Jongeren en chattaal… geen probleem, standaardtaal is ook een must in ons systeem!
September Aandacht voor Standaardnederlands Taal verbindt en maakt van een groep mensen een samenleving. Een rijke taal zorgt voor rijke communicatie en dus een rijke samenleving. Taal verdeelt binnen de groep bovendien de individuele kansen. Kansen op middelmatigheid zijn geen ‘gelijke kansen’. Dat zijn de twee redenen waarom we wensen dat elke jongere op een hoog, rijk niveau in het Nederlands (mondeling en schriftelijk) kan communiceren. Dit is geen eenvoudige opdracht in een samenleving waarin talige communicatie aan een proces van verbrokkeling onderhevig lijkt te zijn. De opgang van krom en regionaal taalgebruik, de veranderingen in taalgebruik onder invloed van de nieuwe communicatietechnologieën en allerlei subculturele taalvarianten, maken de talige communicatie in de samenleving erg complex. Ook in het onderwijs leidt dit tot verwarring, bij sommigen zelfs tot fatalisme. Sommigen stellen zich de vraag of het nodig is om de lat hoog te leggen en ernaar te streven elk kind en elke jongere tot correct Nederlands te brengen. Toenemende taalcomplexiteit als sociologische en culturele realiteit aanvaard ik echter niet als pedagogisch excuus. Relativisme en een laissez-faire houding zijn in het onderwijs in het algemeen slechte raadgevers, zeker als het over taal gaat. De pedagogische opdracht van het onderwijs kan er niet in bestaan dat leraren zich neerleggen bij maatschappelijke veranderingen die zij als onvermijdbaar beschouwen. Zij hoeven niet als Don Quichote tegen windmolens te vechten, maar zij moeten in die maatschappelijke complexiteit duidelijke doelen blijven nastreven die zowel de jongere als de samenleving ten goede komen. Ook al verbreedt het taalrepertorium van jongeren zich, het onderwijs heeft de plicht om hen ook op een rijke manier vaardig te leren zijn in de communicatie in de standaardtaal. Uit de talenbeleidsnota van Frank Vandenbroucke
Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010
Antwoorden precies en vlot formuleren? Hoe kun je dit als leraar stimuleren?
Oktober De leerlingen worden aangespoord om vragen en antwoorden precies en vlot te formuleren. (Uit de observatielijst van de inspectie) Formulering van de vraag Korte vragen die beginnen met Wie Wat Waar Wanneer Hoeveel
Formulering van het antwoord Antwoord met één volledige zin waarin een persoon een zaak een plaats een tijdstip een hoeveelheid voorkomt.
Waarmee
Antwoord met één volledige zin Waarin door ... te gebruiken voorkomt.
Geef 3 voorbeelden van ...
Bijvoorbeeld: 1 2 3 Voorbeelden zijn: 1 2 3
Schrijf 3 zaken op die ... Noem 3 zaken die ...
1... 2... 3...
Wat betekent …? Wat bedoelt men met…?
… betekent dat… Met…bedoelt men dat…
Misschien kan een schrijfkader helpen? Op eloV vind je voorbeelden onder de rubriek ‘talenbeleid’.
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010
Vergroot de kans van je leerlingen op werk. Verzorgd schriftelijk taalgebruik maakt hen sterk!
November De leerlingen worden aangespoord om hun schriftelijk taalgebruik te verzorgen. (Uit de observatielijst van de inspectie)
Aandacht voor het gebruik van hoofdletters en leestekens. Aandacht voor het gebruik van alinea’s. Wijs op het belang en het juiste gebruik van verbindingswoorden (‘en’ wijst op een aaneenschakeling; ‘maar’ wijst op een tegenstelling; ‘zodat’ wijst op een gevolg; ‘omdat’ geeft een reden aan; ‘echter’ drukt een tegenstelling uit tussen 2 zinnen; ‘dus’ wijst op een conclusie…) en verwijswoorden (‘die’, ‘ze’… verwijzen naar andere woorden) bij het begrijpen van teksten en het formuleren van vragen en antwoorden.
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010
Leerlingen zijn gebaat bij duidelijke vragen. Vermijd dus dat ze achteraf komen klagen!
December Scholieren hebben proefwerken , studenten leggen examens af. Toetsen en proefwerken zijn in een correcte en duidelijke taal opgesteld. (Uit de observatielijst van de inspectie) Ga naar www.kogent.be, DPB, SO, Permanente onderwijsthema’s, Taalbeleid/Taaldrempels, 5.6 Taal in toetsen en proefwerken. Je vindt daar een ‘kijkwijzer’.
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010
Hebben je leerlingen moeite met lezen? Met het stappenplan hoeven ze niets te vrezen!
Januari Oriënteren Stap 1: kijk naar de buitenkant Lees de tekst nog niet. Lees de titel. Schrijf de titel over. Zijn er afbeeldingen bij de tekst? Zo ja, wat staat erop? Zijn er opvallende woorden? Zo ja, schrijf die over. Stap 2: kijk naar de indeling Let op de alinea’s en de tussenkopjes. Hoeveel alinea’s zijn er? Zijn er tussenkopjes? Zo ja, schrijf ze over. Voorbereiden Stap 3: voorspel het onderwerp Je hebt nu al veel gezien van de tekst. Wat is volgens jou het onderwerp? Wat weet je er zelf al van? Uitvoeren: waarom en hoe ga ik deze tekst lezen? Stap 4: kies je leesdoel en je leesmanier Lees eerst de tekst vlug door en lees daarna de vragen. Kies per vraag je leesdoel en je leesmanier: waarom en hoe ga ik deze tekst lezen? Reflecteren Stap 5: ga na wat je geleerd hebt Klopte je voorspelling? Over wie of waarover gaat het?
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010
Een synthese maken? Hoe begin je daaraan zeg? Met dit schrijf-/spreekkader zet je de leerlingen op weg.
Februari Voorbeeld van schrijfkader voor het maken van een synthese of samenvatting In het boek/tijdschrift/artikel… bespreekt de auteur, …, het probleem van… Hij is van mening/beweert dat … Hij toont die bewering aan met het volgende argument: … Bovendien tracht de auteur te bewijzen dat … Vervolgens beschrijft hij hoe… Daarvan geeft hij verschillende voorbeelden, zoals… Daarnaast gaat de schrijver van het artikel dieper in op … In een laatste item onderzoekt X (naam auteur) hoe… Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat …
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010
Je of u? Leerlingen maken niet altijd het onderscheid. Formeel en informeel register zijn nochtans een feit.
Maart Geachte heer directeur Als u dit wenst, wil ik graag naar je bedrijf komen voor een gesprek. Groetjes In formele situaties gebruiken we de beleefdheidsvorm. Bv. Als u dit wenst, wil ik graag naar uw bedrijf komen voor een gesprek. Een formele aanspreking vraagt ook een formeel slot. Bv. Met vriendelijke groeten/groet In informele situaties kiezen we voor de vertrouwelijke vorm ‘je’ of ‘jij’. Bv. Als je dit wenst, kom ik graag langs. Ga je op reis tijdens de vakantie? Duid je dat niet beter aan?
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010
Bij een goede presentatie kijkt het publiek niet sip. Daarom een handige checklist ter voorbereiding van de gip!
Mei Leerlingen kunnen hun presentatie nakijken aan de hand van een checklist. Een voorbeeld
Wie is je doelpubliek?
Is je taal (formeel-informeel) aangepast aan dit doelpubliek?
Wat wil je bereiken met je presentatie? Wil je informeren, overtuigen, motiveren om iets te doen?
Spreek je je publiek direct aan?
Bevat je inleiding een opening die de aandacht trekt en een overzichtsstructuur?
Maak je de structuur van je presentatie duidelijk via signaalwoorden (eerst, vervolgens, daarna, tot slot)?
Is je slot duidelijk herkenbaar?
Ondersteunt je ppt je uiteenzetting?
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010
Aantrekkelijk, correct, helder en gepast… Help je leerlingen. Ze kunnen het zeker en vast.
Juni Een goede tekst moet voldoen aan de volgende voorwaarden: - hij moet aantrekkelijk zijn (aangenaam en vlot leesbaar), - hij moet correct geschreven zijn, - de tekst moet helder zijn, zodat je doelpubliek alles goed kan begrijpen, - de taal moet gepast zijn (aangepast aan doelpubliek en onderwerp).
Taalbeleid
Riet De Vos
schooljaar 2009-2010