west-vlaamse intercommunale | baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be
05429
Stad Diksmuide RUP Woumen begraafplaats
verzoek tot raadpleging
Oktober09
1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer
Initiatiefnemer: Stad Diksmuide Administratief Centrum Heernisse 6 8600 Diksmuide Tel : 051/51.91.29 Fax : 051/51.00.44 contactpersoon: Vandamme Peter
[email protected] Opdrachthouder: Wvi Baron Ruzettelaan 35 8310 Assebroek contactpersoon: Johan Michielssens
[email protected] Ann Van Ackere
[email protected] Koenraad Mahieu
[email protected]
2
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan Het RUP betreft het inrichten van een begraaflplaats in de dorpskern van Woumen. Het omliggende nog niet ontwikkeld woonuitbreidingsgebied wordt terug agrarisch gebied. 2.1. Beslissing tot opmaak Bij gemeenteraadbeslissing in zitting van 30 juni 2008 werd wvi aangesteld als ontwerper van het RUP 2.2. Doelstelling De doelstellingen van het RUP “Woumen begraafplaatd” zijn de nood op te vangen aan ruimte voor een begraafplaats en terzelfdertijd het woonuitbreidingsgebied gedeeltelijk schrappen. De stad Diksmuide heeft een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) (BD 24-11-05). De bepalingen van het richtinggevend en bindend deel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) zullen vertaald worden in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan(GRUP), daar deze steeds in relatie dienen te staan tot en in uitvoering moeten zijn van het GRS. 2.3.
Situering van het plangebied
Diksmuide is een stad in de westhoek, gelegen in de polders. Dit gebied vormt een groot aaneengesloten openruimtegebied waar Diksmuide een verzorgende functie heeft. Naast de kern van Diksmuide bestaat de deelgemeente uit nog diverse dorpskernen in het buitengebied. Diksmuide paalt ten noorden aan de gemeente Middelkerke, ten oosten aan de gemeenten Koekelare en Kortemark, ten zuiden de gemeenten Houthulst en Lo-Reninge en ten westen aan de gemeenten Alveringem en Veurne.
Het plangebied wordt begrensd door: In het noorden: het agrarisch gebied In het oosten: het agrarisch gebied In het zuiden: het agrarisch gebied In het westen: de Kerkhofstraat
Het op te maken RUP bestrijkt een gebied van 8 ha 16 a en 81 ca Zone voor begraafplaats: 60a zone voor openbare wegenis : 11a agrarisch gebied: 7 ha 30a bufferzone: 21a
Kaart : situering plangebied
wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
3
2.4.
Mogelijke alternatieven - nulalternatief
2.4.1. Mogelijke alternatieven De opmaak van het RUP kadert binnen het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie 24/11/2005. 2.4.2. Nulalternatief Indien het RUP niet wordt opgemaakt, kan Woumen niet voorzien in de nood aan begraafplaatsen. Het huidige aanbod in Woumen is nihil en er moet daarenboven rekening worden gehouden met de aanwezigheid van een rusthuis dat in de toekomst nog zal uitbreiden.
4
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
2.5.
Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht
Fase 3: Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma’s: a) plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd - een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten - niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden - betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.); b) plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.).
Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP is 08 ha 16 a 81 ca, het houdt geen kleine wijziging in (een begraafplaats wordt ingericht in nog niet ontwikkeld woonuitbreidingsgebied) en het gebied dat momenteel in gebruik is als agrarisch gebied wordt bestendigd als agrarisch gebied, het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. In het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden. Op minder dan 100m van het plangebied bevindt zich het Vogelrichtlijngebied “IJzervallei”. Er wordt een begraafplaats voorzien (60a) met een beperkt deel openbare wegenis en een bufferzone. De rest van het plangebied wordt bestendigd als agrarisch gebied. Er wordt geen significante invloed verwacht op het vogelrichtlijngebied. Conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.
wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
5
3. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op: de gezondheid en veiligheid van de mens de ruimtelijke ordening de biodiversiteit de fauna en flora de energie- en grondstoffenvoorraden de bodem het water de atmosfeer de klimatologische factoren het geluid het licht de stoffelijke goederen het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed het landschap de mobiliteit de samenhang tussen de genoemde factoren Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffectenschema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder meer in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significant zijn worden minder diep ingegaan Ingreepeffectenschema
Ingreep
Aanlegfase Aanleg nutsvoorzieningen, parking, wegenis en groenzone Aanleg begraafplaats Exploitatiefase Begraafplaats
Lucht
Licht, Geluid warmte Bodem Water Geur en trillingen stralingen
Landschap
Mobili- Fauna teit en flora
T
N*
N*
N
P/N*
P/N*
N
P/N*
N
P/N*
T
N*
N*
N
P/N*
P/N*
N
P/N*
N
P/N*
P
N
N
N
N*
N*
N
N*
N*
N*
Omvang in ruimte en tijd Opp Duur (m²)
N: niet significant effect – N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect – S: (waarschijnlijk) significant effect – T: tijdelijk effect – P: permanent effect – O: positief effect – V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag
6
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
3.1.
De gezondheid en de veiligheid van de mens
Referentie Het doel van het RUP is om een begraafplaats in te richten en een stuk woonuitbreidingsgebied opnieuw agra risch gebied te maken. Het plangebied is in gebruik voor landbouw. Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plangebied aanwezig. Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig.
Kaart: gewestplan
Kaart: herbevestigde agrarische gebieden (HAG) wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
7
Beschrijving effect Geen. Er wordt enkel een begraafplaats ingericht en de bestemming van woonuitbreidingsgebied verandert in agrarisch gebied. Conclusie In de omgeving van het RUP liggen geen Seveso-bedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico’s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven. Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootge steld worden aan de risico’s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen. De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonen den opleveren. 3.2.
De ruimtelijke ordening
Referentie Volgens het RSV is Diksmuide een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau dat deel uitmaakt van het groot aaneengesloten gebied van het buitengebied. Het is tevens een economisch knooppunt. De stad heeft een taakstelling naar wonen en werken. Woumen behoort tot het buitengebied en wordt geselecteerd door het PRS als woonkern Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het RUP is gelegen binnen het ‘Groot aaneengesloten grondgebonden landbouwgebied als ruimtelijke drager in de polders’. Beschrijving effect Volgens het GRS dient het woonuitbreidingsgebied ten oosten van de Kerkhofstraat geschrapt te worden, daar het hier niet gaat om een kernversterkende woonuitbreiding maar om een inname van waardevolle open ruimte. Rechts van het Eierdreefje kan voorzien worden in een gemeentelijke begraafplaats die landschappelijk is ingekleed.
Conclusie Geen aanzienlijk effect
8
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
3.3.
De biodiversiteit, de fauna en de flora
Referentie Binnen het plangebied van onderhavig RUP zijn biologisch waardevolle gebieden gelegen. In het zuiden is er een complex van minder waardevolle en waardevolle elementen (bomenrijen, kb). De Kerkebeek is ingekleurd als biologisch waardevol door de bomenrijen (kb) 100m ten noorden van het plangebied ligt een complex van minder waardevolle en zeer waardevolle elementen met een veedrinkpoel (kn). Er bevinden zich habitat- of vogelrichtlijngebieden in de onmiddellijke omgeving. Ten westen van het plange bied aan de overkant van de Woumenweg ligt het vogelrichtlijngebied IJzervallei. 1 km ten westen van het plangebied ligt het VEN gebied De IJzervallei.
Kaart : biologische waarderingskaart
Beschrijving effect Het RUP verandert niet aan het grondgebruik van het gebied met waardevolle bomenrijen. De kerkebeek wordt geïntegreerd in de begraafplaats. Een begraafplaats brengt geen activiteiten met zich mee die veel lawaai of licht veroorzaken en zo het vogelrichtlijngebied verstoren. Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er minder water in de bodem sijpelen, wat aanleiding kan geven tot verdroging van de nabijgelegen waardevolle gebieden. Milderende maatregelen De bedding van de Kerkebeek wordt ingetekend als groenzone en op een natuurlijke wijze ingericht. Door de inrichting als “park” begraafplaats met veel groene ruimte zal de verharde oppervlakte beperkt blijven. De verharding wordt hoofdzakelijk in waterdoorlatende materialen uitgevoerd. Conclusie In het plangebied en bevinden zich geen waardevolle fauna of flora die verloren dreigen te gaan bij het inrichten van de begraafplaats.
wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
9
kaart: Vogel- en habitatrichtlijngebieden
10
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
3.4.
De energie- en grondstoffenvoorraden
Referentie In de omgeving van het plangebied liggen geen actieve ontginningsgebieden. Beschrijving effect geen Conclusie Het inrichten van een begraafplaats binnen het plangebied heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect.
3.5.
De bodem
Referentie Bodemkaart: vochtig zandleem, zone voor toekomstige begraafplaats: nat zandleem Landbouwtyperingskaart: matige waardering GAS-kaart: Het plangebied behoort niet tot de gewenste agrarische structuur Erosiekaarten: enkele kleine stukjes van het plangebied erosiegevoelig VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBO-activiteiten gekend in het plangebied. In het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft. Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgeno men in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister Effect Meer dan 7ha landbouwgrond wordt gevrijwaard van bebouwing. Minder dan 1ha agrarisch gebied gaat verlo ren bij de aanleg van de begraafplaats. Een beperkt deel van de infiltratiecapaciteit van de bodem gaat verloren. Milderende maatregelen De begraafplaats moet voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria zodat de bodem en waterverontreiniging beperkt worden Het RUP vormt niet het kader voor Vlarebo-activiteiten. Conclusie Geen aanzienlijke effecten mits het nemen van milderende maatregelen.
wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
11
Kaart: bodemkaart
Kaart: erosiegevoeligheid
Kaart: gewenste agrarische structuur
Kaart: landbouwtyperingskaart
12
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
3.6.
Het water
Referentie Door het plangebied stroomt van oost naar west de Kerkebeek een beek van 2e categorie. Het plangebied, behoort tot het IJzerbekken en het deelbekken Blankaartbekken. Op 30 januari 2009 hechtte de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan het bekkenbeheerplan. Het deelbekkenbeheerplan is momenteel nog niet definitief vastgesteld. Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgeba kend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Het plangebied ligt in het oppervlaktewaterwingebied van de Blankaart. De Kerkebeek in het plangebied moet voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie. Er zijn waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving. Aan de rand van het plangebied is er een meetpunt van de VMM (936000) op de Kerkebeek t.h.v. het Eierdreefje. In 2006 werd er een BBI bepaald van 6 of matige kwaliteit en een prati-index van 1,96 of aanvaardbaar. Het plangebied ligt niet in verzilt gebied. Watertoetskaarten: Het RUP is niet gelegen in een ‘effectief overstromingsgevoelig gebied’. De zone rond de Kerkebeek, waar een begraafplaats ingericht zal worden is wel mogelijk overstromingsgevoelig. Het plangebied is weinig gevoelig voor grondwaterstroming. Het plangebied is gecategoriseerd als infiltratiegevoelig gebied behalve de zone waar de begraafplaats komt. Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. zoneringsplan De bestaande woning in het agrarisch gebied is ingekleurd als collectief te optimaliseren buitengebied
Kaart: overstromingsgevoelige gebieden
wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
13
Kaart: grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Kaart: infiltratiegevoelige gebieden
Beschrijving effect De begraafplaats kan grondwaterverontreiniging en oppervlaktewaterverontreiniging veroorzaken door het gebruik van pesticiden en uitspoeling uit graven. Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aan leiding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld van afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen. Indien nodig ophoging tot 30cm boven gemiddelde hoogste grondwaterstand. Milderende maatregelen Er zal een gescheiden riolering aangelegd te worden op de site voor de afvoer van een beperkte hoeveelheid huishoudelijke afvalwater afkomstig van de begraafplaats. De te voorziene afvalwaterriool (DWA) dient aangesloten te worden op de bestaande afvalwaterriool in de Kerkhofstraat. De RWA-riool kan aangesloten worden op de Kerkebeek. Door de inrichting als “park” begraafplaats met veel groene ruimte zal de verharde oppervlakte beperkt blijven. De verharding wordt hoofdzakelijk in waterdoorlatende materialen uitgevoerd. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria moeten graven zich tenminste 30 cm boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand bevinden. Hierdoor wordt de kans op grondwaterverontreiniging en overstroming verkleind en verstoring van de grondwaterstroming uitgesloten. Het onderhoud van de begraafplaats zal gebeuren door de gemeentelijke diensten waardoor het pesticiden gebruik onder controle kan gehouden worden. Bij het ontwerp van het kerkhof moet het toekomstig onderhoud reeds bekeken worden in een “pesticidentoets”. De gemeenten zijn verplicht hun gebruik van pesticiden volledig af te bouwen tegen 2014. Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen.
14
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
3.7.
De atmosfeer en de klimatologische factoren
Beschrijving effect Tijdelijke stofhinder mogelijk bij de aanleg van de begraafplaats Het bijkomende verkeer van en naar de begraafplaats zal vooral ter gelegenheid van begrafenissen en allerheiligen zijn. Conclusie Dit effect is eerder kleinschalig. 3.8.
Het geluid
Beschrijving effect Tijdelijke geluidshinder mogelijk bij de aanleg van de begraafplaatss Het verkeer naar de begraafplaats zal ten hoogste tijdelijk voor geluidshinder zorgen Het bijkomende verkeer van en naar de begraafplaats zal vooral ter gelegenheid van begrafenissen en allerheiligen zijn Conclusie Dit effect is eerder kleinschalig. 3.9.
Het licht
Beschrijving effect geen bijkomende lichthinder Conclusie Geen aanzienlijk effect
wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
15
3.10. De stoffelijke goederen Beschrijving effect Er wordt een groenstrook voorzien tussen de woningen in de Woumenstraat en de begraafplaats. Om de zones voor gemeenschapsvoorzieningen en bufferzone te realiseren worden onteigeningen gedaan. Conclusie Geen aanzienlijk effect 3.11. Het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed Referentie Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde monumenten gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde landschappen gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde dorpsgezichten gelegen.
Conclusie Geen aanzienlijke effecten
16
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
3.12. Het landschap Referentie In het plangebied zijn geen ankerplaatsen In het plangebied zijn geen relictzones. Ten zuidwesten van Woumen ligt de relictzone IJzervallei. Het PRS duidt de relictzones van de traditionele landschappen aan als gave landschappen. Het plangebied is momenteel in gebruik voor landbouw
Kaart: ankerplaatsen en relictzones
Beschrijving effect Het uitzicht voor de omwonenden verandert. Milderende maatregelen De begraafplaats wordt ingericht als “park” begraafplaats met veel groen en hagen. Op deze manier wordt de overgang met het agrarisch landschap optimaal. Er wordt ook een groenstrook voorzien tussen de omwonenden en de begraafplaats. Conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen.
wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
17
3.13. De mobiliteit Referentie Bestaande ontsluitingswegen De begraafplaats zal ontsluiten via het Eierdreefje op de Kerkhofstraat en ligt op loopafstand van het bestaande kerkhof en de kerk. De bestaande woning ontsluit via een private weg. Bestaande verkeersintensiteiten: Het Eierdreefje is doodlopende straat met enkele woningen zodat het verkeer heel beperkt is Trage wegen: Het Eierdreefje is aangeduid als “sentier nr 19”; Langs de rand van het plangebied in het zuiden loopt “sentier nr 21”.
Kaart: atlas der buurtwegen
Beschrijving effect Het verkeer naar de begraafplaats zal samenvallen met plechtigheden en niet voor mobiliteitsproblemen zor gen. Een kleine parking voor een beperkt aantal wagens kan voorzien worden bij de begraafplaats. De bestaande voetwegen kunnen behouden worden. Conclusie geen aanzienlijk effect.
3.14. De samenhang tussen de genoemde factoren Conclusie Geen aanzienlijk effect
18
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi
4. Relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM
Het RUP “Woumen begraafplaats” betreft het aanleggen van een begraafplaats in de kern van Woumen om de nood aan begraafplaatsen op te vangen. Hiervoor wordt een stuk woonuitbreidingsgebied van minder dan 1ha aangesneden dat momenteel in gebruik is voor landbouw. Tegelijkertijd wordt meer dan 7ha woonuitbreidingsgebied opnieuw teruggegeven aan de landbouw. Er zijn geen aanzienlijke effecten voor de gezondheid en de veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, cultureel erfgoed en energie- en grondstoffenvoorraden en er is geen lichthinder. De waardevolle fauna en flora, langs de Kerkebeek komt bij de aanleg van de begraafplaats in een groenzone te liggen en gaat niet verloren. Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen. Door de inrichting als “park” begraafplaats met veel groene ruimte zal de verharde oppervlakte beperkt blijven. De verharding wordt bovendien hoofdzakelijk waterdoorlatend uitgevoerd. Er is kans op grondwaterverontreiniging en oppervlaktewaterverontreiniging door het gebruik van pesticiden en uitspoeling uit graven. Volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria moeten graven zich tenminste 30 cm boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand bevinden. Hierdoor wordt de kans op grondwaterverontreiniging en overstroming verkleind en verstoring van de grondwaterstroming uitgesloten. Het onderhoud van de begraafplaats zal gebeuren door de gemeentelijke diensten waardoor het pesticidengebruik onder controle kan gehouden worden. Bij de aanleg wordt rekening gehouden met het feit dat de begraafplaats zonder gebruik van pesticiden moet kunnen onderhouden worden. Het verkeer naar de begraafplaats zal samenvallen met plechtigheden en ten hoogste tijdelijk een effect op de luchtkwaliteit, geluid of mobiliteit hebben. Het RUP heeft geen effect op de bestaande voetwegen. De begraafplaats wordt ingericht als “park” begraafplaats met veel groen en hagen. Op deze manier wordt de overgang met het agrarisch landschap optimaal. Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten moeten verwacht worden.
5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Het betreft het aanleggen van een centrale begraafplaats in de kern van Woumen in de stad Diksmuide. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van ca 8ha. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.
wvi | oktober ‘09 | verzoek tot raadpleging
19
datum opname BT onderlegger
bron: Kadmap 2008 eigendom: OC GIS Vlaanderen
disclaimer
de ontwerper is niet verantwoordelijk voor de absolute ligging de nauwkeurigheid van de kaart wordt bepaald door de kwalite
legende
05429
contouren Gebruikspercelen Gebouwen Aard privaat karakter
stad Diksmuide
openbaar karakter Zone 1: begraafplaats
RUP Begraafplaats Woumen Voorontwerp
Zone 2: openbare wegen Zone 3: agrarisch gebied Zone 4: bufferzone
bestemmingsplan versie oktober 2009 RUP_nnnnn_rrr_sssss_vvvvv Bijgaand bij het besluit van de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende $gedeeltelijke$ goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) '$naam rup$' ($gemeente$) Goedkeuringsbeslissing met ref.: $NR. RP/DEP/2008/xxx$ Brugge, $dd-mm-jjjj$ De Provinciegriffier (Get.) Hilaire OST
(3k De Gouverneur-voorzitter (Get.) Paul BREYNE
(3
Voor eensluidend afschrift, Namens de Deputatie
Stephaan Barbery Adjunct-adviseur Dienst ruimtelijke planning
KERKH OFSTR
WOUMENWEG
w e s t- v l a a m s e i n t e r c o m m u n a l e | b a r o n r u z e t t e l a a n 3 5 | 8 3 1 0 b r u g g e | t e l ( 0 5 0 ) 3 6 7 1 7 1 | f a x ( 0 5 0 ) 3 5 6 8 4 9 | w w w. w v i . b e
R UP Begr aafplaats Woumen
AAT
Geert Sanders algemeen directeur
EIERDREEF
David Vandecasteele
Johan Michielssens
coördinator cel ruimtelijke planning & mobiliteit
ruimtelijk planner(s)
JE
(2 KER
KS T
RA A
EIERDRE
EFJE
T
(1 (4
KER
KS T
RA A
T
(3 KER F ST KH O R AA T
WOU MENWEG
20
verzoek tot raadpleging | oktober ‘09 | wvi