3 | Terugblik strategieconferentie Maastricht UMC+
4 | Gezocht: clinici die studenten beter leren communiceren
5 | Spaanse verpleegkundigen in Maastricht
6 | TRIPOD helpt om te leren van fouten en herhaling te voorkomen
personeelskrant voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+ | 22 februari 2012
|105 Sta op en beweeg! Voor een goede gezondheid moet je minimaal 5 dagen per week 30 minuten per dag matig intensief bewegen. Als je bovendien 3 keer per week 20 minuten intensiever beweegt, voldoe je ook nog aan de ‘fitnorm’ voor hart- en vaatziekten. Arts Nathalie van Breugel en fysiotherapeut George Roox zetten zich in voor bewustwording onder collega’s. Vroeger maakte de fysieke belasting van het werk mensen ziek; tegenwoordig juist het gebrek aan beweging en teveel aan stress. Daarnaast zijn ongezonde voeding en roken belangrijke risicofactoren. Nathalie van Breugel (projectleider Gezond à la carte ofwel GALA) en George Roox (projectleider preventieprogramma’s en Interne Reïntegratie) houden collega’s een spiegel voor met de gezondheids-check. Nathalie van Breugel: “Wie geconfronteerd wordt met zijn hoge risico op hart- en vaatziekten schrikt daar vaak van. Maar je risico’s kennen is niet genoeg; gezonder leven moet in het dagelijks leven worden ingepast, ook op het werk.”
Wat is matig en intensief bewegen? Bij matig intensief bewegen ontstaat een licht verhoogde hartslag en versnelde ademhaling. Bijvoorbeeld bij stevig wandelen of fietsen. Onder intensief bewegen wordt verstaan dat je niet alleen een verhoogde hartslag hebt, maar ook dat je gaat zweten en buiten adem raakt. Beweeg jij genoeg? Doe de beweegtekst op www.30minutenbewegen.nl of kijk op http://cbs.nisb.nl/30minuten/ page/381/Beweegnorm.
George Roox: “Wij bieden programma’s op afdelings- en persoonlijk niveau om in te schatten waar de risico’s liggen. Wie fysiek zwaar werk heeft, moet in zijn vrije tijd extra aan zijn conditie werken. Wie de hele dag achter een beeldscherm zit, moet zowel binnen als buiten het werk heel bewust veel beweging opzoeken.” Zelf haalt George de bewegingsnorm wel: op zijn werk neemt hij altijd de trap. Ook zet hij zijn auto op de verste parkeerplaats, zodat hij 10 minuten naar zijn werkplek loopt. Daarnaast tennist hij 1 of 2 keer per week en traint hij 3 keer per week 2000 ‘steps’ met aansluitend buikspieroefeningen tegen het ‘leeftijds’-buikje en is hij fervent tuinierder en klusser. “Dit jaar hebben ongeveer 1500 medewerkers mee gedaan aan de Health Check”, vertelt Nathalie van Breugel. “Zij kunnen aansluitend een half jaar lang een online programma volgen waarin we voortdurend tips en adviezen aanreiken om gezonder te leven. Ik ben heel blij dat zoveel collega’s hiermee aan de slag willen. Te vaak wordt overgewicht als ‘normaal’ geaccepteerd. Maar met name een te grote buikomvang is gevaarlijk. Het goede nieuws is dat meer bewegen een positieve invloed op die buikomvang heeft.” Nathalie zelf neemt op het werk meestal de trap en loopt voor haar afspraken veel heen en weer tussen het ziekenhuis en haar
George Roox en Nathalie van Breugel lopen zelf ook regelmatig de Domeinroute. externe kantoor. Ook zij parkeert haar auto op de buitenterreinen. Thuis loopt ze 2 of 3 keer per week hard op de loopband, danst ze 2 keer per week en wandelt ze in het
weekend flink met haar hond. “Een paar weken extra bewegen brengt je bloeddruk al naar beneden, dus sta op en beweeg!”
Tips van George en Nathalie: – Parkeer je auto in de ‘grindbak in Heugem’ en loop naar je werk. Dat is ongemerkt veel extra beweging per jaar. – Zet de printer zo ver mogelijk weg en loop er voor elk printje naartoe. – Loop even naar je collega toe in plaats van een mailtje te sturen. – Neem de trap: dan ben je meestal ook nog sneller! – Lunch al wandelend met je collega’s; de ‘Domeinenroute’* is een halfuurtje lopen. – Stap een halte eerder uit de bus en loop het laatste stuk stevig door. *Kijk voor de Domeinroute op Intraspect > Ik en het azM > Nieuws.
Het gaat óók om de knikkers Er is veel belangstelling voor de knikkerbaan, gebouwd door Jelle Bakker van www.knikkerbaan.nl. Waarom staat deze prachtige knikkerbaan eigenlijk in de serrehal? Antwoord: naar aanleiding van de nieuwe ziekenhuisfinanciering DOT (DBC’s Op weg naar Transparantie). Om de boodschap te onderstrepen dat het juist en tijdig registeren van verrichtingen in de zorg essentieel is voor het voortbestaan van de zorg in ons ziekenhuis, is de metafoor
van de knikker gebruikt. Het gaat tenslotte óók om de knikkers; om wat we declareren bij de zorgverzekeraars. Want wat niet wordt geregistreerd kan immers niet worden gedeclareerd! Nog geen knikker ontvangen? Vraag er naar bij de financial controller van uw RVE. Meer weten over de nieuwe financieringsystematiek DOT? Kijk op Intraspect > Financiën & Informatievoorziening > DOT.
2 | summumgazet 105
Cartoon
Verpleegkundige Adviesraad
Beste collega-verpleegkundigen, Het afgelopen jaar was voor de VAR een jaar met groei. Het aantal leden is gegroeid tot 10 en daarmee zijn we op volle sterkte. We zijn uitgegroeid tot een commissie die er toe doet. We worden serieus genomen en geven gevraagd en ongevraagd advies over vraagstukken die de verpleegkundige beroepsgroep inhoudelijk aangaan. Daarnaast nemen we deel, als vertegenwoordiging van de verpleegkundige beroepsgroep, aan werkgroepen en projectgroepen. Kortom de VAR heeft een stem gekregen in het Maastricht UMC+! We willen iedereen bedanken voor de steun en het vertrouwen die deze groei hebben mogelijk gemaakt. Bijzondere dank gaat uit naar de stafgroep Verpleging, Raad van Bestuur en het 2e echelon die ons betrekken bij onderwerpen waar de verpleegkundige inbreng van toegevoegde waarde is. Dank ook aan de hoofdverpleegkundigen die VAR-leden de mogelijkheid bieden hun VAR-werkzaamheden uit te voeren. Maar vooral dank aan alle verpleegkundigen en verzorgenden die de VAR haar draagvlak geven. Wij hopen in 2012 de banden met onze collega’s te verstevigen en verder te groeien, zodat we nog beter in staat zijn de stem van de beroepsgroep te laten horen in het Maastricht UMC+.
Rapportages Quickscan weer online Sinds 2008 meten wij de patiënttevredenheid met de Quickscan. Ieder kwartaal deelt een andere groep afdelingen (poliklinieken, verpleegafdelingen of ondersteunende afdelingen) enquêtes aan patiënten uit om te vragen hoe ze denken over onze dienstverlening. De resultaten van het vierde kwartaal van 2011 zijn nu te vinden op Intraspect (onder Projecten & Dossiers > Klantgerichtheid). De resultaten laten een goed gemiddelde zien, waarbij de ontvangst bij opname, de bejegening door artsen en verpleegkundigen, bezoektijden en veiligheid hoog scoren. Ook zijn er nog steeds
verbeterpunten te signaleren. Dit betreft in de zorg vooral de wachttijd tot de patiëntenoproep (bel) en onderzoeksuitslagen. Ook de score voor het eten en drinken geeft aanleiding tot verbetering. Tevens is dit kwartaal het parkeren als onvoldoende beoordeeld. Wellicht is dit laatste te wijten aan de werkzaamheden in de parkeergarage. Op Intraspect vindt u de scores per afdeling. Voor meer informatie kunt u terecht bij Mary Derix, kwaliteitsmanager azM, T 75448 / E
[email protected].
Klantgerichtheidtaart voor Oncologiecentrum De klantgerichtheidtaart gaat deze maand naar het Oncologiecentrum. In het centrum is de zorg op zeer klantgerichte wijze rondom de patiënt georganiseerd. Naast de reguliere zorg, organiseren gezondheidsvoorlichter Wilma Savelberg en ‘haar’ team ook regelmatig verwenmomenten voor patiënten en hun naasten om zo patiënten een extra hart onder de riem te steken. Ook bij deze verwenmomenten staan de
behoeften en wensen van patiënten centraal. Zo vond onlangs de eerste verwendag speciaal voor mannen plaats omdat de mannen ook wel eens onder elkaar iets wilden doen. De medewerkers van het Oncologiecentrum organiseren de verwenmomenten veelal buiten werktijd. Ze worden door patiënten en hun naasten zeer gewaardeerd en zijn dan ook zeker een taart waard. Gefeliciteerd!
2012 belooft een mooi jaar te worden. Er komen uitdagingen en mogelijkheden op ons pad die ons de kans bieden om het vak van verpleegkundige verder te professionaliseren. We krijgen de kans mee te praten over de patiëntenzorg en de rol van de verpleegkundige daarin. Laten we samen de kans grijpen om invulling te geven aan de zorg van de toekomst. We horen als VAR graag wat je bezig houdt en waar je zelf mogelijkheden ziet om de zorg veiliger, slimmer en beter te maken. Je vindt ons via E
[email protected]. De VAR
Teddyberenziekenhuis voor kinderen medewerkers Op 6, 7 en 8 maart vindt het jaarlijkse Teddyberenziekenhuis plaats op het terras niveau 4. Op woensdagmiddag 7 maart zijn tussen 13.00-15.00 uur de kinderen van medewerkers in de leeftijd van 4 en 5 jaar van harte welkom. Hou Intraspect en het SUMMUM nieuwsbulletin in de gaten voor meer informatie.
Provinciale Staten op werkbezoek Op 20 januari brachten de Provinciale Staten een werkbezoek aan onze organisatie in het kader van het Statenvoorstel Campussen Zuid-Limburg. Zij werden ontvangen door Raad van Bestuur-lid Harm Jan Driessen (namens het Maastricht UMC+) en Martin Paul (namens Maastricht University). Er was onder meer een presentatie over de Maastricht Health Campus.
3 | summumgazet 105
Maastricht UMC+ wenst sterker profiel
Tweede strategieconferentie Maastricht UMC+ In december vond de tweede strategieconferentie plaats. Tijden de eerste conferentie in mei 2011 werd de strategische koers ‘Heel de mens’ uitgezet (lees meer op Intraspect > Bestuur > Nieuws). Voor de verdere uitwerking daarvan werden acht themagroepen geïnstalleerd. Tijdens de tweede conferentie presenteerden de themagroepen hoe volgens hen ‘Heel de mens’ kan worden vertaald naar concrete acties. Duidelijk is dat onze organisatie gaat werken aan een sterker profiel en duidelijkere positie. De acht themagroepen – met leden uit alle delen van de organisatie – bogen zich over de onderwerpen Concentratie en keuzes, Integrale gezondheid, Preventie, Innovatie in leren en opleiden, Stakeholder management, Arbeidsmarktstrategie, Fondsen werving en Verbindende strategie Maastricht UMC+ en UM. Elke themagroep presenteerde haar adviezen aan de ruim 90 deelnemers, die er vervolgens verder over discussieerden. Dit resulteerde uiteindelijk in een catalogus van acties voor de korte termijn (quick wins) en langere termijn voor elk thema. De quick win-acties – activiteiten die relatief snel en gemakkelijk uit te voeren zijn, maar wel een grote uitwerking hebben – worden op dit moment opgepakt. Tijdens de conferentie maakte Albert Scherpbier indringend duidelijk dat de ingeslagen weg juist is, maar ook dat de strategie en het profiel van onze organisatie nog verder moeten worden geconcretiseerd. “Maastricht UMC+ opereert in een omgeving, die zowel op landelijk als op Europees niveau, in beweging is. We moeten met onze strategie constant op deze externe ontwikkelingen inspelen.” Meerdere actuele ontwikkelingen - met name het landelijk beleid zoals neergelegd in de Strategische kennisagenda Ministerie van VWS, het Topsectorenplan Life Sciences and Health en het RVZ-advies Medisch-spe-
cialistische zorg 20/20 - nopen tot een nadere en spoedige bezinning op de positionering en profilering van onze organisatie. De Raad van Bestuur wil daarom in het eerste kwartaal van 2012 komen tot een ‘houtskoolschets’ van positie en profiel van onze organisatie. Op basis daarvan worden de concentratie en keuzes met betrekking tot het zorgaanbod vervolgens vormgegeven. Inclusief de inhoudelijke stappen en de processen daartoe binnen de organisatie. Een werkgroep, onder leiding van Guy Peeters en Albert Scherpbier, stelt deze schets op. Belangrijk onderwerp was ook de structuur van de samenwerking tussen Maastricht UMC+ en Maastricht University. Deze krijgt in de loop van dit jaar vorm. Ter afsluiting van de conferentie schetsten Guy Peeters en prof.dr. Martin Paul in een gezamenlijke presentatie de grote lijnen van dit proces. Naast het inhoudelijke programma was er ook ruimte om ‘gewoon’ met elkaar in gesprek te gaan. Het viel op dat de gezamenlijkheid als Maastricht UMC+ vanzelfsprekend was geworden; de deelnemers zijn sinds de eerste conferentie – en niet te vergeten enkele netwerkbijeenkomsten en het gezamenlijke werk in de themagroepen - beter bekend met elkaar en zo werd in een prettige en constructieve sfeer gediscussieerd.
Een bijzondere en vrolijke noot kreeg de strategieconferentie door cartoonist Peer Retera, die voor elk programmaonderdeel zijn indrukken van de presentaties en discussies tot een sprekend plaatje verwerkte. Op deze pagina ziet u enkele voorbeelden daarvan. Kijk op Intraspect onder Bestuur > Nieuws voor de overige cartoons.
In april wordt tijdens een lunchbijeenkomst de voortgang gepresenteerd. In het najaar (op 1 en 2 november) is de volgende strategieconferentie gepland.
4 | summumgazet 105
Gezocht: Clinici die studenten beter leren communiceren Heeft u ook wel eens gedacht: ‘Die dokter moet eens beter leren communiceren met zijn patiënten?’ Welnu, daar wordt met het CORE-programma intensief aan gewerkt. CORE is een programma waarbij aankomende artsen via consulten met simulatiepatiënten hun communicatievaardigheden verbeteren. CORE staat letterlijk voor consultvoering en reflectie. Een toenemend probleem bij dit programma is een tekort aan artsen die studenten kunnen begeleiden. Het gaat dan met name om een coachende rol in het derde jaar bij het voeren van ‘lastige’ consulten zoals slechtnieuwsgesprekken. “Vooral in het derde jaar zien studenten het liefst clinici als docent, maar die zijn er helaas nog te weinig”, aldus Jan-Joost Rethans, coördinator van CORE. Artsen die docent voor CORE worden, krijgen daarvoor een officiële onderwijstijdvergoeding. Roy Lalisang, internist-oncoloog, begrijpt dan ook niet goed waarom er een tekort is aan clinici die geneeskundestudenten willen begeleiden bij het voeren van lastige gesprekken. Hij is zelf al vijf jaar met veel plezier docent voor derdejaarsstudenten in het CORE-programma en beveelt deze
functie van harte aan bij zijn collega’s. “Ik geniet elke keer weer van het begeleiden van deze intensieve simulatiegesprekken. Je leert studenten door en door kennen en ziet hoe ze grote stappen maken op het gebied van communicatie. Dat is super belangrijk want goed communiceren is tegenwoordig voor artsen een kerncompetentie. Dus wat is nu mooier dan - in een onderwijsfunctie
V.l.n.r. student Steven Brandsma, CORE-coödinator Jan-Joost Rethans en arts/COREdocent Roy Lalisang.
- aankomende artsen te begeleiden in het goed voeren van consulten met patiënten?” Tijdens de simulaties moeten studenten onder het oog van elkaar en een camera een aantal lastige gesprekken met simulatiepatiënten aangaan. In één geval was er bijvoorbeeld sprake van een zwangere vrouw bij wie de baby in de buik helaas bleek te zijn gestorven. Het is vervolgens de bedoeling dat alle studenten en de docent de cameraopnames van de simulatie beoordelen op medische inhoud en communicatie. In de groepsbijeenkomsten geven de studenten en docent vervolgens feedback en leren van elkaars goede en minder goede voorbeelden. ”Het is duidelijk dat iedere student anders omgaat met slechtnieuwsgesprekken. En dat is ook prima”, meent Jan-Joost Rethans, CORE-coördinator. Hij was in het verleden zelf zestien jaar huisarts. “Iedereen moet het vooral op zijn eigen manier blijven doen. Maar iedere student kan wél leren om zijn of haar houding te verbeteren, of meer empathie te tonen en beter te luisteren en/ of tactischer te reageren. Dergelijke ingrijpende sessies kunnen alleen plaatsvinden in een veilige omgeving. Het is dan ook belangrijk dat je daar als docent aan kunt en wilt bijdragen.”
Brandsma knikt instemmend. “De gesprekken met simulatiepatiënten zijn best zwaar. Alles valt en staat met een goede voorbereiding. Ik ben dan ook blij dat ik deze training gedaan heb. Ik zou niet weten hoe ik dergelijke gesprekken straks zonder deze training zou moeten aanpakken. Je krijgt tijdens de trainingen soms onverwacht heftige reacties: mensen barsten in huilen uit of ze vallen juist helemaal stil. Dat vond ik lastig, maar ik heb geleerd hoe je daar op kunt reageren en ervaren hoe belangrijk het kan zijn om bijvoorbeeld zelf eens een stilte te laten vallen. Ik vond het essentieel dat wij een echte clinicus hadden die de simulaties in het derde jaar begeleidde, want je hebt toch het meeste aan ervaringen van praktijkmensen. Mij stelde het bijvoorbeeld erg gerust dat mijn begeleider vertelde dat dergelijke gesprekken altijd moeilijk blijven. Je went er nooit aan, je leert er hooguit beter mee om te gaan….”
Begeleider worden in het CORE-programma? Bent u afgestudeerd arts en lijkt het u net als internist dr. Roy Lalisang interessant om derdejaarsstudenten te begeleiden bij uitdagende gesprekken met simulatiepatiënten? Mail dan naar Jan-Joost Rethans:
[email protected].
Derdejaarsstudent geneeskunde Steven
Stichting De Weijerhorst financiert onderzoek botziekten Stichting De Weijerhorst schenkt drie miljoen euro aan het Maastricht UMC+ voor onderzoek naar metabole botziekten, botsterkte en osteoporose. Het onderzoek, dat wordt geleid door internist/endocrinoloog dr. Joop van den Bergh, wordt uitgevoerd via een samenwerkingsverband tussen onze organisatie en VieCuri Medisch Centrum. Arts/ onderzoeker dr. Van den Bergh is in beide huizen werkzaam. Van alle 50-plussers die zich met een botbreuk melden op een Spoedeisende Hulp (SEH) heeft 40% botontkalking en 25% een behandelbare botziekte. Tussen de 7 en 12% loopt binnen twee jaar een nieuwe botbreuk op, en 12,5% komt binnen twee jaar te overlijden. Na behandeling van de botontkalking en andere botziekten neemt het aantal fracturen af en op basis van recente onderzoeken kan voorzichtig worden gesteld dat patiënten ook langer leven. Hoe dat komt, is niet bekend. Het is een van de vragen waarop Van den Bergh aan het eind van zijn vierjarige studie een antwoord hoopt te hebben. Daarnaast onderzoekt hij de relatie tussen COPD (chronisch obstructieve longziekten) en osteoporose en andere bot- en spiergerelateerde problematiek. COPD-patiënten moeten vaak ontstekingsremmers (corticosteroïden) slikken, die een verhoogde botafbraak als bijwerking hebben. Maar ook zonder ontstekingsremmers komt botontkalking bij COPD-patiënten vaker voor, evenals een verhoogd risico op botbreuken.
Een ander onderzoeksobject vormt boterosie in relatie tot reumatoïde artritis ofwel reuma. Bekend is dat boterosie optreedt bij reumatoïde artritis. Maar met nieuwe scantechnieken (zogenoemde hoge-resolutie-computertomografie) zijn ook bij 40% van de gezonde volwassenen kleine erosies rondom de gewrichten gevonden. Dat duidt op een voorstadium van reuma. Met ‘normale’ röntgentechniek worden die kleine erosies niet opgemerkt, maar wel met de nieuwe XtremeCT-scanner, die VieCuri met een eerdere Weijerhorst-schenking heeft aangeschaft en die momenteel in ons ziekenhuis dienst doet. Het biedt de mogelijkheid tot uitgebreid onderzoek naar het ontstaan van deze minieme bot-erosies. Tot slot onderzoekt Van den Bergh de relatie tussen borst- en prostaatkanker enerzijds en osteoporose anderzijds. Patiënten met deze vormen van kanker hebben door het gebruik van antihormonale middelen een verhoogde kans op fracturen, met name wervelfracturen. Omdat de aandacht bij deze patiëntgroepen uiteraard vooral
V.l.n.r. internist/endocrinoloog dr. Joop van den Bergh, prof.dr. Albert Scherpbier (decaan FHML en vice-bestuursvoorzitter Maastricht UMC+), Guy Peeters (bestuursvoorzitter Maastricht UMC+) en dr. Harry Pennings (voorzittter St. De Weijerhorst) ondertekenen de stukken voor de schenking door St. De Wijerhorst.
gericht is op de behandeling van de tumor, wordt niet altijd direct aandacht besteed aan de lange termijneffecten en met name de skeletgerelateerde problemen die kunnen ontstaan. In dit onderzoeksproject worden aspecten met betrekking tot skeletproblematiek op korte en langere termijn nader onderzocht. Het onderzoek wordt uitgevoerd via een academische samenwerking tussen onze organisatie en VieCuri MC. Het is nadrukkelijk de bedoeling het researchnetwerk uit te breiden naar geheel Limburg en Oost-Brabant. Er wordt een structurele, multidisciplinaire samenwerking nagestreefd tussen
Maastricht UMC+, VieCuri MC, Atrium MC en de beide ziekenhuizen in Eindhoven/ Veldhoven. Het onderzoek wordt financieel mogelijk gemaakt door Stichting De Weijerhorst, die 2.961.000 euro ter beschikking stelt door middel van een schenking. Voorzitter dr. Harry Pennings: “Bevordering van medischwetenschappelijk onderzoek is een van de statutaire doelstellingen van De Weijerhorst. Het bestuur van de stichting bevordert met deze schenking tot haar tevredenheid voor de zevende keer onderzoek binnen het Maastricht UMC+. Wij wensen de heer Van den Bergh, de leider van dit onderzoek, veel succes.”
5 | summumgazet 105
‘Wachtpatiënten’ moeten eigen bijdrage betalen Tegenwoordig vallen patiënten die ‘medisch uitbehandeld’ zijn maar nog een tijdje in het ziekenhuis blijven (bijvoorbeeld omdat ze wachten op een opname in een andere zorginstelling) niet langer onder hun eigen verzekering, maar onder de AWBZ. Dit betekent dat ze voor hun verdere verblijf in het ziekenhuis een eigen bijdrage moeten betalen. Voor patiënten komt dat vaak als een donderslag bij heldere hemel. Om hen beter voor te bereiden, is de nieuwe patiëntbrochure ‘Eigen bijdrage Zorg met Verblijf ’ ontwikkeld. Er zijn steeds meer ‘wachtpatiënten’: mensen die officieel ‘medisch uitbehandeld’ zijn en in het ziekenhuis blijven totdat er plaats voor ze is in een AWBZ-instelling. “Dit komt aan de ene kant door de zeer sterke vergrijzing en anderzijds doordat de officiële opnameduur steeds korter wordt”, vertelt Jan Claassens, hoofd van het Ontslagbureau. “Die kortere opnameduur heeft te maken met verbeterde technologie, maar ook met een veranderde visie. Vroeger bleven patiënten in het ziekenhuis totdat ze voor negentig procent waren hersteld. Nu is het gebruikelijk dat je al eerder buiten het ziekenhuis aan je herstel werkt. Door die aanpak is het gelukt om de wachttijden flink terug te brengen, maar ontstaan ook meer wachtpatiënten.” Als mensen medisch uitbehandeld zijn en hun verdere behandeling ook buiten het ziekenhuis kan worden voortgezet, vallen ze onder het AWBZ-regime en moeten ze een (soms forse) eigen bijdrage betalen. Het gaat concreet om dezelfde inkomensafhankelijke bijdrage die ze straks ook moeten betalen in de instelling waarvoor ze op de
wachtlijst staan. Die bijdrage komt voor sommige patiënten als een complete verrassing. “Ik heb hier bijvoorbeeld een klacht van een man wiens vrouw na een operatie onverwacht naar een verpleegkliniek moest”, vertelt klachtenfunctionaris Miem Castermans. “Deze mevrouw moest een paar maanden in het ziekenhuis wachten. Een tijd later kreeg haar man een factuur van enkele duizenden euro’s. Hij begreep daar helemaal niks van, omdat hij dacht dat dit langdurige verblijf in het ziekenhuis gewoon door zijn verzekeraar werd gedekt. En hoezo was zijn vrouw uitbehandeld? Ze kreeg toch nog medicijnen en fysiotherapie?” Castermans begrijpt goed dat zo’n factuur extra hard aankomt in een periode waarin het leven toch al op zijn kop staat. “Om te voorkomen dat patiënten en hun familie totaal verrast worden door deze eigen bijdrage, gaan we deze in een eerder stadium toelichten.” Hiervoor hebben Miem Castermans, Jan Claassens en Vivian Hoogland van de stafdienst Communicatie een brochure ontwikkeld: ‘Eigen bijdrage
Zorg met Verblijf ‘. Tevens worden patiënten samen met hun familie tijdig door een medewerker van het Transferbureau geïnformeerd. Bijvoorbeeld op het moment dat ze niet meer noodzakelijkerwijs in het ziekenhuis hoeven te blijven, maar wel nog
moeten wachten op de opname in een AWBZ-instelling. “Door deze gerichte aanpak hopen we klachten in de toekomst te voorkomen”, aldus Jan Claassens en Miem Castermans.
Spaanse verpleegkundigen in Maastricht Veertien geselecteerde jonge Spaanse HBO-verpleegkundigen zijn in september 2011 naar Maastricht gekomen. Ze krijgen de kans om zich in twee jaar te specialiseren tot operatieassistent of anesthesiemedewerker. Wanneer ze hun opleiding met succes afronden, wacht er in Maastricht een vaste baan op ze. De vergrijzing slaat de komende jaren keihard toe in Zuid-Limburg. Over een paar jaar ontstaat daardoor onder meer een tekort aan hoogopgeleide gespecialiseerde verpleegkundigen. In Spanje en andere Europese landen is daarentegen sprake van snel oplopende jeugdwerkloosheid. “Eén Europa betekent óók dat je samen die internationale onevenwichtigheden op de arbeidsmarkt moet proberen op te lossen”, vindt azM-manager Michel van Zandvoort. “Daarom zijn we met een pilot gestart waarbij veertien Spaanse HBO-verpleegkundigen voor een opleiding naar Maastricht
komen. We kozen voor werving in Spanje omdat jongeren daar redelijk Engels spreken, er zijn cultureel weinig verschillen en geen problemen met arbeidsvergunningen.” Door hogeropgeleide werklozen een opleiding aan te bieden, ontstaat een win-winsituatie”, meent Michiel van Zandvoort. “We bieden jongeren uit Spanje weer perspectief en dragen tegelijkertijd zorg voor een stukje ervaring en opleiding. Het is echter wel de bedoeling dat ze na afronding van hun opleiding [waarin ze gemiddeld vier dagen werken en één dag
De nieuwe Spaanse collega’s met in de achterste rij als derde van links Aqdas Farooq.
studeren, red.] twee jaar hier blijven werken. Wanneer ze dat niet doen, dan kan dat natuurlijk, maar dan moeten ze wel zelf opdraaien voor de opleidingskosten.” Het opleiden van deze groep Spaanse verpleegkundigen kost in totaal twee ton meer dan een regulier traject met Nederlandse verpleegkundigen. Maar die extra kosten zullen in de toekomst aanzienlijk dalen verwacht Van Zandvoort. “We leren natuurlijk van deze pilot. De volgende keer selecteren we bijvoorbeeld nog strenger op taaltalent en proberen we de gegadigden een deel van de taalcursus in Spanje te laten doen.” De Spaanse verpleegkundigen zijn super gemotiveerd. Na een paar maanden spreken ze al heel behoorlijk Nederlands. Van de veertien Spanjaarden (twaalf vrouwen en mannen) is er inmiddels één afgehaakt vanwege taalproblemen. “Het lukte haar niet om het Nederlands onder de knie te krijgen en dat is wel nodig omdat zorgvuldige communicatie op een operatiekamer nu eenmaal essentieel is.” Verpleegkundige Aqdas Farooq (22) knikt instemmend. “De taal is inderdaad het grootste probleem. Gelukkig krijgen we in het eerste half jaar vele uren training in het Nederlands.” Aqdas, die al opvallend goed
Nederlands spreekt, is zichtbaar blij met deze mooie kans. “In het zuiden van Spanje is ruim 37% van de jongeren werkloos. Van mijn vriendengroep van veertien man studeren er drie, hebben er twee een baan en zijn er negen werkloos! Ik wijs die laatste groep graag op Maastricht, want dat is echt een mooie en gezellige stad. Wel moest ik er aan wennen dat hier echt alles op afspraak gaat. In Spanje loop je gewoon naar buiten en ontmoet je elkaar en zijn er meer feestjes. Qua werk vind ik het hier echter prettiger dan in Spanje. Je krijgt hier aanzienlijk meer verantwoordelijkheid en verpleegkundigen en artsen opereren in Maastricht vrijwel op gelijke voet. Ook het probleemgestuurd onderwijs vind ik beter dan het klassikale onderwijs in Spanje. Dankzij skype en internet kunnen we onze familie en vrienden in Spanje toch regelmatig zien. Even teruggaan naar Spanje is ook al geen probleem, want je hebt tegenwoordig al voor veertig euro een vliegticket. Ik ben dolblij met deze kans!” Vooralsnog zijn alle partijen zeer te spreken over dit positieve experiment. “Als dat zo blijf, gaan we straks misschien ook in andere Zuid-Europese landen verpleegkundigen werven!”, aldus Michel van Zandvoort.
6 | summumgazet 105
Afdeling Psychiatrie niet bang voor TRIPOD-onderzoek
“Leer van fouten om herhaling te voorkomen” Om te leren van ernstige incidenten zet ons ziekenhuis regelmatig de zogeheten TRIPOD- analyse in. Een onderzoek om oorzaken van ernstige incidenten te achterhalen. De verpleegafdeling Klinische Psychiatrie ziet de meerwaarde. “Als je niet terugkijkt en reflecteert, leer en vorder je als afdeling niet”, aldus afdelingshoofd Egide Keulen. “Op onze afdeling communiceren we altijd open over incidenten”, zegt Egide Keulen, afdelingshoofd van verpleegafdeling B1-Klinische Psychiatrie. Dat gebeurde ook na een recente geweldsuiting van een patiënt in de nachtdienst. Zoals gebruikelijk op B1 na een (ernstig) incident vond binnen vierentwintig uur intervisie plaats met alle betrokkenen van de afdeling. Maar omdat het een ernstig incident betrof, zette de afdeling Kwaliteit & Veiligheid daarnaast een zogeheten TRIPOD-analyse in. Dit is een door Shell ontwikkelde, diepgravende methodiek om incidenten te analyseren. Doel is latente oorzaken van ‘fouten’ te achterhalen. “De focus ligt daarbij niet op personen of wie er nou schuldig is”, benadrukt Jos Hoofs, stafadviseur Patiëntveiligheid. “TRIPOD legt juist de barrières en systeemfouten in de organisatie bloot, zodat we de veiligheid kunnen verbeteren.” Ons ziekenhuis werkt sinds twee jaar met TRIPOD en in die tijd is er ongeveer twintig keer gebruik van gemaakt. In aanmerking komen veelal incidenten waarvoor meldingspicht geldt bij de Inspectiedienst voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar eventueel ook ‘bijna-incidenten’. Om deze onderzoeken uit te voeren, zijn vijftien collega’s opgeleid. Een gemêleerd gezelschap dat opereert in wisselende duo’s. Aan de hand van interviews met de betrokken medewerkers over het hoe en wat rond een incident
stelt het onderzoeksduo een diagram op dat de toedracht weergeeft. Nee, niet alle afdelingen staan te springen om een TRIPOD, weet Hoofs. “Mensen zijn geneigd om in de verdediging te schieten: ‘Ik heb toch alles goed gedaan?’. Er heerst vaak nog argwaan.” “Niet alle specialismen zijn gewend open te communiceren over incidenten”, denkt Carsten Leue, psychiater van B1. “Omdat wij gewend zijn dat wel te doen, hebben we het onderzoek geen moment als bedreigend ervaren. Terugkijken en reflecteren moet je doen, anders kun je als afdeling geen vordering maken.” Volgens Leue verliep de TRIPOD in wezen niet veel anders dan de eigen intervisie. “Je probeert samen antwoord te vinden op vragen als: wat is precies gebeurd? Hadden we dit kunnen voorkomen en hóe dan? Meerwaarde van TRIPOD is dat buitenstaanders meekijken. Zij toetsen het incident op onafhankelijke wijze en daardoor komt de complexiteit bloot te liggen. Wat door de TRIPOD duidelijk wordt, is dat op meerdere vlakken, door de hele organisatie heen, van alles speelt wat het verloop van een incident beïnvloedt. Terwijl wij met onze eigen intervisie vooral gefocust zijn op ónze afdeling.“ Toch sluiten de conclusies en verbeterpunten uit de TRIPOD goed aan bij de uitkomst
Wie staat op de foto? De stafdienst Communicatie archiveert het oude fotomateriaal van ons ziekenhuis. Van enkele foto’s is onduidelijk wie er op staat. Herkent u iemand op deze foto? Mail dan de SUMMUM-redactie, E
[email protected]. Kijk voor een grotere weergave van de foto op Intraspect onder de nieuwsberichten. Bent u nieuwsgierig naar wie op de foto in gazet 104 staat? Kijk dan op Intraspect onder ‘Ondersteunende diensten’ > Communicatie > Fotografie > Historische foto’s.
van de eigen intervisie bij B1. Afdelingshoofd Keulen: “Belangrijkste leerpunt is dat we als team ’s avonds pro-actiever moeten zijn. Als een patiënt aan het begin van de avond onrustig is, zorg dan dat er een oplossing ligt voordat de dienstdoende verpleegkundige alleen de nacht in gaat. Daarnaast hebben we met de avond- en nachthoofden en de bewaking opnieuw afspraken gemaakt over hoe snel ze ter plekke moeten zijn. Kijk, en dan helpt een TRIPOD-analyse. Je kunt wat meer gewicht in de schaal leggen als je niet alleen namens de afdeling spreekt.” Uitgangspunt van TRIPOD is ook om maximaal te leren van incidenten, dus organisatiebreed. “Het mooie van dit
systeem is dat je met andere afdelingen ervaringen kunt uitwisselen om eventueel stappen te ondernemen”, aldus Brigitte Gabriëls, adjunct-directeur RVE Geestelijke Gezondheidszorg. “Zelf zou ik het nog mooier vinden als afdelingen in de toekomst ook zelf om een TRIPOD vragen. Medewerkers zouden het dan ook niet meer als een bedreiging moeten zien, maar als een kans om te leren. Incidenten kunnen een behoorlijke impact hebben. Objectieve incidentanalyse kan dan steun bieden en helpen bij het verwerkingsproces. Dit vergt overigens wel zeer goede communicatieve vaardigheden van de onderzoeksteams. Een aandachtspunt wat ons betreft. Medewerkers moeten zich veilig en gerespecteerd voelen, willen ze open durven spreken.”
Donatie St. Martinusschool voor Bert Buis Woensdagmiddag 1 februari werd Bert Buis Kindertelevisie aangenaam verrast met een donatie van 800 euro. De gulle gever was de St.Martinusschool uit Gronsveld. Moeder van een van de kinderen, Audrey Stassen verpleegkundige op verpleegafdeling A5, benaderde begin december Bert Buis-coördinator Gilian Bendermacher. De school was
bezig met de organisatie van het jaarlijkse Kerstfeest en de kinderen wilden tijdens een Kerstmarkt zelfgemaakte spulletjes verkopen en de opbrengst doneren aan een goed doel en dat is dus…Bert Buis Kinder-tv geworden. “We zijn er erg blij mee. Dank jullie wel!”, aldus Gilian Bendermacher.
De leerlingen van St. Martinusschool boden de cheque van €800 aan tijdens de wekelijkse live-uitzending op woensdagmiddag in het bijzijn van patiëntjes van de kinderafdeling.
7 | summumgazet 105
Xilloc Medical BV gaat de wereld veroveren Een patiënte krijgt een nieuwe onderkaak die is gemaakt met een 3D-printer. Nee, het is geen scene uit een science-fiction film, maar pure realiteit. Bedacht en gerealiseerd door Maikel Beerens, sinds augustus vorig jaar oprichter en directeur van Xilloc Medical BV, een dochter van de Maastricht UMC Holding. Hoewel nog piepjong, is Xilloc hard op weg een wereldspeler te worden op het gebied van op maat gemaakte implantaten: het bedrijf heeft ondertussen al vijf prestigieuze awards (zie kader) in de wacht gesleept, in 3 maanden tijd. Voor Maikel Beerens is het winnen van awards niets nieuws. In 2006 won hij met zijn afstudeeropdracht Customs Made Implants al de Fontys Technology Award. Die afstudeeropdracht was tevens zijn entree bij Instrument Development Engineering & Evaluation (IDEE) van de Universiteit Maastricht. Toen realiseerde hij ook zijn eerste op maat gemaakte schedelimplantaat. Daarna ging Beerens twee dagen per week bij IDEE aan de slag en heeft hij daarnaast in deeltijd verder gestudeerd. “Na een paar jaar bood IDEE me een vast contract aan”, vertelt hij. “Fantastisch natuurlijk. Een geweldige werkplek én zekerheid. Maar tegelijkertijd vroeg ik me af of ik dat wel écht wilde”. Nee dus, het ondernemerschap lokte meer. En toen leek het voor Maikel Beerens alsof hij in een achtbaan stapte. Maar uiteindelijk vielen de puzzelstukjes op hun plaats en bleken belangrijke sleutelfiguren achter zijn plannen te staan. De Maastricht UMC-Holding ‘plakte’ de businesskant aan de plannen van Maikel Beerens. Niet alleen met een investering in
Xilloc Medical BV, maar ook met ondersteuning en facilitering. De holding helpt zodoende een goed idee te vercommercialiseren – én te valoriseren – en uiteindelijk voldoende winst te maken om weer nieuwe bedrijven op weg te helpen. Het klinkt misschien oneerbiedig, maar je kunt een deel van Xilloc Medical BV vergelijken met een innovatieve webshop voor artsen. Het bedrijf ontwikkelt namelijk momenteel een online-bestelsysteem, waar een arts zich kan registreren en vervolgens een CT-scan uploaden voor het gewenste implantaat. Ook heeft Xilloc een iPad-applicatie ontwikkeld waarmee het eerste designvoorstel en eindresultaat kunnen worden gepresenteerd. Dan volgt een ontwerpfase waarin de arts nadere specificaties kan aangeven en waarin via ‘trail and error’ een definitieve blauwdruk voor het implantaat wordt gemaakt. Het daadwerkelijke 3D-printen wordt tenslotte geoutsourced naar het bedrijf dat het best is toegerust voor het gewenste materiaal (bijvoorbeeld titanium of een polymeer of een combinatie daarvan).
Xilloc-directeur Maikel Beerens (l.) en Martijn Lamberti, directeur van de Maastricht UMC Holding.
Voor Maikel Beerens is de rit in de achtbaan nog niet voorbij. De awards, de eerste bedrijfssuccessen, de bijhorende perspresentaties en interviews én gesprekken met sollicitanten slokken hem volledig op. “Ik heb twee stage-studenten in dienst en binnenkort begint mijn eerste echte teamlid. Dankzij het kaakimplantaat zijn we als een raket de wereld in geschoten. Nu moet de vaart er in blijven. Over tien jaar moet Xilloc Medical BV dé plek zijn in de wereld voor aangezichtspecifieke implantaten”. Kijk voor meer info op: www.xilloc.com en www.mumc-holding.nl
Vijf awards Vijf belangrijke organisaties hebben Xilloc Medical BV in korte tijd een onderscheiding toegekend: – MKB Limburg Innovatieprijs 2011 (een kunstwerk en een reclamecampagne); – Shell LiveWIRE Award voor jonge ondernemers (€ 10.000,-); – Global Entrepeneurship Week (een dag leren van een gevestigde ondernemer); – New Venture (een onderscheiding voor het businessplan); – Additive Manufacturing Award (meest innovatief geprinte product).
Maastricht UMC+ voert nieuwe Research Code in Onze organisatie voert een Research Code in voor integer en zorgvuldig wetenschappelijk onderzoek. “In deze code hebben we de regels voor het onderzoek expliciet vastgelegd. We willen transparant zijn en verantwoording afleggen aan de samenleving. Daarnaast gaat het om de bescherming van alle betrokkenen bij het proces van wetenschappelijk onderzoek, van patiënten en proefpersonen tot proefdieren”, zegt decaan prof.dr. Albert Scherpbier van de FHML. Scherpbier benadrukt dat voor wetenschapsbeoefening in Nederland natuurlijk altijd al regels golden. In 2004 legde de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) die regels vast in een officiële gedragscode. “Wij hebben die code nu nader uitgewerkt en vertaald naar het onderzoek dat wij in het Maastricht UMC+ doen.”
evenals het onderzoek met proefdieren. Maar er zijn bijvoorbeeld ook regels voor een goede begeleiding van junioronderzoekers of de relatie met sponsors. Daarnaast zijn er regels die betrekking hebben op de eigendomsrechten van bijvoorbeeld data, materiaal, onderzoeksresultaten en publicaties. Ook voor de omgang met de media bestaan regels.
De Research Code van het Maastricht UMC+ is gebaseerd op de vijf uitgangspunten van de landelijke gedragscode. Zo moet wetenschappelijk onderzoek altijd zorgvuldig, betrouwbaar, controleerbaar, onpartijdig en onafhankelijk zijn. Voor alle onderdelen van het onderzoek gelden regels. Dat begint met regels voor de voorbereidingen op het onderzoek, tot en met de uitvoering van het onderzoek en het rapporteren van de onderzoeksresultaten. Zo is het onderzoek met proefpersonen, patiënten en persoonsgegevens aan strakke regels gebonden,
De code geldt voor iedereen die binnen onze organisatie bij wetenschappelijk onderzoek betrokken is. Voor de buitenwereld maakt de code duidelijk waar het Maastricht UMC+ voor staat. “In de praktijk wordt natuurlijk al volgens de regels in de Research Code gewerkt. In die zin verandert er ook niets voor onze medewerkers. Wij willen met deze code de morele waarden die bij onderzoek horen alleen heel expliciet maken en mensen nog eens aanspreken op hun verantwoordelijkheden”, aldus Albert Scherpbier.
De code werd opgesteld door beleidsmedewerkers van CRISP en is te vinden op de website van CRISP: www.crispmaastricht.nl. De code wordt
digitaal uitgebracht om de laatste ontwikkelingen en wijzigingen in wet- en regelgeving snel te kunnen verwerken.
8 | summumgazet 105
In het nieuws
Hersenen vechten tegen vergeetachtigheid Bij patiënten met dementie door Alzheimer blijken de hersenen nieuwe communicatiestrategieën te kunnen ontwikkelen. Het menselijke brein blijkt deze truc te gebruiken om optimaal te blijven functioneren en de verwoestende gevolgen van ziektes zoals Alzheimer af te wenden. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd aan het Maastricht UMC+ en het Alzheimer Centrum Limburg door dr. Heidi Jacobs, nu werkzaam bij het Forschungszentrum Jülich. De resultaten zijn verschenen in het gerenommeerde tijdschrift Neurology.
Wanneer en hoe de hersenen uiteindelijk de race tussen achteruitgang en compensatie verliezen bij Alzheimer is een interessante vraag voor onderzoekers. Jacobs: “We willen graag weten hoe deze verbazingwekkende reorganisatie capaciteit met name in de pariëtaalkwab - verandert in de loop van de ziekte, vooral in de fases waarin de patiënten van ‘normale’ cognitieve stoornissen overgaan tot het manifesteren van de ziekte van Alzheimer.” Uiteindelijk hopen de onderzoekers meer inzicht te krijgen in de ziektemechanismen van dementie-aandoeningen en nieuwe behandelingen: “Gerichte neurostimulatie
of geneesmiddelen kunnen in de toekomst een bijdrage leveren aan deze compensatieprocessen in de hersenen waardoor we misschien onze mentale vermogens langer kunnen behouden”, zegt Jacobs. Samen met haar collega’s in Jülich probeert ze dit te bereiken. “Tegelijkertijd zijn we op zoek naar de biomarker die deze compensatieprocessen kan aangeven, zodat we dementie veel eerder kunnen voorspellen, en in het ideale geval zelfs uitstellen”, aldus Heidi Jacobs’ visie op de toekomst. Lees meer op: www.maastrichtuniversity. nl/pers.
Ruim 4.000 bezoekers op open dag Ruim 4.000 mensen bezochten de open dag van het Maastricht UMC+. Wederom meer dan verleden jaar en dus een groot succes. Niet alleen qua aantallen bezoekers, maar ook qua inzet van de vele collega’s die de ruim zestig stands bemanden of achter de
schermen druk in de weer zijn geweest. Zij zorgden ervoor dat de bezoekers op een enthousiaste manier konden kennis maken met de vele facetten die een universitair medisch centrum te bieden heeft. En dit jaar niet alleen de ziekenhuiskant, maar ook
de onderzoeks- en onderwijskant van de Faculty of Health, Medicine & Life Sciences. Kijk voor meer foto’s op Intraspect > Personeelszaken > Nieuws.
Metabole botziekten St. De Weijerhorst schenkt drie miljoen euro aan het Maastricht UMC+ voor onderzoek naar metabole botziekten, botsterkte en osteoporose, dat wordt geleid door de internist/ endocrinoloog dr. Joop van den Bergh en uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen Maastricht en het Venlose VieCuri Medisch Centrum. (regionale media,15 jan.)
Hybride AF-ablatie Het combineren van twee technieken door cardiologen en een cardiochirurg voor de behandeling van atriumfibrilleren, een veelkomende hartritmestoornis, is in Maastricht een groot succes: 90% van de patiënten is na een jaar vrij van ritmestoornissen èn medicatie. Blijkt uit een publicatie in het Journal of the American College of Cardiology. (regionale media, 8 februari)
Da Vinci ingreep Medio januari week hebben hart-longchirurgen van het Maastricht UMC+ voor het eerst in Nederland met de Da Vinci-operatierobot een longkwab verwijderd zonder de borstkas te openen. (regionale en landelijke media)
Kempenhaeghe Kempenhaeghe, centrum voor epileptologie en slaapgeneeskunde te Heeze, en Maastricht UMC+ hebben besloten hun al bestaande structurele samenwerking verder uit te bouwen en gezamenlijk een Academisch Centrum voor Epileptologie op te richten. (regionale en landelijke media, 2 februari)
Nature Genetics Vijftig onderzoekers pleiten in het gezaghebbende tijdschrift Nature Genetics de ISA standaard te gebruiken voor het standaard toegankelijk maken van databanken met biowetenschappelijke gegevens. Nederland is in die groep vertegenwoordigd met twee wetenschappers uit Maastricht. (landelijke media, 2 februari)
€ 700.000 euro voor tumoronderzoek Een consortium van Nederlandse kankeronderzoekers onder leiding van collega prof.dr. Piet van den Brandt heeft een subsidie van € 700.000 toegewezen gekregen door BBMRI-NL (Biobanking and Biomolecular Research Infrastructure Netherlands). De subsidie is bestemd voor onderzoek naar tumorheterogeniteit, om de onderlinge afstemming van onderzoek met biologisch lichaamsmateriaal te verbeteren en het materiaal toegankelijker te maken. Veel soorten kanker zijn biologisch en
Colofon
klinisch heterogeen, dat wil zeggen dat verschillende (moleculaire) subtypen van kanker vaak verschillende risicofactoren blijken te hebben, verschillen qua prognose en verschillend reageren op behandeling. Zowel bij de preventie als bij behandeling van kanker is er daarom steeds meer behoefte aan betere karakterisering en onderverdeling van kankertypen. Het realiseren van de daartoe benodigde grootschalige weefseltyperingen in grote bevolkingsonderzoeken (cohorten) is echter een groot probleem. Het onderzoek onder leiding van Piet van den Brandt (van
SUMMUM gazet is een gemeenschappelijke uitgave voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+. Uitgever stafdienst Communicatie azM Hoofdredactie Liz Tans Eindredactie Ellen Kennes Redactieadres Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht T 043 387 51 12 , F 043 387 51 14, E
[email protected]
Donatie voor kindertelevisie de vakgroep Epidemiologie) wil bestaande cohorten in Nederland verrijken door toevoeging van gestandaardiseerde moleculaire weefseltyperingen op tumormateriaal verkregen via koppeling met pathologisch-anatomische laboratoria. Hierdoor zal het Nederlands kankeronderzoek zowel ten aanzien van preventie als ten aanzien van prognose van behandeling van kanker een belangrijke stimulans krijgen. Lees meer op Intraspect > Onderwijs & Onderzoek > Nieuws.
Artikelen Ingrid Beckers / Gilian Bendermacher / Karin Burhenne / Jos van Cann / Mary Derix / Andrea Heide / Willy Janssen / Ellen Kennes / Esther Lacko-van der Slikke / André Leblanc / Lieke Muyris / Maastricht University
Kinderen van de St. Martinusschool uit Gronsveld hebben met kerstactiviteiten 800 euro ingezameld voor Bert Buis Kindertelevisie van het azM. (Dagblad de Limburger, 31 jan.)
Couveusebrancard “Wat de markt niet levert, maakt het academisch ziekenhuis zelf “. Onder dit motto hebben dokters en technici van het Maastricht UMC+ samen een nieuwe couveusebrancard voor te vroeg geboren baby’s ontwikkeld. Neonatologen in binnen- en buitenland zijn geïnteresseerd. (regionale en landelijke media, 28 januari)
Cartoon Peer Retera / Huub Verheijden Opmaak & Druk Schrijen-Lippertz, Voerendaal / Stein SUMMUM gazet wordt gedrukt op FSC milieugecertificeerd papier.
Basisvormgeving Zuiderlicht, Maastricht Foto’s Andrea Beckers / Appie Derks / Alf Mertens / Danja Zurek
De volgende SUMMUM gazet verschijnt medio maart 2012. Kopij moet uiterlijk 7 maart binnen zijn bij de redactie.