners lager dan gemiddeld in de regio het geval is. Demografie Terwijl de demografische krimp beschrijft in hoeverre de bevolking tussen nu en 2040 zal veranderen, is in dit onderdeel onderzocht hoe de samenstelling van de bevolking zal zijn in 2040. In 2040 zal de verdeling van leeftijdsgroepen in Asten zeer gemiddeld zijn voor de regio met 16% 0-14 jarigen, iets meer dan 50% 15-64 jarigen en 30% 65-plussers. Ook het aantal hulpbehoevende senioren (75-plussers) is met 15% gemiddeld. Wat betreft de verdeling van huishoudens valt Asten daarentegen wel op in de regio. In 2040 zal zij opmerkelijk weinig alleenstaanden en veel samenwonenden huisvesten. Dit betekent dat het aantal alleenstaanden, samenwonenden zonder kinderen en samenwonenden met kinderen ongeveer evenredig is verdeeld. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Asten ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Medische en educatieve voorzieningen zijn vooral op korte afstand van huis veel aanwezig in de steden en de randgemeenten van Eindhoven, terwijl zij in landelijke gemeenten minder goed bereikbaar zijn. Asten behoort tot de landelijke gemeenten en laat dan ook een vergelijkbaar beeld zien. Wat betreft de medische voorzieningen is er allereerst geen ziekenhuis aanwezig in de gemeente. Daarnaast liggen de huisarts, apotheek en fysiotherapeut op gemiddeld meer dan 1 km afstand van huis. Echter, vooral voor de huisarts is de gemiddelde afstand van 1,4 km behoorlijk groot. Tot slot is door Elsevier het aantal tandartsen in de gemeente slecht bevonden. De educatieve voorzieningen zijn voor een landelijke gemeenten voldoende. De drie basisvoorzieningen zijn aanwezig op een gemiddelde afstand van huis, te weten de basisschool, het voorgezet onderwijs en de bibliotheek. Andere onderwijs-
voorzieningen, zoals speciaal onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs, zijn niet aanwezig in de gemeente; dit geldt echter voor meer landelijke gemeenten. Winkelvoorzieningen Met de winkelvoorzieningen in Asten is het goed gesteld. De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. Asten heeft na Valkenswaard het meeste oppervlak aan dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners. De afstand tot de dichtstbijzijnde dagelijkse winkelvoorziening is in de verschillende gemeenten van de regio vrijwel gelijk. Ook wat betreft de niet-dagelijkse winkelvoorzieningen behoort Asten tot de drie gemeenten met het meeste oppervlak per 1.000 inwoners. Echter, voor een groot totaal aantal niet-dagelijkse winkelvoorzieningen in één gemeente, moet men toch terecht in de steden en randgemeenten van Eindhoven. Horecavoorzieningen De horecavoorzieningen in Asten zijn gemiddeld te noemen. Zowel de afstand tot een cafe, cafetaria of restaurant en het aantal uitgaansgelegheden duidt op gemiddelde getallen. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom De groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom zijn vooral aanwezig in de landelijke gemeenten. Wat betreft agrarisch terrein is er in Asten dan ook veel agrarische grond aanwezig vergeleken met het gemiddelde in de regio; voor een landelijke gemeente is dit oppervlak gemiddeld. De hoeveelheid bos en open terrein is voor de regio gemiddeld, maar voor een landelijke gemeente enigzins beperkt. Culturele en recreatieve voorzieningen Voor culturele voorzieningen is gekeken naar musea en panden van historische architectuur die zijn aangegeven op de site van de VVV Zuidoost-Brabant. Volgens de site bezit Asten vier musea, wat een hoog aantal is voor gemeenten in de regio. Met vijf panden van historische architectuur heeft Asten een gemiddelde positie in de regio. Wat betreft recreatieve voorzieningen heeft Asten geen theater of bioscoop, geen voorzieningen op het gebied van beauty en sauna, en slechts één sportieve activiteit. Tegelijker zijn er twee zwembaden en twee attracties, namelijk de sterrenwacht en het roofvogel centrum. Overnachtingslocaties Vergeleken met de gehele regio bezit Asten meer dan een gemiddeld aantal overnachtingslocaties. Voor een landelijke gemeente scoort zij niet bijzonder hoog. Asten bezit immers slechts twee hotels en twee B&B’s. Vakantiewoningen, campings en groepsaccommodaties zijn er daarentegen veel te vinden in de gemeente. Tot slot is er in Asten ook een bungalowpark aanwezig. D. Conclusie Asten is één van de randgemeenten van de stad Helmond. Voor werk en niet-dagelijkse voorzieningen is zij dan ook het meest georienteerd op deze stad. Toch zijn veel inwoners uit Asten ook georienteerd op de eigen gemeente als het draait om werk of voorzieningen. Daarnaast valt vooral een sterke band op met de gemeente Someren. Op de gemeente Deurne richten enkel verhuizende inwoners zich. De prognoses wat betreft demografische veranderingen variëren voor de gemeente Asten. Volgens de meest gemiddelde prognose zal Asten vergeleken met de andere landelijke gemeenten het laatste gaan krimpen en de minste ontgroening te wachten staan. De vergrijzing zal gemiddeld zijn en zo ook de leeftijdsverdeling die in 2040 ontstaat. Ook de veranderingen in huishoudenssamenstelling zullen gemiddeld zijn; toch is het aantal alleenstaanden in 2040 relatief laag in vergelijking met andere gemeenten. Wat betreft de voorzieningen bezit Asten enkele kenmerken van een landelijke gemeente, zoals een grote agrarische sector, een relatief slechte bereikbaarheid, weinig banen, en enkel de medische en educatieve basisvoorzieningen. Daarnaast bezit zij een grote hoeveelheid
aan winkelvoorzieningen en vier musea, en huisvest zij inwoners met een goede sociaal economische positie.
Bevindingen voor de gemeente Best De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeente Best behoort tot de randgemeenten van Eindhoven. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
dat het aantal gezinnen in Best in verhouding tot de regio erg groot is, namelijk in 2040 31% van de bevolking. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Best? Bevolkings- en huishoudenskrimp De demografische krimp is bekeken op basis van de prognoses Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). Elk van deze prognoses verwacht dat Best pas laat zal krimpen, zelfs nadat de krimp in beide steden is begonnen. Zowel de bevolkings- als huishoudenskrimp wordt pas na 2040 in Best verwacht. Daarmee zal de bevolking tot die tijd nog groeien met 8% en het aantal huishoudens met 22%. Dit laatste percentage duidt op de grootste groei van huishoudens tussen 2010 en 2040 van de regio Zuidoost-Brabant. Leeftijdsveranderingen Opvallend is de leeftijdsverdeling die ontstaat door de beperkte demografische krimp in Best. Het aantal 0-14 jarigen en 15-64 jarigen zal slechts beperkt afnemen met respectievelijk acht en elf procent. De toename van het aantal huishoudens zorgt echter voor een extreme vergrijzing ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Het aantal 65-plussers zal toenemen met een factor 2,2 en het aantal 75-plussers met een factor 3. Omdat de bevolking op dit moment relatief erg jong is in Best, zal in 2040 een geen opvallende bevolkingssamenstelling ontstaan en zal de bevolking ook dan nog altijd relatief enigzins jong zijn. Huishoudensveranderingen De demografische veranderingen hebben ook invloed op de verdeling van de huishoudens in Best. Met de vergrijzing neemt ook het aantal alleenstaanden toe, wat voor Best dan ook een flinke stijging betekent tussen 2010 en 2040 van 65%. Het totaal aantal alleenstaanden in 2040 zal hiermee op 34% komen. Het aantal samenwonenden met en zonder kinderen stijgt ligt met drie à vier procent wat als gevolg heeft
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Best behoort tot de zeven gemeenten rondom Eindhoven met een sterke stedelijke invloedssfeer vanuit deze stad. Op het gebied van werk en verhuizingen heeft Best een wisselwerking met Eindhoven, wat het idee geeft dat de grens tussen beide gemeenten zwak is. Best is weinig op andere gemeenten georienteerd. Oirschot is daarentegen wat betreft winkelvoorzieningen enigzins op Best gericht. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. In Best werkt 36% van de werkzame beroepsbevolking in de eigen gemeente; dit is een gemiddelde hoeveelheid. Daarnaast werken 3500 inwoners van Best in Eindhoven; zij vormen 25% van de werkzame beroepsbevolking. Een vergelijkbaar aantal – 3100 mensen – komt vanuit Eindhoven om in Best te werken. Op het gebied van werk kan Best dan ook worden gezien als een onderdeel van het stedelijk gebied. Migratiestromen Ook wat betreft migratiestromen vallen enkel stromen op tussen Best en Eindhoven. Jaarlijks verhuizen een kleine driehonderd mensen van Best naar Eindhoven of andersom. Dat is voor Best zo’n 30% van haar totaal aantal migranten. Ook hier valt op dat Best en Eindhoven niet als twee totaal verschillende gebieden worden gezien. Voorzieningenstromen Tot slot zijn de voorzieningenstromen onderzocht. Deze betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Op dit vlak is naast de relatie met Eindhoven ook de relatie met Oirschot merkbaar. Dagelijkse boodschappen, voor levens-
middelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. Best is op dit gebied het meest extreem; de inwoners doen gemiddeld 94% van hun uitgaven aan dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente. Daarnaast doen zij enkele boodschappen in Eindhoven of Oirschot. Vanuit Oirschot wordt 8% van de uitgaven in Best gedaan.
Aansluitend bij haar jonge bevolking, bezit Best relatief weinig gepensioneerden. Daarnaast is het aantal niet-werkzamen ten opzichte van de totale beroepsbevolking iets hoger dan gemiddeld en is de verhouding tussen hoog opgeleiden en uitkeringsgerechtigden positief. Daarmee kan de sociaal-economische positie van de bevolking van Best over het algemeen redelijk gemiddeld worden genoemd.
Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. In Best wordt iets meer dan de helft van de niet-dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente gedaan. Voor een gemeente anders dan de twee steden is dit een bovengemiddeld percentage. Daarnaast wordt bijna dertig procent van de niet-dagelijkse boodschappen in Eindhoven gedaan. Vanuit Eindhoven worden zo goed als geen niet-dagelijkse uitgaven gedaan in Best. Ook doen de inwoners van Best zeer weinig niet-dagelijkse boodschappen in Oirschot, terwijl 19% van de uitgaven van inwoners uit Oirschot wordt besteed in Best.
Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving worden bepaald aan de hand van een groot aantal aspecten. Al met al kunnen de voorzieningen op het gebied van wonen niet slecht of goed worden genoemd. Drie factoren zijn meegenomen in het bepalen van een oordeel, waaronder de woningtypen, de bevolking en de hoeveelheid groen in de openbare ruimte. Best bezit relatief veel woningen per hectare en een woningwaarde die relatief laag is voor gemeenten anders dan de beide steden. Daarenegen is het percentage huurwoningen van 26% relatief laag. De publieke ruimte is door VROM beoordeeld als gemiddeld en ook de hoeveelheid park en plantsoen is niet opvallend. De hoeveelheid sportterrein in de gemeente is echter iets hoger dan in andere gemeenten. Tot slot is de samenstelling van de bevolking wat positiever dan in de rest van de regio, maar de samenhang binnen de bevolking relatief laag.
C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. De gemeente Best is een randstedelijke gemeente en daarop aansluitend bezit zij een goede bereikbaarheid, veel werkgelegenheid en een goed medisch aanbod. Tegerlijkertijd passend bij haar stedelijkheid is de ondergemiddelde sociale veiligheid en weinig aanbod aan groen buiten de bebouwde kom. Ook het lage aantal overnachtingslocaties lijkt te behoren bij de gemeenten rondom Eindhoven. Zaken als de verkeersveiligheid, de woning en woonomgeving, de horecavoorzieningen en de sociaal-economische positie van de bevolking zijn niet opvallend te noemen. Wel interessant is dat het aanbod aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen en recreatievoorzieningen goed is, maar de dagelijkse winkelvoorzieningen, culturele voorzieningen en voorzieningen op het gebied van sauna en beauty opvallend laag zijn. Hieronder wordt elk van de genoemde aspecten kort toegelicht. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van Best is goed. De gemeente heeft een eigen treinstation. In 2010 vertrokken hier net zoveel treinen per uur als in de steden en daarmee meer dan in andere gemeenten in de regio met een treinstation. Onduidelijk is of dit ook in 2011 nog het geval is sinds de intercity richting schiphol niet langers stopt in Best. Ook de bereikbaarheid per auto is goed. Best behoort tot de vijf gemeenten in de regio met de hoogste dichtheid van wegen en ook de afstand tot een hoofdverkeersweg is voldoende klein. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. De verkeersveiligheid in Best is gemiddeld te noemen. De sociale veiligheid is het slechtst in de steden en vervolgens ook ondergemiddeld in de randgemeenten. Dit geldt ook voor de gemeente Best. Sociaal-economisch klimaat Na Eindhoven, Helmond en Veldhoven bezit Best met bijna 18.000 banen de meeste in de regio. Ook wat betreft het aantal banen per 1.000 inwoners is het met het sociaal-economisch klimaat van Best goed gesteld. Best bezit – zoals veel gemeenten – vooral veel banen in de industrie en de groot- en detailhandel. Daarnaast bezit zijn 16% van haar banen in de sector overige zakelijke dienstverlening, een opvallend hoog percentage.
Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Best ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Best bezit geen eigen ziekenhuis. De overige medische voorzieningen zijn in Best echter zeer goed. De huisarts, apotheek en fysiotherapeut zijn op relatief korte afstand van huis gelegen en het aantal tandartsen is door de Elsevier als zeer positief beoordeeld. Ook de educatieve voorzieningen zijn meer dan voldoende. De basisschool en bibliotheek liggen op gemiddelde afstand van huis en het voortgezet onderwijs is zelfs relatief dichtbij. Daarnaast bezit de gemeente drie vormen van hoger onderwijs. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. De gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde supermarkt in Best is laag. Echter, na Someren bezit Best het minste oppervlak aan dagelijkse voorzieningen per 1.000 inwoners. Passend bij de randgemeenten van Eindhoven is het aanbod aan niet-dagelijkse voorzieningen redelijk hoog met bijna 45.000 m2. Per 1.000 inwoners is dit aantal net bovengemiddeld. Horecavoorzieningen De horecavoorzieningen in Best zijn redelijk gemiddeld. Een cafetaria en restaurant op gemiddeld minder dan een kilometer afstand is normaal in een gemeente. Het café is op gemiddeld 1 km afstand van huis relatief ver weg. Ten slotte bezit Best tien uitgaansgelegenheden en is daarmee voor een gemeente met uitzondering van de steden normaal te noemen. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom De groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom van Best zijn beperkt. Na vijf andere gemeenten in de regio heeft Best het minste oppervlak aan agrarisch terrein en aan bos en open terrein. Culturele en recreatieve voorzieningen De culturele en recreatieve voorzieningen zijn onderzocht op basis van de informatie van de website van de VVV. Culturele voorzieningen zijn in Best zeer beperkt aanwezig. Op de website van de VVV staan enkel één museum en één pand van historische architectuur aangegeven. Wat betreft recreatieve voorzieningen ontbreekt enkel een voorziening op het gebied van sauna en beauty. Met één theater, drie zwembaden of recreatieplassen, vier attracties en vijf sportieve activiteiten is de recreatie in Best goed verdeeld.
Overnachtingslocaties Overnachtingslocaties heeft de gemeente Best – net als enkele andere gemeenten in de stedelijke invloedssfeer van Eindhoven – erg weinig. In totaal zijn er slechts zeven voorzieningen. Best bezit geen bungalowpark of particuliere vakantiewoning, één hotel, één camping, twee groepsaccommodaties en drie B&B´s. D. Conclusie Best behoort tot de zeven gemeenten rondom Eindhoven met een sterke stedelijke invloedssfeer vanuit deze stad. Op het gebied van werk en verhuizingen heeft Best een wisselwerking met Eindhoven, wat het idee geeft dat de grens tussen beide gemeenten zwak is. Best is weinig op andere gemeenten georienteerd. Oirschot is daarentegen wat betreft winkelvoorzieningen enigzins op Best gericht. Passend bij haar stedelijkheid bezit Best een goede bereikbaarheid, veel werkgelegenheid en een goed medisch aanbod. Tegelijkertijd hoort bij een randstedelijke gemeente ook haar ondergemiddelde sociale veiligheid en het feit dat er weinig aanbod aan groen is buiten de bebouwde kom. Ook het lage aantal overnachtingslocaties lijkt te behoren bij de gemeenten rondom Eindhoven. Verder is het aanbod aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen en recreatievoorzieningen goed, maar de dagelijkse winkelvoorzieningen, culturele voorzieningen en voorzieningen op het gebied van sauna en beauty opvallend laag. De demografische krimp zal in Best pas laat aanvangen. Zowel de bevolkings- als huishoudenskrimp wordt pas na 2040 verwacht. Tot die tijd zal het aantal huishoudens dan ook nog groeien met ruim twintig procent. Op dit moment heeft Best een zeer jonge bevolking; zij zal echter te maken krijgen met sterke vergrijzing in de gemeente en een behoorlijk toename van alleenstaanden. In 2040 zal het aantal gezinnen echter nog steeds relatief hoog zijn.
Bevindingen voor de gemeente Bladel De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeenten aan de grenzen van de regio worden ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. Bladel behoort tot deze laatste groep. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Bladel? Bevolkings- en huishoudenskrimp Bladel valt men name op in de regio door een snelle intrede van de bevolkingskrimp. De prognoses van Primos (2009), Provincie NoordBrabant (2008) en CBS (2009) voorspellen elk dat de bevolkingskrimp al is begonnen of dit vóór 2015 zal gebeuren en de huishoudenskrimp al tussen 2030 en 2035 zal aanvangen. Door een toename van het aantal alleenstaanden, gebeurt dit in de meeste gemeenten in de regio later. Men verwacht dan ook een relatief flinke daling van de bevolking; volgens Primos neemt deze tussen 2010 en 2040 af met 9%. De huishoudens zullen nog met 6% stijgen tot 2040. Leeftijdsveranderingen Wat betreft de veranderingen in de verdeling van de leeftijd van de bevolking, laat Bladel niet de meest extreme getallen zien, maar is wel een behoorlijke vergrijzing waarneembaar. Het aantal 0-14 jarigen en 15-64 jarigen zal met 30% afnemen tussen nu en 2040. Tegelijkertijd zal het aantal 65-plussers verdubbelen en het aantal 75-plussers in 2040 zelfs 288% van het aantal in 2010 zijn. Dat betekent bijna een verdriedubbeling van het aantal hulpbehoevende ouderen. Huishoudensveranderingen De veranderingen in de huishoudenssamenstelling van de bevolking zijn daarentegen niet opvallend te noemen in Bladel. Een toename van 40% van het aantal alleenstaanden is gemiddeld in de regio en het aantal samenwonenden zonder kinderen wordt verwacht gelijk te blijven. Enkel het aantal samenwonenden met kinderen neemt tussen 2010 en 2040 af met zo’n 17%, wat een behoorlijk afname betekent vergeleken met andere gemeenten in de regio.
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Bladel behoort tot de stedelijke invloedssfeer van Eindhoven, maar ligt op zodanig grote afstand van Eindhoven dat deze invloed beperkt is. Daarnaast zorgt Bladel voor een zekere stedelijke invloedssfeer richting Reusel-De Mierden. Wat betreft elk van de drie stromen geldt een duidelijke relatie tussen deze beide gemeenten en op het gebied van werk en voorzieningen is er vooral een trek vanuit Reusel-De Mierden in de richting van Bladel. Verder zijn er in mindere mate connecties met de gemeente Eersel. Hieronder wordt elk van de drie stromen kort beschreven. Forensenstromen Van de totale werkzame bevolking van Bladel heeft 46% een baan in de eigen gemeente. Dat is na beide steden het grootste percentage in de regio. Daarnaast komt 28% van de werkzame bevolking van Reusel-De Mierden en 12% van die van Eersel naar Bladel om te werken. De overige inwoners uit Bladel zijn vooral werkzaam in Eindhoven, namelijk 26%. Dat betekent dat Bladel georienteerd is op Eindhoven, maar tegelijkertijd een invloedssfeer creëert voor de buurgemeenten Reusel-De Mierden en Eersel. Migratiestromen De grootste uitwisseling op het gebied van verhuizingen vindt plaats tussen Bladel en Reusel De Mierden. Zo’n 110 mensen verhuisd jaarlijks tussen beide gemeenten. Voor Bladel is dit zo’n 20% van haar totaal aantal migranten. Verder vertrekt ook naar Eersel en Eindhoven een behoorlijk aantal, respectievelijk 16% en 11%. Voorzieningenstromen De voorzieningenstromen betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij
of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. Ook in Bladel gebeurt dit in sterke mate en wordt 86% van de bestedingen in de gemeente zelf uitgegeven. Daarnaast wordt vanuit Reusel-De Mierden bijna 20% van de bestedingen aan dagelijkse boodschappen in Bladel besteed. Tot slot wordt 6% van de uitgaven van inwoners uit Bladel gedaan in Eersel en 7% van de uitgaven van inwoners uit Eersel in Bladel. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. Met 53% wordt in Bladel toch een behoorlijk percentage van de totale uitgaven aan niet-dagelijkse artikelen in de eigen gemeente besteed. Opnieuw komt daarnaast vanuit Reusel-De Mierden een behoorlijk koopstroom van 30% van haar totale uitgaven naar Bladel. De inwoners van Bladel doen hun overige aankopen vooral in Eindhoven, namelijk bijna 20%. Tussen Eersel en Bladel zijn opnieuw kleine uitwisselingen. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. De gemeente Bladel vertoont niet veel opvallende aspecten wat betreft bovenstaande factoren. Haar medische en educatieve voorzieningen zijn passend voor een landelijke gemeente en ook een grote hoeveelheid groen buiten de bebouwde kom en een slechte bereikbaarheid sluit hierop aan. De verkeersveiligheid en het aantal voorzieningen voor dagelijkse boodschappen, horeca, recreatie, cultuur en overnachting zijn zeer gemiddeld. Met name opvallend is de demografische verdeling die wordt verwacht in 2040 met relatief weinig jongeren en alleenstaanden, en veel senioren en samenwonenden zonder kinderen. Verder valt op dat er een zeer hoge sociale veiligheid is, relatief veel banen en weinig werklozen en een goede woonomgeving op verschillende vlakken. Tot slot bezit Bladel relatief weinig niet-dagelijkse winkelvoorzieningen en slechts één museum. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van de gemeente Bladel is relatief slecht. Een treinspoor loopt enkel van Best naar Maarheeze en is daarmee ver verwijderd van de gemeente Bladel. Daarnaast is ook de dichtheid van wegen in Bladel laag, net als het geval is in een zestal andere landelijke gemeenten. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. De verkeersveiligheid in Bladel lijkt gemiddeld te zijn; de sociale veiligheid is daarentegen zeer goed. Sociaal-economisch klimaat De gemeente Bladel zorgt voor bijna 12.000 banen. Per 1.000 inwoners betekent dat dat zij na Eindhoven, Son en Breugel en Oirschot de meeste banen bezit ten opzichte van haar inwoneraantal en daarmee voor de omgeving een bron van werkgelegenheid is. De sociaal-economische positie van de bevolking is bekeken op basis van het aantal gepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking, het percentage werklozen ten opzichte van de totale beroepsbevolking en de verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden. Zowel het percentage gepensioneerden als de verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden is gemiddeld in Bladel. Het aantal werklozen in de gemeente is echter opvallend laag, aangezien slechts 1% van de beroepsbevolking niet werkzaam is.
Wonen en woonomgeving De status van de woning en woonomgeving in Bladel zijn erg goed. Zowel op basis van woningtype, de bevolking in de gemeente en de hoeveelheid groen in de woonomgeving levert de gemeente goede resultaten. De woningtypes zijn bekeken op grond van de gemiddelde woningwaarde, het percentage huurwoningen en de woningdichtheid. De woningwaarde en woningdichtheid zijn passend voor een landelijke gemeente; met slechts 21% huurwoningen is de gemeente duidelijk gericht op koopwoningen. De hoeveelheid groen in de gemeente is bekeken op basis van het aantal hectare sportterrein en park of plantsoen, en de beoordeling van de publieke ruimte door VROM. Elk van deze aspecten is voor de regio bovengemiddeld. Tot slot is de bevolking beoordeeld op haar samenstelling en de samenhang binnen de gemeente. Met name de sociale samenhang in Bladel is erg hoog; maar ook de samenstelling van de bevolking is net bovengemiddeld. Demografie Terwijl de demografische krimp beschrijft in hoeverre de bevolking tussen nu en 2040 zal veranderen, is in dit onderdeel onderzocht hoe de samenstelling van de bevolking zal zijn in 2040. Bladel vertoont andere resultaten dan de overige gemeenten in de regio. Het aantal 0-14 jarigen en 15-64 jarigen is erg laag, met respectievelijk 14% en 51% van de bevolking in 2040. Het aantal 65-plussers en 75-plussers is met percentages van 35% en 20% daarentegen zeer hoog. Ook het aantal samenwonenden zonder kinderen is hoog met 33% en het aantal alleenstaande relatief laag met 31%. Enkel het percentage samenwonenden met kinderen, die zo’n 28% van de bevolking in 2040 zullen vormen, zijn nagenoeg gemiddeld in de regio. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Bladel ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen De medische en educatieve voorzieningen zijn in Bladel zeer gemiddeld. De gemiddelde afstand tot de huisarts, apotheek, fysiotherapeut, basisschool, middelbare school en bibliotheek vertoont op geen enkel punt opmerkelijke cijfers. Het aantal tandartsen is door de Elsevier beoordeeld als zeer goed en de gemeente is in het bezit van een basisschool met speciaal onderwijs. Passen bij haar landelijkheid heeft Bladel geen ziekenhuis of vorm van hoger onderwijs. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. De dagelijkse winkelvoorzieningen in Bladel zijn eveneens gemiddeld vergeleken met de regio, zowel op basis van het oppervlak per 1.000 inwoners als wat betreft de afstand van huis. De niet-dagelijkse winkelvoorzieningen zijn redelijk beperkt in Bladel. De gemeente bezit slechts 25.000 m2 winkeloppervlak, wat per 1.000 inwoners eveneens ondergemiddeld is. Horecavoorzieningen De horecavoorzieningen in Bladel zijn voldoende aanwezig. Een café, cafetaria en restaurant is te vinden op gemiddeld minder dan 1km van huis. Daarnaast is een hoeveelheid van 18 uitgaansgelegenheden voor de regio exclusief de steden hoger dan gemiddeld. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom De groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom zijn vooral aanwezig in de landelijke gemeenten. Zo is ook in Bladel een meer dan gemiddeld oppervlak aan groen te vinden, zowel wat betreft agrarisch terrein als bos en open terrein. Culturele en recreatieve voorzieningen Alle culturele en recreatieve voorzieningen die zijn onderzocht voor de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant zijn aanwezig in Bladel. Zo bezit Bladel een zwembad, twee theaters, twee voorzieningen op het gebied van sauna en beauty, drie attracties, zes sportieve activiteiten,
acht panden van historische architectuur en een museum. Enkel wat betreft musea is dit aantal relatief laag. Overnachtingslocaties Tot slot is in Bladel ook een voldoende aantal overnachtingslocaties aanwezig. Met in totaal 24 overnachtingslocaties zit Bladel net bovengemiddeld in de regio. Het aantal campings en groepsaccommodaties is relatief hoog en ook twee bungalowparken zorgen voor een ruim aanbod. Drie hotels en twee particuliere vakantiewoningen zijn gemiddeld; enkel de aanwezigheid van slechts twee B&B’s is relatief beperkt. D. Conclusie Bladel vormt een van de landelijke gemeenten van de regio in de zwakke stedelijke invloedssfeer van Eindhoven. Terwijl Bladel is georienteerd op Eindhoven, zijn Reusel-De Mierden en in mindere mate Eersel enigzins georienteerd op Bladel. Op het gebied van werk en voorzieningen is er een duidelijk trek vanuit Reusel-De Mierden richting Bladel. Bladel behoort verder tot de eerst krimpende gemeenten in de regio. Daarnaast staat haar een behoorlijke vergrijzing te verwachten en zal de komende dertig jaar het aantal 0-64 jarigen afnemen met dertig procent, het aantal 65-plussers verdubbelen en het aantal 75-plussers bijna verdriedubbelen. De toename van het aantal alleenstaanden met 40% is zeer gemiddeld, net als de afname van samenenwonenden met kinderen van 17%. In 2040 zal zij een gemeente zijn met relatief weinig jongeren en alleenstaanden en relatief veel senioren en samenwonenden zonder kinderen. Wat betreft voorzieningen vertoont de gemeente Bladel niet veel opvallende aspecten. De sociale veiligheid is zeer goed, er zijn relatief veel banen en weinig werklozen en er is sprake van een goede woonomgeving op verschillende vlakken. Wel bezit Bladel relatief weinig niet-dagelijkse winkelvoorzieningen en slechts één museum.
Bevindingen voor de gemeente Cranendonck De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten behoren tot ‘hun buurgemeenten’. In het oosten, zuiden en westen van de regio blijven dan gemeenten over die niet tot beide begrippen behoren; zij worden ‘de randgemeenten’ genoemd. Cranendonck behoort tot deze laatste groep. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
het aantal 75+ers met een factor van 2,68, wat duidt op meer dan een verdubbeling van het aantal hulpbehoevende ouderen. Huishoudensveranderingen Tot slot vinden door demografische krimp ook veranderingen plaats in de samenstelling van de huishoudens in de gemeente. Dit lijkt echter in Cranendonck geen extreme vormen aan te nemen. De toename van het aantal alleenstaanden zou met een factor 1,5 zeer gemiddeld zijn. De afname van het aantal samenwonenden zowel met als zonder kinderen is iets groter dan gemiddeld met een afname van 17 á 18 procent tussen nu en 2040. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Cranendonck? Bevolkings- en huishoudenskrimp Volgens de prognoses zullen de bevolkings- en huishoudenskrimp in de regio Zuidoost Brabant met name in het zuidwesten van de regio snel inslaan. Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009) verwachten dan ook dat Cranendonck behoort tot de eerste krimpende gemeenten van de regio. De bevolkingskrimp in Cranendonck zou tussen 2010 en 2015 beginnen. Dat betekent dat de bevolkingskrimp al is toegeslagen of dit binnen vier jaar zal gebeuren. De huishoudenskrimp begint later in de regio door een toename in het aantal alleenstaanden en wordt verwacht tussen 2030 en 2035 te beginnen in Cranendonck. Samen met Heeze-Leende lijkt de demografische krimp in Cranendonck tevens de grootste vormen aan te nemen binnen de regio. Primos (2009) verwacht dat tussen nu en 2040 de bevolking met 13% zal krimpen en het aantal huishoudens slechts met 4% zal stijgen. Dit maakt dat Cranendonck een interessante gemeente is om te bekijken op gebied van plannen n.a.v. demografische krimp. Leeftijdsveranderingen Veranderingen in de leeftijdssamenstelling van de bevolking worden verwacht het kleinst te zijn in de steden en naar de randen van de regio steeds groter te worden. Volgens de prognoses gaan er dan ook veel veranderingen plaatsvinden in de leeftijd van de inwoners van Cranendonck. Met name het aantal 0 tot 14-jarigen en 15 tot 64-jarigen wordt verwacht in Cranendonck sterk af te nemen, meer dan in elk van de andere gemeenten in de regio. In beide leeftijdsgroepen lijkt zo’n 70 procent van de inwoners over te zijn gebleven in 2040. Op het gebied van vergrijzing zullen ook veranderingen plaatsvinden, maar vergeleken met de andere gemeenten in Zuidoost Brabant zijn deze veranderingen redelijk gemiddeld. Toch betekent dit dat het aantal ouderen fors toe zal nemen. Het aantal 65+ers zal toenemen met zo’n 85% en
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Cranendonck behoort dus tot de stedelijke invloedssfeer van Eindhoven, maar ligt op zodanig grote afstand van Eindhoven dat deze invloed beperkt is. Daarnaast ligt Cranendonck ook binnen de stedelijke invloedssfeer van Weert. De relatie met Eindhoven dan wel Weert is nagenoeg gelijk. Met buurgemeenten heeft Cranendonck weinig contact op dit vlak, waardoor zij enigzins geisoleerd in de regio ligt. Hieronder zijn de forensen-, migratie- en voorzieningenstromen naar en van Cranendonck kort toegelicht. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. Het aantal mensen uit Cranendonck dat werkt in de eigen gemeente is gemiddeld. De 3400 inwoners die werken in Cranendonck zelf vormen veertig procent van haar werkzame beroepsbevolking. In Eindhoven werken iets meer mensen dan in Weert; namelijk respectievelijk zestien en tien procent van de totale werkzame beroepsbevolking van Cranendonck. Vanuit eindhoven komt een kwart van dit aantal terug om in Cranendonck te werken. De forensenstromen naar buurgemeenten zijn beperkt. Migratiestromen
Ook wat betreft migratiestormen zijn geen stromen naar buurgemeenten van een behoorlijke grootte, maar enkel naar Eindhoven en Weert. Dit maal zijn de migratiestromen naar Eindhoven en Helmond nagenoeg gelijk met dertien tot veertien procent. Vanuit Eindhoven komt tegelijkertijd een vergelijkbare stroom migranten naar Cranendonck terug; vanuit Weert is deze slechts de helft. Voorzieningenstromen De voorzieningenstromen betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. Ook in Cranendonck gebeurt dit in sterke mate en wordt 88% van de bestedingen in Cranendonck zelf uitgegeven. De enige redelijke koopstroom die de gemeente uit gaat heeft een grootte van 5% en gaat naar Weert. Tegelijkertijd ontvangt Cranendonck gemiddeld 3% van de bestedingen van inwoners uit Heeze-Leende. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. Bijna de helft van de uitgaven aan niet-dagelijkse boodschappen wordt door de inwoners van Cranendonck in de eigen gemeente gedaan. Vergeleken met andere gemeenten in de regio is dit een redelijke grootte. Wederom is de stroom naar Eindhoven en Weert even groot, namelijk 16%. Ook is er opnieuw geen grote koopstroom naar een buurgemeente. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Volgens het onderzoek zijn de kenmerken van Cranendonck in veel opzichten overeenkomstig haar positie als randgemeente met een grote mate van landelijkheid. Zo horen een een goede sociale veiligheid en een goede woonomgeving, net als een beperkte bereikbaarheid, weinig banen en enkel de basisvoorzieningen op het gebied van educatie tot dit type gemeente, tot landelijke kenmerken. Ook de demografische verdeling met een verwachting van veel ouderen en weinig jongeren in 2040 is gerelateerd aan de randgemeenten. Tegelijkertijd zijn er ook een aantal aspecten die opvallen in Cranendonck en niet met deze functie te maken hebben. Cranendonck bezit in vergelijking tot de regio weinig horeca-, overnachtings-, recreatieve en culturele voorzieningen, een bevolking met een ondergemiddelde sociaal-economische positie en een grote afstand tot de apotheek. Hieronder zal elk van deze punten worden toegelicht. Bereikbaarheid Cranendonck heeft één treinstation, gelegen in Maarheeze. Net als het geval is voor andere landelijke gemeenten met een treinstation, vertrekken vanuit dit treinstation niet veel treinen. Dat maakt dat de bereikbaarheid met het openbaar vervoer redelijk goed kan worden genoemd. De bereikbaarheid per auto is bekeken op basis van de dichtheid van wegen en de gemiddelde afstand tot een hoofdweg. Net als het geval is voor de andere gemeenten in het zuidwesten van de regio, is het aantal wegen in Cranendonck in km per km2 erg laag. Tegelijkertijd is ook de gemiddelde afstand tot een hoofdweg redelijk hoog. Dat betekent dat de bereikbaarheid per auto relatief laag is. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Op basis van het aantal verkeersongevallen, verkeersdoden en ziekenhuisgewonden per 1000 inwoners is de verkeersveiligheid in Cranendonck ten opzichte van de regio gemid-
deld. De sociale veiligheid is in het algemeen hoog in landelijke gemeenten en is in Cranendonck dan ook zeer goed. De gemeente behoort volgens de AD Misdaadmeter tot de vier veiligste gemeenten in de regio. Sociaal-economisch klimaat Landelijke gemeenten hebben vaak weinig banen. Net als de meeste gemeenten aan de zuidelijke rand van de regio bezit Cranendonck dan ook minder dan 10.000 banen en bezit zij geen werkgelegenheidssector die op regionaal niveau opvalt. Ook passend bij het type gemeente is dat het aantal banen per 1000 inwoners eveneens ondergemiddeld is. Opvallend vergeleken met de andere gemeenten zijn de ruim 200 banen in het watermanagement. De sociaal-economische positie van de bevolking van Cranendonck is net ondergemiddeld. De werkloosheid is redelijk hoog en ook wonen er gemiddeld veel gepensioneerden. De verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden is in Cranendonck daarentegen gemiddeld. Wonen en woonomgeving Passend bij haar landelijkheid is het met de woonomgeving in Cranendonck goed gesteld. De publieke ruimte en de verhouding huur/ koop is in Cranendonck erg goed. Ook de woningdichtheid en de sociale samenhang in de gemeente worden bovengemiddeld beoordeeld. De hoeveelheid sportpark in Cranendonck is gemiddeld voor de regio. De aspecten die een redelijk lage score laten zien zijn de gemiddelde woningwaarde, de samenstelling van de bevolking en de hoeveelheid park en plantsoen. Dit laatste aspect is vaak met name in steden veel aanwezig. Demografie De verdeling van alleenstaanden en samenwonenden met of zonder kinderen die wordt verwacht in Cranendonck in 2040 is heel gemiddeld. De verdeling in leeftijd echter niet. In 2040 zal Cranendonck in verhouding tot de andere gemeenten in de regio zeer weinig 0 tot 14-jarigen en 15 tot 64-jarigen huisvesten. Het percentage 65+ers en 75+ers in de gemeente zal daarentegen erg hoog zijn. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Cranendonck ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Wat betreft de medische voorzieningen valt Cranendonck met name op door de grote afstand tot een apotheek. Terwijl de apotheek in de meeste gemeenten minder dan 2km van huis ligt, is de apotheek in Cranendonck gemiddeld 5km van huis verwijderd. Ook de huisartsenpost ligt gemiddeld op behoorlijk grote afstand van de woning. Omdat de ziekenhuizen gevestigd zijn in Eindhoven, Helmond, Geldrop-Mierlo, Veldhoven en Deurne is deze afstand voor de landelijke gemeenten groot. Tegelijkertijd zijn twee medische voorzieningen bovengemiddeld beoordeeld wanneer Cranendonck wordt vergeleken met andere gemeenten in de regio. Dit geldt voor het aantal tandartsen in de gemeente en de gemiddelde afstand tot de fysiotherapeut. Kijkend naar de educatieve voorzieningen, zijn de drie basisvoorzieningen aanwezig op een gemiddelde afstand van huis. Hiertoe behoren de basisschool, het voorgezet onderwijs en de bibliotheek. Andere onderwijsvoorzieningen, zoals speciaal onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs, zijn niet aanwezig in de gemeente. Dit is voor veel randgemeenten het geval. Winkelvoorzieningen Op het gebied van winkelvoorzieningen neemt Cranendonck een gemiddelde positie in. De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. De dagelijkse winkelvoorzieningen zijn zowel op grond van de afstand tot een supermarkt als het aantal
m2 aan dagelijkse winkelvoorzieningen per 1000 inwoners gemiddeld te noemen. De niet-dagelijkse winkelvoorzieningen zijn beoordeeld op basis van het vloeroppervlak per gemeente, zowel per 1000 inwoners als in totaal. Immers kan een grote oppervlakte aan winkelvoorzieningen voor niet-dagelijkse artikelen ertoe leiden dat de gemeente op grote schaal een functie vervuld voor de omliggende gemeenten. Ook bij deze beide aspecten scoort de gemeente Cranendonck vergeleken met de andere gemeenten in de regio gemiddeld. Horecavoorzieningen Na Son en Breugel, Veldhoven en Nuenen bezit Cranendonck de minste horecavoorzieningen in de regio; zowel in totaal als per 1000 inwoners. Tevens is de afstand tot een restaurant erg groot. Met de gemiddelde afstand tot een café of cafetaria is het daarentegen goed gesteld. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom De groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom zijn veelal ruimvoldoende aanwezig voor de randgemeenten. In Cranendonck is dan ook zowel aan bos en open terrein als aan agrarisch terrein en een gemiddelde hoeveelheid in de gemeente te vinden. Elsevier geeft aan dat de ‘beleving’ van het landschap buiten de bebouwde kom, bestaande uit een zo mooi mogelijk natuurlandschap met zo min mogelijk horizonvervuiling, in Cranendonck uitstekend is. Hetzelfde oordeel geeft zij tegelijkertijd aan tien andere gemeenten in Zuidoost Brabant. Culturele en recreatieve voorzieningen Cranendonck heeft zeer weinig culturele en recreatieve voorzieningen. In de gemeente is geen theater of bioscoop, sauna, recreatieplas of zwembad, golfbaan, sportieve activiteit of attractie aanwezig. De molen in Budel-Schoot is het enige architectuurpand dat door de VVV Zuidoost Brabant op de website wordt aangegeven. Verder zijn er twee musea in Cranendonck. Overnachtingslocaties Tot slot bezit Cranendonck geen hotel of bungalowpark. Wel zijn er twee B&B’s, drie campings, twee particuliere vakantiewoningen en twee groepsaccommodaties. Minder dan tien overnachtingslocaties is veelal een kenmerk van steden of hieraan grenzende gemeenten. De gemeenten rondom Cranendonck, zoals Bergeijk, Valkenswaard, Heeze-Leende, Someren en Asten, hebben dan ook meer overnachtingslocaties. D. Conclusie Cranendonck behoort tot de landelijke randgemeenten van de regio Zuidoost Brabant. Zij valt in beperkte mate onder de stedelijke invloedssfeer van Eindhoven, maar tegelijkertijd ook onder die van Weert. De kenmerken van de gemeente zijn veelal overeenkomstig haar landelijkheid. Zo stellen de prognoses dat de bevolkingskrimp in de regio het eerst zal aanvangen in Cranendonck en dat deze hier tevens de grootste vormen aanneemt tussen nu en 2040. Het aantal 0 tot 64-jarigen wordt verwacht sterk te dalen en in 2040 in verhouding tot andere gemeenten in de regio erg laag te zijn. Het omgekeerde geldt voor de bevolking boven de 65 jaar. Een aantal voorzieningen is in Cranendonck beperkt aanwezig, terwijl dit geen kenmerk is van de randgemeenten van de regio. Hiertoe behoort een kleine hoeveelheid aan horeca-, overnachtings- en culturele voorzieningen, een ondergemiddelde sociaal-economische positie van de bevolking en een grote afstand tot de apotheek.
Bevindingen voor de gemeente Deurne De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeente Deurne behoort tot de randgemeenten van Helmond. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. Tegelijkertijd behoort Deurne ook hiertoe. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
gio. Men verwacht 14% 0 tot 14-jarigen, 53% 15 tot 64-jarigen en 32% 65-plussers. Ook de verwachte toenamen van het aantal alleenstaanden, met bijna vijftig procent, is niet opvallend. Wel opvallend daarentegen is de prognose dat het aantal samenwonenden zonder kinderen zal toenemen met veertien procent en het aantal samenwonenden met kinderen zal afnemen met twintig procent. Daarmee zal het percentage samenwonenden zonder kinderen ten opzichte van de totale gemeentelijke bevolking in 2040 in Deurne het hoogst zijn met 35%, terwijl het percentage alleenstaanden van 34% relatief laag zal zijn. Zo’n 26% samenwonenden met kinderen is een gemiddeld percentage. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Deurne? Bevolkings- en huishoudenskrimp De demografische krimp is bekeken op basis van de prognoses Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). De verwachtingen wat betreft de bevolkingskrimp lopen enigzins uiteen. Terwijl de Provincie Noord-Brabant verwacht dat de krimp vóór 2015 zal beginnen en de bevolking tot 2040 met bijna tien procent zal afnemen, verwacht het CBS pas bevolkingskrimp tussen 2030 en 2035 en behoud van de bevolking tot 2040. Al met al zal Deurne met een gemiddelde bevolkingskrimp te maken hebben vergeleken met de rest van de regio. Over de huishoudenskrimp zijn de prognoses het eens. Deze zal beginnen na 2030 en tussen 2010 en 2040 zullen de huishoudens nog toenemen met bijna tien procent. Daarmee krimpt de gemeente laat en is de toename gemiddeld in de regio. Dit is tevens het geval voor de andere gemeenten rondom Helmond. Veranderingen in leeftijd- en huishoudenssamenstelling Net als de verwachting dat de demografische krimp geen extreme vormen aanneemt in Deurne ten opzichte van andere gemeenten in de regio, wordt ook geen sterke ontgroening verwacht in de gemeente. Het aantal 0 tot 14-jarigen wordt verwacht met 17% af te nemen tussen 2010 en 2040 en het aantal 15 tot 64-jarigen met 21%. Dit zijn gemiddelde getallen. De vergrijzing is iets sterker dan gemiddeld. Vooral de verwachting dat het aantal 65-plussers zal verdubbelen is behoorlijk. De toename van het aantal 75-plussers met factor 2,7 tussen 2010 en 2040 is wederom niet opvallend. Ook de samenstelling van de bevolking die ontstaat in 2040 wijkt weinig af van het gemiddelde in de re-
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio De gemeente Deurne laat geen grote stromen zien die de gemeente in of uit gaan. Zij heeft dan ook te maken met veel inwoners die in de eigen gemeente werken en in Deurne hun boodschappen doen. De grootste stromen in of uit de gemeente bevinden zich tussen Helmond en Deurne. Ook met Eindhoven is redelijk wat uitwisseling. Tot slot zijn er enkele kleine stromen waar te nemen tussen Deurne en haar landelijke buurgemeenten. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. In Deurne werken 6100 mensen in de eigen gemeente. Zij vormen 45% van de totale werkzame beroepsbevolking van Deurne. Dat is een erg hoog percentage. Enkel in Eindhoven, Helmond en Bladel is dit percentage hoger. Daarnaast gaat een grote stroom forensen naar Helmond (bijna 2.000 personen) en een iets minder grote stroom naar Eindhoven (1000 personen). Vanuit Helmond komen er 700 terug en vanuit Eindhoven slechts 200. Daarnaast gaan kleine stromen naar Asten, Gemert-Bakel en Someren van respectievelijk 600, 400 en 300 foren-
sen. Vanuit Asten en Someren komen er bijna evenveel terug; vanuit Gemert-Bakel slechts 100. Migratiestromen Migratiestromen betreffen de verhuisstromen tussen de gemeenten in Zuidoost-Brabant. Gekeken is naar de migratiestromen tussen 2006 en 2009. De grootste stromen bevinden zich tussen Deurne en Helmond. Meestal is de stroom van Deurne naar Helmond iets groter dan die de andere kant op; gemiddeld zijn deze respectievelijk 176 personen en 143 personen per jaar. Ook van Deurne naar Eindhoven gaat jaarlijks een stroom van bijna honderd man en komt er een van zo’n zestig personen terug. Tussen Deurne en Asten verplaatsen zich jaarlijks zo’n zeventig personen in beide richtingen. Voorzieningenstromen Tot slot zijn de voorzieningenstromen onderzocht. Deze betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. In Deurne wordt zelfs 91% van de uitgaven aan dagelijkse boodschappen besteed in de eigen gemeente. Hiermee behoort zij tot de vier gemeenten in de regio met het hoogste percentage op dit gebied. Daarnaast wordt vier procent besteed in Asten. Tegelijkertijd wordt vier procent uit Gemert-Bakel besteed in Deurne. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. In Deurne is opnieuw het percentage uitgaven dat wordt besteed in de eigen gemeente hoog, namelijk 58%. Daarnaast gaat een stroom van 14% naar Helmond en een van 10% naar Eindhoven. Ook in Asten wordt 5% besteed en tevens komt eenzelfde percentage terug. Gemert-Bakel doet opnieuw ook boodschappen in Deurne en besteed hiermee 8% van haar uitgaven aan niet-dagelijkse boodschappen. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Deurne blinkt uit in een aantal aspecten. Haar voorzieningen op educatief gebied zijn zeer goed en ook voor recreatie en toerisme zijn de voorzieningen in Deurne ruimschoots aanwezig. De gemeente bezit een groot aanbod op het gebied van groen buiten de bebouwde kom, culturele en recreatieve voorzieningen, overnachtingslocaties en uitgaansgelegenheden. Slechts twee zaken zijn in Deurne van slechte kwaliteit. Hiertoe behoort enerzijds de verkeersveiligheid en anderzijds de kwaliteit van de woonomgeving en het percentage huurwoningen. Het aanbod aan banen en de medische voorzieningen zijn enigzins ondergemiddeld in vergelijking met andere gemeenten in de regio en de bereikbaarheid en winkelvoorzieningen iets bovengemiddeld. De sociale veiligheid en de sociaal-ecnomische positie van de bevolking laat niets opvallends zien. Bereikbaarheid Deurne heeft een eigen treinstation met – net als in de andere landelijke gemeenten – een beperkt aantal treinen per uur. Daarnaast ligt Deurne aan de A67 en zijn de dichtheid van wegen en de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde oprit van een hoofdverkeersweg niet opvallend. Daarmee is de bereikbaarheid van Deurne redelijk goed. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Wat betreft de sociale veiligheid wor-
den geen opvallende getallen gegeven. De verkeersveiligheid in 2010 is daarentegen volgens zowel Elsiever als de Provincie Noord-Brabant slecht in Deurne. Sociaal-economisch klimaat Volgens de Provincie Noord-Brabant (2010) bezit Deurne bijna 14.000 banen, wat duidt op 440 banen per 1.000 inwoners. Dat betekent dat Deurne net iets minder banen heeft per inwoner dan de gemiddelde gemeente in Zuidoost-Brabant. Haar inwoners zullen daarmee iets meer dan gemiddeld gebruik moeten maken van banen uit de omgeving. Daarnaast is gekeken naar de sociaal-economische positie van de bevolking op basis van het percentage niet-werkzamen ten opzichte van de totale beroepsbevolking, het percentage gepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking en de verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden. Geen van deze zaken toont opmerkelijke getallen. Daarmee is de sociaal-economische positie van de bevolking voldoende. Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving in Deurne is vergeleken met de rest van gemeenten in de regio ondergemiddeld. Drie factoren die zijn meegenomen in het bepalen van dit oordeel zijn de woningtypen, de bevolking en de hoeveelheid groen in de openbare ruimte. Zowel de samenhang als de samenstelling van de bevolking laten geen opvallende getallen zien. Hetzelfde geldt voor de gemiddelde woningwaarde en de woningdichtheid. In Deurne is echter 38% van de woningen een huurwoning, wat duidt op een bovengemiddeld percentage: alleen de steden en Valkenswaard bezitten relatief meer huurwoningen. Volgens VROM is er een relatie tussen het percentage huurwoningen en de leefbaarheid. Daarnaast heeft VROM de publieke ruimte beoordeeld als zeer slecht. Hiervoor is gekeken of deze schooon, onderhouden en aantrekkelijk is. Tot slot is de hoeveelheid sportterrein en het oppervlak aan park en plantsoen per 1.000 inwoners lager dan voor de meeste gemeenten in de regio geldt. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Deurne ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen De medische voorzieningen in Deurne zijn relatief ver van huis gelegen. De afstand tot de huisarts, apotheek en fysiotherapeut is meer dan een kilometer. Daarnaast is het aantal tandartsen in Deurne door de Elsevier beoordeeld als matig. De educatieve voorzieningen in Deurne zijn daarentegen zeer goed. De afstand tot basisschool, middelbare school en bibliotheek is gemiddeld. Daarnaast bezit de gemeente volgens www.schoolinbeeld.nl twee MBO afdelingen en speciaal basisonderwijs voor zowel de basisschool als de middelbare school. Daarmee is het aanbod overig onderwijs groot. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen in Deurne zijn goed. Zowel de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde supermarkt als het oppervlak aan dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners is gemiddeld in vergelijking met andere gemeenten in de regio. Het aanbod niet-dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners is zelfs bovengemiddeld. Horecavoorzieningen Ook het horeca-aanbod in Deurne is goed op peil. De afstand tot het dichtstbijzijnde café, cafetaria of restaurant is prima. Daarnaast behoort Deurne tot de vijf gemeenten in de regio met de meeste uitgaansgelegenheden. Na Eindhoven, Helmond en Gemert-Bakel heeft Deurne met vijfentwintig uitgaansgelegenheden het grootste aanbod in de regio.
Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom Ook groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom bezit Deurne erg veel. Na Gemert-Bakel bezit Deurne het grootste oppervlak aan agrarisch terrein en tegelijkertijd behoort ze tot de vijf gemeenten met de meeste hectaren bos en open terrein. Culturele en recreatieve voorzieningen De culturele en recreatieve voorzieningen in Deurne zijn bekeken aan de hand van de VVV website van Zuidoost-Brabant. Aan de hand van deze gegevens is het aanbod aan voorzieningen erg hoog. Er worden maar liefst 22 panden van historische architectuur genoemd en wel vier musea. Verder wordt er gesproken over een theater, een binnenen buitenzwembad, twee voorzieningen op het gebied van sauna en beauty, vijf zogenaamde attracties en maar liefst twaalf sportieve activiteiten. Dat betekent dat alle voorzieningen (ruimschoots) aanwezig zijn. Overnachtingslocaties Tot slot is ook het aanbod overnachtingslocaties zeer groot. Na Bergeijk en Oirschot zijn in Deurne de meeste voorzieningen te vinden om te overnachten. Deurne bezit de meeste B&B’s, namelijk wel vijftien. Ook zijn vijf particuliere vakantiewoningen en negen groepsaccommodaties bovengemiddeld in aantal. Met eveneens drie hotels, vijf campings en een bungalowpark zijn alle mogelijke overnachtingslocaties aanwezig in de gemeente. D. Conclusie De gemeente Deurne laat geen grote stromen zien die de gemeente in of uit gaan. Zij heeft dan ook te maken met veel inwoners die in de eigen gemeente werken en in Deurne hun boodschappen doen. De grootste stromen in of uit de gemeente bevinden zich tussen Helmond en Deurne. Ook met Eindhoven is redelijk wat uitwisseling. Tot slot zijn er enkele kleine stromen waar te nemen tussen Deurne en haar landelijke buurgemeenten. Verwacht wordt dat Deurne te maken gaat krijgen met een gemiddelde demografische krimp. Over het verloop van het aantal inwoners zijn de prognoses het niets eens; de huishoudenstoename tussen 2010 en 2040 zal nog bijna tien procent zijn. Ook veranderingen in de leeftijdsverdeling en huishoudenssamenstelling zijn veelal onopvallend. Enkel het feit dat het aantal 65-plussers zal gaan verdubbelen is extreem, terwijl de hoeveelheid 75-plussers gemiddeld is. Dat zorgt voor het feit dat in 2040 relatief veel samenwoneden zonder kinderen in Deurne zullen wonen, terwijl het aantal alleenstaande enigzins aan de lage kant is. Tot slot laat Deurne enkele sterke kwaliteiten zien. Haar voorzieningen op educatief gebied zijn zeer goed en ook voor recreatie en toerisme zijn de voorzieningen in Deurne ruimschoots aanwezig. De gemeente bezit een groot aanbod op het gebied van groen buiten de bebouwde kom, culturele en recreatieve voorzieningen, overnachtingslocaties en uitgaansgelegenheden. Slechts twee zaken zijn in Deurne van slechte kwaliteit. Hiertoe behoort enerzijds de verkeersveiligheid en anderzijds de kwaliteit van de woonomgeving en het percentage huurwoningen.
Bevindingen voor de gemeente Eersel De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
met een stijging van slechts 25% tussen 2010 en 2040. In 2040 wordt dan ook verwacht dat Eersel na Reusel-De Mierden in verhouding de minste alleenstaanden zal huisvesten, namelijk zo’n 31%. Het aantal samenwonenden met kinderen neemt af met een gemiddeld percentage (11%) maar ook hier is te zien dat voor Eersel in 2040 een jonge bevolking wordt verwacht. Een geschat percentage van 29% samenwonenden met kinderen in 2040 is relatief hoog in de regio. Het aantal samenwonenden zonder kinderen zal flink toenemen in Eersel met ongeveer tien procent en Eersel zal dan ook in 2040 worden verwacht na Deurne procentueel de meeste samenwondenden zonder kinderen te huisvesten, namelijk ongeveer 34%. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Eersel? Bevolkings- en huishoudenskrimp De demografische krimp is bekeken op basis van de prognoses Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). De verwachtingen van deze prognoses lopen behoorlijk uiteen. Terwijl de provincie verwacht dat de bevolking van Eersel al zal gaan krimpen vóór 2015, is de verwachting van het CBS dat dit voor het eerst gebeurt tussen 2030 en 2035. Volgens de ene prognose zal Eersel tussen 2010 en 2040 dan ook met 10% afnemen in inwoneraantal, terwijl de andere prognose nog een lichte toename verwacht. Over de huishoudenskrimp zijn de prognoses het wel eens: deze zal tussen 2035 en 2040 te verwachten zijn en tot 2040 zal het aantal huishoudens nog toenemen met zo’n tien procent. Al met al lijkt Eersel niet de eerste of de laatste te zijn in de regio die gaat krimpen en laat de gemeente geen extreme getallen zien. Veranderingen in leeftijdssamenstelling De veranderingen in de leeftijdssamenstelling van de bevolking van Eersel zijn gering. Eersel behoort tot de stedelijke gemeenten die relatief weinig veranderingen zullen doormaken. Het aantal 0 tot 14-jarigen zal zelfs nog licht stijgen tussen 2010 en 2040 en de daling van het aantal 15 tot 64-jarigen in deze periode met zo’n 13% is beperkt. Wat betreft de toename van het aantal senioren geldt voor 65-plussers slechts een factor 1,6 en voor 75-plussers een factor 2,3 tussen 2010 en 2040. Ook de verdeling van leeftijdsgroepen die in 2040 ontstaat laat een bevolkingssamenstelling zien die voor de regio Zuidoost-Brabant relatief jong is met 17% 0 tot 14-jarigen, 56% 15 tot 64-jarigen en 28% senioren. Veranderingen in huishoudenssamenstelling Overeenkomstig het feit dat de vergrijzing en ontgroening beperkt is in Eersel, is ook de toename van alleenstaanden in Eersel relatief beperkt
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio De gemeente Eersel toont relaties met verschillende buurgemeenten. Zij is niet alleen op Eindhoven gericht, maar ook op Veldhoven, Bladel en in mindere mate Bergeijk. Dat maakt dat zij niet een zodanig sterke band heeft met Eindhoven dat zij tot de sterke stedelijke invloedssfeer van deze gemeente behoort. Toch staat Eersel ook niet op zichzelf, maar maakt zij gebruik van de vele faciliteiten van haar buurgemeenten. Hieronder wordt nader ingegaan op de forensen-, migratie- en voorzieningenstromen van de gemeente Eersel. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. Het aantal inwoners dat werkt in Eersel zelf is relatief laag. Zo’n 2300 mensen en daarmee nog geen dertig procent van de totale werkzame beroepsbevolking werkt in de eigen gemeente. Eersel moet het dan ook hebben van de werkgelegenheid in buurgemeenten. Het grootste deel, zo’n 21% van de werkzame beroepsbevolking, werkt in Eindhoven maar ook in Veldhoven en in Bladel is 12% werkzaam. Enkel vanuit Bladel komt een vergelijkbaar aantal forensen terug; vanuit Veldhoven en Eindhoven zijn dit er slechts vierhonderd.
Migratiestromen Migratiestromen betreffen de verhuisstromen tussen de gemeenten in Zuidoost-Brabant. In dit opzicht valt met name op dat Eersel niet georienteerd is op één gemeente. Naar Eindhoven, Veldhoven én Bladel vertrekken jaarlijks zo’n 80 migranten en komen er ook weer zoveel terug.
Sociaal-economisch klimaat Het aantal banen in Eersel is niet veel anders dan gemiddeld in de regio. Met 9.000 banen is zowel het totaal als het aantal per 1.000 inwoners niet opvallend. De gemeenten met een bovengemiddelde hoeveelheid banen per inwoner zijn onder andere de vier buurgemeenten van Eersel, te weten Eindhoven, Veldhoven, Oirschot en Bladel.
Voorzieningenstromen Tot slot zijn de voorzieningenstromen onderzocht. Deze betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Ook in dit opzicht blijkt dat Eersel gebruik maakt van faciliteiten van haar buurgemeenten. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. In Eersel wordt echter slechts zeventig procent van de uitgaven aan dagelijkse artikelen besteed in de eigen gemeente. Dit is het laagste percentage in de regio. Zo’n twaalf procent wordt uitgegeven in Veldhoven en zeven procent in Bladel. Vanuit Bladel wordt een vergelijkbaar percentage uitgegeven in Eersel. Opvallend is dat vanuit Bergeijk tegelijkertijd acht procent in Eersel wordt uitgegeven.
De sociaal economische positie van de bevolking van Eersel is goed. Het aantal niet-werkzamen ten opzichte van de totale beroepsbevolking is met 1% opmerkelijk laag en de verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden is eveneens positief. Het percentage van 18% gepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking is gemiddeld in de regio.
Ook niet-dagelijkse boodschappen worden weinig in Eersel weinig in de eigen gemeente gedaan, namelijk nog geen dertig procent. Ook hier worden de uitgaande koopstromen verdeeld over verschillende gemeenten. Vijfentwintig procent van de totale uitgaven aan nietdagelijkse artikelen wordt besteed in Eindhoven, negentien procent in Veldhoven en acht procent in Bladel. Door inwoners van Bladel en Bergeijk wordt zo’n vijf procent uitgegeven in Eersel. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Op een vijftal vlakken presteert de gemeente Eersel zeer goed in de regio. Dit zijn de sociale veiligheid, de woning en woonomgeving, de hoeveelheid groen buiten de bebouwde kom, de hoeveelheid culturele voorzieningen en de sociaal-economische positie van de bevolking. Tegelijkertijd zijn er ook een aantal zaken waarop Eersel ondergemiddeld presteert. Passend bij landelijke gemeenten is de bereikbaarheid niet erg goed, het aanbod medische voorzieningen beperkt en de bibliotheek ver van huis. Daarnaast is de hoeveelheid winkel- en horecavoorzieningen in de gemeente ondergemiddeld. In 2010 was tevens sprake van een slechte verkeersveiligheid. Het aantal banen in de gemeente Eersel is niet opvallend te noemen. Volgens de website van de VVV Zuidoost-Brabant zijn recreatievoorzieningen voldoende aanwezig in de gemeente, maar bezit Eersel geen voorziening op het gebied van sauna en beauty en weinig sportieve activiteiten. Ook is het aantal overnachtingslocaties in de gemeente Eersel gemiddeld, maar is er geen bungalowpark of particuliere vakantiewoning. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van de gemeente Eersel is beperkt. De dichtheid van wegen is laag en ook de afstand tot een hoofdverkeersweg schijnt groot te zijn. Wel loopt de A67 door de gemeente. De gemeente Eersel heeft geen eigen treinstation. De afstand tot het vliegveld is daarentegen niet groot. Dit is echter relatief geen veel gebruikt vervoersmiddel. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. De verkeersveiligheid in Eersel was in 2010 zowel volgens de provincie Noord-Brabant als de Elsevier slecht. De sociale veiligheid in Eersel wordt daarentegen positief beoordeeld.
Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving van Eersel zijn zeer goed. De gemiddelde woningwaarde is erg hoog en de woningdichtheid en het percentage huurwoningen zeer laag vergeleken met andere gemeenten in Zuidoost-Brabant. Wat betreft de bevolking is zowel de samenstelling ervan als de sociale samenhang tussen de inwoners door VROM bovengemiddeld beoordeeld voor de regio. Ten slotte is gekeken naar de hoeveelheid groen in de woonomgeving en valt op dat Eersel met ruim zes hectare veruit het meeste sportpark bezit. Tegerlijkertijd bezit Eersel na Eindhoven het meeste oppervlak aan park en plantsoen in de regio. Enkel ondergemiddeld beoordeeld voor de gemeente Eersel is de publieke ruimte door VROM. Hiervoor is gekeken of de publieke ruimte schoon, onderhouden en aantrekkelijk is en is onderzoek gedaan naar de architectonische kwaliteit, de verloedering en de milieuaspecten geluid en lucht. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Eersel ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Zoals vaker het geval is voor landelijke gemeenten, zijn de medische voorzieningen in Eersel erg ver van huis gelegen. De huisarts, apotheek en fysiotherapeut zijn gevestigd op gemiddeld meer dan anderhalve kilometer afstand van huis en ook het aantal tandartsen in de gemeente is volgens Elsevier zeer beperkt. Daarmee behoort Eersel tot de gemeenten met de slechste bereikbaarheid van medische voorzieningen in de regio. Wat betreft educatieve voorzieningen liggen de basisschool en middelbare school in Eersel op een gemiddelde afstand van de woning. De bibliotheek ligt echter erg ver weg met een gemiddelde afstand tot huis van meer dan drie kilometer. Wel bezit Eersel een vorm van speciaal basisonderwijs. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. Beide zijn slechter dan gemiddeld in de regio het geval is. Het oppervlak aan dagelijkse voorzieningen in de gemeente Eersel is gemiddeld voor de regio, maar de afstand tot de dichtstbijzijnde supermarkt is groot met meer dan een kilometer afstand tot huis. Met 18.000 vierkante meter aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen en zo’n 1.000 vierkante meter per 1.000 inwoners is ook het aanbod nietdagelijkse voorzieningen in Eersel beperkt. Horecavoorzieningen Ook de horecavoorzieningen in Eersel zijn beperkt. Een café, cafetaria en restaurant ligt gemiddeld op een kilometer van huis en daarmee verder weg dan gemiddeld in de gemeenten van Zuidoost-Brabant het geval is. Daarnaast is de hoeveelheid uitgaansgelegenheden lager dan in de regio gemiddeld het geval is en enkel passend voor een randstedelijke gemeente van Eindhoven. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom Wat betreft groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom behoort de gemeente Eersel tot de landelijke gemeenten met een grote hoeveel-
heid agrarisch terrein, bos en open terrein. Terwijl de hoeveelheid bos en open terrein net boven het gemiddelde van de regio ligt, is met name de hoeveelheid agrarisch terrein hoog in de gemeente Eersel. Culturele en recreatieve voorzieningen De culturele en recreatieve voorzieningen in Zuidoost-Brabant zijn bekeken aan de hand van de website van de VVV van de regio. Volgens deze gegevens is het cultureel aanbod in Eersel behoorlijk groot. De gemeente bezit drie musea, tien panden van historische architectuur en een theater. Op recreatief gebied ontbreekt in Eersel echter een voorziening voor sauna/beauty en is het aantal sportieve activiteiten relatief klein. De mogelijkheid bestaat dat dit te maken heeft met de mate van promotie van de gemeente via de website van de VVV. Tegelijkertijd bezit de gemeente volgens de website een recreatieplas én zwembad en drie zogenaamde attracties. Overnachtingslocaties Het totaal aantal overnachtingslocaties in Eersel is gemiddeld voor een landelijke gemeente en bovengemiddeld voor de regio. De verdeling van de overnachtingslocaties is echter niet gelijkmatig. Terwijl Eersel maar liefst dertien campings bezit, is er geen particuliere vakantiewoning of bungalowpark in de gemeente volgens de website van de VVV Zuidoost-Brabant. Het aantal hotels, B&B’s en groepsaccommodaties is gemiddeld. D. Conclusie De gemeente Eersel toont relaties met verschillende buurgemeenten. Zij is niet alleen op Eindhoven gericht, maar ook op Veldhoven, Bladel en in mindere mate Bergeijk. Verschillende faciliteiten in deze gemeenten worden benut door de inwoners van Eersel. Dat maakt echter dat Eersel niet een zodanig sterke band heeft met Eindhoven dat zij tot de sterke stedelijke invloedssfeer van deze gemeente behoort. Wat betreft de demografische krimp is het beeld van Eersel toch zeer stedelijk. Veranderingen in de leeftijds- en huishoudenssamenstelling zullen relatief beperkt zijn in de gemeente. Al betekent dat nog altijd dat het aantal senioren zal toenemen met 60% en het aantal alleenstaanden met 25%. Aansluitend wordt ook verwacht dat de gemeente in 2040 nog relatief jong zal zijn en weinig alleenstaanden zal huisvesten. Enkel het aantal samenwondenden zonder kinderen zal relatief flink toenemen met zo’n 10%. Prognoses over de bevolkingskrimp in Eersel lopen behoorlijk uiteen; de stijging van huishoudens tussen 2010 en 2040 wordt verwacht zo’n tien procent te zijn. Wat betreft specifieke kwaliteiten lijkt Eersel in een aantal opzichten juist aan te sluiten bij landelijke gemeenten. Zo is de bereikbaarheid niet erg goed, het aanbod medische voorzieningen beperkt en de bibliotheek ver van huis. Ook landelijk is de hoge sociale veiligheid, de grote mate aan groen buiten de bebouwde kom en het aanbod aan woningen. In feite zijn zowel de woning als woonomgeving zeer positief beoordeeld voor de gemeente Eersel. Verder is de hoeveelheid culturele voorieningen en de sociaal-economische positie van de bevolking in Eersel goed. Ondergemiddeld zijn dan weer de hoeveelheid winkel- en horecavoorzieningen in de gemeente en de verkeersveiligheid in 2010. Tot slot is in Eersel geen voorziening aanwezig op het gebied van sauna en beauty, geen bungalowpark en geen particuliere vakantiewoning.
Bevindingen voor de gemeente Geldrop-Mierlo De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten behoren tot ‘hun buurgemeenten’. Hiertoe behoort ook Geldrop-Mierlo. In het oosten, zuiden en westen van de regio blijven dan gemeenten over die niet tot beide begrippen behoren; zij worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
Dat betekent een afname van de bevolking jonger dan 65 jaar en een toename van het aantal senioren. Volgens Primos (2009) is de daling van het aantal 0 tot 14-jarigen en 15 tot 64-jarigen zo’n achttien procent. Het aantal 65-plussers in 2040 ten opzichte van 2010 wordt geschat op 183%, wat in de regio net iets meer dan het gemiddelde betekent. Het aantal 75-plussers daarentegen neemt minder dan het gemiddelde toe en wordt verwacht met een factor 2,3 te stijgen. Huishoudensveranderingen Ten slotte zijn ook de veranderingen wat betreft huishoudens volgens Primos (2009) niet extreem. Het aantal alleenstaande zal toenemen met 55%, iets meer dan gemiddeld. Het aantal samenwonenden (zowel met als zonder kinderen) zal afnemen met zo’n tien procent; dat is zeer gemiddeld. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Geldrop-Mierlo? De prognoses doen nog uiteenlopende voorspellingen over de gemeente Geldrop-Mierlo wat betreft de effecten van de bevolkingskrimp in de komende dertig jaar. In het algemeen lijken de gevolgen voor Geldrop-Mierlo redelijk gemiddeld te zijn wanneer de gemeente wordt vergeleken met andere gemeenten in de regio. Bevolkings- en huishoudenskrimp Primos (2009) verwacht dat de aanvang van de bevolkingskrimp zich voordoet in Geldrop-Mierlo tussen 2025 en 2030. Dit betekent dat de gemeente na de landelijk gemeenten in regio gaat krimpen en voordat de krimp toeslaat in de zes meest stedelijke gemeenten van de regio. Volgens het CBS (2009) en de Provincie Noord-Brabant (2008) gaat de krimp al vijf of tien jaar eerder inslaan. Volgens Primos (2009) en CBS (2009) zou dit betekenen dat het bevolkingsaantal in 2040 nagenoeg gelijk is aan dat in 2010; de Provincie Noord-Brabant verwacht een daling van het bevolkingsaantal. In het algemeen zal het aantal alleenstaanden in Nederland toenemen, waardoor de huishoudenskrimp later toeslaat dan de bevolkingskrimp. Dit geldt ook voor de regio Zuidoost-Brabant. Volgens Primos (2009) begint de huishoudenskrimp in Geldrop-Mierlo pas na 2040; volgens het CBS (2009) is deze al tussen 2030 en 2035 merkbaar. De verwachte toename in het aantal huishoudens varieert dan ook van zes tot vijftien procent tussen nu en 2040. Zeker is wel dat Geldrop-Mierlo niet hoort bij de randgemeenten die als eerste de huishoudenskrimp meemaken en het sterkste de gevolgen zullen voelen. Leeftijdsveranderingen De veranderingen in de leeftijd van de bevolking zullen in GeldropMierlo gemiddeld zijn vergeleken met andere gemeenten in de regio.
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Geldrop-Mierlo behoort dus tot de gemeenten met een sterke stedelijke invloedssfeer van de stad Eindhoven. Dit heeft te maken met het feit dat voor elk van de verschillende stromen geldt dat de stroom naar Eindhoven vergeleken met andere stromen in de regio relatief groot is. Het betekent niet dat er geen uitwisseling is met de stad Helmond, maar deze is duidelijk minder dan die met Eindhoven. Hieronder zijn de forensen-, migratie- en koopstromen kort toegelicht. Forensenstromen Het aantal mensen uit Geldrop-Mierlo dat werkt in de eigen gemeente is klein. Slechts 28% van de werkzame beroepsbevolking (4600 inwoners) werkt in Geldrop-Mierlo zelf. Enkel voor de gemeenten Waalre, Reusel-De Mierden en Nuenen c.a. is dit percentage lager. Het aantal personen dat in Eindhoven werkt is groter dan het aantal mensen dat in de eigen gemeente werkt, namelijk 5300 personen. Zij vormen 33% van de werkzame beroepsbevolking van Geldrop-Mierlo, wat betekent
dat in verhouding tot andere gemeenten in de regio veel mensen uit Geldrop-Mierlo naar Eindhoven reizen voor hun werk. Het verschijnsel dat er meer mensen in Eindhoven werken dan in de eigen gemeente is ook een kenmerk van Son en Breugel, Nuenen c.a., Veldhoven en Waalre en wijst op een sterke stedelijke invloedssfeer vanuit de stad. Vanuit Eindhoven komen er 1300 personen terug, waardoor cumulatief 4000 forensen naar Eindhoven gaan. Verder gaat ook naar Helmond een stroom van meer dan 1000 personen en komt een vergelijkbare stroom ook weer terug. Migratiestromen Ook de grootste stroom migranten is gericht op Eindhoven. Jaarlijks verhuizen zo’n 400 tot 500 inwoners van Geldrop-Mierlo naar Eindhoven en komen er zo’n 500 tot 600 terug. Cumulatief is de stroom dus gericht op Geldrop-Mierlo. Daarnaast kan worden geconcludeerd dat meer dan de helft van de migranten uit Geldrop-Mierlo naar Eindhoven verhuist. Dat betekent een relatief grote stroom. De stroom naar Helmond is zo’n 12% en bestaat uit ongeveer 200 inwoners per jaar. De stroom terug – van Helmond naar Geldrop-Mierlo – is jaarlijks net iets kleiner. Voorzieningenstromen Voor de voorzieningenstromen is gekeken naar dagelijkse en niet-dagelijkse koopstromen. Dagelijkse koopstromen zijn gericht op levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie. Deze artikelen worden in Geldrop-Mierlo vaak in de eigen gemeente gekocht: 91% van de uitgaven aan dagelijkse boodschappen wordt in de eigen gemeente besteed. Dat is een hoger percentage dan gemiddeld in de regio. Daarnaast wordt zeven procent van de uitgaven aan dagelijkse boodschappen door inwoners van Heeze-Leende eveneens in GeldropMierlo besteed. Het percentage niet-dagelijkse boodschappen dat in de eigen gemeente wordt gedaan is gemiddeld voor de regio Zuidoost-Brabant, namelijk 37% van de totale uitgaven aan niet-dagelijkse boodschappen. Een vergelijkbaar percentage van de uitgaven van de inwoners wordt in Eindhoven aan niet-dagelijkse artikelen besteed. Ook dit is een behoorlijke stroom in de regio. Daarnaast besteden ook in deze sector de inwoners van Heeze-Leende een behoorlijk aandeel van hun uitgaven aan nietdagelijkse boodschappen in Geldrop-Mierlo, namelijk elf procent. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Geldrop-Mierlo behoort tot de gemeenten rondom Eindhoven met een sterke stedelijke invloed. In haar kwaliteiten komt dit dan ook naar voren. Haar bereikbaarheid is goed en ook wat betreft medische, educatieve en recreatieve voorzienigen scoort Geldrop-Mierlo hoog. Daarnaast horen bij dit type gemeente kenmerken als een lage sociale veiligheid, een minder goede woonomgeving, weinig groen buiten de bebouwde kom en weinig overnachtingslocaties. Ook dit lijkt het geval te zijn in Geldrop-Mierlo. Daarnaast vallen ook een aantal zaken op in Geldrop-Mierlo die niet samenhangen met het type gemeente dat zij is. Terwijl zij veel banen heeft, is het aantal banen per 1.000 inwoners laag. Daarnaast zijn er weinig culturele voorzieningen aangegeven door de VVV van Zuidoost-Brabant, maar heeft de gemeente een grote hoeveelheid dagelijkse winkelvoorzieningen en is de samenstelling van en samenhang tussen de inwoners beter dan in stedelijke gebieden in het algemeen.
Bereikbaarheid In Geldrop-Mierlo ligt één treinstation. Vanuit Eindhoven en Helmond vertrekken meer treinen per uur, maar toch kan in Geldrop Mierlo de bereikbaarheid met het openbaar vervoer door de aanwezigheid van dit treinstation goed worden genoemd. Hetzelfde geldt voor de bereikbaarheid per auto. Deze is bekeken op basis van de dichtheid van wegen en de gemiddelde afstand tot een hoofdweg. De dichtheid van wegen is in het algemeen goed in de wat meer stedelijke gemeenten. Geldrop-Mierlo combineert dit met een redelijk korte afstand tot een hoofdweg. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Op basis van het aantal verkeersongevallen, verkeersdoden en ziekenhuisgewonden per 1000 inwoners is de verkeersveiligheid in Geldrop-Mierlo ten opzichte van de regio gemiddeld. De sociale veiligheid is in Geldrop-Mierlo niet zo goed. De twee steden in de regio worden het slechtst beoordeeld, maar ook enkele gemeenten in de stedelijke invloedssfeer worden niet zo positief beoordeeld, te weten Best, Waalre, Valkenswaard en ook Geldrop-Mierlo. Sociaal-economisch klimaat Geldrop-Mierlo zorgt voor bijna 14.000 banen. Daarmee is zij de vierde gemeente in de regio wat betreft de hoeveelheid banen in de gemeente. Omdat zij echter ook veel inwoners huisvest, behoort GeldropMierlo tegelijkertijd tot de vier gemeenten met de minste banen per 1.000 inwoners. Met 22% van haar banen in de zorg, vormt zij in deze sector een behoorlijke bron van werkgelegenheid in de regio. De sociaal-economische positie van de bevolking van Geldrop-Mierlo is gemiddeld. De gemeente heeft relatief weinig gepensioneerden, een redelijk hoge werkloosheid en een gemiddelde verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden. Wonen en woonomgeving De woonomgeving in Geldrop-Mierlo is behoorlijk stedelijk. Er is sprake van een hoge woningdichtheid, relatief veel huurwoningen en een lage woningwaarde. De extreemste waarden gelden voor Eindhoven en Helmond, maar Geldrop-Mierlo volgt hen snel op. Ook de hoeveelheid sportterrein per 10.000 inwoners is ondergemiddeld en daarmee redelijk stedelijk. De waardering van de publieke ruimte in GeldropMierlo is gemiddeld in de regio en daarmee eveneens vergelijkbaar met die van Eindhoven en Helmond. Verder is in Geldrop-Mierlo de samenstelling van de bevolking en de sociale samenhang gemiddeld, terwijl dit in beide steden een lage beoordeling krijgt. Deze steden bezitten daarentegen veel park en plantsoen en dit is in Geldrop-Mierlo weer ondergemiddeld. Demografie De demografie van Geldrop-Mierlo is voor de regio erg gemiddeld. Primos (2009) verwacht dat in 2040 veertien procent behoort tot de 0 tot 14-jarigen, dat ruim de helft van de bevolking 15 tot 64 jaar is en een derde 65 jaar of ouder. Het aantal 0 tot 14-jarigen is enigzins lager dan gemiddeld; de leeftijdsgroepen daarboven lijken weinig af te wijken van het gemiddelde. Ook het aantal 75-plussers, de hulpbehoevende senioren, is met zeventien procent ongeveer gemiddeld. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Geldrop-Mierlo ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Stedelijke gemeenten bezitten vaak voldoende medische en educatieve voorzieningen. Geldrop-Mierlo heeft dan ook een eigen ziekenhuis en gemiddeld een redelijk kleine afstand tot de huisarts en apotheek. Het aantal tandartsen is daarentegen ondergemiddeld en de afstand tot een fysiotherapeut gemiddeld. Kijkend naar educatie is het in Geldrop-Mierlo goed gesteld met de voorzieningen. Geldrop-Mierlo
heeft voldoende basisscholen en een bibliotheek op korte afstand van huis en bezit een vestiging van het voortgezet onderwijs. Daarnaast heeft zij ook aanvullende educatieve voorzieningen, zoals een school voor speciaal basisonderwijs en een voor het MBO. Winkelvoorzieningen Zes procent van het oppervlak aan dagelijkse winkelvoorzieningen in de regio Zuidoost-Brabant ligt in Geldrop-Mierlo. Dat is een behoorlijke hoeveelheid. Per 1.000 inwoners is er sprake van een gemiddelde oppervlakte. De afstand tot dagelijkse winkelvoorzieningen is relatief klein in de gemeente. Dit laatste geldt ook voor niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. De hoeveelheid vierkante meter hiervan is echter veel minder aanwezig in Geldrop-Mierlo. De totale hoeveelheid is gemiddeld, maar per 1.000 inwoners is het oppervlak in deze sector relatief klein. Horecavoorzieningen De afstand tot een café of cafetaria is in Geldrop-Mierlo relatief klein. Het aantal restaurants en uitgaansgelegenheden in Geldrop-Mierlo is daarentegen gemiddeld tot weinig. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom Passend bij een stedelijke gemeente heeft Geldrop-Mierlo relatief weinig groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom. Zowel de hoeveelheid bos en open terrein als agrarisch terrein is laag in de gemeente. Hetzelfde beeld kan worden geschetst voor de twee steden en de gemeenten in de sterke stedelijke invloedssfeer van Eindhoven. Culturele en recreatieve voorzieningen Geldrop-Mierlo heeft allerlei soorten recreatieve voorzieningen: een theater en/of bioscoop, een sauna en/of beautycenter, een zwembad en/of recreatieplas, een golfbaan en sportieve activiteiten. Op cultureel gebied wordt Geldrop-Mierlo niet zo goed gewaardeerd. Enkel één museum en twee panden van historische architectuur staan op de website van de VVV Zuidoost Brabant. Overnachtingslocaties De gemeenten rondom Eindhoven scoren niet zo goed wat betreft overnachtingslocaties. Ook voor Geldrop-Mierlo geldt dit. Zij bezit slechts negen voorzieningen om te overnachten: vier hotels, twee campings, een bungalowpark en twee groepsaccommodaties. D. Conclusie Geldrop-Mierlo behoort tot de zeven gemeenten rondom Eindhoven die te maken hebben met een sterke stedelijke invloedssfeer van de stad. De forensen-, migratie- en voorzieningenstromen naar Eindhoven zijn dan ook relatief groot. Daarnaast laat Geldrop-Mierlo veel kenmerken zien van een stedelijke gemeente. Voorbeelden zijn een goede beriekbaarheid en een goed voorzieningenniveau wat betreft medische, educatieve en recreatieve diensten, maar ook een lage sociale veiligheid, een minder goede woonomgeving, weinig groen buiten de bebouwde kom en weinig overnachtingslocaties. Opvallend zijn ook weinig culturele voorzieningen, een grote hoeveelheid dagelijkse voorzieningen en een goede samenstelling van en samenhang tussen de inwoners van de gemeente. Wat betreft de demografische krimp laten de prognoses nog verschillende verwachtingen zien. Het moment van aanvang van de bevolkingskrimp zal in de regio Zuidoost Brabant gemiddeld zijn en het inwoneraantal in 2040 wordt verwacht weinig te verschillen van het huidige aantal. Het aantal huishoudens zal toenemen met ongeveer tien procent tot 2040. De veranderingen in leeftijd en huishoudenssamenstelling zijn ten opzichte van de andere gemeenten niet opvallend.
Bevindingen voor de gemeente Gemert-Bakel De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. Gemert-Bakel behoort tot de randgemeenten van Helmond. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. Tegelijkertijd behoort Gemert-Bakel ook hiertoe. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
Huishoudensveranderingen Wat betreft huishoudensveranderingen zal in de regio met name het aantal alleenstaanden toenemen. Ook in Gemert-Bakel is dit het geval en zal het aantal alleenstaanden in 2040 met vijftig procent zijn toegenomen ten opzichte van 2010. Het aantal samenwonenden met kinderen neemt ondertussen af met elf procent, wat in verhouding tot andere gemeenten relatief een sterke daling is. Het aantal samenwonenden zonder kinderen blijft nagenoeg gelijk. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Gemert-Bakel? Bevolkings- en huishoudenskrimp Volgens de prognoses Primos (2009) en de Provincie Noord-Brabant (2008) zal de bevolkingskrimp beginnen in de landelijke gemeenten en afnemen in de richting van de steden. In Gemert-Bakel wordt verwacht dat de bevolkingskrimp begint tussen 2015 en 2020. Dat betekent dat nadat de krimp is begonnen in zo’n vijf andere gemeenten in de regio ook Gemert-Bakel zal gaan krimpen in bevolkingsaantal. In 2040 zal de bevolking met ongeveer vijf procent zijn afgenomen ten opzichte van 2010. Vanwege een algemene toename van het aantal alleenstaanden begint de huishoudenskrimp pas later in de gehele regio. Gemert-Bakel behoort tot de elf randgemeenten van beide steden die pas na 2040 in huishoudensaantal zullen gaan krimpen. Het aantal huishoudens in de gemeente zal in 2040 dan ook gegroeid zijn ten opzichte van nu met zo’n tien procent. Leeftijdsveranderingen Demografische krimp zorgt ook voor veranderingen in de leeftijdsverdeling van de bevolking. In Gemert-Bakel wordt verwacht dat het aantal 0-14 jarigen en 15-64 jarigen met bijna vijfentwintig procent zal afnemen. In de regio is dat net bovengemiddeld. Tegelijkertijd staat Gemert-Bakel een flinke vergrijzing te wachten. Het aantal 65-plussers zal tussen 2010 en 2040 toenemen met een factor 2,1 en het aantal 75-plussers met een factor 2,9. Dat betekent ruim een verdubbeling van het aantal senioren en bijna een verdriedubbeling van het aantal hulpbehoevende ouderen.
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Gemert-Bakel behoort tot de stedelijke invloedssfeer van Helmond. Zij is dan ook het sterkst georienteerd op deze stad. Verder zijn er verschillende stromen in de richting van Eindhoven en Deurne. Tegelijkertijd is Laarbeek enigzins georienteerd op Gemert-Bakel. De inwoners van Laarbeek halen hun boodschappen in Gemert-Bakel en ook de migratie gaat cumulatief van Laarbeek in de richting van Gemert-Bakel. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. In Gemert-Bakel werken relatief veel mensen in de eigen gemeente, namelijk zo’n veertig procent van de totale werkzame bevolking. Daarnaast valt vooral een stroom naar Helmond op van twaalf procent en een van negen procent naar Eindhoven. Dat betekent dat wat betreft forensenstromen Gemert-Bakel relatief op zichzelf staat en verder georienteerd is op de steden. Migratiestromen De migratiestromen laten een vergelijkbaar beeld zien als de forensenstromen. De grootste stroom migranten vertrekt naar Helmond en vervolgens eentje naar Eindhoven en ook Deurne. Naar Helmond vertrokken in 2009 ruim 130 mensen, wat zo’n 18% van de totale migranten betekent. Naar Eindhoven en Deurne was dit respectievelijk negen
en acht procent. Jaarlijkse komen ook vergelijkbare aantallen migranten terug naar Gemert-Bakel. Opvllend is verder dat vanuit Laarbeek jaarlijks meer migranten naar Gemert-Bakel gaan dan er terug komen. In 2009 waren het er cumulatief zestig die van Laarbeek naar GemertBakel vertrokken. Voorzieningenstromen Tot slot zijn de voorzieningenstromen onderzocht. Deze betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. Ook in Gemert-Bakel is dit het geval en wordt 87% van de uitgaven aan dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente besteed. De overige boodschappen worden gedaan in Deurne, Boekel en Helmond. De inwoners van Laarbeek doen daarnaast 9% van hun uitgaven aan dagelijkse boodschappen in Gemert-Bakel. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. In GemertBakel wordt 39% van de uitgaven aan niet-dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente gedaan; een gemiddeld percentage. De overige uitgaven worden het meeste gedaan in Helmond (namelijk 16%) maar ook in Deurne wordt 8% besteed. Laarbeek doet opnieuw haar boodschappen in Gemert-Bakel en besteedt aan niet-dagelijkse artikelen 7% van de totale uitgaven in Gemert-Bakel. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Volgens het onderzoek zijn enkele kenmerken van Gemert-Bakel overeenkomstig haar positie als landelijke gemeente. Hiertoe behoren een grote agrarische sector, een bovengemiddelde vergrijzing in 2040 en een relatief slechte bereikbaarheid. Zaken als de sociale veiligheid, de sociaal-economische positie van de bevolking en voorzieningen voor educatie en dagelijkse boodschappen zijn niet opvallend. Interessant is echter de grote hoeveelheid groen buiten de bebouwde kom en het ruime aanbod aan uitgaansgelegenheden, culturele voorzieningen en overnachtingslocaties. Aan de andere kant is er sprake van een ondergemiddelde status van medische voorzieningen en de woning en woonomgeving, en is per 1.000 inwoners het aantal banen en het oppervlak aan niet-dagelijkse voorzieningen laag. Ook bezit GemertBakel volgens de website van de VVV geen zwembad of recreatieplas en geen bungalowpark. Hieronder wordt elk van de besproken punten kort toegelicht. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van de gemeente Gemert-Bakel is ondergemiddeld in de regio. De gemeente bezit geen eigen treinstation. In de omliggende gemeenten Helmond en Deurne zijn deze er echter wel. Ook de dichtheid van de wegen in de gemeente in Gemert-Bakel is niet zeer slecht, maar wel ondergemiddeld. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Terwijl de Provincie Noord-Brabant een zeer laag aantal verkeersongevallen aangeeft per 1.000 inwoners in de gemeente Gemert-Bakel, waardeert de Elsevier de gemeente als ‘zeer slecht’ op basis van het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden per 1.000 inwoners. Over de verkeersveiligheid kan dan ook weinig worden gezegd. De sociale veiligheid in Gemert-Bakel is voor de regio vrij gemiddeld.
Sociaal-economisch klimaat Gemert-Bakel behoort tot de enkele landelijke gemeenten met meer dan 10.000 banen. Op regionaal niveau vallen dan ook twee sectoren op, namelijk de groot- en detailhandel en de zorg. Op gemeentelijk niveau valt vooral de grote hoeveelheid banen in de agrarische sector op, wat ook het geval is in Asten, Deurne, Someren en Reusel-De Mierden . Ten opzichte van het inwoneraantal is het aantal banen in Gemert-Bakel ondergemiddeld. De sociaal-economische positie van de bevolking is niet opvallend. Het percentage niet-werkzamen ten opzichte van de totale beroepsbevolking is iets bovengemiddeld en het percentage gepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking iets ondergemiddeld. Tot slot is de verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden wederom iets ondergemiddeld. Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving in Gemert-Bakel lijken net ondergemiddeld te zijn in de regio. Gekeken is naar drie aspecten, te weten de woning, de bevolking en de hoeveelheid groen in de woonomgeving. Wat betreft de woning heeft Gemert-Bakel met Cranendonck de laagste woningwaarde van de landelijke gemeenten. Daarnaast is het percentage huurwoning van 35% redelijk hoog. De woningdichtheid in Gemert-Bakel is passend bij haar landelijkheid. Daarnaast is de hoeveelheid groen in de woonomgeving gemeten door te kijken naar de hoeveelheid sportterrein, de hoeveelheid park en plantsoen en de beoordeling van de openbare ruimte door VROM. Dit laatste aspect is in Gemert-Bakel als gemiddeld beoordeeld. De hoeveelheid sportpark en park en plantsoen zijn echter redelijk laag vergeleken met de regio. Tot slot is gekeken naar de samenstelling van en de samenhang binnen de bevolking, waaruit blijkt dat in dit opzichte Gemert-Bakel opnieuw een gemiddelde positie inneemt in de regio. Demografie Terwijl de demografische krimp beschrijft in hoeverre de bevolking tussen nu en 2040 zal veranderen, is in dit onderdeel onderzocht hoe de samenstelling van de bevolking zal zijn in 2040. Gemert-Bakel vertoont geen opvallende cijfers op dit gebied. De vergrijzing is tegen die tijd slechts enigzins groter dan gemiddeld in de regio het geval is. In 2040 wordt verwacht dat 14% van de bevolking zich bevindt in de leeftijd van 0-14 jaar, 54% 15-65 jaar is en 32% ouders is dan 65 jaar. Daarnaast behoort 18% van de bevolking met 75 jaar of meer tot de hulpbehoevende ouderen. Ook de verdeling van huishoudens is niet zeer afwijkend. In Gemert-Bakel zullen relatief iets minder alleenstaanden en iets meer samenwonenden met kinderen wonen dan in andere gemeenten in de regio, namelijk respectievelijk 34% en 30%. Eveneens 30% bestaat uit samenwonenden zonder kinderen. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Gemert-Bakel ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Niet alle medische voorzieningen zijn op peil in Gemert-Bakel. De gemiddelde afstand tot de apotheek en de fysiotherapeut is gemiddeld voor de regio, maar de gemiddelde afstand van 1,4 km tot de huisarts is groot en het aantal tandartsen is laag. Ook de gemiddelde afstand tot de bibliotheek is met 2,1 km behoorlijk groot. Echter, naast voldoende basisscholen en middelbare scholen heeft Gemert-Bakel wel twee voorzieningen van het MBO en speciaal basisonderwijs. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. De dagelijkse winkelvoorzieningen laten niets opvallends zien, zowel wat betreft de gemiddelde afstand tot de supermarkt als de het oppervlak per 1.000 inwoners. Met 33.000 m2 niet-dagelijkse winkelvloeroppervlak behoort niet tot de gemeenten met veel of weinig niet-dagelijkse voorzieningen; het oppervlak per 1.000 inwoners is relatief laag voor niet-dagelijkse voorzieningen.
Horecavoorzieningen Ook de afstand tot horecavoorzieningen sluit aan op gemiddelde cijfers. De afstand tot een café, cafetaria en restaurant is gemiddeld maximaal één kilometer. De hoeveelheid uitgaansgelegenheden in de gemeente Gemert-Bakel is erg groot. Na Eindhoven en Helmond bezit deze gemeente de meeste uitgaansgelegenheden in de regio. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom De hoeveelheid groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom is erg groot in Gemert-Bakel. De gemeente heeft het grootste oppervlak aan agrarisch terrein in de regio. En ook wat betreft de hoeveelheid bos en open terrein behoort de gemeente Gemert-Bakel tot de drie groenste gemeenten van de regio. Culturele en recreatieve voorzieningen De culturele en recreatieve voorzieningen zijn onderzocht op basis van de informatie van de website van de VVV. Culturele voorzieningen zijn in Gemert-Bakel in grote mate aanwezig. De gemeente beschikt over vijf musea en veertien panden van historische architectuur. Wat betreft recreatieve voorzieningen geeft de website van de VVV aan dat er geen recreatieplas of zwembad is in de gemeente Gemert-Bakel, terwijl veertien andere gemeenten in de regio hier wel over beschikken. Aan de andere kant is de aanwezigheid van vier theaters of filmhuizen en twee voorzieningen op het gebied van sauna en beauty meer dan gemiddeld in de regio. Met drie attracties en zes sportieve activiteiten scoort Gemert-Bakel gemiddeld. Overnachtingslocaties Met in totaal 32 overnachtingslocaties bezit Gemert-Bakel een groot aanbod op het gebied van overnachtingen. Het aantal hotels, B&B’s, campings, particuliere vakantiewoningen en groepsaccommodaties is meer dan gemiddeld in de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. Het enige dat niet aanwezig is in Gemert-Bakel is een bungalowpark. Deze is wel te vinden in acht andere gemeenten in de regio . D. Conclusie Gemert-Bakel behoort tot de stedelijke invloedssfeer van Helmond. Zij is dan ook het sterkst georienteerd op deze stad. Verder zijn er verschillende stromen in de richting van Eindhoven en Deurne. Tegelijkertijd is Laarbeek enigzins georienteerd op Gemert-Bakel. De inwoners van Laarbeek halen hun boodschappen in Gemert-Bakel en ook de migratie gaat cumulatief van Laarbeek in de richting van Gemert-Bakel. De demografische krimp in Gemert-Bakel is niet extreem, maar wel degelijk aanwezig. Een daling van de bevolking wordt verwacht in GemertBakel tussen 2015 en 2020 en een daling van het aantal huishoudens pas na 2040. Het aantal huishoudens zal tot 2040 nog toenemen met ongeveer tien procent. Het aantal 0-65 jarigen zal tot die tijd afnemen met bijna vijfentwintig procent, het aantal 65-plussers zal verdubbelen en het aantal 75-plussers bijna verdriedubbelen. Dat resulteert in een iets bovengemiddelde vergrijzing. Het aantal alleenstaanden zal toenemen met vijftig procent en het aantal samenwonenden met kinderen zal relatief flink afnemen met elf procent, maar toch zal Gemert-Bakel in verhouding met andere gemeenten nog enigzins veel gezinnen en weinig alleenstaanden huisvesten. Gemert-Bakel bezit een erg veel groen buiten de bebouwde kom en een grote agrarische sector. Daarnaast is het aanbod aan uitgaansgelegenheden, culturele voorzieningen en overnachtingslocaties zeer uitgebreid. De medische voorzieningen, de bereikbaarheid en de woning en woonomgeving zijn echter ondergemiddeld, net als het aantal banen en oppervlak aan niet-dagelijkse voorzieningen per 1.000 inwoners. Tot slot bezit Gemert-Bakel volgens de website van de VVV geen zwembad of recreatieplas en geen bungalowpark.
Bevindingen voor de gemeente Heeze-Leende De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. Tot deze groep behoort de gemeente Heeze-Leende. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
Veranderingen in huishoudenssamenstelling Aansluitend op de veranderingen in de verdeling van leeftijden, wordt de grootste verandering in huishoudenssamenstelling verwacht bij de afname van samenwonenden met kinderen. Tussen 2010 en 2040 wordt verwacht dat deze groep afneemt met 25% waardoor in 2040 nog slechts 24% van de bevolking bestaat uit samenwonenden met kinderen. De overige getallen zijn niet opvallend. De toename van het aantal alleenstaanden wordt verwacht 36% te zijn en het aantal samenwonenden zonder kinderen zal met zo’n zes procent afnemen. In 2040 zal ongeveer 34% alleenstaand zijn en 33% samenwonend zonder kinderen. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Heeze-Leende? Bevolkings- en huishoudenskrimp De demografische krimp is bekeken op basis van de prognoses Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). Elk van deze prognoses geeft aan dat de krimp van de bevolking in Heeze-Leende al is ingetreden of dit zal gebeuren vóór 2015. De verwachte bevolkingskrimp tussen 2010 en 2040 is zo’n vier tot veertien procent. Daarmee behoort zij tot de eerst en sterkst krimpende gemeenten in de regio. De huishoudenskrimp in de regio begint pas later door de zogenaamde huishoudensverdunning. In Heeze-Leende wordt deze verwacht tussen 2035 en 2040. Terwijl zij hiermee niet behoort tot de snelst krimpende gemeenten van de regio, is de huishoudenstoename tussen 2010 en 2040 wel beperkt met slechts drie tot zes procent. Veranderingen in leeftijdssamenstelling Ook de ontgroening in Heeze-Leende wordt verwacht groot te zijn. De afname van aantal 0 tot 14-jarigen wordt geschat op 33% tussen 2010 en 2040 en die van het aantal 15 tot 64-jarigen op 30%. Daarmee behoort Heeze-Leende tot de gemeenten met de sterkst verwachte afname van deze bevolkingsgroepen in de regio. Volgens de prognose bezit Heeze-Leende in 2040 dan ook de minste 0 tot 14-jarigen van regio met slechts 13% van de inwoners in deze categorie en ook maar 51% 15 tot 64-jarigen. De toename van het aantal ouderen valt relatief mee. Met een toename van het aantal 65-plussers met factor 1,7 en het aantal 75-plussers met een factor 2,2 tussen 2010 en 2040 is de vergrijzing in Heeze-Leende beperkt voor landelijke gemeenten en gemiddeld in de regio. Toch zal Heeze-Leende in 2040 na Cranendonck en Bergeijk het hoogste percentage senioren hebben met 36% 65-plussers (en 21% 75-plussers).
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Heeze-Leende heeft te maken met een stedelijke invloedssfeer van Eindhoven. Wat betreft forensen, migranten en niet-dagelijkse aankopen is zij dan ook het meest georienteerd op Eindhoven. Daarnaast bestaat een zekere band met Geldrop-Mierlo. De stromen Heeze-Leende in of uit zijn niet opvallend groot; daarmee ligt Heeze-Leende enigzins geisoleerd in de regio. Hieronder is per stroom een korte beschrijving gegeven van de positie van Heeze-Leende in de regio Zuidoost-Brabant. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. In Heeze-Leende werkt 30% van de werkzame beroepsbevolking in de eigen gemeente. Dat is geen opvallend getal. Wel opvallend is dat zo’n 26% van de werkzame beroepsbevolking werkzaam is in de gemeente Eindhoven. Dit is immers een behoorlijke forensenstroom die duidt op zo’n 1600 mensen. Slechts 300 man komt terug vanuit Eindhoven om in Heeze-Leende te werken. Gezien de grote werkgelegenheid in Eindhoven is het logisch dat de cumulatieve stroom in deze richting gaat; echter is 300 man relatief weinig.
Migratiestromen Migratiestromen betreffen de verhuisstromen tussen de gemeenten in Zuidoost-Brabant. Opnieuw is de grootste stroom gericht op de gemeente Eindhoven. Jaarlijks verhuizen een kleine honderd inwoners van Heeze-Leende naar Eindhoven en komen er zo’n 15 inwoners minder terug van Eindhoven naar Heeze-Leende. Dat betekent dat cumulatief een forensenstroom in de richting van Eindhoven gaat. Tegelijkertijd gaat er ook een cumulatieve stroom van zo’n 15 inwoners van Geldrop-Mierlo naar Heeze-Leende. Hiervoor geldt dat zo’n 60-70 inwoners per jaar van Geldrop-Mierlo naar Heeze-Leende verhuizen, terwijl er ongeveer vijftien inwoners per jaar minder terugkomen. Voorzieningenstromen Tot slot zijn de voorzieningenstromen onderzocht. Deze betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. In Heeze-Leende wordt ongeveer 78% van de uitgaven aan dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente besteedt. Dat is relatief weinig. Daarnaast is er één grote stroom de gemeente uit, namelijk een van 7% van de totale uitgaven in de richting van GeldropMierlo. Andere gemeenten doen niet meer dan 1% van hun dagelijkse boodschappen in Heeze-Leende. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. Opnieuw is de hoeveelheid aankopen die in de eigen gemeente gedaan worden klein voor Heeze-Leende, namelijk nog geen dertig procent. Een vergelijkbaar percentage wordt besteed in de gemeente Eindhoven. Daarnaast wordt zo’n 10% van de uitgaven aan niet-dagelijkse boodschappen in Geldrop-Mierlo en Valkenswaard besteed en wordt opnieuw niet meer dan 1% door andere gemeenten in Heeze-Leende uitgegeven. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. In een aantal opzichten zijn de kwaliteiten van Heeze-Leende passend bij haar landelijkheid. Zo is de sociale veiligheid in Heeze-Leende zeer goed en ook het aanbod groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom zeer ruim. Tegelijkertijd hoort hier bij een grote mate van landelijkheid dat de gemeente weinig banen aanbiedt en de enkele medische en educatieve voorzieningen ver van huis liggen. Daarnaast vallen een aantal andere aspecten op. De woning en woonomgeving in HeezeLeende kunnen als zeer goed worden beoordeeld. De publieke ruimte wordt daarentegen als zeer slecht beoordeeld. Ten slotte is het aanbod niet-dagelijkse winkelvoorzieningen, horeca- en recreatievoorzieningen en panden van historische architectuur laag. De bereikbaarheid, verkeersveiligheid, dagelijkse winkelvoorzieningen, overnachtingslocaties en de sociaal-economische positie van de bevolking laten geen opvallende zaken zien. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van Heeze-Leende is passend bij haar landelijkheid. Zij bezit een treinstation in de kern Heeze, die net als andere treinstations buiten de steden een relatief laag aantal treinen per uur telt. De dichtheid van wegen in kilometer per vierkante kilometer is in HeezeLeende lager dan in elke andere gemeente in de regio en de afstand tot een hoofdweg is relatief groot. Daarentegen zijn er twee snelwegen die door of langs de gemeentegrenzen van Heeze-Leende lopen. Al met al kan over een gemiddelde bereikbaarheid worden gesproken voor een landelijke gemeente.
Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. De verkeersveiligheid in Heeze-Leende is gemiddeld voor de regio. De sociale veiligheid is daarentegen zeer goed; net als het geval is in vijf andere landelijke gemeenten. Sociaal-economisch klimaat Heeze-Leende bezit een zeer beperkt aantal banen. Na Reusel-De Mierden en Waalre bezit zij de minste banen in de regio en ook per 1.000 inwoners behoort zij tot de vier gemeenten met het kleinste aanbod. Daarmee zullen de inwoners van Heeze-Leende georienteerd moeten zijn op andere gemeente in de regio wat betreft werkgelegenheid. De sociaal-economische positie van de bevolking in Heeze-Leende is gemeten aan de hand van drie aspecten. Het percentage gepensioneerden is erg hoog en ook het aantal niet-werkzamen is bovengemiddeld. Tegelijkertijd is de verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden zeer positief. Al met al is de sociaal-economisch positie van de bevolking daarmee niet goed of slecht te noemen. Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving van Heeze-Leende zijn erg goed. Na Oirschot is de gemiddelde woningwaarde in Heeze-Leende het hoogste in de regio en tegelijkertijd bezit zij de laagste woningdichtheid van alle gemeenten in Zuidoost-Brabant. Het aanbod van 27% huurwoningen is niet opvallend. Wat betreft de bevolking is zowel de samenstelling ervan als de sociale samenhang tussen de inwoners positief beoordeeld door VROM. Ten slotte is gekeken naar de hoeveelheid groen in de woonomgeving en valt op dat Heeze-Leende na Eersel het meeste sportpark bezit. Zoals passend bij een landelijke gemeente is de hoeveelheid park en plantsoen niet erg hoog, maar tegelijkertijd ook niet zeer laag. Enkel zeer slecht beoordeeld voor de gemeente HeezeLeende is de publieke ruimte door VROM. Hiervoor is gekeken of de publieke ruimte schoon, onderhouden en aantrekkelijk is en is onderzoek gedaan naar de architectonische kwaliteit, de verloedering en de milieuaspecten geluid en lucht. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Heeze-Leende ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Zoals vaker het geval is voor landelijke gemeenten, zijn de medische en educatieve voorzieningen niet allemaal op korte afstand van huis. Alle medische voorzieningen zijn op gemiddeld meer dan een kilometer afstand van huis. Vooral de gemiddelde afstand tot de huisarts van 1,7 kilometer is erg groot, maar ook de afstand tot de fysiotherapeut is bovengemiddeld. De apotheek en tandarts laten gemiddelde resultaten zien. Wat betreft educatie valt vooral op dat het voortgezet onderwijs in Heeze-Leende gemiddeld het verst weg ligt van huis in de regio met ruim zeven kilometer afstand van de woning. De afstand tot de dichtstbijzijnde basisschool en bibliotheek zijn gemiddeld en er is zelfs een vorm van speciaal onderwijs aanwezig. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. Wat betreft dagelijkse voorzieningen vertoont HeezeLeende geen opvallende getallen. Zowel het aanbod per 1.000 inwoners als de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde supermarkt is gemiddeld in de regio. Het oppervlak aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen in Heeze-Leende is daarentegen na dat van Waalre het laagst in de regio. Ook per 1.000 inwoners behoort Heeze-Leende tot de zes gemeenten met het minste aanbod aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. De niet-dagelijkse winkelvoorzieningen kunnen daarmee als ondergemiddeld worden beoordeeld. Horecavoorzieningen Café’s zijn in Heeze-Leende op korte afstand van huis te vinden, na-
melijk gemiddeld 700 meter van huis. Met de overige horecavoorzieningen is het aanbod minder dan gemiddeld in de regio. Het aantal uitgaansgelegenheden is lager dan dat voor landelijke gemeenten en de afstand tot een cafetaria of restaurant is relatief groot. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom Met ruim vijfduizend hectare bos en open terrein bezit Heeze-Leende het grootste aanbod aan groenvoorzieningen op dit gebied.Met eveneens een hoeveelheid agrarisch gebied die passend is bij een landelijke gemeente – en daarmee bovengemiddeld is in de regio – zijn de groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom van Heeze-Leende zeer goed te noemen. Culturele en recreatieve voorzieningen De culturele en recreatieve voorzieningen in Heeze-Leende zijn bekeken aan de hand van de website van de VVV van Zuidoost-Brabant. Op cultureel gebied bezit Heeze-Leende twee musea, een theater en twee panden van historische architectuur. Enkel dit laatste aspect is duidelijk ondergemiddeld in de regio. De mogelijkheid bestaat dat dit te maken heeft met de mate van promotie van de gemeente via de website van de VVV. Het aantal recreatieve voorzieningen dat is genoemd op de website is relatief laag. Slechts twee attracties, één sportieve activiteit en geen zwembad, recreatieplas of voorziening voor sauna en/of beauty worden genoemd. Overnachtingslocaties Het aantal overnachtingslocaties in Heeze-Leende is gemiddeld in de regio en goed verspreid over de verschillende typen voorziening. De gemeente bezit 22 overnachtingslocaties, waaronder acht campings, vijf groepsaccommodaties, vier B&B’s, drie hotels, één particuliere vakantiewoning en een bungalowpark. D. Conclusie Heeze-Leende heeft te maken met een stedelijke invloedssfeer van Eindhoven. Wat betreft forensen, migranten en niet-dagelijkse aankopen is zij dan ook het meest georienteerd op Eindhoven. Daarnaast bestaat een zekere band met Geldrop-Mierlo. De stromen Heeze-Leende in of uit zijn niet opvallend groot; daarmee ligt Heeze-Leende enigzins geisoleerd in de regio. De gevolgen van de demografische krimp worden verwacht in HeezeLeende goed te merken te zijn. De bevolkingskrimp is al ingetreden of dit zal gebeuren vóór 2015; de huishoudenskrimp zal tussen 2035 en 2040 kunnen worden verwacht. De bevolking zal in 2040 zijn afgenomen met ongeveer tien procent en de huishoudens met vijf. HeezeLeende zal vooral te maken hebben met een sterke ontgroening. De bevolking tot 65 jaar neemt behoorlijk af en hetzelfde geldt voor het aantal samenwonenden met kinderen. De vergrijzing is niet opvallend, maar in 2040 zal het percentage senioren in Heeze-Leende wel degelijk erg groot zijn. Ook wat betreft kwaliteiten bezit Heeze-Leende een aantal kenmerken van een landelijke gemeente. Zo is de sociale veiligheid in Heeze-Leende zeer goed en ook het aanbod groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom zeer ruim. Tegelijkertijd hoort hier bij een grote mate van landelijkheid dat de gemeente weinig banen aanbiedt en de enkele medische en educatieve voorzieningen ver van huis liggen. Daarnaast vallen een aantal andere aspecten op. De woning en woonomgeving in Heeze-Leende kunnen als zeer goed worden beoordeeld. De publieke ruimte wordt daarentegen als zeer slecht beoordeeld. Ten slotte is het aanbod niet-dagelijkse winkelvoorzieningen, horeca- en recreatievoorzieningen en panden van historische architectuur in de gemeente laag.
Bevindingen voor de gemeente Helmond De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten behoren tot ‘hun buurgemeenten’. In het oosten, zuiden en westen van de regio blijven dan gemeenten over die niet tot beide begrippen behoren; zij worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
toename veel groter. Verder vindt er een lichte daling plaats van samenwonenden zonder kinderen en een lichte stijging van het aantal samenwonenden met kinderen. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter de gemeenten, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Helmond? Bevolkings- en huishoudenskrimp In 2040 zal het aantal inwoners zijn gestegen met 7% ten opzichte van 2010. Ook Eindhoven en enkele buurgemeenten van de steden laten een stijging zien van het aantal inwoners; in de randgemeenten verwacht men een daling. Tussen 2035 en 2040 wordt verwacht dat de bevolking van Helmond zal beginnen te krimpen. Enkel voor de drie gemeenten ten noorden van Eindhoven geldt een latere aanvang van de bevolkingskrimp. Ook het aantal huishoudens in Helmond zal tussen 2035 en 2040 gaan krimpen, net als in Eindhoven het geval is. De buurgemeenten van de steden zullen echter nog geen huishoudenskrimp laten zien voor 2040. Leeftijdsveranderingen Door de demografische krimp zal ook de leeftijdsverdeling van de bevolking veranderen. Echter, dit geldt vooral voor de randgemeenten. Richting de steden zullen steeds minder veranderingen worden waargenomen. Zo blijft het aantal inwoners jonger dan 14 jaar en de beroepsbevolking van 15 tot 64 jaar in Helmond nagenoeg gelijk, terwijl deze groep aan de randen van de regio afneemt. De vergrijzing zal in alle gemeenten van de regio gaan plaatsvinden, maar opnieuw in de steden en buurgemeenten het minst. In Helmond zal het aantal 75+ers, de hulpbehoevende ouderen, in 2040 zijn verdubbeld. Toch is enkel in Eindhoven, Son en Breugel, en Waalre deze stijging kleiner. Het aantal 65+ers in Helmond zal met 73% stijgen; meer dan in Eindhoven en vijf van haar buurgemeenten. Huishoudensveranderingen Ook de verandering in huishoudens zal in de steden relatief klein zijn. Door vergrijzing en individualisering neemt in het Nederland het aantal alleenstaanden flink toe. In Helmond resulteert dit slechts in een toename van 26%. Met name in een aantal buurgemeenten is deze
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. Veel inwoners uit Helmond werken in de eigen gemeente, namelijk bijna 50%. Enkel in Eindhoven werken relatief meer mensen in de eigen gemeente. Slechts één grote forensenstroom gaat Helmond uit. Zo’n 6200 inwoners van Helmond zijn werkzaam in Eindhoven, terwijl er slechts 1600 mensen vanuit Eindhoven naar Helmond komen voor hun baan. Verder komen er veel inwoners van buurgemeenten naar Helmond toe voor hun werk: tien tot twintig procent van de inwoners van elk van de vijf gemeenten in de stedelijke invloedssfeer van Helmond zijn werkzaam in Helmond. Migratiestromen Wat betreft de migratiestromen geldt een vergelijkbaar beeld. De vijf gemeenten rondom Helmond zijn wederom georienteerd op deze stad. Van de verhuizende inwoners uit deze gemeenten vertrekt tien tot twintig procent naar de gemeente Helmond. Ook van Helmond naar deze gemeenten vertrekt een vergelijkbaar aantal mensen. Ook de verhuisbewegingen van en naar Eindhoven zijn gelijk aan elkaar en hebben een grootte van zo’n 450 man. Opvallend is dat cumulatief in 2009 ruim zestig mensen meer zijn vertrokken vanuit Laarbeek naar Helmond en Gemert-Bakel dan er zijn teruggekomen. Voorzieningenstromen De voorzieningenstromen betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Omdat dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de dro-
gisterij of parfumerie, nog veelal dichtbij huis worden gedaan, zijn er weinig grote koopstromen van of naar Helmond te ontdekken. De inwoners van Helmond besteden 88% van hun uitgaven aan dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente; een hoog percentage dat echter voor veel gemeenten in de regio geldt. De grootste externe koopstroom komt vanuit Laarbeek, waar de inwoners 7% van de bestedingen aan dagelijkse boodschappen uitgeven in Helmond. Niet-dagelijkse boodschappen daarentegen worden vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. Inwoners van Helmond doen relatief weinig niet-dagelijkse boodschappen in een andere gemeente. De interne koopstroom van de stad is dan ook 62%, een percentage enkel kleiner dan de interne koopstroom van Eindhoven. De vijf gemeenten rondom Helmond doen meer dan 10% van hun nietdagelijkse boodschappen in Helmond. Veruit de grootste koopstroom is afkomstig van de gemeente Laarbeek en heeft een grootte van iets meer dan 30% van de totale uitgaven. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente in te spelen op eigen specifieke kwaliteiten. Gekeken is naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Veel kwaliteiten van Helmond hebben te maken met haar functie als stad in de regio. Voorbeelden hiervan zijn een goede bereikbaarheid, veel banen, veel parken, goede medische en educatieve voorzieningen en veel winkel-, horeca- en recreatieve voorzieningen. Ook een lage scores voor de groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom, de sociale veiligheid, de woonomgeving en de bevolking op sociaal-economisch vlak sluiten hierbij aan. Een jonge bevolking is eveneens passend bij een stedelijk gebied. Een aantal kenmerken van Helmond zijn echter opvallend te noemen. Hieronder valt de hoge verkeersveiligheid en het beperkte aantal culturele voorzieningen en overnachtingslocaties. Ook het feit dat in 2040 veel gezinnen met kinderen worden verwacht, is niet gerelateerd als haar positie als stad. Hieronder wordt per specifieke kwaliteit een korte toelichting gegeven. Bereikbaarheid Helmond heeft de beste bereikbaarheid in de regio. Allereerst bezit Helmond vier treinstations en is het aantal treinen per uur hoog in beide steden. Daarnaast is ook de bereikbaarheid per auto erg goed. Een hoge dichtheid van wegen wordt gecombineerd met een kleine afstand tot het wegennetwerk. Enkel voor vliegverkeer moet men naar Eindhoven. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Wat betreft verkeersveiligheid behoort Helmond opnieuw tot de gemeenten met het meest positieve resultaat. Het aantal verkeersongevallen, verkeersdoden en ziekenhuisgewonden per 1000 inwoners was in 2010 erg laag. Wat betreft de sociale veiligheid ontstaat echter een heel ander beeld. Na Eindhoven is Helmond de minst veilige gemeente in de regio. Sociaal-economisch klimaat Met zo’n 43.000 banen, na Eindhoven de meeste in de regio, vormt Helmond een duidelijke bron van werkgelegenheid. Het aantal banen per inwoner is gemiddeld in Helmond en ook wat betreft de verdeling per sector valt niets in het bijzonder op. Wat betreft de bevolking is het sociaal-economisch klimaat in Helmond, net als in Eindhoven, niet goed. De werkloosheid is hoog en ook de verhouding tussen uitkeringsgerechtigden en hoge inkomens schept een negatief beeld. Wonen en woonomgeving Wat betreft wonen heeft Helmond een slechte positie in de regio. De gemiddelde woningwaarde is in Helmond lager dan in iedere andere gemeente in Zuidoost Brabant. Wat betreft de woningdichtheid en de verhouding huur/koop neemt enkel Eindhoven een slechtere positie in. Hetzelfde geldt voor de samenstelling van de bevolking. De sociale
cohesie in de wijk en de hoeveelheid sportterrein per 1000 inwoners is in Helmond slechter dan gemiddeld. Enkel wat betreft de publieke ruimte geldt voor beide steden een gemiddeld oordeel en wat betreft de hoeveelheid park een bovengemiddelde waardering. Demografie Vergeleken met andere gemeenten in de regio zal Helmond in 2040 weinig senioren en alleenstaanden huisvesten. Relatief veel inwoners daarentegen zijn in de leeftijd van 0 tot 14 jaar en behoren tot een gezin met kinderen. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Helmond ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Met de medische voorzieningen in Helmond is het goed gesteld. Er is een ziekenhuis te vinden en de huisarts, fysiotherapeut en apotheek zijn gemiddeld op korte afstand van huis te vinden. Enkel de afstand tot de tandarts is relatief groot. Verder bezit Helmond alle vormen van onderwijs op goede afstand van huis met uitzondering van een universiteit. Winkelvoorzieningen Winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. Voor dagelijkse boodschappen beschikt Helmond samen met Eindhoven over de beste voorzieningen met meer dan 320m2 vloeroppervlak per inwoner op 600 tot 700 meter van huis. Voor niet-dagelijkse boodschappen is het winkeloppervlak per inwoner gemiddeld. In absolute aantallen heeft Helmond echter na Eindhoven het grootste vloeroppervlak, waardoor het een interessante winkelgemeente vormt. Horecavoorzieningen Wat betreft horecavoorzieningen kan een vergelijkbare conclusie worden getrokken als bij de niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Na Eindhoven heeft Helmond de meeste horecavoorzieningen, maar per 10.000 inwoners is dit aantal gemiddeld. Toch zal de stad hiermee een trekker vormen voor de omliggende gemeenten. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom Kijkend naar de groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom is de regio grofweg in te delen in twee groepen. Enerzijds zijn er de steden en hun buurgemeenten met relatief weinig groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom en anderzijds de randgemeenten met veel groen. Helmond behoort tot de eerste groep en beschikt over minder dan 1000 hectare bos en open natuurlijk terrein en zo’n 1500 hectare agrarisch terrein. Ook door de Elsevier wordt de waardering van het landschap in Helmond laag beoordeeld. Culturele en recreatieve voorzieningen Wat betreft culturele voorzieningen is gekeken naar het aantal musea en de hoeveelheid historische architectuur. Met slechts twee musea en vier panden van historische architectuur presteert Helmond ondergemiddeld. Wat betreft recreatieve voorzieningen daarentegen scoort zij na Eindhoven het beste met minstens één theater of bioscoop, recreatieplas of zwembad, sauna, skihal, golfbaan en sportieve activiteit. Overnachtingslocaties
Overnachtingslocaties heeft Helmond zeer weinig. De stad heeft slechts twee hotels, twee B&B’s en één camping. Een vergelijkbaar beeld geldt voor de gemeenten in de stedelijke invloedssfeer van Eindhoven, terwijl Eindhoven met negentien hotels en negen B&B’s als stedelijk gebied toch redelijk goed scoort. D. Conclusie Helmond vormt de tweede stad in de regio Zuidoost Brabant. Zij vormt de kern van de zes oostelijk gelegen gemeenten van de regio, waartoe
behalve de stad zelf ook Laarbeek, Gemert-Bakel, Deurne, Asten en Someren behoren. Tegelijkertijd is zij ook georienteerd op de gemeente Eindhoven. Helmond zal de komende jaren relatief met weinig demografische veranderingen te maken hebben. Enkel het aantal senioren zal flink toenemen, wat resulteert in een verdubbeling van het aantal 75+ers. Als gevolg hiervan moet ook rekening worden gehouden met een toename van het aantal alleenstaanden. Daarnaast wordt verwacht dat de demografische krimp tussen 2035 en 2040 haar intrede zal doen in de stad. Helmond bezit als stad veel voorzieningen die interessant kunnen zijn voor mensen van buiten de gemeente. Tegelijkertijd zijn er ook punten waarop de gemeente relatief slecht scoort, zoals sociale veiligheid, woning en woonomgeving, het aantal culturele voorzieningen en het aantal overnachtingslocaties. Een laatste kenmerk van de gemeente Helmond is dat zij vergeleken met de andere gemeenten in de regio Zuidoost Brabant veel gezinnen met kinderen huisvest.
Bevindingen voor de gemeente Laarbeek De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. Laarbeek behoort tot de randgemeenten van Helmond. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. Op sommige gebieden behoort Laarbeek ook tot deze groep. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant
te andere gemeenten in de regio het geval is. Het aantal 65-plussers zal toenemen met factor 1,8 en het aantal 75-plussers met factor 2,4. Ondanks dat dit een flinke stijging is, is het een lager percentage dan gemiddeld in de regio het geldt. Hetzelfde geldt voor de verwachting dat in 2040 30% van de bevolking 65-plussers is en 17% 75-plusser. Kortom, de ontgroening en vergrijzing in Laarbeek zijn relatief beperkt. Veranderingen in huishoudenssamenstelling Veranderingen in de huishoudenssamenstelling naar aanleiding van de krimp zijn daarentegen niet kleiner dan gemiddeld in de regio. Met name opvallens is een behoorlijk stijging van het aantal alleenstaanden, met 55% tussen 2010 en 2040, en een sterke daling van het aantal samenwonenden zonder kinderen van 12%. Het aantal samenwonenden met kinderen daalt niet opvallend met 12%. Het resultaat in 2040 is dat er toch relatief weinig alleenstaanden wonen vergeleken met de regio, namelijk zo’n 33%, en juist veel samenwonenden met kinderen (30%). Het aantal samenwonden zonder kinderen wordt dan geschat op 29%. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Laarbeek? Bevolkings- en huishoudenskrimp De demografische krimp is bekeken op basis van de prognoses Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). In het algemeen verwachten zij dat de landelijke gemeenten als eerst zullen gaan krimpen en de stedelijke gemeenten pas later en minder sterk met demografische krimp te maken zullen hebben. Terwijl Primos en de Provincie Noord-Brabant verwachten dat Laarbeek gaat krimpen tussen 2015 en 2020, verwacht het CBS dat dit pas zal gebeuren na 2040. Dit is een groot verschil en heeft ook gevolgen voor de verwachte grootte van de krimp. De eerste twee prognoses verwachten een daling van minstens vijf procent, terwijl het CBS verwacht dat de bevolking nog met vier procent zal stijgen. Beide percentages zijn echter niet opvallend ten opzichte van de andere gemeenten in de regio. Krimp wat betreft huishoudens begint over het algemeen pas later vanwege de gezinsverdunning in Nederland. Voor Laarbeek zijn de prognoses het er dan ook over eens dat deze krimp pas na 2040 zal beginnen en negen tot dertien procent zal zijn. Daarmee behoort Laarbeek tot de laatst krimpende gemeenten wat betreft het aantal huishoudens, maar groeit zij minder in huishoudensaantal dan gemiddeld in de regio het geval is. Veranderingen in leeftijdssamenstelling Demografische krimp heeft ook gevolgen voor de leeftijdssamenstelling van de bevolking in een gemeente. Grote veranderingen zullen opnieuw vooral in landelijke gemeentes te merken zijn en minder in het stedelijk gebied. In Laarbeek vallen de veranderingen mee, wat duidt op stedelijke kenmerken. Verwacht wordt dat het aantal 0 tot 14-jarigen en 15 tot 64-jarigen zal afnemen met het gemiddelde percentage van ongeveer twintig procent. In 2040 zal dit betekenen dat Laarbeek een groter aandeel van beide bevolkingsgroepen heeft dan in de mees-
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Laarbeek heeft te maken met de stedelijke invloedssfeer vanuit Helmond. Vergeleken met de andere gemeenten rondom Helmond, is de invloedssfeer in Laarbeek het sterkst. De grootste stroom in de richting van Helmond is steeds weer afkomstig van Laarbeek. Daarnaast heeft Laarbeek op kleinere schaal vooral een band met de gemeenten Gemert-Bakel en Eindhoven. Laarbeek maakt wat betreft werkgelegenheid en winkelvoorzieningen veel gebruik van de faciliteiten van omliggende gemeenten en is niet zozeer zelf een bron van deze voorzieningen voor andere gemeenten in de regio. Hieronder worden de drie verschillende stromen één voor één beschreven.
Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. In Laarbeek werken bijna 3000 inwoners in de eigen gemeente, wat duidt op een percentage van 29% van de totale werkzame bevolking van Laarbeek. Dit is een laag percentage vergeleken met de rest van de regio. De grootste stroom forensen gaat naar Helmond, namelijk zo’n 1900 mensen (20%). Dit is ook voor Helmond de grootste stroom de gemeente in. Tegelijkertijd komen 700 inwoners van Helmond naar Laarbeek om te werken. De overige stromen vanuit Laarbeek gaan naar Eindhoven (1200 mensen) en Gemert-Bakel (400 mensen). Vanuit Gemert-Bakel komt een vergelijkbaar aantal terug naar Laarbeek; vanuit Eindhoven slechts 100 mensen. Migratiestromen Migratiestromen betreffen de verhuisstromen tussen de gemeenten in Zuidoost-Brabant. Ook wat betreft migratiestromen gaat de grootste stroom Laarbeek uit naar Helmond en is dit eveneens de grootste stroom die Helmond in gaat. Deze betreft zo’n 160 verhuizenden per jaar. Ook van Helmond naar Laarbeek gaat zo’n zelfde stroom. Naar Eindhoven is deze wisseling van verhuizenden zo’n 60 mensen groot. De laatste twee jaar bestaat de migratiestroom van Laarbeek naar Gemert-Bakel uit zo’n 110 mensen, terwijl de stroom in tegengestelde richting slechts zo’n 40 verhuizenden beslaat. Cumulatief gaat daarmee de migratiestroom van Laarbeek naar Gemert-Bakel. Voorzieningenstromen Tot slot zijn de voorzieningenstromen onderzocht. Deze betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. In Laarbeek gebeurt dit relatief weinig en wordt slechts 77% van de uitgaven aan dagelijkse winkelvoorzieningen in Laarbeek zelf besteed. Grote koopstromen vanuit Laarbeek gaan naar GemertBakel en Helmond, van respectievelijk negen en zeven procent van de totale uitgaven. Voor Helmond is dit wederom de grootste stroom de gemeente in. Helmond zelf geeft 3% van de totale uitgaven aan dagelijkse boodschappen uit in Laarbeek; verder besteedt geen gemeente in de regio meer dan 1% van de uitgaven in Laarbeek. Ook niet-dagelijkse boodschappen worden in Laarbeek weinig in de eigen gemeente gedaan, namelijk slechts 27%. De overige uitgaven worden verspreid over een aantal gemeenten: 32% wordt besteed in Helmond, 15% in Eindhoven, 7% in Gemert-Bakel en 5% in Nuenen c.a. Wederom is dit de grootste koopstroom Helmond in en is de enige koopstroom van meer dan 1% die in Laarbeek wordt besteed afkomstig van Helmond. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Laarbeek bezit zowel stedelijke als landelijke kwaliteiten en kenmerken. De grote sociale veiligheid in Laarbeek duidt op een kwaliteit van landelijke gemeenten, terwijl de goede educatieve voorzieningen enigzins stedelijk aandoen. Ook de beperkte hoeveelheid bos en open terrein is passend bij stedelijke gemeenten en het kleine aanbod aan overnachtingslocaties hoort bij randstedelijke gemeenten in ZuidoostBrabant. Het aantal uitgaansgelegenheden bevindt zich tussen een landelijk en stedelijk aanbod en ook de woning en woonomgeving verwijzen naar beide typen. Verder zijn er een aantal kwaliteiten die los staan van deze verdeling, zoals een goede bereikbaarheid van de horecavoorzieningen en een goede sociaal-economische positie van de
bevolking. Tegelijkertijd is het aantal banen in de gemeente gering en is ook het aanbod aan culturele, recreatieve en winkelvoorzieningen klein. De bereikbaarheid, verkeersveiligheid en medische voorzieningen laten niets opvallends zien. Bereikbaarheid De gemeente Laarbeek bezit geen eigen treinstation, maar moet gebruik maken van de treinstations in de gemeente Helmond. Ook loopt er geen snelweg door of langs de gemeente. De dichtheid van wegen in kilometer per vierkante kilometer is daarentegen zodanig hoog dat deze passend is voor de stedelijke gemeenten in de regio. En ook de afstand tot een hoofdverkeersweg is relatief klein. Al met al kan de bereikbaarheid niet goed of slecht worden genoemd. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. De verkeersveiligheid in Laarbeek is gemiddeld in de regio. De sociale veiligheid is daarentegen zeer goed; een kwaliteit die enkel bij landelijke gemeenten voorkomt. Sociaal-economisch klimaat Laarbeek bezit zo’n 7.500 banen. Na Reusel-De Mierden betekent dit het laagste aantal banen per 1.000 inwoners. In de regio vormt Laarbeek dan ook niet een bron van werkgelegenheid in een van de sectoren, maar moeten haar inwoners juist gebruik maken van werkgelegenheid in andere gemeenten. De sociaal economische positie van de bevolking van Laarbeek is goed. Het aantal niet-werkzamen ten opzichte van de totale beroepsbevolking is met 2% behoorlijk laag en ook het percentage gepensioneerden is ondergemiddeld in de regio. De verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden is gemiddeld vergeleken met andere gemeenten in de regio. Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving van Laarbeek zijn niet erg opvallend. De gemiddelde woningdichtheid, de gemiddelde woningwaarde en het percentage huurwoningen in Laarbeek sluiten aan bij de waarden hiervan in de overige randgemeenten van Helmond. Dat betekent dat de woningdichtheid laag is, het percentage huurwoningen net bovengemiddeld en de gemiddelde woningwaarde ondergemiddeld met een waarde van minder dan 300.000 euro. De beoordeling van de publieke ruimte door VROM is zeer goed en ook is park en plantsoen ruimschoots aanwezig. Dit laatste is passend bij stedelijke gemeenten. De hoeveelheid sportpark in de gemeente is echter relatief laag. Tot slot is de bevolking van Laarbeek beoordeeld op samenhang en samenstelling door VROM. In beide opzichten scoorde Laarbeek gemiddeld, wat een kenmerk is van landelijke gemeenten. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Laarbeek ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen De medische voorzieningen in Laarbeek zijn niet opvallend. De afstand tot huisarts en fysiotherapeut is gemiddeld in de regio en ook het aantal tandartsen is door Elsevier als gemiddeld beoordeeld. De apotheek is in Laarbeek redelijk dichtbij huis. De educatieve voorzieningen zijn redelijk goed in Laarbeek. Terwijl de afstand tot de basisschool gemiddeld is, is die naar de middelbare school en bibliotheek relatief klein. Daarnaast bezit Laarbeek een ROC op het gebied van educatie. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. Beide zijn in Laarbeek slechter dan gemiddeld in de regio het geval is. De afstand tot een supermarkt laat geen opmerkelijke getallen zien, maar het oppervlak aan dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners is erg laag. Ook wat betreft de hoeveelheid niet-
dagelijkse winkelvoorzieningen behoort Laarbeek tot de regionale gemeenten met het minste oppervlak, zowel in totaal als per 1.000 inwoners. Horecavoorzieningen De horecavoorzieningen in Laarbeek zijn goed bereikbaar. Café’s, cafetaria’s en restaurants liggen op maximaal 700 meter van huis, wat duidt op een korte afstand tot deze voorzieningen. De dertien uitgaansgelegenheden in Laarbeek zijn er veel voor randstedelijke gemeenten, maar weinig voor landelijke gemeenten. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom Het oppervlak aan agrarisch terrein in Laarbeek is gemiddeld voor een gemeente in Zuidoost-Brabant en daarmee groter dan passend bij stedelijke gemeenten. De hoeveelheid bos en open terrein in Laarbeek is echter zeer beperkt, wat dan wel weer passend is voor stedelijke gemeenten. Culturele en recreatieve voorzieningen De culturele en recreatieve voorzieningen in Laarbeek zijn bekeken aan de hand van de website van de VVV van Zuidoost-Brabant. Volgens deze gegevens is het aanbod aan culturele en recreatieve voorzieningen in de gemeente Laarbeek zeer beperkt. Er worden zeven panden van historische architectuur genoemd, wat relatief veel is. Daarnaast is er één museum te vinden en vier sportieve activiteiten. Een theater of bioscoop, zwembad of recreatieplas, attractie of voorziening op het gebied van sauna of beauty is niet aanwezig in de gemeente volgens de website. Overnachtingslocaties Ook het aantal overnachtingslocaties in Laarbeek is erg laag. Enkel de aanwezigheid van drie hotels duidt op een gemiddeld aantal voorzieningen. Twee campings, één B&B, één particuliere vakantiewoning en geen groepsaccommodatie of bungalowpark zorgen voor een zeer beperkt aanbod. Dit is enkel ook het geval in Helmond en de randstedelijke gemeenten. D. Conclusie Laarbeek heeft te maken met de stedelijke invloedssfeer vanuit Helmond. Vergeleken met de andere gemeenten rondom Helmond, is de invloedssfeer in Laarbeek het sterkst. Dat maakt een enigzins stedelijke indruk. Daarnaast heeft Laarbeek op kleinere schaal vooral een band met de gemeenten Gemert-Bakel en Eindhoven. Laarbeek maakt wat betreft werkgelegenheid en winkelvoorzieningen veel gebruik van de faciliteiten van omliggende gemeenten en is niet zozeer zelf een bron van deze voorzieningen voor andere gemeenten in de regio. De prognoses wat betreft bevolkingskrimp lopen sterk uiteen. Wat betreft huishoudenskrimp is dit niet het geval en verwacht wordt dat de huishoudens met zo’n 10% stijgen tussen 2010 en 2040. De ontgroening en vergrijzing in Laarbeek zal relatief meevallen en Laarbeek zal in 2040 nog relatief een jonge gemeente zijn. Ook dit doet stedelijk aan. Toch betekent dit dat het aantal 65-plussers zal toenemen met factor 1,8 en het aantal inwoners jonger dan 65 jaar met 20% zal dalen. Veranderingen in de huishoudenssamenstelling worden wel verwacht. Met name opvallend is een stijging van alleenstaanden tussen 2010 en 2040 van 55% en het feit dat in 2040 toch relatief weinig alleenstaanden en veel samenwonenden met kinderen in de gemeente zullen wonen, vergeleken met andere gemeenten in de regio. Tot slot bezit Laarbeek zowel stedelijke als landelijke kwaliteiten en kenmerken. De grote sociale veiligheid in Laarbeek duidt op een kwaliteit van landelijke gemeenten, terwijl de goede educatieve voorzieningen enigzins stedelijk aandoen. Ook de beperkte hoeveelheid bos en open terrein is passend bij stedelijke gemeenten en het kleine aanbod aan overnachtingslocaties hoort bij randstedelijke gemeenten in Zuidoost-Brabant. Het aantal uitgaansgelegenheden bevindt zich tussen een landelijk en stedelijk aanbod en ook de woning en woonomgeving verwijzen naar beide typen. Verder zijn er een aantal kwaliteiten die
los staan van deze verdeling, zoals een goede bereikbaarheid van de horecavoorzieningen en een goede sociaal-economische positie van de bevolking. Tegelijkertijd is het aantal banen in de gemeente gering en is ook het aanbod aan culturele, recreatieve en winkelvoorzieningen klein. De bereikbaarheid, verkeersveiligheid en medische voorzieningen laten niets opvallends zien.
Bevindingen voor de gemeente Nuenen c.a. De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeente Nuenen c.a. behoort tot de randgemeenten van zowel Eindhoven als Helmond, maar is vooral georienteerd op Eindhoven. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
gemiddeld is. Het aantal 0 tot 14-jarigen zal relatief weinig zijn en het aantal 65-plussers veel. Daarnaast wordt verwacht dat Nuenen c.a. te maken zal hebben met de sterkste toename van het aantal alleenstaanden in de regio tussen 2010 en 2040 van bijna tachtig procent. Het percentage alleenstaanden in 2040 in Nuenen c.a. ten opzichte van de totale bevolking zal daarmee iets meer dan gemiddeld zijn in de regio met zo’n 38%. Het aantal samenwondenden met en zonder kinderen zal zo’n 5% afnemen en in 2040 iets ondergemiddeld zijn met respectievelijk 26% en 29%. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Nuenen c.a.? Bevolkings- en huishoudenskrimp De demografische krimp is bekeken op basis van de prognoses Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). Primos en de Provincie Noord-Brabant verwachten dat het aantal inwoners in 2040 ongeveer vergelijkbaar zal zijn met het aantal op dit moment. Volgens de provincie neemt het inwoneraantal toe tot 2025 en daarna weer af; volgens Primos schommelt het bevolkingsaantal rond eenzelfde waarde. Het CBS verwacht dat de bevolking tot 2040 enkel zal toenemen en de bevolking in 2040 dan ook met 12% zal zijn gegroeid ten opzichte van 2010. Dit sluit aan bij het feit dat met name de landelijke gemeenten in de regio zullen gaan krimpen. Krimp van het aantal huishoudens begint in het algemeen pas later door het proces van gezinsverdunning. Ook in Nuenen c.a. is dit het geval en zal pas na 2040 de huishoudenskrimp beginnen. De groei van het aantal huishoudens wordt geschat op 17 tot 19 procent tussen 2010 en 2040. Ook dit zijn gegevens die passen bij het stedelijk gebied. Veranderingen in leeftijd- en huishoudenssamenstelling Terwijl de afname van het aantal huishoudens en inwoners relatief laag is en daarmee passend is bij het stedelijk gebied van de regio, zijn de veranderingen in leeftijd in Nuenen c.a. behoorlijk en doet de gemeente daarmee enigzins landelijk aan. Het aantal 0 tot 14-jarigen wordt verwacht af te nemen met negentien procent en het aantal 15 tot 64-jarigen met zeventien procent. Dit is gemiddeld voor de regio, maar een sterke verandering voor het stedelijk gebied. Hetzelfde geldt voor een toename van het aantal 65-plussers met 82%. Het aantal 75-plussers zal zelfs stijgen met factor 2,9. Voor de leeftijdsverdeling in 2040 betekent dit dat het aantal 15 tot 64-jarigen niet veel anders dan
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Nuenen c.a. behoort tot de randstedelijke gemeenten van Eindhoven en heeft dan ook een zeer sterke orientatie op deze stad. De stroom naar Eindhoven is veelal vergelijkbaar met de stroom die in de eigen gemeente blijft. Terwijl Nuenen c.a. ook buurgemeente is van Helmond, is de band met deze gemeente veel minder sterk. Deze is zelfs vergelijkbaar met de band die Nuenen c.a. heeft met haar andere buurgemeenten. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. In Nuenen c.a. werkt 23% van de werkzame beroepsbevolking in de eigen gemeente. Dat is na Waalre het laagste percentage in de regio. Meer mensen vertrekken naar Eindhoven om te werken: dit zijn 3400 inwoners die zo’n 35% van de werkzame beroepsbevolking vormen. Vanuit Eindhoven komen slechts 1000 mensen terug om te werken in Nuenen c.a. Naar Helmond vertrekken slechts 400 inwoners van Nuenen c.a. voor hun werk.
Migratiestromen Migratiestromen betreffen de verhuisstromen tussen de gemeenten in Zuidoost-Brabant. De grootste uitwisseling van migranten vindt opnieuw plaats met de gemeente Eindhoven. Jaarlijks verhuizen er in beide richtingen bijna 300 personen. Daarnaast vindt vooral uitwisseling plaats met de gemeenten Helmond en Geldrop-Mierlo. Wat betreft deze stromen verlaten de laatste jaren meer mensen de gemeente Nuenen c.a. om te verhuizen naar een van beide gemeenten dan dat er terug komen. Van Nuenen c.a. naar Helmond verhuizen tussen 2006 en 2009 jaarlijks bijna negentig mensen en komen er ruim vijftig terug; van Nuenen c.a. naar Geldrop-Mierlo verhuizen tussen 2006 en 2009 jaarlijks ruim zestig mensen en komen er ruim veertig terug. Voorzieningenstromen Tot slot zijn de voorzieningenstromen onderzocht. Deze betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. Ook in Nuenen c.a. is dit het geval en wordt bijna negentig procent van de uitgaven aan dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente besteed. De overige boodschappen worden vooral in Eindhoven gedaan. Vanuit Laarbeek wordt 4% van de uitgaven besteed in Nuenen c.a. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. Met zo’n veertig procent van de uitgaven besteed in de eigen gemeente laat Nuenen c.a. geen opvallende getallen zien. Bijna net zoveel uitgaven, 35% van het totaal, wordt besteed in Eindhoven. Verder wordt 4% besteed in Helmond en gebeurt 5% van de uitgaven van Laarbeek in Nuenen c.a. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Nuenen c.a. is geen opvallende randstedelijke gemeente. Haar medische en educatieve basisvoorzieningen zijn goed bereikbaarheid, er zijn voldoende winkelvoorzieningen en er is sprake van een goede woonomgeving. Daarnaast is de verhouding tussen hoge inkomen en uitkeringsgerechtigden zeer positief. Aan de andere kant toont Nuenen c.a. ook de negatieve aspecten van de randgemeenten, zoals weinig uitgaansgelegenheden en overnachtingslocaties, en weinig groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom. Verder is de afstand tot de supermarkt in Nuenen c.a. relatief groot en het aanbod culturele en recreatieve voorzieningen ondergemiddeld. Wat betreft de bereikbaarheid, sociale veiligheid, sociaal economisch klimaat en de afstand tot cafetaria en restaurants in Nuenen c.a. zijn geen opvallende zaken te zien. Wel opvallend is dat de bronnen het oneens zijn over de verkeersveiligheid in de gemeente en Nuenen c.a. bijzonder veel banen in de sector ‘overige zakelijke dienstverlening’ bezit. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van Nuenen c.a. is gemiddeld in de regio. Nuenen c.a. heeft geen treinstation, maar is wel buurgemeente van drie gemeenten die in het bezit zijn minstens één treinstation. Daarnaast is de dichtheid van wegen redelijk hoog, maar is Nuenen c.a. niet direct verbonden met bijvoorbeeld de A2, A50 of A67. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. De sociale veiligheid in Nuenen c.a. is door verschilende bronnen aangegeven als gemiddeld vergeleken met andere gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. De verkeersveiligheid
in 2010 is echter door de Provincie Noord-Brabant bovengemiddeld beoordeeld in de regio, maar door Elsevier beoordeeld als zeer matig. Sociaal-economisch klimaat Volgens de Provincie Noord-Brabant (2010) bezit Nuenen c.a. ongeveer 10.000 banen; dat zijn er zo’n 450 per 1.000 inwoners. Dat betekent dat zowel het totaal aantal banen in Nuenen c.a. als het aantal banen per 1.000 inwoners opnieuw gemiddeld is vergeleken met andere gemeenten in de regio. Opvallend is dat Nuenen c.a. relatief erg veel banen in de sector ‘overige zakelijke dienstverlening’ bezit. Daarnaast is gekeken naar de sociaal-economische positie van de bevolking. Ook het percentage niet-werkzamen ten opzichte van de totale beroepsbevolking en het percentage gepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking laat geen opvallende getallen zien. De verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden is in Nuenen c.a. echter zeer positief. Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving in Nuenen c.a. zijn goed. Drie factoren die zijn meegenomen in het bepalen van dit oordeel zijn de woningtypen, de bevolking en de hoeveelheid groen in de openbare ruimte. Wat betreft de woningtypen is de gemiddelde woningwaarde hoog en het percentage huurwoningen in de gemeente laag. De woningdichtheid in Nuenen c.a. is gemiddeld vergeleken met de regio. De bevolking is zowel op samenstelling als op samenhang zeer positief beoordeeld door VROM. Kijkend naar de hoeveelheid groen in de openbare ruimte, bezit Nuenen c.a. een gemiddelde hoeveelheid park & plantsoen en sportterrein ten opzichte van het aantal inwoners. De publieke ruimte is daarnaast erg hoog volgens VROM. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Nuenen c.a. ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Wat betreft medische en educatieve voorzieningen bezit Nuenen c.a. geen grootschalige voorzieningen, zoals een ziekenhuis, MBO, hogeschool of speciaal onderwijs. De basisvoorzieningen zijn in Nuenen c.a. echter altijd op relatief korte afstand van huis te vinden. De afstand tot de huisartsenpraktijk, apotheek, fysiotherapeut, basisschool, middelbare school en bibliotheek is kleiner dan gemiddeld het geval is in de regio. Daarnaast is ook het aantal tandartsen door Elsevier als zeer positief beoordeeld. Deze goed bereikbare basisvoorzieningen zijn een kenmerk van het stedelijk gebied in Zuidoost-Brabant. Winkelvoorzieningen Winkelvoorzieningen zijn in Nuenen c.a. ruim voldoende aanwezig. Het oppervlak per 1.000 inwoners van zowel dagelijkse als niet-dagelijkse is hoger dan gemiddeld het geval is in de regio. Enkel de gemiddelde afstand tot een supermarkt is relatief groot in Nuenen c.a. Mogelijk heeft dit te maken met centralisatie van de voorzieningen. Horecavoorzieningen Nuenen c.a. bezit weinig uitgaansgelegenheden en het café ligt gemiddeld ver van huis. Dit is een algemeen kenmerk van de randgemeenten van Eindhoven. De gemiddelde afstand tot een cafetaria of restaurant is daarentegen gemiddeld voor de regio. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom Net als geldt voor de andere stedelijke gemeenten bezit Nuenen c.a. weinig groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom. Het aantal hectare grond van zowel agrarisch terrein als bos en open terrein is erg laag. Culturele en recreatieve voorzieningen Culturele en recreatieve voorzieningen zijn bekeken aan de hand van de VVV website van Zuidoost-Brabant. Deze weergeeft mogelijk niet
alle aanwezige voorzieningen; gebrek aan een voorziening duidt dan ook op promotie in plaats van bezit. Wat betreft cultuur geeft de website aan dat Nuenen c.a. één museum, één theater en vijf panden van historische architectuur bezit. De recreatieve voorzieningen bestaan uit een zwembad en strandbad, twee attracties en drie sportieve activiteiten. Dat betekent dat Nuenen c.a. enkel een voorziening mist op het gebied van sauna en beauty. Echter voor elk van de voorzieningen op cultureel en recreatief gebied (met uitzondering van het bezit een zwembad én strandbad) geldt dat het aanbod gemiddelde in de regio groter is dan dat in Nuenen c.a. Overnachtingslocaties Nuenen c.a. bezit na Waalre, Son en Breugel en Helmond het minste aantal overnachtingslocaties in de regio. In totaal zijn het er zes. Deze bestaan uit twee hotels en vier B&B’s. Een camping, bungalowpark, particuliere vakantiewoning of groepsaccommodatie is niet aanwezig in de gemeente. Ook dit is een kenmerk van het stedelijk gebied. D. Conclusie Nuenen c.a. behoort tot de randstedelijke gemeenten van Eindhoven en heeft dan ook een zeer sterke orientatie op deze stad. De stroom naar Eindhoven is veelal vergelijkbaar met de stroom die in de eigen gemeente blijft. Terwijl Nuenen c.a. ook buurgemeente is van Helmond, is de band met deze gemeente veel minder sterk. Deze is zelfs vergelijkbaar met de band die Nuenen c.a. heeft met haar andere buurgemeenten. Nuenen c.a. is geen opvallende randstedelijke gemeente. Haar medische en educatieve basisvoorzieningen zijn goed bereikbaarheid, er zijn voldoende winkelvoorzieningen en er is sprake van een goede woonomgeving. Daarnaast is de verhouding tussen hoge inkomen en uitkeringsgerechtigden zeer positief. Aan de andere kant toont Nuenen c.a. ook de negatieve aspecten van de randgemeenten, zoals weinig uitgaansgelegenheden en overnachtingslocaties, en weinig groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom. Verder is de afstand tot de supermarkt in Nuenen c.a. relatief groot en het aanbod culturele en recreatieve voorzieningen ondergemiddeld. Opvallend is dat de bronnen het oneens zijn over de verkeersveiligheid in de gemeente en Nuenen c.a. bijzonder veel banen in de sector ‘overige zakelijke dienstverlening’ bezit. Nuenen c.a. kan tot 2040 nog een toename van huishoudens verwachten van bijna twintig procent. Het inwoneraantal tot die tijd stijgt of blijft gelijk. Tegelijekrtijd zijn de veranderingen in leeftijd groot. Het aantal 0 tot 64-jarigen zal met 15% tot 20% afnemen, terwijl het aantal 65-plussers bijna verdubbeld en het aantal 75-plussers bijna verdriedubbeld. Ook het aantal alleenstaanden zal met 80% toenemen tussen 2010 en 2040. Dit resulteert in 2040 in een ietwat grijzere gemeente dan gemiddeld het geval is in de regio.
Bevindingen voor de gemeente Someren De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. Someren behoort tot de randgemeenten van Helmond. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. Tegelijkertijd behoort Someren ook hiertoe. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
verwacht tussen 2010 en 2040 toe te nemen met 67% en het aantal samenwonenden met kinderen af te nemen met 13%. Het aantal alleenstaanden zonder kind blijft nagenoeg gelijk. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Someren? Bevolkings- en huishoudenskrimp Volgens de prognoses Primos (2009) en de Provincie Noord-Brabant (2008) zal de bevolkingskrimp beginnen in de landelijke gemeenten en afnemen in de richting van de steden. In Someren wordt verwacht dat de bevolkingskrimp begint tussen 2025 en 2030. Dat is relatief laat voor landelijke gemeenten, maar gemiddeld in de regio. De afname van de bevolking tussen 2010 en 2040 wordt geschat op maximaal 6%; een gemiddeld percentage voor de landelijke gemeenten. De huishoudenskrimp begint later in de gehele regio door een toename in het aantal alleenstaanden. Someren behoort tot de elf randgemeenten van beide steden die pas na 2040 in huishoudensaantal zullen gaan krimpen. Tot 2040 zal het aantal huishoudens nog toenemen met dertien procent. Leeftijdsveranderingen Ook veranderingen in de leeftijdssamenstelling van de bevolking worden verwacht het kleinst te zijn in de steden en naar de randen van de regio, waar Someren toe behoort, steeds groter te worden. Het aantal 0-14 jarigen zal tussen 2010 en 2040 afnemen met 29% en het aantal 15-64 jarigen met 26%. Tegelijkertijd is de toename van het aantal senioren groot. Het aantal 65-plussers wordt verwacht te verdubbelen en het aantal 75-plussers (hulpbehoevende ouderen) zelfs toe te nemen met een factor 2,7. Huishoudensveranderingen Tot slot vinden door demografische krimp ook veranderingen plaats in de samenstelling van de huishoudens in de gemeente. Ook die worden verwacht in Someren groot te zijn. Het aantal alleenstaanden wordt
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Someren behoort tot de stedelijke invloedssfeer van Helmond. Tegelijkertijd heeft Someren veel uitwisseling met de gemeente Asten. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. Het aantal mensen uit Someren dat werkt in de eigen gemeente is gemiddeld. De 3000 inwoners die werken in Someren zelf vormen 39% van haar werkzame beroepsbevolking. Daarnaast werkt zowel in Helmond als in Asten 11%. Uit Asten komt een vergelijkbaar aantal mensen terug naar Someren om te werken. Migratiestromen Vanuit Someren verhuizen de meeste mensen naar Helmond, Asten of Eindhoven. In 2009 verhuisden 80 mensen naar Helmond, wat duidt op zo’n 18% van het totaal aantal migranten. Voor Asten en Eindhoven was dit respectievelijk 13% en 9%. Vergelijkbare aantallen komen terug om vanuit deze gemeenten in Someren te gaan wonen. Voorzieningenstromen De voorzieningenstromen betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Someren blijkt vooral georienteerd op Asten. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. In Someren wordt 79% van de uitgaven in eigen gemeente gedaan; iets minder dan men gemiddeld in de eigen gemeente besteed. Vanuit Someren worden behoorlijk wat bood-
schappen gedaan in Asten, namelijk 14% van de totale uitgaven. Vanuit Asten wordt 7% in Someren aan dagelijkse boodschappen besteed. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. In Someren wordt 40% van de uitgaven aan niet-dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente gedaan; een gemiddeld percentage. De overige uitgaven worden het meeste gedaan in de buurgemeente Asten (namelijk 15%) maar ook in Helmond en Eindhoven wordt meer dan 10% besteed. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. Volgens het onderzoek zijn enkele kenmerken van Someren overeenkomstig haar positie als landelijke gemeente. Hiertoe behoren een grote agrarische sector, een sterke vergrijzing in 2040, een relatief slechte bereikbaarheid, weinig banen, en vooral medische en educatieve basisvoorzieningen. Zaken als de woning en woonomgeving, de horecavoorzieningen en de huishoudensverdeling in 2040 zijn niet opvallend. Interessant is echter de goede sociale veiligheid, de vele recreatieve voorzieningen, de goede sociaal-economische positie van de bevolking en het relatief grote oppervlak niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Aan de andere kant is er tevens sprake van weinig dagelijke winkelvoorzieningen, weinig musea en overnachtingslocaties en een relatief slechte verkeersveiligheid. Hieronder wordt elk van de besproken punten kort toegelicht. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van de gemeente Someren is ondergemiddeld in de regio. De gemeente bezit geen eigen treinstation. In de omliggende gemeenten Helmond, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leend en Cranendonck zijn deze er echter wel. Ook de dichtheid van de wegen in de gemeente in Someren is niet zeer slecht, maar wel ondergemiddeld. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. De verkeersveiligheid in Someren is slecht. Het aantal verkeersongevallen per 1.000 inwoners in 2010 was hoog volgens de Provincie Noord-Brabant en ook de Elsevier beoordeeld de verkeersveiligheid als zeer slecht. De sociale veiligheid in Someren is daarentegen duidelijk positief beoordeeld door de Elsevier, VROM en de AD Misdaadmeter. Sociaal-economisch klimaat Landelijke gemeenten hebben vaak weinig banen. Someren heeft dan ook minder dan 10.000 banen. Per duizend inwoners is het aantal banen ondergemiddeld, maar niet zeer laag. Someren bezit geen werkgelegenheidssector die op regionaal niveau opvalt. Na Reusel-De Mierden bezit Someren wel de meeste banen in de agrarische sector ten opzichte van haar totaal aantal banen, namelijk zo’n 14%. Naast deze twee gemeenten behoren ook Asten, Deurne en Gemert-Bakel tot de gemeenten met veel banen in de agrarische sector. De sociaal-economische positie van de bevolking in Someren is goed. Het percentage gepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking en het percentage werklozen ten opzichte van de totale beroepsbevolking is lager dan gemiddeld in de regio. De verhouding tussen hoge inkomens en uitkeringsgerechtigden is gemiddeld.
Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving in Someren zijn gemiddeld vergeleken met andere gemeenten in de regio. Dit geldt allereerst voor de gemiddelde woningwaarde van 292.000 euro en het percentage huurwoningen van 31%. Ook de samenstelling van de bevolking en de sociale samenhang is gemiddeld te noemen. De woningdichtheid in Someren is behoorlijk laag en daarmee positiever dan gemiddeld. Daarentegen is de hoeveelheid groen in de woonomgeving juist ondergemiddeld. Someren heeft per 1.000 inwoners slechts twee hectare sportterrein en een halve hectare park en plantsoen, en een ondergemiddelde waardering van de publieke ruimte volgens VROM. Demografie Verwacht wordt dat de bevolking van Someren in 2040 ten opzichte van de regio behoorlijk is vergrijst. Tegen die tijd zal slechts 13% jonger zijn dan 15 jaar en de helft van de bevolking 15-64 jaar zijn. Zo’n 35% zal ouder zijn dan 65 jaar en 20% zal behoren tot de hulpbehoevende ouderen van 75 jaar of ouder. Dat duidt op een veel senioren en weinig jongeren. De verdeling van huishoudens in Someren zal in 2040 zeer gemiddeld zijn. Dat betekent 38% alleenstaanden en 28% samenwonenden zonder kinderen. Het aantal samenwonenden met kinderen zal in 2040 met 29% iets meer dan gemiddeld zijn. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Someren ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen Medische en educatieve voorzieningen zijn vooral veel aanwezig en op korte afstand van huis in de steden en de randgemeenten van Eindhoven, terwijl zij in landelijke gemeenten minder goed bereikbaar zijn. Someren behoort tot de landelijke gemeenten en bezit dan ook vooral basisvoorzieningen op een wat grotere afstand van huis. Wat betreft de medische voorzieningen is er allereerst geen ziekenhuis aanwezig in de gemeente. Daarnaast liggen de huisarts, apotheek en fysiotherapeut op gemiddeld meer dan 1 km afstand van huis. Echter, vooral voor de apotheek is de gemiddelde afstand van 2,1 km behoorlijk groot. Tot slot is door Elsevier het aantal tandartsen in de gemeente slecht bevonden. De educatieve voorzieningen zijn voor een landelijke gemeenten voldoende. De drie basisvoorzieningen zijn aanwezig op een gemiddelde afstand van huis, te weten de basisschool, het voorgezet onderwijs en de bibliotheek. Daarnaast bezit Someren nog een vorm van speciaal basisonderwijs. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. De dagelijkse winkelvoorzieningen zijn in Someren beperkt. Het oppervlak aan dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners is het laagst van alle gemeenten in de regio. Met een gemiddelde afstand tot een dergelijke voorzieningen van 1 km is ook de bereikbaarheid van dagelijkse winkelvoorzieningen beperkt. Het oppervlak aan niet-dagelijkse winkelvoorzieningen per 1.000 inwoners is daarentegen zeer hoog in de gemeente. Voor een groot totaal aantal niet-dagelijkse winkelvoorzieningen in één gemeente, moet men toch terecht in de steden en randgemeenten van Eindhoven. Horecavoorzieningen De horecavoorzieningen in Someren zijn gemiddeld te noemen. Een café is al op korte afstand van huis te vinden. Cafetaria daarentegen liggen vergeleken met andere gemeenten in Someren ver van huis. De gemiddelde afstand tot een restaurant en het aantal uitgaansgelegenheden zorgt voor een gemiddelde positie in de regio. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom De groenvoorzieningen in Someren bestaan vooral uit agrarisch terrein. Someren behoort tot de vijf gemeenten met de meeste agrarische grond. De hoeveelheid bos en open terrein in Someren is daarentegen gemiddeld voor de regio en voor landelijke gemeenten laag.
Culturele en recreatieve voorzieningen De culturele en recreatieve voorzieningen zijn onderzocht op basis van de informatie van de website van de VVV. Wat betreft culturele voorzieningen scoort Someren ondergemiddeld. Op de website wordt één museum aangegeven en vijf panden van historische architectuur. De recreatieve voorzieningen in Someren zijn echter goed, omdat verschillende typen voorzieningen in de gemeente aanwezig zijn. De gemeente bezit twee theaters of bioscopen, twee zwembaden of recreatieplassen, twee attracties, twee voorzieningen op het gebied van sauna en beauty en vijf sportieve activiteiten. Overnachtingslocaties Het totaal aantal overnachtingslocaties in Someren is ondergemiddeld. Someren bezit geen bungalowpark of particuliere vakantiewoning. Ook zijn er slechts twee B&B’s in de gemeente. Twee hotels, vijf groepsaccommodaties en vijf campings zijn net ondergemiddeld voor een landelijke gemeente. D. Conclusie Someren behoort tot de randgemeenten van Helmond en is onder andere buurgemeente van Asten. Op deze gemeenten is zij dan ook het meest gericht. Wat betreft verhuisbewegingen is de orientatie voornamelijk op Helmond; wat betreft het gebruik van winkelvoorzieningen is de focus vooral op Asten. Woonwerkverkeer verplaatst zich naar beide gemeenten in een vergelijkbaar aantal. Voor een landelijke gemeente zal de krimp in Someren pas laat beginnen. De bevolkingskrimp wordt verwacht tussen 2025 en 2030 en de huishoudenskrimp pas na 2040. Tegen die tijd zal de bevolking met zo’n 6% zijn afgenomen en het aantal huishoudens nog met 13% zijn toegenomen. De veranderingen in leeftijd en huishoudens tussen nu en 2040 zijn daarentegen wel groot. Het aantal 0-64 jarigen zal afnemen met zo’n 25-30%, het aantal 65-plussers zal verdubbelen, het aantal alleenstaanden zal toenemen met 67% en het aantal samenwonenden met kinderen afnemen met 13%. In 2040 zal de bevolking dan ook sterk zijn vergrijsd. Eveneens overeenkomstig haar positie als landelijke gemeente, geldt voor Someren een grote agrarische sector, een relatief slechte bereikbaarheid, weinig banen, en vooral medische en educatieve basisvoorzieningen. Verder is er enerzijds sprake van een goede sociale veiligheid, vele recreatieve voorzieningen, een goede sociaal-economische positie van de bevolking en een relatief grote oppervlak niet-dagelijkse winkelvoorzieningen; en zijn er anderzijds weinig dagelijke winkelvoorzieningen, weinig musea en overnachtingslocaties en een relatief slechte verkeersveiligheid.
Bevindingen voor de gemeente Veldhoven De regio Zuidoost Brabant bestaat uit eenentwintig gemeenten. Elk van deze gemeenten is onderzocht en gekeken is hoe de resultaten van deze gemeenten zich onderling verhouden. De gemeenten Eindhoven en Helmond zullen ‘de steden’ van de regio worden genoemd. De gemeenten aangrenzend aan deze gemeenten worden ‘de randgemeenten’ genoemd. De gemeente Veldhoven behoort tot de randgemeenten van Eindhoven. De gemeenten aan de grenzen van de regio tonen vaak landelijke kenmerken en worden dan ook ‘de landelijke gemeenten’ genoemd. De gemeenten zijn te zien in afbeelding 1.
30% samenwonenden zonder kinderen en 29% samenwondenden met kinderen. Voor een randstedelijke gemeente is ook dit een gemiddelde verdeling. B. Stedelijke invloedssfeer Gemeenten oefenen invloed uit op hun buurgemeenten. Hoe groter een stedelijke gemeente en hoe kleiner de afstand van een kleinere gemeente tot de stad, hoe sterker deze invloed. De zogenaamde ‘stedelijke invloedssfeer’ is bepaald door te kijken naar forensenstromen, migratiestromen en voorzieningenstromen. De sterkste stedelijke invloedssfeer in de regio Zuidoost Brabant komt van Eindhoven. Ook Helmond oefent een sterke invloed uit op sommige buurgemeenten, maar is tegelijkertijd zelf nog vaak georienteerd op Eindhoven. Terwijl Laarbeek, Someren en de meer oostelijk gelegen gemeenten zijn georienteerd op Helmond, zijn de meer westelijk gelegen gemeenten voornamelijk georienteerd op Eindhoven. De sterkste invloed heeft Eindhoven op de gemeenten Best, Son en Breugel, Nuenen c.a., Geldrop-Mierlo, Veldhoven, Waalre en Valkenswaard. Dit alles is te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 1 De gemeenten in de regio Zuidoost Brabant A. Demografische veranderingen Nederland zal de komende jaren te maken hebben met zogenaamde ‘demografische krimp’. Aan de groei van het aantal inwoners en huishoudens komt een einde, de vergrijzing neemt drastische vormen aan en de jonge hoogopgeleide bevolking trekt richting de steden. Wat lijken de gevolgen te zijn voor de gemeente Veldhoven? Bevolkings- en huishoudenskrimp De demografische krimp is bekeken op basis van de prognoses Primos (2009), Provincie Noord-Brabant (2008) en CBS (2009). De resultaten van deze prognoses lopen uiteen. Terwijl de provincie verwacht dat de bevolkingskrimp al tussen 2025 en 2030 zal beginnen, verwacht CBS deze pas na 2040. Ook de gevolgen hiervan zijn dan ook varierend van een afname van 2% tot een toename van 12% tussen 2010 en 2040. Daarmee behoort Veldhoven tot het stedelijk gebied dat waarschijnlijk nog toeneemt in bevolkingsaantal. De krimp van huishoudens wordt door elk van de prognoses pas na 2040 verwacht en rekent op zo’n 20% groei van huishoudens tot 2040. Dat is in de regio een relatief hoog percentage; passend bij de randgemeenten van de beide steden. Veranderingen in leeftijd- en huishoudenssamenstelling De gevolgen die de demografische krimp heeft voor de samenstelling van huishoudens en de verdeling van leeftijden in de gemeente Veldhoven zijn niet opvallend, evenals de situatie die wordt verwacht in het jaar 2040. De afname van 0 tot 14-jarigen met 8% en die van 13% voor 15 tot 64-jarigen is normaal voor de randgemeenten van Eindhoven en ook de toename van senioren is gemiddeld te noemen. Het aantal 65-plussers wordt verwacht toe te nemen met een factor 1,9; de 75-plussers met factor 2,5. De verdeling die hierdoor ontstaat in 2040 is eveneens niet opvallend met ongeveer 15% 0 tot 14-jarigen, 55% 15 tot 64-jarigen, 30% 65-plussers en 17% 75-plussers. Wat betreft huishoudens valt op dat het aantal alleenstaanden toeneemt met iets meer dan gemiddeld in de regio het geval is, namelijk met 58%. Het aantal samenwonenden zonder kinderen blijft nagenoeg gelijk en het aantal samenwonenden met kinderen neemt met ongeveer 5% af. In 2040 ontstaat een verdeling met 39% alleenstaanden,
Afbeelding 2 De stedelijke invloedssfeer van Eindhoven en Helmond in de regio Veldhoven behoort tot de zeven gemeenten rondom Eindhoven met een sterke stedelijke invloedssfeer vanuit deze stad. Veldhoven lijkt van al deze gemeenten de sterkste relatie te hebben met Eindhoven. Enkel wat betreft niet-dagelijkse voorzieningen is deze gemiddeld; op andere vlakken is de band tussen beide gemeenten zeer sterk. Daarnaast heeft Veldhoven in beperkte mate relaties met Eersel, Waalre en Valkenswaard. Forensenstromen De forensenstromen geven het woonwerkverkeer aan in de regio. De grootste stroom forensen naar Eindhoven komt vanuit Veldhoven, namelijk ruim zevenduizend man. Zij vormen 37% van de werkzame beroepsbevolking van Veldhoven en zijn daarmee een groter aandeel dan de groep inwoners die in Veldhoven zelf werken. Deze laatste groep vormt immers slechts 34% van werkzame beroepsbevolking. Het feit dat de interne stroom kleiner is dan die naar Eindhoven geldt eveneens voor vier andere randgemeenten van Eindhoven. Vanuit Eindhoven komen zo’n 3500 inwoners terug om in Veldhoven te werken, wat de grootste stroom is die Eindhoven uit gaat. Tot slot komt 12% van de inwoners uit Eersel naar Veldhoven om te werken. Migratiestromen Migratiestromen betreffen de verhuisstromen tussen de gemeenten in Zuidoost-Brabant. Ook wat betreft deze stromen is de relatie tussen Eindhoven en Veldhoven het grootst in de regio. Jaarlijks verhuizen er zo’n 700 mensen van Veldhoven naar Eindhoven en een vergelijkaar aantal ook weer terug. Voor Veldhoven vormt deze groep ruim 40%
van het totaal aantal migranten. Verder zijn er nog enkele kleine stromen van minder dan 100 man naar en vanaf Eersel, Valkenswaard, Waalre en Geldrop-Mierlo. Voorzieningenstromen Tot slot zijn de voorzieningenstromen onderzocht. Deze betreffen de koopstromen in de regio naar zowel dagelijkse als niet-dagelijkse winkelvoorzieningen. Dagelijkse boodschappen, voor levensmiddelen of artikelen van de drogisterij of parfumerie, worden nog veelal dichtbij huis gedaan. Ook in Veldhoven is dit het geval en besteedt men gemiddeld 82% van de uitgaven aan dagelijkse artikelen in de eigen gemeente. De overige boodschappen worden zo goed als allemaal in Eindhoven gedaan. Deze koopstroom van zo’n 16% is opnieuw groot in de regio. Enkel wat betreft niet-dagelijkse boodshappen is de relatie tussen Veldhoven en Eindhoven niet opmerkelijk groot. Niet-dagelijkse boodschappen worden in het algemeen vaak in een andere gemeente gedaan en op grotere afstand van huis. In Veldhoven wordt ongeveer de helft van de uitgaven aan niet-dagelijkse boodschappen in de eigen gemeente besteed; een percentage passend bij een randstedelijke gemeente. Daarnaast wordt bijna 30% in Eindhoven besteed; dit getal is enkel niet groter dan dat van de andere randstedelijke gemeenten van Eindhoven. Tot slot wordt bijna twintig procent van de uitgaven aan niet-dagelijkse artikelen van Eersel gedaan in Veldhoven en geldt voor Waalre een percentage van twaalf procent. C. Specifieke kwaliteiten Het is belangrijk als gemeente om in te spelen op de eigen specifieke kwaliteiten. Daarom is onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid, de veiligheid, het sociaal-economisch klimaat, wonen en woonomgeving, de demografische kenmerken en de verschillende voorzieningen van elk van de gemeenten. Verschillende bronnen zijn gebruikt om feiten en cijfers over deze zaken te verzamelen. Er is sprake van theoretische en wetenschappelijke gegevens, die mogelijk geen recht doen aan de werkelijke situatie. In dat geval hoor ik graag hoe het onderzoek kan worden verbeterd. De beoordeling van de verschillende aspecten in de gemeente Veldhoven varieert sterk per onderdeel. Veldhoven is in het bezit van relatief goede medische en educatie voorzieningen en niet-dagelijkse winkelvoorzienigen. Verder is de publieke ruimte goed net als de verkeersveiligheid. Veldhoven bezit veel banen en veel attracties. Tot slot is het goed gesteld met de sociaal-economische positie van de bevolking. Aan de andere kant is de sociale veiligheid in Veldhoven slecht en bezit de gemeente weinig groen buiten de bebouwde. Ook het aantal overnachtingslocaties is ondergemiddeld. Dit zijn alle drie aspecten die passend zijn voor de randgemeenten van Eindhoven. Daarnaast is echter ook het woningaanbod in Veldhoven relatief slecht, net als het aanbod dagelijkse voorzieningen en het aantal café’s en uitgaanslegenheden. Tot slot bezit Veldhoven slechts één museum en is de bibliotheek relatief ver van de woning. Hieronder wordt elk van de genoemde aspecten kort toegelicht. Bereikbaarheid Veldhoven heeft na Eindhoven en Helmond de grootste dichtheid van wegen. De zogenaamde ‘afstand tot een hoofdverkeersweg’ is relatief groot. Veldhoven heeft geen eigen treinstation, maar ligt tegen Eindhoven aan en kan ook wat betreft het vliegveld gebruik maken van de faciliteiten van de gemeente Eindhoven. Al met al is de bereikbaarheid in Veldhoven niet slecht. Veiligheid De veiligheid bestaat uit twee onderdelen, te weten de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. De verkeersveiligheid in Veldhoven is goed. De sociale veiligheid daarentegen is in zes van de stedelijke gemeenten slecht, waaronder ook in Veldhoven.
Sociaal-economisch klimaat Met ruim 25.000 banen heeft Veldhoven na Eindhoven en Helmond het grootste aanbod aan werkgelegenheid in de regio. Ook in verhouding tot het aantal inwoners behoort de gemeente tot de top zes in de regio. Zij zorgt voor de omgeving dan ook voor veel banen in de zorg en in mindere mate ook in de industrie, de groot- en detailhandel en de advies- en onderzoekssector. Ook de sociaal-economische positie van de bevolking van Veldhoven is goed te noemen. Het percentage gepensioneerden en de waardering van de verhouding tussen hoog opgeleiden en uitkeringsgerechtiden is beide gemiddeld voor de regio. Het percentage niet-werkzamen ten opzichte van de totale beroepsbevolking is echter relatief laag. Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving worden bepaald aan de hand van een groot aantal aspecten. In het algemeen lijkt voor Veldhoven een gemiddeld oordeel weggelegd. De drie factoren die zijn meegenomen in het bepalen van een oordeel zijn de woningtypen, de bevolking en de hoeveelheid groen in de openbare ruimte. De typen woningen in Veldhoven zijn relatief slecht. Na Eindhoven en Helmond is de woningdichtheid het hoogst en de woningwaarde het laagst in Geldrop-Mierlo en Veldhoven. Daarnaast is ook het percentage huurwoningen in Veldhoven hoger dan 30%. De hoeveelheid groen in de openbare ruimte is in Veldhoven echter goed, net als in de meeste stedelijke gemeenten. Terwijl de hoeveelheid sportterrein per 1000 inwoners relatief laag is, is de hoeveelheid park en plantsoen en de waardering van de publieke ruimte volgens VROM erg goed. Tot slot is de samenstelling van de bevolking positief beoordeeld en de sociale samenhang ondergemiddeld. Voorzieningen Tot slot is gekeken naar de aanwezigheid van voorzieningen in de gemeente Veldhoven ten opzichte van andere gemeenten in de regio. Hieronder worden zij één voor één kort beschreven. Medische en educatieve voorzieningen De medische en educatieve voorzieningen in Veldhoven zijn erg goed. Veldhoven bezit een eigen ziekenhuis en een huisarts, apotheek en fysiotherapeut op een relatief korte afstand van huis. Daarnaast is ook het aantal tandartsen in de gemeente beoordeeld door Elsevier als ‘goed’. Wat betreft educatieve voorzieningen is enkel de afstand tot de biblitoheek relatief groot, met een afstand van meer dan twee kilometer tot huis. De afstand tot de basisschool en middelbare school zijn echter gemiddeld en daarnaast bezit de gemeente speciaal onderwijs voor zowel basis- als voortgezet onderwijs en een MBO opleiding. Winkelvoorzieningen De winkelvoorzieningen zijn te verdelen in dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen. Wat betreft dagelijkse voorzieningen bezit Veldhoven een erg klein aanbod ten opzichte van haar inwoneraantal. Het aanbod niet-dagelijkse voorzieningen in Veldhoven behoort tot de top vier van de regio. Ook ten opzichte van het inwoneraantal is deze hoeveelheid bovengemiddeld voor de regio. Horecavoorzieningen De horecavoorzieningen in Veldhoven zijn beperkt. Na Son en Breugel bezit Veldhoven het minste aantal uitgaansgelegenheden in de regio. Daarnaast is een café op relatief grote afstand van huis te vinden, namelijk op meer dan een kilometer afstand. Het aanbod aan cafetaria en restaurants in Veldhoven is goed. Groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom De groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom van Veldhoven zijn zeer beperkt. Veldhoven bezit de minste hoeveelheid bos en open terrein en na Geldrop-Mierlo en Waalre ook het minste oppervlak aan agrarisch terrein. Weinig groenvoorzieningen buiten de bebouwde kom zijn een kenmerk van de stedelijke gemeenten in de regio.
Culturele en recreatieve voorzieningen De culturele en recreatieve voorzieningen in Veldhoven zijn bekeken aan de hand van de VVV website van Zuidoost-Brabant. Deze gegevens laten weinig opvallends zien. Het bezit van slechts één museum is relatief weinig, terwijl de zeven attracties van Veldhoven relatief groot in aantal zijn. Verder bezit Veldhoven een theater-bioscoop, voorzieningen voor sauna en beauty, zwembaden en sportieve activiteiten. Overnachtingslocaties De overnachtingslocaties in Veldhoven zijn ondergemiddeld ten opzichte van de regio; dit is echter ook het geval voor de andere randgemeenten van Eindhoven. Vergeleken met hen doet Veldhoven het nog relatief goed met veel verschillende voorzieningen in een beperkt aantal. Zo zijn drie hotels, drie B&B’s, drie groepsaccommodaties, vier campings en één particuliere vakantiewoning ondergemiddeld; daarnaast heeft de gemeente geen bungalowpark. D. Conclusie Veldhoven behoort tot de zeven gemeenten rondom Eindhoven met een sterke stedelijke invloedssfeer vanuit deze stad. Veldhoven lijkt van al deze gemeenten de sterkste relatie te hebben met Eindhoven. Enkel wat betreft niet-dagelijkse voorzieningen is deze gemiddeld; op andere vlakken is de band tussen beide gemeenten zeer sterk. Daarnaast heeft Veldhoven in beperkte mate relaties met Eersel, Waalre en Valkenswaard. De verwachtingen ten aanzien van de bevolkingskrimp in Veldhoven lopen behoorlijk uiteen. Al met al zal de bevolking waarschijnlijk stijgen tussen 2010 en 2040. De huishoudens zullen pas na 2040 gaan krimpen en ten opzichte van de regio nog sterk toenemen tot die tijd. Net als geldt voor de andere gemeenten in de regio gaat dit gepaard met een daling van de bevolking jonger dan 65 jaar en een stijging van het aantal 65-plussers. In Veldhoven verloopt dit proces zeer gemiddeld ten opzichte van de regio. Het aantal alleenstaanden zal iets meer dan gemiddeld stijgen; het aantal samenwonenden veranderd niet meer dan 5% tussen 2010 en 2040. Tot slot is Veldhoven in het bezit van relatief goede medische en educatie voorzieningen en niet-dagelijkse winkelvoorzienigen. Verder is de publieke ruimte goed net als de verkeersveiligheid. Veldhoven bezit veel banen en veel attracties. Verder is het goed gesteld met de sociaal-economische positie van de bevolking. Aan de andere kant is de sociale veiligheid in Veldhoven slecht en bezit de gemeente weinig groen buiten de bebouwde. Ook het aantal overnachtingslocaties is ondergemiddeld. Dit zijn drie aspecten die passend zijn voor de randgemeenten van Eindhoven. Daarnaast is echter ook het woningaanbod in Veldhoven relatief slecht, net als het aanbod dagelijkse voorzieningen en het aantal café’s en uitgaanslegenheden. Tot slot bezit Veldhoven slechts één museum en is de bibliotheek relatief ver van de woning.
Bijlage XXXIV Interviews uitgetypt
vertrouwelijk
F.H.T. (Fabiënne) Nota 06-49810936
[email protected] Prof. dr. H. (Huib) Ernste Department Human Geography Radboud Universiteit Nijmegen Thomas van Aquinostraat 3 6500 HK Nijmegen www.ru.nl S. (Sjoerd) Swinkels MSc Ir. J.P. (Hans) van de Biggelaar beeckk adviseurs voor de ruimtelijke ontwikkeling Postbus 1113 5602 BC Eindhoven www.beeckk.nl